Gedragsbeïnvloeding van automobilisten bij confrontatie met voorrangsvoertuigen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gedragsbeïnvloeding van automobilisten bij confrontatie met voorrangsvoertuigen"

Transcriptie

1 Gedragsbeïnvloeding van automobilisten bij confrontatie met voorrangsvoertuigen

2

3 Gedragsbeïnvloeding van automobilisten bij confrontatie met voorrangsvoertuigen Een simulatoronderzoek naar het effect van early warning, het geven van gedragsadviezen en het rijgedrag van het voorrangsvoertuig Instituut Fysieke Veiligheid Postbus HA Arnhem T F info@ifv.nl

4 Colofon Titel: Titel project: Gedragsbeïnvloeding van automobilisten bij confrontatie met voorrangsvoertuigen. Een simulatoronderzoek naar het effect van early warning, het geven van gedragsadviezen en het rijgedrag van het voorrangsvoertuig. Weggebruikers en voorrangsvoertuigen, elkaar tegemoet komen Datum: 20 februari 2013 Status: Definitief rapport Versie: 2.0 Projectnummer: 431N1205 Auteurs: mw. drs. K. Groenewegen - ter Morsche mw. ing. N. Oberijé mw. M.E.M. Snijders BSc Projectleider: mw. drs. K. Groenewegen - ter Morsche Overige leden projectteam: ing. R.P. van den Dikkenberg MCDm dhr. K. Nijman dhr. W.F. van Rossum BPM mw. G.J. Wolfs Met medewerking van: dhr. J. Fuselier dhr. R. Hubers mw. dr. ing. M. Kobes mw. drs. C. Mertens dhr. M. Veldhuis Review: Eindverantwoordelijk: Opdrachtgever: Contactpersoon: Adviescommissie: Klankbordgroep: Met dank aan: mw. K. Duivenvoorden MSc, SWOV dhr. dr. D. de Waard, Rijksuniversiteit Groningen dhr. W. Vermeulen, Rijkswaterstaat dhr. dr. ir. J.G. Post, IFV dhr. W. Beckmann MEd (Manager Brandweeracademie) Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding dhr. ing. P. Verhage MCDm mw. K. Duivenvoorden MSc, SWOV dhr. dr. B. Kappé, SimBear dhr. dr. D. de Waard, Rijksuniversiteit Groningen dhr. H. van Dijk, NVBR dhr. D.D. van Dijken, Strategische Beleidsgroep Verkeer Politie dhr. drs. A. Hage, Ministerie van Infrastructuur en Milieu dhr. W. Gruijters, Ambulancezorg Nederland dhr. A. Steenvoorden, politie Zuid-Holland Zuid dhr. M. Straathof, ANWB dhr. drs. W. Vermeulen, Rijkswaterstaat ANWB ACM-opleidingen Green Dino Troned 2 INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID

5 Managementsamenvatting In opdracht van de Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding (LFR) en gefinancierd door het Ministerie van Veiligheid en Justitie is in 2011/2012 een verkennend onderzoek uitgevoerd naar het huidige en gewenste gedrag van automobilisten bij confrontatie met voorrangsvoertuigen. Uit het onderzoek is gebleken, dat het gedrag van bestuurders van een personenvoertuig in een aantal gevallen de doorstroming van het voorrangsvoertuig belemmert. Ook, en wellicht belangrijker nog, is gebleken, dat bestuurders van personenvoertuigen zichzelf in gevaar brengen door hun reactie op het naderende voorrangsvoertuig. Het gaat hierbij met name om acties als het plotseling remmen of het uitwijken naar een gevaarlijke plaats, bijvoorbeeld een zachte berm. Om dit gedrag te verbeteren is een aantal voorlopige gedragsadviezen ten behoeve van bestuurders van personenvoertuigen opgesteld. Als vervolg op dit verkennende onderzoek heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie de Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding (LFR) opdracht gegeven om inzicht te verkrijgen in factoren die het gedrag van bestuurders van personenvoertuigen kunnen beïnvloeden bij een confrontatie met een voorrangsvoertuig. Dit onderzoek is uitgevoerd door het IFV en maakt onderdeel uit van het project Weggebruikers en voorrangsvoertuigen, elkaar tegemoet komen. Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van een rijsimulator. Hiermee is inzicht verkregen in het effect van het geven van een vroegtijdige waarschuwing (early warning), het geven van gedragsadviezen en de invloed van het rijgedrag van het voorrangsvoertuig. De onderzoeksvragen en de bijbehorende conclusies en aanbevelingen zijn hieronder weergegeven. Onderzoeksvraag 1: Welk effect heeft early warning op het gedrag van bestuurders van personenvoertuigen bij een confrontatie met een voorrangsvoertuig? Een early warningsysteem, dat de weggebruiker waarschuwt voor een naderend voorrangsvoertuig, lijkt binnen de in het experiment gekozen scenario s vooral effectief bij verkeerssituaties waarbij sprake is van het onverwacht verschijnen van een voorrangsvoertuig in het verkeersbeeld. Dit geldt met name voor de verkeersveiligheid en de beleving van de deelnemers. Door het early warningsysteem wordt, in het scenario waarbij sprake is van een verrassingseffect van het voorrangsvoertuig, vaker een veilige oplossing gekozen bij de confrontatie met een voorrangsvoertuig. Ook wordt een kruispunt met een lagere snelheid benaderd als er vlak daarvoor een waarschuwing voor een voorrangsvoertuig is afgegeven. Door de vroegtijdige waarschuwing zijn er minder aanrijdingen als gevolg van de plotseling verschijnende ambulance. Ook zijn de deelnemers met early warning meer tevreden over hun eigen rijgedrag en dat van de ambulance. In de scenario s met een minder groot verrassingseffect (scenario B. Provinciale weg en scenario C. Kruispunt rood licht) is geen duidelijk effect van het early warningsysteem gevonden. Onderzoeksvraag 2: Welk effect heeft het geven van gedragsadviezen aan bestuurders van personenvoertuigen op hun gedrag bij een confrontatie met een voorrangsvoertuig? Het geven van gedragsadviezen lijkt vooral effectief bij verkeerssituaties waarbij er voldoende tijd en mogelijkheid is om een oplossingsrichting te kiezen. Zo is er in de scenario s waarbij er voldoende tijd is om een keuze voor een oplossing te maken, meer doorstromingsbevorderend gedrag te zien. In het scenario waarbij de ambulance INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 3

6 plotseling verschijnt is dit niet het geval. Desalniettemin heeft het geven van de gedragsadviezen in alle scenario s geleid tot veiliger rijgedrag van de weggebruiker. De meest onthouden gedragsadviezen zijn door de deelnemers zeer goed opgevolgd waardoor onveilige gedragingen als het rijden door rood licht en het uitwijken naar de berm op snelheid niet of nauwelijks voorkwamen. Met name bij de scenario s waarin de deelnemer voldoende tijd had om een oplossing te kiezen zijn de deelnemer met gedragsadviezen veel meer tevreden over het eigen gedrag. De deelnemers zijn enthousiast over het ontvangen van de adviezen en vinden het meerwaarde hebben bij de confrontatie met een voorrangsvoertuig. Wel is duidelijk dat er niet teveel adviezen tegelijk gegeven moeten worden, en ook dat er situaties zijn waarin er te weinig tijd of ruimte is om ze op te volgen. Op welke wijze de adviezen het beste kunnen worden gegeven en hoe ze het beste onthouden blijven, is in dit onderzoek niet aan de orde geweest en vraagt nader onderzoek. Onderzoeksvraag 3: Welk effect heeft het rijgedrag van de bestuurder van een voorrangsvoertuig op het gedrag van bestuurders van personenvoertuigen bij een confrontatie met een voorrangsvoertuig? Het is duidelijk dat gedrag van automobilisten wordt beïnvloed door gedrag van anderen. Uit het onderzoek is gebleken dat het rijgedrag (terughoudend of assertief) van het voorrangsvoertuig invloed heeft op de veiligheid van en doorstroming bij de verschillende verkeerssituaties. Het is niet mogelijk een algemene conclusie te trekken over het effect van het rijgedrag van de bestuurder van een voorrangsvoertuig, aangezien de onderzochte gedragingen zeer verschillend waren. Voor de situatie bij het kruispunt met groen licht geldt dat het terughoudende rijgedrag bevorderlijk was voor zowel de verkeersveiligheid als voor de doorstroomtijd van de ambulance. Ook wisten deelnemers in dit scenario beter wat ze moesten doen en kon men beter inschatten wat de ambulance ging doen. Op de provinciale weg, waarbij de ambulance in de groep met terughoudend rijgedrag van het voorrangsvoertuig minder dicht oprijdt dan in de controlegroep is er geen verschil in de veiligheid en doorstroming van de gekozen oplossingsrichting en beleving van de deelnemers. Op het kruispunt met het rode licht probeert de ambulance in de groep met het terughoudende rijgedrag middendoor te rijden. In de controlegroep neemt de ambulance de vrije baan. De keuze om middendoor te rijden levert in dit scenario onveiligere verkeerssituaties op. Ook is de gekozen oplossing minder vaak doorstromingsbevorderend dan in de controlegroep. Er is geen verschil in de beleving van de deelnemers voor wat betreft het eigen rijgedrag en dat van de ambulance. Conclusies Het blijkt niet eenvoudig te zijn om interventies te implementeren die in alle situaties alleen maar voordelen hebben. Geconcludeerd kan worden dat early warning vooral effectief lijkt bij verkeerssituaties waarbij sprake is van het onverwacht verschijnen van een voorrangsvoertuig in het verkeersbeeld. Gedragsadviezen daarentegen lijken erg effectief bij verkeerssituaties waarbij er voldoende tijd en mogelijkheid is om een oplossingsrichting te kiezen. Naar verwachting zal een combinatie van early warning en gedragsadviezen dan ook tot een optimaal resultaat leiden. De combinatie van deze twee interventies is in dit onderzoek echter niet nader onderzocht. De situaties die onderzocht zijn met betrekking tot het rijgedrag van het voorrangsvoertuig geven een wisselend beeld. Het blijkt dat een terughoudend rijgedrag soms doorstromingsbevorderend kan werken en op andere momenten doorstromingsbelemmerend. Ditzelfde geldt voor de veiligheid en de beleving van het rijgedrag door de automobilisten. Wel lijkt het erop dat, wanneer de ambulance zich zo 4 INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID

7 gedraagt dat de weggebruiker zoveel mogelijk zijn normale weg en routine kan vervolgen (door bijvoorbeeld de vrije baan te nemen of zich bij onoverzichtelijke situaties afwachtend op te stellen), dit positief is voor de veiligheid en de doorstroming. Voorspelbaarheid van zowel het gedrag van de bestuurder van het voorrangsvoertuig als van de weggebruiker en het wederzijds rekening houden met elkaar bevorderen een veilige en vlotte doorstroming. Aanbevelingen Op basis van het onderzoek worden de volgende aanbevelingen gedaan: 1. Doe onderzoek naar de effectiviteit en randvoorwaarden van specifieke early warningsystemen Uit het onderzoek is gebleken dat de invoering van een systeem dat vroegtijdig waarschuwt in bepaalde situaties van meerwaarde lijkt te zijn. Het betrof echter een onderzoek naar het principe van early warning, niet naar daadwerkelijke systemen. Er zijn verschillende early warningsystemen op de (inter)nationale markt. Of deze effectief zijn is nog niet bekend. Het is daarom aan te bevelen om, voordat een (landelijk of Europees) systeem wordt ingevoerd, onderzoek te doen naar de effectiviteit en randvoorwaarden van de verschillende systemen zodat een optimaal early warningsysteem gekozen wordt. Daarbij heeft een combinatie van simulatoronderzoek en praktijkonderzoek de voorkeur, zodat enerzijds identieke situaties onderzocht kunnen worden, en anderzijds de ecologische validiteit gewaarborgd is. 2. Informeer de weggebruiker over hoe om te gaan met voorrangsvoertuigen Het geven van gedragsadviezen lijkt in elk geval op korte termijn - veel effect te hebben op het gedrag dat automobilisten vertonen als zij geconfronteerd worden met een voorrangsvoertuig, zowel op veiligheid als doorstroming. Daarom wordt aanbevolen om een communicatiestrategie te ontwikkelen om zowel huidige als toekomstige automobilisten in Nederland op eenduidige wijze te informeren over de wijze waarop zij een voorrangsvoertuig goed en veilig voor kunnen laten gaan. Hiermee kan de voorspelbaarheid van het gedrag van automobilisten toenemen. Een noodzakelijk onderdeel daarvan is meer aandacht voor omgaan met voorrangsvoertuigen in de rijopleiding. Een voorwaarde daarvoor is wel dat de verschillende diensten overeenstemming bereiken over gewenst gedrag van de weggebruiker. 3. Doe onderzoek naar de effectiviteit van de combinatie van het invoeren van een early warningsysteem met het informeren van de weggebruiker. Het blijkt niet eenvoudig te zijn om interventies te implementeren die in alle situaties alleen maar voordelen hebben. Er moet daarom steeds een goede afweging worden gemaakt tussen de mogelijke voor- en nadelen van interventies. De verwachting is dat vooral een combinatie van het invoeren van een early warningsysteem in combinatie met het informeren van de weggebruiker over gewenst en ongewenst gedrag bij confrontatie met een voorrangsvoertuig effectief kan zijn. In het huidige onderzoek is deze combinatie niet onderzocht. Aanbevolen wordt om ook deze combinatie nader te onderzoeken middels goed geëvalueerde praktijkstudies. INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 5

8 4. Streef naar meer voorspelbaarheid van het gedrag van voorrangvoertuigen. Uit het onderzoek is gebleken dat het rijgedrag van het voorrangsvoertuig invloed heeft op de het gedrag van de automobilist en de veiligheid van de verschillende verkeerssituaties. Gebleken is dat per situatie afgewogen zal moeten worden wat de juiste handelingswijze van een voorrangsvoertuig is. Daarbij hoeft een terughoudend rijgedrag niet altijd te leiden tot een lagere doorstroming, en hoeft een assertief rijgedrag niet altijd te leiden tot een grotere verkeersonveiligheid. In het onderzoek zijn verschillende gedragingen getest. Geadviseerd wordt om eenduidige en multidisciplinaire afspraken vast te leggen over welk rijgedrag in bepaalde situaties de voorkeur heeft, en dit te communiceren zowel binnen de hulpverleningsdisciplines als ook richting de automobilisten, zodat een weggebruiker beter in staat is hier op te anticiperen. 5. Nader onderzoek naar reacties op verschillende soorten voorrangsvoertuigen. Het huidige onderzoek heeft voor het type voorrangsvoertuig gebruik gemaakt van een ambulancevoertuig. Het is niet uit te sluiten dat verkeersdeelnemers op andere typen voorrangsvoertuigen anders zullen reageren. Aanbevolen wordt nader onderzoek te doen naar de verschillen tussen reacties van weggebruikers op de verschillende soorten voorrangsvoertuigen, om op deze manier de resultaten van het huidige onderzoek in een bredere context te kunnen plaatsen. 6 INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID

9 Inhoud Managementsamenvatting 3 1 Inleiding Achtergrond en aanleiding Doelstelling Onderzoeksvragen Afbakening 9 2 Onderzoeksopzet Afhankelijke en onafhankelijke variabelen Manipulaties Overige variabelen Basisopzet simulatoronderzoek Modellering voorrangsvoertuig Gebruikte rijsimulator Voorkomen van simulatorziekte Route in simulator Modellering scenario A. Kruispunt groen licht Modellering scenario B. Provinciale weg Modellering scenario C. Kruispunt rood licht Meetinstrumenten Uitvoering testen Uitvoering analyse 39 3 Gedragsbeïnvloeding van automobilisten via early warning Resultaten scenario A. Kruispunt groen licht Resultaten scenario B. Provinciale weg Resultaten scenario C. Kruispunt rood licht Oordeel over early warning door deelnemers 51 4 Gedragsbeïnvloeding van automobilisten via gedragsadviezen Resultaten scenario A. Kruispunt groen licht Resultaten scenario B. Provinciale weg Resultaten scenario C. Kruispunt rood licht Oordeel over gedragsadviezen door deelnemers 65 5 Gedragsbeïnvloeding van automobilisten via terughoudend rijgedrag van het voorrangsvoertuig Resultaten scenario A. Kruispunt groen licht Resultaten scenario B. Provinciale weg Resultaten scenario C. Kruispunt rood licht 75 6 Analyse en discussie Analyse gedragsbeïnvloeding met een early warningsysteem Analyse gedragsbeïnvloeding via het geven van gedragsadviezen Analyse gedragsbeïnvloeding via het rijgedrag van het voorrangsvoertuig Discussie 81 7 Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen 86 INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 7

10 Bijlagen 91 Bijlage 1 Definities afhankelijke variabelen 93 Bijlage 2 Uitgeschreven tekst gedragsadviezen 99 Bijlage 3 Kort verslag geluidstesten ambulance 101 Bijlage 4 Beschrijving tussenliggende scenario s 103 Bijlage 5 Hypothesen 105 Bijlage 6 Intakevragenlijst 117 Bijlage 7 Observatieformulier 119 Bijlage 8 Exitvragenlijst 123 Bijlage 9 Kenmerken van de deelnemers 131 Bijlage 10 Resultaten statistische toetsen INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID

11 1 Inleiding 1.1 Achtergrond en aanleiding In opdracht van de Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding (LFR) en gefinancierd door het Ministerie van Veiligheid en Justitie is in 2011/2012 een verkennend onderzoek uitgevoerd naar het huidige en gewenste gedrag van automobilisten bij confrontatie met voorrangsvoertuigen. Uit het onderzoek is gebleken, dat het gedrag van bestuurders van een personenvoertuig in een aantal gevallen de doorstroming van het voorrangsvoertuig belemmert. Ook, en wellicht belangrijker nog, is gebleken, dat bestuurders van personenvoertuigen zichzelf in gevaar brengen, door hun reactie op het naderende voorrangsvoertuig. Het gaat hierbij met name om acties als het plotseling remmen of het uitwijken naar een gevaarlijke plaats, bijvoorbeeld een zachte berm. Om dit gedrag te verbeteren is een aantal voorlopige gedragsadviezen ten behoeve van bestuurders van personenvoertuigen opgesteld. Naar aanleiding van dit verkennende onderzoek heeft de LFR aan het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV, destijds nog Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV) geheten) gevraagd om een vervolgonderzoek uit te voeren naar gedragsbeïnvloeding van bestuurders van personenvoertuigen. 1.2 Doelstelling Het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in factoren die het gedrag van bestuurders van personenvoertuigen kunnen beïnvloeden bij een confrontatie met een voorrangsvoertuig, teneinde aanknopingspunten te vinden voor manipulaties om het rijgedrag van automobilisten bij naderende voorrangsvoertuigen te verbeteren. 1.3 Onderzoeksvragen Ten behoeve van het onderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 1. Welk effect heeft het geven van gedragsadviezen aan bestuurders van personenvoertuigen op hun gedrag bij een confrontatie met een voorrangsvoertuig? 2. Welk effect heeft het rijgedrag van de bestuurder van een voorrangsvoertuig op het gedrag van bestuurders van personenvoertuigen bij een confrontatie met een voorrangsvoertuig? 3. Welk effect heeft early warning op het gedrag van bestuurders van personenvoertuigen bij een confrontatie met een voorrangsvoertuig? Een voorrangsvoertuig is een motorvoertuig dat in gebruik is bij hulpdiensten en optische- en geluidssignalen voert om aan te geven dat er een dringende taak vervuld wordt. Onder early warning wordt verstaan het geven van een waarschuwing aan de weggebruiker nog vóór de optische- en geluidssignalen van het voorrangsvoertuig waar te nemen zijn. Hiervoor zijn verschillende methoden denkbaar en enkele zijn ook al, in de testfase, ontwikkeld. Met het geven van gedragsadviezen wordt bedoeld het geven van tips en adviezen aan automobilisten voor hun rijgedrag bij een confrontatie met een voorrangsvoertuig. Deze gedragsadviezen vloeien voort uit eerder onderzoek (Groenewegen, Van den Dikkenberg, Van Rossem & Bangoer, 2012). Onder het rijgedrag van de bestuurder van een voorrangsvoertuig worden die gedragingen verstaan die een bestuurder van een voorrangsvoertuig uitvoert om het voorrangsvoertuig snel en veilig door het verkeer te bewegen. 1.4 Afbakening In het verkennende onderzoek dat aan dit onderzoek voorafging is het gedrag van alle automobilisten beschouwd in relatie tot naderende voorrangsvoertuigen. Het huidige onderzoek heeft zich toegespitst op het gedrag van bestuurders van personenauto s bij een confrontatie met een voorrangsvoertuig. De reden hiervoor is, dat uit het verkennende onderzoek is gebleken, dat met name bij deze doelgroep de grootste problemen met doorstroming en verkeersveiligheid optreden. INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 9

12 Het onderzoek is niet gericht op de wijze waarop gedragsadviezen het beste gegeven kunnen worden. Het onderzoek is puur gericht op het mogelijke effect van deze adviezen, vooropgesteld dat ervoor gezorgd is dat de bestuurders van de personenauto s de boodschap goed hebben ontvangen en hebben begrepen. Hetzelfde geldt voor het early warningsysteem. Er is niet onderzocht welk systeem het beste werkt en wat hier voor- en nadelen van zijn. Er is gekozen voor een (niet merkgebonden) systeem waarbij de waarneembaarheid en interpreteerbaarheid zo optimaal mogelijk is. Het gaat immers om de vraag wat een vroegtijdige waarschuwing doet met het gedrag van automobilisten, niet welk systeem de boodschap het beste overbrengt. Ook het gedrag van de voorrangsvoertuigbestuurder is beperkt tot een tweetal gedragingen. Deze zijn in overleg met deskundigen 1 op het gebied van gedrag van voorrangsvoertuigen samengesteld. Het gaat hierbij om een terughoudende variant en een assertieve variant. 1 De gedragingen zijn vastgesteld in de discussiebijeenkomsten, welke een ander deelproject vormen in het gehele project. Aan de discussiebijeenkomsten namen deel: Academie voor Ambulancezorg, ACM opleidingen, Bocas, Brandweer Kennemerland, Politieacademie, KLPD, en eindgebruikers van brandweer, politie en ambulance. 10 INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID

