Juli Financieel advies. fiscale juridische financiële advieszaken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Juli 2009. Financieel advies. fiscale juridische financiële advieszaken"

Transcriptie

1 Juli 2009 Financieel advies fiscale juridische financiële advieszaken

2 Inhoudsopgave Loon- en inkomstenbelasting Verbetering op komst voor de positie van de directeur-grootaandeelhouder Knelpunten en maatregelen in de loonheffingen Wijziging in de gebruikelijkloonregeling Geen afschaffing op komst Gebruikelijkloonregeling in verliessituaties Het DGA-begrip voor de werknemersverzekeringen Commentaar Knelpunten en maatregelen in de inkomstenbelasting Belastingvrij schenken van aanmerkelijk belang aandelen Voorwaarde Wijziging in de (uitstel van) betalingsregeling Knelpunten en maatregelen in de terbeschikkingstellingsregeling Eenmalig overbrengen van pand naar de BV Invloed van huwelijksvermogensrecht op de tbs-regeling Faciliteiten ook voor de terbeschikkingsteller Verruiming betalingsregeling Commentaar Belast of onbelast parkeren Parkeerverstrekking of -vergoeding voor de eigen auto Parkeerverstrekking of -vergoeding voor de auto van de zaak Samenvatting Schenken en erven Verandering op komst in de successie- en schenkingsbelasting Nieuw partnerbegrip Voorgestelde wijziging Advies Tarieven en tariefgroepen Minder tarieven en tariefgroepen De vrijstellingen Minder vrijstellingen Enkele gevolgen Advies WOZ-waarde voor woningen Commentaar Wijzigingen in de regeling voor algemeen nut beogende instellingen en de nieuwe SBBI Wijzigingen in de ANBI-regeling Dienen van een algemeen belang Aanvullende eis voor bestuurders en andere personen Gevolgen wijzigingen De nieuwe SBBI Voorwaarden Commentaar

3 Omzetbelasting Nieuwe BTW-regels voor de plaats van dienst Van 1 hoofdregel naar 2 hoofdregels Nieuwe hoofdregel voor grensoverschrijdende diensten aan ondernemers Hoofdregel voor grensoverschrijdende diensten aan niet-ondernemers Een beperkt aantal uitzonderingen Commentaar Pensioen en lijfrente Overdracht deel pensioenaanspraak maakt hele pensioenaanspraak belast De overdracht van een deel van een pensioenaanspraak Uitspraak Hoge Raad De verstrekkende gevolgen Shoppen met nabestaandenpensioen wordt (weer) mogelijk Wie krijgen nabestaandenpensioen? Voor welke pensioenregelingen? Wanneer is shoppen mogelijk? Hoe werkt het shoppen? Commentaar Geen premieaftrek voor lijfrente die geen tegenprestatie is voor overdracht onderneming Van maatschap naar holdingstructuur Wat ging er mis Commentaar Sociale zekerheid Deeltijd WW ter behoud van werknemers tijdens de economische crisis Aanvraag onder voorwaarden Voorwaarden Tijdelijke regeling Positie werknemers Detachering Scholing Ziekte tijdens deeltijd WW Commentaar Arbeidsrecht Geen beperkte opbouw van vakantiedagen tijdens langdurige ziekte Vakantiedagen en ziekteverlof Opbouw tijdens ziekte Uitbetaling bij beëindiging dienstverband Aanpassing van de Nederlandse regelgeving Geen voorwaarden aan de opbouw Wel voorwaarden aan de opname Commentaar In deze brochure is de stand van zaken in wet- en regelgeving tot 8 juni 2009 verwerkt. Hoewel ten aanzien van de inhoud de uiterste zorg is nagestreefd, kan niet volledig worden ingestaan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden. Deswege wordt geen aansprakelijkheid aanvaard. 2

4 Loon- en inkomstenbelasting Verbetering op komst voor de positie van de directeur-grootaandeelhouder De fiscale positie van de directeur-grootaandeelhouder (DGA) is niet eenvoudig. Dat komt met name doordat er veel verschillende regelingen voor de DGA zijn, die lang niet altijd op elkaar zijn afgestemd. Onlangs heeft de Staatssecretaris van Financiën de belangrijkste knelpunten in kaart gebracht en maatregelen aangekondigd die de positie van de DGA moeten verbeteren. Hoewel de maatregelen nog in een pril stadium verkeren, willen we u vanwege het grote belang voor de praktijk toch alvast van de hoofdlijnen op de hoogte brengen. We gaan eerst in op de belangrijkste knelpunten en maatregelen op het op het terrein van de loonheffingen. Daarna behandelen we de belangrijkste knelpunten en oplossingen in de inkomstenbelasting. Knelpunten en maatregelen in de loonheffingen De knelpunten en maatregelen in de loonheffingen concentreren zich vooral op de gebruikelijkloon - regeling en het criterium voor het begrip DGA voor de werknemersverzekeringen. Wijziging in de gebruikelijkloonregeling U wordt als DGA voor de loonheffing geacht in dienstbetrekking te zijn bij uw BV. U moet in beginsel per jaar tenminste loon in aanmerking nemen, tenzij u aannemelijk kunt maken dat een lager loon gebruikelijk is bij vergelijkbare werknemers die geen DGA zijn. Een van gesignaleerde knelpunten van deze gebruikelijkloonregeling betreft de onevenredig zware administratieve belasting als het gebruikelijk loon laag is. U moet immers een loonadministratie voeren en iedere maand aangifte loonheffingen doen. Als u daartegenover nauwelijks werkzaamheden voor de BV verricht (bijvoorbeeld ingeval van een beleggings-bv), dan staat dat in geen verhouding tot de administratieve verplichtingen die u heeft. De Staatssecretaris wil dit knelpunt oplossen door de gebruikelijkloonregeling niet van toepassing te laten zijn als het gebruikelijk loon lager is dan per jaar. Voor concernstructuren (de DGA met aandelen in een holding BV die aandelen houdt in één of meer dochtervennootschappen) geldt de grens voor alle werkzaamheden die u als DGA voor het concern verricht. Door toepassing van de zogenoemde doorbetaaldloonregeling is het in de praktijk al zo dat de holding-bv een loon verantwoordt dat gebruikelijk is voor alle werkzaamheden binnen het concern. Dit zal echter duidelijker in de wetgeving worden vastgelegd. Geen afschaffing op komst Afschaffen van de gebruikelijkloonregeling is niet aan de orde. De Staatssecretaris is van mening dat als een DGA de mogelijkheid zou krijgen om af te zien van (gebruikelijk) loon, hij (zij) dan ook geen premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet meer zou betalen, terwijl de DGA dan wel gebruik zou kunnen maken van allerlei inkomensafhankelijke regelingen, waarvoor geen vermogenstoets geldt. U bent als DGA in de gelegenheid om van het loon af te zien, omdat de extra winst in de BV blijft en u die winst op ieder moment voor uitdeling beschikbaar heeft. Dit leidt volgens de Staatssecretaris tot ongewenste situaties. Gebruikelijkloonregeling in verliessituaties U vraagt zich als DGA wellicht af of u in deze tijd van economische recessie uw loon kunt verlagen. De Staatssecretaris zegt hierover dat de kern van de gebruikelijkloonregeling is dat de DGA op zakelijke basis met zijn (haar) BV moet handelen. Het enkele feit dat verlies wordt geleden, is geen reden om het loon te verlagen of ervan af te zien. Werknemers doen dat ook niet. Een eenmalig verliesjaar of een aanloopverlies is dus geen reden om het gebruikelijk loon te verlagen. Als in een verliesjaar een loon van nihil mogelijk zou zijn, zou dat ook kunnen leiden tot een oneigenlijk beroep op inkomensafhankelijke regelingen. De gebruikelijkloonregeling kent wel al de mogelijkheid om het loon te verlagen bij een structurele verliessituatie, zeker als de continuïteit van uw BV in gevaar komt. 3

5 Het DGA-begrip voor de werknemers - verzekeringen U bent als DGA in beginsel uitgezonderd van de verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen. Dat is het geval als u statutair bestuurder bent en al dan niet tezamen met uw echtgeno(o)t(e) houder bent van een dusdanig aantal aandelen dat u niet door de algemene vergadering van aandeelhouders kunt worden ontslagen. Ook is dit het geval als bestuurders in de aandeelhoudersvergadering een gelijk of nagenoeg gelijk aantal stemmen kunnen uitbrengen. Het begrip DGA voor de werknemersverzekeringen wijkt echter af van het begrip DGA voor de loon - belasting en premie volksverzekeringen en inkomens - afhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Voor de DGA in de zin van de werknemers verzekeringen (de DGA moet dan statutair bestuurder zijn) geldt overigens de lage inkomensafhankelijke bijdrage van 4,8%. De Staatssecretaris overweegt nu om voor de werknemersverzekeringen uit te gaan van een toets aan een percentage van het geplaatste aandelen - kapitaal en niet meer aan de zeggenschap. Hij stelt voor om aan te sluiten bij het percentage dat geldt voor de Pensioenwet, namelijk tenminste 10% van het geplaatste aandelenkapitaal. U bent als aandeelhouder dan niet meer verplicht verzekerd. De vraag of een aandeelhouder tegen zijn wil kan worden ontslagen, is dan niet meer relevant. Ook vervalt dan de voor - waarde dat de aandeelhouder statutair bestuurder moet zijn. Als dit uitgangspunt wordt ingevoerd, zal een aantal DGA s niet langer meer verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. Er zullen ook DGA s zijn die juist wel verplicht verzekerd worden, bijvoorbeeld een DGA die minder dan 10% van de aandelen bezit, maar toch een gelijk aantal stemmen kan uitbrengen als de andere aandeelhouder(s). In de voorgestelde regeling is dit laatste niet meer relevant. Omdat het vangnet van de werknemersverzekeringen in de huidige economische situatie wel eens nodig zou kunnen zijn, overweegt de Staatssecretaris de wijziging van het begrip DGA voor de werknemersverzekeringen bijvoorbeeld pas in 2011 in te voeren. Commentaar Het gebruikelijk loon wordt dus niet afgeschaft. De Staatssecretaris ziet in de huidige economische crisis ook geen aanleiding om de huidige grens van te verlagen. Het praktische voordeel van het buiten toepassing verklaren van de gebruikelijkloon - regeling voor gebruikelijk lonen tot moet nog worden afgewacht. Tegenover de administratieve lastenvermindering staat wellicht een toename van het aantal geschillen met de Belastingdienst over de toepassing van dit nieuwe grensbedrag. Het nieuwe DGA-begrip voor de werknemers - verzekeringen leidt wel tot meer duidelijkheid en eenvoud, maar nog niet tot een uniform DGA-begrip. Knelpunten en maatregelen in de inkomstenbelasting Naast de knelpunten in de loonheffingen zijn ook de knelpunten in de inkomstenbelasting geïnventari - seerd. De voorgestelde oplossingen voor deze knelpunten hebben verstrekkende gevolgen voor de praktijk. Voor de meeste DGA s betekenen de maatregelen een verbetering van hun positie, maar voor de DGA met een beleggings-bv wordt die positie minder rooskleurig. Hierna noemen we de belangrijkste knelpunten en maatregelen. Belastingvrij schenken van aanmerkelijk belang aandelen Als u een aandeel in een BV heeft van 5% of meer, dan bent u al aanmerkelijk belanghouder. De voordelen die u uit de BV geniet, worden dan belast in box 2 van de inkomstenbelasting tegen een tarief van 25%. Dat geldt zowel voor het dividend dat u uitkeert, maar ook voor het voordeel dat u behaalt, als u uw aandelen in de BV verkoopt. Komt u te overlijden, dan gaan de aandelen in uw BV ook over op uw opvolger. In dat geval bestaat er echter een regeling die er voor zorgt dat deze overdracht zonder heffing van inkomstenbelasting kan plaats - vinden. Bovendien zorgt de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet er voor dat terzake van de overdracht van de aandelen ook vrijwel geen successiebelasting (vanaf 2010 is zelfs 90% van de waarde van uw aandelen vrijgesteld) hoeft te worden betaald. De bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet kunt u onder voorwaarden ook toepassen als u bij leven aandelen in uw BV schenkt aan uw opvolger. Merkwaardig genoeg bent u dan echter wel inkomstenbelasting in box 2 verschuldigd over de waarde van de geschonken aandelen. Tot nu toe bestaat er namelijk voor deze situatie geen regeling die heffing van inkomstenbelasting voorkomt. Ondanks de vrijstelling voor de schenkingsbelasting, vormt de belastingclaim in de inkomstenbelasting zo toch een obstakel bij de bedrijfsopvolging. Als het aan 4

