Eindejaarsactualiteiten Financieel advies. fiscale juridische financiële advieszaken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eindejaarsactualiteiten 2012. Financieel advies. fiscale juridische financiële advieszaken"

Transcriptie

1 Eindejaarsactualiteiten 2012 Financieel advies fiscale juridische financiële advieszaken

2 Inhoudsopgave Loon- en inkomstenbelasting Anticipeer tijdig op de komst van één uniform loonbegrip...3 Ook werknemerspremies over de bijtelling auto van de zaak...3 Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw wordt werkgeversheffing...3 Afschaffing werknemersdeel en franchise Awf...3 Inleg levensloopregeling ook aftrekbaar voor de werknemersverzekeringen...4 Bereid u voor...4 Commentaar...4 Wijzigingen in de loonheffing uit de Belastingplannen 2013 en het regeerakkoord...4 Verhoging loongrens afdrachtvermindering S&O...4 Toch geen forensentaks...4 Ingrijpende maatregelen voor de eigen woning...4 Renteaftrekbeperking nieuwe eigenwoningschuld...5 Regeerakkoord: ook renteaftrekbeperking voor bestaande hypotheken...5 Restschulden in box Regeerakkoord: rente restschuld tijdelijk aftrekbaar...5 Informatieplicht bij lening van een niet-renseigneringsplichtige geldverstrekker...5 Overgangsregelingen eigenwoningschuld...5 Afschaffing KEW, SEW en BEW...6 Commentaar...6 Schenken en erven Vraag het mantelzorgcompliment aan voor de partnervrijstelling in de erfbelasting...6 Voorwaarden...6 Commentaar...7 Attentiepunten voor de schenk- en erfbelasting bij de jaarovergang...7 Bespaar erfbelasting via schenking aan uw kinderen...7 Eenmalig vrijgesteld schenken aan uw kinderen...7 Schenken is ook voordelig voor uzelf...8 Geef de juiste WOZ-waarde op van de geërfde woning...8 Denk aan het doorlichten en aanpassen van uw testament...8 Omzetbelasting Is uw administratie klaar voor de gewijzigde BTW-factureringsregels?...8 De gewijzigde factuurvereisten...8 Wie reikt de factuur uit?...9 Introductie van de vereenvoudigde factuur...9 Wanneer niet?...9 Versoepeling regels voor elektronisch factureren...9 Nationale factureringsregels bij grensoverschrijdende prestaties Uitbreiding (internationale) controle facturen Conclusie Bereid u voor op de beperking van de BTW-vrijstelling voor paramedische diensten...10 Gevolgen voor de BTW-heffing Uitzonderingen voor bepaalde beroepsbeoefenaren Actiepunt: administratie aanpassen Splitsing aanbrengen

3 Informeer naar ontheffing Commentaar en kanttekening Andere BTW-actualiteiten en actiepunten bij de jaarovergang...11 Uitbreiding uitstelregeling BTW-afdracht Herrekening en herziening van voorbelasting BTW-correctie privégebruik auto van de zaak Ook BTW-correctie bij eigen bijdrage BUA-correctie voor personeelsvoorzieningen De overgangsregeling voor woon/werkpanden Pensioen en lijfrente Verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd met gevolgen...13 Snellere verhoging van de AOW-leeftijd Gevolgen voor lijfrenten en loonstamrechten Komst nieuwe overbruggingsregeling Wijziging ingangsdatum aanvullend pensioen Commentaar Pensioenmaatregelen in de Belastingplannen Invoering vitaliteitssparen gaat niet door Fiscale tegemoetkoming voor vermindering pensioen in eigen beheer Wijziging pensioenopbouw bij verplichte deelname ondernemers Ook aftrek vrijwillig betaalde pensioenpremies Sociale zekerheid en arbeidsrecht Zieke flexwerkers moeten sneller aan de slag...15 Wie zijn de vangnetters? Premievaststelling wordt afhankelijk van instroom in Ziektewet en WGA Premiedifferentiatie afhankelijk van de werkgeversgrootte Publiek of privaat verzekeren? Hoogte van de premie Affinanciering van lopende ZW- en/of WGA-uitkeringen Extra re-integratieverplichtingen bij eigenrisicodragerschap WGA Aanscherping criteria voor ZW-uitkering Hoogte ZW-uitkering Sneller terug aan het werk Commentaar Wijzigingen in de mobiliteitsbonussen...18 De wijzigingen Wel of geen samenloop Slotopmerkingen Ingrijpende hervormingen in het ontslagrecht en de WW op komst...19 Ontslagrecht: preventieve toets blijft maar dubbele ontslagroute vervalt Transitiebudget voor scholing Ontslagvergoeding bij onterecht ontslag Versoberingen in de WW Commentaar In deze brochure is de stand van zaken in wet- en regelgeving tot 7 november 2012 verwerkt. Hoewel ten aanzien van de inhoud de uiterste zorg is nagestreefd, kan niet volledig worden ingestaan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden. Deswege wordt geen aansprakelijkheid aanvaard. 2

4 Loon- en inkomstenbelasting Anticipeer tijdig op de komst van één uniform loonbegrip Op 1 januari 2013 wordt één uniform loonbegrip ingevoerd. Vanaf dat moment geldt er één loonbegrip voor de loonbelasting/premies volksverzekeringen, de premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw). Nu worden daarvoor nog verschillende definities en berekeningen gehanteerd. Eén loonbegrip moet voor u als werkgever leiden tot administratieve lastenvermindering en uw werknemer moet zijn/haar loonstrookje vanaf volgend jaar eenvoudiger kunnen begrijpen. De wijzigingen kunnen gevolgen hebben voor de door u verschuldigde loonheffingen. U doet er dan ook verstandig aan om hierop tijdig te anticiperen door de wijzigingen in kaart te brengen en door eventuele maatregelen te treffen. Hierna behandelen we de meest in het oog springende wijzigingen. Ook werknemerspremies over de bijtelling auto van de zaak De terbeschikkingstelling van een auto van de zaak vormt loon in natura. In tegenstelling tot andere vormen van loon in natura is de bijtelling wegens privégebruik van de auto van de zaak vrijgesteld voor de premies werknemersverzekeringen. De bijtelling vormt dus alleen belast loon voor de loonbelasting, premies volksverzekeringen (de loonheffing) en voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. Dit verandert vanaf 1 januari Dan worden over de bijtelling voor het privégebruik van de auto van de zaak premies werknemersverzekeringen berekend voor werknemers met een loon onder het maximumpremieloon van Voor deze werknemers betekent dit ook dat zij over dit loon in natura uitkeringsrechten opbouwen. Voor u betekent dit hogere kosten. Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw wordt werkgeversheffing Momenteel moet u uw werknemer een vergoeding betalen ter grootte van de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw die hij/zij moet betalen. Deze vergoeding is voor de weknemer belast loon. Hierover moet wel loonheffing worden betaald, maar geen premies werknemersverzekeringen en ook geen inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. Volgend jaar vervalt de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw van de werknemer en daarmee de verplichte vergoeding. Daarvoor in de plaats komt er een werkgeversheffing die u via de aangifte loonheffingen betaalt aan het Zorgverzekeringsfonds. Met ingang van dit jaar is het maximum bijdrage-inkomen al verhoogd tot het maximumpremieloon voor de werknemersverzekeringen van Als een werknemer gelijktijdig meerdere werkgevers heeft, kan het nu voorkomen dat in totaal meer dan het maximum voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw en de premies werknemersverzekeringen wordt afgedragen. De Belastingdienst betaalt dan de te veel betaalde bedragen terug na afloop van het kalenderjaar. Vanaf 2009 is er nog slechts sprake van teruggaaf van premies werknemersverzekeringen aan de werkgever, omdat werknemers die premies sindsdien niet meer betalen. Met de inwerkingtreding van het uniforme loonbegrip is er in het geheel geen teruggaaf meer van de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw en premies werknemersverzekeringen als: iedere werkgever overeenkomstig de wettelijke regels heeft afgedragen; maar zij gezamenlijk meer hebben betaald dan wanneer de werknemer bij slechts één werkgever in dienst zou zijn geweest. Afschaffing werknemersdeel en franchise Awf De premies voor de Werkloosheidswet bestaan uit de premies voor het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf) en de sectorafhankelijke premies sectorfonds. Het Awf kent formeel nog een werknemersdeel in de premie, maar dat staat sinds 2009 al op nul procent. Werknemers betalen dus feitelijk geen WW-premie. Deze premies zijn dus geheel voor uw rekening, net als de sectorpremies. De Awf-premie hoeft u echter over een deel van het premieloon niet te betalen. Deze franchise bedraagt in per jaar. De sectorpremies moet u wel over het volledige premieloon van maximaal betalen. Vanaf 2013 wordt het werknemersdeel in de Afw-premie afgeschaft, zodat vanaf dat moment de Afw-premie ook formeel een werkgeverspremie wordt. Een eventueel noodzakelijke premieverhoging voor de WW komt in de toekomst dus zonder meer voor uw rekening. Afwentelen op 3

5 de werknemer is dan door de afschaffing van het werknemersdeel immers niet meer mogelijk. Daarnaast wordt de franchise voor de Awf-premie afgeschaft. Dit leidt voor u tot een premieverhoging, tenzij de Awf-premie zelf wordt verlaagd. Daarover is echter nog niets bekend. Inleg levensloopregeling ook aftrekbaar voor de werknemersverzekeringen De inleg in de levensloopregeling van uw werknemer is nu vrijgesteld van loonheffing (loonbelasting en premies volksverzekeringen). Bij opname van het levenslooptegoed te zijner tijd zijn de uitkeringen wel belast met loonheffing. Dit is de omkeerregel. Deze regel geldt echter niet voor de werknemersverzekeringen. De inleg in de levensloopregeling wordt nu dus wel belast met premies werknemersverzekeringen, maar de uitkering te zijner tijd is premievrij. Vanaf 2013 geldt de omkeerregel ook voor de werknemersverzekeringen. Bij inleg worden de premies aftrekbaar en de uitkering wordt ook belast met premies werknemersverzekeringen. Voor werknemers die voor 2013 hebben gespaard en die na 2013 verlof opnemen, betaalt u tweemal premies werknemersverzekeringen: over de inleg en over de uitkering. De werknemer blijft ook tijdens zijn levensloopverlof verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Let op: Inleg in de levensloopregeling is sinds 1 januari 2012 alleen nog mogelijk voor werknemers die op 31 december 2011 een levenslooptegoed van of meer hadden. Bereid u voor De invoering van het uniform loonbegrip is vorig jaar met een jaar uitgesteld om alle partijen (Belastingdienst, UWV, SVB, softwareontwikkelaars en werkgevers) voldoende tijd te geven om zich voor te bereiden. Daarvoor resteert nog slechts ruim een maand. U doet er verstandig aan om de wijzigingen in kaart te brengen. Samen met uw softwareleverancier kunt u er dan voor zorgen dat uw loonadministratie tijdig is aangepast. Commentaar Vanaf 1 januari 2013 verdwijnen de verschillende berekeningen die nu nog per heffing over verschillende lonen moeten plaatsvinden. Dan geldt er één uniform loonbegrip voor de loonheffing, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet (dan in de vorm van een werkgeversheffing). De invoering van het uniform loonbegrip neemt echter niet alle verschillen weg. Zo zijn loon uit vroegere dienstbetrekking (zoals een pensioenuitkering) en eindheffingsloon ook na 1 januari 2013 van het premieloon uitgezonderd. Desondanks is het uniform loonbegrip wel een stap in de goede richting om uw loonadministratie eenvoudiger te maken. Wijzigingen in de loonheffing uit de Belastingplannen 2013 en het regeerakkoord In de Belastingplannen 2013 worden verschillende maatregelen voorgesteld in de loonheffingen. Het regeerakkoord bevat maatregelen die de voorstellen uit het Belastingpakket 2013 terugdraaien of aanvullen. We hebben de meest in het oog springende voorstellen voor u op een rij gezet. Ten tijde van het schrijven van deze bijdrage moesten de Eerste en Tweede Kamer de voorstellen nog goedkeuren. Vraag daarom uw adviseur naar de laatste stand van zaken. Verhoging loongrens afdrachtvermindering S&O Heeft u werknemers die zich bezighouden met speuren ontwikkelingswerk (S&O), dan kunt u vanaf volgend jaar wellicht meer afdrachtvermindering S&O ontvangen. De loongrens voor deze regeling wordt in 2013 namelijk verhoogd van naar Hoewel het tarief in deze eerste schijf wordt verlaagd van 42% naar 38%, is het toch een aanzienlijk voordeel. Wellicht een reden om eventuele loonkosten voor S&O uit te stellen. Toch geen forensentaks De forensentaks is alweer van tafel. De belastingheffing over reiskostenvergoedingen voor woon-werkverkeer werd op Prinsjesdag bekendgemaakt en zou op 1 januari 2013 worden ingevoerd. In het regeerakkoord is dit voorstel teruggedraaid. Dit betekent ook dat in 2013 de woon-werkkilometers met de auto van de zaak toch geen privékilometers worden. Als u in een auto van de zaak rijdt, kunt u daardoor volgend jaar mogelijk wel weer voldoen aan de 500km-grens voor het privégebruik en daarmee ontkomen aan de bijtelling voor privégebruik. Ingrijpende maatregelen voor de eigen woning Het mag duidelijk zijn: de hypotheekrenteaftrek is inmiddels geen heilig huisje meer. Onder druk van de 4

