Bachelorscriptie Orthopedagogiek: De rol van ouders en leeftijdsgenoten in de seksuele ontwikkeling. Miriam C.L. Maan ( )

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bachelorscriptie Orthopedagogiek: De rol van ouders en leeftijdsgenoten in de seksuele ontwikkeling. Miriam C.L. Maan (6116213)"

Transcriptie

1 Bachelorscriptie Orthopedagogiek: De rol van ouders en leeftijdsgenoten in de seksuele ontwikkeling Miriam C.L. Maan ( ) Inleverdatum: 20 januari 2013 Docent: Eddy de Bruyn Aantal woorden:

2 Abstract Er is onderzoek gedaan naar de invloed van ouders en peers op de seksuele ontwikkeling. In onderzoek naar ouders komt naar voren dat er verschillende opvoeddimensies zijn; ondersteuning, controle en monitoring. Dit onderzoek bekijkt de invloed van de verschillende opvoeddimensies en peers op de seksuele ontwikkeling. Het blijkt dat hogere scores op ondersteuning en monitoring in verband worden gebracht met later beginnen aan geslachtsgemeenschap, beter beschermingsgedrag en positievere seksualiteitsbeleving. Een hoge mate van controle daarentegen, heeft een tegengestelde relatie. Peers creëren sociale normen, welke invloed hebben op de seksuele ontwikkeling. Het blijkt dat ouders de invloed van peers kunnen matigen. Er is behoefte aan onderzoek dat beide factoren in acht neemt en daarbij kijkt naar verschillen in seksuele ontwikkeling tussen de geslachten en op verschillende leeftijden. 2

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding Seksuele ontwikkeling Seksuele ervaringen Beschermingsgedrag Seksuele beleving Samenvatting Ouders De conceptualisering van opvoeding Configurationele benadering Autoritaire opvoeding Autoritatieve opvoeding Permissieve opvoeding Nalatige opvoeding Dimensionele benadering Ondersteuning Controle Monitoring Conclusie Opvoeding en seksuele ontwikkeling Ondersteuning Ondersteuning en seksuele ervaringen Ondersteuning en beschermingsgedrag Ondersteuning en seksuele beleving Samenvatting ondersteuning Controle Controle en seksuele ervaringen Controle en beschermingsgedrag Controle en seksuele beleving Samenvatting controle

4 Monitoring Monitoring en seksuele ervaringen Monitoring en beschermingsgedrag Monitoring en seksuele beleving Samenvatting monitoring Conclusie Leeftijdsgenoten Belang van leeftijdsgenoten De theorie van Harris: Group Socialization Theory De evolutionair-psychologische theorie van Buss & Schmitt:Sexual Strategies Theory Conclusie Leeftijdsgenoten en seksuele ontwikkeling Leeftijdsgenoten en seksuele ervaringen Leeftijdsgenoten en beschermingsgedrag Leeftijdsgenoten en seksuele beleving Samenvatting leeftijdsgenoten Ouders en leeftijdsgenoten Conclusie Discussie Literatuur

5 De rol van ouders en leeftijdsgenoten in de seksuele ontwikkeling Miriam C.L. Maan, januari Inleiding Seksueel gedrag is een ontwikkeling die al vroeg begint (bij peuters) en het gehele leven doorgaat (Gijs, Gianotten, Vanwesenbeeck, & Weijenborg, 2009). Daarnaast bouwen kinderen van jongs af aan kennis op over het verschil in geslacht, omgangsvormen, rolvervulling en seksualiteit. Hoe deze twee ontwikkelingslijnen verlopen, verschilt per individu (Friedrich, Grambsch, Broughton, Kuiper, & Beilke, 1991). De grootste lichamelijke en geestelijke ontwikkelingen vinden plaats tijdens de adolescentie, wanneer men in de puberteit komt. Tijdens de puberteit ontwikkelen secundaire geslachtskenmerken, vindt fysieke groei plaats, is er sprake van identiteitsontwikkeling, worden relaties tussen ouders en leeftijdsgenoten herschikt en vindt groei in cognitieve capaciteiten plaats (Dekovic, Noom, & Meeus, 1997 in De Graaf, 2005). Deze ontwikkelingen zijn een signaal, welke het vermogen om goede genen door te kunnen geven markeert, zoals dat in de evolutie van belang is (Thornhill & Gangestad, 1996). Tijdens de adolescentie worden verschillende seksuele ervaringen opgedaan, jongeren moeten leren waar hun grenzen liggen en hoe dit duidelijk gemaakt kan worden aan de sekspartner, jongeren moeten leren hoe seksueel contact plezierig verloopt en hoe negatieve gevolgen van seks voorkomen kunnen worden. Jongeren maken zich een seksuele identiteit eigen en de lichamelijke en seksuele verlangens worden verkend. Onderzoek toont aan, dat er grote individuele verschillen bestaan bij jongeren in de beleving, ervaringen en gevoelens met betrekking tot seksualiteit (De Graaf, Vanwenseneeck, Woer & Meeus, 2009). Zo blijkt uit onderzoek van De Graaf, Meijer, Poelman en 5

6 Vanwesenbeeck (2005), dat één op de tien 14-jarigen reeds geslachtsgemeenschap heeft gehad. Aan de andere kant van dit spectrum kan men 19-jaren vinden die geen seksuele ervaring hebben. Onderzoek naar factoren die invloed hebben op deze individuele verschillen in seksuele ontwikkeling, heeft zich gericht op twee sociale invloeden: ouders en peers. De ouderlijke opvoeding wordt in de bestaande literatuur aangemerkt als een belangrijke beïnvloedende factor bij de seksualiteitsontwikkeling van kinderen. Vermeire (2005) stelt dat dit komt, omdat het gezin als socialisatie-instrument wordt gezien waar via de opvoeding waarden, normen, kennis en omgangsvormen worden doorgegeven. Onderzoek naar opvoeding laat twee dominante stromingen zien, de configurationele benadering, die uitgaat van het bestaan van verschillende opvoedstijlen en de dimensionele benadering, die uitgaat van opvoeddimensies. Beide benaderingen hebben een verschillende theoretische invalshoek en zijn gebaseerd op verschillende assumpties. Met name onderzoek aan de hand van dimensies wordt binnen onderzoek toegepast (Darling & Steinberg, 1993). Onderzoek heeft samenhang aangetoond tussen opvoeding en seksuele ervaringen (zoals de leeftijd waarop aan geslachtsgemeenschap wordt begonnen), seksuele beleving en beschermingsgedrag (De Graaf et.al., 2005). Echter, er bestaan theorieën die opvoeding niet zien als de dominante factor die de seksuele ontwikkeling van kinderen beïnvloedt. Harris publiceerde een boek (1998) waarin zij stelt dat het gedrag van kinderen eerder bepaald wordt door het gedrag van hun vrienden, door hun peergroup. Kinderen identificeren zich met hun vrienden, in plaats van met hun ouders, en passen hun gedrag aan om te passen binnen hun peergroup. Op deze wijze wordt het karakter en het gedrag van het kind bepaald. Het belang van de peergroup wordt door verschillende onderzoeken in verband gebracht met seksuele ontwikkeling, zo zijn er onderzoeken die verbanden aantonen tussen sociale normen over seksualiteit binnen een peergroup en seksuele activiteiten (Fraser, 1997). Jongeren zijn eerder geneigd seksueel actief te worden, wanneer hun vrienden dit ook zijn (Bauermeister et.al.,2009). 6

7 Bovenstaande maakt duidelijk dat er sprake is van twee stromingen die beide een verschillende factor als dominant zien op seksuele ontwikkeling: ouders of peers. In dit onderzoek wordt getracht een theoretische achtergrond voor de invloed van ouders en peers op de seksuele ontwikkeling te creëren om deze te vergelijken met de vraag: Welke rol spelen ouders en peers bij seksuele ontwikkeling van jongeren? Hypothese is, dat het uitmaakt welke opvoeddimensie je als ouder toepast, gezien verwacht wordt dat elke een ander effect op de seksuele ontwikkeling heeft. De tweede hypothese is, dat er invloed is van peers. Dit wordt verwacht gezien zij sociale normen vormen, welke het seksuele gedrag beïnvloedt. Het begrijpen van invloeden op seksuele ontwikkeling tijdens de adolescentie, is van groot belang aangezien het onmiddellijke en blijvende gevolgen kan hebben voor de algehele gezondheid. Inzicht in de sociale invloeden die een rol spelen bij deze besluitvorming kan inzicht bieden voor het ontwikkelen van doeltreffende gezondheidsinterventies. Dit onderzoek levert een bijdrage aan de bestaande literatuur, omdat het een overzicht geeft van de invloed van zowel ouders als peers op de seksualiteitsontwikkeling. Bovendien bekijkt het meerdere factoren die een onderdeel zijn van de seksualiteitsontwikkeling. Er wordt in dit onderzoek namelijk gekeken naar seksuele ervaring, beschermingsgedrag en seksuele beleving. In het eerste hoofdstuk zal worden uitgelegd wat er onder de seksuele ontwikkeling wordt verstaan en waarom er naar de drie genoemde factoren zal worden gekeken. In het tweede hoofdstuk zal worden ingegaan op de invloed van ouders hierop is en het vierde hoofdstuk zal ingaan op de invloed van peers. In hoofdstuk vijf zullen beide invloeden worden vergeleken. Ten slotte zullen in hoofdstuk zes beperkingen van dit onderzoek en suggesties voor vervolgonderzoek aan bod komen. 7