13 2 Onderzoeksopzet Met behulp van een rijsimulator is onderzoek gedaan naar het effect van het geven van vroegtijdige waarschuwing (early warning), het geven van gedragsadviezen en de invloed van het rijgedrag van het voorrangsvoertuig. De deelnemers aan het onderzoek reden een rit in de simulator en kwamen drie maal een voorrangsvoertuig tegen. Van deze confrontaties zijn gegevens vastgelegd. Ook is de deelnemers naar hun beleving gevraagd. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de onderzochte variabelen, de gebruikte simulator, de opzet van het simulatoronderzoek, de ontwikkelde scenario s en de uitvoering van de testen. 2.1 Afhankelijke en onafhankelijke variabelen In het onderzoek zijn verschillende variabelen beschouwd. Het gaat om een groot aantal afhankelijke variabelen en drie onafhankelijke variabelen (manipulaties). De onafhankelijke variabelen zijn de eerder genoemde drie manipulaties, namelijk Early Warning (EW), gedragsadviezen (GA) en terughoudend rijgedrag van het voorrangsvoertuig (RV). De onafhankelijke variabelen worden in de rest van dit rapport manipulaties genoemd. De afhankelijke variabelen zijn de variabelen waarmee gemeten wordt of de manipulaties invloed gehad hebben. Vanwege het grote aantal variabelen is de nadere beschrijving van deze variabelen opgenomen in bijlage 1. Hieronder zijn deze variabelen alleen kort genoemd. Hierbij is een onderverdeling gemaakt in vier categorieën: 1. rijgedrag; 2. veiligheid; 3. doorstroming; 4. beleving. Binnen de categorie rijgedrag vallen variabelen die betrekking hebben op het feitelijke rijgedrag in de betreffende situatie: het gaat hierbij om de gekozen oplossing bij het passeren van het voorrangsvoertuig (bijvoorbeeld uitwijken naar een parkeerhaven of stoppen om het voorrangsvoertuig voor te laten gaan) en daarmee samenhangende variabelen zoals de maximale remkracht, de minimale afstand die tot het voorrangsvoertuig wordt aangehouden, de maximale stuurhoek en de maximale stuursnelheid bij eventueel uitwijken voor het voorrangsvoertuig, het richting aangeven, de naderingssnelheid en de gemiddelde deceleratie bij het naderen van het kruispunt en de rijsnelheid en eventuele overschrijding van de snelheidslimiet. Binnen de categorie veiligheid vallen de variabelen die betrekking hebben op de veiligheid van het vertoonde rijgedrag: het gaat hierbij om de time to collision met het voorrangsvoertuig en overig verkeer, aanrijdingen, aard van de aanrijdingen en de mate waarin de gekozen oplossing veilig of onveilig is. Binnen de categorie doorstroming vallen variabelen die betrekking hebben op de doorstroming van het voorrangsvoertuig, zoals de doorstroomtijd van het voorrangsvoertuig en de mate waarin de gekozen oplossing doorstromingsbevorderend of belemmerend is. Binnen de categorie beleving vallen variabelen die betrekking hebben op de beoordeling van het eigen rijgedrag, het gedrag van het voorrangsvoertuig en de beoordeling van de interventie (early warning en gedragsadviezen). Hoewel de variabelen onderverdeeld zijn in bovenstaande vier categorieën wordt hiermee niet bedoeld dat de variabelen die onder dezelfde categorie hangen ook als één construct beschouwd moeten worden, in die zin dat getoetst is of zij samenhangen. In figuur 1 is een overzicht opgenomen van de drie manipulaties en de verschillende afhankelijke variabelen. De hypothesen per scenario zijn weergegeven in paragraaf 2.9 tot en met INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 11

14 Figuur 1. Overzicht van manipulaties en afhankelijke variabelen 2.2 Manipulaties Er is sprake van een drietal manipulaties. Deze worden in deze paragraaf nader uitgewerkt. Early warning systeem Op basis van eerder onderzoek (Lenné, Mulvihill, Regan, Triggs, Corben, Verdoorn, & Hoareau, 2008) wordt verwacht dat door een early warningsysteem automobilisten eerder geattendeerd worden op de aanwezigheid van een voorrangsvoertuig en daardoor eerder reageren op een naderend voorrangsvoertuig. Doordat zij meer tijd hebben om mogelijke alternatieven te beschouwen zullen zij naar verwachting ook een betere oplossing kiezen dan verkeersdeelnemers zonder een early warning systeem. Onder een betere oplossing wordt hier verstaan een oplossing die beter is voor de verkeersveiligheid en beter is voor de doorstroming van het voorrangsvoertuig. Om het effect van vroegtijdige waarschuwing op de interactie tussen weggebruiker en voorrangsvoertuig te bepalen, is in de simulator een early warningsysteem ingebouwd. In Nederland zijn momenteel diverse systemen in ontwikkeling voor vroegtijdige waarneming. Deze systemen werken bijvoorbeeld via een geluid op de radio, een lampje in de auto of een waarschuwing via het navigatiesysteem. Het doel van dit onderzoek is niet om specifieke producten te testen, maar het principe van vroegtijdige waarschuwing, met andere woorden: wat het effect is áls iemand vroegtijdig gewaarschuwd wordt. 12 INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID

15 Daarom is niet gekozen voor een bestaand systeem, maar is een productonafhankelijk early warningsysteem ontwikkeld dat zo duidelijk mogelijk is. Er is gekozen voor een combinatie van een auditief en visueel signaal. Het auditieve signaal bestond uit de ingesproken boodschap pas op, ambulance (zie ook paragraaf 2.5 voor de keuze voor de ambulance in de operationalisatie van het voorrangsvoertuig). Het visuele signaal bestond uit de tekst Pas op! Ambulance in blauwe letters midden op het scherm van de simulator. De duur van het early warning signaal was twee seconden. Het afgaan van het early warningsysteem is automatisch ingesteld, waardoor dit signaal voor iedere deelnemer op dezelfde manier en hetzelfde moment af ging, namelijk zodra het voorrangsvoertuig de verkeersdeelnemer tot op een afstand van 250 meter (hemelsbreed) genaderd was. In figuur 2 is een afbeelding opgenomen van het visuele early warning signaal in de rijsimulator. 2 Figuur 2. Voorbeeld early warning in rijsimulator Om achteraf vast te stellen of deelnemers ook bewust het early warningsignaal hebben waargenomen, is dit gevraagd in de exitvragenlijst. Gedragsadviezen Uit eerder onderzoek is gebleken dat automobilisten weinig leren in hun rijopleiding over het omgaan met voorrangsvoertuigen in het verkeer. In het verkennende onderzoek (Groenewegen et al., 2012) zijn tien voorlopige (inhoudelijke) gedragsadviezen geformuleerd: 1. Kijk regelmatig in je spiegels en zorg dat je oplet tijdens het rijden. 2. Blijf kalm en raak niet in paniek als je een voorrangsvoertuig waarneemt. 3. Denk na wat je gaat doen en anticipeer tijdig. 2 Het reclamebord is groter dan gebruikelijk in de werkelijkheid. Dit is bewust gedaan om op deze manier een afschermende werking te creëren, waardoor de ambulance die van links naderde niet direct in beeld zou komen. Hoewel deze situatie niet helemaal realistisch aandoet, wordt hiermee bereikt dat er een onderscheid te maken is tussen de situatie met early warning en zonder early warning. Zie ook de beschrijving van scenario A in paragraaf 2.9. INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 13

16 4. Wees voorspelbaar: laat merken dat je het voorrangsvoertuig hebt opgemerkt en geef aan wat je gaat doen. 5. Maak ruimte zodra het kan. 6. Blijf rijden en volg je weg als je geen ruimte kunt maken. 7. Als er een baan vrij is, laat deze dan vrij. 8. Ga niet plotseling remmen. 9. Wijk niet uit naar gevaarlijke plaatsen, zoals de berm, en rijd geen kruispunt op bij rood licht. 10. Overtreed in principe geen verkeersregels. Automobilisten vertonen zowel impulsief, onbewust gedrag als reflectief gedrag, waar met name bewuste gedragsdeterminanten aan ten grondslag liggen. Beide zijn via campagnes te beïnvloeden. Aan reflectief, bewust gedrag ligt altijd een gedragsintentie ten grondslag. Door deze gedragsintentie zijn mensen intrinsiek gemotiveerd om het gewenste gedrag uit te voeren (Renes, Van den Putte, Van Breukelen, Loef, Otte & Wennekers, 2011). De verwachting is dat mensen van nature intrinsiek gemotiveerd zijn om voorrangsvoertuigen voor te laten gaan. Wel kan het zo zijn dat mensen met een gewenste gedragsintentie (het voorrangsvoertuig veilig en snel voor laten gaan) het gewenste gedrag niet vertonen. Dit kan bijvoorbeeld beïnvloed worden door gebrek aan competenties (zoals rijvaardigheid) of gelegenheid. Er zijn verschillende manieren om gedrag te beïnvloeden. De beïnvloeding gebeurt in dit project vooral via kennisoverdracht, bewustwording, het bieden van handelingsperspectief en het stellen van de sociale norm (Renes et al., 2011). Om te onderzoeken in hoeverre automobilisten middels gedragsadviezen beïnvloed kunnen worden, heeft één van de onderzoeksgroepen vooraf gedragsadviezen/tips voor automobilisten ontvangen. De basis hiervoor waren bovenstaande gedragsadviezen. Net als in de manipulatie early warning, lag hier niet de focus op het testen van verschillende communicatiestrategieën of boodschappen, maar om het principe of mensen, áls aan hen verteld is wat gewenst gedrag is en zij dit hebben onthouden, zij ook daadwerkelijk anders reageren. Voor het simulatoronderzoek is besloten enkele gedragsadviezen te onderzoeken, daarom zijn de tien adviezen op aanraden van prof. dr. Van Baaren, hoogleraar Gedragsbeïnvloeding aan de Radboud Universiteit Nijmegen, gecomprimeerd tot drie hoofdadviezen. Dit heeft geleid tot de gedragsadviezen genoemd in figuur Veiligheid staat voorop: Houd u aan de verkeersregels: o rij niet door rood en o rij niet harder dan de toegestane snelheid. Wijk niet uit naar een gevaarlijke plaats, zoals o een zachte berm of o een fietspad 2. Maak ruimte zodra dit veilig kan: kan dit niet, dan zoekt het voertuig zelf zijn weg is een baan vrij, laat deze vrij 3. Maak duidelijk wat u gaat doen: geef richting aan ga niet plotseling remmen Figuur 3. Verstrekte gedragsadviezen 14 INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID

17 Deze adviezen zijn gecommuniceerd in een 3 minuten durende video-instructie voorafgaand aan de test. In de video-instructie 3 werden de gedragsadviezen in beeld en geluid weergegeven, met tussendoor filmpjes met voorbeelden van gewenst en ongewenst gedrag. De uitgeschreven tekst van de video-instructie is opgenomen in bijlage 2. Indien een deelnemer hier behoefte aan had, kon deze het filmpje nogmaals bekijken. Eén deelnemer heeft hier gebruik van gemaakt, de overige deelnemers hebben het filmpje eenmalig bekeken. Na de simulatorrit is een manipulatiecheck uitgevoerd. Hiertoe is in de exitvragenlijst gevraagd om de gedragsadviezen op te noemen. Deze manipulatiecheck is extra relevant indien blijkt dat deelnemers in de confrontaties met het voorrangsvoertuig gedrag hebben vertoond dat niet overeenkomt met de gedragsadviezen. De manipulatiecheck geeft dan inzicht of de deelnemers de adviezen niet onthouden hebben, of dat ze deze nog wel weten maar toch ander gedrag hebben vertoond. Verder is aan de deelnemers zelf gevraagd of zij de gedragsadviezen hebben opgevolgd, en zo niet, waarom niet. Benadrukt moet worden dat het uitsluitend gaat om een gedragsinstructie vlak voor de simulatorrit. Voor een blijvende gedragsverandering is een stapsgewijze aanpak nodig, waarbij het gaat om de voorbereiding op het gedrag, de initiële actie en vervolgens om het gewenste gedrag vol te houden (Renes et al., 2011). Rijgedrag voorrangsvoertuig Uit het verkennende onderzoek (Groenewegen et al., 2012) is gebleken, dat er grote verschillen zijn in het rijgedrag van bestuurders van voorrangsvoertuigen in vergelijkbare situaties. Binnen de verschillende brancheorganisaties van voorrangsvoertuigdisciplines (o.a. politie, brandweer, ambulances) bestaat er geen eenduidigheid omtrent de verschillende typen rijgedrag en het gewenste gedrag dat chauffeurs van voorrangsvoertuigen zouden moeten vertonen. Dit betekent dat in de praktijk de vertoonde typen rijgedrag per situatie, branche en regio verschillen. Bovendien bestaat er geen overeenstemming over de benaming van de vertoonde typen rijgedrag. Wel blijkt er behoefte aan onderzoek naar met name de effecten van enerzijds een rijgedrag waarbij de bestuurder van het voorrangsvoertuig duidelijk zijn plaats op de weg claimt en anderzijds een rijgedrag waarbij de bestuurder van het voorrangsvoertuig afwacht tot het overige verkeer ruimte maakt voor het voorrangsvoertuig. In dit onderzoek wordt het rijgedrag van de bestuurders van het voorrangsvoertuig als volgt gedefinieerd: 1. Assertief rijgedrag: De chauffeur van het voorrangsvoertuig onderneemt actie om zichzelf als voertuig kenbaar te maken voor het overige wegverkeer. Vervolgens voert de chauffeur rijhandelingen uit, waarmee het voorrangsvoertuig actief de voorrang bevordert ten opzichte van het overige wegverkeer. 2. Terughoudend rijgedrag: De chauffeur van het voorrangsvoertuig onderneemt actie om zichzelf als voertuig kenbaar te maken voor het overige wegverkeer. Vervolgens wacht de chauffeur af met nieuwe rijhandelingen totdat het overige wegverkeer het voorrangsvoertuig voorrang verleent. In de expertgroep 4, welke voor andere delen van het project was ingericht, is gevraagd naar een indeling en beschrijving van het gedrag in beide typen rijgedrag. Deze expertgroep heeft meegedacht in de bouw van de scenario s en de modellering van het gedrag van het voorrangsvoertuig in de simulator. Bij ieder scenario is door de expertgroep het assertieve rijgedrag en het terughoudende rijgedrag benoemd, hetgeen is opgenomen in de scenariobeschrijvingen in paragraaf 2.7 tot en met Het filmpje met de gedragsadviezen is voor geïnteresseerden op te vragen bij het IFV. 4 Bestaande uit 7 opleidingsinstituten voor de hulpdiensten en eindgebruikers van brandweer, politie en ambulance. INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 15

18 Een bestuurder van een voorrangsvoertuig zal niet altijd hetzelfde rijgedrag volgen. Dit kan sterk afhankelijk zijn van omgevingsfactoren. Wel zal hij vaak een voorkeur hebben voor een assertief of terughoudend rijgedrag en zullen opleiders als basis vaak één van beide typen rijgedrag aanleren. 2.3 Overige variabelen Naast de in paragraaf 2.2 genoemde manipulaties, waarvan het effect gemeten wordt op de in paragraaf 2.1 genoemde afhankelijke variabelen, is er nog een aantal andere variabelen dat mogelijk effect heeft op de afhankelijke variabelen. Het gaat hierbij om: Variabelen die betrekking hebben op algemene kenmerken van de deelnemers, zoals leeftijd, geslacht, opleiding en beroep. Variabelen die betrekking hebben op de kenmerken van verkeersgedrag van de deelnemers. Het gaat hierbij om het aantal jaren dat men het rijbewijs heeft, het land waar men het rijbewijs behaald heeft 5, welke andere rijbewijzen naast het B-rijbewijs men heeft, het aantal kilometers dat per jaar gereden wordt en de frequentie waarmee men voorrangsvoertuigen tegenkomt. Variabelen die betrekking hebben op het beleefde realisme (ecologische validiteit) en betrouwbaarheid van het onderzoek. Hierbij gaat het om de vragen of men verwacht in werkelijkheid op dezelfde manier te reageren, of men vooraf wist dat het onderzoek over voorrangsvoertuigen ging en of men na de eerste confrontatie met het voorrangsvoertuig meer alert hierop was. Daarnaast zijn er nog variabelen die betrekking hebben op de behoefte aan voorlichting en een early warningsysteem. Hierbij wordt gevraagd of men weet hoe men voorrangsvoertuigen snel en veilig voor kan laten gaan en of men behoefte heeft aan voorlichting. Ook wordt gevraagd of men behoefte heeft aan een early warningsysteem. 2.4 Basisopzet simulatoronderzoek Er is voor gekozen het onderzoek op te zetten als rijsimulatoronderzoek. De rijsimulator is geheel geïnstrumenteerd, en wijkt qua bediening niet af van een normale auto. Alleen de rijomgeving, dus dat wat de bestuurder waarneemt door de ramen en spiegels, is gesimuleerd. De keuze voor onderzoek met een simulator is gebaseerd op de wens om het gedrag van groepen automobilisten te onderzoeken in exact dezelfde omstandigheden en op een realistische wijze. Dat is met naturalistische waarneming van verkeerssituaties, vragenlijsten of simulaties op een circuit minder goed mogelijk. Voordelen van het gebruik van een rijsimulator ten opzichte van andere onderzoeksmethoden zijn: er is een goede controle mogelijk over de verkeerssituatie en de wegomgeving, waardoor vergelijking van vertoond rijgedrag van deelnemers beter mogelijk is; het is een veilige omgeving om rijgedrag te onderzoeken, omdat de deelnemer niet in gevaar gebracht wordt door oncontroleerbare situaties; een accurate waarneming van rijgedrag is mogelijk; meetgegevens als remkracht, snelheid en stuurbewegingen zijn kwantificeerbaar; er worden tijd en kosten bespaard ten opzichte van naturalistisch onderzoek; er is een objectiever beeld van rijgedrag dan bij vragenlijstonderzoek waar alleen de intentie van een testpersoon wordt gemeten of het beweert feitelijk gedrag. Naast de genoemde voordelen zijn er ook nadelen aan simulatoronderzoek, waar in de uitvoering en bij het trekken van conclusies rekening mee gehouden moet worden: De mogelijkheid van simulatorziekte van de deelnemers als gevolg van het conflict tussen het visueel waarnemen van bewegingen en het ontbreken van het voelen van de beweging. Wat in de uitvoering van het onderzoek gedaan is om simulatorziekte te voorkomen, is opgenomen in paragraaf Dit in verband met verschillen tussen landen in de rijopleiding waar het gaat om voorrangsvoertuigen. In bijvoorbeeld Duitsland wordt veel meer aandacht besteed aan het omgaan met voorrangsvoertuigen in de rijopleiding. 16 INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID

19 De beperkingen bij de ecologische validiteit en de generaliseerbaarheid van het vertoonde gedrag in de simulator naar het gedrag in de werkelijkheid, omdat de werkelijkheid nooit volledig nagebootst kan worden en loopt in tegenstelling tot de realiteit geen risico op fysieke schade. Daarnaast is het nadeel dat niet alle mogelijk voorkomende situaties kunnen worden getest. Tenslotte is een nadeel de kans dat de testpersonen door krijgen waar de onderzoeker op uit is omdat de gekozen situatie in zekere zin geforceerd is. Om te kunnen onderzoeken wat het effect is van de drie manipulaties (early warning (EW), gedragsadviezen (GA) en het rijgedrag van het voorrangsvoertuig (TR)) zijn de deelnemers verdeeld in vier groepen, namelijk drie interventiegroepen en een controlegroep. De resultaten van de manipulatiegroepen zijn telkens vergeleken met de controlegroep. 6 Uitsluitend de early warninggroep heeft in de rit vroegtijdige waarschuwing gehad. De gedragsadviezengroep heeft voorafgaand aan de rit het instructiefilmpje bekeken, de overige groepen niet. Het standaard rijgedrag van het voorrangsvoertuig voor de controlegroep, de early warninggroep en de gedragsadviezengroep is het assertieve rijgedrag. In de groep terughoudend rijgedrag voorrangsvoertuig is sprake van een terughoudend rijgedrag. In tabel 1 is een overzicht gegeven van de kenmerken van de groepen. Tabel 1. Kenmerken experimentgroepen Groep Aantal personen Early warningsysteem Gedragsadviezen Rijgedrag voorrangsvoertuig Controlegroep (C) 36 Nee Nee Assertief Early Warninggroep (EW) 36 Ja Nee Assertief Gedragsadviezengroep (GA) 36 Nee Ja Assertief Terughoudend rijgedrag voorrangsvoertuig groep (TR) 36 Nee Nee Terughoudend Door deze indeling wijkt elke manipulatiegroep op één aspect af van de controlegroep en is het mogelijk een vergelijking te maken. Om het effect van de manipulaties te onderzoeken, is in een rijsimulator een rit ontwikkeld, waarbij men gedurende de rit driemaal geconfronteerd wordt met een voorrangsvoertuig. Deze scenario s zijn gekozen op basis van ongevalstatistieken uit het buitenland (Groenewegen et al., 2012) overleg met voorrangsvoertuigbestuurders en hun opleiders 7 en vastgesteld in overleg met de klankbordgroep. Daarbij is gezocht naar scenario s die geschikt waren om zowel de invloed van een early warningsysteem, gedragsadviezen en het rijgedrag van het voorrangsvoertuig te kunnen onderzoeken. Daarbij moesten er voor de deelnemers voldoende onderscheidende oplossingsmogelijkheden zijn. Tussen deze testscenario s door kwamen de deelnemers in de simulator andere situaties tegen, met de bedoeling de focus op naderende voorrangsvoertuigen te verminderen. De scenario s zijn nader beschreven in paragraaf 2.7 tot en met 2.9, de tussenliggende delen van de rit in bijlage Modellering voorrangsvoertuig Als voorrangsvoertuig is gekozen voor een ambulancevoertuig, omdat dit een middelgroot voertuig is (groter dan politie en kleiner dan brandweer en daarmee als een soort gemiddeld voorrangsvoertuig kan worden beschouwd). Het legt verder relatief grote afstanden af met 6 Er vinden dus geen analyses plaats tussen bijvoorbeeld de early warninggroep en de gedragsadviezengroep. 7 In de discussiebijeenkomsten, die in het kader van een ander deelproject werden uitgevoerd binnen het project Weggebruikers en voorrangsvoertuigen, elkaar tegemoet komen. INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 17