6 situatie op de woningmarkt is het taboe doorbroken om hierin wijzigingen aan te brengen. De wijzigingen zijn verstrekkend, zo blijkt uit de maatregelen die in het wetsvoorstel Herziening fiscale behandeling eigen woning zijn voorgesteld. Inmiddels is het regeerakkoord bekendgemaakt, waarin ook aanvullende maatregelen voor de eigen woning zijn aangekondigd. Hierna gaan we in op de maatregelen uit het wetsvoorstel. Daarbij geven we waar nodig de aanvullende maatregelen uit het regeerakkoord aan. Alle maatregelen hebben de parlementaire weg nog niet helemaal afgelegd. Renteaftrekbeperking nieuwe eigenwoningschuld Alleen als u een lening aangaat voor de aankoop, het onderhoud of de verbetering van een eigen woning, kwalificeert deze als eigenwoningschuld en is de rente aftrekbaar. Vanaf 2013 gelden daarvoor de volgende aanvullende voorwaarden: 1. de lening moet in maximaal 360 maanden (30 jaar) volledig worden afgelost; 2. de aflossingen vinden plaats volgens ten minste een annuïtair aflossingsschema; 3. de aflossing moet contractueel zijn vastgelegd; en 4. de aflossingen moeten daadwerkelijk plaatsvinden. De aflossingseis geldt per leningdeel. Of u aan de aflossingseis heeft voldaan, wordt getoetst aan de in het jaar resterende hoogte van de schuld en niet aan de hand van het in het jaar af te lossen bedrag. Een lening met een lineair aflossingsschema voldoet ook aan deze eis. Met incidentele betalingsmoeilijkheden wordt onder voorwaarden rekening gehouden, zodat u niet direct uw renteaftrek verliest. Regeerakkoord: ook renteaftrekbeperking voor bestaande hypotheken De renteaftrekbeperking uit het wetsvoorstel beperkt zich tot nieuwe, na 31 december 2012 gesloten hypotheken. Het kabinet heeft in het regeerakkoord echter een renteaftrekbeperking opgenomen die ook voor bestaande hypotheken geldt. Vanaf 2014 wordt de aftrek in de hoogste tariefschijf (52%) ieder jaar met een half procent verlaagd tot uiteindelijk de derde tariefschijf in de inkomstenbelasting (38%). Dit wordt gecompenseerd door de hoogste tariefschijf te verlagen en de derde tariefschijf te verlengen. Deze renteaftrekbeperking komt in 2014 bovenop de renteaftrekbeperking die voor nieuwe hypotheken van ná 31 december 2012 al per 1 januari 2013 geldt als gevolg van de annuïtaire aflossingsverplichting. Restschulden in box 3 Als u uw woning heeft verkocht voor minder dan de hypothecaire lening die u heeft, dan heeft u een restschuld. Deze restschuld is geen eigenwoningschuld in box 1 waarvan de rente aftrekbaar is, maar een schuld in box 3 waarvan de rente niet aftrekbaar is. Regeerakkoord: rente restschuld tijdelijk aftrekbaar Het kabinet heeft in het regeerakkoord een tijdelijke regeling getroffen voor restschulden. De rente op deze schulden is (onder voorwaarden) gedurende maximaal 5 jaar aftrekbaar in box 1. Informatieplicht bij lening van een nietrenseigneringsplichtige geldverstrekker Heeft u een lening van uw eigen BV of een andere geldverstrekker die geen renseigneringsplicht heeft? In dat geval heeft u alleen renteaftrek als u de relevante gegevens over die lening en de geldverstrekker tijdig doorgeeft aan de Belastingdienst. Daarvoor is bij de Belastingdienst een speciaal digitaal formulier beschikbaar. Ook wijzigingen in de lening moet u tijdig doorgeven. Overgangsregelingen eigenwoningschuld Het nieuwe eigenwoningschuldbegrip geldt alleen voor leningen die op of na 1 januari 2013 worden aangegaan. Op bestaande leningen blijven de huidige regels van toepassing. Dat geldt ook aan het einde van een rentevastperiode en voor het oversluiten van een bestaande lening (met of zonder verhuizing). Bovendien bestaan hierop nog vier uitbreidingen: 1. als u in 2012 een woning heeft verkocht, daarna tijdelijk in een huurwoning woont en vervolgens na 1 januari 2013 een andere eigen woning koopt waarvoor u een eigenwoningschuld aangaat, dan gelden toch de oude regels uit 2012 ter grootte van de eigenwoningschuld van de oude woning; 2. als u vóór 31 december 2012 een onherroepelijke, schriftelijke koopovereenkomst of een koop/ aannemingsovereenkomst heeft gesloten voor een woning waarvan de levering in 2013 plaatsvindt, dan kwalificeert de lening die u hiervoor aangaat, als een op 31 december 2012 bestaande eigenwoningschuld waarvan de rente aftrekbaar is; 3. als u op 31 december 2012 al een eigenwoningschuld heeft en u gaat vóór of op die datum onherroepelijke verplichtingen aan voor de aankoop van een duurdere woning, dan valt ook het meerdere ten opzichte van de bestaande eigenwoningschuld onder het overgangsrecht; 4. het overgangsrecht geldt ook voor op 5

7 31 december 2012 bestaande onherroepelijk en schriftelijk overeengekomen onderhouds- en verbeteringsverplichtingen voor een bestaande eigen woning. Er geldt een beperking als u in 2012 twee eigen woningen heeft; bijvoorbeeld omdat u uw oude woning nog niet heeft verkocht. De bestaande regels blijven dan alleen gelden voor de eigenwoningschuld voor de uiteindelijk overblijvende eigen woning. Afschaffing KEW, SEW en BEW Als u op of na 1 januari 2013 een kapitaalverzekering eigen woning (KEW) aangaat, dan geldt daarvoor niet meer de vrijstelling in box 1. Dat geldt ook voor de vrijstelling voor de spaarrekening eigen woning (SEW) en het beleggingsrecht eigen woning (BEW). De waarde van de kapitaalverzekering (het saldo op de spaarrekening of de waarde van het beleggingsrecht) behoort dan tot de rendementsgrondslag van box 3. Oók als in het contract staat dat u de KEW (SEW of BEW) moet aanwenden voor de aflossing van uw eigenwoningschuld. Als u op 31 december 2012 al een KEW (SEW of BEW) heeft, dan blijven de huidige regels daarop van toepassing als u zich houdt aan de bestaande voorwaarden. De vrijstellingen in box 1 worden ook de komende 30 jaar geïndexeerd. Sluit u op of na 1 januari 2013 een KEW, BEW of SEW af voor de aflossing van een eigenwoningschuld waarvoor op 31 december 2012 al een onherroepelijke koopof koop/aannemingsovereenkomst bestond, dan geldt daarvoor ook nog de vrijstelling in box 1. Dat is ook het geval als u een op 31 december 2012 bestaande KEW, SEW of BEW wil omzetten in eenzelfde in box 1 vrijgesteld product, mits u het verzekerde bedrag, het saldo of de waarde van het beleggingsrecht niet verhoogt. Commentaar De maatregelen in het kader van de eigen woning zijn ingrijpend. Zoals aangegeven beperken de maatregelen van het wetsvoorstel zich tot nieuwe hypotheken en nieuwe KEW s, BEW s en SEW s. De maatregelen in het regeerakkoord treffen echter alle eigenwoningbezitters met een bestaande eigenwoningschuld. De woonsector en de fiscale beroepsorganisaties zijn niet enthousiast over het wetsvoorstel. De woonsector vindt dat het voorstel de doorstroom op de woningmarkt niet stimuleert. De beroepsorganisaties vinden de maatregelen uit het wetsvoorstel veel te complex en daardoor onuitvoerbaar. De eerste reacties op de maatregelen uit het regeerakkoord laten positievere geluiden horen. Op het moment van schrijven van deze bijdrage was nog niet duidelijk of de maatregelen de parlementaire eindstreep hebben gehaald. Vraag uw adviseur daarom naar de laatste stand van zaken. Schenken en erven Vraag het mantelzorgcompliment aan voor de partnervrijstelling in de erfbelasting Een ouder en een kind kunnen voor de erfbelasting geen fiscale partners van elkaar zijn. Maar als u mantelzorg verleent aan uw ouder of uw kind wordt hierop een uitzondering gemaakt. Als u fiscaal partner van elkaar bent, dan heeft u bij overlijden van de verzorgde ouder of het verzorgde kind recht op de partnervrijstelling van ruim Voorwaarden Eén van de voorwaarden om in een mantelzorgsituatie in aanmerking te komen voor de partnervrijstelling in de Successiewet (SW), is de ontvangst van het mantelzorgcompliment in het jaar voorafgaand aan het overlijdensjaar van de verzorgde ouder of het verzorgde kind. Dit betekent dus dat het compliment jaarlijks moet worden aangevraagd en ontvangen, voor zolang de mantelzorgsituatie voortduurt. Heeft u het mantelzorgcompliment niet aangevraagd, dan loopt u deze partnervrijstelling dus sowieso mis. Heeft u het mantelzorgcompliment wel aangevraagd en tijdig ontvangen, dan moet u bovendien voldoen 6

8 aan de andere voorwaarden die de SW aan het fiscaal partnerschap verbindt. Die voorwaarden zijn: u en de verzorgde ouder of het verzorgde kind staan op hetzelfde adres ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (GBA); u en de verzorgde ouder of het verzorgde kind hebben gedurende ten minste 6 maanden voorafgaand aan het overlijden een gezamenlijke huishouding gevoerd; u en uw verzorgde ouder of verzorgde kind zijn beiden meerderjarig; u en uw verzorgde ouder of verzorgde kind kunnen geen fiscaal partner zijn met iemand anders; u bent een notarieel samenlevingscontract met elkaar aangegaan waarin een wederzijdse zorgverplichting is opgenomen; het notarieel samenlevingscontract moet ten minste 6 maanden bestaan, tenzij u en uw verzorgde ouder of verzorgde kind tot het moment van overlijden al ten minste 5 jaar aaneengesloten op hetzelfde adres stonden ingeschreven. Het fiscaal partnerschap in de SW eindigt als de verzorgde ouder of het verzorgde kind weer is hersteld. Er is dan immers geen mantelzorgsituatie meer, waarvoor de uitzondering geldt. Dat geldt ook als de verzorgde ouder of het verzorgde kind moet worden opgenomen in een zorginstelling. Er kan dan geen mantelzorgcompliment meer worden aangevraagd, dus kan er niet meer aan alle voorwaarden van de uitzondering worden voldaan. Commentaar Het aanvragen van het mantelzorgcompliment van 220 vindt u wellicht te veel gedoe in verhouding tot het belang. Maar voldoen u en uw verzorgde ouder of kind aan de genoemde andere voorwaarden voor de partnervrijstelling van de SW, dan doet u er toch verstandig aan om het compliment aan te vragen. Attentiepunten voor de schenk- en erfbelasting bij de jaarovergang Het einde van een kalenderjaar is voor veel mensen een moment om schenkingen te doen. Ook in 2012 kunt u het jaar voor uw kinderen weer extra feestelijk afsluiten met een vrijgestelde schenking. Naast de jaarlijkse vrijgestelde schenking, kunt u hierbij ook denken aan de eenmalige (extra) verhoogde vrijgestelde schenking. Ook maken we u attent op de keuzemogelijkheid die u heeft bij vererving van een woning en het updaten van uw testament. Bespaar erfbelasting via schenking aan uw kinderen Bij uw overlijden wordt over uw vermogen erfbelasting geheven. Kinderen betalen in dat geval 10% en/of 20%. Door tijdens uw leven gespreid te schenken tegen een bescheiden tarief, draagt u alvast vermogen aan uw kinderen over. Bij uw overlijden is er dan minder vermogen waarover uw kinderen erfbelasting verschuldigd zijn. Dat levert in de toekomst dus een belastingbesparing op. U kunt fiscaal vriendelijk vermogen overhevelen naar uw kinderen door jaarlijks te schenken. Dat kan vrijgesteld tot een bedrag van (in 2012). U hoeft dan geen aangiftebiljet voor de schenkbelasting in te dienen. Met deze jaarlijkse vrijgestelde schenking zou u bijvoorbeeld ook de woonlasten van uw kinderen kunnen verzachten. Als u meer schenkt, moet over het meerdere schenkbelasting worden betaald. Denk er dan aan dat u in dat geval vóór 1 maart 2013 wel een aangiftebiljet voor de schenkbelasting indient. Eenmalig vrijgesteld schenken aan uw kinderen Naast de jaarlijkse schenking kunt u uw kinderen (of hun partners) als zij ouder zijn dan 18 en jonger dan 35 jaar, ook eenmalig een hoger bedrag vrijgesteld schenken. Deze eenmalige schenking bedraagt Daarnaast kunt u aan deze kinderen in plaats van deze eenmalig verhoogde schenking ook een extra verhoogde eenmalig vrijgestelde schenking doen van (in 2012). Zij kunnen de schenking onder voorwaarden gebruiken voor de aankoop van een eigen woning, de aflossing van de eigenwoningschuld, de kosten voor een verbouwing of verbetering van de eigen woning, de afkoop van een recht van erfpacht, opstal of beklemming of voor een studiefonds. Als uw kind vóór 1 januari 2010 al gebruik heeft gemaakt van de verhoogde eenmalige vrijstelling, dan geldt als tijdelijke regeling (tot 1 januari 2027) dat u nog een extra eenmalige vrijgestelde schenking kunt doen van (in 2012). Die schenking moet dan wel worden benut voor een van de genoemde doelen voor de eigen woning. De extra verhoogde eenmalig vrijstelde schenking mag ook worden gesplitst in: een deel dat voor de eigen woning wordt gebruikt; en een deel dat voor andere doeleinden wordt aangewend, mits het laatstgenoemde deel niet meer dan (in 2012) bedraagt. U moet de delen dan wel in hetzelfde kalenderjaar schenken. 7

9 Voor de eenmalig vrijgestelde schenkingen moet u een schenkingsaangifte indienen, waarin u een beroep doet op de eenmalige vrijstelling. Schenken is ook voordelig voor uzelf Bijkomend voordeel voor uzelf is dat uw vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting daalt, waardoor u zelf ook minder belasting betaalt. Als u het geld niet contant wilt of kunt uitbetalen, is een schenking onder schuldigerkenning wellicht een oplossing. Uw notaris kan u hierbij behulpzaam zijn. Geef de juiste WOZ-waarde op van de geërfde woning Als u een woning erft, dan moet de waarde van die woning in beginsel op de WOZ-waarde worden gewaardeerd van het jaar van overlijden. De peildatum van die WOZ-waarde is 1 januari van het jaar voor het overlijdensjaar. Sinds 1 januari 2012 mag u ook kiezen voor de WOZ-waarde van het jaar na het overlijdensjaar. Daar moet u in de aangifte voor de erfbelasting dan wel expliciet om verzoeken. Bij een overlijden in 2012 wordt de waarde van de geërfde woning zonder verzoek dus op de WOZ-waarde 2012 vastgesteld, met als waardepeildatum 1 januari Mét verzoek wordt de WOZ-waarde van 2013 gehanteerd, met de waardepeildatum van 1 januari Nu de huizenprijzen de afgelopen jaren voortdurend zijn gezakt, kan u dit veel erfbelasting schelen. De belastingrechter heeft dit jaar bovendien beslist dat u deze keuze ook heeft bij een vererving vóór Denk aan het doorlichten en aanpassen van uw testament Er zijn de laatste jaren veel wetswijzigingen geweest die van invloed kunnen zijn op de zaken die u in uw testament heeft geregeld. Ook kunnen er andere redenen zijn om uw testament eens aan een update te onderwerpen. Misschien hebben zich het afgelopen jaar in uw persoonlijke omstandigheden en/of uw inkomenssituatie wijzigingen voorgedaan of zijn uw wensen veranderd. Die veranderingen kunnen voldoende aanleiding zijn om uw testament aan te passen, of om alsnog een testament te laten opmaken. Omzetbelasting Is uw administratie klaar voor de gewijzigde BTW-factureringsregels? Vanaf 1 januari 2013 wijzigen de factureringsregels voor de BTW. De tijd gaat daarom nu echt dringen om uw administratie hierop aan te passen. Enkele wijzigingen en aanvullingen hebben betrekking op de factuurvereisten, daarnaast wordt de vereenvoudigde factuur geïntroduceerd. De regels voor het elektronisch factureren zijn versoepeld en er gelden nieuwe regels voor het toepassingsbereik van de nationale factureringsregels bij grensoverschrijdende leveringen en diensten. Ook wordt de internationale controle op facturen uitgebreid. De gewijzigde factuurvereisten De wettelijk voorgeschreven factuurvereisten vormen het hart van de factureringsregels en bepalen welke vermeldingen u als ondernemer op uw factuur moet opnemen. Het belang van de factuur voor de heffing van BTW is groot. De factuur vormt de basis voor de BTW-controle door de Belastingdienst. Verder kunt u als afnemer uitsluitend aftrek van BTW claimen wanneer u beschikt over een factuur die aan de wettelijke vereisten voldoet. Op 1 januari 2013 worden de factuurvereisten op drie punten aangevuld of gewijzigd. De overige factuurvereisten wijzigen niet. De aanvullingen en wijzigingen betreffen: 1. het bedrag van de verschuldigde BTW in euro s. Vanaf 1 januari 2013 is het vermelden van het BTW-bedrag niet verplicht als een bijzondere regeling de vermelding van BTW op de factuur uitsluit; 2. bij uitreiking van de factuur door de afnemer of opdrachtgever ( self-billing ) gelden er nu geen bijzondere factuurvereisten. Volgend jaar moet u in dat geval factuur uitgereikt door afnemer op de factuur vermelden; 3. de vermelding van toepasselijke regelingen (zoals een BTW-vrijstelling, intracommunautaire transactie, verleggings- of margeregeling). Vanaf 2013 moet u BTW verlegd op de factuur vermelden, als uw afnemer op grond van de verleggingsregeling verplicht is om de verschuldigde BTW af te dragen. Bij toepassing van de hierna genoemde bijzondere BTW-regelingen moet u deze regelingen als volgt 8

