Werken met de atlas. Achtergrondinformatie. 1 De kaart van Nederland. 2 Amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Werken met de atlas. Achtergrondinformatie. 1 De kaart van Nederland. 2 Amsterdam"

Transcriptie

1 5 Werken met de atlas Achtergrondinformatie Deze les vormt de overgang naar het schaalniveau van heel Nederland. Voor het eerst komt een gebied groter dan de regio aan bod. Les 1 begint met de verdeling van Nederland in twaalf provincies. Daarnaast komt de atlas voor het eerst uitgebreid aan bod: wat is een atlas? En hoe werkt een atlas? In les 2 staat Amsterdam centraal. Aan de hand van deze stad worden verschillende onderdelen van de opbouw van een stad herhaald en worden nieuwe stedelijke elementen geleerd. Het thema van les 3 is vervoer. Allerlei soorten infrastructuur, variërend van de HSL tot internet, komen voorbij. 1 De kaart van Nederland Atlas Een atlas is een boek met geografische kaarten. Het woord stamt uit de Griekse mythologie. In de legende verliest Atlas de strijd met de oppergod Zeus. Zeus straft Atlas door hem aan het einde van de wereld het hemelgewelf te laten dragen. Het einde van de wereld lag volgens de oude grieken waar nu het Atlasgebergte (in Marokko) ligt. Atlas betekent in het Grieks drager. Op het Paleis op de Dam in Amsterdam staat een beeld van Atlas die een wereldbol draagt. 2 Amsterdam Hoofdstad, geen regeringsstad De hoofdstad van een land is de stad waar de regering en het staatshoofd van een land gevestigd zijn. Nederland vormt hierop een uitzondering. Den Haag is vanaf 1584 de zetel van de regering geweest, met uitzondering van 1808 tot 1810 (Amsterdam) en van 1940 tot 1945 (Londen). Alleen in de Franse tijd, toen de Republiek der Nederlanden een koninkrijk werd, werd Amsterdam het regeringscentrum en de hoofdstad. De toenmalige vorst Lodewijk Napoleon vestigde zich in Amsterdam. Toen de Fransen in 1813 vertrokken en Koning Willem I in 1815 aantrad, bleef Amsterdam de hoofdstad. De regering ging terug naar Den Haag. In de periode van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden was naast Amsterdam, ook Brussel hoofdstad. Stad op palen Amsterdam die grote stad is gebouwd op palen, als die stad eens ommeviel, wie zal dat dan betalen? Dit oude kinderrijmpje verwijst naar het feit dat er in de laaggelegen delen van Nederland geheid moet worden. Heien wil zeggen dat palen in de zachte veen- of kleigrond geslagen worden tot ze een stevige zandlaag bereiken. De meeste gebouwen in Amsterdam staan op palen op een zandlaag op een diepte van 15 tot 28 meter. De hoogste gebouwen staan op een zandlaag op 55 meter onder NAP. Amsterdammertje Eeuwenlang al gebruikt de gemeente Amsterdam paaltjes om het parkeren van karren en auto s tegen te gaan en om openbare ruimten veiliger te maken. Sinds 1972 is een paaltje met drie kruizen erop ingevoerd: het Amsterdammertje. Deze invoering moest het foutparkeren op stoepen en trottoirs tegengaan, omdat het volkomen uit de hand liep. Het Paleis op de Dam Het Paleis heet officieel: het Koninklijk Paleis Amsterdam. Het gebouw is 80 meter lang en 56 meter breed en het staat op palen. Het Paleis werd van 1648 tot 1667 gebouwd als stadhuis. In 1808 nam Lodewijk Napoleon, de broer van de Franse keizer Napoleon en Koning van Holland, het gebouw in gebruik als paleis. Tegenwoordig wordt het onder meer gebruikt tijdens staatsbezoeken, voor de jaarlijkse uitreikingen van verschillende prijzen, zoals de Erasmusprijs, voor de Nieuwjaarsrecepties van de koningin en voor andere officiële ontvangsten. 29

2 3 Van hier naar daar Woon-werkverkeer Gemiddeld reizen elke werkdag ruim vijf miljoen mensen naar het werk. Zes van de tien nemen daarbij de auto. Bijna 10% reist met het openbaar vervoer, 25% fietst naar het werk en 3% loopt. De gemiddelde woon-werkafstand nam de afgelopen jaren verder toe. Nederlanders zijn ook steeds meer gaan rijden met hun auto. Vanaf 2001 steeg het gemiddelde aantal kilometers per auto gestaag. De gemiddelde autorijder rijdt ongeveer kilometer per jaar. HSL-Zuid De Hoge Snelheids Lijn-Zuid loopt van Amsterdam, via Schiphol en Rotterdam naar België en heeft zo verbinding met het Europese hogesnelheidsnetwerk. Dat ontwikkelt zich vooral vanuit Frankrijk (TGV) en Duitsland (ICE). De trein die door de Kanaaltunnel rijdt (de Eurostar) verbindt de steden Londen, Parijs en Brussel met elkaar via Lille. Ook Spanje (AVE) en Italië bouwen aan een HSL. In de toekomst kan de HSL met 300 kilometer per uur over het spoor rijden. Om ervoor te zorgen dat deze treinen veilig door, over en onder het dichtbevolkte westen en zuiden van Nederland kunnen rijden, zijn 170 weg- of waterbouwkundige bouwwerken, zoals viaducten, fly-overs, dive-unders, bruggen en tunnels gebouwd. De totale kosten van de HSL-Zuid waren dan ook 6650 miljoen. De hogesnelheidstrein is vooral op de middellange afstanden een concurrent voor de auto en het vliegtuig. De verwachting is dat een deel van de (zakelijke) reizigers de auto vaker zal laten staan om de trein te nemen. Men hoopt dat dit de Nederlandse snelwegen zal ontlasten en dat hierdoor de bereikbaarheid van Nederland, en van de Randstad in het bijzonder, wordt vergroot. 30

3 1 De kaart van Nederland Leskern In deze les komt voor het eerst de kaart van Nederland aan bod. De kinderen worden zich bewust van het feit dat een heel land op een kaart kan staan. We praten over de Nederlandse provincies op de kaart, de hoofdsteden en de provinciegrenzen. Lesdoelen De kinderen kunnen een kaart lezen en interpreteren met behulp van een legenda. Ze weten dat je met behulp van coördinaten en een register snel een bestemming kunt vinden op een kaart. Ze weten dat Nederland is opgedeeld in twaalf provincies. Ze kunnen die provincies en hun hoofdsteden benoemen. 1 Introductie 10 minuten 2 Opdrachten voorbespreken 5 minuten 3 Opdrachten maken 25 minuten 4 Kort nabespreken 5 minuten leerlingenboek bladzijde werkboek bladzijde 34-35, 40 en 66 antwoordenboek bladzijde 34-35, 40 en 66 kopieerblad Lastige woorden 5.1 Junior Bosatlas voor introductie: (wegen)kaart van Nederland en plattegrond van de eigen woonplaats of de Junior Bosatlas Neem met de taalzwakke kinderen van tevoren de lastige woorden door. De kinderen kunnen de topografie oefenen op de computer. Sleutelbegrippen en lastige woorden de provincie, de hoofdstad, de atlas, de grens, de provinciegrens, het provinciehuis, de landsgrens Topografie provincies, provinciehoofdsteden en de hoofdstad van Nederland 1 Introductie Laat de kinderen een kaart van Nederland zien (bijvoorbeeld een wegenkaart) en wijs daarop de eigen woonplaats aan. Laat vervolgens een plattegrond van de eigen woonplaats zien. Vergelijk de beide kaarten en bespreek het verschil. Bespreek in ieder geval: dat de eigen woonplaats op de kaart van Nederland veel kleiner is afgebeeld dan op de plattegrond; dat op de kaart van Nederland meer plaatsen staan; dat op de plattegrond van de eigen woonplaats straten/wegen, spoorlijnen, belangrijke gebouwen, wijken staan; dat op kaarten vaak wordt aangegeven hoe groot een afstand in het echt is. Wijs op het schaalstokje. Dit kan ook door verschillende kaarten uit de atlas te vergelijken. 2 Opdrachten voorbespreken Bespreek afbeelding 1 t/m 3 in het leerlingenboek met de kinderen. Hoe hoger je gaat, des te groter het gebied is dat je kunt overzien. En hoe hoger je gaat, des te minder details je kunt zien. 3 Opdrachten maken Bespreek en maak de opdrachten in het werkboek gezamenlijk. Laat de kinderen bij opdracht 3 de atlas bekijken. Wijs hun er bij opdracht 5 op dat elke provincie op afbeelding 4 een eigen kleur heeft. Bij opdracht 6 vraagt u de kinderen in welke provincie zij wonen. Wat is de hoofdstad van de provincie? Welke kleur heeft de provincie op afbeelding 4? Als de tijd het toelaat, maken de kinderen steropdracht 9 en/of Kort nabespreken U kunt samen met de kinderen kijken in het register van de atlas. Laat de eigen woonplaats opzoeken. Op welke kaart is hun woonplaats te vinden? In welk vak? Extra activiteiten 1 Tekenen Verdeel de kinderen in groepjes. Geef hun een object op en laat dit vanaf verschillende afstanden tekenen. Bijvoorbeeld: teken je tuin zoals je hem ziet als je uit het zolderraam kijkt, als je op een flatgebouw staat, als je in een luchtballon zit. 2 Oefenen met de atlas De kinderen oefenen met het register in de atlas en met de kaart Nederland provincies. Stel vragen zoals: In welk vak ligt Oss? (C3) Hoeveel plaatsen liggen er in vak A3? (6) Welke kleur heeft de provincie Limburg? (paars) 31

