SUSTAINABILITY. Kostenonderzoek nascheiding kunststofverpakkingen. huishoudelijk afval. Stichting Nedvang ADVISORY

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SUSTAINABILITY. Kostenonderzoek nascheiding kunststofverpakkingen. huishoudelijk afval. Stichting Nedvang ADVISORY"

Transcriptie

1 SUSTAINABILITY Kostenonderzoek nascheiding kunststofverpakkingen uit huishoudelijk afval Stichting Nedvang ADVISORY

2 Kostenonderzoek nascheiding kunststofverpakkingen uit huishoudelijk restafval KPMG Advisory N.V. Dit rapport heeft 93 pagina s 2010 KPMG Advisory N.V., een Nederlandse naamloze vennootschap, is een dochtermaatschappij van KPMG Europe LLP en lid van het KPMG-netwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative ( KPMG International ), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden.

3 Inhoudsopgave Managementsamenvatting 1 1 Inleiding Achtergrond van het project Leeswijzer 21 2 Doelstelling, scope en algemene uitgangspunten Doelstelling Scope en uitgangspunten Onderzoeksaanpak 26 3 Proces dataverzameling Interviews en questionnaires nascheidingsinstallaties Desk research Expertinterviews Praktijkproeven 30 4 Beschrijving kostenmodel Metamodel Berekeningsmethodiek Beschrijving kostenposten 34 5 Modelvalidatie Validatie-instrumentarium Validatiemeetings Bewijsstukken Experts Vergelijkingen door KPMG Aannames en uitgangspunten Algemeen Inputstroom Inzamelkosten Transportkosten Installatie kosten 38 6 Resultaten praktijkproeven Inleiding praktijkproeven Doel praktijkproeven Opzet en monitoring praktijkproeven Uitvoering praktijkproeven Analyses praktijkproeven 42 i

4 6.2 Resultaten praktijkproeven Praktijkproeven nascheiding Praktijkproef sortering Praktijkproef voor sorteren bij Tönsmeier met Omrin-materiaal Praktijkproef sorteren bij Tönsmeier met Attero-materiaal Vergelijking van de resultaten van de uitgevoerde sorteerproeven Proeven bij andere sorteerders 56 7 Resultaten berekeningen: kostprijzen van onderdelen en de gehele keten van nascheiding Overzicht van berekende kostprijzen Visuele weergave van berekeningen en berekende kostprijzen Kostprijzen per ketenonderdeel en voor de gehele keten van nascheiding 62 8 Gevoeligheidsanalyse Gevoeligheden in de kostprijs van ketenonderdeel nascheiding Parameters voor gevoeligheidsanalyse Analyse van gevoeligheden Gevoeligheden in de kostprijs van ketenonderdeel transport naar sorteerder Parameters voor gevoeligheidsanalyse Gevoeligheden in de kostprijs van ketenonderdeel sortering Parameters voor gevoeligheidsanalyse Analyse van gevoeligheden 71 9 Conclusies Praktijkproeven Bandbreedte van kostprijzen per ton Bandbreedte van kunststof output Gevoeligheidsanalyses Vergoeding Suggesties voor vervolg Bronnen Verklarende woordenlijst 89 ii

5 Bijlagen A tot en met I zijn opgenomen in een apart bijlagenrapport. A B Beschrijving nascheidingsproces Beschrijving kostenposten per onderdeel van keten van nascheiding C Draaiboek en monitoringprotocol praktijkproeven nascheiding (november 2009) D Draaiboek en monitoringprotocol praktijkproeven sortering (update april 2010) E Beschrijving praktijkproeven nascheiding Omrin en Attero (november 2009) F Beschrijving sorteerproef Omrin-materiaal (april 2010) G Beschrijving sorteerproef Attero-materiaal (mei 2010) H I Samenvatting en beschrijving analyseresultaten proeven sortering Validatie kostenposten en referenties iii

6 Managementsamenvatting Achtergrond van het project Sinds 1 januari 2006 is het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton (hierna: het Besluit) van kracht. Dit Besluit maakt het verpakkende bedrijfsleven (producenten en importeurs van verpakte artikelen) verantwoordelijk voor de organisatie en kosten van de inzameling en recycling van hun verpakkingafval. Stichting Nedvang (Nedvang) geeft namens het verpakkende bedrijfsleven collectief uitvoering aan het Besluit. Dit is vastgelegd in de Raamovereenkomst van 27 juli 2007 waarin de afspraken tussen het ministerie van VROM, VNG en het verpakkende bedrijfsleven zijn vastgelegd. De looptijd van de Raamovereenkomst 1 is tot en met De Raamovereenkomst geeft voor kunststof een integrale doelstelling van 32% in 2009 tot 38% materiaalhergebruik in 2010 en 42% in Op basis van het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) zorgen gemeenten per 1 januari 2010 voor scheiding van kunststof verpakkingsafval uit huishoudelijk restafval via gescheiden kunststofinzameling of via nascheiding. De keuze voor een systeem geldt in principe voor de gehele looptijd van de Raamovereenkomst. Gemeenten met nascheiding 2 hebben sinds 1 maart 2009 een contract gesloten met een gecertificeerde nascheidingsinstallatie (Omrin te Oudehaske of Attero, locatie Vagron te Groningen). Het verpakkende bedrijfsleven betaalt een verpakkingenbelasting. Hiervan wordt jaarlijks 115 miljoen in het Afvalfonds gestort. Nedvang zorgt voor beoordeling van de opgave van de ingezamelde hoeveelheid kunststof van gemeenten en de doorgeleiding van de gegevens naar het Afvalfonds ten behoeve van de betaling van de vergoeding voor inzameling en scheiding. Voor nascheiding is een voorlopige vergoeding overeengekomen. De voorlopige vergoeding voor nascheiding geldt tot het moment dat er een definitieve vergoeding wordt bepaald aan de hand van het onderhavige onderzoek. De definitieve vergoeding wordt dan met terugwerkende kracht, tot de start met nascheiding, aan gemeenten uitgekeerd. Doelstelling, scope en algemene uitgangspunten De doelstelling van het onderzoek is het uitvoeren van een activity-based onderzoek naar de kostprijs en de kostenbandbreedtes als gevolg van gevoeligheden in de gehele keten (alle onderdelen) van nascheiding van kunststofverpakkingen uit huishoudelijk restafval. 1 Inclusief het Addendum van 29 september 2008 en het bijbehorende Uitvoerings- en monitoringprotocol van Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Nedvang (versie april 2009). 2 Gemeenten in Friesland en Groningen en regio Noord-Veluwe hebben voor nascheiding één van de installaties gekozen. Inmiddels heeft nog een aantal gemeenten ook gekozen voor nascheiding, al dan niet in combinatie met bronscheiding. De andere gemeenten hebben gekozen voor bronscheiding. 1

7 De keten van nascheiding wordt in het figuur hieronder weergegeven: Materiaalhergebruik of nuttige toepassing Inzameling huishoudelijk afval Transport Nascheidingsinstallatie Transport Bewerker (sorteerder) Recycler Uitgangspunten en scope van het kostenonderzoek zijn: Huishoudelijk restafval (incl. kunststof) Kunststof mix hard Kunststof mix zacht RDF ONF Non-ferro Metaal Papier Het onderzoek is gericht op de gehele keten van nascheiding van kunststofverpakkingen uit huishoudelijk restafval. Het onderzoek geeft daarom inzicht in de te onderscheiden onderdelen van de keten en de samenhang daartussen. In het Addendum en het Uitvoerings- en monitoringprotocol (versie 2.0 april 2009) wordt uitgegaan van nascheiding en sortering door en op de locatie van één partij. De praktijk heeft zich echter anders ontwikkeld dan hierin beoogd werd. Bij de nascheidingsinstallaties ontstaat een tussenmix van kunststoffen (vormvast en folie). Deze tussenmix wordt ter sortering afgevoerd naar een sorteerinstallatie in Duitsland. In dit onderzoek is daarom besloten om uit te gaan van deze huidige praktijk. PET PE-flessen PE-folies PP Mix hard Mix zacht Rest De keten van nascheiding bestaat in de praktijk uit de volgende onderdelen: 1. Inzameling van huishoudelijk restafval en transport (inclusief eventueel op-/overslag) naar een nascheidingsinstallatie. 2. Scheiding en nascheiding van huishoudelijk restafval in een of meer kunststoffracties en restfracties door een nascheidingsinstallatie. 3. Transport van nagescheiden kunststoffracties naar een sorteerinstallatie. 4. Sortering van nagescheiden kunststoffractie(s) in sorteerinstallatie in de kunststoffracties volgens bijlage C3 van het Uitvoerings- en monitoringprotocol. 5. Bepaling van welke gesorteerde kunststoffracties voldoen aan de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol (versie 2.0 april 2009). 2

8 De kosten worden bepaald met inachtneming van de kwaliteitseisen aan kunststoffracties zoals gedefinieerd in bijlage C3 van het Uitvoerings- en monitoringprotocol 3 bij de Raamovereenkomst. Deze kunststoffracties zijn (benaming conform het Uitvoerings- en monitoringprotocol): - PET (eventueel helder en bont). - PE flessen (hoogwaardig PE). - PE (folies). - PP. - Harde kunststoffen. - Gemengde kunststoffen (lichte kunststoffen). Er is in dit kostenonderzoek uitgegaan van kosten die in de verschillende onderdelen in de keten van nascheiding worden gemaakt bij de huidige manier van opereren en bedrijfsvoering. Eventuele toekomstige optimalisering in de wijze van opereren bij de nascheiders of eventuele alternatieven voor sortering zijn niet in dit kostenonderzoek meegenomen. Dit is een momentopname van de situatie in de keten van nascheiding tijdens de uitgevoerde praktijkproeven bij nascheiders en sorteerder. Door optimalisatie en andere aanpassingen zullen de resultaten in meer of mindere mate afwijken; dat is van belang voor de interpretatie van de resultaten in dit rapport. Er is in dit kostenonderzoek niet gekeken naar de eventuele opbrengsten en kosten voor verwerking van de kunststoffracties die resulteren na de sortering. De kostprijs is waar mogelijk en zinvol bepaald door middel van de activity-based costing - methodiek. - Voor het onderdeel inzameling & transport is gebruikgemaakt van een tarief op basis van gegevens van Agentschap NL, NVRD en CBS 4. - Voor het onderdeel nascheiding is de kostprijs bepaald op basis van geverifieerde informatie en praktijkproeven bij de nascheiders Omrin en Attero. - Voor het onderdeel transport naar de sorteerder is gebruikgemaakt van een tarief op basis van gegevens van transporteurs. - Voor het onderdeel sortering is gebruikgemaakt van het tarief dat de door Nedvang en de nascheiders gezamenlijk geselecteerde sorteerinstallatie van Tönsmeier als tarief per uur voor de praktijkproef in rekening heeft gebracht (het tarief is vergeleken met de commerciële tarieven van andere sorteerders). 3 Het Uitvoerings- en monitoringprotocol versie 2.0 april 2009 geeft tevens aan welke kunststofverpakkingen zijn toegestaan in de inzameling (artikelen worden vermeld in de kunststofverpakkingenlijst). Bij nascheiding van kunststoffen uit huishoudelijk restafval kunnen in de output mogelijk meer artikelen worden teruggevonden dan volgens deze lijst toegestaan. 4 Inzamelkosten zijn de kosten voor inzameling, transport en op-/overslag van huishoudelijk restafval. Inzamelkosten kunnen sterk verschillen per inzamelgebied. Keuze was om de kosten te baseren op de NVRD Benchmark Afvalinzameling In dit rapport worden de gemiddelde inzamelkosten inclusief eventueel transport naar gemeentelijke op-/overslagpunten gegeven voor respectievelijk stedelijke, stedelijk/landelijke en landelijke inzamelgebieden. Aan deze benchmark nemen enkel publieke bedrijven deel. Specifieke gegevens van individuele gemeenten over eventuele additionele transportkosten van gemeentelijke op-/overslagpunten naar nascheidingsinstallaties (sterk verschillend per inzamelgebied) zijn niet bekend en niet onderzocht. Voor de kosten is stedelijkheidsklasse C gebruikt (deelnemers met een matig stedelijk, weinig stedelijk en niet stedelijk verzorgingsgebied, CBS stedelijkheidsklasse 3, 4 en 5), op basis van een inschatting van de aard van de inzamelgebieden, waarin de twee nascheidingsinstallaties zich bevinden. 3

9 Er is in dit kostenonderzoek geen vergelijking gemaakt tussen de opties bronscheiding en nascheiding, noch in kosten noch in effectiviteit en/of kwaliteit. Omdat gegevens over hoeveelheden van input en output uit de nascheidingsinstallaties en de hoeveelheden van de kunststoffracties uit de sorteerinstallatie in een reguliere bedrijfsvoering van deze installaties nog niet voorhanden waren, is in overleg met de begeleidingscommissie en de nascheiders bepaald om deze gegevens te verkrijgen door middel van praktijkproeven bij de nascheidingsinstallaties en geselecteerde sorteerinstallatie. Er is een rekenmodel ontwikkeld voor de berekening van de kostprijs. De aangeleverde en getoetste financiële gegevens van de nascheidingsinstallaties en de informatie van andere partijen die in het kader van dit onderzoek door KPMG zijn geraadpleegd, dienen hierbij als input. Het model berekent op basis van de activity-based costing -methodiek 5 een gemiddelde kostprijs voor de verschillende activiteiten in het proces van kunststofnascheiding. Voor de berekening van de kostprijs wordt gebruikgemaakt van een gewogen gemiddelde over de beide nascheidingsinstallaties en over de sortering van de kunststoffracties uit beide installaties. Het aantal ton kunststof dat wordt nagescheiden uit de ingaande stroom afval is berekend aan de hand van de resultaten uit de praktijkproeven bij de nascheidingsinstallaties respectievelijk de sorteerinstallatie. Hierbij is het percentage van het ingaande afval dat wordt teruggewonnen als kunststoffen bij beide installaties afzonderlijk vermenigvuldigd met de begrote hoeveelheid ingaand afval per jaar. Het kostenonderzoek is een momentopname van de situatie in de keten van nascheiding. Uiteindelijk moet verdere optimalisering in de gehele keten van nascheiding leiden tot een zo hoog mogelijk rendement en een zo hoog mogelijke kwaliteit tegen zo laag mogelijke (maatschappelijke) kosten. Nedvang (namens het verpakkende bedrijfsleven) en VNG bepalen uiteindelijk de vergoeding voor de kosten van nascheiding aan de gemeenten. Het kostenonderzoek biedt partijen hiertoe een basis. Het bepalen van de vergoeding is echter geen onderdeel van het onderzoek. 5 De kostprijs is waar mogelijk en zinvol bepaald door middel van de activity-based costing -methodiek. Dit is gedaan voor het onderdeel nascheiding. Voor het onderdeel sortering is gebruikgemaakt van het tarief dat de sorteerinstallatie voor de praktijkproef in rekening heeft gebracht (het tarief is vergeleken met de commerciële tarieven van andere sorteerders). Voor het onderdeel inzameling & transport is gebruikgemaakt van een tarief op basis van gegevens van Agentschap NL, NVRD en CBS. Voor het onderdeel transport naar sorteerder is gebruikgemaakt van een tarief op basis van gegevens van transporteurs. 4

10 Resultaten praktijkproeven De praktijkproeven 6 omvatten de volgende activiteiten: Nascheiding 7 van kunststof uit huishoudelijk afval in de nascheidingsinstallaties van Omrin en Attero. Sortering 8 in de installatie van Tönsmeier te Porta Westfalica in Duitsland van de door Omrin en Attero geproduceerde kunststoffracties. Bepaling van kunststoffracties die voldoen aan de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol. Praktijkproeven nascheiding Resultaten praktijkproef nascheiding Omrin In totaal wordt bij Omrin 2,1% van het ingaande huishoudelijk restafval teruggewonnen in de output kunststoffractie na nascheiding. Deze fractie bestaat uit een vormvast-/foliekunststofmix inclusief reststoffen. Het ingaande huishoudelijk restafval bleek voor 22,1% 9 uit kunststoffen te bestaan. Van de kunststoffen in huishoudelijk restafval wordt dus ruim 9% in de output kunststoffractie (vormvast-/foliekunststofmix) 10 na nascheiding teruggewonnen (ruim 9% van 22%). Gemiddeld wordt bij Omrin na nascheiding omgerekend circa 5,8 kg per inwoner (12,8 kg per aansluiting) in de output kunststoffractie teruggewonnen. Dit is inclusief reststoffen. Het aandeel kunststof in de output kunststoffractie is omgerekend circa 4,9 kg/inwoner (10,8 kg per aansluiting). In de output kunststoffractie (vormvast-/foliekunststofmix) 11 vormt PET het grootste aandeel (31,7%), gevolgd door PE vormvast (20,2%), PP (14,5%), en PE folies (7,8%). 6 Er is een gedetailleerd draaiboek voor de praktijkproeven bij de nascheiders en sorteerder opgesteld. Het draaiboek is door alle betrokken partijen goedgekeurd. 7 Alle monsters van de input en output van de praktijkproeven voor nascheiding zijn geanalyseerd in twee stappen. Door Fuhler in Emmen zijn monsters geanalyseerd op het totaal aandeel kunststoffen. Aangeleverde monsters zijn hiertoe handmatig gesorteerd in kunststof/niet-kunststof. De kunststoffractie na deze eerste stap is vervolgens nader geanalyseerd door Wageningen Universiteit. Hierbij is gebruikgemaakt van NIR-kunststofherkenning. 8 Analyses van de samenstelling van de monsters van de praktijkproeven voor sortering zijn uitgevoerd door Wageningen Universiteit met behulp van NIR-kunststofherkenning. 9 Het aandeel van 22,1% bij is bepaald door handmatige analyse. Dit is inclusief (aanhangende) reststoffen. Na gedetailleerde vervolganalyses van het (na de handmatige analyse ontstane) monster met behulp van geavanceerde (NIR-) apparatuur is bepaald dat het aandeel kunststoffen (exclusief aanhangende reststoffen) 18,5% is. Het gemiddelde percentage kunststoffen in huishoudelijk afval in Nederland was 20 in 2007 (bron: SenterNovem, 2009). 10 De output kunststoffractie (vormvast-/foliekunststofmix inclusief reststoffen) bestaat voor circa 7,5% uit kunststof dat geen verpakkingsmateriaal is. Dit materiaal zit verdeeld over de diverse kunststofsoorten. 11 Dit is inclusief het kunststof niet-verpakkingsmateriaal. 5

11 Het aandeel reststoffen bedraagt 16,1%. De reststoffen (los of aanhangend aan de kunststoffen) bestaan vooral uit papier en karton maar ook uit bijvoorbeeld stukjes hout en organisch materiaal. 10,6% is door handmatige analyse van de kunststof output bepaald. Het overige aandeel is door gedetailleerde analyses van het (na de handmatige analyse ontstane) monster met behulp van geavanceerde (NIR-)apparatuur bepaald. De handmatige analyse komt dichter in de buurt van een analyse zoals die voor een kwaliteitscontrole zou kunnen worden uitgevoerd. In de onderstaande figuur is de terugwinning van kunststoffen in de nascheidingsinstallatie van Omrin schematisch weergegeven. [NB: 1. De kunststoffen in de figuur zijn inclusief reststoffen. 2: De output bestaat uit een vormvaste fractie en een foliefractie die vervolgens weer in een mixfractie bijeen worden gebracht voor sortering.] Huishoudelijk afval; 100,00% Huishoudelijk afval (input) Kunststoffen; 22,13% Kunststoffen in huishoudelijk afval (input) Folie; 0,21% Vormvast; 1,86% Kunststoffen nascheiding (output) In de onderstaande figuur is de verdeling van de output in kunststoffen en reststoffen getoond, uitgedrukt in kg/inwoner: 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 0,9 4,9 Mix Output kunststoffractie Omrin Reststoffen Kunststoffen 6

12 Resultaten praktijkproef nascheiding Attero In totaal wordt bij Attero 2,7% van het ingaande huishoudelijk restafval teruggewonnen in de output kunststoffractie na nascheiding. Deze output bestaat uit twee fracties, namelijk een vormvaste kunststoffractie en een folie kunststoffractie inclusief reststoffen. 12 Het ingaande huishoudelijk restafval bleek voor 15,9% 13 uit kunststoffen te bestaan. Van de ingaande kunststoffen in huishoudelijk restafval wordt ruim 17% in de output kunststoffractie (vormvaste fractie en foliefractie) na nascheiding teruggewonnen (17% van 15,9%). Gemiddeld wordt bij Attero in de nascheiding omgerekend circa 7,7 kg per inwoner (17,0 kg per aansluiting) in de output kunststoffractie (vormvaste fractie en foliefractie) teruggewonnen. Dit is inclusief reststoffen. Het aandeel kunststof in de output is circa 4,1 kg/inwoner in de vormvaste fractie en circa 2,0 kg/inwoner in de foliefractie. In de output vormvaste kunststoffractie 14 vormt PP het grootste aandeel (26,1%), gevolgd door PET (25,9%), PE vormvast (17,4%) en PE folies (5,0%). Het aandeel reststoffen in de vormvaste kunststoffractie bedraagt 21,0% 15 (13,7% is door handmatige analyse bepaald). De reststoffen (los of aanhangend aan de kunststoffen) bestaan vooral uit papier en karton, maar ook uit bijvoorbeeld stukjes hout en organisch materiaal. In de folie kunststoffractie vormt PE-folie het grootste aandeel (57,3%), gevolgd door PP (7,6%), PET (0,2%) en PE vormvast (0,1%). Het aandeel reststoffen in de folie kunststoffractie bedraagt 23,6%. De reststoffen (los of aanhangend aan de kunststoffen) bestaan vooral uit papier en karton, maar ook uit bijvoorbeeld stukjes hout en organisch materiaal. 14,1% is door handmatige analyse bepaald. Het overige aandeel is door gedetailleerde analyses van het (na de handmatige analyse ontstane) monster met behulp van geavanceerde (NIR-)apparatuur bepaald. De handmatige analyse komt dichter in de buurt van een analyse zoals die voor een kwaliteitscontrole zou kunnen worden uitgevoerd. 12 De output vormvaste kunststoffractie bestaat voor 5,5% uit kunststof dat geen verpakkingsmateriaal is. De output folie kunststoffractie bestaat voor circa 4,5% uit niet-verpakkingsmateriaal. 13 Het aandeel van 15,9% bij is bepaald door handmatige analyse. Dit is inclusief (aanhangende) reststoffen. Na gedetailleerde vervolganalyses van het (na de handmatige analyse ontstane) monster met behulp van geavanceerde (NIR-)apparatuur is bepaald dat het aandeel kunststoffen (exclusief aanhangende reststoffen) 13,0% is. 14 Dit is inclusief het kunststof niet-verpakkingsmateriaal ,7% is door handmatige analyse bepaald. Het overige aandeel is door gedetailleerde analyses van het (na de handmatige analyse ontstane) monster met behulp van geavanceerde (NIR-)apparatuur bepaald. De handmatige analyse komt dichter in de buurt van een analyse zoals die voor een kwaliteitscontrole zou kunnen worden uitgevoerd. 7

13 In de onderstaande figuur is de terugwinning van kunststoffen in de nascheidingsinstallatie van Attero schematisch weergegeven: [NB: De kunststoffen in de figuur zijn inclusief reststoffen.] Huishoudelijk afval; 100,00% Huishoudelijk afval (input) Kunststoffen; 15,90% Kunststoffen in huishoudelijk afval (input) Folie; 0,91% Vormvast; 1,82% Kunststoffen nascheiding (output) In de onderstaande figuur is de verdeling van de output in kunststoffen en reststoffen getoond, uitgedrukt in kg/inwoner: 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,1 4,1 0,6 Reststoffen Kunststoffen 1,0 2,0 0,0 Vormvaste kunststoffractie Output kunststoffractie Attero Folie kunststoffractie Praktijkproeven sortering De sorteerinstallatie van Tönsmeier is door Nedvang en de nascheiders gezamenlijk geselecteerd. De installatie geldt als een van de grootste en meest geavanceerde in Duitsland en is specifiek ingericht voor het sorteren van kunststoffen uit restafval. De installatie is ontworpen voor het sorteren van Duits materiaal (dat qua samenstelling verschilt van Nederlands materiaal) volgens de Duitse DSD 16 -eisen. De installatie is echter instelbaar op zowel de Duitse DSD-eisen als de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol (deze eisen zijn iets anders gesteld qua samenstelling en kwaliteit). Voor de sorteerproeven is de installatie van Tönsmeier geoptimaliseerd naar de laatstgenoemde eisen. 16 Duales System Deutschland 8

