Plaats van de jongere in het Nederlandse recht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Plaats van de jongere in het Nederlandse recht"

Transcriptie

1 Plaats van de jongere in het Nederlandse recht Inleiding kinderrechten De plaats van de jongere in het Nederlandse recht wordt vooral bepaald door regels die direct of indirect betrekking op hem hebben. Deze regels zijn niet overzichtelijk gerangschikt in wetten opgenomen en er bestaat dus geen algemene jeugdwet. Dikwijls zijn de geldende regels slechts met moeite te vinden, omdat ze zijn geformuleerd in rechten en plichten van ouders en andere opvoeders. Zo vloeit uit de plicht van de ouders tot verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen het recht voor de jongeren voort om te worden verzorgd en opgevoed. Op 20 november 1989 is door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het Verdrag inzake de rechten van het kind aangenomen. Nederland heeft dit verdrag in 1990 ondertekend en in 1995 geratificeerd, dat wil zeggen; dat het verdrag sindsdien ook voor Nederland geldt. De tekst van de geautoriseerde Nederlandse vertaling is achter in dit boek als bijlage opgenomen. In het verdrag staat onder meer dat de opgenomen rechten voor alle kinderen gelden, zonder enige uitzondering. De overheid heeft de plicht om het kind te beschermen tegen elke vorm van discriminatie, zij mag geen enkel recht schenden en heeft de plicht de rechten juist te bevorderen. Het belang van het kind moet ten grondslag liggen aan alle maatregelen die het kind betreffen. De overheid heeft de plicht het kind te beschermen als ouders of verantwoordelijke instellingen daarin tekortschieten. In het jeugdrecht nemen familierechtelijke betrekkingen een belangrijke plaats in. Vrijwel iedere jongere wordt immers in een familie, in een gezin grootgebracht. De kwaliteit van de relaties binnen het gezin bepaalt in belangrijke mate de groeikansen van de jongere. In dit hoofdstuk staan de regels die de voorwaarden moeten bieden BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 040

2 2 Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 41 om recht te doen aan de positie van de jongere in het gezin en in de samenleving. Na afstamming en minderjarigheid komen ouderlijk gezag en voogdij aan de orde, gevolgd door de woonplaats en de wegloopproblematiek. Het levensonderhoud, de naam en naamswijziging, nationaliteit en naturalisatie sluiten daarbij aan. Ten slotte volgen de burgerlijke stand, het hoorrecht en de geneeskundige behandeling. 2.2 Afstamming Afstamming is de betrekking tussen ouders en kinderen die ontstaat door de bloedbanden die tussen hen bestaan. Biologisch gezien heeft iedereen een vader en een moeder. Maar zijn deze biologische ouders ook juridische ouders? Voor de vrouw is dat in het Nederlandse recht nagenoeg steeds het geval. De biologische vader is echter niet altijd de juridische vader. Zijn rol kan beperkt zijn tot zaaddonor of (daadwerkelijke) verwekker. Heeft het kind een juridische moeder en een juridische vader, dan staat het in familierechtelijke betrekking tot beide ouders en hun familie. Dat geldt voor kinderen die geboren worden uit een huwelijk én voor kinderen die buiten een huwelijk geboren worden en door de vader erkend worden. Is de moeder bij de geboorte van een kind ongehuwd en wordt het kind niet erkend door de vader, dan staat het alleen in familierechtelijke betrekking tot de moeder en haar familie. Vader van een kind is ook de man van wie het vaderschap gerechtelijk is vastgesteld of die het kind heeft geadopteerd. Door afstamming ontstaat bloedverwantschap. Door het huwelijk ontstaat aanverwantschap tussen de ene echtgenoot en de bloedverwanten van de andere. Bovenstaande regels gelden ook wanneer het kind is verwekt met behulp van moderne voortplantingstechnieken; bijvoorbeeld wanneer het genetische materiaal afkomstig is van een donorman (zaadcel) en een donorvrouw (eicel). Wanneer er vervolgens in-vitrofertilisatie (reageerbuismethode) en embryotransfer waarbij het embryo in een draagmoeder is geïmplanteerd en het kind eventueel aan wensouders is gegeven heeft plaatsgehad, dan is toch de vrouw die het kind heeft gebaard voor de wet de moeder. Indien zij is gehuwd, is haar echtgenoot voor de wet de vader. Wensouders kunnen slechts via adoptie de juridische ouders worden van het kind. Daartoe moeten de draagmoeder en haar eventuele echtgenoot ontheven worden van het ouderlijk gezag. In de praktijk is men hiermee zeer terughoudend, omdat dit een oneigenlijk gebruik is van de betreffende kinderbeschermingsmaatregel. bloedbanden BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 041

3 42 Jeugd en recht de gevolgen van de geboorte als de vader de vader niet is geboorte Het gebruikelijkst is uiteraard de afstamming door geboorte. Het kind dat uit het huwelijk van zijn ouders geboren wordt, heeft de man tot vader en de vrouw tot moeder. Dit geldt ook indien dit kind niet door de man is verwekt. De wetgever heeft dit zo bepaald. Door het enkele feit van de geboorte komt het kind in familierechtelijke betrekkingen te staan tot beide ouders. De ouders kunnen kiezen welke geslachtsnaam het kind krijgt: die van de vader of die van de moeder. Dit alles geldt in beginsel ook voor het kind dat binnen 306 dagen na de ontbinding van het huwelijk door de dood van de vader is geboren. Het heeft de vroegere echtgenoot tot vader, ook als de moeder is hertrouwd na het overlijden van haar man. Alleen wanneer zij en haar echtgenoot sinds de 306de dag voor de geboorte van het kind gescheiden hebben geleefd, kan de vrouw binnen een jaar na de geboorte van het kind voor de ambtenaar van de burgerlijke stand het vaderschap van haar overleden echtgenoot ontkennen. Als de moeder niet gehuwd is, komt het kind van rechtswege alleen tot haar en haar familie in familierechtelijke betrekkingen te staan. Het draagt dan de geslachtsnaam van de moeder. Ontkenning van het huwelijkse vaderschap Beide (ex-)echtgenoten én het kind kunnen het huwelijkse vaderschap ontkennen als de man niet de biologische vader van het kind is. Dit betekent dat zij ontkennen dat de man het kind heeft verwekt. Zij moeten in dit geval de rechter verzoeken de ontkenning van het vaderschap gegrond te verklaren. Voor de moeder geldt dat zij dit verzoek binnen een jaar na de geboorte van het kind moet indienen, voor de vader dat hij dit moet doen binnen een jaar nadat hij vernomen heeft dat hij vermoedelijk niet de biologische vader van het kind is. Het kind zelf moet binnen drie jaar nadat het heeft gehoord dat de man vermoedelijk niet zijn biologische vader is, dit verzoek indienen. Hoort het dit tijdens zijn minderjarigheid, dan kan het verzoek tot uiterlijk drie jaar na het bereiken van de meerderjarigheid worden ingediend. Als (een van) zijn ouders het vaderschap ontken(t)nen, is het kind belanghebbende in het rechtsgeding. De rechter benoemt dan een bijzondere curator om de belangen van het minderjarige kind te behartigen. Biologisch vaderschap kan met behulp van bloed- of DNA-onderzoek bijna met 100% zekerheid worden vastgesteld. Ontkenning kan in beginsel niet als de man eerder instemde met bijvoorbeeld kunstmatige donorinseminatie, met in-vitrofertilisatie met donorzaad of indien hij voordat hij huwde reeds wist dat de vrouw van een ander zwanger was. Alleen wanneer de vrouw hem heeft bedrogen omtrent de verwekker, kan BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 042

4 2 Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 43 de man het vaderschap ontkennen. In beide gevallen heeft het kind zonder meer het recht om het vaderschap te ontkennen. Alleen de rechter kan op verzoek van de betrokkenen de ontkenning van het vaderschap vaststellen erkenning Een erkenning is de verklaring van een man dat hij een kind als het zijne erkent. In juridische zin is het een rechtshandeling waardoor de man het vaderschap aanvaardt. Met toestemming van de ongehuwde moeder kan hij een kind als het zijne erkennen. Deze man hoeft niet de biologische vader van het kind te zijn. Door de erkenning ontstaan familierechtelijke betrekkingen tussen het kind en deze man en zijn familie. Er ontstaat over en weer erfgenaamschap. De man krijgt echter door de erkenning niet het gezag over het kind. Daarvoor zou hij moeten trouwen met de moeder, met haar een geregistreerd partnerschap aangaan of beide ouders moeten aan de griffie van de rechtbank gezamenlijk ouderlijk gezag vragen. Het kind kan wel de geslachtsnaam van de man krijgen als beide ouders dat willen en het heeft het recht door hem onderhouden te worden. Voor erkenning van minderjarigen onder de zestien jaar is voorafgaand schriftelijke toestemming van de moeder vereist. Minderjarigen van twaalf jaar en ouder moeten zelf ook voorafgaand schriftelijke toestemming geven. De rechter kan de vader echter in beide gevallen op verzoek van de vader plaatsvervangend toestemming geven als die de verwekker van het kind is en de erkenning geen schadelijke invloed heeft op het kind of op de relatie tussen moeder en kind. Erkenning kan plaatsvinden: door het laten opmaken van een akte van erkenning door de ambtenaar van de burgerlijke stand; bij de notaris, die van de erkenning een notariële akte dit kan een testament zijn opmaakt. De notaris zendt meteen een afschrift of uittreksel van de akte van erkenning aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar de geboorteakte van het kind in het register werd opgenomen. vrijwillige aanvaarding van het vaderschap Erkenning kan reeds plaatsvinden voor de geboorte van het kind. Daardoor bestaan vanaf de geboorte familierechtelijke betrekkingen tussen het kind en zijn verwekker. Erkenning heeft doorgaans geen terugwerkende kracht, dus erkenning na de geboorte werkt pas vanaf het tijdstip waarop zij is gedaan. Een kind kan slechts eenmaal door een man erkend worden. Erkenning is (in beginsel) niet mogelijk: BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 043