10 op uw factuur vermelden: Bijzondere regeling reisbureaus ; Bijzondere regeling gebruikte goederen ; Bijzondere regeling kunstvoorwerpen ; Bijzondere regeling voorwerpen voor verzamelingen of antiquiteiten. De aanvullingen en wijzigingen lijken op het eerste gezicht niet ingrijpend. Toch adviseren wij u om uw facturen hierop te controleren en waar nodig aan deze nieuwe regels aan te passen. De Belastingdienst kan u namelijk vanaf 1 januari 2013 een boete opleggen van maximaal wegens het uitreiken van een onjuiste factuur. Overigens is het altijd goed om periodiek te controleren of uw facturen nog aan alle wettelijke vereisten voldoen. Dit is niet alleen van belang voor een juiste BTW-afdracht voor uzelf, maar ook in het belang van het eventuele aftrekrecht van uw afnemers. Wie reikt de factuur uit? De ondernemer die goederen levert of een dienst verricht, reikt de factuur uit. U kunt dit zelf doen, maar u kunt dit ook in uw naam en voor uw rekening door uw afnemer (self billing, zie hiervoor) of door een derde (outsourcing) laten doen. U blijft in die gevallen wel aansprakelijk voor de juistheid van de factuur. Als er bijvoorbeeld te veel BTW op de factuur is vermeld, dan bent u die verschuldigd. Als de afnemer de factuur opmaakt, gelden de volgende spelregels: u bent vooraf overeengekomen dat de afnemer de factuur opmaakt en uitreikt; als u het niet met de factuur eens bent, laat u dat de afnemer tijdig weten. De factuur verliest dan zijn werking. U kunt dan alsnog zelf een factuur uitreiken of een verbeterde of aanvullende factuur met de afnemer overeenkomen; de factuur voldoet aan alle factuurvereisten. Introductie van de vereenvoudigde factuur Nieuw is dat u vanaf 1 januari 2013 als ondernemer ook een vereenvoudigde factuur mag uitreiken. U kunt van deze mogelijkheid gebruikmaken in het geval: 1. de vergoeding inclusief BTW niet hoger is dan 100; of 2. de (vereenvoudigde) factuur als aanvulling dient op een eerdere factuur, waarbij duidelijk wordt verwezen naar de oorspronkelijke factuur, bijvoorbeeld een creditnota. Een vereenvoudigde factuur moet minimaal de volgende gegevens bevatten: de datum van uitreiking; de identiteit van de ondernemer die de levering of dienst verricht; de aard van de geleverde goederen of de verrichte diensten; het te betalen bedrag aan BTW of de gegevens aan de hand waarvan het verschuldigde BTW-bedrag kan worden berekend; een specifieke en ondubbelzinnige verwijzing naar de oorspronkelijke factuur met vermelding van de aangebrachte wijzigingen, wanneer de vereenvoudigde factuur dient als aanvulling of wijziging van een eerder uitgereikte factuur. Het is opvallend dat de NAW-gegevens van de klant ontbreken op deze vereenvoudigde factuur. Het lijkt erop dat hiermee ook de aftrek van BTW op kassabonnen mogelijk wordt gemaakt. De wetgever heeft hier echter (nog) geen uitspraak over gedaan. Wanneer niet? De vereenvoudigde factuur mag niet worden gebruikt bij een levering van goederen die onder de regeling voor afstandsverkopen valt, of bij intracommunautaire leveringen. De vereenvoudigde factuur mag ook niet worden uitgereikt als de leverancier of dienstverrichter niet is gevestigd in het land waar zijn/haar levering of dienst is belast met BTW en waarbij de heffing van BTW wordt verlegd naar de afnemer. Versoepeling regels voor elektronisch factureren De regels voor het elektronisch factureren (ook wel e-invoicing genoemd) worden vanaf 1 januari 2013 verder versoepeld. U kunt dan ook elektronisch factureren aan afnemers in een andere EU-lidstaat. Voor de heffing van BTW worden papieren en elektronische facturen in alle opzichten zoveel mogelijk gelijk behandeld. Als u kiest voor elektronisch factureren, geldt wel het (logische) vereiste dat uw afnemer de facturen ook elektronisch kan ontvangen én dat hij de elektronische verzending van de factuur aanvaardt. Dat is ook het geval als de afnemer de elektronische factuur zonder commentaar verwerkt en betaalt. U bent vrij om zelf de technologie te kiezen waarmee u de authenticiteit, integriteit en leesbaarheid van uw facturen waarborgt. Bestaande methoden zijn de elektronische uitwisseling van gegevens (EDI) en een geavanceerde elektronische ondertekening. Maar ook het per versturen van facturen in pdf-formaat 9

11 is mogelijk. Afstemming van de gebruikte technologie met de inspecteur is niet langer vereist. Als u van plan bent om e-invoicing op grote schaal te gaan toepassen, adviseren wij u om een en ander toch met de inspecteur af te stemmen. U blijft namelijk volledig aansprakelijk voor de BTW-gevolgen als na verloop van tijd mocht blijken dat de door u gehanteerde technologie (toch) niet voldoende waarborgen biedt voor de authenticiteit en integriteit van uw facturen. Nationale factureringsregels bij grensoverschrijdende prestaties Wanneer u als Nederlandse ondernemer grensoverschrijdend goederen levert of diensten verricht die in een andere EU-lidstaat belast zijn met BTW, dan stelt de betreffende EU-lidstaat regelmatig specifieke eisen aan uw factuur. Denk met name aan de omschrijving BTW verlegd op de factuur, waarbij vaak naar een specifieke bepaling uit de nationale wetgeving van de betreffende EU-lidstaat moet worden verwezen. Hieraan komt per 1 januari 2013 een einde. Dan gelden voor u namelijk de Nederlandse factureringsregels in alle gevallen waarin uw prestatie in een andere EU-lidstaat is belast met BTW en waarbij de heffing wordt verlegd naar uw afnemer. Binnen de hele EU kunt u dan volstaan met de vermelding BTW verlegd op uw factuur. Als uw afnemer de factuur zelf uitreikt ( self-billing ), dan gelden echter weer de regels van het EU-land waar de prestatie is belast met BTW. Leveringen en diensten aan afnemers buiten de EU Ook als u leveringen of diensten verricht die in een land buiten de EU belast zijn met BTW, gelden voor u in beginsel de Nederlandse factureringsregels. Deze landen zijn echter niet gebonden aan de BTWregels die binnen de EU gelden. Daardoor kan het toch voorkomen dat u zich in de wetgeving van het betreffende niet EU-land moet verdiepen om uw BTWverplichtingen daar te bepalen. Uitbreiding (internationale) controle facturen De controle op een juiste BTW-heffing wordt met de invoering van de nieuwe factureringsregels uitgebreid. Zo is de inspecteur vanaf 1 januari 2013 bevoegd om elektronische facturen via internet te benaderen en/of te downloaden. Dat geldt ook wanneer de ondernemer buiten Nederland is gevestigd, maar hier BTW wel verschuldigd is. Het maakt daarbij niet uit waar de facturen zijn opgeslagen. Ook de belastingdiensten van andere EU-lidstaten kunnen u rechtstreeks aan een controle onderwerpen en u verzoeken om (elektronisch) toegang te verlenen tot uw elektronische facturen. De verplichting tot inzage blijft beperkt tot de facturen die betrekking hebben op de BTW die in de betreffende EU-lidstaat is verschuldigd. Conclusie De inwerkingtreding van de nieuwe BTWfactureringsregels kunt u aangrijpen om uw facturen nog eens grondig tegen het licht te houden. Daarmee dient u niet alleen uw eigen belang, maar ook dat van uw afnemers. Bovendien voorkomt u het uitreiken van een onjuiste factuur, waarvoor de Belastingdienst u vanaf volgend jaar een boete kan opleggen. Nu de regels voor het elektronisch factureren verder zijn versoepeld, kunt u overwegen om dit ook in uw bedrijf in te voeren. U kunt hiermee veel kosten besparen. Bereid u voor op de beperking van de BTW-vrijstelling voor paramedische diensten Medische dienstverleners die zijn geregistreerd in het register voor beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG) kunnen voor hun medische diensten een BTW-vrijstelling toepassen. Deze diensten moeten dan wel de gezondheidskundige verzorging van de mens betreffen. Dat geldt onder voorwaarden ook voor niet-big-geregistreerde medische dienstverleners. Daarin komt vanaf 1 januari 2013 verandering. De toepassing van de BTW-vrijstelling voor medische diensten wordt dan beperkt tot BIG-geregistreerden en alleen voor zover zij hun BIG-beroep uitoefenen. Deze wijziging heeft grote gevolgen voor de BTWheffing bij veel medici en dus voor de inrichting van hun administratie. Kortom, het is van groot belang om u hierop tijdig voor te bereiden. Gevolgen voor de BTW-heffing De wijziging betekent dat niet-big-geregistreerde medische dienstverleners de BTW-vrijstelling niet meer kunnen toepassen en een factuur met 21%(!) BTW moeten uitreiken. Bent u bijvoorbeeld pedagoog, osteopaat, acupuncturist of chiropractor, dan eindigt volgend jaar voor u de toepassing van de BTW-vrijstelling. Dat geldt voor u ook als u wel een BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaar bent, voor zover u medische handelingen verricht die niet onder uw BIG-beroep vallen. Bent u fysiotherapeut, maar verricht u bijvoorbeeld ook acupunctuurbehandelingen, dan geldt voor de fysiotherapeutische behandelingen de BTWvrijstelling wel, maar niet voor de acupunctuurbehandelingen. 10

12 Uitzonderingen voor bepaalde beroepsbeoefenaren Een uitzondering wordt gemaakt voor enkele specifieke medische beroepsbeoefenaren. Zo blijft de vrijstelling gelden voor psychologische diensten door GZ-psychologen. De kinder- en jeugdpsycholoog (inclusief specialist), de psycholoog arbeid en de orthopedagoog-generalist (en specialist) zijn weliswaar geen BIG-beroepsbeoefenaren, maar zij zijn wel gelijkwaardig aan de BIG-geregistreerde dienstverleners. Zij mogen daarom ook na 31 december 2012 de BTW-vrijstelling toepassen. Actiepunt: administratie aanpassen Bent u een niet-big-geregistreerde medische dienstverlener (met uitzondering van de specifiek hiervoor genoemde beroepsbeoefenaren), dan kunt de BTWvrijstelling volgend jaar niet meer toepassen. U zult dan dus voor uw medische diensten steeds een factuur met 21% BTW moeten uitreiken. Door de BTW-plicht heeft u wel een recht op aftrek van de aan u in rekening gebrachte BTW (de voorbelasting) gekregen. In voorkomende gevallen kan zelfs via de herzieningsregeling deze voorbelasting op bijvoorbeeld de bouwkosten van de praktijkruimte of de aankoopprijs van een bedrijfsauto worden teruggehaald. Splitsing aanbrengen Bent u een BIG-geregistreerde medische dienstverlener, maar verricht u ook medische handelingen die niet onder uw BIG-beroep vallen, dan zult u in uw administratie een splitsing moeten aanbrengen tussen BTWvrijgestelde medische handelingen en BTW-belaste handelingen. U zult voor de laatste handelingen steeds een factuur met 21% BTW moeten uitreiken. In zoverre krijgt u daardoor wel aftrekrecht. Informeer naar ontheffing In beide gevallen moet u dus vanaf volgend jaar een BTW-administratie gaan voeren en aan alle daarbij behorende administratieve verplichtingen voldoen. Als u uitsluitend met BTW-belaste medische handelingen verricht, dan levert u deze extra inspanning mogelijk via de aftrek van voorbelasting per saldo nog een BTW-teruggaaf op. De kans hierop is echter klein, wanneer u slechts een geringe belaste omzet heeft. Als u per saldo over uw omzet minder dan BTW per jaar hoeft te betalen, dan valt u namelijk mogelijk onder de kleine ondernemersregeling. U bent daardoor weinig of geen BTW verschuldigd. Als u verwacht dat dit bij u aan de orde zal zijn, dan komt u mogelijk voor ontheffing van de administratieve verplichtingen in aanmerking. U hoeft dan geen administratie te voeren, geen facturen uit te reiken en ook geen BTW-aangiften te doen. Vraag uw BTW-adviseur of dit voor u een optie is. Commentaar en kanttekening Jarenlang hebben (para)medici gewacht op de komst van het register van het ministerie van VWS, waarin de paramedische beroepen van niet-big-geregistreerden zouden worden vermeld die voor de BTW-vrijstelling kwalificeerden. De wijziging per 1 januari 2013 maakt daar een abrupt einde aan. Voor veel (para)medici die deze diensten verrichten, heeft dit ingrijpende gevolgen. Bent u (para)medicus en/of verricht u paramedische diensten, dan moet u volgend jaar in beginsel een administratie voeren, facturen met 21% BTW uitreiken en BTW-aangiften doen. Tot slot plaatsen we nog een kanttekening. Het wetsvoorstel waarin deze wijziging is opgenomen, is al door de Eerste en Tweede Kamer aangenomen en treedt dus in werking. Toch zou de wetswijziging wel eens in strijd kunnen zijn met de geldende Europese rechtspraak. Het Europese Hof van Justitie heeft namelijk bepaald dat niet-big-geregistreerde (para)medici die over aan de BIG gelijkwaardige beroepskwalificaties beschikken, het recht op toepassing van de BTW-vrijstelling niet mag worden ontzegd. Kortom, het laatste woord hierover is, ondanks de wetswijziging, waarschijnlijk nog niet gezegd. Andere BTW-actualiteiten en actiepunten bij de jaarovergang In de vorige bijdragen hebben we enkele wetswijzigingen in de BTW behandeld. In deze bijdrage maken we u attent op enkele andere actualiteiten en actiepunten die van belang zijn in verband met de jaarovergang. Uitbreiding uitstelregeling BTW-afdracht In het Belastingplan 2013 is een versoepeling van de uitstelregeling voor de BTW-afdracht voorgesteld. U kunt onder voorwaarden maximaal 4 maanden later uw BTW-afdracht doen. Eén van de voorwaarden bepaalt dat de openstaande BTW-aanslagen niet meer 11