14 De kwaliteit van de output van de sorteerinstallatie wordt mede bepaald door de kwaliteit van de input, dat is dus de kwaliteit van de output van de nascheidingsinstallaties. De praktijkproeven bij Tönsmeier zijn uitgevoerd op basis van een door Tönsmeier opgegeven tarief. Dit tarief is exclusief de marktopbrengst van de gesorteerde kunststoffracties. De instellingen van de installatie zijn zodanig aangepast aan de te sorteren nagescheiden kunststoffracties van Omrin en Attero, dat de output van de installatie zo veel mogelijk is gericht op het maximaliseren van de productie van output kunststoffracties die voldoen aan de kwaliteitseisen van het Uitvoerings- en monitoringprotocol. Om de installatie zo effectief mogelijk te gebruiken zijn op verzoek van Tönsmeier de vormvaste en folie kunststoffracties van Attero tegelijkertijd (als mix) door de installatie gesorteerd. De kunststoffracties van Omrin zijn al als mix bij de installatie aangeleverd. Praktijkproef sortering Omrin-materiaal De doorzet tijdens de proef was ongeveer 5,6 ton/uur. De output na sortering bestaat voor 80,5% uit kunststoffracties en voor 19,5% uit overige fracties als papier, metaal en andere reststoffen. De grootste kunststoffractie in de output is PET (27,9%), gevolgd door PE (19,8%), PP (7,8%) en PE folies (1,1%). Gemengde kunststoffen maken 22,9% (18,4% vormvast en 4,4% folies) van de output uit. De analyses van de praktijkproef, gericht op vergelijking van de outputkwaliteit met de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol, zijn 17/18 : - De fracties PE (hard) en PE (folie) voldoen aan de kwaliteitseisen. De PET- en de gemengde kunststoffen zacht-fracties hebben een afwijking van minder dan 1 % van de kwaliteitseisen. De PP-fractie wijkt af met 1,1%. De resultaten van de metingen vallen dus in alle gevallen binnen de afwijking van +/-5% die in het onderzoek ten opzichte van de kwaliteitseisen wordt gehanteerd. - Op basis van een marge van +/-5% ten opzichte van de kwaliteitseisen die in dit onderzoek is gehanteerd, voldoet 100% van de output derhalve aan de kwaliteitseisen van het Uitvoerings- en monitoringprotocol. 17 Het betrouwbaarheidsinterval op basis van de frequentie en representativiteit van de monsternames en metingen is 95%. Op basis hiervan is in het onderzoek aangehouden dat in de praktijkproeven een afwijking van 5% ten opzichte van de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol acceptabel is. In de praktijk worden zowel in Nederland als in Duitsland voor acceptatie van kunststoffracties alleen de gestelde kwaliteitseisen gehanteerd. Dit betekent dat er geen afwijking van de kwaliteitseisen mogelijk is. 18 Het Uitvoerings- en monitoringprotocol geeft tevens aan welke kunststofverpakkingen zijn toegestaan in de inzameling (artikelen worden vermeld in de kunststofverpakkingenlijst). Bij nascheiding van kunststoffen uit huishoudelijk restafval kunnen in de output mogelijk meer artikelen worden teruggevonden dan volgens deze lijst toegestaan. 9

15 In de onderstaande figuur is in groen aangegeven welke kunststoffracties van het gesorteerde Omrin-materiaal voldoen aan de kwaliteitseisen, in geel welke kunststoffracties qua zuiverheid afwijken van de kwaliteitseis, maar binnen de marge van +/-5% vallen en in rood welke kunststoffracties onder de marge van +/-5% vallen. 100% 95% 90% 85% 80% Meting gelijk aan kwaliteitseis of hoger Meting binnen marge kwaliteitseis +/- 5% Meting buiten marge kwaliteitseis +/- 5% Marge kwaliteitseis + 5% Marge kwaliteitseis - 5% 75% PET PE (hard) PE (folie) PP Gem. hard Gem. zacht Praktijkproef sortering Attero-materiaal De doorzet tijdens de proef was ongeveer 9,1 ton/uur. De output na sortering bestaat voor 75,6% uit kunststoffracties en voor 24,5% uit restfracties als papier, metaal en andere reststoffen. De grootste kunststoffractie in de output is PE folies (12,7%), gevolgd door PET (7,0%), PE (3,3%) en PP (2,8%). Gemengde kunststoffen maken 49,7% (26,2% vormvast en 23,5% folies) van de output uit. De analyses van de praktijkproef, gericht op vergelijking van de outputkwaliteit met de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol, zijn: - De fracties PE (hard) en PE (folie) voldoen aan de kwaliteitseisen. De fracties PET en PP hebben een afwijking van 1% van de kwaliteitseisen. De resultaten van de metingen vallen dus in alle gevallen binnen de afwijking van +/-5% ten opzichte van de kwaliteitseisen. - De fracties harde en gemengde kunststoffen zacht vallen buiten de marge van 5% van de kwaliteitseisen en voldoen daarmee niet. Dat is tezamen 49,7% van de output. 10

16 In de onderstaande figuur is in groen aangegeven welke kunststoffracties van het gesorteerde Attero-materiaal voldoen aan de kwaliteitseisen, in geel welke kunststof fracties qua zuiverheid afwijken van de kwaliteitseis, maar binnen de marge van +/-5% vallen, en in rood welke kunststof fracties onder de marge van +/-5% vallen. 100% 95% 90% 85% 80% Meting gelijk aan kwaliteitseis of hoger Meting binnen marge kwaliteitseis +/- 5% Meting buiten marge kwaliteitseis +/- 5% Marge kwaliteitseis + 5% Marge kwaliteitseis - 5% 75% 70% PET PE (hard) PE (folie) PP Gem. hard Gem. zacht Vergelijking van sorteerproeven Uitgaande van het scenario op basis van de resultaten van de sorteerproef met Omrinmateriaal wordt circa 5,2 kg/inwoner (11,5 kg/aansluiting) na sortering als kunststof output teruggewonnen. De gehele kunststof output voldoet aan de kwaliteitseisen van het Uitvoerings- en monitoringprotocol. Uitgaande van het scenario op basis van de resultaten van de sorteerproef met Atteromateriaal wordt circa 5,0 kg/inwoner (11,0 kg/aansluiting) na sortering als kunststof output teruggewonnen. Circa 1,7 kg/inwoner (3,7 kg/aansluiting) voldoet aan de kwaliteitseisen van het Uitvoerings- en monitoringprotocol. Als gewogen gemiddelde van de proeven wordt circa 5,1 kg/inwoner (11,3 kg/aansluiting) na sortering als kunststof output teruggewonnen. Circa 3,6 kg/inwoner (7,9 kg/aansluiting) voldoet aan de kwaliteitseisen van het Uitvoerings- en monitoringprotocol. De resultaten van de sorteerproeven zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van de samenstelling en kwaliteit van de aangeleverde input. Meer vormvaste kunststoffen en minder reststoffen in de input leveren betere resultaten in de kunststof output op. Ook de instellingen (te sorteren fracties, snelheid) en de mogelijkheden (techniek, capaciteit) van de sorteerinstallatie hebben invloed op de resultaten. De doorzet van kunststoffen in de installatie zou verder kunnen worden geoptimaliseerd. Dit zou een verlaging van de sorteerkosten per ton (en verhoging van de opbrengst aan kunststoffen) impliceren. 11

17 In de onderstaande figuren is de verdeling van de output in kunststoffen (wel en niet voldoend aan de kwaliteitseisen) en reststoffen getoond, uitgedrukt in kg/inwoner. Getoond worden de resultaten van: Het basisscenario met gewogen gemiddelde van de praktijkproeven. Het scenario dat uitgaat van de resultaten van de praktijkproeven met Omrin-materiaal. Het scenario dat uitgaat van de resultaten van de praktijkproeven met Attero-materiaal. 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 1,5 1,5 3,6 Gewogen gemiddelde Output na sortering Reststoffen Kunststoffen niet voldoend aan kwaliteitseisen Kunststoffen voldoend aan kwaliteitseisen 12

18 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 1,9 3,8 2,0 Resultaat op basis van sorteerproef materiaal Attero Output na sortering Reststoffen Kunststoffen niet voldoend aan kwaliteitseisen Kunststoffen voldoend aan kwaliteitseisen Resultaten berekeningen: kostprijzen van onderdelen en de gehele keten van nascheiding De kostprijzen per processtap dienen als input voor de berekening van de kostprijzen van de gehele keten van nascheiding. De kostprijzen per processtap worden vervolgens gedeeld door het aantal ton kunststof output. Dit levert een kostprijs per ton kunststof output. Er is een basisscenario voor nascheiding gedefinieerd (met keuzes en aannames voor variabelen als afschrijvingstermijn, rendement, doorzetsnelheid). De kostprijzen per ton kunnen worden gerelateerd aan drie verschillende soorten kunststof outputs: Kunststof output uit de nascheiding (vormvaste fractie plus foliefractie). Kunststof output uit de sortering. Kunststof output uit de sortering die voldoet aan de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol. Kostprijzen per ketenonderdeel en voor de gehele keten van nascheiding In de onderstaande tabel zijn de kostprijzen per ketenonderdeel en voor de gehele keten weergegeven (gerelateerd aan de kunststof output uit de nascheiding). In de tabel wordt uitgegaan van het basisscenario met gewogen gemiddelden 19. De kostprijzen zijn gerelateerd aan de verschillende outputs zoals hierboven vermeld. 19 Het gewogen gemiddelde van de kostprijs per ton voor sortering is gebaseerd op de resultaten van de beide sorteerproeven. De resultaten van de sorteerproeven en de resulterende kostprijzen verschilden aanzienlijk als gevolg van verschillen in kwaliteit van de output en draaisnelheid. De bandbreedte van de kostprijs per ton output nascheiding is Bandbreedte van de kostprijs per ton output die voldoet aan de kwaliteitseisen uit het Uitvoeringsen monitoringprotocol is

19 Gerelateerd aan: Kosten per ton huishoudelijk afval Kosten per ton kunststof output uit nascheiding Kosten per ton kunststofoutput uit sortering Kosten per ton kunststof uit sortering die voldoet aan kwaliteitseisen uit Uitvoerings- en monitoringprotocol Gew. gemidd Gew. gemidd Gew. gemidd Gew. gemidd Inzameling en transport 1,70 72,49 93,36 133,33 Nascheiding (incl. voorscheiding) 10,48 447,81 576,74 823,63 Transport (naar sorteerder) 1,21 51,92 66,87 95,49 Keten exclusief sortering 13,39 520,30 670,10 956,96 Sortering 4,31 184,08 237,08 338,57 Keten inclusief sortering 17,69 756,31 974, ,02 Gevoeligheidsanalyse Voor een goede interpretatie van de resultaten van het kostenonderzoek is het van belang om inzicht te krijgen in de invloed op de kostprijs van de belangrijkste kostenposten en van de keuzes en aannames hierin. In dit onderzoek zijn de gevoeligheden in de kostprijs bepaald van een aantal belangrijke keuzes en aannames (parameters). Parameters die van relatief grote invloed zijn op de kostprijs zijn in de tabel hieronder onderstreept aangegeven. Nascheiding Transport naar sorteerder Sortering Afschrijvingstermijn voor bedrijfsmiddelen 20 Energiekosten Seizoensinvloeden Rendement van de nascheiding Doorzet Transporttarief: gebaald of ongebaald transport Afstand van nascheidingsinstallatie tot sorteerinstallatie Doorzetsnelheid Operators handmatige sortering Vergelijking sorteerinstallaties Kwaliteit output kunststoffracties Gezien het grote aantal variabelen in de verschillende ketenonderdelen is een veelheid aan scenario s denkbaar. Om toch inzicht te geven in een reële bandbreedte in de kostprijs per ton zijn in het onderzoek per onderdeel van de keten een beperkt aantal alternatieve scenario s (met andere waarden voor de parameters) doorgerekend. Resultaten scenario s onderdeel nascheiding Variabelen in de doorgerekende scenario s voor het onderdeel nascheiding zijn: afschrijvingstermijn van de bedrijfsmiddelen van de nascheidingslijn en rendement van de nascheiding (output kunststoffracties versus input huishoudelijk restafval). 20 In de berekening van de kosten van de afschrijving is een restwaarde van nul aangehouden. 14

20 Met een zwarte omcirkeling wordt de kostprijs bij de in het basisscenario gehanteerde afschrijvingstermijn en het rendement (gewogen gemiddelde van de twee nascheiders op basis van de praktijkproeven) getoond. Met een rode respectievelijk blauwe omcirkeling worden de kostprijzen getoond bij het scheidingsrendement in de Attero-praktijkproef respectievelijk in de Omrin-praktijkproef. Voor de bandbreedte van de kostprijs per ton worden de resultaten van berekeningen van de kostprijs bij een afschrijvingtermijn van 5 jaar en een rendement van 2% en bij een afschrijvingstermijn van 15 jaar en een rendement van 4% genomen. Deze waarden zijn in dit onderzoek als reële uitersten voor de bandbreedte gesteld op basis van de proeven bij de nascheiders, inzichten in gehanteerde afschrijvingstermijnen voor bedrijfsmiddelen in de afvalsector en huidige en reële nog te verwachten verbeteringen in rendementen. Per ton kunststof output uit nascheiding Scheidingsrendement Afschrijvingstermijn ,00% ,10% ,30% ,50% ,70% ,00% ,50% ,00% Resultaten scenario s onderdeel sortering Variabelen in de doorgerekende scenario s voor het onderdeel sortering zijn: doorzetsnelheid en kwaliteit output na sortering in proeven met materiaal van respectievelijk Attero en Omrin. Met een zwarte omcirkeling worden de in het basisscenario gehanteerde doorzetsnelheid en resulterende kwaliteit van de output getoond (gewogen gemiddelde van de resultaten van de sorteerproeven met materiaal van Attero respectievelijk Omrin). Met een rode respectievelijk blauwe omcirkeling worden de gehanteerde doorzetsnelheid en kwaliteit van de output getoond van de Attero-sorteerproef respectievelijk de Omrin-sorteerproef. Voor de bandbreedte van de kostprijs per ton worden de resultaten van de twee sorteerproeven genomen. Alhoewel in onderstaande tabel (ter informatie) ook de theoretische kostprijzen per ton bij verschillende doorzetsnelheden en resulterende kwaliteit van de output worden getoond, zijn deze op basis van slechts twee sorteerproeven niet zomaar vast te stellen. Het verband tussen doorzetsnelheid en kwaliteit is voor andere snelheden dan uit de twee praktijkproeven namelijk niet bekend. Evenmin zijn de eventuele additionele kosten bekend voor een hogere doorzetsnelheid bij gelijkblijvende of hogere kwaliteit, dan wel omgekeerd: een hogere kwaliteit bij gelijkblijvende doorzetsnelheid. Wel is duidelijk dat verdere optimalisatie mogelijk lijkt. 15

21 Per ton kunststof output uit sortering voldoend aan kwaliteitseis Kwaliteit Snelheid 51,30% 60% 70% 80% 90% 100% 5, , , , Per ton kunststof output uit sortering Snelheid Kwaliteit 51,30% 60% 70% 80% 90% 100% 5, , , , Per ton kunststof output uit nascheiding Kwaliteit 51,30% 60% 70% 80% 90% 100% 5, , Snelheid 9, , Conclusies Het kostenonderzoek geeft inzicht in de kostprijzen en de gevoeligheden medio 2010, gebaseerd op de resultaten van praktijkproeven bij de nascheiders en de geselecteerde sorteerder. De kostprijzen zijn uitgedrukt in kosten per ton kunststof output per onderdeel van de keten en voor de keten als geheel. De kostprijzen per ton zijn in dit onderzoek gerelateerd aan: de kunststof output uit de nascheiding; de kunststof output uit de sortering; de kunststof output uit de sortering die voldoet aan de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol. Er zijn verschillende kostprijzen per ton berekend, voor de keten als geheel en voor onderdelen van de keten. In het basisscenario is uitgegaan van een gewogen gemiddelde van de resultaten voor de beide nascheidingsinstallaties van zowel de nascheiding als de nascheiding plus sortering. Ook zijn kostprijzen van een beperkt aantal scenario s op basis van de belangrijkste gevoeligheden berekend om een reële kostenbandbreedte te kunnen bepalen. Voor het onderdeel nascheiding is gevarieerd op afschrijvingstermijn voor bedrijfsmiddelen en rendement van nascheiding. 16

22 Voor het onderdeel sortering is gevarieerd op doorloopsnelheid en kwaliteit van output van kunststoffracties. Er zijn vele andere scenario s met combinaties van gevoeligheden denkbaar. De berekende scenario s hebben echter variabelen waarvan de alternatieve aanname of keuze ook in de huidige praktijk goed voorstelbaar is of reeds wordt toegepast. De belangrijkste berekende kostprijzen per ton zijn: De kostprijs 21 van de keten van nascheiding heeft een bandbreedte van per ton kunststof output uit nascheiding. Deze kostprijs is als volgt opgebouwd: - Inzameling & transport : 72 per ton. - Nascheiding : per ton. - Transport naar sorteerder : 52 per ton. - Sortering : per ton. De kostprijs 22 van de keten van nascheiding heeft een bandbreedte van per ton kunststof output na sortering. Deze kostprijs is als volgt opgebouwd: - Inzameling & transport : 93 per ton. - Nascheiding : per ton. - Transport naar sorteerder : 67 per ton. - Sortering : per ton. De kostprijs 23 van de keten van nascheiding heeft een bandbreedte van per ton kunststof na sortering die voldoet aan de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol. Deze kostprijs is als volgt opgebouwd: - Inzameling & transport : 133 per ton. - Nascheiding : per ton. - Transport naar sorteerder : 95 per ton. - Sortering : per ton. De bandbreedte wordt veroorzaakt door de verschillen in doorzetsnelheid en de (grote) verschillen in de mate waarin de kunststoffracties voldoen aan de kwaliteitseisen. Voor het gewogen gemiddelde is de bandbreedte van de kunststof output bij verschillende rendementen van nascheiding (2% - 4%), uitgedrukt in kunststof output nascheiding in kg/inwoner 5,7-11,5 kg/inwoner. 21 Kostprijs van de keten van nascheiding in het basisscenario met gewogen gemiddelde is 756 per ton kunststof output uit nascheiding. Deze kostprijs is opgebouwd uit 72 per ton voor inzameling & transport, 448 per ton voor nascheiding, 52 per ton voor transport naar sorteerder en 184 per ton voor sortering. 22 Kostprijs van de keten van nascheiding in het basisscenario met gewogen gemiddelde is 974 per ton kunststof output na sortering. Deze kostprijs is opgebouwd uit 93 per ton voor inzameling & transport, 577 per ton voor nascheiding, 67 per ton voor transport naar sorteerder en 237 per ton voor sortering. 23 Kostprijs van de keten van nascheiding in het basisscenario met gewogen gemiddelde is per ton kunststof na sortering die voldoet aan de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol. Deze kostprijs is opgebouwd uit 133 per ton voor inzameling & transport, 823 per ton voor nascheiding, 95 per ton voor transport naar sorteerder en 338 per ton voor sortering. 17

23 Voor de hoeveelheden per ton kunststof output na sortering respectievelijk voldoend aan kwaliteitseisen kunnen alleen de resultaten bij een rendement van nascheiding van 2,3% (zijnde het basisscenario) worden weergegeven gezien het beperkte aantal uitgevoerde praktijkproeven en daarmee de onbekende kwaliteit bij lagere of hogere rendementen en de invloed daarvan op de hoeveelheden output na sortering respectievelijk de hoeveelheden output voldoend aan de kwaliteitseisen. Uitgaande van het basisscenario wordt circa 6,6 kg/inwoner na nascheiding en 5,1 kg/inwoner na sortering als kunststof output teruggewonnen. Circa 3,6 kg/inwoner voldoet aan de kwaliteitseisen van het Uitvoerings- en monitoringprotocol. Gevoeligheidsanalyses Door middel van gevoeligheidsanalyses is inzicht verkregen in de gevoeligheden van de kostprijs voor bepaalde keuzes of aannames. De gevoeligheidsanalyses geven derhalve inzicht in mogelijke kostenbandbreedtes. Voor de nascheiding heeft de gehanteerde afschrijvingstermijn voor bedrijfsmiddelen van de nascheidingsinstallatie een relatief grote invloed. Ook de doorzet van afval in de nascheidingsinstallatie en het rendement van de nascheiding hebben een relatief grote invloed. Voor het onderdeel transport heeft, naast de afstand tot de sorteerinstallatie, de keuze voor gebaald of ongebaald transport grote invloed. Gebaalde of ongebaalde aanvoer van materiaal heeft echter ook invloed op de effectiviteit van de sortering (gebaald materiaal levert meer knelpunten op). Voor het onderdeel sortering hebben de samenstelling en kwaliteit van de aangeleverde input grote invloed. Daarnaast hebben de instellingen van de installatie (bijvoorbeeld qua doorzetsnelheid en het aantal handmatige sorteerders) invloed. De doorzetsnelheid heeft ook invloed op de effectiviteit van de sortering (een hogere snelheid kan meer knelpunten opleveren) en de kwaliteit van de gesorteerde kunststoffen. Vergoeding Onderhandelingen tussen Nedvang (namens het verpakkende bedrijfsleven) en VNG bepalen uiteindelijk de vergoeding voor de kosten van nascheiding aan de gemeenten. Het kostenonderzoek biedt partijen hiertoe een basis. Suggesties voor vervolg In het kostenonderzoek is een foto van de huidige situatie in de keten van nascheiding gemaakt. 18

24 Het kostenonderzoek en de serie van praktijkproeven hebben ook laten zien dat er nog diverse optimaliseringsmogelijkheden in de gehele keten van nascheiding zijn door het verder optimaliseren van de nascheidingsinstallaties, de sorteerinstallatie en het beter op elkaar laten aansluiten van beide installaties. Dit optimaliseringsproces vergt tijd, overleg en een serie van additionele optimaliseringsproeven. De film van de optimale situatie is derhalve nog niet gemaakt. Uiteindelijk moet optimalisering leiden tot een zo hoog mogelijk rendement en een zo hoog mogelijke kwaliteit tegen zo laag mogelijke (maatschappelijke) kosten. Aspecten die ter optimalisatie van de keten van nascheiding nader onderzocht kunnen worden zijn: Verbetering van de samenstelling en kwaliteit van de outputstroom bij de nascheiders (die tevens de inputstroom bij de sorteerder is), bijvoorbeeld een lager percentage reststoffen, andere verhouding folie/vormvast. Aanlevering (gebaald of ongebaald) van materiaal aan de sorteerder optimaliseren. Doorloopsnelheid van de sorteerinstallatie optimaliseren door verdere optimalisatie van instellingen van de installatie voor Nederlands materiaal (in plaats van Duits DSDmateriaal). Wijze van opvoeren van materiaal in de sorteerinstallatie (dosering, verkleiner) optimaliseren. Instellingen van de sorteerinstallatie met het oog op afzetmogelijkheden in de markt van gesorteerde kunststoffracties (bijvoorbeeld focus op bepaalde (mono)fracties of kwaliteit van fracties). De kwaliteitseisen in het Uitvoerings- en monitoringprotocol (versie 2.0 april 2009) zijn iets anders qua samenstelling en kwaliteit dan de Duitse DSD-eisen voor secundaire kunststoffen uit verpakkingsmateriaal. In de nieuwe versie van het Uitvoeringsen monitoringprotocol (op 31 juni 2010 vastgesteld in de Begeleidingscommissie Verpakkingen) zijn de kwaliteitseisen inmiddels gelijkgetrokken met de DSD-eisen (die recentelijk zijn gewijzigd en in de Europese kunststofrecycling worden beschouwd als de marktconforme standaardspecificaties). 19

25 1 Inleiding 1.1 Achtergrond van het project Besluit verpakkingen en papier en karton, Raamovereenkomst en Addendum, Uitvoerings- en Monitoringprotocol Sinds 1 januari 2006 is het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton (hierna: het Besluit) van kracht. Hierin zijn onder andere hergebruikspercentages opgenomen voor verpakkingen van kunststof. Het Besluit maakt het verpakkende bedrijfsleven (producenten en importeurs van verpakte artikelen) verantwoordelijk voor de organisatie en kosten van de inzameling en recycling van hun verpakkingsafval. Nedvang geeft namens het verpakkende bedrijfsleven collectief uitvoering aan het Besluit, in samenwerking met diverse organisaties. Dit is vastgelegd in de Raamovereenkomst van 27 juli De Raamovereenkomst, inclusief het Addendum van 29 september 2008 en het bijbehorende Uitvoerings- en monitoringprotocol, legt de afspraken vast tussen het ministerie van VROM, VNG en het verpakkende bedrijfsleven. De looptijd van de Raamovereenkomst is tot en met Doelstellingen voor kunststof De Raamovereenkomst geeft voor kunststof één integrale doelstelling, namelijk een percentage materiaalhergebruik van 32 in 2009 tot 38 in 2010 en 42 in Op basis van het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) onder verantwoordelijkheid van het ministerie van VROM dragen gemeenten per 1 januari 2010 zorg voor scheiding van kunststof verpakkingsafval van het restafval via gescheiden kunststofinzameling of via nascheiding. Zoals afgesproken in het Addendum bij de Raamovereenkomst zijn gemeenten in 2009 al gestart met gescheiden kunststofinzameling (bronscheiding) of nascheiding. Gemeenten die kiezen voor nascheiding hebben voor 1 maart 2009 een contract gesloten met de nascheidingsinstallatie van ofwel Omrin te Oudehaske ofwel Attero (voorheen Essent, locatie Vagron) te Groningen. Gemeenten in Friesland en Groningen en regio Noord-Veluwe hebben voor nascheiding foor één van de installaties gekozen. Inmiddels heeft nog een aantal gemeenten ook gekozen voor nascheiding, al dan niet in combinatie met bronscheiding. De andere gemeenten hebben gekozen voor bronscheiding. De keuze voor een systeem geldt in principe voor de gehele looptijd van de Raamovereenkomst. Vergoedingen voor scheiding van kunststof verpakkingsafval voor gemeenten Het verpakkende bedrijfsleven betaalt een verpakkingenbelasting. Het ministerie van VROM stort hiervan jaarlijks 115 miljoen in het Afvalfonds. Nedvang zorgt voor beoordeling van de opgave van de ingezamelde hoeveelheid kunststof van gemeenten en de doorgeleiding van de gegevens naar het Afvalfonds ten behoeve van de betaling van de vergoeding. De hoogte van de vergoeding aan gemeenten is afhankelijk van de ingezamelde hoeveelheid. 20