4 2 Amsterdam 32 Leskern De les gaat over Amsterdam, de hoofdstad van Nederland. De nadruk ligt op de opbouw van de stad, het centrum, wijken uit verschillende perioden en de groei van de stad. Lesdoelen De kinderen weten dat Amsterdam de hoofdstad van Nederland is. Ze kunnen enkele kenmerken van Amsterdam noemen: grote stad, grachten, toerisme, de Jordaan, de Bijlmermeer. Ze weten dat Amsterdam is veranderd. 1 Introductie 5 minuten 2 Opdrachten voorbespreken 5 minuten 3 Opdrachten maken 30 minuten 4 Kort nabespreken 5 minuten leerlingenboek bladzijde werkboek bladzijde en 40 antwoordenboek bladzijde en 40 kopieerblad Lastige woorden 5.2 Junior Bosatlas voor extra activiteit 1 en 2: schrijfpapier Neem met de taalzwakke kinderen van tevoren de lastige woorden door. De kinderen kunnen de topografie oefenen op de computer. Sleutelbegrippen en lastige woorden de hoofdstad, het centrum, de woonwijk, het toerisme, de gracht, de dam, de handel, de kooplui, de wijk, de flat, de toerist 1 Introductie De kinderen vertellen wat ze weten over Amsterdam. Bijvoorbeeld: Amsterdam is de hoofdstad van Nederland; de voetbalclub Ajax komt er vandaan; het is een oude stad; er zijn veel bezienswaardigheden. Wie van de kinderen is er wel eens in Amsterdam geweest? 2 Opdrachten voorbespreken Bekijk afbeelding 3 in het leerlingenboek met de kinderen. Bespreek de verschillende soorten woningen van Amsterdam. En waarvoor de grachten tegenwoordig dienen. U vertelt de kinderen dat er veel toeristen naar Amsterdam komen. Kunnen zij aan de hand van de foto s vertellen waarom dat zo is? Wijs de kinderen erop dat ze bij opdracht 3 en 5 in het werkboek de atlas nodig hebben. Ze kunnen dit zien aan het wereldbolletje met de loep. Vertel hun eventueel welke bladzijden van de atlas ze nodig hebben bij beide opdrachten. En hoe ze dit ook zelf kunnen opzoeken door de titel van de kaart op te zoeken in de inhoudsopgave. 3 Opdrachten maken De kinderen maken de opdrachten in het werkboek zelfstandig. Ze doen dit individueel of in groepjes. U kunt de zwakkere kinderen in groepjes of individueel hierbij helpen. De kinderen kunnen hun antwoorden nakijken met behulp van het antwoordenboek. Als er voldoende tijd is, maken de kinderen steropdracht 8 en/of 9. 4 Kort nabespreken Bespreek opdracht 3 met de kinderen. Besteed bij opdracht 6 extra aandacht aan de tijd waarin de huizen werden gebouwd en de grootte van de huizen. Bijvoorbeeld de grote grachtenpanden van kooplui en de kleine arbeidershuizen in de Jordaan. Ga ook in op waarom de grote, hoge flats van de Bijlmer zijn gebouwd. Extra activiteiten 1 Verhaal schrijven De kinderen schrijven een verhaal over hun eigen woonplaats, een stad in de buurt waar ze vaak komen of een dorp of stad waar ze in de vakantie zijn geweest. Ze schrijven over wat ze er hebben gezien en gedaan. U kunt de verhalen na afloop ophangen of bundelen, zodat de kinderen elkaars verhalen kunnen lezen. 2 Vergelijken Geef de kinderen individueel of in groepjes de opdracht om een vergelijking te maken tussen hun eigen woonplaats en Amsterdam. De opdracht hierbij kan zijn: Schrijf vijf dingen op die voorkomen in Amsterdam, maar niet in jouw woonplaats. Schrijf erbij welke dingen je wel of niet leuk vindt en waarom.

5 3 Van hier naar daar Leskern In deze les gaat het over vervoer: met de trein, met de auto, door de lucht en over het water. Ook wordt er aandacht besteed aan dataverkeer en elektriciteit. Lesdoelen De kinderen weten dat vervoer mogelijk is over het land, het water en door de lucht. Ze kunnen voorbeelden van middelen van vervoer noemen. Ze weten wat dataverkeer is en kunnen er voorbeelden van noemen. 1 Introductie 10 minuten 2 Opdrachten voorbespreken 5 minuten 3 Opdrachten maken 25 minuten 4 Kort nabespreken 5 minuten leerlingenboek bladzijde werkboek bladzijde antwoordenboek bladzijde kopieerblad Lastige woorden 5.3 Junior Bosatlas voor extra activiteit 1: (kopieën van) een fiets- of wandelkaart van de eigen omgeving met bijbehorende legenda Neem met de taalzwakke kinderen van tevoren de lastige woorden door. De kinderen kunnen de topografie oefenen op de computer. Sleutelbegrippen en lastige woorden de spoorweg, de waterweg, de luchtweg, de autosnelweg, de file, het knelpunt, het goederenvervoer, het personenvervoer, de Hoge Snelheids Lijn, de Betuwelijn, Schiphol, de luchthaven, de binnenvaart, het dataverkeer, de helikopter, de stroomcentrale, de mast 1 Introductie U vraagt de kinderen op welke manieren ze kunnen reizen. Maak een lijst met mogelijkheden op het bord. 2 Opdrachten voorbespreken Bekijk samen afbeelding 1 in het leerlingenboek en vul de lijst met vervoermiddelen op het bord eventueel aan. Bekijk de kaarten op de afbeelding. Vestig de aandacht op de soorten wegen die we onderscheiden: waterwegen, spoorwegen, auto(snel)wegen en luchtwegen. 3 Opdrachten maken Maak de opdrachten in het werkboek gezamenlijk. De antwoorden vindt u op bladzijde van het antwoordenboek. Bespreek voorafgaand aan opdracht 4 de (uitgebreide) legenda bij de kaart Kaarten om ons heen C. Wegenkaart in de atlas. Begrijpen de kinderen bij opdracht 7 wat dataverkeer is? Data betekent: gegevens of informatie. Dataverkeer is dus de weg die informatie aflegt voor het thuis op televisie, op de radio of op internet komt. Als de tijd het toelaat, maken de kinderen steropdracht 9 en/of Kort nabespreken De kaarten Nederland verkeer in de atlas zijn themakaarten. In welk deel van Nederland zijn de wegen het drukst? En de spoorwegen? Kunnen de kinderen vertellen waarom dat zo is? Extra activiteiten 1 Kaart lezen van de eigen omgeving Zorg voor een aantal kopieën van een kaart van de eigen omgeving (of een deel daarvan) met een bijbehorende legenda. Het kan een fiets- of wandelkaart zijn. De kinderen bekijken in groepjes de kaart en de legenda. Geef elk groepje een vragenlijstje over de kaart. Bijvoorbeeld: Wie zal deze kaart gebruiken? Van welk gebied is de kaart? Wat voor routes/wegen staan er op de kaart? Langs welke belangrijke punten gaan de routes? Bespreek en vergelijk na afloop de antwoorden. 2 Soorten vervoer: voor- en nadelen Stel samen met de kinderen een lijstje op van verschillende soorten vervoer. Bijvoorbeeld: auto, trein, bus, metro, fiets, bromfiets, veerpont, vliegtuig. De kinderen schrijven in groepjes voor- en nadelen op van het reizen met deze soorten vervoer. : ben je goed ter been; hoeveel bagage moet er mee; heb je veel of weinig ruimte nodig; wil je van huis tot huis; zijn de reistijden belangrijk; met hoeveel mensen reis je? De voor- en nadelen inventariseert u op het bord. Duidelijk zal worden dat keuzes persoongebonden zijn. 33

6 4 Toets Doel De kinderen laten hun kennis en inzicht zien in de leerstof van hoofdstuk 5: Werken met de atlas. 1 Samenvatting lezen 10 minuten 2 Toets maken 2 x 15 minuten 3 Toets bespreken 5-10 minuten kopieerblad Samenvatting 5, blad 1-2 kopieerblad Toets 5.1, blad 1-2 kopieerblad Toets 5.2, blad 1-2 kopieerblad Antwoorden toets 5.1, blad 1-2 kopieerblad Antwoorden toets 5.2, blad 1-2 Geef de kinderen als voorbereiding op Toets 5.1 één of meer dagen van tevoren de samenvatting mee naar huis om te leren. U kunt de toets(en) ook op een ander moment laten maken en nabespreken. Toets 5.1 bestaat uit kennis-, inzicht- en vaardigheidsvragen over de basisstof uit de eerste drie lessen (de samenvatting) en de verwerkingsopdrachten uit het werkboek. De steropdrachten worden niet getoetst. Met Toets 5.2 wordt de kennis van de topografie gecheckt. Deze toets kan ook op de computer worden gemaakt. Bereid eventueel de verdiepingsopdrachten van de volgende les voor. Voor verdiepingsopdracht 5.2: eventueel een printer. Voor verdiepingsopdracht 5.3: een kopieerapparaat. Voor verdiepingsopdracht 5.4: een printer en een kopieerapparaat. Sleutelbegrippen alle sleutelbegrippen uit les 1, 2 en 3 Topografie alle topografie uit les 1, 2 en 3 1 Samenvatting lezen Lees samen met de kinderen de samenvatting nog een keer door. Geef hun de gelegenheid vragen te stellen. Eventueel vat u de lesstof nog even samen. 2 Toets maken Deel de toets(en) uit of laat de kinderen de topografietoets opzoeken op de computer. De kinderen maken de toets(en) zelfstandig. U vindt de antwoorden op kopieerblad Antwoorden toets 5.1 en 5.2, blad 1-2. Normering toets 5.1: opdracht per goed antwoord maximaal 1 2,5 punten 4 x 2,5 = 10 2a 2b 4 punten 4 punten 4 x 4 = 16 1 x 4 = 4 3 2,5 punten 4 x 2,5 = ,5 punten 4 x 2,5 = punten 5 x 4 = ,5 punten 8 x 2,5 = ,5 punten 4 x 2,5 = 10 totaal Normering toets 5.2: 100 punten opdracht per goed antwoord maximaal 1a 1b 2 punten 4 punten 9 x 2 = 18 3 x 4 = punten 2 x 4 = punten 12 x 2 = punten 4 x 5 = punten 9 x 2 = 18 totaal 100 punten U kunt het volgende als leidraad per toets gebruiken: Aantal punten Beheersing goed voldoende minder dan 60 onvoldoende 3 Toets bespreken Het bespreken van de toetsen doet u op een later tijdstip, wanneer u de toetsen hebt nagekeken. Besteed aandacht aan zaken die u zijn opgevallen en geef aan hoe u de opdrachten hebt gewaardeerd. Ga in op zaken waar veel kinderen nog problemen mee hebben. 34

