Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2009 Stand van het Zand XV Lint aan het Grind XIII

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2009 Stand van het Zand XV Lint aan het Grind XIII"

Transcriptie

1 Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2009 Stand van het Zand XV Lint aan het Grind XIII definitief In opdracht van Ministerie van VROM, IPC Projectnummer B09B0358 Documentnaam S:\data\Project\Bodem09\B09B0358\Fase 5_Eindrapportage\2009\ b09b0358.r02.doc 4 maart 2011 Postadres Postbus EB ARNHEM Nederland T +31(0) F +31(0) Bezoekadres Westervoortsedijk AT ARNHEM Nederland KVK Haaglanden ING Bank Delft IBAN NL 63 ING B /BIC INGBNL2A MWH is ISO 9001:2008 en VCA* gecertificeerd

2 2

3 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Inleiding Doelstelling Relatie met voorgaande rapportages Definities Opzet van het onderzoek Opbouw van dit rapport 15 2 Extern statistisch materiaal Inleiding Productie van beton- en metselzand en grind in Nederland Import tout-venant uit Engeland (Crown Estate) Import van steenslag Handelsgegevens NVLB Industriële statistieken Secundair materiaal Toetsing indicatorenmethode cijfers Inputgegevens Onderzoek onder producenten en handelaren Inleiding Uitvoering van het onderzoek Leveringen door producenten en handelaren Productie beton- en metselzand, grind en steenslag Inkoop beton- en metselzand, grind en steenslag Import en export 38 4 Onderzoek onder verbruikers Inleiding Opzet van de enquête Verbruikerspopulatie Respons Correctie resultaten Het verbruik van beton- en metselzand Het verbruik van grind in Nederland Import van beton- en metselzand en grind Verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen Verbruik van grindvervangende materialen 57 3

4 5 Gecombineerde onderzoeksresultaten en conclusies Inleiding Het waargenomen totale verbruik Import en export van beton- en metselzand en grind Verbruik van zand- en grindvervangende materialen De ontwikkeling van het aanbod van beton- en metselzand, grind en steenslag De ontwikkeling van het verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag Vergelijking uitkomsten indicatorenmethode met monitoringsresultaten Betrouwbaarheid van de gegevens Aanbevelingen toekomst 73 Gehanteerde definities 75 Bijlagen 77 4

5 Samenvatting Aanleiding en doelstelling Om inzicht te hebben in productie, import, export en verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind (inclusief vervangende materialen) heeft het voormalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat in de periode monitoringsonderzoek uit laten voeren. Dit inzicht is van belang voor beheerders en vergunningverleners bij het Rijk en de provincies. Het monitoringsonderzoek over 2009 is uitgevoerd in opdracht van DG Ruimte van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (voorheen VROM), waar het (ruimtelijke) ontgrondingenbeleid tegenwoordig onder valt. Het onderzoek richt zich op beton- en metselzand en (gebroken) grind, relatief schaarse bouwgrondstoffen die in vrij grote mate in Nederland worden toegepast bij de productie van betonmortel, betonproducten en asfalt. Doelstelling van dit monitoringsonderzoek is om op een betrouwbare, consistente en inzichtelijke manier de noodzakelijke gegevens te verzamelen om inzicht te verkrijgen in diverse aspecten van het verbruik van beton- en metselzand, (gebroken) grind en vervangende materialen. Werkwijze Het onderzoek is uitgevoerd door MWH onder begeleiding van de directie LeefOmgevingsKwaliteit van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Zowel onder producenten en handelaren (aanbodzijde) als onder de verbruikers (vraagzijde) is het monitoringsonderzoek uitgevoerd via het afnemen van schriftelijke en telefonische enquêtes. Ook dit jaar is, net als de voorgaande twee jaren, de aannemerij niet geënquêteerd vanwege het relatief geringe verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in gebonden toepassingen door deze sector. De overige drie gebruikerscategorieën (de betonmortelsector, de betonproductensector en de asfaltsector) nemen gezamenlijk circa 90% van het verbruik voor hun rekening, zodat, ondanks het niet monitoren van het verbruik onder de aannemerij, toch een goed beeld van het totale verbruik ontstaat. Voor de ophoging van de enquêteresultaten onder producenten en handelaren en ter controle en ijking van de verbruiksgegevens, is gebruik gemaakt van de binnenlandse productiecijfers voor beton- en metselzand en grind van de vergunningverlenende instanties. Deze zijn dit jaar niet door Rijkswaterstaat verzameld, zoals gebruikelijk was, maar zijn door MWH zelf opgevraagd bij de afzonderlijke vergunningverleners (provincies en regionale diensten van Rijkswaterstaat). Daarnaast is gebruikgemaakt van cijfers van de NVLB en zijn externe statistische bronnen geraadpleegd om inzicht te krijgen in de correctheid van de verzamelde gegevens. De verbruikersresultaten zijn opgehoogd op basis van responspercentages per sector en groottecategorie en zijn gecontroleerd en aangepast aan de hand van industriële statistieken, zoals de landelijke productie van betonmortel en asfalt. Tenslotte zijn de resultaten vanuit de aanbodzijde en vanuit de verbruikerszijde met elkaar gecombineerd en is een gewogen totaalverbruik bepaald voor de verschillende onderzochte bouwgrondstoffen. Responsresultaten en betrouwbaarheid De respons onder de producenten van beton- en metselzand en grind is hoger dan vorig jaar maar de dekking van de binnenlandse productie is daarentegen lager. Enkele belangrijke grondstofstro- 5

6 men bleken in de cijfers te ontbreken. Daarom zijn handmatig twee correcties uitgevoerd, namelijk voor de winning van Noordzeezand en voor de winning van grind. Ook de respons onder de handelaren is iets beter dan vorig jaar, maar is minder goed wanneer gekeken wordt naar hun aandeel in de levering aan eindverbruikers. Één belangrijke stroom ontbrak, evenals voorgaande jaren, binnen de respons, namelijk de import van Engels tout-venant. Deze is dan ook handmatig toegevoegd op basis van statistische cijfers van de UK Crown Estate. Ondanks deze drie correcties geven de responscijfers toch een bruikbaar beeld van de totale productie, inkoop en leveringen van beton- en metselzand, grind en steenslag. De respondenten vertegenwoordigen (na correcties) gezamenlijk ongeveer 59% van alle leveringen van beton- en metselzand, grind en steenslag aan eindverbruikers. Dit percentage verschilt per materiaal. Om de responsresultaten op te hogen tot de volledige binnenlandse productie en de volledige levering van materialen aan eindverbruikers, is een ophoogfactor voor de producenten gehanteerd van 1,5 en zijn de handelarenresponsresultaten met een per bouwgrondstof verschillende factor opgehoogd. De respons onder de verbruikers is dit jaar lager dan vorig jaar. De aannemerij is dit jaar, net als voorgaande jaren, niet bevraagd. De respondenten vertegenwoordigen een gezamenlijk verbruik van 5,5 miljoen ton beton- en metselzand, van 5,7 miljoen ton grind en van 3,9 miljoen ton steenslag. Dit is ongeveer 38% van het landelijke verbruik van deze materialen. Per betonsector en per groottecategorie is een ophoogfactor gehanteerd die, na toetsing aan de industriële statistiek, aangepast is. De resultaten van de asfaltsector zijn uitsluitend opgehoogd aan de hand van de landelijke asfaltproductie. De productie van beton- en metselzand en grind De productie van beton- en metselzand en grind in 2009 bedraagt volgens de binnenlandse productiecijfers van de vergunningverlenende instanties respectievelijk 15,4 en 3,2 miljoen ton. Figuur 1 toont de ontwikkeling van de geaggregeerde productie in de afgelopen tien jaar. Figuur 1. De productie van beton- en metselzand en grind in de afgelopen tien jaar (miljoen ton). Binnen de productie van beton- en metselzand is het gedeelte uit Rijkswateren aangegeven. Bron: vergunningverlenende instanties. 6

7 De productie van beton- en metselzand en grind is in 2009 gestegen ten opzichte van de voorgaande jaren. Vooral de winning in Limburg is in 2009 sterk toegenomen in vergelijking met Het verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag Het verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag kan zowel gebaseerd worden op de leveringen door producenten en handelaren plus de eigen import van de verbruikers, als op het berekende verbruik vanuit de verbruikersenquête. Bij dit laatste verbruik dient een schatting voor het verbruik door de aannemerij te worden opgeteld (in 2009 ca. 2,0 miljoen ton beton- en metselzand en ca. 0,8 miljoen ton grind). Omdat dit verschillende resultaten oplevert is een, op basis van de responsdekking van beide onderzoekssporen gewogen, gemiddelde berekend. Dit geeft een beter inzicht in het daadwerkelijke verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in Nederland. Tabel 1 toont voor beton- en metselzand, grind en steenslag beide berekende verbruiken en het gewogen gemiddelde verbruik. Hierin valt op dat het berekende verbruik op basis van de leveringen, net als in vorige monitoringsonderzoeken, hoger is dan het berekende verbruik op basis van de verbruikersenquête. Voor betonen metselzand wordt dit mogelijk deels veroorzaakt door toepassing van beton- en metselzand in zogenaamde niet cement- of bitumineus gebonden toepassingen, zoals sportveldenzand of andere ongeboden toepassingen. Dit bedraagt naar schatting 2 miljoen ton. Tabel 1. Het berekende verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in Nederland in 2009, enerzijds op basis van leveringen aan en eigen import en productie door verbruikers, anderzijds op basis van gemeten inkoop door verbruikers, alsmede het op basis van deze twee verbruiken bepaalde gewogen verbruik. Ogenschijnlijk foutieve sommaties zijn het gevolg van afronding van de brondata. Bron: dit onderzoek (hoofdstuk 5). verbruik o.b.v. leveringen aan en eigen import en productie door verbruikers (V1) verbruik o.b.v. totale inkoop door verbruikers, inclusief geschat verbruik aannemerij (V2) gewogen verbruik (= 0,6 x V1 + 0,4 x V2) beton- en metselzand 20,1 16,5 18,7 grind 16,9 13,9 15,7 steenslag 7,9 6,8 7,5 Figuur 2 toont de ontwikkeling van het waargenomen, gewogen verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in de afgelopen tien jaar. Het gewogen verbruik van beton- en metselzand in 2009 ligt ruim 4 miljoen ton lager dan in Ook het gewogen verbruik van grind valt lager uit dan in 2008 (-3,5 miljoen ton). Deze daling in het gewogen verbruik ligt in lijn met, maar is groter dan, de gedaalde bouwinvesteringen in Nederland over Het gewogen verbruik van steenslag daarentegen is in 2009 gestegen met 0,5 miljoen ton ten opzichte van Dit is deels te verklaren door het gestegen productievolume in de asfaltbranche, deels door het gedaalde grindverbruik. 7

8 Figuur 2. Het gewogen verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in de periode (in miljoen ton). Omdat de wijze van dataverzameling gedurende deze periode niet altijd hetzelfde is geweest dienen de cijfers met voorzichtigheid gebruikt te worden. Voor de exacte cijfers en de achtergronden wordt verwezen naar voorliggend rapport en naar voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind rapportages. De import en export van beton- en metselzand, grind en steenslag Tabel 2 toont de waargenomen import en export van beton- en metselzand, grind en steenslag, gebaseerd op de resultaten van zowel het onderzoek onder de producenten/handelaren als het onderzoek onder verbruikers (exclusief import door de aannemerij). Figuur 3 toont de ontwikkeling van de netto import. De waargenomen netto import van beton- en metselzand is in 2009 met 5,5 miljoen ton gedaald ten opzichte van De import van grind is met ruim 3 miljoen ton gedaald. Bij beide valt op dat de gemeten import door verbruikers ongeveer gelijk is gebleven met vorig jaar, terwijl de import door producenten en handelaren flink afgenomen is. Deze daling is deels te verklaren door de stijging van de productie van Nederlands beton- en metselzand en grind. Tevens is de totale vraag naar deze toeslagstoffen afgenomen door de economische teruggang. De gemeten import van steenslag is in 2009 met circa 1,1 miljoen ton toegenomen. Deze stijging in import is in lijn met, maar wel groter dan, verwacht vanwege de gestegen productie van asfalt. Tabel 2. Waargenomen import en export van beton- en metselzand, grind en steenslag door producenten, handelaren en verbruikers in 2009 (miljoen ton), exclusief eventuele import door de aannemerij. Ogenschijnlijk foutieve sommaties zijn het gevolg van afronding van de brondata. Bron: dit onderzoek (hoofdstuk 5). beton- en metselzand grind steenslag Import door producenten en handelaren 6,1 9,1 5,3 Import uit tout-venant door producenten en handelaren 1,7 1,3 0,0 Directe import door verbruikers 2,6 3,5 2,4 Totale import 10,4 13,9 7,7 Totale export -5,9-0,2 0,0 Netto import 4,5 13,7 7,7 8

9 Figuur 3. Waargenomen netto import van beton- en metselzand, grind en steenslag sinds Vanaf 2007 zijn de importcijfers exclusief import door de aannemerij. Bron: : Stand van het Zand XIV, Lint aan het Grind XII; 2009: dit onderzoek (hoofdstuk 5). Het verbruik per type verbruiker De verschillende verbruikerscategorieën verbruiken in verschillende mate beton- en metselzand, grind en steenslag. Op basis van de resultaten van het onderzoek onder verbruikers kan bepaald worden welk van de drie bevraagde verbruikerscategorieën verantwoordelijk is voor welk percentage van het verbruik. Tabel 3 toont dit relatieve verbruik in Tussen haakjes is het vergelijkbare procentuele verbruik in 2008 weergegeven. Ten opzichte van 2008 kan geconcludeerd worden dat er geen noemenswaardige verschuivingen hebben plaatsgevonden. Tabel 3. Waargenomen procentueel verbruik per gebruikerscategorie van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag in 2009 op basis van de inkopen door de verbruikers. Tussen haakjes het procentuele verbruik in Ogenschijnlijk foutieve sommaties zijn het gevolg van afronding van de brondata. Bron: dit onderzoek (hoofdstuk 5). Categorie beton- en metselzand grind steenslag asfaltinstallaties 6% (5%) 8% (7%) 55% (53%) betonmortelfabrikanten 59% (60%) 73% (75%) 6% (7%) betonproductenfabrikanten 36% (35%) 19% (18%) 39% (40%) 9

10 Het verbruik van zand- en grindvervangende materialen Behalve steenslag, een primaire grindvervanger, gebruikt de zand- en grindverwerkende industrie ook nog diverse andere soorten beton- en metselzand- en grindvervangende materialen. In 2009 bedroeg het waargenomen verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen ca. 1,2 miljoen ton, waarvan ruim 0,3 miljoen ton brekerzand van natuurlijke mineralen door de asfaltindustrie. Het waargenomen verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen in de betonsector in 2000 bedraagt 0,9 miljoen ton, tegen 1,3 miljoen ton in Het waargenomen verbruik van secundaire grindvervangende materialen in 2009 bedraagt 2,8 miljoen ton, waarvan 2,2 miljoen ton asfaltgranulaat. Volgens de asfaltbrancheorganisatie (VBW-Asfalt) bedraagt het verbruik van asfaltgranulaat overigens 3,4 miljoen ton. Het verbruik van secundaire grindvervangende materialen in de betonsector in 2009 bedraagt 0,6 miljoen ton, iets minder dan in Met name het verbruik van BSA-granulaat is volgens de brancheorganisatie BRBS groter. Tabel 4. Waargenomen verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen in de beton- en asfaltsector in 2009 in miljoen ton. Tussen haakjes de hoeveelheden in Ogenschijnlijk foutieve sommaties zijn het gevolg van afronding van de brondata.bron: dit onderzoek (hoofdstuk 4 en Bijlage D.7). jaar brekerzand van nat. mineralen brekerzand van BSA fijn zand (0-500 / 0-1) anders totaal 2009 (2008) 0,34 (0,2) 0,03 (0,01) 0,04 (0,6) 0,79 (0,7) 1,2 (1,5) Tabel 5. Waargenomen verbruik van secundaire grindvervangende materialen in de beton- en asfaltsector in 2009 in miljoen ton. Tu jaar asfaltgranulaat BSA-granulaat staal- en fosforslak anders totaal (betonsector) 2009 (2008) 2,3 (2,1) 0,15 (0,3) 0,04 (0,01) 0,38 (0,4) 2,8 (2,8) Stroomschema s winning, import en verbruik De productie, import, export, handel en het verbruik van beton- en metselzand, grind en vervangende materialen is op basis van de gecombineerde onderzoekssporen van dit monitoringsonderzoek schematisch weer te geven. Daarbij moet worden opgemerkt dat, doordat cijfers uit verschillende onderzoekssporen afkomstig zijn, het verbruik op basis van productie, import en export (bovenste helft van het schema) niet gelijk is aan het gemeten verbruik onder de verbruikers (middelste deel van het schema). Bij dit middelste deel wordt bovendien een geschat verbruik door de aannemerij opgeteld (ca. 2 miljoen ton beton- en metselzand en ca. 0,8 miljoen ton grind). Het onderste deel betreft de gecombineerde resultaten, waarbij een geschatte toepassing van beton- en metselzand in ongebonden vorm van ca. 2 miljoen ton is aangenomen. 10

11 Stroomschema beton- en metselzand en vervangers Nederlandse beton- en metselzandwinningen Buitenlandse beton- en metselzandwinningen Op basis van onderzoek onder producenten en handelaren. Zie Figuur 1, Tabel 1 en Tabel 2. 15,4 mln. ton 7,8 mln. ton Export naar België 5,9 mln. ton Nederlandse handelaren en producenten (totale levering: 17,2 mln. Ton) Producenten van beton- en metselzandvervangende materialen ca. 2 mln. ton ca. 13,5 mln. ton (incl. ca. 2,0 mln. ton door aannemerij) 0,3 mln. ton 1,2 mln. ton 2,6 mln. ton Op basis van onderzoek onder verbruikers. Zie Tabel 1, Tabel 2, Tabel 3 en Tabel 4. Nederlandse verbruikers (totale inkoop: 17,6 mln. ton) Primair beton- en metselzand Betonmortel: 7,9 mln. ton Overige mortels: 0,3 mln. ton Betonproducten: 5,5 mln. ton Asfalt: 0,8 mln. ton Secundair beton- en metselzand Asfalt: 0,3 mln. ton Overig: 0,9 mln. ton Aannemerij (schatting) Totaal: ca. 2,0 mln. ton Ongebonden toepassing (schatting) Totaal: ca. 2 mln. ton Gecombineerde onderzoeksresultaten. Zie Tabel 1 (opgehoogd met secundair betonen metselzand). Totaal: ca. 18,7 mln. ton Totaal: ca. 20 mln. ton Totaal: ca. 1,2 mln. ton NB: Doordat cijfers uit verschillende onderzoeken afkomstig zijn, is het verbruik op basis van productie, import en export niet altijd gelijk aan het gemeten verbruik onder de verbruikers. 11

12 Stroomschema (gebroken) grind, steenslag uit gebroken rots en vervangers Nederlandse grindwinningen Buitenlandse grindwinningen Buitenlandse steenslag uit gebroken rots Op basis van onderzoek onder producenten en handelaren. Zie Figuur 1, Tabel 1 en Tabel 2. 3,2 mln. ton 10,4 mln. ton 5,3 mln. ton Export naar België 0,2 mln. ton Nederlandse handelaren en producenten Producenten van secundaire grindvervangers ca. 19 mln. ton ca. 15,0 mln. ton (incl. ca. 0,8 mln. ton door aannemerij 3,5 mln. ton 2,8 mln. ton 2,4 mln. ton Op basis van onderzoek onder verbruikers. Zie Tabel 1, Tabel 2, Tabel 3 en Tabel 5. Primair grind en steenslag Betonmortel: Betonproducten: Asfalt: Nederlandse verbruikers (totale inkoop: ca. 23,5 mln. ton) 10,0 mln. ton 5,1 mln. ton 4,8 mln. ton Secundair grind Asfalt: 2,2 mln. ton Beton: 0,6 mln. ton Aannemerij (schatting) Totaal: ca. 0,8 mln. ton Gecombineerde onderzoeksresultaten. Zie Tabel 1 (opgehoogd met secundair betonen metselzand). Totaal: ca. 23 mln. ton Totaal: ca. 26 mln. ton Totaal: ca. 3 mln. ton NB: Doordat cijfers uit verschillende onderzoeken afkomstig zijn, is het verbruik op basis van productie, import en export niet altijd gelijk aan het gemeten verbruik onder de verbruikers. 12

13 1 Inleiding 1.1 Doelstelling Rijk en provincies hebben, als beheerders en vergunningverleners, behoefte aan betrouwbaar cijfermateriaal over de jaarlijkse productie, import, export en consumptie van bouwgrondstoffen in Nederland. Vooral gegevens over beton- en metselzand en grind, relatief schaarse bouwgrondstoffen, die in vrij grote mate in Nederland worden toegepast met name bij de productie van betonmortel en betonproducten, worden daarom op een betrouwbare, consistente en inzichtelijke manier verzameld. Vanuit dit oogpunt worden de volgende gegevens verzameld: de productie van beton- en metselzand en (gebroken) grind in Nederland; de import en export van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots; de handel (transport en logistiek) van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots; het verbruik van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag in Nederland per type toepassing; het verbruik van vervangende materialen voor beton- en metselzand en (gebroken) grind. Over het jaar 2009 zijn deze gegevens voor veruit het belangrijkste deel verzameld via telefonische en schriftelijke enquêtes. De werkzaamheden zijn uitgevoerd in de periode april t/m november Aanvullend is informatie verzameld uit diverse statistische bronnen. 1.2 Relatie met voorgaande rapportages Het onderzoek naar beton- en metselzand is het vijftiende onderzoek in de reeks Stand van het Zand. Samen met eerdere onderzoeken wordt nu gedurende 22 jaar onderzoek op dit gebied verricht. Het onderzoek naar (gebroken) grind is het dertiende in de reeks Lint aan het Grind en is sinds 2000 geïntegreerd in het onderzoek Stand van het Zand. Sinds 2005 (onderzoek over 2004) wordt het onderzoek Monitoring Bouwgrondstoffen uitgevoerd door MWH (voorheen Syncera) in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (voorheen Ministerie van Verkeer en Waterstaat en Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer). Net als in voorgaande jaren is ook dit jaar, uit oogpunt van kostenefficiency, het verbruikersonderzoek beperkt tot de belangrijkste verbruikers van beton- en metselzand, grind en steenslag, zijnde de betonmortelproducenten, de fabrikanten van betonproducten en de asfaltproducenten. Deze drie gebruikerscategorieën nemen gezamenlijk circa 90% van het verbruik voor hun rekening, zodat, ondanks het niet monitoren van het verbruik onder de aannemerij, toch een goed beeld van het totale verbruik ontstaat. 13

14 1.3 Definities Beton- en metselzand zijn in dit onderzoek gedefinieerd als zand, dat wordt verbruikt voor het maken van cement- en bitumineus gebonden bouwstoffen (zoals beton, mortel en asfalt). Grind, gebroken grind en steenslag betreffen materiaal met een korrelgrootte van minimaal 4 mm en maximaal 40 mm. Deze definities zijn identiek aan die uit eerdere onderzoeken in deze reeks. Tijdens de uitvoering van dit onderzoek is nadrukkelijk aandacht besteed aan de toepassing in gebonden vorm om gebruik van beton- en metselzand en grind in ongebonden toepassingen buiten het onderzoek te houden. 1.4 Opzet van het onderzoek Conform het protocol Stand van het Zand/Lint aan het Grind, versie , opgesteld in januari 2009, is het onderzoek opgesplitst in drie onderzoekssporen, gebaseerd op het systeem beton- en metselzand- en grindvoorziening in Nederland (zie Figuur 1.1). Spoor 1 betreft het onderzoek van bestaand extern statistisch materiaal. Dit materiaal dient om de onderzoeksresultaten te ijken, zoals de binnenlandse productiecijfers voor beton- en metselzand en grind, exportcijfers van naar Nederland exporterende landen en cijfers van de diverse brancheorganisaties (zoals van de betonsectoren, de asfaltsector en de cementindustrie). Spoor 2 betreft het onderzoek onder degenen die verantwoordelijk zijn voor het aanbod aan toeslagmaterialen. Ten behoeve van de uitvoering van het onderzoek wordt onderscheid gemaakt in twee categorieën bedrijven aan de aanbodzijde 1 : producenten; dit zijn Nederlandse bedrijven die in Nederland (en eventueel in het buitenland) zand en/of grind produceren en dit leveren aan Nederlandse bedrijven (andere producenten, handelaren of gebruikers). Veelal kopen zij ook zand en/of grind in bij andere producenten, bij handelaren of in het buitenland om, ondanks wisselende winningshoeveelheden, toch in de vraag van hun afnemers te kunnen voorzien; handelaren; dit zijn Nederlandse bedrijven die in Nederland of het buitenland zand en/of grind inkopen en dit leveren aan Nederlandse bedrijven (andere producenten, handelaren of gebruikers). Deze bedrijven hebben dus geen (substantiële) eigen winning in Nederland, maar voorzien volledig via inkoop (of import vanuit eigen buitenlandse winningen) in de vraag van hun afnemers. Onder de producenten en handelaren zijn zowel schriftelijke als telefonische enquêtes afgenomen. De enquête onder de Nederlandse handelaren werd afgenomen met medewerking van de brancheorganisatie van handelaren (NVLB). Spoor 3 van het onderzoek richt zich op de belangrijkste verbruikers van beton- en metselzand en grind, zijnde de betonmortelproducenten, de fabrikanten van betonproducten en de asfaltproducenten. Deze betrekken hun grondstoffen bij producenten en handelaren of direct uit het buitenland. Onder de verbruikers zijn zowel telefonische als schriftelijke enquêtes afgenomen. 1 Deze indeling wijkt dus af van de indeling van de NVLB (Nederlandse Vereniging van Leverancier van Bouwstoffen) die, vanwege de verregaande integratie van de handelsfunctie in de bedrijfskolom waardoor productie van en handel in grondstoffen tegenwoordig sterk verbonden zijn, (handelende) producenten juist als groothandel beschouwen. 14

15 Input: Systeem: (1) Output Nederlandse zand- en grindwinningen (handelende) producenten Export (m.n. België) Import (m.n. Duitsland, Engeland en België) Secundaire beton- en metselzand- en grindvervangers (niet producerende) Handelaren (transport & logistiek) (2) Verbruikers: - betonmortelcentrales - betonproducten - asfaltcentrales - aannemers (1) (2) Uit het buitenland geïmporteerd materiaal dat direct naar het buitenland wordt doorgevoerd ( transit ) wordt zoveel mogelijk buiten het onderzoek gehouden. Verbruikers winnen zelf een geringe hoeveelheid zand en grind, dus zonder tussenkomst van een producent of handelaar. Figuur 1.1. Stroomschema van het systeem Beton- en metselzand- en grindvoorziening in Nederland 1.5 Opbouw van dit rapport De opbouw van dit rapport volgt de benadering via deze drie sporen: Spoor 1: onderzoek extern statistisch materiaal (Hoofdstuk 2) Spoor 2: onderzoek onder producenten en handelaren (Hoofdstuk 3) Spoor 3: onderzoek onder verbruikers (Hoofdstuk 4). In Hoofdstuk 5 komen de resultaten van de drie gevolgde onderzoekssporen bij elkaar en worden de resultaten met elkaar vergeleken, zodat meer betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan. Tevens wordt in dit hoofdstuk stilgestaan bij de betrouwbaarheid van het onderzoek, de consistentie van de resultaten en worden aanbevelingen gedaan om de betrouwbaarheid van het onderzoek verder te verbeteren. 15

16 16

17 2 Extern statistisch materiaal 2.1 Inleiding Het doel van dit deel van het onderzoek is het verzamelen van statistisch materiaal dat kan helpen bij het vaststellen van de productie, de import en export en het verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind. Deze gegevens vormen een belangrijke ijk- en controlemethode voor de enquêteresultaten. Tevens is het mogelijk om, middels een door MWH in 2008 ontwikkelde methode, op basis van een combinatie van alle statistische gegevens, een schatting te maken van het verbruik van beton- en metselzand en grove toeslagmaterialen. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de verschillende gegevens en gegevensbronnen die afkomstig zijn uit extern statistisch materiaal. In de volgende paragrafen worden deze bronnen achtereenvolgens behandeld. In tegenstelling tot voorgaande jaren heeft er dit jaar geen onafhankelijke cijferverzameling plaatsgevonden van de productie van beton- en metselzand en grind (de voormalige LCCO-WIG-cijfers). Om in dit onderzoek toch gebruik te kunnen maken van productiecijfers voor beton- en metselzand en grind over 2009, zijn deze in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu eenmalig door MWH zelf opgevraagd bij de vergunningverlenende instanties. Omdat de import- en exportcijfers van het CBS verre van nauwkeurig zijn is er dit jaar voor gekozen om deze gegevens niet meer te verzamelen. Tevens is het verbruik op basis van de CBS-cijfers niet bepaald. Tabel 2.1. Extern statistisch materiaal zoals gebruikt in dit onderzoek Bron: Cijfers: Ten behoeve van: Provincies en diensten van Rijkswaterstaat UK Crown Estate NGU (Noorse Geologische Dienst) NVLB Industrie Bouwnijverheid cijfers over de productie van beton- en metselzand en grind uit vergunningplichtige ontgrondingen cijfers over op het Engels continentaal plat gewonnen, en naar Nederlandse havens getransporteerd tout-venant cijfers over de import van steenslag uit gebroken rots vanuit Noorwegen naar Nederland handel in zand en grind voor beton en asfalt cijfers over het cementverbruik (Cement&BetonCentrum) cijfers over de productie van betonmortel (VOBN) cijfers over de productie van asfalt (VBW- Asfalt) diverse statistische cijfers over de bouwnijverheid (CBS) - bepaling respons productie en ophoogfactor voor (handelende) producenten - controle import van tout-venant naar Nederland - controle import van steenslag uit gebroken rots naar Nederland - bepaling respons handel en ophoogfactor voor niet-producerende handelaren - controle verbruik van beton- en metselzand en grind - controle verbruik van beton- en metselzand en grind en bepaling ophoogfactor betonmortelindustrie - controle verbruik van beton- en metselzand en grind en bepaling ophoogfactor asfaltindustrie - controle ontwikkeling verbruik van beton- en metselzand en grind 17