5 44 Jeugd en recht door een man met wie de moeder van het kind geen huwelijk zou mogen sluiten; door een minderjarige onder de zestien jaar; zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de moeder; zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de minderjarige van twaalf jaar of ouder; door een met een andere vrouw gehuwde man, tenzij er sprake is (geweest) van een nauwe band tussen de man en de moeder of tussen de man en het kind; als er al twee (juridische) ouders zijn; door een man die wegens een geestelijke stoornis onder curatele staat, zonder uitdrukkelijke toestemming van de sector kanton van de rechtbank (voorheen: kantonrechter, zoals deze in het spraakgebruik nog steeds wordt aangeduid). Onder bepaalde omstandigheden kan de rechtbank de erkenning vernietigen op verzoek van het kind, de erkenner zelf, de moeder of de officier van justitie. Dit kan bijvoorbeeld indien sprake is van een wilsgebrek. Hierbij kan gedacht worden aan bedreiging of misbruik van omstandigheden. Dit kan alleen als de erkenner niet de biologische vader van het kind is. Bij vernietiging van de erkenning vervallen de door de erkenning in het leven geroepen rechtsgevolgen. door de rechter opgelegd vaderschap gerechtelijke vaststelling van het vaderschap Wanneer een verwekker zijn kind niet wil erkennen of dat na overlijden niet meer kan, kan door gerechtelijke vaststelling van het vaderschap toch een familierechtelijke betrekking tussen hem en het kind totstandkomen. Dit kan dus ook nog na het overlijden van de verwekker. Het gevolg van de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap is verder dat er een wederzijdse onderhoudsplicht ontstaat tussen vader en kind en dat over en weer erfrechtelijke aanspraken ontstaan. Evenmin als bij de erkenning ontstaat gezag. Het kind behoudt de geslachtsnaam van de moeder, tenzij beide ouders verklaren dat het kind de geslachtsnaam van de vader zal hebben. Het kind zelf en de moeder van kinderen onder de zestien jaar kunnen de gerechtelijke vaststelling vragen. Vaststelling van het vaderschap is niet mogelijk als het kind al een juridische vader heeft, als er huwelijksbeletselen bestaan tussen de man en de moeder, of als de man jonger is dan zestien jaar. Mocht een verwekker die nog geen zestien jaar was, zijn overleden, dan is gerechtelijke vaststelling wel mogelijk. BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 044

6 2 Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 45 De moeder kan het verzoek doen binnen vijf jaar na de geboorte van het kind of binnen vijf jaar na het bekend worden van de identiteit en/of de verblijfplaats van de man. De vaststelling van het vaderschap werkt terug tot het moment van de geboorte van het kind vaderschapsactie Van geheel andere orde is de vaderschapsactie. Bij erkenning en gerechtelijke vaststelling van het vaderschap ontstaan tussen het kind en de man en zijn familie familierechtelijke betrekkingen. Daaruit vloeit ook een onderhoudsverplichting voor de man voort. Het is ook mogelijk om zonder erkenning of gerechtelijke vaststelling van het vaderschap de verwekker van een kind dat alleen een juridische moeder heeft, te verplichten tot het betalen van een onderhoudsbijdrage. Dit betekent dat de man moet voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van het kind tot achttien jaar en in de kosten van levensonderhoud en studie van het kind van achttien tot en met twintig jaar. Deze onderhoudsplicht geldt voor de verwekker als ware hij de juridische vader. Mocht nadien een andere man het kind erkennen, dan vervalt in beginsel de onderhoudsplicht van de verwekker. Eenzelfde onderhoudsplicht als voor de verwekker is van toepassing op de levensgezel van de moeder die heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad. Dit kan duiden op geslachtsgemeenschap van de vrouw met een andere man of op kunstmatige donorinseminatie of in-vitrofertilisatie adoptie Als laatste afstammingsvorm geldt sinds 1956 de adoptie. Adoptie is het aannemen van kinderen. Het gaat hier om de juridische bevestiging van een reeds bestaande feitelijke relatie tussen al dan niet gehuwde pleegouders en het kind of een alleenstaande pleegouder en het kind. De adoptie wordt uitgesproken door de kinderrechter op verzoek van het betreffende (echt)paar of van de alleenstaande. Door de adoptie verkrijgt het kind de status van kind dat in familierechtelijke betrekking staat tot de adoptiefouder(s). Hierdoor gaat het over in de familie van de adoptant(en). De familierechtelijke betrekkingen tussen het geadopteerde kind en zijn oorspronkelijke bloed- en aanverwanten houden op te bestaan. Het kind krijgt nu de geslachtsnaam van een van de adoptiefouders (zie hoofdstuk 3). Ook twee mensen van hetzelfde geslacht kunnen een kind adopteren. onderhoudsbijdrage aanneming van kinderen BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 045

7 46 Jeugd en recht 2.3 Minderjarigheid Evenals dat in andere landen van Europa en in veel landen daarbuiten het geval is, onderscheidt de Nederlandse wet meerderjarigheid en minderjarigheid. Het begrip minderjarigheid is ontstaan met het oog op de bescherming van kinderen en jongeren. Deze bescherming komt in de eerste plaats voor rekening van de ouders. Zij hebben de plicht tot verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Minderjarigen zijn handelingsonbekwaam, dat wil zeggen; dat zij in beginsel niet zelfstandig niet-vernietigbare rechtshandelingen kunnen verrichten. onder de achttien inhoud van het begrip minderjarigheid Minderjarigheid is een juridisch begrip. Het hoeft op zichzelf niets te zeggen over de psychosociale fase waarin een jongere zich bevindt. Minderjarigheid begint bij de geboorte en duurt in verreweg de meeste gevallen tot de leeftijd van achttien jaar. Met het einde van de minderjarigheid begint de meerderjarigheid. De minderjarigheid kan ook eindigen voor het achttiende jaar, namelijk door het aangaan van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap (zie hoofdstuk 4). Ook indien voor het achttiende jaar het huwelijk of het partnerschap ontbonden wordt, behoudt de betrokkene de status van meerderjarigheid. Een minderjarige heeft wel toestemming nodig van zijn ouders om te kunnen huwen. Een andere uitzondering op de duur van de minderjarigheid betreft de mogelijkheid van de kinderrechter om minderjarige moeders van zestien en zeventien jaar meerderjarig te verklaren. Zij kunnen dan zelf het gezag over hun kind krijgen. De minderjarigheid heeft zowel betrekking op de persoon van de minderjarige als op diens vermogen. In het eerste geval is het belangrijkste kenmerk dat de jongere onder het gezag staat van ouders of voogd(en), in het laatste geval dat hij niet zonder meer handelingsbekwaam is consequenties van minderjarigheid Ouders of voogd(en) zijn verantwoordelijk voor hun minderjarige kinderen. Zij treden op als wettelijk vertegenwoordiger. Minderjarigen staan onder hun gezag. Zij zijn nog niet volledig zelfstandig voor het recht. De ouders hebben de plicht hun minderjarige kinderen te verzorgen en op te voeden. Dat houdt onder meer in dat zij verplicht zijn om in het levensonderhoud van hun kinderen te voorzien. De ouders zijn ook verplicht om te voorzien in de kosten BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 046

8 2 Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 47 van levensonderhoud en studie van hun meerderjarige kinderen die nog geen eenentwintig jaar zijn en niet gehuwd of geregistreerd (geweest) zijn. Dit geldt ook voor de vader van een niet-erkend kind en voor de stiefouder. Volgens de wet geldt overigens ook dat meerderjarige kinderen hun (schoon)ouders moeten onderhouden indien deze behoeftig zijn. In de praktijk wordt daarvan nagenoeg geen gebruikgemaakt, omdat mensen een beroep kunnen doen op het sociale verzekeringsstelsel. Aansprakelijkheid voor onrechtmatige daden van minderjarigen Onrechtmatige daden van kinderen onder de veertien jaar kunnen niet aan hen worden toegerekend; daarvoor zijn de ouders of voogden aansprakelijk. De ouders van jongeren van veertien en vijftien jaar zijn daarvoor ook aansprakelijk, tenzij hen niet kan worden verweten dat zij de gedraging van het kind niet hebben belet. Jongeren van zestien jaar en ouder zijn zelf aansprakelijk voor gedragingen waardoor schade aan een ander wordt toegebracht. Handelings(on)bekwaamheid Minderjarigen zijn bekwaam tot het verrichten van rechtshandelingen, mits zij met toestemming van hun wettelijke vertegenwoordiger(s) handelen, althans voor zover de wet niet anders bepaalt. Deze zin behoeft enige verduidelijking. In het recht worden de personen die aan het rechtsverkeer deelnemen globaal in twee groepen verdeeld: bekwamen en onbekwamen. Soms gebruikt men nog wel eens de oudere termen mondigen en onmondigen. De bedoeling van de wetgever van dit onderscheid is zowel de minderjarige als de samenleving in het algemeen te vrijwaren van misbruik van de leeftijd van jongeren of van onverstandig handelen van de jongere zelf. Hoewel de wet minderjarigen zij het met een toestemmingsclausule handelingsbekwaam noemt, zijn zij feitelijk niet zonder meer handelingsbekwaam, omdat zij voor een groot aantal handelingen de toestemming van hun ouders of voogd nodig hebben. Rechtshandelingen zijn handelingen die verricht worden met de bedoeling bepaalde rechtsgevolgen in het leven te roepen. Zo is bijvoorbeeld het beoogde rechtsgevolg van het kopen van een ipod, dat de winkelier deze ook werkelijk levert. Als de minderjarige zelfstandig rechtshandelingen verricht, kan de wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige deze achteraf vernietigen of ter vernietiging aan de rechter voorleggen. Zo kan een ouder tegen de handelaar zeggen dat de zaak niet doorgaat. Als de koop al heeft plaatsgevonden, kan hij deze alsnog ongedaan maken. Feitelijk is de handelingsbekwaam of handelingsonbekwaam BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 047

