Examenvragen: Analytische chemie
|
|
- Andreas ten Wolde
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Voorbeeld 1 : 1. Geleidbaarheidsmetingen Na 2 SO 4 / BaAc 2 Schets verloop van de titratiecurve en verklaar het verloop a.h.v. formules van geleidbaarheid Welke titratiecurve zal men krijgen wanneer deze uitgevoerd wordt in een 0,01 M HCl Na 2 SO 4 + HCl + BaAc 2 2. Bespreek de verzadigde kolomelektrode Onderscheid tussen een inerte elektrode en vaste stof elektrode 3. Chinomatometrie? 4. Oplossing van 0,1 M (NH 4 ) 2 CO 3 K NH4 + = 10-9,2 Koolzuur K A1 10 4,4 a) Treedt er hydrolyse op? b) Bereken de ph v/d oplossing 5. Oefening op complex Cu (NH 3 ) 4 2+ K d gekend a) Wat is de aan Cu 2+ b) Je vormt CuS S 2-? K A ,4 6. Hoe een neerslag sturen om een kristallijne neerslag te bekomen 7. Welke detectoren bij - chromitografie 8. Specifieke toepassingen van vlamfototmetrie van atomaire absorptie van atomaire fotometrie Voorbeeld 2 : 1. Vgl AAS en AES t.o.v. elkaar (monstervoorbereiding, apparatuur, calibratiemethoden, ) 2. Waarom kan bij AAS niet gewerkt worden met een gewone continue lichtbron? Welke lichtbronnen worden ondermeer gebruikt en bespreek. 3. Geg: detectielimiet voor K AAS 2 µg/l AES 0,5 µg/l Wat geeft de detectielimiet weer en op welke manier wordt deze gedefinieerd? Verklaar verschil in detectielimiet voor K bij gebruik van AAS en AES. 4. Bespreek a.d.h.v. de def. van de geluidbaarheid het verloop v/d titratiecurve v/e zuur (HB) met een KIO 3 opl. Verder is gegeven dat voor titratie aan de zure oplossing een overmaat KI wordt toegevoegd en dat - tijdens de titratie IO 3 gereduceerd wordt tot I 2 en het I - geoxideerd wordt tot I Bespreek de werking van een conductometer. 6. Opl Bariumchloride wordt aangezuurd met zoutzuur. Deze opl wordt getitreerd met dinatriumsulfaat en er wordt een neerslag gevormd. Bespreek a.d.h.v. de definitie van geleidbaarheid het verloop van deze titratiecurve. Pieter Obin 1
2 Voorbeeld 3 : 1. 1/100 Na 2 S en 0,02 mol NH 4 Cl worden opgelost in 0,01 mol en 0,01 mol 1 liter K 2 O ph v/d oplossing? Ka NH3 = 10 2,2 Ka 1 H2S = 10 7 Ka 2 H2S = K S Mg (OH) 2 = 8, opl. 0,09 M MgClO 4 + Ka NH 4 = 5, ,33 M NH 4 Cl Wat moet de minimale concentratie aan NH 3 zijn opdat Mg (OH) 2 zou beginnen neer te slaan? 3. Specifieke geleidbaarheid van een Pb (OH) 2 opl = 2 5 S/cm en de λ equivalent geleidbaarheid 100 S/cm Bepaal K S Geleidbaarheid S van Pb(OH) 2 bij ph = Moeilijkheden bij correcte bemonstering (enkele procedures) Hoe lucht in een werkatmosfeer bemonsteren of analyseren? 5. Toon waar bij voorkeur jodometrische analyses gebruikt worden en in welke opzichten verschillen ze van de jodimetrische procedures. 6. a) Geef de bijzonderste procedure welke de ontbindingsspanning en elektrode technieken beïnvloeden + verklaar b) Beschrijf de vlamloze atomaire adsorptie-technieken. Principe schema + toestel +figuur Voorbeeld 4 : 1. Bespreek de monsternemingproblematiek bij vloeistoffen en vaste stoffen 2. Vgl AAS en moleculaire absorptietechnieken t.o.v. elkaar (monstervoorbereiding, gebruikte aparatuur, ) 3. Hoe kan men de efficiëntie v/e chromatografische scheiding verbeteren en waarom? 4. Een zuiver organisch product heeft als formule C 4 HgSO x 15,26 mg wordt ontbonden tot sulfaat en getitreerd met 12,42 ml 0,0102 M BaCl 2 Welke is de juiste formule (of wat is x)? (antw: x = 2) 5. Exact 34,4 ml v/e 0,107 M natriumhydroxide-oplossing wordt verbruikt bij de titratie van 0,705 g van een monster, bestaande uit natruimoxalaat, monohydraat, oxaalzuur dihydraat en een hoeveelheid inert materiaal. Na de titratie wordt het monster drooggedampt en gegloeid. Hierbij wordt het natriumoxalaat omgezet naar natriumcarbonaat en koolstofmonoxide. Het residu wordt afgekoeld, opgelost in water en vervolgens wordt 50 ml 0,125 M zoutzuur toegevoegd. De overmaat zoutzuur wordt teruggetitreerd met natriumhydroxide en er wordt 2,54 ml natriumhydroxide verbruikt. Bereken het percentage v/d verschillende componenten in het monster. Pieter Obin 2