18 2.2 Productie van beton- en metselzand en grind in Nederland Jaarlijks moeten alle vergunninghouders van ontgrondingen aan de vergunningverlener (provincie of Rijkswaterstaat) opgeven hoeveel ton beton- en metselzand en grind er in het voorgaande jaar is gewonnen. Deze cijfers werden tot en met 2008 door Rijkswaterstaat verzameld en aangeduid als de LCCO-WIG cijfers. Aangezien de LCCO-WIG met het beëindigen van het taakstellingenbeleid is opgeheven, worden deze cijfers vanaf nu aangeduid als de productiecijfers van de vergunningverlenende instanties, of kortweg binnenlandse productiecijfers Aangezien deze cijfers van groot belang zijn voor dit onderzoek zijn, in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, door MWH de binnenlandse productiecijfers van beton- en metselzand en grind opgevraagd bij de vergunningverleners Productie cijfers 2009 De onderstaande Tabellen 2.2 en 2.3 geven een overzicht van de productie van beton- en metselzand en grind per vergunningverlenende instantie gedurende de afgelopen 10 jaar. Figuur 2.1 toont de productie van beton- en metselzand en grind in grafiekvorm. Tabel 2.2. Binnenlandse productiecijfers van beton- en metselzand naar vergunningverlenende instantie voor de jaren 2000 tot en met 2009 (in miljoen ton). Bron: LCCO-WIG (cijfers t/m 2008) en vergunningsverleners (cijfders over 2009) gem. Groningen 0,5 0,5 0,4 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,4 0,4 Drenthe 0,8 0,9 0,9 0,8 0,7 0,7 0,7 0,6 0,7 0,7 0,8 Overijssel 1,1 1,0 0,8 0,8 0,9 0,9 0,9 0,8 0,8 0,8 0,9 Gelderland 5,3 4,5 3,2 3,0 3,3 3,2 3,5 4,0 4,3 3,4 3,8 Utrecht 0,1 0,2 0,1 0,1 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 0,5 0,2 Noord-Brabant 7,7 5,6 5,4 3,6 3,0 3,1 3,2 2,1 2,3 1,6 3,8 Limburg 3,2 5,1 2,8 3,7 3,2 2,6 2,4 2,8 3,2 4,2 3,3 Rijkswaterstaat 2,4 2,1 3,1 3,0 1,9 3,0 3,7 3,5 2,8 3,7 2,9 Nederland 21,2 19,8 16,7 15,2 13,6 14,0 14,7 14,4 14,5 15,4 16,0 Tabel 2.3. Binnenlandse productiecijfers van grind naar vergunningverlenende instantie voor de jaren 2000 tot en met 2009 (in miljoen ton). Bron: LCCO-WIG (cijfers t/m 2008) en vergunningsverleners (cijfers over 2009) gem. Overijssel 0,06 0,04 0,05 0,04 0,01 0,01 0,03 0,03 0,03 0,03 0,0 Gelderland 0,67 0,50 0,43 0,40 0,35 0,37 0,33 0,43 0,46 0,24 0,4 Noord-Brabant 1,22 1,10 0,85 0,64 0,56 0,50 0,24 0,36 0,12 0,15 0,6 Limburg 3,80 (1) 2,97 1,80 (1) 3,40 2,93 2,71 1,86 1,37 1,20 (1) 2,82 2,5 Rijkswaterstaat 0,31 0,20 0,00 0,04 0,00 0,02 0,81 0,00 0,00 0,00 0,1 Nederland 6,05 4,81 3,12 4,51 3,84 3,61 3,28 2,19 1,81 3,25 3,6 (1) De grindproductiecijfers voor de provincie Limburg voor de jaren 2000, 2002 en 2008 zijn op verzoek van de provincie Limburg aangepast aan de bij de provincie bekende cijfers. 18

19 Figuur 2.1. De productie van beton- en metselzand en grind volgens de opgave van de vergunningverlenende instanties in de afgelopen tien jaar (in miljoen ton; zie tabel 2.2 en 2.3 voor de brongegevens). Hieruit blijkt dat de beton- en metselzandproductie zich, na de lage productie in 2004 en 2005, lijkt te stabiliseren op zo n 14,5 miljoen ton per jaar. Vermoedelijk is het grootste deel van de 3,7 miljoen ton op de Noordzee gewonnen beton- en metselzand direct in België aangeland. De grindproductie blijkt in 2009 na een daling van enkele jaren weer te stijgen tot 3,2 miljoen ton en komt hiermee uit op hetzelfde niveau als in Import tout-venant uit Engeland (Crown Estate) De Engelse UK Crown Estate houdt gegevens bij van de export van tout-venant vanuit Engeland naar Nederlandse havens. De opgave van de managing agents offshore for the Crown Estate betreft op zee gewonnen tout-venant, dat voor ca. 45% uit beton- en metselzand bestaat en voor ca. 55% uit grind. Deze percentages schommelen per lading. In Tabel 2.4 is de import voor 2009, totaal 3,4 miljoen ton, uitgesplitst per zeehaven waar het materiaal is aangeland. In totaal wordt 20% van het in de Britse wateren gewonnen zand en grind naar Nederland geëxporteerd. Tabel 2.5 geeft een overzicht van deze cijfers voor de afgelopen 10 jaar. Hieruit blijkt dat de dalende trend die in 2008 is ingezet ook in 2009 doorgezet is. 19

20 Tabel 2.4. Import van Engels tout-venant in Nederlandse in 2009 per Nederlandse zeehaven (in tonnen) Bron: Marine Aggregates, Crown Estate Licenses, Summary of Statistics Nederlandse zeehaven 2009 Harlingen Amsterdam Rotterdam Vlissingen Totaal Tabel 2.5. Import van Engels tout-venant in Nederlandse havens voor de jaren 2000 tot en met 2009 (in miljoen ton). Bron: Marine Aggregates, Crown Estate Licenses, Summary of Statistics 2009 en voorgaande jaarlijkse rapporten gem. Engels tout-venant 3,8 3,9 3,3 3,5 3,5 3,8 4 4,2 3,8 3,4 3,7 - waarvan 45% zand 1,7 1,8 1,5 1,6 1,6 1,7 1,8 1,9 1,7 1,6 1,7 - waarvan 55% grind 2,1 2,1 1,8 1,9 1,9 2,1 2,2 2,3 2,1 1,9 2,0 2.4 Import van steenslag Import van steenslag uit Noorwegen (NGU) De Noorse geologische dienst (NGU) verzamelt cijfers over de export van steenslag uit gebroken rots. In 2009 is er volgens de NGU 3,09 miljoen ton steenslag naar Nederland geëxporteerd. Dit is bijna 0,8 miljoen ton meer dan in 2008 en het hoogste van de afgelopen tien jaar. Tabel 2.6. Import van steenslag uit Noorwegen voor de jaren 2001 tot en met 2009 (in miljoen ton). Bron: Norway's coastal aggregates. Export in 2009 and potential deposits, NGU 2010, en voorgaande jaarlijkse rapporten Steenslag uit gebroken rots 0,38 0,97 1,38 1,67 2,21 1,87 2,73 2,34 3, Import van steenslag vanuit België, Duitsland en de UK Over de import van steenslag uit gebroken rots vanuit Duitsland, België en de UK zijn uitsluitend gegevens van de verschillende nationale statistische bureaus te verkrijgen. Behalve dat het lastig is de gegevens voor de juiste categorieën te verkrijgen, zijn deze, net als die voor het CBS, vermoedelijk relatief onbetrouwbaar, vanwege de door statistische bureaus gehanteerde minimale bedrijfsomzet of -grootte. Deze gegevens zijn dan ook niet verzameld. 20

21 2.5 Handelsgegevens NVLB Jaarlijks houdt de NVLB (Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen) een onderzoek onder de leden van de vereniging om inzicht te krijgen in de structuur en grootte van de Nederlandse handel in grind en industriezand in Nederland. Een samenvatting van dit onderzoek over 2009 is in de zomer van 2010 gepubliceerd door de NVLB. Hoewel dit onderzoek en de resultaten een vertrouwelijk karakter hebben, zijn ten behoeve van het onderzoek Stand van het Zand / Lint aan het grind, de belangrijkste geaggregeerde eindresultaten door de NVLB aangeleverd. Deze zijn weergegeven in Tabel 2.7. Tabel 2.7. Verbruik van industriezand en grind(vervangers) door de Nederlandse markt in 2009 (in miljoen ton). Bron: NVLB, juni verbruik 2009 rond grind 12,1 gebroken grind 2,0 grindvervangend natuursteen ( steenslag ) 5,8 grind + steenslag totaal 19,9 industriezand voor beton en asfalt 18,1 industriezand voor overige toepassingen 1,9 industriezand totaal 20,0 Totaal 39,9 2.6 Industriële statistieken Cementverbruik Via het Cement&BetonCentrum zijn gegevens ontvangen voor het cementgebruik in Nederland voor In 2009 blijkt er in Nederland 5,3 miljoen ton cement te zijn verbruikt (voorlopig cijfer).volgens het Cement&BetonCentrum is hiervan 57 % toegepast voor betonmortel, 34 % voor betonproducten, is 5% naar de handel gegaan (zoals de bouwmarkten) en is 4 % voor overige toepassingen gebruikt. In Tabel 2.14 is dit verbruik weergegeven in relatie tot het in voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind onderzoeken berekende verbruik van beton- en metselzand en grind (inclusief vervangende materialen) door de betonsector. Zo kunnen de verhoudingen tussen het cementgebruik enerzijds en het gebruik van beton- en metselzand en grind anderzijds bepaald worden. De bij de Stand van het Zand / Lint aan het Grind onderzoeken over 2001 t/m 2008 gesignaleerde verhoudingen zand-cement en grind-cement van respectievelijk 3,2:1 en 3,3:1 komen goed overeen met wat volgens het Cement&BetonCentrum gebruikelijk is. Het Cement&BetonCentrum hanteert namelijk een verhouding zand-cement van 3:1 en een verhouding grind-cement van 3,5:1. Wel vallen de lage zand-cement en grind-cement verhoudingen in 2004 op. Deze hebben te maken met het lage berekende verbruik van beton- en metselzand en grind in 2004 (zie Stand van het Zand X / Lint aan het Grind VIII). 21

22 Tabel 2.8. Verbruik van cement in Nederland volgens de ENCI/VNC (tot 2006) en het Cement&BetonCentrum (vanaf 2006) in relatie tot het verbruik van beton- en metselzand, grind en zand- en grindvervangende materialen door de betonsector in de periode (in miljoen ton). Verbruikcijfers voor 2009 (grijze cellen) zijn verwachte cijfers op basis van het cementverbruik in 2009 de historische verhoudingen. Bron: Cementverbruik: Cement&BetonCentrum, 2010; verbruik beton- en metselzand, grind en vervangende materialen: SvhZ/LahG 2001 t/m jaar cementgebruik in Nederland verbruik beton- en metselzand en vervangers in de betonsector verhouding zand: cement verbruik grind en vervangers in de betonsector verhouding grind: cement ,01 19,39 3,23 : 1 19,04 3,17 : ,75 18,72 3,26 : 1 21,96 3,82 : ,16 17,21 3,34 : 1 18,59 3,60 : ,20 14,38 2,76 : 1 13,40 2,58 : ,40 18,49 3,42 : 1 19,58 3,63 : ,80 17,81 3,19 : 1 18,69 3,35 : ,90 17,46 2,96 : 1 21,84 3,70 : ,19 18,87 3,00 : 1 20,25 3,27 : 1 gemiddelde 5,66 17,79 3,15 : 1 18,59 3,29 : ,30 16,68 (verwacht) 3,15 : 1 17,43 (verwacht) 3,29 : 1 Op basis van de gemiddelde verhouding zand-cement en grind-cement en het door het Cement&BetonCentrum gerapporteerde (voorlopige) cementgebruik in 2009 van 5,3 miljoen ton zijn voorspellingen te doen over het verwachte verbruik van beton- en metselzand (en vervangers) en grind (en vervangers) in 2009 door de betonsector. Dit is respectievelijk 16,7 en 17,4 miljoen ton. In Hoofdstuk 5 zal worden bekeken of dit overeenkomt met de resultaten van voorliggend onderzoek. Productie van betonmortel De VOBN houdt als brancheorganisatie van de betonmortelfabrikanten, gegevens bij omtrent de jaarlijks productie van betonmortel. Tabel 2.9 toont de cijfers voor de betonmortelproductie over Hierin is tevens het cijfer voor 2008 gewijzigd. De cijfers geven inzicht in de trends in de productie van betonmortel en daarmee in het verbruik van beton- en metselzand en grind. De cijfers voor 2009 tonen een sterke daling in de betonmortel productie (-13,1 % ten opzichte van 2008). Op basis daarvan kunnen we ook voor het verbruik van beton- en metselzand en grind in 2009 door de betonmortelfabrikanten een circa 13% gedaald verbruik verwachten. Tabel 2.9. De productie van betonmortel in Nederland zoals berekend door de VOBN (in miljoen m 3 ). Het cijfer voor 2008 is eveneens aangepast. Bron: VOBN, december 2010 en voorgaande SvhZ/LahG-jaargangen t/m jaar Betonmortel (VOBN) 9,69 9,0 8,35 8,44 8,27 8,61 9,00 9,58 10,67 9,27 t.o.v. voorgaand jaar 2,5 % -7,0 % -7,2 % 1,1 % -2,0 % 4,1 % 4,5 % 6,4 % 11,4 % -13,1 % 22

23 Productie van betonproducten Van de BFBN zijn ook dit jaar geen cijfers ontvangen over de productie van betonproducten in Nederland. Ook bij het CBS is geen overzicht te krijgen van de productie van betonproducten. Op basis van uitgevoerd marktonderzoek over 2008 heeft het Cement&BetonCentrum aangegeven dat de verhouding betonmortel/betonproducten uitkomt op 57/34. Op basis van het productievolume van de betonmortelindustrie van 9,3 miljoen m 3 is het volume in 2009 te schatten op 5,5 miljoen m 3. De totale betonproductie in Nederland in 2009 komt daarmee op circa 14,8 miljoen m 3. Productie van asfalt Gegevens over de productie van asfalt in Nederland worden bijgehouden door de VBW-Asfalt, de Vereniging tot Bevordering van Werken in Asfalt. Voor de periode 2000 t/m 2009 zijn de gegevens over de productie van asfalt en de hoeveelheid hergebruikt asfaltgranulaat weergegeven in Tabel Voor 2001 en 2002 zijn geen gegevens bekend. Daarbij moet worden opgemerkt dat er, door verschuivingen in het type asfalt dat er gebruikt wordt, ook verschuivingen optreden in de samenstelling van het asfalt. De totale asfaltproductie in 2009 was 10,3 miljoen ton, een stijging ten opzichte van 2008 met ruim 10%. De asfaltproductie in 2009 is daarmee de hoogste van de afgelopen 10 jaar. Op basis hiervan is voor 2009 een hoger verbruik van zand en grind door de asfaltbranche te verwachten dan in In de historische cijfers voor het verbruik van zand, grind en steenslag door de asfaltbranche, zoals gerapporteerd in de SvhZ/LahG-onderzoeken, is opvallend dat dit sterk fluctueert (van 3,3 tot 9,6 miljoen ton). Veelal wijkt dit verbruik enkele miljoenen tonnen af van het verbruik van verse toeslagmaterialen (exclusief bitumen) zoals door de branche gerapporteerd. Alleen in 2005, 2006 en 2008 wordt een vrijwel gelijk verbruik gerapporteerd. Op basis van de historische relatie over de jaren 2003 t/m 2008 tussen het verbruik van toeslagmaterialen door de asfaltbranche zoals gemeten in de SvhZ/LahG-onderzoeken enerzijds en het verbruik van verse toeslagmaterialen op basis van de asfaltproductie zoals gerapporteerd door de branche anderzijds, is voor 2009 een verbruik van ca. 6,1 miljoen ton te verwachten (grijze cel in Tabel 6.1). In Hoofdstuk 5 zal worden gekeken in hoeverre deze verwachte cijfers overeenkomen met de resultaten van voorliggend onderzoek. Tabel Productie van asfalt en gebruik van asfaltgranulaat in Nederland zoals berekend door de VBW-Asfalt in relatie tot het in voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind onderzoeken berekende verbruik van de toeslagmaterialen (in miljoen ton). Het verbruikcijfer voor 2009 (grijze cel) is berekend op basis van de totale asfaltproductie in 2010 en de historische verhoudingen. Bron: Asfaltproductie: VBW- Asfalt, 2009; verbruik zand, grind en steenslag: SvhZ/LahG-onderzoek jaargangen 1999 t/m totale asfaltproductie 7, ,9 7,7 8,6 10,0 10,2 9,3 10,3 gebruikt asfaltgranulaat 2, ,3 2,2 2,4 3,0 3,2 2,9 3,4 verse toeslagmaterialen, exclusief 5% bitumen verbruik zand, grind en steenslag (SvhZ/LahG) 5, ,3 5,2 5,9 6,7 6,7 6,0 6,5 9,6 9,1 8,1 6,0 3,3 6,0 7,0 5,4 5,6 6,1 23

24 Omzet in de bouwnijverheid Het verbruik van beton- en metselzand en grind in de bouw is direct gerelateerd aan de economische ontwikkelingen in de bouw. Eenduidige economische cijfers over de bouw voor een langere tijdreeks zijn beschikbaar in de vorm van de CBS-cijfers betreffende de bouwinvesteringen. Deze zijn beschikbaar via de StatLine databank van het CBS 2 en bevatten: de investeringen in de bouw in de B&U- en de GWW-sector; de deflatoren per jaar (het gewogen gemiddelde van de prijsveranderingen in jaarlijkse procentuele verandering), nodig om de jaarlijkse bouwinvesteringen naar indexjaar 1987 terug te rekenen. De voor de inflatie gecorrigeerde bouwinvesteringen in de GWW- en B&U-sector (indexjaar 1987) in miljarden euro s (CBS) zijn weergegeven in tabel De bouwinvesteringen in deze twee sectoren blijken in 2009 met 8% te zijn gedaald ten opzichte van De bouwinvesteringen in de B&Usector zijn met 10% gedaald, terwijl de bouwinvesteringen in de GWW-sector juist met 3% gestegen zijn. Tabel Bouwinvesteringen (in miljarden euro s) geïndiceerd naar het prijspeil in 1987 en opgesplitst over de B&U- en de GWW-sector. Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen, Jaar B&U-sector GWW-sector Totaal * 2009** * Nader voorlopige cijfers ** Voorlopige cijfers 13,28 3,23 16,51 14,77 3,50 18,28 15,31 3,49 18,80 15,28 3,53 18,80 15,22 3,45 18,67 15,23 3,83 19,07 14,49 3,88 18,37 14,90 3,79 18,69 14,99 4,01 19,00 15,00 4,19 19,19 15,65 3,92 19,57 16,23 3,89 20,13 17,13 4,29 21,42 17,73 4,69 22,41 17,83 4,72 22,55 16,59 4,45 21,04 15,69 4,20 19,88 15,52 3,75 19,27 15,85 4,08 19,93 16,63 4,30 20,93 18,13 4,30 22,43 19,50 4,40 23,90 17,55 4,55 22,10 2 Via de themakeuze Bouwen en wonen Bouwbedrijven Productie bouw naar type van activa ( 24

25 2.7 Secundair materiaal Met betrekking tot het verbruik van secundaire toeslagmaterialen zijn er diverse statistische cijfers beschikbaar. Er wordt, zoals gemeld in voorgaande paragraaf, volgens de cijfers van VBW-Asfalt ca. 3,4 miljoen ton asfaltgranulaat hergebruikt voor het maken van nieuw asfalt. Ook in de betonsectoren worden secundaire bouwgrondstoffen gebruikt, maar de hoeveelheid hiervan wordt door geen enkele instantie gemonitord. Wel vindt er monitoring plaats van de inzameling en recycling van steenachtig materiaal uit bouw- en sloopafval, zoals betongranulaat, menggranulaat, recycling brekerzand en sorteerzeefzand (via de zogenaamde Monitoring bouw- en sloopafval van AgentschapNL (voorheen SenterNovem)). De rapportage over is echter nog niet beschikbaar en de rapportage over is volgens de auteurs niet officieel gepubliceerd. Uit verwijzingen naar deze rapportage en uit mondelinge informatie van de BRBS (Branchevereniging Recycling Breken en Sorteren) blijkt dat er van de ca. 19,5 miljoen ton gescheiden ingezameld steenachtig materiaal, aggregaat en zand (cijfers 2007), bijna 1 miljoen ton direct wordt ingezet in de productie van beton. 2.8 Toetsing indicatorenmethode cijfers Inleiding In 2008 heeft MWH in opdracht van de Waterdienst van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een indicatorenmethode ontwikkeld waarmee op een meer kostenefficiënte, maar tegelijk voldoende betrouwbare wijze cijfers kunnen worden bepaald voor met name het verbruik en daarnaast de import en de export van de verschillende bouwgrondstoffen. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van onafhankelijk beschikbare statistische cijfers (zogenaamde externe cijfers ) over de bouw in het algemeen en over het gebruik van afzonderlijke bouwgrondstoffen en toeslagmaterialen in het bijzonder. Voor de berekening van de verschillende verbruiken uit deze beschikbare externe statistische brongegevens (indicatoren) wordt gebruikgemaakt van statistisch onderbouwde relaties (formules). Zo kan op een betrouwbare wijze een schatting worden gedaan van het verbruik, de import en de export van beton- en metselzand, grind en vervangende materialen in Nederland. In deze paragraaf werken we de indicatorenmethode uit voor 2009 op basis van de hiervoor gepresenteerde statistische cijfers. In hoofdstuk 5 toetsen we de uitkomsten van de indicatorenmethode aan de resultaten van voorliggend monitoringsonderzoek De indicatorenmethode Hieronder beschrijven we kort de formules die onderdeel uitmaken van de indicatorenmethode. Voor een gedetailleerd overzicht van de methode en de achtergronden van de ontwikkeling hiervan, verwijzen we naar het rapport De toekomst van de monitoring van bouwgrondstoffen; een indicatorenmethode voor het verbruik van beton- en metselzand, grind en vervangende materialen, MWH, november

26 Beton- en metselzand De indicatorenmethode voor beton- en metselzand bestaat uit een viertal afzonderlijke formules voor het bepalen van vier verschillende vormen van het verbruik: 1. Het verbruik aan de in-kant van het systeem op basis van de bouwinvesteringen (op basis van de historische relatie tussen de gemeten productie+import-export en de bouwinvesteringen). De berekening van de import uit Duitsland vormt een apart onderdeel hiervan. V in-kant = Inv bouw-cbs ,0 I DL-BMZ = Inv bouw-cbs ,17 + 0,57 * P LCCO-BMZ_(exclusief fijn) - P LCCO-BMZ - I UK-BMZ 2. Het verbruik aan de uit-kant van het systeem op basis van de bouwinvesteringen (op basis van de historische relatie tussen het gemeten verbruik en de bouwinvesteringen): V uit-kant -bouwinv = 2,65 * Inv bouw-cbs ,4 3. Het verbruik aan de uit-kant van het systeem op basis van industriële statistiek (cementverbruik, betonmortelproductie en asfaltproductie): V uit-kant -cementbetonasfalt = 0,2 * (P asf - V asfaltgran ) + 0,81 * P Vol-betonmortel + 1,43 * V cement - 0,3 4. Het verbruik aan de uit-kant van het systeem op basis van de bouwinvesteringen volgens de door Paul Ike bepaalde formule: V uit-kant -Ike = 1,1759 * Inv bouw-vrom-1989 Grind en steenslag De indicatorenmethode voor grof toeslagmateriaal (grind en steenslag) bestaat uit een drietal afzonderlijke formules voor het bepalen van drie verschillende vormen van het verbruik: 1. Het verbruik aan de in-kant van het systeem op basis van de bouwinvesteringen (op basis van de historische relatie tussen de gemeten productie+import-export en de bouwinvesteringen): V in-kant -grof = 1,4265 * Inv bouw - 2,86 2. Het verbruik aan de uit-kant van het systeem op basis van de bouwinvesteringen (op basis van de historische relatie tussen het gemeten verbruik en de bouwinvesteringen): V grof-bouwinvesteringen = 4,1 * Inv bouw - 60,5 3. Het verbruik aan de uit-kant van het systeem op basis van industriële statistiek (cementverbruik, betonmortelproductie en asfaltproductie); V uit-kant -cementbetonasfalt = 0,76 * P asf - 0,8 * V asfaltgran + 1,04 * P Vol-betonmortel + 1,74 * V cement - 0,4 4. Het verbruik aan de uit-kant van het systeem op basis van de bouwinvesteringen volgens de door het EIB bepaalde formule. V uit-kant -EIB = 1,56 * Inv woning-vrom ,815 * Inv utiliteit-vrom ,12 * Inv GWW- VROM

27 2.9 Inputgegevens 2009 De volgende statistische data zijn voor de indicatorenmethode gebruikt: Indicator waarde eenheid referentiejaar Inv bouw-cbs(1987) 22,35 miljard 1987 Inv bouw-vrom(1989) miljoen fl 1989 Inv woning-vrom(1989) miljoen ,262 miljard 1989 Inv utiliteit-vrom(1989) miljoen ,166 miljard 1989 Inv GWW-VROM(1989) miljoen ,269 miljard 1989 P asf 10,28 miljoen ton V asfaltgranulaat 3,4 miljoen ton P betonmortelvolume 9,27 miljoen m 3 V cement 5,3 miljoen ton P LCCO-BMZ 11,69 miljoen ton P LCCO-BMZ(fijn) 15,4 miljoen ton P UK-BMZ 1,55 miljoen ton inflatie t/m , Uitwerking indicatorenmethode 2009 Hieronder zijn de resultaten van de indicatorenmethode voor het jaar 2009 weergegeven voor enerzijds beton- en metselzand en anderzijds grove toeslagmaterialen (grind en steenslag). Beton- en metselzand V in-kant -bouwinv waarvan import uit Duitsland: I DL-BMZ en met een totale export van: E BMZ 24,4 miljoen ton 9,9 miljoen ton 5,3 miljoen ton V uit-kant -bouwinv 25,8 miljoen ton V uit-kant -cementbetonasfalt 16,2 miljoen ton V uit-kant -Ike 28,8 miljoen ton Grind en steenslag V in-kant -bouwinv 29,0 miljoen ton V uit-kant -bouwinvesteringen 31,1 miljoen ton V uit-kant -cementbetonasfalt 23,9 miljoen ton V uit-kant -EIB 24,6 miljoen ton 27

28 28

29 3 Onderzoek onder producenten en handelaren 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk behandelt de resultaten van het onderzoek onder producenten en handelaren. Paragraaf 3.2 gaat in op de opzet en uitvoering van de enquête. In Paragraaf 3.3 t/m 3.6 zijn de resultaten van het onderzoek onder producenten en handelaren opgenomen. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de volgende onderzoeksdoelstellingen: het krijgen van inzicht in de productie van beton- en metselzand en grind onder de geënquêteerde bedrijven en het daaruit afgeleide dekkingspercentage t.o.v. de totale binnenlandse productie (Paragraaf 3.2); het krijgen van inzicht in de leveringen door producenten en handelaren van beton- en metselzand, grind en steenslag aan verbruikers (Paragraaf 3.3); het krijgen van inzicht in de productie van beton- en metselzand, grind en steenslag (Paragraaf 3.4); het krijgen van inzicht in de inkoop van beton- en metselzand, grind en steenslag (Paragraaf 3.5); het krijgen van inzicht in de import en export van beton- en metselzand, grind en steenslag (Paragraaf 3.6). 3.2 Uitvoering van het onderzoek Inhoud van de enquête In de enquête zijn ten eerste vragen opgenomen over de eigen winning van beton- en metselzand en grind in Nederland en de winning in het buitenland, zowel van zand, grind en steenslag, als van tout-venant. Verder is gevraagd naar de hoeveelheid en herkomst van ingekocht beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots. Zo ontstaat inzicht in de herkomst van het in Nederland door producenten en handelaren geleverde materiaal (Nederlandse winningen, buitenlandse winningen in bezit van (of gelieerd aan) Nederlandse bedrijven (import) en overige leveringen vanuit het buitenland (import)). Verder is de bedrijven gevraagd naar de hoeveelheden verkocht beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots aan de verschillende afnemerscategorieën ((tussen)handelaren, eindverbruikers, eigen verbruik en export). Op deze manier is het materiaal te volgen van de herkomst, via de handel tot aan de toepassing ervan. Het enquêteformulier is integraal opgenomen in Bijlage A Samenstelling van de enquêtegroep Ten behoeve van de enquête is in eerste instantie gebruik gemaakt van de adressenbestanden van de brancheorganisaties van de zand- en grindwinnende industrie en van de zand- en grindleverende industrie: de brancheorganisatie voor zand- en grindproducenten (Cascade); de Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen (NVLB). 29