26 Voor nascheiding is een voorlopige vergoeding van 210 per af te voeren ton (60% van 350 per ton) overeengekomen. De voorlopige vergoeding voor nascheiding geldt tot het moment dat er een definitieve vergoeding wordt bepaald aan de hand van het onderhavige onderzoek. De definitieve vergoeding wordt dan met terugwerkende kracht, tot de start met nascheiding, aan gemeenten uitgekeerd. Kostenonderzoek nascheiding Op verzoek van Nedvang heeft KPMG een activity-based kostenonderzoek uitgevoerd naar de bandbreedte van de kostprijs voor nascheiding van kunststofverpakkingen uit huishoudelijk restafval. 1.2 Leeswijzer De concept eindrapportage is als volgt opgebouwd. Allereerst worden de doelstelling, scope en algemene uitgangspunten van het onderzoek beschreven (hoofdstuk 2). Vervolgens wordt het proces van dataverzameling beschreven (hoofdstuk 3). Dan wordt het kostenmodel toegelicht, alsmede de berekeningsmethodiek, de kostenposten en keuzes en aannames in kostenposten en massastromen (hoofdstuk 4). Daarna wordt de validatie van de data en het model beschreven (hoofdstuk 5). De resultaten van de uitgevoerde praktijkproeven voor nascheiding en sortering worden weergegeven in hoofdstuk 6. Vervolgens wordt de resulterende kostprijs besproken voor de gehele keten en de onderdelen (hoofdstuk 7), evenals de gevoeligheden in keuzes en aannames in onder andere kostenposten en massastromen die van invloed zijn op de kostprijs (hoofdstuk 8). Ten slotte worden de conclusies beschreven (hoofdstuk 9). Bijlagen A tot en met I zijn opgenomen in een apart bijlagenrapport. De bijlagen betreffen onder andere een beschrijving van het nascheidingsproces, een beschrijving van de kostenposten per onderdeel van de keten van nascheiding, de draaiboeken en monitoringprotocollen voor de praktijkproeven, beschrijvingen van de uitgevoerde praktijkproeven en analyseresultaten en een beschrijving van de validatie van kostenposten en gebruikte referenties. 21

27 2 Doelstelling, scope en algemene uitgangspunten 2.1 Doelstelling De doelstelling van het onderzoek is het uitvoeren van een activity-based onderzoek naar de kostprijs en de kostenbandbreedtes als gevolg van gevoeligheden in de gehele keten (alle onderdelen) van nascheiding van kunststofverpakkingen uit huishoudelijk restafval Scope en uitgangspunten Uitgangspunten en scope in het kostenonderzoek zijn: Het onderzoek is gericht op de gehele keten van nascheiding van kunststofverpakkingen uit huishoudelijk restafval. Het onderzoek geeft daarom inzicht in de te onderscheiden onderdelen van de keten en de samenhang daartussen. In het Addendum en het Uitvoerings- en monitoringprotocol (versie 2.0 april 2009) wordt uitgegaan van nascheiding en sortering door en op de locatie van één partij. De praktijk heeft zich echter anders ontwikkeld dan hierin beoogd werd. Bij de nascheidingsinstallaties ontstaat een tussenmix van kunststoffen (vormvast en folie). Deze tussenmix wordt ter sortering afgevoerd naar een sorteerinstallatie in Duitsland. In dit onderzoek is daarom besloten om uit te gaan van deze huidige praktijk. De keten van nascheiding bestaat in de praktijk uit de volgende onderdelen: 1 Inzameling van huishoudelijk restafval en transport (inclusief eventueel op-/overslag) naar nascheidingsinstallatie. 2 Scheiding en nascheiding van huishoudelijk restafval in een nascheidingsinstallatie in een of meer kunststoffracties en restfracties. 3 Transport van nagescheiden kunststoffracties naar een sorteerinstallatie. 4 Sortering van nagescheiden kunststoffractie(s) in een sorteerinstallatie in de kunststoffracties volgens bijlage C3 Uitvoerings- en monitoringprotocol (versie 2.0 april 2009). 5 Bepaling van welke gesorteerde kunststoffracties voldoen aan de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol. De kostprijs en de kostenbandbreedtes van de keten van nascheiding zijn waar mogelijk en zinvol bepaald door middel van de activity-based costing -methodiek. Hierbij worden de kosten bepaald van alle processen en activiteiten binnen de onderdelen van de keten van nascheiding. Deze kosten worden gerelateerd aan de relevante outputstromen voor bepaling van de kosten per ton materiaal. 22

28 Voor het onderdeel inzameling & transport is gebruikgemaakt van een tarief op basis van gegevens van Agentschap NL, NVRD en CBS24. Voor het onderdeel nascheiding is de kostprijs bepaald op basis van geverifieerde informatie en praktijkproeven bij de nascheiders Omrin en Attero met als toets van gegevens en informatie van leveranciers, andere relevante installaties en informatie en inschattingen van experts. Voor het onderdeel transport naar de sorteerder is gebruikgemaakt van een tarief op basis van gegevens van transporteurs. Gegevens zijn aangeleverd door Nedvang en de nascheiders Omrin en Attero. Voor het onderdeel sortering is gebruikgemaakt van het tarief dat de door Nedvang en de nascheiders gezamenlijk geselecteerde sorteerinstallatie van Tönsmeier als tarief per uur voor de praktijkproef in rekening heeft gebracht (het tarief is vergeleken met de commerciële tarieven van andere sorteerders). De kosten worden bepaald met inachtneming van de kwaliteitseisen aan kunststoffracties zoals gedefinieerd in bijlage C3 van het Uitvoerings- en monitoringprotocol 25 bij de Raamovereenkomst. Het betreft dus de kosten die gemoeid zijn met nascheiding van kunststoffracties tot een kwaliteitsniveau dat in bijlage C3 staat beschreven. Het kostenonderzoek richt zich hierbij alleen op de hierin genoemde kunststoffracties (en niet op de ook in bijlage C3 vermelde metaalfractie), aangezien het onderzoek zich richt op kunststofnascheiding. Deze kunststoffracties zijn (benaming conform het Uitvoerings- en monitoringprotocol): PET (eventueel helder en bont). PE flessen (hoogwaardig PE). PE (folies). PP. Harde kunststoffen. Gemengde kunststoffen (lichte kunststoffen). 24 Inzamelkosten zijn de kosten voor inzameling, transport en op-/overslag van huishoudelijk restafval. Inzamelkosten kunnen sterk verschillen per inzamelgebied. Keuze was om de kosten te baseren op de NVRD Benchmark Afvalinzameling In dit rapport worden de gemiddelde inzamelkosten inclusief eventueel transport naar gemeentelijke op-/overslagpunten gegeven voor respectievelijk stedelijke, stedelijk/landelijke en landelijke inzamelgebieden. Aan deze benchmark nemen enkel publieke bedrijven deel. Specifieke gegevens van individuele gemeenten over eventuele additionele transportkosten van gemeentelijke op-/overslagpunten naar nascheidingsinstallaties (sterk verschillend per inzamelgebied) zijn niet bekend en niet onderzocht. Voor de kosten is stedelijkheidsklasse C gebruikt (deelnemers met een matig stedelijk, weinig stedelijk en niet stedelijk verzorgingsgebied, CBS stedelijkheidsklasse 3, 4 en 5), op basis van een inschatting van de aard van de inzamelgebieden, waarin de twee nascheidingsinstallaties zich bevinden. 25 Het Uitvoerings- en monitoringprotocol versie 2.0, april 2009, geeft tevens aan welke kunststofverpakkingen zijn toegestaan in de inzameling (artikelen worden vermeld in de kunststofverpakkingenlijst). Bij nascheiding van kunststoffen uit huishoudelijk restafval kunnen in de output mogelijk meer artikelen worden teruggevonden dan volgens deze lijst toegestaan. 23

29 Er is in dit kostenonderzoek uitgegaan van kosten die in de verschillende processen en activiteiten in de keten van nascheiding worden gemaakt bij de huidige manier van opereren en bedrijfsvoering bij de nascheiders Omrin en Attero en de geselecteerde sorteerinstallatie Tönsmeier (situatie eind 2009/begin 2010). Eventuele toekomstige optimalisering in wijze van opereren bij de nascheiders of eventuele alternatieven voor sortering worden niet in dit kostenonderzoek meegenomen. Het kostenonderzoek is gebaseerd op beschikbare informatie en gegevens uit 2009 en 2010, waar nodig aangevuld met informatie en geëxtrapoleerde informatiegegevens uit Er is in dit kostenonderzoek niet gekeken naar de eventuele opbrengsten en kosten van de kunststoffracties die resulteren na de sortering; die eventuele opbrengsten zijn dus niet in mindering gebracht op de kosten. Er is in dit kostenonderzoek geen vergelijking gemaakt tussen de opties bronscheiding en nascheiding, noch in kosten noch in effectiviteit en/of kwaliteit. In het kostenonderzoek wordt een foto van de huidige situatie in de keten van nascheiding gemaakt. Het betreft dus een momentopname van de situatie in de keten van nascheiding tijdens de uitgevoerde praktijkproeven bij nascheiders en sorteerder. Door optimalisatie en andere aanpassingen zullen de resultaten in meer of mindere mate afwijken; dat is van belang voor de interpretatie van de resultaten in dit rapport. Uiteindelijk moet verdere optimalisering in de gehele keten van nascheiding leiden tot zo hoog mogelijk rendement en kwaliteit tegen zo laag mogelijke (maatschappelijke) kosten. Nedvang (namens het verpakkende bedrijfsleven) en VNG bepalen uiteindelijk de vergoeding voor de kosten van nascheiding aan de gemeenten. Het kostenonderzoek biedt partijen hiertoe een basis. Het bepalen van de vergoeding is echter geen onderdeel van het onderzoek. 24

30 Keten van nascheiding In figuur 2.1 wordt de keten van nascheiding, met de te onderscheiden onderdelen inzameling & transport, scheiding & nascheiding, transport en sortering, getoond. In bijlage A wordt het nascheidingsproces binnen de nascheidingsinstallaties zelf in meer detail beschreven. Materiaalhergebruik of nuttige toepassing Inzameling huishoudelijk afval Transport Nascheidingsinstallatie Transport Bewerker (sorteerder) Recycler Huishoudelijk restafval (incl. kunststof) Kunststof mix hard Kunststof mix zacht Figuur 2.1. Keten van nascheiding, met de Non-ferro te onderscheiden onderdelen inzameling Mix hard en transport, scheiding en nascheiding, transport naar sorteerder en sortering. RDF ONF Metaal Papier In figuur 2.2 wordt schematisch getoond hoe de verschillende fracties Rest (kunststoffracties en restfracties) zich verhouden (niet op schaal) na respectievelijk nascheiding, sortering en ten slotte kwaliteitsbepaling op basis van de kwaliteitseisen van het Uitvoerings- en monitoringprotocol. De verhoudingen zijn afhankelijk van de rendementen van respectievelijk de nascheidingsinstallatie en sorteerinstallatie en de kwaliteit van de resulterende kunststoffracties (bepaling op basis van de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol). Na zowel nascheiding als sortering bevatten de resulterende kunststoffracties nog een aandeel reststoffen dat echter steeds kleiner wordt. De kunststoffracties na kwaliteitsbepaling bevatten een maximaal toegestane vervuiling zoals beschreven in het Uitvoerings- en monitoringprotocol. PET PE-flessen PE-folies PP Mix zacht 25

31 Nascheiding Sortering Kwaliteitsbepaling Huishoudelijk restafval Kunststoffractie na nascheiding Kunststoffractie na sortering Kunststoffractie na sortering voldoend aan kwaliteitseisen Uitvoerings- en monitoringsprotocol Kunststof Reststoffen Figuur 2.2: Schema van de verhouding (niet op schaal) van de verschillende fracties (kunststoffracties en restfracties) na respectievelijk nascheiding, sortering en kwaliteitsbepaling op basis van de kwaliteitseisen van het Uitvoerings- en monitoringprotocol Onderzoeksaanpak In figuur 2.3 is de gevolgde onderzoeksaanpak weergegeven. De onderzoeksaanpak bestaat uit de volgende stappen: Stap 1 Opstart. Stap 2 Kostenmodel opstellen. Stap 3 Dataverzameling en interviews. Stap 4 Praktijkproef nascheiding en sortering. Stap 5 Validatie van data. Stap 6 Modelberekeningen en gevoeligheidsanalyse. Stap 7 Rapporteren. 26

32 Stap 1 Opstart - Doornemen documentatie - Voorbereidende overleggen - Contactendatabase - Plan van aanpak Stap 2 Kostenmodel opstellen - Processen en activiteiten in keten in kaart - Conceptmodel - Datamodel Stap 3 Dataverzameling en interviews - Desk research - Nascheiders - Experts - Leveranciers - Andere installaties Stap 4 Praktijkproef - nascheiding, en sortering - Kwantiteit: input, output, massabalans - Kwaliteit: samenstelling en zuiverheid fracties Stap 5 Validatie van data - Financi ë le, technische en operationele gegevens - Vergelijking met andere bronnen en expert judgements - Meerdere validatierondes met nascheiders Stap 6 Modelberekeningen en gevoeligheidsanalyse - Aanpassingen model - Invoeren data - Uitvoeren berekeningen kostenbandbreedtes en gevoeligheden Stap 7 Rapporteren - Opstellen eindrapportage kostenbandbreedtes en gevoeligheden Draagvlak, overleg, afstemming, toetsing, informeren - Begeleidingscommissie - Klankbordgroep Figuur 2.3 Aanpak van het kostenonderzoek. In dit project is een begeleidingscommissie en een klankbordgroep ingesteld. De begeleidingscommissie bestond uit opdrachtgever Nedvang en de VNG. Rol van de begeleidingscommissie is het checken en valideren van de deugdelijkheid van het doorlopen proces, de gebruikte gegevens en de kwaliteit daarvan, de medewerking van partijen, de opzet van het kostenmodel, de grootste gevoeligheden (componenten, parameters) in de modellering, de kostprijzen en het bekrachtigen van genomen besluiten. Het rapport van het onderzoek is de verantwoordelijkheid van KPMG. De klankbordgroep bestond uit Nedvang, VNG, NVRD, Omrin, Attero, Vereniging Afvalsamenwerking Limburg, Milieudienst Groningen, Regio Noord Veluwe, gemeente Ede, gemeente Emmen, gemeente Sneek en gemeente Tynaarlo. De klankbordgroep is via meetings en schriftelijke voortgangsrapportages geïnformeerd over het doorlopen proces, de opzet van het model en de conceptkostprijzen om zo transparantie, vertrouwen en draagvlak te creëren. Suggesties en informatie van leden van de klankbordgroep zijn waar relevant meegenomen in het kostenonderzoek. De aanpak is gedurende het kostenonderzoek in goed overleg met direct betrokken partijen (Nedvang, VNG en de nascheiders) meermalen aangepast als gevolg van nieuwe ontwikkelingen en veranderde inzichten in bedrijfsvoering voor nascheiding en kanalen voor sortering, noodzaak tot verkrijging van draagvlak bij de betrokken partijen en een langer benodigd tijdpad voor onderdelen van het onderzoek, zoals validatie van gegevens en uitvoeren van praktijkproeven. Gedurende het kostenonderzoek zijn praktijkproeven bij de nascheidingsinstallaties en de sorteerinstallatie in Duitsland noodzakelijk gebleken. De praktijkproeven zijn derhalve toegevoegd aan de aanpak van het kostenonderzoek. Bij de uitvoering daarvan is technisch adviesbureau Tauw ingeschakeld. 27

33 3 Proces dataverzameling In het onderzoek zijn de kosten voor de keten van nascheiding onderzocht en berekend door middel van een kostenmodel. Het kostenmodel is beschreven in hoofdstuk 4. Voor het verkrijgen van de benodigde gegevens is gebruikgemaakt van diverse bronnen en methoden: Interviews en questionnaires nascheidingsinstallaties: financiële, technische en operationele gegevens van de nascheidingsinstallaties Omrin te Oudehaske en Attero locatie Vagron te Groningen. Desk research: beschikbare kosteninformatie en inschattingen van experts (onder andere leveranciers, NVRD, Agentschap NL (voorheen SenterNovem), technische experts, experts binnen Nedvang), van gemeenten en van andere installaties. Praktijkproeven: uitvoeren van praktijkproeven bij de nascheidingsinstallaties en sorteerinstallatie voor het verkrijgen van kwantitatieve (bijvoorbeeld massabalans, output) en kwalitatieve (bijvoorbeeld samenstelling input en output) gegevens in een representatieve en operationele situatie. De praktijkproeven bleken halverwege het onderzoek noodzakelijk om op goed gedefinieerde en gecontroleerde wijze inzicht te krijgen in de hoeveelheid en kwaliteit teruggewonnen kunststoffracties volgens het Uitvoerings- en monitoringprotocol, uit een bepaalde hoeveelheid huishoudelijk afval. Ingenieursbureau Tauw heeft KPMG ondersteund in het opstellen van het draaiboek voor de praktijkproef en het uitvoeren van de praktijkproeven, inclusief toezicht, bemonstering en monsteranalyses. Validatie interviews: de door de nascheidingsinstallaties aangeleverde gegevens zijn in verschillende ronden door KPMG gevalideerd door middel van het vragen van onderliggende en additionele brondocumenten, zoals facturen, inzichten in berekeningswijzen en aannames. Gegevens die bij dataverzameling zijn verkregen dienen als basis voor het opstellen van het kostenmodel (modellering), als input voor het kostenmodel en/of voor de validatie van de door de nascheidingsinstallaties aangeleverde gegevens. Voorafgaand aan de data-uitvraag en de verschillende bijeenkomsten die KPMG met de nascheidingsinstallaties heeft gehad, heeft KPMG met beide partijen een vertrouwelijkheidverklaring ondertekend, waarin is overeengekomen dat KPMG de ontvangen informatie vertrouwelijk zal behandelen en op geen enkele wijze deze informatie aan derden inzichtelijk zal maken, tenzij de informatie daartoe is vrijgegeven door de nascheiders. Door adequate medewerking van de nascheiders is voldoende informatie vrijgegeven om een inzichtelijke rapportage te kunnen opstellen. Alle kosten die in het kostenmodel worden weergegeven zijn gebaseerd op de aangeleverde informatie en gegevens van de installaties en de aanvullende informatie en gegevens die tijdens het onderzoek door KPMG zijn gevonden of uit de uitgevoerde praktijkproeven zijn verkregen. 28

34 In dit hoofdstuk wordt het proces van dataverzameling beschreven. In hoofdstuk 5 wordt de validatie van het kostenmodel nader toegelicht. 3.1 Interviews en questionnaires nascheidingsinstallaties De nascheidingsinstallaties van Omrin en Attero zijn door het team van KPMG bezocht. Tijdens deze bezoeken heeft een uitgebreide rondleiding door de installatie plaatsgevonden, alsmede een meeting met experts van de installatie, waarbij de processen van scheiding en nascheiding en de benodigde en beschikbare gegevens in kaart zijn gebracht. Op basis van deze bezoeken en desk research heeft KPMG in een metamodel (blauwdruk van het kostenmodel ten behoeve van het onderzoek) vastgesteld welke financiële, operationele en technische data nodig zijn voor het model en heeft op basis hiervan een questionnaire/ invulspreadsheet gemaakt. Deze questionnaire is verzonden aan de nascheidingsinstallaties met het verzoek tot het invullen van de benodigde gegevens. De bestanden zijn aangeleverd door de controllers van de beide installaties en bevatten informatie over de kosten van de verschillende resources (mensen, installaties, componenten) en achterliggende informatie over de herkomst van deze kosten waaronder facturen, tarieven, verbruikte volumes en aannames en berekeningen. Na aanlevering van deze informatie hebben verschillende validatiemeetings plaatsgevonden. Tijdens deze meetings is onderliggende informatie opgevraagd om de juistheid en volledigheid van de verstrekte gegevens te toetsen. Ook is voor een aantal gegevens meer gedetailleerde informatie gevraagd, bijvoorbeeld over kostenposten op een lager niveau, over de berekeningssystematiek, over uitsplitsing van kostenposten in verschillende onderdelen of originele brondocumenten zoals facturen. 3.2 Desk research Op basis van diverse kostenonderzoeken, technische rapporten en praktijkgegevens zijn additionele (vergelijkings)gegevens verkregen over de kosten van inzameling, transport, scheiding, nascheiding en sortering van afval en de hoeveelheden (kunststof)fracties die dit proces oplevert. Deze gegevens zijn gebruikt in het kostenmodel of dienden ter vergelijking van verkregen informatie van de nascheiders en sorteerders. In hoofdstuk 11 zijn de gebruikte bronnen genoemd. 3.3 Expertinterviews Voor aanvullende validatie van specifieke gegevens, zoals investeringen in bedrijfsmiddelen van de nascheidingsinstallaties, zijn interviews gehouden met experts op het gebied van afvalscheiding en meer specifiek nascheiding van kunststoffen en verpakkingsmaterialen. Experts zijn bijvoorbeeld directeuren van afvalverwerkingsinstallaties, vertegenwoordigers van gemeenten, leveranciers van bedrijfsmiddelen van (na)scheidingsinstallaties en kennisinstituten. Een lijst van geraadpleegde experts (bedrijfsnamen) is opgenomen in hoofdstuk

35 Ook buitenlandse installaties en kennisinstituten zijn geraadpleegd om (kosten)informatie te verkrijgen. Echter, door geringe vergelijkbaarheid van het nascheidingsproces van Omrin en Attero met buitenlandse installaties (onder andere door grote verschillen in inputstroom, gebruikte technieken, outputeisen) zijn deze gegevens slechts als indicatie voor vergelijking van kostenposten gebruikt. Met hulp van experts is ook een aantal uitgangspunten van het kostenmodel vastgesteld (zie paragraaf 4.3). 3.4 Praktijkproeven Omdat gegevens over hoeveelheden van input en output uit de nascheidingsinstallaties en de hoeveelheden van de kunststoffracties uit de sorteerinstallatie in een reguliere bedrijfsvoering van deze installaties nog niet voorhanden waren, is in overleg met de begeleidingscommissie en de nascheiders bepaald om deze gegevens te verkrijgen door middel van praktijkproeven. Een zorgvuldige praktijkmeting, bij reguliere bedrijfsvoering, is noodzakelijk om met inachtneming van de afspraken en kwaliteitseisen uit het Addendum en het Uitvoerings- en monitoringprotocol een juiste analyse van de kosten te kunnen maken, in relatie tot de kwantiteit en kwaliteit van de output van de nascheiders. De metingen en analyses in de praktijkproeven zijn in november 2009 uitgevoerd bij beide nascheidingsinstallaties in Nederland. De praktijkproeven bij de sorteerinstallatie van Tönsmeier te Porta Westfalica in Duitsland zijn uitgevoerd in april en mei Nascheider Attero heeft sorteerproeven laten uitvoeren met nagescheiden materiaal (harde fractie) in januari - maart 2010 bij andere sorteerinstallaties in Duitsland (Dela, Nehlsen en Alba). De gegevens uit deze sorteerproeven dienden in dit kostenonderzoek als vergelijkingsinformatie. 30

36 4 Beschrijving kostenmodel 4.1 Metamodel Als basis voor het kostenmodel is een metamodel (zie figuur 4.1) ontwikkeld. Het metamodel is een blauwdruk van het kostenmodel en dient als basis voor de dataverzameling, de structuur en bouw van het model en het vaststellen van de rekenmethodiek. Het model geeft aan welke objecten deel uitmaken van het model en op welke wijze de kosten van en naar de verschillende objecten worden toegerekend. Metamodel (flow) - Kosten Specificatiesheet Attero Data Attero Data Omrin Specificatiesheet Omrin Resources Activiteiten Inzameling Inzameling Mensen Installaties Indirecte kst Sortering Scheiden (SBI unit) Kunststof scheiden Sortering Inzamelen Transporteren naar nascheiding Zeven van grof en fijn Scheiden door luchtscheider Scheiden van metalen Scheiden van folie materiaal en vormvast mat Scheiden door NIR-scheider Transporteren naar sortering Sorteren Tussenproducten Folie fractie Vorm vast Eindproducten PE Gemengde kunsstoffen Harde kunsstoffen PE PP PET Figuur 4.1 Metamodel als blauwdruk van het kostenmodel. Het model bestaat uit lagen. De lagen worden in bovenstaand model aangeduid met verschillende kleuren. In de laag Kosten staan alle kosten die in het onderzoek zijn meegenomen. Daarnaast kent het model de laag Resources met daarin alle resources weergegeven die in de keten van nascheiding worden benut (installaties, transport- en opslagmiddelen, menskracht). De laag Activiteiten bevat alle activiteiten die in de keten van nascheiding voorkomen en worden uitgevoerd door gebruik van de resources uit de laag daarvoor. Na de activiteiten volgt de laag Tussenproducten met de tussenproducten (bijvoorbeeld folie kunststoffractie en vaste kunststoffractie) uit nascheiding en tot slot de laag Eindproducten met daarin alle kunststoffracties die in het Uitvoerings- en monitoringprotocol worden onderscheiden. In het model worden de kosten uit de kostenlaag toegerekend aan de verschillende resources in de resourcelaag. Immers, de kosten ontstaan door de inzet van verschillende resources ten behoeve van de uitvoering van de activiteiten om te komen tot de tussen- en eindproducten. De kosten zijn hiermee dus een vertegenwoordiging van de gebruikte resources. 31

