Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming"

Transcriptie

1 KENNISDOSSIER KADERVORMING Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming Inhoudsopgave 1 Begrippen en definities Over leren en leerprocessen Vorming en kadervorming Erkende kadervormingstrajecten Competenties Historiek van kadervorming Begin van geattesteerde kadervorming: Criteria voor het uitreiken van attesten aan jeugdwerkers: Start van een inhoudelijke hervorming: Proces met afdeling, sector en kabinet: De start: onderzoek en verkenning Kwantitatieve screening door de afdeling Jeugd Eerste bevraging van de sector (SWOT analyses) Werkgroep attesten Vernieuwde criteria, in werking vanaf 1 oktober Achterliggende visie Grootste veranderingen Bijlage: SWOT Analyses Steunpunt Jeugd en VVJ Analyse Steunpunt Jeugd Analyse VVJ Analyse Afdeling Jeugd Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming [ selecteer de vergaderdatum uit het zijmenu ] pagina 1 > 18

2 1 Begrippen en definities Het jeugdwerk is een krachtige leeromgeving. Door deel te nemen aan activiteiten, verantwoordelijkheden op te nemen, vormingen te volgen, leren jongeren allerlei kennis, vaardigheden en attitudes aan. In dit deel proberen we de leerprocessen die binnen onze sector plaatsvinden te plaatsen in een breder kader. 1.1 Over leren en leerprocessen Wanneer men in de literatuur spreekt over leren, dan wordt er vaak het onderscheid gemaakt tussen verschillende leercontexten. Het formele leren is leren dat plaatsvindt in een georganiseerde en gestructureerde omgeving (zoals in het formele onderwijs, leercentra, ). Leerprocessen zijn hier expliciet benoemd en tijd en middelen worden bewust ingezet vanuit de doelstelling om gericht iets bij te leren. 1 Leren strekt zich echter ook verder uit dan enkel binnen het formele onderwijs. Ook in niet-formele en informele leercontexten leren we heel wat bij. Niet-formeel leren vindt plaats buiten de reguliere opleidingssystemen en leidt niet per se tot het behalen van een diploma of certificaat. Het gaat om leren via activiteiten op de werkvloer en via activiteiten van het maatschappelijk middenveld (bv. jeugdbewegingen, volwassenenvorming, vakbonden, enz.). 2 Leren is hier nog steeds intentioneel, maar de activiteiten spitsen zich niet louter toe op dit doel. Informeel leren is het leren dat resulteert uit dagdagelijkse activiteiten gerelateerd aan werk, familieleven of vrije tijd. Het is niet georganiseerd of gestructureerd, heeft geen expliciete doelstellingen of specifieke geplande methodes. 3 Informeel leren gebeurt spontaan in het dagelijkse leven. In tegenstelling tot formeel en niet-formeel leren is informeel leren niet noodzakelijk bewust leren. 4 Een meer gekende term om leerprocessen in het jeugdwerk te omschrijven, is de term vorming. Met vorming bedoelen we die bijeenkomsten - cursussen, sessies of workshops - die expliciet de bedoeling hebben om iets bij te leren. Een vormingssessie heeft steeds een of meerdere doelstellingen en een uitgewerkte methode om deze te bereiken. Het verschil met formeel leren, is dat er binnen het jeugdwerk leerprocessen vrijer gelaten worden. Deelnemer krijgen ruimte om te experimenteren met de geboden inhouden en elke vereniging die vorming opzet is vrij om inhoud, methode en begeleiding vorm te geven zoals zij dat willen. 5 Daarnaast zijn er uiteraard ook heel wat informele leerprocessen die plaatsvinden. Je leert in het jeugdwerk bij wijze van spreken langs je neus weg. Door te spelen, te vergaderen, ruzie te maken en samen te werken, leer je onbewust ook heel wat zaken. Formeel leren Non formeel leren Informeel leren Kadervorming Ontwerp van decreet houdende wijziging van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid, wat betreft kadervormingstrajecten. Memorie van Toelichting. p.2 Geattesteerde kadervorming Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming [ selecteer de vergaderdatum uit het zijmenu ] pagina 2 > 18

3 1.2 Vorming en kadervorming Met vorming bedoelen we die bijeenkomsten - cursussen, sessies of workshops - die expliciet de bedoeling hebben om iets bij te leren. Een vormingssessie heeft steeds een of meerdere doelstellingen en een uitgewerkte methode om deze te bereiken. Een vorming die zich expliciet naar jongeren met een leidinggevende verantwoordelijkheid in het jeugdwerk, valt dan weer onder de term kadervorming. Deze vorming heeft tot doel hun functioneren als jeugdwerker sterker te maken. Binnen dit niet-formeel leren is er een aanbod van vorming dat zich specifiek richt tot de verantwoordelijken en leidinggevenden in de jeugdsector. Deze zogenaamde kadervorming heeft de bedoeling de deelnemers te versterken in hun rol die ze in de jeugdsector opnemen. Jeugdwerkers hebben in de praktijk dikwijls heel verschillende taken en verantwoordelijkheden. Dit weerspiegelt zich ook in het kadervormingsaanbod dat inhoudelijk zeer gevarieerd is: van heel specialistische vormingen (bv. grime, sjorren, enz.) tot meer algemene cursussen. Het opleiden van het kader zorgt voor kwaliteitsverbetering in de sector. 6 Binnen kadervorming leiden sommige vormingen en cursussen tot een attest van animator, hoofdanimator of instructeur in het jeugdwerk. De attesten worden erkend door de Vlaamse overheid en gelden als een soort bewijs dat de jongere in kwestie over bepaalde competenties beschikt. Elk traject (animator, hoofdanimator of instructeur) specifieert bepaalde competenties. Een kadervormingstraject dat zich op het attest richt, stelt zich expliciet als doelstelling om die competenties aan te leren en moet voldoen aan een aantal vereisten om erkend te zijn. Later in dit kennisdossier gaan we dieper in op de gestelde vereisten. 1.3 Erkende kadervormingstrajecten Gezien de attesten van erkende kadervormingstrajecten door de Vlaamse Overheid erkend worden, zijn de verenigingen die zulke trajecten willen inrichten, onderworpen aan specifieke criteria. Deze criteria werden de voorbije jaren grondig geëvalueerd en hervormd. In 2014 werd een extra artikel toegevoegd aan het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid. Het artikel koppelt de criteria voor kadervorming aan het decreet en legt vast dat een organisatie die in bovenstaand decreet een werkingssubsidie ontvangt, de mogelijkheid heeft om kadervormingstrajecten te organiseren die leiden tot een erkend attest. Daarnaast schrijft het voor dat elk erkend kadervormingstraject tot doel heeft om deelnemers te begeleiden bij het verwerven van de competenties van een animator, hoofdanimator of instructeur in het jeugdwerk. Elk traject bestaat uit een theoretisch deel, een begeleide stage en een evaluatiemoment. Verdere vormvereisten, minimumen maximumduurtijd, begeleidingseisen, zijn terug te vinden in de uitvoeringsbesluiten die bij dit decreet horen. Verder klaart het decreet nog enkele termen uit: - 1 animator: jeugdwerker die kinderen en jongeren bij hun activiteiten binnen het jeugdwerk begeleidt; - 2 attest: een door de Vlaamse Gemeenschap erkend bewijs dat een individu een kadervormingstraject heeft doorlopen; - 3 competentieprofiel: een afgerond geheel van competenties die een persoon in een bepaalde maatschappelijke context hanteert om de te verwachten resultaten in die maatschappelijke rol te realiseren; - 4 hoofdanimator: jeugdwerker die verantwoordelijkheid opneemt binnen een groep van jeugdwerkers; - 5 instructeur: jeugdwerker die verantwoordelijkheid opneemt in het vormingsproces van jeugdwerkers; - 6 kadervormingstraject: een specifiek vormingstraject dat wordt opgezet met het oog op de vorming van animatoren, hoofdanimatoren en instructeurs. 6 Ontwerp van decreet houdende wijziging van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid, wat betreft kadervormingstrajecten. Memorie van Toelichting. p.2 Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming [ selecteer de vergaderdatum uit het zijmenu ] pagina 3 > 18

4 1.4 Competenties In het decreet betreffende de Vlaamse Kwalificatiestructuur van 22 april 2009 wordt een competentie omschreven als de bekwaamheid om kennis, vaardigheden en attitudes in het handelen geïntegreerd aan te wenden voor maatschappelijke activiteiten. We willen hierbij benadrukken dat een competentie meer is dan een simpele optelsom van kennis, vaardigheden en attitudes. De focus van een competentie ligt op het (leer)resultaat of de leeruitkomst. Een competentie dient zich dan ook te uiten in observeerbaar gedrag. Vanhoren definieert een competentie als volgt: Een competentie is de reële en individuele capaciteit om (praktische en theoretische) kennis, vaardigheden en attitudes in het handelen aan te wenden, en dit in functie van de concrete, dagelijkse en veranderende werksituatie en van persoonlijke en maatschappelijke activiteiten. 7 De Dienst Beroepsopleiding kiest voor een iets kortere definitie: Een competentie is het vermogen van een individu om in relevante (beroeps)situaties op adequate wijze product- en procesgericht te handelen. 8 De drie definities stellen duidelijk dat competenties in heel verschillende contexten kunnen aangewend worden en dus transfereerbaar zijn. Competenties zijn er niet alleen om je werk te doen, maar ze kunnen ook ingezet worden in alle andere persoonlijke en maatschappelijke activiteiten: tijdens het huiswerk maken, in een vergadering, tijdens het huishouden, in de jeugdbeweging, op café Bovendien kunnen ze expliciet (bewust) of impliciet (onbewust) verworven en geoefend worden en kunnen dus ook (verder) ontwikkeld worden, en dit in verschillende reële situaties. Samengevat kunnen we stellen dat een competentie volgende kenmerken bezit: - Een competentie is de bekwaamheid om kennis, vaardigheden en attitudes geïntegreerd aan te wenden en dit in verschillende situaties en activiteiten. - Een competentie kan (aan)geleerd en verder ontwikkeld worden. - Een competentie dient zich te uiten in observeerbaar gedrag. Een voorbeeld: Om de competentie een vergadering voorzitten te beheersen, moet een voorzitter verschillende aspecten gecombineerd gebruiken: de kennis over de thema s die aan bod komen, de vaardigheid om een consensus te vormen met de groep of een compromis te sluiten indien nodig, de attitude om ook anderen hun mening te laten uiten, het structureren van het overleg En dit liefst in verschillende contexten: tijdens een vergadering in de jeugdbeweging, een overleg in de leerlingenraad, op het werk Deze competentie kan (aan)geleerd worden. Er bestaan tal van cursussen over vergadertechnieken waarbij deze competentie wordt geoefend. Maar om de competentie werkelijk onder de knie te krijgen en ze verder te ontwikkelen, moet ze geoefend worden in verschillende, veranderende situaties. Sinds 2003 worden veel jeugdwerkers geprikkeld door begrippen zoals EVC, competentiebenadering of competentiegericht werken. De inspiratie hiervoor kwam vooral uit Europa. De Europese Unie en de Raad van Europa maakten vanaf 2000 enkele aanbevelingen om de competenties die jongeren in de jeugdsector verwerven (meer) zichtbaar te maken, te waarderen en sociaal en formeel te erkennen. Het besef groeide dat leren niet alleen in formele educatieve settings, zoals het onderwijs, gebeurt. Ook in de jeugdsector, op de werkvloer, thuis of andere ontmoetingsplaatsen wordt geleerd, via vormingen of gewoon door dingen te doen. 7 Vanhoren, I. (2002a). Ruim baan voor competenties: advies voor een model van (h)erkenning van verworven competenties in Vlaanderen: beleidsconcept en aanzet tot operationalisering. Brussel: VIONA 8 DBO (2008). Competentieleren: een gedachte-experiment. Rapport. Brussel: Dienst Beroepsopleiding Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming [ selecteer de vergaderdatum uit het zijmenu ] pagina 4 > 18