6 de Staatssecretaris ligt, komt hierin vanaf 1 januari 2010 verandering. Dan kunt u ook voor de inkomsten - belasting tijdens uw leven zonder belastingheffing aandelen in uw BV aan uw opvolger schenken. Voorwaarde De Staatssecretaris verbindt wel een belangrijke voorwaarde aan de toepassing van de nieuwe faciliteit. U kunt de faciliteit namelijk alleen gebruiken als uw BV een materiële onderneming drijft. Dat wil zeggen dat uw BV een echte onderneming moet drijven en bijvoorbeeld geen beleggings-bv mag zijn. Dit roept de vraag op hoe u met dit vereiste moet omgaan als u DGA bent van een holding-bv, die op haar beurt weer aandelen heeft in een dochter - vennootschap. In de holding drijft u dan vaak geen onderneming, maar in de dochtervennootschap wel. Vooralsnog gaan we er vanuit dat u ook bij een dergelijke holdingstructuur aan de materiële ondernemingseis voldoet. De materiële ondernemingseis zal ook gelden voor de al bestaande faciliteit in de inkomstenbelasting bij overlijden. De toepassing van die faciliteit wordt daardoor beperkt. Onder de huidige regeling is dit namelijk niet vereist en kan ook een beleggings-bv bijvoorbeeld met toepassing van de faciliteit op de opvolger overgaan. Er komt overigens nog wel een overgangsregeling voor bestaande gevallen, waarvan de inhoud nog niet is bekendgemaakt. Zodra hierover meer bekend is, zullen wij u hierover uiteraard berichten. Wijziging in de (uitstel van) betalingsregeling Er bestaat onder de huidige regelgeving een speciale (uitstel van) betalingsregeling voor de schenking van aanmerkelijk belang aandelen aan een beperkte groep familieleden. Omdat met de komst van de faciliteit geen inkomstenbelasting bij schenking van aandelen meer verschuldigd is, kan deze faciliteit vervallen. De (uitstel van) betalingsregeling is nog wel van belang in de situatie waarin u de aanmerkelijk belang aandelen in uw BV vervreemdt onder schuldig - erkenning van de overdrachtsprijs. In dat geval blijft de regeling bestaan, maar de vereiste van de beperkte familiekring vervalt. U kunt dan dus ook van de (uitstel van) betalingsregeling gebruikmaken als u bijvoorbeeld de aandelen in uw BV verkoopt onder schuldig erkening van de verkoopprijs aan bijvoorbeeld een ervaren werknemer. Knelpunten en maatregelen in de terbeschikkingstellingsregeling De terbeschikkingstelling van vermogensbestanddelen aan een BV, waarin u of een naast familielid een aanmerkelijk belang heeft, is belast in box 1 als resultaat uit overige werkzaamheden. Deze zogenoemde terbeschikkingstellingsregeling (hierna: tbs-regeling) is bij de Wet inkomstenbelasting 2001 ingevoerd. De regeling is al aan de nodige kritiek onderhevig geweest. Voor de volgende knelpunten is een oplossing bedacht. Eenmalig overbrengen van pand naar de BV Een punt van kritiek betreft de situatie waarin op 1 januari 2001 een pand al ter beschikking werd gesteld (verhuurd) aan de eigen BV en waarop vanaf dat moment de tbs-regeling automatisch van toepassing werd. Er bestond toen geen mogelijkheid om het pand zonder belastingheffing (overdrachtsbelasting) over te brengen naar het ondernemingsvermogen van de eigen BV. Die mogelijkheid wordt nu eenmalig alsnog gecreëerd. Dat geldt overigens voor alle tbs-panden en niet alleen voor die al op 1 januari 2001 werden verhuurd aan de eigen BV. De overdracht van het tbs-pand aan de BV zou nu echter zonder nadere regels niet alleen tot heffing van overdrachtsbelasting leiden, maar ook tot een inkomstenbelastingclaim over de waardestijging van het tbs-pand tussen het moment dat het pand een tbs-pand werd (op zijn vroegst dus 1 januari 2001) en het moment dat het tbs-pand in de BV wordt ingebracht. Om dit te voorkomen biedt de Staats - secretaris de mogelijkheid om voor de periode van een jaar het tbs-pand tegen de boekwaarde, dus ook zonder heffing van inkomstenbelasting en zonder heffing van overdrachtsbelasting (vrijstelling), in de eigen BV in te brengen. Ook voor deze maatregel is vereist dat de eigen BV een materiële onderneming drijft. Aan de mogelijkheid zijn ook andere voorwaarden verbonden. Zo moet de inbrenger 90% of meer van de aandelen in de BV hebben en houden. Twee aandeelhouders die bijvoorbeeld allebei 50% van de aandelen in de BV hebben, kunnen dus geen beroep doen op deze tegemoetkoming. Een andere voorwaarde is dat de tegenprestatie voor de inbreng van het tbs-pand tegen uitreiking van aandelen moet plaatsvinden. Dit betekent dat bijvoorbeeld een inbreng van het tbs-pand tegen schuldigerkenning evenmin voor de tegemoetkoming kwalificeert. 5

7 Invloed van huwelijksvermogensrecht op de tbs-regeling Sinds de invoering van de tbs-regeling bestaat er al discussie met de Belastingdienst over de invloed van het huwelijksvermogensrecht op deze regeling. Het gaat daarbij om de situatie waarin een vermogens - bestanddeel tot de huwelijksgoederengemeenschap van beide echtgenoten behoort en ter beschikking wordt gesteld aan de BV waarin zij een aanmerkelijk belang houden. De Staatssecretaris is van mening dat voor de toepassing van de tbs-regeling dan moet worden aangesloten bij ieders gerechtigdheid in de huwelijksgoederengemeenschap en niet bij de bestuursbevoegdheid. In de lagere rechtspraak en de vakliteratuur neemt men het standpunt in dat de bestuursmacht wel van doorslaggevende betekenis is voor de toepassing van de tbs-regeling. Zo ligt er momenteel een zaak bij onze hoogste belastingrechter, de Hoge Raad, over de vraag of het voor het genieten van inkomen uit een terbeschikkinggestelde vordering die tot een huwelijksgoederengemeenschap behoort, relevant is op wiens naam de vordering is gesteld. De Advocaat-Generaal (AG) bij de Hoge Raad heeft inmiddels geconcludeerd dat de bestuursbevoegdheid daarvoor doorslaggevend is. De tbs-regeling is volgens hem dus alleen van toepassing bij de echtgenoot op wiens naam de vordering staat. De Staatssecretaris vindt echter dat door aansluiting bij de bestuursbevoegdheid de tbs-regeling te manipulatiegevoelig wordt. De tenaamstelling is immers eenvoudig te wijzigen. Hij heeft daarom nu al aangekondigd dat als de Hoge Raad de conclusie van de AG volgt, hij de wet op dit punt zal aanpassen en uitdrukkelijk in de wet zal opnemen dat voor de toepassing van de tbs-regeling bij terbeschikking - stelling van een vermogensbestanddeel dat tot de huwelijksgoederengemeenschap van beide echtgenoten behoort, ieders gerechtigdheid tot die huwelijksgoederengemeenschap doorslaggevend is. Faciliteiten ook voor de terbeschikkingsteller Het resultaat van het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen moet worden bepaald volgens de regels van het winstregime dat geldt voor de ondernemer die winst uit onderneming geniet (hierna: de IB-ondernemer). Daarentegen gelden de ondernemings- en ondernemersfaciliteiten wel voor de ondernemer, maar niet voor de terbeschikkingsteller. Daarin komt verandering. De Staatssecretaris vindt het namelijk niet bezwaarlijk dat bepaalde faciliteiten ook door de terbeschikkingsteller kunnen worden benut. Hij doelt hierbij onder meer op een regeling vergelijkbaar met de MKB-winstvrijstelling voor de IBondernemer. Volgens die regeling is 10,5% procent van de winst in een eenmanszaak, firma of maatschap vrijgesteld van inkomstenbelasting. De IB-ondernemer moet dan wel tenminste uren per kalenderjaar aan werkzaamheden voor zijn onderneming hebben besteed. Hoe de nieuwe regeling voor de terbeschikkingsteller er uit zal zien, is nu nog niet bekend, maar het ligt niet voor de hand dat daaraan dan ook de voorwaarde van een urencriterium zal worden verbonden. Verder vindt de Staatssecretaris dat het ook mogelijk moet worden dat de terbeschikkingsteller van de herinvesteringsreserve (HIR) en de kostenegalisatie - reserve (KER) moet kunnen gebruikmaken. De vorming van een HIR biedt de mogelijkheid om de heffing van inkomstenbelasting over de boekwinst bij de verkoop van een bedrijfsmiddel uit stellen, door deze in een reserve onder te brengen. U moet de reserve dan wel binnen 3 jaar na afloop van het jaar waarin de reserve is gevormd, voor een vervangend bedrijfsmiddel aanwenden. De KER kunt u gebruiken ter gelijkmatige verdeling van kosten en lasten. U kunt deze reserve vormen voor redelijkerwijs te verwachten en relatief belangrijke kosten die hun oorzaak vinden in de bedrijfs - uitoefening gedurende een aantal jaren, maar pas in een later jaar tot een piekuitgave leiden, die dan in een keer ten laste van de winst kan worden gebracht. U moet hierbij denken aan bijvoorbeeld groot onderhoud aan een pand. Door jaarlijks een bedrag ten laste van de winst aan de reserve toe te voegen, spreidt u de kosten en lasten over de jaren. In het jaar van de piekuitgave komt de piekuitgave ten laste van de reserve. Als u meer heeft uitgegeven dan gereserveerd, kunt u het meerdere ten laste van de winst brengen. Verruiming betalingsregeling Er bestaat een betalingsregeling voor de verschuldigde inkomstenbelasting bij beëindiging van de terbeschikkingstelling. De terbeschikkingsteller is bij beëindiging van de terbeschikkingstelling namelijk inkomstenbelasting verschuldigd over de waarde - aangroei van het vermogensbestanddeel. Als bij die beëindiging echter het terbeschikkinggestelde vermogensbestanddeel niet wordt vervreemdt, dan ontbreken de middelen om die belasting te betalen. In dat geval kan van een betalingsregeling gebruik worden gemaakt. De terbeschikkingsteller krijgt dan voor ten hoogste 10 jaar uitstel van betaling. De betalingsregeling wordt toegankelijker gemaakt 6

8 door het vereiste dat de terbeschikkingsteller onvoldoende middelen heeft om de belastingschuld te betalen (de vermogenstoets) te laten vervallen. Commentaar De maatregelen in de inkomstenbelasting leiden voor veel DGA s inderdaad tot een verbetering van hun positie. Voor de DGA s met een beleggings-bv is de invoering van de materiële ondernemingseis, ondanks de toegezegde overgangsregeling, een verslechtering van hun positie. De maatregelen ter verbetering van de positie van de DGA zullen hun beslag krijgen in het Belastingplan Het ligt dan ook in de bedoeling dat de maatregelen, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, op 1 januari 2010 in werking treden. Wij komen hierop in de loop van het jaar zeker nog terug. Belast of onbelast parkeren De parkeerkosten van uw personeel zijn niet de uitgaven waarvan u als werkgever echt wakker hoeft te liggen, maar het zijn wel kosten waarmee u te maken heeft en die, als u ze niet op de juiste wijze verwerkt, toch aardig in de papieren kunnen lopen. Zeker in tijden dat ook de kleintjes ertoe doen, goed om even naar de fiscale spelregels te kijken. In deze bijdrage besteden we aandacht aan de (on)mogelijkheden voor het onbelast verstrekken van parkeergelegenheid of vergoeden van parkeerkosten voor de eigen auto en de auto van de zaak bij de plaats van de werkzaamheden of bij de werknemer thuis. Parkeerverstrekking of -vergoeding voor de eigen auto U kunt een werknemer de gelegenheid geven om de eigen auto bij de plaats van de werkzaamheden te parkeren. De verstrekking van parkeergelegenheid houdt in dat geval niet alleen in het parkeren bij de vaste arbeidsplaats bij uw bedrijf, maar bijvoorbeeld ook parkeren bij een klant waar de werknemer tijdelijk werkzaam is. U koopt dan de parkeerkaart en geeft deze aan de werknemer. Het verstrekken van parkeergelegenheid is vrijgesteld van de loonheffingen (loonbelasting, premie volksverzekeringen en de werknemersverzekeringen). U kunt een werknemer ook een vergoeding geven voor de parkeerkosten bij de plaats van de werkzaamheden. In dat geval koopt de werknemer zelf de parkeerkaart die u vervolgens vergoedt. Deze vergoeding moet u dan meerekenen in de totale vergoeding van 0,19 per kilometer die u uw werknemer voor het zakelijk gebruik van de eigen auto onbelast mag vergoeden. Onder het begrip zakelijk gebruik worden naast de zuiver zakelijke kilometers ook de woon-werk - kilometers gerekend. Een werknemer die vanuit huis met de eigen auto naar een OV-opstapplaats rijdt en van daaruit met het openbaar vervoer naar zijn arbeidsplaats reist, kunt u bijvoorbeeld een parkeerkaart bij de opstapplaats verstrekken of een vergoeding voor de parkeerkosten betalen. Die verstrekking of vergoeding moet u dan dus meerekenen in de totale vrije vergoeding van 0,19. Als u meer dan deze onbelaste kilometervergoeding vergoedt, dan is de parkeervergoeding of de waarde van de verstrekking van de parkeerkaart in zoverre belast. U moet hierover eindheffing berekenen naar het enkelvoudige tarief. Overigens is ook van een vergoeding van parkeerkosten sprake als u uw werknemers een creditcard of chipknip geeft, waarop precies voldoende saldo staat. Het is ook mogelijk om parkeergelegenheid in of bij de woning van de werknemer te verstrekken of de kosten daarvan te vergoeden. Hierbij moet u denken aan de oprit of de garage bij de woning of een parkeerplaats of garagebox in de omgeving van de woning. Zowel de verstrekking als de vergoeding van parkeer - gelegenheid bij de woning is altijd belast als loon. U telt de waarde van de verstrekking of de uitbetaalde vergoeding dan ook niet mee in de onbelaste kilometervergoeding en de eindheffing tegen enkelvoudig tarief is niet van toepassing. De verstrekking of vergoeding is loon dus de normale tabeltarieven zijn hierop van toepassing. 7

9 Parkeerverstrekking of -vergoeding voor de auto van de zaak De verstrekking van parkeergelegenheid of de vergoeding van de parkeerkosten van de werknemer met een auto van de zaak, is eenvoudiger geregeld. U kunt namelijk alle werkelijke parkeerkosten bij de plaats van de werkzaamheden onbelast vergoeden of verstrekken. Er is geen maximum gesteld. Dat geldt zowel voor het parkeren bij de vaste arbeidsplaats bij uw bedrijf, als voor de parkeergelegenheid op het woon-werktraject, als voor de parkeergelegenheid op de arbeidsplaats waar uw werknemer tijdelijk zijn werkzaamheden verricht. De verstrekking van parkeergelegenheid of het vergoeden van de parkeerkosten bij de woning is ook voor de werknemer met een auto van de zaak belast loon, waarop de normale tabeltarieven van toepassing zijn. Samenvatting Veel van uw werknemers hebben een eigen auto die zij tevens voor hun werk gebruiken. Al was het alleen maar voor het woon-werkverkeer. U kunt hen dan onbelast parkeergelegenheid verstrekken bij de plek waar de werkzaamheden worden verricht. Als het om een vergoeding van de parkeerkosten gaat, moet u die meerekenen in de kilometervergoeding van maximaal 0,19. Voor zover de vergoeding meer bedraagt, is deze belast. Dat geldt ook voor een verstrekking van parkeergelegenheid of een vergoeding van parkeerkosten op het woon-werktraject. Aan de werknemers met een auto van de zaak kunt u alle zakelijke parkeerkosten onbeperkt verstrekken of vergoeden. U kunt zowel aan de werknemers met een eigen auto als aan de werknemers met een auto van de zaak, de parkeergelegenheid in of bij de woning niet onbelast vergoeden of verstrekken. Schenken en erven Verandering op komst in de successie- en schenkingsbelasting In april 2008 kondigde staatssecretaris De Jager van Financiën aan de huidige Successiewet te willen wijzigen. Het daartoe strekkende wetsvoorstel Schenk- en erfbelasting heeft hij onlangs bij de Tweede Kamer ingediend. De wijzigingen betreffen niet alleen de tarieven en vrijstellingen, maar bijvoorbeeld ook het partnerbegrip, de bedrijfsopvolgingsregeling, allerlei belastingbesparende constructies en testamentvormen en de regeling voor de algemeen nut beogende instellingen. Hoewel het wetsvoorstel nog zijn parlementaire weg moet afleggen, willen we u toch alvast informeren over de belangrijkste veranderingen. In deze bijdrage beperken we ons tot de wijzigingen die vrijwel iedereen raken, namelijk het nieuwe partnerbegrip, de nieuwe tarieven, tariefgroepen en vrijstellingen en het nieuwe uitgangspunt bij de waardering van woningen. Nieuw partnerbegrip De partner heeft recht op de partnervrijstelling voor de successiebelasting ( , vanaf 2010 zelfs ) en op indeling in tariefgroep 1. Dit is de tariefgroep met de laagste tarieven (tussen 5 en 27%). De huidige Successiewet erkent, naast gehuwden en geregistreerde partners, ook samenwoners als partner. Daaraan worden wel enkele aanvullende voorwaarden gesteld. Hebben u en uw partner een notarieel samenlevings - contract waarin een wederzijdse zorgverplichting is opgenomen, dan komt u ook voor de volledige partnervrijstelling en de gunstige tariefgroepindeling in aanmerking. U en uw partner moeten dan wel tenminste 18 jaar oud zijn en voorafgaand aan het overlijden tenminste 6 maanden een gezamenlijke huishouding hebben gevoerd. Als een notarieel samenlevingscontract ontbreekt, dan zijn uw leeftijd en de duur van de samenlevings - periode van belang. Bent u 22 jaar of ouder, dan komt u voor de partnervrijstelling in aanmerking als u ten tijde van het overlijden met uw partner tenminste vijf jaar 8

