4e jaargang Nr 2 - December 1972

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "4e jaargang Nr 2 - December 1972"

Transcriptie

1 4e jaargang Nr 2 - December 1972

2 EERTIJDS 4e laargang nr. 2 - decsnber 1972 verschijnt tweemaal per jaar een uitgave van de o,ud-leerlingenbond van de oude e'n moderne humaniora, Klein Seminarie, Roeselare Inhoud: Eertijds, H. Verriest Wij herdenken Letterkundige Roger Fieuw, M. De Bruyne Gentleman Gezelle, K. De Busschere De mensen een kans in het leven geven, Geert Bouckaert Onze ontmoetingsdag '72, een daverend succes, E. Steen Biecht, L. Vande Kerckhove Examenuitslagen van onze oud-leerlingen Kroniek van het eollegeleven Familieberichte,n

3 Eertijds Honderd jaar geleden sprak Hugo Verriest, die tussen 1862 e,n 1872 leraar was aan het Roese,laarse Klein Seminarie, zijn Vlaamse rede uit, die nadien als wekroep over gans Vlaandere'n m66r dan bekendheid kreeg. Verriest hield zijn toespraak op 26 december 1872 te Roeselare in 't paradijs, Aldaar was de Middenraad van De Bond der Weslvlamingen voor Taal en Volk vergaderd onder vo'orzitterschap van Alfons Carlier, " hoofdman van de Vlaamsche beweging ", vriend van Albrecht Rodenbach, in 1892 lid van de provinciale raad van West-Vlaandere'n, lid van de Roeselaarse gemeelnteraad in 1g90, en schepen van openbaar onderwijs te Roeselare van 1897 tot aan zijn ove,rlijde,n in 1912, 67 jaar oud. Die bond had tot doel met alle middelen de " Vlaamsche be,langen te handhaven ", de secretaris was Hendrik Desse)/n uit Roeselare, de schatbewaarder was lsidoor Van Eeckhoutte, de Roeselaarse stadssecretaris. D'e redaktie van Eerlijds meent dat de publikatie van Verriests redevoering na honderd jaar passend was, minstens o'ok als hulde aan de Vlaamse levenswekker, die vijftig jaar geleden overleed. Als " Man van zijn tijd " blijkt Hugo Ve.rriest echter tot op onze dagen aktueel. De tekst van de rede is letterlijk overgenomen uit het maandblad De Bond der Weotvlamingen. Voor Taal en Volk, jg. 3, nr. 9, Roeselare, 16 maart 1973, blz. 3 tot 6. De redaktie

4

5 lederen keer dat de Bond vergadert, wordt er gesproken over de Vlaamsche beweging. sedert lang wenschte ik voor u hetzelfde onderwerp te moge,n behan'delen, en vandaag heb ik het on'dernomen. lk bid u toch van niet be.nauwd te zijn altijd hetzelfde te moete'n hooren : ik zal trachten gee,ne oude liederen te zingen. van ued. durf ik aandacht hopen en vragen en goede junste daarbij. Gij zijt immers Vlamingen, en zoo het bij de ouderen de gewo,onte was de soherpe bijl te toogen aan den vijand, het was oo,k hun ge'bruik den vrie,nd goedwillig te ontvange,n, hem de vrome hand te biede,n, met den gulhertigen, ouden, Vlaamsche Wellekom. Zoo begin ik met betrouwen. Bond, - indien ik het woord wel versta, - wil zeggen : VEREENIGTNG van krachten om een en 't zelfde DOEL te bereiken. VEREENIGING en DOEL zijn de twee gedachten die in het woord Bond bestoten liggen. Van vereeniging komt macht.

6 Tot over eenige jare.n, waren er wel mannen, ja, die de vlaamsche taal, de vfaamsche zaak, het vlaamsche volk genegen bleven en verkleefd, maar zii leetden ver van malkaar, met letter vrie,nden en zonder hulp of steun. Toch hebben zii den moed niet late,n vallen. Zij hebben in het leven en de voortdurende levenskracht van Vlaandere,n geloofd, op zijne ontwaking' opstan'd en toe'komst gehoopt, eigen land en taal en aard blijven beminnen. Hun moeten wij grooten dank wijten. Alleen en ve,rlaten, zij hebben gestaan gewrocht en geworsteld tegen de verfransching die geheel vlaanderen en Belgie overstroomde en nog overstroomen wil. Door hun spreke,n en schrijven hebben zij vlaamsche knapen gewerfd en ze in het werk gesteld. - In onze scholen heb ik dat mogen zien. lk was student, en het vlaamsch lag sedert lang in de vergeethoe,k ; of ais er nog hier of daar iemand was die over het vlaamsch sprak en handelde' met eerbied en liefde, het was als van eenen gestorve,ne, wiens lichaam men bezalfde en balsemde om het in eene kas ter bewondering uit te stellen, maar die toch eeuwig moeste dood blijven. Het vlaamsch was dan, in 't gedacht van velen, alzoo dood als de oude koningen van Egypten. Dan is een man gekomen in ons midden, met een ander gedacht en een ander gevoel. Zijn machtig woord had weerklank in onze herten. Jonge scharen omringden den meester en groeide'n aan. Nu ziin die jongelinge,n groot geworden en zitten overal, door ge,heel Vlaande,ren, in de scholen, en zijn meesters op hunne beurt. Moest gij nu vragen of er nog in onze schoten vlaamsche kinderen en ionge'lingen zijn : vier duizend monden zouden u antwoorden en roepen dat de grond zo'u daveren : Hier zijn wij, en in ons ligt de toekomst I Daar is nu den Bond om al dio krachten te vereenigen, te zamen te leggen en een en dezelfde richting te geve'n naar 66n Doel. Maar welk doel? Dikwijls had ik daar hooren over spreken, en veel heb ik er over gelezen, maar indien ik mijn gedacht mag rechtuit zeggen, mij dunkt dat ons doel niet breed genoeg gevat, verstaan en uitgeleid wordt. Gemcenlijk wilt men samenwerken om het vlaamschsprekend volk in zijne rec'hten te do,en komen. vo,or het gerecht, bii voo,rbeeld, wilt men voor vlamingen in het vlaamsch gepleit en geoordeeld hebben. 't ls rechtvaardig genoeg en te wenschen, maar is 't al 2 - N'een 't, nog niet. In de plaatsbedieninge,n zou men wille,n het vlaamsch neffe'ns het fransch brengenenopdenze fdenvoetstel en.hetge.newijvooronzeoogenzienisoprecht schandelijk. lemand die geen woord vlaamsch kan mag alle plaatsen vervullen, kan minister Worden, en za fr. trekken, Voor,t meeste deel op de v amingen gelicht. Kunt gij geen fransch, gij zult geene arme broodwinning krijgen van 500 fr. Laten wij het alzoo voortgaan, de pakkedrager zelve zal' hier in V aanderen,moetenfranschkunnenomdekoperenp aatmetdenfransc,hen nummer of nume,ro op den arm te mogen oragen' Duizend zulke ongerechtighede,n zou ik kunnen aanhalen maar 't ware te lang en ik laat ze varen. 4