7 5 Kies wijzer Doelen A Kinderen die de toetsen goed of voldoende maakten, verdiepen hun kennis en inzicht met behulp van een verdiepingsopdracht (volg de aanwijzingen onder 1A). B Kinderen die de toets met betrekking tot de aardrijkskundige inhoud onvoldoende hebben gemaakt, maken herhalingsopdrachten (volg de aanwijzingen onder 1B). C Kinderen die de topografietoets onvoldoende hebben gemaakt, maken herhalingsopdrachten (volg de aanwijzingen onder 1C). 1A Verdiepingsopdracht maken 45 minuten 1B Herhalingsopdrachten maken 20 minuten 1C Herhalingsopdrachten maken 25 minuten 2 Kort nabespreken 10 minuten 1A werkboek bladzijde 41 1A kopieerbladen Verdiepingsopdracht 5.1 t/m 5.4 1A voor verdiepingsopdracht 5.2: eventueel een printer 1A voor verdiepingsopdracht 5.3: een kopieerapparaat 1A voor verdiepingsopdracht 5.4: een printer en een kopieerapparaat ze op de kopieerbladen Verdiepingsopdracht 5.1 t/m 5.4. Daarna hebt u de gelegenheid om met de kinderen die de toetsen onvoldoende hebben gemaakt de herhalingsopdrachten door te nemen. U kunt er ook voor kiezen om dit op een ander tijdstip te doen. 1B Herhalingsopdrachten maken De kinderen die de toets met betrekking tot de aardrijkskundige inhoud onvoldoende hebben gemaakt, maken de opdrachten op Herhalingsblad 5.1. Ze hebben daarbij het leerlingenboek nodig. Daarna nemen ze de samenvatting nog een keer door. 1C Herhalingsopdrachten maken De kinderen die de topografietoets onvoldoende hebben gemaakt, maken de opdrachten op Herhalingsblad 5.2, blad Kort nabespreken Tot slot controleert u of de kinderen de stof nu wel voldoende beheersen. Stel hun mondeling nog enkele vragen. Laat ook de kinderen die een verdiepingsopdracht hebben gemaakt aan het woord over de opdracht. 1B kopieerblad Herhalingsblad 5.1 1B kopieerblad Antwoorden herhalingsblad 5.1 1B leerlingenboek bladzijde B kopieerblad Samenvatting 5, blad 1-2 1C kopieerblad Herhalingsblad 5.2, blad 1-2 1C kopieerblad Antwoorden herhalingsblad 5.2, blad 1-2 Aandachtspunt Indien nodig kunnen de kinderen de verdiepingsopdracht op een ander moment afmaken. 1A Verdiepingsopdracht maken De kinderen die de toetsen voldoende of goed hebben gemaakt, nemen bladzijde 41 van het werkboek voor zich. U vertelt kort welke vier verdiepingsopdrachten er zijn (opdracht 3 t/m 6 van de Kies wijzer). De kinderen kiezen vervolgens een opdracht en gaan daarmee zelfstandig aan de slag. De aanwijzingen daarvoor vinden 35

8 6 Overal anders 36 Achtergrondinformatie In dit hoofdstuk staat Nederland centraal. Les 1 gaat in op de uiterlijke kenmerken van het natuurlijke landschap zoals de akkerbouwgebieden, de weidegebieden, het heuvelland en het rivierengebied. De menselijke bouwstenen die aan het landschap zijn toegevoegd bij de inrichting ervan, komen aan bod in les 2. Het maken van keuzes bij de inrichting is daarbij een belangrijk onderwerp. De onderwerpen natuurbeheer, nieuwe natuur en natuurbehoud sluiten het hoofdstuk af. 1 Hoe ziet het eruit? Records in het Nederlandse landschap Wat? Waar? Hoogte? hoogste punt Vaalserberg m laagste punt Zuidplaspolder -6,76 m smalste punt hoogste punt van het Koninkrijk der Nederlanden diepste punt (kunstmatig) net ten zuiden van Susteren Mount Scenery op Saba voormalige Staatsmijn Hendrik in Limburg 5 km breed 888 m m Zuiderzee en Afsluitdijk De Zuiderzee was de naam van de grote binnenzee die, tot de sluiting van de Afsluitdijk in 1932, op de plaats lag van waar nu het IJsselmeer, de Wieringermeer, Oostelijk en Zuidelijk Flevoland en de Noordoostpolder liggen. De Zuiderzee is op het eerste gezicht een vreemde naam, want de zee lag nooit in het zuiden. Evenmin als de Noordzee en de Oostzee in het noorden en het oosten lagen. De naamgeving heeft alles te maken met het feit dat kaarten vroeger in een andere richting werden getekend. Als de kaart van Nederland een kwartslag gedraaid wordt, liggen alle zeeën in de juiste windrichting. Streektaal In Nederland zijn de erkende streektalen: Fries, Limburgs en Nedersaksisch. Een streektaal is een taalvariant die géén dialect is van het Nederlands én van oudsher in Nederland wordt gesproken. Dialecten als Brabants en Betuws zijn dus geen streektalen. Nederland telt naast de drie afzonderlijke streektalen ongeveer 25 dialecten. In de Randstad worden dialecten gesproken die erg dicht bij het Standaard Nederlands liggen en daarom worden deze niet als afzonderlijk dialect aangemerkt. Flevoland is nog te jong om een dialect te hebben. 2 Kiezen en delen Het Westland Het Westland is het grootste kassengebied van Nederland. Daaraan dankt het ook haar bijnaam de glazen stad. Het gebied ligt ten zuidwesten van Den Haag. Het glastuinbouwgebied beslaat een oppervlak van 3000 ha. Rond 1850 werden hier de eerste kassen gebouwd en begonnen de tuinbouwers met het kweken van komkommers en druiven. Tegenwoordig zijn tomaten, komkommers en paprika s de belangrijkste producten. De oppervlakte kassen is door de stadsuitbreiding van Den Haag en herstructurering afgenomen. Veel tuinders verplaatsen hun bedrijf. Bijvoorbeeld naar Bleiswijk en omgeving, Noord-Limburg of Noord- Brabant. Java-eiland Java-eiland is een woonwijk op een schiereiland in het Oostelijk Havengebied van Amsterdam. Het is een kunstmatig eiland in het IJ, dat aan het eind van de 19e eeuw werd aangelegd. Op het haventerrein dat zo ontstond, vestigde zich onder meer de Stoomvaart-Maatschappij Nederland die lijndiensten op Nederlands-Indië onderhield. Na 1949 viel de handel met Nederlands-Indië vrijwel stil als

9 gevolg van de dekolonisatie van Indonesië. In de jaren tachtig namen krakers en kunstenaars bezit van het gebied. In de jaren negentig volgde herontwikkeling tot woonwijk. Bijna alle bebouwing werd gesloopt. Het eiland werd doorsneden door vier grachtjes en er werden moderne grachtenpanden gebouwd. De straatnamen op het eiland verwijzen veelal naar het Indonesische eiland Java. 3 Ruimte voor de natuur Ecoduct Een ecoduct, wildwissel, natuurbrug of wildviaduct, is een viaduct dat bedoeld is om dieren veilig de weg te laten oversteken. Ecoducten worden gebouwd als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur, bedoeld om de afname van de soortenrijkdom in Nederland tegen te gaan. (Zie ook bladzijde 23 van de lesbeschrijvingen.) Vaak worden ecoducten gecombineerd met tunnels onder de weg door voor kleinere dieren zoals egels, padden, kikkers, salamanders, dassen en konijnen. Nationale Parken Nederland heeft twintig Nationale Parken (2008), verspreid over het hele land. De oudste twee Nationale Parken stammen uit de jaren dertig van de vorige eeuw: de Hoge Veluwe en Veluwezoom. De andere achttien parken, zoals de Weerribben, de Biesbosch, de Meinweg en de Oosterschelde, hebben in de loop van de jaren de officiële status Nationaal Park gekregen. Een belangrijk kenmerk van een Nationaal Park is, dat het een aaneengesloten natuurgebied is met ten minste een oppervlakte van 1000 hectare. Ook op de Nederlandse Antillen en Aruba zijn Nationale Parken, zoals Washington Slagbaai National Park op Bonaire. De Nationale Parken in Nederland zijn grotendeels onderdeel van het Europese netwerk van natuurgebieden: het zogenoemde Natura 2000-netwerk. Bron voor meer informatie: 37