3 Voorbeeld 5 : 1. a) (mondeling) Een viskeuze oplossing, met fosfaten, oxalaten en een hoog gehalte aan zouten, wordt geanalyseerd met AAS en de ijklijnmethode, waarbij het element Ca bepaald wordt. Welke problemen kunnen bij deze analyse voorkomen? Geef oplossingen voor de problemen en motiveer deze. b) Waarom moeten lichtbronnen bij analyses gemoduleerd worden. Bespreek de mogelijkheden hoe dit kan gedaan worden en bij welke analysetechniek(en) wordt deze gebruikt. 2. a) Kwalitatieve analyse bij gaschromatografie bespreken en de factoren die de analyse beïnvloeden. b) Wat is een asymmetrische piekverbreding en leg uit wanneer het voorkomt (of zoiets in den aard was de vraagstelling) 3. a) Bespreek a.d.h.v. de definitie v/d geleidbaarheid het verloop v/d titratiecurve v/d titratie van bariumnitraat met kaliumsulfaat. b) Bespreek a.d.h.v. de definitie v/d geleidbaarheid het verloop v/d titratiecurve v/e bariumnitraat-oplossing die eerst aangezuurd wordt met salpeterzuur(hno3) tot 0,02 M en daarna getitreerd wordt met kaliumsulfaat. Titratiecurve van 3.a) en 3.b) op een grafiek tekenen. Voorbeeld 6 : 1. Wat is de carbonaatfout? (zie zuur-base analyses praktisch) 2. Waarom kan men bij AAS geen gebruik maken van een gewone ctu lichtbron? Welke lichtbron gebruikt men en bespreek. 3. Waarom moet licht uit de lichtbron gemoduleerd worden? Op welke wijzen kan men dit doen? 4. Oef op methode van Kjeldahl Geg: aantal g monster waarin 2 stoffen zitten + nodige geg voor Kjeldahl Gevr: Wat is de hoeveelheid van elke stof i/h monster 5. Oef op standaardadditie Analyse van nitraat bij salade 2 g monster namen kolf van 250 ml en aanlengen daaruit 5 x 25 ml nemen kolf 100 ml en aanlengen Standaardadditie uitvoeren 1 kolf enkel met de reagentia nodig voor de additie, de rest telkens met een andere concentratie. Uit de curve kan je halen dat het snijpunt van de rechte met de X-as: 0,076 ppm Hoeveel ppm nitraat bevindt er zich in de salade? Pieter Obin 3
4 Voorbeeld 7 : 1. COD-bepaling met K 2 Cr 2 O 7 of met KMO 4 + waarom 2. Bespreek de COD-bepaling 3. ph = 4 van een oplossing. Op welke manier kun je te weten komen of dit van een sterk of een zwak zuur komt. 4. Oef op allerlei opzettingen x ml zout + x ml zuur geeft bepaalde ph x ml zout + x ml base geeft bepaalde ph Hoeveel base toegevoegd? Voorbeeld 8 : 1. Carbonaatfout (1pt) 2. AAS: fouten bespreken (matrix, ) (2pt) 3. Kwalitieve bepaling bij gaschromatografie + wat beïnvloedt dit? (2pt) (opl: retentietijd: bepaald door temp., doorstroomsnelheid gas, ) 4. 0,320 g monster bevat Cr 2 O 3. Dit wordt omgezet met S 2 O 8 2- naar Cr 2 O 2-7. Dit wordt getitreerd met Mohr s zout (Fe(NH 4 ) 2 (SO 4 ) 2 6 H 2 O) waarvan er 1 gram overmaat wordt toegevoegd. De titratie gebeurt met K 2 Cr 2 O 7 (0,0083 N en 2,77 ml). Hoeveel ppm Cr 2 O 3 bevat het monster? 5. Een zwak monobasisch zuur titreren met sterke base. Bij 5 ml sterke base verbruikt is de ph = 6. Bij 7 ml sterke base is het Ep bereikt. Wat is de pka van het zwak monobasisch zuur? Opl: 6 = pka - log (5/2) pka = 5,6 6. Stellen van kaliumpermangenaat + toep 7. Verschillen tussen moleculaire en atomaire absorptie Voorbeeld 9: 1. Bespreek de permanganometrie + bepaling van ijzer volgens Zimmermann-Reinhardt + bepaling van calcium 2. Welke problemen kunnen zich voordoen bij een AAS-bepaling? 3. Hoe kan men de efficiëntie van een chromatografische scheiding verbeteren en waarom? 4. Een partij maïskuil wordt onderzocht op de aanwezigheid van fosfor. De analyse wordt uitgevoed via standardadditie en het fosforgehalte wordt bepaald m.b.v. moleculaire spectrofotometrie. 2 g van het monster wordt gedestrueerd en na destructie ovegebracht in een maatkolf van 250 ml. Daaruit wordt telkens 25 ml overgebracht in 5 matkolven van 100 ml. Bij het eerste maatkolfje worden de reagentia toegevoegd nodig voor de kleurreactie en vervolgens aangelengd tot ijkstreep. In de 4 andere maatkolven worden naast de nodige reagentia ook stijgende hoeveelheden fosforstandaard toegevoegd, alvorens aan te lengen. Na metingen + uitzettien v/d meetpunten in grafiek, snijdt de bekomen rechte de X-as bij concentratie van 0,05 ppm. Wat is het aantal ppm fosfor in maïskuil? + schets het X-Y-diagram Pieter Obin 4