9 48 Jeugd en recht minderjarige dus niet zonder meer handelingsbekwaam. Dit is hoofdzakelijk van belang wanneer het gaat om vermogensrechtelijke aangelegenheden; de praktijk gaat veelal uit van de bekwaamheid van de oudere minderjarige om zelfstandig rechtshandelingen te verrichten. Minderjarigen kunnen geen ouderlijk gezag of voogdij uitoefenen. Een minderjarige ongehuwde moeder van zestien of zeventien jaar kan echter zelfstandig aan de kinderrechter vragen haar meerderjarig te verklaren. Zij kan eveneens zelf tegen de betreffende uitspraak van deze rechter in beroep gaan. Dit is opmerkelijk, daar minderjarigen in principe niet zelfstandig kunnen optreden als procespartij in burgerrechtelijke zaken. Wel moet de rechter jongeren van twaalf jaar en ouder in een aantal familierechtelijke zaken in de gelegenheid stellen door hem gehoord te worden. Kinderen onder de twaalf jaar kan hij daartoe in de gelegenheid stellen uitzonderingen Een uitzondering op de handelingsonbekwaamheid die alleen slaat op vermogensrechtelijke aspecten van de minderjarigheid, betreft de handlichting. Door handlichting kunnen aan minderjarigen van zestien en zeventien jaar bepaalde bevoegdheden worden toegekend die anders alleen aan de meerderjarigheid zijn verbonden. De handlichting wordt door de sector kanton van de rechtbank (kantonrechter) op verzoek van de minderjarige verleend. De ouders moeten het hiermee eens zijn, anders kan het volgens de wet niet. De kantonrechter wijkt hiervan wel eens af indien de ouders geen redelijke motieven hebben om het verlenen van de handlichting te belemmeren. De rechter bepaalt bij het verlenen van de handlichting uitdrukkelijk welke bevoegdheden van een meerderjarige hij aan de minderjarige toekent. Hierbij kan gedacht worden aan het uitoefenen van een beroep of bedrijf. Dit geschiedt bijvoorbeeld als een minderjarige een winkel overneemt van een ouder die arbeidsongeschikt raakt of overlijdt. De minderjarige die handlichting heeft gekregen, mag alle overeenkomsten sluiten die voor het uitoefenen van zijn zaak nodig zijn. Behalve voor de zaak waarvoor de handlichting is verleend, blijft de betrokkene dus minderjarig. De handlichting kan worden ingetrokken door de rechtbank. Dat kan indien de jongere misbruik maakt of dreigt te maken van de handlichting. Het verlenen en intrekken van handlichting moet worden bekendgemaakt in de Staatscourant en in twee door de kantonrechter aan te wijzen dagbladen. Deze openbaarmaking dient ter bescherming van derden. Vanaf hun zestiende jaar kunnen minderjarigen een testament marechten van kinderen BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 048

10 2 Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 49 ken. Dit kan echter niet ten gunste van een voogd, niet ten gunste van leermeesters of gouverneurs die met hen in hetzelfde huis wonen, en niet ten gunste van onderwijzers bij wie zij in de kost zijn. Minderjarigen onder de zestien jaar kunnen alleen met een mondelinge of schriftelijke machtiging van hun wettelijke vertegenwoordiger een arbeidsovereenkomst aangaan. Jongeren van zestien en zeventien jaar zijn bekwaam om zelf een arbeidsovereenkomst aan te gaan; zij mogen zelf in deze zaken in rechte optreden. De hoofdregel is dat jongeren onder de zestien jaar niet mogen werken. Op dit verbod van kinderarbeid bestaan de volgende uitzonderingen: Jongeren van twaalf jaar en ouder mogen werken in het kader van een Halt-afdoening of taakstraf (buiten schooltijd). Jongeren van dertien jaar en ouder mogen buiten schooltijd nietindustriële arbeid van lichte aard verrichten. Jongeren van veertien jaar en ouder mogen werken naast en in samenhang met het onderwijs (bijvoorbeeld in het kader van het leerlingstelsel). Jongeren van vijftien jaar en ouder mogen buiten schooltijd ochtendkranten bezorgen. Verder kan een werkgever vrijstelling vragen voor het verbod op kinderarbeid voor het verlenen van medewerking aan uitvoeringen van culturele, wetenschappelijke, opvoedkundige of artistieke aard, aan modeshows en visuele en audio-opnamen en daarmee vergelijkbare niet-industriële arbeid van lichte aard. Naast de ouders of voogden is de werkgever verantwoordelijk voor de naleving van de regels. Als de hierboven genoemde uitzonderingen van kracht zijn, zijn de daarbijbehorende rechtshandelingen niet vernietigbaar. De minderjarige is in die gevallen dus wel gebonden. Ongehuwde moeders van zestien en zeventien jaar die zelf het ouderlijk gezag wensen over hun kind, kunnen de kinderrechter verzoeken ze meerderjarig te verklaren. Ook de Raad voor de Kinderbescherming kan namens deze moeders dit verzoek doen. Het verzoek kan reeds voor de bevalling worden gedaan, ook als de vrouw pas omstreeks het tijdstip van haar bevalling zestien jaar zal zijn. In dat geval kan de kinderrechter pas een beslissing nemen na de bevalling of nadat zij zestien jaar is geworden. De kinderrechter wijst het verzoek alleen toe als hij dit in het belang van de moeder én van het kind wenselijk vindt. Als de kinderrechter het verzoek afwijst, kan de minderjarige vrouw zelf hoger beroep tegen de uit- BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 049

11 50 Jeugd en recht spraak instellen. Als de minderjarige moeder naar de rechter stapt, heeft zij wel de verplichte bijstand van een advocaat nodig. 2.4 Gezag Het gezag over minderjarigen wordt in verreweg de meeste gevallen uitgeoefend door de ouders. De ouders zijn verplicht hun minderjarige kinderen te verzorgen en op te voeden. De wet geeft niet of nauwelijks aan hoe dit moet geschieden en al even weinig wat het moet inhouden. Het recht laat de ouders zodoende vrij in de wijze waarop ze hun ouderplichten willen vervullen, zij het dat de wetgever in die vrijheid wel enige beperkingen heeft aangebracht. Er is door de bewindslieden van het ministerie van Justitie destijds een voorstel gedaan om het begrip ouderlijk gezag wel een nadere invulling te geven. Volgens de bewindslieden is onder opvoeding begrepen: De zorg voor het lichamelijke en geestelijke welzijn en de gezondheid van het kind en voorts het bevorderen van de ontwikkeling van diens persoonlijkheid. Ouders dienen, zo zou het Burgerlijk Wetboek kunnen bepalen, rekening te houden met de mening van het kind, zeker waar dit een hem aangaande aangelegenheid betreft welke van enig belang is. In het algemeen dienen zij aangelegenheden die bij de uitoefening van het ouderlijk gezag aan de orde komen, met het kind te bespreken en ernaar te streven dat hun beslissing het kind niet wordt opgedrongen. Het spreekt daarbij vanzelf dat zodanige verplichtingen van ouders nader worden bepaald, vooral ook verdergaand van strekking zijn, in de mate waarin de persoonlijkheid van het kind is gerijpt. Ouders dienen dit zou eveneens met zoveel woorden uit de wet kunnen blijken ook rekening te houden met de klimmende behoefte van hun kind zich overeenkomstig eigen inzicht te ontplooien. Zij dienen in beginsel wederom afhankelijk van de ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind het toe te staan zijn leven naar eigen inzicht in te richten. De wetgever heeft de invulling van het ouderlijk gezag in de wet beperkt tot de zinsnede dat het de plicht en het recht van de ouders omvat hun minderjarige kinderen te verzorgen en op te voeden. Dat betreft in elk geval de zorg en verantwoordelijkheid voor het geestelijke en lichamelijke welzijn van het kind en het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. Dit geldt ook voor de voogd en voor pleegouders die een minderjarige verzorgen en opvoeden BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 050

12 2 Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 51 zonder dat zij het gezag hebben. Tegenover de rechten en plichten van ouders staat de plicht van de minderjarige rekening te houden met de bevoegdheden van de ouders of voogd en met de belangen van de overige leden van het gezin waartoe hij behoort. Verder vereist de wet dat de ouders in de verzorging en opvoeding van het kind geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toepassen. In de volksmond betekent dit dat ouders en andere opvoeders geen zogenaamde pedagogische tik mogen uitdelen. Het slaan van kinderen is in Nederland dus niet toegestaan. Ouderlijk gezag omvat ook de plicht van de ene ouder om de ontwikkeling van de banden van zijn kind met de andere ouder te bevorderen. Dit speelt met name wanneer de ouders hun relatie al dan niet door echtscheiding hebben verbroken. Een kind heeft na de scheiding van zijn ouders het recht op een gelijkwaardige opvoeding door beide ouders, althans indien beide ouders het gezag over het kind hebben. Belemmeringen in dit verband moeten in een overeenkomst of ouderschapsplan worden beschreven (zie hoofdstuk 4). Ouders van een kind oefenen het ouderlijk gezag uit. Dit betreft meestal gehuwde ouders, maar ook niet-gehuwde ouders kunnen het ouderlijk gezag uitoefenen. Als anderen dan ouders het gezag over een minderjarige uitoefenen, noemt de wet dit voogdij. Bij de rechtbanken berusten openbare registers, gezagsregisters, waarin aantekening plaatsvindt van rechtsfeiten die betrekking hebben op het over minderjarigen uitgeoefende gezag, met inbegrip van de voogdij. Dit betreft bijvoorbeeld de inschrijving van gezamenlijk gezag, de meerderjarigverklaring van de zestien- of zeventienjarige moeder, de kinderbeschermingsmaatregelen en de adoptie. Omdat de registers openbaar zijn, kan iedereen ze raadplegen. Er zijn dus twee vormen van gezag over minderjarigen: ouderlijk gezag en voogdij. Het ouderlijk gezag wordt meestal door de beide ouders van de minderjarige samen, en anders door één ouder uitgeoefend. Voogdij kan door een of twee ander(en) dan een ouder worden uitgeoefend. Ouderlijk gezag en voogdij zijn van toepassing op de persoon van de minderjarige, het bewind over zijn vermogen en zijn vertegenwoordiging in burgerlijke handelingen. Hoewel de wet een onderscheid maakt tussen deze drie aspecten van het gezag, hangen zij in het dagelijks leven onderling nauw samen ouderlijk gezag Ouders die in een afstammingsrelatie tot hun kind staan, oefenen het gezag uit over hun minderjarige kinderen. De wet noemt dit BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 051

