Overgangsnormen Grotius College Juniusstraat 8 Delft

Transcriptie

1 Overgangsnormen Grotius College Juniusstraat 8 Delft schooljaar

2 Inhoudsopgave pagina Algemeen... 3 Bevordering per afdeling en leerjaar - brugklassen... 6 Tweede leerjaar...7 mavo... 8 havo... 8 vwo-regulier vwo-tweetalig (tto) Bijlage 1 - Examennormen Bijlage 2 - TTO

3 Algemeen Prognosevergadering Ongeveer drie maanden voor de zomervakantie wordt aan de ouders/verzorgers van de leerlingen van de niet-examenklassen meegedeeld welke verwachting er bestaat. Portfolio Tijdens de verschillende leerjaren worden de portfoliovakken techniek, muziek, en lichamelijke opvoeding meegenomen in de overgangsnormen. Blijkt bij de prognosevergadering dat een leerling een O (= onvoldoende) heeft voor een vak met een portfolio wordt er in de prognosebrief medegedeeld dat de leerling niet bevorderd kan worden, indien de O (= onvoldoende) voor het portfolio niet in een V (= voldoende) /G (= goed) wordt omgezet. Blijft er toch een O (= onvoldoende) staan voor een vak met een portfolio dan volgt automatisch bespreking bij de rapportvergadering en beslist de vergadering of een leerling wel of niet wordt bevorderd naar een volgend leerjaar. Overgangsvergadering Aan het eind van een schooljaar zijn er vier mogelijkheden: - direct bevorderen naar volgend leerjaar; - bespreking; - afwijzen; - het uit de vergadering lichten. Het definitieve besluit ligt bij de vergadering. De vergadering bestaat uit de lesgevende docenten onder leiding van de teamcoördinator (voorzitter). Een bespreking betreft leerlingen die niet onmiddellijk zijn afgewezen. Bij het bepalen van het uiteindelijk resultaat (blijven zitten of bevorderen) spelen twee factoren een rol: - de omstandigheden waarin de leerling verkeert; - de afweging of een leerling qua ontwikkeling en kennis gebaat is bij een bevordering of dat hij/ zij beter kan doubleren om achterstand in ontwikkeling en kennis te verhelpen. Bevordering van een leerling die in bespreking komt is slechts mogelijk, indien een meerderheid van de aanwezige docenten die de leerling dat jaar hebben lesgegeven, hiermee akkoord gaat. Bij afwijzing wordt een leerling geplaatst in een minder zware opleiding (uitzondering vormen de voor-examenklassen). Het uit de vergadering lichten betreft leerlingen die vanwege bijzondere omstandigheden niet aan de eisen voldoen. De voorzitter meldt dit vóóraf aan de vergadering. Bevordering met taak Bij de bevorderingsvergadering wordt een leerling bevorderd of niet bevorderd. In een enkel geval kan de leerling alsnog bevorderd worden na bespreking door het maken van een taak. Indien een leerling voor een bepaald vak een taak krijgt opgelegd, dan moet deze taak nog vóór aanvang van de zomervakantie gemaakt worden en beoordeeld door de docent én voorzitter. Is de beoordeling voldoende, dan is de leerling bevorderd. Bij een onvoldoende beoordeling wordt de leerling niet bevorderd. Zomerschool Het Grotius College heeft de afgelopen 3 jaar meegedaan de Zomerschool van OCW. Ook dit schooljaar zal dat waarschijnlijk weer het geval zijn. Nadere informatie over de Zomerschool wordt via de website gecommuniceerd