10 1 Hoe ziet het eruit? 38 Leskern Het kleine Nederland herbergt een grote variatie aan landschappen. Daar gaat deze les over. Lesdoelen De kinderen weten dat Nederland verschillende landschappen heeft. Ze kunnen enkele landschappen noemen en beschrijven. Ze weten dat in Nederland laag-gelegen en hoger gelegen gebieden zijn. 1 Introductie 10 minuten 2 Opdrachten voorbespreken 5 minuten 3 Opdrachten maken 25 minuten 4 Kort nabespreken 5 minuten leerlingenboek bladzijde werkboek bladzijde 42-43, 48 en 67 antwoordenboek bladzijde 42-43, 48 en 67 kopieerblad Lastige woorden 6.1 Junior Bosatlas eventueel een kaart van Nederland voor extra activiteit 1: eventueel tekengerei voor extra activiteit 2: postcode van huisadres kinderen Neem met de taalzwakke kinderen van tevoren de lastige woorden door. De kinderen kunnen de topografie oefenen op de computer. Sleutelbegrippen en lastige woorden de kust, het eiland, het duin, de dijk, de heide, het bos, de heuvel/het heuvelland, de rivier, de buitenwijk, de veerboot Topografie Grote plaatsen in Nederland: Vlissingen, Terneuzen, Rotterdam, Leiden, Dordrecht, Enkhuizen, Alkmaar, Hilversum, Heerenveen, Delfzijl, Emmen, Enschede, Deventer, Almere, Amersfoort, Apeldoorn, Nijmegen, Breda, Tilburg, Eindhoven, Heerlen, Roermond 1 Introductie Vraag aan de kinderen of Nederland er overal hetzelfde uitziet. (Hoe ziet de omgeving eruit bij oma en opa? En toen je op vakantie was in?) Laat de kinderen voorbeelden noemen. Leg vervolgens uit wat een landschap is en noem voorbeelden. Welke landschappen zijn er in de directe omgeving? 2 Opdrachten voorbespreken Bekijk samen met de kinderen afbeelding 2 t/m 4 in het leerlingenboek. Bespreek de legenda s. Merk vervolgens op dat er in Fryslân niet overal grasland is en in Gelderland niet overal heide. Vraag daarna of de kinderen weten waar het hoogste punt van Nederland ligt en hoe dit heet (de Vaalserberg in Limburg op 322,7 meter). Of vertel wat hoogterecords van Nederland (zie bladzijde 36: Achtergrond informatie). 3 Opdrachten maken Bespreek en maak de opdrachten in het werkboek gezamenlijk. Bespreek en vergelijk met behulp van afbeelding 2 t/m 4 in het leerlingenboek de landschappen per provincie. Besteed ook aandacht aan de eigen provincie. Geef eventueel op de kaart van Nederland aan waar de in het leerlingenboek genoemde provincies/gebieden liggen. Als er nog tijd is, kunnen de kinderen ook steropdracht 9 en/of 10 maken. 4 Kort nabespreken Vraag of de kinderen kunnen aangeven waar ze de verschillende landschappen in de eigen provincie hebben gezien. Naar welk landschap gaat hun voorkeur uit en waarom? Extra activiteiten 1 Landschappen beschrijven Schrijf een aantal typen landschappen op het bord. Verdeel de kinderen in groepjes en laat elk groepje een landschap beschrijven of tekenen. : Hoe ziet het landschap eruit? Waar komt het in Nederland voor? Welke dieren en/of planten zie je er? Wonen er mensen? Elk groepje geeft achteraf een toelichting op het landschap. U kunt de tekeningen ophangen in de klas. 2 De hoogte van een plek uitzoeken Op de site van Rijkswaterstaat kunnen kinderen voor elke plek in Nederland de hoogte vinden. Ze doen dit door het intikken van hun postcode. Laat alle kinderen de hoogte van hun huis opzoeken en vergelijken. Is er veel hoogteverschil binnen één woonplaats?

11 2 Kiezen en delen Leskern In Nederland is ruimte een schaars goed. Er moet dan ook verstandig mee worden omgegaan. Lesdoelen De kinderen weten dat er ruimtegebrek is in Nederland om aan de wensen van iedereen te voldoen. Ze tonen inzicht in het functionele gebruik van de ruimte. Ze weten dat er bij het inrichten van de ruimte keuzes moeten worden gemaakt. 1 Introductie 5 minuten 2 Opdrachten voorbespreken 5 minuten 3 Opdrachten maken 30 minuten 4 Kort nabespreken 5 minuten leerlingenboek bladzijde werkboek bladzijde en 48 antwoordenboek bladzijde en 48 kopieerblad Lastige woorden 6.2 Junior Bosatlas Neem met de taalzwakke kinderen van tevoren de lastige woorden door. De kinderen kunnen de topografie oefenen op de computer. Sleutelbegrippen en lastige woorden de kas, het pakhuis, de grondstof, de nieuwbouwwijk, het zeeschip, de spoorwegen 1 Introductie Bespreek met de kinderen de verdeling van woonruimte, speelruimte en natuur in de eigen woonwijk. Wat is er het meest? En wat het minst? 3 Opdrachten maken De kinderen die dit aankunnen, maken de opdrachten in het werkboek zelfstandig. Ze doen dit individueel of in groepjes. U kunt de zwakkere kinderen in groepjes of individueel hierbij helpen. De kinderen kunnen hun antwoorden nakijken met behulp van het antwoordenboek. Kinderen die snel klaar zijn, kunnen de steropdrachten 9 en/of 10 maken. 4 Kort nabespreken Bespreek in ieder geval opdracht 5 en 6. Hier zijn meerdere antwoorden mogelijk. Naar aanleiding van opdracht 7 kunt u samen met de kinderen de foto s in de atlas bekijken. Laat hen vertellen hoe ze aan hun antwoord zijn gekomen. Extra activiteiten 1 Rollenspel U verdeelt de kinderen in groepen. Alle groepen hebben iets te maken met/te zeggen over de keuze voor een locatie van een fabriek. Er zijn: bewoners van de wijk/omwonenden; een gemeentebestuur met de burgemeester als voorzitter; de directie van de fabriek; natuurbeschermers; mensen zonder werk. Elke groep (behalve het gemeentebestuur) krijgt de opdracht om te kiezen voor een locatie. De groepen schrijven hun argumenten voor de keuze van de locatie op. De groepen vertellen hun keuze aan het gemeentebestuur en discussiëren met elkaar over hun keuze. Het gemeentebestuur stelt op basis van de verschillende argumenten de definitieve locatie vast. Om de discussie in goede banen te leiden, is het raadzaam dat u de rol van burgemeester op zich neemt. 2 Inventariseren De kinderen bedenken in groepjes welke plek in hun omgeving een goede locatie is voor een speeltuin. Geef de kinderen een aantal aandachtspunten, bijvoorbeeld: Is er genoeg ruimte? Kunnen kinderen veilig oversteken? Is het in de buurt van een woonwijk? Na afloop inventariseert u de geschikte plekken op het bord. Laat de groepjes hun plek aanprijzen. Stem, door handopsteking, wat de geschikte plek is voor een nieuwe speeltuin. 2 Opdrachten voorbespreken Bespreek bij opdracht 7 kort hoe de kinderen de kaart Veranderingen in kaart Amsterdam en omgeving C. Amsterdam: Java-eiland in de atlas kunnen opzoeken. 39

12 3 Ruimte voor de natuur Leskern In de loop van de tijd is door bebouwing in Nederland steeds meer natuur verdwenen. De natuur die er nu nog is, wordt behouden. Maar dat vinden we niet meer genoeg. We maken steeds meer nieuwe natuur en we verbinden de natuurgebieden met elkaar. Lesdoelen De kinderen weten dat door de bebouwing en infrastructuur de natuur in Nederland steeds meer is verdwenen. Ze weten dat de aanwezige natuur door natuurbeheer wordt behouden. Ze kunnen aan de hand van voorbeelden uitleggen wat nieuwe natuur is. 1 Introductie 10 minuten 2 Opdrachten voorbespreken 5 minuten 3 Opdrachten maken 25 minuten 4 Kort nabespreken 5 minuten leerlingenboek bladzijde werkboek bladzijde antwoordenboek bladzijde kopieerblad Lastige woorden 6.3 Junior Bosatlas voor extra activiteit 1: schrijfpapier voor extra activiteit 2: kaart van de eigen provincie of Junior Bosatlas Neem met de taalzwakke kinderen van tevoren de lastige woorden door. De kinderen kunnen de topografie oefenen op de computer. 2 Opdrachten voorbespreken Vergelijk de afbeeldingen 5 en 6 uit het leerlingenboek met elkaar. Gaat het om hetzelfde gebied? Wat is er anders? 3 Opdrachten maken Maak de opdrachten in het werkboek gezamenlijk. U kunt de kinderen die dit aankunnen ook zelfstandig de opdrachten laten maken. De antwoorden staan op bladzijde van het antwoordenboek. U kunt dan aandacht besteden aan de zwakkere kinderen (individueel of in groepjes). Lees in ieder geval de tekst Nieuwe natuur samen met de (zwakkere) kinderen. Besteed aandacht aan de opdrachten waarbij meerdere antwoorden mogelijk zijn (opdracht 3, 4 en 7). Kijk bij opdracht 6 naar afbeelding 4 in het leerlingboek en vraag of de kinderen ecoducten belangrijk vinden en waarom. Als de tijd het toelaat, maken de kinderen steropdracht 10 en/of Kort nabespreken Laat de kinderen aan het woord over de opdrachten. Wat vonden ze lastig? Welke opdrachten waren gemakkelijk? Extra activiteiten 1 Verhaal: Genieten van de natuur De kinderen schrijven een verhaal over een natuurgebied in hun omgeving. Het verhaal moet als doel hebben: als je dit leest, wil je meteen naar dat gebied toe om er te genieten van de natuur. 2 Natuurgebieden in de eigen provincie Bekijk met de kinderen de provinciekaart van de provincie waar ze wonen (in de atlas). Laat hen de natuurgebieden opzoeken. Ze leggen uit of ze vinden dat er genoeg natuurgebieden zijn en waarom. Wat moet er gebeuren om extra natuurgebieden in de provincie te maken? Sleutelbegrippen en lastige woorden het natuurgebied, de nieuwe natuur, het ecoduct, de boswachter, de runderen, het wild zwijn, de natuurbeschermer 40 1 Introductie Vraag de kinderen naar natuurgebieden in de omgeving van hun woonplaats. Bespreek waarom die natuurgebieden zo belangrijk zijn. Wat kun je er doen? Wie leven er?