13 dan bedragen. In het regeerakkoord is deze grens verhoogd naar Ten tijde van het schrijven van deze bijdrage moest deze maatregel nog wel door de Eerste en Tweede Kamer worden goedgekeurd. Vraag uw BTW-adviseur naar de actuele stand van zaken. Herrekening en herziening van voorbelasting Als u goederen en diensten gebruikt voor zowel belaste prestaties als vrijgestelde prestaties, is er sprake van gemengd gebruik van die goederen. De voorbelasting die op deze goederen en diensten drukt, is niet volledig aftrekbaar. Aan het eind van het jaar moet u daarom een herrekening en/of een herziening van voorbelasting uitvoeren. Het resultaat geeft u aan in de aangifte over het laatste tijdvak van BTW-correctie privégebruik auto van de zaak Het privégebruik van de auto van de zaak moet u als werkgever of ondernemer als fictieve dienst belasten, als de werknemer of uzelf hiervoor geen vergoeding betaalt. Het woon-werkverkeer wordt overigens voor de BTW tot het privégebruik gerekend. Betaalt u of uw werknemer wel een vergoeding voor het privégebruik, dan is deze vergoeding in beginsel tegen 21% (voor 1 oktober 2012: 19%) BTW belast. Als u of uw werknemer geen vergoeding betaalt voor het privégebruik, maar er is wel een sluitende rittenadministratie bijgehouden, dan bedraagt de BTW 21% over de uitgaven voor de werkelijk gereden privékilometers. Als u of uw werknemer geen vergoeding voor privégebruik betaalt en een sluitende rittenadministratie ontbreekt, dan wordt de BTW forfaitair gesteld op 2,7% van de catalogusprijs (incl. BPM en BTW) van de auto. Is de auto van de zaak echter langer dan 5 jaar in gebruik, dan is dit forfait 1,5%. De BTW berekent u naar rato van het aantal dagen dat de auto (mede) voor privédoeleinden ter beschikking heeft gestaan. U geeft deze BTW aan in het laatste tijdvak van het kalenderjaar (was boekjaar!) aan. Ook BTW-correctie bij eigen bijdrage De BTW-correctie vindt ook plaats wanneer u of uw werknemer wel een vergoeding voor het privégebruik betaalt. Betaalt u of uw werknemer een onzakelijk lage vergoeding, dan moet die vergoeding ten minste op de normale zakelijke waarde worden gesteld. Dat is het bedrag dat u als werkgever of ondernemer in de markt zou moeten betalen om de auto in gebruik te geven aan een werknemer of aan uzelf. Die waarde is niet altijd even eenvoudig vast te stellen. Daarom mag u ook een evenredig deel van de aan het privégebruik toerekenbare totale kosten (waaronder de afschrijving) van de auto als grondslag voor de BTW-correctie hanteren. Als u deze berekening niet kunt maken, omdat bijvoorbeeld het aantal privékilometers niet bekend is, dan mag u toch de forfaitaire BTW-correctie van 2,7% of 1,5% over de catalogusprijs toepassen. De eigen bijdrage voor het privégebruik moet dan wel lager zijn dan de normale waarde. BUA-correctie voor personeelsvoorzieningen De aftrek van voorbelasting voor personeelsvoorzieningen wordt op grond van het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting (BUA) uitgesloten, tenzij de kosten per werknemer onder het bedrag van 227 per jaar zijn gebleven. U moet aan het einde van het jaar beoordelen of deze grens al dan niet wordt overschreden. Bij overschrijding van het bedrag is de BTW op de kosten niet aftrekbaar. Tot de personeelsvoorzieningen behoren onder meer het personeelsfeest of uitstapje, kerstpakketten en dergelijke. Voor kantineverstrekkingen geldt een aparte regeling. De overgangsregeling voor woon/werkpanden De systematiek van algehele aftrek en heffing van BTW over het privégebruik van tot het bedrijfsvermogen behorende goederen en diensten is sinds 1 januari 2011 ingrijpend gewijzigd. De consequentie voor woon/ werkpanden is dat sindsdien alleen de BTW die betrekking heeft op het zakelijk gebruikte deel van het woon/werkpand nog voor aftrek in aanmerking komt. Voor bepaalde bestaande gevallen is er toen wel een overgangsregeling getroffen. In deze gevallen zijn de oude regels onveranderd van toepassing gebleven. De al genoten BTW-aftrek op de aankoop of bouwkosten van het woon/werkpand is in stand gebleven. Ook moet u jaarlijks het werkelijk privégebruik blijven aangeven voor de nog resterende herzieningsperiode. Let op: Het BTW-tarief voor dit werkelijk privégebruik bedraagt sinds 1 oktober %! Dat u in het verleden aftrek heeft gehad tegen een BTW-tarief van slechts 19%, doet daaraan niet af. 12

14 Pensioen en lijfrente Verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd met gevolgen Sinds de val van het kabinet dit voorjaar, is er werk gemaakt van de invoering van de verhoging van de AOW-leeftijd en de pensioenrichtleeftijd. Leek de invoering aanvankelijk nog vooral toekomstmuziek te zijn, in het regeerakkoord is inmiddels afgesproken om de AOW-leeftijd sneller te verhogen dan de Wet verhoging AOW-leeftijd die deze zomer werd aangenomen. Eerder dit jaar was de invoering van de verhoging van de pensioenrichtleeftijd van aanvullende pensioenen al gewijzigd. Die vindt niet meer in twee fasen (in 2013 en 2015) plaats, maar in één keer in Hierna geven we de laatste stand van zaken met betrekking tot de verhoging van de AOW-leeftijd en de pensioenrichtleeftijd. Ook staan we stil bij enkele gevolgen voor andere regelingen. Snellere verhoging van de AOW-leeftijd In het regeerakkoord is afgesproken dat de AOWleeftijd al in 2013 met één maand wordt verhoogd. Dat gebeurt ook in 2014 en In 2016 tot met 2018 wordt de verhoging drie maanden per jaar en vanaf 2019 vier maanden per jaar. Hierdoor wordt de AOWleeftijd al in 2018 (in plaats van 2019) verhoogd naar 66 jaar en in 2021 (in plaats van 2023) naar 67 jaar. In een schema ziet de verhoging uit het regeerakkoord er als volgt uit: Jaar verhoging AOW-leeftijd maand 65 jaar plus 1 maand maand 65 jaar plus 2 maanden maand 65 jaar plus 3 maanden maanden 65 jaar plus 6 maanden maanden 65 jaar plus 9 maanden maanden 66 jaar maanden 66 jaar plus 4 maanden maanden 66 jaar plus 8 maanden maanden 67 jaar Gevolgen voor lijfrenten en loonstamrechten De verhoging van de AOW-leeftijd heeft ook gevolgen voor de bepalingen inzake lijfrenten en loonstamrechten. In deze bepalingen wordt immers aangehaakt bij een leeftijd van 65 jaar en 70 jaar. In de voorgestelde bepalingen worden de leeftijdsgrenzen van 65 jaar en 70 jaar vanaf 1 januari 2013 vervangen door de AOW-gerechtigde leeftijd en de AOW-leeftijd, vermeerderd met 5 jaar. De oudedagslijfrente mag dan niet later ingaan dan 5 jaar na het jaar waarin u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Bij de stakingslijfrentefaciliteit wordt de 60-jarige leeftijd vervangen door de AOW-leeftijd, verminderd met 5 jaar. De 50-jaarsgrens wordt vervangen door de AOW-leeftijd, verminderd met 15 jaar. U kunt vanaf volgend jaar alleen nog van de jaarruimte gebruikmaken als u nog niet AOW-gerechtigd bent in het jaar waarover u aangifte doet. Komst nieuwe overbruggingsregeling Voor mensen die zich niet hebben kunnen voorbereiden op de AOW-leeftijdsverhoging is er aanvankelijk een tijdelijke voorschotregeling getroffen om een eventueel inkomensgat te overbruggen. Die regeling biedt de mogelijkheid om tot en met 2015 een voorschot op de AOW-uitkering te krijgen in de vorm van een renteloze lening bij de Sociale Verzekeringsbank. In het regeerakkoord is voorgesteld om deze voorschotregeling te vervangen door een nieuwe overbruggingsregeling. Deze regeling is bedoeld voor mensen die per 1 januari 2013 al deelnemen aan een VUT- of prepensioenregeling, met een inkomen tot 150% van het wettelijk minimumloon. Voor de beoordeling of aan deze voorwaarde wordt voldaan, is ook het partnerinkomen van belang. Daarnaast geldt een vermogenstoets, waarbij de eigen woning en de pensioenaanspraak niet meetellen. Mocht de invoering van de overbruggingsregeling per 1 januari 2013 op praktische problemen stuiten, dan krijgt de regeling terugwerkende kracht. Het is nog niet helemaal zeker of dit betekent dat de voorschotregeling daardoor dan geheel van de baan is. Wijziging ingangsdatum aanvullend pensioen Zoals het er nu voor staat, gaat in 2014 de fiscale pensioenrichtleeftijd voor de aanvullende pensioenen in één keer naar 67 jaar. Bij het instemmen met de verhoging van de AOW-leeftijd heeft de Eerste Kamer de regering wel opgeroepen om de ingangsdatum voor de AOW en het aanvullend pensioen gelijk te trekken. Ook werd de regering gevraagd om het mogelijk te maken dat het einde van de dienstbetrekking van rechtswege wordt gesteld op de ingangsdatum van het aanvullend 13

15 pensioen. Zo zou een eventueel inkomensgat kunnen worden voorkomen. Commentaar De wijzigingen met betrekking tot de verhoging van de AOW-leeftijd en pensioenrichtleeftijd hebben zich in rap tempo opgevolgd. Laten we hopen dat het hierbij blijft, zodat u weet waar u de komende jaren aan toe bent en u waar nodig en waar mogelijk voorbereidingen kunt treffen. Pensioenmaatregelen in de Belastingplannen 2013 Naast de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd vanaf 1 januari 2013 zijn ook in de Belastingplannen voor 2013 nog enkele pensioenmaatregelen aangekondigd. Deze maatregelen betreffen het niet invoeren van het vitaliteitsparen, de vermindering van de pensioenaanspraak in eigen beheer en de pensioenopbouw voor ondernemers. Invoering vitaliteitssparen gaat niet door Op 1 januari 2013 zou het vitaliteitssparen van start gaan. In het regeerakkoord is besloten hiervan af te zien. Daartoe is een wijziging opgenomen in het Belastingplan Deze regeling uit het Belastingplan 2012 zou werknemers, ondernemers en resultaatgenieters de mogelijkheid bieden om fiscaal vriendelijk te sparen tot een bedrag van maximaal Wijziging pensioenopbouw bij verplichte deelname ondernemers Vanaf 1 januari 2015 wijzigt de pensioenopbouw voor ondernemers in de inkomstenbelasting die verplicht deelnemen aan een bedrijfstak- dan wel beroepspensioenfonds. Dan gelden ook voor hen de fiscale begrenzingen die nu al gelden voor de pensioenopbouw van werknemers. De gecorrigeerde winst uit onderneming uit het kalenderjaar 3 jaar voorafgaande aan het jaar van de pensioenopbouw (voor 2015 dus 2012), dient daarbij dan als grondslag voor de omvang van de aftrekbare pensioenpremies. Ook aftrek vrijwillig betaalde pensioenpremies Als ondernemer mag u de premie die u betaalt voor verplichte deelname aan de pensioenregeling (basisregeling) van een bedrijfstak- of beroepspensioenfonds ten laste van uw winst brengen. Vanaf 1 januari 2015 mogen, onder voorwaarden, ook de betaalde premies voor de vrijwillige aanvulling op de basisregeling in mindering op uw winst komen. Voorwaarde is dat de totale pensioenopbouw binnen de grenzen van het Witteveen-kader moet blijven. Bovendien mogen de premies voor de vrijwillige aanvulling niet meer bedragen dan een derde van de premies voor de verplichte regeling. Fiscale tegemoetkoming voor vermindering pensioen in eigen beheer Het verminderen van een pensioen in eigen beheer heeft nu verstrekkende fiscale gevolgen. De pensioenaanspraak wordt geheel belast en er wordt 20% revisierente bij u in rekening gebracht. Veel pensioen- BV s hebben, onder meer vanwege de economische crisis, op dit moment met onderdekking te maken. Daarom is een tegemoetkoming voorgesteld. Als de dekkingsgraad beneden de 75% is gezakt én het gevolg is van reële beleggings- en ondernemingsverliezen, mag de pensioenaanspraak eenmalig zonder belastingheffing worden verminderd op de pensioeningangsdatum. Pensioenuitkeringen die op 1 januari 2013 al zijn ingegaan, kunnen in de periode 2013 tot en met 2015 onder dezelfde voorwaarden gedeeltelijk worden verminderd. Let op: De tegemoetkoming geldt alleen voor pensioen en NIET voor lijfrenten en stamrechten die in eigen beheer worden uitgevoerd. 14