13 52 ouderlijk gezag huwelijk geregistreerd partnerschap kinderrechter Jeugd en recht ouderlijk gezag. Het gezag wordt onder meer uitgeoefend over uit het huwelijk of tijdens een geregistreerd partnerschap geboren minderjarige kinderen en over geadopteerde minderjarigen. Als de ouders het niet met elkaar eens zijn, kan het geschil op verzoek van beiden of van een van hen aan de kinderrechter worden voorgelegd. De wet onderscheidt de volgende situaties waarbinnen ouders het ouderlijke gezag kunnen uitoefenen: het gezamenlijke ouderlijk gezag van ouders binnen het huwelijk; het gezamenlijke ouderlijk gezag van ouders buiten het huwelijk; het gezamenlijke gezag van een ouder en een ander dan een ouder; het gezag van één ouder na scheiding; het gezag van één ouder, anders dan na scheiding; het gezag na meerderjarigverklaring. Gehuwde ouders Zolang ouders gehuwd zijn, oefenen zij samen het ouderlijk gezag over hun minderjarige kinderen uit. Dit gezag begint bij de geboorte van een kind; meestal duurt het tot aan diens meerderjarigheid. Als een ouder echter overlijdt, oefent de langstlevende ouder voortaan het gezag alleen uit. Als het huwelijk ontbonden wordt door echtscheiding blijven in beginsel beide ouders het gezag uitoefenen over hun kinderen. Indien zij dit niet willen, moeten zij samen of moet een van hen een verzoek tot de rechter richten. Als er meer kinderen zijn, hoeft dit niet te betekenen dat nu één ouder het gezag over alle kinderen uit het gezin krijgt. De rechter kan het ene kind aan de moeder toewijzen en het andere aan de vader. Ook na scheiding van tafel en bed kan de rechter in plaats van gezamenlijk ouderlijk gezag (de uitoefening van) het gezag aan een der ouders opdragen (zie hoofdstuk 4). Ongehuwde ouders Ouders die niet met elkaar gehuwd zijn, kunnen samen het ouderlijk gezag over hun minderjarige kinderen uitoefenen. Het moet dan wel om ongehuwde ouders gaan die ook niet met elkaar gehuwd zijn geweest en die niet eerder het gezag over hun minderjarige kinderen hebben uitgeoefend. Dit gaat niet vanzelf, de ouders moeten er samen om vragen. Zij verzoeken dan aan de griffier van de rechtbank om de aantekening van het gezag in het gezagsregister. De griffier moet daarbij nagaan of: de ouders wel bevoegd zijn tot het gezag; BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 052

14 2 Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 53 wellicht een van de ouders is ontheven van of ontzet uit het gezag en de andere ouder het gezag reeds uitoefent; reeds aan een voogd het gezag over het kind is opgedragen; de voorziening in het gezag over het kind is komen te ontbreken. Als tijdens het verzoek een van deze feiten geldt, weigert de griffier de aantekening. Is dit het geval op grond van onbevoegdheid van een of beide ouders, dan kunnen zij in beroep bij de rechter. Deze kan de griffier opdragen de aantekening te doen, tenzij er gegronde vrees bestaat dat dit niet in het belang van het kind is. Gezamenlijk gezag van een ouder en een ander dan een ouder Als het gezag over een kind bij één ouder berust, kan de rechter op gezamenlijk verzoek van deze ouder en een ander dan de ouder, hen samen met het gezag over het kind belasten. Omdat het hier slechts één ouder betreft, wordt dit geen gezamenlijk ouderlijk gezag genoemd, maar gezamenlijk gezag. De ouder en de ander behoeven niet van verschillend geslacht te zijn. Voorwaarden zijn dat: de ander in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat; de ander niet zelf ouder van het kind is; het verzoek gezamenlijk door de ouder en de ander wordt gedaan; de ouder alleen het gezag uitoefent; er geen gegronde vrees is dat bij inwilliging van het verzoek de belangen van het kind zouden worden verwaarloosd; als er een tweede juridische ouder is (die dus geen gezag over het kind heeft), de ouder met gezag dit gedurende drie aaneengesloten jaren alleen heeft uitgeoefend; de ouder en zijn partner reeds ten minste één jaar, onmiddellijk voorafgaande aan het verzoek, samen voor het kind hebben gezorgd. Bij de beoordeling van het verzoek worden ook de belangen van de niet met het gezag belaste ouder betrokken. Jongeren van twaalf jaar en ouder krijgen de gelegenheid door de rechter gehoord te worden. Indien de relatie tussen de ouder en de ander verbroken wordt door dood of scheiding en de ander het gezag over het kind houdt, verandert ouderlijk gezag in voogdij. gezamenlijk gezag ouderlijk gezag Ouderlijk gezag uitgeoefend door één ouder, anders dan na echtscheiding Het ouderlijk gezag kan ook uitgeoefend worden door één ouder. Dikwijls betreft dit de moeder, bijvoorbeeld als van een kind alleen vaststaat wie de moeder is, of wanneer de ouders van een kind niet BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 053

15 54 Jeugd en recht eenoudergezag met elkaar gehuwd zijn (geweest) en zij niet samen het gezag uitoefenen. De moeder oefent in deze gevallen alleen het gezag over het kind uit. Als zij bij de bevalling onbevoegd is tot het ouderlijk gezag, bijvoorbeeld omdat zij nog minderjarig is, kan zij als zij daartoe wel bevoegd wordt, wel het gezag verkrijgen. Dat gaat vanzelf, tenzij op dat moment iemand anders het gezag over het kind heeft. Mocht dit het geval zijn, dan kan zij de rechter verzoeken haar het ouderlijk gezag over haar kind te geven. De rechter is steeds een lid van de familiesector van de rechtbank. Als echter de vader het gezag reeds uitoefent, kan de rechter het verzoek van de moeder alleen inwilligen als dit uitdrukkelijk in het belang van het kind is. Mocht het gezag door een voogd worden uitgeoefend, dan wijst de rechter het verzoek alleen af als hij bang is dat toekenning van het verzoek van de moeder in strijd is met het belang van het kind. Behalve de moeder van het kind kan ook de vader die niet samen met de moeder het gezag heeft uitgeoefend, de rechter vragen hem het ouderlijk gezag te geven. Hij moet wel tot het gezag bevoegd zijn. Heeft de moeder het gezag, dan kan de rechter het verzoek alleen toewijzen als hij dit in het belang van het kind vindt. Als een voogd het gezag uitoefent of als helemaal niet in het gezag is voorzien, wijst de rechter het verzoek van de vader alleen af als hij vreest dat toewijzing het belang van het kind schaadt. Als het ouderlijk gezag van de moeder komt te ontbreken, kan zowel de moeder als de vader aan de rechter om het ouderlijk gezag over het kind vragen. Zij kunnen in zo n geval ook om het gezamenlijk gezag vragen. Dit kan alleen als de moeder en/of de vader bevoegd is tot het gezag. De familierechter kan het verzoek alleen afwijzen als er vrees bestaat dat bij toekenning het belang van het kind wordt verwaarloosd. Als beide ouders afzonderlijk om het gezag vragen, wijst de rechter dat toe aan de ouder van wie hij dat het meest in het belang van het kind vindt. Het komt voor dat een van de ouders om het gezag vraagt en ondertussen, voordat de rechter een beslissing neemt, de andere ouder van rechtswege het gezag over het kind verkrijgt. In dat geval willigt de rechter het verzoek alleen maar in als hij dat in het belang van het kind vindt. Wanneer in een van bovenstaande gevallen de rechter een verzoek om ouderlijk gezag aan één ouder inwilligt, terwijl tot dan toe de andere ouder het gezag uitoefende, verliest de laatste zijn of haar gezag. BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 054