30 Het adressenbestand van de zand- en grindwinnende industrie is aangevuld met adresgegevens van vergunninghouders, afkomstig van de vergunningverlenende instanties. Het adressenbestand van leveranciers van bouwgrondstoffen is aangevuld met het vorig jaar gebruikte adressenbestand zodat ook leveranciers die geen lid zijn van de NVLB benaderd konden worden. In totaal zijn 151 bedrijven voor het onderzoek benaderd: 44 producenten (al dan niet met handelsactiviteiten); 107 handelaren ((vermoedelijk) zonder eigen productie). Op basis van de productie- en leveringencijfers van 2008 is bepaald welke bedrijven het grootste marktaandeel hebben. Deze zijn apart benaderd voor verkrijging van hun cijfers Uitvoering van de enquête Afhankelijk van de brancheorganisatie waar de bedrijven lid van zijn, zijn deze op verschillende manieren benaderd. NVLB-leden en Cascade-leden Alle kleinere zand- en grindproducenten en -handelaren die lid zijn van de NVLB en/of Cascade zijn schriftelijk over het onderzoek op de hoogte gebracht waarbij tevens een aanbevelingsbrief van de NVLB en Cascade is gevoegd. De enquête is meegestuurd aan zowel de producenten als handelaren. Daarnaast zijn deze bedrijven ook telefonisch benaderd voor de afname van de enquête. Grote zand- en grindproducenten en -handelaren zijn schriftelijk over het onderzoek op de hoogte gebracht. Deze bedrijven zijn vervolgens bezocht voor afname van de enquête of de enquête is in overleg met het betreffende bedrijf telefonisch of schriftelijk afgenomen. Overige producenten De overige producenten zijn schriftelijk over het onderzoek op de hoogte gebracht en telefonisch benaderd voor afname van de enquête. Overige handelaren De overige handelaren hebben de enquête per post ontvangen. Indien deze na verloop van tijd niet gereageerd hadden zijn ze ook telefonisch benaderd voor het afnemen van de enquête Absoluut responspercentage Van de in totaal 44 benaderde producenten is bij 17 bedrijven de enquête afgenomen. 13 producenten gaven aan niet (meer) actief te zijn als producent of handelaar in beton- en metselzand en/of grind. Van de 107 benaderde, niet producerende, handelaren is de enquête bij 25 bedrijven afgenomen. Twaalf bedrijven gaven aan niet (meer) actief te zijn als handelaar in beton- en metselzand en/of grind en voor vijf bedrijven is het deelnameformulier aan de enquête onbestelbaar retour gekomen. Het aantal niet (meer) actieve bedrijven is aanmerkelijk groter dan in de afgelopen jaren. Dit aantal is deels te verklaren doordat de verzendlijst is bijgewerkt met nieuwe adressen van marktselect. Deze lijst staat erom bekend dat er adressen op voorkomen van bedrijven die wel gerelateerd zijn aan de beton- en metselzandbranche maar zelf geen handelaar en/of producent zijn. 30

31 De responsresultaten zijn weergegeven in Tabel 3.1. Tabellen C.1 en C.2 in Bijlage C geven meer informatie over de respondenten. Deze zeggen overigens niet erg veel over de betrouwbaarheid aangezien sommige bedrijven veel meer produceren of verhandelen dan anderen (zie paragraaf 3.2.6). Het aantal respondenten en het responspercentage onder zowel de producenten als de handelaren zonder eigen productie is hoger dan vorig jaar. Met name de lage respons onder de handelaren wordt als negatief punt beschouwd met betrekking tot de betrouwbaarheid van het onderzoek. Tabel 3.1. Respons in aantallen producenten en handelaren bij het onderzoek over 2009 startpopulatie (1) uitval (2) actieve populatie (3) responsaantal (4) absoluut responspercentage producenten % handelaren % totaal % (1) (2) (3) (4) Alle bij de start van het onderzoek benaderde bedrijven. Uitval vanwege onbestelbaar, geen productie/handel, etc. Actieve populatie (startpopulatie min uitval) Het aantal bedrijven, waarvan de gegevens in dit onderzoek zijn verwerkt Correctie resultaten Het is dit jaar noodzakelijk gebleken de cijfers op enkele punten te corrigeren aan de hand van beschikbare externe statistiek, alvorens de cijfers op te hogen voor de totale producentenpopulatie en de totale handelarenpopulatie. Deze correctie betreft de import van tout-venant, de winning van Noordzeezand en de winning van grind. Tout-venant Tout-venant wordt in Nederland maar door enkele handelaren geïmporteerd. Deze maakten dit jaar nauwelijks deel uit van de responsgroep, waardoor er geen representatieve hoeveelheid tout-venant import gerespondeerd is. Om zand en grind uit tout-venant toch op een representatieve wijze in de cijfers mee te kunnen nemen is, op basis van de exportcijfers van de UK (zie paragraaf 2.3), een (fictieve) handelaar toegevoegd die enkel tout-venant importeert en dit geclassificeerd aan de handel levert. De grootte hiervan gebaseerd op de statistisch betrouwbare export vanuit de UK (zie paragraaf 2.3). Noordzeezand In Nederland zijn er maar enkele bedrijven die (relatief fijn) beton- en metselzand winnen op de Noordzee. Omdat dit geheel andere bedrijven zijn dan de op het land actieve producenten, is het lastig deze op een representatieve wijze in de cijfers opgenomen te krijgen. Het blijkt dat geen van deze bedrijven dit jaar aan het onderzoek heeft meegedaan, waardoor de hoeveelheid Noordzeezand niet voldoende in de responscijfers is opgenomen. Om deze stroom toch op een betrouwbare wijze in de cijfers op te kunnen nemen is, op basis van de productiecijfers van Rijkswaterstaat Dienst Noordzee, een fictieve stroom Noordzeezand toegevoegd. Deze wordt, eveneens op basis van de cijfers van Rijkswaterstaat Dienst Noordzee, voor de helft direct geëxporteerd naar België. 31

32 Grind In 2009 is de grindproductie in Nederland sterk gestegen door de start van diverse projecten in het kader van de Maaswerken. Helaas is een groot deel van deze grindproductie, door het ontbreken van de hierbij betrokken producenten binnen de respondenten, niet in gemonitord. Het producentenbestand dient op dit punt te worden aangepast. Omdat de grindproductie relatief laag is, leidt het missen van deze productie tot een niet-representatief lage productie die niet middels een ophoogfactor te herstellen is. Daarom is ervoor gekozen de gemiste grindproductie te compenseren door toevoeging van een fictieve stroom grind (0,8 miljoen ton), waarvan de hoogte gebaseerd is op de statistisch betrouwbare cijfers voor de grindproductie in Limburg. Deze stroom komt volledig ten goede van de handel, zodat de levering van grind aan verbruikers hier niet dor beïnvloed wordt Respons en dekking Respons op basis van leveringen aan eindverbruikers Door de responsresultaten voor de totale levering aan eindverbruikers te beschouwen en te vergelijken met het verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag zoals gerapporteerd door de NVLB (zie paragraaf 2.8), is een goed inzicht te krijgen in de dekking van de enquête (overigens ná de hierboven beschreven correcties). Dit is gedaan in Tabel 3.2. Hieruit blijkt de dekking van het onderzoek over 2009 met 59% wederom lager te zijn dan van de voorgaande onderzoeken. Deze dalende dekking is een aandachtspunt voor de betrouwbaarheid van het onderzoek. Tabel 3.2. Gemeten totale levering van beton- en metselzand, grind en steenslag aan Nederlandse eindverbruikers in 2008 en in 2009 (in miljoen ton) en hieruit berekend dekkingspercentage van de responsgroep op basis van de NVLB-cijfers. totale levering aan eindverbruikers NVLB 2009 dekkingspercentage beton- en metselzand 12,9 10,5 17,2 61% (gebroken) grind 11,3 8,8 13,4 66% steenslag 4,5 2,9 5,5 53% totaal 28,7 22,2 36,1 62% Relatieve dekking en omrekening naar de totale producentenpopulatie Om een beeld te krijgen van de totale productie, inkoop en leveringen van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots in Nederland door de gehele producentenpopulatie dienen de enquêteresultaten voor de producenten te worden opgehoogd voor de ontbrekende respons. De door de responsgroep (ná toevoeging van Noordzeezand) in Nederland gewonnen hoeveelheid beton- en metselzand is 10 miljoen ton. Dit is minder dan. De responsgroep dekt dus 65% van de totale binnenlandse productie aan beton- en metselzand volgens de vergunningverlenende instanties (15,4 miljoen ton; zie Tabel 3.3). Het dekkingspercentage is dit jaar lager dan in het onderzoek over

33 De door de responsgroep (na toevoeging van extra grindproductie) in Nederland gewonnen hoeveelheid grind bedraagt 2,1 miljoen ton. De gerespondeerde grindwinning dekt dus eveneens 65% van de totale binnenlandse productie aan grind volgens de vergunningverlenende instanties (3,2 miljoen ton; zie Tabel 3.3). Deze verschillen worden veroorzaakt doordat niet alle beton- en metselzand- en grindproducenten in Nederland aan het onderzoek hebben meegedaan. Om de respons te vertalen naar de gehele populatie zijn verschillende manieren mogelijk. Toepassing van één ophoogfactor van 1,5, zowel voor grind als voor beton- en metselzand, om de gemeten productie gelijk te krijgen aan de binnenlandse productie volgens de vergunningverlenende instanties, is de meest simpele en leidt tot een acceptabel resultaat. Deze ophoogfactor wordt toegepast op alle door de producenten gerespondeerde bouwgrondstofstromen. Tabel 3.3. Dekkingspercentage van de responsgroep ten opzichte van de totale binnenlandse productie van beton- en metselzand en grind in Nederland in 2009 volgens de vergunningverlenende instanties (in miljoen ton). totale productie respondenten (1) totale binnenlandse productie (2) dekkingspercentage ophoogfactor producenten beton- en metselzand 10,0 15,4 65% 1,5 (gebroken) grind 2,1 3,2 65% 1,5 totaal zand en grind 12,1 18,6 65% - (1) (2) ná correctie voor gemiste noordzeezandwinning en gemiste grindwinning inclusief ca. 3,7 miljoen ton op de Noordzee gewonnen bijmengzand Relatieve dekking en omrekening naar de totale handelarenpopulatie De resultaten van het onderzoek onder niet-producerende handelaren kunnen worden geijkt door te kijken naar de leveringen aan Nederlandse eindverbruikers. Deze kunnen worden vergeleken met de handelscijfers van de NVLB (zie Paragraaf 2.8). Door de gemeten leveringen aan Nederlandse eindverbruikers op te splitsen in enerzijds leveringen door producenten (ná ophoging middels de hierboven bepaalde ophoogfactor) en anderzijds leveringen door niet-producerende handelaren, en deze te vergelijken met de NVLB-cijfers kan inzicht worden verkregen in de relatieve dekking van de respons van de niet-producerende handelaren en kan een ophoogfactor worden bepaald voor het gedeelte van de niet-producerende handelaren. Ná toepassing van de ophoogfactor voor producenten, zou de levering door producenten aan eindverbruikers volledig gedekt moeten zijn. De resterende leveringen zijn gedaan door de nietproducerende handelaren. Op basis hiervan kan worden bepaald welke ophoogfactoren voor de handelarenrespons moeten worden toegepast om deze respons op te hogen voor de ontbrekende respondenten. Er is voor gekozen drie verschillende ophoogfactoren te hanteren, één voor beton- en metselzand (1,95), één voor grind (1,44) en één voor steenslag (1,96). Deze zijn weergegeven in de laatste kolom ophoogfactoren in Tabel

34 Tabel 3.4. Totaal van leveringen aan eindverbruikers door de niet-producerende handelaren (respons) en de producenten (na ophoging), en berekening van de opgehoogde leveringen aan eindverbruikers door de niet-producerende handelaren op basis van de totale leveringen volgens de NVLB (alles in miljoenen tonnen). Bron: producenten- en handelarenenquête tabel C.4 en C.5. levering door handelaren aan eindverbruikers (respons) leveringen door producenten aan eindverbruikers (na ophoging) schatting totale leveringen (NVLB; zie paragraaf 2.8) opgehoogde levering door handelaren aan eindverbruikers noodzakelijke ophoogfactoren beton- en metselzand 2,7 11,9 17,2 5,3 1,95 (gebroken) grind 4,5 6,9 13,4 6,5 1,44 steenslag 2,3 0,92 5,5 4,6 1,96 totaal 9,5 19,8 36,1 16,3-3.3 Leveringen door producenten en handelaren Aan de producenten en handelaren is gevraagd hoeveel beton- en metselzand, grind en steenslag zij geleverd hebben aan de verschillende afnemers (verbruikers in Nederland, (tussen)handelaren in Nederland, buitenlandse afnemers, grindbrekerijen, eigen verbruik en overigen (particulieren)). Zo ontstaat inzicht in de structuur van de sector. De resultaten staan gedetailleerd in de Bijlagetabellen C.4, C.5 en C Leveringen door producenten In Tabel 3.5 zijn de leveringen van zand, grind en steenslag door de producenten aan de verschillende afnemers weergegeven, zowel voor 2009 als voor De cijfers over 2009 voor de relatieve leveringen door producenten zijn vergelijkbaar met de cijfers over Het grootste verschil is te zien in het eigen verbruik. Verschuivingen tussen leveringen aan verbruikers en eigen verbruik worden verklaard door de per jaar verschillende manier waarop grote producenten de levering aan verbruikende zusterbedrijven rapporteren. Verder kunnen verschuivingen zijn opgetreden door de uitgevoerde correcties (toevoeging winning Noordzeezand en winning grind) en de gehanteerde verdeling van de levering daarvan aan handelaren en verbruikers. Tabel 3.5. Relatieve leveringen van beton- en metselzand, grind en steenslag door producenten per categorie afnemer in 2009 (op basis van cijfers na ophoging). Ter vergelijk zijn ook de cijfers voor 2008 weergegeven. Bron: 2009: producenten- en handelarenenquête tabel C.4, C.5 en C.6.; 2008: Stand van het zand XIV/Lint aan het grind XII. Leveringen producenten beton- en metselzand (gebroken) grind steenslag aan: handelaren Nederland 46% 36% 31% 48% 4% 3% verbruikers Nederland 44% 37% 63% 40% 78% 97% buitenland 8% 14% 0% 0% 0% 0% eigen verbruik 1% 6% 2% 10% 18% 0% grindbrekerijen - - 3% 2% - - particulieren 0% 7% 0% 1% 0% 0% 34

35 3.3.2 Leveringen door handelaren In Tabel 3.6 zijn de leveringen van zand, grind en steenslag door de handelaren weergegeven zowel voor 2009 als voor De cijfers over 2009 voor de relatieve leveringen door handelaren zijn grotendeels vergelijkbaar met de cijfers over Verschuivingen kunnen verklaard worden door de uitgevoerde correcties (toevoeging winning Noordzeezand en winning grind) en de gehanteerde verdeling van de levering daarvan aan handelaren en verbruikers. Tabel 3.6. Relatieve leveringen van beton- en metselzand, grind en steenslag door handelaren per categorie afnemer in 2008 (op basis van cijfers na ophoging). Ter vergelijk zijn ook de cijfers voor 2008 weergegeven. Bron: 2009: producenten- en handelarenenquête tabel C.4, C.5 en C.6.; 2008: Stand van het zand XIV/Lint aan het grind XII. Leveringen handelaren beton- en metselzand (gebroken) grind steenslag aan: handelaren Nederland 14% 25% 19% 8% 11% 44% verbruikers Nederland 67% 48% 74% 88% 84% 56% buitenland 18% 25% 2% 3% 1% 0% eigen verbruik 1% 1% 5% 2% 1% 0% grindbrekerijen - - 0% 0% - - particulieren 0% 1% 0% 0% 2% 0% Totale leveringen Om te corrigeren voor verschuivingen tussen als handelaar en als producent gedefinieerde (leverende) bedrijven, toont Tabel 3.7 de totale levering van beton- en metselzand, grind en steenslag door producenten en handelaren, zowel voor 2009 als voor Het eigen verbruik van de handelaren en producenten is voor wat betreft zand en grind toegenomen, ten koste van de levering aan verbruikers, waarschijnlijk vanwege de uitgevoerde correcties (toevoeging winning Noordzeezand en winning grind) en de gehanteerde verdeling van de levering daarvan aan handelaren en verbruikers. Tabel 3.7. Relatieve leveringen van beton- en metselzand, grind en steenslag door producenten en handelaren per categorie afnemer in 2008 (op basis van cijfers na ophoging). Ter vergelijk zijn ook de cijfers voor 2008 weergegeven. Bron: 2009: producenten- en handelarenenquête tabel C.4, C.5 en C.6; 2008: Stand van het zand XIV/Lint aan het grind XII. Alle leveringen beton- en metselzand (gebroken) grind steenslag aan: handelaren Nederland 35% 33% 26% 33% 11% 39% verbruikers Nederland 52% 40% 68% 57% 85% 61% buitenland 12% 17% 1% 1% 1% 0% eigen verbruik 1% 5% 3% 7% 1% 0% grindbrekerijen - - 1% 1% - - particulieren 0% 5% 0% 1% 2% 0% 35

36 3.4 Productie beton- en metselzand, grind en steenslag Om te kunnen voldoen aan de vraag naar beton- en metselzand, grind en steenslag hebben de producenten en handelaren verschillende bronnen. Ten eerste is dit de eigen productie, zowel in Nederland als in het buitenland. Tabel 3.8 geeft een overzicht van deze productie. Ter vergelijking zijn ook de totale productiecijfers over 2008 opgenomen. In het buitenland geproduceerd zand, bestemd voor levering aan het buitenland ( transiet-zand ) is buiten de cijfers gehouden. In tegenstelling to voorgaande jaren is er dit jaar spraken van een toename in de totale productie. Dit komt met name omdat zowel de productie van beton- en metselzand en grind als die van grind in Nederland is toegenomen. De productie in het buitenland is afgenomen in vergelijking met 2008 (min 0,5 miljoen ton). Tabel 3.8. Productie van beton- en metselzand, beton- en metselzand uit tout-venant, grind, grind uit tout-venant en steenslag, in Nederland en in het buitenland door producenten in 2009 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bron: 2009: producenten- en handelaren enquête, tabel C.3; 2008: Stand van het zand XIV/Lint aan het grind XII. Productie in Nederland en het buitenland binnenlandse productie (zie paragraaf 2.2) productie buitenland totale productie totale productie beton- en metselzand 15,4 2,4 17,8 16,8 zand uit tout-venant - 0,3 0,3 0,3 (gebroken) grind 3,2 1,9 5,1 4,5 grind uit tout-venant - 0,2 0,2 0,3 steenslag - 0,6 0,6 0,3 Totaal 18,6 5,4 24,1 22,2 3.5 Inkoop beton- en metselzand, grind en steenslag Behalve eigen productie in Nederland en het buitenland kopen veel producenten en handelaren materiaal in bij (andere) producenten, bij (andere) handelaren en in het buitenland. Tabellen 3.9 t/m 3.11 tonen de herkomst van ingekocht beton- en metselzand (Tabel 3.9), grind (Tabel 3.10) en steenslag (Tabel 3.11) Inkoop van beton- en metselzand De totale inkoop van beton- en metselzand is in 2009 met 2,6 miljoen ton gedaald ten opzichte van 2008 (zie Tabel 3.9). De inkoop bij producenten is in 2009 wederom gestegen (met 0,6 miljoen ton) ten opzichte van De import van beton- en metselzand is ten opzichte van 2008 gedaald met bijna 3 miljoen ton. Vermoedelijk is dit een gevolg van de toegenomen productie in Nederland in combinatie met de gedaalde vraag. 36

37 Tabel 3.9. Inkoop van beton- en metselzand en beton- en metselzand uit tout-venant door producenten en handelaren in 2009 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bron: 2009: producenten- en handelaren enquête, tabel C.12; 2008: Stand van het zand XIV/Lint aan het grind XII. Inkoop van beton- en metselzand door producenten door handelaren totaal % totaal van producenten 4,0 8,1 12,1 70% 11,5 van handelaren 0,0 0,1 0,1 0% 0,1 uit het buitenland 1,4 2,3 3,7 21% 6,5 uit tout-venant 0,1 1,4 1,5 9% 1,9 totale inkoop 5,5 11,8 17,4 20, Inkoop van grind De inkoop van grind is in 2009 (Tabel 3.10) ligt gedaald ten opzichte van 2008 (min 0,4 miljoen ton). Zowel de inkoop direct bij producenten alsmede bij handelaren is gestegen met respectievelijk 0,6 en 0,9 miljoen ton. De import van grind is in 2009 gedaald met 1,7 miljoen ton. Vermoedelijk is dit een gevolg van de toegenomen productie in Nederland in combinatie met de gedaalde vraag. Tabel Inkoop van grind en grind uit tout-venant door producenten en handelaren in 2009 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bron: 2009: producenten- en handelaren enquête, tabel C.12; 2008: Stand van het zand XIV/Lint aan het grind XII. Inkoop van grind door producenten door handelaren totaal % totaal van producenten 2,8 3,9 6,7 42% 6,1 van handelaren 0,1 1,0 1,0 6% 0,1 uit het buitenland 5,0 2,3 7,2 45% 8,9 uit tout-venant 0,1 1,1 1,2 7% 1,5 totale inkoop 7,9 8,3 16,2 16, Inkoop van steenslag De inkoopcijfers voor steenslag tonen aan dat in 2009 ruim 2 miljoen ton minder steenslag is ingekocht dan in 2008 (zie Tabel 3.11). Deze daling kan vermoedelijk verklaard worden door de toegenomen beschikbaarheid van grind. 96 % van de steenslag die wordt ingekocht komt uit het buitenland. 37

38 Tabel Inkoop van steenslag uit gebroken rots door producenten en handelaren in 2009 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bron: 2009: producenten- en handelaren enquête, tabel C.12; 2008: Stand van het zand XIV/Lint aan het grind XII. Inkoop van steenslag door producenten door handelaren totaal % totaal bij brekerijen 0,2 0,0 0,2 4% 0,4 bij handelaren 0,0 0,0 0,0 0% 0,4 in het buitenland 0,3 4,4 4,7 96% 6,2 totale inkoop 0,5 4,4 4,9 7,0 3.6 Import en export Beton- en metselzand, grind en steenslag worden zowel door producenten als handelaren naar Nederland geïmporteerd. Voor een deel betreft het beton- en metselzand en grind dat de producenten winnen uit eigen buitenlandse productielocaties, en voor een deel betreft het materiaal dat de handelaren en producenten in het buitenland inkopen van buitenlandse handelaren of producenten. Naast de import van beton- en metselzand en grind wordt er vooral vanuit Engeland en in mindere mate vanuit Duitsland ook tout-venant geïmporteerd. Dit is het direct gewonnen mengsel van zand en grind dat pas in Nederland wordt gescheiden in de verschillende componenten. Gemiddeld bestaat het geïmporteerde tout-venant voor ongeveer 45% uit grind en voor ongeveer 55% uit zand. Het Engelse tout-venant is over het algemeen wat grindiger (ca. 55% grind), terwijl het Duitse toutvenant voornamelijk uit zand bestaat (ca %) Import en export van beton- en metselzand De totale import van beton- en metselzand door producenten en handelaren bestaat uit zes componenten: 1. door Nederlandse producenten in het buitenland geproduceerd beton- en metselzand ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 2. het gedeelte beton- en metselzand uit door Nederlandse producenten in het buitenland geproduceerd tout-venant ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 3. de inkopen door producenten in het buitenland van beton- en metselzand ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 4. het gedeelte beton- en metselzand uit de inkopen van tout-venant in het buitenland door producenten ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 5. de inkopen van beton- en metselzand in het buitenland door handelaren ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 6. het gedeelte beton- en metselzand van door handelaren in het buitenland ingekocht tout-venant ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt. De export is gelijk aan de levering van beton- en metselzand aan het buitenland en bestaat uit twee componenten: 1. levering van beton- en metselzand aan het buitenland door producenten; 2. levering van beton- en metselzand aan het buitenland door handelaren. 38

39 In Tabel 3.12 zijn voor 2009 bovenstaande acht componenten weergegeven en de hieruit afgeleide totale import. Tabel 3.13 toont de cijfers voor 2009 in relatie tot die van voorgaande jaren. Op basis van de resultaten kan geconcludeerd worden dat de totale import van beton- en metselzand in 2009 door producenten en handelaren is gedaald naar in bijna 8 miljoen ton, waarvan 1,7 miljoen ton zand uit tout-venant. De import komt voor bijna de helft voor rekening van handelaren die het importeren uit het buitenland, ruim de helft is eigen productie in het buitenland en import door producenten. De export (grotendeels naar België) bedraagt in ,9 miljoen ton. De totale netto import van beton- en metselzand in 2009 is gedaald met ruim 5,5 miljoen ton in vergelijking met 2008 en bedraagt slechts 1,9 miljoen ton. Dit is lager dan voorgaande jaren. Deels kan deze daling verklaard worden door de gestegen productie van beton- en metselzand in Nederland (met name van Noordzeezand), deels met de gedaalde vraag in Nederland. Tabel Import en export van beton- en metselzand en zand uit tout-venant door producenten en handelaren in 2009 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bron: producenten- en handelaren enquête, tabel C.3, C.4, C.9 en C.12. Beton- en metselzand eigen productie in het buitenland import en export door producenten import en export door handelaren totaal 2009 Import beton- en metselzand 2,4 1,4 2,3 6,1 Import beton- en metselzand uit tout-venant 0,3 0,0 1,3 1,7 netto import beton- en metselzand 2,8 1,4 3,6 7,8 export beton- en metselzand - -3,2-2,6-5,9 totale import beton- en metselzand 2,8-1,8 1,0 1,9 Tabel Import en export van beton- en metselzand en zand uit tout-venant door producenten en handelaren in 2000 t/m 2009 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bron: 2009: producenten- en handelaren enquête, tabel C.3, C.4, C.9 en C.12; : Stand van het zand XIV/Lint aan het grind XII. Beton- en metselzand import 9,4 8,3 10,5 10,0 10,0 7,4 9,4 8,5 8,8 6,1 export -8,7-6,3-6,7-6,5-4,4-2,5-4,6-3,3-3,5-5,9 netto import 0,7 2,0 3,8 3,5 5,5 4,9 4,7 5,2 5,3 0,2 import uit tout-venant 2,3 0,6 1,3 3,5 2,5 2,4 2,3 1,3 2,1 1,7 totale import 3,0 2,6 5,1 7,0 8,0 7,3 7,0 6,5 7,5 1, Import en export van grind De import van grind door producenten en handelaren bestaat eveneens uit zes componenten: 1. door Nederlandse producenten in het buitenland geproduceerd grind ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 2. het gedeelte grind uit door Nederlandse producenten in het buitenland geproduceerd tout-venant ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 3. de inkopen door producenten in het buitenland van grind ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 39

40 4. het gedeelte grind uit de inkopen van tout-venant in het buitenland door producenten ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 5. de inkopen van grind in het buitenland door handelaren ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 6. het gedeelte grind van door handelaren in het buitenland ingekocht tout-venant ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt. De export is gelijk aan de levering van grind aan het buitenland en bestaat vanwege de verschillende ophoogfactoren uit twee componenten: 1. levering van grind aan het buitenland door producenten; 2. levering van grind aan het buitenland door handelaren. In Tabel 3.14 zijn voor 2009 deze acht componenten weergegeven en de hieruit afgeleide totale import. Tabel 3.15 toont de cijfers voor 2009 in relatie tot die voor 2002 t/m De import van grind is met 10,2 miljoen ton, waarvan 1,3 miljoen ton uit tout-venant, 3 miljoen ton lager dan in Dit kan verklaard worden met de gestegen productie van grind in Nederland en de gedaalde vraag. Tabel Import en export van grind en grind uit tout-venant door producenten en handelaren in 2009 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bron: producenten- en handelaren enquête, tabel C.3, C.5, C.11 en C.12 Grind (rond en gebroken) eigen productie in het buitenland import en export door producenten import en export door handelaren totaal 2009 import 1,9 5,0 2,3 9,1 import uit tout-venant 0,2 0,0 1,1 1,3 totale import 2,1 5,0 3,4 10,4 export - 0,0-0,2-0,2 netto import 2,1 5,0 3,2 10,2 Tabel Import en export van grind en grind uit tout-venant door producenten en handelaren in de periode na ophoging (miljoen ton). Bron: 2009: producenten- en handelaren enquête, tabel C.3, C.5, C.11 en C.12; : Stand van het zand XIV/Lint aan het grind XII. Grind (rond en gebroken) import 11,6 12,4 14,5 11,7 13,2 13,5 11,6 9,1 export -1,4-1,2-0,7-0,3-0,3-0,2-0,2-0,2 netto import 10,2 11,2 13,8 11,4 12,9 13,3 11,4 8,9 import uit tout-venant 2,0 1,9 2,1 1,7 2,0 1,1 1,8 1,3 totale import 12,2 13,1 16,0 13,1 14,9 14,4 13,2 10,2 40