20 zwaailicht en sirene. Daarnaast blijkt uit een imago onderzoek naar de ambulancezorg (AZN, 2012) dat Nederlanders een zeer positieve houding hebben ten opzichte van de ambulancezorg. Verwacht mag dan ook worden dat de deelnemers intrinsiek gemotiveerd zullen zijn om een ambulancevoertuig voor te laten gaan. De ambulance is gemodelleerd conform de geldende Nederlandse wet- en regelgeving. De optische en geluidssignalen zijn zo realistisch mogelijk weergegeven. De toonhoogte varieert met de naderings-/verwijderingssnelheid (Doppler effect), de richting met de relatieve positie (3D audio). De optische signalen zijn duidelijk zichtbaar, rekening houdend met afstand en zichtbeperkingen. Omdat er geen model is om te bepalen op welke afstand de sirene voor de deelnemer of automobilist hoorbaar is, en het zeer gewenst was dat de hoorbaarheid van de ambulance in de simulator zoveel mogelijk overeenkomt met de situatie in de werkelijkheid, is besloten om een verkennende geluidstest uit te voeren. Een korte verslaglegging van deze testen is opgenomen in bijlage 3. De resultaten van deze test zijn gebruikt voor het modelleren van de afstand waarop de ambulance voor de deelnemer in de simulator hoorbaar is. 2.6 Gebruikte rijsimulator In de voorbereiding van het onderzoek zijn mogelijke onderzoekssimulatoren bekeken, onder andere van de Politieacademie en TNO. De simulatoren zijn beoordeeld op basis van een multicriteria-analyse op de volgende eisen: De simulator moest in de gewenste testperiode beschikbaar zijn. De simulator moest voorzien zijn van technische ondersteuning vanuit de leverancier. De achteruit- en zijspiegels, het voorrangsvoertuig en de early warning moesten realistisch gemodelleerd kunnen worden. Interactie tussen de testpersoon en overige weggebruikers, inclusief de ambulance, moest mogelijk zijn. De output moest in bewerkte vorm kunnen worden aangeleverd met de mogelijkheid te meten over nader te bepalen trajecten. Daarnaast waren er enkele wensen, namelijk de aanwezigheid van een navigatiesysteem in de simulator, de mogelijkheid om onderscheid te maken tussen een automaat en een handgeschakelde bediening, ervaring met het gebruik van de simulator als onderzoekssimulator, de mogelijkheid om de rit op verschillende momenten te starten, automatische data-analyse, registreren van het kijkgedrag door middel van eye- of headtracking en de mogelijkheid om de beelden na de rit terug te kijken. Op basis van het bovenstaande is gekozen voor de Drivemaster van ACM Opleidingen, waarbij de simulator en de software door Green Dino ontwikkeld zijn. De Drivemaster is een mobiele simulator met dezelfde bedieningsmogelijkheden als een normale personenauto: gaspedaal, rem- en koppelingspedalen, stuurwiel, claxon een versnellingsbak met 5 voorwaartse versnellingen en een contactsleutel om de motor te starten. De simulator heeft drie LCD-schermen (resolutie 1360 x 768 pixels) om de virtuele omgeving weer te geven. Twee zijspiegels en een achteruitkijkspiegel zijn geïntegreerd in het zicht op de LCD-schermen. Het gesimuleerde gezichtsveld is ±180 graden horizontaal en ±33 graden vertikaal, hetgeen ongeveer overeenkomt met het normale fysieke gezichtsveld. Een elektromotor zorgt ervoor dat er kracht nodig is om het stuurwiel rond te draaien en geeft daarmee feedback. Deceleratie van het voertuig wordt gesimuleerd door het afgeven van een trilling via de stuurkolom. Realistische motor-, wind- en bandgeluiden worden gegenereerd door luidsprekers die geïntegreerd zijn in het rechter en linker LCD-scherm. De gesimuleerde auto is een middenklasser met een massa van kg en een maximum snelheid van rond de 180 km/u. De rit die gereden wordt door de deelnemer is gelijktijdig op een apart scherm te bekijken (LiveEvaluation), waardoor de observator de rit kan beoordelen zonder dat de deelnemer hierdoor gestoord wordt. De simulator is uitgerust met een head tracking systeem (faceapi). Dit betekent dat hoofdbewegingen automatisch geregistreerd worden met een 18 INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID

21 camera, waarmee het mogelijk is om te bepalen welke richting de deelnemer op kijkt. Ook kan hiermee waargenomen worden of de deelnemer in de spiegels kijkt. Hiertoe is in de auto van de deelnemer een aantal zones gedefinieerd: linkerraam, linksvoor, middenvoor, rechtsvoor en rechterraam. Daarnaast is er nog een zone voor elke spiegel (linksbuiten, rechtsbuiten en binnenspiegel). De kijkrichting van de deelnemer wordt in de LiveEvaluation gevisualiseerd als een witte driehoek. In elke simulatiestap wordt de kijkrichting van de HeadTracker gebruikt om te bepalen welke zones zijn gezien. Op basis van de actieve rijtaak (of de huidige actie van de deelnemer) wordt bepaald welke zones deze had moeten bekijken alvorens aan deze actie te beginnen. Als de deelnemer deze zone niet heeft bekeken alvorens aan de actie te beginnen, dan krijgt de zone een rode driehoek in de LiveEvaluation software. 2.7 Voorkomen van simulatorziekte Simulatorziekte (cybersickness) is een vorm van bewegingsziekte die in rijsimulatoren regelmatig voorkomt. Bewegingsziekte ontstaat als het evenwichtssysteem onzeker raakt over de richting van de zwaartekracht. In een rijsimulator krijgt het evenwichtsorgaan onvoldoende of onjuiste informatie gepresenteerd over de bewegingen van het voertuig (Kappé & Van Emmerik, 2005). Dit kan leiden tot een hoge incidentie van bewegingsziekte, vooral als ervaren bestuurders heftige manoeuvres uitvoeren. Als iemand last heeft van simulatorziekte, dan betreft dit voornamelijk ongemakken, zoals een misselijk of duizelig gevoel, overgeven en niet lekker voelen. Dit gevoel kan enkele minuten tot enkele uren duren. De mate waarin simulatorziekte voorkomt hangt samen met een aantal zaken: Kenmerken van de persoon. De gevoeligheid voor simulatorziekte is sterk persoonsafhankelijk, en er is een sterke samenhang met andere bewegingsziekten zoals zeeziekte en wagenziekte. Kenmerken van de simulatie. De vormgeving van de simulatie speelt een rol, zoals snelheid, beeldgrootte, beeldverversing en de richting van de beweging. Kenmerken van de omgeving. Het omgevingslicht en de temperatuur van de ruimte lijken invloed te hebben op simulatorziekte ('t Hooft, 2008). Om in dit onderzoek de kans op simulatorziekte te verkleinen is een drietal maatregelen genomen. Ten eerste heeft er een voorselectie plaatsgevonden (zie ook paragraaf 2.13). De testpersonen die in het dagelijkse leven last hebben van wagenziekte zijn niet aan het onderzoek toegelaten omdat zij een verhoogde kans hebben op simulatorziekte. Daarnaast is in de vormgeving van de virtuele omgeving rekening gehouden met simulatorziekte. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen zijn bomen en huizen minimaal door een trottoir of trottoirbreedte van de rijstrook gescheiden. Zo wordt de maximale optical flow beperkt. Verder rijden testpersonen geen haakse bochten en niet op slingerwegen of over drempels etc. De update rate van het buitenbeeld is > 30Hz, de frame rate > 60 Hz en de delay tussen bestuurdersinput en reactie van het voertuig zoals zichtbaar in het buitenbeeld< 50 ms. Tenslotte is de ruimte zo uitgevoerd dat de temperatuur niet te hoog was en dat het omgevingslicht voldoende was, om simulatorziekte te beperken. Uiteindelijk heeft slechts één persoon van de 157 deelnemers die aan het onderzoekstraject hebben deelgenomen, last gehad van simulatorziekte na afloop van de rit. 2.8 Route in simulator Voor het onderzoek is een route ontwikkeld van circa tien minuten met daarin drie experimentscenario s (een kruispunt met groen verkeerslicht, een provinciale weg en een kruispunt met rood verkeerslicht). Tijdens de rit kwam men in totaal drie maal een ambulance tegen (bij elk scenario eenmaal). Tussen de scenario s door kreeg elke testpersoon dezelfde zeven tussenliggende situaties. Deze situaties waren vooral bedoeld om de aandacht af te leiden van de ambulance. In bijlage 4 zijn de tussenliggende situaties beschreven. Het verkeersbeeld in de tien situaties was steeds gelijk: daarmee is geprobeerd de testsituaties zo min mogelijk onderscheidend te maken van de normale verkeerssituaties, zodat voor de INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID 19

Gedragsbeïnvloeding van automobilisten bij confrontatie met voorrangsvoertuigen. Een simulatoronderzoek

Gedragsbeïnvloeding van automobilisten bij confrontatie met voorrangsvoertuigen. Een simulatoronderzoek Gedragsbeïnvloeding van automobilisten bij confrontatie met voorrangsvoertuigen Een simulatoronderzoek Manipulaties en variabelen Onderzoeksopzet Rijsimulator 144 personen Uitgevoerd op ANWB hoofdkantoor

Nadere informatie

Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor 2013-2014

Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor 2013-2014 Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor 2013-2014 In 2011 en 2012 heeft het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) onderzoek uitgevoerd naar voorrangsvoertuigen. Sinds 2013 wordt

Nadere informatie

Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor 2014-2015

Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor 2014-2015 Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor 2014-2015 In 2011 en 2012 heeft het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) onderzoek uitgevoerd naar voorrangsvoertuigen. Sinds 2013 wordt

Nadere informatie

WAT DOE JIJ BIJ ZWAAILICHT EN SIRENE?

WAT DOE JIJ BIJ ZWAAILICHT EN SIRENE? WAT DOE JIJ BIJ ZWAAILICHT EN SIRENE? AANLEIDING CAMPAGNE AANLEIDING CAMPAGNE In 2011/2012 een verkennend onderzoek naar gedrag van automobilisten bij confrontatie met voorrangsvoertuigen: Automobilisten

Nadere informatie

Brandweer Ambulance Politie in aantocht. Wat gaat de weggebruiker doen?