8 2. Seksuele ontwikkeling Om theorieën over invloed van ouders en peers op seksualiteitsontwikkeling te bekijken zal eerst worden besproken wat onder seksuele ontwikkeling wordt verstaan. De seksuele ontwikkeling is een ontwikkeling die begint bij het leren kennen van het eigen lichaam en het ervaren van lichamelijk plezier. Deze ervaringen worden al opgedaan in de babytijd, maar zonder de seksuele gevoelens die vanaf de puberteit aan de orde komen. Seksuele ontwikkeling is van belang voor de voortplanting, voor de bevestiging van relaties en voor het beleven van plezier. Seksualiteit is in de meeste culturen verbonden met regels en taboes, zoals bijvoorbeeld met betrekking tot homoseksualiteit (Doef, 2004). Seksuele ontwikkeling vindt plaats op biologisch en op psychologisch gebied. Verschillende ontwikkelingstheorieën onderscheiden hierin fases. Zo onderscheidt Freud de orale fase, anale fase, fallische fase, latente fase en genitale fase (Gijs et.al., 2009) en bestaan er theorieën aan de hand van fasen die voorafgaan aan geslachtsgemeenschap (Pedersen, Samuelsen, & Wichstrom, 2003). Tijdens een fase doet men verschillende ervaringen op en vindt psychologische en biologische ontwikkeling plaats. Zo ontwikkelt bijvoorbeeld de genderidentiteit, seksuele responsiviteit en het vermogen om intieme relaties aan te gaan (Gijs, et.al., 2009). De kijk op seksuele ontwikkeling aan de hand van fases is belangrijk, omdat het mogelijkheden biedt om te vergelijken bijvoorbeeld wat betreft moment en de snelheid waarmee ze worden doorlopen (Pedersen, Samuelsen, & Wichstrom, 2003). Deze verschillen ontstaan, omdat de seksuele ontwikkeling afhankelijk is van biologische mechanismen, ervaringen die de jongere opdoet en zijn of haar houding en beleving van seksualiteit (De Graaf, et.al., 2009). Wanneer men naar de seksuele ontwikkeling kijkt vanuit een pedagogisch perspectief, hebben ouders en peers geen directe invloed op biologische mechanismen, gezien hier met name een erfelijke component voor van belang is. Dit onderzoek richt zich daar niet op, maar 8

9 wel op de overige drie aspecten; ervaring, houding en beleving. Een groot aantal studies rapporteert samenhang tussen opvoeding of invloed van peers en seksuele ervaringen, beschermingsgedrag en seksuele beleving. In dit onderzoek zullen deze onderzoeken worden besproken. Hiervoor zal ten eerste een uitleg worden gegeven over de definitie van de drie genoemde aspecten Seksuele ervaringen De eerste term die behandeld wordt in het kader van de seksuele ontwikkeling, is seksuele ervaring. Jongeren doen seksuele ervaring procesmatig op in stappen. Dit stappenproces wordt de seksuele carrière genoemd en verwijst naar de volgorde waarin respectievelijk de stappen tongzoenen, voelen en strelen onder de kleren, naakt vrijen en coïtus worden gezet. De seksuele carrière verschilt in de snelheid waarmee deze stappen worden ondernomen en de leeftijd waarop dit gedaan wordt. Meestal duurt het drie tot vier jaar (beginnend op een leeftijd van 12 jaar (meisjes) of 14 jaar (jongens)) voordat men de laatste stap, geslachtsgemeenschap, zet. Ondanks dat seksuele ervaring in stappen kan worden onderscheiden, richt het overgrote deel van het onderzoek zich enkel op de timing van de eerste keer (De Graaf, et al., 2009). Gezien de beschikbare literatuur, wordt seksuele ervaring op dezelfde manier gemeten in huidig onderzoek Beschermingsgedrag De tweede term waar naar wordt gekeken is beschermingsgedrag. Beschermingsgedrag is de mate waarin jongeren zich beschermen tegen SOA s en HIV (De Graaf et al., 2009). Beschermingsgedrag wordt bepaald door het kennisniveau en de houding ten opzichte van anticonceptie, zwangerschap en seksuele ziekten. De meest gebruikte methoden door jongeren zijn het condoom en de pil. Onderzoek naar beschermingsgedrag maakt meestal het 9

10 onderscheid tussen anticonceptiegebruik en condoomgebruik (Gijs et al., 2004). Dit zal in dit onderzoek niet anders zijn Seksuele beleving Ten slotte is het derde aspect van de seksuele ontwikkeling de seksualiteitsbeleving. Seksuele beleving is het vermogen om emotioneel met seksualiteit om te kunnen gaan. Het gaat hierbij met name om gevoelens rondom de eigen seksualiteit en de partner interactie (De Graaf et al., 2009) Samenvatting Seksuele ontwikkeling is een ontwikkeling die de mens in staat stelt zich voort te planten, intiem te zijn en te genieten. De seksuele ontwikkeling doorloopt verschillende fasen waarbinnen veranderingen plaatsvinden op biologisch en psychologisch gebied. Ouders en peers kunnen invloed hebben op seksuele ervaringen, beschermingsgedrag en seksuele beleving. Deze drie aspecten worden in literatuur over opvoeding en peers in relatie tot seksualiteit tevens onderscheiden en zullen tezamen de seksuele ontwikkeling representeren. 10

11 3. Ouders Dit hoofdstuk zal eerst ingaan op opvoeding in het algemeen, ten tweede zal het verbanden met seksuele ervaringen, seksuele beleving en beschermingsgedrag bespreken De conceptualisering van opvoeding Ouders verschillen in de manier waarop ze hun kinderen opvoeden. In de literatuur bestaan er verschillende definities van opvoeding. Zo wordt volgens Groenendaal en Deković (2000) opvoeding gedefinieerd als: het gedrag dat de primaire verzorgers vertonen in de dagelijkse omgang met hun kind, dat expliciet gericht is op het kind. Kok (1991) definieert het als een proces waarbij de opvoeder een klimaat schept dat de persoonlijkheidsgroei bevordert en leefsituaties zo hanteert dat die optimale kansen bieden op zelfontplooiing bij het kind. In de literatuur over opvoeding komen twee benaderingen naar voren. Voorheen werd de invloed van opvoeding op het kind onderzocht vanuit een configurationele benadering, recenter onderzoek gaat uit van een dimensionele benadering. Hieronder zullen beide stromingen worden besproken Configurationele benadering Baumrind (1966) is de grondlegger van de configurationele benadering van opvoeding. Baumrind classificeerde het ouderlijke gedrag aan de hand van vier basiselementen: responsiviteit versus nonresponsiviteit en controlerend versus niet controlerend. Baumrind leidde aan de hand van deze factoren drie soorten opvoedingsstijlen af; de autoritaire opvoedingsstijl, de autoritatieve opvoedingsstijl en de permissieve opvoedingsstijl (Baumrind, 1973). 11

12 Autoritaire opvoeding Autoritaire opvoeding is een bestraffende opvoedingsstijl (controlerend) waarin ouders hun kinderen leren om hun aanwijzingen op te volgen en om hun werk en inspanning te respecteren (Maccoby & Martin, 1983). Autoritaire opvoeding staat bekend om een lage ouderlijke responsiviteit en hoge ouderlijke eisen; de ouders hebben de neiging om gehoorzaamheid te eisen zonder opgave van reden. Autoritaire ouders straffen sneller en meer en kunnen onafhankelijk gedrag minder waarderen. Kinderen ontwikkelen hierdoor weinig zelfvertrouwen en/of sociale competentie Autoritatieve opvoeding Autoritatieve ouders scoren daarentegen hoog op beide dimensies (Maccoby & Martin, 1983). Gezaghebbende opvoeders moedigen hun kinderen aan om onafhankelijk te zijn, maar hanteren hierbij wel controle en leggen beperkingen op wat betreft hun acties. Opvoeding gaat uit van geven-en-nemen en de ouders proberen warm te zijn in de richting van het kind (Gray, 2011). Dit houdt in dat zij affectief zijn en steun bieden waar dat nodig is. Deze manier van opvoeden stimuleert het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid van het kind Permissieve opvoeding Permissieve ouders vinden het minder nodig dat kinderen zich passend gedragen, ze zijn dan ook toegevend en begripvol. Santrock (2007) veronderstelt dat deze ouders zeer betrokken zijn bij hun kinderen, maar weinig van hen eisen of controleren. Dit komt omdat zij zichzelf als gelijkwaardig aan hun kinderen zien. Zij accepteren veel van hun kinderen en stellen geen grenzen. Kinderen vertonen impulsief gedrag en kunnen slecht met emoties omgaan. In 1983 werden door Maccoby en Martin deze drie stijlen uitgebreid met een vierde. 12

13 Nalatige opvoeding Nalatige ouders zijn niet veeleisend (controlerend) en weinig responsief (Gray, 2011). De ouders zijn laag in warmte en controle en zijn over het algemeen niet betrokken bij het leven van hun kind. Ook stellen zij weinig grenzen (Maccoby & Martin, 1983). Ze investeren weinig tijd en energie in hun kinderen en zijn niet geïnteresseerd in wat hun kinderen doen, meemaken of voelen. Kinderen worden snel volwassen en kunnen emotioneel teruggetrokken zijn. Bovenstaande maakt duidelijk dat er vier opvoedingsstijlen bestaan. In Figuur 1 worden de vier opvoedingstijlen schematisch weergegeven volgens de dimensies van responsiviteit en controle (Maccoby & Martin, 1983). 13