16 2 Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 55 Ouderlijk gezag na overlijden van een ouder Wanneer beide ouders het ouderlijk gezag uitoefenen en een van hen overlijdt, oefent de andere ouder daarna alleen het gezag over het kind uit. Dat gaat vanzelf, dus zonder dat er iets geregeld hoeft te worden. Dit geldt alleen als de langstlevende ouder op het tijdstip van het overlijden het gezag uitoefent. Wanneer een van de ouders alleen het ouderlijk gezag uitoefent en overlijdt, moet de rechter in het gezag voorzien. Hij doet dit ambtshalve of op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming of van de langstlevende ouder. Hoewel de rechter het gezag zowel aan de langstlevende ouder als aan een derde kan toewijzen, wijst hij het verzoek van de ouder om het ouderlijk gezag alleen maar af, als er gevaar bestaat dat bij inwilliging van het verzoek het belang van het kind wordt verwaarloosd. Hetzelfde geldt bij testamentaire voogdij: als de overleden ouder bij testament een voogd had aangewezen, kan de rechter toch op het verzoek van de andere ouder ingaan. De rechter kan dus de laatste wil van de overleden ouder passeren, namelijk als met het toewijzen van het verzoek van de overlevende ouder er geen reden is ervan uit te gaan dat daarmee het belang van het kind zou worden verwaarloosd. Mocht het zo zijn dat de rechter na het overlijden van een ouder een voogd heeft benoemd, dan kan hij te allen tijde zijn beslissing wijzigen en de langstlevende ouder alsnog met het gezag belasten. Het is daarbij van belang dat de ouder daartoe wel de bevoegdheid heeft en zelf om gezagswijziging vraagt, omdat er sprake is van veranderingen die zijn opgetreden na de aanvankelijke beslissing. Hetzelfde is mogelijk als de eerdere beslissing is genomen op grond van onjuiste of onvolledige gegevens. Ouderlijk gezag na meerderjarigverklaring Zoals hierboven is vermeld, kunnen ongehuwde, minderjarige moeders van zestien en zeventien jaar door de kinderrechter meerderjarig worden verklaard. Zonder deze meerderjarigverklaring kunnen deze moeders geen ouderlijk gezag uitoefenen over hun kind. Deze minderjarigen zijn bevoegd om zelf via een procureur (een advocaat) het verzoekschrift in te dienen en tegen de beschikking van de rechter in beroep te gaan. De kinderrechter kan het verzoek alleen toewijzen als hij dat zowel in het belang van de moeder als van het kind vindt. Hij moet daarom de vraag of deze moeder in staat is het juridische gezag over haar kind uit te oefenen inhoudelijk beoordelen. Om dat op een verantwoorde manier te kunnen doen, zal hij de Raad voor de Kinderbescherming vragen van samen naar alleen opvoeden van minderjarig naar meerderjarig BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 055

17 56 Jeugd en recht een onderzoek in te stellen en tevens met de ouders van de jonge (aanstaande) moeder spreken. Ook de Raad voor de Kinderbescherming kan voor de vrouw het verzoek indienen. Dat kan alleen als zij de raad schriftelijk toestemming geeft; de vrouw kan haar toestemming intrekken totdat de kinderrechter zijn (eind)beschikking geeft. Bij intrekking vervalt het verzoek. Het voordeel van het indienen van een verzoek door de raad is naast de inbreng van zijn deskundigheid dat de vrouw geen advocaatkosten hoeft te betalen. Het verzoek kan overigens reeds voorafgaand aan de bevalling worden gedaan; ook in dat geval echter wordt pas na de bevalling op het verzoek beslist. Het kan zelfs worden ingediend voordat de vrouw zestien jaar is, als omstreeks het tijdstip van de bevalling die leeftijd maar bereikt is. De kinderrechter neemt de beslissing dan zo spoedig mogelijk na de zestiende verjaardag. Met de meerderjarigverklaring krijgt de jonge moeder enerzijds alle bevoegdheden en verplichtingen die bij de meerderjarigheid horen. Anderzijds krijgt zij het ouderlijk gezag, inclusief alle bevoegdheden en verplichtingen die voortvloeien uit het gezag, zoals dat wordt uitgeoefend door één ouder. Zou zij bijvoorbeeld voor haar achttiende jaar een huwelijk willen aangaan, dan heeft zij geen toestemming van haar ouders nodig; zij is immers reeds meerderjarig. De beschikking van de kinderrechter tot meerderjarigverklaring wordt aangetekend in het gezagsregister. gevolgen gezagsvoorziening Regels die zowel gelden voor gezamenlijk ouderlijk gezag als voor de gezagsuitoefening door een van hen Als ouders die samen na scheiding of na een aantekening in het gezagsregister het ouderlijk gezag uitoefenen, dat niet langer samen willen, moeten zij gezamenlijk of moet een van hen een rechterlijke beslissing vragen aan de rechtbank. De rechter bepaalt vervolgens wie van de ouders voortaan het gezag over de kinderen heeft. Dit kan voorkomen als er gewijzigde omstandigheden zijn, waardoor gezamenlijk gezag niet langer in het belang van het kind is. Als de ouders het daarover niet eens kunnen worden, kan de rechtbank tegelijkertijd een omgangsregeling treffen (zie paragraaf 4.3.4). De rechtbank kan eenzelfde gezagsvoorziening treffen als een ouder het gezag alleen uitoefent, daartoe vervolgens de bevoegdheid verliest bijvoorbeeld omdat hij of zij onder curatele wordt gesteld en de rechter het gezag opdraagt aan de andere ouder. Vervolgens vervalt de onbevoegdheid en de niet met elkaar gehuwde ouders worden samen met het gezag belast. Als in dit geval gewijzigde BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 056

18 2 Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 57 omstandigheden optreden of als de rechter van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan, kan de rechtbank het gezamenlijke gezag wijzigen en een van de ouders met het gezag belasten. Hetzelfde kan zich voordoen als een niet gehuwde ouder wordt ontzet of ontheven, de andere ouder met het gezag wordt belast en later de ontzette of ontheven ouder weer in het gezag wordt hersteld. De rechtbank kan ook beslissingen wijzigen waarin een ouder alleen met het gezag is belast. Dat kan op verzoek van een of van beide ouders op grond van later gewijzigde omstandigheden of als bij het nemen van de oorspronkelijke beslissing is uitgegaan van onjuiste of onvolledige gegevens. Een verzoek om gezamenlijk ouderlijk gezag kan zowel door beide ouders als door een van hen gedaan worden. Deze regel kan bijvoorbeeld worden toegepast als de uitoefening van het gezag door één ouder na scheiding plaatsvindt. Ook in het geval van het op verzoek niet toekennen van gezamenlijk ouderlijk gezag buiten huwelijk door de weigering van aantekening in het gezagsregister, is dit het geval. Andere bevoegdheden van ouders De ouders moeten naar draagkracht voorzien in de kosten van de verzorging en opvoeding. Zij moeten hun verantwoordelijkheid in deze waarmaken. Het ouderlijk gezag kent onder meer de bevoegdheid om te bepalen waar het kind zal wonen, welk onderwijs het zal volgen en welke medische hulp het zal ontvangen. Het ligt voor de hand dat de ouders hun kinderen bij het ouder worden steeds meer zullen betrekken bij hun opvoedingsactiviteiten. Het doel van de opvoeding is immers dat de kinderen op een gegeven moment zelfstandig en weloverwogen hun beslissingen kunnen nemen. De ouders moeten hun kinderen hiertoe stimuleren en voor een passende begeleiding zorgen. Daarbij komt dat minderjarigen een steeds sterkere stem hebben in het bepalen van de personen met wie zij omgaan, in het aangaan van het lidmaatschap van een kerk of een vereniging of in de schoolkeuze. Het ouderlijk gezag wordt beperkt door een aantal wettelijke bepalingen. Of de ouders het ermee eens zijn of niet, op grond van de Leerplichtwet moeten alle kinderen, vanaf hun vijfde tot aan het einde van het schooljaar waarin zij zestien jaar worden, verplicht naar school. De keerzijde van de leerplicht is dat kinderarbeid is verboden. Pas als jongeren dertien jaar worden, mogen zij met instemming van hun ouders of voogd buiten schooltijd maar niet op schooldagen en niet op zondag tegen betaling ten hoogste zes uur lichte, niet-industriële werkzaamheden verrichten, zoals vakken rechten en plichten van ouders BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 057

19 58 Jeugd en recht vullen in supermarkten. Op schooldagen mogen dertien- en veertienjarigen buiten schooltijd maximaal twee uur oppassen, auto s wassen, folders rondbrengen, in de huishouding werken of helpen op een kinderboerderij. Vijftienjarigen mogen op schooldagen maximaal twee uur bijvoorbeeld vakken vullen in een supermarkt. Vanaf zestien jaar mogen jongeren gewoon werken (zie echter paragraaf 2.3.3). Wanneer ouders de verzorging en opvoeding van hun kind aan een pleeggezin uitbesteden, kunnen zij, wanneer dit een jaar heeft geduurd, niet meer zonder toestemming van de pleegouders hun kind terughalen, omdat dan het blokkaderecht geldt (zie paragraaf 9.5.4). Ouders die het gezag hebben over hun kinderen zorgen samen voor het vermogen van de minderjarige en zij vertegenwoordigen hem in burgerlijke handelingen. Een ouder alleen heeft deze bevoegdheid ook als de andere ouder daarvoor toestemming geeft. Bij verschil van mening kan de (vermogens)kwestie aan de kantonrechter worden voorgelegd. De ouders hebben het vruchtgenot van het vermogen van hun kinderen. Dit betekent dat bijvoorbeeld de rente uit dat vermogen aan hen toekomt. Het hangt van de ouders zelf af of zij van dat recht gebruik willen maken. Inkomsten uit arbeid van de minderjarige komen niet aan de ouders toe. Alleen indien een jongere bij de ouders inwoont, kunnen zij hun kind verplichten om naar draagkracht een bijdrage te leveren in de kosten van de huishouding van het gezin. voogdij voogdij De voogdij is het gezag over minderjarige kinderen door meerderjarige personen die niet in een afstammingsrelatie tot het kind staan. Er bestaan dus in beginsel geen familierechtelijke betrekkingen tussen het kind en zijn voogden. Dit is alleen anders indien bijvoorbeeld de grootouders van het kind tot voogd benoemd worden. De rechter kan een of twee personen tot voogd benoemen. Bij twee personen wordt er dan gesproken van gezamenlijke. Dit kunnen personen van verschillend of van hetzelfde geslacht zijn. Er is voogdij als beide ouders zijn overleden of als de alleenstaande ouder is overleden. Het gaat in dit geval dus om de voogdij over wezen. Ook over vondelingen wordt een voogd benoemd. Ten slotte benoemt de rechtbank een voogd als een alleenstaande ouder of beide ouders worden ontheven van of ontzet uit het gezag. Er is niet in de wet geregeld wie voor de voogdij in aanmerking komt. In de praktijk wordt, als beide ouders zijn overleden, vaak een familielid of een BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 058