41 3.6.3 Import en export van steenslag Bij de enquête onder producenten en handelaren is gevraagd naar de inkoop en de afzet van steenslag uit gebroken rots. Steenslag wordt zowel door producenten als handelaren naar Nederland geïmporteerd. Voor een deel betreft het steenslag dat de producenten winnen uit eigen buitenlandse productielocaties, en voor een deel betreft het materiaal dat de handelaren en producenten in het buitenland inkopen van derden (buitenlandse handelaren of producenten). De import van steenslag bestaat uit drie componenten: 1. door Nederlandse producenten in het buitenland geproduceerd steenslag uit gebroken rots ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 2. de inkopen door producenten in het buitenland van steenslag uit gebroken rots ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 3. de inkopen door handelaren in het buitenland van steenslag uit gebroken rots ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt. Steenslag wordt vanuit Nederland niet geëxporteerd. In Tabel 3.16 zijn voor 2009 bovenstaande drie componenten weergegeven en de hieruit afgeleide totale import en export. Tabel 3.17 toont de cijfers voor 2009 in relatie tot die voor 2001 t/m De import van steenslag is ten opzichte van 2008 gedaald met circa 1,3 miljoen ton, en is de laagst gemeten import van steenslag sinds Overigens moet worden opgemerkt dat een beperkt aantal bedrijven verantwoordelijk is voor een zeer groot deel van de steenslagimport. Het wel of niet responderen van deze bedrijven kan grote invloed hebben op de gemonitorde importcijfers. Tabel Netto import van steenslag door producenten en handelaren in 2009 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bron: producenten- en handelaren enquête, tabel C.3, C.6 en C.12 Steenslag eigen productie in het buitenland import door producenten import door handelaren Totaal 2009 netto import 0,6 0,3 4,4 5,3 Tabel Netto import van steenslag uit gebroken rots door producenten en handelaren in (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bron: 2009: producenten- en handelaren enquête, tabel C.4, C.6 en C.12; : Stand van het zand XIV, Lint aan het grind XII. Steenslag netto import 7,1 8,8 8,6 6,3 8,2 9,5 7,3 6,6 5,3 41

42 3.6.4 Importcijfers grove toeslagmaterialen Door te kijken naar de totale netto import van grove toeslagmaterialen (grind en steenslag samen) kan een verdere vergelijking worden gemaakt met voorgaande jaren (zie Tabel 3.18). Tot 2006 vertoont de import van grove toeslagmaterialen een gestage groei, die min of meer in lijn is met de dalende productie van grind in Nederland. Alleen in 2005 was de netto import van grove toeslagmaterialen gedaald, maar in 2006 is deze verder gestegen naar 24,4 miljoen ton. De in 2007 ingezette dalende lijn is in 2008 en 2009 doorgezet. De gemeten netto import van grove toeslagmaterialen in 2009 is 15,7 miljoen ton, het laagste niveau sinds Tabel Netto import van grove toeslagmaterialen (grind, grind uit tout-venant en steenslag uit gebroken rots) door producenten en handelaren in de periode (miljoen ton). Bron: 2009: producenten- en handelaren enquête; : Stand van het zand XIV, Lint aan het grind XII. grove toeslagmaterialen netto import grind 11,4 12,2 13, ,1 14,9 14,4 13,2 10,2 netto import steenslag 7,1 8,8 8,6 6,3 8,2 9,5 7,3 6,6 5,3 totale import 18,5 21,0 21,7 22,3 21,3 24,4 21,7 19,8 15,7 42

43 4 Onderzoek onder verbruikers 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het verbruik van beton- en metselzand, (gebroken) grind, steenslag uit gebroken rots en zand- en grindvervangende materialen in kaart gebracht aan de hand van de verbruikersenquête. In Paragraaf 4.2 en 4.3 wordt de opzet van de verbruikersenquête besproken. Paragrafen 4.4 en 4.5 gaan in op de respons en lichten toe hoe de responsresultaten zijn opgehoogd. Het onderzoek onder verbruikers moet antwoord geven op de volgende primaire onderzoeksdoelstellingen: het in kaart brengen van het verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind onder betonmortel- en betonproductenfabrikanten en asfaltinstallaties in Nederland (Paragraaf en 4.7.1); het in kaart brengen van het relatieve verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind onder betonmortel- en betonproductenfabrikanten en asfaltinstallaties per type eindverbruiker (Paragraaf en 4.7.2); het in kaart brengen van de import van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag door betonmortel- en betonproductenfabrikanten en asfaltinstallaties (Paragraaf 4.8); het in kaart brengen van het verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen onder betonmortel- en betonproductenfabrikanten en asfaltinstallaties (Paragraaf 4.9); het in kaart brengen van het verbruik van grindvervangende materialen onder betonmortel- en betonproductenfabrikanten en asfaltinstallaties (Paragraaf 4.10). 4.2 Opzet van de enquête Inhoud van de enquête Het verbruikersenquêteformulier is integraal opgenomen in Bijlage B. In de enquête zijn ten eerste vragen opgenomen over het karakter van het geënquêteerde bedrijf (hoofd- of nevenvestiging, verbruikerscategorie, aantal werknemers). Verder gaat de enquête in op de hoeveelheid en de herkomst van het toegepaste beton- en metselzand, gebroken (grind) en steenslag uit gebroken rots en op het verbruik van zand- en grindvervangende materialen Verbruikerscategorieën De volgende categorieën verbruikers van beton- en metselzand, grind en steenslag worden in dit onderzoek onderscheiden: betonsector: betonproductenfabrikanten; betonmortelfabrikanten; asfaltinstallaties. In dit onderzoek is, net als voorgaande jaren, geen enquête gehouden onder de aannemerij, maar uitsluitend onder de beton- en asfaltsectoren. 43

44 4.2.3 Ondersteuning brancheorganisaties Zoals gebruikelijk heeft de brancheorganisatie van asfaltproducenten, VBW-Asfalt, weer haar medewerking aan het onderzoek verleend door de aanlevering van haar ledenlijst en de opstelling van een aanbevelingsbrief voor haar leden. De VOBN heeft ook dit jaar van medewerking afgezien omdat zij niet het idee heeft dat de verzamelde data van invloed zijn op het gevoerde beleid. Ook de vertrouwelijkheid van eventueel bedrijfsgevoelige informatie is een punt van zorg voor de VOBNleden. Ook de BFBN heeft niet actief aan het onderzoek meegewerkt Het afnemen van de enquêtes Onder de asfaltproducenten en de bedrijven in de betonsector zijn de enquêtes schriftelijk toegezonden waarna de retour ontvangen ingevulde enquêtes zijn ingevoerd in de database. Ter verhoging van de respons zijn de bedrijven ook nog telefonisch benaderd, waarna nog een groot aantal enquêtes telefonisch is afgenomen. Daarbij is gebruikgemaakt van een speciaal voor dit onderzoek ontwikkelde digitale versie van de monitoringsenquête die conform een ontwikkeld enquêteprotocol is ingevuld. 4.3 Verbruikerspopulatie Samenstelling verbruikerscategorieën Betonsector De betonsector bestaat uit twee verbruikerscategorieën: de betonproductenfabrikanten en de betonmortelfabrikanten. De adressen van de bedrijven in deze groepen zijn verzameld door combinatie van het Marktselect bedrijvenbestand met de ledenlijsten van de brancheorganisaties: Categorie Betonproducten : Marktselect: vervaardiging van producten van beton voor de bouw (code 23611); Categorie Betonmortel : Marktselect: vervaardiging van stortklare beton (code 2363); Marktselect: vervaardiging van mortel (code 2364); ledenlijst Vereniging van Ondernemingen in betonmortel in Nederland (VOBN; van internet); In de betonsector zijn alle bedrijven aangeschreven. Asfaltproducenten De adressen van de asfaltproducerende bedrijven zijn verkregen van de Vereniging tot bevordering van Werken in Asfalt (VBW-Asfalt). Deze zijn benaderd voor het afnemen van de enquête. Aanpassing adressen Voor zover die bekend zijn geworden uit het onderzoek van vorig jaar, zijn wijzigingen en onjuistheden in de adressen aangepast. 44

45 4.3.2 Groottecategorieën Voor de categorieën Betonproducten en Betonmortel zijn de bedrijven ingedeeld per groottecategorie: minder dan 10 werknemers, 10 t/m 19 werknemers, 20 t/m 49 werknemers, 50 werknemers of meer. Tabel 4.1 toont per verbruikerscategorie en per groottecategorie het aantal bedrijven in de gebruikte adressenbestanden (na controle op dubbelingen e.d.). Ten opzichte van het onderzoek over 2008 vallen de volgende veranderingen op met betrekking tot het aantal actieve bedrijven per categorie: in 2008 bestond de gebruikte populatie uit 114 betonmortelproducenten, nu uit 88 (-23 %); in 2008 bestond de gebruikte populatie uit 309 betonproductenfabrikanten, nu uit 225 (-27%). Beide punten worden hoofdzakelijk veroorzaakt door het feit dat er bij het maken van de adreslijsten dit jaar is gelet op onjuistheden in de bestaande lijst. Deels bevatte de lijst van vorig jaar nietbestaande bedrijven (niet actief, actief in andere sector, leeg bedrijf, dubbeling met ander bedrijf in de lijst, etc.) die middels controle op basis van de enquêteresultaten over onderzoeksjaar 2008 uit de lijst verwijderd zijn. Ook zijn voor één moederbedrijf alle dochterbedrijven verwijderd. Daarnaast zijn nieuwe intreders vanuit nieuwe Marktselectbestanden toegevoegd. Uiteindelijk zijn ook de resultaten van de enquête over 2009 gebruikt om niet-actieve bedrijven uit de lijst te verwijderen. Ook zijn bedrijven soms samengevoegd omdat er sprake van overnames is geweest. Netto waren er dus duidelijk minder nieuwe intreders dan bedrijven die verwijderd zijn uit de lijst. Tabel 4.1 Totale startpopulatie, populatie na screening, en respons naar categorie en werknemersklasse. actieve populatie bedrijven percentage steekproef benaderde actieve bedrijven absolute respons respons waarvan nulverbruikers waarvan verbruikers verbruikerscategorie responspercentage Asfalt % % Betonmortel Betonproducten < % % % % % % 50-> 9 100% % totaal % < % % % % % % 50-> % % totaal % totaal % 45

46 4.4 Respons Absolute en procentuele respons De absolute respons bestaat uit twee categorieën: bedrijven waarvoor de gehele enquête is afgenomen; bedrijven die aangegeven hebben wél in de betreffende branche actief te zijn, maar geen betonen metselzand of grind verbruiken, (zogenaamde nul-verbruikers ; zie Tabel 4.1). De absolute respons onder de beton- en asfaltbedrijven is dit jaar met 122 bedrijven aanzienlijk lager dan vorig jaar. De absolute respons in de betonmortelsector is afgenomen met circa 41 % ten opzichte van Een mogelijke verklaring hiervoor is dat één grote betonmortelproducent met verschillende vestigingen dit jaar als moederbedrijf is aangeschreven en dus één enquête heeft geleverd terwijl in 2008 bij bijna alle vestigingen een enquête is afgenomen. De absolute respons onder de betonproductenfabrikanten is dit jaar gedaald met circa 37 %. Ook de absolute respons onder de asfaltbedrijven is dit jaar afgenomen. Het totale responspercentage over alle categorieën is dit jaar echter wel te vergelijken met vorig jaar (36% in 2009, 39% in 2008). De voor een representatief monitoringsonderzoek vereiste responsaantallen (50 respondenten in de beide betoncategorieën) worden dit jaar weer niet gehaald in de betonmortelsector. Dit is echter ook niet realistisch aangezien ruim 60% van de betonmortelbedrijven zou moeten meewerken om de 50 respondenten te halen. De bedrijven die mee hebben gewerkt dekken echter wel ruim 45% van het productievolume aan betonmortel, dat geproduceerd is in Nederland in 2009 (zie paragraaf 4.5). Wat verder opvalt, is het hoge aantal nulverbruikers in de betonproductensector. Van de 83 bedrijven waarbij de enquête is afgenomen geven 50 bedrijven aan dat ze geen beton- en metselzand, grind of steenslag verbruiken. Dit is mogelijk te verklaren doordat er in de Marktselect bedrijvenlijst bedrijven zijn opgenomen die wel betonproducten bewerken zonder zelf beton te maken. Dit beton wordt dan als kant-en-klaar product aangeleverd Respons hoeveelheid beton- en metselzand, grind, steenslag De respons gemeten in de hoeveelheid toegepast (ingekocht) beton- en metselzand is met 5,5 miljoen ton op het laagste niveau sinds 2000 en vergelijkbaar met De gemeten hoeveelheid toegepast grind is met 5,7 miljoen ton duidelijk lager dan vorig jaar en op vergelijkbaar niveau met 2003 en De gemeten hoeveelheid toegepast steenslag valt iets lager uit dan de vorig jaar, maar is nog altijd vrij hoog. Tabel 4.2. Gemeten inkoop van beton- en metselzand, grind en steenslag vóór ophoging (miljoen ton). Bron: : Voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het grind onderzoeken; 2009: Verbruikersenquête, tabellen D.1, D.4 en D.5. jaar toegepast beton- en metselzand 9,1 11,6 16,6 6,4 5,7 7,1 9,5 12,1 8,3 5,5 toegepast grind 8,9 10,1 16,2 5,2 5,1 6,7 7,9 11,2 8,5 5,7 toegepast steenslag - 2,2 3,5 1,7 1,2 2,3 4,6 4,4 4,1 3,9 46

47 4.5 Correctie resultaten Ophoging betonsectoren De respons in de betonsector is opgehoogd o.b.v. het aantal actieve bedrijven per groottecategorie Controle aan de hand van industriële statistiek Productievolume betonmortelindustrie Het productievolume van de responsgroep na ophoging is vergeleken met het productievolume aan betonmortel zoals geregistreerd door de VOBN (waarbij ruim 130 betoncentrales zijn aangesloten). Dit volume geldt voor de gehele sector en is opgesteld door de VOBN middels extrapolatie. Uit de in Tabel 4.3 gepresenteerde cijfers blijkt dat het productievolume van de respondenten na ophoging lager is dan het productievolume volgens de industrie. Een waarschijnlijke oorzaak is dat in het gehanteerde adressenbestand niet alle bedrijven aanwezig zijn die in de Nederlandse betonmortelsector actief zijn geweest in De dekkingsgraad na ophoging is 92%. Voor de betonmortelindustrie is besloten een extra verhoogfactor van circa 1,1 toe te passen (zie Tabel 4.3), zodat een goed beeld verkregen wordt van het daadwerkelijke verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag door deze sector. De uiteindelijk per groottecategorie gehanteerde ophoogfactor in de betonproductenindustrie is weergegeven in Tabel 4.4. Productievolume betonproductenindustrie Omdat er geen gegevens van de BFBN aanwezig zijn over het landelijke productievolume aan betonproducten, is er in 2008 al gezocht naar andere bronnen voor de productiegegevens. Op basis van marktonderzoek over 2007 heeft het Cement&BetonCentrum aangegeven dat de verhouding betonmortel/betonproducten in 2008 uitkomt op 63/37. Deze verhouding is ook in 2009 toegepast. Op basis van het productievolume van de betonmortelindustrie van 9,3 miljoen m 3 is het volume in 2009 te schatten op 5,5 miljoen m 3. Uit de in Tabel 4.3 gepresenteerde cijfers blijkt dat het productievolume van de respondenten in de betonproductensector na ophoging circa 3,3 miljoen m 3 bedraagt, dus aanmerkelijk lager dan het productievolume volgens de industrie. Net als bij de betonmortelindustrie ligt de oorzaak hiervoor vermoedelijk in het gehanteerde adressenbestand, waarin mogelijk niet alle bedrijven zijn opgenomen die actief. Bovendien blijkt de gehanteerde ophoging op basis van groottecategorie niet erg goed te werken, omdat productievolume en bedrijfsgrootte door sterk wisselende bewerkelijkheid van producten, niet direct aan elkaar gerelateerd zijn. Voor de betonproductenindustrie is besloten een extra verhoogfactor van circa 1,7 toe te passen (zie Tabel 4.3), zodat een goed beeld verkregen wordt van het daadwerkelijke verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag door deze sector. De uiteindelijk per groottecategorie gehanteerde ophoogfactor in de betonproductenindustrie is weergegeven in Tabel 4.4. Asfaltindustrie Binnen de asfaltindustrie zijn er enkele moederbedrijven die belangen hebben in meer dan de helft van de asfaltcentrales in Nederland. Omdat ophogen naar bedrijfsgroottecategorie niet zinvol wordt geacht is ervoor gekozen om, in tegenstelling tot voorgaande jaren, alleen gebruik te maken van een correctie factor die bepaald is op basis van het productievolume in vergelijking met het door de asfaltbranche gerapporteerde verbruik. Deze ophoogfactor komt in 2010 uit op 1,1 (zie Tabel 4.3). 47

48 Tabel 4.3. Productievolume voor asfalt (in miljoen ton) en betonmortel en betonproducten (in miljoen kubieke meter) volgens de industrie en onder de respondenten (gerespondeerd en na ophoging o.b.v. groottecategorie), dekkingspercentage na ophoging en onbepaalde ophoogfactor o.b.v. het productievolume. Bron: betonmortel: VOBN, december 2010; betonproducten: Cement&BetonCentrum, december 2010; productievolumina respondenten: verbruikersenquête. categorie productievolume volgens industrie productievolume respondenten (respons) productievolume respondenten (na ophoging) dekkingspercentage na ophoging ophoogfactor op basis van productievolume asfalt 10,3 9, ,1 betonmortel 9,3 4,2 8,5 92% 1,1 betonproducten 5,5 1,1 3,3 59% 1,7 Tabel 4.4. Verbruikerscategorie betonmortel Actieve populatie, absolute respons en berekende uiteindelijke ophoogfactor per categorie en werknemersklasse. groottecategorie actieve populatie benaderde bedrijven absolute respons uiteindelijke ophoogfactor < , , ,5 50-> ,0 < ,3 betonproducten , ,3 50-> ,4 4.6 Het verbruik van beton- en metselzand Inkoop en verbruik van beton- en metselzand Beton- en metselzand wordt door verbruikers ingekocht bij Nederlandse zandproducenten, bij Nederlandse handelaren, of rechtstreeks in het buitenland. In enkele gevallen kan het ook afkomstig zijn van eigen productie. In tabel 4.5 wordt de herkomst van het ingekochte beton- en metselzand voor de periode 2000 tot en met 2009 weergegeven. De totale inkopen zijn gelijk aan het verbruik, als er geen voorraadvorming heeft plaatsgevonden door de verbruikers. Daarbij moet worden opgemerkt dat het voor een verbruiker niet altijd duidelijk is of hij het inkoopt bij een handelaar of bij een producent. Er is dan ook besloten om de enquête over 2009 hierop aan te passen. De twee categorieën producenten en handelaren zijn samengevoegd tot de categorie inkoop in Nederland. De totale inkoop na ophoging, en dus het totale gemeten verbruik (in de beton- en asfaltsectoren), van beton- en metselzand in 2009 komt uit op ca. 14,5 miljoen ton. Dit is ca. 4,4 miljoen ton minder dan in

49 Figuur 4.1 toont de jaarlijkse fluctuaties van het gemeten verbruik, de sterke daling in 2004 en het lichte herstel in 2005 en Vanaf 2007 en 2008 is het geraamde verbruik in de aannemerij hierin extra opgenomen. Voor de jaren 2007 en 2008 is dit verbruik geschat op circa 2,5 miljoen ton. In verband met de recessie is het verbruik van de aannemerij in 2009 bijgesteld naar 2,0 miljoen ton. Hoewel het gemeten verbruik over het algemeen de economische ontwikkelingen volgt, is de (kleine) daling in 2007 daar niet mee in lijn. Het hoge verbruik in 2008 en de sterke daling in 2009 echter wel. Dit suggereert dat er in 2007 een te laag verbruik is gemeten. Overigens is de daling in 2009 met 23% wel veel groter dan verwacht (5. Ongeveer 80% van het door de beton- en asfaltindustrie gebruikte beton- en metselzand is in 2009 ingekocht bij Nederlandse producenten of handelaren. Circa 2% wordt door de verbruikers zelf gewonnen. In vergelijking met voorgaande jaren valt op dat de inkoop in Nederland op het laagste niveau is sinds De inkoop uit het buitenland en het verbruik uit eigenwinning zijn op vergelijkbaar niveau met vorig jaar. Tabel 4.5. Totale inkoop van beton- en metselzand door verbruikers naar herkomstcategorie na ophoging, periode (in miljoen ton). Vanaf 2007 EXCLUSIEF de inkoop door de aannemerij. Vanaf 2009 zijn de herkomstcategorieën beton- en metselzandproducenten en handelaren samengevoegd tot de categorie inkoop binnenland. Bron: : Stand van het Zand XIV, Lint aan het grind XII; 2009: Verbruikersenquête, tabel D.1. jaar beton- en metselzandproducenten 7,2 7,3 6,9 6,4 3,0 4,1 5,0 5,9 8,7 11,5 inkoop binnenland handelaren 14,3 13,0 11,7 10,0 12,4 11,0 13,0 9,2 7,4 eigen productie 0,3 3,8 3,5 1,3 0,9 0,2 0,2 0,2 0,2 0,3 buitenland 1,1 3,1 3,5 3,6 0,5 2,6 0,8 0,5 2,6 2,6 Totale inkoop (= VERBRUIK) 22,9 27,2 25,7 21,2 16,8 17,9 19,0 15,8 18,9 14, verbruik (miljoen ton) jaar Figuur 4.1. Grafische weergave van het gemeten verbruik van beton- en metselzand na ophoging periode (miljoen ton). Vanaf 2007 is een schatting van het verbruik door de aannemerij bij het verbruik opgeteld ( : 2,5 miljoen ton, 2009: 2 miljoen ton; oranje deel). Bron: : Stand van het Zand XIV, Lint aan het grind XII; 2009: Verbruikersenquête, tabel D.1. 49

50 De rechtstreekse import door verbruikers is in 2009 verder gestegen naar bijna 18% van het landelijk verbruik (circa 2,6 miljoen ton). De absolute hoeveelheid is echter gelijk gebleven aan die van Het stijgende percentage wordt dan ook veroorzaakt door de sterk gedaalde inkoop in Nederland. De sterk gedaalde vraag naar beton- en metselzand komt dus voornamelijk terecht bij de Nederlandse handelaren en producenten Verbruik van beton- en metselzand per verbruikerscategorie Het verbruik per categorie eindverbruiker is weergegeven in Tabel 4.6 en grafisch in Figuur 4.2. Ten opzichte van 2008 valt op dat het relatieve verbruik door de asfaltsector, de betonproducten- en de betonmortelfabrikanten zo goed als niet is veranderd. Het absolute verbruik is voor alle drie de branches sterk afgenomen. Opvallend is wel dat ondanks een sterk gestegen asfaltproductie in 2009 het verbruik van beton- en metselzand binnen deze sector met circa 12% is afgenomen. Het vermoeden bestaat dat dit komt door een fout in de cijferverzameling bij de drie grootste asfaltproducenten in Nederland. Er lijkt bij deze producenten circa 20% te weinig aan toeslagmaterialen opgegeven te zijn in vergelijking met het asfaltproductievolume. Als je deze verhoging meeneemt dan kom je uit op een iets hoger verbruik van beton- en metselzand in de asfaltbranche dan in De daling in de beton sector was op basis van de economische situatie te verwachten. Het verbruik van beton- en metselzand is echter veel meer gedaald dan verwacht (namelijk 25% voor de betonmortel sector en 22% voor de betonproductensector, terwijl ca. 13% op basis van het gedaalde cementverbruik verwacht was). Tabel 4.6. Het totale en relatieve verbruik na ophoging van beton- en metselzand per categorie eindverbruiker in 2008 en 2009 (ton). Bron: 2008: Stand van het Zand XIV, Lint aan het grind XII; 2009: verbruikersenquête, tabel D categorie hoeveelheid percentage hoeveelheid percentage asfaltinstallaties % % betonmortelfabrikanten % % betonproductenfabrikanten % % Totaal % 36% asfaltinstallaties betonmortelfabrikanten betonproductenfabrikanten 58% Figuur 4.2. Relatieve verbruik van beton- en metselzand door de verschillende eindverbruikers in

51 Er is ook onderzocht waarvoor het verbruikte beton- en metselzand is toegepast. In de meeste verbruikerscategorieën wordt het zand namelijk voor verschillende toepassingen gebruikt. Tabel 4.7 geeft een overzicht van de verschillende toepassingen per verbruikerscategorie. Uit de totale toepassing blijkt dat door de betonbranche in totaal 7,9 miljoen ton beton- en metselzand voor mortel is gebruikt en 5,5 miljoen ton direct is toegepast in betonproducten. In asfalt is in 2009 ca. 0,8 miljoen ton beton- en metselzand verwerkt. De toepassing anders, bevat dit jaar (net als voorgaande jaren) slechts een verwaarloosbare hoeveelheid beton- en metselzand, omdat de aannemerij niet bevraagd is. Tabel 4.7. Relatieve toepassing van beton- en metselzand per categorie eindverbruiker en per toepassing na ophoging in 2009 (in miljoen ton). Bron: Verbruikersenquête, tabel D.6. Asfaltproducentelproducenductenfabri- Betonmor- Betonpro- totaal percentage hoeveelheid toepassing ten kanten asfalt 99,4% - - 6% 0,8 betonmortel (voor verkoop) - 92,1% 0,7% 54% 7,9 betonmortel (eigen verwerking) - 0,2% - 0% 0,0 betonproducten - 4,9% 97,6% 38% 5,5 metsel- en voegmortel - 1,7% 1,7% 2% 0,2 overige zand-/cementmortels - 1,1% - 1% 0,1 stucwerk en betonreparatie 0,1% - - 0% 0,0 anders 0,5% - - 0% 0,0 4.7 Het verbruik van grind in Nederland Inkoop en verbruik van grind Grind wordt net als beton- en metselzand door verbruikers ingekocht bij Nederlandse grindproducenten, bij Nederlandse handelaren, of rechtstreeks in het buitenland. In enkele gevallen kan het ook afkomstig zijn van eigen productie. In Tabel 4.8 wordt de herkomst van het ingekochte grind voor de periode 2000 tot en met 2009 weergegeven. De totale inkopen zijn gelijk aan het verbruik (exclusief voorraadvorming door verbruikers). Daarbij moet worden opgemerkt dat het voor een verbruiker niet altijd duidelijk is of hij het inkoopt bij een handelaar of bij een producent. Er is dan ook besloten om de enquête over 2009 hierop aan te passen. De twee categorieën producenten en handelaren zijn samengevoegd tot de categorie inkoop in Nederland. De totale inkoop na ophoging -en dus het totale gemeten verbruik- van grind in 2009 komt uit op 13,1 miljoen ton. Daarvan is 11,5 miljoen ton (88%) rond grind en 1,6 miljoen ton (12%) gebroken grind (zie Bijlage D, tabel D.2 en D.3). Daarbij moet worden opgemerkt dat het verbruik van grind door de aannemerij dit jaar -net als in 2007 en niet gemonitord is. In 2006 bedroeg dit ca. 0,8 miljoen ton. Aangezien de productie van betonmortel en betonproducten op ongeveer gelijk niveau is als in 2006 is dit getal ook toegepast voor Het verbruik van 13,9 miljoen ton (inclusief 0,8 miljoen ton geschat verbruik door de aannemerij) betekent een sterke daling ten opzichte van 2008 van 5 miljoen ton en is hiermee op gelijk niveau als in Dit is wel in lijn met wat we eerder voor beton- en metselzand zagen. 51

52 Van het in de beton- en asfaltbranche verbruikte grind werd 73% betrokken van handelaren en producenten in Nederland en 27% werd rechtstreeks uit het buitenland geïmporteerd. De rechtstreekse import van grind door verbruikers in 2009 van 3,5 miljoen ton is vrijwel gelijk aan de grindimport door verbruikers in De sterke daling in het verbruik van grind komt dan ook direct voor rekening van de Nederlandse grindhandelaren en producenten. De daling is echter wel meer dan op basis van de economische situatie verwacht zou worden. Tabel 4.8. Totale inkoop van rond en gebroken grind door verbruikers na ophoging naar herkomstcategorie (in miljoen ton). Vanaf 2007 EXCLUSIEF de inkoop door de aannemerij. Vanaf 2009 zijn de herkomstcategorieën grindproducenten en handelaren samengevoegd tot de categorie inkoop binnenland. Bron: : Stand van het Zand XIV, Lint aan het grind XII; 2009: Verbruikersenquête, tabel D.4. jaar grindproducenten inkoop 5,4 4,8 4,7 4,4 1,6 3,2 2,4 4,5 7,9 handelaren binnenland 17,1 11,6 11,5 9,2 9,5 8,7 10,8 9,5 6,4 9,6 eigen productie 1,3 1,2 1,6 0,5 0,0 0,1 0,2 0,1 0,0 0,0 buitenland 1,8 4,6 7,3 6,3 1,1 2,9 1,0 0,8 3,6 3,5 Totale inkoop (= VERBRUIK) 25,6 22,1 25,1 20,4 12,3 14,9 14,4 14,9 17,9 13, verbruik (miljoen ton) jaar Figuur 4.3. Grafische weergave van het gemeten verbruik van rond en gebroken grind na ophoging voor de periode (miljoen ton). Vanaf 2007 is een schatting van het verbruik door de aannemerij bij het verbruik opgeteld (2007: 0,9 miljoen ton; 2008: 1,0 miljoen ton; 2009: 0,8 miljoen ton; oranje deel). Bron: : Stand van het Zand XIV, Lint aan het grind XII; 2009: Verbruikersenquête, tabel D.4. 52