7 Nog een woord no'gtans. Eenigen nemen de zaken nooger op en zeggen dat de vlaamsche taal het zekerste bolwerk is van Belgids onafhankelijkheid. Dit laatste is ook waar, e,n 't zijn al machtige redenen om het vlaamsch voo,r te staan, te verdedigen en uit te breiden zooveel me,n kan. Maar mij dunkt nogtans dat ons streven een hooger, schooner, edeler en breeder do.el hee,ft. veronderstelt, voor een ogenblik, dat al wat gij vraagt in gerecht bedienrngen, en overal, u toegestaan worde en dat ons Belgid zijne eeuwige onafhankelijkheid zeker zij. - ware dan de vlaamsche beweeing zonder reden en bijgevolg dood en gestorven? Nreen, duize'ndmaal neen I en naar mijnen zin zou zij nog maar eigenflijk beginnen. Eertijds heeft er een volk bestaan, edel en groot, de wereld rond bekend. Over vijf zes ho'nderd jaar en had gij onder de zon geene bezochte streek gevonden waar men de,n Vlaming niet kende, waardeerde en prees. Velen in Europa zelf weten bijna niet meer dat er nog Vlamingen bestaan. Een mijner beste vrienden was eertijds te Weenen, in Oostenrijk, en verble,ef daar eenige maanden. In ken,nis met duitsche lieden, die vrienden geworden waren en hem voor Belg aanzagen, zei hij eens dat hij Vlaming was. Vlaming, antwoordde men hem, Vlaming, dat is toch dat oude vlaamsche volk niet met zijnen uitgestrekten handel, met zijne kunst, met zijne machtige, legers die vochten met de Oostenrijkers tegen fransche inbreuk. Dat volk is lange dood. Maar als zij hoorden dat hij oprechte Vlaming was van oud ras en van den oude eed : oh, dan rees hij hemelhoog in hun gedacht. Belgi6 kenden zij wel! dat klein land liggende tusschen Frankrijk en Duitschland maar Vlaanderen, 't oude Vlaanderen, met geheel zijn verleden, oh dat was were,ldgroot. Welnu, dat groot, dat edel volk moet wederom onder de zon komen, teven, roeren, spreken; werken, in een woord bestaan, - Geen ander volk, geen nieuw volk, dat volk! Dat volk had vrijheid, als geheel Europa nog in eene soort van dienstbaarheid stond en den dwang op zijne schouders en in zijn hert gevoelde : het vlaamsche volk alleen mocht van rechten spreken, zijne prinsen en heeren vrlj in het gezicht kijken, en zeggen : " Wij willen ". Hebt gij nog Brugge bezocht en zijnen schoonen Halletoren? Veertig trappen hooge ligt eene zale, onder en boven steenen voute,, bachten muren van drij voet dikke. In die muren is er eene diepte gewrocht, bevrijd door twee zware ijzeren traliddeuren. Bachten die trali,6n liggen er onroerbare, zware, eiken koffers, geheel en gansch met ijzer beleid en beslegen. Eenen reesem sloters zijn er noodig om ze'te openen en ieder slot is verschillig, 't Bestier had een sloter, de stad en de dekens der gilden... Allen moesten teeenwoordig zijn om de koffers open te doen. Daarin lagen de vrijheden en voorrechten ofte privilegidn

8 en zoo een van hun had durven eene inbreuk beproeven o'h dan zong de stormklok haar lied, de vaandels wapperden, de klaroenen schetterden, de trommel sloeg en de wapens klonken door de straten en op de vrije markt' Gil kent d'historie van Maximiliaan en zijn gevang te Brugge, van Karel de stoute te Gent, van de witte Kaproen,en, van de machtige gilden en van het vrij spreken van dat vrije volk I Gij kent de wonderbare namen van ons o'ude volk. Deconinc,k en Breidel, Arteve,lde, Yoens, Vanden Bossche, Ackerman en Zannekin en honderd andere. - Bij de Grieken, zegt een o'nzer schrijvers, hadden het halve gocten geweest, in vlaanderen waren het burgers. Dat volk had macht. De vaderlandsche historie is als een wo'nderbare boek. Dat kleene groote, Vlaanderen staat daar te,genover machtige ko'ning- en keizerrijken, met het zweerd in de vuist en de'n gulden mantel op de schouderen. Het en buigt noch en wijkt voor niemand. Filip de schoone hee{t het ondervonden te Kortrilk en te Rijssel, en Lodewijk van Nevers en Lodewijk Van Male en al de koningen en graven die eens meesters geweest hebben over Vlaanderen. De historie van Enge'land, Oostenriik, Frankrijk, Spanjen, draagt den vlaamschen naam op ieder blad. Portugaal heeft zijn bestaan aan eenige honderde vlamingen te danken. spreekt dan nog van die reuzentwisten tusschen de vlaamsche steden! tvvintig andere natidn en volken zo.uden ineengestort zijn en waren be' zweken onder zulk geweld, zulken twist en tweedracht. Maar Vlaandere'n stond pal gelijk de rotse! - Vlaanderen heeft aan alle stormen weerstaan, maar nu wierd het stillekens onde'rmijnd en het dreigt in te storten en te verdwijnen. Dat votk had nijver en wereldhandel. Gij ke,nt allen zilne vriie' markten, en zijne volk- en schatrijke stede'n. Heden nog spreken zij luide genoeg van verleden welvaart. Doorloop eens Brugge met zijn hallen, landhuizen, panden en markten. Weet het alleenlijk nog hoeveel duizende, schepen er binnen kwamen gevaren op een jaar, tot onder de afgesmeiten Waterhalle van de groote markt, waar zii in 't droge losten en laadden? Ei! wat kinderen om in die paleizen te wonen! Oosten en Westen, Zuiden en Noorden kwame,n samen in Vlaanderen om ontelbare schatten te verwisselen- Dat volk had kunsten. Nu nog staan zijne twee schilderscholen door geheel de wereld bekend en he't go,ud rolt op hunne doeken. Beziet ook zijne stadhuizen, zijne hallen, zijne kloosters en prachtige kerken ; en Van Maarlands lied is nog niet vergeten. Dat volk had een tale, uitdruk van eigen bestaan, gepeis en gevoelen- Het sprak en schreef zijn eigen woord met koningen en prinsen. Het handelde zijn eigen zaken me't eigen tonge ; schreef eigen we'tten in eige'ne taal ; oordeelde ; bestierde, sprak, bad, in een woord leefde in ziin vlaamsch. Dat volk had Godsdienst. Beziet dat oude, vlaamsche volk! Overal, in zijne werken vindt gij den stempel van zijn christen geloove geprent. Pro'eft eens of gij u den ouden waren Vlaming in het gedacht verbeelden kunt, zonder zijnen godsdie,nst en kristenheid. Nreen ; gii kunt en kunt niet! Gij, noch niemand! o

9 Dat gevoelen ligt in zijn ge,peis, in zijn hert, in zijn werk, in zijn woord ; ja, in zijn woord : en de gesproken taal, die ons in Vlaanderen onverbasterd overblijft, zit er vol van. - Zijne gebruiken, de oude vlaamsche gebruiken, spreken van niet anders. Gaat eens in ee'n huis te lande, waar het fransch nooit doorgewaaid en heeft, en ziet wat ouders en kinders, meesters en werkli6n daar doen van oen vroegen morgen tot den laten avond, van den herfst tot den oogst, en gij zult de christene glans kennen van het oude vlaanderen. De Geschiedenis vertelt genoeg voor die niet doo,f is. Dat volk had eigen gedaante, houding, gedacht, inborst en opvoeding. De Vlaming was een Vlaming. Vandaag nog is een franschman franschman ; een engelschman is engelschman, een duitscher duitschman ; maar een Vlaming, wat is een Vlaming? Waar is zijn eigen gedacht over eigenheid, over weerden, over schoon, over land en taal? Wat in Frankrijk ge,prezen is, wordt in Vlaandere,n geprezen, en wat daar ve,reerd wordt is het hier ook. Wat daar veracht wordt, is het hier ook. En zoo een fransche onnoozelaar lacht en spot met den wijzen en treffelijken man, omdat zijn kleed wat te kort of te lang, te smal o{ te breed is, de Vlaming kan dat nu ook. Waar is de vlaamsche' rechtzinnighe.id, rondborstigheid, treffelijkheid en mannenmoed? Waar is zijne fiere houding en edele trotschheid? Oh! zei Karel de Stoute, Gij, mannen van Vlaanderen, hebt harde koppen en fiere taal, maar dat zal ik u afdoen. Maar hii heeft het laten steken. Waar is de vlaamsche opvoeding, waar is de Vlaming die zonder in het fransch zijne eigenaardigheid te gaan verliezen opgevoed wordt? Zijn gedacht en de vorm van zijn gevoelon, zijn hert, zijn lichaam zelve wordt verfranscht opgekweekt en moest er een vlaamsch Kollegie gesticht worden, hoeveel ouders zouden er hunne kinders naartoe zenden? Zoo heeft er dan een volk bestaan dat van boven tot benedn 66n was en vlaamsch. Dat volk moeten wii doen herleven en ik zeg het nog een keer, geen ander, geen nieuw, dat volk. Dat volk heeft zijnen roem en luister, zijne macht en sterkte, zijne nijverheid en rijkdom gehaald uit eigen gedacht, wil en bestaan. Wat is er in Vlaanderen veranderd? Het ligt nog op dezelfde plaats zoo ik meene I de zee woelt nog op Aijne boorden ; Schelde en Leije stroomen nog door zijne velden en steden ; 't land is even vruchtbaar! Wat is er veranderd en waarvan is Vlaanderen gezonken? Het heeft zijn leven en eigenaardigheid verloren. Wij moeten het doen herleve,n in ons eigen. Oh 't en is niet, gelijk er velen peizen, 't en is niet van 't bestier des lands, van de provintie niet dat het vlaamsch moet komen. 't ls van ons, 't is wij die het moeten naar boven dwingen. Hebt gij dan de oude historie van Vlaanderen vergeten. Hebben de heeren en prinse,n het vlaamsche volk gesticht? Zij schrikken er van. Maar,t vlaarmsch volk ging in 't ge,heim, hand in hand, naar het gekende doel. Het ging, en kwam er. Wij ook wij moeten gaan, Wij - wij moeten werken, Wij! 't is in ons dat het vlaamsche volk eerst moet bestaan. In onzen geest, in ons hert, in onzen wille