Brandweer Ambulance Politie in aantocht. Wat gaat de weggebruiker doen? Brandweer Ambulance Politie in aantocht. Wat gaat de weggebruiker doen? Ton Hendriks, ANWB Studiedag NIFV 18 december 2012 2 Centrale vraag: Welke kennis, ervaring en wensen hebben weggebruikers bij confrontatie

Nadere informatie

Deelsessie Early Warning. Linda Wolfs Nancy Oberijé

Deelsessie Early Warning. Linda Wolfs Nancy Oberijé Deelsessie Early Warning Linda Wolfs Nancy Oberijé Feit of fabel? Onoplettendheid van de automobilist is één van de belangrijkste redenen waarom deze een voorrangsvoertuig niet op tijd opmerkt. Feit of

Nadere informatie

Antwoorden Kennisvragenlijst voorrangsvoertuigen

Antwoorden Kennisvragenlijst voorrangsvoertuigen Antwoorden Kennisvragenlijst voorrangsvoertuigen Wet- en regelgeving 1. Wanneer ben je bestuurder van een voorrangsvoertuig? (bron: artikel 29 RVV 1990) a. als je optische én geluidssignalen voert b. als

Nadere informatie

Communicatie over gewenst gedrag bij naderende voorrangsvoertuigen

Communicatie over gewenst gedrag bij naderende voorrangsvoertuigen Communicatie over gewenst gedrag bij naderende voorrangsvoertuigen Communicatie over gewenst gedrag bij naderende voorrangsvoertuigen Versie: 1.0, 14 mei 2014 Instituut Fysieke Veiligheid Postbus 7010

Nadere informatie

Brondocument theorie-examen HAP-chauffeur

Brondocument theorie-examen HAP-chauffeur Brondocument theorie-examen HAP-chauffeur Regelgeving 1. De kandidaat kan de inhoud van de volgende op het moment van examen geldende regelgeving beschrijven en op voorbeeldsituaties toepassen die specifieke

Nadere informatie

Certificeringssysteem voor rijinstructeurs bestuurder voorrangsvoertuig

Certificeringssysteem voor rijinstructeurs bestuurder voorrangsvoertuig Certificeringssysteem voor rijinstructeurs bestuurder voorrangsvoertuig Instituut Fysieke Veiligheid Postbus 7010 6801 HA Arnhem Kemperbergerweg 783, Arnhem www.ifv.nl info@ifv.nl 026 355 24 00 Colofon

Nadere informatie

Nieuws van het. Kenniscentrum. Voorrangsvoertuigen. Wijziging in het projectteam. In dit nummer:

Nieuws van het. Kenniscentrum. Voorrangsvoertuigen. Wijziging in het projectteam. In dit nummer: Nieuws van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen In dit nummer: Wijziging in het projectteam Stand van zaken lopende projecten Vanaf nu ook stoppen voor groen! Proef Rijkswaterstaat met blauw zwaailicht

Nadere informatie

Weggebruikers met voorrang benaderd

Weggebruikers met voorrang benaderd Een verkennend onderzoek naar het huidige en gewenste gedrag van weggebruikers bij confrontatie met voorrangsvoertuigen Versie: 431N1106/4.0, 27 februari 2012 Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Postbus

Nadere informatie

3e Landelijke Congres Voorrangsvoertuigen 1

3e Landelijke Congres Voorrangsvoertuigen 1 3e Landelijke Congres Voorrangsvoertuigen 1 Het gebruik van rijsimulatoren in rijopleidingen ir. Jorrit Kuipers Directeur Green Dino BV Coördinator/onderzoeker 3e Landelijke Congres Voorrangsvoertuigen

Nadere informatie

FAQ Vrijstelling oefenen op de openbare weg met optische en geluidssignalen

FAQ Vrijstelling oefenen op de openbare weg met optische en geluidssignalen Naar aanleiding van het afgeven de openbare weg met optische en, heeft het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen een aantal vragen binnengekregen. Om iedereen te informeren, is daarom een overzicht met veelgestelde

Nadere informatie

Implementatieplan gedragsadviezen

Implementatieplan gedragsadviezen nummer 2 november 2013 In dit nummer: Even voorstellen: Naomi Roos Implementatieplan gedragsadviezen Oefenen met zwaailicht en sirene op de openbare weg: gevaarlijk of noodzaak? onveilig of onontbeerlijk?

Nadere informatie

FAQ Vrijstelling oefenen op de openbare weg met optische en geluidssignalen

FAQ Vrijstelling oefenen op de openbare weg met optische en geluidssignalen Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen, IFV Naar aanleiding van het afgeven de openbare weg met optische en, heeft het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen een aantal vragen binnengekregen. Om iedereen te informeren,

Nadere informatie

Richtlijn optische- en geluidssignalen DV&O, vers!e

Richtlijn optische- en geluidssignalen DV&O, vers!e Dienst Justitiële Inrichtingen Ministerie van Veiligheid en Justitie Richtlijn optische- en geluidssignalen DV&O Versie 2.0 20140821 1. Inleiding Deze richtlijn is opgesteld om medewerkers binnen de DV&O

Nadere informatie

De vakbekwaamheid van voorrangsvoertuigbestuurders. Een momentopname van het kennisniveau en rijgedrag bij het rijden met optische en geluidssignalen

De vakbekwaamheid van voorrangsvoertuigbestuurders. Een momentopname van het kennisniveau en rijgedrag bij het rijden met optische en geluidssignalen De vakbekwaamheid van voorrangsvoertuigbestuurders Een momentopname van het kennisniveau en rijgedrag bij het rijden met optische en geluidssignalen Instituut Fysieke Veiligheid Postbus 7010 6801 HA Arnhem

Nadere informatie

Kruispunten met de borden

Kruispunten met de borden Auteursrechtinformatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7796 20 maart 2015 Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 17 maart 2015, nr. IenM/BSK-2015/51943, houdende

Nadere informatie

Datum 22 mei 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over de uitzending Ongelukkige Spoed

Datum 22 mei 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over de uitzending Ongelukkige Spoed 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Oefenen met optische en geluidssignalen op de openbare weg

Oefenen met optische en geluidssignalen op de openbare weg Oefenen met optische en geluidssignalen op de openbare weg Met ingang van 1 april 2015 geldt er een permanente vrijstelling voor het oefenen op de openbare weg in het besturen van een voorrangsvoertuig.

Nadere informatie

help de hulpdiensten

help de hulpdiensten help de hulpdiensten Oog voor hulpdiensten target blu eye signaleert naderende hulpdiensten In maart 2013 maakte het NIFV de resultaten bekend uit een grootschalige enquête onder ruim 2.100 automobilisten.

Nadere informatie

Op weg met Rijbewijzer

Op weg met Rijbewijzer Op weg met Rijbewijzer Doelgroep Leerlingen van de derde graad. VOET en Gemeenschappelijke stam: 18, 20 Context 1: 13,14 Lesthema Veilig verkeersgedrag steunt op een goede kennis van de verkeersregels

Nadere informatie

CURRICULUM PRAKTIJKOPLEIDING CATEGORIE B

CURRICULUM PRAKTIJKOPLEIDING CATEGORIE B CURRICULUM PRAKTIJKOPLEIDING CATEGORIE B INLEIDING Het Curriculum Praktijkopleiding Categorie B bundelt de essentiële kennis, vaardigheden en gedragsaspecten die een leerling tijdens de praktijkopleiding

Nadere informatie

PROJECTVOORSTEL Opleiding chauffeur prioritair rijden

PROJECTVOORSTEL Opleiding chauffeur prioritair rijden Oostjachtpark 13 9100 Sint-Niklaas tel: +32 (0) 3/780.30.30 fax: +32 (0) 3/780.30.26 Uw contactpersoon : Filip Van Alboom Email: f.vanalboom@vabrijschool.be PROJECTVOORSTEL Opleiding chauffeur prioritair

Nadere informatie

Verkeersveiligheidsanalyse Bommenweg Dreef (Wadenoijen, Gemeente Tiel) 28 juli 2017

Verkeersveiligheidsanalyse Bommenweg Dreef (Wadenoijen, Gemeente Tiel) 28 juli 2017 Verkeersveiligheidsanalyse Bommenweg Dreef (Wadenoijen, Gemeente Tiel) 28 juli 2017 Aanleiding In de afgelopen jaren hebben een aantal verkeersincidenten op het kruispunt Bommelweg Dreef plaatsgevonden.

Nadere informatie

Brancherichtlijn. Optische en Geluidssignalen Veiligheidsregio s

Brancherichtlijn. Optische en Geluidssignalen Veiligheidsregio s Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen Veiligheidsregio s Colofon De Raad Directeuren Veiligheidsregio (RDVR) heeft op 15 september 2017 ingestemd met de Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen

Nadere informatie

Gedrag van automobilisten op kruispunten Meer duidelijkheid over voorrangs situatie op kruispunten is veiliger voor fietsers R-2013-11

Gedrag van automobilisten op kruispunten Meer duidelijkheid over voorrangs situatie op kruispunten is veiliger voor fietsers R-2013-11 Gedrag van automobilisten op kruispunten Meer duidelijkheid over voorrangs situatie op kruispunten is veiliger voor fietsers R-2013-11 1. Introductie Meer duidelijkheid over voorrangssituatie op kruispunten

Nadere informatie

Vooruit kijken Vooruit denken Hoe gaat dat?

Vooruit kijken Vooruit denken Hoe gaat dat? Vooruit kijken Vooruit denken Hoe gaat dat? Hoofdregel kijken gedrag Bij het kijkgedrag gaat het niet om die duizenden keren dat je voor niets denkt te kijken, maar om die ene (fatale) keer dat je niet

Nadere informatie

Datum 30 april 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over ongevallen met voorrangsvoertuigen van de politie, brandweer en ambulance

Datum 30 april 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over ongevallen met voorrangsvoertuigen van de politie, brandweer en ambulance 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Publiekspanel Rijkswegen Noord Resultaten peiling 5- mei 2018

Publiekspanel Rijkswegen Noord Resultaten peiling 5- mei 2018 Publiekspanel Rijkswegen Noord Resultaten peiling 5- mei 2018 Rijkswegen Noord 15 juni 2018 Rijkswaterstaat Noord-Nederland, de Politie eenheid Noord-Nederland en het Openbaar Ministerie Noord-Nederland

Nadere informatie

Veilig je draai vinden...

Veilig je draai vinden... Veilig je draai vinden... op rotondes in Gelderland Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland Platform en Kenniscentrum Rotondes in Gelderland Na hun introductie zo n 30 jaar geleden, zijn rotondes

Nadere informatie

Snelweg invoegen en uitvoegen hoe?

Snelweg invoegen en uitvoegen hoe? Snelweg invoegen en uitvoegen hoe? Snelweg vast procedure Ga je naar een ander stad waarbij je stukje op de snelweg moet rijden? Denk dan aan: Je route tot je eind bestemming. Welke ANWB borden je moet

Nadere informatie

Snelweg invoegen, inhalen, uitvoegen.

Snelweg invoegen, inhalen, uitvoegen. Het naderen van een autosnelweg. Door goed op te letten op de verkeersborden, wordt al snel duidelijk of je een autosnelweg of een autoweg nadert. Het type weg moet je ruim van te voren herkennen om te

Nadere informatie

Files. We kunnen er samen wat aan doen.