5 De competenties die jongeren verwerven in de jeugdsector zijn niet altijd even goed zichtbaar, niet voor jongeren zelf, maar vaak ook niet voor jeugdwerkers en nog minder voor de buitenwereld die de jeugdsector niet goed kent. Toch hebben de activiteiten in de jeugdsector een aanzienlijke meerwaarde voor de samenleving, de economie en de jongeren zelf; de bijdrage die deze activiteiten leveren, moeten derhalve beter zichtbaar worden gemaakt, en beter begrepen, erkend en ondersteund 9. Verschillende instanties en organisaties zetten daarom experimenten op en werkten methodes en instrumenten uit die jongeren en jeugdwerkers kunnen helpen om competenties beter zichtbaar te maken en te waarderen. 10 Ze deden dit vooral omdat ze hierin kansen zagen voor jongeren. Jongeren die zich beter bewust zijn van de eigen competenties kunnen later, in verschillende contexten, meer gerichte keuzes maken en staan dus sterker in hun schoenen. Het is net die visie die mettertijd ook in het kadervormingsverhaal ingang heeft gevonden. Vanuit de overtuiging dat het herkennen, benoemen en hanteren van competenties jongeren versterkt, krijgt ook de kadervormingsregeling een competentiegerichte insteek. In plaats van te focussen op thema s en inhouden die aan bod komen tijdens kadervorming, spitst de regeling nu toe op de concrete leeruitkomsten. Deze nemen de vorm aan van een competentieprofiel per attest. In samenwerking met de sector, ontwikkelde afdeling Jeugd voor elk attest immers een competentieprofiel met een aantal concrete competenties die de houder van het attest zou moeten bezitten. Het doel van een kadervormingstraject ligt er dan ook in dat de jongere tijdens het traject de decretaal bepaalde competenties van respectievelijk animator, hoofdanimator en instructeur verwerft. Bij ieder onderdeel van het traject moeten de verschillende competenties aan bod komen. Een traject bestaat vanaf 1 oktober 2015 uit een theoretisch gedeelte, een begeleide stage en een evaluatie. Bij het theoretische gedeelte is het vooral belangrijk dat de deelnemers de bedoelde competenties begrijpen, ze bij zichzelf erkennen en weten hoe ze hun competenties kunnen verbeteren en/of versterken. Bij de begeleide stage leren de deelnemers hoe ze hun competenties kunnen toepassen in de praktijk en hoe ze vanuit hun ervaringen hun competenties kunnen verbeteren en/of versterken. De evaluatie is bedoeld om de ontwikkeling van de jongere doorheen het gevolgde traject te beoordelen. De begeleider staat samen met de deelnemer stil bij de ontwikkelde competenties en de werkpunten voor de toekomst. Voor een uitgebreide toelichting van alle wijzigingen aan het decreet en de attestenregeling, lees je delen 2 en 3 van dit Kennisdossier (De Attestenregeling in het kort / in het lang). 9 Europese Unie (2006). Resolutie van de Raad en vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten over de erkenning van de waarde van nietformeel en informeel leren in de jeugdsector in Europa. 10 Voorbeelden zijn het Europees Portfolio voor jeugdleiders en jeugdwerkers (Raad van Europa), Youthpass (Europese Commissie), het WACKERproject (Stad Antwerpen i.s.m. Formaat, JES, Kids, Levanto en Baobab), Competentiespint (Formaat), de C-Stick (JES) en Oscar (Steunpunt Jeugd & SoCiuS). Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming [ selecteer de vergaderdatum uit het zijmenu ] pagina 5 > 18

6 2 Historiek van kadervorming 2.1 Begin van geattesteerde kadervorming: De praktijk om jongeren die bepaalde kadervormingscursussen in het jeugdwerk volgen, een attest uit te reiken, bestaat sinds 1 januari 1980 (Kroniek, uitg. Bestuur voor Jeugdvorming, 1980, blz. 26). Dit gebeurde op basis van een reglement, goedgekeurd door de minister van cultuur. In het begin reikte het toenmalige Bestuur voor Jeugdvorming (de voorloper van Afdeling Jeugd) enkel attesten uit voor basisvorming. De verenigingen hadden daarbij een grote autonomie inzake het organiseren van dergelijke cursussen: de inhoud en methodiek waren vrij te bepalen. De erkenningsnormen die de overheid stelde waren minimaal en kwantitatief (aantal uren, aantal deelnemers, enz.). Precies omdat het over basiscursussen ging, kwamen in de praktijk onafhankelijk van de organiserende vereniging nogal gelijklopende onderwerpen aan bod. In die zin ging het om algemene cursussen. Het attest bevestigde dat de houder had deelgenomen aan een cursus en een stage in het jeugdwerk had volbracht. Het gaf hem de status van gevormd jeugdwerker. 2.2 Criteria voor het uitreiken van attesten aan jeugdwerkers: Vanaf 1995 kwam er verandering. De toenmalige minister voerde de Criteria voor het uitreiken van attesten aan jeugdwerkers in. Deze criteria namen ook attesten voor hoofdanimator, instructeur en zelfs hoofdinstructeur op. De invoering van deze extra attesten erkende een groeilijn in het leerpad van een animator / vrijwilliger in het jeugdwerk en bracht een hele dynamiek teweeg. In de loop der jaren nam het aantal uitgereikte attesten toe. De cijfers tonen aan dat het uitreiken van attesten voor een groot aantal erkende jeugdverenigingen tot de kerntaak behoort. De criteria werden sindsdien in de loop der tijd enkele keren aangepast en bijgeschaafd, maar nooit aan een grondige verandering onderworpen. Bijna 20 jaar ging de jeugdsector door met het organiseren van kadervorming op basis van diezelfde, grotendeels ongewijzigde, visie op vorming van jeugdwerkers. Zo bleven de criteria behoorlijk vaag over de precieze doelstelling van rol van een hoofdinstructeur en hoofdanimator. Hoewel in het algemeen gesteld werd dat in de vormingsprocessen dient gewerkt aan inzichten, houdingen of vaardigheden, werden die niet geëxpliciteerd. Ook lag de focus van de criteria grotendeels op de thema s of domeinen die aan bod moesten komen in kadervormingscursussen. Deze thema s bleken op hun beurt breed geformuleerd en weinig gericht op de uitkomsten van leerprocessen die die thema s behandelen. Op termijn heeft dit geleid tot een veelheid aan zeer uiteenlopende kadervormingsprogramma s die elk leiden tot eenzelfde attest. Eenzelfde attest dekt met andere woorden niet dezelfde lading. Daardoor rezen zelfs binnen de eigen sector vragen over de feitelijke betekenis en onderlinge gelijkwaardigheid van de uitgereikte attesten. 2.3 Start van een inhoudelijke hervorming: De beleidsnota Jeugd onder minister Smet schreef dan ook volgende doelstelling in: Kinderen en jongeren ruimte geven om competenties te ontdekken en ontwikkelen als operationele doelstelling 2 o.m.: het competentiedenken en handelen in het jeugdwerk zelf stimuleren door: de bestaande, maar ondertussen achterhaalde regelgeving m.b.t. het uitreiken van attesten aan jeugdwerkers te evalueren en te herzien (...) (blz. 18) 11 Ontwerp van decreet houdende wijziging van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid, wat betreft kadervormingstrajecten. Memorie van Toelichting. p.1 12 Ibid, p.2 13 Ibid, p.1 Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming [ selecteer de vergaderdatum uit het zijmenu ] pagina 6 > 18

7 Vanuit de noodzaak om de regeling met betrekking tot attesten en kadervorming in het jeugdwerk bij te benen met een meer hedendaagse visie op vorming van jongeren, werd een lang proces ingezet. Een proces dat naast inhoudelijke doelstellingen ook een wetgevingstechnische inslag kende: In vroegere versies van de criteria was het reglement nauw verbonden met het decreet dat erkenning en subsidiëring van landelijk georganiseerd jeugdwerk regelt. Doordat dit laatste decreet sinds 1998 veelvuldig werd gewijzigd, viel die band echter weg. In eerste instantie door de verplichting dat landelijk georganiseerd jeugdwerk kadervorming organiseerde, los te laten. Nadien doordat er geen specifieke bepalingen in het decreet werden ingeschreven voor wat betreft kadervorming. In die zin werden de criteria een soort van pseudowetgeving: wel geldig en bepalend, maar los van enige decretale inslag. Het is net om die reden dat besloten werd op een nieuwe kadervormingsregeling in een extra artikel aan het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid toe te voegen. 2.4 Proces met afdeling, sector en kabinet: Gezien minister Smet de evaluatie en vernieuwing van de criteria in zijn beleidsnota inschreef, start het proces reeds in Echt vaart nemen, gebeurde pas in de periode De start: onderzoek en verkenning De eerste aanleiding om het competentiedenken binnen te brengen in de attestenregeling, vindt haar oorsprong in een samenloop van bevoegdheden: minister Smet was, naast minister van jeugd, immers ook minister van onderwijs. Binnen dit beleidsdomein werd in 2007 vooral ingezet op het conceptueel uitdenken en vormgeven van de Vlaamse Kwalificatiestructuur 14. In het kader daarvan werd nagegaan of het mogelijk is om een animator in het jeugdwerk te vertalen naar een profiel dat binnen dit overkoepelende raamwerk past. Het toenmalige Steunpunt Jeugd schreef een onderzoek uit dat moest achterhalen over welke competenties een animator moet beschikken. Door in 4 rondes alle verengingen, die kadervorming organiseren, te bevragen, kregen de onderzoekers van VUB en Cesor een eerste zicht op een generiek competentieprofiel voor animator, hoofdanimator en instructeur. Hoewel deze oefening er niet toe geleid heeft dat het profiel van animator in de kwalificatiestructuur gekanteld is, zorgde het er wel voor dat de sector besefte dat de diversiteit van opgemaakte profielen erg groot was. Er was op dat moment weinig eensgezindheid over wat een animator, een hoofdanimator en een instructeur in het jeugdwerk moet kennen en moet kunnen. Het onderzoek zette een eerste stap door de verschillende functies binnen het jeugdwerk te vertalen naar competenties en competentieprofielen. De conclusie van dit onderzoek ging niet onopgemerkt voorbij. Toen minister Smet zich voornam om de criteria voor kadervorming te hervormen, vond hij in het onderzoek een eerste sterke inrijpoort. De beleidsnota van de minister aan de start van zijn beleidsperiode schuift dan ook de doelstelling naar voor om Kinderen en jongeren ruimte geven om competenties te ontdekken en ontwikkelen en het competentiedenken en handelen in het jeugdwerk zelf stimuleren door: de bestaande, maar ondertussen achterhaalde regelgeving m.b.t. het uitreiken van attesten aan jeugdwerkers te evalueren en te herzien (...) (blz. 18) Kwantitatieve screening door de afdeling Jeugd Vooraleer de attestenregeling onderworpen kon worden aan een grote inhoudelijke verandering, screende de afdeling Jeugd de bestaande regeling op een aantal kwantitatieve gegevens. Zo gingen zo onder andere na: - Hoe veel verenigingen geattesteerde kadervorming aanbieden en om welk soort verengingen het gaat. - Hoe veel cursussen er jaarlijks plaatsvinden. - Hoe veel deelnemers er jaarlijks in de regeling stappen. - Welke attesten er jaarlijks uitgereikt worden. - Waar stages plaatsvinden en hoe verenigingen deze opvolgen Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming [ selecteer de vergaderdatum uit het zijmenu ] pagina 7 > 18