5 Voorbeeld 10 : 1. Geg: Monster met KBr en KCl. Hoe kun je m.b.v de methode van Fajans het gehalte aan beide componenten bepalen? 2. Bespreek de titrimetrische analyses waarbij dijood gevormd wordt. Bespreek de bepaling van Arseen met deze methode. 3. Monster met X x -fosfaat en Y y -monowaterstoffosfaat. Deel 1: Bij titratie van 50 ml monster op broomcresolgroen wordt 46,9 ml 0,1080 M zoutzuur verbruikt. Bij titratie van 50 ml monster op thymalftaleïne wordt 17,6 ml zuur verbruikt. Deel 2: Pipeteer 5 ml v/d oplossing in een maatkolf van 500ml en aanlengen met water tot aan de ijkstreep. De analyse v/d verdunde oplossing levert volgende resultaten: 44,59 ppm kalium Bereken het aantal mg X x -fosfaat en aantal mg Y y -monowaterstoffosfaat in 50 ml opl. Deel 3: Welke andere indicatoren zouden bij deze analyse nog kunnen worden gebruikt + waarom? ml koolzuur (12,405 g/l), hieraan wordt 15 ml KOH toegevoegd. De ph v/d oplossing is 11,1. Bepaal de normaliteit v/d gebruikte KOH-oplossing. Voorbeeld 11 : 1. Men beschikt over een monster waarin natriumjodide en natriumbromide aanwezig zijn. Kan men via de methode van Fajans of de methode van Mohr het gehalte aan beide componenten bepalen en motiveer je antwoord. 2. Bespreek de permangonometrie + bepaling van ijzer volgens Zimmermannn keihardt. Indien met de ijzerbehandeling zou uitvoeren via bichromatografie, zou men dan op een analoge manier tewerk gaan als bij de permangonometrie en verklaar je antwoord. 3. We beschikken over 27 g mengsel, bestaande uit kaliumwaterstoffosfaat en een hoeveelheid inert materiaal. Het mengsel wordt opgelost en aangelengd tot 1 liter. Hoeveel gram van elk materiaal in het monster? Deel 1: Deel 2: Deel 3: 25 ml opl wordt getitreerd met 0,1 M zoutzure opl t.o.v. FFT. Er wordt 8,2 ml zuur verbruikt. 25 ml opl wordt getitreerd met 0,1 M zoutzure opl t.o.v. broomcreoolgroen. Er wordt 37,3 ml zuur verbruikt. 5 ml v/d opl wordt overgebracht i/e maatkolf van 1 liter en vervolgens met water aangelengd tot aan de ijkstreep. Analyse van deze laatste opl via vlamfotometrie levert volgende resultaten: kalium: 35,708 ppm Natrium: 16,959 ppm 4. Een opl wordt bereid door samenvoegen van: 20 ml 0,15 M ammoniumsulfaat, 15 ml 0,37 M kaliumchloride, 10 ml 0,45 M ammoniak, 15 ml 0,22 M natriumnitraat, 5 ml 0,30 M natriumhydroxide en 15 ml 0,10 M ammoniumchloride Wat is de ptt v/d resterende oplossing? ml 0,1 M HX 1 ( pka = 3,25) 50 ml 0,2 M HX 2 (pka = 7,5) dit samen. De bekomen oplossing wordt getitreerd met een 0,1 M NaOH. Bereken de ph v/d oplossing bij het tweede Ep? Pieter Obin 5
ALKALINITEIT/ZUURTEGRAAD (BUFFERCAPACITEIT)
1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED ALKALINITEIT/ZUURTEGRAAD (BUFFERCAPACITEIT) De aciditeit of zuurtegraad is een maat voor de capaciteit van het water om OH - te neutraliseren. De basiciteit of alkaliniteit
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN , 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 18 Oxidimetrie bladzijde 1
Hoofdstuk 18 Oxidimetrie bladzijde 1 Opgave 1 Bepaal met behulp van tabel II de reactie tussen kaliumpermanganaat in zuur milieu met: a Sn 2+ ionen MnO 4 + 8 H 3O + + 5 e Mn 2+ + 12 H 2O x 2 Sn 2+ Sn 4+
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 3 Acidimetrie bladzijde 1
Hoofdstuk 3 Acidimetrie bladzijde 1 Opgave 1 a We titreren HCl met NaOH. Welke van de boven gegeven indicatoren kunnen we gebruiken? Elke genoemde indicator, de phverandering gaat ongeveer van ph = 3 tot
Nadere informatieBepaling van de buffercapaciteit
Bepaling van de buffercapaciteit november 2008 Pagina 1 van 7 WAC/III/A/006 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 4 4 APPARATUUR EN MATERIAAL... 4 4.1 MATERIAAL... 4 4.2 APPARATUUR...