10 achtereen een gezamenlijke huishouding heeft gevoerd. Daarvan is sprake als u allebei op hetzelfde woonadres bij de gemeentelijke basisadministratie bent ingeschreven. Als de gezamenlijke huishouding 4, 3 of 2 jaar heeft geduurd, neemt het bedrag van de vrijstelling stapsgewijs af tot Voorgestelde wijziging In het wetsvoorstel wordt voorgesteld om de gelijk - stelling van deze laatste groep samenwoners zonder notarieel samenlevingscontract, te laten vervallen. Alleen gehuwden, geregistreerde partners en samen - woners mèt notarieel samenlevingscontract zijn vanaf 1 januari 2010 elkaars partner. Daarbij speelt de wederzijdse zorgplicht een doorslaggevende rol. Alle gehuwden en geregistreerde partners hebben een wettelijke wederzijdse zorgplicht. Aan hen worden verder geen eisen voor het partnerschap gesteld. Duurzaam gescheiden levende gehuwden of geregistreerde partners kwalificeren dus ook als partners op grond van de wettelijke zorgplicht die aan de huwelijkse (geregistreerde) staat is verbonden. Zolang die bestaat, bestaat de wettelijke zorgplicht en dus wordt aan de vereisten van partnerschap voldaan. Het voeren van een gezamenlijke huishouding wordt niet geëist. Een gedwongen verbreking van de samenwoning, heeft dan ook geen gevolgen voor de kwalificatie als partner, zolang het huwelijk/ de registratie maar in stand blijft. Bij een gedwongen verbreking van de samenwoning moet u denken aan opname in een verzorgingstehuis of verpleeginstelling. Overigens heeft dit wel tot gevolg dat, zolang u gehuwd/geregistreerd bent, uw eventuele nieuwe partner met wie u samenwoont, niet kan kwalificeren als uw partner. Bij samenwoners moet die wederzijdse zorgplicht zijn opgenomen in het notarieel samenlevingscontract. Verder gelden voor deze samenwoners wel enkele aanvullende voorwaarden: 1. zij mogen geen verwanten in de rechte lijn van elkaar zijn; 2. zij moeten tenminste 18 jaar oud zijn; 3. de gemeenschappelijke huishouding moet blijken uit de inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie op hetzelfde adres; 4. de gezamenlijke huishouding moet voorafgaand aan het overlijden tenminste 6 maanden hebben geduurd. Ingeval van schenking is die termijn 2 jaar; 5. men mag slechts met één persoon aan deze voorwaarden voldoen. De eerste voorwaarde leidt ertoe dat de samenwoning tussen een ouder en een meerderjarig kind niet meer kwalificeert voor het partnerschap. Daarmee vervalt de partnervrijstelling voor deze groep. Samenwonende broers en zusters voldoen wel aan deze voorwaarde. Zij zijn immers verwanten in de zijlinie. Zij moeten dan wel ook aan alle overige voorwaarden voldoen om voor het partnerschap te kwalificeren. Wordt met meer dan één broer of zuster samengewoond, dan wordt niet aan de vijfde voorwaarde voldaan. De vijfde voorwaarde heeft vervelende gevolgen voor de meerpersoonsrelaties. Als de samenwoning meer dan twee personen betreft, dan kan onder de huidige Successiewet van de meerrelatievrijstelling gebruik worden gemaakt. Die vrijstelling vervalt per 1 januari Dit heeft dus ook verstrekkende gevolgen voor broers en/of zusters die samenwonen in bijvoorbeeld de ouderlijke woning en elkaars erfgenamen zijn. Als die samenwoning uit meer dan 2 personen bestaat, dan geldt bij overlijden van één van hen voor de overblijvende broers en/of zusters alleen de algemene vrijstelling van Bovendien vallen zij dan in de hoogste tariefgroep (zie verderop). De vierde voorwaarde heeft voor kwalificerende samenwoners gevolgen ingeval van verbreking van de samenwoning. De samenwoners voldoen dan immers niet meer aan deze voorwaarde, waardoor de kwalificatie als partner vervalt. Ingeval van een gedwongen verbreking van de gezamenlijke huishouding zou dat voor hen een extra vervelend gevolg zijn. Daarom is voor hen een verzachtende maatregel voorgesteld. De verzachting houdt in dat de gezamenlijke huishouding tot aan het overlijden of de schenking moet hebben geduurd, tenzij de samenwoning is verbroken uitsluitend als gevolg van buiten de wil van de partners gelegen redenen. Daaronder valt in ieder geval de opname in een verzorgings- of verpleegtehuis. Let op: U heeft niets aan de vrijstellingen als u niet elkaars erfgenaam bent. Als u niet met elkaar bent gehuwd (geregistreerd), bent u ook niet automatisch erfgenaam van elkaar. Daarvoor moet u een testament laten opmaken, waarin u elkaar tot erfgenaam benoemt. Als u geen erfgenaam van elkaar bent, dan erft de langstlevende partner niets en heeft hij (zij) dus ook niets aan de ruime partnervrijstelling en de lage tarieven. 9

11 Advies Woont u samen zonder notarieel samenlevingcontract, dan doet u er verstandig aan dat alsnog voor het einde van dit jaar te regelen. U kunt er in de toekomst veel successiebelasting mee besparen. Tarieven en tariefgroepen De huidige tarieven voor de successie- en schenkings - belasting variëren van 5 tot maar liefst 68%, verdeeld over drie tariefgroepen met ieder zeven tariefschijven. Welk tarief verschuldigd is, hangt af van de tariefgroep - indeling en de hoogte van de erfenis of schenking. De tariefgroepindeling wordt bepaald door de verwantschap tot de erflater of de schenker. De meest naaste verwanten zijn de partner en de kinderen. Zij vallen in tariefgroep 1 met de lage tarieven tussen 5 en 27% afhankelijk van de hoogte van de erfenis of schenking. Tot deze groep behoren ook de klein - kinderen, hoewel zij bovenop de lage tarieven een toeslag van 60% moeten betalen. Voor hen variëren de tarieven daardoor feitelijk tussen 8 en 43,2%. In tariefgroep 2 worden de broers, zusters en ouders van de erflater of schenker ingedeeld. Zij betalen, afhankelijk van de hoogte van hun erfenis of schenking tussen 26 en 53% successie- of schenkingsbelasting. Het minst te benijden zijn alle overige verwanten en niet-verwanten. Zij worden ingedeeld in tariefgroep 3 en betalen, afhankelijk van de hoogte van hun erfenis of schenking, een tarief tussen 41 en 68% successie- of schenkingsbelasting. Minder tarieven en tariefgroepen In het wetsvoorstel Schenk- en erfbelasting worden minder tarieven en tarievengroepen voorgesteld. De tarieven variëren nog maar tussen 10 tot 40%, de tariefgroepen en het aantal tariefschijven per groep worden teruggebracht naar twee. Tariefgroep 1 blijft vrijwel hetzelfde. De tarieven voor de partner en de kinderen worden echter minimaal 10 en maximaal 20%. Het 10%-tarief geldt voor een belaste erfenis of schenking tot Daarboven geldt het tarief van 20%. De toeslag voor de kleinkinderen wordt verhoogd van 60 naar 80%. Dit tarief geldt voortaan overigens ook voor de achterkleinkinderen. Voor (achter)kleinkinderen variëren de tarieven dan feitelijk dus tussen 18 en 36%. Alle andere verwanten en niet-verwanten worden in tariefgroep 2 ingedeeld. Zij betalen tot een belaste erfenis of schenking van % erf- of schenkbelasting en daarboven 40%. De vrijstellingen Er bestaat momenteel een heel scala aan vrijstellingen. Voor de successiebelasting gelden andere vrijstellingen dan voor de schenkingsbelasting. De vrijstellingen zijn voetvrijstellingen en/of drempelvrijstellingen. Bij een voetvrijstelling betaalt de erfgenaam of begunstigde pas belasting, zodra de erfenis of schenking een bepaald bedrag overschrijdt. Alleen over het meerdere zijn zij dan successie- of schenkingsbelasting verschuldigd. Bij een drempelvrijstelling wordt de erfenis of de schenking geheel belast, zodra een bepaald drempelbedrag wordt overschreden. Tot aan het drempelbedrag is de erfenis of schenking geheel onbelast. De belangrijkste voetvrijstelling voor de successiebelasting is de al genoemde partnervrijstelling ( ), waaronder ook die voor samenwoners zonder notarieel samenlevingcontract ( aflopend naar afhankelijk van de duur van de samenwoning). De vrijstellingen voor kinderen bestaan zowel uit voet- als drempelvrijstellingen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen kinderen jonger en ouder dan 23 jaar. De kinderen jonger dan 23 jaar hebben een oplopende vrijstelling naarmate zij jonger zijn dan 23 jaar met een minimum van De (niet gehandicapte) kinderen ouder dan 23 jaar hebben geen recht op een vrijstelling. Verder zijn er hogere vrijstellingen voor gehandicapte kinderen. Ouders hebben een voetvrijstelling van en kleinkinderen een drempelvrijstelling van De overige verkrijgers hebben weer een voetvrijstelling van De vrijstellingen voor de schenkingsbelasting betreffen een jaarlijkse voetvrijstelling van voor kinderen en daarnaast een eenmalige voetvrijstelling van voor schenkingen aan kinderen tussen 18 en 35 jaar. Daarnaast bestaat er momenteel een drempelvrijstelling van voor de overige begunstigden. De genoemde bedragen gelden allemaal voor Minder vrijstellingen In het wetsvoorstel Schenk- en erfbelasting wordt voorgesteld om vanaf 2010 de drempelvrijstellingen door voetvrijstellingen te vervangen. Daarnaast wordt het aantal vrijstellingen sterk verminderd. Voor de erfbelasting zijn er vanaf 2010 nog maar drie. Ten eerste de partnervrijstelling die tot wordt verhoogd. Ten tweede de kinderen, waarbij geen 10

12 onderscheid meer wordt gemaakt naar leeftijd of handicap en de kleinkinderen. Zij krijgen allemaal een voetvrijstelling van Deze vrijstelling geldt in tegenstelling tot de tariefgroepindeling, echter niet voor achterkleinkinderen. Zij hebben net als de overige verkrijgers slechts recht op een vrijstelling van Voor de schenkbelasting blijft het aantal vrijstellingen gelijk. Wel wordt de vrijstelling voor kinderen vanaf 2010 verhoogd naar en de eenmalige vrijstelling naar De vrijstelling voor de overige begunstigden wordt een voetvrijstelling van Enkele gevolgen De wijzigingen in de tarieven, de tariefgroepen en vrijstellingen leveren niet voor iedereen zonder meer een belastingbesparing op. Dat hangt met name af van de hoogte van de erfenis of schenking, van de tarieven en van de verwantschap tot de erflater of schenker. Er zijn vele berekeningen ter vergelijking te maken, maar we beperken ons hierna tot de situatie van ouder en kind. (1) Stel de ouder overlijdt en laat ieder kind een erfenis na van Het kind is ouder dan 23 jaar en niet gehandicapt. Onder de huidige SW heeft het kind geen vrijstelling en betaalt het over de eerste % en over het meerdere 8% successiebelasting. Totaal verschuldigde successiebelasting bedraagt Het kind heeft onder de nieuwe erfbelasting recht op een voetvrijstelling van Over het meerdere is het echter 10% erfbelasting verschuldigd, oftewel Conclusie: de wijzigingen leveren een belasting - besparing op. Dit voordeel wordt veroorzaakt door de invoering van een vrijstelling voor alle kinderen. (2) Stel dezelfde erfenis, maar het kind is bijvoorbeeld 22 jaar. Onder de huidige SW heeft het kind recht op een voetvrijstelling van tenminste Over het meerdere van betaalt het 5% over de eerste en over de resterende % successie - belasting. Totaal verschuldigde successiebelasting bedraagt dan Onder de nieuwe erfbelasting betaalt het kind erfbelasting. Conclusie: de wijzigingen leveren een belastingnadeel op, dat oploopt naarmate het kind jonger is. Onder de huidige SW wordt dan immers de vrijstelling hoger. Onder de nieuwe erfbelasting is de vrijstelling voor alle kinderen gelijk. Ditzelfde effect treedt ook op bij gehandicapte kinderen. (3) Stel het kind krijgt van zijn ouder een schenking van De eenmalige schenkingsvrijstelling is in het verleden al benut. Onder de huidige SW heeft het kind recht op een voetvrijstelling van Over het meerdere van is over de eerste % en over de resterende % schenkingsbelasting, oftewel totaal verschuldigd. Onder de nieuwe schenkbelasting heeft het kind recht op een vrijstelling van 5.000, maar is dan 10% over oftewel schenkbelasting verschuldigd. Conclusie: een belastingnadeel van maar liefst 1.348! Advies De gelijktrekking van vrijstellingen voor kinderen en de verhoging van de laagste tariefschijven (van 5 en 8% naar 10%) heeft vooral voor relatief kleine erfenissen en schenkingen aan kinderen vaak nadelige gevolgen. In tegenstelling tot erfenissen, zijn schenkingen echter altijd voorzienbaar en kunt u ze dus altijd plannen. Veel schenkingen van ouders aan kinderen worden vanaf volgend jaar zwaarder belast, dus u doet er verstandig aan om nog dit jaar te schenken. WOZ-waarde voor woningen De waardering van woningen voor de successie - belasting heeft al tot veel discussie geleid. Daarvoor wordt namelijk aangesloten bij de waarde in het economisch verkeer. De Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) is bij waardering van onroerende zaken in het kader van de SW niet van toepassing. Daarin gaat vanaf 1 januari 2010 verandering komen. De WOZ-waarde gaat ook voor de schenk- en erfbelasting gelden voor onroerende zaken die als woning in gebruik zijn. Voor woningen die echter in verhuurde staat worden geschonken of geërfd, bestaat wel de mogelijkheid om een lagere waarde in aanmerking te nemen, mits dat aannemelijk wordt gemaakt. Deze mogelijkheid geldt weer niet als de woning door de huurder wordt verkregen. Die wordt dan immers eigenaar en daarvoor geldt de zelfbewoning niet als waardedrukkende factor. De WOZ-waarde geldt ook voor woningen die in erfpacht zijn verkregen. De gekapitaliseerde waarde 11