4 Bepalend voor de overgang zijn de eindcijfers Alle vakken spelen bij de bevordering een rol. Ter informatie: 4,5 5,4 = één tekort; 3,5 4,4 = twee tekorten; 2,5 3,4 = drie tekorten; 1,5 2,4 = vier tekorten 1,0 1,4 = vijf tekorten. Alle rapportcijfers worden afgerond op één decimaal. Stemmen Elke leerling wordt besproken. De mentor doet een bevorderingsvoorstel en indien nodig wordt er gestemd. De voorzitter laat stemmen bij handopsteken. Elke lesgevende docent heeft een stem. Meerderheid van stemmen is voldoende. Bij een onbesliste stemming beslist de voorzitter. Elke lesgevende docent dient een stem uit te brengen (blanco stemmen is niet toegestaan). Docenten die niet aanwezig zijn, kunnen geen stem uitbrengen. Bij een overgangsvergadering dient ten minste twee derde van de lesgevende docenten aanwezig te zijn tijdens de vergadering om de stemming geldig te maken. Wordt dit aantal niet gehaald, dient de stemming op een later tijdstip plaats te vinden. Als bij de tweede vergadering ook geen meerderheid is, dan treedt punt plaatsen van een leerling in werking. Plaatsen van een leerling De voorzitter van de vergadering behoudt zich het recht voor in overleg met de mentor en de vergadering, om een leerling uit de overgangsvergadering te lichten om haar/hem in een volgend leerjaar te plaatsen. Doubleren Een leerling mag niet twee keer doubleren op hetzelfde niveau en/of in twee opeenvolgende leerjaren. In principe kan een leerling in een brugklas niet doubleren en wordt de leerling geplaatst in een minder zware opleiding indien blijkt dat de leerling niet kan voldoen aan de geldende overgangsnormen. Indien een leerling is gezakt voor het examen mag het jaar altijd opnieuw worden overgedaan. Bevordering naar een ander niveau De normen voor bevordering naar een ander niveau zijn te vinden bij de klas waar de leerling vandaan komt (dus bijvoorbeeld: de normen voor de bevordering van havo 2 naar mavo 3 zijn te vinden bij havo 2). Overstappen naar een hoger niveau is in principe alleen mogelijk aan het eind van het schooljaar. Extra vak Een leerling mag alleen een extra vak nemen als hij/zij geen tekorten heeft en als de vergadering een positief advies geeft. Daarnaast moet het rooster technisch en qua groepsgrootte mogelijk zijn (zie pagina 5: protocol extra vak). Jaarlijks wordt besproken of het extra vak behouden mag worden. Normering Indien een leerling blijft zitten in klas 4 havo/vwo/tto of 5 vwo/tto moeten alle schoolexamens (SE s) en praktische opdrachten (PO s) opnieuw gemaakt worden. Dit geldt niet voor CKV en MIJ mits met een voldoende afgesloten. Let op: In vwo 4 wordt CKV/GA nog niet afgesloten. Bij doubleren in vwo 4 moet CKV/GA in principe opnieuw gedaan worden. NB: Het kunstdossier moet aan het eind van het schooljaar naar behoren gemaakt zijn. Als een leerling in vwo4/tto4 voor CKV/GA voldoende heeft gepresteerd (minimaal 6.0) maar moet doubleren, kunnen de vakdocent en teamcoördinator besluiten dat de leerling het

5 programma van CKV/GA in leerjaar 4 niet over hoeft te doen. Een gedoubleerde leerling in leerjaar 4 kan in overleg met de vakdocent en teamcoördinator het programma van CKV/GA van leerjaar 5 volgen indien dit gewenst en roostertechnisch mogelijk is. Wanneer een leerling een toets of opdracht niet heeft gemaakt of een opdracht niet heeft ingeleverd, wordt het cijfer 0,1 toegekend in Magister. Is de toets/opdracht na 1 maand nog niet ingehaald/ingeleverd, wordt dit cijfer omgezet in 1,0. Dit cijfer 1,0 maakt dan onderdeel uit bij het berekenen van het overgangscijfer. De docentenvergadering kan hierop een uitzondering maken en de afspraken die voor een PO gelden hanteren. Indien een PO niet op tijd wordt ingeleverd moet de leerling op school hieraan verder werken totdat het voldoende is afgerond, binnen één week. Het maximaal te behalen cijfer is dan een 5,5. Is na een week het werk nog niet voldoende afgerond, is bevordering niet mogelijk. Een leerling kan alleen bevorderd worden als alle SE s zijn gemaakt. Bezwaar Bijzondere omstandigheden -die van belang zijn bij de bevordering van de leerling naar het volgende schooljaar die vooraf niet bekend zijn of kenbaar gemaakt zijn aan de mentor/teamcoördinator-, kunnen achteraf niet opgevoerd worden ter correctie van het genomen besluit door de vergadering. Ter informatie De overgangsnormen zijn aangescherpt in verband met de aangescherpte exameneisen die gelden vanaf het schooljaar In bijlage 1 vindt u het besluit zoals geformuleerd in het Examenblad. Protocol extra vak De leerling vraagt in mavo 3 / havo 3 / vwo 3 voor de overgangsvergadering een extra vak aan bij de decaan. Aan de toekenning zijn voorwaarden verbonden die vooraf worden meegedeeld. 1. De overgangsvergadering moet toestemming geven. De leerling mag geen onvoldoende op de lijst hebben staan. 2. De groepsgrootte kan een belemmering opleveren. 3. Het extra vak wordt buiten het rooster om ingepast; mocht dit te veel dubbelingen opleveren, dan kan geen extra vak gevolgd worden. Ouders ondertekenen het definitieve profiel- / sectorkeuzeformulier. Als bij het inroosteren blijkt dat er een uur samenvalt met een vak uit het reguliere rooster, dan kan in overleg met de betrokken vakdocenten en de decaan en de mentor ertoe worden besloten dat het extra vak een uur minder wordt gevolgd. Een uur minder volgen bij een regulier vak in het profiel/sector is niet toegestaan. De leerling is verantwoordelijk voor de afspraken met de vakdocenten. Bij elke volgende overgang in havo en vwo worden bovenstaande afwegingen opnieuw gemaakt. (De leerling en ouders moeten er dus van doordrongen zijn dat jaarlijks wordt bekeken of het volgen van het extra vak doorgang kan vinden!) In het examenjaar wordt leerlingen met een extra vak meegedeeld welke regels gelden bij het laten vallen van het extra vak voor het CSE