14 Dimensionele benadering In de literatuur vindt een verschuiving plaats van een configurationele benadering naar een dimensionele benadering. Hier zijn verschillende redenen voor. Ten eerste nam Baumrind individuele verschillen in de effecten van opvoedstijl op gedrag niet in rekening. Ten tweede was er behoefte aan een preciezere beschrijving van ouderlijk opvoedgedrag om communicatie en onderzoek te vergemakkelijken. Zo is in onderzoek informatie nodig over welke dimensie van opvoedstijl het aspect van de ontwikkeling precies beïnvloedt, onderzoeken vanuit stijlen geeft hierbij onvoldoende informatie. Het is daarom zowel voor praktische als theoretische redenen makkelijker om over dimensies te praten (Darling & Steinberg, 1993). De nadruk binnen de dimensionele benadering ligt op dimensies, in plaats van op configuraties. Aan de dimensies die uit de configurationele benadering naar voren komen, werd de dimensie monitoring toegevoegd. Tevens wordt responsiviteit ondervangen onder een breder begrip; ondersteuning. Op deze wijze bestaan drie dimensies die opvoeding beschrijven: ondersteuning, controle en monitoring. Deze indeling wordt tevens aangehouden in recent onderzoek in relatie met seksualiteit (bijv. De Graaf et al., 2009). Onderstaande tekst geeft een beschrijving van de opvoedingsdimensies Ondersteuning Ondersteuning, de eerste dimensie, houdt in, dat ouders proberen om individualiteit, zelfregulatie en zelfverzekerdheid van hun kind te stimuleren door aanwezig en ondersteunend te zijn en mee te gaan in de behoeften en vragen van het kind (Baumrind, 1991). Onderzoek naar de mate van ondersteuning van ouders loopt sterk uiteen. Er worden onder deze noemer verschillende zaken gemeten zoals affectie, responsiviteit, saamhorigheid, betrokkenheid, steun, verbondenheid en communicatie. Ook wordt regelmatig in het 14

15 algemeen naar de kwaliteit van de relatie gekeken (De Graaf, 2007). Ondersteuning door de ouders wordt over het algemeen als een beschermende factor beschouwd (Groenendaal & Dekovic, 2000) Controle De tweede dimensie is controle. Controle is het gedrag van ouders dat er op gericht is om gedrag van het kind in een door de ouders gewenste richting te sturen (De Graaf et al., 2009). Controle is ook een begrip dat op uiteenlopende manieren is gemeten. Het heeft zowel betrekking op de hoeveelheid regels die de ouders hanteren, de strategieën die ouders toepassen om controle te houden over hun kinderen, de mate van vrijheid die de kinderen krijgen (De Graaf, 2007), de betrokkenheid van de kinderen bij belangrijke beslissingen en de mate waarin kinderen de ouders als streng ervaren (De Graaf et al., 2009) Monitoring De kennis die ouders hebben van het gaan en staan van het kind is een derde dimensie van de opvoeding (De Graaf, 2007). Volgens Kerr en Stattin (2000) zijn twee monitorstrategieën mogelijk. Allereerst kunnen ouders direct vragen stellen aan hun kinderen over hun vrijetijdsbesteding, schoolervaringen of vrienden. Ten tweede, kunnen ouders expliciete regels opstellen over welke informatie de kinderen moeten geven, voordat ze bepaalde activiteiten ondernemen. Er kan bijvoorbeeld van kinderen worden geëist dat ze vertellen met welke vrienden ze uitgaan. Kennis wordt op deze manier verkregen op het initiatief van de ouders, echter meestal is zo dat de kinderen uit zichzelf vertellen waar ze naar toe gaan en met wie (De Graaf et al., 2009) Conclusie In de literatuur bestaan twee manieren volgens welke men de opvoeding kan beschrijven. De configurationele benadering en de dimensionele benadering. De configurationele benadering onderscheidt vier opvoedingsstijlen; de autoritaire, de 15

16 autoritatieve, de permissieve en de nalatige opvoedstijl. Autoritaire ouders stellen veel regels en eisen aan hun kind, ze zijn weinig responsief. Autoritatieve ouders daarentegen hebben veel aandacht voor de behoeften en wensen (responsief) van hun kind en stellen duidelijke regels. Daar tegenover staan nalatige ouders, die weinig warmte en steun bieden en weinig regels stellen. Toegeeflijke ouders hebben veel aandacht voor de wensen en behoeften van hun kind en geven het bijna altijd zijn zin. De dimensionele benadering van opvoeding gaat uit van drie opvoeddimensies: ondersteuning, controle en monitoring. Ouders die ondersteunend zijn, stimuleren individualiteit, zelfregulatie en zelfverzekerdheid van het kind. Controle heeft betrekking op de hoeveelheid regels die ouders opstellen en de vrijheid die het kind krijgt. Monitoring is de hoeveelheid kennis die ouders hebben van het kind, bijvoorbeeld over uitgaansgedrag of bezoek aan vrienden. Er wordt in onderzoek naar opvoeding uit praktische en theoretische redenen, naar de drie genoemde dimensies gekeken, omdat individuele verschillen in de effecten van opvoeding zo specifieker bekeken kunnen worden. Dat zal in dit onderzoek ook zo zijn. 16

17 3.2 Opvoeding en seksuele ontwikkeling In hier volgende paragrafen zal achtereenvolgens worden ingaan op de samenhang tussen steun, controle en monitoring met seksuele ervaring, beschermingsgedrag (anticonceptie- en condoomgebruik) en seksuele beleving (positieve gevoelens, vaardigheden in seksuele interacties) Ondersteuning In onderstaande paragraaf zal de opvoeddimensie ondersteuning worden behandeld. Er zal worden gekeken hoe ouders die ondersteuning bieden, invloed hebben op de drie genoemde aspecten van de seksualiteitsontwikkeling Ondersteuning en seksuele ervaringen Het overgrote deel van het onderzoek wat ouderlijke ondersteuning in verband brengt met seksuele ervaring wijst erop dat kinderen die meer ouderlijke steun ervaren, minder ervaring met geslachtsgemeenschap hebben en/of de geslachtsgemeenschap op een latere leeftijd hebben (De Graaf et.al., 2009). Zo vonden Lammers en anderen (2000) aan de hand van vragenlijstonderzoek dat 35% van de 13- en 14-jarige meisjes die weinig ondersteuning ervoeren, ervaring met geslachtsgemeenschap had, tegenover 15% van de 13- en 14-jarige meisjes die dit gevoel wel hadden. Onderzoek dat kijkt naar verbondenheid met de ouders, samenhang van een gezin, de mate van affectie en de tevredenheid over de relatie met de ouders, vindt gelijke relaties (Resnick et al., 1997; Paul et al., 2000). Zo toonde vragenlijstonderzoek van Pedersen, Samuelsen & Wichstrøm (2003) aan, dat bij weinig affectie in een gezin, de gemiddelde leeftijd van de eerste keer voor jongens 17,1 jaar (tegenover 18,1 bij veel affectie) en voor meisjes 16,9 jaar was (tegenover 17,5). 17

18 Onderzoek van Lammers en anderen (2000) laat tevens zien, dat de samenhang tussen ouderlijke steun en seksuele ervaring sterker is bij jonge adolescenten dan bij oude adolescenten. Gebrek aan ouderlijke steun heeft met name effect op het seksueel actief worden op relatief jonge leeftijd. Daarnaast is gevonden dat de samenhang sterker aanwezig is bij meisjes dan bij jongens. Zo vinden studies alleen verbanden voor meisjes, of sterkere verbanden voor meisjes dan voor jongens. Er zijn hierbij geen onderzoeken die het omgekeerde vinden (McNeely et al., 2002; Miller et al., 1997; Small & Luster, 1994; Rose et al., 2005). Eén studie vond geen samenhang tussen opvoeding bij het eerste meetmoment en seksueel gedrag bij het tweede meetmoment (Taris & Semin, 1998). Dit zou mogelijk kunnen komen omdat de andere onderzoeken die zijn gedaan cross-sectioneel van aard zijn. Hierbij rapporteren jongeren mét seksuele ervaring vaker dat ze een slechtere relatie met hun ouders hebben, het kan echter ook zijn dat de oorzaak en het gevolg hier zijn omgedraaid: het seksuele gedrag is de oorzaak, in plaats van het gevolg, van de slechte relatie met de ouders (De Graaf, 2007). Uit bovengaande kan geconcludeerd worden dat meer ondersteuning in verband wordt gebracht met een latere leeftijd van de eerste geslachtsgemeenschap en/of minder ervaring met geslachtsgemeenschap. Dit wordt door de Graaf et al., (2009) verklaard vanuit biologisch en psychologisch oogpunt. Het ontstaan van stress en conflicten, wat vaak samenhangt met de eerste menstruatie of zaadlozing, wordt in verband gebracht met minder ondersteuning door de ouders, welke vervolgens weer effect heeft op seksueel gedrag (Kim, Smith & Palermiti). Ook wordt gevonden dat minder ouderlijke steun samenhangt met het hebben van depressieve gevoelens, welke indirect het (seksuele) gedrag kunnen beïnvloeden. Andersom zorgt een affectieve, ondersteunende relatie met de ouders ervoor, dat jongeren meer geneigd zijn om aan de verwachtingen van de ouders te voldoen. Aangezien veel ouders zouden willen dat hun kinderen niet te jong aan seks beginnen, kunnen jongeren zich zo gaan gedragen (De Graaf et al., 2009). 18