Nadere informatieBepaling van de buffercapaciteit
WAC Bepaling van de buffercapaciteit februari 2012 Pagina 1 van 8 WAC/III/A/006 WAC INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 DEFINITIES... 4 4 OPMERKINGEN... 4 5 APPARATUUR EN MATERIAAL... 5 5.1
Nadere informatieOpgaven zuurgraad (ph) berekenen. ph = -log [H + ] poh = -log [OH - ] [H + ] = 10 -ph [OH - ] = 10 -poh. ph = 14 poh poh = 14 ph ph + poh = 14
Opgaven zuurgraad (ph) berekenen Met behulp van deze formules dien je berekeningen te kunnen uitvoeren. Deze hoef je niet uit je hoofd te leren, maar je moet ze wel kunnen toepassen. Bij een toets zullen
Nadere informatieOpgave 1. Opgave 2. b En bij een verbruik van 10 ml? Dan wordt de procentuele onnauwkeurigheid 2 x zo groot: 0,03 / 20 x 100% = 0,3% Opgave 3
Hoofdstuk 13 Titratieberekeningen bladzijde 1 Opgave 1 Wat is het theoretisch eindpunt? Het theoretisch eindpunt is het titratievolume waarbij de bedoelde reactie precies is afgelopen. En wat is dan het
Nadere informatieOplossingen oefeningenreeks 1
Oplossingen oefeningenreeks 1 4. Door diffractie van X-stralen in natriumchloride-kristallen stelt men vast dat de eenheidscel van dit zout een kubus is waarvan de ribbe een lengte heeft van 5.64 10-10
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 1
Hoofdstuk 4 Oxidimetrie bladzijde 1 Opgave 1 Hoe groot is het oxidatiegetal van elk atoom in de onderstaande deeltjes? Uitgangspunten: H = +1 O = 2 metaalion (K + ) krijgt ionlading. som van de ladingen
Nadere informatieOpgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M
Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292
Nadere informatieBepaling van de alkaliniteit en de buffercapaciteit
Compendium voor de monsterneming, ing en analyse van water Bepaling van de alkaliniteit en de buffercapaciteit Versie november 2016 WAC/III/A/006 INHOUD Inhoud 1 TOEPASSINGSGEBIED 3 2 PRINCIPE 3 3 DEFINITIES
Nadere informatießCalciumChloride oplossing
Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul
Nadere informatieOefenopgaven TITRATIES
Oefenopgaven TITRATIES vwo ZUURBASE-TITRATIES OPGAVE 1 Tijdens een titratie wordt 10,00 ml 3,00 10-4 M zwavelzuur getitreerd met natronloog van onbekende molariteit. Er is 21,83 ml natronloog nodig om
Nadere informatiePotentiometrische bepaling van sulfide
Potentiometrische bepaling van sulfide mei 2008 Pagina 1 van 8 WAC/III/C/040 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 3 4 APPARATUUR EN MATERIAAL... 3 5 REAGENTIA EN OPLOSSINGEN...
Nadere informatieBepaling van de oxideerbaarheid bij warmte
Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water Bepaling van de oxideerbaarheid bij warmte Versie februari 2009 WAC/III/D/022 INHOUD Inhoud 1 TOEPASSINGSGEBIED 3 2 PRINCIPE 3 3 OPMERKINGEN
Nadere informatieOEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO
OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO Gesloten vragen 1. Carolien wil de zuurgraad van een oplossing onderzoeken met twee verschillende zuur-baseindicatoren en neemt hierbij het volgende waar: I de oplossing
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1
Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1 Opgave 1 Bereken met behulp van het oplosbaarheidsproduct de oplosbaarheid (g/l) in zuiver water bij kamertemperatuur, van: a CuBr K s = 5,2 x 10-9 CuBr Cu + + Br
Nadere informatievrijdag 15 juni 2012 15:26:05 Midden-Europese zomertijd H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012
H6 Zuren en basen 4havo voorjaar 2012 Toetsing in periode 4! 6 juni! DTM-T zuur/base t/m 6.6! Tabel 6.10,6.13,6.17 en ph-berekeningen (zoals in vragen 14,15,26 en 27)! Toetsweek einde periode! TW441 H1
Nadere informatieBepaling van de oxideerbaarheid bij warmte
Bepaling van de oxideerbaarheid bij warmte februari 2009 Pagina 1 van 7 WAC/III/D/022 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 3 4 APPARATUUR EN MATERIAAL... 4 5 REAGENTIA EN OPLOSSINGEN...
Nadere informatieIn de natuur komen voor Cu en Cl respectievelijk de isotopen 63 Cu, 65 Cu en 35 Cl, 37 Cl voor.