13 4 Toets Doel De kinderen laten hun kennis en inzicht zien in de leerstof van hoofdstuk 6: Overal anders. 1 Samenvatting lezen 10 minuten 2 Toets maken 2 x 15 minuten 3 Toets bespreken 5-10 minuten kopieerblad Samenvatting 6, blad 1-2 kopieerblad Toets 6.1, blad 1-2 kopieerblad Toets 6.2, blad 1-2 kopieerblad Antwoorden toets 6.1, blad 1-2 kopieerblad Antwoorden toets 6.2, blad 1-2 Geef de kinderen als voorbereiding op Toets 6.1 één of meer dagen van tevoren de samenvatting mee naar huis om te leren. U kunt de toets(en) ook op een ander moment laten maken en nabespreken. Toets 6.1 bestaat uit kennis-, inzicht- en vaardigheidsvragen over de basisstof uit de eerste drie lessen (de samenvatting) en de verwerkingsopdrachten uit het werkboek. De steropdrachten worden niet getoetst. Met Toets 6.2 wordt de kennis van de topografie gecheckt. Deze toets kan ook op de computer worden gemaakt. Bereid eventueel de verdiepingsopdrachten van de volgende les voor. Voor verdiepingsopdracht 6.2: memoblaadjes. Voor verdiepingsopdracht 6.3: oude tijdschriften. Sleutelbegrippen alle sleutelbegrippen uit les 1, 2 en 3 Topografie alle topografie uit les 1, 2 en 3 2 Toets maken Deel de toets(en) uit of laat de kinderen de topografietoets opzoeken op de computer. De kinderen maken de toets(en) zelfstandig. U vindt de antwoorden op kopieerblad Antwoorden toets 6.1 en 6.2, blad 1-2. Normering toets 6.1: opdracht per goed antwoord maximaal 1 4 punten 4 x 4 = 16 2a 2b 2 punten 5 punten 5 x 2 = 10 2 x 5 = punten 4 x 3 = punten 4 x 3 = punten 5 x 3 = ,5 punten 4 x 2,5 = punten 5 x 3 = 15 totaal Normering toets 6.2: 100 punten opdracht per goed antwoord maximaal 1a 1b 2 punten 2 punten 15 x 2 = x 2 = punten 8 x 2 = punten 12 x 2 = 24 totaal 100 punten U kunt het volgende als leidraad per toets gebruiken: Aantal punten Beheersing goed voldoende minder dan 60 onvoldoende 3 Toets bespreken Het bespreken van de toetsen doet u op een later tijdstip, wanneer u de toetsen hebt nagekeken. Besteed aandacht aan zaken die u zijn opgevallen en geef aan hoe u de opdrachten hebt gewaardeerd. Ga in op zaken waar veel kinderen nog problemen mee hebben. Laat hen ook aan het woord over de opdrachten. Wat vonden ze lastig? Welke opdrachten waren gemakkelijk? Hoe hebben ze geredeneerd? Waar zijn ze het niet mee eens? 1 Samenvatting lezen Lees samen met de kinderen de samenvatting nog een keer door. Geef hun de gelegenheid vragen te stellen. Eventueel vat u de lesstof nog even samen. 41

14 5 Kies wijzer Doelen A Kinderen die de toetsen goed of voldoende maakten, verdiepen hun kennis en inzicht met behulp van een verdiepingsopdracht (volg de aanwijzingen onder 1A). B Kinderen die de toets met betrekking tot de aardrijkskundige inhoud onvoldoende hebben gemaakt, maken herhalingsopdrachten (volg de aanwijzingen onder 1B). C Kinderen die de topografietoets onvoldoende hebben gemaakt, maken herhalingsopdrachten (volg de aanwijzingen onder 1C). 1A Verdiepingsopdracht maken 45 minuten 1B Herhalingsopdrachten maken 20 minuten 1C Herhalingsopdrachten maken 25 minuten 2 Kort nabespreken 10 minuten 1A werkboek bladzijde 49 1A kopieerbladen Verdiepingsopdracht 6.1 t/m 6.4 1A voor verdiepingsopdracht 6.2: memoblaadjes 1A voor verdiepingsopdracht 6.3: oude tijdschriften Daarna hebt u de gelegenheid om met de kinderen die de toetsen onvoldoende hebben gemaakt de herhalingsopdrachten door te nemen. U kunt er ook voor kiezen om dit op een ander tijdstip te doen. 1B Herhalingsopdrachten maken De kinderen die de toets met betrekking tot de aardrijkskundige inhoud onvoldoende hebben gemaakt, maken de opdrachten op Herhalingsblad 6.1. Ze hebben daarbij het leerlingenboek nodig. Daarna nemen ze de samenvatting nog een keer door. 1C Herhalingsopdrachten maken De kinderen die de topografietoets onvoldoende hebben gemaakt, maken de opdrachten op Herhalingsblad 6.2, blad Kort nabespreken Tot slot controleert u of de kinderen de stof nu wel voldoende beheersen. Stel hun mondeling nog enkele vragen. Laat ook de kinderen die een verdiepingsopdracht hebben gemaakt aan het woord over de opdracht. 1B kopieerblad Herhalingsblad 6.1 1B kopieerblad Antwoorden herhalingsblad 6.1 1B leerlingenboek bladzijde B kopieerblad Samenvatting 6, blad 1-2 1C kopieerblad Herhalingsblad 6.2, blad 1-2 1C kopieerblad Antwoorden herhalingsblad 6.2, blad 1-2 1C Junior Bosatlas Aandachtspunt Indien nodig kunnen de kinderen de verdiepingsopdracht op een ander moment afmaken. 42 1A Verdiepingsopdracht maken De kinderen die de toetsen voldoende of goed hebben gemaakt, nemen bladzijde 49 van het werkboek voor zich. U vertelt kort welke vier verdiepingsopdrachten er zijn (opdracht 3 t/m 6 van de Kies wijzer). De kinderen kiezen vervolgens een opdracht en gaan daarmee zelfstandig aan de slag. De aanwijzingen daarvoor vinden ze op de kopieerbladen Verdiepingsopdracht 6.1 t/m 6.4.

5.1 De kaart van Nederland

5.1 De kaart van Nederland LB 0-5. De kaart van Nederland Wat betekent dit bord, denk je? Welke zin hoort bij welk woord? Trek lijnen. Een schaalstok...... geeft de vier windrichtingen op de kaart aan. Een legenda...... geeft aan

Nadere informatie

5.1 De kaart van Nederland

5.1 De kaart van Nederland LB 40-4 5. De kaart van Nederland Wat betekent dit bord, denk je? Je rijdt de provincie Utrecht in. Welke zin hoort bij welk woord? Trek lijnen. Een schaalstok...... geeft de vier windrichtingen op de

Nadere informatie

Toeristen in Nederland

Toeristen in Nederland Toeristen in Nederland Het is bijna zomer. Veel Nederlanders gaan lekker op vakantie naar het buitenland. Maar er komen ook heel veel buitenlandse toeristen naar Nederland. Hoeveel zijn dat er eigenlijk?

Nadere informatie

thema 1 Nederland en het water topografie

thema 1 Nederland en het water topografie thema 1 Nederland en het water topografie Argus Clou Aardrijkskunde groep 6 oefenkaart met antwoorden Malmberg s-hertogenbosch thema 1 Nederland en het water topografie Gebergten Vaalserberg Plaatsen Almere

Nadere informatie

Groep 7/8. 0 Hoofstuk. Groep 7/8

Groep 7/8. 0 Hoofstuk. Groep 7/8 0 Hoofstuk 1. Globe of kaart 2. Over tekens en kleuren 3. Schaal: Van groot naar klein 4. Over richtingen 5. Kaarten in soorten 6. De wegenkaart 7. Maak je eigen weerkaart 1 Globe of kaart 1. Hieronder

Nadere informatie

1 Zet in de goede volgorde. Van klein naar groot.

1 Zet in de goede volgorde. Van klein naar groot. Herhaling Ω groep 5 Ω Aardrijkskunde (blad 1) Zoek de pagina in het lesboek. Lees de tekst en bekijk de foto of tekening. Maak dan de vraag. pagina 2 en 3 1 Zet in de goede volgorde. Van klein naar groot.

Nadere informatie

die een woning zochten. Aan de rand van de stad zijn de nieuwbouwwijken. Daar hebben de meeste huizen een tuin.

die een woning zochten. Aan de rand van de stad zijn de nieuwbouwwijken. Daar hebben de meeste huizen een tuin. Meander Samenvatting groep 6 Thema 5 Allemaal mensen Samenvatting Stedenbouw Oude en nieuwe steden zijn op dezelfde manier opgebouwd. In het midden ligt de binnenstad of het centrum. Rondom het centrum

Nadere informatie

hfst. groep 5 groep 6 groep 7 groep 8 4 Rondom de stad Aan het werk Het oosten van Europa Grote verschillen in Afrika

hfst. groep 5 groep 6 groep 7 groep 8 4 Rondom de stad Aan het werk Het oosten van Europa Grote verschillen in Afrika Algemene inleiding 1 Leerstof groep 5 t/m 8 1.1 Aardrijkskundige inhoud De inhoud van Wijzer door de wereld is gebaseerd op de kerndoelen van het leergebied Oriëntatie op jezelf en de wereld uit het domein

Nadere informatie

aardrijkskunde PROVINCIES VAN NEDERLAND

aardrijkskunde PROVINCIES VAN NEDERLAND VOORBEREIDINGSTIJD 20 minuten LESTIJD 35 minuten aardrijkskunde PROVINCIES VAN NEDERLAND GROEP 5,6 LESDOEL De leerlingen leren door herhaling op snelheid, de provincies van Nederland te automatiseren.

Nadere informatie

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten.

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten. Meander groep 5 Thema 1 Onderweg Aardrijkskunde Waarom is een nieuwe wijk hier gebouwd en niet daar? Wat voor gebouwen staan er? Waarom staan ze juist op die plek? Huizen, boerderijen, fabrieken en kantoren

Nadere informatie

Dicht op elkaar. Achtergrondinformatie. 2 Zee en natuur. 1 Wonen en werken. 3 Varen en vliegen

Dicht op elkaar. Achtergrondinformatie. 2 Zee en natuur. 1 Wonen en werken. 3 Varen en vliegen 5 Dicht op elkaar Achtergrondinformatie Hoofdstuk 5 gaat over het westelijk deel van Nederland. Centraal in les 1 staat de Randstad als dichtbevolkt, economisch belangrijk deel van Nederland. In les 2

Nadere informatie

Werkblad Meander Thema 1: Onderweg

Werkblad Meander Thema 1: Onderweg Werkblad Meander Thema 1: Onderweg 1.1 Vakantiebestemmingen Schrijf 1, 2, 3, 4, 5, en 6 1. De reis start in Nederland 2. België is klein, dat gaat snel 3. Frankrijk is groot, pffff.wat duurt het lang!!