19 Ondersteuning en beschermingsgedrag Wanneer wordt gekeken naar de samenhang tussen ondersteuning en beschermingsgedrag, wordt over het algemeen gevonden dat jongeren vaker consequent anticonceptie gebruiken als ze meer tevreden zijn over de relatie met de moeder of wanneer ze meer steun, betrokkenheid bij school of positieve communicatiestijlen van de ouders ervaren (De Graaf et al., 2005; Dittus & Jaccard, 2000; Dittus, Jaccard & Gordon, 1999; Frisco, 2005). Bovendien blijkt uit onderzoek aan de hand van interviews en vragenlijsten dat de kans op ongewenst zwangerschap kleiner is voor jongeren die een relatief warm gezinsklimaat rapporteren (Dittus & Jaccard, 2000; Moore & Chase-Lansdale, 2001; Resnick et al., 1997). Ten slotte vindt vragenlijstonderzoek van Luster en Small (1994, in De Graaf, 2007) dat jongeren minder risico lopen op het hebben van meerdere seksuele partners als zij voldoende ouderlijke steun krijgen. Wanneer alleen wordt gekeken naar condoomgebruik, zijn onderzoeksuitkomsten niet eenduidig. Zo vinden Longmore, Manning & Giordano (2001) aan de hand van interviews, dat alleen meisjes die meer ondersteund worden, consequenter zijn in hun condoomgebruik voor het 18e jaar. Andere studies vinden zwakke verbanden tussen ouderlijke steun en condoomgebruik (Doljanac & Zimmerman, 1998, in De Graaf, 2007) en soms wordt helemaal geen verband gevonden (Crosby, DiClemente, Wingood & Harrington, 2002). Dit zou mogelijk kunnen komen omdat in het vragenlijstonderzoek van Crosby en anderen (2002) bij de onderzochte groep (Afro-Amerikaanse meisjes) geen condooms als anticonceptie werd gebruikt om zwangerschap te voorkomen. Samenvattend kan worden gesteld dat over het algemeen wordt gevonden dat jongeren vaker anticonceptie gebruiken, wanneer ze meer ondersteund worden door hun ouders. Over condoomgebruik is onderzoeksliteratuur minder eenduidig. Dit kan komen omdat jongeren 19

20 die een ondersteunende relatie hebben met de ouders, graag aan de verwachtingen van de ouders willen voldoen. Gezien veel ouders willen dat hun kind verstandig met seks omgaat en zich beschermt, zal onder deze groep meer anticonceptiegebruik plaatsvinden. Dit wordt ondersteund door onderzoek van de Graaf et al., (2005) Ondersteuning en seksuele beleving Er is in mindere mate onderzoek gedaan naar de samenhang tussen ouderlijke ondersteuning en seksuele beleving. De studies die werden gedaan, wijzen erop dat een ondersteunend opvoedingsklimaat samen kan gaan met minder schuldgevoelens, meer tevredenheid en een grotere mate van contact met de sekspartner (De Graaf, 2007). Uit vragenlijstonderzoek van De Graaf en anderen (2005) blijkt bijvoorbeeld dat Nederlandse jongeren, vooral meisjes, meer tevreden zijn over hun seksleven, wanneer ze meer steun krijgen van de ouders. In een studie onder vrouwelijke studenten werd aan de hand van vragenlijsten gevonden dat zij meer schuldgevoelens rondom de eerste geslachtsgemeenschap ervaren wanneer de ouders minder ondersteunend waren (Moore & Davidson, 1997). Ten slotte lijken jongeren die hun ouders als meer affectief en ondersteunend ervaren, beter in staat te zijn om zich verbonden te voelen en over seks te praten met hun sekspartners, om ongewenste contacten te weigeren en om seksuele interacties prettig te laten verlopen (Crosby et al., 2002; Sionéan et al., 2002, in De Graaf et al., 2009; Taris & Semin, 1998; Van Zessen, 1995). De samenhang tussen ouderlijke steun en seksuele beleving kan verklaard worden door de positieve relatie tussen ouderlijke steun en goede sociale vaardigheden (Barber, 1997). Opgroeien in een warm gezin zorgt ervoor, dat de jongere zich beter bewust is van zijn eigen behoeften en deze te realiseren. 20

21 Samenvatting ondersteuning Een grotere mate van ouderlijke steun wordt in verband gebracht met minder ervaring met geslachtsgemeenschap en/of een latere leeftijd van de eerste keer. Dit verband is sterker voor jonge en vrouwelijke adolescenten. Echter, de gevonden resultaten kunnen ook betekenen dat door seksuele ervaringen van het kind, de relatie met de ouders verslechtert, gezien de studies cross-sectioneel van aard zijn, in plaats van andersom. Meer ouderlijke steun wordt tevens in verband gebracht met vaker anticonceptiegebruik en een positievere seksualiteitsbeleving. Onderzoek naar condoomgebruik is niet eenduidig Controle In het volgende deel zal worden behandeld hoe de opvoeddimensie controle in relatie staat tot seksuele ervaringen, beschermingsgedrag en seksuele beleving bij jongeren Controle en seksuele ervaringen Uit onderzoek naar de samenhang tussen controle en seksuele ervaringen komen verschillende verbanden naar voren. Het meeste onderzoek toont aan, dat een hogere mate van controle van de ouders, samenhangt met een kleinere kans op ervaring met geslachtsgemeenschap en/of een latere leeftijd van de eerste keer. Echter, te veel controle hangt samen met het vroeg starten met geslachtsgemeenschap tijdens de adolescentie (Bates et al., 2003, in De Graaf, 2005; Miller, McCoy, Olson & Wallace, 1986; Roche et al., 2005). Dit wordt in vele studies erkend (Capaldi, Crosby & Stoolmiller, 1996; Jemmott & Jemmott, 1992 in De Graaf et al., 2009; Longmore et al., 2001; Taris & Semin, 1998). Zo vond onderzoek van Roche en anderen (2005) aan de hand van interviews, dat in de groep jongeren wiens ouders teveel regels hadden, 17% ervaring had met geslachtsgemeenschap, tegenover 21

22 tussen de 10% en 12% van de jongeren die gematigde regels hadden. Vrijwel alle studies zijn longitudinaal dus gematigde controle of teveel controle gaat vooraf aan het wel of niet hebben van geslachtsgemeenschap. Er zijn echter ook studies die iets anders vinden. Zo werd in vragenlijstonderzoek van Miller, McCoy, Olson & Wallace (1986) gevonden, dat de kans op ervaring met geslachtsgemeenschap toenam, als de ouders helemaal geen controle hadden en dat jongeren die zeer strenge ouders hadden, ook eerder seksuele ervaringen hadden. Er blijkt volgens onderzoekers dan ook een curvlineair verband te bestaan tussen controle en seksuele ervaring bij jongeren (zie Figuur 1). Er zijn tevens studies die verschillende invloeden van controle bij verschillende groepen jongeren vinden. Zo blijkt er een interactie-effect te zijn tussen geslacht, controle en de ervaring met zoen- en voelspelletjes (Bates, et.al., 2003, in De Graaf, 2005). Jongens rapporteerden meer ervaring met zoen- en voelspelletjes dan meisjes. Dit verschil werd groter binnen de groep kinderen die weinig of geen controle van de ouders rapporteerden. In vragenlijstonderzoek van Roche en anderen (2005) komt een interactie effect naar voren tussen SES, controle en het hebben van geslachtsgemeenschap. In de groepen met veel 22

23 regels nam de kans op geslachtsgemeenschap toe met stijgende SES. De auteurs concluderen dat het stellen van regels in buurten met een hoge SES mogelijk door jongeren 'overdreven' wordt gevonden, hetgeen een averechts effect heeft. Regels moeten 'redelijk' gevonden worden. Het gevonden verband tussen gematigde controle en minder seksuele ervaring en teveel controle en meer seksuele ervaring wordt door De Graaf (2007) verklaard. Zij stelt dat door het opstellen van (te) veel regels, ouders proberen te voorkomen dat hun kinderen in situaties terecht komen waarin ze seks kunnen hebben. Op deze manier proberen ouders hun kinderen in de gaten te houden. Dit is een veel gebruikte methode in Amerika en heeft doorgaans weinig succes (gezien het gevonden verband met seksuele ervaringen) Controle en beschermingsgedrag Er zijn verschillende studies gedaan naar controlerend ouderschap en anticonceptie- en condoomgebruik. Echter, de meeste studies vinden geen verband tussen de genoemde factoren (Dittus & Jaccard, 2000; Doljanac & Zimmerman, 1998; Jemmott & Jemmott, 1992 in Gijs et al., 2009). Andere studies zijn niet eenduidig. Zo toonde vragenlijstonderzoek van Wight, Williamson, & Henderson, M. (2006, in De Graaf, 2005) aan dat voor meisjes, maar niet voor jongens, meer controle van de ouders samenhing met minder sekspartners en vaker consistent anticonceptie- en condoomgebruik. Wanneer goed naar onderzoek naar de invloed van controle op beschermingsgedrag wordt gekeken, blijkt dat het verband afhankelijk is van de manier waarop controle wordt uitgeoefend. Zo blijkt een gematigde beslissingsvrijheid een positief effect te hebben op beschermingsgedrag, (te) veel vrijheid en te strenge vormen van controle hebben een negatief effect. Echter wanneer een curvilineair verband met een lineaire methode werd getoetst, werd vaak geen verband gevonden (De Graaf, 2005). 23