10

11

12 enwerk.eerbiedigenwijdanhetvlaamschinonzegedachtenenhunnenvorm, inonzegevoe enseninonsspreke.n.ohikhebdentijdgewetendatheteene eerwasvangeenvtaamschtekunnen,e.nzeidtgevaniemanddathiiwaar. schijnlijk geen vlaamsch sprak maar fran,sch alleen, hij nam ziinen hoed af en lo.ech u minlijk en dankbaar toe. Er ziin er eilaas nog zu'lken, maar God zii gedankt, 't ziin degene die de, bovenkamer wat iidel dragen en wien de herse'ns onder de pan niet te zwaar en liggen. wij moe,ten vlaamsch zijn in ons eigen, in onze gevoelens, in ons wezen. wij moeten vlaamsch zijn in huis, in familie, in opvoeding en gebruiken ; met de twee handen houden en erven al hetgee,n onze grootheers e'n ouders achterlaten van vlaamsche doeninge en vlaamsche zeden' Niet alleenlijk in huis, wij moeten vlaamsch zijn buiten, in he,t openbaar leven, op straa, op ijzere,n wegen, in ge'heel onzen handel en wandel ; daar taal, doenwijze, zeden vlaamsche beleefdheid dragen. wij moeten vlaamsch zijn in onze betrekkingen met overheid en me't bestier. In e'en woord wij moeten het Vlaamsch in geen pakske dragen, dat wil van tiid tot tijd open doen, wij moeten vlaamsch zijn, - zijn. Wij moeten het vrij gevoel, de macht, het werk, de kunst, de' tale, den godsdienst, de eigenaardige hoedanigheden en deugden in ons doen herleven en in ons dragen. Die daartegen we'rkt verandert, verkrenkt en bederft, of vermoordt de vlaamsche beweging. Nooit heeft hij ze verstaan. Hij weet niet waar hij naartoe wil. Hij zoekt geen vlaamsch, maar wet nieuws, dat vlaamsch heet, maar niet is, en sterven moet. Dat volk moeiten wij we6r opbrengen, want het en bestaat niet meer ten zij in zijnen o,ndersten grond en wortel. He't bestaat nog in den landsche'n burger en boer. Hij, en hij alleen heeft nog tale, gebruike'n, vlaamschen haard en kinderen ; maar hij en hee{t in 't algemeen noch geleerdheid, noch opvoeding, noch beschaving, en ontbreekt andere hoedanigheden van den ouden Vlaming. Dat en zeg ik niet uit smaad en tot schande. Neen I ik wete te wel van wie ik geboren ben en heb te veel eerbied voor ziin gezo'nd en gegrond oordeel en voor zijne mannelijke de,ugd, voor zijne tre{felijkheid, en voor zijn vlaamsch gemoed en inborst. lk stelle hem verre boven ons : Wij zijn de uitsteekberden' en hij de eiken tjok ; Wij zijn beschilderd en versierd, en dragen gulden letters, maar 't is ijdele schijn, en 't berd is do'od en gestorven. Onder ziine ruwe schors integendeel zit er sterkte en leve'n : plant hem, en de boom zal schieten en reiken hemelhoog. lk zegge dan: neemt dien Vlaming gelijk hij is, als er geen fransche beschaving en bederf overgegaan is, noc'h iets vreemds ; neemt hem, gelijk gij hem zelve kent, geboren e,n gekweekt, groeiende en bloeiende te midden van onze vlaamsche nature ; en 'k vraag aan iedereen van u, of hij een treffelijker schepsel o'nder God zijnen hemel kent? Ware daar n'og e,ene vlaamsche beschaving en sierlijkheid overgegaan die alle volk eigen is dat eigen bestaan heeft, en naar den vreemde zijne handen niet uitgesteken heett, wat zou de edele Vlaming geworden zijn? Had eigen beschaving, opvoeding en geleerdheid hem gevormd, opgeholpen en omhoog gedregen. Hij zou met hoofd en schouders boven de 10

13 wereld uitste,ken. Hij hadde het oude sterk verstand, het edel herte, den vrijen wil, de treffelijkheid, de rondborstigheid en de christene deugd. Daar het nu alzoo niet en is no,ch en kan zijn, laat ons werken om al dat vlaamsch is te beware,n altijd en overal, al dat vlaamsch.is te doen kennen en in eere te brengen. Laat ons eerst zelve geleerde verstandige brave treffelijke Vlamingen zijn, op zijn vlaamsch, en als u belieft, geen Vlamingen met vreemd beslag, en waan, en wihd ; geen Vlamingen die fransch zijn van haar tot teenen, in zotten waan en lichtzinnigheid, in oogverblinding en liegende gebaren. Laat ons eigen zijn! en dan het hoofd omhoog en vooruit, zeker en vast en onwankelbaar! Laat ze neve'ns ons peizen en zeegen en dcen al wat zij willen ; lachen en spotten zoveel als zij wille,n. wij intusschen altijd in 't eigen spoor, vooruit! Alzoo zullen wij het oude Vlaanderen weer mogelijk maken en kampt men ons tegen, als 't nood doet de oude Vlamingen zullen rijzen uit hunne graven om ons te helpen. Zoo ze,g ik voor laatste woord : Vlamingen weest gij zelve vlaamsch! Vlamingen helpt Vlaanderen op! En daartoe helpe u God!

14 Roger Fieuw ( ), pentekening van kunstschilder Marcel Notebaert. ( Er staat zoveel tussen ons en wat wii wilden zijn, het toeval, de dood, de spijt om eigen ontoereikendheid ". (De Japanse Vissers van R. Fieuw p. 187)