37 De resources Inzameling en Sortering zijn niet nader gespecificeerd, omdat een gedetailleerd activity-based onderzoek binnen deze processtappen niet mogelijk en noodzakelijk bleek te zijn. Voor deze stappen is volstaan met berekeningen met vaste tarieven. In hoofdstuk 5 wordt nader ingegaan op de herkomst en validatie van deze tarieven. Vanaf de resourcelaag wordt gewerkt met gemiddelde kosten. Dat wil zeggen dat er binnen deze en daarop volgende lagen, in verband met concurrentiegevoelige informatie, geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen de kosten van Attero of Omrin. De wijze waarop dit gemiddelde wordt berekend, wordt toegelicht in het onderdeel berekeningsmethodiek in dit hoofdstuk. De volgende stap in het model is de toerekening van de kosten van resources naar activiteiten. De uitvoering van de activiteiten wordt mogelijk gemaakt door de inzet van de resources en hiermee zijn de kosten van de resources weer toe te rekenen aan de daaronder liggende activiteiten -laag. Door de installaties is aangegeven welke kostenposten van een bepaalde resource behoren tot een specifieke activiteit. Op deze manier is een directe koppeling te maken tussen de kosten van de resources en de activiteiten. Vanaf de activiteitenlaag worden de kosten per activiteit toegerekend aan de processen en tussenproducten op basis van de massabalans. De massabalans is een overzicht van de massa s van de verschillende kunststoffen die in de onderdelen nascheiding respectievelijk sortering worden gescheiden uit het huishoudelijk restafval. De massa s zijn vastgesteld op basis van de praktijkproeven die zijn uitgevoerd bij de nascheidingsinstallaties. De kosten per activiteit worden naar rato van deze massa s toegerekend aan één van de tussenproducten (folie kunststoffractie en vormvaste kunststoffractie). Op dezelfde wijze worden de kosten vanuit de tussenproducten vervolgens toegerekend aan de eindproducten na de sortering. Ook voor sortering zijn de massa s vastgesteld op basis van de praktijkproeven die zijn uitgevoerd bij de sorteerinstallatie. Hieronder wordt nader ingegaan op de berekeningsmethodiek van het model. 4.2 Berekeningsmethodiek Op basis van het metamodel is een rekenmodel ontwikkeld voor de berekening van de kostprijs. De aangeleverde financiële gegevens van de nascheidingsinstallaties en de informatie van andere partijen die in het kader van dit onderzoek door KPMG zijn geraadpleegd, dienen hierbij als input. Het model berekent op basis van de activity based costing -methodiek een gemiddelde kostprijs voor de verschillende activiteiten in het proces van kunststofnascheiding. Voor de berekening van de kostprijs wordt gebruikgemaakt van een gewogen gemiddelde. Dit betekent dat bij de berekening van de gemiddelde kostprijs rekening wordt gehouden met het aantal ton materiaal dat wordt verwerkt door de installatie in de processtap waarop de kosten betrekking hebben. 32

38 In onderstaande afbeelding (figuur 4.2) wordt weergegeven op welke wijze de kostprijs wordt berekend, per onderdeel en voor de hele keten. HHA Kunststof Folie Folie Fracties Overig Vorm vast Vorm vast Tarief inzameling Tarief transport Tarief sortering Gemiddelde Gewogen gemiddelde Gewogen gemiddelde Gemiddelde Gemiddelde # ton kunststof X Gemidd. + # ton kunststof X Gew. gemidd + # ton kunststof X Gew. gemidd + # ton kunststof X Gemidd. + # ton kunststof X Tarief = Kostprijs Het gewogen gemiddelde per processtap wordt gebruikt als tarief voor de berekening van de kostprijs van het gehele proces van nascheiding. Dit tarief wordt vermenigvuldigd met het aantal ton output van de betreffende processtap dat kan worden toegerekend aan het nascheidingstraject. Het totaal van deze kosten inclusief de kosten voor inzameling, transport en sortering wordt gedeeld door de massa van het aantal ton kunststof uit de laatste stap van het proces. Het aantal ton kunststof dat wordt nagescheiden uit de ingaande stroom afval is berekend aan de hand van de resultaten uit de praktijkproeven bij de nascheidingsinstallaties respectievelijk de sorteerinstallatie. Hierbij is het percentage van het ingaande afval dat wordt teruggewonnen als kunststoffen bij beide installaties afzonderlijk vermenigvuldigd met de begrote hoeveelheid ingaand afval per jaar. Factory 33 Aantal tonnen aanvoer per jaar X percentage kunststoffen = aantal ton kunststof Inzameling & Transport Scheiding Nascheiding Transport Sortering Factory Factory Afval # ton kunststof Figuur 4.2 Berekening van kostprijzen per onderdeel en voor de gehele keten van nascheiding.

39 4.3 Beschrijving kostenposten In de fase van dataverzameling heeft KPMG de installaties om informatie verzocht over de kosten die gerelateerd kunnen worden aan het proces van kunststofnascheiding en over de berekening en verantwoording van deze kosten. In bijlage B wordt per onderdeel van het nascheidingstraject en per kostenpost toegelicht wat onder een betreffende kostenpost wordt verstaan. Het gaat om de volgende kostenposten per ketenonderdeel: Inzameling en transport Scheiding en nascheiding Transport naar sorteerder Sortering Inzamelkosten op basis van tarief Indirecte kosten Installatiekosten Transportkosten op basis van tarief Sorteerkosten op basis van tarief Kosten OR Investeringskosten Reis- en verblijfkosten Energieverbruik Scholing Onderhoud ICT Verzekeringen Kantoorkosten Huisvestingskosten Bedrijfskleding Materiaalkosten Overhead Handelingkosten Hulpstoffen Personeelskosten Afschrijvingen Operators Rente Inhuur Werkkapitaal Totale additionele kosten Transport 34

40 5 Modelvalidatie Om de zuiverheid en betrouwbaarheid van de berekeningen en de uitkomsten te kunnen waarborgen is door KPMG een uitgebreide, kritische en objectieve validatie uitgevoerd op de data die wordt gebruikt als input voor de berekeningen van de kostenposten in het kostenmodel. Tijdens deze validatie zijn de compleetheid, betrouwbaarheid en consistentie van de aangeleverde gegevens getoetst. De validatiewerkzaamheden behelsden onder andere controle van gemaakte berekeningen aangeleverd door de installaties, controle van de juistheid en compleetheid van de aangeleverde data en informatie, controle van de berekeningssystematiek voor verschillende kostenposten en een analyse van onderliggende bewijsstukken voor de diverse kostenposten. Ook zijn opmerkelijke kostenposten getoetst die zijn geconstateerd na onderlinge vergelijking en op basis van de expertise van KPMG. De bevindingen van de validatie (in meerdere validatieronden) zijn besproken met de nascheiders. Naar aanleiding van de validatie is, waar nodig, aan beide installaties aanvullende informatie en onderbouwing van aangeleverde gegevens gevraagd en ontvangen. Na afronding van de validatiewerkzaamheden zijn de complete datasets besproken met de nascheidingsinstallaties en door hen geaccepteerd. In dit hoofdstuk wordt het validatie-instrumentarium besproken. Vervolgens wordt de validatie van de kostenposten toegelicht op hoofdlijnen. Tot slot worden belangrijke aannamen en uitgangspunten van de validatie beschreven. 5.1 Validatie-instrumentarium Zoals aangegeven zijn data van en informatie over alle kostenposten gevalideerd. Naast de eigen expertise van KPMG zijn de volgende instrumenten gebruikt om de data-input van de installaties te valideren: Validatiemeetings Tijdens het proces van dataverzameling bij de installaties Omrin en Attero zijn de aangeleverde data en informatie door KPMG gevalideerd en besproken met beide installaties afzonderlijk tijdens verschillende bijeenkomsten en conference calls. Tijdens deze overleggen zijn er door KPMG vragen gesteld over de juistheid en volledigheid van de aangeleverde data en informatie en is de installaties de mogelijkheid gegeven om de data en informatie toe te lichten Bewijsstukken Als onderdeel van de dataverzameling is de installaties gevraagd om ter onderbouwing van de aangeleverde data en informatie ook bewijsstukken aan te leveren. Hierbij valt te denken aan facturen van machines en andere bedrijfsmiddelen ter onderbouwing voor de investeringen, overzichten van het energieverbruik ter onderbouwing van de energiekosten en overzichten van de loonverdeelstaat ter onderbouwing van de personeelskosten. Al deze documenten zijn door KPMG geanalyseerd, besproken en gedocumenteerd. 35

41 5.1.3 Experts Naast de validatiebijeenkomsten met de installaties heeft KPMG ook gebruikgemaakt van de kennis en ervaring van verschillende experts op het gebied van afvalverwerking en recycling. Deze experts hebben uitgebreide kennis en ervaring binnen de afvalverwerkingindustrie. De experts hebben onder andere informatie gegeven over het nascheidingsproces, gangbare hoogte van investeringen in bedrijfsmiddelen en van kostenposten als personeel en energie. Daarnaast hebben zij ook hun visie gegeven op berekeningsmethoden en uitgangspunten van KPMG. Ook heeft KPMG gebruikgemaakt van interne experts, onder andere van de afdelingen Transaction Services, Sustainability, Performance & Technology en Tax Vergelijkingen door KPMG Om belangrijke kengetallen en uitgangspunten te valideren zijn naast het opvragen van bewijsstukken en het inschakelen van experts ook onafhankelijke vergelijkingen uitgevoerd door KPMG. Tijdens deze vergelijkingen zijn bepaalde vooraf geselecteerde kengetallen, aannames en uitgangspunten uit het onderzoek vergeleken met vergelijkbare partijen en algemeen erkende expertisebureaus. De volgende bronnen zijn hiervoor geraadpleegd: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vergelijkbare afvalverwerkings- en sorteerinstallaties. Machinefabrikanten, installateurs en leveranciers gespecialiseerd in de installaties gebruikt in het nascheidingsproces. Deze leveranciers hebben een inschatting/offerte gegeven voor de kosten van specifieke onderdelen. KPMG Transaction Services en KPMG Meijburg (fiscalisten). In bijlage I Validatie kostenposten en referenties is in meer detail te lezen welke validatieinstrumenten voor welke kostenposten zijn gebruikt. Hierin wordt ook in meer detail ingegaan op de validatie van de verschillende kostenposten. 5.2 Aannames en uitgangspunten In het kostenmodel heeft KPMG op verschillende punten aannames en uitgangspunten opgesteld wanneer data en/of informatie niet beschikbaar waren, niet toereikend waren voor de berekeningen die moesten worden uitgevoerd of niet met 100% zekerheid konden worden vastgesteld. Hieronder is per onderdeel van het nascheidingstraject en per kostenpost een overzicht gegeven van de aannames en uitgangspunten in het model, inclusief onderbouwing. 36

42 5.2.1 Algemeen Verschillen in ervaringen en kennis met betrekking tot het nascheidingsproces zijn niet meegenomen in het model, aangezien uitgangspunt is dat beide installaties op het zelfde moment zijn gestart met deze nieuwe vorm van afvalscheiding. De tarieven die door gemeenten worden betaald aan de poort van Omrin en Attero bij aanlevering van het huishoudelijk afval zijn niet meegenomen in het model. Immers, dit zijn aparte afspraken die de installaties maken met de gemeenten en zijn geen onderdeel van de kostprijs voor het nascheidingstraject. De stap van vergisting is niet meegenomen in het onderzoek naar de kostprijs van nascheiding. Deze stap heeft geen betrekking op de bewerking of verwerking van kunststofmaterialen en de kosten hiervan zijn daarom ook geen onderdeel van de kostprijs voor het nascheidingstraject. Winst en risico voor de installaties zijn niet meegenomen, aangezien het model een kostprijsmodel is Inputstroom Er zijn verschillende factoren die van invloed kunnen zijn op de samenstelling van de inputstroom, zoals wijze van inzameling en seizoensinvloeden. Een deel van het afval (circa 15%) van de installaties is afkomstig van gemeenten met bronscheiding van kunststofafval (dus met minder kunststof in het huishoudelijk restafval). Eveneens is een deel (circa 10-15%) van het afval afkomstig van bedrijven. De nascheiders geven aan dat het hier gaat om kleine bedrijven met afval dat qua samenstelling sterk met huishoudelijk afval vergelijkbaar is. Het gaat niet om via aparte routes ingezameld Handel, Diensten, Overheden (HDO)-afval onder een EURAL-code. Experts geven aan dat de invloed van een iets andere samenstelling van het afval van bovengenoemde bedrijven ten opzichte van huishoudelijk afval niet significant is. Bij Omrin is tijdens de praktijkproef een klein percentage afval van deze bedrijven verwerkt dat anders ook verwerkt zou worden. Bij Attero is afval van bedrijven tijdens de praktijkproef gescheiden gehouden. De in het kostenmodel gebruikte gegevens zijn gebaseerd op de praktijkproeven die zijn verlopen als in een reguliere bedrijfsvoeringsituatie. De gegevens uit de praktijkproeven over het percentage kunststof in inputstroom vormen daarom het uitgangspunt in het kostenonderzoek. De variatie voor seizoensinvloeden is meegenomen in de berekening van de kostenbandbreedte in de marge tussen de bovengrens en de ondergrens. 37

43 5.2.3 Inzamelkosten Een aspect bij het bepalen van de inzamelkosten is de invloed van het volume. Het massapercentage van kunststof in huishoudelijk afval ligt naar schatting rond de 20, terwijl het volumepercentage rond de 50 wordt geschat. De NVRD heeft een aantal van haar leden benaderd met de vraag wat de uiteindelijke invloed van volume kan zijn. Men is het erover eens dat volume van invloed is, maar over de mate waarin heerst onduidelijkheid. Het uiteindelijke volumepercentage is afhankelijk van de verdichting in het inzamelmiddel en de inzamelbeweging. Bovendien moet bepaald worden welk deel van de kosten volumeafhankelijk is. De invloed van volume is dus waarschijnlijk, maar lastig te bepalen. In dit onderzoek is gekozen op basis van massa de kosten te berekenen en wordt de invloed van volume niet meegenomen. De NVRD-benchmark toont gegevens van inzameling door publieke partijen. Deze zijn over het algemeen iets hoger dan inzameling door private partijen. Aangezien echter in de nascheidende gemeenten vooral door publieke partijen (Omrin, Milieudienst Groningen) wordt ingezameld is er in dit onderzoek van uitgegaan dat de gegevens in de NVRD-benchmark representatief zijn voor de gemiddelde inzamelkosten Transportkosten De kosten van transport vanaf de inzamellocatie naar de nascheidingsinstallatie zijn inbegrepen in de inzamelkosten. Voor de kosten van transport van de nascheidingsinstallatie naar de sorteerinstallatie is uitgegaan van kosteninformatie van de nascheiders voor het transport van de nascheidingsinstallaties naar de sorteerinstallatie van Tönsmeier in Duitsland. Dit is exclusief op- en overslagkosten op de nascheidingslocatie Installatie kosten Aanloopkosten Voor beide installaties zijn de aanloopkosten niet meegenomen in de investeringen, omdat dit niet past binnen de scope van het onderzoek. Het gaat hier om projectmanagement, engineering en overige aanloopkosten ten behoeve van de ontwikkeling, installatie en ingebruikname van de nascheidingsinstallatie Gebruik balenpers Met betrekking tot het gebruik van de balenpers is voor één van de installaties besloten om alle kosten toe te rekenen aan de activiteit nascheiding, aangezien het gebruik van de balenpers binnen deze installatie volledig ten dienste staat van dit deel van dit proces. Bij de andere installatie is gekozen voor een gedeeltelijke toerekening op basis van de procesgang aldaar. 38

44 Afschrijving Voor afschrijving van de nascheidingslijn wordt uitgegaan van een termijn van minimaal 5 jaar (tevens fiscaal gezien de minimale afschrijvingstermijn voor bedrijfsmiddelen). In de gevoeligheidsanalyse wordt gerekend met diverse afschrijvingstermijnen. In de afvalsector wordt voor vergelijkbare bedrijfsmiddelen vaak een afschrijvingstermijn van 7, 10 of 15 jaar aangehouden. Deze ordegrootte wordt door de nascheiders voor de bedrijfsmiddelen van de scheidingslijn ook gehanteerd. De eventuele restwaarde van de bedrijfsmiddelen na afloop van de Raamovereenkomst in 2012 is in dit onderzoek niet bepaald (er is dus een restwaarde van nul aangehouden) Energiekosten Voor de energiekosten wordt uitgegaan van een elektriciteitsprijs per kilowattuur. Dit tarief is gebaseerd op de gemiddelde energiekosten van beide installaties Rente Voor de rente wordt uitgegaan van de rentepercentages zoals deze door de installaties zijn opgegeven. Deze percentages zijn getoetst aan het in de markt gangbare percentage en beoordeeld door specialisten van KPMG. 39

45 6 Resultaten praktijkproeven In dit hoofdstuk zijn de opzet en de resultaten en bevindingen van de praktijkproeven voor kunststofnascheiding bij de nascheiders Omrin en Attero en de sorteerder Tönsmeier beschreven. 6.1 Inleiding praktijkproeven Doel praktijkproeven Het doel van de praktijkproeven is het genereren van gegevens voor het kostenonderzoek. Dit zijn kwantiteits- en kwaliteitsgetallen van de materiaalstromen (in- en output) die in de nascheidingsinstallatie en de sorteerinstallatie lopen. Het gaat hierbij om: Inzicht in de inputstroom en de outputstromen (kunststof- en niet-kunststoffracties) in de nascheidingsinstallaties en sorteerinstallatie. Inzicht in de massabalans over de nascheidingsinstallaties en de sorteerinstallatie. Analyse van de geproduceerde kunststoffracties na sortering naar de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol. De praktijkproeven omvatten de volgende activiteiten: Nascheiding van kunststof uit huishoudelijk afval in de nascheidingsinstallaties van Omrin en Attero. Sortering in de sorteerinstallatie van Tönsmeier te Porta Westfalica in Duitsland van de door Omrin en Attero geproduceerde kunststoffracties. Vaststelling of de kunststoffracties voldoen aan de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol Opzet en monitoring praktijkproeven Technisch adviesbureau Tauw heeft een gedetailleerd draaiboek voor de praktijkproeven bij de nascheiders en sorteerder opgesteld, inclusief monitoringprotocol. In dit draaiboek staat het programma beschreven dat moet worden uitgevoerd en dat erin voorziet dat de praktijkproeven goed worden gemonitord. Het draaiboek is door Omrin, Attero, Nedvang en KPMG goedgekeurd en in detail besproken met de sorteerder Tönsmeier. De eerste versie van het draaiboek en monitoringprotocol van november 2009 gericht op de praktijkproeven voor nascheiding heeft in april 2010 een update gekregen voor de praktijkproeven voor sortering. 40

46 In bijlage C is het draaiboek inclusief monitoringprotocol voor de nascheiding opgenomen (november 2009). In bijlage D is het draaiboek voor de sorteerproeven opgenomen (april 2010). De praktijkproeven bij de nascheiders en de sorteerder zijn erop gericht om de benodigde gegevens op te leveren om conclusies te kunnen trekken over ingaande en uitgaande materiaalstromen en zuiverheden. Daartoe zijn op diverse plaatsen in de installaties monsters genomen en massa s bepaald. Deze plaatsen zijn met nummers weergegeven in figuur PET flessen 1. Huishoudelijk afval Sorteerinstallatie Nascheidingsinstallatie 2. Kunststof folie 8.PE flessen 9. PE folies 10. PP 4. RDF 5. ONF 6. Metalen 3. Kunststof vormvast 11. Harde kunststoffen 12. Gemengde kunststoffen (lichte kunststoffen) 13. Overig Figuur 6.1 Overzicht van monsternemingsplaatsen. Het monitoringprotocol beschrijft zaken als de exacte locatie van de monsterneming, het aantal monsters per plaats, het aantal grepen dat nodig is om een monster samen te stellen, de grootte van een greep, de verdere bewerking van de monsters voorafgaande aan analyse en de weging van de stromen. De monitoring van de praktijkproeven is uitgevoerd onder toezicht van Tauw. De feitelijke monsterneming heeft plaatsgevonden door medewerkers van Tauw en tijdens de praktijkproeven voor de nascheiding deels door medewerkers van de betrokken nascheidingsinstallaties Uitvoering praktijkproeven Praktijkproeven nascheiders Bij Omrin en Attero zijn de praktijkproeven gedurende twee weken in november 2009 uitgevoerd tijdens de reguliere bedrijfsvoering. De uitvoering van de praktijkproeven bij de nascheiders is gedetailleerd beschreven in bijlage E Praktijkproeven sorteerder Voor de sortering zijn in april en mei 2010 praktijkproeven uitgevoerd bij sorteerinstallatie Tönsmeier. Het betreft een grote, state-of-the-art sorteerinstallatie die ingericht is op het sorteren van kunststoffen uit afvalstromen. De sorteerinstallatie is door Nedvang en nascheiders gezamenlijk gekozen. 41

47 Na een pre-proef met Omrin-materiaal op 29 maart 2010 is er een praktijkproef met Omrinmateriaal uitgevoerd op 19 april 2010 en een praktijkproef met Attero-materiaal op 18 mei De uitvoering van de praktijkproeven bij de sorteerder is in detail beschreven in bijlage F en G, met een samengevat resultaat in bijlage H (Samenvatting en beschrijving analyseresultaten proeven sortering) Analyses praktijkproeven Voor de nascheidingspraktijkproef is een kunststof-/niet-kunststofanalyse van de nagescheiden materiaalstromen van Omrin en Attero uitgevoerd door Fuhler in Emmen met behulp van handmatige sortering. Analyses van de samenstelling van de monsters van de praktijkproeven voor zowel nascheiding als sortering zijn uitgevoerd door de Wageningen Universiteit met behulp van Near InfraRed (NIR) kunststofherkenning. Wageningen Universiteit maakt een diepere onderverdeling in de analyse van de verschillende fracties. De interpretatie van deze gegevens naar de in het Uitvoerings- en monitoringprotocol genoemde kunststoffracties is uitgevoerd door Tauw. In het draaiboek en monitoringprotocol is weergegeven hoe deze interpretatie wordt uitgevoerd (bijlage D). 6.2 Resultaten praktijkproeven De resultaten van de praktijkproeven nascheiding en sortering worden hieronder beschreven. De diverse tabellen en grafieken die betrekking hebben op de resultaten van de nascheiding en sortering zijn hieronder getoond in het schema van de kunststoffracties en restfracties na nascheiding, sortering en kwaliteitsbepaling. 42

48 Nascheiding Sortering Kwaliteitsbepaling Huishoudelijk restafval Kunststoffractie na nascheiding Kunststoffractie na sortering Kunststoffractie na sortering voldoend aan kwaliteitseisen Uitvoerings- en monitoringsprotocol Kunststof Reststoffen Tabel 6.1, Figuur 6.3 Tabel 6.2 Figuur 6.4 Tabel 6.3, Figuur 6.5 Tabel 6.7, Figuur 6.8 Tabel 6.4 Figuur 6.7 Tabel 6.8, Figuur 6.10 Figuur 6.6 Figuur 6.9 Figuur 6.11 Figuur 6.2 Plaatsing van de diverse tabellen en grafieken die betrekking hebben op de resultaten van de nascheiding en sortering in het schema van de verhouding van de verschillende fracties (kunststoffracties en restfracties) na nascheiding, sortering en kwaliteitsbepaling Praktijkproeven nascheiding De praktijkproeven bij de nascheidingsinstallaties zijn uitgevoerd zoals vastgelegd in het draaiboek en monitoringprotocol (bijlagen C en D). De praktijkproeven zijn voorspoedig verlopen. Er is voor beide nascheidingsinstallaties een massabalans opgesteld met daarin de aangeleverde tonnen en de gewogen tonnen per monster. De hoeveelheid afval die tijdens de twee weken durende praktijkproeven bij beide installaties is aangeleverd is representatief voor de hoeveelheid die tijdens een reguliere bedrijfsvoering verwerkt wordt Resultaten Omrin In totaal wordt bij Omrin 2,1% van het ingaande huishoudelijk restafval teruggewonnen in de output kunststoffractie na nascheiding. Deze fractie bestaat uit een vormvast-/ foliekunststofmix 26 inclusief reststoffen. 26 De output kunststoffractie is een mix van de output uit de beide NIR apparaten (vormvaste kunststoffen en folies). De output kunststoffractie bevat dus zowel folies als vormvaste kunststoffen. 43

49 Het ingaande huishoudelijk restafval bleek voor 22,1% 27 uit kunststoffen te bestaan. Van de kunststoffen in huishoudelijk restafval wordt dus ruim 9% in de output kunststoffractie (vormvast-/foliekunststofmix) 28 na nascheiding teruggewonnen (ruim 9% van 22%). Gemiddeld wordt bij Omrin na nascheiding omgerekend circa 5,8 kg per inwoner (12,8 kg per aansluiting) 29 in de output kunststoffractie teruggewonnen. Dit is inclusief reststoffen. Het aandeel kunststof in de output kunststoffractie is omgerekend circa 4,9 kg/inwoner (10,8 kg per aansluiting). In de output kunststoffractie (vormvast-/foliekunststofmix) 30 vormt PET het grootste aandeel (31,7%), gevolgd door PE vormvast (20,2%), PP (14,5%), en PE folies (7,8%). Het aandeel reststoffen bedraagt 16,1% 31 (10,6% is bepaald door handmatige analyse). De reststoffen (los of aanhangend aan de kunststoffen) bestaan vooral uit papier en karton maar ook uit bijvoorbeeld stukjes hout en organisch materiaal. In figuur 6.3 is de terugwinning van kunststoffen in nascheidingsinstallatie van Omrin schematisch weergegeven. NB: 1: De kunststoffen in de figuur zijn inclusief reststoffen. 2: De output is een vormvaste fractie en foliefractie die vervolgens weer in een mixfractie bijeen wordt gebracht voor sortering. 27 Het aandeel van 22,1% is bepaald door handmatige analyse. Dit is inclusief (aanhangende) reststoffen. Na gedetailleerde vervolganalyses van het (na de handmatige analyse ontstane) monster met behulp van geavanceerde (NIR-) apparatuur is bepaald dat het aandeel kunststoffen (exclusief aanhangende reststoffen) 18,5% is. Het gemiddelde percentage kunststoffen in huishoudelijk afval in Nederland was 20 in 2007 (bron: SenterNovem, 2009) 28 De output kunststoffractie (vormvast/foliekunststofmix inclusief reststoffen) bestaat voor circa 7,5% uit kunststof dat geen verpakkingsmateriaal is. Dit materiaal zit verdeeld over de diverse kunststofsoorten. 29 Uitgangspunten: inwoners in het inzamelgebied, 2,2 inwoners per huishouden (bron: CBS, 2009). 30 Dit is inclusief het kunststof niet-verpakkingsmateriaal ,6% is door handmatige analyse van de kunststof output bepaald. Het overige aandeel is door gedetailleerde analyses van het (na de handmatige analyse ontstane) monster met behulp van geavanceerde (NIR-)apparatuur bepaald. De handmatige analyse komt dichter in de buurt van een analyse zoals die voor een kwaliteitscontrole zou kunnen worden uitgevoerd. 44