16 Sociale Zekerheid en arbeidsrecht Zieke flexwerkers moeten sneller aan de slag Het ziekteverzuim en de instroom in de arbeidsongeschiktheidsregelingen van werknemers met een vast dienstverband is fors gedaald. Dat komt door de invoering van verlengde loondoorbetalingsplicht tot 2 jaar en de premiedifferentiatie in de WGA voor vaste werknemers. Die daling geldt echter niet voor zogenoemde vangnetters met een Ziektewet (ZW)-uitkering. Om die reden treden volgend jaar nieuwe regels in werking. Deze moeten ook bij vangnetters leiden tot minder ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid en hen stimuleren om sneller aan het werk te gaan. De nieuwe regels hebben gevolgen zowel voor u als werkgever als voor uw werknemer/vangnetter. Zo wijzigt het financieringssysteem voor de ZW en WGA en komen er meer re-integratieverplichtingen. Werknemers/ vangnetters moeten zich op hun beurt meer inspannen voor werkhervatting en ze krijgen te maken met lagere ZW-uitkeringen van vaak kortere duur. Nadat we eerst kort aangeven wie de vangnetters zijn, volgt een overzicht van de meest in het oogspringende wijzigingen. Wie zijn de vangnetters? De maatregelen zijn bedoeld voor de zogenoemde vangnetters met een ZW-uitkering. Voordat we ingaan op de maatregelen, daarom eerst het antwoord op de vraag: wie zijn deze vangnetters? Dit zijn: 1. werknemers die geen werkgever (meer) hebben, zoals zieke WW-gerechtigden, uitzendkrachten, oproepkrachten, werknemers van wie het dienstverband afloopt tijdens ziekte en werknemers die zich binnen 4 weken na het einde van het dienstverband bij het UWV ziek hebben gemeld; 2. werknemers die wel een werkgever hebben, maar een hoog ziekterisico hebben, zoals werknemers met een no-riskpolis, orgaandonoren en zwangere vrouwen. De maatregelen die we hierna behandelen, hebben met name betrekking op de eerste groep, die we hierna aanduiden met flexwerkers. Premievaststelling wordt afhankelijk van instroom in Ziektewet en WGA U heeft voor vaste werknemers die ziek worden een loondoorbetalingsverplichting van maximaal 2 jaar. Bovendien werkt het aantal zieke werknemers gedurende 10 jaar door in de hoogte van de gedifferentieerde premie WGA. Die financiële prikkels hebben geleid tot minder instroom in de WIA. U heeft deze verplichtingen niet voor zieke flexwerkers die bij u werken of hebben gewerkt. Daarin komt vanaf 1 januari 2014 verandering. Dan komen er voor u ook ten aanzien van deze groep financiële prikkels om tot meer werkhervatting te komen. Dit gebeurt in twee fasen via een nieuwe financieringssystematiek voor de ZW en de WGA. Hierbij wordt van een (deels) collectieve financiering overgegaan naar financiering via individuele premiedifferentiatie. Tussen 2014 en 2016 zal dit systeem bestaan naast het systeem voor vaste dienstverbanden. Daarna moet er één gecombineerd systeem in werking treden. Hier beperken we ons tot de maatregelen voor de eerste fase. Premiedifferentiatie afhankelijk van de werkgeversgrootte Het nieuwe financieringssysteem in het publieke bestel zal geen onderscheid meer maken tussen vaste en flexibele dienstverbanden. Hiervoor in de plaats komt er per 1 januari 2014 een nieuwe indeling naar werkgeversgrootte. U bent dan een kleine werkgever tot een premieloon van , een middelgrote werkgever bij een premieloon tussen ,03 miljoen en een grote werkgever bij een premieloon van meer dan 3,03 miljoen. Tot nu toe kennen we alleen een indeling van kleine (premieloon tot ) en grote werkgevers (premieloon vanaf ) voor wie eigen individuele minimum- en maximumpremies WGA bestaan. Zowel kleine als grote werkgevers betalen nu vangnetlasten ZW in de vorm van een ZW-gedeelte in de sectorpremie. Het UWV stelt in 2014 de premie voor de ZW en de WGA voor kleine werkgevers vast op basis van de instroom in de ZW en de WGA per sector in De premievaststelling voor middelgrote werkgevers wordt in 2014 deels afhankelijk van de individuele instroom per werkgever en deels van de instroom per sector in Het UWV bepaalt de premie voor de ZW en de WGA van grote werkgevers in 2014 op basis van 15

17 individuele instroom per werkgever in 2012, waarbij rekening wordt gehouden met de opbouw van het personeelsbestand. Concreet bestaan de gedifferentieerde premies WGA 2014 en 2015 uit de som van afzonderlijk berekende percentages ZW-lasten, WGAvast (voor vaste dienstverbanden) en WGA-flex (voor flexwerkers). Het ziekteverzuim en de instroom in de WGA van flexwerkers in 2012(!) zijn dus bepalend voor de nieuwe premievaststelling in Het UWV zendt nu al schriftelijke aankondigingen van een hogere gedifferentieerde WGA-premie in 2014 aan werkgevers, ingeval aan ex-werknemers in 2012 WGA-uitkeringen zijn toegekend. U kunt tegen deze WGA-beslissingen binnen 6 weken bezwaar (laten) maken. U doet er daarom verstandig aan om nu al de gegevens vast te leggen van de flexwerkers die dit jaar bij u ziek uit dienst zijn gegaan of die binnenkort ziek uit dienst zullen gaan. Hierbij moet u denken aan gegevens zoals de eerste ziektedag, het SV-loon, verhoogde AOWleeftijd, de datum einde dienstverband en de uitzonderingsgroep (zie hierna). Daarnaast is het van belang om te weten hoeveel ex-flexwerkers in 2012 vanuit de ZW in de WGA zijn ingestroomd. De gedifferentieerde WGA-premie in 2014 wordt daardoor immers mede bepaald. De WGA-uitkeringen die aansluitend op de ZW-uitkeringen worden betaald aan de volgende uitzonderingsgroep (vangnetters van groep 2) tellen niet mee voor de bepaling van de gedifferentieerde WGA-premie: 55-plussers die langer dan 14 weken een ZW-uitkering hebben gehad; orgaandonoren; zieken vanwege zwangerschap of bevalling; zieken met een no-riskpolis die vanuit de WW ziek zijn geworden. Uit het voorgaande blijkt dat u en uw adviseur nu al actie moeten ondernemen. Publiek of privaat verzekeren? U heeft voor werknemers met een vast dienstverband de keuze om de ZW-lasten en/of de WGAlasten publiek te verzekeren bij het UWV, of privaat via het eigenrisicodragerschap bij een verzekeraar. Die mogelijkheden heeft u ook voor de ZW-lasten van flexwerkers. De WGA-lasten van flexwerkers daarentegen kunt u nu niet privaat verzekeren. Deze lasten worden gefinancierd uit de publieke basispremie WGA. Vanaf 2014 wordt het wel mogelijk om ook de WGA-vangnetlasten privaat te verzekeren. Welke keuze u moet maken, hangt af van uw individuele situatie. Daarbij speelt niet alleen de grootte van uw onderneming een rol, maar ook of u (of uw sector) veel of weinig zieke werknemers heeft. Daarnaast kunnen één of meerdere van de volgende aspecten van belang zijn bij uw afweging. Hoogte van de premie; Affinanciering van lopende ZW- en/of WGAuitkeringen; Extra re-integratieverplichtingen bij eigenrisicodragerschap WGA. Hoogte van de premie De private premie zal fors stijgen door de vangnetlasten ZW en de wijzigingen in de WGA. De publieke gedifferentieerde premies WGA zullen slechts licht stijgen: tegenover de stijging door de vangnetlasten ZW en de gewijzigde WGA staat een verlaging van de premie. Vanaf 1 januari 2013 tellen de WAO-uitkeringen namelijk niet meer mee bij de premieberekening en de opslag voor het gelijke speelveld (level playing field) vervalt. Affinanciering van lopende ZW- en/of WGA-uitkeringen Ook de affinanciering van de zogenoemde staartlasten kunnen voor uw keuze van belang zijn. De staartlasten zijn de lopende uitkeringslasten (ZW en/of WGA) die er zijn op het moment dat u van het publieke bestel overgaat naar het private bestel of andersom. Bent u eigenrisicodrager voor de WGA en keert u terug naar het publieke bestel, dan blijft u ook na 2014 verantwoordelijk voor de lopende uitkeringen die tijdens het eigenrisicodragerschap zijn ontstaan. Meestal zijn deze uitlooplasten via de private verzekeringspolis gedekt. Bent u nu publiek verzekerd en gaat u vóór 2014 voor de WGA-lasten over naar het private bestel, dan moet u zelf de lopende uitkeringslasten affinancieren! Bent u echter vanaf 2014 een kleine werkgever en gaat u dan over van het publieke naar het private bestel, dan hoeft u de staartlasten niet zelf af te financieren. Bent u vanaf 2014 een middelgrote werkgever en gaat u over op het private bestel, dan hoeft u de staartlasten slechts deels zelf af te financieren. Hoe groot dat deel wordt, moet nog nader worden bepaald. De achterblijvende WGA-staartlasten van kleine en middelgrote werkgevers worden vanaf 2014 gefinancierd uit de basispremie WGA die zowel publiek verzekerde als privaat verzekerde werkgevers moeten betalen. Lopende ZW-uitkeringen worden onder de huidige regelgeving bij overgang van het publieke naar het 16

18 private bestel al via een publieke premie voor alle werkgevers afgefinancierd. Dat blijft ook zo voor de ZW-staartlasten van nieuwe uittreders vanaf Extra re-integratieverplichtingen bij eigenrisicodragerschap WGA Een ander aspect dat van belang kan zijn voor de keuze om de WGA-lasten publiek of privaat te verzekeren is de re-integratieverplichting. Eigenrisicodragers voor de WGA-lasten moeten na de wachttijd van 2 jaren gedurende 10 jaar hun zieke ex-werknemers, die niet meer in hun eigen bedrijf kunnen werken, buiten het bedrijf aan passend werk helpen. Dit leidt tot extra kosten. Deze verplichting heeft de publiek WGAverzekerde werkgever niet. De verantwoordelijkheid voor de re-integratie ligt dan bij het UWV. Op grond van het bovenstaande is de conclusie dat er op dit moment geen reden lijkt te zijn om over te gaan van het publieke naar het private bestel. Aanscherping criteria voor ZW-uitkering Het UWV beoordeelt onder de huidige regelgeving na 2 jaar ziekte of de flexwerker kan terugkeren naar zijn/ haar eigen arbeid. Als dat niet kan, heeft de flexwerker recht op een ZW-uitkering. Vanaf volgend jaar vindt de beoordeling door het UWV al na 1 jaar ziekte plaats. Bovendien is dan niet alleen terugkeer naar de eigen arbeid van belang voor het recht op een ZW-uitkering, maar ook de mogelijkheid om andere arbeid te verrichten. Zieke WW-gerechtigden, zieke uitzendkrachten en werknemers van wie het tijdelijk dienstverband is geëindigd tijdens de ziekte, hebben dan na 1 jaar ziekte geen recht meer op een ZW-uitkering als zij in staat zijn om ten minste 65% van hun inkomen te verdienen. Het maakt niet uit of dat inkomen kan worden verdiend met de eigen arbeid of andere arbeid. De flexwerker wordt dan niet meer beschouwd als arbeidsongeschikt. Ditzelfde criterium wordt al in de WIA gehanteerd. Om de flexwerker de gelegenheid te geven om zich te oriënteren op de veranderde situatie en de andere arbeid, wordt de ZW-uitkering nog 1 maand na de beoordeling voortgezet. Het aangescherpte criterium geldt alleen voor flexwerkers van wie de eerste ziektedag na 1 januari 2013 ligt. Omdat de beoordeling na 1 jaar ziekte plaatsvindt, wordt het nieuwe criterium feitelijk voor het eerst toegepast vanaf 1 januari De verwachting daarbij is dat veel ZW-uitkeringen na 1 jaar ziekte worden ingetrokken. Het aangescherpte ZW-criterium geldt niet voor tweede groep vangnetters (wel een werkgever, maar een hoog ziekterisico). Voor hun recht op een ZW-uitkering blijft het oude criterium van kracht: beoordeling na 2 jaar op basis van de eigen arbeid. Hoogte ZW-uitkering Onder de huidige regels wordt de hoogte van de ZW-uitkering gedurende de hele ZW-periode van 2 jaar gebaseerd op het laatstverdiende loon (dagloon). Vanaf 1 januari 2014 blijft de maximale duur van de ZW-uitkering weliswaar 2 jaar, maar deze bedraagt de eerste 3 maanden 70% van het laatstverdiende loon. Daarna wordt de duur van de loongerelateerde uitkering afhankelijk van het arbeidsverleden van de zieke vangnetter. Na drie kalenderjaren levert elk jaar extra arbeidsverleden 1 maand langer loongerelateerde uitkering op. Eindigt de loongerelateerde uitkering binnen 2 jaar, dan volgt een ZW-uitkering van 70% van het wettelijk minimumloon. De totale duur van de loongerelateerde uitkering én de uitkering op basis van het wettelijk minimumloon bedraagt maximaal 2 jaar. Heeft de vangnetter naast zijn ZW-uitkering arbeids inkomen, dan wordt 70% daarvan op de uitkering gekort. Deze maatregel is bedoeld voor de flexwerkers én voor vangnetters die geen werkgever meer hebben maar die ziek zijn vanwege zwangerschap, bevalling en orgaandonatie. Vangnetters die wel een werkgever hebben en die ziek zijn door orgaandonatie, zwangerschap of bevalling of voor wie een no-riskpolis geldt (groep 2), vallen niet onder deze maatregel. In deze gevallen kunt u als werkgever het loon bij ziekte doorbetalen dat dan wordt gecompenseerd door het ziekengeld op grond van de ZW. De nieuwe regels voor de hoogte van de ZW-uitkering gelden bovendien alleen voor nieuwe eerste ziek- 17

19 meldingen na 1 januari Degenen die dan al een loongerelateerde ZW-uitkering hebben, houden die voor de resterende looptijd van hun uitkeringsrecht. Sneller terug aan het werk Er worden meer mogelijkheden gecreëerd om vangnetters sneller te laten terugkeren naar werk. Zo komt er bijvoorbeeld een wettelijke mogelijkheid voor het UWV om afspraken te maken met werkgevers over reintegratie en bemiddeling van vangnetters. Een andere mogelijkheid is de verruiming van de periode voor de proefplaatsing van maximaal 3 naar maximaal 6 maanden. Zo wordt het voor u misschien aantrekkelijker om een vangnetter een werkplek te bieden. De vangnetter behoudt gedurende die periode zijn/haar uitkering, zodat hieraan voor u geen loonkosten zijn verbonden. Bovendien heeft u langer de tijd om te beoordelen of de vangnetter binnen uw bedrijf inzetbaar is. Voorwaarden zijn wel dat u: vooraf een intentieverklaring moet tekenen om de vangnetter na de proefplaatsing in dienst te houden; en de vangnetter moet tijdens de proefplaatsing onder de dekking van uw aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering vallen. De verruiming van de periode van proefplaatsing geldt zowel voor nieuwe als bestaande ziektegevallen, uiteraard na beoordeling door het UWV. De belangrijkste maatregel om tot snellere werkhervatting te komen is de aanscherping van de re-integratieverplichtingen. Daarbij wordt aangesloten bij de re-integratieverplichtingen voor de WGA. De vangnetter moet zich vanaf volgend jaar actiever inzetten om tot herstel en werkhervatting te komen. Daartoe worden met hem/haar in een plan van aanpak afspraken gemaakt over de rechten en plichten. Zo kan de vangnetter zonder werkgever ter bevordering van zijn/haar herstel worden gedwongen om zich geneeskundig te laten behandelen. Ook kan de vangnetter verplicht worden mee te werken aan activiteiten of werkzaamheden, zoals sollicitaties, (bij) scholingstrajecten en sollicitatietrainingen. Daaronder vallen ook het meewerken aan een proefplaatsing of leerwerktrajecten alsmede het benutten van hulpmiddelen en werkplekaanpassingen en dergelijke. De naleving van de afspraken wordt periodiek gecontroleerd. Werkt de vangnetter niet (voldoende) mee, dan volgt korting op of weigering van de ZW-uitkering. De aangescherpte re-integratieverplichtingen gelden alleen voor nieuwe ziektegevallen, waarvan de eerste ziektedag ligt na 1 januari Commentaar Volgend jaar treden nieuwe regels in werking die ook bij vangnetters moeten leiden tot minder ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Deze nieuwe regels hebben zowel gevolgen voor u als werkgever als voor uw werknemer/vangnetter. U krijgt vanaf 2014 met meer re-integratieverplichtingen te maken en met een ander financieringssysteem voor de ZW en de WGA. Daarvoor is de instroom van (ex-)werknemers in de ZW en WGA in 2012 (!) van belang. Registreert u daarom al in 2012 de data waarop werknemers uit dienst zijn getreden en/of zullen treden en of er op dat moment sprake was van ziekte. Verder is het belangrijk dat u de besluiten van het UWV goed controleert; met name op het punt van de toerekening van ZW- en WGA-lasten bij de vaststelling van de gedifferentieerde premie WGA. Bent u het niet eens met een UWV-besluit, dan moet u tijdig (binnen 6 weken) bij het UWV bezwaar (laten) maken. Hierbij kan het ook zinvol zijn om toegekende WGA-uitkeringen met 100% arbeidsongeschiktheid te controleren. Dit hadden wellicht IVA-uitkeringen moeten zijn. Deze uitkeringen tellen in tegenstelling tot WGA-uitkeringen niet mee voor de bepaling van de gedifferentieerde WGA-premie. De wijzingen in de ZW en WGA betekenen voor de vangnetters zelf vooral dat er meer eisen aan hen worden gesteld om tot werkhervatting te komen. Zij zullen in veel gevallen te maken krijgen met lagere ZW-uitkeringen, waarvan de duur meestal is beperkt. Wijzigingen in de mobiliteitsbonussen Naast de maatregelen om zieke flexwerkers sneller aan het werk te krijgen, zijn er ook andere maatregelen op het terrein van de sociale zekerheid die in werking treden op 1 januari Hierna besteden we daarom kort aandacht aan de mobiliteitsbonussen. De wijzigingen Per 1 januari 2013 zouden mobiliteitsbonussen worden ingevoerd. Maar inmiddels is beslist dat de invoering van de mobiliteitsbonus voor 55-plussers niet doorgaat. Dat geldt ook voor de werkbonus voor de werkgever, die de premiekorting voor het in dienst houden van 62-plussers zou vervangen. Deze premiekorting wordt wel afgeschaft. De overige mobiliteitsbonussen voor uitkeringsgerechtigde 50-plussers en voor arbeidsgehandicapten worden ingezet voor het in dienst nemen in plaats van het in dienst houden van deze werknemers. De Eerste en Tweede Kamer zijn 18