Files. We kunnen er samen wat aan doen. Files. We kunnen er samen wat aan doen. Inhoud Files. We kunnen er samen wat aan doen. Inleiding Tip 1: Invoegen op snelheid Tip 2: Blijf bij drukte in uw rijstrook Tip 3: Gebruik de spitsstrook Tip 4:

Nadere informatie

Aanvulling. Categorie AM

Aanvulling. Categorie AM rijschoolservice Aanvulling Categorie AM In het boek Theorieboek rijbewijs AM staat bij de borden F19, F20, F21 en F22 niet de juiste tekst. De juiste tekst staat hieronder bij de borden. F19 Rijbaan of

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8503 29 maart 2013 Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 25 maart 2013, kenmerk RWS-2013/393, houdende

Nadere informatie

Effectmeting voorlichtingscampagne voorrangsvoertuigen

Effectmeting voorlichtingscampagne voorrangsvoertuigen Effectmeting voorlichtingscampagne voorrangsvoertuigen Effectmeting campagne voorrangsvoertuigen Versie: 1.0, 7 april 210623 mei 2016 Instituut Fysieke Veiligheid Expertisecentrum Postbus 7010 6801 HA

Nadere informatie

3.3 Schrik niet, u wordt gefotografeerd

3.3 Schrik niet, u wordt gefotografeerd 3.3 Schrik niet, u wordt gefotografeerd Evelien Polders, Joris Cornu, Tim De Ceunynck, Stijn Daniels, Kris Brijs, Tom Brijs, Elke Hermans, Geert Wets IMOB Universiteit Hasselt, Steunpunt Verkeersveiligheid

Nadere informatie

Wijzigingen in het projectteam

Wijzigingen in het projectteam nummer 3 april 2014 In dit nummer: Wijzigingen in het projectteam Stand van zaken projecten Gebruik vluchtstrook bij terugkeer verzorgingsgebied: standpunt van stuurgroep Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen

Nadere informatie

GEZICHTSVERMOGEN EN VEIDZEERSVEILIGHEID

GEZICHTSVERMOGEN EN VEIDZEERSVEILIGHEID GEZICHTSVERMOGEN EN VEIDZEERSVEILIGHEID R-88-9 Dr.ir. D.A. Schreuder Leidschendam, 1988 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV - 2 - I I I I I I I - 3 - VOORWOORD Op verzoek van het

Nadere informatie

Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h

Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h Datum 12 december 2011 Bijlage(n) - Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h Achtergrond Het kabinet is voornemens de maximumsnelheid op autosnelwegen te verhogen naar 130

Nadere informatie

Test theorie: Autowegen en Autosnelwegen

Test theorie: Autowegen en Autosnelwegen Test theorie: Autowegen en Autosnelwegen (wordt je aangeboden door Autorij-instructie.nl) Zie de Maximum toegestane snelheid op de Nederlandse wegen van de verschillende voertuigen Test theorie: Autosnelwegen

Nadere informatie

Duurzaam rijden, samen met ECOdrive

Duurzaam rijden, samen met ECOdrive Duurzaam rijden, samen met ECOdrive Beknopte gebruiksaanwijzing Algemene versie 07-2014 Introductie Het duurzaam ondernemen wordt steeds belangrijker. Veel bedrijven zijn verplicht CO 2 -doelstellingen

Nadere informatie

Oefenen met optische en geluidssignalen op de openbare weg. Versie: 1.0, 15 december 2015

Oefenen met optische en geluidssignalen op de openbare weg. Versie: 1.0, 15 december 2015 Oefenen met optische en geluidssignalen op de openbare weg Versie: 1.0, 15 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Achtergrond en aanleiding 3 1.2 Vrijstelling 4 2 Certificering 6 2.1 Certificaat 6 2.2

Nadere informatie

Blauwblauw in de praktijk

Blauwblauw in de praktijk Een onderzoek naar de ervaringen van hulpverleners en weggebruikers en geobserveerd rijgedrag tijdens de praktijkpilot Blauwblauw Versie: 3.0, 6 maart 2013 Een onderzoek naar de ervaringen van hulpverleners

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Secretariaat van de hoor- en adviescommissie Postbus MC s-hertogenbosch

College van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Secretariaat van de hoor- en adviescommissie Postbus MC s-hertogenbosch College van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Secretariaat van de hoor- en adviescommissie Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Betreft: Bezwaar tegen het verkeersbesluit A270, nummer 3059962 Zaaknummer

Nadere informatie

Nieuws van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen

Nieuws van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen Nieuws van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen In dit nummer: Oproep nulmeting chauffeurs Ongevallenstatistiek ELO-module Bewustwording Campagne Wat doe jij bij zwaailicht en sirene? Mede op basis van

Nadere informatie

Module 4 Handelingsanalyses (Auto)snelweg

Module 4 Handelingsanalyses (Auto)snelweg 1. INVOEGEN OP EEN AUTO(SNEL)WEG Herkennen autoweg autosnelweg. A.h.v. verkeerstekens kun je het verschil maken tussen de autoweg en de autosnelweg. De maximumsnelheid verschilt. Als je invoegt met dezelfde

Nadere informatie

Bijzondere manoeuvre: Hellingproef

Bijzondere manoeuvre: Hellingproef Auteursrecht informatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

Gedragsbeinvloeding In-car advies. Marieke Martens (Universiteit Twente en TNO)

Gedragsbeinvloeding In-car advies. Marieke Martens (Universiteit Twente en TNO) Gedragsbeinvloeding In-car advies Marieke Martens (Universiteit Twente en TNO) Verkeer op Nederlandse wegen Congestie: 2 miljard Euro 42 miljoen VVUs Vraag neemt naar verwachting nog toe Hoe beter gebruik

Nadere informatie

Aanvulling. categorie AM

Aanvulling. categorie AM Aanvulling categorie AM Fietsen met trapondersteuning (E-bike) Dat zijn fietsen die zijn voorzien van een elektrische hulpmotor met een maximaal vermogen wat continu geleverd kan worden van maximaal 0,25

Nadere informatie

Tips voor je rij-examen

Tips voor je rij-examen Tips voor je rij-examen Rijexamen Zo doe je het goed! Als het goed is doe je pas examen voor je rijbewijs-b als je er klaar voor bent. Je voertuigcontrole is goed, handelingen in de lesauto verlopen grotendeels

Nadere informatie

Landelijke evaluatie van de resultaten van het Periodiek Preventief Medisch Onderzoek (PPMO)

Landelijke evaluatie van de resultaten van het Periodiek Preventief Medisch Onderzoek (PPMO) Landelijke evaluatie van de resultaten van het Periodiek Preventief Medisch Onderzoek (PPMO) Instituut Fysieke Veiligheid Facilitair Dienstencentrum Postbus 7112 2701 AC Zoetermeer Zilverstraat 91, Zoetermeer

Nadere informatie

Bromfiets SECUNDAIR ONDERWIJS. Doelgroep. VOET'en. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie. Leerlingen van de tweede en de derde graad

Bromfiets SECUNDAIR ONDERWIJS. Doelgroep. VOET'en. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie. Leerlingen van de tweede en de derde graad Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie SECUNDAIR ONDERWIJS Bromfiets Doelgroep Leerlingen van de tweede en de derde graad VOET'en Gemeenschappelijke stam : 12, 13 Context 1 : 13, 14 Lesthema Vanaf 16

Nadere informatie

Toetsmatrijs Taxi Doelgroepenvervoer

Toetsmatrijs Taxi Doelgroepenvervoer Opgesteld door: CCV Categorie: i Doelgroepenvervoer Categoriecode: TD Toetsvorm: raktijkexamen Dekkingsgraad toetstermen: 100 % Cesuur: De kandidaat moet een voldoende hebben behaald voor het examen om

Nadere informatie

Nieuws van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen

Nieuws van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen Nieuws van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen In dit nummer: Wijzigingen in het projectteam Stand van zaken lopende projecten Veel gestelde vragen certificeringstraject Van hulpverlener naar verdachte

Nadere informatie

Uitvoering elementen rijexamen

Uitvoering elementen rijexamen Pagina 1 Uitvoering elementen rijexamen Bijzondere manoeuvres Zelfstandig routerijden Situatiebevraging Zelfreflectie Pagina 2 Bijzondere manoeuvre Algemeen 1. Doel: laat zien dat je veilig en zelfstandig

Nadere informatie

Enquête verkeersveil Enquête igheid school - thuis route

Enquête verkeersveil Enquête igheid school - thuis route Enquête verkeersveiligheid school - thuis route Inleiding Bij het maken van ons nieuwe schoolplan 2011-2015 is er onder de ouders van onze kinderen een tevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Bij dit onderzoek

Nadere informatie

Brancherichtlijn Optische en geluidssignalen spoedeisende medische hulpverlening

Brancherichtlijn Optische en geluidssignalen spoedeisende medische hulpverlening Brancherichtlijn Optische en geluidssignalen spoedeisende medische hulpverlening Versie: juni 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Wet- en regelgeving 4 3. Toepassingsbereik 5 4. Omschrijving dringende

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Ermelo. Datum: 24 juni Rapportnummer: 2011/196

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Ermelo. Datum: 24 juni Rapportnummer: 2011/196 Rapport Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Ermelo. Datum: 24 juni 2011 Rapportnummer: 2011/196 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het college van burgemeester

Nadere informatie

Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen brandweer 2016

Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen brandweer 2016 Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen brandweer 2016 Versie: 1.1 Status: Concept Vastgesteld op: p.m. Vastgesteld door: Raad van Brandweercommandanten Ingangsdatum: 1 juni 2017 Revisiedatum: 1 juni

Nadere informatie

SAMENVATTING. Speerpunt gordel. Achtergrond en doel perceptieonderzoek

SAMENVATTING. Speerpunt gordel. Achtergrond en doel perceptieonderzoek SAMENVATTING Achtergrond en doel perceptieonderzoek Het Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie (BVOM) is onderdeel van het Openbaar Ministerie en valt onder het Ministerie van Justitie. Het is het

Nadere informatie

GROEPERING VAN ERKENDE ONDERNEMINGEN VOOR AUTOKEURING EN RIJBEWIJS V.Z.W. Theoretisch en praktisch examen en coherentie van opleiding en examinering

GROEPERING VAN ERKENDE ONDERNEMINGEN VOOR AUTOKEURING EN RIJBEWIJS V.Z.W. Theoretisch en praktisch examen en coherentie van opleiding en examinering GROEPERING VAN ERKENDE ONDERNEMINGEN VOOR AUTOKEURING EN RIJBEWIJS V.Z.W Theoretisch en praktisch examen en coherentie van opleiding en examinering Rijexamens: theorie en praktijk Klassiek Focus op theoretische

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Nr. 405 3 december 2015 Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen Veiligheidsregio

Nadere informatie

Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens

Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens Unica installatietechniek B.V. Schrevenweg 2 8024 HA Zwolle Tel. 038 4560456 Fax 038 4560404 Rijden met aanhangwagens Het gebruik van aanhangwagens in de bouw en

Nadere informatie

Oudere Weggebruikers. Kennisdag ROV Oost NL. Alex Oosterveen en Reinoud Nägele 10 december 2015 Dia 1

Oudere Weggebruikers. Kennisdag ROV Oost NL. Alex Oosterveen en Reinoud Nägele 10 december 2015 Dia 1 Oudere Weggebruikers Kennisdag ROV Oost NL Alex Oosterveen en Reinoud Nägele 10 december 2015 Dia 1 Omvang probleem Het aantal verkeersongelukken waarbij ouderen betrokken zijn, neemt toe. ANP Dia 2 Verdubbeling

Nadere informatie

B40 Landbouwvoertuigen; een gevaar op de weg!

B40 Landbouwvoertuigen; een gevaar op de weg! B40 Landbouwvoertuigen; een gevaar op de weg! Lotte van den Munckhof ( Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland) Erik Geerdes ( Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland) Charlotte van Sluis

Nadere informatie

Rapportage m.b.t. de inhoud van de standaard rijopleiding voor bestuurders van een hulpverleningsvoertuig.

Rapportage m.b.t. de inhoud van de standaard rijopleiding voor bestuurders van een hulpverleningsvoertuig. Rapportage m.b.t. de inhoud van de standaard rijopleiding voor bestuurders van een hulpverleningsvoertuig. Aanleiding Deze rapportage is opgemaakt naar aanleiding van een verzoek vanuit het Ministerie

Nadere informatie

Met vriendelijke groeten, verblijf ik...