50 Huishoudelijk afval; 100,00% Huishoudelijk afval (input) Kunststoffen; 22,13% Kunststoffen in huishoudelijk afval (input) Folie; 0,21% Vormvast; 1,86% Kunststoffen nascheiding (output) Figuur 6.3. Terugwinning van kunststoffen bij Omrin. In tabel 6.1 is het rendement per kunststofsoort (input (massa in huishoudelijk restafval) versus output (massa in output kunststoffractie)) weergegeven: Fractie Massa in input in tonnen Massa in output in tonnen Rendement (%) PET ,1% PP ,6% PE vormvast ,5% PE-folie ,7% Tabel 6.1 Terugwinning (rendement) per kunststofsoort (input 32 versus output) bij Omrin. De output kunststoffractie is verder onderzocht op samenstelling 33. In tabel 6.2 zijn de resultaten weergegeven. In de output vormt PET het grootste aandeel (31,7%), gevolgd door PE vormvast (20,2%), PP (14,5%), en PE-folie (7,8%). Het aandeel reststoffen bedraagt 16,1% 34 (10,6% is bepaald door handmatige analyse). De reststoffen (los of aanhangend aan de kunststoffen) bestaan vooral uit papier en karton maar ook uit bijvoorbeeld stukjes hout en organisch materiaal. 32 De input (huishoudelijk restafval) bij Omrin bevat 1,5% PET, 3,5% PP, 1,9% PE vormvast, 6,1% PE-folie en 5,5% andere of niet met NIR detecteerbare kunststoffen. 33 De kunststof output bestaat voor circa 7,5% uit niet-verpakkingsmateriaal. Dit materiaal zit verdeeld over de diverse kunststofsoorten ,6% is door handmatige analyse van de kunststof output bepaald. Het overige aandeel is door gedetailleerde analyses van het (na de handmatige analyse ontstane) monster met behulp van geavanceerde (NIR-)apparatuur bepaald. De handmatige analyse komt dichter in de buurt van een analyse zoals die voor een kwaliteitscontrole zou kunnen worden uitgevoerd. 45

51 Met andere kunststoffen wordt gedoeld op kunststoffen die wel met de NIR zijn te bepalen, maar die niet specifiek als parameter zijn opgevraagd (omdat ze niet behoren tot de kunststoffracties uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol). Met niet met NIR detecteerbare kunststoffen wordt gedoeld op kunststoffen die niet door de NIR-apparatuur worden herkend (bijvoorbeeld doordat het zwart van kleur is). Deze kunststoffen zijn eventueel wel recyclebaar (indien zij met andere technieken worden teruggewonnen). Analyse kunststof output Omrin Handmatige analyse Gedetailleerde analyse Gecombineerd Reststoffen 10,6% 16,1% Kunststoffen 89,4% 83,9% Totaal 100,0% 100,0% Type kunststof PET 35,3% 31,7% PP 16,2% 14,5% PE vormvast 22,5% 20,2% PE folies 8,8% 7,8% Andere kunststoffen 9,8% 8,7% Niet met NIR detecteerbare kunststoffen 1,2% 1,0% Reststoffen 6,2% Totaal 100,0% 83,9% Tabel 6.2. Samenstelling van de output kunststoffractie (inclusief aanhangende reststoffen) bij Omrin na handmatige analyse, gedetailleerde analyse en gecombineerde resultaten. In figuur 6.4 wordt de verdeling van de output in kunststoffen en niet-kunststoffen getoond, uitgedrukt in kg/inwoner. 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 0,9 4,9 Mix Output kunststoffractie Omrin Reststoffen Kunststoffen Figuur 6.4. Verdeling van de output gemengde kunststoffen bij Omrin in kunststoffen en reststoffen, uitgedrukt in kg/inwoner. 46

52 Resultaten Attero In totaal wordt bij Attero 2,7% van het ingaande huishoudelijk restafval teruggewonnen in de output kunststoffractie na nascheiding. Deze output bestaat uit twee fracties, namelijk een vormvaste kunststoffractie en een folie kunststoffractie inclusief reststoffen 35. Het ingaande huishoudelijk restafval bleek voor 15,9% 36 uit kunststoffen te bestaan. Van de ingaande kunststoffen in huishoudelijk restafval wordt ruim 17% in de output kunststoffractie (vormvaste fractie en foliefractie) na nascheiding teruggewonnen (17% van 15,9%). Gemiddeld wordt bij Attero in de nascheiding omgerekend circa 7,7 kg per inwoner (17,0 kg per aansluiting) 37 in de output kunststoffractie (vormvaste fractie en foliefractie) teruggewonnen. Dit is inclusief reststoffen. Het aandeel kunststof in de output is circa 4,1 kg/inwoner in de vormvaste fractie en circa 2,0 kg/inwoner in de foliefractie. In de output vormvaste kunststoffractie 38 vormt PP het grootste aandeel (26,1%), gevolgd door PET (25,9%), PE vormvast (17,4%) en PE folies (5,0%). Het aandeel reststoffen in de vormvaste kunststoffractie bedraagt 21,0% 39 (13,7% is door handmatige analyse bepaald). De reststoffen (los of aanhangend aan de kunststoffen) bestaan vooral uit papier en karton maar ook uit bijvoorbeeld stukjes hout en organisch materiaal. In de folie kunststoffractie vormt PE-folie het grootste aandeel (57,3%), gevolgd door PP (7,6%), PET (0,2%) en PE vormvast (0,1%). Het aandeel reststoffen in de folie kunststoffractie bedraagt 23,6% 40 (14,1% is bepaald door handmatige analyse). De reststoffen (los of aanhangend aan de kunststoffen) bestaan vooral uit papier en karton maar ook uit bijvoorbeeld stukjes hout en organisch materiaal. 35 De output vormvaste kunststoffractie bestaat voor 5,5% uit kunststof dat geen verpakkingsmateriaal is. De output folie kunststoffractie bestaat voor circa 4,5% uit niet-verpakkingsmateriaal. 36 Het aandeel van 15,9% is bepaald door handmatige analyse. Dit is inclusief (aanhangende) reststoffen. Na gedetailleerde vervolganalyses van het (na de handmatige analyse ontstane) monster met behulp van geavanceerde (NIR-) apparatuur is bepaald dat het aandeel kunststoffen (exclusief aanhangende reststoffen) 13,0% is. 37 Uitgangspunten: inwoners in het inzamelgebied, 2,2 inwoners per huishouden (bron: CBS, 2009). 38 Dit is inclusief het kunststof niet-verpakkingsmateriaal ,7% is door handmatige analyse bepaald. Het overige aandeel is door gedetailleerde analyses van het (na de handmatige analyse ontstane) monster met behulp van geavanceerde (NIR-)apparatuur bepaald. De handmatige analyse komt dichter in de buurt van een analyse zoals die voor een kwaliteitscontrole zou kunnen worden uitgevoerd ,1% is door handmatige analyse bepaald. Het overige aandeel is door gedetailleerde analyses van het (na de handmatige analyse ontstane) monster met behulp van geavanceerde (NIR-)apparatuur bepaald. De handmatige analyse komt dichter in de buurt van een analyse zoals die voor een kwaliteitscontrole zou kunnen worden uitgevoerd. 47

53 In figuur 6.5 is de terugwinning van kunststoffen in de nascheidingsinstallatie van Attero schematisch weergegeven. Huishoudelijk afval; 100,00% Huishoudelijk afval (input) Kunststoffen; 15,90% Kunststoffen in huishoudelijk afval (input) Folie; 0,91% Vormvast; 1,82% Kunststoffen nascheiding (output) Figuur 6.5 Terugwinning van kunststoffen bij Attero. In tabel 6.3 is het rendement per kunststofsoort (input (massa in huishoudelijk restafval) versus output(massa in output kunststoffractie)) in de folie kunststoffractie en vormvaste kunststoffractie weergegeven. Fractie Massa in input Massa in folies Massa in vormvast Massa in kunststof Rendement (%) in tonnen in tonnen in tonnen totaal in tonnen PET ,3% PP ,0% PE Vormvast ,0% PE folie ,3% Totaal ,3% Tabel 6.3. Terugwinning (rendement) per kunststofsoort (input 41 versus output) bij Attero. De output folie kunststoffractie en de output vormvaste kunststoffractie zijn verder onderzocht op samenstelling 42. In tabel 6.4 zijn de resultaten weergegeven. In de vormvaste kunststoffractie vormt PP het grootste aandeel (26,1%), gevolgd door PET (25,9%), PE vormvast (17,4%) en PE folies (5,0%). Het aandeel reststoffen in de vormvaste kunststoffractie bedraagt 21,0% 43 (13,7% is door handmatige analyse bepaald). 41 De input (huishoudelijk restafval) bij Attero bevat 1,5% PET, 2,4% PP, 1,2% PE vormvast, 3,7% PE-folie en 4,3% andere of niet met NIR detecteerbare kunststoffen. 42 De vormvaste als folie kunststoffractie bestaat voor 5,5% uit niet-verpakkingsmateriaal. De folie kunststoffractie bestaat voor circa 4,5% uit niet-verpakkingsmateriaal. Dit materiaal zit verdeeld over de diverse kunststofsoorten ,7% is door handmatige analyse bepaald. Het overige aandeel is door gedetailleerde analyses van het (na de handmatige analyse ontstane) monster met behulp van geavanceerde (NIR-)apparatuur bepaald. De handmatige 48

54 De reststoffen (los of aanhangend aan de kunststoffen) bestaan vooral uit papier en karton maar ook uit bijvoorbeeld stukjes hout en organisch materiaal. In de folie kunststoffractie vormt PE folie het grootste aandeel (57,3%), gevolgd door PP (7,6%), PET (0,2%) en PE vormvast (0,1%). Het aandeel reststoffen in de folie kunststoffractie bedraagt 23,6% 44 (14,1% is bepaald door handmatige analyse). De reststoffen (los of aanhangend aan de kunststoffen) bestaan vooral uit papier en karton maar ook uit bijvoorbeeld stukjes hout en organisch materiaal. Analyse kunststof output (vormvast) Attero Handmatige analyse Gedetailleerde analyse Gecombineerd Reststoffen 13,7% 21,0% Kunststoffen 86,3% 79,0% Totaal 100,0% 100,0% Type kunststof PET 30,0% 25,9% PP 30,3% 26,1% PE vormvast 20,2% 17,4% PE folies 5,8% 5,0% Andere kunststoffen 4,3% 3,7% Niet met NIR detecteerbare kunststoffen 1,1% 1,0% Reststoffen 8,6% Totaal 100,2% 79,1% Analyse kunststof output (folies) Attero Handmatige analyse Gedetailleerde analyse Gecombineerd Reststoffen 14,1% 23,6% Kunststoffen 85,9% 76,4% Totaal 100,0% 100,0% Type kunststof PET 0,2% 0,2% PP 8,8% 7,6% PE vormvast 0,1% 0,1% PE folies 66,7% 57,3% Andere kunststoffen 0,4% 0,3% Niet met NIR detecteerbare kunststoffen 12,8% 11,0% Reststoffen 11,0% Totaal 100,0% 76,4% Tabel 6.4. Samenstelling van de output vormvaste kunststoffractie en de output folie kunststoffractie bij Attero na handmatige analyse, gedetailleerde analyse en gecombineerde resultaten. In figuur 6.6 wordt in verdeling van de output in kunststoffen en niet-kunststoffen getoond, uitgedrukt in kg/inwoner. analyse komt dichter in de buurt van een analyse zoals die voor een kwaliteitscontrole zou kunnen worden uitgevoerd ,1% is door handmatige analyse bepaald. Het overige aandeel is door gedetailleerde analyses van het (na de handmatige analyse ontstane) monster met behulp van geavanceerde (NIR-)apparatuur bepaald. De handmatige analyse komt dichter in de buurt van een analyse zoals die voor een kwaliteitscontrole zou kunnen worden uitgevoerd. 49

55 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,1 4,1 0,6 Reststoffen Kunststoffen 1,0 2,0 0,0 Vormvaste kunststoffractie Output kunststoffractie Attero Folie kunststoffractie Figuur 6.6 Verdeling van de output vormvaste kunststoffractie en de output folie kunststoffractie bij Attero in kunststoffen en reststoffen, uitgedrukt in kg/inwoner Praktijkproef sortering Om de nagescheiden kunststoffracties van Omrin en Attero naar de installatie van Tönsmeier te mogen transporteren was een EVOA-beschikking nodig. Beide nascheidingsinstallaties hebben in de loop van het onderzoek een EVOA-beschikking verkregen. Attero heeft tijdens de aanvraagperiode van de beschikking een aantal andere sorteerproeven laten uitvoeren met de output vormvaste kunststoffractie. De proeven zijn uitgevoerd bij verschillende sorteerders in Duitsland waarvoor Attero een EVOA-beschikking had. Deze proeven hebben inzicht gegeven in het sorteren van (alleen) de harde kunststoffractie van Attero. De sorteerinstallatie van Tönsmeier is door Nedvang en de nascheiders gezamenlijk geselecteerd. De installatie geldt als een van de grootste en meest geavanceerde in Duitsland en is ingericht voor het sorteren van kunststoffen uit restafval. De installatie is in april 2007 in gebruik genomen en heeft een verwerkingscapaciteit van ton per jaar. De installatie is ontworpen voor het sorteren van Duits materiaal (dat qua samenstelling verschilt van Nederlands materiaal) volgens de Duitse DSD-eisen. De installatie is echter instelbaar op zowel de Duitse DSD 45 -eisen als op de eisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol (deze eisen zijn iets hoger). De praktijkproeven bij Tönsmeier bieden inzicht in het sorteren van alle de nagescheiden stromen (gemengde, vormvaste en folie kunststoffracties zowel van Omrin als Attero). Bij die proeven zijn de protocollen voor de uitvoering van de proeven en analyse van de monsters (bijlagen C en D) integraal toegepast. Tauw heeft toezicht gehouden en monsters genomen. Wageningen Universiteit heeft analyses gemaakt van de samenstelling en kwaliteit van de monsters. Ook zijn analyserapporten met massabalansen ontvangen van Tönsmeier. 45 Duales System Deutschland. 50

56 De praktijkproeven bij Tönsmeier worden voor de sortering als leidend genomen in het kostenonderzoek, zoals ook met partijen overeengekomen bij de opzet van het kostenonderzoek. De resultaten van andere sorteerproeven zijn waar mogelijk gebruikt ter vergelijking. Voor de sorteerproeven is de installatie van Tönsmeier geoptimaliseerd naar de eisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol. De output van de installatie is dus zo veel mogelijk gericht op het maximaliseren van de productie van output kunststoffracties die voldoen aan de kwaliteitseisen. De kwaliteit van de output van de sorteerinstallatie wordt echter mede bepaald door de kwaliteit van de input, dat is dus de kwaliteit van de output van de nascheidingsinstallaties. Om de installatie zo effectief mogelijk te gebruiken zijn op verzoek van Tönsmeier de vormvaste en folie kunststoffracties van Attero tegelijkertijd (als mix) door de installatie gesorteerd. De kunststoffracties van Omrin zijn al als mix bij de installatie aangeleverd. De praktijkproeven bij Tönsmeier zijn uitgevoerd op basis van een door Tönsmeier opgegeven tarief, dat onder marktomstandigheden lager zou kunnen zijn. Dit tarief is exclusief de marktopbrengst van de gesorteerde kunststoffracties. De doorzet van kunststoffen in de installatie zou verder kunnen worden geoptimaliseerd (zie bijlage H, paragraaf 5 voor meer details). Beide factoren zouden een verlaging van de sorteerkosten impliceren (zie voor een verdere uitwerking paragraaf 8.3). De volgende proeven zijn uitgevoerd bij Tönsmeier: Pre-proef op 29 maart 2010 voor inzicht in de optimale/haalbare instellingen van de sorteerinstallatie (onder andere doorzetsnelheid, wijze van opvoeren van de kunststoffen) en een indicatie van de te verwachten resultaten in de praktijkproeven, onder andere aandeel en zuiverheid van de kunststoffracties). Proef met Omrin-materiaal op 19 april Proef met Attero-materiaal op 18 mei Praktijkproef voor sorteren bij Tönsmeier met Omrin-materiaal Er is op 19 april 2010 een sorteerproef uitgevoerd in de sorteerinstallatie van Tönsmeier met gemengd materiaal van Omrin (nagescheiden in de praktijkproef van november 2009). In de praktijkproef is de doorzet van de sorteerinstallatie ingesteld op een maximale kwaliteit van de kunststoffracties in de output. De gedetailleerde bevindingen van de praktijkproef zijn opgenomen in bijlage F. De doorzet tijdens de proef was ongeveer 5,6 ton/uur. In figuur 6.8 zijn de resulterende kunststoffracties en niet-kunststoffracties van de praktijkproef weergegeven. 51

57 0,3% 1,8% 1,7% 2,6% 1,1% 8,4% 5,7% 19,8% 4,4% PE (folies) Gemengd zacht 18,4% Gemengd hard PP PET PE-flessen (hoogwaardig PE) Drankenkartons + papier en karton 7,8% Restfractie middel Restfractie grof Restfractie fijn Aluminium folieverpakkingen 27,9% Metalen (ferro- non ferro) 1,1% 4,4% 18,4% 7,8% 27,9% 19,8% 5,7% 8,4% 0,3% 2,6% 1,8% 1,7% Figuur 6.7 Verdeling van de kunststoffracties en restfracties (als percentage van totaal) in output uit sortering van Omrin-materiaal. Uit de proef blijkt het volgende: De output bestaat voor 80,5% uit kunststoffracties en voor 19,5% uit overige fracties als papier, metaal en andere reststoffen. De grootste kunststoffractie in de output is PET (27,9%), gevolgd door PE (19,8%), PP (7,8%) en PE folie (1,1%). Gemengde kunststoffen maken 22,9% (18,4% vormvast en 4,4% folies) van de output uit. De analyses van de praktijkproef zijn gericht op vergelijking van de outputkwaliteit met de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol 46/47. Een samenvatting van de resultaten van de analyses is in de tabel en in de figuur hieronder weergegeven. Groen gemarkeerd zijn de kunststoffracties die voldoen aan de zuiverheidseis uit de kwaliteitseisen. Geel de kunststoffracties die binnen een marge van +/-5% voldoen aan de zuiverheidseis uit de kwaliteitseisen. Rood de kunststoffenfracties die niet vallen binnen de marge van +/-5% van de zuiverheidseis uit de kwaliteitseisen. Voor de volledigheid is in de tabel tevens in rood aangegeven op welke punten de resultaten naar beneden afwijken van de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol. 46 Het betrouwbaarheidsinterval op basis van de frequentie en representativiteit van de monsternames en metingen is 95%. Op basis hiervan is in het onderzoek aangehouden dat in de praktijkproeven een afwijking van ±5% ten opzichte van de zuiverheidseis uit de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol acceptabel is. In de praktijk worden zowel in Nederland als in Duitsland voor acceptatie van kunststoffracties alleen de gestelde kwaliteitseisen gehanteerd. Dit betekent dat er geen afwijking van de kwaliteitseisen mogelijk is. 47 Het Uitvoerings- en monitoringprotocol geeft tevens aan welke kunststofverpakkingen zijn toegestaan in de inzameling (artikelen worden vermeld in de kunststofverpakkingenlijst). Bij nascheiding van kunststoffen uit huishoudelijk restafval kunnen in de output mogelijk meer artikelen worden teruggevonden dan volgens deze lijst toegestaan. 52

58 PET PE (hard) PE (folie) PP Gem. hard Gem. Zacht Meting Norm Meting Norm Meting Norm Meting Norm Meting Norm Meting Norm Zuiverheid 96% 97% 99% 98% 98% 95% 96% 97% 93% 90% 94% 95% Metaal >100 g Nee Nee Nee Nee Nee Nee Andere metaaldelen 0,00% <0,5 0,00% <0,5% 0,10% <0,5% 0,01% <0,5% 0,20% <2% 0,10% <2% PVC 0,06% <0,1 0,00% <0,1 nvt 0,10% <0,1% nvt nvt EPS 0,20% <0,5 0,00% <0,5 nvt 0,10% <0,5% nvt nvt Andere kunststoffen 2,80% <2% 0,70% <2% 1,50% <4% 2,30% <2% nvt nvt Andere reststoffen 1,00% <2% 0,00% <2% 0,80% <4% 1,90% <2% 7,10% <3% 4,70% <3% Papier en karton nvt nvt nvt nvt 1,70% <5% 2,30% <5% PET-flessen (transp) nvt nvt nvt nvt 0,90% <4% 1,30% <4% Massa in output 27,90% 19,80% 1,10% 7,80% 18,44% 4,44% Tabel 6.7 Resultaten van vergelijking van gesorteerde kunststoffracties uit Omrin-materiaal met kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol. 100% 95% 90% 85% Meting gelijk aan kwaliteitseis of hoger Meting binnen marge kwaliteitseis +/- 5% Meting buiten marge kwaliteitseis +/- 5% Marge kwaliteitseis + 5% Marge kwaliteitseis - 5% 80% 75% PET PE (hard) PE (folie) PP Gem. hard Gem. Zacht Figuur 6.8. Zuiverheid van gesorteerde kunststoffracties uit Omrin-materiaal ten opzichte van de zuiverheidseis uit de kwaliteitseisen van het Uitvoerings- en monitoringprotocol. In de analyseresultaten in de bovenstaande tabel en figuur is in groen aangegeven welke kunststoffracties voldoen aan de kwaliteitseisen en in geel welke kunststoffracties qua zuiverheid afwijken van de kwaliteitseis, maar binnen een geaccepteerde marge van 5% vallen. Uit de analyseresultaten blijkt het volgende: De fracties PE (hard), PE (folie) en gemengde kunststoffen hard voldoen aan de kwaliteitseisen. De fracties PET en de gemengde kunststoffen zacht hebben een afwijking van minder dan 1% van de kwaliteitseisen. De PP fractie wijkt af met 1,1%. De resultaten van de metingen vallen dus in alle gevallen binnen de afwijking van ±5% ten opzichte van de kwaliteitseisen. Op basis van een marge van ±5% die in het onderzoek wordt gehanteerd ten opzichte van de kwaliteitseisen voldoet 100% van de output derhalve aan de kwaliteitseisen van het Uitvoerings- en monitoringprotocol. 53

59 6.2.4 Praktijkproef sorteren bij Tönsmeier met Attero-materiaal Er is op 18 mei 2010 een sorteerproef uitgevoerd in de sorteerinstallatie van Tönsmeier met gemengd materiaal (vormvast en folies) van Attero. In een pre-proef in april 2010 bleek dat het gemengde materiaal van Attero dat was nagescheiden in de praktijkproef van november 2009 te veel was verkleefd voor succesvolle sortering. Er is daarom op 18 mei 2010 een sorteerproef uitgevoerd met een nieuw gedraaide batch van gemengd materiaal van Attero. Op verzoek van Tönsmeier zijn de bij Attero nagescheiden vormvaste en folie kunststoffracties weer gemengd omwille van betere sorteerresultaten. De gedetailleerde bevindingen van de praktijkproef zijn opgenomen in bijlagen G en H. De doorzet tijdens de proef was ongeveer 9,1 ton/uur. In figuur 6.9 zijn de resulterende kunststoffracties en niet-kunststoffracties van de praktijkproef weergegeven: 4,3% 4,6% 10,4% 3,3% 7,0% 2,8% 0,1% 0,1% 5,0% 12,7% 26,2% 23,5% PE (folies) Gemengd zacht Gemengd hard PP PET PE-flessen (hoogwaardig PE) Drankenkartons + papier en karton Restfractie middel Restfractie grof Restfractie fijn Aluminium folieverpakkingen Metalen (ferro- non ferro) 12,7% 23,5% 26,2% 2,8% 7,0% 3,3% 10,4% 4,6% 4,3% 5,0% 0,1% 0,1% Figuur 6.9. Verdeling van de kunststoffracties en restfracties (percentage van totaal) in output uit sortering van Attero-materiaal. Uit de proef blijkt het volgende: De output bestaat voor 75,6% uit kunststoffracties en voor 24,5% uit restfracties als papier, metaal en andere reststoffen. De grootste kunststoffractie in de output is PE folies (12,7%), gevolgd door PET (7,0%), PE (3,3%) en PP (2,8%). Gemengde kunststoffen maken 49,7% (26,2% vormvast en 23,5% folies) van de output uit. De analyses van de praktijkproef zijn gericht op vergelijking van de outputkwaliteit met de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol. Een samenvatting van de resultaten van de analyses is in de tabel en in de figuur hieronder weergegeven. Groen gemarkeerd zijn de kunststoffracties die voldoen aan de zuiverheidseis uit de kwaliteitseisen. Geel zijn de kunststoffracties die binnen een marge van 5% voldoen aan de zuiverheidseis uit de kwaliteitseisen. Rood zijn de kunststoffen- respectievelijk reststoffenfracties die niet vallen binnen de marge van 5% van de zuiverheidseis uit de kwaliteitseisen. 54