6 Bevordering per afdeling en leerjaar Brugklassen In principe kan een leerling tijdens de tweejarige brugklasperiode in de brugklas niet doubleren en blijft de leerling op het niveau waar hij/zij de brugklas is gestart. Echter als tijdens de loop van het eerste brugklasjaar blijkt dat de leerling te hoog of te laag is geplaatst moet voor de betreffende leerling een gerichte bevordering worden voorgeschreven, d.w.z. de overgangsvergadering moet bepalen naar welke afdeling de leerling wordt bevorderd. Dit gebeurt aan de hand van de behaalde cijfers, werkhouding, inzicht, e.d. Voor alle leerlingen geldt dat het portfolio bij de vakken Techniek, Lichamelijke Opvoeding, Muziek en Global Orientation (tto) afgesloten moet zijn met een V (= voldoende) of G (= goed). Een leerling met een O (= onvoldoende) voor een portfolio moet in de gelegenheid gesteld worden om voor de laatste rapportvergadering het betreffende vak positief af te ronden. De puntentelling is gebaseerd op cijfers die afgerond zijn op 1 decimaal. Daarnaast mag er maar max. één tekort zijn binnen de kernvakken Ne, En, Wi, anders wordt de leerling besproken. Klas Aantal tekorten Aantal punten Resulteert in 1 mavo/havo 0, 1, 2 tekorten en 80 punten of meer bespreken wel/geen 3 of meer tekorten of 62 punten of minder opstroom * bespreken wel/geen afstroom *) Voor de overgang naar 2 havo/vwo moet wiskunde minimaal 7,0 zijn. 1 havo/vwo 3 of meer tekorten of 62 punten of minder bespreken wel/geen afstroom *) Voor overgang naar gymnasium 2 moet Latijn minimaal 6,0 zijn, en moet de leerling 81 punten hebben (door 1 vak extra). 1 tto 0 tekorten en 60 punten of meer tto-a 2* Atheneum 1, 2 tekorten en 62 punten of meer tto-a 2* 3 of meer tekorten bespreken* *) Bij tto moet Engels minimaal 6,0 zijn. zie ook bijlage 2 1 tto 0 tekorten en Gymnasium 1,2 tekorten en 3 of meer tekorten 66 punten of meer 68 punten of meer *) Bij tto gymnasium moet én Engels én Latijn minimaal 6,0 zijn Zie ook bijlage 2 Voor de lessentabel verwijzen wij naar de website. tto-g 2* tto-g 2* bespreken*

7 Tweede leerjaar Klas Aantal tekorten Aantal punten Resulteert in 2 mavo/havo 0 of 1 en Gemiddeld 7 of hoger en Ne, En, wi > 20 punten 2 mavo/havo 2 of 3 en Gemiddeld 6 of hoger en Ne, En, wi > 16 punten en max. 1 tekort bij de 3 vakken 2 mavo/havo Afwijkend t.o.v. Afwijkend t.o.v. bovenstaande bovenstaande Havo 3 Voldoet een leerling aan 1 criterium niet: bespreken Mavo 3 Bespreken NB Voor alle leerlingen geldt dat het portfolio bij de vakken techniek, lichamelijke opvoeding en muziek afgesloten moet zijn met een V (= voldoende) of G (= goed). Een leerling met een O (= onvoldoende) voor een portfolio moet in de gelegenheid gesteld worden om voor de laatste rapportvergadering het betreffende vak positief af te ronden. Drama en moderne media tellen niet mee bij het gemiddelde, wel bij het aantal tekorten. Overgangsrichtlijnen leerjaar 2 tto staan bij tto-overgangsnormen Klas Aantal tekorten Aantal punten Resulteert in 2 havo/vwo op vwo-niveau cijfers 2 havo/vwo op havo-niveau cijfers Geen of 1 x 5 of 2 x 5 (niet bij Ne, En, wi) of 1 x 4 (niet bij Ne, En, wi) en Geen of 1 x 5 of 2 x 5 (niet bij Ne, En, wi) of 1 x 4 (niet bij Ne, En, wi) en 2 havo/vwo Afwijkend t.o.v. bovenstaande Ne, En, wi > 18 punten met max 1 tekort bij deze vakken Ne, En, wi > 18 punten met max 1 tekort bij deze vakken Afwijkend bovenstaande t.o.v. Vwo 3 Havo 3 Bespreken NB Voor alle leerlingen geldt dat het portfolio bij de vakken techniek, lichamelijke opvoeding en muziek afgesloten moet zijn met een V (= voldoende) of G (= goed). Een leerling met een O (= onvoldoende) voor een portfolio moet in de gelegenheid gesteld worden om voor de laatste rapportvergadering het betreffende vak positief af te ronden. Drama en moderne media tellen niet mee bij het gemiddelde, wel bij het aantal tekorten. Voor bevordering van gymnasium 2 naar gymnasium 3 mag een leerling geen tekorten voor de Klassieke Talen hebben. Overgangsrichtlijnen leerjaar 2 tto staan bij tto-overgangsnormen