15 Wij herdenken Letterkundige Roger Fieuw AIles Iaat ik onaf achter... Dichterschap, leiderschap... alles onat, onaf en onvervuld... (R. Fieuw, Albrecht Rodenbach : de dichter en de dood, toneelspel, 1956, stencil). Vijftig jaar geleden, op de driedntwintigste dag van de meimaand ten jare negentienhonderd en tweedntwintig, zag Roger Fieuw te Roeselare het levenslicht, in een huis aan de Sint-Amandstraat, niet ver van het Sint-Amandsplein waar Berten Rodenbach gestandbeeld stond en staat. Hij overleed te Roeselare op 20 februari Hij volgde de oude humaniora aan het Klein Seminarie tot 1940: de rechten, het notariaat en de Germaanse filologie studeerde hij aan de Leuvense Alma Mater. Fieuw was 66n dier begaafden die een sieraad zijn voor de onderwijsinstelling waar zij hun jeugd doorbrachten en hun vorming kregen. Zijn korte leven doet ons spontaan terugdenken aan die andere,, wonderknape " van het Roeselaarse Seminarie, aan Berten Rodenbach. Terecht! Als het ware lotsverbonden heeft Roger Fieuw Rodenbachs tragiek aangevoeld als determinerend voor zijn zoekende geest, zijn eigen menselijk bestaan. Zij waren immers geestesverwanten: laveloze weetlust, zwelgende veelzijdigheid, zoekende eruditie, kreatieve aanleg, leidersgaven, wilskracht, begaafdheid en twijfel ; zij bleken bovendien lotsgenoten : bewust geslingerd tussen tijd en eeuwigheid, tussen mens en on-mens, tussen de kunst en het,, afgrijselijk schone ", tussen volks belang en staatse orde, tussen het eigene en het vreemde, tussen de artistieke gaven van de mens en de oerkracht van de natuur, tussen Vlaanderen en zijn belagers, tussen ontembaar levensverlangen en een nabije dood. Hij schreef : Wij moeten alles willen kennen wat kenbaar is. Het is ons lot misschien, onze eigen kennis fe trotseren en de durl te hebben met onze kennis te leven. Velen die Roger Fieuw gekend hebben - als jongeren keken wij naar hem stilzwijgend-bewonderend op - voelen daar ergens diep in hun hart een geheime bewondering natrillen voor een begaafde en een schrijnend medelijden knagen voor een te-jong-gestorvene, een trots voor de merkwaardige prestaties en een pijn voor het vele ontbrekende en het vele,, verwachte ", een,, zeer " en een vreugde, een eerbied voor en een waardering van die zoekende, twijfelende en affirmerende jonge kunstenaar. Zijn zellkennis dwong hem tot volgende bekentenis : Wij kunnen onszelt niet doorgronden. Onze instincten, onze impulsen toveren ons alles voor ogen, al de tegenstellingen, die onopgelost in ons verder leven, al de chaotische tegenstrildigheden waardoor wii, naarmate wij ouder worden,

16

17

18 meer worden ingepalmd en die wii attiid als alpha, b ta en gamma in Onszelt btiiven atdreunen, van voor naar achter en soms van achier naar voor, altiid zonder klaarheid, een logica van pro's en contra's, die niet eens fof ons dlepsfe zelt meer doordringen! want wii kunnen niet leven met onze rede alleen en deze zou nooit in staat ziin ons met onszelt te verzoenen... Zoals een vogel die, verschuwd, niet durtt neerstriiken, zo fladdert de geest doelloos in de wervelingen van ziin abstracties. Zijn literair werk jammerlijk beperkt door zijn kort leven, maar ruim en grootlijnig uitdeinend - door zijn brede visie over kunst, mens en weretd slingert zich tussen journalistieke bijdragen en electrotechnische - studies (Positief en Negatiet) ; tussen zijn debuut, de tere novelle De Kristatten Schaal, lraanse legende over het geluk der mensen (1949) en zijn veelbelovend laatste werk, de roman De Japanse Vissers (1959) ; tussen zijn talrijke kunstkritische bijdragen (hoofdzakelijk in het tijdschrift West-Vlaanderen verschenen) en zijn dramatisch stuk Albrecht Rodenbach: de dichter en de dood (1956). velen zijn door Fieuw tiptop en toppenuit getekend, ontkleed (zelfs met stukjes huid erbij!), kittig ontleed en tevens fijn gepenseeld : pienterige politici en strenge sportlui, arg,aioos-vrolijke volksmensen en eisende kunstenaars, olijke handelaars en god-vergeten leurders, vinkeniers en renners, boogschutters en folkloristen : allen kwamen zii onder zijn literair lemmet in Snapshofs, die in 1960 postuum verschenen. Dit leerde Fieuw een zelfkennis maar bovendien een grote mensenkennis : wll hebben de anderen nodig om onszelt te leren kennen en toch aanvaarden wij nooit de opinie, die anderen over ons hebben. Als kunstkritikus was Fieuw niet te evenaren. Hij wilde immers in ieder kunstwerk het ware, echte kunstbeleven nasporen, achterhalen, verantwoorden, onthullen, mededelen en toetsen aan ziin inzicht, zijn begrijpen' zijn ontvankelijkheid, zijn beminnen en zijn overtuiging die iedere systematische estetica verwierp. Hij was dus pijnlijk scherp, onverbiddeliik' exclusief, koppig. Aldus aarzelde hij niet Cyriel Verschaeve te betwisten als dramaturg om Paul claudel en Frits Hochwdlder hoog te kunnen schatten naast Jean Louis Barrault. Hij was non-conformist. De schilder die Roger Fieuw portretteren moest, kende bij voorbaat de weerbarstigheid van zijn scherpe kop en de flikkerend-kritische blik van zijn ogen ; de vriend die hem koffie aanbood, moest spijt de suiker, het azijnscherpe van zijn affirmatie, zijn afkeuring of zijn sympatie op de koop toe aanvaarden; de kunstenaar die Fieuw voor een vernissagespeech ontbood kon vooraf de gestrengheid van zijn oordeel weten. Zo was nu eenmaal Roger Fieuw. En toch was hij boven alles een humanist. Gabrial Marcel was hem lief, en inspireerde wel zijn opvattingen. Deze condenseerden zich in zijn roman De Japanse Vissers, waarvan velen in vlaanderen de kwaliteiten hebben geprezen. Vooral zijn doorbreken van de heimatliteratuur kreeg een gunstige kaart : Fieuw betrad bewust het pad van de wereldproblematiek. Hij stelde aldus de onoverkomelijke spanning tussen de atomaire vernielingskracht en een humaan-etische verantwoording ; hij stelde de 16

19 mens tegenover de wetenschap, het verleden tegenover de toekomst, de goedheid tegenover de wereldnood. wii zijn voor het ogenbtik zo wat de vooruitgeschoven poslen van het soort biotogisch wezen dat mens heet. Met ons verstand zijn wii terechtgekomen in een wereld waar noch onze zintuigen, noch ons gemoed ons verstand kunnen votgen. Ats outlaws in onze eigen scheppingen...! Die gespetenheid is iets zo nieuws, zo onvoorstelbaars voor iedereen, die niet in deze nieuwe wereld geleefd heeft Alsot de atoomtysica niet een totaal nieuwe wereld aan het scheppen was, waarin men met de oude principes van moraal en verantwoordelijkheid nog een heleboel andere principes zou dienen prijs te geven... Spijtig en onherstelbaar is dan ook Fieuws vroegtijdig heengaan. Zijn oud-leraar, professor R. Stock, had in 1956 veelverwachtend en innig verzekerd geschreven (naar aanleiding van het toneelspel Atbrecht Rodenlbach : de dichter en de dood) : Wij menen nu het recht te hebben van hem te eisen dat hii nog meer schenkt aan Vlaanderen... Slechts 66nmaal heeft Fieuw die eis beantwoord : De Japanse vissers moesten reeds een afscheidswoord zijn : wat een mens achter zich tiet was van luttel belang in verhouding tot datgene wat een mens voor de boeg had en nog van zijn leven wilde terecht brengen... Zo was Roger Fieuw : 66n gemotiveerd antwoord van betekenis! De dood ontnam ons de ambitieuse,, dichter " ; Vlaanderen bleef de treurende, eisende partij met een stukje tekst van Fieuw in de handen : Er staat zoveel tussen ons en wat wij wilden zijn, het toeval, de dood, de spiit om eigen ontoereikendheid. Michiel De Bruyne Allerheiligen 1972.