20 2 Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 59 andere goede bekende van de ouder(s) tot voogd benoemd. Als de rechtbank een ontheffing of ontzetting uitspreekt, is de benoeming van een instelling Bureau Jeugdzorg tot voogd gebruikelijk. Voogdij is dus het gezag waaronder een minderjarige staat wanneer hij niet onder ouderlijk gezag staat. Er zijn twee soorten voogdij: de door de rechter opgedragen voogdij, ook datieve voogdij genoemd en de testamentaire voogdij. De rechter kan iemand slechts tot voogd benoemen als de betrokkene zich daartoe bereid heeft verklaard. Dit betreft zowel de natuurlijke persoon als de rechtspersoon. De voogd kan de rechter ook verzoeken hem te ontslaan uit de voogdij indien een lichamelijk of geestelijk gebrek de uitoefening van de voogdij onmogelijk maakt en indien de voogd de 65-jarige leeftijd bereikt. Tevens moet een andere bevoegde persoon zich schriftelijk bereid hebben verklaard de voogdij over te nemen. Als een reeds benoemde voogd onbevoegd wordt tot de voogdij, ontslaat de rechter hem en vervangt hem door een andere voogd. Hij doet dit op verzoek van de voogd of van bloed- of aanverwanten van de minderjarige, op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming, van schuldeisers of andere belanghebbenden. De voogdij begint voor de datieve (door de rechter benoemde) voogd op de dag waarop de beschikking die de benoeming inhoudt in werking treedt. Voor de testamentaire voogd is dat op het tijdstip waarop hij of zij zich na het overlijden van de ouder die hem of haar heeft benoemd bereid verklaart de voogdij te aanvaarden. De (gezamenlijke) voogdij eindigt: door de dood van de minderjarige; door diens meerderjarigheid; door de dood van de voogd(en); als de rechter de voogd of een van de voogden ontslaat of ontzet uit de voogdij; als de rechter het gezag aan een of beide ouders opdraagt; als de rechter de voogdij opdraagt aan de pleegouder(s) of aan (een) andere voogd(en). geen ouder maar voogd Voorwaarden om tot voogd benoemd te kunnen worden Er gelden voorwaarden om tot voogd benoemd te kunnen worden. Natuurlijke personen moeten daarvoor meerderjarig zijn, niet onder curatele staan en niet langdurig lijden aan een psychiatrische stoornis. Ook rechtspersonen kunnen benoemd worden tot voogd. Zij moeten daartoe op grond van de Wet op de jeugdzorg door de minister van Justitie zijn erkend als voogdij-instelling en worden gesubsidieerd. Sinds 1 januari 2005 kunnen alleen de Bureaus BSL - ALG_BK_1KMM - 003_jeugd_en_recht 059

Plaats van de jongere in het Nederlandse recht

Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 21 2 Plaats van de jongere in het Nederlandse recht 2.1 Inleiding 23 2.2 Afstamming 23 2.2.1 Geboorte 24 2.2.2 Erkenning 25 2.2.3 Gerechtelijke vaststelling van het ouderschap 26 2.2.4 Vaderschapsactie

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen. GEZAG EN VOOGDIJ WAT IS GEZAG? De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en Gezag en voogdij Inhoud Wat is gezag? 2 De ouder 3 Gezag en erfrecht 3 Wie heeft het gezag? 4 Huwelijk 4 Man en vrouw 4 Vrouw

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 23 714 Wijziging van, onder meer, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met invoering van medevoogdij en gezamenlijke voogdij Nr. 7 NOTA

Nadere informatie

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen } Ouderschap } Gezag } Positie gescheiden ouders } Grove schets van internationale aspecten Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen 1 } Uit wie het kind

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van de adoptie Nr. 8 GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 21 oktober 1996 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 772 Wet van 24 december 1997 tot herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Gezag, omgang en informatie

Gezag, omgang en informatie Gezag, omgang en informatie Iedereen in Nederland die jonger is dan 18 jaar staat onder gezag. Dit betekent dat zij sommige beslissingen niet zelfstandig mogen nemen. Meestal hebben de ouders het gezag.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 649 Herziening van het afstammingsrecht alsmede van de regeling van adoptie Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Gezag, omgang en informatie. Ministerie van Justitie

Gezag, omgang en informatie. Ministerie van Justitie Ministerie van Justitie Gezag, omgang en informatie Burgerlijk Wetboek, Boek 1 Titel 14 Het gezag over minderjarige kinderen Artikel 245 1. Minderjarigen staan onder gezag. 2. Onder gezag wordt verstaan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 480 Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner

Nadere informatie

Gezag, omgang en informatie

Gezag, omgang en informatie Gezag, omgang en informatie Burgerlijk Wetboek, Boek 1 Titel 14 Het gezag over minderjarige kinderen Artikel 245 1. Minderjarigen staan onder gezag. 2. Onder gezag wordt verstaan ouderlijk gezag dan wel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 240 Wet van 6 april 1995 tot nadere regeling van het gezag over en van de omgang met minderjarige kinderen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:10520

ECLI:NL:RBNHO:2013:10520 ECLI:NL:RBNHO:2013:10520 Instantie Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 12-11-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 187067 / FA RK 11-3921 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek Boek 1, Personen- en familierecht

Burgerlijk Wetboek Boek 1, Personen- en familierecht Burgerlijk Wetboek Boek 1, Personen- en familierecht Boek 1. Personen- en familierecht ( ) Afdeling 3. De raad voor de kinderbescherming Artikel 238 1. Er is één raad voor de kinderbescherming. 2. De wet

Nadere informatie

Afstamming heeft alles te maken met welke bloedband je hebt met je voorouders (je ouders, grootouders, overgrootouders,...). Je afstamming bepaalt

Afstamming heeft alles te maken met welke bloedband je hebt met je voorouders (je ouders, grootouders, overgrootouders,...). Je afstamming bepaalt Afstamming heeft alles te maken met welke bloedband je hebt met je voorouders (je ouders, grootouders, overgrootouders,...). Je afstamming bepaalt dus bij welke familie je hoort. Ouders Met je ouders heb

Nadere informatie

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde en ongeregistreerde ouders mogelijk? A.J.M. Nuytinck Published

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking. november 2017

Protocol Informatieverstrekking. november 2017 Protocol Informatieverstrekking november 2017 1. Inleiding Artikel 11 van de Wet op het Primair Onderwijs (hierna: WPO ) verplicht scholen in algemene zin om te rapporteren over de vorderingen van de leerlingen

Nadere informatie

Gezag, omgang en informatie

Gezag, omgang en informatie Gezag, omgang en informatie Iedereen in Nederland die jonger is dan 18 jaar staat onder gezag. Dit betekent dat zij sommige beslissingen niet zelfstandig mogen nemen. Meestal hebben de ouders het gezag.

Nadere informatie

Werkstuk Maatschappijleer Curatele, mentorschap en bewindvoerschap

Werkstuk Maatschappijleer Curatele, mentorschap en bewindvoerschap Werkstuk Maatschappijleer Curatele, mentorschap en bewindvoerschap Werkstuk door een scholier 2527 woorden 2 oktober 2001 6,1 34 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Wat is ondercuratelestelling,

Nadere informatie

Ouderschap, gezag en scheiding

Ouderschap, gezag en scheiding Ouderschap, gezag en scheiding mr. Paulien Boerkamp met dank aan: mr. Lydia Janssen 2 en 12 maart 2015 Programma Twee soorten juridische banden met kind: 1. Ouderschap (= familie) 2. Gezag (= zeggenschap)

Nadere informatie

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek Training complexe echtscheidingen 1 Regio Gooi en Vechtstreek Training complexe echtscheidingen Programma: 13.45 u Inloop 14.00 u Opening Catelijne van der Hoeven, stafarts Jeugd en Gezin 14.05 Juridisch

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 79 26 862 Wijziging van de regeling in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het naamrecht, de voorkoming van schijnhuwelijken

Nadere informatie

Het huwelijk van twee mannen of twee vrouwen

Het huwelijk van twee mannen of twee vrouwen Justitie maakt rechten en plichten duidelijk Het leven kent vele gebeurtenissen met juridische gevolgen. Justitie is verantwoordelijk voor de wetten die uw familie- en gezinsaangelegenheden regelen. Zo

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14167 Wijziging in het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, strekkende tot invoering ten behoeve van minderjarige moeders

Nadere informatie

Op is ingekomen ter griffie van de rechtbank te dit verzoek, ingediend door Verzoeker I. Verzoeker II

Op is ingekomen ter griffie van de rechtbank te dit verzoek, ingediend door Verzoeker I. Verzoeker II Het verzoek tot het gezamenlijk uitoefenen van het gezag over een minderjarige dient te worden ingediend bij de griffie van de rechtbank, onder overlegging van genoemde stukken. Het verzoek kan ook digitaal

Nadere informatie

PUBLICATIEBLAD. LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht)

PUBLICATIEBLAD. LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht) A 2010 l**l N 29 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 8'*^mei 2010 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek^ (Landsverordening herziening namenrecht) IN NAAM DER KONINGIN! In overweging genomen

Nadere informatie

Compendium van het personenen familierecht

Compendium van het personenen familierecht Mevr. prof. mr. S.F.M. Wortmann Mevr. mr. J. van Duijvendijk-Brand Compendium van het personenen familierecht Elfde druk Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2012 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Hoofdstuk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 Instantie Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie 17-01-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/245613 / FA RK 16-4085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID PREAMBULE Erkennende dat ondanks de bestaande verschillen in de nationale familierechten er evenwel een toenemende convergentie

Nadere informatie

Voor de RBCZ Sectoren Medisch Sociaal Psychosociaal

Voor de RBCZ Sectoren Medisch Sociaal Psychosociaal Voor de RBCZ Sectoren Medisch Sociaal Psychosociaal INFORMATIE OVER WETTELIJKE REGELS BEHANDELING KINDEREN POSITIE OUDERS - behandelen van minderjarige kinderen - het sluiten van een behandelingsovereenkomst

Nadere informatie

MENTORSCHAP TEN BEHOEVE VAN MEERDERJARIGEN ARTIKELEN

MENTORSCHAP TEN BEHOEVE VAN MEERDERJARIGEN ARTIKELEN TITEL 20: MENTORSCHAP TEN BEHOEVE VAN MEERDERJARIGEN ARTIKELEN 450-462 Artikel 450 Indien een meerderjarige als gevolg van zijn geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 032 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner van de moeder anders

Nadere informatie

Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben.

Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben. DERDE AFDELING VAN ECHTSCHEIDING Artikel 260-142 De vordering tot echtscheiding wordt ingesteld bij de kantonrechter, binnen wiens rechtsgebied de gedaagde op het ogenblik van de indiening van het in artikel

Nadere informatie

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers.

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers. Inleiding D3 werkt vanuit de privacy kaders die door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zijn opgelegd. Bij de start van de zorg bij D3 ontvangt de cliënt het privacyreglement. Alle privacygevoelige

Nadere informatie

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT SAMENLEVINGSVORMEN SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT Algemeen De gevolgen van het huwelijk en het geregistreerd partnerschap worden in de wet uitgebreid geregeld. Andere samenwonenden worden door

Nadere informatie

Vermoeden meemoederschap De persoon die als moeder in de ten opzichte van. ten opzichte van geboorteakte is vermeld de echtgenoot van de moeder

Vermoeden meemoederschap De persoon die als moeder in de ten opzichte van. ten opzichte van geboorteakte is vermeld de echtgenoot van de moeder Overzicht afstamming Moeder Vader Meemoeder Artikel 312 1 burgerlijk wetboek: Artikel 315 tot 317 burgerlijk wetboek: Artikel 325/2, 316 tot 317 burgerlijk wetboek Vermoeden vaderschap Vermoeden De persoon

Nadere informatie

Gezag, omgang en informatie

Gezag, omgang en informatie Gezag, omgang en informatie Inhoud Deze brochure 2 Wat is gezag? 3 Ouderlijk gezag 4 Gezamenlijk gezag 10 Voogdij 13 De ouder die het gezag niet (meer) heeft 16 Omgang en informatie 16 Procedures en rechtsbijstand

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 488 Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek betreffende de huwelijksleeftijd, de huwelijksbeletselen, de nietigverklaring

Nadere informatie

Inleiding tot de burgerlijke stand

Inleiding tot de burgerlijke stand Inleiding tot de burgerlijke stand Mr. J. Kampers bewerkt door: L.J.W. Evers H.Vat 12e druk 2004 Kluwer, Alphen aan den Rijn Voorwoord 13 1 Ontstaan en ontwikkeling van de wetgeving betreffende de burgerlijke

Nadere informatie

8 Kind en scheiding. mr. MJ.C. Koens. 2e gewijzigde druk

8 Kind en scheiding. mr. MJ.C. Koens. 2e gewijzigde druk 8 Kind en scheiding mr. MJ.C. Koens 2e gewijzigde druk Sdu Uitgevers 2008 Inhoud Voorwoord / 13 Afkortingenlijst / 15 Inleiding/ 17 1. De verantwoordelijkheid van ouders bij scheiding / 19 1.1. De rechter

Nadere informatie

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 15de december 2011 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ter zake van gezamenlijk gezag over minderjarige kinderen (Landsverordening gezamenlijk

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/54145

Nadere informatie

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind

Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Afstamming U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind Inhoud Afstamming in het Belgische recht...3 Afstamming krachtens de wet...4 Afstamming langs moederszijde...4 Afstamming langs

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

ECLI:NL:RBMNE:2017:449 ECLI:NL:RBMNE:2017:449 Instantie Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 06-02-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/418623 / FA RK 16-4448 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Compendium van het personenen familierecht

Compendium van het personenen familierecht Mevr. prof. mr. S.F.M. Wortmann Mevr. mr. J. van Duijvendijk-Brand Compendium van het personenen familierecht Tiende druk y> Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2009 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V

Nadere informatie

OUDERSCHAPSPLAN II. juli 2011

OUDERSCHAPSPLAN II. juli 2011 OUDERSCHAPSPLAN II juli 2011 mr C.J.A. Snouckaert van Schauburg-Buchwaldt De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch Boers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 19-06-2017 Datum publicatie 13-07-2017 Zaaknummer C/09/520036 / FA RK 16-7841 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Informatie over bewindvoering

Informatie over bewindvoering Informatie over bewindvoering Inhoudsopgave Inleiding... 4 Maatregel kort samengevat... 5 Aanbevelingen van het Landelijk Overleg Kantonrechters 6 Waarom bewind... 6 Wie vraagt het bewind aan... 7 Aan

Nadere informatie

HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten -

HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten - HOMOSEKSUEEL OUDERSCHAP - De juridische aspecten - BROCHURE - 1 - Met dank aan; Brusselsestraat 51 6211 PB Maastricht Tel.: 0031 (0)43-325 96 79 Fax: 0031 (0)43-325 04 31 www.leliveldadvocaten.nl Email:

Nadere informatie

7 Inleiding / 11 8 Verkrijging, verlening, verlies en vaststelling van het Nederlanderschap / 12 9 Nationaliteit en internationaal privaatrecht / 16

7 Inleiding / 11 8 Verkrijging, verlening, verlies en vaststelling van het Nederlanderschap / 12 9 Nationaliteit en internationaal privaatrecht / 16 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Hoofdstuk 1 Inleiding / 1 1 Algemeen / 1 2 Inhoud van Boek 1: personen- en familierecht / 2 3 Literatuur over personen- en familierecht / 3 Hoofdstuk 2 De algemene bepalingen

Nadere informatie

Schoolbeleid 2010 2011

Schoolbeleid 2010 2011 Pcb De Hoeksteen Protocol Informeren van gescheiden ouders Schoolbeleid 2010 2011 Protocol Informeren van gescheiden ouders Behandeld in vergadering d.d. 30 november 2010 Instemming / advies MR d.d. 8

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord / 5. 1 Burgerlijk Wetboek Boek 1 (uittreksel) / 17. Titel 1 Algemene bepalingen / 17. Titel 2 Het recht op de naam / 17

INHOUD. Voorwoord / 5. 1 Burgerlijk Wetboek Boek 1 (uittreksel) / 17. Titel 1 Algemene bepalingen / 17. Titel 2 Het recht op de naam / 17 INHOUD Voorwoord / 5 1 Burgerlijk Wetboek Boek 1 (uittreksel) / 17 Titel 1 Algemene bepalingen / 17 Titel 2 Het recht op de naam / 17 Titel 3 Woonplaats / 22 Titel 4 Burgerlijke stand / 23 Afdeling 1 De

Nadere informatie

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters )

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK 12-7108; 96507/FA RK 12-71111; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) [Verzoekster] te [adres verzoekster], verzoekster, advocaat: mr. M. Huisman

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten Generaal

Eerste Kamer der Staten Generaal Eerste Kamer der Staten Generaal Vergaderjaar 1986-1987 Nr. 55 15 417 Verlaging van de leeftijd waarop volgens het Burgerlijk Wetboek de meerderjarigheid wordt bereikt tot achttien jaren en wijziging in

Nadere informatie

Adoptie van een kind in Nederland

Adoptie van een kind in Nederland Adoptie van een kind in Nederland Uitvoeringswet Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie Hoofdstuk 4. Prodedure in geval van interlandelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 676 Voorstel van wet van het lid Luchtenveld tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Nadere informatie

lnleiding /1 I. Ontwikkeling van het personen- en familierecht / 2 II. EVRM / 8 HI. Europeanisering / 23 IV. Literatuur / 28

lnleiding /1 I. Ontwikkeling van het personen- en familierecht / 2 II. EVRM / 8 HI. Europeanisering / 23 IV. Literatuur / 28 INHOUDSOPGAVE Enige afkortingen / XIX Lijst van verkort aangehaalde werken / XXII lnleiding /1 I. Ontwikkeling van het personen- en familierecht / 2 II. EVRM / 8 HI. Europeanisering / 23 IV. Literatuur

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepaling. Artikel 1. HOOFDSTUK 2 Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepaling. Artikel 1. HOOFDSTUK 2 Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2 25 JUNI 2017. - Wet tot hervorming van regelingen inzake transgenders wat de vermelding van een aanpassing van de registratie van het geslacht in de akten van de burgerlijke stand en de gevolgen hiervan

Nadere informatie

De keuze van de achternaam. Ministerie van Justitie

De keuze van de achternaam. Ministerie van Justitie Ministerie van Justitie De keuze van de achternaam Burgerlijk Wetboek Boek 1, Personen- en familierecht Titel 2 Het recht op de naam Artikel 5 1. Indien een kind alleen in familierechtelijke betrekking

Nadere informatie

Verlies van een partner - Verwerking - Kinderen

Verlies van een partner - Verwerking - Kinderen Verlies van een partner - Verwerking - Kinderen Bron: Wet tot wijziging van verscheidene wetsbepalingen inzake de voogdij over minderjarigen 29 april 2001 Jeugdbeschermingswet 8 april 1965 Afstammingswet,

Nadere informatie

Als ouders niet meer samen zijn

Als ouders niet meer samen zijn Als ouders niet meer samen zijn Informatiefolder over de rechten en plichten van gescheiden ouders bij hulpverlening aan kinderen ALS OUDERS NIET MEER SAMEN ZIJN INFORMATIEFOLDER OVER DE RECHTEN EN PLICHTEN

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 157 23 761 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met opneming daarin

Nadere informatie

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Machteld Vonk Inleiding Eindelijk is het zover: de regering is gekomen met een conceptwetsvoorstel om het ouderschap van lesbische paren te regelen.