8 mavo Bevordering van mavo 3 naar mavo 4 - geen tekorten; - één x 4 (niet bij Ne); - één x 5; - twee x 5 (max. één in pakket). Een leerling wordt besproken bij de volgende cijfercombinaties: - één x 3 in of buiten het pakket (in pakket vak ontraden); - één x 4 in pakket (vak ontraden); - twee x 5 in pakket; - drie x 5 of één x 4 en één x 5 (drie tekorten - waarvan één in pakket); - één x 4 bij Ne. Voor alle leerlingen geldt dat het vak Lichamelijke Opvoeding, afgesloten moet zijn met een V (= voldoende) of G (= goed). Een leerling met een O (= onvoldoende) voor een portfolio moet in de gelegenheid gesteld worden om voor de laatste rapportvergadering het betreffende vak positief af te ronden. havo Bevordering van havo 3 naar havo 4: - geen tekorten; - één x 4 (mits niet in het profiel en niet bij Ne, En, Wi); - één x 5; - twee x 5 waarvan er maximaal één in het gekozen profiel mag zitten; - de som van de vakken Ne, En, Wi is 18 of hoger, met maximaal één tekort bij deze vakken; - leerlingen die geen Wi kiezen in hun profiel, mogen max. één tekort hebben voor En en Ne en de som van de vakken moet 12 of hoger zijn. Een leerling wordt besproken: - bij twee x cijfer 5 of één x 4 in gekozen profiel; - indien er één tekort is bij Ne, En en Wi en de som van de vakken 17 is (voor leerlingen zonder wiskunde 11); - leerlingen met dyslexie die niet voldoen aan de overgangseis worden besproken. Eveneens komt een leerling in bespreking bij drie tekorten, dus bij de volgende cijfercombinaties: - drie x 5; - één x 5 en één x 4; - één x 3. In de overige gevallen wordt een leerling niet bevorderd. Ter verduidelijking: bij twee tekorten bij Ne, En, Wi volgt een afwijzing. Voor alle leerlingen geldt dat het vak Lichamelijke Opvoeding, afgesloten moet zijn met een V (= voldoende) of G (= goed). Een leerling met een O (= onvoldoende) voor een portfolio moet in de gelegenheid gesteld worden om voor de laatste rapportvergadering het betreffende vak positief af te ronden

9 Voor de overstap van havo 3 naar mavo 4 geldt het volgende: De leerling is per definitie een bespreekgeval. Leerling moet in principe voldoen aan de normering mavo 3 mavo 4. We houden de volgende norm aan als cijferindicatie: elk vak het cijfer x 0, Bevordering van havo 4 naar havo 5: - alle cijfers 6 of hoger; - één x 5, rest 6 of hoger; - één x 4, rest 6 of hoger en 6 gemiddeld; - twee x 5 of één x 5 en één x 4 mits de andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde 6,0 is. Naast deze eis moet de som van de vakken Ne, En, Wi 18 of hoger zijn met maximaal één tekort bij deze vakken. Een leerling wordt besproken indien: - indien er één tekort is bij Ne, En en Wi en de som van de vakken 17 is (voor leerlingen zonder wiskunde 11); - indien er twee tekorten (cijfer 4) zijn voor één van de vakken Ne, En, Wi; - de leerling wel voldoet aan bovenstaande eisen, maar er geen 6,0 gemiddelde is; - een leerling komt ook in bespreking met een 3 en een 6,0 gemiddeld; - leerlingen met dyslexie die niet voldoen aan de overgangseis worden besproken. In de overige gevallen wordt een leerling niet bevorderd. Ter verduidelijking: bij twee tekorten (twee x 5) bij Ne, En, Wi volgt een afwijzing. Daarnaast moet voor CKV en LO een voldoende of goed zijn behaald. Voor het vak CKV geldt dat het voor de overgang gewoon meetelt, maar niet als compensatie vak meetelt. Indien een leerling blijft zitten in havo 4 hoeft hij de vakken CKV en MIJ niet opnieuw te doen, mits ze voldoende zijn afgesloten, maar het mag wel. Behaalde SE cijfers vervallen, tenzij een sectie anders beslist. Bevordering van havo 5 naar vwo 5 is mogelijk als aan alle voorwaarden wordt voldaan: - de leerling mag geen onvoldoende cijfer op het CE hebben; - gemiddeld eindcijfer is 7,0; - positief advies van decaan, teamcoördinator en docenten wordt meegewogen in de beslissing; - overstap moet mogelijk zijn afhankelijk van het profiel en na verplicht overleg met de decaan. Eventuele vrijstelling Informatica - Maatschappijleer Indien een leerling van havo 5 naar vwo 5 overstapt kan er vrijstelling worden verleend voor Informatica en/of Maatschappijleer mits deze vakken met een onafgeronde 7,5 of hoger zijn afgesloten. Daarna wordt de omrekenfactor (cijfer -2 gedeeld door 0,8) toegepast. De leerling heeft altijd het recht het vak opnieuw te volgen en daarmee het cijfer te verbeteren