53 Het totale en relatieve verbruik van grind per verbruikerscategorie is weergegeven in Tabel 4.9. Ter vergelijk zijn ook de cijfers voor 2008 weergegeven. De asfaltindustrie heeft in 2009 minder grind verbruikt dan in 2008 (- 0,2 miljoen ton), ondanks een sterk gestegen asfaltproductie in Het vermoeden bestaat dat dit komt door een fout in de cijferverzameling bij de drie grootste asfaltproducenten in Nederland. Er lijkt bij deze producenten circa 20 % te weinig aan toeslagmaterialen opgegeven te zijn in vergelijking met het asfaltproductievolume. Als je deze verhoging mee neemt dan kom je uit op een vergelijkbaar verbruik van grind in de asfaltbranche als in De daling in de betonsector was op basis van de economische situatie te verwachten. Het verbruik van beton- en metselzand is echter veel meer gedaald dan verwacht (28 % voor de betonmortelsector, 23% voor de betonproductensector). Tabel 4.9. Het totale en het relatieve verbruik van rond en gebroken grind na ophoging per categorie eindverbruiker in 2008 en 2009 (ton). Bron: 2008: Stand van het Zand XIV, Lint aan het grind XII; 2009: verbruikersenquête, tabel D categorie Hoeveelheid percentage Hoeveelheid percentage asfaltinstallaties % % betonmortelfabrikanten % % betonproductenfabrikanten % % totaal Figuur 4.4. Relatieve verbruik van grind door de verschillende categorieën eindverbruikers 53

54 4.8 Import van beton- en metselzand en grind Zoals in Paragraaf 4.6 en 4.7 reeds aangegeven importeren verbruikers een klein deel van de door hen toegepaste grondstoffen zelf uit het buitenland. In Tabel 4.10 en 4.11 is de import van respectievelijk beton- en metselzand en van grind in de afgelopen vijf jaar weergegeven per categorie verbruiker alsmede de totale import door de verbruikers. De eigen import van beton- en metselzand en grind is in vergelijking met 2008 op gelijk niveau gebleven, ondanks de totale afname in verbruik van deze toeslagstoffen. Het relatieve aandeel van eigen de import is daarmee dan ook gestegen ten opzichte van De directe import van betonmortelfabrikanten is in 2009 wederom gestegen in vergelijking met voorgaande jaren. De import van betonproductenfabrikanten is in 2009 juist gedaald ten opzichte van Normaliter betreft het geïmporteerde grind vrijwel uitsluitend rond grind. Net als in 2008 is er echter ook circa 1 miljoen ton gebroken grind geïmporteerd (38% van de totale grindimport). De in 2008 en 2009 gemeten import van beton- en metselzand en grind is relatief hoog. Het vermoeden bestaat dat hier een dubbeltelling speelt met reeds door de handelaren opgegeven import. Deze dubbeltelling kan ontstaan bij bedrijven die zowel actief zijn als producent/handelaar als als (groot)verbruiker. Tabel Import van beton- en metselzand door verbruikers na ophoging in miljoen ton. Vanaf 2007 EXCLUSIEF de import door de aannemerij. Bron: : Stand van het Zand XIV, Lint aan het grind XII; 2009: Verbruikersenquête tabel D.1. verbruikerscategorie B&U aannemers 0,00 0,00 Niet gemeten Niet gemeten Niet gemeten GWW-aannemers 0,00 0,00 Niet gemeten Niet gemeten Niet gemeten asfaltinstallaties 0,00 0,21 0,00 0,04 0,07 betonmortelfabrikanten 1,54 0,55 0,28 0,85 1,12 betonproductenfabrikanten 1,01 0,05 0,21 1,72 1,43 totaal 2,56 0,81 0,49 2,61 2,62 Tabel Import van rond en gebroken grind door verbruikers na ophoging in miljoen ton. Vanaf 2007 EXCLU- SIEF de import door de aannemerij. Bron: : Stand van het Zand XIV, Lint aan het grind XII; 2009: Verbruikersenquête tabel D.4. verbruikerscategorie B&U aannemers 0,00 0,00 Niet gemeten Niet gemeten Niet gemeten GWW-aannemers 0,00 0,00 Niet gemeten Niet gemeten Niet gemeten asfaltinstallaties 0,13 0,04 0,01 0,82 0,76 betonmortelfabrikanten 1,97 0,68 0,26 1,96 2,08 betonproductenfabrikanten 0,82 0,25 0,57 0,83 0,64 totaal 2,92 0,97 0,85 3,61 3,48 54

55 4.9 Verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen In de verbruikersenquête zijn vragen gesteld over het gebruik van zandvervangende materialen. Gebleken is dat 23% van de respondenten gebruikmaakt van beton- en metselzandvervangende materialen. Dit is een flinke afname ten opzichte van 2008 (32%), echter meer dan in 2007 (16 %). In 2006 was het nog 17% in de twee jaren daarvoor was het minder. In 2005 gaf 14% van de asfalten betonbedrijven aan zandvervangers te gebruiken, in 2004 slechts 5%. De te onderscheiden zandvervangende materialen zijn: recycling brekerzand; brekerzand van natuurlijke mineralen; zeefzand van bouw- en sloopafval; zandfractie uit asfaltgranulaat; gereinigde grond; fijn zand. Behalve deze materialen geven enkele bedrijven aan ook andere zandvervangende materialen te gebruiken, zoals ecozand en KV-zand. Tabel 4.12 toont het verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen in 2009 in relatie tot de voorgaande jaren. Sinds 2004 is het verbruik van recycling brekerzand opgesplitst in enerzijds het verbruik door de B&U- en GWW-aannemers en anderzijds het verbruik in de beton- en asfaltindustrie. Vóór 2004 bestond het vermoeden dat het verbruik in de aannemerij grotendeels ongebonden toepassingen betreft, waarbij het materiaal ophoogzand vervangt in plaats van beton- en metselzand. Om hier inzicht in te krijgen, is deze splitsing aangebracht. Sinds 2007 wordt er niet geïnventariseerd onder de aannemerij. Het totale verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen in toepassingen waarin het beton- en metselzand in gebonden vorm vervangt is met 1,2 miljoen ton in 2009 lager dan in 2008, en op gelijk niveau als in Binnen de afzonderlijke cijfers valt de grote hoeveelheid als zandvervanger toegepast relatief fijn zand (0-500 en 0-1 zand) op (0,4 miljoen ton). Dit is een daling in vergelijk met vorig jaar (toen 0,58 miljoen ton). Hoe robuust dit cijfer is, is de vraag omdat het aantal verbruikers gering is en de gebruikte hoeveelheden (zowel absoluut als ten opzichte van het totale zandverbruik) sterk uiteenlopen. De toepassing van zeefzand van BSA is in 2009 weer verder gestegen ten opzichten va 2008, het betreft echter een kleine hoeveelheid in vergelijking met de totale hoeveelheid toegepaste beton- en metselzandvervangers (circa ton). De zandfractie uit asfaltgranulaat, die in 2007 voor het eerst gemonitord werd, is dit jaar afgenomen ten opzichte van vorig jaar (0,07 miljoen ton tegen 0,19 miljoen ton in 2008). Dit is een opvallend geringe hoeveelheid omdat een aanzienlijk deel van het asfaltgranulaat bestaat uit zandfractie. Blijkbaar rapporteren de asfaltproducenten dit niet als zandvervanger. De toepassing van brekerzand in de asfaltsector is, met 0,33 miljoen ton, als een van de weinige beton- en metselzandvervangers, gestegen ten opzichte van

56 Tabel Verbruik van zandvervangende materialen in miljoen ton na ophoging. Vanaf 2007 EXCLUSIEF het verbruik door de aannemerij. Bron: : Stand van het Zand XIV, Lint aan het Grind XII; 2009: Verbruikersenquête, tabel D.7. jaar recycling brekerzand B&U en GWW beton/ asfalt brekerzand van natuurlijke mineralen asfalt overig zeefzand van BSA zandfractie uit asfaltgranulaat gereinigde grond fijn zand (0-500 / 0-1) anders ,07 0,4 0,11 0,00-0,16-0,83 1, ,31 0,3 0,01 0,03-0, , ,07 0,38 0,08 0,00-0, , ,14 0,03 0,03 0,05-0,35-0,47 1, ,29 0,07 0,07 0,29 0,22-0,01-0,08 1, ,00 0,08 0,83 0,10 0,00-0,00-0,18 1, ,00 0,06 0,50 0,00 0,00-0,04 0,01 0,18 0, ,00 0,71 0,05 0,00 0,03 0,01 0,26 0,18 1, ,03 0,24 0,01 0,01 0,19 0,10 0,58 0,35 1, ,03 0,33 0,01 0,03 0,07 0,00 0,40 0,37 1,2 totaal De geregistreerde hoeveelheden gebruikte beton- en metselzandvervangende materialen zijn per materiaal afkomstig van slechts een beperkt aantal respondenten. Dit is goed te zien in Tabel 4.13 waarin per gebruikerscategorie het aantal respondenten is getoond dat zegt beton- en metselzandvervangende materialen te gebruiken. Deze tabel toont verder het percentage bedrijven per categorie dat beton- en metselzandvervangende materialen gebruikt en het gebruik van beton- en metselzandvervangende materialen per categorie. In de asfaltbranche gebruikt een ruime meerderheid (89%) van de responderende bedrijven betonen metselzandvervangende materialen. Dit betreft hoofdzakelijk brekerzand van natuurlijke mineralen en (de zandfractie uit) asfaltgranulaat. Tabel Ongecorrigeerde enquêteresultaten voor het verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen per gebruikerscategorie. Bron: Verbruikersenquête, tabel D.7. verbruikerscategorie aantal zandvervangende materialen gebruikende respondenten percentage bedrijven dat gebruik maakt van zandvervangende materialen totale gemeten verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen Asfaltinstallaties 8 89% 531 kiloton Betonmortelfabrikanten 3 14% 155 kiloton Betonproductenfabrikanten 4 12% 68 kiloton totaal 15 23% 753 kiloton 56

57 Het verbruik van zandvervangers in de betonsector blijkt uit de respons in 2009 lager te zijn dan in De daling in de totale hoeveelheid van toegepaste beton- en metselzandvervangende materialen met circa 18 % is in lijn met de daling die wordt gemeten in het verbruik van beton- en metselzand. In de betonmortelsector blijkt 14% van de bedrijven beton- en metselzandvervangende materialen te gebruiken. Dit is een daling van 33 % in vergelijking met Van de betonproductenfabrikanten blijkt 12% gebruik te maken van beton- en metselzand vervangende materialen. Dit is een toename van 4 % ten opzichte van Verbruik van grindvervangende materialen Grindvervangende bouwgrondstoffen worden onderverdeeld in primaire bouwgrondstoffen en secundaire bouwgrondstoffen. Onder primaire grindvervangende bouwgrondstoffen wordt steenslag uit gebroken rots verstaan. Secundaire grindvervangende bouwgrondstoffen zijn bijvoorbeeld BSAgranulaat (beton- of menggranulaat uit bouw- en sloopafval), kunstgrind, fosforslak, hoogovenslak, staalslak, asfaltgranulaat, ecogranulaat en geëxpandeerde kleikorrels Verbruik van steenslag uit gebroken rots Ter vervanging van vooral gebroken grind wordt veel gebruik gemaakt van steenslag uit gebroken rots. Er is in dit onderzoek expliciet gevraagd naar het verbruik van steenslag uit gebroken rots, omdat de term steenslag ook wel gebruikt wordt voor gebroken grind. Tabel 4.14 toont de totale inkoop van steenslag uit gebroken rots. Uit de resultaten blijkt de stijgende trend in het verbruik van steenslag die in 2008 is ingezet ook in 2009 is doorgezet. Het totale verbruik van steenslag komt daarmee in 2009 uit op 6,8 miljoen ton. De inkoop van steenslag in Nederland is in 2009 gedaald ten opzichte van 2008 (-1,1 miljoen ton). De import van steenslag direct uit het buitenland is in 2009 met 1,4 miljoen ton gestegen in vergelijking met 2008 en komt daarmee uit op 2,4 miljoen ton. Het vermoeden bestaat dat er bij deze hoge import sprake is van een dubbeltelling met reeds door de handelaren opgegeven import. Deze dubbeltelling kan ontstaan bij bedrijven die zowel actief zijn als producent/handelaar als als (groot)verbruiker. Wanneer we kijken naar de trend van de totale inkoop van grof toeslagmateriaal (grind, steenslag en grindvervangende materialen) binnen de asfalt- en betonbranches, blijkt dat er in totaal ongeveer 4,4 miljoen ton minder grof toeslagmateriaal is ingekocht. Dit verschil wordt vooral veroorzaakt door de sterke daling in het verbruik van grind door de betonbranche. Tabel 4.14 Totale inkoop na ophoging van steenslag uit gebroken rots door verbruikers naar herkomstcategorie in (miljoen ton). Vanaf 2007 EXCLUSIEF de inkoop door de aannemerij. Bron: : Stand van het Zand XIV, Lint aan het Grind XII; 2009: Verbruikersenquête, tabel D.5. herkomstcategorie inkoop binnenland 4,2 4,7 1,3 3,2 2,7 2,0 3,1 4,6 5,5 4,4 buitenland 2,2 3,0 5,6 3,5 0,1 3,9 4,1 0,4 1,0 2,4 Totale inkoop (= VERBRUIK) 6,4 7,8 6,9 6,7 2,9 5,9 7,2 5,0 6,4 6,8 57

58 Het verbruik van steenslag per verbruikerscategorie is weergegeven in Tabel Hieruit blijkt de asfaltsector de belangrijkste gebruiker van steenslag te zijn, gevolgd door de betonproductenindustrie. Dit is in lijn met vorig jaar, hoewel het aandeel van de betonproductenindustrie ten opzichte van 2008 iets is afgenomen. De toch al beperkte inkoop van steenslag door de betonmortelindustrie is in 2008 licht gedaald. De toename van het absolute verbruik van steenslag uit gebroken rots door de asfaltbranche met circa 0,36 miljoen ton is in lijn met de met 1 miljoen ton toegenomen asfaltproductie in De betonmortelfabrikanten verbruiken doorgaans in veel mindere mate steenslag als grindvervanger in beton. Omdat betonmortelfabrikanten hoofdzakelijk rond grind als grof toeslagmateriaal gebruiken, vormt steenslag uit gebroken rots geen geschikte vervanging. Het gebruik in 2009 van circa 0,42 miljoen ton is nagenoeg even hoog als vorig jaar. Tabel Het totale en het relatieve verbruik van steenslag na ophoging per verbruikerscategorie (ton). Sinds 2007 EXCLUSIEF het verbruik door de aannemerij. Bron: verbruikersenquête, tabel D categorie hoeveelheid percentage Hoeveelheid percentage asfaltinstallaties % % betonmortelfabrikanten % % betonproductenfabrikanten % % totaal Type steenslag uit gebroken rots Steenslag uit gebroken rots bestaat uit verschillende typen steensoorten. De verbruikers is dan ook gevraagd aan te geven welk type steenslag zij gebruiken (zie tabel 4.16 en Figuur 4.5). Opvallend aan de cijfers is dat dit jaar de categorie anders, met 41 %, veel groter is dan in voorgaande jaren; waarschijnlijk betreft dit overigens graniet dat onder verschillende merknamen op de markt wordt gebracht. Verder is het aandeel van basalt in 2009 sterk gestegen naar 12 % en is het aandeel van graniet (26 %) en kalksteen (15 %) sterk afgenomen ten opzichte van Tabel Het totale en het relatieve niet opgehoogde verbruik in 2009 per type steenslag (miljoen ton). Type steenslag Hoeveelheid percentage basalt 0,4 13% graniet 0,8 26% kalksteen 0,5 15% porfier 0,2 6% anders / onbekend 1,3 41% Totaal 3,3 41% 13% 26% Basalt Graniet Kalk Porfier Anders Figuur 4.5. Het relatieve verbruik in 2009 van verschillende typen steenslag uit gebroken rots. 6% 14% 58

59 Secundaire grindvervangers In de verbruikersenquête zijn ook vragen gesteld over het gebruik van secundaire grindvervangende materialen. Ongeveer 38% van de responderende verbruikers in de asfalt- en betonbranche zegt hier in 2009 gebruik van te hebben gemaakt. In 2008 was dit, onder de zelfde sectoren, 44 %, in %, en in 2006 eveneens 44%. De grindvervangende bouwgrondstoffen zijn kunstgrind, betongranulaat, menggranulaat, staalslak, fosforslak, asfaltgranulaat, ecogranulaat, geëxpandeerde kleikorrels en andere secundaire grindvervangende producten. Tabel 4.17 toont het verbruik van deze materialen (na ophoging). De cijfers voor BSA-granulaat, die in 2004 waarschijnlijk sterk vervuild waren door de toepassing van menggranulaat in de wegenbouw, zijn in 2009, net als voorgaande jaren, op een laag niveau. De dalende trend die sinds 2005 waarneembaar is in 2009 wederom doorgezet. Er moet daarbij wel rekening gehouden worden met het feit dat de aannemerij in 2007 en 2008 niet is geïnventariseerd. In 2006 had de aannemerij nog 0,3 miljoen ton BSA-granulaat verbruikt (28% van het totale verbruik van BSA-granulaat). Het in dit onderzoek gemeten verbruik van BSA-granulaat komt volledig voor rekening van de betonindustrie (0,16 miljoen ton, ongeveer de helft van wat er in 2008 verbruikt was). Overigens stelt de BRBS, de Branchevereniging Breken en Sorteren, dat er jaarlijks veel meer recyclinggranulaat in beton wordt toegepast, namelijk tussen de 0,7 en 1 miljoen ton. De asfaltbranche heeft met circa 2,23 miljoen ton ongeveer evenveel asfaltgranulaat gebruikt in 2009 als in Overigens stelt VBW-Asfalt dat er 3,4 miljoen ton asfaltgranulaat is verwerkt (zie tabel 2.16). Dit hogere door de branche gerapporteerde hergebruik van asfaltgranulaat zagen we overigens ook in voorgaande jaren. Waarom in dit monitoringsonderzoek telkens een ca. 30% lager verbruik van asfaltgranulaat wordt gemeten dan hetgeen de branche zelf rapporteert is onduidelijk. Tabel Verbruik secundaire grindvervangende materialen na ophoging in miljoen ton per jaar voor de afgelopen 10 jaar. Vanaf 2007 EXCLUSIEF het verbruik door de aannemerij. Bron: : Stand van het Zand XIV, Lint aan het Grind XII; 2009: Verbruikersenquête, tabel D.8. jaar kunst grind fosfor slak BSAgranulaat staalslak asfaltgranulaat ecogranulaat geëxpandeerde kleikorrels anders Totaal ,01 6,4 (0,3 (1) ) 0,08 3,0 niet gemeten niet gemeten 0,4 9,5 (3,8 (2) ) ,00 2,7 (0,9 (1) ) 0,02 1,8 niet gemeten niet gemeten 0,7 5,2 (3,4 (2) ) ,00 3,9 (0,5 (1) ) 0,02 2,3 niet gemeten niet gemeten 0,05 6,3 (2,9 (2) ) ,00 2,4 (0,72 (1) ) 0,07 1,9 niet gemeten niet gemeten 0,23 4,4 (2,9 (2) ) ,01 13,4 (0,22 (1) ) 0,21 0,11 1,43 niet gemeten niet gemeten 0,28 15,4 (2,3 (2) ) ,01 0,44 (0,41 (1) ) 0,01 1,71 niet gemeten niet gemeten 0,27 2,4 (2,4 (2) ) ,00 0,95 (0,44 (1) ) 0,05 0,06 2,45 0,01 0,02 0,25 3,8 (3,3 (2) ) ,01 0,45 (0,45 (1) ) 0,02 0,03 2,54 0,06 0,03 0,00 3,1 (3,1 (2) ) ,04 0,32 (0,31 (1) ) 2,08 0,19 0,02 0,15 2,8 (2,8 (2) ) ,00 0,15 (0,15 (1) ) 0,03 0,01 2,23 0,12 0,02 0,24 2,8 (2,8 (2) ) 1 2 alleen betonmortel- en betonproductenindustrie voor BSA-granulaat alleen gebruik door de betonmortel- en betonproductenindustrie 59

60 Bij deze cijfers moet worden opgemerkt dat de geregistreerde hoeveelheden per materiaal afkomstig zijn van slechts enkele respondenten. Dit is weergegeven in Tabel 4.18 waarin per gebruikerscategorie het aantal respondenten is getoond dat grindvervangende materialen gebruikt. Deze tabel toont verder het percentage bedrijven per categorie dat grindvervangende materialen gebruikt en hun absolute verbruik per categorie. Het percentage betonmortelbedrijven dat zegt secundaire grindvervangers te gebruiken is met 38% lager dan in Het percentage betonproductenfabrikanten dat gebruik maakt van secundaire grindvervangers is wederom laag (15%) en op vergelijkbaar niveau als in Volgens dit onderzoek gebruiken alle asfaltinstallaties grindvervangende materialen. Dit is in lijn met wat de branchevereniging signaleert. Volgens VBW-Asfalt gebruiken alle bij hen aangesloten bedrijven asfaltgranulaat. Tabel Ongecorrigeerde enquêteresultaten voor het verbruik van grindvervangende materialen per gebruikerscategorie (in kiloton per jaar). Bron: Verbruikersenquête, tabel D.8. verbruikerscategorie aantal grindvervangende materialen gebruikende respondenten percentage bedrijven dat gebruik maakt van grindvervangende materialen totale verbruik vóór ophoging van grindvervangende materialen (kiloton) asfaltinstallaties 9 100% betonmortelfabrikanten 10 48% 137 betonproductenfabrikanten 5 15% 32 totaal 24 38%

61 5 Gecombineerde onderzoeksresultaten en conclusies 5.1 Inleiding In Hoofdstuk 2 zijn de beschikbare statistische cijfers gepresenteerd. In Hoofdstuk 3 zijn de resultaten gepresenteerd van de producenten- en handelarenenquête en in Hoofdstuk 4 de resultaten van de verbruikersenquête. In dit hoofdstuk worden deze data met elkaar verbonden. Zo is op een aantal onderzoeksvragen een betrouwbaarder antwoord te geven dan op basis van de afzonderlijke onderzoeksresultaten. In dit hoofdstuk wordt specifiek antwoord gegeven op de volgende onderzoeksdoelstellingen: inzicht geven in het verbruik van beton- en metselzand en van (gebroken) grind door de betonen asfaltindustrie in Nederland (Paragraaf 5.2); inzicht geven in de import en export van beton- en metselzand en grind door de beton- en asfaltindustrie (Paragraaf 5.3); inzicht geven in het verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen en het verbruik van steenslag en secundaire grindvervangende materialen door de beton- en asfaltindustrie (Paragraaf 5.4); inzicht geven in de ontwikkeling van het aanbod van beton- en metselzand, grind en steenslag (Paragraaf 5.5); inzicht geven in de ontwikkeling van het verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag door de beton- en asfaltindustrie (Paragraaf 5.6). Aansluitend wordt in Paragraaf 5.7 ingegaan op de betrouwbaarheid van de verschillende delen van het onderzoek en worden in paragraaf 5.8 aanbevelingen gedaan voor uitvoering van het monitoringsonderzoek in de toekomst. 5.2 Het waargenomen totale verbruik De beste benadering van het totale verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in Nederland in 2009 wordt verkregen door de resultaten van de producenten/handelarenenquête en van de verbruikersenquête met elkaar te combineren. In deze paragraaf wordt dit op verschillende manieren gedaan Het totale verbruik op basis van het aanbod Op basis van de levering door producenten en handelaren aan verbruikers (producenten/handelarenenquête) plus de eigen productie en de import door de verbruikers (verbruikersenquête) is een idee te krijgen van het totale verbruik. Dit is in Tabel 5.1 uitgewerkt. Hieruit blijkt het waargenomen verbruik van beton- en metselzand op basis van het aanbod ruim 4 miljoen ton (17%) te zijn gedaald en blijkt ook het verbruik van grind op basis van het aanbod met ruim 2 miljoen ton (12%) gedaald. In tegenstelling hiermee is het verbruik van steenslag op basis van het aanbod met 0,5 miljoen ton (7%) gestegen ten opzichte van De totale hoeveelheid toeslagmateriaal is met ruim 6 miljoen ton (12%) afgenomen ten opzichte van

62 Het gedaalde verbruik van toeslagmaterialen is in lijn met (maar wel groter dan) de afname van de bouwproductie in 2009 (8%) en de afname van de productie van betonmortel en betonproducten. De stijging van het verbruik van steenslag wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de gestegen asfaltproductie. Opvallend is dat de daling van het verbruik vrijwel volledig wordt ingevuld door een daling van de inkoop van beton- en metselzand en grind bij Nederlandse producenten en handelaren, terwijl de directe import door verbruikers uit het buitenland ongeveer gelijk is gebleven. Het gestegen verbruik aan steenslag wordt direct door de verbruikers betrokken uit het buitenland. Tabel 5.1. Leveringen aan Nederlandse verbruikers door producenten/handelaren, import door gebruikers (exclusief aannemerij), eigen productie van gebruikers (exclusief aannemerij) en hieruit berekend verbruik van beton- en metselzand in 2009 (miljoen ton). Bron: leveringen door producenten/ handelaren: dit onderzoek (hoofdstuk 3); import en productie door gebruikers: dit onderzoek (hoofdstuk 4). Aanbod beton- en metselzand grind steenslag Leveringen door producenten 21,5 17,2 15,7 13,4 6,4 5,5 en handelaren Import door gebruikers 2,6 2,6 3,6 3,5 1,0 2,4 Eigen productie gebruikers 0,2 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 Verbruik o.b.v. leveringen 24,3 20,1 19,3 16,9 7,4 7, Berekend verbruik op basis van inkoop door verbruikers Op basis van de verbruikersenquête kan het verbruik worden berekend uit de totale inkopen door verbruikers van beton- en metselzand (zie Tabel 4.5), grind (zie Tabel 4.8) en steenslag (zie Tabel 4.14). Dit is samengevat weergegeven in Tabel 5.2. Dit verbruik is exclusief het verbruik door de aannemerij (ca. 2,0 miljoen ton beton- en metselzand en ca. 0,8 miljoen ton grind), wat een deel het verschil met de in tabel 5.1 getoonde cijfers verklaart. Het verbruik van beton- en metselzand blijkt met 4,4 miljoen ton te zijn afgenomen ten opzichte van 2008, grind met 4,9 miljoen ton. Als uitzondering hierop vertoont steenslag een stijging van 0,3 miljoen ton. De gedaalde vraag naar beton- en metselzand en grind is in lijn met, maar groter dan, de economische teruggang. De gestegen vraag naar steenslag komt zeer waarschijnlijk door de gestegen productie van asfalt. Opvallend is ook hier weer dat de daling in het totale verbruik voornamelijk bestaat uit een daling in inkoop bij Nederlandse producenten en handelaren. Tabel 5.2. Inkopen door verbruikers van beton- en metselzand, grind en steenslag in 2009 (miljoen ton). Bron: Inkopen door verbruikers: dit onderzoek (hoofdstuk 4). beton- en metselzand grind steenslag Inkopen bij producenten/handelaren 16,1 11,5 14,4 9,6 5,5 4,4 Eigen import 2,6 2,6 3,6 3,5 1,0 2,4 Eigen productie 0,2 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 Verbruik o.b.v. inkopen 18,9 14,5 18,0 13,1 6,5 6,8 62