24 Controle en seksuele beleving Er zijn weinig studies bekend die hebben gekeken naar de samenhang tussen controlerend ouderschap en seksuele beleving. De studies die bekend zijn wijzen erop dat een hoge mate van controle niet gunstig lijkt te zijn voor het ontwikkelen van een positieve seksualiteitsbeleving (Sandfort, 1988, in De Graaf et al., 2009). Zo bleek uit vragenlijstonderzoek van Moore & Davidson (1997), dat vrouwelijke studentes meer schuldgevoelens rond de eerste geslachtsgemeenschap rapporteerden wanneer ze de vader als zeer streng beschreven. Tevens bleek uit vragenlijstonderzoek, dat wanneer de moeder meer waarde hechtte aan regels en controle, kinderen meer moeite verwachtten om met hun partners over seks te praten (Taris & Semin, 1998). Dit kan mogelijk verklaard worden: jongeren met minder strenge moeders kunnen beter met hen praten en als gevolg daarvan later ook met eventuele partners (Taris & Semin, 1998) Samenvatting controle Uit het bovenstaande kan worden opgemaakt dat gematigde controle samenhangt met een kleinere kans op ervaring met geslachtsgemeenschap, een latere leeftijd van de eerste keer en een positievere seksualiteitsbeleving. Teveel controle hangt samen met het vroeg starten met geslachtsgemeenschap en een negatievere seksualiteitsbeleving. Echter, er zijn studies die dit niet ondersteunen en curvlineaire verbanden vinden. Er wordt een interactieeffect gevonden met SES en geslacht en seksuele ervaring. Er worden geen eenduidige verbanden gevonden voor anticonceptie- en/of condoomgebruik Monitoring Ten slotte zal worden behandeld hoe de opvoeddimensie monitoring in verband wordt gebracht met seksuele ervaringen, beschermingsgedrag en seksuele beleving. 24

25 Monitoring en seksuele ervaringen Er zijn verschillende studies bekend die hebben gekeken naar de relatie tussen monitoring en seksuele ervaringen. Uit cross-sectioneel onderzoek blijkt, dat een hogere score op monitoring samenhangt met een latere leeftijd van de eerste geslachtsgemeenschap en/ of het aantal sekspartners (Small & Luster, 1994; Rose et al., 2005; Bates, Alexander, Oberlander, Dodge & Pettit, 2003, in De Graaf, 2005; Miller, Forehand, Kotchick, 1999). Zo kwam uit vragenlijstonderzoek van Pedersen, Samuelsen, & Wichstrøm, (2003) naar voren dat wanneer de ouders weinig van hun kind wisten, de gemiddelde leeftijd van de eerste keer geslachtsgemeenschap voor jongens 17,1 jaar (tegenover 18,1 (p <.05)) en voor meisjes 16,7 jaar was (tegenover 17,6 (p <.001). Longitudinale studies vinden vergelijkbare resultaten. Zo vond vragenlijstonderzoek van Hope & Chapple (2005) dat jongeren die op hun 11e tot 13e meer aan de moeder vertelden, minder vaak ervaring hadden met geslachtsgemeenschap op 15- tot 17-jarige leeftijd. Wanneer ouders meer op de hoogte waren van het gaan en staan van hun kind, had het kind tevens minder privé contact met de andere sekse (Baptiste, Tolou- Shams, Miller, Mcbride & Palkoff, 2007 in Liefhebber-Koolstra, 2008). Tevens vonden Miller, Forehand, Kotchick (1999) dat verminderde monitoring bij de ouders in verband werd gebracht met een hogere seks frequentie. Een verklaring voor de bevindingen wordt voorgesteld door de Graaf en anderen (2005). Wanneer de ouders kennis hebben van hun kind, kunnen ze het als het ware in de gaten houden. Ze kunnen door middel van gesprekken te weten komen of het goed gaat en sturen waar het nodig is. Zo kunnen ze invloed uitoefenen op de seksuele ervaringen van hun kinderen Monitoring en beschermingsgedrag Wanneer de ouders meer kennis hebben van het kind, blijkt uit onderzoek dat kinderen meer gebruik maken van anticonceptie (Capaldi, Stoolmiller, Clark & Owen, 2002 in 25

26 Liefhebber-Koolstra; Luster & Small, 1994, Rodgers, 1999). Echter, wanneer alleen wordt gekeken naar condoomgebruik wordt dit niet bevestigd (Rai et al., 2003 in Gijs et al., 2009). Gekeken naar ander seksueel risicogedrag, blijken er verbanden te bestaan met monitoring. Wanneer monitoring minder plaatsvond, was de kans groter op het hebben van meerdere partners, werd minder over anticonceptie onderhandeld en was de kans op ongewenst zwangerschap en de aanwezigheid van SOA s groter (Crosby et al.,2002; De Graaf et al., 2005; Rodgers, 1999; Ryan, Franzetta, Manlove en Holcombe, 2007, in De Graaf, 2005). Zo blijkt uit onderzoek van Crosby et al., (2002) dat meiden die aangaven dat de ouders soms of nooit weten waar en met wie ze zijn, een 2,9 keer zo grote kans hadden op tenminste één SOA in de 18 maanden erna. Samenvattend kan worden gesteld, dat wanneer de ouders goed op de hoogte zijn van het doen en laten van het kind, anticonceptiegebruik vaker plaatsvindt. Tevens vindt minder risicovol seksueel gedrag plaats en is er een kleinere kans op het oplopen van een SOA. Dit kan, naast de verklaring die eerder is gegeven, komen doordat wanneer jongeren meer met hun ouders praten, zij ook meer praten over anticonceptie (De Graaf, 2005) wat ervoor kan zorgen dat zij ook vaker bescherming gebruiken. Voor condoomgebruik wordt geen verband gevonden Monitoring en seksuele beleving Er zijn twee studies bekend die hebben gekeken naar het verband tussen monitoring en seksuele beleving. Zo bleek uit onderzoek Cotton, Mills, Succop, Biro & Rosenthal (2004) dat meisjes van wie de ouders hoog scoorden op de factor monitoring, vaker dan bij wie de ouders laag scoorden, aangaven dat de timing van de eerste geslachtsgemeenschap precies goed was. Dit wordt ook gevonden is onderzoek van De Graaf en anderen (2005). Een hoge mate van monitoring lijkt samen te vallen met een positievere seksualiteitsbeleving. Dit zou kunnen komen doordat ouders die vaker met hun kinderen 26

27 praten, ook vaker thema s van seksualiteit bespreken. Ouders die veel over seksualiteit praten, zullen over het algemeen zelf een positievere houding hebben tegenover seksualiteit, welke zij vervolgens overbrengen op hun kinderen, waardoor zij positievere gevoelens rondom seksualiteit ervaren (De Graaf, 2005) Samenvatting monitoring Een hogere mate van monitoring lijkt samen te hangen met een latere leeftijd van de eerste geslachtsgemeenschap, minder sekspartners, minder privé contact met de andere sekse, meer gebruik van anticonceptie, een kleinere kans op SOA s en ongewenst zwangerschap en een positievere seksualiteitsbeleving. Er werd geen verband gevonden met condoomgebruik Conclusie In bovenstaande tekst is behandeld hoe de opvoedfactoren ondersteuning, controle en monitoring in verband worden gebracht met seksuele ervaringen, beschermingsgedrag en seksuele beleving. In Figuur 3 worden gevonden resultaten schematisch in een diagram weergegeven. In de volgende paragraaf zal een vergelijking worden gemaakt tussen de genoemde opvoeddimensies en seksuele ontwikkeling. Vanuit aspecten van de seksuele ontwikkeling zal worden gekeken hoe de opvoeddimensies hieraan bijdragen. Minder seksuele ervaringen op jonge leeftijd en later beginnen aan geslachtsgemeenschap wordt in verband gebracht met een hoge mate van ondersteuning en monitoring. In tegenstelling, meer seksuele ervaringen en eerder beginnen aan geslachtsgemeenschap, wordt in verband gebracht met (te) hoge controle. Echter, studies met betrekking tot ondersteuning zijn cross-sectioneel van aard, dit kan betekenen dat een slechtere ondersteuning een gevolg kan zijn van het seksuele gedrag. Bovendien vindt onderzoek naar controle ook curvlinaire verbanden: te weinig controle wordt tevens in verband gebracht met meer seksuele ervaringen op jonge leeftijd. 27

28 Consequenter anticonceptiegebruik en een lagere kans op (ongewenst) zwangerschap, vinden plaats wanneer de ouders hoog scoren op de dimensies ondersteuning of monitoring. Voor controle worden geen eenduidige verbanden gevonden. Consequenter condoomgebruik vindt tevens plaats, wanneer de ouders meer ondersteuning bieden. Voor controle en voor monitoring worden geen verbanden gevonden met condoomgebruik. Positievere gevoelens en minder schuldgevoelens rondom seksualiteit bestaan, wanneer de ouders hoog scoren op de factor ondersteuning en monitoring. Deze gevoelens zijn negatiever wanneer de ouder hoog scoort op de factor controle. Gevonden resultaten laten zien dat de dimensies monitoring en ondersteuning vergelijkbare effecten op de seksuele ontwikkeling laten zien. De dimensie controle laat vaak tegenovergestelde resultaten zien. Figuur 3. Schematische weergave effect opvoeddimensies op seksuele ontwikkeling 28