10 vwo-regulier Bevordering van vwo 3 naar vwo 4: - geen tekorten; - één x 4 (mits niet in het profiel en niet bij Ne, En, Wi); - één x 5; - twee x 5 waarvan er maximaal één in het gekozen profiel mag zitten; - de som van de vakken Ne, En, Wi is 18 of hoger met maximaal één tekort bij deze vakken. Voor bevordering van gymnasium 3 naar gymnasium 4 mag een leerling maximaal één tekort voor de Klassieke Talen hebben. Een leerling wordt besproken bij de volgende cijfercombinaties: - bij twee x cijfer 5 of één x 4 in gekozen profiel; - indien er één tekort is voor Ne, En, Wi en de som van de vakken 17 is; - leerlingen met dyslexie die niet voldoen aan de overgangseis worden besproken. Eveneens komt een leerling in bespreking bij drie tekorten, dus bij de volgende cijfercombinaties: - drie x 5; - één x 5 en één x 4; - één x 3. In de overige gevallen wordt een leerling niet bevorderd. Ter verduidelijking: bij twee tekorten bij Ne, En, Wi volgt een afwijzing. Voor alle leerlingen geldt dat het vak Lichamelijke Opvoeding, afgesloten moet zijn met een V (= voldoende) of G (= goed). Een leerling met een O (= onvoldoende) voor een portfolio moet in de gelegenheid gesteld worden om voor de laatste rapportvergadering het betreffende vak positief af te ronden. Bevordering van vwo 3 naar havo 4: De leerling is per definitie een bespreekgeval. Leerling moet in principe voldoen aan de normering havo 3 havo 4. We houden de volgende norm aan als cijferindicatie: elk vak het cijfer x 0, Bevordering van vwo 4 naar vwo 5: - alle cijfers 6 of hoger - één x 5, rest 6 of hoger - één x 4, rest 6 of hoger en 6,0 gemiddeld - twee x 5 of één x 5 en één x 4 mits de andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde 6,0 is. Naast deze eis moet de som van de vakken Ne, En, Wi 18 of hoger zijn met maximaal één tekort bij deze vakken. Een leerling wordt besproken indien: indien er één tekort is voor Ne, En, Wi en de som van de vakken 17 is; indien er twee tekorten (cijfer 4) zijn voor één van de vakken Ne, En, Wi; de leerling wel voldoet aan bovenstaande eisen, maar er geen 6.0 gemiddelde is; een leerling komt ook in bespreking met een 3 en een 6,0 gemiddeld; leerlingen met dyslexie die niet voldoen aan de overgangseis worden besproken

11 In de overige gevallen wordt een leerling niet bevorderd. Ter verduidelijking: bij twee tekorten (twee x 5) bij Ne, En, Wi volgt een afwijzing. Binnen de overgangsnorm tellen mee: - alle vakken van het gemeenschappelijke deel in het vierde leerjaar; - alle vakken van het profieldeel; - de examenvakken van het vrije deel; - het vak CKV telt wel mee voor de overgang, maar telt niet mee als compensatie. Bevordering van vwo 4 naar havo 4: De leerling is per definitie een bespreekgeval. Leerling moet in principe voldoen aan de normering havo 3 havo 4. We houden de volgende norm aan als cijferindicatie: elk vak het cijfer x 0, Bevordering van vwo 5 naar vwo 6: - alle cijfers 6 of hoger - één x 5, rest 6 of hoger - één x 4, rest 6 of hoger en 6,0 gemiddeld - twee x 5 of één x 5 en één x 4 mits de andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde 6,0 is. Naast deze eis moet de som van de vakken Ne, En, Wi 18 of hoger zijn met maximaal één tekort bij deze vakken. Een leerling wordt besproken indien: indien er één tekort is voor Ne, En, Wi en de som van de vakken 17 is; indien er twee tekorten (cijfer 4) zijn voor één van de vakken Ne, En, Wi; de leerling wel voldoet aan bovenstaande eisen, maar er geen 6.0 gemiddelde is; een leerling komt ook in bespreking met een 3 en een 6.0 gemiddeld; leerlingen met dyslexie die niet voldoen aan de overgangseis worden besproken. In de overige gevallen wordt een leerling niet bevorderd. Ter verduidelijking: Bij twee tekorten bij Ne, En, Wi volgt een afwijzing. Binnen de overgangsnorm tellen mee: - alle vakken van het gemeenschappelijke deel in het vijfde leerjaar; - alle vakken van het profieldeel; - de examenvakken van het vrije deel; - Het vak MIJ telt mee voor de overgang. Het gemiddelde van ANW (uit V4) en MIJ telt mee als compensatie; - CKV telt niet mee als compensatie, KCV wel. Bevordering van vwo 5 naar havo 5: De leerling is per definitie een bespreekgeval. Leerling moet in principe voldoen aan de normering havo 4 havo 5. We houden de volgende norm aan als cijferindicatie: elk vak het cijfer x 0,