60 Voor de volledigheid is in de tabel tevens in rood is aangegeven op welke punten de resultaten naar beneden afwijken van de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol. PET PE (hard) PE (folie) PP Gem. hard Gem. zacht Meting Norm Meting Norm Meting Norm Meting Norm Meting Norm Meting Norm Zuiverheid 96% 97% 98% 98% 95% 95% 96% 97% 78% 90% 84% 95% Metaal >100 g Nee Nee Nee Nee Nee Nee Andere metaaldelen 0,10% <0,5 0,00% <0,5% 0,10% <0,5% 0,10% <0,5% 0,10% <2% 0,20% <2% PVC 0,10% <0,1 0,00% <0,1 nvt nvt 0,00% <0,1% nvt nvt nvt nvt EPS 0,00% <0,5 0,00% <0,5 nvt nvt 0,00% <0,5% nvt nvt nvt nvt Andere kunststoffen 3,30% <2% 2,10% <2% 2,00% <4% 1,40% <2% nvt nvt nvt nvt Andere reststoffen 1,00% <2% 0,10% <2% 3,50% <4% 2,60% <2% 22,00% <3% 16,30% <3% Papier en karton nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt 10,10% <5% 12,10% <5% PET-flessen (transp) nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt 0,40% <4% 0,50% <4% Massa in output 7,00% 3,30% 12,70% 2,80% 26,20% 23,49% Tabel 6.8 Resultaten van de analyses van de kunststoffractie aan de hand van de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol. 100% 95% 90% 85% 80% Meting gelijk aan kwaliteitseis of hoger Meting binnen marge kwaliteitseis +/- 5% Meting buiten marge kwaliteitseis +/- 5% Marge kwaliteitseis + 5% Marge kwaliteitseis - 5% 75% 70% PET PE (hard) PE (folie) PP Gem. hard Gem. zacht Figuur 6.10 Samenstelling gesorteerde fracties uit de praktijkproef met Attero-materiaal. Uit de analyseresultaten blijkt het volgende: De fracties PE (hard) en PE (folie) 48 voldoen aan de kwaliteitseisen. De fracties PET en PP hebben een afwijking van 1% van de kwaliteitseisen. De resultaten van de metingen vallen dus in alle gevallen binnen de afwijking van +/- 5% ten opzichte van de kwaliteitseisen. 48 Het aandeel Andere kunststoffen in de PE-folie bestaat voor een groot gedeelte (23%) uit niet met NIR detecteerbare kunststoffen. Het grootste gedeelte van de niet NIR herkenbare fractie bestaat uit snippers van zwarte en grijze (PE) vuilniszakken. Vuilniszakken en boodschappentasjes zijn toegestaan in de kunststoffenverpakkingslijst van het Uitvoerings- en monitoringprotocol. Derhalve bedraagt het aandeel PE 72% + 23% = 95% en voldoet de sorteerfractie PE (folie) aan de eisen. 55

61 De fracties harde en gemengde kunststoffen zacht vallen buiten de marge van 5% van de kwaliteitseisen en voldoen daarmee niet. Dat is tezamen 49,7% van de output Vergelijking van de resultaten van de uitgevoerde sorteerproeven In bijlage H is een samenvatting van de resultaten van alle uitgevoerde sorteerproeven gegeven (zowel bij Tönsmeier als bij andere sorteerders). Tevens zijn waar mogelijk de resultaten van de praktijkproeven met elkaar vergeleken. Er waren grote verschillen in resultaten van de praktijkproeven sortering bij Tönsmeier tussen het nagescheiden materiaal van Omrin en Attero. Hierbij kan de volgende toelichting gegeven worden: De resultaten van de sorteerproeven zijn afhankelijk van enerzijds de samenstelling en kwaliteit van de aangeleverde input, anderzijds de instellingen (te sorteren fracties, snelheid) en de mogelijkheden (techniek, capaciteit) van de sorteerinstallatie. Het Nederlandse materiaal van de nascheiders is anders qua samenstelling dan het Duitse DSD-materiaal (bronscheiding). Door de verschillen in samenstelling en kwaliteit kon nog niet gebruikgemaakt worden van de maximale capaciteit van de installatie van Tönsmeier. Minder folies in de input leidde tot betere sorteerresultaten door minder papiervervuiling. Niet in balen aangevoerde input en gemengde input leidde tot betere sorteerresultaten. Gebaald materiaal bleef gedeeltelijk aan klonten in elkaar hangen. Oplossing was de dosering direct met een shovel op een transportband uit te voeren en klonten naar de verkleiner terug te voeren. Dit leidde wel tot schoksgewijze invoer in de installatie en verkleining van foliedeeltjes met eventueel negatieve invloed op de sortering. Door de verschillen in samenstelling en kwaliteit tussen het Duitse DSD-materiaal en het Nederlandse materiaal worden verschillende onderdelen van de sorteerinstallatie meer belast. Op deze plaatsen kunnen snel bottlenecks ontstaan die de totale doorzet beperken en kunnen leiden tot kwaliteitsverlies van de output. De ene praktijkproef is uitgevoerd op een doorzetsnelheid lager dan de doorzetsnelheid die nodig is om de kleinste bottleneck te voorkomen. De andere praktijkproef is waarschijnlijk sneller gedraaid dan de folieafzuiging en de sorteerbanden van de folie kunststoffractie en de gemengde kunststoffen aankonden Proeven bij andere sorteerders De praktijkproeven met de vormvaste kunststoffractie van Attero bij de sorteerders Dela, Nehlsen en Alba leveren vergelijkingsinformatie op voor tarieven, sorteerkosten en resulterende kwaliteit van de outputfractie (zie paragraaf 8.2.2). Deze installaties zijn ingericht op sortering van Duits materiaal voor verschillende doeleinden (naast hergebruik ook toepassing in ovens). De sorteerders draaiden conform een normale operationele situatie. Attero heeft de resultaten van de praktijkproeven aan KPMG beschikbaar gesteld. 56

62 Een meer gedetailleerde beschrijving van de sorteerinstallaties is gegeven in bijlage H (Samenvatting en beschrijving analyseresultaten proeven sortering). De proeven bij Dela en Nehlsen zijn uitgevoerd in aanwezigheid van Tauw (en in het geval van Dela ook van de andere bij het kostenonderzoek betrokken partijen). Bij Alba kon geen toezicht worden gehouden. Tauw heeft samen met de Wageningen Universiteit monsters genomen. Wageningen Universiteit heeft analyses gemaakt van de samenstelling en kwaliteit van de monsters. Ook is een analyserapport met massabalans ontvangen van de sorteerders Dela en Nehlsen. Uit de analyses bleek dat de kwaliteit van de diverse kunststoffracties in de output van de andere sorteerders voor ruim 50% van alle fracties van alle sorteerders tezamen buiten de marge van 5% van de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol lag. De resultaten van de sorteerproeven zijn enerzijds afhankelijk van de samenstelling en kwaliteit van de aangeleverde input en anderzijds van de instellingen (te sorteren fracties) en de mogelijkheden (techniek, snelheid, capaciteit) van de sorteerinstallaties. De installatie van Tönsmeier is meer geavanceerd qua techniek, capaciteit en instellingsmogelijkheden. 57

63 7 Resultaten berekeningen: kostprijzen van onderdelen en de gehele keten van nascheiding Resultaten In dit hoofdstuk worden kostprijzen gegeven van de gehele keten van nascheiding evenals van de te onderscheiden ketenonderdelen. De kostprijzen zijn berekend op basis van de in hoofdstuk 5 beschreven keuzes en aannames in kostenposten en massastromen. 7.1 Overzicht van berekende kostprijzen De kostprijzen per processtap dienen als input voor de berekening van de kostprijzen van de gehele keten van nascheiding. De kostprijzen per processtap worden vervolgens gedeeld door het aantal ton kunststof output. Dit levert een kostprijs per ton kunststof output. Er is een basisscenario voor nascheiding gedefinieerd (met keuzes en aannames voor variabelen als afschrijvingstermijn, rendement, doorzetsnelheid). De kostprijzen per ton kunnen worden gerelateerd aan drie verschillende soorten kunststof outputs: Kunststof output uit de nascheiding (vormvaste kunststoffractie plus folie kunststoffractie). Kunststof output uit de sortering 49. Kunststof output uit de sortering die voldoet aan de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol. Er zijn verschillende kostprijzen per ton geformuleerd. In tabel 7.1 is hiervan een overzicht gegeven. Kostprijzen van ketenonderdelen Kostprijzen van gehele keten van nascheiding Kosten per ton output van onderdelen van de keten van nascheiding - gerelateerd aan output uit nascheider (vormvaste fractie plus foliefractie) Inzameling en transport Keten exclusief transport en sortering Nascheiding (incl. voorscheiding en evt. opslag) Keten inclusief transport en sortering Tranport naar sorteerder Sortering Kosten per ton output van onderdelen van de keten van nascheiding gerelateerd aan potentieel bruikbare output uit sortering Inzameling en transport Keten exclusief transport en sortering Nascheiding Keten inclusief transport en sortering Tranport naar sorteerder Sortering Kosten per ton output van onderdelen van de keten van nascheiding - gerelateerd aan output uit sortering voldoend aan de kwaliteitseis Uitvoerings- en Monitoringsprotocol Inzameling en transport Keten exclusief transport en sortering Nascheiding (incl. voorscheiding en evt. opslag) Keten inclusief transport en sortering Tranport naar sorteerder Sortering Tabel 7.1 Overzicht van geformuleerde kostprijzen in het kostenonderzoek. 49 Kunststof output na sortering al dan niet voldoend aan de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol. 58

64 Voor de sortering zijn grote verschillen in kostprijzen geconstateerd op basis van de uitgevoerde praktijkproeven. Deze worden veroorzaakt door het verschil in aantal kunststoffracties die voldoen aan de kwaliteitseisen en het verschil in de in de praktijkproeven gehanteerde draaisnelheid. In dit hoofdstuk wordt de kostprijs voor sortering als gewogen gemiddelde getoond. In hoofdstuk 8 (Gevoeligheidsanalyse) wordt de gevoeligheid van de kostprijs voor sortering voor kwaliteit van de output respectievelijk draaisnelheid getoond. Totaal Totaal Totaal Voldoend aan de kwaliteitseis Kosten Kosten Kosten Kosten Kosten Gew. Gemidd / Kosten per ton Kosten per ton Kosten per ton Kosten per ton Kosten per ton / / / / / / Gemiddelde Gemiddelde Gewogen Gemiddelde Gewogen Gemiddelde Gemiddelde = Gewogen gemiddelde 756 X X X X 52 + X X \ Visuele weergave van berekeningen en berekende kostprijzen Figuur 7.1 tot en met 7.3 zijn een weergave van de kostprijzen in de verschillende onderdelen en de gehele keten van nascheiding en de berekeningen die voor het bepalen van de kostprijs zijn gemaakt. Per onderdeel is aan de hand van de totale kosten en tonnen doorzet de kostprijs berekend. Voor de onderdelen waarin gebruik wordt gemaakt van een vast tarief (inzameling, transport naar sorteerinstallatie en sortering) worden de kosten berekend op basis van het tarief per ton. De kostprijzen zijn weergegeven als gewogen gemiddelde. Inzameling & Transport Scheiding Nascheiding Transport Sortering Bruikbaar HHA Kunststof Folie Folie Gew. Gemidd Factory Factory Factory Overig Vorm vast Vorm vast Tarief inzameling Tarief transport Variant 1 Tarief Variant ,92 137, ,82 Afval Niet-bruikbaar 0 Gew. Gemidd. Figuur 7.1 Keten van nascheiding en berekeningen gerelateerd aan de kunststof output uit de nascheiding.

65 Totaal Totaal Totaal Voldoend aan de kwaliteitseis Kosten Kosten Kosten Kosten Kosten Gew. Gemidd Kosten per ton Kosten per ton Kosten per ton Kosten per ton Kosten per ton / / / / / / / Gemiddelde Gemiddelde Gewogen Gemiddelde Gewogen Gemiddelde Gemiddelde , = Gewogen gemiddelde 974 X X X X 52 + X X \ Gew. Gemidd Figuur 7.2 Keten van nascheiding en berekeningen gerelateerd aan de volledige kunststof output uit de sortering. 60 Inzameling & Transport Scheiding Nascheiding Transport Sortering Bruikbaar HHA Kunststof Folie Folie Gew. Gemidd Factory Factory Factory Overig Vorm vast Vorm vast Tarief inzameling Tarief transport Nascheider 1 Tarief Nascheider ,92 137,82 184,08 224,82 Afval Niet-bruikbaar 0 Gew. Gemidd.

66 Totaal Totaal Totaal Voldoend aan de kwaliteitseis Kosten Kosten Kosten Kosten Kosten Nascheider 1 Gew. Gemidd. Nascheider Kosten per ton Kosten per ton Kosten per ton Kosten per ton Kosten per ton / / / / / / Gemiddelde Gemiddelde Gewogen Gemiddelde Gewogen Gemiddelde Gemiddelde X X X X 52 + X X = Gewogen gemiddelde \ Gew. Gemidd Figuur 7.3 Keten van nascheiding en berekeningen gerelateerd aan de kunststof output uit de sortering die voldoet aan de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol. 61 Inzameling & Transport Scheiding Nascheiding Transport Sortering Bruikbaar HHA Kunststof Folie Folie Nascheider 1 Gew. Gemidd. Nascheider Factory Factory Factory Overig Vorm vast Vorm vast Tarief inzameling Tarief transport Nascheider 1 Tarief Nascheider ,92 137,82 224,82 Afval Niet-bruikbaar 0 Nascheider 1 Gew. Gemidd. Nascheider 2

67 Kosten per ton kunststof output uit nascheiding Stichting Nedvang 7.3 Kostprijzen per ketenonderdeel en voor de gehele keten van nascheiding In de onderstaande tabel zijn de kostprijzen per ketenonderdeel en voor de gehele keten weergegeven. In de tabel wordt uitgegaan van het basisscenario met gewogen gemiddelden 50. De kostprijzen zijn gerelateerd aan de verschillende outputs zoals hierboven vermeld. Gerelateerd aan: Kosten per ton huishoudelijk afval Kosten per ton kunststof output uit nascheiding Kosten per ton kunststof output uit sortering Kosten per ton kunststof uit sortering die voldoet aan kwaliteitseisen uit Uitvoerings- en monitoringsprotocol Gew. gemidd Gew. gemidd Gew. gemidd Gew. gemidd Inzameling en transport 1,70 72,49 93,36 133,33 Nascheiding (incl. voorscheiding) 10,48 447,81 576,74 823,63 Transport (naar sorteerder) 1,21 51,92 66,87 95,49 Keten exclusief sortering 13,39 520,30 670,10 956,96 Sortering 4,31 184,08 237,08 338,57 Keten inclusief sortering 17,69 756,31 974, ,02 Tabel 7.2 Kosten per ton output en kunststof in de keten van nascheiding en sortering. In figuur 7.4 is een visuele weergave gegeven van de opbouw van de kostprijs per ton (basisscenario met gewogen gemiddelden) gerelateerd aan de kunststof output uit de nascheiding To taal Inzameling en trans po rt Scheiding Nas cheiding Trans po rt So rting Figuur 7.4 Opbouw gemiddelde kostprijs per ton kunststof output uit nascheiding (basisscenario met gewogen gemiddelden). 50 Het gewogen gemiddelde van de kostprijs per ton voor sortering is gebaseerd op de resultaten van de beide sorteerproeven. De resultaten van de sorteerproeven en de resulterende kostprijzen verschilden aanzienlijk als gevolg van verschillen in kwaliteit van de output en draaisnelheid. De bandbreedte van de kostprijs per ton output nascheiding is Bandbreedte van de kostprijs per ton output die voldoet aan de kwaliteitseisen uit het Uitvoeringsen monitoringprotocol is Zie hoofdstuk 8 Gevoeligheidsanalyse. eindrapportage_[v8] 62

68 8 Gevoeligheidsanalyse Voor een goede interpretatie van de resultaten van het kostenonderzoek is het van belang om inzicht te krijgen in de invloed op de kostprijs van de belangrijkste kostenposten en van de keuzes en aannames hierin. In dit onderzoek zijn de gevoeligheden in de kostprijs bepaald van een aantal belangrijke keuzes en aannames (parameters). Parameters die van relatief grote invloed zijn op de kostprijs zijn in de tabel hieronder onderstreept aangegeven. Nascheiding Transport naar sorteerder Sortering Afschrijvingstermijn voor bedrijfsmiddelen Energiekosten Seizoensinvloeden Rendement van de nascheiding Transporttarief: gebaald of ongebaald transport Afstand van nascheidingsinstallatie tot sorteerinstallatie Doorzetsnelheid Operators handmatige sortering Vergelijking sorteerinstallaties Kwaliteit output kunststoffracties Doorzet Tabel 8.1 Parameters per onderdeel waarmee gevoeligheidsanalyses zijn uitgevoerd. De gevoeligheden in bovenstaande ketenonderdelen worden hieronder uitgewerkt. 8.1 Gevoeligheden in de kostprijs van ketenonderdeel nascheiding Parameters voor gevoeligheidsanalyse Om inzicht te krijgen in de invloed op de kostprijs van het ketenonderdeel nascheiding van de diverse kostenposten heeft KPMG een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd waarin de kostenposten met elkaar worden vergeleken. Er wordt gekeken naar het aandeel van de kostenpost in de totale kosten. Een tweede waarde die is berekend is de elasticiteit van de kostenpost. Dit is een kengetal voor de aanduiding van de procentuele verandering in de kostprijs wanneer de totale kosten van de betreffende kostenpost veranderen. Op deze manier kan worden bepaald in welke mate een specifieke kostenpost variabel is en dus beïnvloedbaar is. eindrapportage_[v8] 63

69 Aandeel scheiding Elasticiteit scheiding Aandeel nascheiding Elasticiteit nascheiding Kosten OR 0,00% 0,01 0,06% 0,01 Reis- en verblijfskosten 0,01% 0,04 0,10% 0,02 Scholing 0,01% 0,06 0,29% 0,06 ICT 0,08% 0,39 1,86% 0,39 Kantoorkosten 0,01% 0,06 0,30% 0,06 Bedrijfskleding 0,02% 0,10 0,48% 0,10 Overhead 0,17% 0,81 3,72% 0,78 Nascheiding overige 2,77% 0,58 Scheiding overige 0,33% 1,61 Subtotaal 0,64% 3,10 9,58% 2,00 Tabel 8.2 Gevoeligheden van kostprijs van ketenonderdeel nascheiding voor indirecte kostenposten. Aandeel scheiding Elasticiteit scheiding Aandeel nascheiding Elasticiteit nascheiding Operators 1,23% 5,96 26,82% 5,61 Inhuur 0,13% 0,62 3,29% 0,69 Subtotaal 1,36% 6,58 30,11% 6,30 Tabel 8.3 Gevoeligheden van kostprijs van ketenonderdeel nascheiding voor personele kostenposten. Aandeel scheiding Elasticiteit scheiding Aandeel nascheiding Elasticiteit nascheiding Energiekosten 0,20% 0,95 2,56% 0,54 Onderhoud 0,52% 2,52 5,66% 1,18 Verzekeringen 0,05% 0,26 1,03% 0,22 Huisvestingskosten 0,06% 0,31 4,57% 0,95 Materiaalkosten 0,43% 2,07 6,96% 1,45 Handlingskosten 0,18% 0,89 13,11% 2,74 Hulpstoffen 0,03% 0,16 0,09% 0,02 Afschrijving per jaar 0,03% 3,51 0,09% 3,71 Rente 0,73% 0,61 17,75% 0,70 Werkkapitaal 0,13% 0,04 3,35% 0,19 Subtotaal 2,34% 11,32 55,97% 11,70 Totaal 4,35% 21,00 95,65% 20,00 Tabel 8.4 Gevoeligheden van kostprijs van ketenonderdeel nascheiding voor installatiekostenposten. In de gevoeligheidsanalyse voor het ketenonderdeel nascheiding richten wij ons op de kostenposten waaraan bepaalde keuzes of aannames (bijvoorbeeld in de bedrijfsvoering) en externe beïnvloedingsfactoren (bijvoorbeeld fluctuaties door seizoensinvloeden of energiekosten) ten grondslag liggen en die een significante invloed hebben op kosten. Uitgangspunt hierbij is dat in dit onderzoek de gevoeligheden die betrekking hebben op keuzes in de normale operationele bedrijfsvoering van beide installaties niet ter discussie worden gesteld. eindrapportage_[v8] 64

70 Op basis van dit uitgangspunt zijn aan de hand van bovenstaande gevoeligheidsanalyse de kostenposten geselecteerd die van grote invloed zijn op de kostprijs en hiermee nader bekeken dienen te worden. Het gaat hierbij om de kostenposten afschrijvingen per jaar en energiekosten. Naast de kostenposten zijn er ook enkele gevoeligheden te onderscheiden aan de massakant van de kostprijsberekening. Het gaat hierbij in het ketenonderdeel nascheiding om de doorzet van afval in de nascheidingsinstallatie en het rendement van de nascheiding. Samengevat zijn de volgende verschillende soorten aan gevoeligheden in de kostprijs van ketenonderdeel nascheiding te onderscheiden: Beïnvloedbare gevoeligheden Niet - beïnvloedbare gevoeligheden Gevoeligheden kosten Afschrijvingen per jaar Energiekosten Seizoensinvloeden Gevoeligheden Massastromen Rendement scheiding Doorzet Tabel 8.5 Overzicht gevoeligheden in kostprijs van ketenonderdeel nascheiding Analyse van gevoeligheden In dit onderdeel van het rapport zullen we nader ingaan op de analyse van de gevoeligheden van de kostprijsberekening voor ketenonderdeel nascheiding Afschrijvingstermijn De basisvariant van het kostenmodel is gebaseerd op een afschrijvingstermijn voor bedrijfsmiddelen van de nascheiding van 5 jaar. Op basis van fiscale wet- en regelgeving en de in het kader van dit onderzoek uitgevoerde vergelijkingstudie, is vastgesteld dat dit de minimale te hanteren afschrijvingstermijn is. De fictieve afschrijvingstermijn van 3,5 jaar voor bedrijfsmiddelen is gerelateerd aan de resterende looptijd van de Raamovereenkomst tot In de afvalsector wordt voor vergelijkbare bedrijfsmiddelen vaak een afschrijvingstermijn van 7, 10 of 15 jaar aangehouden. Deze ordegrootte wordt door de nascheiders voor de bedrijfsmiddelen van de scheidingslijn ook gehanteerd. Gezien de resterende looptijd van de Raamovereenkomst kan er voor de installaties bij langere afschrijvingstermijnen een spanning ontstaan voor de restwaardes van de bedrijfsmiddelen. De eventuele restwaarde van de bedrijfsmiddelen na afloop van de Raamovereenkomst in 2012 is in dit onderzoek niet bepaald. eindrapportage_[v8] 65

71 Kosten per ton kunststof output uit nascheiding Kosten per ton kunststof output uit nascheiding Stichting Nedvang Basisscenario ,5 5,0 7,0 10,0 15,0 Afschrijvingstermijn Figuur 8.5 Gevoeligheid van de kostprijs van ketenonderdeel nascheiding voor afschrijvingstermijn bedrijfsmiddelen nascheidingslijn Energiekosten De energiekosten vertonen een lineaire relatie met de kosten per ton. De gemiddelde kosten per kilowattuur in het onderzoek bedragen 0,09 per kilowatt uur. Een wijziging in het energietarief per kilowattuur heeft dus een directe invloed op de kostprijs per ton en is hiermee dus een belangrijke variabele voor de kostprijs. 460 Basisscenario ,05 0,06 0,07 0,08 0,09 0,1 0,11 0,12 0,13 0,14 0,15 Energieprijs in Kwh Figuur 8.6 Gevoeligheid van de kostprijs van ketenonderdeel nascheiding voor energiekosten. eindrapportage_[v8] 66

72 Kosten per ton kunststof output uir nascheiding Stichting Nedvang Seizoensinvloeden Seizoenen hebben invloed op de samenstelling en massa van het afval. Door invloed van de weersomstandigheden zoals temperatuur en neerslag kan het materiaal dusdanig worden aangetast dat de samenstelling van het materiaal verandert. Ook feestdagen, vakantieperiodes en daaraan gerelateerde consumptiepatronen hebben invloed. Op basis van de gesprekken met experts is gebleken dat de invloed van deze seizoensinvloeden op de massa geschat wordt op plus of min 10%. In onderstaande grafiek wordt (theoretisch) weergegeven wat de invloed van seizoensinvloeden op de kostprijs is. Onbekend is echter op welk punt in de grafiek het basisscenario (situatie in november 2009 ten tijde van de praktijkproeven) zich bevindt. 600 Basisscenario Ondergrens Bovengrens % 2,5% 5,0% 10,0% 20,0 % Percentage afwijking massa seizoensinvloeden Figuur 8.7 Gevoeligheid van de kostprijs van ketenonderdeel nascheiding voor seizoensinvloeden Rendement scheiding Onder rendement wordt hier verstaan het gewichtspercentage kunststofmateriaal dat wordt verkregen uit de inputstroom huisafval. Het rendement (gewogen gemiddelde) van de nascheidingsinstallaties bedraagt 2,3%. Hoe hoger het rendement, hoe lager de kostprijs per ton. De invloed van een wijziging in het rendement op de kwaliteit van de fracties is in onderstaande grafiek niet meegenomen aangezien de resultaten uit de praktijkproef niet toereikend zijn om deze analyse uit te voeren. eindrapportage_[v8] 67