13 van het erfpachtcanon mag dan hierop in mindering worden gebracht. Let op: De waardepeildatum voor de WOZ ligt één jaar voor het begin van het kalenderjaar waarvoor de waarde wordt vastgesteld. Dat betekent dus dat bij een schenking of overlijden in 2010, de WOZ-waarde van 1 januari 2009 in aanmerking moet worden genomen. Commentaar Het ligt in de bedoeling om de nieuwe schenk- en erfbelasting op 1 januari 2010 in werking te laten treden. De schenk- en erfbelasting zal niet voor iedereen even gunstig uitpakken. Zo zullen de samenwoners zonder notarieel samenlevingscontract alsnog naar de notaris moeten om hun aanspraak op indeling in tariefgroep 1 en de partnervrijstelling te behouden en vallen samenwonende meerrelaties voortaan sowieso buiten de boot voor deze vrijstelling. Dat geldt ook voor de samenwoning tussen een ouder en een meerderjarig kind. Verder blijkt uit de cijfer - voorbeelden dat niet alle kinderen en kleinkinderen gebaat zijn bij de nieuwe tarieven en vrijstellingen. Voor zover voor u van belang kunt u daarop nog anticiperen door via schenkingen in 2009 met gebruikmaking van de vrijstellingen en tegen gunstiger tarieven nog vermogen naar uw kinderen over te hevelen. Ouders raken hun voetvrijstelling van ruim in de erfbelasting kwijt, waarvoor zij de lage voetvrijstelling van terugkrijgen en in veel gevallen geen of slechts een gering tariefvoordeel. Dat is zeker zo als het een relatief kleine erfenis betreft. Dat geldt ook voor de broers en zusters. Als de samenwoning uit niet meer dan 2 personen bestaat, dan kunnen zij wel voor de partnervrijstelling in aanmerking komen, mits zij aan alle voorwaarden voldoen. Dat doen zij niet in het geval van een samenwoning met meer dan één broer of zus. Bovendien kunnen zij dan ook geen gebruik meer maken van de meerrelatievrijstelling. Voor anderen zijn de wijzigingen in de schenk- en erfbelasting zonder meer goed nieuws. Zo zullen vooral degenen die nu in tariefgroep 3 (tarief tussen 41 en 68%) worden ingedeeld, goed garen spinnen bij de wijzigingen in de schenk- en erfbelasting. Zij worden immers vanaf 2010 in tariefgroep 2 ingedeeld met een veel lager tarief van 30 tot maximaal 40%. Voor hen is de nieuwe schenk- en erfbelasting dus zonder meer een flinke stap vooruit. Wijzigingen in de regeling voor algemeen nut beogende instellingen en de nieuwe SBBI De voorgestelde wijzigingen in de schenk- en erfbelasting uit de vorige bijdrage hebben voor veel mensen gevolgen. De nieuwe schenk- en erfbelasting zal echter ook veranderingen met zich brengen voor bedrijven en instellingen. In deze bijdrage gaan we in op de voorgestelde wijzigingen voor de algemeen nut beogende instelling (ANBI) en de nieuwe regeling voor sociaal belang beogende instelling (de SBBI). Wijzigingen in de ANBI-regeling Een algemeen nut beogende instelling kan schenkingen en legaten ontvangen zonder dat zij daarover schenkings- of successiebelasting is verschuldigd. Verder zijn de schenkingen die zij zelf doet vrij van schenkingsbelasting. Sinds 1 januari 2008 gelden deze vrijstellingen alleen nog als de ANBI in het bezit is van een beschikking van de Belastingdienst, waarin zij als zodanig wordt aangemerkt. De beschikking wordt afgegeven als de instelling aan een groot aantal voorwaarden voldoet. Die voorwaarden worden op twee punten aangescherpt. 1. Dienen van een algemeen belang De instelling moet vanaf 1 januari 2010 voor tenminste 90% een algemeen (dus niet particulier) belang dienen. Tot nu toe wordt een instelling ook als ANBI aangemerkt als zij naast werkzaamheden voor het algemeen belang, voor niet meer dan 50% van de totale werkzaamheden activiteiten voor het particulier belang verricht. Of een instelling voldoet aan de 90%-eis moet niet alleen blijken uit de statuten, maar ook uit de feitelijke werkzaamheden. Het verdient aanbeveling om te controleren of statuten en feitelijke werkzaamheden nog met elkaar in overeenstemming zijn en in verband met de wijziging moeten worden aangepast. 2. Aanvullende eis voor bestuurders en andere personen Een aanvullende eis wordt gesteld ten aanzien van de integriteit van bestuurders of andere personen die voor de instelling werkzaam zijn. Zij mogen zich niet schuldig hebben gemaakt aan een zodanig misdrijf dat twijfels zijn ontstaan over hun integriteit, respect voor andermans persoon of goed of voor de Nederlandse rechtsorde. Als de instelling de banden met een dergelijke persoon niet verbreekt, kan dat leiden tot 12

14 intrekking van de ANBI-beschikking. Dat geldt ook als de instelling zelf onherroepelijk is veroordeeld voor bepaalde misdrijven, waaronder haat zaaien en aanzetten tot geweld. De betreffende misdrijven worden nog in een speciale regeling genoemd. Gevolgen wijzigingen Het gevolg van de aanscherpingen is dat alle huidige beschikkingen per 1 januari 2010 automatisch komen te vervallen. Alle gerangschikte ANBI s (43.000) moeten opnieuw een aanvraag voor een beschikking indienen. Instellingen die onder de huidige regels wel kwalificeren, maar onder de nieuwe regels niet omdat zij te zeer ook het particulier belang van de leden behartigen, kunnen mogelijk nog wel als algemeen belang beogende instelling (SBBI) kwalificeren (zie hierna). Zij behouden daarmee wel de vrijstelling voor de schenk- en erfbelasting, maar de donaties aan deze instellingen kwalificeren vanwege het particulier belang niet meer voor de giftenaftrek in de inkomsten - belasting en vennootschapsbelasting. Het behoud van de ANBI-status heeft dus voor de instelling ook een indirect belang. Een bestaande ANBI-instelling die niet meer kwalificeert of geen nieuwe beschikking heeft aangevraagd, verliest immers niet alleen de vrijstellingen voor de schenken erfbelasting (tenzij het een SBBI wordt), maar loopt bovendien het risico donateurs te verliezen, omdat door het statusverlies voor hen tevens de giftenaftrek verloren gaat. Dit kan worden voorkomen door de statuten en/of de feitelijke activiteiten nog voor 1 januari 2010 aan de nieuwe ANBI-eisen aan te passen en tijdig een nieuw verzoek in te dienen. Zodra de Tweede Kamer het wetsvoorstel heeft aangenomen, zal de Belastingdienst daartoe de instellingen die nu als ANBI zijn geregistreerd, een vragenlijst toezenden. Aan de hand van de antwoorden wordt beoordeeld of de instelling ook op grond van de nieuwe eisen kwalificeert als ANBI. Als dat het geval is, dan wordt zij in januari 2010 op een nieuwe lijst met kwalificerende ANBI s geplaatst. Instellingen die zich pas in de loop van 2010 aanmelden, maar waarvan duidelijk is dat zij op 1 januari 2010 al aan de nieuwe eisen voldeden, krijgen de ANBI-status met terugwerkende kracht tot 1 januari De nieuwe SBBI Sinds 1 januari 2009 zijn in de Successiewet enkele nieuwe vrijstellingen opgenomen. Zo geldt sindsdien een vrijstelling voor verkrijgingen krachtens erfrecht of schenkingen door amateursportverenigingen of stichtingen die zijn aangesloten bij een aangewezen landelijke sportorganisatie. De aangewezen landelijke sportorganisatie die in een lidstaat van de Europese Unie, de Nederlandse Antillen of Aruba is gevestigd, komt ook zelf voor de vrijstelling in aanmerking. Verder geldt er een vrijstelling voor de verkrijgingen en schenkingen van (niet-commerciële) dorpshuizen. De nieuwe vrijstellingen moeten het eenvoudiger maken om voldoende gelden te werven voor grote investeringen, zoals een nieuw clubhuis of de aanleg van een nieuw sportveld. Daarnaast lag er bij de regering nog een verzoek uit de Tweede Kamer om met een vrijstelling te komen voor een zogenaamde Specifiek Nut Beogende Instelling. De regering komt in het wetsvoorstel Schenk- en erfbelasting aan dit verzoek tegemoet met een geheel nieuwe algemene vrijstelling voor alle instellingen die een particulier belang behartigen, maar tegelijkertijd ook een sociaal belang dienen. Dit zijn de sociaal belang beogende instellingen (de SBBI s). Deze instellingen kwalificeren, vanwege het particulier belang, niet voor de ANBI-status, maar dienen wel tevens het sociaal belang. Bij dit laatste moet u volgens het kabinet denken aan activiteiten voor en met mensen waaraan grote maatschappelijke waarde kan worden toegekend, omdat deze instellingen een bijdrage leveren aan een gezonde en veerkrachtige samenleving en de samenhang in de samenleving bevorderen. De amateursportverenigingen en dorpshuizen vallen ook onder deze vrijstelling, zodat de speciale vrijstellingen al weer kunnen vervallen. Ook muziek- en amateurtoneelgezelschappen kwalificeren voor de SBBI. Zij kunnen op grond van de nieuwe eisen geen ANBI (meer) zijn. Er komt in tegenstelling tot de ANBI echter geen rangschikking en dus ook geen lijst, waarop alle kwalificerende SBBI s staan vermeld. Voorwaarden Net als bij de kwalificatie als ANBI moet ook voor de kwalificatie als SBBI aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Die voorwaarden zijn: Aan de verkrijging of schenking mag geen verplichting zijn verbonden, die daaraan het karakter ontneemt van te zijn geschied in het sociaal belang; Net als bij de ANBI moet de doelstelling van de SBBI vastliggen in een reglement of statuten en moeten de feitelijke werkzaamheden met die doelstelling overeenstemmen; De SBBI heeft geen winstoogmerk; De beleidsbepalers van de SBBI krijgen voor hun werkzaamheden geen beloning. Dat mag wel voorzover zij tevens andersoortige uitvoerende 13

15 werkzaamheden verrichten. Verder mogen zij als bestuurder wel een redelijke onkostenvergoeding ontvangen. Dat wil zeggen een vergoeding van de kosten die zij redelijkerwijs moeten maken om hun functie als bestuurder te kunnen vervullen. Ook vacatiegelden voor bijvoorbeeld het voorbereiden en bijwonen van vergaderingen, zijn toegestaan, mits die niet bovenmatig zijn; Sociaal belang behartigende instellingen die niet in een lidstaat van de Europese Unie, de Nederlandse Antillen of Aruba zijn gevestigd, komen alleen voor de SBBI-vrijstelling in aanmerking als zij daarvoor (net als bij de ANBI-regeling) zijn aangewezen. Commentaar In deze bijdrage hebben we stilgestaan bij de voorgestelde wijzigingen in de schenk- en erfbelasting voor de algemeen nut beogende instelling (ANBI) en de nieuwe regeling voor sociaal belang beogende instelling (de SBBI). In de vorige bijdrage hebben we aandacht besteed aan de wijzigingen in het partnerbegrip, de tarieven en vrijstellingen en de waardering van woningen. Het wetsvoorstel Schenken erfbelasting heeft echter nog veel meer om het lijf. Veel te veel om alle wijzigingen in deze editie onder uw aandacht te brengen. Zo zal de bedrijfsopvolgings - regeling worden vereenvoudigd en allerlei belasting - besparende constructies en testamentvormen (ik-opa-testament en turbotestament) worden bestreden, al dan niet naar aanleiding van de rechtspraak in de afgelopen jaren. Bovendien komt er een speciale regeling voor particuliere vermogens (waaronder buitenlandse trusts). In de komende edities van het Financieel Advies zullen we ook aan deze wijzigingen aandacht besteden. Tevens houden wij u uiteraard op de hoogte van eventuele wijzigingen die het wetsvoorstel mogelijk nog zal ondergaan bij het afleggen van de parlementaire weg. Omzetbelasting Nieuwe BTW-regels voor de plaats van dienst Naast leveringen van goederen worden ook diensten in de heffing van BTW betrokken. Of er Nederlandse BTW in rekening moet worden gebracht, hangt af van de plaats waar de levering of de dienst wordt verricht. Daarbij gelden voor leveringen en diensten verschillende regels. De lidstaten van de Europese Unie hebben vorig jaar overeenstemming bereikt over een heel pakket BTW-maatregelen. De maatregelen betreffen onder meer een ingrijpende wijziging in de regels voor de plaatsbepaling van een dienst. De lidstaten van de Europese Unie moeten hun nationale regels aan de nieuwe Europese regels aanpassen. In Nederland is daartoe inmiddels een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend. In deze bijdrage behandelen we de voorgestelde BTW-regels voor de plaats van dienst. De nieuwe regels moeten op 1 januari 2010 in werking treden. Van 1 hoofdregel naar 2 hoofdregels De huidige hoofdregel is dat grensoverschrijdende diensten in beginsel worden belast in de lidstaat waar de dienstverlener is gevestigd. Op deze hoofdregel zijn veel uitzonderingen van toepassing, waardoor de dienst belast is in de lidstaat waar de afnemer is gevestigd of in de lidstaat waar de diensten feitelijk plaatsvinden. De vele discussies over de vraag of een uitzondering al dan niet van toepassing is, worden in de nieuwe regeling voor de plaats van dienst voorkomen door het aantal uitzonderingen te beperken en door de plaats van het verbruik als uitgangspunt te nemen. Daarbij staat dus de afnemer centraal. Vanaf 1 januari 2010 zijn er twee verschillende hoofdregels voor de plaats van dienst: één voor diensten aan ondernemers en één voor diensten aan niet-ondernemers. Nieuwe hoofdregel voor grensoverschrijdende diensten aan ondernemers Is de afnemer van de dienst een BTW-ondernemer, dan is de dienst belast in de lidstaat van deze afnemer. Door deze wijziging zal de BTW-heffing bij grens - overschrijdende diensten aan ondernemers vaker 14