12 vwo-tweetalig (tto) Bevordering van tto 2 naar tto 3: Automatische bevordering bij de volgende cijfercombinaties: - geen tekorten; - één x 5; - twee x 5 (niet bij Ne, En, Wi); - één x 4 (niet bij Ne, En, Wi); - de som van de kernvakken Ne, En, Wi is 18 of hoger met maximaal één tekort bij deze vakken. Voor bevordering van gymnasium 2 naar gymnasium 3 mag een leerling geen tekort voor de Klassieke Talen hebben. Een leerling wordt besproken bij de volgende cijfercombinaties: - drie x 5; - één x 5 en één x 4; - één x 3; - indien er één tekort is voor Ne, En, Wi en de som van de vakken 17 is; - leerlingen met dyslexie die niet voldoen aan de overgangseis worden besproken. In de overige gevallen wordt een leerling niet bevorderd. Ter verduidelijking: bij twee tekorten bij de kernvakken Ne, En, Wi volgt een afwijzing. Voor alle leerlingen geldt dat het portfolio bij de vakken Techniek, Lichamelijke Opvoeding, Muziek en Global Orientation afgesloten moet zijn met een V (= voldoende) of G (= goed). Een leerling met een O (= onvoldoende) voor een portfolio moet in de gelegenheid gesteld worden om voor de laatste rapportvergadering het betreffende vak positief af te ronden. De leerling moet minimaal een 6,0 voor Engels en voldoende voor de Skills (zie bijlage 2) hebben voor een overstap naar tto 3. Bij een besluit dat een leerling doubleert volgt altijd een bespreking of tto opnieuw gedaan kan worden. De overgangsvergadering beslist hierin. Bevordering van tto 3 naar tto 4: - geen tekorten; - één x 4 (mits niet in het profiel en niet bij Ne, En, Wi); - één x 5; - twee x 5 waarvan er maximaal één in het gekozen profiel mag zitten; - de som van de vakken Ne, En, Wi is 18 of hoger met maximaal één tekort bij deze vakken. Voor bevordering van gymnasium 3 naar gymnasium 4 mag een leerling maximaal één tekort voor de Klassieke Talen hebben. Een leerling wordt besproken bij de volgende cijfercombinaties: - bij twee x cijfer 5 of één x 4 in gekozen profiel; - indien er één tekort is voor Ne, En, Wi en de som van de vakken 17 is; - leerlingen met dyslexie die niet voldoen aan de overgangseis worden besproken. Eveneens komt een leerling in bespreking bij drie tekorten, dus bij de volgende cijfercombinaties: - drie x 5; - één x 5 en één x 4; - één x 3;

13 In de overige gevallen wordt een leerling niet bevorderd. Ter verduidelijking: bij twee tekorten bij Ne, En, Wi volgt een afwijzing. Voor alle leerlingen geldt dat het portfolio bij de vakken Lichamelijke Opvoeding en Global Orientation afgesloten moet zijn met een V (= voldoende) of G (= goed). Een leerling met een O (= onvoldoende) voor een portfolio moet in de gelegenheid gesteld worden om voor de laatste rapportvergadering het betreffende vak positief af te ronden. De leerling moet minimaal een 6,0 voor Engels en voldoende voor de Skills (zie bijlage 2) hebben voor een overstap naar tto 4. Bij een besluit dat een leerling doubleert volgt altijd een bespreking of tto opnieuw gedaan kan worden. De overgangsvergadering beslist hierin. Overstap van tto 3 naar vwo 4: Aandachtspunten: - een leerling die zelf wil stoppen met tto en over is volgens de overgangsnormen naar tto 4, is zonder discussie ook over naar vwo 4. - een leerling die zelf wil stoppen met tto en in de bespreekzone zit wat betreft overgang naar vwo 4 volgt de overgangsnormen van de gewone vwo. Het is dan aan de docenten van de Engelstalige vakken om te beoordelen of de cijfers van de leerling hoger waren geweest als het vak in de Nederlandstalige stroom was gevolgd. - als een leerling van het tto af moet i.v.m. een onvoldoende voor Engels moeten de docenten van de Engelstalige vakken (indien er twijfel bestaat over de overgang) bekijken of het cijfer van hun vak hoger was geweest indien het vak in de Nederlandstalige stroom was gevolgd. Overstap van tto 3 naar havo 4: De leerling is per definitie een bespreekgeval. Leerling moet in principe voldoen aan de normering havo 3 havo 4. We houden de volgende norm aan als cijferindicatie: Elk vak het cijfer x 0, Bevordering van tto 4 naar tto 5: - alle cijfers 6 of hoger; - één x 5 rest 6 of hoger; - één x 4 rest 6 of hoger en 6,0 gemiddeld; - twee x 5 of één x 5 en één x 4 mits de andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde 6,0 is. Naast deze eis moet de som van de vakken Ne, En, Wi 18 of hoger zijn met maximaal één tekort bij deze vakken. Een leerling wordt besproken indien: - indien er één tekort is voor Ne, En, Wi en de som van de vakken 17 is; - indien er twee tekorten (is cijfer 4) zijn voor één van de vakken Ne, En, Wi; - de leerling wel voldoet aan bovenstaande eisen, maar er geen 6,0 gemiddelde is; - een leerling komt ook in bespreking met een 3 en een 6,0 gemiddeld; - leerlingen met dyslexie die niet voldoen aan de overgangseis worden besproken; - de leerling moet een voldoende voor de Skills (zie bijlage 2) hebben voor een overstap naar tto 4. In de overige gevallen wordt een leerling niet bevorderd