73 Kosten per ton kunststof output uit nascheiding Stichting Nedvang 600 Basisscenario ,00% 2,50% 3,00% 3,50% 4,00% 4,50% 5,00% 6,00% 7,00% 8,00% Rendement Figuur 8.8 Gevoeligheid van de kostprijs van ketenonderdeel nascheiding voor rendement scheiding Doorzet De hoeveelheid aanvoer en doorzet per jaar van de nascheidingsinstallatie is van directe invloed op de kostprijs per ton nagescheiden kunststof. Uitgaande van een gelijkblijvend rendement zal een toename van de doorzet van huishoudelijk afval een afname van de kostprijs per ton betekenen. In onderstaande grafiek wordt weergegeven wat de invloed van de doorvoer is op de kosten per ton. eindrapportage_[v8] 68

74 Kosten per ton kunststof ouput uit nascheiding Stichting Nedvang Basisscenario Aantal tonnen doorzet per jaar Figuur 8.9 Gevoeligheid van de kostprijs van ketenonderdeel nascheiding voor doorzet per jaar van huishoudelijk afval. 8.2 Gevoeligheden in de kostprijs van ketenonderdeel transport naar sorteerder Parameters voor gevoeligheidsanalyse Voor het ketenonderdeel transport naar sorteerder is een gevoeligheidsanalyse van de kostprijs uitgevoerd met de parameter transporttarief. In onderstaande grafiek is weergegeven wat de invloed van het transporttarief is op de totale kostprijs van het ketenonderdeel transport naar sorteerder. De fluctuatie in het transporttarief is gebaseerd op de afstanden naar de verschillende sorteerinstallaties in Duitsland. Dat wil zeggen op basis van de gemiddelde afstand Groningen respectievelijk Oudehaske naar één van de sorteerinstallaties is een transporttarief berekend. In het basisscenario is uitgegaan van sortering bij de sorteerinstallatie van Tönsmeier in Porta Westfalica (installatie 4) en transport van ongebaald materiaal. Het tarief is opgesplitst in een tarief per ton voor gebaald en ongebaald materiaal. Bij transport van ongebaald materiaal is de beladingsgraad circa 10 ton per vrachtauto. Bij transport van gebaald materaal is de beladingsgraad circa 22 ton per vrachtauto. Gebaalde of ongebaalde aflevering bij de sorteerinstallatie is van invloed op de sorteerprestaties (zie hoofdstuk 7). eindrapportage_[v8] 69

75 Kosten per ton kunststof output uit nascheiding Stichting Nedvang Kosten per ton kunststof output uit nascheiding Instal. 1 Instal. 2 Instal. 3 Instal. 4 Tarief transport (gebaald) Tarief transport (ongebaald) Figuur 8.10 Gevoeligheid van de kostprijs voor transporttarief. In een tweede weergave van de transportkosten worden de kosten per ton afgezet tegen het aantal kilometers. Hierbij is ook het aantal kilometers naar de sorteerinstallatie Tönsmeier aangegeven Tönsmeier Aantal kilometers naar sorteerinstallatie Figuur 8.11 Kosten per ton als functie van het aantal kilometers van nascheidingsinstallatie naar sorteerinstallatie. De transportkosten van het gesorteerde materiaal worden behalve door het aantal transportkilometers ook bepaald door de beladingsgraad van de vrachtwagen. Materiaal dat gebaald wordt is samengeperst en heeft minder volume waardoor er meer ton per vrachtwagen kan worden getransporteerd. Bovenstaande grafieken zijn gebaseerd op een beladingsgraad van 10 ton per vrachtwagen. Bij balen van het materiaal stijgt de beladingsgraad naar 22 ton per vrachtwagen. eindrapportage_[v8] 70

76 8.3 Gevoeligheden in de kostprijs van ketenonderdeel sortering Parameters voor gevoeligheidsanalyse Voor het ketenonderdeel sortering is een gevoeligheidsanalyse van de kostprijs uitgevoerd. Het gaat hier om de parameters doorloopsnelheid sortering en aantal operators werkzaam als handmatige sorteerkracht. Ook is er een vergelijking uitgevoerd met de resultaten en tarieven van andere sorteerders. Deze informatie is verkregen van Attero op basis van de sorteerproeven die bij deze sorteerders met hard materiaal zijn uitgevoerd Analyse van gevoeligheden Doorzetsnelheid sortering De kosten voor sortering zijn afhankelijk van de doorzetsnelheid van de sorteerinstallatie. Uitgangspunt in dit onderzoek is het tarief van per uur dat is opgegeven door de sorteerinstallatie Tönsmeier (situatie april/mei 2010). Dit uurtarief is in de praktijk afhankelijk van marktomstandigheden en contractonderhandelingen. De doorzetsnelheid tijdens de sorteerproeven met Omrin-materiaal en Attero-materiaal is 5,6 ton/uur respectievelijk 9,1 ton per uur. In onderstaande grafiek is de verhouding van de doorloopsnelheid en de kostprijs per ton voor dit ketenonderdeel weergegeven. eindrapportage_[v8] 71

77 Kosten per ton kunststof output nascheiding Stichting Nedvang Omrin Gew. Gemidd. Attero , Doorzetsnelheid # ton per uur Figuur 8.12 Gevoeligheid van de kostprijs voor tarief sortering versus doorzetsnelheid. De doorzetsnelheid heeft ook invloed op een ander belangrijk aspect, namelijk de kwaliteit van de gesorteerde kunststof output. Dit heeft invloed op zowel het rendement van de sortering als de kwaliteit van de gesorteerde kunststoffracties. De precieze invloed van de doorloopsnelheid in sortering op de kwaliteit van de output van de sortering moet nog nader worden bepaald maar de indruk uit de praktijkproeven is dat een veel hogere doorloopsnelheid diverse problemen in de sortering veroorzaakt in bekende bottlenecks als de opvoer, de handmatige sortering en de folieafzuiging waardoor de kwaliteit afneemt Aantal operators handmatige sortering Het aantal operators dat werkzaam is als handmatige sorteerkracht bij de sortering is van grote invloed op de kwaliteit van de output van de sortering. Hoe meer operators ingezet worden bij het handmatig sorteren van het materiaal, hoe beter de kwaliteit. In onderstaande grafiek is aangegeven wat de invloed van het aantal extra operators is op de kostprijs per ton van kunststofnascheiding, bij de gegeven doorzetsnelheid van circa 5,9 ton/uur. De operatorkosten zijn gebaseerd op een inschatting van KPMG. eindrapportage_[v8] 72

78 Kosten per ton kunststof output nascheiding Stichting Nedvang 300,00 250,00 200,00 150,00 100,00 Nascheider 1 Nascheider 2 Gew. Gemidd. 50,00 0, # extra operators Figuur 8.13 Gevoeligheid van de kostprijs voor aantal extra operators. De precieze invloed van het aantal operators op de kwaliteit van de output van de sortering is niet bekend. Parameters als een hogere doorzetsnelheid en de samenstelling van de stromen die in de sorteerruimte worden doorgevoerd hebben bijvoorbeeld invloed op de kwaliteit van de handmatige sortering. Ook de ervaring van de operators heeft invloed Sorteerproeven en kwaliteit van output kunststoffracties De sorteerproeven laten verschillen zien in kwaliteit van de output kunststoffracties na sortering en dit heeft invloed op de resulterende kostprijs per ton van sortering (gerelateerd aan de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol). In de sectie Bandbreedte kostprijs hierna worden de verschillen in kostprijs tussen de proeven en het gewogen gemiddelde getoond Vergelijking met andere sorteerders KPMG heeft de tarieven en sorteerkosten bij Tönsmeier vergeleken met de tarieven en sorteerkosten die blijken uit de sorteerproeven die met de vormvaste kunststoffractie van Attero bij andere sorteerders in Duitsland (Dela, Nehlsen en Alba) zijn uitgevoerd. Deze tarieven en sorteerkosten zijn niet geheel vergelijkbaar met die van Tönsmeier aangezien het hier slechts de sortering van een vormvaste kunststoffractie betreft die van één nascheider afkomstig is, en de kwaliteit van de output in ruim 50% van de fracties uit alle proeven bij alle andere sorteerders tezamen niet binnen de acceptabele afwijking van 5% van de kwaliteitseisen valt. De resultaten van de individuele sorteerders zijn te zien in bijlage H (Samenvatting en beschrijving analyseresultaten proeven sortering). Wel geven de resultaten een indicatieve mogelijkheid de ordegrootte van tarieven en sorteerkosten te vergelijken. eindrapportage_[v8] 73

79 In onderstaande grafiek zijn geanonimiseerd de tarieven per ton en de sorteerkosten van de andere sorteerders vergeleken met die van Tönsmeier. Belangrijke opmerkingen zijn: De tarieven zijn exclusief marktopbrengsten van de gesorteerde fracties. De andere sorteerders draaiden op hogere snelheid dan Tönsmeier (vrijwel conform een bedrijfseconomische situatie zoals gangbaar in Duitsland). De sorteerders hadden de installatie gekalibreerd conform de Duitse DSD-eisen en niet aangepast aan het Nederlandse kunststofafval. Uit de praktijkproeven bij de andere sorteerders blijkt dat de kwaliteit van de diverse kunststofstromen in het algemeen onder de kwaliteitseisen uit het Uitvoerings- en monitoringprotocol lag. Zie bijlage H voor vergelijking van deze resultaten. Figuur 8.14 Tarieven van verschillende installaties exclusief marktopbrengsten Bandbreedte in kostprijs op basis van inzichten uit de gevoeligheidsanalyse De gevoeligheidsanalyses geven inzicht in de gevoeligheden in de kostprijs per ton voor diverse variabelen in de verschillende ketenonderdelen. In het onderzoek is gekozen voor het tonen van de kostprijzen per ton voor het basisscenario (zie hoofdstuk 7, Resultaten berekeningen). De verschillen in keuzes en aannames in andere mogelijke scenario s veroorzaken echter een bandbreedte in de kostprijs per ton. Gezien het grote aantal variabelen in de verschillende ketenonderdelen is een veelheid aan scenario s denkbaar. Om toch inzicht te geven in een reële bandbreedte in de kostprijs per ton worden hieronder de resultaten van een beperkt aantal alternatieve scenario s (met andere aannamen en keuzen) getoond. Het gaat hierbij om andere keuzen en aannamen in de belangrijkste variabelen in de ketenonderdelen nascheiding, transport naar sorteerder en sortering. eindrapportage_[v8] 74

Kostenonderzoek nascheiding kunststofverpakkingen

Kostenonderzoek nascheiding kunststofverpakkingen ADVISORY Kostenonderzoek nascheiding kunststofverpakkingen Eindresultaten Eric Copius Peereboom Senior Consultant KPMG Sustainability Inhoud Doelstelling, scope, uitgangspunten Resultaten praktijkproeven

Nadere informatie

SUSTAINABILITY. Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding kunststofverpakkingen. huishoudelijk afval. Stichting Nedvang ADVISORY

SUSTAINABILITY. Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding kunststofverpakkingen. huishoudelijk afval. Stichting Nedvang ADVISORY SUSTAINABILITY Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding kunststofverpakkingen uit huishoudelijk afval Stichting Nedvang ADVISORY Stichting Nedvang Bijlagen bij kostenonderzoek nascheiding kunststofverpakkingen

Nadere informatie

ADDENDUM RAAMOVEREENKOMST

ADDENDUM RAAMOVEREENKOMST ADDENDUM RAAMOVEREENKOMST 1. Afspraken nascheiding kunststof verpakkingsafval Op 27 juli 2007 zijn VROM, bedrijfsleven en VNG de Raamovereenkomst over de aanpak van de dossiers verpakkingen en zwerfafval

Nadere informatie

Verlaging van afvalstoffenheffing door uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen

Verlaging van afvalstoffenheffing door uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen Bijlage Verlaging van afvalstoffenheffing door uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen mei 2009 Pagina 1 van 7 Samenvatting In deze bijlage wordt inzicht gegeven in de mate waarin als gevolg van

Nadere informatie

Feitenrapport Nascheiding. Datum 29 februari 2012 Status Definitief

Feitenrapport Nascheiding. Datum 29 februari 2012 Status Definitief Feitenrapport Nascheiding Datum 29 februari 2012 Status Definitief Definitief I Feitenrapport Nascheiding I 29 februari 2012 Colofon Contactpersoon Directoraat-Generaal Milieu Directie Duurzaamheid Rij

Nadere informatie

BAMM/U200900024 Lbr. 09-011

BAMM/U200900024 Lbr. 09-011 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 betreft Bijeenkomsten inzameling kunststofverpakkingen uw kenmerk ons kenmerk BAMM/U200900024 Lbr. 09011 bijlage(n)

Nadere informatie

C O N C E P T. Controleprotocol VROM t.b.v. Stichting Afvalfonds te Den Haag (versie ) Hoofdstuk 1 Uitgangspunten

C O N C E P T. Controleprotocol VROM t.b.v. Stichting Afvalfonds te Den Haag (versie ) Hoofdstuk 1 Uitgangspunten Controleprotocol VROM t.b.v. Stichting Afvalfonds te Den Haag (versie 12-01-2009) Hoofdstuk 1 Uitgangspunten Inleiding Het doel van dit controleprotocol is het verduidelijken van de verwachtingen en eisen,

Nadere informatie

Aanvulling op meetprotocol bepalen samenstelling PMD-afval van huishoudens specifiek voor pilot Versie 27 oktober 2017

Aanvulling op meetprotocol bepalen samenstelling PMD-afval van huishoudens specifiek voor pilot Versie 27 oktober 2017 Aanvulling op meetprotocol bepalen samenstelling PMD-afval van huishoudens specifiek voor pilot Versie 27 oktober 2017 1. Specifiek voor Pilot 2 1.1 Achtergrond Pilot 2 1.2 Aanvullende werkzaamheden Pilot

Nadere informatie

vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval

vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval 3/7/2014 2 3/7/2014 Inhoud 1 Inleiding 4 2 Vergoeding inzameling en sortering 5 2.1 Integrale

Nadere informatie

Nieuwe Raamovereenkomst & Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen

Nieuwe Raamovereenkomst & Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen Nieuwe Raamovereenkomst & Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen KVNW Ledenvergadering Den Haag 4 oktober 2012 Cees de Mol van Otterloo Directeur Afvalfonds Verpakkingen Raamovereenkomst Producentenverantwoordelijkheid

Nadere informatie

Inzamel en recyclingketen kunststof verpakkingsafval. Eindhoven, 8 september 2015

Inzamel en recyclingketen kunststof verpakkingsafval. Eindhoven, 8 september 2015 Inzamel en recyclingketen kunststof verpakkingsafval Eindhoven, 8 september 2015 1 Inhoud 1. Producentenverantwoordelijkheid verpakkingen 2. De inzamel en hergebruikketen 3. Vergoedingen 4. Rapportage

Nadere informatie

INZAMELING EN RECYCLING KUNSTSTOFVERPAKKINGSAFVAL ANNO 2011

INZAMELING EN RECYCLING KUNSTSTOFVERPAKKINGSAFVAL ANNO 2011 INZAMELING EN RECYCLING KUNSTSTOFVERPAKKINGSAFVAL ANNO 2011 ADVISORY Kostenonderzoek nascheiding kunststofverpakkingen Eindresultaten Eric Copius Peereboom Senior Consultant KPMG Sustainability Inhoud

Nadere informatie

Verdiepingssessie Inzamelmethoden en de regierol van gemeenten Kwaliteit, vervuiling en kunststofvergoedingen

Verdiepingssessie Inzamelmethoden en de regierol van gemeenten Kwaliteit, vervuiling en kunststofvergoedingen Verdiepingssessie Inzamelmethoden en de regierol van gemeenten Kwaliteit, vervuiling en kunststofvergoedingen 15 oktober 2015 9.30 12.45 uur Joris van der Meulen Inhoud q Uitgangspunten q Inzamel en hergebruikketen

Nadere informatie

Raamovereenkomst /11

Raamovereenkomst /11 Bijlage 1: Raamovereenkomst tussen het ministerie van VROM, het verpakkende bedrijfsleven en VNG over de aanpak van de dossiers verpakkingen en zwerfafval voor de jaren 2008 t/m 2012 Overwegende: 1. Dat

Nadere informatie

vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval controleprotocol sorteerders

vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval controleprotocol sorteerders vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval controleprotocol sorteerders 2 V1.0 19/1/15 Inhoud 1. Inleiding 4 1.1 Achtergrond controleprotocol

Nadere informatie

Nascheiding kunststoffen. Het heldere alternatief van Attero

Nascheiding kunststoffen. Het heldere alternatief van Attero Nascheiding kunststoffen Het heldere alternatief van Attero Sinds 1 januari 2010 moet elke gemeente in Nederland een fors deel van het kunststof verpakkingsafval scheiden van de rest van het huishoudelijk

Nadere informatie

vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval

vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval nadere toelichting vergoedingsgrondslag 11/12/2014 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Grondslag voor

Nadere informatie

Aan de aandeelhouders van Afvalsturing Friesland NV. Leeuwarden, 27 oktober 2016 Onderwerp: stand van zaken kunststof verpakkingsafval

Aan de aandeelhouders van Afvalsturing Friesland NV. Leeuwarden, 27 oktober 2016 Onderwerp: stand van zaken kunststof verpakkingsafval Aan de aandeelhouders van Afvalsturing Friesland NV Leeuwarden, 27 oktober 2016 Onderwerp: stand van zaken kunststof verpakkingsafval Geachte mevrouw, heer, Het kunststof verpakkingendossier is volop in

Nadere informatie

Deelsessie 2. Sorteren en vermarkten van kunststof. Hein Grafhorst (Omrin) Martin Ocket (Indaver België)

Deelsessie 2. Sorteren en vermarkten van kunststof. Hein Grafhorst (Omrin) Martin Ocket (Indaver België) Deelsessie 2 Sorteren en vermarkten van kunststof verpakkingsafval Hein Grafhorst (Omrin) Martin Ocket (Indaver België) Sorteren en vermarkten van kunststof verpakkingsafval Hein Grafhorst (Omrin) Sorteren

Nadere informatie

Uitleg indienen maandopgaven WasteTool 2017 kunststof, drankenkartons en metalen (PMD)

Uitleg indienen maandopgaven WasteTool 2017 kunststof, drankenkartons en metalen (PMD) Uitleg indienen maandopgaven WasteTool 2017 kunststof, drankenkartons en metalen (PMD) Indienen maandopgaven WasteTool kunststof, drankenkartons en metalen (PMD) Hoe moeten de ingezamelde en gerecyclede

Nadere informatie

Kunststof verpakkingsafval uit huishoudens in beeld. inzameling, sorteringen en toepassing van plastic. Datum 15 januari 2011 Status Definitief

Kunststof verpakkingsafval uit huishoudens in beeld. inzameling, sorteringen en toepassing van plastic. Datum 15 januari 2011 Status Definitief Kunststof verpakkingsafval uit huishoudens in beeld inzameling, sorteringen en toepassing van plastic Datum 15 januari 2011 Status Definitief Definitief Kunststof verpakkingsafval uit huishoudens in beeld

Nadere informatie

Voor Leiden is uitgegaan van 2 inzamelpunten: de milieustraat op de Waard en een tweede inzamelpunt in de stad.

Voor Leiden is uitgegaan van 2 inzamelpunten: de milieustraat op de Waard en een tweede inzamelpunt in de stad. Bijlage 2: cijfermatige onderbouwing onderzoek inzamelmiddelen en kosten Behorend bij de notitie gescheiden inzameling kunststof verpakkingsafval d.d. 25 juni 2009 1. Scenario s De volgende scenario s

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Sliedrecht

Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Raadsvoorstel Concept Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Agendapunt: Sliedrecht, 2 juni 2009 Onderwerp: Gescheiden inzameling van kunststof verpakkingen Samenvatting: Voorgesteld wordt om vóór 1 januari

Nadere informatie

Evaluatie stichting Afvalfonds

Evaluatie stichting Afvalfonds Evaluatie stichting Afvalfonds Inleiding Het ministerie van I&M (voorheen VROM) heeft Stichting Afvalfonds meerjarig een subsidie toegekend. Stichting Afvalfonds legt verantwoording af over de subsidie

Nadere informatie

Uitvoering van de producentenverantwoordelijkheid

Uitvoering van de producentenverantwoordelijkheid Uitvoering van de producentenverantwoordelijkheid voor verpakkingen Gulpen-Wittem, 24 november 2011 Presentatie Gulpen-Wittem 24 november 2011 Inhoud Uitvoering producentenverantwoordelijkheid Monitoring

Nadere informatie

Schriftelijke reactie toezegging

Schriftelijke reactie toezegging Schriftelijke reactie toezegging commissie : DSO Datum vergadering : 5 november 2013 Onderwerp Toezegging gedaan door : Beleidsnotitie afval Netjes geregeld : Wethouder Stoel Omschrijving toezegging: N.a.v.

Nadere informatie

ons kenmerk ECFD/U Lbr. 14/051

ons kenmerk ECFD/U Lbr. 14/051 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Ledenraadpleging: afspraken vergoedingen inzameling en post-collection kunststof uw kenmerk ons kenmerk ECFD/U201401264

Nadere informatie

Met Droog en Herbruikbaar inzamelen naar 65% recycling van huishoudelijk afval?! Stefan de Beer HVC

Met Droog en Herbruikbaar inzamelen naar 65% recycling van huishoudelijk afval?! Stefan de Beer HVC Met Droog en Herbruikbaar inzamelen naar 65% recycling van huishoudelijk afval?! Stefan de Beer HVC Afvalbrief Atsma De totale recycling van huishoudelijk afval dient te stijgen van 50 naar 65% in 2015

Nadere informatie

Besluit college van Burgemeester en Wethouders

Besluit college van Burgemeester en Wethouders Registratienr: 2014/1250 Afdeling: Leefomgeving Registratiedatum: Agendapunt: 17-02-00 Openbaar: Ja Nee Reden niet openbaar: Het bestek dat als bijlage is bijgevoegd en de basis vormt voor de Europese

Nadere informatie

Leren van recycling van kunststof verpakkingsafval van bedrijven. Geert Bergsma, CE Delft ism TNO

Leren van recycling van kunststof verpakkingsafval van bedrijven. Geert Bergsma, CE Delft ism TNO Leren van recycling van kunststof verpakkingsafval van bedrijven Geert Bergsma, CE Delft ism TNO Waarom is recycling van kunststofafval van bedrijven speciaal interessant? Bedrijven krijgen geen vergoeding

Nadere informatie

Uitvoerings- en monitoringsprotocol. Bijlagen UP-Gemeenten G3 - Vergoedingen gemeenten

Uitvoerings- en monitoringsprotocol. Bijlagen UP-Gemeenten G3 - Vergoedingen gemeenten Uitvoerings- en monitoringsprotocol Bijlagen UP-Gemeenten G3 - Vergoedingen gemeenten UMP 3.1 17-07-2018 UMP bijlage G3 - Vergoedingen gemeenten In de Raamovereenkomst zijn afspraken gemaakt over de jaarvergoeding

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Vergoedingen Vermarkting Kunststof Verpakkingsafval Huishoudens

Vergoedingen Vermarkting Kunststof Verpakkingsafval Huishoudens Vergoedingen Vermarkting Kunststof Verpakkingsafval Huishoudens De Werkgroep Vergoedingen, Kwaliteit en Ketenregie heeft op 25 juni 2014 ingestemd met de basisprincipes van de opzet voor de vergoeding

Nadere informatie

Over het UMP. Deze PDF is gegenereerd op via

Over het UMP. Deze PDF is gegenereerd op via Over het UMP Deze PDF is gegenereerd op 23-07-2017 via www.umpverpakkingen.nl 3. Kader wet- en regelgeving In wet- en regelgeving en verschillende overeenkomsten zoals de Raamovereenkomst - zijn zowel

Nadere informatie

Kilogram gescheiden ingezameld per inwoner per jaar Landelijke doelstelling. Resultaat Lingewaard 2011

Kilogram gescheiden ingezameld per inwoner per jaar Landelijke doelstelling. Resultaat Lingewaard 2011 Memo Onderwerp Afvalinzameling: vergelijking Zevenaar- 1 Inleiding Afvalscheiding is belangrijk. Door scheiding aan de bron (in de huishoudens) kunnen afvalcomponenten en fracties worden verkregen die

Nadere informatie

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens,

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens, Indicator 22 augustus 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Na 2000 is de fractie gescheiden

Nadere informatie

NVRD Benchmark Afvalinzameling 2011

NVRD Benchmark Afvalinzameling 2011 NVRD Benchmark Afvalinzameling 2011 Benchmark Analyse (peiljaar 2010) Definitief In opdracht van NVRD Opgesteld door MWH B.V. Projectnummer M11B0027 Datum 4 april 2012 Postadres Postbus 5076 6802 EBARNHEM

Nadere informatie

Extra impuls gemeenten voor scheiding kunststof verpakkingsafval van huishoudens

Extra impuls gemeenten voor scheiding kunststof verpakkingsafval van huishoudens Extra impuls gemeenten voor scheiding kunststof verpakkingsafval van huishoudens Inhoud 1. Inleiding 3 2. Opzet 4 3. Voorwaarden en procedure 5 3.1 Eisen aan de projecten 5 3.2 Indienen van projecten 6

Nadere informatie

VOOR WELKE WIJZE VAN

VOOR WELKE WIJZE VAN VOOR WELKE WIJZE VAN (KUNSTSTOF)-INZAMELING KIEST U? Duo-presentatie Ryan Palmen & Huub Keijzers Donderdag 11 juni 2009 Besluit Verpakkingen Op 1 januari 2006 in werking getreden. Bedrijven verantwoordelijk

Nadere informatie

uw kenmerk ons kenmerk ECFD/U Lbr. 14/096

uw kenmerk ons kenmerk ECFD/U Lbr. 14/096 Gemeente Eindhoven ontvangen i 8 DEC. W VlUG Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Vereniging van Nederlandse Gemeenten Informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Afspraken over de vergoeding

Nadere informatie

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens,

Gescheiden ingezameld afval van huishoudens, Indicator 24 juli 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De fractie gescheiden ingezameld

Nadere informatie

Eindrapportage Simplastic. Hoe komen tot vermindering van plastic verpakkingsafval in de zorg?