20 uiteindelijk akkoord gegaan met het volgende voorstel: verhoging van de huidige premiekorting voor het in dienst nemen van een uitkeringsgerechtigde ouder dan 50 jaar van tot per werknemer per jaar gedurende maximaal 3 jaar; verhoging van de huidige premiekorting voor het in dienst nemen van een arbeidsgehandicapte die ten minste het minimumloon gaat verdienen, van naar per werknemer per jaar gedurende maximaal 3 jaar. Voor het in dienst nemen van een arbeidsgehandicapte Wajong er die met loondispensatie gaat werken, bedraagt de premiekorting per jaar. In een schema ziet een vergelijking tussen de premiekortingen 2012 en 2013 er als volgt uit: Premiekortingen In 2012 In 2013 In dienst nemen uitkeringsgerechtigde 50+ max. 3 jaar Invoering in dienst nemen werknemer bestaat niet gaat niet door 55+ max. 3 jaar In dienst houden afgeschaft werknemer 62+ max. 3 jaar In dienst nemen arbeidsgehandicapte werknemer max. 3 jaar De mobiliteitsbonussen zijn dus feitelijk premiekortingen, die gedurende maximaal drie jaar worden vormgegeven als een vermindering van de premieafdracht van de werkgever. Als een werknemer in 2013 minder werkt dan 36 uur per week, worden de bedragen evenredig verminderd. Daarvan is geen sprake bij de premiekorting voor het in dienst nemen van een arbeidsgehandicapte werknemer in Maar wordt met de arbeid minder dan 50% van het wettelijk minimumloon verdiend, dan bedraagt die premiekorting in 2012 maximaal 454 per jaar. Neemt een werkgever een uitkeringsgerechtigde met een Wajong-uitkering in dienst, dan wordt in 2012 de premiekorting voor de arbeidsgehandicapte werknemer van verhoogd met (in totaal dus 3.402). Volgend jaar bedraagt de totale premiekorting voor de arbeidsgehandicapte Wajong er (zie hiervoor). Wel of geen samenloop Er is geen samenloop mogelijk van de premiekorting voor het in dienst nemen van uitkeringsgerechtigde 50-plussers met die voor het in dienst nemen van arbeidsgehandicapten. De maximale premiekorting bedraagt dus nooit meer dan Dit betekent een verslechtering ten opzichte van de huidige premiekortingen, waarbij die samenloop wel mogelijk is en die in totaal een premiekorting van ( ) oplevert. In bepaalde gevallen is er wel samenloop mogelijk van de premiekorting voor het in dienst nemen van een uitkeringsgerechtigde 50-plusser met ZW-uitkeringen van een arbeidsgehandicapte die op basis van een no-riskpolis werkt. Samenloop met deze ZW-uitkeringen is ook mogelijk van de premiekorting voor het in dienst nemen van een arbeidsgehandicapte. Deze uitkeringslasten kunnen bovendien worden uitgezonderd voor de verhoging van de gedifferentieerde premie WGA, zoals u al in de vorige bijdrage over de vangnetters met een ZW-uitkering en een no-riskpolis heeft kunnen lezen. Slotopmerkingen Tot slot merken we op dat overgangsrecht ontbreekt, waardoor de nieuwe premiekortingen volgend jaar ook van toepassing zijn op lopende premiekortingen. Los van de mobiliteitsbonussen staat de doorwerkbonus. Dit is een fiscale bonus voor de oudere werknemer. Deze bonus ontvangen oudere werknemers nu vanaf het jaar waarin zij 62 jaar worden. Deze doorwerkbonus wordt volgend jaar afgeschaft, maar in het regeerakkoord staat dat er volgend jaar toch weer een andere (door)werkbonus komt voor werknemers vanaf 61 tot 65 jaar. Werknemers die doorwerken tot 65,5 jaar, kunnen zo gemiddeld anderhalf jaar eerder met pensioen zonder dat zij er financieel op achteruitgaan. Ingrijpende hervormingen in het ontslagrecht en de WW op komst Ook op het terrein van het arbeidsrecht zijn er veel ontwikkelingen. In het regeerakkoord zijn ingrijpende maatregelen aangekondigd in het ontslagrecht en de WW. De maatregelen komen sterk overeen met de eerder verschenen hoofdlijnennotitie. De aangekondigde hervormingen moeten nog in een wetsvoorstel worden opgenomen en de Eerste en Tweede Kamer moeten er dan vervolgens nog wel mee instemmen. Toch zijn de maatregelen zo ingrijpend te noemen, dat wij u hierover op hoofdlijnen alvast informeren. 19

Cliëntenbrief Nieuwe factureringsregels vanaf 1 januari 2013: alle wijzigingen op een rij

Cliëntenbrief Nieuwe factureringsregels vanaf 1 januari 2013: alle wijzigingen op een rij Cliëntenbrief Nieuwe factureringsregels vanaf 1 januari 2013: alle wijzigingen op een rij Onderwerp: nieuwe factureringsregels per 1 januari 2013 Doel: informeren en adviseren Bestemd voor: alle ondernemers

Nadere informatie

EINDEJAARSACTUALITEITEN 2012. fiscale juridische financiële advieszaken

EINDEJAARSACTUALITEITEN 2012. fiscale juridische financiële advieszaken EINDEJAARSACTUALITEITEN 2012 fiscale juridische financiële advieszaken Inhoudsopgave Loon- en inkomstenbelasting Anticipeer tijdig op de komst van één uniform loonbegrip...3 Ook werknemerspremies over

Nadere informatie

Eindejaar sactualiteiten 2 012

Eindejaar sactualiteiten 2 012 Accens wil met haar ondernemende accountants en adviseurs dichtbij de klant staan. Wij brengen ondernemers verlichting in de administratieve taken. Met inzicht in cijfers en feiten scheppen we mogelijkheden

Nadere informatie

Eindejaarsactualiteiten 2012. Financieel advies. fiscale juridische financiële advieszaken

Eindejaarsactualiteiten 2012. Financieel advies. fiscale juridische financiële advieszaken Eindejaarsactualiteiten 2012 Financieel advies fiscale juridische financiële advieszaken Loon- en inkomstenbelasting Anticipeer tijdig op de komst van één uniform loonbegrip 3 Ook werknemerspremies over

Nadere informatie

Informatie voor ondernemers

Informatie voor ondernemers Informatie voor ondernemers Factuurvereisten en regels Vrijwel elke ondernemer heeft te maken met btw. Btw is de belasting die u als ondernemer verschuldigd bent over uw omzet. Daar staat tegenover dat

Nadere informatie

EINDEJAARSTIPS 2012 TIPS VOOR UW ADMINISTRATIE. Voorraadopname

EINDEJAARSTIPS 2012 TIPS VOOR UW ADMINISTRATIE. Voorraadopname EINDEJAARSTIPS 2012 TIPS VOOR UW ADMINISTRATIE Voorraadopname Indien u voorraden aanhoudt van materialen of verkoopartikelen dient u deze op of rond 31 december 2012 te inventariseren. Maak gebruik van

Nadere informatie

Wet uniformering loonbegrip

Wet uniformering loonbegrip Wet uniformering loonbegrip De Wet uniformering loonbegrip (WUL) gaat per 1 januari 2013 in. Dit brengt veranderingen met zich mee die u als werkgever wel op uw netvlies moet hebben staan. Het zogenoemde

Nadere informatie

Administratieve verplichtingen. Marja van den Oetelaar

Administratieve verplichtingen. Marja van den Oetelaar Administratieve verplichtingen Marja van den Oetelaar Thema s Suppletieaangifte Herziening van ten onrechte berekende btw Teruggaaf van btw bij oninbare vorderingen Factureringsregels 2013 Self-billing

Nadere informatie

Wet Uniformering Loonbegrip Per 1 januari 2013

Wet Uniformering Loonbegrip Per 1 januari 2013 Wet Uniformering Loonbegrip Per 1 januari 2013 Audit І Tax І Advisory Wet uniformering loonbegrip Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Huidige Loonbegrippen... 3 1.2 Nieuw loonbegrip... 3 2. Eigen bijdrage

Nadere informatie

Een blik op 2013. Convenant Horizontaal Toezicht. december 2012. bpvnl.com. Inhoudsopgave:

Een blik op 2013. Convenant Horizontaal Toezicht. december 2012. bpvnl.com. Inhoudsopgave: december 2012 kennis en inzicht gerichte adviezen helder resultaat Een blik op 2013 Inhoudsopgave: In tegenstelling tot eerdere nieuwsbrieven vindt u deze keer de inhoudsopgave op pagina 2 Convenant Horizontaal

Nadere informatie

Special wijziging BTW- factureringsregels Per 1 januari 2013

Special wijziging BTW- factureringsregels Per 1 januari 2013 Special wijziging BTW- factureringsregels Per 1 januari 2013 Audit І Tax І Advisory Belangrijke wijzigingen in de btw facturerings regels per 1 januari 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Wanneer moet

Nadere informatie

! Er is geen notariële schenkingsakte vereist.! Ook schenkingen voor de aflossing van restschulden die zijn ontstaan vóór 29 oktober 2012

! Er is geen notariële schenkingsakte vereist.! Ook schenkingen voor de aflossing van restschulden die zijn ontstaan vóór 29 oktober 2012 Erf- en schenkbelasting - eindejaarstips Tijdelijk ruimere vrijstelling schenking voor eigen woning Vanaf 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015 geldt een verruimde schenkingsvrijstelling van 100.000 als het

Nadere informatie

Fiscale eindejaarstips

Fiscale eindejaarstips Fiscale eindejaarstips Accountantskantoor Utrecht B.V. www.acckantoorutrecht.nl Jan Speld en Jan Verwoert Eindejaarstips 2012 Doteren aan Fiscale Oudedagsreserve tot maximaal 9.382 (vorig jaar 11.882)

Nadere informatie

Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020 De eenmanszaak, maatschap en VOF die in Nederland

Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020 De eenmanszaak, maatschap en VOF die in Nederland Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020 De eenmanszaak, maatschap en VOF die in Nederland gevestigd zijn met een beperkt af te dragen bedrag

Nadere informatie

Actiepunten najaar 2017

Actiepunten najaar 2017 Actiepunten najaar 2017 Inleiding Naast de acties die nodig zijn in verband met de Belastingplannen 2018 zijn er jaarlijks terugkerende acties die u voor het einde van het jaar moet ondernemen, maar die

Nadere informatie

Nieuwsbrief Fiscaal Juridisch Adviesbureau Informatiebulletin over de eigen woning en inkomensvoorzieningen

Nieuwsbrief Fiscaal Juridisch Adviesbureau Informatiebulletin over de eigen woning en inkomensvoorzieningen Nieuwsbrief Fiscaal Juridisch Adviesbureau Informatiebulletin over de eigen woning en inkomensvoorzieningen Nummer 145a Prinsjesdag 2015 Inhoud Prinsjesdag 2015 Inleiding 1 Belastingplan 2016 Aanpassing

Nadere informatie

Eindejaarstips voor erf- en schenkbelasting

Eindejaarstips voor erf- en schenkbelasting Eindejaarstips voor erf- en schenkbelasting Schaap & Van Dijk wil u met het jaareinde in zicht graag attenderen op de vele mogelijkheden om nog dit jaar de belastingdruk in de zaak én in privé te verminderen.