63 5.2.3 Combinatie onderzoeksresultaten verbruik De benadering van het landelijk verbruik kan op beide informatiebronnen gebaseerd worden door het gewogen gemiddelde te berekenen. Hiervoor worden twee betrouwbaarheidsweegfactoren bepaald, die worden toegepast op respectievelijk het berekende aanbod vanuit de aanbodkant (zie Paragraaf 5.2.1) en het berekende verbruik vanuit de verbruikerskant (Paragraaf ). Dit is gebeurd op dezelfde wijze als de afgelopen vijf jaar, dus afwijkend van de vóór 2004 gehanteerde werkwijze. Voor de producenten/handelarenenquête is voor de betrouwbaarheid gekeken naar het totaal van bekende leveringen aan Nederlandse verbruikers, omdat deze, bij gelijke betrouwbaarheid en respons, overeen moet komen met het gemeten verbruik door de verbruikers (m.u.v. eigen import en eigen productie). De op deze wijze berekende weegfactoren van 0,6 voor de producenten/handelarenenquête en 0,4 voor de verbruikersenquête weerspiegelen het verschil in respons tussen de twee enquêtes. Dit verschil is iets groter dan in de voorgaande twee jaren. Wanneer deze twee weegfactoren worden toegepast op respectievelijk het berekende aanbod vanuit de aanbodkant en het berekende verbruik vanuit de verbruikerskant kan het gewogen verbruik worden berekend (zie Tabel 5.3). Volgens deze betrouwbaarheidsweging ligt het gewogen verbruik van beton- en metselzand in Nederland in 2009 rond de 18,7 miljoen ton (inclusief ca. 2 miljoen ton verbruik door de aannemerij). Dit is ruim 4 miljoen ton (18%) minder dan in Deze daling is hoger dan op basis van de gedaalde bouwproductie te verwachten is. Bij de combinatie van enerzijds het verbruik op basis van het aanbod en anderzijds het verbruik op basis van de daadwerkelijke verbruikscijfers moet worden opgemerkt dat de aanbodcijfers waarschijnlijk een hoeveelheid zand bevatten dat door producenten en handelaren wél als beton- en metselzand wordt benoemd, maar dat door de verbruikers niet in betonproducten of andere cementof bitumineus gebonden toepassingen wordt verwerkt, zoals sportveldenzand of andere ongebonden toepassingen. Dit verklaart deels het consequent hogere verbruik op basis van de aanbodcijfers, dan het verbruik op basis van de verbruikscijfers. Deze hoeveelheid bedraagt vermoedelijk ca. 2 miljoen ton. Tabel 5.3. Berekening van het gewogen verbruik van beton en metselzand, grind en steenslag in Nederland in leveringen producenten aan verbruikers (L1) (1) eigen import en productie verbruikers (L2) (2) gemeten verbruik bij verbruikers (V) (3) gewogen gemiddelde (4) beton- en metselzand 17,2 2,9 16,5 18,7 22,9 grind 13,4 3,5 13,9 15,7 19,2 steenslag 5,5 2,4 6,8 7,5 7, deelverbruik op basis van het aanbod vanuit de levering door producenten en handelaren aan de verbruikers (L1); op dit deelverbruik wordt een ophoogfactor van 0,6 toegepast (zie Tabel E1); de eigen productie en de import door de verbruikers (L2); op dit deelverbruik wordt eveneens een ophoogfactor van 0,6 toegepast (zie Tabel E1); het berekende verbruik door de verbruikers zoals afkomstig uit de verbruikersenquête (tabel 4.5 en 4.9) waarbij een geschat verbruik door de aannemerij in 2009 is opgeteld van 2,0 miljoen ton beton- en metselzand en 0,8 miljoen ton grind (V); op dit deelverbruik wordt een ophoogfactor van 0,4 toegepast (zie Tabel E1); gewogen gemiddelde (0,6 x L1 + 0,6 x L2 + 0,4 x V). 63

64 Het gewogen verbruik van grind in Nederland in 2009 ligt rond de 15,7 miljoen ton wanneer het met de eerder berekende betrouwbaarheidsweegfactoren wordt gecorrigeerd (inclusief ca. 0,8 miljoen ton verbruik door de aannemerij). Dit is 3,5 miljoen ton minder (18%) dan het voor 2008 berekende verbruik. Dit is in lijn met, maar groter dan, economische teruggang die in 2009 is gemeten. Het gewogen steenslagverbruik van 7,5 miljoen ton is een toename van 0,5 miljoen ton ten opzichte van Deze stijging is te verklaren door een toename in de asfaltproductie in Alternatieve bepaling gewogen verbruik Op verzoek van de begeleidingscommissie van dit onderzoek is het gewogen verbruik tevens op een alternatieve wijze bepaald. Daarbij zijn de leveringen door producenten en handelaren aan verbruikers eerst verlaagd met een geschatte hoeveelheid toeslagmateriaal wat in ongebonden toepassingen verwerkt is. Voor beton- en metselzand bedraagt die hoeveelheid ca. 2 miljoen ton (voornamelijk toegepast als drainagezand en sportveldenzand). Voor grind bedraagt die hoeveelheid ca. 1 miljoen ton (voornamelijk toegepast als dakgrind) en voor steenslag bedraagt het ca. 0,5 miljoen ton (o.a. ballastbed voor het spoor). Indien het gewogen verbruik op deze wijze bepaald wordt, bedraagt het verbruik van beton- en metselzand in ,5 miljoen ton, van grind 15,1 miljoen ton en van steenslag uit gebroken rots 7,2 miljoen ton (zie Tabel 5.4). Tabel 5.4. Alternatieve berekening van het gewogen verbruik van beton en metselzand, grind en steenslag in Nederland in beton- en metselzand leveringen producenten aan verbruikers (L1) (1) waarvan toegepast in ongebonden toepassingen (schatting; VO) (3) 2009 eigen import en productie verbruikers (L2) (3) gemeten verbruik bij verbruikers (V) (4) gewogen gemiddelde (5) 17,2 2 2,9 16,5 17,5 grind 13,4 1 3,5 13,9 15,1 steenslag 5,5 0,5 2,4 6,8 7, deelverbruik op basis van het aanbod vanuit de levering door producenten en handelaren aan de verbruikers (L1). Dit deelverbruik wordt eerst verminderd met de hoeveelheid in ongebonden toepassingen toegepast toeslagmateriaal en hierop wordt vervolgens een ophoogfactor van 0,6 toegepast (zie Tabel E1); geschatte hoeveelheid in ongebonden toepassingen toegepast toeslagmateriaal (VO). de eigen productie en de import door de verbruikers (L2); op dit deelverbruik wordt eveneens een ophoogfactor van 0,6 toegepast (zie Tabel E1); het berekende verbruik door de verbruikers zoals afkomstig uit de verbruikersenquête (tabel 4.5 en 4.9) waarbij een geschat verbruik door de aannemerij in 2009 is opgeteld van 2,0 miljoen ton beton- en metselzand en 0,8 miljoen ton grind (V); op dit deelverbruik wordt een ophoogfactor van 0,4 toegepast (zie Tabel E1); gewogen gemiddelde (0,6 x (L1-VO) + 0,6 x L2 + 0,4 x V) Gewogen verbruik zand, grind en steenslag door de betonsector Conform de verhoudingen in Tabel 4.6 (95% van het totale verbruik vindt plaats in de betonsector) en met inachtneming van een verbruik door de aannemerij van circa 2,0 miljoen ton binnen het gewogen verbruik, wordt zo n 15,8 miljoen ton beton- en metselzand verbruikt door de betonsector. 64

65 Aangevuld met het verbruik van beton- en metselzandvervangende materiaal in de betonsector (0,64 miljoen ton) is in de betonsector dus ca. 16,5 miljoen ton beton- en metselzand en vervangend materiaal gebruikt. Dit is vrijwel gelijk aan wat op basis van het cementverbruik was verwacht (16,7 miljoen ton; zie Tabel 2.8). Conform de verhoudingen in Tabel 4.9 (92% van het totale verbruik is door de betonsector) en met inachtneming van een verbruik door de aannemerij van circa 0,8 miljoen ton binnen het gewogen verbruik, wordt zo n 13,7 miljoen ton grind (92%) gebruikt voor beton. Aangevuld met het verbruik van steenslag in de betonsector (overeenkomstig Tabel 4.15 is dit 45% van 7,5 miljoen ton, oftewel 3,4 miljoen ton) en secundair materiaal in de betonsector (0,4 miljoen ton) is dus ca. 17,5 miljoen ton grind en vervangend materiaal gebruikt. Ook dit is vrijwel gelijk aan het op basis van het cementverbruik verwachte verbruik (17,4 miljoen ton; zie Tabel 2.8). Hieruit is te concluderen is dat het gewogen verbruik voor de betonsector een goede inschatting geeft voor het verbruik van fijne en grove toeslagmaterialen in beton Verbruik van zand, grind en steenslag door de asfaltbranche Het gemeten verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag door de asfaltbranche komt volgens de verbruikersenquête uit op 5,6 miljoen ton. Dit is bijna 1 miljoen ton lager dan het in Tabel 2.10 berekende verbruik van verse toeslagmaterialen (exclusief bitumen) voor asfaltproductie (6,5 miljoen ton) en is 0,5 miljoen ton lager dan het, op basis van de langjarige SvhZ/LahG-reeks, verwachte verbruik van 6,1 miljoen ton. Als we uitgaan van het gewogen verbruik (Tabel 5.3), en met behulp van het relatieve verbruik per toeslagstof het totale verbruik van alle toeslagstoffen uitrekenen voor de asfaltsector kom je uit op een verbruik van 6,2 miljoen ton. Ook dit is iets lager dan het in Tabel 2.10 berekende verbruik van verse toeslagmaterialen (exclusief bitumen) voor asfaltproductie (6,5 miljoen ton), maar is vrijwel gelijk aan het op basis van de langjarige SvhZ/LahG-reeks, verwachte verbruik van 6,1 miljoen ton. Hieruit is te concluderen is dat het gewogen verbruik voor de asfaltsector een redelijk tot goede inschatting geeft voor het verbruik van fijne en grove toeslagmaterialen in beton De verhouding grind/zand en grof/fijn De verhouding tussen het verbruik van grind en het verbruik van zand in 2009 is met ca. 0,84:1 net als in 2005 tot en met 2008 lager dan de gemiddelde verhouding tussen het verbruik van grind en het verbruik van beton- en metselzand over de laatste 12 jaar van ca. 1:1. Omdat dit nu reeds jaren achtereen gemeten wordt kan worden aangenomen dat er in Nederland inmiddels ca. 15 % minder grind wordt gebruikt dan beton- en metselzand. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de in de afgelopen decennia sterk gedaalde binnenlandse winning van grind en de vervanging van grind door steenslag, asfaltgranulaat en BSA-granulaat. De verhouding grof/fijn bedraagt in de betonsector 1,08:1, wat veel meer overeenkomt met de gelijke verhouding tussen grof en fijn toeslagmateriaal. 65

66 5.3 Import en export van beton- en metselzand en grind De totale import van beton- en metselzand en (gebroken) grind bestaat uit de import door producenten, door handelaren en uit de directe import door verbruikers. Een deel van de import van producenten en handelaren bestaat uit Engels en Duits tout-venant. Het aandeel zand en grind dat uit het tout-venant gescheiden wordt, wordt toebedeeld aan de respectievelijke importstroom. In deze paragraaf wordt de netto import (het verschil tussen de totale import en de export) berekend op basis van de verschillende stromen. In Tabel 5.5 staan de import- en exportdata uit de Stand van het Zand onderzoeken van de afgelopen jaren. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen de import en export van zand en grind door producenten en handelaren, de directe import van zand en grind door verbruikers en de import van zand als tout-venant. De waargenomen netto import van beton- en metselzand blijkt zich in 2009 op het laagste niveau te bevinden sinds De import door producenten en handelaren (deels in de vorm van tout-venant) is met circa 3 miljoen ton afgenomen. Tevens blijkt dat de export ten opzichte van 2008 met ruim 2 miljoen ton is gestegen. Hierdoor valt de netto import in 2009 maar liefst 5,5 miljoen ton lager uit dan in De sterk gestegen export kan deels verklaard worden door de gestegen winning in Nederland (met name van Noordzeezand). De stijging is echter wel groter dan verwacht. Verhoudingsgewijs werd in 2009 maar liefst 38 % van het in Nederland gewonnen beton- en metselzand geëxporteerd. Tabel 5.5. Import en export van beton- en metselzand door producenten, handelaren en verbruikers in de periode in miljoen ton (exclusief eventuele import door de aannemerij). Bron: : Stand van het zand XIV, Lint aan het grind XII; 2009: dit rapport, tabel 3.12 en tabel beton- en metselzand import producenten en handelaren 8,3 10,5 10,0 10,0 7,4 9,4 8,5 8,8 6,1 directe import 3,1 3,5 3,6 0,5 2,6 0,8 0,5 2,6 2,6 uit tout-venant 0,6 1,3 3,5 2,5 2,4 2,3 1,3 2,1 1,7 export - 6,3-6,8-6,5-4,4-2,5-4,6-3,3-3,5-5,9 netto import 5,7 8,5 10,6 8,5 9,9 7,8 7,0 10,0 4,5 De daling van de netto import weerspiegelt, naast de gestegen winning in Nederland ook de daling in de vraag naar beton- en metselzand door de economische teruggang. Bovendien lijkt het erop dat verbruikers relatief meer beton- en metselzand zelf zijn gaan importeren in plaats van het te betrekken bij producenten en handelaren. Die konden (of moesten) daarom meer zand exporteren. De export betreft overigens vooral fijn zand naar België, de import betreft vooral grof zand uit Duitsland en Engeland. Ook voor (gebroken) grind is de netto import te bepalen door de import door producenten, handelaren en verbruikers, inclusief grind uit tout-venant, te verminderen met de (beperkte) export door producenten en handelaren (zie Tabel 5.6). 66

67 De waargenomen netto import van grind bevindt zich met 13,7 miljoen ton dit jaar op het laagste niveau sinds Ook hier geldt dat de sterke afname van de netto import verklaard kan worden door de toename in de Nederlandse productie van grind, alsmede de gedaalde vraag naar grind door de economische situatie in Tevens lijkt het erop dat grind in het productieproces is vervangen door steenslag waarvan de import wel is gestegen in 2009 (zie verderop). Tabel 5.6. Import en export van (gebroken) grind door producenten, handelaren en verbruikers in de periode in miljoen ton (exclusief eventuele import door de aannemerij). Bron: : Stand van het zand XIV, Lint aan het grind XII; 2009: dit rapport, tabel 3.14 en tabel grind import producenten en handelaren 11,3 11,6 12,4 14,5 11,7 13,2 13,5 11,6 9,1 directe import 4,6 7,3 6,3 1,1 2,9 1,0 0,8 3,6 3,5 uit tout-venant 0,8 2,0 1,9 2,1 1,7 2,0 1,1 1,8 1,3 export - 0,7-1,5-1,2-0,7-0,3-0,3-0,2-0,2-0,2 netto import 16,0 19,4 19,4 17,1 16,0 15,9 15,2 16,8 13,7 5.4 Verbruik van zand- en grindvervangende materialen Zand- en grindvervangende materialen kunnen primaire of secundaire bouwgrondstoffen zijn. Er wordt nog altijd slechts op beperkte schaal gebruik gemaakt van secundaire beton- en metselzanden grindvervangende materialen Steenslag De kwantitatief belangrijkste vervangende bouwgrondstof is steenslag uit gebroken rots ter vervanging van met name gebroken grind. Dit wordt op grote schaal gebruikt. Het totale berekende (gewogen) verbruik van steenslag uit gebroken rots in Nederland in 2009 is 7,5 miljoen ton. Dit is het gewogen gemiddelde (zie tabel 5.3) van de levering door de producenten en handelaren aan verbruikers (producentenenquête; 5,5 miljoen ton), de eigen import door verbruikers (verbruikersenquête; 2,4 miljoen ton) en het berekende verbruik (verbruikersenquête; 6,8 miljoen ton). Voor de weging is gebruik gemaakt van de in Paragraaf 5.2 bepaalde betrouwbaarheidsweegfactoren Secundaire grindvervangende materialen Ook asfaltgranulaat is een belangrijk grindvervangend materiaal. Het gemeten verbruik van asfaltgranulaat als grindvervangend materiaal door asfaltinstallaties in 2009 is 2,2 miljoen ton. Omdat asfaltgranulaat ook een vervanger van beton- en metselzand is (- volgens dit onderzoek slechts 0,1 miljoen ton -), is het totale hergebruik van asfaltgranulaat waarschijnlijk hoger. Volgens de branche bedroeg het hergebruik van asfaltgranulaat in 2009 overigens 3,4 miljoen ton (zie paragraaf 2.8). Het is onduidelijk waar het verschil tussen deze twee door wordt veroorzaakt. Het waargenomen verbruik in 2009 van BSA-granulaten in cementgebonden toepassingen als grindvervanger bedraagt 0,15 miljoen ton en betreft vrijwel uitsluitend betongranulaat. Dit is wederom een daling ten opzichte van het voorgaande jaar. Kunstgrind, fosforslak en andere grindvervangers worden in geringe mate als grindvervangers gebruikt (totaal ca. 0,4 miljoen ton). 67

68 5.4.3 Beton- en metselzandvervangende materialen Het grootste deel van het verbruikte beton- en metselzandvervangend materiaal bestaat fijn zand (0,4 miljoen ton). Ook wordt er een relatief grote hoeveelheid brekerzand van natuurlijke mineralen (0,34 miljoen ton) toegepast in Nederland. Dit wordt vrijwel uitsluitend gebruikt door asfaltcentrales. Ook de grote categorie overig is dit jaar opvallend. Zandvervangende materialen worden beperkt toegepast in de betonindustrie: in totaal 0,6 miljoen ton. De cijfers over het verbruik van beton- en metselzandvervangende grondstoffen zijn echter beperkt betrouwbaar, omdat slechts een klein deel van de bedrijven in de betonsector hiervan gebruikmaakt. 5.5 De ontwikkeling van het aanbod van beton- en metselzand, grind en steenslag Het aanbod van beton- en metselzand, grind en steenslag wordt gevormd door het in Nederland gewonnen materiaal (m.u.v. steenslag), vermeerderd met de netto import ervan Beton- en metselzand- en grindwinning Figuur 5.1 toont de ontwikkeling van de winning van beton- en metselzand en grind gedurende de afgelopen 10 jaar op basis van de binnenlandse productiecijfers volgens de vergunningverlenende instanties. Hieruit blijkt dat de beton- en metselzandwinning in 2009 licht is gestegen in vergelijking met voorgaande jaren. De stijging komt voornamelijk voor de rekening van extra winning op de Noordzee van relatief fijn zand dat grotendeels direct naar België wordt geëxporteerd. De cijfers voor de grindwinning tonen aan dat na een periode van daling er in 2009 voor het eerst weer meer grind is gewonnen in Nederland. De totale grindproductie in Nederland komt daarmee uit op circa 3,3 miljoen ton. Figuur 5.1. De binnenlandse productie van beton- en metselzand en grind in de afgelopen tien jaar volgens de vergunningverlenende instanties (miljoen ton). Binnen de productie van beton- en metselzand is het 68

69 gedeelte afkomstig uit Rijkswateren apart aangegeven Netto import van beton- en metselzand, grind en steenslag Figuur 5.2 toont de ontwikkeling van de netto import van beton- en metselzand, grind en steenslag op basis van de waargenomen resultaten van dit en voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind onderzoeken. Uit Figuur 5.2 blijkt dat de sinds 2000 gedaalde productie van beton- en metselzand en grind voor een belangrijk deel is ingevuld door een gestegen import van deze materialen en van steenslag. In 2009 is de import voor beton- en metselzand en grind gedaald. Dit is direct te relateren aan de gestegen productie in Nederland alsmede de economische teruggang in De netto import van beton- en metselzand schommelt de laatste zeven jaar tussen de 7 en 10 miljoen ton. In 2009 echter is er een sterke daling opgetreden en komt de import uit op 5,4 miljoen ton. Hiermee is de import op vergelijkbaar laag niveau als in De import van steenslag is dit jaar wederom gestegen ten opzichte van voorgaande jaren en komt uit op 8,7 miljoen ton. Dit lijkt echter wat aan de hoge kant te zijn. Op basis van het aanbod (hoofdstuk 3) zou je ongeveer 8,2 miljoen ton verwachten. Op basis van de vraag (hoofdstuk 4) zou je een import van 6,8 miljoen verwachten voor steenslag. Een import hoeveelheid voor steenslag tussen de 7 en 8 miljoen ton lijkt dan ook aannemelijker. De import van grind is ten opzichte van voorgaande jaren sterk gedaald. Dit is mogelijk te verklaren door de gestegen winning van grind in Nederland als wel de gedaalde vraag naar grind door de economische teruggang. Figuur 5.2. De import van beton- en metselzand, grind en steenslag in de periode Omdat de wijze van dataverzameling gedurende deze periode niet altijd hetzelfde is geweest dienen de absolute cijfers met voorzichtigheid gebruikt te worden. Voor de exacte cijfers en de achtergronden wordt verwezen naar voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind rapportages. Bron: : voorgaande Stand 69

70 van het Zand / Lint aan het Grind rapportages; 2009: dit onderzoek (5.3 en 5.4). 70

71 5.6 De ontwikkeling van het verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag Figuur 5.3 toont de ontwikkeling van het waargenomen gewogen verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag (zie Paragraaf 5.2). Sinds 2007 is dit dus inclusief een in de weging meegenomen schatting voor het verbruik van zand, grind en steenslag door de aannemerij. Voor beton- en metselzand en grind is sprake van een daling ten opzichte van de voorgaande jaren. Het gewogen gemiddelde voor beton- en metselzand en grind is op het laagste niveau sinds Deze daling is in overeenkomst met, maar groter dan, de gedaalde bouwproductie in 2009, wat mogelijk wordt veroorzaakt doordat bouwgrondstoffen vooral aan het begin van de bouwfase, waar de investeringsafname het eerst en het hardst heeft toegeslagen, worden ingezet en minder in de afbouwfase. Voor steenslag zien we sinds 2007 een licht stijgende trend. Figuur 5.3. Het gewogen verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in de periode Omdat de wijze van dataverzameling gedurende deze periode niet altijd hetzelfde is geweest dienen deze cijfers met voorzichtigheid gebruikt te worden. Voor de exacte cijfers en de achtergronden wordt verwezen naar voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind rapportages. 5.7 Vergelijking uitkomsten indicatorenmethode met monitoringsresultaten Beton- en metselzand Het verbruik van beton- en metselzand in 2009 ligt, volgens de indicatorenmethode, tussen de 16,2 miljoen ton (o.b.v. het cementverbruik, de betonmortelproductie en de asfaltproductie) en de 28,8 miljoen ton (volgens de methode van Ike). Het in dit monitoringsonderzoek bepaalde (gewogen) verbruik van 18,7 miljoen ton ligt duidelijk onderin de genoemde range, tussen het op basis van het cementverbruik, de betonmortelproductie en de asfaltproductie bepaalde verbruik (16,2 miljoen ton), en het verbruik aan de in-kant van het sys- 71

72 teem op basis van de bouwinvesteringen (op basis van de historische relatie tussen de gemeten productie+import-export en de bouwinvesteringen; 24,4 miljoen ton). Dit is vergelijkbaar met de resultaten van de toepassing van de indicatorenmethode op de cijfers in voorgaande jaren. De import uit Duitsland ligt, volgens de indicatorenmethode (formule in-kant van het systeem op basis van de bouwinvesteringen) op 9,9 miljoen ton en de export op 5,3 miljoen ton. Deze export is vrijwel iets lager dan de in dit onderzoek bepaalde export van 5,9 miljoen ton. Aangevuld met Engels zand uit tout-venant (1,6 miljoen ton volgens de Crown Estate) levert dit een netto import van ruim 6 miljoen ton op. Dit is ca. 1,5 miljoen ton meer dan in dit monitoringsonderzoek is gemeten Grof toeslagmateriaal Het verbruik van grind en steenslag in 2009 ligt, volgens de indicatorenmethode, tussen de 23,9 miljoen ton (het verbruik op basis van het cementverbruik, de betonmortelproductie en de asfaltproductie) en de 31,1 miljoen ton (het verbruik aan de uit-kant van het systeem op basis van de bouwinvestering). Ook het middels de EIB-methode bepaalde verbruik valt vrij laag uit (24,5 miljoen ton). Het feit dat de EIB-methode en de op het cementverbruik, de betonmortelproductie en de asfaltproductie gebaseerde methode tot een vrijwel gelijk verbruik leiden, ondanks dat het twee zeer verschillende methodes zijn, is opvallend. Het in dit monitoringsonderzoek bepaalde (gewogen) verbruik van grind en steenslag van 23,2 miljoen ton is iets lager dan het middels de indicatorenmethode berekende verbruik op basis van het cementverbruik, de betonmortelproductie en de asfaltproductie en eveneens lager dan het middels de EIB-methode bepaalde verbruik. Toch geven deze twee methodes een behoorlijk goed resultaat (verschil minder dan 1,5 miljoen ton). Dit is in lijn met de ervaringen van voorgaande jaren dat de EIB-methode en de op het cementverbruik, de betonmortelproductie en de asfaltproductie gebaseerde methode relatief betrouwbare methodes zijn om het verbruik van grof toeslagmateriaal mee te schatten. 5.8 Betrouwbaarheid van de gegevens Producenten- en handelarenenquête De resultaten van de producenten- en handelarenenquête worden als redelijk betrouwbaar beschouwd vanwege de dit jaar geringere respons onder de producenten en handelaren dan in het onderzoek over Wel bleek ook dit jaar dat correcties voor tout-venant, voor de winning van Noordzeezand en voor de winning van grind noodzakelijk was. De noodzaak van deze toevoegingen is een direct gevolg van de geringere respons en impliceert een geringere betrouwbaarheid. Dankzij de externe statistische gegevens voor de productie (binnenlandse productiecijfers) en voor de handel (NVLB) zijn de producenten- en handelarencijfers op een betrouwbare wijze opgehoogd ten behoeve van volledige dekking. Wat betreft de consistentie van de gegevens kan worden opgemerkt dat de wijze van dataverzameling en databewerking zo veel mogelijk in lijn met de voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind onderzoeken en conform het eind 2008 geüpdate Protocol heeft plaatsgevonden. 72

73 5.8.2 Verbruikersenquête De betrouwbaarheid van de resultaten van het onderzoek onder de verbruikers is lager dan vorig jaar. De respons onder de verbruikers is geringer dan vorig jaar. Alles bij elkaar wordt ca. 37% van het totale verbruik door de respondenten vertegenwoordigd. De toetsing van de verbruiksresultaten door controle van de gerespondeerde productievolumina aan de hand van industriële statistieken toont dit jaar zowel voor de betonmortelsector als de betonproductensector een onderschatting die echter aan de hand van de landelijke betonmortelproductie en een (geraamde) productie aan betonproducten betrouwbaar kan worden opgehoogd. Wat betreft de consistentie van de gegevens kan worden opgemerkt dat de wijze van dataverzameling en databewerking zo veel mogelijk in lijn met de voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind onderzoeken en conform het Protocol heeft plaatsgevonden Gecombineerde onderzoeksresultaten De betrouwbaarheid van de gecombineerde onderzoeksresultaten is redelijk tot goed te noemen. De verbruiksresultaten van het onderzoek onder verbruikers en het onderzoek onder de producenten en handelaren lopen met name voor beton- en metselzand en grind flink uiteen, maar het gewogen verbruik lijkt een vrij goed resultaat te leveren, vergeleken met het verwachte verbruik op basis van het de cementverbruik en de asfaltproductie. Voor het verbruik van beton- en metselzand leveren de onderzoeksresultaten dit jaar, na het hoge verbruik van 23,5 miljoen ton in 2008, nu een lager verbruik op van 18,7 miljoen ton. Ook voor grind is het verbruik fors gedaald ten opzichte van vorig jaar. Voor steenslag zien we daarentegen juist een stijging van het verbruik (+0,5 miljoen ton). Omdat deze cijfers in lijn zijn met de gedaalde bouwproductie, de gedaalde productie van betonmortel, het gedaalde cementverbruik en de gestegen asfaltproductie, worden deze veranderingen als realistisch en betrouwbaar beschouwd, hoewel de gesignaleerde dalingen wel groter zijn dan verwacht op basis van de statistische cijfers (m.n. de bouwinvesteringen) Toetsing branches en provincies Net als in voorgaande jaren heeft een toetsing plaatsgevonden van de onderzoeksresultaten door de opdrachtgever, de betrokken brancheorganisaties en een vertegenwoordiger van het IPO Vakberaad Ontgrondingen tijdens een hiertoe belegde bijeenkomst. In Bijlage F is een deelnemerslijst opgenomen van de bij dit overleg betrokken personen. Een aantal, al dan niet aanwezige, deelnemers heeft middels commentaar op het conceptrapport geleverd dat voor zover mogelijk in dit eindrapport verwerkt is. 5.9 Aanbevelingen toekomst Op basis van voorliggend rapport en het toetsingsoverleg met de branches en provincies zoals dat heeft plaatsgevonden, kunnen de volgende aanbevelingen gedaan worden voor de toekomst, die, indien deze aanbevelingen worden overgenomen, verwerkt kunnen te worden in het bij dit onderzoek behorende monitoringsprotocol. 73

74 5.9.1 Producentenenquête Het verbruik van beton- en metselzand op basis van het aanbod vertoont een overschatting vanwege de opname van beton- en metselzand hierin, die in de praktijk niet in cement- of bitumineus gebonden toepassingen verwerkt wordt. Hiervoor zou op enig moment gecorrigeerd dienen te worden. De respons onder de producenten en handelaren vormt een aandachtspunt, gezien de nu noodzakelijke correcties voor tout-venant, Noordzeezand en grind. Het benaderen van specifiek deze bedrijven verdient in komende onderzoeken nadrukkelijk aandacht Verbruikersenquête De kwaliteit van de eindresultaten van het onderzoek onder de bedrijven in de betonsector kan worden verbeterd door op een andere wijze om te gaan met de relatie tussen bedrijfsgrootte en ophoging. Voor de betonmortelsector wordt dit nu op een betrouwbare wijze gecorrigeerd op basis van het landelijke betonmortelproductievolume. In de betonproductensector is een dergelijke correctie door het ontbreken van betrouwbare landelijke productievolumes niet toepasbaar. Het gebruik van de indicatieve verhouding tussen de betonmortelproductie en de productie van betonproducten is een matig betrouwbaar alternatief. Voor de asfaltsector vindt uitsluitend ophoging plaats op basis van het productievolume. Een verdere afstemming met de brancheorganisatie (VBW-Asfalt), uiteraard binnen de grenzen van de vertrouwelijkheid van de enquêteresultaten, kan deze ophoging betrouwbaarder maken Aanbevelingen met betrekking tot de indicatorenmethode De indicatorenmethode heeft zich de afgelopen jaren bewezen als een, zij het nog niet optimale, maar zeker bruikbare methode om inzicht te krijgen in het verbruik, de import en de export van beton- en metselzand, grind en steenslag. De methode heeft een meer trendmatig karakter dan de absolute cijfers die de Stand van het Zand / Lint aan het Grind onderzoeken opleveren, maar in het absolute karakter van die cijfers schuilt tevens het gevaar dat ze als harde cijfers gebruikt gaan worden, hetgeen voorbij gaat aan de relatieve onnauwkeurigheid ervan. Met het oog op toekomstig gebruik van de methode raden wij aan deze verder fijn te slijpen op basis van de in de laatste jaren verzamelde gegevens, herziene cijfers over de samenstelling van betonmortel en betonproducten en herziene cijfers over de verhouding tussen de betonproducten- en betonmortelproductie. 74