8 Uit de kwantitatieve screening haalde de afdeling ook enkele conclusies: - Het jeugdwerk investeert enorm in vorming - De vormingsinitiatieven bereiken veel deelnemers - AJ reikt jaarlijks heel wat attesten uit en erkent daardoor op symbolische wijze de vorming die past in de Criteria - De geattesteerde kadervorming is de meest formele non-formele vorming Eerste bevraging van de sector (SWOT analyses) Volgend op een eigen screening werd ook de sector gevraagd een analyse te maken van de bestaande regeling. Zowel Steunpunt Jeugd alsook de Vereniging Vlaamse Jeugddiensten (VVJ) startten een participatief proces op om de eigen stakeholders te vragen achter de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen voor wat de attestenregeling betreft. De precieze invulling van het SWOT kader door beide organisaties vind je in bijlage. Beide organisaties schoven ook suggesties tot verbetering naar voor: Steunpunt Jeugd - Inzetten op vier geattesteerde kadervormingstrajecten (cf. huidige criteria) - (Kader)vorming uitbouwen vanuit competenties - Een attest dat competenties benoemt - Ruimte voor flexibele, erkende vormingsprogramma s - Een erkenning als (kader)vormingsorganisatie - Meer ruimte voor samenwerking ifv vorming en kadervorming tussen verenigingen - Een stage voor hoofdinstructeurs - Subsidiebeleid voor gevolgde kadervorming in het jeugdwerk (lokaal niveau) VVJ - T.a.v. huidige criteria - Behoud verschillende niveaus van attestering - Duidelijker definities kwaliteitsvolle kadervorming (cursus en stage) - Grondigere kwaliteitscontrole - Meer nadruk op praktijk/stage - Drempelverlaging / verhogen toegankelijkheid - Monopolie landelijke organisaties loslaten - T.a.v. link competenties - Inschrijven kadervorming in het grotere EVCverhaal - Sleutelwoord = beoordeling (cf. portfolio, evt. ervaringsbewijs jeugdwerker) - T.a.v. lokaal jeugdbeleid - Rol voor jeugddienstmedewerkers in bekendmaking en ondersteuning kadervormingsaanbod en stagebegeleiding jongeren - Rol jeugddiensten in communicatie naar lokale werkveld en jeugdbeleidsactoren Werkgroep attesten Na het opleveren van de SWOT analyses bleef het een hele tijd stil rond de hervorming van de geattesteerde kadervormingsregeling. Ongeveer een jaar later weerklonk de oproep om deel uit te maken van een officiële werkgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers van afdeling Jeugd, Steunpunt Jeugd, VVJ en sectorvertegenwoordigers. Deze groep kreeg de opdracht om tegen de zomer van 2012 een uitgewerkt voorstel te hebben met betrekking tot kwaliteitscriteria voor de verenigingen én de competentieprofielen voor animator, hoofdanimator en instructeur. Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming [ selecteer de vergaderdatum uit het zijmenu ] pagina 8 > 18

9 Van de werkgroep werd een nota verwacht, geen ontwerp van decreet. De nota zou aan de minister worden overgemaakt waarna kan het traject verder geconcretiseerd werd. De groep kreeg vanuit kabinet Smet drie insteken mee: Ten eerste was het kabinet op zoek naar een kwaliteitskader en erkenningsformule voor vormingsverenigingen. Dit zou moeten toelaten dat verenigingen zelf attesten kunnen aanmaken en uitreiken. Ten tweede zouden competentieprofielen de nieuwe basis vormen van de attesten. Het attest hoofdinstructeur zou verdwijnen. De werkgroep startte uiteindelijk op 12 januari 2012 met haar werkzaamheden. De opdracht bestond uit drie processen; - Kwaliteitskader vormingsverenigingen - Competentieprofielen - Aanpassing decreet en uitvoeringsbesluiten Wanneer we nadien de balans opmaken, blijkt dat de werkgroep een bijzonder hobbelig parcours zou rijden, met erg veel interne en externe discussies. De hervorming van de regeling blijkt een erg grote verandering om te slikken voor verschillende verenigingen in de sector. De aanpassing van decreet was dus allesbehalve een gemakkelijke bevalling. 2.5 Vernieuwde criteria, in werking vanaf 1 oktober 2015 De vernieuwde criteria houden heel wat veranderingen in ten opzichte van de vorige regeling. We bespreken alle veranderingen in detail in delen 2.1 en 2.2 van dit kennisdossier (De attestenregeling in het kort / in het lang). Op dit moment beperken we ons tot een aantal achterliggende visie en schetsen we de grootste veranderingen in een aantal grote lijnen Achterliggende visie De nieuwe regeling vertrekt vanuit een achterliggende visie met een paar rode draden: Verhogen van de betekenis van een attest in het jeugdwerk Doorheen de verschillende jaren dat de attestenregeling bestaat, is de betekenis van een attest aan verschuiving onderhevig. In de vorige versie van de criteria stonden inhoudelijke domeinen aan de basis van een cursus en bijhorende stage. De relatief vage domeinen boden echter weinig garantie aan wanneer het gaat over concrete vaardigheden, kennis en attitude die een jongere opdoet in het doorlopen van een kadervormingstraject. Verenigingen hadden erg veel vrijheid in de interpretatie en verdere uitwerking van de inhoudelijke domeinen tot een cursus. Deze vrijheid sluit dan wel aan bij de grote diversiteit in de sector, ze heeft echter het nadeel dat het onduidelijk is wat een animator in het jeugdwerk nu juist kent en kan. Door een competentieprofiel de basis van elk kadervormingstraject te maken, wil de nieuwe regeling dit nadeel ongedaan maken. Elke vereniging werkt op zijn/haar eigen manier aan de basiscompetenties die een animator, hoofdanimator en instructeur dient te bezitten. Elk uitgereikt attest zal deze competenties ook vernoemen. Op die manier hoopt de nieuwe regeling de betekenis van het attest te verhogen, binnen èn buiten de sector. Jongeren leren competenties herkennen en bij zichzelf benoemen Bovendien leren de deelnemers doorheen hun traject de competenties ook herkennen en benoemen. De opvolging van een jongere die deelneemt aan een kadervormingstraject, staat volledig in het teken van benoemen van competenties en competentieontwikkeling. Op die manier wil de nieuwe regeling de transfer van competenties over contexten heen (jeugdwerk, school, thuis, arbeidsmarkt, ) faciliteren. Meer verantwoordelijkheid en eigenaarschap voor de jongere De nieuwe regeling legt heel wat verantwoordelijkheid in handen van de deelnemer. De jongere dient het traject zelf in handen te nemen. Het afronden van het gehele traject moet binnen een periode van drie jaar gebeuren. Het Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming [ selecteer de vergaderdatum uit het zijmenu ] pagina 9 > 18

10 is aan de jongere zelf om deze periode te respecteren. Bovendien moet hij/zij zelf initiatief nemen om de verschillende delen (cursus, stage, evaluatiemoment) tijdig af te ronden. Verhoogde begeleiding door vereniging Doorheen het hele traject kan de jongere wel steunen op een verhoogde begeleiding door de vereniging. Waar je vroeger als organisator van cursussen je deelnemers na afloop kon loslaten in het jeugdwerk, ben je in de nieuwe regeling verplicht om meer opvolging te voorzien. Je bent immers contactpersoon voor elke deelnemer die in zijn/haar traject moeilijkheden tegenkomt. Daarnaast dien je de deelnemers, na afronding van hun stage, opnieuw in huis te halen voor een evaluatiemoment. Voor dit laatste voorzie je ook begeleiders. Doorheen elk deel van het traject kan een jongere rekenen op ondersteuning, begeleiding en feedback voor wat betreft zijn competentieontwikkeling. De organiserende vereniging staat hier voor in Grootste veranderingen We spreken in het vervolg van kadervormingstrajecten: - Attest = cursus (50u) + stage (50u) + evaluatiemoment (4u/2u) De flow in vroegere criteria: de vereniging organiseert een cursus >> De deelnemer beëindigt de stage positief >> stuurt het stageboekje op naar de vereniging >> vereniging vraagt attesten aan en stuurt ze naar deelnemers. In de nieuwe regelgeving bestaat een kadervormingstraject uit 3 grote delen: Vereniging organiseert en begeleidt cursus van 50u >> deelnemer doet stage (50u) >> de vereniging organiseert een evaluatiemoment (4u in groep / 2u per individu). Een deelnemer die elk van de drie elementen vervolledigde, kan een attest bekomen. - Afronding van een traject gebeurt in maximum 3 jaar Jongeren worden verplicht om binnen drie jaar hun gehele traject af te ronden. Vanaf het moment dat ze hun eerste dag cursus beleven tot aan de afronding van het evaluatiemoment mag er drie jaar overgaan. - Opvolgingsplicht voor de vereniging doorheen het hele traject Waar je vroeger een cursus organiseerde en je deelnemers nadien losliet op het jeugdwerklandschap, ben je nu verplicht om ze na hun begeleide stage opnieuw in huis te halen voor een reflectiemoment. Dit betekent dat je als vereniging zowel instaat voor de organisatie van een cursus, alsook een evaluatiemoment voor deelnemers die hun stage afgerond hebben. Dit impliceert ook dat je contact houdt doorheen het traject Werken met een generiek trajectboekje In het vernieuwde decreet staat opgenomen dat alle deelnemers doorheen hun kadervormingstraject met hetzelfde instrument opgevolgd worden. De afdeling Jeugd werkte hiervoor, in samenspraak met vertegenwoordigers van de jeugdwerksector, een generiek trajectboekje uit. Dit boekje zal zowel tijdens cursus, alsook stage en het evaluatiemoment de voortgang van competentieontwikkeling bijhouden. - Gewijzigde administratie In de nieuwe regeling werkt men niet langer met gekleurde formulieren die je moet indienen. Je vult dus geen witte, gele, oranje en roze formulieren meer in. In het nieuwe systeem dien je per soort kadervormingstraject 15 Of zoals de Memorie van Toelichting op pagina 4 stelt: In dit decreet is bepaald dat een kadervormingstraject naast een theoretisch luik en een stage ook bestaat uit een evaluatie. De vereniging die het kadervormingstraject opzet wordt geresponsabiliseerd voor het geheel van het traject: zij organiseert en begeleidt zelf de cursus, zij faciliteert de stage en zij organiseert en begeleidt het evaluatiemoment. Het is haar verantwoordelijkheid de deelnemer te coachen doorheen het ganse traject. Het evaluatiemoment vormt het sluitstuk van het begeleidingstraject. In dat laatste luik zal met de deelnemer gereflecteerd worden over het doorlopen traject. Daarbij zullen de competenties waaraan in het desbetreffende traject is gewerkt expliciet ter sprake komen. Daardoor wordt de deelnemer zich bewust van deze competenties en zal hij ze zelf kunnen benoemen. Daardoor zal het ook voor de deelnemer klaar zijn wat het behaalde attest representeert. Het zal hem ook in staat stellen in andere contexten de waarde van het attest te duiden en mogelijks te valoriseren. Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming [ selecteer de vergaderdatum uit het zijmenu ] pagina 10 > 18