Chemie Vraag 1 In de natuur komen voor Cu en Cl respectievelijk de isotopen 63 Cu, 65 Cu en 35 Cl, 37 Cl voor. Nuclide Nuclidemassa (u) 63 Cu 62,93 65 Cu 64,93 35 Cl 34,97 37 Cl 36,95 Wat is de verhouding
Nadere informatie5 Water, het begrip ph
5 Water, het begrip ph 5.1 Water Waterstofchloride is een sterk zuur, het reageert als volgt met water: HCI(g) + H 2 0(I) Cl (aq) + H 3 O + (aq) z b Hierbij reageert water als base. Ammoniak is een zwakke
Nadere informatieHoofdstuk 3: Zuren en basen
Hoofdstuk 3: Zuren en basen Scheikunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken Koolstofchemie
Nadere informatieOXYDEERBAARHEID BIJ WARMTE
OXYDEERBAARHEID BIJ WARMTE 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Het bepalen van de oxydeerbaarheid (permanganaat index) is een snelle, conventionele methode voor de raming van het gehalte aan organische en oxydeerbare
Nadere informatieBUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding
BUFFEROPLOSSINGEN Inleiding Zowel in de analytische chemie als in de biochemie is het van belang de ph van een oplossing te regelen. Denk bijvoorbeeld aan een complexometrische titratie met behulp van
Nadere informatie5 VWO. H8 zuren en basen
5 VWO H8 zuren en basen Inleiding Opdracht 1, 20 min in tweetallen Nakijken; eventueel vragen stellen 8.2 Zure, neutrale en basische oplossingen 8.2 Zure, neutrale en Indicator (tabel 52A) Zuurgraad 0-14?
Nadere informatieBepaling van de oxideerbaarheid bij warmte
Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water Bepaling van de oxideerbaarheid bij warmte Versie oktober 2017 WAC/III/D/022 1 TOEPASSINGSGEBIED Het bepalen van de oxideerbaarheid (permanganaat
Nadere informatieOEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN
OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN * = voor VWO Salmiak, NH 4 Cl(s), kan gemaakt worden door waterstofchloride, HCl(g), te laten reageren met ammoniak, NH 3 (g) 01 Wat is de chemische naam voor salmiak? 02 Geef
Nadere informatieVeevoeder Ruw eiwit ONTWERPMETHODE ONTWERPMETHODE ONTWERPMETHODE
Bemonsterings- en analysemethodes voor mest, bodem en veevoeder in het kader van het mestdecreet Veevoeder Versie juni 2014 BAM/deel 2/05 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Het gehalte aan ruw eiwit in diervoeders
Nadere informatieFosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.
1 Een oplossing van zwavelzuur en een oplossing van bariumhydroxide geladen beide elektriciteit. Wordt bij de zwavelzuuroplossing een oplossing van bariumhydroxide gedruppeld, dan neemt het elektrisch
Nadere informatieWeet je het nog? Welke bewerking moet in afbeelding 21.1 langs elke pijl staan?
Hoofdstuk 21 Chemisch rekenen (4) bladzijde 1 Opgave 1 Weet je het nog? Welke bewerking moet in afbeelding 21.1 langs elke pijl staan? Opgave 2 We lossen op: 25,0 g NaCl in een maatkolf tot 100 ml. De
Nadere informatie5 Formules en reactievergelijkingen
5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje
Nadere informatie6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers.
6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers. Opgave I. 1 Je wilt een buffermengsel maken met ph = 4,20. Welke stoffen kun je het beste als uitgangsstoffen nemen? Opgave II. 2 In 1,00 liter water is opgelost
Nadere informatieOefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties
Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO
Nadere informatieTF5 Scheikunde 4 VWO H 8 en H 9 16 juni 2011
TF5 Scheikunde 4 VWO H 8 en H 9 16 juni 2011 Deze toets bestaat uit 28 onderdelen. Hiervoor zijn in totaal X punten te behalen. Kalkwater Calciumhydroxide, Ca(OH) 2 (s) is matig oplosbaar in water. Als
Nadere informatieNatuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.
Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie
Nadere informatieBepaling van het chemisch zuurstofverbruik (CZV)
Bepaling van het chemisch zuurstofverbruik (CZV) mei 2011 Pagina 1 van 10 WAC/III/D/020 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 3 4 MONSTERBEWARING... 4 5 APPARATUUR EN MATERIAAL...