Met vriendelijke groeten, verblijf ik... Met vriendelijke groeten, verblijf ik... Over erven, 30 km en 60 km zones Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland Platform en Kenniscentrum 1 Langzamer rijden waar mensen verblijven In het verkeer

Nadere informatie

Eerste ervaringen blauw zwaailicht en sirene voor Rijkswaterstaat veelbelovend

Eerste ervaringen blauw zwaailicht en sirene voor Rijkswaterstaat veelbelovend Eerste ervaringen blauw zwaailicht en sirene voor Rijkswaterstaat veelbelovend Eeltje Hoekstra, werkzaam bij Rijkswaterstaat als programmamanager Incident Management / Jelle de Heij, werkzaam bij Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Bijzondere manoeuvre: Straatje keren in 3 keer

Bijzondere manoeuvre: Straatje keren in 3 keer Auteursrecht informatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

UITGANGSPUNTEN HERINRICHTING INGENIEUR SMEDINGPLEIN WIERINGERWERF

UITGANGSPUNTEN HERINRICHTING INGENIEUR SMEDINGPLEIN WIERINGERWERF UITGANGSPUNTEN HERINRICHTING INGENIEUR SMEDINGPLEIN WIERINGERWERF Bewoners hebben op de bewonersavond op 11 juli 2017 aangegeven de dorpskern van Wieringerwerf graag het karakter te geven van een verblijfsgebied

Nadere informatie

Landelijke Brancherichtlijn Verkeer Rijkswaterstaat

Landelijke Brancherichtlijn Verkeer Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Landelijke Brancherichtlijn Verkeer Rijkswaterstaat 20juli 2015 Werkdocument versie 1.0 Inhoud 1 Inleiding.3 2 Wet en Regelgeving.3 2.1 wet en regelgeving

Nadere informatie

Bijzondere manoeuvre: File parkeren

Bijzondere manoeuvre: File parkeren Auteursrecht informatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

videosurveillance minder doden en gewonden

videosurveillance minder doden en gewonden videosurveillance Een groep automobilisten en motorrijders rijdt véél te hard op de Nederlandse wegen. Daar blijft het vaak niet bij. Ze maken zich vaak ook schuldig aan bumperkleven, agressief rijden,

Nadere informatie

Memo. Inleiding. (bron CROW publicatie 216 Fietsstraten in hoofdfietsroutes). datum 08 oktober 2014 referentie BT/011/141737 pagina 1 van 5

Memo. Inleiding. (bron CROW publicatie 216 Fietsstraten in hoofdfietsroutes). datum 08 oktober 2014 referentie BT/011/141737 pagina 1 van 5 Memo Ter attentie van Gemeente Utrecht T.a.v. dhr. R. Hilhorst Datum 8 oktober 2014 Distributie R. Hilhorst, A. Wenning, J. Blok Projectnummer 141737 VVA Fietsstraat Leidseweg Onderwerp Fietsstraat Leidseweg:

Nadere informatie

Veilig onderweg met de e-bike

Veilig onderweg met de e-bike Veilig onderweg met de e-bike Wat kunt u doen om een valpartij te voorkomen? Pas uw snelheid aan Een elektrische fiets is sneller en comfortabeler dan een gewone fiets. Hij gaat echter sneller dan u denkt

Nadere informatie

Beleving van wachten bij verkeerslichten

Beleving van wachten bij verkeerslichten (Bijdragenr. 129) Beleving van wachten bij verkeerslichten Jaap Vreeswijk Peek Traffic bv Bas van der Bijl Grontmij (voorheen stagiair bij Peek Traffic bv) Korte samenvatting De wachttijdbeleving van automobilisten

Nadere informatie

Gedragsonderzoek als hulp bij het wegbeheer

Gedragsonderzoek als hulp bij het wegbeheer Gedragsonderzoek als hulp bij het wegbeheer Heidelblog.net Chris Dijksterhuis Rijksuniversiteit Groningen Sjef Moerdijk Rijkswaterstaat 4 april 2013 www.trafficpsychologygroningen.info Slide 1 of 26 Omschrijving

Nadere informatie

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h TNS Nipo Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam t 020 5225 444 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h Rick Heldoorn & Matthijs de Gier H1630

Nadere informatie

POSITIE EN VOORRANGSREGELING VAN FIETSERS EN BROMFIETSERS OP ROTONDES "NIEUWE STIJL"

POSITIE EN VOORRANGSREGELING VAN FIETSERS EN BROMFIETSERS OP ROTONDES NIEUWE STIJL POSITIE EN VOORRANGSREGELING VAN FIETSERS EN BROMFIETSERS OP ROTONDES "NIEUWE STIJL" Een beknopte toelichting op en evaluatie van het rapport "Positie en voorrangsregeling van fietsers en bromfietsers

Nadere informatie

Via nieuwe normmens naar inclusiviteit Van nul verkeersslachtoffers een punt maken voor alle verkeersdeelnemers

Via nieuwe normmens naar inclusiviteit Van nul verkeersslachtoffers een punt maken voor alle verkeersdeelnemers Via nieuwe normmens naar inclusiviteit Van nul verkeersslachtoffers een punt maken voor alle verkeersdeelnemers Ragnhild Davidse Den Haag donderdag 1 maart 2018 De Nieuwe Normmens Er is te lang ontworpen

Nadere informatie

De risico s van vrachtwagens

De risico s van vrachtwagens De risico s van vrachtwagens Notitie Fietsberaad, Otto van Boggelen, coördinator Fietsberaad Rotterdam, oktober 2007 Samenvatting In deze notitie wordt verslag gedaan van een aantal cijfermatige analyses

Nadere informatie

Het eerste wat we gaan behandelen is afslaan naar rechts 1

Het eerste wat we gaan behandelen is afslaan naar rechts 1 Dit lesonderwerp gaat over We hebben nu diverse onderwerpen, t/m kruispunten behandeld, dit is de volgende stap. Afslaan doe je op een kruispunt en op een rotonde. Enkele belangrijke punten: Bij het neem

Nadere informatie

ANALYSE (BROM)FIETSONGEVALLEN MET DODELIJKE AFLOOP 1978 T/M 1981

ANALYSE (BROM)FIETSONGEVALLEN MET DODELIJKE AFLOOP 1978 T/M 1981 ANALYSE (BROM)FIETSONGEVALLEN MET DODELIJKE AFLOOP 1978 T/M 1981 Bijdrage Achtergronddocumentatie VVN-actie "Voorrang? Bekijk 't eerst", maart-augustus 1983 R-'B)-13 Mr. P. Wesemann Leidschendam, 1983

Nadere informatie

Dode hoek in zicht! SECUNDAIR ONDERWIJS. Voor BuSO. Doelgroep. voet. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

Dode hoek in zicht! SECUNDAIR ONDERWIJS. Voor BuSO. Doelgroep. voet. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie SECUNDAIR ONDERWIJS Dode hoek in zicht! Voor BuSO Doelgroep voet Leerlingen van het buitengewoon secundair onderwijs Gemeenschappelijke stam: 8, 9, 10, 12, 18,

Nadere informatie

5.9 PARKEREN ACHTER EEN VOERTUIG

5.9 PARKEREN ACHTER EEN VOERTUIG 5.9 PARKEREN ACHTER EEN VOERTUIG Vooraf Een van de manoeuvres die je tijdens het praktijkexamen zult moeten doen, is het parkeren achter een geparkeerd (of stilstaand) voertuig. Over dit examenonderdeel

Nadere informatie

Anti-ongevalsystemen voor vrachtauto's

Anti-ongevalsystemen voor vrachtauto's Anti-ongevalsystemen voor vrachtauto's Grootschalige praktijkproef met het oog op vermindering ongevallen, meer veiligheid en een positief effect op doorstroming Samenvatting Het ministerie van Verkeer

Nadere informatie

De weg naar eenheid nader bekeken

De weg naar eenheid nader bekeken De weg naar eenheid nader bekeken De weg naar eenheid nader bekeken Een onderzoek naar mogelijkheden en draagvlak voor meer eenheid in rijgedrag en rijopleiding van bestuurders van voorrangsvoertuigen.

Nadere informatie

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

P r o v i n c i e F l e v o l a n d P r o v i n c i e F l e v o l a n d N o t a C o m m i s s i e Onderwerp Aanbeveling voor de verduidelijking van snelheidslimieten langs provinciale wegen. Samenvatting Een te hoge snelheid vormt in veel

Nadere informatie

Beheer en onderhoud. 4 onafhankelijke onderzoeken: 1. Federal Highway Administration. 2. Low Cost Measures. 3. Warnke Studie. 4.

Beheer en onderhoud. 4 onafhankelijke onderzoeken: 1. Federal Highway Administration. 2. Low Cost Measures. 3. Warnke Studie. 4. Beheer en onderhoud 4 onafhankelijke onderzoeken: 1. Federal Highway Administration (US Department of Transportation, Verenigde Staten) 2. Low Cost Measures (Elsamex Spanje) 3. Warnke Studie (Deutsche

Nadere informatie

Datum 13 september 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht OM moet tienduizenden flitsboetes A29 terugbetalen

Datum 13 september 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht OM moet tienduizenden flitsboetes A29 terugbetalen 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

kennis te nemen van de beantwoording van de artikel 45 vragen die de Swollwacht-fractie heeft gesteld over verkeersveiligheid.

kennis te nemen van de beantwoording van de artikel 45 vragen die de Swollwacht-fractie heeft gesteld over verkeersveiligheid. Overdracht College-Raad Datum 14 april 2016 onderwerp Beantwoording artikel 45 vragen Swollwacht- Verkeersveiligheid portefeuillehouder Filip van As informant Bloemhof, I (Ilse) 2028 eenheid/afdeling Expertisecentrum

Nadere informatie

Sleutels tot interventiesucces: welke combinaties van methodieken zorgen voor gezond beweeg- en voedingsgedrag?

Sleutels tot interventiesucces: welke combinaties van methodieken zorgen voor gezond beweeg- en voedingsgedrag? TNO-rapport TNO/LS 2012 R10218 Sleutels tot interventiesucces: welke combinaties van methodieken zorgen voor gezond beweeg- en voedingsgedrag? Behavioural and Societal Sciences Wassenaarseweg 56 2333 AL

Nadere informatie

Het praktijkexamen leerboek. Hoe slaag ik in 1 keer?

Het praktijkexamen leerboek. Hoe slaag ik in 1 keer? Het praktijkexamen leerboek Hoe slaag ik in 1 keer? Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 Het praktijkexamen Opstarten schakelen afsluiten Snelheid Kijktechniek Knipperen Plaats op de

Nadere informatie

<<RIJOPLEIDING IN STAPPEN>> Training Rijden onder specifieke omstandigheden

<<RIJOPLEIDING IN STAPPEN>> Training Rijden onder specifieke omstandigheden Training Rijden onder specifieke omstandigheden De belangrijkste leerpunten op een rij Als onderdeel van de Rijopleiding in Stappen heb je deelgenomen aan de training Rijden

Nadere informatie

Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Chauffeur

Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Chauffeur Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Chauffeur Versie 0.1 Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Chauffeur In dit document wordt een beschrijving op hoofdlijnen

Nadere informatie

Uitkomsten enquête - Verkeer in de Stad - Denk en Doe Mee-panel

Uitkomsten enquête - Verkeer in de Stad - Denk en Doe Mee-panel Uitkomsten enquête - Verkeer in de Stad - Denk en Doe Mee-panel 2 Onderzoek Het is te druk op de fietspaden in de grote steden. Oorzaak? Steeds meer fietsers en snelheidsverschillen door de komst van e-bikes,

Nadere informatie