20 Gentleman Gezelle Voor de onlangs verschenen nieuwe dundruk van Gezelles gedichten met, naar de mate van het mogelijke, genormaliseerde morfologie, bedacht G. Durnez de naam < Gezelle in clergyman ". Voor de hiernavolgende uitweiding over Christine D'haens vertalingen van Gezelle in het Enge'ls leek mij bovenstaande titel niet ongeschikt. (1) Christine D'haen is een van onze jongere befaamde dichteressen. A. van Wilderode heeft haar, terecht, onde,rgebracht in de hallen van zijn bloemlezing : een paradijs van uitverkorenen. (2) Jaren geleden al hadden haar eerste publikaties in Dietsche Warande en Belfort velen onzer me,t verbazing geslagen. Een * zienster o die nu eens, in o.nze fraaie' lettere,n, de verhouding man-vrouw van uit het vrouwelijk standpunt uiibeeldde. Ze was precies niet de enige, ook toen niet, maar haar accenten waren zo doordringend, haar visie zo Veelomvattend' haar beeldspraak dermate klassiek gestoffeerd dat ik naar Hadewijch teruggreep en bescheiden Sappho opsloeg. Deze Christine D'haen vereert uitermate de dichter Gezelle. Voor haar is hij kwalitatie{ en kwantitatief 6nig in de wereldliteratuur. Dienaangaande schreef ze summier haar mening neer. (3) Ze publiceerde meteen een lijst van zesenzeventig gedichten die zij " 615 gehele ge'dichten zeer mooi vindt"' De talloze prachtige regels, strofen, delen van gedichten en brokstukken zijn niet meegerekend,. Naderhand voegde ze hieraan twee gedichten toe', m.n. " o brooze levendheid >' en <( Gekamde koning Canteclaar ", allebei uit Tijdkrans' (4) Terloops, genoemde lijst diende voor de uitgever Desclee De Brouwer als grondslag voor de luxe-editie G. Gezelle, 100 gedichten, (5) Voor de afronding der keuze werkte de dichteres samen met A. Demets. Mij viel de eer te beurt het prinsheerlilk boek in te leiden, Gezelles teksten lichtjes om te spellen en bondig de ooname van Henriette Roland Holsts essay te verantwoorden. Dit alles wordt hier vermeld omdat laatstgenoemde dichteres straks een schakel uitmaakt van onze uiteenzetting. Laat ik terugkeren naar Christine D'haen. Van jongs af moet zij Gezelle vere'erd hebben. Reeds in 1948 (ze was toen vijfentwintig) leverde zij vertaaloefeningen uit Gezelles dichtwe,rk. In 1949 we'rden die vertaalproeven ingrijpend door verscheidene autochtone Engelsen bewerkt. Ze werden " re-translated " in De Colibrant-uitgave is onbetwistbaar het resultaat van jarenlange harde arbeid. N,u kunnen wij ons afvragen wat er precies in Gezelles gedichte,n deze taaie volhardende genegenheid - oorzaak van zoveel onbetaalde arbeid - heeft gaande gemaakt? De vraag kan tot vele veronderstellingen leiden. Om niet in loze hypothesen te vervallen onderzoeken wij haar voorkeur-gedichten. Daar ligt voorzeker een objectiever antwoord. Want onderlinge verering is uiteraard geen bewijs van gelijk-zielig,heid, van congenialiteit. Een denkfout die ik geneigd ben te maken. 18

21

22 Oppervlakkig gezien is die voorkeur - zoals blilkt uit de lijst van achtenzeventig gedichten - niet zo verbijsterend nieuw. Ze huldigt de gevestigde traditie betreffende de natuur-lyricus. we staan vo,or de klassieke dichter van onze bloemlezingen, zij het uitgebreider. De klassieke Gezeile zoals hii vermoedelijk de eeuwen zal trotseren. Bij nader toezien evenwel meen ik D'hae'ns persoo'nliike visie' in de natuurgedichte,n dan, te ontwaren. De natuurgedichten die haar voorkeur wegdragen zijn precies allemaal gedichten waarin denatuur zo inte'ns werd doorvoeld en met gevoel bedacht alsof ze zelt een gevoelig wezen, ee'n mens was geworden. Het gedicht dat D'haen boven alle andere stelt wijst die richting aan.hetisnbere,ukwerktenberijkdgpf,"(tijdkrans). kciteer:"ditisvo maakt, omdat het in 66n adem verenigt het geluk van morgen, middag en avond, en het geluk is enkel bewondering ". (6) Even tevoren had ze, meer in het algemeen gesteld : n Bij Gezelle is dichten ademen, zuiver in- en uitademe,n, het is dus zuive,r levens-bewegen o. Het culminatiepunt van genoemd gedicht is bijgevolg het vers 15-16: * En 66ne is ons de zoetheid van de'n zellfsten asemtocht". Het ware niet verwo'nderlijk als dit vers haar algemene uitspraak van daareven had geinspireerd. ledereen kan het proberen : op een zonnige meidag, onder een bloeiende glycine, het gedicht ter hand. Het gedicht in je opnemen on je laten o'pneme'n door het gedicht, ademen op het ritme van het gedicht, dichter worden met de ve'rzen, plant wo,rden in het ge'dicht, mens-ziinde voe,len en denken als de plant ; 66'ngeworden met het ander wezen jezelf als men,s terugvinden. Je kan er staan voor Piet sno,t als je het niet ernstig o,pvat (of indien je vrouw je doe'nde ziet). Maar bij welslagen hebben we iets van " dichten u o'ntdekt en zowaar een wezenstrek van D'haens dichterschap ervaren. Gezello en D'haen zijn beslist verwant. Omtren,t H. Roland Holst-van der Schalk, waarover boven sprake, rees een gelijkaardige vraag. Een des te boeiender vraag vanwege het heme'lsbreed versohil tussen deze dichteres en Gezelle. Ze lijken wel antipoden uit twee verschillende werolden. (7) Haar bewonde,ring vo,or Gezelle, weliswaar tegen andere aohtergronden dan de ge'bruikelilke anno'1981 (het jaar van haar essay) was noohtans 6n gefundeerd 6n eerliik. A,anvankelijk waande ik haar hoogschatting van Gezelle op psychologische bases gevestigd : zij lee'k mij een rypisch mannelijke vro,uw en Gezelle lijkt mij - krachtens zijn alomme vertedering - een typisch vrouwelijk man. lk vergiste mij. Volgens G. Knuvelder lee'fde en schreef H. Roland Holst wel degelijk vrouwelijk. (8) Indien iets haar naar Gezelle doet aarden is het haar dynamisch, o,nvast, voortvarend tempe'rament, waaruit een gelijksoortige levenstrant voortkwam. wat er mogelijk m66r van aan is, valt buiten mijn gezichtsveld. Om samen te vatten : van die twee grote dames uit de N'ederlandse letteren heeft Christine D'haen, naar mijn gevoel, de diepste kennis van Gezelle. Ze heeft hem niet alleen verstandelijk doorgro'nd, maar gevo'elsmatig e'rvaren, " beleefd ". Haar appreciatie acht ik daarom de hechtste, de zuiverste, de vertrouwbaarste. Danken wij aan H. Roland Holst de waardering van Gezelles rationeler verzen (denk aan haar ontdekking "'k En ete niet ", Tiidkrano), zo kennen wij via D'haen - die zinnelijk-metafysisch schouwt - een intiemere binnenkamer van Gezelles lyriek, die der vereniging nl. van de mens met het andere. 20