11 éénmalig een dossier in waarin je aangeeft wat je visie is op het traject, welke inhouden aan bod komen en op welke wijze je het traject organiseert en ondersteunt. Nadien moet je enkel nog melding maken wanneer je een cursus organiseert. Geen verslag meer opsturen, geen cursusschema s indienen op voorhand, - Cursus, stage en evaluatiemoment zijn gebaseerd op domeinen competentieprofielen De vroegere, eerder vage, domeinen zorgden er voor dat cursusinhouden vooral afgestemd werden op verplichte inhouden. Dit systeem wordt opgegeven. In de nieuwe regeling stemmen cursusinhouden zich af op competentieprofielen. Elk attest (animator hoofdanimator instructeur) heeft zo een eigen profiel met een lijst van competentie waaraan gewerkt moet worden. Op die manier staan leerresultaten vooraan en bepalen deze de inhoud van een cursus. - Cursusuren gelijkgetrokken op 50u In de vroegere regeling telde een cursus animator minimaal 60 werkelijke vormingsuren, een hoofdanimatorcursus en een instructeurscursus 30u. In de nieuwe regeling worden alle cursussen qua vormingsuren gelijkgetrokken op de grens van 50u. Dit getal geldt als een minimum- en maximumaantal. - Minstens 8 deelnemers 4 deelnemers op cursus - Begeleiding cursus = verstrenging eisen Voor een uitgebreide toelichting van alle wijzigingen aan het decreet en de attestenregeling, lees je de delen van dit kennisdossier Attestenregeling in het kort of Attestenregeling in het lang. Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming [ selecteer de vergaderdatum uit het zijmenu ] pagina 11 > 18

12 3 Bijlage: SWOT Analyses Steunpunt Jeugd en VVJ 3.1 Analyse Steunpunt Jeugd STERKTES 1. De criteria voor het toekennen van attesten zijn breed geformuleerd, als vereniging kan je hier zelf een sterk inhoudelijk traject aan koppelen. 2. Voor deelnemers aan kadervorming zijn de principes rond het toekennen van attesten duidelijk, herkenbaar en goed gekend, namelijk het volgen van een erkende kadervormingscursus en het doorlopen van een stage. 3. Jonge deelnemers zijn enthousiast als ze hun attest krijgen, dit betekent voor hen de succesvolle afronding van een vormingstraject. 4. Een erkend en uniform attest dat wordt uitgereikt door een overheid. 5. Niet-georganiseerde jongeren kunnen zich inschrijven voor een erkende kadervormingscursus. 6. De regionale spreiding zorgt voor uitwisseling tussen deelnemers die de lokale realiteit overstijgt. 7. Het kunnen halen van een erkend attest in het jeugdwerk is een motivator voor deelnemers, ook voor volgende vormingsprogramma s. 8. Voor verenigingen bieden de attestencursussen de mogelijkheid om nieuwe jongeren aan te trekken (het is een vorm van ledenwerving). 9. Er bestaan spontane samenwerkingsverbanden tussen verenigingen die een vormingscursus aanbieden en andere verenigingen die deelnemers voorzien. 10. Het attest is gekend en wordt gewaardeerd in de jeugdsector (bv bij aanwerving professionele jeugdwerkers). 11. Via het attest van deelname aan erkende kadervorming kunnen deelnemers in gemeenten en steden (een deel) van de inschrijvingsprijs terugbetaald krijgen. ZWAKTES 1. De meningen blijven verdeeld in de jeugdsector over wat een attest nu juist betekent. 2. Er zijn nagenoeg geen kwalitatieve en inhoudelijke criteria opgenomen in de attestering (enkel domeinen) en heel wat vormelijke en administratieve voorwaarden. 3. Er is niet bepaald aan welke basiscompetenties gewerkt wordt bij de geattesteerde kadervorming. 4. Een groot aandeel van aangeboden vormingen in de jeugdsector is niet geattesteerd, maar behandelt wel de domeinen van geattesteerde cursussen, en/of versterkt de competenties van goede jeugdwerkers. 5. De minimale voorwaarde van vormingsmodules van 7h30 is te beperkend om vormingstrajecten op maat (bv sessies) uit te werken die inpasbaar zijn in het huidig attestenkader. Dit bemoeilijkt soms het bereik van kansengroepen of specifieke doelgroepen van verenigingen. 6. Het is niet vanzelfsprekend om met meerdere verenigingen samen een geattesteerde cursus te organiseren (wie vraagt aan, deelnemersuren, opvolging, ). 7. De mogelijkheid om een erkende vormingscursus te volgen bij de ene vereniging, en een stage te doen bij een andere vereniging is niet voldoende uitgewerkt en ondersteund in de criteria. 8. Het niet halen van een attest (falen) kan uitsluiting in de hand werken ten aanzien van gemotiveerde jongeren (verenigingen blijven deze jongeren niet telkens opnieuw meenemen op basiscursus) omdat er misschien te weinig flexibiliteit is in het opmaken van vormingsprogramma s op maat die dan als vangnet kunnen dienen. 9. De terugbetaling deelname aan kadervorming is te sterk afhankelijk van gemeente tot gemeente. 10. Te veel papierwerk: telkens opnieuw aanvragen van vormingsprogramma s, verslagen, verschillende kleuren formulieren, verouderd kaartje in deze wereld van digitalisering, 11. Het schrijven van een werkstuk voor de toekenning van het attest hoofdinstructeur is een te grote drempel en speelt niet in op het sterk vormingskenmerk van ervaringsgericht leren. Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming [ selecteer de vergaderdatum uit het zijmenu ] pagina 12 > 18

13 12. De specifieke competenties waaraan deelnemers aan kadervorming werken, worden niet vermeld op een attest. 13. Het is niet duidelijk voor niet-jeugdwerkers wat een attest kadervorming jeugdwerk inhoudt. 14. Verenigingen worden in het huidige attesteringssysteem niet uitgedaagd om deelnemers aan kadervorming sterk kwalitatief te begeleiden en op te volgen (tijdens cursus, stage, vrijwilligerswerk). KANSEN 1. Per geattesteerde vormingscursus de beoogde basiscompetenties toevoegen en opnemen in de criteria voor het toekennen van attesten aan jeugdwerkers o Competenties van een goede jeugdwerkbegeleider kunnen concreter worden benoemd (ook naar de buitenwereld toe) 2. Grotere flexibiliteit in de geattesteerde kadervormingstrajecten mogelijk maken: o Ook zinvolle korte kadervormingsinitiatieven kunnen worden erkend o Het werkt drempels weg die verenigingen nu ervaren in het bereiken van specifieke doelgroepen en maatschappelijk kwetsbare jongeren tijdens kadervormingsinitiatieven 3. Een erkenning voor kwalitatieve vormingsverenigingen uitwerken: o Verenigingen tonen aan dat ze kwaliteitsvolle vorming organiseren o Vermindering administratieve last o Actualiseren en digitaliseren van papierwerk o Verenigingen kunnen erkende attesten uitreiken 4. Verenigingen kunnen naast basiscompetenties nog specifieke competenties toevoegen waaraan gewerkt wordt tijdens een geattesteerde cursus o Het profiel van animator uitzetten in competenties zorgt voor meer aandacht voor de vaardigheden die een animator (nog) kan uitbouwen, het schept groeikansen o o Bewustwording en het kunnen benoemen van eigenschappen en competenties vergroot het zelfvertrouwen van deelnemers Door het benoemen van de competenties waaraan gewerkt wordt, kan je de doelstellingen van een vormingsblok scherper en duidelijker formuleren en afbakenen 5. Samenwerkingsverbanden voor de opbouw van vormingsprogramma s expliciet benoemen als een mogelijkheid 6. Stimulansen voorzien waardoor verenigingen aangemoedigd worden om deelnemers aan kadervorming een kwalitatieve coaching / begeleiding aan te bieden BEDREIGINGEN 1. Een attest is eenduidig in theorie, maar in de praktijk geven verenigingen een heel eigen invulling 2. Verenigingen nemen hun (kader)vorming niet onder de loep omwille van een bestaand attestenkader (eenmaal voldaan aan minimale vereisten worden cursussen niet meer kritisch herbekeken) 3. Invulling, begrippenkader en taalgebruik met betrekking tot kadervorming ligt sterk uiteen (bv wat is begeleidershouding, stage, coaching, ) 4. Attesten vervangen door formulieren met competenties. Dit is geen vernieuwing, gewoon een andere vormgeving o Te snel en ondoordacht competentiedocumenten uitschrijven 5. Werken met behaalde in plaats van beoogde competenties in kadervorming o Objectieve assessments ontwikkelen om deelnemers aan vrijwilligerswerk te beoordelen o Vrijwilligers te sterk confronteren met hun tekortkomingen, wat kunnen ze niet in plaats van wat kunnen ze wel 6. Sterken worden sterker, zwakken worden zwakker 7. Geen uniformiteit (gemeenschappelijke format) rond het werken aan en herkennen van competenties in de jeugdsector 8. Vakjargon: zijn alle verenigingen in de jeugdsector mee met de competentietaal? 9. Grotere administratieve last als je gaat werken met beoogde competenties Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming [ selecteer de vergaderdatum uit het zijmenu ] pagina 13 > 18

14 o Heel wat verenigingen ontwikkelen reeds instrumenten om permanent te werken aan de versterking van competenties o Tijdens de vormingscursus meer werk maken van zelfreflectie en sterker benoemen competenties o Verenigingen doen meer dan enkel het oplijsten van competenties o Verenigingen erkennen elkaars attesten 7. Een praktische stage in de plaats van een werkstuk voor het attest hoofdinstructeur 8. Eenduidig stagetraject: sterkere stagebegeleiding o Stageboekjes meer gebruiken als instrument om te reflecteren rond de competenties en het benoemen van krachten en werkpunten 9. Oscar als extra middel ter beschikking stellen om portfolio op te maken met combinatie tussen geattesteerde vormingen en extra vormingen 10. Een eenvormig terugbetalingssysteem uitwerken Op basis van deze SWOT analyse, formuleerde Steunpunt Jeugd acht aanbevelingen voor een vernieuwde attestenregeling. - Inzetten op vier geattesteerde vormingstrajecten - (kader)vorming uitbouwen vanuit competenties - Een attest dat competenties benoemt - Ruimte voor flexibele, erkende vormingsprogramma s - Een erkenning als (kader)vormingsorganisatie - Meer ruimte voor samenwerking ifv vorming en kadervorming tussen verenigingen - Een stage voor hoofdinstructeurs - Subsidiebeleid voor gevolgde kadervorming in het jeugdwerk Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming [ selecteer de vergaderdatum uit het zijmenu ] pagina 14 > 18