16 worden verlegd naar de afnemer van de prestatie. Dit heeft tot gevolg dat ondernemers die diensten verlenen aan ondernemers in andere lidstaten, in veel gevallen geen BTW-aangifte in die andere lidstaat meer hoeven te doen. De afnemende BTW-ondernemer moet zelf de verschuldigde BTW afdragen. Dit heeft naar verwachting ook tot gevolg dat u als BTW-ondernemer minder vaak in een andere lidstaat een verzoek om teruggaaf hoeft te doen. Voor bijvoorbeeld grensoverschrijdende management - diensten aan ondernemers geldt na 1 januari 2010 dat deze diensten belast zijn in het land van de afnemer en dat de verleggingsregeling van toepassing is. Onder de huidige regels moeten Nederlandse ondernemers 19% Nederlandse BTW berekenen ter zake van dergelijke managementdiensten. De verleggingsregeling wordt overigens onder de huidige regelgeving al toegepast voor bepaalde diensten, zoals e-commerce, telecommunicatie - diensten, radio- en televisieomroepdiensten, reclamediensten en diensten door raadgevende personen, ingenieurs, advocaten en accountants. Voor deze grensoverschrijdende diensten aan ondernemers verandert er dus niets. De algemene verleggingsregeling voor grensoverschrijdende diensten tussen bedrijven heeft voor BTW-ondernemers wel een nieuwe verplichting tot gevolg. U moet namelijk periodiek (maandelijks of per kwartaal) een overzicht bij de Belastingdienst indienen van de diensten die u heeft verricht aan buitenlandse ondernemers. De lijst stelt de belastingdiensten van de lidstaten in staat om te controleren of de BTW-verplichtingen goed worden nageleefd. Hoofdregel voor grensoverschrijdende diensten aan niet-ondernemers De hoofdregel voor de grensoverschrijdende diensten aan afnemers die geen BTW-ondernemer zijn (bijvoorbeeld particulieren), verandert niet. Deze diensten blijven in beginsel belast in de lidstaat waar de dienstverlener is gevestigd. afgelegde afstand belast in de lidstaat waarin het transport feitelijk plaatsvindt. Verder geldt voor adviesdiensten, financiële diensten, reclamediensten en het ter beschikking stellen van personeel aan niet BTW-ondernemers, dat de plaats van dienst toch de plaats van de afnemer is, indien de afnemer buiten de EU is gevestigd. Ook geldt een uitzondering voor diensten of werkzaamheden (zoals onderhouds- en reparatie - werkzaamheden) aan roerende zaken verricht aan niet BTW-ondernemers. Deze diensten zijn belast in de lidstaat waar de diensten/werkzaamheden feitelijk worden verricht. Bent u een particulier die bijvoorbeeld tijdens uw vakantie in het buitenland uw auto nog even moet laten repareren, dan zal de plaatselijke dienstverlener u BTW in rekening brengen. Commentaar De bedoeling van de nieuwe regels voor de plaats van dienst is om de BTW-heffing bij grensoverschrijdende diensten te vereenvoudigen door het aantal uitzonderingen te beperken en zoveel mogelijk te laten plaatsvinden in de lidstaat van verbruik. Vanaf 1 januari 2010 zal de BTW-heffing daardoor vaker worden verlegd naar de lidstaat van verbruik. Daarmee wordt tevens de beoogde administratieve lastenverlichting voor het bedrijfsleven bereikt. Door vermindering van het aantal uitzonderingen en de verplichte verlegging naar de lidstaat van het verbruik, zal het aantal teruggaafverzoeken voor buitenlandse BTW naar verwachting dalen. In de nieuwe procedure voor teruggaafverzoeken van buitenlandse BTW kunt u het verzoek overigens vanaf 1 januari 2010 indienen via een portaalsite bij de Belastingdienst in de eigen lidstaat. De Belastingdienst stuurt dan het verzoek door naar de desbetreffende lidstaat, waarna deze over het verzoek beslist. Een beperkt aantal uitzonderingen Hoewel het aantal in de nieuwe regeling is beperkt, gelden voor bepaalde diensten toch uitzonderingen op de twee hoofdregels. Zo zullen diensten aan onroerende zaken worden belast in de lidstaat waar de onroerende zaak is gelegen. Verder wordt het passagiersvervoer naar evenredigheid van de 15

17 Pensioen en lijfrente Overdracht deel pensioenaanspraak maakt hele pensioenaanspraak belast Een werknemer kan een ontslagvergoeding gebruiken voor een recht op een periodieke uitkering (stamrecht) in een eigen BV. De ontslagvergoeding blijft dan met toepassing van de stamrechtvrijstelling onbelast, mits de vergoeding is toegekend ter vervanging van gederfd of te derven loon. Vorig jaar september deed onze hoogste belastingrechter, de Hoge Raad, een belangrijke uitspraak over de toepassing van de stamrechtvrijstelling op een ontslagvergoeding, die niet helemaal aan deze voorwaarde voldeed. De Hoge Raad oordeelde dat de vergoeding dan kon worden gesplitst in een belast en een onbelast deel. Onlangs heeft de Hoge Raad ook zijn oordeel gegeven over een dergelijke splitsing bij een overdracht van een deel van een pensioenaanspraak. Die zaak had een andere uitkomst met verstrekkende gevolgen. Hierna zetten we deze zaak en de gevolgen kort uiteen. De overdracht van een deel van een pensioenaanspraak Belanghebbende was bij de BV van haar echtgenoot in dienstbetrekking geweest. Zij had geen aandelen in deze BV. In 1989 was haar een pensioen toegezegd dat tot 1 december 2002 bij een verzekeraar was ondergebracht. Op die datum bedroeg de waarde van de totale pensioenaanspraak , waarvan zij aan de BV van haar echtgenoot liet over - dragen. Het lag in de bedoeling dat dit deel in eigen beheer zou worden gehouden. Het restant bleef achter bij de verzekeraar. De BV van de echtgenoot was echter geen toegelaten verzekeraar. Pensioenopbouw in eigen beheer is namelijk alleen toegestaan voor de grootaandeelhouder van de eigen BV. Voor de meewerkende echtgeno(o)t(e) die zelf geen aandelen in de BV heeft, kan in eigen beheer geen pensioen worden opgebouwd, zelfs niet als de echtgenoten in algemene gemeenschap van goederen zijn gehuwd. De inspecteur neemt het standpunt in dat door de gedeeltelijke overdracht sprake is van een belaste (fictieve) afkoop van de gehele pensioenaanspraak. Volgens belanghebbende moet slechts het aan de BV overgedragen gedeelte ( ) worden belast. Uitspraak Hoge Raad De Hoge Raad oordeelt dat splitsing van de pensioen aanspraak in deze situatie niet mogelijk is. De splitsingsmogelijkheid voor pensioenaanspraken in een zuiver en een onzuiver deel die de Wet LB wel biedt, is niet bedoeld voor deze situatie. De verstrekkende gevolgen De overdracht van een deel van de pensioenaanspraak naar een niet toegelaten verzekeraar (in dit geval de eigen BV van de echtgenoot) heeft tot gevolg dat de waarde van de gehele pensioenaanspraak ( ) is belast. Daarbovenop is de echtgenote ook 20% revisierente verschuldigd, terwijl zij feitelijk niets heeft ontvangen. Onduidelijk is vervolgens of zij de pensioenaanspraak alsnog feitelijk kan afkopen, zodat in ieder geval de liquide middelen ter beschikking komen om de belastingaanslag en de revisierente te betalen. De praktijk zal zijn dat een verzekeraar met een beroep op de civielrechtelijke aspecten van de afkoopbepalingen in de polisvoorwaarden, daaraan niet zal meewerken. Shoppen met nabestaandenpensioen wordt (weer) mogelijk Nabestaanden hadden onder de oude Pensioenen spaarfondsenwet de mogelijkheid om hun nabestaandenpensioen onder te brengen bij een andere pensioenuitvoerder dan de eigen pensioenuitvoerder van de overleden (gewezen) deelnemer. Sinds de inwerkingtreding van de Pensioenwet (1 januari 2007) kon dat niet meer. Minister Donner heeft aangegeven dat dit niet de bedoeling was en heeft daarom voorgesteld om het shoppen met nabestaandenpensioen weer mogelijk te maken. De Tweede Kamer heeft inmiddels het daartoe ingediende wetsvoorstel aangenomen. 16

18 De shopmogelijkheid voor nabestaanden geldt alleen voor de kapitaal- en premieovereenkomsten. Bij deze overeenkomsten wordt, zij het op verschillende manieren, in de opbouwfase van het pensioen een kapitaal opgebouwd, waarmee op de pensioen - datum uitkeringen kunnen worden ingekocht. De nabestaande is sinds de invoering van de Pensioenwet verplicht om het opgebouwde kapitaal bij de eigen pensioenuitvoerder van de (gewezen) deelnemer in uitkeringen te laten omzetten. Na de inwerkingtreding van de wetswijziging hoeft dat niet meer. De nabestaande mag dan met het opgebouwde kapitaal pensioenuitkeringen inkopen bij de pensioen - uitvoerder die hem/haar voor het kapitaal de hoogste uitkeringen biedt. Hierna geven we aan voor wie en welke pensioen - regelingen dit shoppen weer mogelijk wordt en hoe u van de mogelijkheid gebruik kunt maken. Wie krijgen nabestaandenpensioen? Nabestaandenpensioen wordt uiteraard uitgekeerd aan de nabestaanden van de overleden (gewezen) deelnemer aan de pensioenregeling. De nabestaanden zijn de partner en de kinderen tot 30 jaar. Als een (gewezen) deelnemer overlijdt, dan krijgt zijn/haar partner het nabestaandenpensioen in de vorm van een partnerpensioen. De kinderen (tot 30 jaar) komen in aanmerking voor het nabestaandenpensioen in de vorm van een wezenpensioen. Voor welke pensioenregelingen? De werkgever sluit een pensioenovereenkomst met zijn werknemers. Het pensioenfonds of de verzekeraar moet deze pensioenovereenkomst van een kwalificatie voorzien. Er bestaan drie categorieën: de uitkerings - overeenkomst, de kapitaalovereenkomst en de premieovereenkomst. Bij de uitkeringsovereenkomst is de hoogte van de uiteindelijke pensioenuitkeringen vastgesteld. Bij de kapitaalovereenkomst is wel het kapitaal dat beschikbaar is voor een pensioen vastgesteld, maar dat kapitaal moet te zijner tijd (op de pensioendatum) nog in uitkeringen worden omgezet. Bij een premieovereenkomst staat de premie vast die uiterlijk op pensioendatum nog in uitkeringen moet worden omgezet. Wanneer is shoppen mogelijk? Als ook de Eerste Kamer instemt met het wetsvoorstel, dan is het shoppen met terugwerkende kracht mogelijk vanaf 21 april 2009 (de dag waarop de Tweede Kamer het voorstel heeft aangenomen). Dat geldt echter niet zonder meer voor iedere nabestaande. Daarvoor is ten eerste van belang of het pensioen van de (gewezen) deelnemer op het moment van overlijden al dan niet was ingegaan. Als het ouderdomspensioen al is ingegaan, heeft de (gewezen) deelnemer op zijn/haar pensioendatum al een bestemming aan het opgebouwde pensioen - kapitaal gegeven. Daarbij heeft hij(zij) meestal tevens bepaald dat bij zijn(haar) overlijden aan de nabestaande een partnerpensioen moet worden uitgekeerd. Omdat het kapitaal al een bestemming heeft gekregen, kan de nabestaande in dat geval niet meer gaan shoppen. Als de (gewezen) deelnemer echter vóór zijn/haar pensioendatum overlijdt, heeft het tot dan toe opgebouwde pensioenkapitaal nog geen bestemming gekregen en kan shoppen dus wel tot de mogelijk - heden behoren. Daarvoor is vervolgens het moment van overlijden van de (gewezen) deelnemer van belang. Dit moment is de pensioendatum voor de nabestaande. Als die datum na 21 april 2009 is gelegen, dan is shoppen met het pensioenkapitaal mogelijk, tenzij de (gewezen) deelnemer al tijdens zijn/haar leven en vóór zijn(haar) pensioendatum het opgebouwde kapitaal heeft aangewend (bijvoorbeeld door uitruil van nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen). Shoppen is ook mogelijk als de overlijdensdatum van de (gewezen) deelnemer weliswaar vóór 21 april 2009 is gelegen, maar het 17

19 pensioenkapitaal dan nog niet was aangewend voor een levenslang ouderdomspensioen. Hoe werkt het shoppen? Als u met het pensioenkapitaal wilt shoppen, kunt u daartoe een verzoek indienen bij de bestaande pensioenuitvoerder. Die heeft door de wetswijziging de bevoegdheid gekregen om daaraan mee te werken. Verzekeraars zijn daartoe zelfs verplicht. De bestaande pensioenuitvoerder draagt het pensioen - kapitaal binnen 8 weken na het verzoek tot overdracht over aan de nieuwe pensioenuitvoerder. Die doet de uitkeringen aan de nabestaande. De uitkeringen gaan in beginsel direct in. Alleen als de overleden (gewezen) deelnemer in zijn (haar) pensioenregeling heeft bepaald dat de nabestaande de uitkeringen kan uitstellen, dan is uitstel van de ingangsdatum van de uitkeringen toegestaan. Zo kan bijvoorbeeld zijn bepaald dat de uitkeringen kunnen ingaan, zodra de eventuele uitkeringen uit de Algemene nabestaanden - wet (Anw) eindigen. Commentaar Als ook de Eerste Kamer met het voorstel instemt, is de shopmogelijkheid dus terug van weggeweest. Onbedoeld weggeweest, want het shoppen had bij invoering van de Pensioenwet gewoon moeten blijven bestaan. De shopmogelijkheid nu nog met terug werkende tot 1 januari 2007 herstellen, is echter uitvoeringstechnisch niet meer mogelijk voor de pensioenkapitalen die na 1 januari 2007 al zijn aangewend voor een ouderdoms- of nabestaanden - pensioen bij de eigen pensioenuitvoerder van de (gewezen) overleden deelnemer. Het herstel komt voor deze nabestaanden dus te laat. Nabestaanden voor wie het herstel nog wel op tijd komt, kunnen alleen van de shopmogelijkheid gebruikmaken als het pensioenkapitaal op 21 april 2009 nog niet was aangewend. Dat geldt ook voor toekomstige nabestaanden. Dat kan dus in ieder geval niet aan de orde zijn, als de (gewezen) deelnemer overlijdt na zijn(haar) pensioendatum. In dat geval heeft hij(zij) immers op de pensioendatum zelf al een bestemming gegeven aan zijn/haar pensioenkapitaal, waardoor shoppen niet meer mogelijk is. De ouderdomspensioenuitkeringen zijn dan immers al ingegaan. De overblijvende partner krijgt dan van de bestaande pensioenuitvoerder in beginsel 70% van het ouderdomspensioen van de (gewezen) deelnemer, tenzij laatstgenoemde geen nabestaandenpensioen heeft geregeld. Geen premieaftrek voor lijfrente die geen tegenprestatie is voor overdracht onderneming U kunt als ondernemer uw eenmanszaak, firmaof maatschapaandeel in een eigen BV voortzetten. Daartoe kunt u als tegenprestatie voor de overdracht van uw onderneming bij de eigen BV een lijfrente bedingen. De lijfrentepremie is dan aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Daaraan zijn echter wel voorwaarden verbonden. Dat die voorwaarden nauwgezet moeten worden opgevolgd om die lijfrentepremieaftrek veilig te stellen, blijkt uit de volgende zaak. Van maatschap naar holdingstructuur Een notaris en zijn echtgenote exploiteren hun notarispraktijk in de vorm van een maatschap. Zij willen echter de juridische organisatie van hun onderneming omzetten in een holdingstructuur. Daartoe dragen zij ieder hun maatschapaandeel over aan een nieuw opgerichte eigen BV (personal holding). Zij bedingen ter zake van de stakingswinst ieder bij hun eigen BV een lijfrente. De BV s richten vervolgens samen een dochtervennootschap op waaraan de maatschap - aandelen worden overgedragen. De BV s krijgen voor deze dooroverdracht gewone aandelen uitgereikt van de dochtervennootschap van nominaal 100 tot een bedrag van en een creditering per BV van respectievelijk en De notaris en zijn echtgenoten trekken de lijfrente - premie terzake van de bedongen lijfrenten in hun aangifte inkomstenbelasting af. Zo is op een fiscaalvriendelijk wijze de gewenste structuur bereikt, denken zij: de lijfrenten in de personal holdings zijn afgescheiden van het ondernemersrisico van de notarispraktijk die door de dooroverdracht in de dochtervennootschap is ondergebracht. Daarnaast kan de notarispraktijk in de toekomst eenvoudig worden verkocht door verkoop van de aandelen van de dochtervennootschap. Bovendien is dit door de lijfrentepremieaftrek gerealiseerd zonder veel extra belastingbetaling. Toch kwam er een kink in de kabel, want de inspecteur weigerde de lijfrentepremieaftrek, omdat niet alle voorwaarden was voldaan. Wat ging er mis De belastingrechter gaf de inspecteur gelijk. De ondernemer kan de lijfrentepremie in aftrek brengen, mits de lijfrente is bedongen als tegen - prestatie voor de overdracht van een onderneming. 18