75 Gehanteerde definities Beton- en metselzand: zand, dat wordt gebruikt voor het maken van cement- en bitumineus gebonden bouwstoffen (zoals beton, mortel en asfalt). Dit betreft zand in alle korrelgraderingen. Grind: grind in dit onderzoek betreft materiaal met een korrelgrootte van minimaal 2 en maximaal 40 mm. Tout-venant: mengsel van zand en grind, dat als zodanig wordt gewonnen. Steenslag: materiaal uit gebroken rots met een korrelgrootte van minimaal 2 en maximaal 40 mm. Primaire bouwstoffen: bouwstoffen, die niet eerder zijn gebruikt. Voorbeelden zijn zand uit zandwinning, grind uit grindwinning, steenslag uit gebroken rots uit groevewinning, zand uit gemalen rots uit groevewinning. Secundaire bouwstoffen: bouwstoffen die eerder zijn gebruikt in een dezelfde of een andere toepassing. Voorbeelden zijn granulaat uit gebroken bouw- en sloopafval, brekerzand uit de puinbrekerij, staalslakkenzand, BSA-granulaat, LD-staalslakken, gerecycled dakgrind. Brekerzand van natuurlijke mineralen: zand, dat vrijkomt bij het breken van rots. BSA-granulaat: product van een puinbrekerij, granulaat van steenachtig bouw- en sloopafval Asfaltgranulaat: materiaal, dat ontstaat door het breken of frezen van asfaltbetonverhardingen. Menggranulaat: product van een puinbrekerij, mengsel van betongranulaat en metselwerkgranulaat. Staalslak: restproduct, dat vrijkomt bij de productie van staal uit ruwijzer en schroot. Afhankelijk van het staalproductieproces kennen we LD-staalslakken en ELO-staalslakken. Producenten: bedrijven die eigen winning hebben van zand of grind. Handelaren: bedrijven die zand of grind inkopen en verkopen. Betonmortelfabrikanten: bedrijven, die betonmortel produceren en leveren voor toepassing op de bouwplaats. Dit betreft zowel stortklaar beton als droge mortel. Betonproductenfabrikanten: bedrijven die betonproducten produceren en leveren, zoals betonstenen, rioolbuizen, betonnen dakpannen, muurdelen. Asfaltinstallaties: asfaltcentrale met een menginstallatie 75

76 76

77 Bijlagen Bijlage A. Bijlage B. Bijlage C. Bijlage D. Bijlage E. Bijlage F. Producenten- en handelarenenquête Verbruikersenquêtes betonsector en asfaltsector Enquêteresultaten producenten en handelaren Enquêteresultaten verbruikers Combinatie resultaten producenten-, handelaren- en verbruikersenquêtes Samenstelling begeleidingsgroep 77

78 78

79 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Producenten- en handelarenenquête Bijlage A. Producenten- en handelarenenquête Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Handelaren- en producentenenquête retouradres T.a.v. Dataverzameling monitoring bouwgrondstoffen Antwoordnummer WR ARNHEM Bent u GEEN handelaar in of producent van beton- en metselzand, asfaltzand, grind, gebroken grind of steenslag uit gebroken rots? Wilt u dan in elk geval toch deze pagina invullen en terugsturen ten behoeve van de verbetering van ons adressenbestand? Bij voorbaat dank! Bedrijfsnaam:.. Vestigingsplaats:... Telefoonnummer:... Eventuele reden NIET invullen enquête: WEL producent of handelaar van beton- en metselzand, grind en/of steenslag, maar NIET geinteresseerd in deelname aan de enquête. Geen producent of handelaar van beton- en metselzand, grind en/of steenslag. Bedrijfsactiviteiten (als handelaar/producent) beëindigd. Contactpersoon Rob Faas (telefoon: / fax: ) rob.faas@nl.mwhglobal.com Retouradres T.a.v. Dataverzameling monitoring bouwgrondstoffen Antwoordnummer WR ARNHEM In opdracht van Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) 79

80 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Producenten- en handelarenenquête INFORMATIE VOORAF VERTROUWELIJKHEID Alle gegeven antwoorden worden volstrekt vertrouwelijk behandeld. Individuele gegevens zullen in de resultaten niet traceerbaar zijn. TERUGZENDING ENQUÊTEFORMULIER Voor terugzending van het enquêteformulier kunt u bijgevoegde retourenvelop gebruiken (geen postzegel nodig). DEFINITIES De vragen over beton- en metselzand in dit formulier betreffen zand dat wordt gebruikt voor het maken van cement- en bitumineus gebonden bouwstoffen (zoals beton, mortel en asfalt). Dit betreft zand in alle korrelgraderingen. De vragen over grind, gebroken grind en steenslag uit gebroken rots in deze enquête betreffen materiaal met een korrelgrootte van minimaal 2 en maximaal 40 mm. NAUWKEURIGHEID Indien geen precieze cijfers direct voorhanden zijn, volstaat een schatting. OMREKENFACTOREN 1 losse kubieke meter beton- metselzand weegt 1,45 ton; 1 vaste kubieke meter beton- metselzand weegt 1,7 ton; 1 kubieke meter nat beton- metselzand in bak (gespoten) weegt 2,0 ton; 1 kubieke meter (gebroken) grind weegt 1,6 ton; 1 kubieke meter steenslag weegt 1,75 ton. 80

81 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Producenten- en handelarenenquête Wilt u voor het invullen een blauwe of zwarte pen gebruiken? ALGEMENE INFORMATIE: Bedrijfsnaam: Contactpersoon:.... Tel: TYPE BEDRIJFSVESTIGING 1a. Kan uw bedrijfsvestiging worden aangemerkt als: (aankruisen wat van toepassing is) zelfstandige vestiging (zonder nevenvestiging) Ga door naar vraag 2. hoofdvestiging (één of meer nevenvestigingen) Ga door naar vraag 1b. nevenvestiging Ga door naar vraag 1c. 1b. Wilt u bij de beantwoording van alle volgende vragen uitgaan van uw GEHELE bedrijf inclusief eventuele nevenvestigingen? Kunt u tevens de namen en postadressen van de nevenvestigingen van uw bedrijf hieronder weergeven? 1c. Wilt u bij de beantwoording van alle volgende vragen van dit formulier uitgaan van de nevenvestiging (dus niet van de hele onderneming). Kunt u tevens de naam en het postadres van de hoofdvestiging hieronder invullen? Hoofd- en nevenvestigingen: nevenvestiging hoofdvestiging: Naam: Postadres:... nevenvestiging hoofdvestiging: Naam: Postadres:... Ga door naar vraag 2. 81

82 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Producenten- en handelarenenquête 2. WINNING VAN BOUWGRONDSTOFFEN 2a. Bent u alleen handelaar in bouwgrondstoffen (i.e. alleen koop en verkoop van zand/grind), alleen winner van zand of grind uit een Nederlandse winning (i.e. uitsluitend productie en verkoop; geen inkoop) of bent u zowel handelaar als winner van beton- en metselzand of grind (i.e. productie, inkoop en verkoop)? alleen handelaar; geen eigen productie Ga door naar vraag 3. alleen eigen winning in Nederland, geen handelaar Ga door naar vraag 2b. naast handelaar ook eigen winning in Nederland Ga door naar vraag 2b. 2b. Hoeveel ton beton- en metselzand en grind heeft u in 2009 uit winningen in Nederland gewonnen? WINNING IN NEDERLAND (2009) Hoeveelheid (in tonnen) beton- en metselzand grind 2c. Kunt u in de onderstaande tabel invullen hoeveel beton- en metselzand, grind, toutvenant en steenslag uit gebroken rots u in 2009 in het buitenland gewonnen heeft en hoeveel u daarvan in Nederland heeft afgezet? Wilt u voor het gewonnen tout-venant tevens aangeven uit hoeveel procent grind en zand dit bestond? NOTA BENE: Afzet aan een Nederlandse handelaar waarvan het niet bekend is of het zand uiteindelijk in Nederland of in het buitenland is toegepast, wordt eveneens beschouwd als afgezet in Nederland. WINNING IN HET BUITENLAND (2009) Hoeveelheid (in tonnen) Waarvan afgezet in Nederland (in tonnen) % grind % zand beton- en metselzand n.v.t. 100% grind 100% n.v.t. steenslag uit gebroken rots n.v.t. n.v.t. tout-venant % % 82

83 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Producenten- en handelarenenquête Toelichting vervolgvragen Bij de vervolgvragen blijven in het buitenland geproduceerde materialen die in hetzelfde of in een ander buitenland (dus NIET in Nederland) worden gebruikt (zogenaamd transit ) buiten beschouwing! 3. INKOOP VAN ZAND, GRIND, TOUT-VENANT EN STEENSLAG IN a. Koopt uw bedrijf beton- en metselzand, (gebroken) grind, tout-venant en/of steenslag in ten behoeve van levering aan derden? Ja, inkoop ten behoeve van levering aan derden Ga door naar vraag 3b. Nee, alleen inkoop ten behoeve van eigen gebruik Ga door naar vraag 4. Nee, helemaal geen inkoop Ga door naar vraag 4. 3b. Kunt u in de volgende vier tabellen de totale inkoop in 2009 van respectievelijk betonen metselzand (tabel 3b-1), grind en gebroken grind (tabel 3b-2), tout-venant (tabel 3b- 3) en steenslag uit gebroken rots (tabel 3b-4) invullen? Toelichting te onderscheiden herkomstcategorieën Inkoop bij producenten: inkoop van grondstoffen door uw bedrijf direct bij de winners van deze grondstoffen in Nederland. Grindbrekers en sorteerbedrijven worden eveneens als producenten beschouwd; Inkoop bij (tussen)handelaren: inkoop van grondstoffen bij een bedrijf dat zelf geen van deze grondstoffen wint, maar ze inkoopt ten behoeve van levering aan derden; Inkoop in het buitenland: directe invoer door uw bedrijf van bouwgrondstoffen vanuit het buitenland naar Nederland, ingekocht bij een buitenlandse handelaar of een buitenlandse producent. Tabel 3b-1: Wat was de totale inkoop van beton- en metselzand in 2009 t.b.v. levering aan derden? INKOOP (2009) Nederland Buitenland (import) TOTAAL Herkomstcategorie (zie toelichting) Producenten (Tussen)handelaren Invoer uit het buitenland (exclusief eigen winning in het buitenland) Hoeveelheid beton- en metselzand (in tonnen) 83

84 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Producenten- en handelarenenquête Tabel 3b-2: Wat was de totale inkoop van grind en gebroken grind in 2009 t.b.v. levering aan derden: INKOOP (2009) Nederland Buitenland (import) TOTAAL Herkomstcategorie (zie toelichting) Producenten (Tussen)handelaren Invoer uit het buitenland (exclusief eigen winning in het buitenland) Hoeveelheid grind en gebroken grind (in tonnen) Tabel 3b-3: Wat was de totale inkoop van tout-venant in 2009 ten behoeve van levering aan derden en uit hoeveel procent grind en zand bestond dit tout-venant? INKOOP (2009) Herkomstcategorie (zie toelichting) Hoeveelheid toutvenant (in tonnen) waarvan % grind waarvan % zand Nederland Producenten (Tussen)handelaren Buitenland (import) Invoer uit het buitenland (exclusief eigen winning in het buitenland) TOTAAL Tabel 3b-4: Wat was de totale inkoop van steenslag uit gebroken rots in 2009 ten behoeve van levering aan derden? INKOOP (2009) Nederland Buitenland (import) TOTAAL Herkomstcategorie (zie toelichting) Brekerijen en sorteerders (Tussen)handelaren Invoer uit het buitenland (exclusief eigen winning in het buitenland) Hoeveelheid steenslag uit gebroken rots (in tonnen) 84

85 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Producenten- en handelarenenquête 4. LEVERING VAN ZAND, GRIND, TOUT-VENANT EN STEENSLAG Kunt u in de volgende drie tabellen de directe levering van respectievelijk beton- en metselzand (tabel 4a), grind en gebroken grind (tabel 4b) en steenslag uit gebroken rots (tabel 4c) over 2009 weergeven? Het gaat hierbij om de totale levering van al het gewonnen en ingekochte materiaal. NOTA BENE: Per tabel dient het TOTAAL overeen te komen met de totale hoeveelheid ingekocht en gewonnen beton- en metselzand, grind of steenslag (zie vraag 3 en vraag 4). Toelichting directe levering aan afnemerscategorieën Onder directe levering wordt verstaan de verkoop van beton- en metselzand, grind of steenslag aan de volgende afnemerscategorieën: (tussen)handelaren: dit zijn bedrijven die zelf geen bouwgrondstoffen winnen, bewerken of verwerken, maar het enkel inkopen ten behoeve van leveringen aan derden; verbruikers: dit zijn bedrijven die in het productieproces bouwgrondstoffen verwerken (betonproductenfabrieken, beton- en metselmortelcentrales, asfaltcentrales en bouwbedrijven (zoals vloerenlegbedrijven, stukadoors en aannemers); eigen verbruik: de hoeveelheid die binnen uw eigen bedrijf zelf wordt verwerkt voor eigen gebruik, dan wel na verwerking in een andere vorm aan derden wordt doorgeleverd (bijvoorbeeld als betonmortel of prefab betonproducten); grindbrekerijen: dit zijn bedrijven die het grof grind bewerken en daarna als bouwgrondstof doorverkopen; overigen: hier worden onder andere particulieren onder verstaan die het materiaal direct van een handelaar of producent afnemen en toepassen; buitenland: dit betreft de uitvoer van beton- en metselzand, grind en/of steenslag door uw bedrijf naar verbruikers en (tussen)handelaren in het buitenland. 4a. Hoe groot was de directe levering van beton- en metselzand per afnemerscategorie in 2009? LEVERINGEN AAN AFNEMERS (2009) Nederland Buitenland (export) TOTAAL Afnemerscategorie (Tussen)handelaren Verbruikers Eigen verbruik Overigen (particulieren) Buitenland (export) Hoeveelheid beton- en metselzand (in tonnen) 85

86 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Producenten- en handelarenenquête 4b. Hoe groot was de directe levering van grind en gebroken grind per afnemerscategorie in 2009? LEVERINGEN AAN AFNEMERS (2009) Nederland Buitenland (export) TOTAAL Afnemerscategorie (Tussen)handelaren Verbruikers Eigen verbruik Producenten (bijvoorbeeld grindbrekerijen) Overigen (particulieren) Buitenland (export) Hoeveelheid grind en gebroken grind (in tonnen) 4c. En hoe groot was de directe levering van steenslag uit gebroken rots per afnemerscategorie in 2009? LEVERINGEN AAN AFNEMERS (2009) Nederland Buitenland (export) TOTAAL Afnemerscategorie (Tussen)handelaren Verbruikers Eigen verbruik Overigen (particulieren) Buitenland (export) Hoeveelheid steenslag uit gebroken rots (in tonnen) 5. INFORMATIEVOORZIENING Wilt u per op de hoogte worden gehouden over de resultaten van het huidige onderzoek. Ja, mijn adres is: Nee. HARTELIJK DANK VOOR UW MEDEWERKING!!! Een antwoordenvelop is bijgevoegd. Een postzegel is niet nodig. 86

87 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Verbruikersenquête - Betonsector Bijlage B. Verbruikersenquêtes Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Verbruikersenquête - Betonsector retouradres T.a.v. Dataverzameling monitoring bouwgrondstoffen Antwoordnummer WR ARNHEM Bent u GEEN verbruiker van beton- en metselzand, asfaltzand, grind, gebroken grind en/of steenslag uit gebroken rots? Wilt u dan in elk geval toch deze pagina invullen en terugsturen ten behoeve van de responsmeting en verbetering van ons adressenbestand? Bij voorbaat dank! GEGEVENS AFZENDER: Bedrijfsnaam:.. (Post)adres:. Postcode / plaats:... Telefoonnummer:... Eventuele reden NIET invullen enquête: WEL verbruiker van beton- en metselzand, grind en/of steenslag, maar NIET geïnteresseerd in deelname aan de enquête. Geen verbruiker van beton- en metselzand, grind en/of steenslag. Werkzaam in andere sector, namelijk:.. Bedrijfsactiviteiten in de betonsector geheel beëindigd. Contactpersoon Retouradres In opdracht van Rob Faas telefoon: / fax: rob.faas@nl.mwhglobal.com T.a.v. Dataverzameling monitoring bouwgrondstoffen Antwoordnummer WR ARNHEM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) 87

88 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Verbruikersenquête - Betonsector INFORMATIE VOORAF VERTROUWELIJKHEID Alle gegeven antwoorden worden volstrekt vertrouwelijk behandeld. Individuele gegevens zullen in de resultaten niet traceerbaar zijn. TERUGZENDING ENQUÊTE FORMULIER Voor terugzending van het enquêteformulier kunt u bijgevoegde retourenvelop gebruiken (geen postzegel nodig). DEFINITIES De vragen over beton- en metselzand in dit formulier betreffen zand dat wordt gebruikt voor het maken van cement- en bitumineus gebonden bouwstoffen (zoals beton, mortel en asfalt). Dit betreft zand in alle korrelgraderingen. De vragen over grind, gebroken grind en steenslag uit gebroken rots in deze enquête betreffen materiaal met een korrelgrootte van minimaal 2 en maximaal 40 mm. EENHEDEN Vrijwel alle gegevens dienen in tonnen te worden ingevuld. Bij enkele vragen wordt een percentage gevraagd, of wordt een productievolume in kubieke meters gevraagd. NAUWKEURIGHEID Indien geen precieze cijfers direct voorhanden zijn, volstaat een schatting. OMREKENFACTOREN 1 losse kubieke meter beton- metselzand weegt 1,45 ton; 1 vaste kubieke meter beton- metselzand weegt 1,7 ton; 1 kubieke meter nat beton- metselzand in bak (gespoten) weegt 2,0 ton; 1 kubieke meter (gebroken) grind weegt 1,6 ton; 1 kubieke meter steenslag weegt 1,75 ton. 88

89 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Verbruikersenquête - Betonsector Wilt u voor het invullen een blauwe of zwarte pen gebruiken? 1. TYPE BEDRIJFSVESTIGING 1a. Kan uw bedrijfsvestiging worden aangemerkt als: (aankruisen wat van toepassing is) zelfstandige vestiging (zonder nevenvestiging) Ga door naar vraag 2. hoofdvestiging (één of meer nevenvestigingen) Ga door naar vraag 1b. nevenvestiging Ga door naar vraag 1c. 1b. Wilt u bij de beantwoording van alle volgende vragen uitgaan van uw GEHELE bedrijf inclusief eventuele nevenvestigingen? Kunt u tevens de namen en postadressen van de nevenvestigingen van uw bedrijf hieronder weergeven? 1c. Wilt u bij de beantwoording van alle volgende vragen van dit formulier uitgaan van de nevenvestiging (dus niet van de hele onderneming). Kunt u tevens de naam en het postadres van de hoofdvestiging hieronder invullen? Hoofd- en nevenvestigingen: nevenvestiging hoofdvestiging: Naam: Postadres:... nevenvestiging hoofdvestiging: Naam: Postadres: BEDRIJFSGROOTTE Wat was het (gemiddeld) aantal werknemers van uw bedrijf in 2009? (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is) < 10 werknemers werknemers werknemers werknemers werknemers > 200 werknemers 89

90 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Verbruikersenquête - Betonsector 3. VERBRUIKERSCATEGORIE Tot welke van de volgende verbruikerscategorieën van beton- en metselzand, grind, gebroken grind en/of steenslag uit gebroken rots behoort uw bedrijf? Wilt u, indien u producent bent van betonmortel, betonproducten of asfalt, uw productievolume over 2009 invullen? (meerdere antwoorden mogelijk) betonmortelfabrikanten betonproductenfabrikanten fabrikanten van overige mortels (metselspecie, lijmmortel etc.) Productievolume: Productievolume: Productievolume:.. m 3.. m 3.. m 3 aannemerij: grond-, weg- en waterbouw aannemerij: woning- en utiliteitsbouw asfaltinstallaties Productievolume:. ton overige verbruikers, namelijk: 4. EIGEN VERBRUIK VAN BETON- EN METSELZAND 4a. Heeft u in 2009 beton- en metselzand gebruikt? (aankruisen wat van toepassing is) ja, wij hebben beton- en metselzand gebruikt Ga door naar vraag 4b. nee, wij hebben geen beton- en metselzand gebruikt Ga door naar vraag 5. Toelichting bij vraag 4 In deze enquête wordt u gevraagd naar uw eigen verbruik. Dit is de hoeveelheid betonen metselzand die u in 2009 heeft ingekocht (of zelf gewonnen) voor de productie van bouwmaterialen of bouwwerken, verminderd met de verkoop van los zand aan derden. Onder beton- en metselzand wordt niet verstaan beton- en metselzandvervangend materiaal (zie daarvoor vraag 5). De volgende herkomstcategorieën worden onderscheiden: inkoop: inkoop van beton- en metselzand direct bij een zandwinner, handelaar of sorteerbedrijf in Nederland. eigen productie: dit betreft uit uw eigen winning gewonnen beton- en metselzand; buitenland: directe invoer door uw bedrijf van beton- en metselzand vanuit het buitenland naar Nederland (dus inclusief eventuele invoer van Engels zeezand maar exclusief buitenlands materiaal dat u van een Nederlandse handelaar betrekt). 90

91 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Verbruikersenquête - Betonsector 4b. Wat was het totale eigen verbruik van beton- en metselzand naar herkomstcategorieën over 2009? TOTALE EIGEN VERBRUIK (2009) Nederland Buitenland (import) HERKOMSTCATEGORIE Inkoop Eigen productie Buitenland (import) TOTAAL Beton- en metselzand (in tonnen) 4c. Kunt u in onderstaande tabel een procentuele verdeling aangeven van het (totale) eigen verbruik van beton- en metselzand in 2009 per toepassingscategorie? Beton- en metselzand gebruikt voor: % van het beton- en metselzand: betonproducten % betonmortel (voor verkoop) % metsel- en voegmortel % overige zand/cementmortels (inclusief vloerenzand voor vloermortels) % stucwerk en betonreparatie % asfalt % anders, namelijk: %... % 5. GEBRUIK VAN BETON- EN METSELZANDVERVANGENDE MATERIALEN IN a. Maakte uw bedrijf in 2009 gebruik van beton- en metselzandvervangende materialen? (aankruisen wat van toepassing is) nee Ga door naar vraag 6. ja Ga door naar vraag 5b. 91

92 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Verbruikersenquête - Betonsector 5b. Hoeveel ton beton- en metselzandvervangend materiaal heeft u in 2009 verbruikt? Soort zandvervangend materiaal Hoeveelheid (in tonnen) Brekerzand van BSA (bouw- en sloopafval) Brekerzand van natuurlijke mineralen Zeefzand van BSA Zandfractie uit asfaltgranulaat Gereinigde grond Fijn zand (zand en zand 0-1) anders, namelijk: EIGEN VERBRUIK VAN ROND GRIND, GEBROKEN GRIND EN STEENSLAG IN a. Heeft u in 2009 grind of steenslag gebruikt? (aankruisen wat van toepassing is) ja, wij hebben grind of steenslag gebruikt Ga door naar vraag 6b. nee, wij hebben geen grind of steenslag gebruikt Ga door naar vraag 7. Toelichting bij vraag 6 In deze enquête wordt u gevraagd naar uw eigen verbruik. Dit is de hoeveelheid grind en/of steenslag die u in 2009 heeft ingekocht (of zelf gewonnen) voor de productie van bouwmaterialen of bouwwerken, verminderd met de verkoop van grind en/of steenslag aan derden. Onder grind wordt niet verstaan grindvervangend materiaal (zie daarvoor vraag 7). De volgende herkomstcategorieën worden onderscheiden: inkoop: inkoop van (gebroken) grind of steenslag uit gebroken rots direct bij een grindwinner, een handelaar, grindbreker of sorteerbedrijf in Nederland; eigen productie: dit betreft uit uw eigen winning gewonnen grind; buitenland: directe invoer door uw bedrijf van (gebroken) grind of steenslag vanuit het buitenland naar Nederland (dus inclusief eventuele invoer van Engels zeegrind maar exclusief buitenlands materiaal dat u van een Nederlandse handelaar betrekt). 92

93 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Verbruikersenquête - Betonsector 6b. Wat was het totale eigen verbruik van rond grind en gebroken grind per herkomstcategorie in 2009? TOTALE EIGEN VERBRUIK (2009) HERKOMSTCA- TEGORIE Hoeveelheid rond grind (in tonnen) Hoeveelheid gebroken grind (in tonnen) Nederland Inkoop Eigen productie Buitenland (import) Buitenland (import) TOTAAL 6c. Wat was het totale eigen verbruik van steenslag uit gebroken rots per herkomstcategorie in 2009? TOTALE EIGEN VER- BRUIK (2009) Nederland Buitenland (import) HERKOMSTCATE- GORIE (Tussen)handelaren Buitenland (import) TOTAAL Hoeveelheid steenslag uit gebroken rots (in tonnen) 6d. En welke soorten steenslag uit gebroken rots heeft u in 2009 verbruikt? SOORT STEENSLAG UIT GEBROKEN ROTS Basalt Hoeveelheid (in tonnen) Graniet Kalksteen Porfier Anders TOTAAL 93

94 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Verbruikersenquête - Betonsector 7. GEBRUIK VAN GRINDVERVANGENDE MATERIALEN IN a. Maakte uw bedrijf in 2009 gebruik van rond en gebroken grindvervangende materialen (exclusief steenslag uit gebroken rots)? (aankruisen wat van toepassing is) nee Ga door naar vraag 8. ja Ga door naar vraag 7b. 7b. Hoeveel ton grindvervangend materiaal heeft u in 2009 verbruikt? Soort grindvervangend materiaal Hoeveelheid (in tonnen) Puingranulaat Betongranulaat Menggranulaat Kunstgrind (kleikorrels) Staalslak Fosforslak Asfaltgranulaat Ecogranulaat Geëxpandeerde kleikorrels Eigen restproduct Anders, namelijk: INFORMATIEVOORZIENING Wilt u per op de hoogte worden gehouden over de resultaten van het huidige onderzoek. Ja, mijn adres is:..@. Nee. HARTELIJK DANK VOOR UW MEDEWERKING!!! Een antwoordenvelop is bijgevoegd. Een postzegel is niet nodig. 94

95 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Verbruikersenquête - Asfaltsector Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Verbruikersenquête - Asfaltsector retouradres T.a.v. Dataverzameling monitoring bouwgrondstoffen Antwoordnummer WR ARNHEM Bent u GEEN verbruiker van beton- en metselzand, asfaltzand, grind, gebroken grind en/of steenslag uit gebroken rots? Wilt u dan in elk geval toch deze pagina invullen en terugsturen ten behoeve van de responsmeting en verbetering van ons adressenbestand? Bij voorbaat dank! GEGEVENS AFZENDER: Bedrijfsnaam:.. (Post)adres:. Postcode / plaats:... Telefoonnummer:... Eventuele reden NIET invullen enquête: WEL verbruiker van beton- en metselzand, grind en/of steenslag, maar NIET geïnteresseerd in deelname aan de enquête. Geen verbruiker van beton- en metselzand, grind en/of steenslag. Werkzaam in andere sector, namelijk:.. Bedrijfsactiviteiten in de asfaltsector geheel beëindigd. Contactpersoon Retouradres In opdracht van Rob Faas telefoon: / fax: rob.faas@nl.mwhglobal.com T.a.v. Dataverzameling monitoring bouwgrondstoffen Antwoordnummer WR ARNHEM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) 95

96 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Verbruikersenquête - Asfaltsector INFORMATIE VOORAF VERTROUWELIJKHEID Alle gegeven antwoorden worden volstrekt vertrouwelijk behandeld. Individuele gegevens zullen in de resultaten niet traceerbaar zijn. TERUGZENDING ENQUÊTE FORMULIER Voor terugzending van het enquêteformulier kunt u bijgevoegde retourenvelop gebruiken (geen postzegel nodig). DEFINITIES De vragen over beton- en metselzand in dit formulier betreffen zand dat wordt gebruikt voor het maken van cement- en bitumineus gebonden bouwstoffen (zoals beton, mortel en asfalt). Dit betreft zand in alle korrelgraderingen. De vragen over grind, gebroken grind en steenslag uit gebroken rots in deze enquête betreffen materiaal met een korrelgrootte van minimaal 2 en maximaal 40 mm. EENHEDEN Vrijwel alle gegevens dienen in tonnen te worden ingevuld. Bij enkele vragen wordt een percentage gevraagd, of wordt een productievolume in kubieke meters gevraagd. NAUWKEURIGHEID Indien geen precieze cijfers direct voorhanden zijn, volstaat een schatting. OMREKENFACTOREN 1 losse kubieke meter beton- metselzand weegt 1,45 ton; 1 vaste kubieke meter beton- metselzand weegt 1,7 ton; 1 kubieke meter nat beton- metselzand in bak (gespoten) weegt 2,0 ton; 1 kubieke meter (gebroken) grind weegt 1,6 ton; 1 kubieke meter steenslag weegt 1,75 ton. 96