Nadere informatie

Thema 1 Onderweg. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Vakantie en vervoer. Recreatie en toerisme. Onder de loep. Frankrijk en België

Thema 1 Onderweg. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Vakantie en vervoer. Recreatie en toerisme. Onder de loep. Frankrijk en België Meander Samenvatting groep 7 Thema 1 Onderweg Samenvatting Vakantie en vervoer Reizen kun je met verschillende vervoermiddelen: de fiets, de auto, de bus, de trein, de boot of het vliegtuig. Als je op

Nadere informatie

die een woning zochten. Aan de rand van de stad zijn de nieuwbouwwijken. Daar hebben de meeste huizen een tuin.

die een woning zochten. Aan de rand van de stad zijn de nieuwbouwwijken. Daar hebben de meeste huizen een tuin. Meander Samenvatting groep 6 Thema 5 Allemaal mensen Samenvatting Stedenbouw Oude en nieuwe steden zijn op dezelfde manier opgebouwd. In het midden ligt de binnenstad of het centrum. Rondom het centrum

Nadere informatie

Werkkatern 6 Welkom in onze provincie

Werkkatern 6 Welkom in onze provincie 1 Les 1 en 2 Mijn provincie Naam: Klas: 1 Mijn provincie op kaart Voer eerst volgende opdrachten uit op de kaart van je provincie - Kleur de gemeente waarin je school staat rood - Kleur je provinciehoofdplaats

Nadere informatie

DASSENWERK. werkbladen opdrachten Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen

DASSENWERK. werkbladen opdrachten Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen DASSENWERK werkbladen opdrachten Locatie De Drie Linden Giersbergen 8 Drunen 2012 Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen 1. Waar ben je? Je onderzoekt vandaag een klein gebied van Nationaal Park De

Nadere informatie

hfst. groep 5 groep 6 groep 7 groep 8 4 Rondom de stad Aan het werk Het oosten van Europa Grote verschillen in Afrika

hfst. groep 5 groep 6 groep 7 groep 8 4 Rondom de stad Aan het werk Het oosten van Europa Grote verschillen in Afrika Algemene inleiding 1 Leerstof groep 5 t/m 8 1.1 Aardrijkskundige inhoud De inhoud van Wijzer door de wereld is gebaseerd op de kerndoelen van het leergebied Oriëntatie op jezelf en de wereld uit het domein

Nadere informatie

DE STAD. Projectboek Mens en Maatschappij HET HOOGHUIS. ZUID/WEST Leerjaar 1 b/k

DE STAD. Projectboek Mens en Maatschappij HET HOOGHUIS. ZUID/WEST Leerjaar 1 b/k DE STAD Projectboek Mens en Maatschappij HET HOOGHUIS ZUID/WEST Leerjaar 1 b/k Inhoud Introductie... 2 Ruimteverdeling... 3 Bouwstijl... 5 Het stadswapen... 7 Onderzoek en presentatie... 12 Beoordelingscriteria...

Nadere informatie

IN DE TREIN LES 1. Meer of minder

IN DE TREIN LES 1. Meer of minder Stad, dorp en platteland LES 1 IN DE TREIN Hoi! Ik ben Benan. Ik ben bij mijn opa en oma in Den Haag geweest. Nu brengt opa mij met de trein naar Zwolle. Ik woon in een dorp in de buurt van Zwolle. JE

Nadere informatie

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave Thema 3 Vervoer Inhoudsopgave 3.1 Met de taxi 155 3.2 Regels in het verkeer 156 3.3 De tijd 157 3.4 Reizen met de trein 160 3.5 Wie, wat, waar? 161 3.6 Komen en gaan 163 3.7 Reizen met de auto 165 3.8

Nadere informatie

Werkkatern 6 Welkom in onze provincie

Werkkatern 6 Welkom in onze provincie 1 Les 1 en 2 Mijn provincie 1 Mijn provincie op kaart Voer eerst volgende opdrachten uit op de kaart van je provincie - Kleur de gemeente waarin je school staat rood - Kleur je provinciehoofdstad geel,

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Gemaakt door: Bjorge Buysman IPABO 2007 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Start van het project 4 Start lessen 4 Geschiedenis 5 Aardrijkskunde 6 Taal 7 Bronnen: 7 Bijlage 1: 8 Bijlage 2 Fout!

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.

Nadere informatie

De Trampoline De Haar 200, Leidschendam

De Trampoline De Haar 200, Leidschendam Tekst lezen Lees de tekst met het stappenplan. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de tekst? Gebruik dan de woordhulp. 1. Waarom is het fijn dat de Hanzelijn klaar is? 2. Wat betekent het woord officieel

Nadere informatie

deeultûrele grens de natuurlijke grens onafhankelijk de open grens de $~aatkundi "" ~...de 't-aalg(ens Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1

deeultûrele grens de natuurlijke grens onafhankelijk de open grens de $~aatkundi  ~...de 't-aalg(ens Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1 Kijkles Hoofdstuk 8 Les 1 Grenzen verdwijnen De schutting in jouw tuin is de grens tussen jouw tuin en die van de buren. Tussen woonwijken, gemeenten, provincies en landen zijn ook grenzen. Die grenzen

Nadere informatie

De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren.

De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren. Meander Samenvatting groep 6 Thema 1 Water Samenvatting De watersnoodramp In 1953 braken tijdens een zware storm de dijken door in Zeeland en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het land overstroomde.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.

Nadere informatie

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017 Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties woningen woningen. Provincie Drenthe Assen 67.700 31.400 Woningvoorraad 32.900 33.700 33.700 Tussenwoning 448 16,7 166.000

Nadere informatie

Lesfiche STOP-principe

Lesfiche STOP-principe Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS Lesfiche STOP-principe Doelgroep Derde en vierde leerjaar. Lesdoel De leerlingen maken kennis met het STOP-principe en kunnen vertellen welke vervoermiddelen

Nadere informatie

TASTBARE TIJD, LEIDSCHE RIJN

TASTBARE TIJD, LEIDSCHE RIJN TASTBARE TIJD, LEIDSCHE RIJN WERKBLAD Tijdlaag tot 1000 Thema: verdwenen rivieren en de Limes 1. Ligt landgoed De Haar binnen het projectgebied? o ja o nee 2. Wat is zavel? 3. Zet de woorden zand, zavel

Nadere informatie

Wegwijzer is het derde deel in de Op-wegreeks. De andere delen zijn: Onderweg (tekstboek incl. cd),

Wegwijzer is het derde deel in de Op-wegreeks. De andere delen zijn: Onderweg (tekstboek incl. cd), Wegwijzer Wegwijzer bestaat uit: cursistenboek incl. 1 cd website www.opwegnaarnederland.nl Wegwijzer is het derde deel in de Op-wegreeks. De andere delen zijn: Op weg (tekstboek incl. cd), ISBN 978 90

Nadere informatie

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden. WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden. Ga het vragen. Zoek in boeken en op internet. Schrijf de antwoorden op. Zoek er plaatjes bij.

Nadere informatie

HANDLEIDING THEMA 4 LES 3. Meander. Aardrijkskunde

HANDLEIDING THEMA 4 LES 3. Meander. Aardrijkskunde HANDLEIDING THEMA 4 LES 3 6 Meander Aardrijkskunde 6 Thema 4 Streken en klimaten thema 4 Streken en klimaten les 1 les 2 les 3 les 4 72 VOORAF Vraag de kinderen naar buiten te kijken en laat een aantal

Nadere informatie

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 3 - WERKBLAD 1

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 3 - WERKBLAD 1 THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 3 - WERKBLAD 1 Naam: Groep: INDUSTRIALISATIE (1801 TOT 1940) DE INPOLDERING VAN HET HAARLEMMERMEER Bekijk de video Industriële Revolutie nogmaals. 1 Waarom kreeg het Haarlemmermeer

Nadere informatie

De omgekeerde quiz Wie weet het meest van de Nederlandse provincies?

De omgekeerde quiz Wie weet het meest van de Nederlandse provincies? ARGUS CLOU AARDRIJKSKUNDE LESSUGGESTIE GROEP 6/7/8 De omgekeerde quiz Wie weet het meest van de Nederlandse provincies? Lesduur: 20 minuten Lesvorm: spel Werkwijze: groep Wat heb je nodig? kaart van Nederland

Nadere informatie

.22. Hoe ziet een centrum eruit?

.22. Hoe ziet een centrum eruit? Hoe ziet een centrum eruit? Hoofdstuk 2 les 1 Wat ga je leren? In deze les leer je hoe een centrum eruitziet. Je leert ook hoe het komt dat sommige steden of plekken een centrum zijn geworden. Begrippen

Nadere informatie

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden. Meander Samenvatting groep 6 Thema 1 Water Samenvatting De watersnoodramp In 1953 braken tijdens een zware storm de dijken door in Zeeland en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het land overstroomde.

Nadere informatie

Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit.

Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit. Ecoduct Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit. Ecoduct Wat is dat dan precies, een ecoduct? Zo vroeg een jonge

Nadere informatie

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - HAVO MAASVLAKTE 2 De haven van Rotterdam wordt te klein, omdat we steeds meer goederen bestellen uit verre landen. Daarom komt er een nieuw stuk haven: Maasvlakte

Nadere informatie

Kwt opdracht atlas gebruik

Kwt opdracht atlas gebruik Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Erik van Wijngaarden 22 september 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/65793 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Samenvatting. 1 Kan jouw school overstromen? Weet je nu of jouw school kan overstromen?

Samenvatting. 1 Kan jouw school overstromen? Weet je nu of jouw school kan overstromen? 1 Kan jouw school overstromen? Weet je nu of jouw school kan overstromen? Om deze vraag te beantwoorden, moet je weten op welke manier Nederland kan overstromen. Verder moet je weten in welk deel van Nederland

Nadere informatie

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016 Woningen 2017 Provincie / Steden Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties Aantal inwoners 2016 Aantal woningen 2016 Woningvoorraad/ huishoudens/inwoners 2020 2025 Koopwoningen Aantal verkochte

Nadere informatie

Atlas. Mens en Maatschappij GG. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Atlas. Mens en Maatschappij GG. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Mens en Maatschappij GG Laatst gewijzigd 05 October 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/66448 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

KWT opdracht Atlas gebruik

KWT opdracht Atlas gebruik Auteur Erik van Wijngaarden Laatst gewijzigd 22 September 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/65793 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

X BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS ANTWOORDEN OPDRACHTEN MAASVLAKTE 2

X BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS ANTWOORDEN OPDRACHTEN MAASVLAKTE 2 X BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS ANTWOORDEN MAASVLAKTE 2 X De haven van Rotterdam x werd te klein, omdat we steeds meer goederen bestellen uit verre landen. Daarom

Nadere informatie

Slagharen op de kaart

Slagharen op de kaart 2 Slagharen op de kaart Docentenhandreiking slagharen op de kaart 1800 1850 1900 1950 2000 Samenvatting In deze les gaan leerlingen als cartograaf aan de slag. Een cartograaf maakt ruimtelijke informatie

Nadere informatie

Aan de Middellandse Zee

Aan de Middellandse Zee 5 Aan de Middellandse Zee 36 Achtergrondinformatie 1 De kusten van Zuid-Europa De opkomst van het toerisme Met het begrip toerisme wordt bedoeld dat mensen langer dan 24 uur achter elkaar hun vrije tijd

Nadere informatie

Samenvatting 1 Kan de regen opraken?