15 3.2 Analyse VVJ STERKTES 1. Draagt bij tot kwaliteitsverbetering van het jeugdwerk; 2. De kwaliteit van de kadervorming is over het algemeen hoogstaand; 3. Sterke combinatie theorie en praktijk; 4. De grote variëteit in het aanbod van kadervorming; 5. Jongeren leren heel wat competenties; 6. Dynamiek van kadervorming; 7. Het systeem met verschillende niveaus laat jongeren toe om te groeien; 8. Er is tijd voor uitwisseling en over de muur kijken ; KANSEN 1. Kwaliteitsdefinitie en kwaliteitscontrole uitwerken en bekendmaken; 2. Er kunnen individuele leertrajecten worden uitgestippeld warbij coaching gekoppeld wordt aan de beoordeling van competenties; 3. EVC-verhaal biedt kansen op meer erkenning buiten de jeugdsector voor jeugdwerk en jeugdwerkers 4. Link tussen onderwijs en jeugdwerk biedt kansen op versterking, zowel van jongeren als van het jeugdwerk. Brede school kan een meerwaarde zijn in dit verhaal; 5. Uitbreiding van organisaties/instellingen die kadervorming mogen geven dat leidt tot een attest kan aanbod versterken en drempels verlagen; 6. Takenpakket van jeugddienst op gebied van promoten, faciliteren en feliciteren meer expliciteren; ZWAKTES 1. Gebrek aan kwaliteitsdefinitie en -controle; Er is een groot verschil tussen aanbod en kwaliteit van erkende organisaties; 2. Enkel morele waarde binnen het jeugdwerk voor zij die er belang aan hechten. 3. Een gedeelte van het jeugdwerk integreert de attesten niet of nauwelijks in de eigen werkingscultuur 4. Het systeem en de waarde van kadervorming is weinig gekend buiten de jeugdsector; 5. Sommige jeugdorganisaties concentreren zich op de inhoud van de kadervorming en beschouwen het attest zelf van secundair belang. 6. Communicatie betreffende de criteria geraakt niet tot bij het werkveld; 7. Te lange wachttijd tussen aflegging traject en ontvangen van attest; 8. Wie kadervorming gevolgd heeft bij een bepaalde organisatie krijgt een etiket. Er is dus geen neutraal aanbod; 9. Het cursusgedeelte van kadervorming houdt soms te weinig rekening met groepsdynamische effecten op het minder extroverte individu; soms te weinig aandacht voor ervaring van de jongere(n) zelf; 10. Er is weinig aandacht voor de ontwikkeling van de individuele jongeren, het ontdekken en ontwikkelen van hun talenten; 11. Drempels voor jongeren (afstand, tijd, ) zijn (te) groot, vooral bij instap naar kadervorming; 12. Jeugddiensten : erkenning via financiële middelen is geïntegreerd, maar promoten, faciliteren en feliciteren is niet altijd even uitgebouwd; BEDREIGINGEN 1. Strakkere kwaliteitscontrole kan diversiteit van het aanbod kunnen doen verminderen, meer eenheidsworst. 2. Toelaten van meer maatwerk kan dan net weer de kwaliteitscontrole bemoeilijken 3. EVC: de reeds bestaande wildgroei aan systemen; 4. Instrumentele gevaar van het gebruik van jeugdwerk, kadervorming, zeker in het kader van het EVC-verhaal 5. Zonder geobjectiveerde beoordeling van de competenties, daalt de waarde van het attest, maar vrees voor expliciteren en formuleren vanuit de sector zelf; 6. Zonder bekendmaking buiten jeugdsector, geen meerwaarde voor de jongere zelf; Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming [ selecteer de vergaderdatum uit het zijmenu ] pagina 15 > 18

16 7. Gemiste kansen als drempels niet worden aangepakt; VVJ formuleerde ook haar eigen suggesties tot verbetering: T.a.v. de huidige criteria voor het uitreiken van attesten 1. Er moet gewerkt worden aan duidelijker definities van wat de attestverstrekker onder kwaliteitsvolle kadervorming (cursus en stage) verstaat. Er mogen aan de curricula inhoudelijk kwaliteitseisen gesteld worden, meer dan momenteel het geval is. Dit mag echter niet leiden naar een te centralistische, uniforme en detaillistische werkwijze. Er moet aandacht zijn voor variëteit in het aanbod, zodat het jeugdwerk - en de jeugdwerker -de kans heeft om accenten te leggen binnen zijn traject. Het is in se goed dat er verschillende visies zijn. 2. Hieraan gekoppeld moet er een grondigere kwaliteitscontrole kunnen worden toegepast, zonder evenwel in meer papierwerk of schoolse inspecties te verzanden. Systemen van autocontrole kunnen verder uitgewerkt en verbeterd worden. 3. Een combinatie van theorie en praktijk cursus en stage blijft ons inziens de beste formule. Wel kan de kwaliteitscontrole verbeterd worden (zie hoger) en kan het gewicht tussen cursus en stage gewijzigd worden. In de praktijk merken we dat het gewicht in veel organisaties nu op de cursus ligt. In de toekomst zou de praktijkstage veel belangrijker mogen worden. 4. Er zou veel sterker moeten kunnen ingezet worden op het begeleiden van de stages. Dit vergt veel duidelijker richtlijnen voor en opvolging van de stagebegeleiders, maar ook coaching van en terugkoppeling naar deze mensen. We denken dat hier een van de meest grondige aanpassingen van het systeem moet gebeuren! 5. Binnen een vernieuwd systeem moet er ruimte blijven voor attestering van verschillende niveaus van deskundigheid. Eén van de sterktes van het huidige systeem is dat je als jongere kan doorgroeien (van animator, naar hoofdanimator, naar instructeur en ten slotte hoofdinstructeur). Dit wil zeker niet zeggen dat we pleiten voor het absolute behoud van de huidige systematiek. Zo zou er naar ons aanvoelen zeker gesleuteld moten worden aan het attest en misschien zelfs de naam hoofdinstructeur in de richting van een jeugdwerker die ook de competetenties heeft om beleidsmatig mee te weken binnen zijn organisatie en waarom niet aan het jeugdbeleid. Maar het voornaamste dat we willen benadrukken is dat een doorgroeimogelijkheid belangrijk is. 6. Voor de VVJ zou het feit dat een organisatie erkend is als landelijk jeugdwerk geen bepalend criterium mogen zijn voor de begeleiding. We vinden het belangrijker te kijken naar de kwaliteit die een organisatie kan bieden in het begeleiden van kadervorming. We horen verhalen van landelijk jeugdwerk waarvan de kwaliteit van de begeleiding bedenkelijk is, terwijl er anderzijds verschillende organisaties zijn die niet erkend zijn als landelijk jeugdwerk, maar hoogstaande kwaliteit in begeleiding kunnen afleveren. Uiteraard moeten er minstens dezelfde kwaliteitseisen gesteld worden en kan/mag ook een vergelijkbare controle uitgeoefend worden. Het landelijk erkend jeugdwerk blijft vanzelfsprekend een bevoorrecht partner voor kadervorming, maar het behoeft voor het bewijs van haar kwaliteit geen monopolie. Misschien kan in eerste instantie gekeken worden naar de kwaliteit van de cursus en stagebegeleiding? 7. Goed nadenken om drempels te verlagen: welke maatregelen kunnen genomen worden om de toegankelijkheid van de kadervorming te vergroten zonder in te boeten op kwaliteit? Er zou bv. kunnen overwogen worden om voor het niveau animator de verplichting te laten wegvallen dat een cursus deelnemers uit meerdere gemeenten moet hebben om in aanmerking te komen voor een attest. 8. Het belang van communicatie zowel binnen als buiten de jeugdsector. Een aantal jeugdwerkinitiatieven zouden veel sterker geappelleerd mogen worden op het nut en belang van de attesten. De buitenwereld zou er meer over te weten mogen komen. T.a.v. de link met competenties 9. Vanuit het participatieve proces dat we hebben doorlopen ter voorbereiding van deze Swot-analyse, kunnen we zeggen dat een groot deel van de gemeentelijke jeugddiensten voorstander is om de kadervorming in het jeugdwerk in te schrijven in het grotere verhaal van elders en eerder verworven competenties (EVC). De voordelen die hierdoor kunnen ontstaan spreken voor zich: erkenning buiten de jeugdwerksector; mogelijkheid tot opzetten van individuele trajecten voor jongeren; erkenning van de ervaring van jongeren binnen het jeugdwerk; de maatschappelijk relevantie van het jeugdwerk algemeen dat stijgt, 10. Beoordeling mag binnen de kadervorming en het ganse EVC-verhaal een sleutelwoord zijn, om zo tot een portfolio te komen en eventueel een ervaringsbewijs jeugdwerker; Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming [ selecteer de vergaderdatum uit het zijmenu ] pagina 16 > 18

17 11. De competenties van een jeugdwerker reiken veel verder dan wat hij heeft geleerd binnen de kadervorming die tot een attest leidt. Vooreerst is er heel wat nuttige en interessante vorming voor jeugdwerkers die niét tot een attest leidt, zowel van binnen als buiten het jeugdwerk. Ook de daar geleerde vaardigheden moeten in het competentieverhaal meegenomen worden. Uiteraard zijn er ook de vaardigheden die jeugdwerkers dag in dag uit opdoen in de praktijk van hun jeugdwerk die een plaats verdienen in hun portfolio. 12. Men moet proberen de erkenning van EVC zoveel mogelijk te vatten in en eenduidig systeem. Op dit moment zijn er reeds enkele systemen die gebruikt worden en die hun nut bewezen hebben. Vanuit VVJ willen we ons hier niet uitspreken voor of tegen een bepaald instrument, alleen pleiten we voor een gebruiksvriendelijk en eenvoudig systeem, dat ook gemakkelijk compatibel gemaakt kan worden met systemen buiten het jeugdwerk, zoals bv. de Vlaamse kwalificatiestructuur. Zodat ook deze meerwaarde voor de jongere niet verloren gaat; 13. De link met andere sectoren kan verder versterkt worden. We denken hierbij aan onderwijs en welzijn en meer specifiek de mogelijkheden van brede school. Er zijn mogelijkheden om elkaar te versterken, deze dienen dan ook overwogen te worden, wel met aandacht en bescherming voor de eigenheid van het jeugdwerk. 14. Als men de link met het competentieverhaal wil leggen zal dit zowel binnen als buiten het jeugdwerk heel veel en regelmatig herhaalde communicatie vergen om bedoeling en werkwijze duidelijk te maken. Communicatie is een voorwaarde opdat EVC optimaal kunnen benut worden. T.a.v. het lokaal jeugdbeleid 15. Jeugddienstmedewerkers spelen een belangrijke rol, niet enkel in het bekendmaken en ondersteunen van het kadervormingsaanbod van het jeugdwerk, maar in vele gevallen ook als stagebegeleider voor jongeren die hun stage voor het attest animator afwerken op het gemeentelijk speelplein of binnen de gemeentelijke vakantiewerking. Als men sterker wil inzetten op de praktijkstages zijn zij dus een belangrijke partner om te betrekken in deze vormingsprocessen. 16. Gemeentelijke jeugddiensten kunnen uiteraard een belangrijk rol spelen in de communicatie naar het lokale werkveld en de lokale jeugdbeleidsactoren. 17. Er kan gezocht worden naar systemen om de bekendmaking van de diverse kadervormingsinitiatieven nog verder te stroomlijnen. Ook kan er verder gewerkt worden aan het bekendmaken van good practices in verband met het promoten, sensibiliseren en toeleiden van jongeren naar kadervorming. Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming [ selecteer de vergaderdatum uit het zijmenu ] pagina 17 > 18

18 3.3 Analyse Afdeling Jeugd 1 Het systeem vertrekt eerder vanuit de noden van verenigingen, dan wel vanuit het perspectief van de individuen (deelnemers) 2 Het monopolie van het LJW is niet verdedigbaar in termen van expertise (cf. regionale/grootstedelijke verenigingen met meer praktijkervaring), 3 De inhoud van de cursussen, stage, enz, verschilt onderling heel sterk, waardoor dezelfde vlaggen verschillende ladingen dekken. Dit komt het sterkst tot uiting bij de attesten HA (verdieping vs. verbreding) en HI ( inhoudsloos ). 4 De uitgereikte attesten zijn geen bekwaamheidsbewijzen (realiteit vs. perceptie) 5 De attesten hebben enkel waarde binnen de eigen sector, maar worden door verenigingen zelf niet altijd als gelijkwaardig beschouwd 6 In de Criteria is er geen link met het competentiedenken 7 Er heeft zich náást de Criteria en de geattesteerde kadervorming bij sommige verenigingen een competentiegerichte praktijk ontwikkeld (cf. C-stick van JES, enz,) 8 In de beleidsnota s geven 11 van de 69 (15%) verenigingen aan werk te willen maken van een competentiegericht aanbod 9 In de beleidsnota s geven 16 van de 69 (23%) verenigingen aan werk te willen maken van individuele competentietrajecten voor beroepskrachten en vrijwilligers 10 In de beleidsnota s van 18 verenigingen wordt in het algemeen verwezen naar EVC 11 De overheid financiert Oscar (cf. Inleidend: begrippen, definities en historiek geattesteerde kadervorming [ selecteer de vergaderdatum uit het zijmenu ] pagina 18 > 18