29 4. Leeftijdsgenoten In voorgaande hoofdstukken is de invloed van opvoeding op seksualiteitsontwikkeling uiteengezet. In het volgende hoofdstuk zal worden besproken waarom en hoe leeftijdsgenoten elkaar beïnvloeden Belang van leeftijdsgenoten Er bestaan verschillende theorieën die het belang van leeftijdsgenoten in de ontwikkeling beschrijven. Twee belangrijke theorieën zijn de Group Socialization Theory van Harris (1998) en de Theory of Sexual Strategies van Buss en Schmitt (1993) die is ontstaan binnen de evolutionaire psychologie De theorie van Harris: Group Socialization Theory Over de rol van opvoeding op de ontwikkeling van het kind is volgens Harris discussie mogelijk. Volgens haar kan geen enkel onderzoek harde bewijzen voorleggen dat het merendeel van de persoonlijkheidsverschillen te verklaren zijn door opvoeding of verschillen in de gezinsomgeving (Harris, 1995). Zij heeft daarom de Group Socialization Theory ontwikkeld, waarin zij stelt dat de invloed van ouders zich grotendeels beperkt tot genetische invloeden. De doorslaggevende omgevingsinvloed is volgens Harris de peergroup (vriendengroep) waarbinnen een kind opgroeit. Binnen een bepaalde peergroup moet een kind zijn gedrag aanpassen aan de normen van de peergroup, om zo zijn positie te verwerven. Op deze wijze heeft de peergroup ook invloed op het (seksuele) gedrag van de jongere De evolutionair-psychologische theorie van Buss & Schmitt: Sexual Strategies Theory Naast de theorie van Harris zijn bestaan er evolutionair psychologische theorieën die het belang van de peergroup noemen. Evolutionair psychologische theorieën vatten seksueel 29

30 gedrag op als een evolutionair product dat in sterke mate crosscultureel stabiel is (Gijs et al., 2009). Problemen die de seksen voor verschillende evolutionaire uitdagingen plaatsten, hebben evolutionair geleid tot verschillende adaptaties. Volgens Buss en Schmitt (1993) zijn het streven naar status, het zoeken van reproductieve partners, ouderschapsmotivatie, jaloezie en emoties belangrijke evolutionaire adaptaties. Met name status heeft binnen een peergroup invloed op de seksualiteit. Zo zouden populaire jongeren vaker de kans krijgen seksueel actief te zijn, dit geldt met name bij mannen (Betzig, 1986; Hopcroft, 2006, Kanazawa, 2003; Perusse, 1993 in De Bruyn, Cillessen, & Weisfeld, 2012). Bij vrouwen is het met name sociale dominantie die ervoor zorgt dat rivalen minder gelegenheid hebben tot de andere sekse (Campbell, 2002 in De Bruyn, Cillessen, & Weisfeld, 2012). Op deze manier heeft elke sekse zijn strategie om succesvol reproductief te zijn Conclusie Volgens Harris is de peergroup een dominante factor die het gedrag en de persoonlijkheid van de jongere bepaald, aangezien binnen een peergroup sociale normen, waaraan de jongere zich aanpast om binnen een peergroup te passen, worden gevormd. Evolutionair psychologische theorieën noemen tevens het belang van de peergroup aangezien status (populariteit) invloed heeft op mating opportunities. Beide theorieën benadrukken het belang van invloed van peers op de seksuele ontwikkeling van jongeren. 30

31 4.2. Leeftijdsgenoten en seksuele ontwikkeling Onderstaande tekst behandelt hoe leeftijdsgenoten invloed hebben op seksuele ervaringen, beschermingsgedrag en seksuele beleving bij jongeren. De term leeftijdsgenoten zal door elkaar worden gebruikt met peers, gezien zij qua betekenis onderling uitwisselbaar zijn. Onderzoek is met name bij klasgenoten gedaan, welke vaak van gelijke leeftijd zijn als de jongere Leeftijdsgenoten en seksuele ervaringen Uit verschillende onderzoeken blijkt dat leeftijdsgenoten invloed hebben op de seksuele ervaringen van de jongere. Zo wordt er binnen peergroups over seksualiteit gepraat. Ervaringen worden vergeleken en men kan terecht voor informatie en steun, geruststelling en advies (Klaï & Vermeire, 2006). Het al dan niet praten over seks onder vrienden en de manier waarop dat gebeurt, heeft invloed op het vrijgedrag. Vaak hechten vrienden belang aan dezelfde seksuele waarden en hebben zij gelijkwaardige seksuele ervaringen, mede omdat zij elkaar wederzijds bekrachtigen (Buhi en Goodson, 2007). Zo vonden Bearman and Bruckner (1999, in Bauermeister et.al., 2009) dat wanneer jongeren het idee hebben dat hun leeftijdsgenoten seks hebben, zij meer gemotiveerd zijn ook seksueel actief te worden en denken dat hun leeftijdsgenoten hen meer zullen respecteren als zij dit deden (Kinsman, Romer, Furstenberg, & Schwarz, 1998; Sieving, Eisenberg, Pettingell, & Skay, 2006 in Bauermeister et al., 2009). Peernorms over seksualiteit kunnen hiermee norm voor seksuele ervaring bepalen. Zo toonde onderzoek van Ali en Dwyer (2011) aan, dat wanneer het aantal vrienden dat aan seks begint binnen een vriendengroep met 10% stijgt en het aantal seksuele partners dat vrienden heeft met 10% stijgt, de kans met 4% verhoogt dat een individu ook seks heeft. Whitaker en Miller (2000) daarentegen, vonden echter alleen 31

32 gematigde correlaties tussen de leeftijd waarop peers seks hadden en of de jongere seks had en de leeftijd waarop dit gebeurde. Dit zou kunnen komen doordat de onderzochte doelgroep met name jonge adolescenten waren. Uit een cross-sectionele studie van Buhi & Goodson (2007) naar de relatie tussen seksuele gedragingen (zoenen, voelen, seks), HIV en peer influences in een populatie van minderheden, blijkt tevens dat peer norms met name invloed hebben op seksuele gedragingen bij oudere adolescenten. Verder blijkt geslacht een mediërende factor te zijn in de relatie tussen peer norms en seksueel gedrag. Zo bleek uit onderzoek van Sheeran en Abraham (1999, in Bauermeister et al., 2009) dat er een sterkere relatie tussen peer norms en seksueel gedrag bestond bij meisjes, dan bij jongens. Meiden waren meer geneigd orale seks te hebben wanneer het aantal vrienden dat dacht dat seksueel actieve jongens populair waren, steeg (Baumeister et.al., 2009) Leeftijdsgenoten en beschermingsgedrag Leeftijdgenoten hebben invloed op het beschermingsgedrag (Fang, Stanton, Li, Feigelman, & Baldwin, 1998 in Bauermeister et al., 2009). Zo worden er binnen een peergroup sociale normen ontwikkeld over bijvoorbeeld condoomgebruik (Fletcher, 2007). Vrienden sporen elkaar aan tot het al dan niet veilig vrijen (Lear, 1995). Zo toonde crosssectioneel onderzoek van DiClemente (1991, in Whitaker & Miller, 2000) aan dat consistent condoomgebruik vijf keer zo vaak voorkwam, wanneer vrienden condoomgebruik ondersteunden. Dit wordt tevens in longitudinaal onderzoek gevonden. Zo vonden Fischer en anderen (1992; in Whitaker & Miller, 2000) dat perceived peer norms over condoomgebruik, het echte condoomgebruik twee maanden later voorspelde. 32

Opvoeding en seksuele ontwikkeling van adolescenten: Een literatuurstudie

Opvoeding en seksuele ontwikkeling van adolescenten: Een literatuurstudie Opvoeding en seksuele ontwikkeling van adolescenten: Een literatuurstudie H a n n e k e d e G ra a f, I n e Va n we se n b e e c k, L i e sb e t h Wo e r t m a n e n Wi m M e e u s This review examines

Nadere informatie

DE ROL VAN OUDERS IN DE SEKSUELE ONTWIKKELING EEN LITERATUURSTUDIE

DE ROL VAN OUDERS IN DE SEKSUELE ONTWIKKELING EEN LITERATUURSTUDIE DE ROL VAN OUDERS IN DE SEKSUELE ONTWIKKELING EEN LITERATUURSTUDIE DE ROL VAN OUDERS IN DE SEKSUELE ONTWIKKELING EEN LITERATUURSTUDIE Utrecht, maart 2007 Auteur: Hanneke de Graaf Projectnummer: SRV020JONG

Nadere informatie

DE SEKSUELE LEVENSLOOP

DE SEKSUELE LEVENSLOOP DE SEKSEE EVENSOOP Aart Beekman Polikliniek Psychosomatische gynaecologie en Seksuologie Keuzevak seksuologie 2008-2009 Psycho-seksuele anamnese Invloed van de persoonlijke geschiedenis op seksuele betekenisgeving

Nadere informatie

Tabel 1a. Ervaring met verschillende vormen van seksueel gedrag naar leeftijd leeftijd eerste 12 tot 15 (%) 18 tot 21 (%) 15 tot 18 (%)

Tabel 1a. Ervaring met verschillende vormen van seksueel gedrag naar leeftijd leeftijd eerste 12 tot 15 (%) 18 tot 21 (%) 15 tot 18 (%) Factsheet Seks onder je 25 e In 4901 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 25 jaar hebben deelgenomen aan het onderzoek Seks onder je 25 e. Overal waar in dit factsheet een vergelijking wordt gemaakt

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

SEKSUEEL GEDRAG. Jongerenmonitor % geslachtsgemeenschap. Klas 2. Klas 4. 55% altijd een condoom gebruikt

SEKSUEEL GEDRAG. Jongerenmonitor % geslachtsgemeenschap. Klas 2. Klas 4. 55% altijd een condoom gebruikt IJsselland SEKSUEEL GEDRAG Jongerenmonitor 2015 7% geslachtsgemeenschap gehad 10.163 jongeren School Klas 2 13-14 jaar Klas 4 15-16 jaar 49% negatieve houding homoseksualiteit 55% altijd een condoom gebruikt

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Richtlijn JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling

Richtlijn JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling Richtlijn JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling 5. Determinanten van seksuele gezondheid-aanbevelingen Om kinderen en jongeren te kunnen ondersteunen in hun seksuele ontwikkeling is het van belang om de

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING. (Dutch Summary)

NEDERLANDSE SAMENVATTING. (Dutch Summary) NEDERLANDSE SAMENVATTING (Dutch Summary) 129 A True Love Story De Romantische en Seksuele Ontwikkeling van Adolescenten in het Dagelijks Leven In de adolescentieperiode beginnen jongeren hun seksualiteit

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Seksualiteit en seksuele ontwikkeling

Seksualiteit en seksuele ontwikkeling Seksualiteit en seksuele ontwikkeling Platform Smith Magenis syndroom 15 november 2014 - Leusden Yvonne Stoots Vanmiddag Seksualiteit Seksuele ontwikkeling Begeleiding bij seksuele ontwikkeling Seksualiteit

Nadere informatie

Zie De Graaf e.a. 2005 voor een uitgebreide onderzoeksverantwoording van het onderzoek Seks onder je 25ste.