Nadere informatieScheikunde Vraag 1. Vraag 1: <A> <B> <C> <D>
Scheikunde Vraag 1 Je wil 1 liter van een 0,010 M oplossing van glucose (C 6 H 12 O 6 ) bereiden, door een geschikt volume van een meer geconcentreerde oplossing over te brengen in een maatkolf van 1,0
Nadere informatieChemie 2001 Vraag 1 Je wil 1 liter van een 0,010 M oplossing van glucose (C6H1206) bereiden, door een geschikt volume van een meer geconcentreerde oplossing over te brengen in een maatkolf van 1,0 liter
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN
OPGAVE 1 OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN In een ruimte van 5,00 liter brengt men 9,50 mol HCl(g) en 2,60 mol O 2 (g). Na evenwichtsinstelling is 40,0% van de beginstoffen omgezet en is er Cl 2 (g) en H 2
Nadere informatieVloeibare mest en vloeibare behandelde mest Totale stikstof
Bemonsterings- en analysemethodes voor mest, bodem en veevoeder in het kader van het mestdecreet Vloeibare mest en vloeibare behandelde mest Versie november 2015 BAM/deel 3/06 1 PRINCIPE Er wordt van uitgegaan
Nadere informatieHoofdstuk 12 Zuren en basen
Hoofdstuk 12 Zuren en basen bladzijde 1 Opgave 1 Reactie van de volgende zuren met water: HNO 3 HNO 3 H 2O H 3O NO 3 C 2H 5NH 3 C 2H 5NH 3 H 2O H 3O C 2H 5NH 2 HCN HCN H 2O H 3O CN HClO 4 HClO 4 H 2O H
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting door een scholier 1087 woorden 22 januari 2009 6 42 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen
OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen OPGAVE 1 01 Bereken hoeveel mmol HCOOH is opgelost in 40 ml HCOOH oplossing met ph = 3,60. 02 Bereken ph van 0,300 M NaF oplossing. 03 Bereken hoeveel
Nadere informatieProef Scheikunde PH-bepaling
Proef Scheikunde PH-bepaling Proef door een scholier 924 woorden 27 mei 2001 4,9 57 keer beoordeeld Vak Scheikunde Inleiding De opdracht voor de eerste module was een vaardigheidspracticum. In dit practicum
Nadere informatieRekenen aan reacties (de mol)
Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html
Nadere informatieinbreng en heeft als gevolg minder scaling (kalkafzetting in de vorm van calciumcarbonaat).
Mest verwerken Dierlijke mest is vaak vloeibaar en bevat onder andere ammoniak en ammoniumzouten. Men kan uit deze drijfmest ammoniumsulfaat maken dat als meststof kan dienen. Omdat de prijs van kunstmest
Nadere informatieZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.
PARATE KENNIS CHEMIE 4 e JAAR SCHEMA ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. MENGSEL bestaat uit meerdere zuivere stoffen, de kooktemperatuur,
Nadere informatieDe waterconstante en de ph
EVENWICHTEN BIJ PROTOLYSEREACTIES De waterconstante en de ph Water is een amfotere stof, dat wil zeggen dat het zowel zure als basische eigenschappen heeft. In zuiver water treedt daarom een reactie van
Nadere informatieDit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen
MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20
Nadere informatieOefenopgaven REDOX vwo
Oefenopgaven REDOX vwo OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO 6. 03 Methanol in zuur milieu wordt omgezet in
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstukken 8&9: zuren en basen
Samenvatting Scheikunde Hoofdstukken 8&9: zuren en basen Samenvatting door een scholier 1810 woorden 4 december 2017 4,8 9 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde hoofdstuk 8 Zuren
Nadere informatieZuren en basen. Inhoud
Zuren en n Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek waar je bent. Gewoon
Nadere informatieRedoxreacties. Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu I - -
Redoxreacties 5vwo Opgave 1 Redox of niet? Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd 2+ + 4 Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu 2+ + 5 I - - 2 CuI + I 3 Leg voor elk van beide reacties uit
Nadere informatieBepaling van het gehalte aan ammoniakale stikstof met behulp van doorstroomanalyse
Bepaling van het gehalte aan ammoniakale stikstof met behulp van doorstroomanalyse mei 2010 Pagina 1 van 8 WAC/III/E/021 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 3 4 APPARATUUR
Nadere informatieZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO
ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO versie december 2014 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Wat is een buffer? 3. Hoe werkt een buffer? 4. Geconjugeerd zuur/base-paar 5. De ph van een buffer De volgende
Nadere informatieChemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held
Chemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held Inkuilproces Proces bij het inkuilen: In de kuil ondergaat het gewas een biochemisch proces onder invloed van micro-organismen Een
Nadere informatieWet van Behoud van Massa
Les 3 E42 Wet van Behoud van Massa In 1789 door Antoine Lavoiser ontdekt dat : De totale massa tijdens een reactie altijd gelijk blijft. Bij chemische reacties worden moleculen dus veranderd in andere
Nadere informatieOplossingen Scheikunde van 2001
www. Oplossingen Scheikunde van 2001 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Om deze vragen te kunnen
Nadere informatieOefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11. Opgave 1 [HCO ] [H O ] x x. = 4,5 10 [CO ] 1,00 x 10
Oefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11 Zuren en basen Opgave 1 1 Ga na of de volgende zuren en basen met elkaar kunnen reageren. Zo ja, geef de reactievergelijking. Zo nee, leg duidelijk uit waarom niet.