Nieuwe regelgeving geattesteerde kadervorming

Nieuwe regelgeving geattesteerde kadervorming www.sociaalcultureel.be Nieuwe regelgeving geattesteerde kadervorming Voorafgaand 1. Beleidsnota Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel De bestaande regeling m.b.t. uitreiken van

Nadere informatie

GEATTESTEERDE KADERVORMING

GEATTESTEERDE KADERVORMING GEATTESTEERDE KADERVORMING Geattesteerde kadervorming is een verzamelnaam voor de vormingsprogramma s die jeugdverenigingen aanbieden aan jongeren voor het behalen van een attest van animator, hoofdanimator,

Nadere informatie

Nieuwe regelgeving geattesteerde kadervorming

Nieuwe regelgeving geattesteerde kadervorming Beste speelpleinwerking, De regelgeving geattesteerde zegt je waarschijnlijk niet veel. En toch kom je er als speelpleiner en of VDS er heel vaak mee in contact. Kijk eens in je portefeuille: Misschien

Nadere informatie

Leidraad voor het indienen van een aanvraagdossier tot erkenning van een kadervormingstraject

Leidraad voor het indienen van een aanvraagdossier tot erkenning van een kadervormingstraject Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media Afdeling Jeugd Arenbergstraat 9 1000 Brussel kadervorming@cjsm.vlaanderen.be Leidraad voor het indienen van een aanvraagdossier tot erkenning van een kadervormingstraject

Nadere informatie

CRITERIA VOOR HET TOEKENNEN VAN ATTESTEN AAN JEUGDWERKERS

CRITERIA VOOR HET TOEKENNEN VAN ATTESTEN AAN JEUGDWERKERS Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen Afdeling Jeugd Arenbergstraat 9 1000 Brussel Contactpersoon: Hilde Van Dyck T 02 553 41 42 F 02 553 41 17 E-mail: hilde.vandyck@cjsm.vlaanderen.be

Nadere informatie

VR DOC.1204/3TER

VR DOC.1204/3TER VR 2013 1411 DOC.1204/3TER VOORONTWERP VAN DECREET HOUDENDE WIJZIGING VAN HET DECREET VAN 20 JANUARI 2012 HOUDENDE EEN VERNIEUWD JEUGD- EN KINDERRECHTENBELEID, WAT BETREFT KADERVORMINGSTRAJECTEN MEMORIE

Nadere informatie

Aan de slag met het evaluatiemoment

Aan de slag met het evaluatiemoment KENNISDOSSIER KADERVORMING Aan de slag met het evaluatiemoment Modellen en denkoefeningen om je te ondersteunen bij een kadervormingsbeleid Inhoudsopgave 0 Inleidend... 1 0.1 Wat vraagt afdeling Jeugd?...

Nadere informatie

CRITERIA VOOR HET TOEKENNEN VAN ATTESTEN AAN JEUGDWERKERS

CRITERIA VOOR HET TOEKENNEN VAN ATTESTEN AAN JEUGDWERKERS CRITERIA VOOR HET TOEKENNEN VAN ATTESTEN AAN JEUGDWERKERS geldig vanaf 1 juni 2009 VLAAMSE OVERHEID Ministerie van Cultuur, Jeugd, Sport en Media IVA Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen Afdeling

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Situering

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Situering ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE WIJZIGING VAN HET DECREET VAN 20 JANUARI 2012 HOUDENDE EEN VERNIEUWD JEUGD- EN KINDERRECHTENBELEID, WAT BETREFT KADERVORMINGSTRAJECTEN MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Situering

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de kadervormingstrajecten, vermeld in artikel 17/1 van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

2408 ( ) Nr januari 2014 ( ) stuk ingediend op. Ontwerp van decreet

2408 ( ) Nr januari 2014 ( ) stuk ingediend op. Ontwerp van decreet stuk ingediend op 2408 (2013-2014) Nr. 1 30 januari 2014 (2013-2014) Ontwerp van decreet houdende wijziging van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid, wat

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING,

DE VLAAMSE REGERING, Opschrift Datum Gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de kadervormingstrajecten, vermeld in artikel 17/1 van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid

Nadere informatie

AFKORTINGEN EN BEGRIPPENKADER Ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse kinderopvang

AFKORTINGEN EN BEGRIPPENKADER Ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse kinderopvang AFKORTINGEN EN BEGRIPPENKADER Ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse kinderopvang BKO BSO CVO CVS ERSV ESF EVC EVK IBO K&G PLOT POP RESOC SERR SERV VBJK VCOK VDAB VDKO VLOR VSPW VZW Buitenschoolse Kinderopvang

Nadere informatie

Wat je moet weten over geattesteerde kadervorming

Wat je moet weten over geattesteerde kadervorming KENNISDOSSIER KADERVORMING Wat je moet weten over geattesteerde kadervorming De nieuwe attestenregeling in het lang Inleidend Op 21 maart 2014 werd het vernieuwde decreet kadervorming goedgekeurd. Dit

Nadere informatie

Aan de slag met competentiegericht werken

Aan de slag met competentiegericht werken KENNISDOSSIER KADERVORMING Aan de slag met competentiegericht werken Modellen en denkoefeningen om je te ondersteunen bij een kadervormingsbeleid Inhoudsopgave 0 Inleidend... 1 0.1 Wat vraagt afdeling

Nadere informatie

1. Is er al onderzoek gebeurd naar het percentage jongeren van vreemde origine in de Vlaamse jeugdbewegingen?

1. Is er al onderzoek gebeurd naar het percentage jongeren van vreemde origine in de Vlaamse jeugdbewegingen? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 39 van BART SOMERS datum: 13 november 2014 aan SVEN GATZ VLAAMS MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL Jeugdbewegingen - Jongeren van vreemde origine Het aantal jongeren

Nadere informatie

De Vlaamse kwalificatiestructuur

De Vlaamse kwalificatiestructuur De Vlaamse kwalificatiestructuur 3 februari 2009 Rita Dunon Strategisch Onderwijs- en Vormingsbeleid Wat is een kwalificatie? Afgerond en ingeschaald geheel van competenties Competenties: geheel van kennis,

Nadere informatie

Competentieprofiel voor coaches

Competentieprofiel voor coaches Competentieprofiel voor coaches I. Visie op coaching Kwaliteit in coaching wordt in hoge mate bepaald door de bijdrage die de coach biedt aan: 1. Het leerproces van de klant in relatie tot diens werkcontext.

Nadere informatie

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016 Kwaliteitsvol jeugdwerk Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016 In vogelvlucht Kwaliteitsvol jeugdwerk Toelichting bij de politieke discussie in de EU en het traject van de

Nadere informatie

Voortgangsrapport 31 januari 2010 Beleidsdomein CJSM - Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen (ASCW)

Voortgangsrapport 31 januari 2010 Beleidsdomein CJSM - Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen (ASCW) Voortgangsrapport 31 januari 2010 Beleidsdomein CJSM - Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen (ASCW) Vooraf In dit voortgangsrapport beperken we ons tot een bespreking van de items

Nadere informatie

De Vlaamse kwalificatiestructuur

De Vlaamse kwalificatiestructuur De Vlaamse kwalificatiestructuur 3 november 2008 Rita Dunon Strategisch Onderwijs- en Vormingsbeleid Wat is een kwalificatie? Afgerond geheel van competenties Competenties: geheel van kennis, vaardigheden

Nadere informatie

TRAJECTBOEKJE hoofdanimator

TRAJECTBOEKJE hoofdanimator 1 TRAJECTBOEKJE hoofdanimator boekje van: 2 In het trajectboekje wordt steeds over hij, hem of zijn gesproken om de leesbaarheid te verhogen. Uiteraard is dit boekje ook bestemd voor meisjes. Vlaanderen

Nadere informatie

Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven

Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven vzw Associatie K.U.Leuven Schapenstraat 34, B-3000 Leuven Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven Goedgekeurd op de Raad van bestuur van 16.06.2006 met ingang van het academiejaar 2006-2007 1. Definities

Nadere informatie

Gemeente Bornem Koepelreglement voor toelagen aan jeugdwerkinitiatieven Geldend vanaf 14 september 2010.

Gemeente Bornem Koepelreglement voor toelagen aan jeugdwerkinitiatieven Geldend vanaf 14 september 2010. Gemeente Bornem Koepelreglement voor toelagen aan jeugdwerkinitiatieven Geldend vanaf 14 september 2010. HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: Werkjaar:

Nadere informatie

ADMIBUNDEL ATTESTEN PROCEDURE

ADMIBUNDEL ATTESTEN PROCEDURE ADMIBUNDEL ATTESTEN PROCEDURE Hoe kan je een attest Animator Hoofdanimator Instructeur uitgereikt door de Vlaamse overheid behalen? Hoe zit dat nu met terugbetaling van cursusgeld? Met subsidies voor geattesteerde

Nadere informatie

10/05/2012. Project evalueren studenten in het UZA. Hoe is dit gegroeid?? Wat is de achtergrond en het doel van evalueren

10/05/2012. Project evalueren studenten in het UZA. Hoe is dit gegroeid?? Wat is de achtergrond en het doel van evalueren Project evalueren studenten in het UZA Nancy Van Genechten Katrien Van den Sande Yvonne Gilissen Werkgroep mentoren en Hogescholen Hoe is dit gegroeid?? Mentorendag 2010 Hoe verder na vraag Mentoren hadden

Nadere informatie

Sport en tewerkstelling van jongeren. Marc Theeboom / Joris Philips

Sport en tewerkstelling van jongeren. Marc Theeboom / Joris Philips Sport en tewerkstelling van jongeren Marc Theeboom / Joris Philips studie Kan sport bijdragen tot competentie-ontwikkeling voor kortgeschoolde jongeren, waardoor hun tewerkstellingskansen toenemen? initiatieven

Nadere informatie

De Onthaalouderacademie: onthaalouders sterker maken

De Onthaalouderacademie: onthaalouders sterker maken 1 De Onthaalouderacademie Wat is de Onthaalouderacademie? De Onthaalouderacademie: onthaalouders sterker maken De sector van de kinderopvang is in beweging. Er worden heel wat initiatieven genomen om de

Nadere informatie

nr. 378 van MIRANDA VAN EETVELDE datum: 15 september 2017 aan SVEN GATZ Jeugdbewegingen - Demografie leden

nr. 378 van MIRANDA VAN EETVELDE datum: 15 september 2017 aan SVEN GATZ Jeugdbewegingen - Demografie leden SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 378 van MIRANDA VAN EETVELDE datum: 15 september 2017 aan SVEN GATZ VLAAMS MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL Jeugdbewegingen - Demografie leden wordt traditioneel gekenmerkt

Nadere informatie

TRAJECTBOEKJE ANIMATOR

TRAJECTBOEKJE ANIMATOR 1 TRAJECTBOEKJE ANIMATOR boekje van: 2 In het trajectboekje wordt steeds over hij, hem of zijn gesproken om de leesbaarheid te verhogen. Uiteraard is dit boekje ook bestemd voor meisjes. Vlaanderen is

Nadere informatie

TRAJECTBOEKJE ANIMATOR

TRAJECTBOEKJE ANIMATOR 1 TRAJECTBOEKJE ANIMATOR boekje van: 2 In het trajectboekje wordt steeds over hij, hem of zijn gesproken om de leesbaarheid te verhogen. Uiteraard is dit boekje ook bestemd voor meisjes. Vlaanderen is