97 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Verbruikersenquête - Asfaltsector Wilt u voor het invullen een blauwe of zwarte pen gebruiken? 1. TYPE BEDRIJFSVESTIGING 1a. Kan uw bedrijfsvestiging worden aangemerkt als: (aankruisen wat van toepassing is) zelfstandige vestiging (zonder nevenvestiging) Ga door naar vraag 2. hoofdvestiging (één of meer nevenvestigingen) Ga door naar vraag 1b. 1b. Tijdens de monitoring van voorgaande jaren is gebleken dat er een overschatting wordt gemaakt van de productie van asfalt en het daarbij behorende verbruik van onder andere zand en grind. Dit is mogelijk te verklaren doordat meerdere eigenaren dezelfde gegevens verstrekten van één asfaltcentrale. Hierdoor ontstonden dubbelingen. Kunt u daarom aangeven op welke asfaltcentrales de hieronder verstrekte gegevens betrekking hebben? Asfaltcentrale(s) waarop de gegevens betrekking hebben: Naam centrale:.plaats:. Naam centrale:.plaats:. Naam centrale:.plaats:. Naam centrale:.plaats:. Naam centrale:.plaats:. Naam centrale:.plaats:. Naam centrale:.plaats:. Naam centrale:.plaats:. Naam centrale:.plaats:. 2. BEDRIJFSGROOTTE Wat was het (gemiddeld) aantal werknemers van uw bedrijf in 2009? (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is) < 10 werknemers werknemers werknemers werknemers werknemers > 200 werknemers 97

98 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Verbruikersenquête - Asfaltsector 3. VERBRUIKERSCATEGORIE Tot welke van de volgende verbruikerscategorieën van beton- en metselzand, grind, gebroken grind en/of steenslag uit gebroken rots behoort uw bedrijf? Wilt u, indien u producent bent van betonmortel, betonproducten of asfalt, uw productievolume over 2009 invullen? (meerdere antwoorden mogelijk) betonmortelfabrikanten betonproductenfabrikanten asfaltinstallaties Productievolume: Productievolume: Productievolume:.. m 3.. m 3. ton overige verbruikers, namelijk: 4. EIGEN VERBRUIK VAN BETON- EN METSELZAND 4a. Heeft u in 2009 beton- en metselzand gebruikt? (aankruisen wat van toepassing is) ja, wij hebben beton- en metselzand gebruikt Ga door naar vraag 4b. nee, wij hebben geen beton- en metselzand gebruikt Ga door naar vraag 5. Toelichting bij vraag 4 In deze enquête wordt u gevraagd naar uw eigen verbruik. Dit is de hoeveelheid betonen metselzand die u in 2009 heeft ingekocht (of zelf gewonnen) voor de productie van bouwmaterialen of bouwwerken, verminderd met de verkoop van los zand aan derden. Onder beton- en metselzand wordt niet verstaan beton- en metselzandvervangend materiaal (zie daarvoor vraag 5). De volgende herkomstcategorieën worden onderscheiden: inkoop: inkoop van beton- en metselzand direct bij een zandwinner, handelaar of sorteerbedrijf in Nederland. eigen productie: dit betreft uit uw eigen winning gewonnen beton- en metselzand; buitenland: directe invoer door uw bedrijf van beton- en metselzand vanuit het buitenland naar Nederland (dus inclusief eventuele invoer van Engels zeezand maar exclusief buitenlands materiaal dat u van een Nederlandse handelaar betrekt). 98

99 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Verbruikersenquête - Asfaltsector 4b. Wat was het totale eigen verbruik van beton- en metselzand naar herkomstcategorieën over 2009? TOTALE EIGEN VERBRUIK (2009) Nederland Buitenland (import) HERKOMSTCATEGORIE Inkoop Eigen productie Buitenland (import) TOTAAL Beton- en metselzand (in tonnen) 4c. Kunt u in onderstaande tabel een procentuele verdeling aangeven van het (totale) eigen verbruik van beton- en metselzand in 2009 per toepassingscategorie? Beton- en metselzand gebruikt voor: % van het beton- en metselzand: betonproducten % betonmortel (voor verkoop) % metsel- en voegmortel % overige zand/cementmortels (inclusief vloerenzand voor vloermortels) % stucwerk en betonreparatie % asfalt % anders, namelijk: %... % 5. GEBRUIK VAN BETON- EN METSELZANDVERVANGENDE MATERIALEN IN a. Maakte uw bedrijf in 2009 gebruik van beton- en metselzandvervangende materialen? (aankruisen wat van toepassing is) nee Ga door naar vraag 6. ja Ga door naar vraag 5b. 99

100 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Verbruikersenquête - Asfaltsector 5b. Hoeveel ton beton- en metselzandvervangend materiaal heeft u in 2009 verbruikt? Soort zandvervangend materiaal Hoeveelheid (in tonnen) Brekerzand van BSA (bouw- en sloopafval) Brekerzand van natuurlijke mineralen Zeefzand van BSA Zandfractie uit asfaltgranulaat Gereinigde grond Fijn zand (zand en zand 0-1) anders, namelijk: EIGEN VERBRUIK VAN ROND GRIND, GEBROKEN GRIND EN STEENSLAG IN a. Heeft u in 2009 grind of steenslag gebruikt? (aankruisen wat van toepassing is) ja, wij hebben grind of steenslag gebruikt Ga door naar vraag 6b. nee, wij hebben geen grind of steenslag gebruikt Ga door naar vraag 7. Toelichting bij vraag 6 In deze enquête wordt u gevraagd naar uw eigen verbruik. Dit is de hoeveelheid grind en/of steenslag die u in 2009 heeft ingekocht (of zelf gewonnen) voor de productie van bouwmaterialen of bouwwerken, verminderd met de verkoop van grind en/of steenslag aan derden. Onder grind wordt niet verstaan grindvervangend materiaal (zie daarvoor vraag 7). De volgende herkomstcategorieën worden onderscheiden: inkoop: inkoop van (gebroken) grind of steenslag uit gebroken rots direct bij een grindwinner, een handelaar, grindbreker of sorteerbedrijf in Nederland; eigen productie: dit betreft uit uw eigen winning gewonnen grind; buitenland: directe invoer door uw bedrijf van (gebroken) grind of steenslag vanuit het buitenland naar Nederland (dus inclusief eventuele invoer van Engels zeegrind maar exclusief buitenlands materiaal dat u van een Nederlandse handelaar betrekt). 100

101 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Verbruikersenquête - Asfaltsector 6b. Wat was het totale eigen verbruik van rond grind en gebroken grind per herkomstcategorie in 2009? TOTALE EIGEN VERBRUIK (2009) HERKOMSTCA- TEGORIE Hoeveelheid rond grind (in tonnen) Hoeveelheid gebroken grind (in tonnen) Nederland Inkoop Eigen productie Buitenland (import) Buitenland (import) TOTAAL 6c. Wat was het totale eigen verbruik van steenslag uit gebroken rots per herkomstcategorie in 2009? TOTALE EIGEN VER- BRUIK (2009) Nederland Buitenland (import) HERKOMSTCATE- GORIE (Tussen)handelaren Buitenland (import) TOTAAL Hoeveelheid steenslag uit gebroken rots (in tonnen) 6d. En welke soorten steenslag uit gebroken rots heeft u in 2009 verbruikt? SOORT STEENSLAG UIT GEBROKEN ROTS Basalt Hoeveelheid (in tonnen) Graniet Kalksteen Porfier Anders TOTAAL 101

102 Monitoring Bouwgrondstoffen 2009 Verbruikersenquête - Asfaltsector 7. GEBRUIK VAN GRINDVERVANGENDE MATERIALEN IN a. Maakte uw bedrijf in 2009 gebruik van rond en gebroken grindvervangende materialen (exclusief steenslag uit gebroken rots)? (aankruisen wat van toepassing is) nee Ga door naar vraag 8. ja Ga door naar vraag 7b. 7b. Hoeveel ton grindvervangend materiaal heeft u in 2009 verbruikt? Soort grindvervangend materiaal Hoeveelheid (in tonnen) Puingranulaat Betongranulaat Menggranulaat Kunstgrind (kleikorrels) Staalslak Fosforslak Asfaltgranulaat Ecogranulaat Geëxpandeerde kleikorrels Eigen restproduct Anders, namelijk: INFORMATIEVOORZIENING Wilt u per op de hoogte worden gehouden over de resultaten van het huidige onderzoek. Ja, mijn adres is:..@. Nee. HARTELIJK DANK VOOR UW MEDEWERKING!!! Een antwoordenvelop is bijgevoegd. Een postzegel is niet nodig. 102

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2008 Stand van het Zand XIV Lint aan het Grind XII

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2008 Stand van het Zand XIV Lint aan het Grind XII Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2008 Stand van het Zand XIV Lint aan het Grind XII samenvatting In opdracht van Rijkswaterstaat Waterdienst Opgesteld door Projectnummer

Nadere informatie

Productie en verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind in 2005

Productie en verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind in 2005 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Productie en verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind in 2005 Stand van het Zand XI / Lint aan het Grind IX December 2006 Noot vooraf Aan de gegevens

Nadere informatie

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in Stand van het Zand XIII Lint aan het Grind XI.

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in Stand van het Zand XIII Lint aan het Grind XI. Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2007 Stand van het Zand XIII Lint aan het Grind XI eindrapport In opdracht van Rijkswaterstaat Waterdienst Opgesteld door MWH B.V. Projectnummer

Nadere informatie

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2010 Stand van het Zand XVI Lint aan het Grind XIV

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2010 Stand van het Zand XVI Lint aan het Grind XIV Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2010 Stand van het Zand XVI Lint aan het Grind XIV eindrapport In opdracht van Ministerie van Infrastructuur & Milieu, DG Ruimte en Water

Nadere informatie

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, Indicator 12 maart 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken Veel bouwgrondstoffen als grind,

Nadere informatie

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, Indicator 22 mei 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken Veel bouwgrondstoffen als grind, zand

Nadere informatie

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, Indicator 24 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken Veel bouwgrondstoffen als grind, zand

Nadere informatie

Structuuronderzoek 22 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2004 2013

Structuuronderzoek 22 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2004 2013 Structuuronderzoek 22 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2004 2013 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

Structuuronderzoek 23 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014

Structuuronderzoek 23 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014 Structuuronderzoek 23 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

Structuuronderzoek 24 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland

Structuuronderzoek 24 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland Structuuronderzoek 24 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2006 2015 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

Samenvatting Structuuronderzoek 25

Samenvatting Structuuronderzoek 25 Samenvatting Structuuronderzoek 25 1 Samenvatting Structuuronderzoek 25 Het verbruik van bouwgrondstoffen in Nederland van 2007 tot en met 2016 Samenvatting Structuuronderzoek 25 2 Colofon Auteur: De heer

Nadere informatie

Rapportage Monitoring bouwgrondstoffen 2013

Rapportage Monitoring bouwgrondstoffen 2013 Rapportage Monitoring bouwgrondstoffen 2013 H2H advies Zevenbergenstraat 14 6844 CZ Arnhem T 06 51494666 E info@h2hadvies.nl Ir. J. t Hoen Definitief 2 december 2015 Samenvatting In dit rapport wordt verslag

Nadere informatie

Samenvatting Structuuronderzoek 26

Samenvatting Structuuronderzoek 26 Samenvatting Structuuronderzoek 26 1 Samenvatting Structuuronderzoek 26 De handel in bouwgrondstoffen in Nederland van 2008 tot en met 2017 Samenvatting Structuuronderzoek 26 2 Colofon Auteur: De heer

Nadere informatie

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, Indicator 16 januari 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Veel bouwgrondstoffen als grind,

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Rapportage monitoring bouwgrondstoffen H2H advies Zevenbergenstraat CZ Arnhem T E

Rapportage monitoring bouwgrondstoffen H2H advies Zevenbergenstraat CZ Arnhem T E Rapportage monitoring bouwgrondstoffen 2014 H2H advies Zevenbergenstraat 14 6844 CZ Arnhem T 06 51494666 E info@h2hadvies.nl Ir. J. t Hoen 5 september 2016 Samenvatting In dit rapport wordt verslag gedaan

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud De economie zit duidelijk in de lift. Na eerdere positieve berichten over de groeiende omvang van het Nederlandse bedrijfsleven, blijkt ook uit deze Graydon

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds Nieuwe verdeelmodel provinciefonds vertaling ijkpunten naar inclusief actualisering Eindrapport Cebeon, 24 mei 2011 I Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Bestuur... 4 3 Verkeer en vervoer... 6 4 Water en

Nadere informatie

Conclusies onderzoek douanegegevens

Conclusies onderzoek douanegegevens Conclusies onderzoek douanegegevens Onderzoek naar de mogelijkheden om de gegevens van de biobrandstoffen in het HBE systeem te toetsen Datum 3 augustus 2017 Versie 1 Inhoud 1. Samenvatting 2 2. De motie

Nadere informatie

KENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE

KENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE KENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE 2005-2016 Juni 2016 Kengetallen mobiliteitsbranche 2005-2016 1 INHOUD 1. Aanleiding 3 2. Conclusie 5 3. Resultaten 10 3.1 Werkgevers 10 3.2 Medewerkers 27 3.3 Branchemobiliteit

Nadere informatie

Rapportage Monitoring bouwgrondstoffen

Rapportage Monitoring bouwgrondstoffen Rapportage Monitoring bouwgrondstoffen 2015-2016 In opdracht van: Ministerie Van Infrastructuur en Waterstaat, Directie Water en Bodem Opgesteld door: Ir. J. t Hoen Datum: 22 december 2017 H2H advies Zevenbergenstraat

Nadere informatie

Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen

Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Rapport Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Drie afbakeningen van het MKB Oscar Lemmers Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Er waren geen

Nadere informatie

Monitoringsysteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid. Studiedag VPO 3 oktober 2017 Workshop 4 Bodem en ondergrond in beeld

Monitoringsysteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid. Studiedag VPO 3 oktober 2017 Workshop 4 Bodem en ondergrond in beeld Monitoringsysteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid (MDO) Studiedag VPO 3 oktober 2017 Workshop 4 Bodem en ondergrond in beeld Overzicht presentatie 1. Inleiding - Wat is het MDO? 2. Werkwijze MDO

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014 FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS 2014 Utrecht, november 2014 INHOUD Inleiding 5 1 Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 7 2 Expertisecentra 10 3 Voortgezet onderwijs 12 4 Samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 De prijs van de gemiddelde verkochte woning stijgt met 1,2% in het 4 e kwartaal van 2007. De stijging van de prijs per m 2 is met 0,3% veel lager. De stijging

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC),

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), 1990-2009 Indicator 26 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008

Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008 Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008 De prijs van de gemiddelde verkochte woning stijgt met 0,4% in het 1e kwartaal van 2008. De stijging van de prijs per m2 is met 0,7% iets hoger. De stijging

Nadere informatie

Internationale handel visproducten

Internationale handel visproducten Internationale handel visproducten Marktmonitor ontwikkelingen 27-211 en prognose voor 212 Januari 213 Belangrijkste trends 27-211 Ontwikkelingen export De Nederlandse visverwerkende industrie speelt een

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, september 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2

Nadere informatie

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Inleiding In het arboconvenant Sociale Werkvoorziening is bepaald dat jaarlijks een vergelijkend onderzoek naar de hoogte van het ziekteverzuim

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008

Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008 Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008 De prijs van de gemiddelde verkochte woning daalt met -0,3% licht in het 3 e kwartaal van 2008. De prijs per m 2 stijgt daarentegen licht met 0,3%. De prijsontwikkeling

Nadere informatie

Ketenanalyse project Kluyverweg. Oranje BV. www.oranje-bv.nl. Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0. Versie : Versie 1.0 Datum : 10-11-2015

Ketenanalyse project Kluyverweg. Oranje BV. www.oranje-bv.nl. Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0. Versie : Versie 1.0 Datum : 10-11-2015 Ketenanalyse project Kluyverweg Oranje BV Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0 Versie : Versie 1.0 Datum : 10-11-2015 Handtekening autoriserend verantwoordelijk manager Autorisatiedatum: 3-12-2015 Naam

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. De notitie is als volgt ingedeeld: 1. Samenvatting.

Nadere informatie

Conjunctuurenquête Nederland. Vierde kwartaal 2015

Conjunctuurenquête Nederland. Vierde kwartaal 2015 Conjunctuurenquête Nederland Vierde kwartaal 15 Ondernemers positiever over werkgelegenheid 16 Voorwoord Dit rapport geeft de belangrijkste uitkomsten van de Conjunctuurenquête Nederland van het vierde

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2017

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2017 Graydon kwartaal monitor 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht t.o.v. voorgaande kwartalen 6 Starters per branche 7 Faillissementen per branche 8 Opheffingen per branche 9 Netto-groei

Nadere informatie

afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht

afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht BESIX Nederland Branch 5 oktober 2012 Eindrapportage - 1 - Documenttitel afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht Verkorte documenttitel Status Eindrapport Datum 5 oktober

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2016 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2016 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Onderzoek. Wie is de grootste producent van duurzame elektriciteit in Nederland 2012. Auteur: C. J. Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent

Onderzoek. Wie is de grootste producent van duurzame elektriciteit in Nederland 2012. Auteur: C. J. Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent Onderzoek Wie is de grootste producent van duurzame elektriciteit in Nederland 2012 Auteur: C. J. Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent Datum: 9 september 2013 Vragen of reacties kunt u sturen

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4 Graydon kwartaal monitor incl Kwartaal 4 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht Q2, Q3 en Q4 6 Starters per branche 7 Opheffingen per branche 8 Faillissementen per branche 9 Netto-Groei

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2015 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2015 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen Analyse ontwikkeling leerlingaantallen Naar aanleiding van de 1 oktobertelling 2014 heeft VGS Adivio weer een korte analyse uitgevoerd waarbij onderzocht is in hoeverre de leerlingaantallen onderhevig

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, januari 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2 1.1

Nadere informatie

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met

Nadere informatie

Resultaten VVNH monitoring rapportageformulier geheel 2014

Resultaten VVNH monitoring rapportageformulier geheel 2014 Resultaten VVNH monitoring rapportageformulier geheel 214 Deze rapportage is gebaseerd op respons van de VVNH-leden op het rapportageverzoek over zowel de eerste als de tweede helft van 214. Naast de import

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 Utrecht, januari 2013 INHOUD Samenvatting 4 Inleiding 6 1 Trends en wetenswaardigheden 8 1.1 Inleiding 8 1.2 Trends 8 1.3 Wetenswaardigheden 11 2 Wet-

Nadere informatie

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Kostenterugwinning van Waterdiensten Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Sterk Consulting en Bureau Buiten Leiden, november 2013 1 2 Inhoudsopgave 1 Achtergrond en doel

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche

Kengetallen Mobiliteitsbranche Kengetallen Mobiliteitsbranche 2002-2012 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2002-2012 drs. W. van Ooij dr. K.Karpinska MarktMonitor september 2013 Inhoudsopgave Samenvatting -------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

u kunt op ons bouwen... niba natuurlijk nodig

u kunt op ons bouwen... niba natuurlijk nodig u kunt op ons bouwen... niba natuurlijk nodig Mission Statement Als gerenommeerd producent van zand en grind levert Niba essentiële grondstoffen aan de bouwsector en is zij innovator op het gebied van

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-010 13 februari 2007 9.30 uur Economie groeit 2,9 procent in 2006 De Nederlandse economie is in 2006 met 2,9 procent gegroeid. Dit is bijna twee keer

Nadere informatie

Rapportage installed base van kachels en (open) haarden en hun gebruikersintensiteit in Nederland 2018

Rapportage installed base van kachels en (open) haarden en hun gebruikersintensiteit in Nederland 2018 Rapportage installed base van kachels en (open) haarden en hun gebruikersintensiteit in Nederland 2018 Right Marktonderzoek en Advies B.V. Telefoon : 038-4212185 Projectleider : de heer G. Hamstra Projectnummer

Nadere informatie

Resultaten VVNH monitoring rapportageformulier 2013

Resultaten VVNH monitoring rapportageformulier 2013 Resultaten VVNH monitoring rapportageformulier 213 De VVNH leden zijn verplicht om tweemaal per jaar aan de Stichting Probos te rapporteren. Deze rapportage is gebaseerd op de gegevens die door de VVNH-leden

Nadere informatie

SCHATTING BBO OPBRENGSTEN

SCHATTING BBO OPBRENGSTEN SCHATTING BBO OPBRENGSTEN 1. Opbrengsten BBO aan overheidsinkomsten Voordat wordt ingegaan op de opbrengsten die de BBO aan Lands kas zal bijdragen, wordt stilgestaan bij het gegeven dat het BBO-stelsel

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 1,4 procent in Beperkte opwaartse bijstelling economische groei 2004

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 1,4 procent in Beperkte opwaartse bijstelling economische groei 2004 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-037 31 maart 2005 9.30 uur Economie groeit 1,4 procent in 2004 De Nederlandse economie is in 2004 met 1,4 procent gegroeid. Dat is een licht herstel

Nadere informatie

Woonwagenstandplaatsen in Nederland. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 10 oktober Eindrapportage

Woonwagenstandplaatsen in Nederland. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 10 oktober Eindrapportage Woonwagenstandplaatsen in Nederland Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 10 oktober Eindrapportage DATUM 10 oktober TITEL Woonwagenstandplaatsen in Nederland ONDERTITEL Stand van zaken

Nadere informatie

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Onderzoek Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale

Nadere informatie

Persbericht. Prijzen industrie hoger door dure aardolie. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Prijzen industrie hoger door dure aardolie. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-148 30 juni 2000 9.30 uur Prijzen industrie hoger door dure aardolie Het prijsniveau van Nederlandse industriële producten ligt in mei van dit jaar 2,2%

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud Als u ooit een bedrijf heeft gestart, dan is de kans het grootst dat u dat in het eerste kwartaal van het jaar heeft gedaan. Veel ondernemers starten traditiegetrouw

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Provincie Groningen Drs. Eelco Westerhof

Nadere informatie

Wat is een index? Een index is een vergelijking in de vorm van een tabel of grafiek van een willekeurig volume (bijvoorbeeld BBP, werkloosheid,

Wat is een index? Een index is een vergelijking in de vorm van een tabel of grafiek van een willekeurig volume (bijvoorbeeld BBP, werkloosheid, Wat is een index? Een index is een vergelijking in de vorm van een tabel of grafiek van een willekeurig volume (bijvoorbeeld BBP, werkloosheid, etc), over een bepaalde periode. Het volume van het vergelijkingsmoment

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt In deze notitie wordt een beeld geschetst van de recente ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. De notitie is als volgt ingedeeld: 1. Samenvatting 2. Achtergrond

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004. Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004. 1 In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt over de periode vanaf 1 januari tot 1 juli 2004.

Nadere informatie

Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010

Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Bedrijfseconomische Statistieken Statistische analyse Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010 Gert Buiten, Andries

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1932/ Heijmans Van Hees I. MELDING 1. Op 22

Nadere informatie

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 18 januari 25 Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Cao-lonen 2004, de definitieve gegevens

Cao-lonen 2004, de definitieve gegevens Cao-lonen, de definitieve gegevens Nathalie Peltzer In zijn de cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, met, procent gestegen. Dit is aanzienlijk minder dan in, toen de stijging nog,8 procent

Nadere informatie

Rapportage bijzondere bijstand 2014

Rapportage bijzondere bijstand 2014 Rapport Rapportage bijzondere bijstand 2014 Vinodh Lalta Thomas Slager 30 oktober 2015 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00 www.cbs.nl projectnummer

Nadere informatie

Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009

Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009 Aan: Van: Ashna Nakched Evert Pommer en Klarita Sadiraj Inlichtingen bij Evert Pommer e.pommer@scp.nl T 7947 kamer D-0608 Datum 24 januari 2010 Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009 Het ministerie van

Nadere informatie

ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht BESIX Nederland Branch 11 april 2013 CONCEPT rapportage - 1-11 april 2013 Documenttitel afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht Verkorte documenttitel Status CONCEPT rapport

Nadere informatie

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor Eerste helft & Q2 Graydon kwartaal monitor Eerste helft & Q2 1 Eerste helft & Q2 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Faillissementen per branche 23 Opheffingen per branche 24 Netto-groei per branche 25 Overzicht

Nadere informatie

Resultaat gescheiden afvalinzameling 2018 In vergelijking tot gemeente Drimmelen

Resultaat gescheiden afvalinzameling 2018 In vergelijking tot gemeente Drimmelen Resultaat gescheiden afvalinzameling 2018 In vergelijking tot 2017 gemeente Doss. no. 18AA507 Tilburg, 19 februari 2018 De AfvalSpiegel Kraaivenstraat 21-15 Postbus 1011 5000 JH Tilburg Tel: 085-771995

Nadere informatie

December 2014 Betalen aan de kassa 2013

December 2014 Betalen aan de kassa 2013 December 2014 Betalen aan de kassa 2013 Betalen aan de kassa 2013 Betalen aan de kassa 2013 Uitkomsten DNB/Betaalvereniging Nederland onderzoek naar het gebruik van contant geld en de pinpas in Nederland

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-071 13 november 2009 9.30 uur Licht herstel economie in derde kwartaal 2009 Kwartaal op kwartaal 0,4 procent groei economie Krimp 3,7 procent in vergelijking

Nadere informatie

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal 2015. Bedrijfsleven onveranderd positief

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal 2015. Bedrijfsleven onveranderd positief Conjunctuurenquête Nederland Tweede kwartaal 215 Bedrijfsleven onveranderd positief Voorwoord Dit rapport geeft de belangrijkste uitkomsten van de Conjunctuurenquête Nederland van het tweede kwartaal 215.

Nadere informatie

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief Utrecht, december 2013 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs...

Nadere informatie

Conjunctuurenquête Nederland

Conjunctuurenquête Nederland Conjunctuurenquête Nederland Vierde kwartaal 14 Voorwoord Dit rapport geeft de belangrijkste uitkomsten van de Conjunctuurenquête Nederland van het vierde kwartaal 14. De Conjunctuurenquête Nederland brengt

Nadere informatie

Diversiteit in de Provinciale Staten

Diversiteit in de Provinciale Staten Onderzoek Diversiteit in de Provinciale Staten Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale Staten (PS) onderzocht. Het gaat

Nadere informatie

Monitor Bouwketen. Voorjaar 2015. Marien Vrolijk

Monitor Bouwketen. Voorjaar 2015. Marien Vrolijk Monitor Bouwketen Voorjaar 2015 Marien Vrolijk 2 Inhoudsopgave Conclusies op hoofdlijnen 5 1 Bouwketen 6 1.1 Recente ontwikkelingen 6 1.2 Conjunctuur bouwketen 8 2 Architectenbureaus 10 3 Ingenieursbureaus

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2017 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2017 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 maart 2018

Nadere informatie

MONITORING GEBRUIK (FIJNER) ZAND IN BETON 2003

MONITORING GEBRUIK (FIJNER) ZAND IN BETON 2003 MONITORING GEBRUIK (FIJNER) ZAND IN BETON 2003 Noot vooraf Rijkswaterstaat, de Provincies (IPO) en degenen die aan deze publicatie hebben meegewerkt, hebben de in deze publicatie opgenomen gegevens zorgvuldig

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal Graydon kwartaal monitor Kwartaal 3 216 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Overzicht per branche 6 Vergelijking Q1-216, Q2 216 en Starters per branche 7 Opheffingen per branche 8 Faillissementen per branche

Nadere informatie

Review CO 2 -studie ZOAB Rasenberg

Review CO 2 -studie ZOAB Rasenberg Review CO 2 -studie ZOAB Rasenberg Notitie Delft, maart 2011 Opgesteld door: M.N. (Maartje) Sevenster M.E. (Marieke) Head 2 Maart 2011 2.403.1 Review CO 2 -studie ZOAB Rasenberg 1 Inleiding Binnen de prestatieladder

Nadere informatie

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729

Nadere informatie

Vervoer gevaarlijke stoffen blijft groeien / Een overzicht in cijfers van

Vervoer gevaarlijke stoffen blijft groeien / Een overzicht in cijfers van Vervoer gevaarlijke stoffen blijft groeien / Een overzicht in cijfers van 2013-2017 Hoe is het gesteld met de vervoerscijfers van gevaarlijke stoffen in Nederland? Het is altijd interessant om van tijd

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

MKI score van wegen aanleg en onderhoud

MKI score van wegen aanleg en onderhoud MKI score van wegen aanleg en onderhoud Inleiding Duurzaam gebruik van materialen & grondstoffen is onder te verdelen in twee hoofdonderwerpen: Keuze voor materialen & grondstoffen. Hierbij spelen aspecten

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...

Nadere informatie

Eerste kwartaal 2013. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg

Eerste kwartaal 2013. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Limburg Eerste kwartaal 2013 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

Oktober Regionale Recessie Barometer Rotterdam. Economische verwachting tot 2011

Oktober Regionale Recessie Barometer Rotterdam. Economische verwachting tot 2011 Economische verwachting tot 2011 Oktober 2009 CONCLUSIES Zakelijke diensten, zorg en logistiek hebben een belangrijk aandeel in de Rotterdamse werkgelegenheid. Verwachte daling van werkgelegenheid in Rotterdam

Nadere informatie