20 De onderneming (in dit geval: de maatschapaandelen) is echter onmiddellijk overgedragen aan de dochter - vennootschap van de BV s. De Hoge Raad heeft in 2003 beslist dat een lijfrente niet als een tegenprestatie voor de overdracht van een onderneming kan worden aangemerkt, als de overdracht onmiddellijk is gevolgd door een van tevoren overeengekomen (door) - overdracht aan een derde. De dochtervennootschap moet in dit geval als een derde worden beschouwd. Er is echter een besluit van de Staatssecretaris, dat in deze situatie onder voorwaarden uitkomst kan bieden. Eén van de voorwaarden in dat besluit luidt dat de (door)overdracht aan de dochtervennootschap tegen uitreiking van uitsluitend gewone aandelen plaats - vindt, waarbij creditering slechts ter afronding is toegestaan. Dit afrondingscriterium mag maximaal de nominale waarde van een aandeel bedragen. De BV s hebben weliswaar de maatschapaandelen aan de dochtervennootschap overgedragen tegen uitreiking van uitsluitende gewone aandelen, maar voldoen niet aan de voorwaarde van de maximaal toegestane creditering. Die bedroeg immers meer dan de nominale waarde van een aandeel. De lijfrentepremieaftrek is dus ook op grond van het Besluit niet mogelijk. Commentaar Deze kleine misser had dus voor betrokkenen grote gevolgen, waardoor het toch een kostbare aan - gelegenheid werd. U doet er dan ook verstandig aan om u bij een overdracht van uw onderneming aan een eigen BV en het vervolgens creëren van een holdingstructuur, altijd te laten begeleiden door een deskundige. Sociale zekerheid Deeltijd WW ter behoud van werknemers tijdens de economische crisis Het staat inmiddels vast dat de economische crisis nog wel even aanhoudt. Voorlopig is er nog geen zicht op verbetering. Veel werkgevers staan nu als gevolg van een tijdelijk tekort aan orders en omzet op het punt vakmensen te moeten ontslaan, die zij weer hard nodig zullen hebben als de economie weer aantrekt. Het kabinet wil dit met de invoering van de tijdelijke deeltijd WW voorkomen. Deze maatregel staat vanaf 1 april 2009 open voor bedrijven die voldoende gezond zijn om door de crisis heen te komen. Hierna staan we stil bij enkele praktische punten over de aanvraag en werking van de tijdelijke deeltijd WW. Aanvraag onder voorwaarden Formeel moet de werknemer de WW-uitkering bij het UWV aanvragen, maar voor de deeltijd WW wordt een uitzondering gemaakt. U kunt als werkgever maximaal vier weken voor de ingangsdatum, deeltijd WW aanvragen voor maximaal 50% van de werktijd van uw werknemers. U kunt de aanvraag slechts eenmaal doen voor alle werknemers in uw bedrijf voor wie u dat nodig acht. U kunt dus niet eerst voor een bepaalde groep werknemers een aanvraag indienen en later nog een aanvraag voor een andere groep werknemers. Wel kunt u in de eenmalige aanvraag voor verschillende werknemers verschillende deeltijd- WW-percentages toepassen. De werknemers kunnen u in het aanvraagformulier machtigen om de tijdelijke WW-uitkering te innen. U betaalt hen dan op het gebruikelijke tijdstip de uitkering uit tezamen met het salaris voor de wel gewerkte uren. Voorwaarden U kunt onder de volgende voorwaarden een beroep doen op de regeling deeltijd WW. Als de aanvraag 20 of meer werknemers betreft, is de schriftelijke instemming met de vermindering van werktijd van de betrokken vakbond(en) vereist*. Als er geen belanghebbende vakbonden zijn, is de schriftelijk instemming van een andere vertegen woordiging van werknemers vereist, zoals de ondernemingsraad of de personeels - vertegenwoordiging. Betreft de aanvraag minder dan 20 werknemers dan moet u de instemming hebben van de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging of bij gebreke 19

info &boon tips & boon

info &boon tips & boon tips & boon Uw positie als DGA Fiscale actualiteiten 2010 Ruim één op de vijf ondernemers is directeur-grootaandeelhouder (dga). Voor het kabinet aanleiding om, zeker in het huidige economische klimaat,

Nadere informatie

Schenkings- en successierecht

Schenkings- en successierecht Page 1 of 5 Netwerk Notarissen Centrale Organisatie Lt. Gen. Van Heutszlaan 8 3743 JN Baarn T: (035) 577 27 07 F: (035) 695 28 95 E: info@nnco.nl Schenkings- en successierecht Inhoudsopgave: Schenkingsrecht

Nadere informatie

Nieuwe Successiewet 2010 (Schenk- en Erfbelasting)

Nieuwe Successiewet 2010 (Schenk- en Erfbelasting) Nieuwe Successiewet 2010 (Schenk- en Erfbelasting) 2 Nieuwe Successiewet 2010 Met ingang van 1 januari 2010 is de Successiewet gewijzigd. Om te beginnen verdwijnt al de naam successieen schenkings recht.

Nadere informatie

Enkele belangrijke Wijzigingen in de Successiewet per 1 januari 2010

Enkele belangrijke Wijzigingen in de Successiewet per 1 januari 2010 Enkele belangrijke Wijzigingen in de Successiewet per 1 januari 2010 Op 1 januari 2010 is de Successiewet 1956 gewijzigd. Er is veel gewijzigd. Hieronder zijn enkele wijzigingen vermeld welke ook voor

Nadere informatie

Vernieuwde Successiewet 1.1.2010 in werking

Vernieuwde Successiewet 1.1.2010 in werking DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 3.3.1.212 vervallen: het bericht 'Nieuwe Schenk- en erfbelasting aangenomen door Tweede Kamer', datumnr 0911-1159 Vernieuwde Successiewet 1.1. in werking bronnen

Nadere informatie

1 Inleiding De Tweede Kamer is op 3 november 2009 akkoord gegaan met het wijzigen van de Successiewet.

1 Inleiding De Tweede Kamer is op 3 november 2009 akkoord gegaan met het wijzigen van de Successiewet. Memorandum nieuwe schenk- en erfbelasting / aanpassing Successiewet 1 Inleiding De Tweede Kamer is op 3 november 2009 akkoord gegaan met het wijzigen van de Successiewet. Als de Eerste Kamer in december

Nadere informatie

Fiscale eindejaarstips 2009 en wijzigingen 2010

Fiscale eindejaarstips 2009 en wijzigingen 2010 Fiscale eindejaarstips 2009 en wijzigingen 2010 IB ONDERNEMER Uitstellen van winst Het uitstellen van winst is voor een IB-ondernemer fiscaal voordelig, want in 2010 is de MKB-winstvrijstelling verhoogd

Nadere informatie

Seminar. Fiscaal vriendelijk erven en schenken

Seminar. Fiscaal vriendelijk erven en schenken Seminar Fiscaal vriendelijk erven en schenken Estate planning Fiscale en juridische begeleiding overgang en instandhouding (familie)vermogen Vermogen zo goedkoop mogelijk naar volgende generatie Wensen

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Rabobank Flevoland 16 december. Successiewet 2010. I.s.m. notariskantoor van Der Weele

Informatiebijeenkomst Rabobank Flevoland 16 december. Successiewet 2010. I.s.m. notariskantoor van Der Weele Informatiebijeenkomst Rabobank Flevoland 16 december Successiewet 2010 I.s.m. notariskantoor van Der Weele 0611083 1 mr. Jeroen van der Weele - Notaris 16 december 2009 Successiewet per 1 januari 2010

Nadere informatie

Wat nu met de (gewijzigde) erfbelasting?

Wat nu met de (gewijzigde) erfbelasting? Men sprak dan van drempelvrijstellingen. Zo kwam de vrijstelling van kinderen onder de oude wet helemaal te vervallen als er per kind meer werd verkregen dan 27.309,-. Het totaal verkregen bedrag werd

Nadere informatie

AdviesbureauJournaal SPECIAL

AdviesbureauJournaal SPECIAL AdviesbureauJournaal SPECIAL ASR Adviesbureau Fiscale en Juridische Zaken januari 2010 Schenk- en erfbelasting Wetsvoorstel schenk- en erfbelasting 2010 is wet Op 3 november 2009 is het wetsvoorstel schenk-

Nadere informatie

info &boon tips & boon

info &boon tips & boon tips & boon Vermogen schenken of erven Nieuwe regels 2010 De Successiewet is per 1 januari 2010 drastisch gewijzigd. De termen successie- en schenkingsrecht zijn vervangen door erf- en schenkbelasting.

Nadere informatie

! Er is geen notariële schenkingsakte vereist.! Ook schenkingen voor de aflossing van restschulden die zijn ontstaan vóór 29 oktober 2012

! Er is geen notariële schenkingsakte vereist.! Ook schenkingen voor de aflossing van restschulden die zijn ontstaan vóór 29 oktober 2012 Erf- en schenkbelasting - eindejaarstips Tijdelijk ruimere vrijstelling schenking voor eigen woning Vanaf 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015 geldt een verruimde schenkingsvrijstelling van 100.000 als het

Nadere informatie

De tbs-vrijstelling is te vergelijken met de mkb-winstvrijstelling voor ondernemers die winst uit onderneming genieten.

De tbs-vrijstelling is te vergelijken met de mkb-winstvrijstelling voor ondernemers die winst uit onderneming genieten. Uw positie als DGA Fiscale actualiteiten 2010 Ruim één op de vijf ondernemers is directeur-grootaandeelhouder (dga). Voor het kabinet aanleiding om, zeker in het huidige economische klimaat, maatregelen

Nadere informatie

2014 -- Successiewet -- Deel 1

2014 -- Successiewet -- Deel 1 Successiewet les 1 programma Eén wet, twee belastingen Woonplaats Successierecht Wettelijk erfrecht en wettelijke verdeling Testamenten Wetsficties 1 Eén wet, twee belastingen De Successiewet bestaat uit:

Nadere informatie

DGA uit de loonheffing

DGA uit de loonheffing DGA uit de loonheffing Met ingang van 1 januari 2008 Art 6 lid 6 wet LB 1964 Degene tot wie uitsluitend één of meer directeuren-grootaandeelhouders als bedoeld in art. 6, eerste lid, onderdeel d, van de

Nadere informatie

Nieuwe schenk- en erfbelasting in 2010

Nieuwe schenk- en erfbelasting in 2010 Nieuwe schenk- en erfbelasting in 2010 Nieuwe schenk- en erfbelasting De nieuwe Successiewet (deze wet regelt de schenk- en erfbelasting) is op 1 januari 2010 ingegaan en heeft gevolgen voor bijna iedereen!

Nadere informatie

info &boon tips & boon

info &boon tips & boon tips & boon Bedrijf schenken of erven Nieuwe regels 2010 Om het voortbestaan van een onderneming niet in gevaar te brengen kent de Successiewet de bedrijfsopvolgingsregeling. Deze regeling is met de komst

Nadere informatie

RB EINDEJAARSTIPS EN AANDACHTSPUNTEN 2012. www.abincontrol.nl. Erven en schenken

RB EINDEJAARSTIPS EN AANDACHTSPUNTEN 2012. www.abincontrol.nl. Erven en schenken Erven en schenken Voordelen van schenken Uw erfgenamen kunnen een aanzienlijke besparing van schenk- en erfbelasting behalen als u tijdens uw leven (periodiek) aan hen schenkt. Voor de schenkbelasting

Nadere informatie

Nieuwe schenk- erfbelasting Belangrijkste wijzigingen vanaf 2010

Nieuwe schenk- erfbelasting Belangrijkste wijzigingen vanaf 2010 . Nieuwe schenk- erfbelasting Belangrijkste wijzigingen vanaf 2010 Het successierecht is de meest onbegrepen belasting. Het kabinet wil deze belasting in stand houden, ondanks dat de schenker of erflater

Nadere informatie

Slim Schenken en nalaten

Slim Schenken en nalaten Slim Schenken en nalaten U wilt geld schenken aan bijvoorbeeld uw kind, kleinkind, een willekeurig persoon of een goed doel. Op die manier kunt u hen financieel ondersteunen. Afhankelijk van aan wie u

Nadere informatie

147.500 145.000 143.000 140.500 139.500 137.500. geen max. 12% van de winst max. dotatie oudedagsreserve 11.590 11.396 11.227 11.050 10.951 10.

147.500 145.000 143.000 140.500 139.500 137.500. geen max. 12% van de winst max. dotatie oudedagsreserve 11.590 11.396 11.227 11.050 10.951 10. Overzicht fiscale/sociale cijfers 2009 Overzicht fiscale/sociale cijfers 2009 omschrijving (bedrag in euro s) 2009 2008 2007 2006 2005 2004 kapitaalverzekering eigen woning uitkeringsvrijstelling kapitaalverzekering

Nadere informatie

EINDEJAARSTIPS 2015 1/5

EINDEJAARSTIPS 2015 1/5 EINDEJAARSTIPS 2015 Particulieren...2 Vermogenstoets voor zorgtoeslag en kindgebonden budget... 2 Verlaag uw box 3 grondslag... 2 Hypotheekrente vooruit betalen... 2 Let op lagere hypotheekrente in hoogste

Nadere informatie

Rivierdael Netwerk Notarissen Venlo

Rivierdael Netwerk Notarissen Venlo Rivierdael Netwerk Notarissen Venlo Presentatie erfrecht en levenstestament Raymond Martens notaris bij Rivierdael Netwerk Notarissen in Venlo Netwerk Notarissen / 1 Rivierdael Netwerk Notarissen Venlo

Nadere informatie

Voor wat betreft de heffing van schenkbelasting gelden dezelfde, hierboven genoemde grondslagen.