Nadere informatie

Als ouders niet meer samen zijn

Als ouders niet meer samen zijn Als ouders niet meer samen zijn Inhoudsopgave Waarover gaat deze folder?...5 Werkwijze hulpverleners...5 Rol van ouders...6 Regelingen met betrekking tot het gezag...7 Als ouders niet meer samen zijn...8

Nadere informatie

Als ouders niet meer samen zijn

Als ouders niet meer samen zijn Algemene informatie Als ouders niet meer samen zijn Informatiefolder over de rechten en plichten van gescheiden ouders bij hulpverlening aan kinderen 1 2 Waarover gaat deze folder? Uw kind bezoekt binnenkort

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het ontstaan van het moederschap van rechtswege van en de mogelijkheid van erkenning door de vrouwelijke partner van de moeder MEMORIE VAN

Nadere informatie

ZITTING

ZITTING ZITTING 1956 1957 3767 Vaststelling van Boek 1 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van de titels 9, 10 en 12! DERDE NOTA VAN WIJZIGINGEN (Ingezonden bij brief van 11 maart 1957) Nr. 10

Nadere informatie

Het hedendaagse personen en familierecht

Het hedendaagse personen en familierecht Het hedendaagse personen en familierecht (behoudens het huwelijksvermogensrecht) Prof. mr. P. Vlaardingerbroek Mr. K. Blankman Mw. mr. A. Heida Mr. A.P. van der Linden Mw. mr. E.C.C. Punselie Mw. mr. J.A.E.

Nadere informatie

Verzoek tot ondercuratelestelling in plaats van bewind en/of mentorschap

Verzoek tot ondercuratelestelling in plaats van bewind en/of mentorschap Verzoek tot ondercuratelestelling in plaats van bewind en/of mentorschap Raadpleeg bij het invullen van het formulier de bijbehorende toelichting en de brochure op www.rechtspraak.nl. S.v.p. typen of duidelijk

Nadere informatie

Verzoek tot het gezamenlijk uitoefenen van het gezag over een minderjarige

Verzoek tot het gezamenlijk uitoefenen van het gezag over een minderjarige Verzoek tot het gezamenlijk uitoefenen van het gezag over een minderjarige Rechtbank Tevens houdende verzoek tot aantekening in het gezagsregister (art. 1:252 Burgerlijk Wetboek) In te vullen door de griffie

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

Protocol Gezag en omgang na scheiding. Datum 30 januari 2013

Protocol Gezag en omgang na scheiding. Datum 30 januari 2013 Protocol Gezag en omgang na scheiding Datum 30 januari 2013 Status Definitief Inleiding - 5 1 Doel van het onderzoek - 6 2 Uitgangspunten - 7 3 Werkwijze van de Raad - 8 3.1 Eerste informatieronde - 8

Nadere informatie

Verzoek tot ondercuratelestelling

Verzoek tot ondercuratelestelling Verzoek tot ondercuratelestelling Raadpleeg bij het invullen van het formulier de bijbehorende toelichting en de brochure op www.rechtspraak.nl S.v.p. typen of duidelijk schrijven. Indien u bij een rubriek

Nadere informatie

Protocol School en echtscheiding

Protocol School en echtscheiding Protocol School en echtscheiding Categorie: 3.3 Veiligheid en klimaat Proceseigenaar: Anja Middelburg Geldigheidsduur: 1-2-2020 Versie: 1.0 Protocol School en echtscheiding Stichting Katholiek Onderwijs

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 531 Besluit van 29 oktober 2002 tot wijziging van het Besluit van 6 oktober 1997, houdende regels voor geslachtsnaamswijziging (Stb. 463) Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 161 Wet van 10 april 1997 tot wijziging van de artikelen 5 en 9 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en in verband daarmede van enige andere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005 ECLI:NL:RBDHA:2017:8005 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 17072017 Datum publicatie 03082017 Zaaknummer C/09/522456 / FA RK 168986 Rechtsgebieden Personen en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Als ouders niet meer samen zijn Informatie over de rechten en plichten van gescheiden ouders bij hulpverlening aan kinderen

Als ouders niet meer samen zijn Informatie over de rechten en plichten van gescheiden ouders bij hulpverlening aan kinderen Als ouders niet meer samen zijn Informatie over de rechten en plichten van gescheiden ouders bij hulpverlening aan kinderen Uw kind bezoekt binnenkort of is onder behandeling in een ziekenhuis van Treant

Nadere informatie

Mevrouw mr M.I. Loof, notaris bij Westvest Netwerk Notarissen, Westvest 38, 2611 AZ Delft, telefoon 015 2191999, info@westvest-notarissen.

Mevrouw mr M.I. Loof, notaris bij Westvest Netwerk Notarissen, Westvest 38, 2611 AZ Delft, telefoon 015 2191999, info@westvest-notarissen. 1 VAN MENTORSCHAP TOT NALATENSCHAP Mevrouw mr M.I. Loof, notaris bij, Westvest 38, 2611 AZ Delft, telefoon 015 2191999, info@westvest-notarissen.nl De wet zegt: als je 18 jaar bent dan ben je meerderjarig

Nadere informatie

Verzoek tot ondercuratelestelling in plaats van bewind en/of mentorschap

Verzoek tot ondercuratelestelling in plaats van bewind en/of mentorschap Verzoek tot ondercuratelestelling in plaats van bewind en/of mentorschap Raadpleeg bij het invullen van het formulier de bijbehorende toelichting en de brochure CURATELE, BEWIND EN MENTORSCHAP. S.v.p.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 676 Voorstel van wet van het lid Luchtenveld tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 38 Wet van 23 januari 1997 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de herziening van de voorlopige maatregelen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 26-01-2011 Datum publicatie 07-02-2011 Zaaknummer 82435 FA RK 10-2820 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten betreffende het uitspreken van de echtscheiding en ontbinding van het geregistreerd partnerschap door de ambtenaar van

Nadere informatie

Definities van de gehanteerde termen:

Definities van de gehanteerde termen: Protocol Scheiding in school 1 Dit protocol: legt uit wie voor de wet ouder van een kind is; formuleert een aantal richtlijnen waar de school zich aan zal houden om misverstanden te voorkomen; beschrijft

Nadere informatie

Schuingedrukte woorden worden uitgelegd in een woordenlijst op pagina 4.

Schuingedrukte woorden worden uitgelegd in een woordenlijst op pagina 4. Voogdijmaatregel Informatie voor jeugdigen over voogdij Kinderen moeten altijd iemand hebben die het gezag over hen heeft. Dit gezag ligt meestal bij je ouder(s). Maar wat als je ouder(s) overlijden of

Nadere informatie

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059 ECLI:NL:RBAMS:2015:10059 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-10-2015 Datum publicatie 13-06-2016 Zaaknummer C/13/592460 / JE RK 15-996 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Verzoek tot ondercuratelestelling

Verzoek tot ondercuratelestelling Verzoek tot ondercuratelestelling Raadpleeg bij het invullen van het formulier de bijbehorende toelichting en de brochure CURATELE, BEWIND EN MENTORSCHAP. S.v.p. typen of duidelijk schrijven. Indien u

Nadere informatie

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. Verloop van de procedure. 2. Verdere beoordeling

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. Verloop van de procedure. 2. Verdere beoordeling JPF 2010/82 Rechtbank Haarlem 13 april 2010, 150107/FA RK 08-3358; LJN BM5937. ( Mr. Otter Mr. Van Andel Mr. Ayal ) [Namen verzoekers], beiden te [plaats], hierna mede te noemen: verzoekers, advocaat:

Nadere informatie

INHOUD. INLEIDING... 1 A. De wet... 3 B. De rechtspraak... 28 C. De rechtsleer... 32 D. De gewoonte... 32 E. De algemene rechtsbeginselen...

INHOUD. INLEIDING... 1 A. De wet... 3 B. De rechtspraak... 28 C. De rechtsleer... 32 D. De gewoonte... 32 E. De algemene rechtsbeginselen... INHOUD INLEIDING... 1 A. De wet.... 3 B. De rechtspraak.... 28 C. De rechtsleer... 32 D. De gewoonte.... 32 E. De algemene rechtsbeginselen.... 34 BOEK I. PERSONENRECHT TITEL I PERSONENRECHT.... 39 Hoofdstuk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

TESTAMENT HERROEPING ERFGENAMEN WETTELIJKE VERDELING OPVULLEGAAT

TESTAMENT HERROEPING ERFGENAMEN WETTELIJKE VERDELING OPVULLEGAAT 1 TESTAMENT De verschenen persoon verklaart: 1. HERROEPING Ik herroep alle uiterste wilsbeschikkingen vóór heden door mij gemaakt. 2. ERFGENAMEN Ik wijk niet af van de wettelijke erfopvolging of van de

Nadere informatie

Echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, kunnen om een ontbinding van het huwelijk verzoeken.

Echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, kunnen om een ontbinding van het huwelijk verzoeken. Antwoorden door Een scholier 2544 woorden 4 oktober 2004 5,9 36 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Verslag: Scheiden, alimentatie en bijstand in Nederland In dit verslag heb ik, in ieder geval, de antwoorden

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2600 5 februari 2013 Advies Raad van State betreffende het wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het

Nadere informatie

Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij

Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij De kinderrechter heeft besloten dat Jeugdbescherming west het gezag over uw kind gaat uitoefenen. Dat wordt voogdij genoemd. Hiervoor kunnen verschillende

Nadere informatie