23 Deze christine D'haen brengt ons vijfentwintig Gezelle-gedichten in vertaling. De twee lezingen naast elkaar, Nederlands naast Engels. Het zijn, zoals boven gezegd, vrijwel alle be,kende gedichten. Op e6n na wellicht, m.n. * O gij dikke, uit Tiidkrans, Drie echter komen niet voor bij welgekleede, welgevoede vliege " de voo'rkeurgedichten : u De navond komt zoo stil " (juni 1992, Tiidkrans), * paaschen ' (1890, Tijdkrans) en " Moederken " (4.5.18g1, Laatste Verzen). Dit is niet zo verwonderlijk. D'haens arbeid ligt over tenminste een kwart eeuw gespreid en binnen zoveel jaren zijn smaak en vo,orkeur aan schommelingen onderhevis. (4) Het siert haar dat ze dit toegee,ft. Het waarborgt echtheid. De graad van ve,rtaafbaarheid speelde ook wel zijn rol. Doch hierorntrent laat de vertaatster ons in het ongewisse. Een lichte teleurstelling is voor mij het o,ntbre,ken van * Bereukwerkt en berijkdomd ". ls dit vers onvertaalbaar gebleken? of was de tijd na de < ontdekking " te kort? christine D'haen heeft dus Gezelle vertaald. In het Engels. Een a priori haast onmogelijke taak. Nraar het oordeel van insiders (ik be'doel : mensen die het Engels beheerse,n) nochtans met volkome.n succes. De affiniteiten tussen Ge. zelle en de Engelsen, tussen het Engels en Gezelles kunsttaal (ze zijn inderdaad zeer innig en intens) hebben het de vertaalster - zoals B. Kemp het in zijn inleiding (blz. 18) aanstipt - mogelijk iets lichter gemaakt. Hoe dit zij, zutk vertaalwerk is een reuze-onderneming, niet zo zeer naar de omvang maar naar de afwerking. Voor een soort van allerfijnste kloskant gebruikten oude vrouwtjes destijds de term " toveressekant ". Zonder slinkse bedoelingen, dit is hier het juiste woord. Laten we nu enkele hoedanigheden van haar vertaal werk beschouwen. Er is vooreerst e'en bijzonder taalkenmerk. Tot in zijn archaiserende taaldrift heeft christine D'haen Gezelle nagevolgd. Haar Engels bevat, welbewust, veel oud Engels. Met recht en reden. want ook Gezelle - sinds ongeveer 1g60 - arcnaiseerde zijn kunsttaal. ze is, naar zijn eigen opvatting, oud vlaams veeleer dan westvlaams. (of die twee identiek mogen heten is de hele vraag, het positief antwoord o'p die vraag de hele dwaling!). Naar zijn lwenseind toe ontaardde die archaiserende taaldrift bijna tot ee,n o,bsessie. Dit kunnen opvangen vergt een ontzaglijke kennis van het Engels, maar werpt ook vragen op. D'haens kennis valt niet te betwisten. Haar aanleg overigens dreef haar mede in die richting. Van Wilderode schrijft : " Daarbij komt nog een eigenaardige voorkeur voor ar_ chaismen in woordkeuze, schrijfwijze en grammatica... " (g) Maar, vraag ik mij af is de Engelse lezer zo beslagen in het voo,rvaderlijke Engels dat hii, zonoe,r voetnoten, zuiver begrijpen kan? of is deze bibliofiele uitgave dan toch uitsluitend voor fijnproevers en gespecialiseerden bestemd? om een paar voorbeelden te geven:zijn "il9q6" (blomme), *nay, (neen), "cricket-tale" lkpskr;_ taal) voor iedereen direct duide,lijk? Ten tweede treft ons het klankexpressieve aspect van de ve,rtaling. Tot in ritme, metriek, strofenbouw, rijmschema, (aantal) versvoeten, oversprongen e.d., volgt christine D'haen - als eern onwrikbare mimosa imitatrix uit Rijmsnoer - de dichter Gezelle op de voet. De klankgevoelige, taalvirtuoze dichteres zul je niet zomaar op e'e'n overtreding betrappen. Bijna vanzelfsprekend kan ze niet e,lk vocalisme

24 handhaven, maar ze vergoedt de ontstentenis hiervan rijkelilk met een ander vocalisme. Voor zover ik andermans oordeel overnemen mag : ze heeft de uiterste, mogelijkheden uitgeput. De kennis waarmee ze werkte, de klankeffecten die ze bereikte, de verstouwde arbeid die zij aan dit vertaalwerk besteeclcle' gaan de gewone maat te boven en dwingen ons tot ingetogen eerbie'd' De derde hoedanigheid is haar opvallende trouw aan de woordbetekenis. Bij het vertalen, vooral dan van po6zie, is het gevaar voor conflicten, voor onve'rzoenbaarheden tussen klankbeeld en denkbeeld, tussen de " muziek " en het " stomme woord " biizonder groot. D'haen heeft be,slist vo'or het eerste gekozen' Ze offerde af en toe de woordbetekenis. Hos kon het anders wanneer ze 6n ar' chaismen 6n het hele prosodisch-stilistisch apparaat moest verdisconteren in haar vertaling? Het merkwaardige is dan weer dat D'haen je onmiddellilk vergoedt met b.v. een (door Gezelles tekst) verantwoorde alliteratie, waar ze, een zeldzame keer, een woordbetekenis prijsgeeft. Een schitterend voorbeeld hiervan (bl. 52-3) waar ze * dikkens o vertaalt door * duly ', toch wel aardig verschillend in bertekenis' zulks prettige discrepanties zijn evenwet uitzondering, ik bedoel zeldzaam, en overigens onbeduidend voor de hele tekstbetekenis. Het is verbazend hoe dicht je de twee versies tegen elkaar kunt aandrukken zonder wezenliik onderlinge stoornis te veroorzaken. Christine D'haen heeft ongeveer even tekstgebonden vertaald als H. Vroom in ziin Latiinse omzettingen (10) ; minder vrij (o'nontkoombaar!) dan w. willems in zijn Franse vertalingen (1 1). In vergelijking met Gezelles * omdichting " van The song of Hiawadha, gaat Gezelle te werk (om het sterk te zeggen) als een vrijbuiter, D'haen slaafs. (12) Met zoveel eige,nschappen opgetuigd en opgetooid trekt D'haens vertaling de Engelssprekende wereld tegemoet. lk kan niet oordelen of ze de vertalingen van Maude Swepstone (1937) verre overtreft, maar vermoed van wel. Haar vertalingen zijn werkelijk taalkunststukken geworden. ledereen kan zich, d.m.v. drie specimens (zie bijlage), hiervan rijkelijk overtuigen. Detailvoorbeelden - o'fschoon honderdmaal mogelijk - lijken mij overbodig. Bii het onderzoekend leze'n van drie gedichten al, komt bij velen misschien de gedachte naar boven : dit is geen vertalen meer, dit is dichten in het Engels zoals Gezelle zelf het had gedaan' was hij naar Engeland mogen uitwijken! Het is poezie geworden, Engels op zijn Gezelles. Dank zij deze omze.ttingen grijpen velen onzer - hoop ik - naar het origineel. En gaan zich nog eens vermeien... in dichtwerk, in het beste van onze onovertroffen lyricus. We hoeven onze redeneerlust maar even te laten zwenken, ons gevoel en verbeelding de vrije teugel te geven (zoals dat heette destiids op de schoolbanken) om binnen te dringen in die wondere were,ld die men poezie noemt, een ding dat men - een beetje zwijmelend wellicht - moet bewonderen, een gegeven dat ons gevoelsmatig al evenzeer overtuigt als het ons verstandelijk ontglipt. Wie oren heeft... hij luistere met inwendige oren naar Gezelle die zoals Hopkins eisen mag : " My poems should be read with the ear, not with the eye "' (13) Alzo las en vertaalde - al luisterend - D'haen Gezelle. Genoemde lers-engelse jezuiet-dichter G.M. Hopkins ( ) behoort eveneens bij deze boekbespreking. Aan hem immers wijdt Bernard Kemp, ter inleiding (En' gels 6n Nederlands), een beknopte verhelderende studie (blz.11-18). Kemp be- 22

25 G. Gezelles " Boodschap van de vogels en andere opgezette dieren zich iegenwoordig bevjndende in het " Museum, ingerigt in,t Kleen Seminarie te Rousselaere binst het schoot_ jaar "-