Nadere informatie

1. Correcties in laatste BTW-aangifte 2012

1. Correcties in laatste BTW-aangifte 2012 1. Correcties in laatste BTW-aangifte 2012 Het is weer tijd voor de laatste BTW-aangifte over het jaar 2012. Deze moet uiterlijk op 31 januari 2013 ingeleverd en betaald zijn aan de Belastingdienst. In

Nadere informatie

Factureringsregels 2013

Factureringsregels 2013 Factureringsregels 2012 en 2013 Facturen spelen binnen de btw-regelgeving een zeer belangrijke rol. De ondernemer kan aan de hand van verkoopfacturen de verschuldigde belasting aantonen en door middel

Nadere informatie

Vragen en antwoorden Intermediairdagen 2012 sessie Inkomstenbelasting

Vragen en antwoorden Intermediairdagen 2012 sessie Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden Intermediairdagen 2012 sessie Inkomstenbelasting Eigenwoningschuld Vraag 1: Kan een eigenwoningschuld vrijwillig in box 3 worden geplaatst? Nee, dat is niet mogelijk. Een schuld aangegaan

Nadere informatie

FISCALE CIJFERS 2014 SCFB adviseert het Fintool.nl abonnement

FISCALE CIJFERS 2014 SCFB adviseert het Fintool.nl abonnement Postbus 224 2700 AE Zoetermeer Tel. 085 111 88 88 Fax 085 111 88 80 E-mail info@scfb.nl Internet www.scfb.nl Bank ABN AMRO IBAN NL05ABNA0597042454 BIC ANBANL2A KvK Den Haag 27198895 FISCALE CIJFERS 2014

Nadere informatie

Belastingcijfers 2015

Belastingcijfers 2015 Belastingcijfers 2015 Box 1 - inkomen uit werk en woning Schijventarief voor personen jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd: Belastbaar inkomen doch niet belastingtarief tarief premie volksverzekeringen

Nadere informatie

Btw-nieuwsbrief mei 2019

Btw-nieuwsbrief mei 2019 In deze btw-nieuwsbrief informeren wij u over de ontwikkelingen op het gebied van de omzetbelasting. In deze nieuwsbrief gaan wij nader in op de volgende onderwerpen: (1) btw-teruggaaf op oninbare vorderingen,

Nadere informatie

Loonheffingen Nationaal. Datum: januari/februari 2013

Loonheffingen Nationaal. Datum: januari/februari 2013 Loonheffingen Nationaal Datum: januari/februari 2013 Overzicht wetswijzigingen 2013 Belastingplan 2013 Wet fiscale behandeling eigenwoning Wet fiscale behandeling woon-werkverkeer Fiscale verzamelwet Wet

Nadere informatie

EINDEJAARSTIPS 2015 1/5

EINDEJAARSTIPS 2015 1/5 EINDEJAARSTIPS 2015 Particulieren...2 Vermogenstoets voor zorgtoeslag en kindgebonden budget... 2 Verlaag uw box 3 grondslag... 2 Hypotheekrente vooruit betalen... 2 Let op lagere hypotheekrente in hoogste

Nadere informatie

Westpark Highlights - 1 e kwartaal 2013 (deel 1)

Westpark Highlights - 1 e kwartaal 2013 (deel 1) 1/ 10 Westpark Highlights - 1 e kwartaal 2013 (deel 1) 1. Correcties in laatste btw-aangifte 2012 Het is weer tijd voor de laatste btw-aangifte over het jaar 2012. Deze moet uiterlijk op 31 januari 2013

Nadere informatie

Administratiekantoor Van der Wardt Biedt iedere ondernemer een goede start!

Administratiekantoor Van der Wardt Biedt iedere ondernemer een goede start! Administratiekantoor Van der Wardt Biedt iedere ondernemer een goede start! Decemberbrief 2012 De méést ingrijpende maatregelen per 1 januari 2013 December 2012 In deze digitale decemberbrief is de stand

Nadere informatie

Kapitaalverzekeringen en de eigen woning

Kapitaalverzekeringen en de eigen woning Kapitaalverzekeringen en de eigen woning De Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW), Spaarrekening Eigen Woning (SEW) en Beleggingsrecht Eigen Woning (BEW) Met een KEW, SEW en BEW kunt u onder bepaalde

Nadere informatie

! Het kan voordelig zijn om de ingebruikname van een nieuw pand dat gaat worden gebruikt

! Het kan voordelig zijn om de ingebruikname van een nieuw pand dat gaat worden gebruikt Omzetbelasting - eindejaarstips Geen integratieheffing meer vanaf 2014 De integratieheffing voor de btw wordt met ingang van 1 januari 2014 afgeschaft. Hiermee komt een einde aan de heffing van btw over

Nadere informatie

Administratiekantoor Koch & Zn. - Fiscale tips Aftrek lijfrentepremie in 2014: betaal ook in 2014! Als u in uw aangifte inkomstenbelasting 2014 premies voor lijfrente als aftrekpost op wilt nemen, moet

Nadere informatie

Uw hypotheek en de belasting in 2015

Uw hypotheek en de belasting in 2015 Uw hypotheek en de belasting in 2015 Hieronder vindt u een toelichting op het jaaroverzicht van uw BLG Hypotheek. Ook leest u hier de belangrijkste fiscale regels die in 2015 gelden voor een eigen woning,

Nadere informatie

Decemberbrief 2012: Belastingplannen 2013

Decemberbrief 2012: Belastingplannen 2013 Decemberbrief 2012: Belastingplannen 2013 De Belastingplannen 2013 zijn door de Eerste en de Tweede Kamer aangenomen. Daarnaast treedt er op 1 januari 2013 ook andere wetgeving in werking, denk bijvoorbeeld

Nadere informatie

Decemberbrief 2012: Belastingplannen 2013

Decemberbrief 2012: Belastingplannen 2013 Decemberbrief 2012: Belastingplannen 2013 De Belastingplannen 2013 zijn door de Eerste en de Tweede Kamer aangenomen. Daarnaast treedt er op 1 januari 2013 ook andere wetgeving in werking, denk bijvoorbeeld

Nadere informatie

Fiscale eindejaarstips Erfbelasting Bespaar erfbelasting én inkomstenbelasting door bij leven te schenken

Fiscale eindejaarstips Erfbelasting Bespaar erfbelasting én inkomstenbelasting door bij leven te schenken Fiscale eindejaarstips Erfbelasting Bespaar erfbelasting én inkomstenbelasting door bij leven te schenken Door tijdens leven (periodiek) te schenken aan de erfgenamen kan een aanzienlijke besparing van

Nadere informatie

Kapitaalverzekeringen en de eigen woning

Kapitaalverzekeringen en de eigen woning Kapitaalverzekeringen en de eigen woning De Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW), Spaarrekening Eigen Woning (SEW) en Beleggingsrecht Eigen Woning (BEW) Met een KEW, SEW en BEW kunt u onder bepaalde

Nadere informatie

Je eigen woning en de Belastingdienst in 2012

Je eigen woning en de Belastingdienst in 2012 Je hypotheek en de belasting in 2012 Hier vind je een toelichting op het jaaroverzicht van je SNS Hypotheek. Ook lees je hier de belangrijkste fiscale regels die in 2012 gelden voor de eigen woning, hypotheek,

Nadere informatie

Uw hypotheek en de belasting in 2014

Uw hypotheek en de belasting in 2014 Uw hypotheek en de belasting in 2014 Hier vindt u een toelichting op het jaaroverzicht van uw BLG Hypotheek. Ook leest u hier de belangrijkste fiscale regels die in 2014 gelden voor de eigen woning, hypotheek,

Nadere informatie

Hierbij informeren wij u over een aantal wijzigingen, die in het komende jaar 2013. - Controleer alle Verklaringen geen privégebruik auto

Hierbij informeren wij u over een aantal wijzigingen, die in het komende jaar 2013. - Controleer alle Verklaringen geen privégebruik auto December 2012. Geachte relatie, Hierbij informeren wij u over een aantal wijzigingen, die in het komende jaar 2013 voor u van belang kunnen zijn. - Algemeen - Uniformering loonbegrip en gevolgen. - Premiekortingen

Nadere informatie

Fiscale eindejaarstips

Fiscale eindejaarstips Fiscale eindejaarstips 1. Energiezuinig- en milieubewust investeren? Beter nu dan later Investeringen in bedrijfsmiddelen met een waarde van minder dan 2.500 komen vanaf 1 januari 2014 niet meer in aanmerking

Nadere informatie

RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015

RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015 RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015 Erf- en schenkbelasting Erf- en schenkbelasting Bespaar erfbelasting én inkomstenbelasting door bij leven te schenken Door tijdens leven (periodiek) te schenken

Nadere informatie

Je hypotheek en de belasting in 2015

Je hypotheek en de belasting in 2015 8.4360.0 (24-12-2013) Je hypotheek en de belasting in 2015 Hier vind je een toelichting op het jaaroverzicht van je SNS Hypotheek. Ook lees je hier de belangrijkste fiscale regels die in 2015 gelden voor

Nadere informatie

Belastingcijfers 2016

Belastingcijfers 2016 Belastingcijfers 2016 Box 1 - inkomen uit werk en woning Schijventarief voor personen jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd: totaal tarief heffing over totaal - 19.922 8,40% 28,15% 36,55% 7.281 19.922

Nadere informatie

De werkkostenregeling heeft als uitgangspunt dat alle vergoedingen tot het belaste loon horen.

De werkkostenregeling heeft als uitgangspunt dat alle vergoedingen tot het belaste loon horen. Toelichting werkkostenregeling 1. Nieuw loonbegrip; vergoedingen belast loon De werkkostenregeling heeft als uitgangspunt dat alle vergoedingen tot het belaste loon horen. Schema werkkostenregeling: -

Nadere informatie

Fiscale wetsvoorstellen. Voor 2014 en volgende jaren

Fiscale wetsvoorstellen. Voor 2014 en volgende jaren Fiscale wetsvoorstellen Voor 2014 en volgende jaren Wetsvoorstellen In deze presentatie Belastingplan 2014 Overige fiscale maatregelen 2014 Wet wijziging percentages belasting- en invorderingsrente Wet

Nadere informatie

RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015

RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015 RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015 Omzetbelasting Omzetbelasting Benut verlaagd BTW-tarief voor renovatie en onderhoud tot 1 juli 2015 Het BTW-tarief op arbeidskosten bij renovatie, herstel

Nadere informatie

Update BTW. 11 november 2011 Carola van Vilsteren

Update BTW. 11 november 2011 Carola van Vilsteren Update BTW 11 november 2011 Carola van Vilsteren Programma Welkom en doelstellingen BTW-actualiteiten Auto van de zaak Laatste aangifte 2011 BTW tips Casus Programma Welkom en doelstellingen BTW-actualiteiten

Nadere informatie

Tip Als uw financiële situatie het toelaat, doteer dan dit jaar nog maximaal aan uw oudedagsreserve.

Tip Als uw financiële situatie het toelaat, doteer dan dit jaar nog maximaal aan uw oudedagsreserve. 1. Inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1.1 Forse verhoging van eerste tariefschijf in de inkomstenbelasting De eerste tariefschijf in de inkomstenbelasting wordt fors verhoogd. Bent u jonger dan

Nadere informatie

Doe nog vóór 1 januari 2019 een schenking

Doe nog vóór 1 januari 2019 een schenking Strijker Administratie & Belastingadvies 10-12-2018 Doe nog vóór 1 januari 2019 een schenking Geef btw-correctie auto op in 4e kwartaal 2018 Als u nog vóór 1 januari 2019 aan uw (klein)kinderen schenkt,

Nadere informatie

RB EINDEJAARSTIPS EN AANDACHTSPUNTEN 2012. www.abincontrol.nl. Erven en schenken

RB EINDEJAARSTIPS EN AANDACHTSPUNTEN 2012. www.abincontrol.nl. Erven en schenken Erven en schenken Voordelen van schenken Uw erfgenamen kunnen een aanzienlijke besparing van schenk- en erfbelasting behalen als u tijdens uw leven (periodiek) aan hen schenkt. Voor de schenkbelasting

Nadere informatie

2 Loonheffingen. Het begrip loonheffingen is in 2006 ontstaan, toen de Belastingdienst de heffing van de premies werknemersverzekeringen

2 Loonheffingen. Het begrip loonheffingen is in 2006 ontstaan, toen de Belastingdienst de heffing van de premies werknemersverzekeringen 2 Loonheffingen 2.1 Algemeen Het begrip loonheffingen is in 2006 ontstaan, toen de Belastingdienst de heffing van de premies werknemersverzekeringen overnam van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW

Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW KENNISGROEP VERZEKERINGSPRODUCTEN 31 juli 2013 INLEIDING De Kennisgroep Verzekeringsproducten heeft na afstemming met het ministerie van

Nadere informatie

Ondernemers. Prinsjesdag Belastingplannen 2019 en meer nieuwe wetgeving

Ondernemers. Prinsjesdag Belastingplannen 2019 en meer nieuwe wetgeving Ondernemers Prinsjesdag 2018 Belastingplannen 2019 en meer nieuwe wetgeving 1 Inhoudsopgave Ondernemer... 3 Stapsgewijs naar twee tariefschijven...... 3 Geleidelijke afbouw ondernemersaftrek...... 3 Minder

Nadere informatie

Belastingcijfers 2017

Belastingcijfers 2017 Belastingcijfers 2017 Box 1 - inkomen uit werk en woning Schijventarief voor personen jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd: totaal tarief heffing over totaal - 19.982 8,90% 27,65% 36,55% 7.303 19.982

Nadere informatie

Belastingvrij schenken

Belastingvrij schenken Belastingvrij schenken extra voordelig? Heeft u de mogelijkheid, dan kan schenken bij leven verstandig zijn. Dat is niet alleen leuk voor kinderen en kleinkinderen, maar zo beperkt u ook de toekomstige

Nadere informatie

Als u 65 jaar of ouder bent

Als u 65 jaar of ouder bent 2007 Als u 65 jaar of t Als u 65 jaar wordt, heeft dit gevolgen voor uw belasting en premie volksverzekeringen. Deze gevolgen hebben bijvoorbeeld betrekking op uw belastingtarief, uw heffingskortingen,

Nadere informatie

MKB Boekhouder in control

MKB Boekhouder in control MKB Boekhouder in control Themabijeenkomst over alles wat een boekhouder moet weten van omzetbelasting 09-05-2017 MKB Boekhouder in control - omzetbelasting 1 Omzetbelasting in uw bedrijf 09-05-2017 MKB

Nadere informatie

Fiscale eindejaarstips 2009 en wijzigingen 2010

Fiscale eindejaarstips 2009 en wijzigingen 2010 Fiscale eindejaarstips 2009 en wijzigingen 2010 IB ONDERNEMER Uitstellen van winst Het uitstellen van winst is voor een IB-ondernemer fiscaal voordelig, want in 2010 is de MKB-winstvrijstelling verhoogd

Nadere informatie

info &boon tips & boon

info &boon tips & boon tips & boon Vermogen schenken of erven Nieuwe regels 2010 De Successiewet is per 1 januari 2010 drastisch gewijzigd. De termen successie- en schenkingsrecht zijn vervangen door erf- en schenkbelasting.