Nadere informatie

AANVULLEND HOOFDSTUK TER VERKRIJGING VAN DE IMPULSSUBSIDIES. SPORTBELEIDSPLAN WAARSCHOOT Beleidsnota Sport

AANVULLEND HOOFDSTUK TER VERKRIJGING VAN DE IMPULSSUBSIDIES. SPORTBELEIDSPLAN WAARSCHOOT Beleidsnota Sport AANVULLEND HOOFDSTUK TER VERKRIJGING VAN DE IMPULSSUBSIDIES SPORTBELEIDSPLAN WAARSCHOOT 2008- Beleidsnota Sport 2008 pg.1/9 pg.2/9 IMPULSSUBSIDIE 2009-1 HET DECREET OP HET LOKALE OP HET LOKALE SPORT SPORT-VOOR

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING VOORONTWERP VAN DECREET HOUDENDE INSTEMMING MET HET SAMENWERKINGSAKKOORD VAN (DATUM) TUSSEN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, DE FRANSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMSSIE MET BETREKKING

Nadere informatie

Competentiegericht Onderwijs

Competentiegericht Onderwijs Competentiegericht Onderwijs Verband tussen economische groei en innovatie van een land en het competentiebeleid en levenslang leren van een land Vlaanderen > koppeling kan beter en proactiever Hefboom

Nadere informatie

JINT zoekt assessoren voor projecten in Erasmus+/Youth in Action

JINT zoekt assessoren voor projecten in Erasmus+/Youth in Action JINT zoekt assessoren voor projecten in Erasmus+/Youth in Action Het programma Erasmus+ is het nieuwe programma van de Europese Commissie. Dit programma loopt van 2014 tot 2020. Door te investeren in onderwijs,

Nadere informatie

Bouwstenen & Oefeningen Werkmap Draagkracht

Bouwstenen & Oefeningen Werkmap Draagkracht Bouwstenen & Oefeningen Werkmap Draagkracht Kennismakingsmodules kandidaten gezinsopvang Gesuperviseerde Beroepspraktijk werkenden gezinsopvang, Bink-opleiding in CVO s Parallellen en verschillen KMM,

Nadere informatie

Vlaamse Trainersschool (VTS)

Vlaamse Trainersschool (VTS) Infosessie Vlaamse Kwalificatiestructuur 1 (VTS) Infosessie Impulssubsidies 2 Te bespreken punten Structuur en aanbod Sterktes van competentieprofielen voor Sport Welk traject werd er afgelegd Huidige

Nadere informatie

De opgenomen interviews kunnen bij mijzelf verkregen worden. U kan me hiervoor contacteren via het volgende adres,

De opgenomen interviews kunnen bij mijzelf verkregen worden. U kan me hiervoor contacteren via het volgende  adres, Bijlagen De opgenomen interviews kunnen bij mijzelf verkregen worden. U kan me hiervoor contacteren via het volgende e-mailadres, swinnenlaura@hotmail.com. 1.1 Interviewvragen Goedendag, Mijn naam is Laura

Nadere informatie

Portfolio kindvriendelijke steden en gemeenten

Portfolio kindvriendelijke steden en gemeenten Portfolio kindvriendelijke steden en gemeenten Met dit portfolio toon je aan dat jouw stad of gemeente volgende 5 criteria heeft gerealiseerd. Elk criterium is opgedeeld in enkele deelvragen. 1. Een breed

Nadere informatie

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching BACHELOR pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching DE BEOORDELINGSCRITERIA VOOR STAGE 2 (WIE DOET WAT? WELKE CRITERIA? WELKE VERWACHTINGEN?) DEEL 1: WIE DOET WAT? ROL VAN DE STUDENT: WETEN,

Nadere informatie

Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus

Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus VJR-20100511 Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus Inleiding De Vlaamse regering wil de lokale sectorale en thematische beleidsplannen, waaronder

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende

Nadere informatie

Uni-form historiek visie doelstellingen. Over Uni-form

Uni-form historiek visie doelstellingen. Over Uni-form Over Uni-form Ontstaan Vanuit de sector ouderenzorg kwam de vraag om uniformiteit te brengen in stagedocumenten voor de begeleiding van leerlingen verzorging. Voorzieningen werkten met evenveel verschillende

Nadere informatie

De Vlaamse kwalificatiestructuur

De Vlaamse kwalificatiestructuur De Vlaamse kwalificatiestructuur Naar een coherent EVC-beleid Debby Peeters Strategisch Onderwijs- en Vormingsbeleid Beleidskader: Competentieagenda Situatie: vele bestaande EVC-initiatieven Fiche 4 Competentieagenda:

Nadere informatie

Brussel, 21 januari 2004 210104_Advies_deontologische_code. Advies. deontologische code voor loopbaandienstverlening

Brussel, 21 januari 2004 210104_Advies_deontologische_code. Advies. deontologische code voor loopbaandienstverlening Brussel, 21 januari 2004 210104_Advies_deontologische_code Advies deontologische code voor loopbaandienstverlening Inhoud Op 2 december 2003 vroeg de Vlaamse Minister van Werkgelegenheid en Toerisme R.

Nadere informatie

jeugdhuis: Een jeugdhuis is een ontmoetingsplaats voor jongeren waar activiteiten voor en door jongeren georganiseerd worden.

jeugdhuis: Een jeugdhuis is een ontmoetingsplaats voor jongeren waar activiteiten voor en door jongeren georganiseerd worden. Subsidiereglement jeugdbeleid gemeente Borsbeek Inhoud Art. 1: Begrippen p.1 Art. 2: Subsidies jeugd p.2 Art. 3: Uitbetaling p.2 Art. 4: Voorwaarden tot uitbetaling p.2 Art. 5: Inwerkingtreding p.7 Art.

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

Plusdocument Knippenbergcollege, Helmond. De negen aandachtspunten

Plusdocument Knippenbergcollege, Helmond. De negen aandachtspunten Plusdocument Knippenbergcollege, Helmond De negen aandachtspunten 1 Waarom? De school werkt al geruime tijd aan onderwijs dat breder is dan het gangbare cognitieve programma. Zo is de school een technasium,

Nadere informatie

Brugfiguur flankerend onderwijs FUNCTIEBESCHRIJVING

Brugfiguur flankerend onderwijs FUNCTIEBESCHRIJVING Brugfiguur flankerend onderwijs FUNCTIEBESCHRIJVING PLAATS IN HET ORGANOGRAM Je werkt onder de leiding van de secretaris en het diensthoofd van de Welzijnsdienst. Je werkt constructief samen met OCMW -

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van

Nadere informatie

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking Brussel, 5 juli 2006 050706_Advies_kaderdecreet_Vlaamse_ontwikkelingssamenwerking Advies over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking 1. Inleiding Op 24 mei 2006 heeft Vlaams minister

Nadere informatie

Stageboekje HOOFDanimator in het jeugdwerk

Stageboekje HOOFDanimator in het jeugdwerk Stageboekje HOOFDanimator in het jeugdwerk Jeugd Rode Kruis vzw Motstraat 40 2800 Mechelen www.jeugdrodekruis.be jeugdrodekruis@rodekruis.be 1 INHOUDSTAFEL Praktische gegevens 3 Stage info 4 Voor de start

Nadere informatie

Reflectievragen voor het ontwerpen van een traject met werkplekleren

Reflectievragen voor het ontwerpen van een traject met werkplekleren voor het ontwerpen van een traject met werkplekleren Doelstelling Dit instrument is bedoeld voor het management van een opleiding en opleidingsteams. Het reikt reflectievragen aan voor het ontwerpen van

Nadere informatie

VR DOC.0177/1BIS

VR DOC.0177/1BIS VR 2019 1502 DOC.0177/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toegang tot en organisatie van de educatieve

Nadere informatie

Terugkoppeling van de workshops. Chris De Nijs (VRT)

Terugkoppeling van de workshops. Chris De Nijs (VRT) Terugkoppeling van de workshops Chris De Nijs (VRT) Vaardig genoeg voor de 21 ste eeuw? Samen aan de slag met de Vlaamse PIAAC resultaten Brussel - 20 maart 2014 Workshop 1: Basisvaardigheden voor de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Het Vlaamse kwalificatieraamwerk. Internationaal seminarie 30 november 2009 Rita Dunon

Het Vlaamse kwalificatieraamwerk. Internationaal seminarie 30 november 2009 Rita Dunon Het Vlaamse kwalificatieraamwerk Internationaal seminarie 30 november 2009 Rita Dunon Inhoud Doelstellingen Raamwerk Niveaudescriptoren Kwalificaties Ontwikkelproces Ervaringen Uitdagingen Doelstellingen

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid. Amendementen ( ) Nr. 7 7 mei 2013 ( )

Ontwerp van decreet. betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid. Amendementen ( ) Nr. 7 7 mei 2013 ( ) stuk ingediend op 1867 (2012-2013) Nr. 7 7 mei 2013 (2012-2013) Ontwerp van decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid Amendementen Stukken in het dossier: 1867 (2012-2013) Nr. 1:

Nadere informatie

betreffende het Vlaamse beleid ten aanzien van jeugdhuizen

betreffende het Vlaamse beleid ten aanzien van jeugdhuizen stuk ingediend op 1834 (2012-2013) Nr. 1 7 december 2012 (2012-2013) Voorstel van resolutie van de heer Bart Van Malderen, de dames Tinne Rombouts, Danielle Godderis-T Jonck, Elisabeth Meuleman en Ulla

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

GROEIDOSSIER Praktijk SOV GROEIDOSSIER Praktijk SOV 2017 2018 Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Kattenberg 9 B-9000 Gent Tel.: 09 234 82 70 Fax: 09 234 80 01 www.arteveldehogeschool.be/oso/stage

Nadere informatie

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen versie van kracht op DE VLAAMSE REGERING,

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen versie van kracht op DE VLAAMSE REGERING, Opschrift Datum Gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid 14 september 2012 Besluit van de Vlaamse

Nadere informatie

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen Conceptnota Betreft: Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen 1. Situering Deze conceptnota heeft tot doel om, binnen de contouren van het Vlaams Regeerakkoord

Nadere informatie

Advies ten gronde over certificaatsupplementen

Advies ten gronde over certificaatsupplementen ADVIES Algemene Raad 27 november 2008 AR/KST/ADV/012 Advies ten gronde over certificaatsupplementen VLAAMSE ONDERWIJSRAAD, KUNSTLAAN 6 BUS 6, 1210 BRUSSEL www.vlor.be Advies ten gronde over certificaatsupplementen

Nadere informatie

Promotorenteam en Kennisnetwerk EVC. Een introductie

Promotorenteam en Kennisnetwerk EVC. Een introductie Promotorenteam en Kennisnetwerk EVC Een introductie Actuele beleidscontext - Aandacht voor EVC: beleidsnota s 2009-14 onderwijs, werk, cultuur, jeugd en sport. - Oprichting van een kennisnetwerk EVC is

Nadere informatie

Ruime ervaring als schoolleider, en toch nog niet geregistreerd?