Eindrapportage Simplastic. Hoe komen tot vermindering van plastic verpakkingsafval in de zorg? Eindrapportage Simplastic Hoe komen tot vermindering van plastic verpakkingsafval in de zorg? Inhoud 1 Simplastic 2 Circle Scan 3 Conclusies Circle Scan 4 Sorteerproef 5 Conclusies sorteerproef 6 Aanbevelingen

Nadere informatie

Concept UMP 3.0. Bijlagen UP-Gemeenten G3 - Vergoedingen gemeenten

Concept UMP 3.0. Bijlagen UP-Gemeenten G3 - Vergoedingen gemeenten Concept UMP 3.0 Bijlagen UP-Gemeenten G3 - Vergoedingen gemeenten CONCEPT 23-09-2016 Disclaimer: Deze conceptversie is opgesteld door de werkgroep Herziening UMP ten behoeve van vaststelling in de Begeleidingscommissie

Nadere informatie

Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen verpakkingsafval.

Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen verpakkingsafval. TEKST SECTORPLAN 41 (onderdeel LAP) Sectorplan 41 Verpakkingen algemeen I Afbakening Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen

Nadere informatie

Presentatie. Project vraagsturing kunststof recyclaat Utrecht, 11 oktober 2017

Presentatie. Project vraagsturing kunststof recyclaat Utrecht, 11 oktober 2017 Presentatie Project vraagsturing kunststof recyclaat Utrecht, 11 oktober 2017 Inleiding 11 oktober LCKVA 2 Actuele topics Focus op circulaire economie Discussie over design for recycling Verhogen hergebruikdoelstellingen

Nadere informatie

Verslag informatiebijeenkomst Kunststofverpakkingen. 1 december 2016

Verslag informatiebijeenkomst Kunststofverpakkingen. 1 december 2016 Verslag informatiebijeenkomst Kunststofverpakkingen 1 december 2016 1 december 2016 organiseerde het LCKVA een Informatiebijeenkomst over kunststofverpakkingen. Addie Weenk opent namens het Learning Center

Nadere informatie

BIS BenW adviezen - 7917

BIS BenW adviezen - 7917 Inmiddels is in enkele ambtelijke bijeenkomsten het contract verder uitgewerkt Deze contractuitwerking is bijgevoegd Voorgesteld wordt om akkoord te gaan met de ondertekening tzt door de directeur van

Nadere informatie

sectorplan 14 Verpakkingsafval

sectorplan 14 Verpakkingsafval sectorplan Verpakkingsafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Papier/karton, kunststoffen, glas, metalen en hout 2. Belangrijkste bronnen Huishoudens, industrie en HDO-sectoren 3. Aanbod

Nadere informatie

Afdeling: Duurzame Ontwikkeling

Afdeling: Duurzame Ontwikkeling Aan de gemeenteraad Onderwerp: Gescheiden inzameling van kunststof verpakkingen Afdeling: Duurzame Ontwikkeling Datum: 26 mei 2009 Portefeuillehouder: J.C.R. van Everdingen MSc. Bijlagen: Kunststofinzameling

Nadere informatie

Sorteren. Vermarkten. Aanbesteden kunststof. Stand van zaken en ontwikkelingen. NVRD Zuid bijeenkomst,13 november 2014 Aiko Klein

Sorteren. Vermarkten. Aanbesteden kunststof. Stand van zaken en ontwikkelingen. NVRD Zuid bijeenkomst,13 november 2014 Aiko Klein Vermarkten NVRD Zuid bijeenkomst,13 november 2014 Aiko Klein Sorteren Aanbesteden kunststof Stand van zaken en ontwikkelingen Deze presentatie Wat zijn de afspraken? Wat is de stand van zaken? Wat zijn

Nadere informatie

Sorteeranalyse huishoudelijk restafval. Gemeente BOXTEL

Sorteeranalyse huishoudelijk restafval. Gemeente BOXTEL Sorteeranalyse huishoudelijk restafval Gemeente BOXTEL Najaar 2 Inleiding Gemeente Boxtel heeft in haar tweede afvalstoffenplan 224 concrete en meetbare doelstellingen neergelegd ten aanzien van hetgeen

Nadere informatie

Hoe verbeter je de recyclingketen van kunststof verpakkingsafval? 19 november 2018, Marieke Brouwer

Hoe verbeter je de recyclingketen van kunststof verpakkingsafval? 19 november 2018, Marieke Brouwer Hoe verbeter je de recyclingketen van kunststof verpakkingsafval? 19 november 2018, Marieke Brouwer Mede mogelijk gemaakt door: Ulphard Thoden van Velzen Caterina Picuno Sorteerteam Extra informatie: Karin

Nadere informatie

Burgerinitiatief inzameling plastic afvalstoffen.

Burgerinitiatief inzameling plastic afvalstoffen. Burgerinitiatief inzameling plastic afvalstoffen. Opsterland, februari 2011. Samenvatting : In februari/maart 2010 hebben Milieudefensie afdeling Opsterland en de Vereniging voor Natuurbescherming te Gorredijk

Nadere informatie

Uitvoerings- en monitoringprotocol

Uitvoerings- en monitoringprotocol Uitvoerings- en monitoringprotocol gescheiden inzameling verpakkingsafval Inhoud INLEIDING 1. UITVOERINGSPROTOCOL HUISHOUDENS 2. UITVOERINGSPROTOCOL BEDRIJVEN 3. MONITORINGPROTOCOL 4. MODEL DEELNEMERSOVEREENKOMST

Nadere informatie

LCKVA bijeenkomst kunststof verpakkingen in het nieuws Insteek HVC m.b.t. bron- vs. nascheiding

LCKVA bijeenkomst kunststof verpakkingen in het nieuws Insteek HVC m.b.t. bron- vs. nascheiding LCKVA bijeenkomst kunststof verpakkingen in het nieuws Insteek HVC m.b.t. bron- vs. nascheiding Hendrik van de Vijver Utrecht, 7 maart 2018 De markt van kunststoffen blijft hard groeien de komende jaren

Nadere informatie

*ZEA284A3E65* Raadsvergadering d.d. 17 december 2015

*ZEA284A3E65* Raadsvergadering d.d. 17 december 2015 *ZEA284A3E65* Raadsvergadering d.d. 17 december 2015 Agendanr.. Aan de Raad No.ZA.14-30481/DV.15-566, afdeling Ruimte. Sellingen, 10 december 2015 Onderwerp: Afvalstoffenbeleidsplan 2016-2020 Aanleiding

Nadere informatie

vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval

vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval protocol administratieve controle ketenpartners 2 V1.0 19/5/15 Inhoud 1. Inleiding 4 1.1

Nadere informatie

Kunststofrecycling: een doorkijk. Coen Bertens

Kunststofrecycling: een doorkijk. Coen Bertens Kunststofrecycling: een doorkijk Coen Bertens De organisatie van producentenverantwoordelijkheid voor verpakkingen in Nederland sinds 2013 Producenten/ importeurs Materiaalorganisaties Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Gemeenten en kunststof - van ambitie naar transitie

Gemeenten en kunststof - van ambitie naar transitie Gemeenten en kunststof - van ambitie naar transitie Update onderzoeken kunststof verpakkingsafval Titel van de presentatie 1 Programma + Actuele onderzoeken (kunststof) verpakkingen + Marijn Teernstra

Nadere informatie

(070) BAMM/U juli Uitvoeringsprotocollen raamovereenkomst verpakkingen

(070) BAMM/U juli Uitvoeringsprotocollen raamovereenkomst verpakkingen Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 uw kenmerk bijlage(n) betreft Uitvoeringsprotocollen raamovereenkomst verpakkingen ons kenmerk BAMM/U200900803 datum

Nadere informatie

Handleiding WasteTool voor gemeenten - Jaaropgave. Registratie verpakkingsafval

Handleiding WasteTool voor gemeenten - Jaaropgave. Registratie verpakkingsafval Handleiding WasteTool voor gemeenten - Jaaropgave Registratie verpakkingsafval Inhoud Inhoud 2 1 Inleiding 3 2 Werken met de jaaropgave 4 Voorbeeld Jaaropgave 5 Jaaropgave indienen 7 Jaaropgave inzien

Nadere informatie

Gemeente Rotterdam. College van Burgemeester en Wethouders. Gemeenteraad

Gemeente Rotterdam. College van Burgemeester en Wethouders. Gemeenteraad Gemeente Rotterdam College van Burgemeester en Wethouders Gemeenteraad Bezoekadres: Stadhuls Coolsingel 40 Rotterdam Postadres: Postbus 70012 3000 KP Rotterdam Website: www.roteb.rotterdam.nl E-mail: marieke.klein@roteb.rolterdam.nl

Nadere informatie

Meer kunststoffen recyclen!

Meer kunststoffen recyclen! Meer kunststoffen recyclen! Deventer, 10 juni 2015 Michiel Westerhoff, Manager Strategie en Ontwikkeling Inhoud Wie zijn we? Circulus- Berkel BV Publieke vennootschap Uitsluitend voor onze 8 gemeenten

Nadere informatie

Kwaliteitsverbetering.inzamelen.en. sorteren.kunststof.verpakkingsafval.

Kwaliteitsverbetering.inzamelen.en. sorteren.kunststof.verpakkingsafval. Kwaliteitsverbeteringinzamelenen sorterenkunststofverpakkingsafval Verkenningmogelijkhedenenhandelingsperspectiefgemeentenvoor hetverbeterenvandekwaliteitvanhetingezameldeengesorteerde kunststofverpakkingsafvalverpakkingsafval

Nadere informatie

Samenstelling van huishoudelijk restafval,

Samenstelling van huishoudelijk restafval, Indicator 6 april 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Plastics hebben een steeds groter

Nadere informatie

Gemeente Tholen. Doss. no. 16AA557. Tilburg, 1 november Verslag sorteeranalyses 2016

Gemeente Tholen. Doss. no. 16AA557. Tilburg, 1 november Verslag sorteeranalyses 2016 Verslag sorteeranalyses 2016 Gemeente Tholen Doss. no. 16AA557 Tilburg, 1 november 2016 Verslag sorteeranalyses 2016 De AfvalSpiegel Kraaivenstraat 21-15 Postbus 10311 5000 JH Tilburg Tel: 085-7731995

Nadere informatie

Optimalisatie onderzoek. Afvalinzameling in het Land van Cuijk en Boekel

Optimalisatie onderzoek. Afvalinzameling in het Land van Cuijk en Boekel Optimalisatie onderzoek Afvalinzameling in het Land van Cuijk en Boekel Programma Aanleiding onderzoek Tevredenheid burgers Benchmark afvalscheiding Agentschap NL Ontwikkelingen Onderzochte alternatieven

Nadere informatie

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Datum 11 december 2008 Betreft Oprichten Stichting Afvalfonds

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Datum 11 december 2008 Betreft Oprichten Stichting Afvalfonds > Retouradres Postbus 30945 2500 GX Den Haag Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Rijnstraat 8 Postbus 30945 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Betreft Oprichten Stichting

Nadere informatie

Feitelijke informatie: De feitelijke inzameling is, conform uw besluit van 8 september, op 1 oktober 2009 begonnen.

Feitelijke informatie: De feitelijke inzameling is, conform uw besluit van 8 september, op 1 oktober 2009 begonnen. College Onderwerp: V200901158 Overeenkomst met stichting NEDVANG Collegevoorstel Inleiding: Op 8 september 2009 heeft uw college ingestemd met de inzameling van kunststof verpakkingsafval. Voor de inhoudelijke

Nadere informatie

Sectorplan 14 Verpakkingsafval

Sectorplan 14 Verpakkingsafval Sectorplan 14 Verpakkingsafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Papier/karton, kunststoffen, glas, metalen en hout 2. Belangrijkste bronnen Huishoudens, industrie en HDO-sectoren 3.

Nadere informatie

Gemeente Heemstede. Verslag nulmeting

Gemeente Heemstede. Verslag nulmeting Sorteeranalyses fijn restafval 2017 Verslag nulmeting Doss. no. 17AA584 Tilburg, 11 december 2017 Sorteeranalyses fijn restafval 2017 De AfvalSpiegel Kraaivenstraat 21-15 Postbus 311 5000 JH Tilburg Tel:

Nadere informatie

Ketenvisie. Producentenverantwoordelijkheid en zorgplicht. 25 Oktober 2012, dr. E.U. Thoden van Velzen

Ketenvisie. Producentenverantwoordelijkheid en zorgplicht. 25 Oktober 2012, dr. E.U. Thoden van Velzen Ketenvisie Producentenverantwoordelijkheid en zorgplicht 25 Oktober 2012, dr. E.U. Thoden van Velzen Tijdslijn afvalbeheer Hygiëne Marktwaarde Tegengaan verspreiding gifstoffen Tegengaan stortgas Tegengaan

Nadere informatie

Quick scan inzamelsysteem EPSverpakkingen. Stromenanalyse, inzamelkosten en krachtenveldanalyse

Quick scan inzamelsysteem EPSverpakkingen. Stromenanalyse, inzamelkosten en krachtenveldanalyse Quick scan inzamelsysteem EPSverpakkingen via milieustraten Stromenanalyse, inzamelkosten en krachtenveldanalyse Huidige EPS stofstromen Export 1.748 ton Productie EPS verpakkingen in NL 8.265 ton EPS

Nadere informatie

Sectorplan 19 Kunststofafval

Sectorplan 19 Kunststofafval Sectorplan 19 Kunststofafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Kunststofverpakkingen, land- en tuinbouwfolies, industrieel productieafval, (kunststof) autoafval, PVC 2. Belangrijkste

Nadere informatie

NVRD-BENCHMARK AFVALINZAMELING MANAGEMENTSAMENVATTING

NVRD-BENCHMARK AFVALINZAMELING MANAGEMENTSAMENVATTING NVRDBENCHMARK AFVALINZAMELING MANAGEMENTSAMENVATTING Organisatie: Gemeente Locatie: Stedelijkheidsgroep: Klasse 3 INLEIDING Voor u ligt de managementsamenvatting van de prestaties van in de NVRD benchmark

Nadere informatie

Afval is een Keus. Scheiding en nasortering Grof huishoudelijk (rest)afval. NVRD Regio Noord Nederland 20 juni Definities

Afval is een Keus. Scheiding en nasortering Grof huishoudelijk (rest)afval. NVRD Regio Noord Nederland 20 juni Definities Afval is een Keus Scheiding en nasortering Grof huishoudelijk (rest)afval Maarten Goorhuis Senior beleidsmedewerker, NVRD NVRD Regio Noord Nederland 20 juni 2013 Definities Grof huishoudelijk afval Afvalstoffen

Nadere informatie

Met slim beleid Ben je (als gemeente) op daadwerkelijke waardecreatie voorbereid. Informatiebijeenkomst Gijs Langeveld 1 december 2016

Met slim beleid Ben je (als gemeente) op daadwerkelijke waardecreatie voorbereid. Informatiebijeenkomst Gijs Langeveld 1 december 2016 Met slim beleid Ben je (als gemeente) op daadwerkelijke waardecreatie voorbereid Informatiebijeenkomst Gijs Langeveld 1 december 2016 Inhoud vandaag: Gezamenlijke uitdaging om daadwerkelijk en aantoonbaar

Nadere informatie

Resultaat gescheiden afvalinzameling 2018 In vergelijking tot gemeente Drimmelen

Resultaat gescheiden afvalinzameling 2018 In vergelijking tot gemeente Drimmelen Resultaat gescheiden afvalinzameling 2018 In vergelijking tot 2017 gemeente Doss. no. 18AA507 Tilburg, 19 februari 2018 De AfvalSpiegel Kraaivenstraat 21-15 Postbus 1011 5000 JH Tilburg Tel: 085-771995

Nadere informatie

Hier ziet u een greep uit de diverse opdrachten die ik uitvoer. Wilt u meer weten? Britta Aarts vertelt u graag meer.

Hier ziet u een greep uit de diverse opdrachten die ik uitvoer. Wilt u meer weten? Britta Aarts vertelt u graag meer. Ik ben De AfvalSpiegel Ik ben er voor ieder afvalvraagstuk. Sinds 1985 werk ik aan een gezonde en mooie leefomgeving voor iedereen. Ik zie afval namelijk als de spiegel van de samenleving. Dagelijks krijg

Nadere informatie

Toelichting voor de gemeenten. De sorteeranalyses en afvalmonitoring van AVU in 2005

Toelichting voor de gemeenten. De sorteeranalyses en afvalmonitoring van AVU in 2005 Toelichting voor de gemeenten De sorteeranalyses en afvalmonitoring van AVU in 2005 Samenstelling van het restafval en gescheiden inzamelen in de provincie Utrecht in 2005 1 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Doorrekening scenario s afvalbeheer gemeente Montfoort

Doorrekening scenario s afvalbeheer gemeente Montfoort Doorrekening scenario s afvalbeheer gemeente Montfoort Door gemeente Montfoort zijn 4 toekomstige scenario s voor het afvalbeheer geformuleerd. Wat zijn de verwachte effecten indien deze scenario s worden

Nadere informatie

PROGRAMMA. Geert Steeghs 20/05/2016 GEMEENTE GOUDA. 1. Introductie 2. Toelichting op sorteerinstallatie 3. Rondleiding 4. Stoorstoffen 5.

PROGRAMMA. Geert Steeghs 20/05/2016 GEMEENTE GOUDA. 1. Introductie 2. Toelichting op sorteerinstallatie 3. Rondleiding 4. Stoorstoffen 5. GEMEENTE GOUDA 20 mei 2016 PROGRAMMA 1. Introductie 2. Toelichting op sorteerinstallatie 3. Rondleiding 4. Stoorstoffen 5. Afsluiting Geert Steeghs 1 Onze aanpak circulair concreet co-creatie 2 Van Afval

Nadere informatie

Duurzaam verpakken in gerecycled kunststofverpakkingsafval. Empack Theater 2 13 april 2016

Duurzaam verpakken in gerecycled kunststofverpakkingsafval. Empack Theater 2 13 april 2016 Duurzaam verpakken in gerecycled kunststofverpakkingsafval Empack Theater 2 Onderwerpen 1. Kennisinstituut Duurzaam Verpakken 2. Inzet van kunststof neemt toe 3. Beleid gericht op het sluiten van de kuststofketen

Nadere informatie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Bevindingenrapport evaluatie werking Besluit beheer verpakkingen en papier en karton 18 mei 2011

Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Bevindingenrapport evaluatie werking Besluit beheer verpakkingen en papier en karton 18 mei 2011 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Bevindingenrapport evaluatie werking Besluit beheer verpakkingen en papier en karton 18 mei 2011 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Herengracht 9 2511 EG Den

Nadere informatie

Controlesysteem. voor kunststofverpakkingsafval en drankenkartons. afkomstig van huishoudens. Beoordelingssystematiek

Controlesysteem. voor kunststofverpakkingsafval en drankenkartons. afkomstig van huishoudens. Beoordelingssystematiek Controlesysteem voor kunststofverpakkingsafval en drankenkartons afkomstig van huishoudens Beoordelingssystematiek voor de verwerking van resultaten van metingen van de fysieke samenstelling 2 v1.0-20160518

Nadere informatie

Kunststofketenproject. Gemeentelijk Grondstoffencongres 30 maart 2017

Kunststofketenproject. Gemeentelijk Grondstoffencongres 30 maart 2017 Kunststofketenproject Gemeentelijk Grondstoffencongres 30 maart 2017 Het KIDV Opgericht op 1 januari 2013: Raamovereenkomst Verpakkingen 2013 2022 Vermindering milieudruk verpakkingsketen Kennisfunctie

Nadere informatie

Meer kunststoffen recyclen!

Meer kunststoffen recyclen! Meer kunststoffen recyclen! 19 maart 2015 Gemeentelijk Afvalcongres Michiel Westerhoff, Manager Strategie en Ontwikkeling Inhoud Wie zijn we? Circulus- Berkel BV Publieke vennootschap Uitsluitend voor

Nadere informatie

Meer huishoudelijk afval recyclen

Meer huishoudelijk afval recyclen Meer huishoudelijk afval recyclen Is 2/3 recyclen haalbaar? Ja, met een Grondstoffenakkoord Erik de Baedts AGENDA 1. 2. 3. 4. 5. AMSTERDAM 2012 Afvalbrief Meer waarde uit afval (september 2011) Milieudruk

Nadere informatie

Recyclebaar? Check t! Karen van de Stadt

Recyclebaar? Check t! Karen van de Stadt Recyclebaar? Check t! Karen van de Stadt Verpakkingen Een inwoner van Europa opent gemiddeld 7 verpakkingen per dag. Dit is gemiddeld 157 kilo verpakkingsafval per persoon per jaar. Wat bijna 40% van het

Nadere informatie

Recycling kunststofverpakkingen. Op weg naar een volwaardige kunststofrecyling. Datum 15 maart 2010 Status Definitief

Recycling kunststofverpakkingen. Op weg naar een volwaardige kunststofrecyling. Datum 15 maart 2010 Status Definitief Recycling kunststofverpakkingen Op weg naar een volwaardige kunststofrecyling Datum 15 maart 2010 Status Definitief Colofon Contactpersoon J.H.A. Sampers VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Bodem

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 28 694 Verpakkingsbeleid Nr. 90 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Deelsessie 3 Inzameling en recycling van grof huisvuil

Deelsessie 3 Inzameling en recycling van grof huisvuil Deelsessie 3 Inzameling en recycling van grof huisvuil Rene Huisman (RAD Hoeksche Waard) Kees Lamain(Areareiniging) Meer recycling via de milieustraten Rene Huisman (RAD Hoeksche Waard) MEER RECYCLING

Nadere informatie

Raadsinformatiebijeenkomst Businesscase REnescience. 17 november 2016

Raadsinformatiebijeenkomst Businesscase REnescience. 17 november 2016 Raadsinformatiebijeenkomst Businesscase REnescience 17 november 2016 Agenda Waarom deze bijeenkomst? Terugblik ontwikkelingen Cure Project 100% afvalscheiding Doelstellingen Afvalketen Beleid Inzameling

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070 456

Nadere informatie

Blik: scheiden of terugwinnen?

Blik: scheiden of terugwinnen? Blik: scheiden of terugwinnen? Integrale ketenbenadering geeft inzicht in de werkelijke kosten van de blikkringloop Frank Hopstaken en Fred Soomers 1 Stichting Kringloop Blik gaat uit van integrale ketenbenadering

Nadere informatie

de reis van het plastic

de reis van het plastic Op weg naar 100% waardevol restafval: de reis van het plastic Bezoek inwoners Leiden 5 april 2019 Jeanine v.d Grootevheen, Jasper de Jong 1 KOP 2 e niveau 3 e niveau 4e niveau Welkom bij AVR Presentatienaam,

Nadere informatie

HET NIEUWE INZAMELEN IN SLIEDRECHT

HET NIEUWE INZAMELEN IN SLIEDRECHT HET NIEUWE INZAMELEN IN SLIEDRECHT Afval? SAMEN HALEN WE ERUIT WAT ERIN ZIT! Gemeentelijk Afvalcongres 19 maart 2015 Ing. D.J.B. Sakko Beleidsadviseur Proef droog en herbruikbaar liep af Bij oud papier

Nadere informatie

Uitvoerings- en monitoringsprotocol. Algemene UMP bijlagen UMP 1 - Definities

Uitvoerings- en monitoringsprotocol. Algemene UMP bijlagen UMP 1 - Definities Uitvoerings- en monitoringsprotocol Algemene UMP bijlagen UMP 1 - Definities UMP 3.0 23-12-2016 UMP bijlage 1 - Definities Deze bijlage bevat de begrippen die zijn gebruikt in het UMP, inclusief de bijbehorende

Nadere informatie

Advies Basisdocument Monitoring Verpakkingen

Advies Basisdocument Monitoring Verpakkingen Advies Basisdocument Monitoring Verpakkingen 23 juli 2013 1 Samenvatting bevindingen en conclusies 1.1 Proces Na lezing van het Basisdocument Monitoring Verpakkingen en de bijbehorende documenten en na

Nadere informatie

St. Bedrijfsverpakkingen Nederland en Vereniging FME-CWM drs. ing. R. van Beek Postbus 190. 2700 AD Zoetermeer. Leidschendam 18 oktober 2012,

St. Bedrijfsverpakkingen Nederland en Vereniging FME-CWM drs. ing. R. van Beek Postbus 190. 2700 AD Zoetermeer. Leidschendam 18 oktober 2012, Overgoo 13 2266 JZ Leidschendam 070 762 02 66 Postbus 1266 2260 BG Leidschendam St. Bedrijfsverpakkingen Nederland en Vereniging FME-CWM drs. ing. R. van Beek Postbus 190 info@afvalfondsverpakkingen.nl

Nadere informatie