26 paalt zich tot het wezenlijke en situeert de twee dichters, parallel, binnen hun eigen lwen * met de spanning tussen een uitzonderlijke dichterlijke begaafdheid en een volledige toewijding aan het priesterliik a651 " (bl. 15). O'f deze twee tijdgenoton elkander in poeticis of anders hebben ontmoet is een opon vraag. Met Gezelle vertoo,nt Flo,pkins, aldus Kemp, meer dan 66n overeenkomst. Er is ten eerste bij allebei een verregaande integratie tussen het concre'te' leven van de dinge,n en een sacramentele opvatting van de natuur; vervolgens het streven naar een volmaakte beheersing van hun taalinstrument' Te kensa sikdergelijke-bcndigeofuitvoeriger-studieslees,hebik maar 66n wens : mocht de vergelijkende literatuurstudie vaker Gezelle met andere Europese dichters co,nfronteren. De invloed van Engeland, Duitsland, Frankrijk op onze lyricus is leve,ndiger dan men meestal vermoedt. Het blootleggen van verwantschappen, eventueel invloeden, zal Gezelles oorspronkelijkheid niet in het geding brenge,n. wel intege,ndeel. c,hristine D'haen heeft, in beide boven genoemde artikele,n, vergelijkingen getrokken tu,ssen Hopkins en Gezelle' Telkens in het voordeel van de' laats'te. (14) De Gezelle-liefhebb.er zal deze vertalingen node missen. lk treed tot besluit de wens van Ludo, simons bij, uitgecirukt op de reclamekaart : " Moge deze' bloemlezing, meer dan zeventig jaar na de dood van de dichter, zijn faam een internationale uitstraling geve,n >. Een geschikt middel hiertoe is het boek cadeau doen aan e,rgens een van onze missionarissen - tot voor kort o'nze talrijkste en Voornaamste cultuurgezanten - die het aan f iinbesnaarden in den vreemde (Engels leert men overal) be,kend kunnen maken. In dit verband han'dhaaf ik een andere (hierboven al geuit) wens : enigei woordverklaring zowel onder de Nederlandse als onder de Engelse tekst. Zodoende kan het boek de praktische dienste'n bewijzen waaryoor het ongetwiifeld geknipt is. Gen,fleman Gezelle. o,nze boekbespreking dijde uit tot een opstel. Ee'n indrukwekkend gezelschap van zes grote namen : " six me'n in a boat " : Geze'lle, H. Roland Holst, D'haen, Hopkins, van Wilderode, Kemp' Het is een schoon schouwspel ze samen scheep te zien gaan... onder Engels commando! God-speed. (15) K. de Busschere

27

28

29

30

31 De mensen een kans in het leven geven. Het is nu al meer dan 2 jaar dat ik uit Roese'lare vertrokken ben, en ik moet zeggen dat deze korte tijd in een vre,emd land, niets betekent als men 27 iaar thuis heeft geleefd. lk voel mij nog als een klein kind dat bekoord wordt door al die nieuwe dingen, die men nog steeds iedere dag te zien krijgt : nieuwe mensen, nieuwe gezichten, andere huizen, ander eten, andere klederen. anoere wegen of geen wege'n, ander sociaal contact, andere gevoelswaarde,n, andere concepten... een nie'uwe wereld waar ik verwonderd en stil naar toe kijk. En voor de m'ensen hier ben ik o'ok een andere wereld die naar hen toekomt. Niet enke! een vreemde wereld, maar een betere, rijkere wereld, in zijn complexe betekenis. Het eerste wat opvalt is het geografisch beeld van mijn levensmilieu. Natonin is een dal, een grote kom waar mensen samenleven, afgezonderd van de buitenwereld door mure,n van hoge bergen (1500 m. hoog). Natonin maakt deel uit van de Montagfrosa, een grote bergketen die men kan vorgelijken met de Pyre,needn en die sen oppervlakte beslaat als Vlaanderen. In ore ruwe be'rgen wonen 500.0@ mense.n, lgorotten, die weinig of geen contact hebbe,n met de buitenwereld. In he't begin van deze eeuw begonnen de Amerikanen oe bergen te doorkruison met wege,n. zo kon stilaan de o'ntvo'ogding beginnen van de koppensnellers, want zonder wegen geen vooruitgang. Niatonin is nu ee,n van de enige dorpen die niet het geluk hadde'n ooit een auto te zien, wel helikopters en vliegtuigen. Nrato'nin is volledig afgesloten en enke,l bereikbaar langs een jungle,pad, 56 km. ver over de bergen. Een tocht van 2 dagen. Wel is er ee,n klein vliegtuigje van Amerikaanse missionarissen, dat hier nu en dan eens komt om ons van de nodige levensmiddelen te voorzien. Natonin, een arendsnest in de bergen. In ieder geval, we hebben reeds e'lementen genoeg om een heroisch verhaal te schrijven, of om een spannende A,merikaanse * western o te produceren. Maar dat is nog de realiteit niet. De werkelijkheid is meer dan een foto, ze lee;ft en beweegt. Er zijn mense,n die de foto een heel concrete gestalte geven! Eens we de werkelijkheid van de mensen onder de loupe neme'n, begeven we ons op het moeilijke pad van menselijke waarden, verwachtingen, ontwikkeling, opvoeding, samenwerking... en dit veronde'rstelt een diepe wijsheid en ervaring.

32 Geert Bouckaert tijdens een huwelijksinzegening te Natonln, bergprovlncie op de Filippijnen.

33 De schilderac,htige rijstvelden zijn de levensader van de lgorotten_ Rijst is immers het basisvoedsel van de mensen hier. Soms kunnen ze er wat groente.n mee mengen, en anders is het enkel rijst en zout. Vooral gedurende het regenseizoen valt er niet veel te bespeuren op de schotels. Soms eten de me,nsen vlees als de jagers wat wild hebbe,n meegebracht, of als er grote gele,genheden zijn zoals huwelijken of begrafenissen. Een begrafenis is een grote sociale bijeenkomst. Van heinde en ver komen de mensen om bij hun dode te waken voor 3, 4,... to't 7 dagen. Dan slac,ht men een karabao of een koe. De mensen willen bij hun dode blijven, he,m vergezelle,n... omdat zijn geest immers rust en vrede zoekt, niet alleen in het hiernamaals, maar ook hier o,p aarde. Niets is erger dan dat men hem zou negeren. Zijn geest zou zeker weerwraak nemen en ziekte en do'od zaaien onder de mensen, daarom die vrees en sympathie voor de dode. Maar de mens leeft niet enkel van feesten. Het leven in zijn ruwe werkelijkheid blijft drukke'n o'p onze e'envoudige mensen. Eigenlijk kunnen we o,nze mensen onder de sociaal arme klasse reke,ne,n. wat bezitten ze eigenlijk? Enkele'velden, een hut gebouwd uit materiaal uit het bos, enkele varkentjes, enkele kipden, kookpotten, ee'n paar beste klederen en ee,n of twee dekens. Hun jaarlijks inkomen bedraagt 1.00O B.fr. Dat verdienen ze door een beetje koffie, rijst, enkele kippen, of een varkentje te verkopen bij de meer begoede klasse van leraars e'n (government"-officidlen. Een georganiseerde markt bestaat er helemaal nie;t, zodat er geen mogelijkheid bestaat tot kapitaalvorming. Met dat geld moet het hele gezin, dat gemidde'ld zes kinderen telt, rondkomen. Gewoonlijk zijn er naast de kinderen in leven ook enkele (een paar) jong gestorven. Diezelfde familie zal dan pogen om 66n van de kinderen in onze school te late,n studeren, wat hen jaarlijks een 700 fr. kost. Gemiddeld eten de mensen 11/z chupa rijst per dag (: 3 waterglazen), maar toch kunnen ze bijna allemaal 3 maal per dag eten, wat niet overal waar is op de Filippijnen. De mensen zijn hier bijna allemaal landbouwers, maar hun landbouwmethodes zijn zeer primitief. De ploeg kent men niet, omdat de rijstterrassen veel te klein zijn en daaro'm ploegt de lgorot met een puntige stok of met zijn voeten. Deze methode keert nooit de bove,nlaag van de akker om, die geen enkel seizoen rust krijgt. De akker die ook nooit bemest wordt raakt uitge,put en de oogst wordt steeds minde'r. De velden worden bovendien zo dicht be,plant met rijst dat het weinige aan vruchtbaarheid uit de gehele oppervlakte gezogen wordt. Geen landbouw, maa,r roofbouw is dit! Met onze middelbare school trachten we aan die geweldige problematiek tegemoet te kome,n, en zo hebben we nu in de bergen ook o,nze eigen terrassen gemaakt om er een proeftuin aan te leggen. onder de leiding van een u.s.peace corps landbouwkundige zullen we volgend jaar de eerste resultaten zien van oe nieuwe groenten die we probeerden. Maar tooh blijven de magen klagen en is de ondervoeding een van de' oorzaken van de vele ziekte'n : bloedarm'oede. T.8.. dissenterie, bro,nchitis, wormen... verleden jaar was er zelfs chole,ra e,n werden we voor enkele weken in quarantaine ge,plaatst. Een van de grootste problemen is dus wel de medische verzorging. Het dichtst bijgelegen hospitaal is km. van hier, waarvan ge er 56 te voet moet gaan of moe't gedragen worden als ge ziek zijt. ziek zijn in Natonin is veel erger dan