Samenvatting 1 Kan de regen opraken? Samenvatting 1 Kan de regen opraken? Kan de regen opraken? Je moet weten waar het regenwater blijft als het op de grond ligt. Je moet ook weten hoe het kan gaan regenen. Weet je dit allemaal? Dan kun je

Nadere informatie

Amsterdam, 14 januari 2019 P e r s b e r i c h t

Amsterdam, 14 januari 2019 P e r s b e r i c h t Hoeveel van je eerste maandsalaris geef je uit aan afval? Cijfers Adzuna: In Hoorn geeft men gemiddeld 14,9% van een maandsalaris uit aan afvalstoffenheffing AMSTERDAM - Het percentage salaris dat huishoudens

Nadere informatie

Demi Smit Sarah Lingaard. Atlas van de toekomst

Demi Smit Sarah Lingaard. Atlas van de toekomst Demi Smit Sarah Lingaard Atlas van de toekomst 1 Introductie: Wij hebben de Atlas van onze toekomst gemaakt met daarin onze ideeën voor Nederland in 2040. Hierin hebben wij geprobeerd weer te geven hoe

Nadere informatie

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VMBO MAASVLAKTE 2 De haven van Rotterdam wordt te klein, omdat we steeds meer goederen bestellen uit verre landen. Daarom komt er een nieuw stuk haven: Maasvlakte

Nadere informatie

Aardrijkskunde Toets. Leontine Helmer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/67408

Aardrijkskunde Toets. Leontine Helmer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/67408 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Leontine Helmer 15 October 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/67408 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2008-II

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2008-II Vervoer en ruimtelijke inrichting Opgave 4 Breda als Poort van Brabant Gebruik bron 6 van het bronnenboekje. De Nieuwe Sleutelprojecten zullen ingrijpende ruimtelijke gevolgen hebben voor de bewoners van

Nadere informatie

1. Wat is architectuur?

1. Wat is architectuur? Architectuur 1. Wat is architectuur? Alles in Nederland is bedacht. Door wie? 1.Planologen: denken na over grote gebieden 2.Civiele techniek: houdt zich bezig met het ontwerpen van bruggen, viaducten,

Nadere informatie

ZAND BOVEN WATER LESBRIEF PRIMAIR ONDERWIJS BOVENBOUW ANTWOORDEN

ZAND BOVEN WATER LESBRIEF PRIMAIR ONDERWIJS BOVENBOUW ANTWOORDEN ZAND BOVEN WATER LESBRIEF PRIMAIR ONDERWIJS BOVENBOUW Rotterdam is de belangrijkste haven van Europa. Steeds meer spullen reizen via Rotterdam. Sinds 2008 is de haven uitgebreid met Maasvlakte 2. Zodat

Nadere informatie

Lesbrief ZAND BOVEN WATER OPDRACHT 1 - NEDERLAND EN WATERBOUW

Lesbrief ZAND BOVEN WATER OPDRACHT 1 - NEDERLAND EN WATERBOUW Lesbrief Primair onderwijs - BOVENBOUW ZAND BOVEN WATER Rotterdam is de belangrijkste haven van Europa. Steeds meer spullen reizen via Rotterdam. Sinds 2008 wordt hard gewerkt om de haven uit te breiden.

Nadere informatie

leeruitstap Kwadrant donderdag 17 mei 2001 hoofdstad van België hart van Europa

leeruitstap Kwadrant donderdag 17 mei 2001 hoofdstad van België hart van Europa leeruitstap Kwadrant donderdag 17 mei 2001 hoofdstad van België hart van Europa 1. Brussel hoofdstad van ons land en Europa Brussel is de hoofdstad van ons land. De koning woont in Brussel en de regering

Nadere informatie

Lesfiche STOP-principe

Lesfiche STOP-principe DUURZAME MOBILITEIT Stappen, trappen, openbaar vervoer, privévervoer Lesfiche STOP-principe Doelgroep 2de graad lager onderwijs Eindtermen (ET) 6.15 De leerlingen kennen de belangrijkste gevolgen van het

Nadere informatie

Topografie Merwedezone (bron: Ontwerp Transformatievisie Merwedezone, 2007)

Topografie Merwedezone (bron: Ontwerp Transformatievisie Merwedezone, 2007) Sliedrecht Sliedrecht Sliedrecht is een zelfstandige gemeente in de provincie Zuid-Holland. Het dorp telt 24.000 inwoners en vormt met de plaatsen Alblasserdam, Papendrecht, Hardinxveld-Giessendam en Gorinchem

Nadere informatie

Hoe hoog is dat? groep Bron:

Hoe hoog is dat? groep Bron: Hoe hoog is dat? groep 5-6 Wat kan een satelliet allemaal zien vanuit de ruimte? En hoe meet een satelliet hoogte? In de les Hoe hoog is dat? onderzoeken de leerlingen de werking van een satelliet die

Nadere informatie

Griep uit Mexico. Oefeningen

Griep uit Mexico. Oefeningen 2009-17 tekst 1 Amsterdam, 2 mei 2009 Er is een nieuwe griep. Deze ontstond in Mexico. Daar stierven 15 mensen door de griep. Naam Eerst zei men varkensgriep. Nu zegt men Mexicaanse griep. De griep is

Nadere informatie

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 3 VERVOER

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 3 VERVOER ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 3 VERVOER Opdracht 1 de fietser oversteken de bushalte de file Opdracht 8 Hoi Özkan, Gisteren was ik naar een feestje in Amsterdam. Ik had geen vervoer / fiets toen ik

Nadere informatie

1. Wat zie je vanuit de lucht?

1. Wat zie je vanuit de lucht? 1. Wat zie je vanuit de lucht? Leeftijdsgroep Ongeveer 12-16 jaar Kerndoel Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 4: de leerlingen leren meten en wegen en leren omgaan met meetinstrumenten, gangbare

Nadere informatie

Mensen die een beroep hebben waarbij ze voedsel direct uit de natuur halen. Zoals fruittelers, boeren en vissers.

Mensen die een beroep hebben waarbij ze voedsel direct uit de natuur halen. Zoals fruittelers, boeren en vissers. Meander Samenvatting groep 6 Thema 2 Werk en energie Samenvatting Beroepen Beroepen kun je verdelen in drie groepen. Mensen in de eerste groep (landbouw, tuinbouw en visserij) halen producten rechtstreeks

Nadere informatie

Best. Introductie. Gemeente Best (bron:

Best. Introductie. Gemeente Best (bron: Best Best Introductie Best is een Noord-Brabantse gemeente, gelegen op ruim tien kilometer van de stad Eindhoven. De gemeente bestaat uit de centrale kern Best en twee kleine kernen, Aarle en De Vleut.

Nadere informatie

Tastbare Tijd, Bilthoven

Tastbare Tijd, Bilthoven Tastbare Tijd, Bilthoven WERKBLAD Tijdlaag tot 1000 Op de grens van droog en nat a. Welke dorpen en kernen liggen er allemaal in deze gemeente? b. Aan welke gemeenten grenst de gemeente de Bilt? c. Wat

Nadere informatie

Inhoudsopgave atlas. antwoorden met uitleg voorbeeldopgaven Aardrijkskunde. Wereldorientatie-pabo antwoord 1 van 12

Inhoudsopgave atlas. antwoorden met uitleg voorbeeldopgaven Aardrijkskunde. Wereldorientatie-pabo antwoord 1 van 12 antwoord 1 van 12 Inhoudsopgave atlas kaart 1 De Aarde Godsdiensten kaart 2 De Aarde Ziekenhuizen per land kaart 3 De Aarde Talen kaart 4 Azië Grote steden kaart 5 Azië Telefoons kaart 6 Amerika Auto's

Nadere informatie

DocksNLD fase 2 - bijeenkomst 22 februari Contour van het in aanbouw zijnde distributiecentrum van DSV op DocksNLD fase 1 met rechts het

DocksNLD fase 2 - bijeenkomst 22 februari Contour van het in aanbouw zijnde distributiecentrum van DSV op DocksNLD fase 1 met rechts het - bijeenkomst 22 februari 2017 Contour van het in aanbouw zijnde distributiecentrum van DSV op INFORMATIEBIJEENKOMST DocksNLD fase 1 30 JANUARI met rechts het 2017 beoogde plangebied van fase 2 - informatiebijeenkomst

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

VERSIE LERAARSKAMER. focusthema 2

VERSIE LERAARSKAMER. focusthema 2 1 Les 1, 2 en 3 De plattegrond van onze gemeente Naam: Klas: 1 Teken op de plattegrond een windroos in dezelfde richting als op de klassikale plattegrond. 2 Luister aandachtig naar je meester of je juf.

Nadere informatie

Urkerweg 1. Emmeloord. Meer informatie op de-munt.nl

Urkerweg 1. Emmeloord. Meer informatie op de-munt.nl Urkerweg 1 Emmeloord Werken in Emmeloord Geschiedenis Emmeloord ontleent zijn naam aan het dorpje Emmeloord op de noordpunt van het voormalige eiland Schokland. Dit eiland lag in de Zuiderzee. Emmeloord

Nadere informatie

Aardrijkskunde. Thema / onderwerp Aardrijkskundeles met gebruikmaking van de geografische vierslag. Betekenis. Bedoeling

Aardrijkskunde. Thema / onderwerp Aardrijkskundeles met gebruikmaking van de geografische vierslag. Betekenis. Bedoeling Aardrijkskunde Thema / onderwerp Aardrijkskundeles met gebruikmaking van de geografische vierslag. Betekenis Welke betekenis heeft het thema / onderwerp voor de kinderen? Hoe leg je de relatie met de beginsituatie?