Nadere informatie

Informatiewijzer Jaaropgave 2015 Uw hypotheek en de belasting in 2015

Informatiewijzer Jaaropgave 2015 Uw hypotheek en de belasting in 2015 Particulier Hypotheken Informatiewijzer Jaaropgave 2015 Uw hypotheek en de belasting in 2015 U heeft de jaaropgave van uw hypotheek van RegioBank over 2015 ontvangen. In deze informatiewijzer geven we

Nadere informatie

ACTIEPUNTEN. EIND 2018 voor de DGA TARIEVEN WONING BTWVERHOGING EIGEN KLAAR VOOR

ACTIEPUNTEN. EIND 2018 voor de DGA TARIEVEN WONING BTWVERHOGING EIGEN KLAAR VOOR ACTIEPUNTEN EIND 2018 voor de DGA KLAAR VOOR 2019 TARIEVEN BTWVERHOGING EIGEN WONING ACTIEPUNTEN VOOR DE DGA Inhoudsopgave 3 Maatregelen tegen veel lenen bij eigen bv 3 Tarieven in de vennootschapsbelasting

Nadere informatie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie Cijfers 2019 31-12-2018 Door de redactie In dit overzicht geven we de belangrijkste fiscale en sociale cijfers voor 2019 weer. Daarbij geven we uitsluitend de officieel gepubliceerde cijfers weer. Ook

Nadere informatie

: 295 per persoon exclusief BTW, inclusief lesmateriaal en broodjes Locatie : Heelsum

: 295 per persoon exclusief BTW, inclusief lesmateriaal en broodjes Locatie : Heelsum BTW-nieuwtjes 5-2013 van vilsteren BTW advies bv Heidesteinlaan 2a, 6866 AG Heelsum E-mail: info@btwadvies.com Website: www.btwadvies.com Telefoon: 026-7071710 KvK Arnhem 09136209 1. Workshop BTW en factuurvereisten

Nadere informatie

FISCAL EINDEJAARTIPS VOOR HET FAMIILEBEDRIJF(2014)

FISCAL EINDEJAARTIPS VOOR HET FAMIILEBEDRIJF(2014) FISCAL EINDEJAARTIPS VOOR HET FAMIILEBEDRIJF(2014) Het einde van het jaar is weer in zicht. Bedrijfsopvolging.nl heeft wat fiscale tips voor familiebedrijven op een rij gezet. Schenken Ieder jaar kunt

Nadere informatie

Cijfers 2016. Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie

Cijfers 2016. Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie Cijfers 2016 31-12-2015 Door de redactie In dit overzicht geven we de belangrijkste fiscale en sociale cijfers voor 2016 weer. Daarbij geven we uitsluitend de officieel gepubliceerde cijfers weer. Ook

Nadere informatie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie Cijfers 2018 22-12-2017 Door de redactie In dit overzicht geven we de belangrijkste fiscale en sociale cijfers voor 2018 weer. Daarbij geven we uitsluitend de officieel gepubliceerde cijfers weer. Ook

Nadere informatie

Aan cliënten en relaties van onze kantoren. Datum 3 december 2012 Onderwerp Belastingplannen 2013. L.s.,

Aan cliënten en relaties van onze kantoren. Datum 3 december 2012 Onderwerp Belastingplannen 2013. L.s., Aan cliënten en relaties van onze kantoren Datum 3 december 2012 Onderwerp Belastingplannen 2013 L.s., Op Prinsjesdag zijn de belastingplannen voor 2013 bekend gemaakt. Nederland moet fors bezuinigen en

Nadere informatie

De regeling is al goedgekeurd voor 2013. Voor 2014 maakt deze deel uit van het Belastingplan, wat nog moet worden goedgekeurd.

De regeling is al goedgekeurd voor 2013. Voor 2014 maakt deze deel uit van het Belastingplan, wat nog moet worden goedgekeurd. Particulier Toeslagen op tijd aanvragen Zorg ervoor dat de toeslagen op tijd worden aangevraagd. Als de deadline gepasseerd is heeft u geen recht meer op uitbetaling. Als u bij ons op de uitstellijst staat

Nadere informatie

Nationale Administrateursdag Carola van Vilsteren

Nationale Administrateursdag Carola van Vilsteren Nationale Administrateursdag 2016 Carola van Vilsteren Programma Welkom Factuur Factuureisen en postbusnummer Creditfactuur en BTW E-facturering en BTW BTW-aangifte Laatste BTW-aangifte Overige actualiteiten

Nadere informatie

Eindejaarstips Let op! De eenmalige verhoging van ten behoeve van de eigen woning geldt ook voor andere personen dan de eigen kinderen.

Eindejaarstips Let op! De eenmalige verhoging van ten behoeve van de eigen woning geldt ook voor andere personen dan de eigen kinderen. Eindejaarstips 2017 In deze tips hebben wij zo veel mogelijk rekening gehouden met de plannen van het kabinet voor volgend jaar. Een aantal van deze plannen is echter nog niet definitief, omdat ze nog

Nadere informatie

Wet uniformering loonbegrip

Wet uniformering loonbegrip smidí jchakel Bollhosor Bekkerwei 74 Postbus 2525 890-l AA Leeuworden Wet uniformering loonbegrip Telefoon (058) 213 03 05 Fox (058) 215 76 50 E-moil info@smidsenschokel.nl www.smidsenschokel.nl Robobonk

Nadere informatie

Enkele fiscale wijzigingen per 1 januari 2013 nader belicht

Enkele fiscale wijzigingen per 1 januari 2013 nader belicht 22 november 2012 DGA Nieuwsbrief Enkele fiscale wijzigingen per 1 januari 2013 nader belicht In dit memo worden enkele wijzigingen in de fiscale wetgeving per 1 januari 2013 besproken die mogelijk ook

Nadere informatie

Nieuwsbrief december 2012

Nieuwsbrief december 2012 Eindejaar tips voor de onderneming Voorkom toepassing van thin capitalization Zijn er in uw concern groepsleningen afgesloten? U kunt toepassing van de renteaftrekbeperking voor groepsleningen op grond

Nadere informatie

21 mei 2019 BTW-nieuwtje : Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020

21 mei 2019 BTW-nieuwtje : Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020 21 mei 2019 BTW-nieuwtje 12-2019: Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020 Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling

Nadere informatie

Wat verandert er in 2014?

Wat verandert er in 2014? Wat verandert er in 2014? In 2014 veranderen een aantal belastingregels en zijn er veranderingen voor toeslagen. Zo kunt u nog maar 1 rekeningnummer gebruiken voor de meeste belastingteruggaven en toeslagen.

Nadere informatie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie Cijfers 2017 28-12-2015 Door de redactie In dit overzicht geven we de belangrijkste fiscale en sociale cijfers voor 2017 weer. Daarbij geven we uitsluitend de officieel gepubliceerde cijfers weer. Ook

Nadere informatie

Als u premies betaalt voor een lijfrenteverzekering of een andere inkomensvoorziening

Als u premies betaalt voor een lijfrenteverzekering of een andere inkomensvoorziening 2 7 Betaalt u premies voor een of andere en? Dan kan het zijn dat u de premies mag aftrekken van uw inkomen. In deze brochure leest u meer over de aftrekmogelijkheden en waarmee u rekening moet houden

Nadere informatie

Prinsjesdag 2016: wijzigingen voor de loonheffingen, S&O-afdrachtvermindering en box 3-heffing buitenlandse belastingplichtigen

Prinsjesdag 2016: wijzigingen voor de loonheffingen, S&O-afdrachtvermindering en box 3-heffing buitenlandse belastingplichtigen Prinsjesdag 2016: wijzigingen voor de loonheffingen, S&O-afdrachtvermindering en box 3-heffing buitenlandse belastingplichtigen Op Prinsjesdag, 20 september 2016, heeft het kabinet het pakket voor het

Nadere informatie

Belastingplannen 2013

Belastingplannen 2013 1/ 7 Belastingplannen 2013 Op Prinsjesdag zijn de belastingplannen voor 2013 bekend gemaakt. Nederland moet fors bezuinigen en de maatregelen liegen er niet om. Inmiddels heeft het nieuwe kabinet Rutte

Nadere informatie

Actiepunten voor de ondernemer

Actiepunten voor de ondernemer en voor de ondernemer Plan uw investeringen Wanneer u nog een herinvesteringsreserve heeft die dit jaar gebruikt moet worden, zorg er dan voor dat er nog dit jaar wordt geïnvesteerd en voorkom dat u de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26031 17 december 2012 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 december 2012, 2012-0000049118,

Nadere informatie

Nieuwsbrief 1 e kwartaal 2013

Nieuwsbrief 1 e kwartaal 2013 Blad 1 van 5 Het jaar 2013 is koud begonnen zowel in gevoelstemperaturen als in financieel opzicht. De stofwolken over de aanpassing van de ziekenfondspremie en de verhoging van de BTW zijn nog maar net

Nadere informatie

info &boon tips & boon

info &boon tips & boon tips & boon Uw positie als DGA Fiscale actualiteiten 2010 Ruim één op de vijf ondernemers is directeur-grootaandeelhouder (dga). Voor het kabinet aanleiding om, zeker in het huidige economische klimaat,

Nadere informatie

Vragen en antwoorden verhoging btw-tarief

Vragen en antwoorden verhoging btw-tarief Vragen en antwoorden verhoging btw-tarief Onlangs is een wetswijziging aangenomen waardoor het algemene btw-tarief in Nederland van 19% naar 21% zal worden verhoogd. In de praktijk leidt dit tot verschillende

Nadere informatie

ACTIEPUNTEN. EIND 2018 voor de ondernemer TARIEVEN WONING BTWVERHOGING EIGEN KLAAR VOOR

ACTIEPUNTEN. EIND 2018 voor de ondernemer TARIEVEN WONING BTWVERHOGING EIGEN KLAAR VOOR ACTIEPUNTEN EIND 2018 voor de ondernemer KLAAR VOOR 2019 TARIEVEN BTWVERHOGING EIGEN WONING ACTIEPUNTEN VOOR DE ONDERNEMER Inhoudsopgave 3 Plan uw investeringen 3 Desinvesteren of juist niet? 3 Bereid

Nadere informatie

SRA-Praktijkhandreiking

SRA-Praktijkhandreiking SRA-Praktijkhandreiking Levensloopregeling: nieuw overgangsrecht met ingang van 2013 Versie: 30 januari 2013 SRA-Vaktechniek Postbus 335 3430 AH NIEUWEGEIN T 030 656 60 60 F 030 656 60 66 E vaktechniek@sra.nl

Nadere informatie

Kennisgroep Verzekeringsproducten. Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW 21 maart 2013

Kennisgroep Verzekeringsproducten. Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW 21 maart 2013 Kennisgroep Verzekeringsproducten Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW 21 maart 2013 Vragen en antwoorden inzake het overgangsregime KEW, SEW en BEW KENNISGROEP VERZEKERINGSPRODUCTEN

Nadere informatie

Afschaffing btw-landbouwregeling voor bosbouwers. 4 april 2018 Aart Bakker / Petra de Waal / Hessel Vliegen

Afschaffing btw-landbouwregeling voor bosbouwers. 4 april 2018 Aart Bakker / Petra de Waal / Hessel Vliegen Afschaffing btw-landbouwregeling voor bosbouwers 4 april 2018 Aart Bakker / Petra de Waal / Hessel Vliegen Agenda Werking oude landbouwregeling t/m 31-12-2017 Afschaffing landbouwregeling vanaf 01-01-2018

Nadere informatie

OKTOBER 2016 TAK NIEUWSBRIEF

OKTOBER 2016 TAK NIEUWSBRIEF OKTOBER 2016 TAK NIEUWSBRIEF Algemeen Verzekeringscontrole Het was een ramp in Zuid-Oost Brabant na de storm die hier gewoed heeft. Er waren mensen niet goed of helemaal niet verzekerd voor deze schade.

Nadere informatie

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Werk en inkomen Wettelijk minimumloon en uitkeringsbedragen De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon

Nadere informatie

Eindejaarsspecial tips eigen woning

Eindejaarsspecial tips eigen woning Eindejaarsspecial tips eigen woning Nog snel inspelen op beperking hypotheekrenteaftrek? De wet kent maar een beperkt aantal uitzonderingen waarin - bij een tijdelijk aflossingstekort - het recht op hypotheekrenteaftrek

Nadere informatie

Werkkostenregeling. Werk aan de winkel! Denk ondernemend. Denk Bol.

Werkkostenregeling. Werk aan de winkel! Denk ondernemend. Denk Bol. Werkkostenregeling Werk aan de winkel! Denk ondernemend. Denk Bol. Werkgevers kunnen al vanaf 1 januari 2011 gebruikmaken van de werkkostenregeling (WKR). Toch hebben nog maar weinig werkgevers de overstap

Nadere informatie

Kerncijfers 2013. 1. Levensverzekering - kapitaalverzekering. 2. Levensverzekering - lijfrente. Kapitaalverzekering Brede Herwaardering

Kerncijfers 2013. 1. Levensverzekering - kapitaalverzekering. 2. Levensverzekering - lijfrente. Kapitaalverzekering Brede Herwaardering Kerncijfers 2013 1. Levensverzekering kapitaalverzekering Kapitaalverzekering eigen woning Premiebetaling Lifetime vrijstelling Minimaal 20 jaar 157.000 Minimaal 15 jaar 35.700 Kapitaalverzekering Brede

Nadere informatie

Naast het forfait blijven er toch vrijstellingen bestaan voor bepaalde zakelijke kosten.

Naast het forfait blijven er toch vrijstellingen bestaan voor bepaalde zakelijke kosten. Wij vinden het belangrijk u tijdig te informeren over de werkkostenregeling die op 1 januari 2011 in werking zal treden. Deze nieuwe regeling heeft veel gevolgen voor werkgevers die vergoedingen en verstrekkingen

Nadere informatie

BELASTINGPLAN 2010 SCHENK- EN ERFBELASTING 2010 - LOONHEFFING/ SOCIALE VERZEKERINGSWETTEN

BELASTINGPLAN 2010 SCHENK- EN ERFBELASTING 2010 - LOONHEFFING/ SOCIALE VERZEKERINGSWETTEN BELASTINGPLAN 2010 - LOONHEFFING/ SOCIALE VERZEKERINGSWETTEN door Henk Bosman AA - INKOMSTENBELASTING/ VENNOOTSCHAPSBELASTING door Bennie Wijnne AA SCHENK- EN ERFBELASTING 2010 door Kees Westeneng AA/Fb

Nadere informatie

WETSVOORSTEL BELASTINGPLAN 2004 GEPRESENTEERD

WETSVOORSTEL BELASTINGPLAN 2004 GEPRESENTEERD WETSVOORSTEL BELASTINGPLAN 2004 GEPRESENTEERD De staatssecretaris van Financiën heeft op Prinsjesdag (16 september 2003) het Belastingplan 2004 bij de Tweede Kamer ingediend. Dit wetsvoorstel maakt onderdeel

Nadere informatie

Actiepunten najaar 2016

Actiepunten najaar 2016 Actiepunten najaar 2016 1. Inleiding... 2 2. Actiepunten in de inkomstenbelasting... 2 2.1 Herinvesteer op tijd... 2 2.2 Spreid uw investeringen voor meer kleinschaligheidsinvesteringsaftrek... 2 2.3 Pas

Nadere informatie

1 Belastingplannen 2016

1 Belastingplannen 2016 1 Belastingplannen 2016 1.1 Inkomstenbelasting 1.1.1 Belastingverlaging in de tweede en derde belastingschijf Het tarief in de tweede en derde belastingschijf in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen

Nadere informatie

Het kabinet was verder voornemens om de tariefopstap van te verhogen naar Dit voornemen is echter niet doorgevoerd.

Het kabinet was verder voornemens om de tariefopstap van te verhogen naar Dit voornemen is echter niet doorgevoerd. Eindejaarstips 2018 Algemeen: Ondernemers en rechtspersonen 1. Verhoging BTW- tarief Per 1 januari 2019 gaat het lage BTW- tarief van 6% omhoog naar 9%. Deze verhoging heeft betrekking op onder meer de

Nadere informatie

VvAA belastingworkshop. Februari/maart 2014

VvAA belastingworkshop. Februari/maart 2014 VvAA belastingworkshop Februari/maart 2014 Inhoud Hoofdlijnen belastingstelsel Boxenstelsel Fiscaal partnerschap Eigen woning Inkomensvoorzieningen Persoonsgebonden aftrek Heffingskortingen Middeling Aftrekmogelijkheden

Nadere informatie

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning Hieronder wordt ingegaan op de fiscale consequenties van de aankoop en het bezit van een recreatiewoning die zodanig met de (onder)grond is verbonden

Nadere informatie