Zie De Graaf e.a. 2005 voor een uitgebreide onderzoeksverantwoording van het onderzoek Seks onder je 25ste. 6 Het is vies als twee jongens met elkaar vrijen Seksuele gezondheid van jonge allochtonen David Engelhard, Hanneke de Graaf, Jos Poelman, Bram Tuk Onderzoeksverantwoording De gemeten aspecten van de seksuele

Nadere informatie

Seksuele gezondheid in Nederland 2017

Seksuele gezondheid in Nederland 2017 Seksuele gezondheid in Nederland 2017 Samenvatting Seksuele gezondheid in Nederland 2017 is een grootschalig representatief onderzoek naar de seksuele gezondheid van volwassenen van 18 tot 80 jaar in Nederland.

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Mediaopvoeding. workshop 2015. Mediaopvoeding

Mediaopvoeding. workshop 2015. Mediaopvoeding Mediaopvoeding workshop 2015 Mediaopvoeding Contents Wat is mediaopvoeding?... 2 De jeugd van tegenwoordig... 3 Kinderen overzien niet alle gevaren van de media... 3 Opvoedingsstijlen... 4 Opvoedingscompetenties...

Nadere informatie

Inhoud van de presentatie

Inhoud van de presentatie De overgang van het basis- naar het secundair onderwijs vanuit ontwikkelingspsychologisch perspectief Annelies Somers i.s.m. Prof. Hilde Colpin Prof. Karine Verschueren ~ Centrum voor Schoolpsychologie

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

3 Competenties en indicatoren...11

3 Competenties en indicatoren...11 Inhoudsopgave 1 Achtergronden... 5 1.1 Seksuele gezondheid jongeren nog niet altijd optimaal...5 1.2 Belangrijke rol voortgezet onderwijs...6 1.3 Aandacht voor het thema in de kennisbases...7 1.4 Leervraag

Nadere informatie

Seksuele ontwikkeling bij jongeren: risicovol of plezierig?

Seksuele ontwikkeling bij jongeren: risicovol of plezierig? Seksuele ontwikkeling bij jongeren: risicovol of plezierig? Katrien Symons, Vakgroep Sociologie, UGent Sexpertlezing 1 juni 2011 Seks en jongeren: een hot topic Jongeren Seks is leuk Beleid Seks is leuk,

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Hanneke Liefhebber-Koolstra Scriptie, Master Kinder- en Jeugdpsychologie Juni, 2008

Hanneke Liefhebber-Koolstra Scriptie, Master Kinder- en Jeugdpsychologie Juni, 2008 Ouderlijke steun en kennis en de seksuele interactiecompetentie: een onderzoek naar de interactie-effecten met het seksuele zelfbeeld bij adolescenten en jongvolwassenen. Hanneke Liefhebber-Koolstra Scriptie,

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG SABINE HELLEMANS PROF. DR. ANN BUYSSE

SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG SABINE HELLEMANS PROF. DR. ANN BUYSSE SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG SABINE HELLEMANS PROF. DR. ANN BUYSSE Seksuele gezondheid (WHO, 2002) Een staat van fysiek, emotioneel en mentaal welbevinden met betrekking tot seksualiteit Het is

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN HET WERKGEBIED VAN GGD ROTTERDAM-RIJNMOND

DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN HET WERKGEBIED VAN GGD ROTTERDAM-RIJNMOND DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN HET WERKGEBIED VAN GGD ROTTERDAM-RIJNMOND METHODEN In 2016 2017 hebben zo n 20.500 jongeren van 12 tot en met 24 jaar in Nederland een online vragenlijst ingevuld

Nadere informatie

Feiten en cijfers Fryslân

Feiten en cijfers Fryslân Feiten en cijfers Fryslân 2017 De eerste keer Leeftijd waarop de helft van de jongeren geslachtsgemeenschap heeft gehad 17,8 18,1 17,2 17,3 Fryslân Landelijk Fryslân Landelijk Friese jongeren lijken iets

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 217 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk op

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Seksuele gezondheid van holebi s

Seksuele gezondheid van holebi s Factsheet 2007-1 Seksuele gezondheid van holebi s Seksuele gezondheid in Nederland De Rutgers Nisso Groep heeft in 2006 een grootschalige bevolkingsstudie uitgevoerd naar seksuele gezondheid in Nederland

Nadere informatie

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Nederlandse Samenvatting [DUTCH SUMMARY] Nederlandse Samenvatting JONGLEREN MET MEDIA: DE GEVOLGEN

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Relatievorming en Seksualiteit bij jongeren met cerebrale parese

Relatievorming en Seksualiteit bij jongeren met cerebrale parese Relatievorming en Seksualiteit bij jongeren met cerebrale parese drs. Diana Wiegerink psycholoog / onderzoeker bij Erasmus MC / Rijndam revalidatiecentrum, Rotterdam Presentatie voor TransitieNet maart

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de

Samenvatting. factoren betreft), en scoren zij anders waar het gaat om het soort en de Samenvatting Dit onderzoek richt zich op het verband tussen de aanwezigheid van risico- en protectieve factoren en de latere ontwikkeling van delinquent gedrag in een groep risicojongeren. De volgende

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model Samenvatting Hoewel bekend is dat roken schadelijk is voor de gezondheid, beginnen adolescenten nog steeds met roken. Om dit te veranderen is het nodig een beter inzicht te krijgen in de factoren die

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

SEXPERT II. Studie bij Vlamingen van Turkse origine

SEXPERT II. Studie bij Vlamingen van Turkse origine SEXPERT II Studie bij Vlamingen van Turkse origine Introductie Waarom? Gebrek aan betrouwbare gegevens Maatschappelijk relevant Hoe? Deelnemers toevallig uitgekozen Interviews bij respondenten thuis Drietalige

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

GO Jeugd 2008 Seksualiteit

GO Jeugd 2008 Seksualiteit GO Jeugd 2008 Seksualiteit Samenvatting seksualiteit Uit de gegevens van GO Jeugd 2008 van GGD Fryslân blijkt dat 22% van de Friese 12 t/m 18 jongeren wel eens geslachtsgemeenschap heeft gehad. De helft

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Seksuele vorming en seksuele ontwikkeling van kinderen. Marianne Cense (Rutgers WPF) & Jos Poelman (Soa Aids Nederland)

Seksuele vorming en seksuele ontwikkeling van kinderen. Marianne Cense (Rutgers WPF) & Jos Poelman (Soa Aids Nederland) Seksuele vorming en seksuele ontwikkeling van kinderen Marianne Cense (Rutgers WPF) & Jos Poelman (Soa Aids Nederland) Programma 1. Seksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren 2. Criteria om normaal

Nadere informatie

Opvoeding, cultuur en seksueel risicogedrag

Opvoeding, cultuur en seksueel risicogedrag Opvoeding, cultuur en seksueel risicogedrag Literatuuronderzoek naar de manier waarop verschillen in opvoeding van Marokkaanse en Nederlandse jongeren, het verschil in seksueel risicogedrag kunnen verklaren

Nadere informatie

SEXPERT II. Holebi-studie

SEXPERT II. Holebi-studie SEXPERT II Holebi-studie Waarom? Kleine aantallen Kwetsbare groep Blinde vlekken Introductie holebi-studie Hoe? Online survey Klik eens uit bed Aangepaste versie van Sexpert I-vragenlijst Niet-representatieve

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 2 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Figuur 1 Aantal deelnemers naar geslacht en leeftijd 75 t/m 85 jaar 1 Over welke cijfers hebben

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Beleving van de eerste geslachtsgemeenschap bij jonge starters. Drs. Katrien Symons Promotor: Prof. Dr. Mieke Van Houtte NVVS, 30 Maart 2012

Beleving van de eerste geslachtsgemeenschap bij jonge starters. Drs. Katrien Symons Promotor: Prof. Dr. Mieke Van Houtte NVVS, 30 Maart 2012 Beleving van de eerste geslachtsgemeenschap bij jonge starters Drs. Katrien Symons Promotor: Prof. Dr. Mieke Van Houtte NVVS, 30 Maart 2012 Geslachtsgemeenschap op jonge leeftijd 20% van de 14 jarigen

Nadere informatie

Programma workshop seksuele opvoeding: Daar praat je toch niet over met je kinderen?