Voor wat betreft de heffing van schenkbelasting gelden dezelfde, hierboven genoemde grondslagen. ERFBELASTING IN FRANKRIJK Tarieven en vrijstellingen geldend per 1 januari 2018 Grondslagen voor heffing De Franse fiscus heft erfbelasting wanneer: a) de overledene in Frankrijk woont op het moment van

Nadere informatie

Alumni-Mfp. Actualiteiten estate planning. Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014

Alumni-Mfp. Actualiteiten estate planning. Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014 Alumni-Mfp Actualiteiten estate planning Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014 1 Programma Fiscaal partnerschap Huwelijks vermogensrecht Erven & AWBZ Erven of schenken woning & WOZ Schenken Uniform partnerbegrip

Nadere informatie

Rouwenhorst & Rouwenhorst Notarissen te Delden

Rouwenhorst & Rouwenhorst Notarissen te Delden Rouwenhorst & Rouwenhorst Notarissen te Delden Mr G.F. Rouwenhorst & Mr G.W Rouwenhorst Erfrecht & Schenk en Erfbelasting Wlz, Wmo, AWBZ (WLZ) & Levenstestament Rouwenhorst & Rouwenhorst Netwerk Notarissen

Nadere informatie

Eindejaarstips voor erf- en schenkbelasting

Eindejaarstips voor erf- en schenkbelasting Eindejaarstips voor erf- en schenkbelasting Schaap & Van Dijk wil u met het jaareinde in zicht graag attenderen op de vele mogelijkheden om nog dit jaar de belastingdruk in de zaak én in privé te verminderen.

Nadere informatie

I Weten wat u verdient

I Weten wat u verdient Inhoudsopgave I Weten wat u verdient I Weten wat u verdient 3 1.1 Gebruikelijk loon 3 1.2 Werknemersverzekeringen 11 1.3 Beloningen en andere voordelen 20 II Met de bv aan de hand 34 2.1 Zakelijk omgaan

Nadere informatie

2016 Erf- en schenkbelasting en de bedrijfsopvolgingsregeling

2016 Erf- en schenkbelasting en de bedrijfsopvolgingsregeling 2016 Erf- en schenkbelasting en de bedrijfsopvolgingsregeling Als u een onderneming erft of geschonken krijgt, dan moet u over de waarde van die onderneming erf- of schenkbelasting betalen. Zet u de onderneming

Nadere informatie

Hoe kunt u voordelig vermogen overdragen aan uw kinderen? Schenken en Erven.

Hoe kunt u voordelig vermogen overdragen aan uw kinderen? Schenken en Erven. Hoe kunt u voordelig vermogen overdragen aan uw kinderen? Schenken en Erven. Wet Schenk- en erfbelasting 3 juni 2010 Wijziging Successiewet 1 januari 2010 - Erfbelasting schenkbelasting - Tariefverlaging/vereenvoudiging

Nadere informatie

03-05-2016. Onbezorgd ouder worden. Ouder worden en zorg. Deel I Ouder worden en zorg. Wat is het probleem? Eigen bijdrage zorgkosten. Wanneer?

03-05-2016. Onbezorgd ouder worden. Ouder worden en zorg. Deel I Ouder worden en zorg. Wat is het probleem? Eigen bijdrage zorgkosten. Wanneer? Onbezorgd ouder worden Deel I Ouder worden en zorg Ouder worden en zorg Wat is het probleem? Eigen bijdrage zorgkosten Wanneer? U woont in een zorginstelling; U heeft een volledig pakket thuis of modulair

Nadere informatie

Erfrecht Erfrecht: Wie erft bij uw overlijden? Hoeveel erfbelasting moet over de erfenis worden betaald? Hoe kan het vermogen fiscaal gunstig

Erfrecht Erfrecht: Wie erft bij uw overlijden? Hoeveel erfbelasting moet over de erfenis worden betaald? Hoe kan het vermogen fiscaal gunstig Erfrecht Erfrecht: Wie erft bij uw overlijden? Hoeveel erfbelasting moet over de erfenis worden betaald? Hoe kan het vermogen fiscaal gunstig overgaan op de erfgenamen? Wie erft op grond van de wet? De

Nadere informatie

WLZ en Erven ( )

WLZ en Erven ( ) WLZ en Erven (8-7-2018) Als je door ouderdom of anderszins extra zorg nodig hebt kan het zijn dat die niet meer thuis verleend kan worden. Een mogelijkheid is dat je dan moet worden opgenomen in een z.g.

Nadere informatie

Fiscale eindejaarstips Erfbelasting Bespaar erfbelasting én inkomstenbelasting door bij leven te schenken

Fiscale eindejaarstips Erfbelasting Bespaar erfbelasting én inkomstenbelasting door bij leven te schenken Fiscale eindejaarstips Erfbelasting Bespaar erfbelasting én inkomstenbelasting door bij leven te schenken Door tijdens leven (periodiek) te schenken aan de erfgenamen kan een aanzienlijke besparing van

Nadere informatie

Fiscaal voordeling vermogen nalaten

Fiscaal voordeling vermogen nalaten Kennisdocument Estate planning Fiscaal voordeling vermogen nalaten U denkt er misschien liever niet aan, maar er komt ooit een moment dat u er niet meer zult zijn. Het is goed om daar nu al bij stil te

Nadere informatie

Let op! Hoe meer gebruikelijk loon u opneemt dan wel op moet nemen, hoe minder u profiteert van het lage tarief van de vennootschapsbelasting.

Let op! Hoe meer gebruikelijk loon u opneemt dan wel op moet nemen, hoe minder u profiteert van het lage tarief van de vennootschapsbelasting. De bv is in het mkb een populaire rechtsvorm, veelal vanwege fiscale motieven. Wat zijn deze fiscale motieven? Welke voor- en nadelen kleven er aan een dergelijke overstap en welke aspecten komen er nog

Nadere informatie

themadossier De nieuwe schenk- en erfbelasting

themadossier De nieuwe schenk- en erfbelasting themadossier De nieuwe schenk- en erfbelasting Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. De gewijzigde tarieven schenk- en erfbelasting... 1 3. De gewijzigde vrijstellingen schenk- en erfbelasting... 2 4. Consequenties

Nadere informatie

Erf- en schenkbelasting en de bedrijfsopvolgingsregeling

Erf- en schenkbelasting en de bedrijfsopvolgingsregeling Erf- en schenkbelasting en de 2012 Als u een onderneming erft of geschonken krijgt, dan moet u over de waarde van die onderneming erf- of schenkbelasting betalen. Zet u de onderneming voort, dan kunt u

Nadere informatie

RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015

RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015 RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015 Erf- en schenkbelasting Erf- en schenkbelasting Bespaar erfbelasting én inkomstenbelasting door bij leven te schenken Door tijdens leven (periodiek) te schenken

Nadere informatie

Fiscale eindejaarstips

Fiscale eindejaarstips Fiscale eindejaarstips 1. Energiezuinig- en milieubewust investeren? Beter nu dan later Investeringen in bedrijfsmiddelen met een waarde van minder dan 2.500 komen vanaf 1 januari 2014 niet meer in aanmerking

Nadere informatie

2015 Erf- en schenkbelasting en de bedrijfsopvolgingsregeling

2015 Erf- en schenkbelasting en de bedrijfsopvolgingsregeling 2015 Erf- en schenkbelasting en de bedrijfsopvolgingsregeling Als u een onderneming erft of geschonken krijgt, dan moet u over de waarde van die onderneming erf- of schenkbelasting betalen. Zet u de onderneming

Nadere informatie

Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) Interne Cursus. Irma van der Zon

Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) Interne Cursus. Irma van der Zon Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) Interne Cursus Irma van der Zon BOR / BOF BOR: bedrijfsopvolgingsregeling BOF: bedrijfsopvolgingsfaciliteit Verschillende benamingen voor hetzelfde onderwerp. BOR faciliteiten:

Nadere informatie

Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuïteit staat voorop!

Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuïteit staat voorop! Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuïteit staat voorop! Waar moet u op letten bij een bedrijfsoverdracht? Voor familiebedrijven is continuïteit één van de belangrijkste doelstellingen. Het

Nadere informatie

ESTATE PLANNING. I. Schenking

ESTATE PLANNING. I. Schenking ESTATE PLANNING Estate planning, ofwel nalatenschapsplanning, wordt wel omschreven als een geheel van maatregelen om te bereiken dat het vermogen op zo goed mogelijke wijze overgaat op de erfgenamen. Vaak

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Het huwelijksvermogensrecht

Hoofdstuk 1 - Het huwelijksvermogensrecht Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - Het huwelijksvermogensrecht Wat is het belang van het huwelijksvermogensrecht?... 5 Gemeenschap van goederen... 5 Verdeling... 5 Wat behoort tot het gemeen schappelijk vermogen?...

Nadere informatie

Alles onder Controle!

Alles onder Controle! Alles onder Controle! Bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet 20 oktober 2009 Onderwerpen Bedrijfsopvolging in Nederland Inkomstenbelasting Successiewet Bedrijfsopvolging in België Samenloop Nederland

Nadere informatie

Belastingdienst. Toelichting 2013 Aangifte schenkbelasting

Belastingdienst. Toelichting 2013 Aangifte schenkbelasting Belastingdienst Toelichting 2013 Aangifte schenkbelasting Dit is een toelichting bij het formulier Aangifte schenkbelasting. Deze toelichting bestaat uit vier onderdelen: A Algemene informatie over de

Nadere informatie

HET SAMENLEVINGSCONTRACT EN DE TESTAMENTEN DAARBIJ (UITGAVE 2012) HET SAMENLEVINGSCONTRACT. Partnerpensioen

HET SAMENLEVINGSCONTRACT EN DE TESTAMENTEN DAARBIJ (UITGAVE 2012) HET SAMENLEVINGSCONTRACT. Partnerpensioen HET SAMENLEVINGSCONTRACT EN DE TESTAMENTEN DAARBIJ (UITGAVE 2012) Tegenwoordig wonen veel mensen ongehuwd samen, maar vergeleken met het huwelijk is voor mensen die ongehuwd (gaan) samenwonen weinig bij

Nadere informatie

2. Wettelijke regeling tarief echtgenoten en partners

2. Wettelijke regeling tarief echtgenoten en partners Successiewet 1956. Tarief. Verkrijging door aanstaande echtgenoot, aanstaande partner, ex-echtgenoot of ex-partner. Gemeenschappelijke huishouding bij opname in tehuis 1 Successiewet 1956. Tarief. Verkrijging

Nadere informatie

Informatiefolder: Erfenis, schenken en woningwaarde

Informatiefolder: Erfenis, schenken en woningwaarde Informatiefolder: Erfenis, schenken en woningwaarde Bij leven kunt u al bepalen of het gunstig is uw vermogen te (ver)delen met anderen of uw erven te laten wachten totdat het zo ver is, m.a.w. tot na

Nadere informatie

Estate planning Fiscaal voordelig vermogen nalaten

Estate planning Fiscaal voordelig vermogen nalaten Estate planning Fiscaal voordelig vermogen nalaten U betaalt pas als het bedrag van de erfenis of schenking hoger is dan de vrijstelling Estate planning Fiscaal voordelig vermogen nalaten U denkt er misschien

Nadere informatie

ACTIEPUNTEN. EIND 2018 voor de DGA TARIEVEN WONING BTWVERHOGING EIGEN KLAAR VOOR

ACTIEPUNTEN. EIND 2018 voor de DGA TARIEVEN WONING BTWVERHOGING EIGEN KLAAR VOOR ACTIEPUNTEN EIND 2018 voor de DGA KLAAR VOOR 2019 TARIEVEN BTWVERHOGING EIGEN WONING ACTIEPUNTEN VOOR DE DGA Inhoudsopgave 3 Maatregelen tegen veel lenen bij eigen bv 3 Tarieven in de vennootschapsbelasting

Nadere informatie

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT SAMENLEVINGSVORMEN SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT Algemeen De gevolgen van het huwelijk en het geregistreerd partnerschap worden in de wet uitgebreid geregeld. Andere samenwonenden worden door

Nadere informatie

2017 Erf- en schenk belasting en de Bedrijfs opvolgingsregeling

2017 Erf- en schenk belasting en de Bedrijfs opvolgingsregeling Belastingdienst 2017 Erf- en schenk belasting en de Bedrijfs opvolgingsregeling Als u een onderneming erft of geschonken krijgt, dan moet u over de waarde van die onderneming erf- of schenkbelasting betalen.

Nadere informatie

Prinsjesdag: fiscale maatregelen 2017

Prinsjesdag: fiscale maatregelen 2017 Prinsjesdag: fiscale maatregelen 2017 Maatregelen tegen box 2-beleggen in VBI s De belastingdruk op box 2-vermogen kan worden beperkt door vermogen waarop een abclaim rust onder te brengen in een vrijgestelde

Nadere informatie

Advieswijzer. Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuïteit staat voorop. 20-08-2015 Denk ondernemend. Denk Bol.

Advieswijzer. Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuïteit staat voorop. 20-08-2015 Denk ondernemend. Denk Bol. Advieswijzer Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuïteit staat voorop 20-08-2015 Denk ondernemend. Denk Bol. Inhoudsopgave 1. Belastingclaims bij bedrijfsoverdracht... 3 1.1 Wordt een onderneming

Nadere informatie

partners en kinderen kleinkinderen overig 0, ,00 10% 18% 30% ,00 en meer 20% 36% 40%

partners en kinderen kleinkinderen overig 0, ,00 10% 18% 30% ,00 en meer 20% 36% 40% SCHENKINGEN AAN KINDEREN, BESPARING ERFBELASTING Men kan schenken aan kinderen omdat men het leuk vindt daadwerkelijk iets aan de kinderen te geven. Het is ook mogelijk om te schenken aan kinderen zonder

Nadere informatie

Ook voor geheel of gedeeltelijk op de werkplek te gebruiken arbovoorzieningen en hulpmiddelen geldt een gerichte vrijstelling.

Ook voor geheel of gedeeltelijk op de werkplek te gebruiken arbovoorzieningen en hulpmiddelen geldt een gerichte vrijstelling. Voor 1 maart vindt de afrekening van de werkkostenregeling (WKR) voor 2018 plaats. Weet u welke vergoedingen en verstrekkingen onder de WKR vallen? En weet u tot welk bedrag u mag gaan? En wat er gebeurt

Nadere informatie

Belastingdienst. Belasting en schenken 2014

Belastingdienst. Belasting en schenken 2014 Belastingdienst Belasting en schenken 2014 Krijgt u een schenking? Dan moet u misschien schenkbelasting betalen. Doet u een schenking? Dan kunt u die schenking mogelijk als gift van de belasting aftrekken.