14 Ter verduidelijking: bij twee tekorten (twee x 5) bij Ne, En, Wi volgt een afwijzing. Binnen de overgangsnorm tellen mee: - alle vakken van het gemeenschappelijke deel in het vierde leerjaar; - alle vakken van het profieldeel; - de examenvakken van het vrije deel. - GA en SPU tellen mee voor de overgang, maar niet als compensatie Bovendien telt het IB-cijfer mee als beslissend voor de overgang naar tto 5. Het IB-cijfer telt qua strafpunten niet mee in de overgangsregeling. Een leerling die een 4 voor dit IB-cijfer heeft, komt in de bespreekmarge. Er wordt dan besproken of de leerling wel of niet met tto verder mag. Net als in de onderbouw moet het cijfer voor het reguliere Engels minimaal een 6,0 zijn. Een leerling die een 3 of lager heeft mag niet verder in het tto. Als de rest van de cijfers in orde zijn kan de leerling wel bevorderd worden naar vwo 5. Bevordering van tto 5 naar tto 6: - alle cijfers 6 of hoger; - één x 5 rest 6 of hoger; - één x 4 rest 6 of hoger en 6,0 gemiddeld; - twee x 5 of één x 5 en één x 4 mits de andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde 6,0 is. Naast deze eis moet de som van de vakken Ne, En, Wi 18 of hoger zijn met maximaal één tekort bij deze vakken. Een leerling wordt besproken indien: - indien er één tekort is voor Ne, En, Wi en de som van de vakken 17 is; - indien er twee tekorten (cijfer 4) zijn voor één van de vakken Ne, En, Wi; - de leerling wel voldoet aan bovenstaande eisen, maar er geen 6,0 gemiddelde is; - een leerling komt ook in bespreking met een 3 en een 6,0 gemiddeld; - leerlingen met dyslexie die niet voldoen aan de overgangseis worden besproken. In de overige gevallen wordt een leerling niet bevorderd. Ter verduidelijking: bij twee tekorten (2 x 5) bij Ne, En, Wi volgt een afwijzing. Binnen de overgangsnorm tellen mee: - alle vakken van het gemeenschappelijke deel in het vijfde leerjaar; - alle vakken van het profieldeel; - de examenvakken van het vrije deel; - het vak SST telt mee voor de overgang, maar het gemiddelde van SPU (uit tto-4) en SST telt mee als compensatie. - GA telt mee voor de overgang, maar telt niet mee als compensatie, KCV wel. Bovendien telt het IB-cijfer mee als beslissend voor de overgang naar tto 6. Het IB-cijfer telt qua strafpunten niet mee in de overgangsregeling. Een leerling die een 4 voor dit IB-cijfer heeft, komt in de bespreekmarge. Er wordt dan besproken of de leerling wel of niet met tto verder mag. Net als in de onderbouw moet het cijfer voor het reguliere Engels minimaal een 6,0 zijn. Een leerling die een 3 of lager heeft mag niet verder in het tto. Als de rest van de cijfers in orde zijn kan de leerling wel bevorderd worden naar vwo

15 Ter informatie: Bijlage 1 (onder voorbehoud) De overgangsnormen zijn aangescherpt in verband met de aangescherpte exameneisen die gelden vanaf het schooljaar Hieronder staan de exameneisen: Voor mavo: Je bent geslaagd als: - Het gemiddelde van al je centraal examencijfers 5,5 of hoger is (tel al je centraal examencijfers bij elkaar op en deel dit door het aantal centrale examens die je hebt gedaan). - Lichamelijke opvoeding, je sectorwerkstuk (voor GL/TL) en het kunstvak uit het gemeenschappelijke deel voldoende of goed zijn. - Je voor het vak Nederlandse taal als eindcijfer een 5 of hoger hebt behaald. - Je eindcijfers ook aan de volgende eisen voldoen: - Al je eindcijfers zijn 6 of hoger, of - Je hebt één 5 en al je andere eindcijfers zijn 6 of hoger, of - Je hebt maximaal één 4 en al je andere eindcijfers zijn 6 of hoger, waarvan er ten minste één 7 of hoger is, of - Je hebt maximaal twee 5-en en al je andere eindcijfers zijn 6 of hoger, waarvan er ten minste één 7 of hoger is. - Geen eindcijfer is 3 of lager. - Voor de rekentoets moet minimaal een 4.5 behaald zijn, mits Nederlands een 6 is, anders moet voor Rekenen een 5,5 behaald zijn. Let op: om te slagen moet je dus aan alle eisen voldoen. Als je aan één van de eisen niet voldoet, ben je gezakt. Voor havo/vwo: Je bent geslaagd als je voldoet aan alle onderstaande 5 uitslagregels: Als je aan één van de eisen niet voldoet, ben je gezakt. 1. Het gemiddelde van al je centraal examencijfers 5,5 of hoger is (tel al je centraal examencijfers bij elkaar op en deel dit door het aantal centrale examens die je hebt gedaan) én 2. De vakken ckv en lichamelijke opvoeding voldoende of goed zijn én 3. Bij je eindcijfers in het rijtje Nederlands, Engels en wiskunde maar ten hoogste één 5 voorkomt (dus één 5 en verder 6 of hoger of alle drie 6 of hoger). Dit is de zogenaamde kernvakkenregel én 4.Voor de rekentoets moet minimaal een 4.5 behaald zijn en wordt niet meegerekend in de kernvakkenregel. Het cijfer van de rekentoets telt niet mee als cijfer bij punt 5 én 5. Je eindcijfers ook aan de volgende eisen voldoen: - Al je eindcijfers zijn 6 of hoger, of - Je hebt één 5 en al je andere eindcijfers zijn 6 of hoger, of - Je hebt één 4 en al je andere eindcijfers zijn 6 of hoger én het gemiddelde van al je eindcijfers is ten minste 6,0 of - Je hebt twee 5-en of één 5 en één 4 en al je andere eindcijfers zijn 6 of hoger én het gemiddelde van al je eindcijfers is ten minste 6,0 én - Geen eindcijfer is 3 of lager. NB: Het combinatiecijfer telt mee als cijfer bij punt 5, maar telt niet mee bij de berekening van het gemiddelde van de centraal examencijfers (dat tenminste een 5,5 moet zijn). Het combinatiecijfer mag geen 3 of lager zijn. Ook de afzonderlijke onderdelen van het combinatiecijfer mogen geen 3 of lager zijn. 15