Nadere informatieCENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE datum : donderdag 29 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 Iedere opgave dient op een afzonderlijk vel te worden gemaakt
Nadere informatieBAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van de fosfaatverzadigingsgraad
- Bemonsterings- en analysehodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van de fosfaatverzadigingsgraad VERSIE 3.1 juni 2010 agina 1 van 7 BAM/deel 1/08 1 RINCIE In zure grond reageren
Nadere informatieANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers
ANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers 1) Wat geeft de onderstaande afbeelding weer? Je ziet deze deeltjes afgebeeld: het zwakke zuur HA (want veel deeltjes zijn niet geïoniseerd), de zwakke base
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2008-I
Beoordelingsmodel Uraan 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal neutronen: 146 aantal protonen: 92 1 aantal neutronen: 238 verminderen met het aantal protonen 1 2 maximumscore 2 UO 2 + 4 HF UF 4 +
Nadere informatieDeze methylionen hechten zich aan het methoxymethaan, waarbij trimethyloxonium-ionen worden gevormd:
EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK opgaven Oxonium 1982-I(I) Sommige reacties van alkoxyalkanen vertonen overeenkomst met reacties van alkanolen. Zo kan zowel ethoxyethaan als ethanol reageren met
Nadere informatieMeten en Maken 1. Toets Herkansing Harris
Meten en Maken 1 Toets Herkansing Harris 03-07-2008 Deze toets bestaat uit vier opgaven die allemaal even zwaar tellen. De vier opgaven bestaan allemaal uit deelvragen. Maak de opgaven op de antwoordbladen,
Nadere informatieWat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?
Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.
Nadere informatieWat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?
Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.
Nadere informatieBepaling van ammoniakale stikstof door destillatie en titratie
Bepaling van ammoniakale stikstof door destillatie en titratie februari 2012 Pagina 1 van 6 WAC/III/E/022 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 3 4 MATERIAAL... 3 4.1 MATERIAAL...
Nadere informatieuniversele gasconstante: R = 8,314 J K -1 mol -1 Avogadroconstante: N A = 6,022 x 10 23 mol -1 normomstandigheden:
Nuttige gegevens: universele gasconstante: R = 8,314 J K -1 mol -1 vogadroconstante: N = 6,022 x 10 23 mol -1 normomstandigheden: θ = 0 p = 1013 hpa molair volume van een ideaal gas onder normomstandigheden:
Nadere informatieKjeldahl stikstof. Ministerieel besluit van 06 februari Belgisch Staatsblad van 08 maart 2018
Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemdecreet Kjeldahl stikstof Versie februari 2013 CMA/2/II/A.16 Inhoud INHOUD 1 Doel en toepassingsgebied 3 2 Principe
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van woensdag 30 januari 2013 tot en met woensdag 6 februari 2013 Deze voorronde bestaat uit 22 meerkeuzevragen verdeeld
Nadere informatieAMMONIUM STIKSTOF. Ministerieel besluit van 10 sept Belgisch Staatsblad van 27 sept DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED
1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED AMMONIUM STIKSTOF Deze procedure vervangt de procedure AAC/2/I/B.4 van mei 1996. Ammoniakale stikstof wordt in nagenoeg alle soorten water aangetroffen. De vorm (NH 4 + of NH
Nadere informatieDeel 2. Bepalen van het omslagpunt van een titratie Door Alexander Vogelaar, 7 juli 2017
BEPALEN VAN HET OMSLAGPUNT VAN EEN TITRATIE Inleiding Most en wijn bevatten naast wijnsteenzuur voornamelijk appel-, citroen-, azijn-, melk-, oxaal- en barnsteenzuur. Van al deze zuren zal wijnsteenzuur
Nadere informatieBepaling van het gehalte aan orthofosfaat met behulp van doorstroomanalyse
Bepaling van het gehalte aan orthofosfaat met behulp van doorstroomanalyse november 2008 Pagina 1 van 8 WAC/III/C/010 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 3 4 APPARATUUR EN
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het HAVO. versie mei 2013
ZUREN EN BASEN Samenvatting voor het HAVO versie mei 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Algemeen 3. Zuren 4. Basen 5. Het waterevenwicht 6. Definities ph en poh 7. ph BEREKENINGEN 7.1. Algemeen 7.2. Water
Nadere informatieSpectofotometrische bepaling van nietchlooroxydeerbare
Spectofotometrische bepaling van nietchlooroxydeerbare cyanidegehalte na manuele destillatie of met een doorstroomanalysesysteem januari 2005 1/5 WAC/III/C/033 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE...