Nadere informatie

Vakoverstijgend project ONTDEKKINGSREIZEN. Eva Barendregt & Isabelle Blankendaal Lerarenopleiding Wiskunde Docent: Marieke Collins

Vakoverstijgend project ONTDEKKINGSREIZEN. Eva Barendregt & Isabelle Blankendaal Lerarenopleiding Wiskunde Docent: Marieke Collins Vakoverstijgend project ONTDEKKINGSREIZEN Eva Barendregt & Isabelle Blankendaal Lerarenopleiding Wiskunde Docent: Marieke Collins 1 VOORWOORD Dit is een project over ontdekkingsreizen. Het is een bestaan

Nadere informatie

kan een gebied krimpen?

kan een gebied krimpen? 1Hoe kan een gebied krimpen? Hoofdstuk4 les 1 Wat ga je leren? In deze les leer je dat je in Europa steeds sneller van de ene naar de andere plek kunt komen. Je leert ook dat er in een gebied met goede

Nadere informatie

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt. Meander Samenvatting groep 5 Thema 3 Waterland Samenvatting Langs de kust Nederland ligt voor de helft onder de zeespiegel. Heel vroeger woonden mensen dicht bij zee op terpen. Langs de kust beschermen

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening (RO) in Nederland Vanuit de geschiedenis is RO al belangrijk in Nederland, denk bijvoorbeeld aan landinrichting en optimaliseren van de waterhuishouding.

Nadere informatie

WERKBLAD. Naam: Namen van de andere leerlingen uit jouw groepje:

WERKBLAD. Naam: Namen van de andere leerlingen uit jouw groepje: Jouw wereld op de kaart WERKBLAD Groep 7 en 8 Recht zo die gaat! Varen op de kaart van Mercator Deze tentoonstelling gaat over Mercator, een beroemde kaartenmaker uit de 16de eeuw. Zijn wereldkaart wordt

Nadere informatie

DOCENT. Thema: water DROOG NAAR DE OVERKANT. groep 3 en 4. Stadshagen

DOCENT. Thema: water DROOG NAAR DE OVERKANT. groep 3 en 4. Stadshagen In groep 1 en 2 hebben de leerlingen ontdekt dat er veel water in is en hebben ze onderzocht welke dieren in en bij het water leven. In groep 3 en 4 verdiepen de leerlingen hun kennis over het water in

Nadere informatie

Deel 1 Toen en nu 13

Deel 1 Toen en nu 13 Deel 1 Toen en nu 13 14 Historie Het huidige typisch Nederlandse landschap met polders en dijken kent een lange historie. Na de laatste grote ijstijd, ongeveer 10.000 jaar geleden, werd door een stijgende

Nadere informatie

Naam: Waar woon jij? Vraag 1b. Waarom wonen veel mensen in Kenia in een hut? Vraag 1a. In wat voor soort huis woon jij?

Naam: Waar woon jij? Vraag 1b. Waarom wonen veel mensen in Kenia in een hut? Vraag 1a. In wat voor soort huis woon jij? Naam: Waar woon jij? Wonen over de hele wereld Heb jij wel eens in een tent gewoond? Waarschijnlijk niet. In de vakantie is het leuk. Maar voor altijd? Toch zijn er mensen op de wereld die altijd in een

Nadere informatie

LESBRIEF LES 1 DE VOEDSELKETENLES SAMENVATTING LES 1 VOORBEREIDING BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD. Wat is voedselverspilling?

LESBRIEF LES 1 DE VOEDSELKETENLES SAMENVATTING LES 1 VOORBEREIDING BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD. Wat is voedselverspilling? SAMENVATTING In deze les wordt het begrip voedselverspilling geïntroduceerd. De leerlingen maken kennis met een voedselketen en ontdekken welke partijen daarbij betrokken zijn (de schakels in de voedselketen:

Nadere informatie

Steeds minder startersleningen beschikbaar

Steeds minder startersleningen beschikbaar RAPPORT Starterslening in Nederland Steeds minder startersleningen beschikbaar Uitgevoerd in opdracht van www.starteasy.nl INHOUD Starterslening in Nederland Steeds minder startersleningen beschikbaar

Nadere informatie

GROEP 3/4. Vertelster Annette Kiekebosch

GROEP 3/4. Vertelster Annette Kiekebosch GROEP 3/4 Vertelster Annette Kiekebosch INHOUD Met de leerlijn komen leerlingen van groep 1 t/m 8 in het basisonderwijs structureel in aanraking met het lokale erfgoed en de bijbehorende verhalen, krijgen

Nadere informatie

Zet een cirkel om de woorden die je met een hoofdletter schrijft

Zet een cirkel om de woorden die je met een hoofdletter schrijft : regelwoord hoofdletter: 1. begin van de zin 2. voornaam en achternaam 3. namen uit de aardrijkskunde Zet een cirkel om de woorden die je met een hoofdletter schrijft koningin beatrix eindhoven kilometer

Nadere informatie

Nota R.O. hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Nota R.O. hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 18 August 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/63725 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING

SAMENVATTING SAMENVATTING SAMENVATTING Hoe waardeert en beleeft de Nederlandse bevolking de ruimtelijke kwaliteit van haar leefomgeving? Deze nulmeting van de Belevingswaardenmonitor Nota Ruimte beschrijft hoe aantrekkelijk Nederlanders

Nadere informatie

Een kaart wordt op schaal getekend. Dat is een verkleining van de werkelijkheid.

Een kaart wordt op schaal getekend. Dat is een verkleining van de werkelijkheid. VAN KLEIN NAAR GROOT België is verdeeld in meerdere kleine plaatsen. Er zijn gehuchten, dorpen, deelgemeenten, gemeenten, steden, provincies en gewesten. België behoort tot werelddeel Europa. Op een provinciekaart

Nadere informatie

Zand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen.

Zand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen. 5 Lastige woorden Blad Zand en klei Heide Een lage plant met paarse bloemen. Voedingsstoffen Voedsel dat planten nodig hebben om te groeien. Boomgaard Een stuk land met fruitbomen. Greppel Een kleine droge

Nadere informatie

Met hulp: vragen over de tekst bedenken en beantwoorden

Met hulp: vragen over de tekst bedenken en beantwoorden Let op: je maakt Opdracht 1 Met hulp óf Opdracht 1 Zonder hulp 1. Lees de uitleg. Met hulp: vragen over de tekst bedenken en beantwoorden Als je een tekst actief leest, probeer je de tekst zo goed mogelijk

Nadere informatie

Het vervoeren van goederen van de ene plek naar de andere. Bijvoorbeeld in vrachtwagen, vliegtuig of boot.

Het vervoeren van goederen van de ene plek naar de andere. Bijvoorbeeld in vrachtwagen, vliegtuig of boot. Meander Samenvatting groep 5 Thema 5 Over de grens Samenvatting Transport Producten die je in de supermarkt koopt, komen soms uit verre landen. Bananen uit Brazilië bijvoorbeeld zijn weken met de boot

Nadere informatie

Naam: IK WOON IN NEDERLAND

Naam: IK WOON IN NEDERLAND Naam: IK WOON IN NEDERLAND Nederland is een land in Europa. Het land ligt aan de Noordzee, naast Duitsland en België. Nederland is niet erg groot. Toch wonen er ruim 16 miljoen mensen, waardoor Nederland

Nadere informatie

D C B F. Welke provincie ligt in het midden van het land? Utrecht of Drenthe? Utrecht

D C B F. Welke provincie ligt in het midden van het land? Utrecht of Drenthe? Utrecht X E F G I L J K Thuistopo. oem de letter (behalve de X) en zeg welke provincie het is. = Friesland, = oord-olland, = Utrecht, = Zuid-olland, E = Groningen, F = renthe, G = Flevoland, = Gelderland, I =

Nadere informatie

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. Reflectie

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. Reflectie Techniekkit: Domein: Competentie: Leergebied: Zuid Nederland Constructies Reflectie Aardrijkskunde Een groot deel van Nederland ligt lager dan de zee. Daarom zijn er dijken. De dijken houden het water

Nadere informatie

Nederlandse spoorwegen. rapportage schoonste stationsgebied verkiezing 2015

Nederlandse spoorwegen. rapportage schoonste stationsgebied verkiezing 2015 Nederlandse spoorwegen rapportage schoonste stationsgebied verkiezing 0 VOORWOORD Voor u ligt een onderzoeksrapportage naar de schoonbeleving van reizigers in verschillende stationsgebieden. Voor dit onderzoek

Nadere informatie

Reizen zonder spoorboekje. Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Reizen zonder spoorboekje. Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Reizen zonder spoorboekje Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Reizen zonder spoorboekje Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Reizen zonder spoorboekje Zes intercity s en zes sprinters per uur in de drukste

Nadere informatie

Handleiding voorbereidende les bij Provinciespel. basisonderwijs. Versie 26 april 2018

Handleiding voorbereidende les bij Provinciespel. basisonderwijs. Versie 26 april 2018 Handleiding voorbereidende les bij Provinciespel basisonderwijs Versie 26 april 2018 1 INHOUD Inleiding... 2 Tijdsverloop... 2 Quiz: Waar gaat de provincie over?... 3 Filmpje Hoe werkt de provincie?...

Nadere informatie

Extra oefenopgaven Deel 1

Extra oefenopgaven Deel 1 1 BEREIKBAARHEID EN RUIMTELIJKE INTERACTIE Bereikbaarheid 1.1 De ooit geplande Rijksweg A3 Onderstaand schema geeft de Randstad weer met enkele kernen. In het originele Rijkswegenplan uit 1927 was ook

Nadere informatie

Dit is de docentenhandleiding voor bij de werkboekjes A, B en C van de middeleeuwse stad.

Dit is de docentenhandleiding voor bij de werkboekjes A, B en C van de middeleeuwse stad. Project de middeleeuwse stad Docentenhandeling Gemaakt door: Myrthelaan@hotmail.com 2019, Zwolle. Dit is de docentenhandleiding voor bij de werkboekjes A, B en C van de middeleeuwse stad. De middeleeuwse

Nadere informatie

Er zijn 3 soorten kaarten

Er zijn 3 soorten kaarten Er zijn 3 soorten kaarten 1 Overzichtskaarten Onder te verdelen in: A topografische kaarten B natuurkundige kaarten C staatkundige kaarten 2 Navigatiekaarten 3 Thematische kaarten 1 Overzichtskaarten Op

Nadere informatie