Programma workshop seksuele opvoeding: Daar praat je toch niet over met je kinderen? Programma workshop seksuele opvoeding: Daar praat je toch niet over met je kinderen? Korte kennismaking Wat dragen ouders bij? Presentatie Stelling Presentatie Opdracht Voorbeeld opzet cursus en afsluiting

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014 Figuur 1 Aantal deelnemers naar geslacht en leeftijd 75 t/m 85 jaar 1 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl

Nadere informatie

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 205 Het is niet zonder reden dat autoriteiten wereldwijd aandacht besteden aan programma s en interventies om mensen meer te laten bewegen. Sportactiviteiten van gemiddelde tot

Nadere informatie

Praten met je kind over seksualiteit

Praten met je kind over seksualiteit Informatie voor ouders van kinderen van 10 tot 14 jaar Praten met je kind over seksualiteit Lastig en spannend! Seks? Is mijn kind daar al aan toe? Wanneer begin je erover? Wacht je vragen af? Hoe breng

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord bij de 24 e druk 11

Inhoud. Voorwoord bij de 24 e druk 11 Inhoud Voorwoord bij de 24 e druk 11 1 Inleiding Marcel van Aken en Wim Slot 13 1.1 Adolescentie: een eerste typering 13 1.2 Puberteit en adolescentie 14 1.2.1 Oorsprong van de begrippen puberteit en adolescentie

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting 141 INTRODUCTIE Dit huidige proefschrift beschrijft verschillende aspecten die te maken hebben met seksualiteit en seksueel functioneren van adolescenten. Voorgaand

Nadere informatie

ZORGBUREAU JOKIJO PEDAGOGISCHE BELEIDSDOCUMENTEN

ZORGBUREAU JOKIJO PEDAGOGISCHE BELEIDSDOCUMENTEN ZORGBUREAU JOKIJO PEDAGOGISCHE BELEIDSDOCUMENTEN MISSIE WIE IS ZORGBUREAU JOKIJO? JoKiJo is een kleinschalig, betrokken zorgbureau dat hulp richt op de specifieke hulpvraag, wensen en behoeften van iedere

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum Ouderversie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum Ouderversie DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 5107-7085 Datum 10.11.2017 Ouderversie Informant: Mevrouw Bakker Ouder INLEIDING DESSA 2/23 Inleiding De DESSA is een vragenlijst waarmee

Nadere informatie

Persoonlijk Plan Aandachtspunten omgangsvormen, verzorging, lichaamsbeleving, weerbaarheid relaties en seksualiteit

Persoonlijk Plan Aandachtspunten omgangsvormen, verzorging, lichaamsbeleving, weerbaarheid relaties en seksualiteit Persoonlijk Plan Aandachtspunten omgangsvormen, verzorging, lichaamsbeleving, weerbaarheid relaties en seksualiteit Het is belangrijk dat de begeleiding rond omgangsvormen, weerbaarheid en seksualiteit

Nadere informatie

Relaties en seksualiteit

Relaties en seksualiteit Seksualiteit ontwikkelt zich vanaf de geboorte en is een wezenlijk onderdeel van het mens-zijn gedurende het hele leven. Seksualiteit wordt geuit en ervaren in gevoelens, gedachten, opvattingen, rollen

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Seks onder je 25 e. Onderzoek naar de seksuele gezondheid van jarigen in Gelderland-Zuid

Seks onder je 25 e. Onderzoek naar de seksuele gezondheid van jarigen in Gelderland-Zuid Seks onder je 25 e Onderzoek naar de seksuele gezondheid van 17-25 jarigen in Gelderland-Zuid Onderzoek naar relaties en seks Seks onder je 25e is een onderzoek van Rutgers en Soa Aids Nederland. In 2016

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Dating, verkering en seks bij jongeren met cerebrale parese

Dating, verkering en seks bij jongeren met cerebrale parese Liefde?! Dating, verkering en seks bij jongeren met cerebrale parese drs. Diana Wiegerink onderzoeker Erasmus MC / Rijndam revalidatiecentrum, Rotterdam Jongeren met en intieme relaties Kenmerken van de

Nadere informatie

Onderzoek Wereldproblemen en Seks

Onderzoek Wereldproblemen en Seks Onderzoek Wereldproblemen en Seks 1V Jongerenpanel 24 oktober 2014 Over dit onderzoek Aan dit online onderzoek in samenwerking met dance4life, gehouden van 15 tot en met 23 oktober 2014, deden 1641 jongeren

Nadere informatie

Inleiding in de pedagogiek primair onderwijs

Inleiding in de pedagogiek primair onderwijs Leeswijzer XI Deze Inleiding in de pedagogiek primair onderwijs bestaat uit drie delen. Deel 1 richt zich op de praktische kant van het opvoeden en bevat veel praktijkvoorbeelden, terwijl de theorie achter

Nadere informatie

Toelichting zeven dimensies

Toelichting zeven dimensies Toelichting zeven dimensies Expertsysteem ZIEN! voor het primair onderwijs December 2009 ZIEN! is een product van, in samenwerking met ParnasSys Inhoudsopgave Zeven dimensies 3 1. De kwaliteitsdimensies

Nadere informatie

Ouderavond lijf & relaties

Ouderavond lijf & relaties Ouderavond lijf & relaties Robert van der Gaag info@one2know.nl 0611003414 Voorstellen Ervaring Gezonde school, genotmiddelen, seksualiteit, voeding, bewegen, mondzorg en mediawijsheid Kinderen Wie heeft

Nadere informatie

SEXPERT. Seksuele gezondheid in Vlaanderen

SEXPERT. Seksuele gezondheid in Vlaanderen SEXPERT Seksuele gezondheid in Vlaanderen Introductie Sexpert I Waarom? Gebrek aan betrouwbare gegevens Maatschappelijk relevant Innovatie Wie? IWT Twee universiteiten, vier onderzoeksgroepen Hoe? Deelnemers

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Welke (Zuid) Limburgse cijfers zijn bekend?

Welke (Zuid) Limburgse cijfers zijn bekend? Welke (Zuid) Limburgse cijfers zijn bekend? Mieke Steenbakkers Unithoofd Centrum Seksuele Gezondheid Limburg GGD Zuid Limburg 21 juni 2018 refereeravond AW Voorkomen van ongewenste (tiener)zwangerschappen

Nadere informatie

Onderzoek Veilig of niet?

Onderzoek Veilig of niet? Onderzoek Veilig of niet? 06 februari 2013 Over het onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 24 januari tot 04 februari 2013, deden 2.261 jongeren mee. Het onderzoek is gehouden in samenwerking

Nadere informatie

ONDERZOCHT. Hoe pak jij het (co-)ouderen aan en welke invloed heeft dat op het welbevinden van je kind?

ONDERZOCHT. Hoe pak jij het (co-)ouderen aan en welke invloed heeft dat op het welbevinden van je kind? ONDERZOCHT Hoe pak jij het (co-)ouderen aan en welke invloed heeft dat op het welbevinden van je kind? Hoe pak jij het (co-)ouderen aan en welke invloed heeft dat op het welbevinden van je kind? Je opvoedingsstijl

Nadere informatie

Betekenis van vaderschap

Betekenis van vaderschap Betekenis van vaderschap Conferentie vader-empowerment G.O.Helberg Kinder-en Jeugdpsychiater Materiaal ontleed aan onderzoek: Prof. dr. Louis Tavecchio Afdeling POWL, Universiteit van Amsterdam Een paar

Nadere informatie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Een longitudinale tweelingstudie naar de ontwikkeling van hersenstructuur en de relatie met hormoonspiegels en intelligentie ALGEMENE INTRODUCTIE Adolescentie is

Nadere informatie

PDF created with pdffactory Pro trial version www.pdffactory.com

PDF created with pdffactory Pro trial version www.pdffactory.com Invloed van autisme op relaties en seksualiteit Sylvie Carette Autisme Centraal 23 februari 2010 Overzicht Invloed van autisme op seksualiteit Seksualiteitsprofiel volwassenen met AS (Hénault enattwood)

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk

Nadere informatie

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief

Individuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan

Nadere informatie

Allemaal (een beetje) anders Jongeren, seksualiteit en culturele diversiteit

Allemaal (een beetje) anders Jongeren, seksualiteit en culturele diversiteit Permanente Vorming Actuele Filosofie 2007-2008 Seksualiteit, Globalisering en Ethiek Allemaal (een beetje) anders Jongeren, seksualiteit en culturele diversiteit Telidja Klaï Sensoa & Vrije Universiteit

Nadere informatie

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind Samenvatting Coparenting en Angst van het Kind In dit proefschrift worden verschillende associaties tussen coparenting en angst binnen het gezin getoetst, zoals voorgesteld in het model van Majdandžić,

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19934 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pat El, Ron Jonathan Title: Lost in translation : congruency of teacher and student

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

FEITEN EN CIJFERS OVER DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN DE REGIO S LIMBURG-NOORD EN ZUID-LIMBURG

FEITEN EN CIJFERS OVER DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN DE REGIO S LIMBURG-NOORD EN ZUID-LIMBURG FEITEN EN CIJFERS OVER DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN DE REGIO S LIMBURG-NOORD EN ZUID-LIMBURG Referentie De Graaf, H., Van den Borne, M., Nikkelen, S., Twisk, D., & Meijer, S. (2017). Seks onder

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

Samenvatting proefschrift van dr. Diana Wiegerink 2010

Samenvatting proefschrift van dr. Diana Wiegerink 2010 Romantic Relationships and Sexual Experiences of Adolescents and Young Adults with Cerebral Palsy` Verkering en seksuele ervaringen van jongeren en jongvolwassenen met cerebrale parese Dit proefschrift

Nadere informatie