Nadere informatieBepaling van het gehalte aan orthofosfaat met behulp van doorstroomanalyse
Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water Bepaling van het gehalte aan orthofosfaat met behulp van doorstroomanalyse Versie november 2008 WAC/III/C/010 INHOUD Inhoud 1 TOEPASSINGSGEBIED
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieSpectrofotometrische bepaling van opgelost en in zuur milieu oplosbare sulfiden
Spectrofotometrische bepaling van opgelost en in zuur milieu oplosbare sulfiden februari 2010 Pagina 1 van 9 WAC/III/C/041 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 3 4 APPARATUUR
Nadere informatieci/) /i z 5c? PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK ELEX 6361 VLAMFOTOMETER. W.R. van de Woestijne C.W. van Elderen
ci/) ONDER GLAS TE NAALPWIJK Bibliotheek Proefstation Naaldwijk /i z W 5c? PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK ELEX 6361 VLAMFOTOMETER. W.R. van de Woestijne C.W. van Elderen juli 1991 Intern
Nadere informatie1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voedingselementen 9 1.1 Voedingselementen 9 1.2 Zuurgraad 12 1.3 Elektrische geleidbaarheid (EC) 13 1.4 Afsluiting 14 2 Kunstmeststoffen 15 2.1 Indeling kunstmeststoffen
Nadere informatieSpectrofotometrische bepaling van opgelost en in zuur milieu oplosbare sulfiden
Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water Spectrofotometrische bepaling van opgelost en in zuur milieu oplosbare sulfiden Versie februari 2010 WAC/III/C/041 Inhoud INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED
Nadere informatieExamen VWO. scheikunde 1,2. tijdvak 1 dinsdag 26 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.
Examen VWO 2009 tijdvak 1 dinsdag 26 mei 13.30-16.30 uur scheikunde 1,2 Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 68 punten
Nadere informatieWennen aan het idee dat je de eenheden eerst aanpast aan de nieuwe grootheid. Hier: eerst omrekenen naar gram en liter.
Hoofdstuk 4 Massaconcentratie bladzijde 1 Opgave 1 Wennen aan het idee dat je de eenheden eerst aanpast aan de nieuwe grootheid. Hier: eerst omrekenen naar gram en liter. a 25,0 mg ethanol in 100 ml 0,025
Nadere informatieBepaling van ammoniakale stikstof door manuele spectrofotometrie
Bepaling van ammoniakale stikstof door manuele spectrofotometrie januari 2005 1/8 WAC/III/E/020 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 3 4 APPARATUUR EN MATERIAAL... 4 4.1 APPARATUUR...
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
Nadere informatieDeze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden
Vraag 1 Welke van volgende formules stemt overeen met magnesiumchloriet? MgCl Mg(ClO 2 ) 2 Mg(ClO 3 ) 2 Mg3(ClO 3 ) 2 Optie A: Hier is wat kennis over het periodiek systeem der elementen
Nadere informatieBepaling van ammoniakale stikstof door destillatie en titratie
Bepaling van ammoniakale stikstof door destillatie en titratie januari 2005 1/6 WAC/III/E/022 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 3 4 MATERIAAL... 3 4.1 MATERIAAL... 3 5 REAGENTIA
Nadere informatieOefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1
Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde
Nadere informatie38 e Nationale Scheikundeolympiade
8 e Nationale Scheikundeolympiade Rijksuniversiteit Groningen THEORIETOETS correctievoorschrift dinsdag juni 207 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in totaal 4 deelvragen. Gebruik voor elke opgave
Nadere informatiePotentiometrische bepaling van opgelost en zuur milieu oplosbare sulfiden
Potentiometrische bepaling van opgelost en zuur milieu oplosbare sulfiden februari 2010 Pagina 1 van 8 WAC/III/C/040 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 DEFINITIES... 3 3 PRINCIPE... 3 4 MONSTERVOORBEHANDELING...
Nadere informatieChemisch rekenen, zo doe je dat!
1 Chemisch rekenen, zo doe je dat! GOE Opmerkingen vooraf: 1. Belangrijke schrijfwijzen: 100 = 10 2 ; 1000 = 10 3, enz. 0,1 = 1/10 = 10-1 ; 0,001 = 1/1000 = 10-3 ; 0,000.000.1 = 10-7, enz. gram/kg = gram
Nadere informatieHoofdstuk 8. Redoxreacties. Chemie 6 (2u)
Hoofdstuk 8 Redoxreacties Chemie 6 (2u) Deze slides voor de lesbegeleiding worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te kunnen dienen. Oxidatie / Reductie
Nadere informatieHet is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.
Lyceum Oudehoven Hoefslag 4 4205 NK Gorinchem Schoolexamen Leerjaar: 4 Vak: Scheikunde Datum: 26-06-2013 Tijd: 13.00 14.30 uur Uitdelen: opgavenvellen + proefwerkpapier Toegestaan: rekenmachine, potlood,
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN 9789077423875, 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 10 Concentratie bladzijde 1
Hoofdstuk 10 Concentratie bladzijde 1 Opgave 1 rekenformule: c(b) = ------- toepassen: n B V opl. Bereken de analytische concentratie (mol/l) in elk van de volgende oplossingen: a 5,00 mol NaCl in 5,00
Nadere informatiePotentiometrische bepaling van opgelost en in zuur milieu oplosbare sulfiden
Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water Potentiometrische bepaling van opgelost en in zuur milieu oplosbare sulfiden Versie oktober 2016 WAC/III/C/040 Inhoud INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED
Nadere informatie5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren of zwakke basen
Opmerking: We gaan ervan uit, dat bij het mengen van oplossingen geen volumecontractie optreedt. Bij verdunde oplossingen is die veronderstelling gerechtvaardigd. 5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren
Nadere informatie