16 Bijlage 2 Delft, september 2014 Beste leerling, Je zit dit jaar in een tto klas. Dat betekent dat je een keuze hebt gemaakt voor een moeilijke opleiding. Een opleiding die je uiteindelijk af wilt sluiten met je English IB diploma. Daarvoor is een grotere motivatie nodig dan voor de andere stromen. Je krijgt veel aangeboden maar er wordt ook veel van je verwacht. Voor alle tto leerlingen gelden dan ook extra beoordelingscriteria. Dit zijn de criteria voor klas 1 t/m 4, dus tot aan de start van het IB programma. Die zijn voortgekomen uit de eisen die het Europees Platform in de Standaard voor het Tweetalig Onderwijs stelt aan de vaardigheden en houding (skills) die van een leerling die zich voor de tto stroom heeft aangemeld verwacht mogen worden. De belangrijkste reden voor het gebruik van deze criteria is dat het zonder extra inzet vrijwel onmogelijk is dat je uiteindelijk voor het IB examen zal kunnen slagen. En dat is toch het doel waarmee je aan de tto opleiding begonnen bent. Met deze criteria kan de motivatie goed in beeld worden gebracht en kan een passend advies worden uitgebracht over het wel of niet voortzetten van de tto opleiding. Gedurende het schooljaar zal je uiteraard zoals alle leerlingen cijfermatig beoordeeld worden en gelden de standaard overgangsnormen voor jouw leerjaar. Voor tto leerlingen komt daarbij dat voor het vak Engels een 6,0 of hoger gehaald moet zijn (een naar een 6 afgeronde 5,7 is dus niet voldoende!) Verder word je gedurende het hele schooljaar beoordeeld op je motivatie en inzet, zowel binnen de lessen als daarbuiten (denk aan theaterbezoek, reizen etc.). Heel belangrijk zal daarbij het gebruik van Engels zijn. Niet zozeer hoe goed je erin bent, dat komt immers tot uitdrukking in de cijfers, maar of je probeert zoveel mogelijk Engels te spreken waar dat vereist is. Dat wil zeggen: tijdens alle tto lessen en alle aan tto gerelateerde activiteiten. In het bijbehorende schema kan je precies zien waar op gelet wordt bij de beoordeling. De beoordelingen lopen volgens het Britse systeem van E (laagst) tot A (hoogst). De beoordelingen worden gegeven door al je begeleidende docenten in het schooljaar. Er is een aparte kolom voor de beoordeling van voor buitenschoolse activiteiten (b.v reizen). Zowel categorie A als categorie B wordt beoordeeld door alle tto docenten van wie je les hebt of de begeleiders van de activiteiten. Je krijgt dan uiteindelijk voor elk van de twee criteria één letter: een gemiddelde van de individuele beoordelingen. Scoor je in klas 1 tto voor alles een C of hoger dan mag je doorgaan met je tto opleiding. In klas 2 tto word je met 1xC of hoger bevorderd, 2xC is bespreken, 1xD of lager is afwijzen. In klas 3+4 tto word je bevorderd als alles B of hoger is, 1xC is bespreken, 2xC of lager is afwijzen. In alle andere gevallen moet je onherroepelijk stoppen met je tto opleiding. Tweemaal per schooljaar (bij het decemberrapport en het prognoserapport) zie je bij je rapport wat de stand van zaken is, bij het eindrapport volgt de definitieve beoordeling. Het tto team 16

17 Assessment criteria for the use of English and motivation for bilingual students (applicable to all students in year 1-4) Will be used as a decisive criterion together with the marks E (--) D (-) C (+/-) B (+) A (++) A Use of English * Only uses English when asked to Uses a mixture of English and Dutch Interacts regularly in English Interacts mostly in English (incl. fellow students) Interacts in English all the time (incl. fellow students) B Motivation and perseverance Relies on Dutch Seldom shows interest Mostly relies on Sometimes shows interest Regularly shows interest Sometimes relies on Dutch Shows interest most of the time Seldom relies on Dutch Shows interest all the time * Seldom completes a task Sometimes Regularly Completes a task Completes a task Pupils are expected to speak English during all bilingual classes and all bilingual activities in or outside of the school. Juli 2015