Ruime ervaring als schoolleider, en toch nog niet geregistreerd? Ruime ervaring als schoolleider, en toch nog niet geregistreerd? MijnID.nu en QRM helpen je op weg naar geregistreerd directeur onderwijs. MijnID.nu en QRM bieden gezamenlijk een traject aan tot een erkend

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) 8035/17 JEUN 48 NOTA van: aan: nr. vorig doc.: 7679/17 JEUN 39 Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de

Nadere informatie

Persoonlijke OntwikkelingsPlannen (POP): een instrument voor doorstroom PROVINCIALE NETWERKDAG 2 OKTOBER 2014

Persoonlijke OntwikkelingsPlannen (POP): een instrument voor doorstroom PROVINCIALE NETWERKDAG 2 OKTOBER 2014 Persoonlijke OntwikkelingsPlannen (POP): een instrument voor doorstroom PROVINCIALE NETWERKDAG 2 OKTOBER 2014 2 Programma (sessie 23) 1. Wat? 2. Aanleiding 3. POP-Model 4. Inbedding Praktijkcase: Sarah

Nadere informatie

Het opstellen van competentieprofielen Competentieontwikkeling

Het opstellen van competentieprofielen Competentieontwikkeling Het opstellen van competentieprofielen Competentieontwikkeling Deze nota heeft tot doelstelling enige handvaten te geven bij de sessies rond het opstellen van competentieprofielen. In een competentieprofiel

Nadere informatie

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen krijgt samen vorm. David Vits Kind en Gezin Ann Lobijn VVSG

Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen krijgt samen vorm. David Vits Kind en Gezin Ann Lobijn VVSG Opvang en vrije tijd van schoolgaande kinderen krijgt samen vorm David Vits Kind en Gezin Ann Lobijn VVSG Nieuwe organisatie Buitenschoolse activiteiten Voortgang Op weg naar een decreet Link filmpje katrien

Nadere informatie

Seminarie ondernemingsplan. 13 november Getuigenis vanuit het departement Economie, Wetenschap en Innovatie

Seminarie ondernemingsplan. 13 november Getuigenis vanuit het departement Economie, Wetenschap en Innovatie Seminarie ondernemingsplan 13 november 2015 Getuigenis vanuit het departement Economie, Wetenschap en Innovatie Presentatie is opgebouwd rond een aantal vragen die ons werden voorgelegd door de initiatiefnemers

Nadere informatie

De lerende Overblijf Medewerker

De lerende Overblijf Medewerker Whitepaper tussenschoolse opvang Overblijf Academie Maart 2014 Inleiding Deze whitepaper is bedoeld voor schoolleiders, directies en besturen in het primair onderwijs in Nederland die willen weten hoe

Nadere informatie

TRAJECTBOEKJE instructeur

TRAJECTBOEKJE instructeur 1 TRAJECTBOEKJE instructeur boekje van: 2 In het trajectboekje wordt steeds over hij, hem of zijn gesproken om de leesbaarheid te verhogen. Uiteraard is dit boekje ook bestemd voor meisjes. Vlaanderen

Nadere informatie

tijdens de laatste maanden van tewerkstelling via artikel 60 7 OCMW-wet

tijdens de laatste maanden van tewerkstelling via artikel 60 7 OCMW-wet ZORG VOOR WERK EEN In POP het kader VOOR van project Kortdurende IEDEREEN stages in privéondernemingen! tijdens de laatste maanden van tewerkstelling via artikel 60 7 OCMW-wet In samenwerking met Gemeente

Nadere informatie

Advies. BVR kwaliteits- en registratiemodel. Brussel, 1 april 2019

Advies. BVR kwaliteits- en registratiemodel. Brussel, 1 april 2019 Advies Brussel, 1 april 2019 SERV_20190401_BVR_Kwaliteitsenregistratiemodel_ADV.docx Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be www.serv.be Adviesvraag:

Nadere informatie

ADVIES op het voorstel van decreet houdende de wijziging van het DAC- decreet

ADVIES op het voorstel van decreet houdende de wijziging van het DAC- decreet ADVIES op het voorstel van decreet houdende de wijziging van het DAC- decreet Het Vlaams parlement vraagt advies aan de Vlaamse Jeugdraad rond de voorgestelde wijzigingen in het DAC-decreet. De wijzigingen

Nadere informatie

EEN PERSOONLIJK ONTWIKKELINGSPLAN (POP) OPMAKEN

EEN PERSOONLIJK ONTWIKKELINGSPLAN (POP) OPMAKEN 3.3 EEN PERSOONLIJK ONTWIKKELINGSPLAN (POP) OPMAKEN WAAROM POP S INVOEREN? De medewerkers denken systematisch na over hun werk en loopbaanwensen. De (groei)wensen worden geëxpliciteerd door de medewerkers.

Nadere informatie

SUBSIDIEREGLEMENT JEUGDWERKVERENIGINGEN

SUBSIDIEREGLEMENT JEUGDWERKVERENIGINGEN SUBSIDIEREGLEMENT JEUGDWERKVERENIGINGEN Goedgekeurd door de gemeenteraad 27 oktober 2011 Art. 1. Toelagen inzake het volgen van kadervorming Art. 1.1. Binnen de betoelaging van de Vlaamse regering, volgens

Nadere informatie

Advies over de modulaire opleiding NT2 alfa R1, traject 1.2 voor de basiseducatie

Advies over de modulaire opleiding NT2 alfa R1, traject 1.2 voor de basiseducatie 4 ADVIES Raad Levenslang en Levensbreed Leren 21 maart 2006 RLLL/PCA/ADV/007 Advies over de modulaire opleiding NT2 alfa R1, traject 1.2 voor de basiseducatie VLAAMSE ONDERWIJSRAAD, LEUVENSEPLEIN 4, 1000

Nadere informatie

Academiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen

Academiejaar 2013/2014. navorming. Mentor Klinisch Onderwijs. Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen Academiejaar 2013/2014 navorming Mentor Klinisch Onderwijs Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen Navorming Mentor Klinisch Onderwijs Deze opleiding is een samenwerking van het departement Gezondheid en

Nadere informatie

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands Brussel, 5 februari 2004 020504_Advies_Huizen_van_het_Nederlands Advies over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands 1. Inleiding Op 26 januari 2004 heeft de raad van de Vlaams

Nadere informatie

EVC procedure CVO Leuven Landen Handleiding. EVC procedure

EVC procedure CVO Leuven Landen Handleiding. EVC procedure EVC procedure 1. Inleiding... 2 1.1. Wat zijn EVC = Elders Verworven Competenties?... 2 1.2. Wat is EVK = Elders Verworven Kennis?... 2 2. Welke stappen?... 2 3. Informeren... 2 4. De aanmelding... 3 4.1.

Nadere informatie

Informatiebundel Regelgeving kadervorming

Informatiebundel Regelgeving kadervorming Beste speelpleinverantwoordelijke, De regelgeving geattesteerde kadervorming regelt de attesten voor animator, hoofdanimator, instructeur in het Jeugdwerk. Deze regelgeving onderging in oktober 2015 een

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid

Nadere informatie

ADVIES I.V.M. HET POSITIEF ACTIEPLAN ALLOCHTONEN EN ARBEIDSGEHANDICAPTEN 2002

ADVIES I.V.M. HET POSITIEF ACTIEPLAN ALLOCHTONEN EN ARBEIDSGEHANDICAPTEN 2002 ADVIES I.V.M. HET POSITIEF ACTIEPLAN ALLOCHTONEN EN ARBEIDSGEHANDICAPTEN 2002 Brussel, 13 februari 2002 2. Op 4 januari 2002 vroeg de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden,

Nadere informatie

Nummer: INF/MDT/1215

Nummer: INF/MDT/1215 Nummer: INF/MDT/1215 Brussel, 27 september 2012 Aan de instanties die erkend zijn om multidisciplinaire verslagen af te leveren Aan de voorzitter en de leden van de permanente werkgroep Inschrijvingen

Nadere informatie

op vrijwillige voeten over vrijwilligersbeleid en hoe dit opzetten

op vrijwillige voeten over vrijwilligersbeleid en hoe dit opzetten op vrijwillige voeten over vrijwilligersbeleid en hoe dit opzetten 1 OP VRIJWILLIGE VOETEN In het huidige vrijwilligerslandschap is het niet altijd gemakkelijk om vrijwilligers bij te houden als organisatie

Nadere informatie

ADVIES Uitvoeringsbesluit decreet ontwikkelingssamenwerking

ADVIES Uitvoeringsbesluit decreet ontwikkelingssamenwerking ADVIES Uitvoeringsbesluit decreet ontwikkelingssamenwerking Het uitvoeringsbesluit regelt de projectsubsidies voor ontwikkelingseducatie en brengt enkele wijzigingen aan in het besluit over de financiering

Nadere informatie

Subsidiereglement betreffende de terugbetaling van kadervorming in het jeugdwerk

Subsidiereglement betreffende de terugbetaling van kadervorming in het jeugdwerk Subsidiereglement betreffende de terugbetaling van kadervorming in het jeugdwerk Goedgekeurd in de gemeenteraad van 27 april 2015 Bekendgemaakt op 28 april 2015 Inhoudstafel Artikel 1. Doel... 1 Artikel

Nadere informatie

3 LEERPLANDOELEN. De katholieke basisschool stelt zich als algemeen streefdoel voor mediaopvoeding:

3 LEERPLANDOELEN. De katholieke basisschool stelt zich als algemeen streefdoel voor mediaopvoeding: 3 LEERPLANDOELEN Algemeen streefdoel De katholieke basisschool stelt zich als algemeen streefdoel voor mediaopvoeding: De leerlingen kunnen op een behendige, zelfredzame en kritische manier participeren

Nadere informatie

Cursus Animator/ Hoofdanimator in het jeugdwerk

Cursus Animator/ Hoofdanimator in het jeugdwerk Cursus Animator/ Hoofdanimator in het jeugdwerk Ben je lid van een jeugdvereniging en wil je jezelf vormen tot een competente leidinggevende? Of werk je graag met kinderen en jongeren en wil je je hierin

Nadere informatie

HET GEDRAGSGERICHT INTERVIEW NICOLAS DESMET LEUVEN 7 MEI

HET GEDRAGSGERICHT INTERVIEW NICOLAS DESMET LEUVEN 7 MEI HET GEDRAGSGERICHT NICOLAS DESMET LEUVEN 7 MEI 2019 INTERVIEW WWW.EPO2.ORG COMPETENTIES Geheel van kennis, vaardigheden en attitudes die iemand in staat stellen om zijn taken succesvol uit te voeren. Vaktechnische

Nadere informatie

Een Positief. leer en leefklimaat. op uw school

Een Positief. leer en leefklimaat. op uw school Een Positief leer en leefklimaat op uw school met TOPs! positief positief denken en doen Leerlingen op uw school ontwikkelen zich het beste in een positief leer- en leefklimaat; een klimaat waarin ze zich

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

Advies BVR EVC-GKK. Brussel, 5 maart 2019

Advies BVR EVC-GKK. Brussel, 5 maart 2019 Advies Brussel, 5 maart 2019 SERV_20190305_EVC_GKK_ADV Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be www.serv.be Adviesvraag: Besluit van de Vlaamse

Nadere informatie

Selectiereglement. VERPLEEGKUNDIGE in team Vilvoorde. Wervingsprocedure B1 Contractueel vervangingsovereenkomst 100%

Selectiereglement. VERPLEEGKUNDIGE in team Vilvoorde. Wervingsprocedure B1 Contractueel vervangingsovereenkomst 100% Centrale administratie Selectiereglement VERPLEEGKUNDIGE in team Vilvoorde Wervingsprocedure B1 Contractueel vervangingsovereenkomst 100% Kind en Gezin wil op korte termijn een betrekking van deskundige,

Nadere informatie

PORTFOLIO FUNCTIE MANSCHAP A

PORTFOLIO FUNCTIE MANSCHAP A PORTFOLIO FUNCTIE MANSCHAP A Werkzaam bij de brandweer Status Het format van dit portfolio is vastgesteld door de deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het project Kwaliteit Brandweerpersoneel in

Nadere informatie

Verpleegkunde HBO 5. 1. Situatie van de HBO 5 opleiding verpleegkunde

Verpleegkunde HBO 5. 1. Situatie van de HBO 5 opleiding verpleegkunde 1. Situatie van de HBO 5 opleiding verpleegkunde 1.1. Aantal scholen in Vlaanderen: 20 met regionale spreiding, waarvan 16 uit het katholieke net, 2 gemeenschapsonderwijs, 1 stedelijke en 1 van het provinciaal

Nadere informatie