Nadere informatie

NIBE-SVV, 2015 OEFENEXAMEN SCHENK- EN ERFWIJZER

NIBE-SVV, 2015 OEFENEXAMEN SCHENK- EN ERFWIJZER NIBE-SVV, 2015 OEFENEXAMEN SCHENK- EN ERFWIJZER 1. Voor welke schenking is een notariële akte verplicht? A. Voor de schenking van een effectenportefeuille. B. Voor de schuldigerkenning uit vrijgevigheid

Nadere informatie

Belastingdienst. Toelichting 2015 Aangifte schenkbelasting

Belastingdienst. Toelichting 2015 Aangifte schenkbelasting Belastingdienst Toelichting 2015 Aangifte schenkbelasting Inhoud A Algemene informatie over de schenkbelasting 3 B Uitleg bij de vragen in het formulier Aangifte schenkbelasting 4 1 Gegevens schenker 4

Nadere informatie

2019 Erf- en schenk belasting en de bedrijfs opvolgingsregeling

2019 Erf- en schenk belasting en de bedrijfs opvolgingsregeling Belastingdienst 2019 Erf- en schenk belasting en de bedrijfs opvolgingsregeling Als u een onderneming erft of geschonken krijgt, dan moet u over de waarde van die onderneming erf- of schenkbelasting betalen.

Nadere informatie

Toelichting 2013 Aangifte schenkbelasting

Toelichting 2013 Aangifte schenkbelasting Belastingdienst Toelichting 2013 Aangifte schenkbelasting SUC 064-1Z31FD Dit is een toelichting bij het formulier Aangifte schenkbelasting. Deze toelichting bestaat uit vier onderdelen: A Algemene informatie

Nadere informatie

SUCCESSIERECHTEN IN FRANKRIJK EN NEDERLAND (2009)

SUCCESSIERECHTEN IN FRANKRIJK EN NEDERLAND (2009) SUCCESSIERECHTEN IN FRANKRIJK EN NEDERLAND (2009) Heering Associates Januari 2009 Heering Associates Jachthavenweg 121 1081 KM Amsterdam Postbus 75265 1070 AG Amsterdam 020-6789 527 www.heeringassociates.eu

Nadere informatie

Cursusboek. Verstandig schenken

Cursusboek. Verstandig schenken Cursusboek Verstandig schenken Verstandig schenken Beste cursist, Mensen schenken vanuit verschillende motieven. De één wil erfbelasting voorkomen, de ander wil zijn kind of een dierbare helpen of wil

Nadere informatie

Het kabinet was verder voornemens om de tariefopstap van te verhogen naar Dit voornemen is echter niet doorgevoerd.

Het kabinet was verder voornemens om de tariefopstap van te verhogen naar Dit voornemen is echter niet doorgevoerd. Eindejaarstips 2018 Algemeen: Ondernemers en rechtspersonen 1. Verhoging BTW- tarief Per 1 januari 2019 gaat het lage BTW- tarief van 6% omhoog naar 9%. Deze verhoging heeft betrekking op onder meer de

Nadere informatie

Prinsjesdag 2014 - fiscale actualiteiten

Prinsjesdag 2014 - fiscale actualiteiten 18 september 2014 Prinsjesdag 2014 - fiscale actualiteiten Op Prinsjesdag 2014 is het Belastingplan 2015 gepresenteerd. Het Belastingplan 2015 bevat voor specifiek de vastgoedsector weinig belangrijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 400 IX Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën voor het jaar 2013 Nr. 6 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Nadere informatie

DGA in de pocket Alle informatie die een dga op zak moet hebben

DGA in de pocket Alle informatie die een dga op zak moet hebben DGA in de pocket Alle informatie die een dga op zak moet hebben Voorwoord Als directeur-grootaandeelhouder (dga) heeft u meerdere petten op: niet alleen bent u directeur en aandeelhouder, maar ook werknemer

Nadere informatie

Samenwonen, en dan...

Samenwonen, en dan... Samenwonen, en dan... Holtman Notarissen Utrecht, Koningslaan 62 tel (030) 215 05 15 info@holtmannotarissen.nl www.holtmannotarissen.nl Wat is... Een samenlevingscontract is een schriftelijke overeenkomst

Nadere informatie

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Erfrecht Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Erfrecht Algemeen Wettelijke verdeling Legitieme portie Samenwoners 2-Trapsmaking Zuivere aanvaarding, beneficiaire aanvaarding,

Nadere informatie

Welkom 30-9-2009. Agenda. Belastingplan 2010. *Belastingplan 2010 *Schenk- en erfbelasting

Welkom 30-9-2009. Agenda. Belastingplan 2010. *Belastingplan 2010 *Schenk- en erfbelasting Welkom * *Schenk- en erfbelasting Agenda 16:00 uur Ontvangst 16:30 uur highlights -------------- 18:00 uur Pauze / Buffet -------------- 18:45 uur 20:00 uur Einde / vragen / afsluiting 1. Maatregelen voor

Nadere informatie

Heering Associates. Het verschuldigd bedrag aan successierechten in Frankrijk dient als volgt te worden berekend:

Heering Associates. Het verschuldigd bedrag aan successierechten in Frankrijk dient als volgt te worden berekend: FRANS SUCCESSIERECHT De Franse fiscus heft bij iedere overgang "a titre gratuit", zo de schenker of de overledene zijn woonplaats ten tijde van schenking of overlijden buiten Frankrijk had, van de volgende

Nadere informatie

erfenissen die zij gebruikt voor een sociaal belang. Overleg met uw adviseur over de voorwaarden voor een SBBI.

erfenissen die zij gebruikt voor een sociaal belang. Overleg met uw adviseur over de voorwaarden voor een SBBI. Als bestuurder zet u zich in voor uw vereniging of stichting. Daarom wilt u op de hoogte blijven van alle actualiteiten. Zo kunt u tijdig inspelen op veranderingen en hiermee uw voordeel doen. Een aantal

Nadere informatie

Tip! Een culturele instelling kan gebruikmaken van de winstvrijstelling, ook als gekozen is voor volledige belastingplicht.

Tip! Een culturele instelling kan gebruikmaken van de winstvrijstelling, ook als gekozen is voor volledige belastingplicht. Als bestuurder zet u zich in voor uw vereniging of stichting. Daarom wilt u op de hoogte blijven van alle actualiteiten. Zo kunt u tijdig inspelen op veranderingen en hiermee uw voordeel doen. Een aantal

Nadere informatie

Nieuwsbrief december 2012

Nieuwsbrief december 2012 Eindejaar tips voor de onderneming Voorkom toepassing van thin capitalization Zijn er in uw concern groepsleningen afgesloten? U kunt toepassing van de renteaftrekbeperking voor groepsleningen op grond

Nadere informatie

Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuıẗeit staat voorop!

Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuıẗeit staat voorop! www.stolk-accountants.nl Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuıẗeit staat voorop! Waar moet u op letten bij een bedrijfsoverdracht? Voor familiebedrijven is continuïteit één van de belangrijkste

Nadere informatie

Advieswijzer: Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf 2016

Advieswijzer: Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf 2016 Advieswijzer: Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf 2016 Waar moet u op letten bij een bedrijfsoverdracht binnen de familie? Voor familiebedrijven is continuïteit één van de belangrijkste doelstellingen.

Nadere informatie

Verenigingen en Stichtingen Blijf op de hoogte. whitepaper

Verenigingen en Stichtingen Blijf op de hoogte. whitepaper Verenigingen en Stichtingen 2017 Blijf op de hoogte whitepaper In dit whitepaper: Als bestuurder zet u zich in voor uw vereniging of stichting. Daarom wilt u op de hoogte blijven van alle actualiteiten.

Nadere informatie

Bijlage 1: bouwstenennotitie schenk- en erfbelasting

Bijlage 1: bouwstenennotitie schenk- en erfbelasting Bijlage 1: bouwstenennotitie schenk- en erfbelasting 1. Inleiding bouwstenen voor schenk- en erfbelasting Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2014 zijn in zowel de Tweede als de Eerste Kamer diverse

Nadere informatie

Checklist Dga en zijn bv Haal het beste uit de fiscale positie van de dga

Checklist Dga en zijn bv Haal het beste uit de fiscale positie van de dga Checklist Dga en zijn bv Haal het beste uit de fiscale positie van de dga 1. Wie is directeur-grootaandeelhouder? De directeur-grootaandeelhouder (dga) is enerzijds directeur van een bv en anderzijds aandeelhouder.

Nadere informatie

FISCALE CIJFERS 2014 SCFB adviseert het Fintool.nl abonnement

FISCALE CIJFERS 2014 SCFB adviseert het Fintool.nl abonnement Postbus 224 2700 AE Zoetermeer Tel. 085 111 88 88 Fax 085 111 88 80 E-mail info@scfb.nl Internet www.scfb.nl Bank ABN AMRO IBAN NL05ABNA0597042454 BIC ANBANL2A KvK Den Haag 27198895 FISCALE CIJFERS 2014

Nadere informatie

1. Bedrijfsopvolging: wat en hoe? Een korte schets van de problematiek

1. Bedrijfsopvolging: wat en hoe? Een korte schets van de problematiek Voorwoord...IX 1. Bedrijfsopvolging: wat en hoe? Een korte schets van de problematiek 1.1. Waar hebben we het over?................................ 1 1.1.1. Cijfers... 1 1.1.2. Leven en dood..................................

Nadere informatie

Bedrijfsoverdracht 20-4-2011. Schenk- en erfbelasting Inkomstenbelasting. 20 april 2011. Inleiding mr. C. (Kees) Goeman

Bedrijfsoverdracht 20-4-2011. Schenk- en erfbelasting Inkomstenbelasting. 20 april 2011. Inleiding mr. C. (Kees) Goeman Bedrijfsoverdracht Schenk- en erfbelasting Inkomstenbelasting 20 april 2011 www.inventivecontrol.com 1 Inleiding mr. C. (Kees) Goeman Sprekers: mr. J.J.G.M. (Jolanda) van Nunen mr. G.J. (Govert) Vorstenbosch

Nadere informatie

Belasting en schenken 2010

Belasting en schenken 2010 Krijgt u een schenking? Dan moet u misschien schenkbelasting betalen. Doet u een schenking? Dan kunt u die schenking mogelijk als gift van de belasting aftrekken. In deze brochure leest u meer over belasting

Nadere informatie

Wet schenk- en erfbelasting

Wet schenk- en erfbelasting Successiewet 2010 Wet schenk- en erfbelasting Successiewet 2010 De nieuwe Successiewet is op 1 januari 2010 ingegaan en heeft gevolgen voor bijna iedereen! Wijziging tariefstructuur/ vrijstellingen Vereenvoudiging

Nadere informatie

RB Eindejaarstips 2009

RB Eindejaarstips 2009 Inkomstenbelasting Verplichtingen periodieke giften en alimentatie uit het box 3-vermogen U kunt onder voorwaarden periodieke giften en alimentatie als persoonsgebonden aftrek in mindering brengen op uw

Nadere informatie

De regeling is al goedgekeurd voor 2013. Voor 2014 maakt deze deel uit van het Belastingplan, wat nog moet worden goedgekeurd.

De regeling is al goedgekeurd voor 2013. Voor 2014 maakt deze deel uit van het Belastingplan, wat nog moet worden goedgekeurd. Particulier Toeslagen op tijd aanvragen Zorg ervoor dat de toeslagen op tijd worden aangevraagd. Als de deadline gepasseerd is heeft u geen recht meer op uitbetaling. Als u bij ons op de uitstellijst staat

Nadere informatie

TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN

TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN Samenlevingsovereenkomst: Gemeenschappelijke huishouding In de overeenkomst staat vermeld dat je de kosten van de gemeenschappelijke huishouding

Nadere informatie

Belastingdienst. Toelichting 2014 Aangifte schenkbelasting

Belastingdienst. Toelichting 2014 Aangifte schenkbelasting Belastingdienst Toelichting 2014 Aangifte schenkbelasting Inhoud A Algemene informatie over de schenkbelasting 2 B Uitleg bij de vragen in het formulier Aangifte schenkbelasting 2 1 Gegevens schenker 3

Nadere informatie

Verenigingen en stichtingen Fiscale actualiteiten 2014. Denk ondernemend. Denk Bol.

Verenigingen en stichtingen Fiscale actualiteiten 2014. Denk ondernemend. Denk Bol. Verenigingen en stichtingen Fiscale actualiteiten 2014 Denk ondernemend. Denk Bol. Als bestuurder zet u zich in voor uw vereniging of stichting. Daarom wilt u op de hoogte blijven van alle actualiteiten.

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Datum 8 oktober 2012 Betreft Effectenrapportage DGA-pakket

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Datum 8 oktober 2012 Betreft Effectenrapportage DGA-pakket > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

partners en kinderen kleinkinderen overig 0,00-121.296,00 10% 18% 30% 121.296,00 en meer 20% 36% 40%

partners en kinderen kleinkinderen overig 0,00-121.296,00 10% 18% 30% 121.296,00 en meer 20% 36% 40% SCHENKINGEN AAN KINDEREN, BESPARING ERFBELASTING Men kan schenken aan kinderen omdat men het leuk vindt daadwerkelijk iets aan de kinderen te geven. Het is ook mogelijk om te schenken aan kinderen zonder

Nadere informatie

Bedrijfsopvolging. Jolanda van Nunen. De successiewet in een notendop

Bedrijfsopvolging. Jolanda van Nunen. De successiewet in een notendop Bedrijfsopvolging Schenk- en erfbelasting Inkomstenbelasting Testamenten Andere civielrechtelijke zaken 0 Inleiding Mr. C. (Kees) Goeman Mr. E.J.Ph. (Ed) Bijnsdorp Sprekers: Mw. mr. J.J.G.M. (Jolanda)

Nadere informatie

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek Schenk- en erfbelasting. Overdrachtsbelasting. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Belastingdienst/ Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit

Nadere informatie

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Het Erfrecht Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Algemeen Zuivere aanvaarding, beneficiaire aanvaarding, verwerping Wettelijke verdeling Legitieme portie Samenwoners 2-Trapsmaking

Nadere informatie

2014 -- Successiewet -- Deel 2

2014 -- Successiewet -- Deel 2 Successiewet les 2 programma Successierecht Wetsficties Bedrijfsopvolgingsfaciliteit Aangifte 1 Wetsficties 1 van 11 Schuldigerkenning niet-registergoederen art. 8-1 SW Om het ontgaan van successierecht

Nadere informatie

Bijlage: overzicht regelingen omtrent bedrijfsbeëindiging per 1 januari 2010

Bijlage: overzicht regelingen omtrent bedrijfsbeëindiging per 1 januari 2010 Bijlage: overzicht regelingen omtrent bedrijfsbeëindiging per 1 januari 2010 Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de diverse regelingen omtrent bedrijfsbeëindiging in de Wet op de inkomstenbelasting

Nadere informatie