34 ziek zijn in Roese4are. om deze nood wat te verlichten hadden wij een dokter uitgenodigd om hier te komen leven en werken. In iuni 1968 kwam de eerste dokter naar Natonin, Dokter Robespierre Lim. Vanaf het begin was hij natuurlijk van plan een kleine kliniek te bouwen, doch na een vlugge berekening zagen we in dat dit een hele dure zaak zou worden. ln Natonin is er immers niets te kopen en moet dus alles door het kleine sportvliegtuigje binnengevlogen worden : cement, zinken platen, nagels, bedden, glas Voor de vensters... een dure zaak als men weet dat een vlucht 80O fr. kost. Daarom maar de grote middelen aanwende,n en we klopten aan bij de grote organisaties. Het antwoord liet niet op zich wachten: Misereor-Duitsland wou helpen, ook waregem stemde toe, en de Amerikanen zouden voor het transport zorgen. Ee'n internationale aktie. Alles liep gesmeerd en de eerste helikopte,r zou komen op de 21ste april Die langverwachte helikopter heeft jammergenoeg nooit Nato'nin bereikt. Een 50 meter van de landingsplaats is hij naar beneden ges'tort. wat een ramp! Al het materiaal ve'rnield, e,nkele gekwe;tsten... en zelfs een dode: onze goede dokter. We waren sorakeloos en konde'n enkel bidden tot de God van alle leven. Schijnbaar een uitzichtloze toestand en toch konden we langzaam herstellen van de opgedane wonden. Doorheen de tranen ble,ef echter de zon schitteren. VooreerSt kwam na enkele maanden een nieuwe doctora het werk van de overleden dokter voortzetten : Dra. Lina Raymondo, de spirit van onze kliniek. De transportatie van het overige mate'riaal gebeurde gedeeltelijk door het vliegtuigje en een ander deel werd gedragen, 56 km. ver. Daarbij hebben de mensen boardfeet hout (: 10 grote vrac'htwagens) gedrage,n uit het bos' 3 uur ver. Nu is ons kliniekje at (: 25 bedden). We hebben het genaamd naar onze ov rleden dokter in Natonin : Dr. Robespierre B. Lim Memorial Clinic. De inauguratie had plaats de 14de mei. Voor de gelegenheid was er een team dokters uit Manila overgevlogen om de feesteliikh den cp te luisteren. Deze dokters zijn hier een week gebleven en hebbe'n consultaties gehouden en 15 belangrijke operaties, en dat allemaal kosteloos. Natonin was voor een week herschapen in een grote kliniek. Van heinde en ver wdr n Z ' gekomen, tot 5 dagen wandelen om genezen te worden. Het deed mij denken aan die passage uit het evangelie waar kreupelen, armen, blinden, lam'men..' waren opgekomen om de Heer te zien en genezen te worden. Natonin was voor een week " blijde boodschap > geworden voor zovele mensen. De blijde boodschap omvat echter nog andere facetten van het leven. Vernieuwing, o,ntwikkeling moet immers beginnen op alle tronten Van het leven tegelijk. De weg van de ouden verlaten doet men echter niet van vandaag op morgen. Met vele vertakkingen en taaie wortels zit de oude traditie vast in het religieuze en zelfs economische leven van de gemeenschap. De bergprovincie is grotendeels een on,toegankelijk gebied, waar duizenden gehuchtjes verscholen liggen. Zij leiden elk hun leventie en hebben weinig invloed op elkaar. He,t gezag in de dorpsgemeenschap berust nog volledig bij de ouden. 32

35 Zij zitten reeelmatig bijeen op grote stenen midden tussen de hutte'n de toestand te bespreken, beslissingen te neme,n. Zij zien dat de voorvaderlijke stam.gebruiken trouw worden nageleefd en dat de oude,stamve,ten niet vergeten worden. De koppensnellerij is do'or de aanwezigheid van politie wel moeilijker geworden... maar heimelijk brengen ze toch nog een hoofd mee, of vermoordt men iemand in de city als teken van mannelijkheid. Ze hebben n0'een gemakkelijke prooi gevonden in de kommunisten die in de bergen verscholen leven en door het government gezocht worden. Hun ho,ofden zijn voor onze mensen een goed excuus om hun gruwelijke tradities in ere te houden. De school heeft de jeugd nu wel andere ideedn gegeven over mannelijkheid en durf. Doch ook de school is niet in staat om de vrees voor de anito's (: geesten) uit te roeien. Wanneer elke me,nselijke,hulp voor ziekte, ongeluk, pest... geen uitkomst biedt, is er nog ste,eds een laatste uitleg : de kaniaw, het offer aan de vertoornde geesten. Vo,or hun voedsel hangen de geesten af van de mensen. Zij eten natuurlijk niet zoals de mensen, zij hebben alleen het innerlijke, de levensziel van het geofferde dier nodig. De ziol, de geest van de wezens moet vrijkomen door dieren te slachten, de rijstwijn uit te' storten en te doen verdampen in de rookwalmen van de kokende rijstpot. De levenskracht van het ge,offerde dier vormt de menselijke losprijs voor de aangetaste, verminderde levenskracht op aarde: ziekte, dood, slechte oogst, onvruchtbaarheid, pest zijn er de bete,kenisvolle teke'ns van. Wanneer een langdurige ziekte moet bezworen worden moet de gehele verwantschap, 5 graden ver, bijdragen. Zo kan een gehele familie tot de bedelstaf gedwongen worden door de vele offers vccr en na de dood van de pati6nt. Huisraad, kleinvee, buffels en akkers kunnen daarbij verpand worden, want he't leven i.c. werd zo sterk aangetast dat een sterke levenskracht moet vrijkomen, om dit kwaad, dit verlies aan leven weer goed te maken. De dorpsgemeenschap onder de leiding van de ouden wil liever de risico's van de hongerige en hebzuchtige geesten niet ne,men. Voorko,men is hier beter dan genezen! ledere schram of wonde. hoe klein ook. betekent verlies van levenskracht en moet dus beantwoord worden met een of{er. Ee,n bloedneus kan reeds een offer kosten, omdat ve,rlies van bloed, verlies van leven beteke,nt. Verleden jaar raakte een student per ongeluk met zijn stick in softbail het gelaat van een medestudent... er vloe,ide bloed. Er ontstond een hele herrie. De student moet een karaboa betale,n vor de bloedneus! Ook de dood van Dr. Lim wordt door onze mensen op een zeer eigen wijze uitgelegd. Dr. Lim paste hier de family-planning toe, en dat betekent leven tegenhouden. Volgens de ouden moest hij sterven, want hij belette de leve.nskracht uit te bre,iden. De geeste,n moesten hem doen verdwijnen, want hij had zich de goddelijke kracht willen toe6igenen. Aan iedere wending van het leven staat de " kadawjam ", het stamgebruik dat als maar offers voorschrijft. Vijf offers zijn nodig in de cyclus van de rijstbouw, vijf voor ee'n huwe'lijk, drie om een huis te bouwen... Misschien is dit voor U ee moo,i verhaal, maar voor ons e'en harde realiteit en een domper op elke re6le vooruitgang. Altijd is er de vrees voor de geesten e,n go'den. Altijd is men onderworpe,n aan het noodlot. Ziekte, teeenslag, ontgooc,heling... zijn straffen die men gewillig moet ondergaan.

36 Feestmaal in een van de barrio's in de bergprovincie op de Filippijnen,

37 Hoop, geprikkeld worden door een betere toekomst, werken voor een betere wereld, zijn vage idee6n, zijn verre dromen voor onze mensen. Het past niet in hun levensfilosofie. Maar deze waarden zijn echter onze levensinzet, de be. staansreden van o,nze zending, het ideaal van de missionaris. u begrijpt hoe moeilijk het wordt als die twee werelden elkaar ontmoeten en pogen met elkaar in dialo'og te treden. Ee.n gesloiten, traditionele wereld vastgeankerd in de idee'6n van noodlot, stilstand, stamgebruiken en particuliere bloedbanden en oe revolutio'naire wereld van hoop, vooruitgang, gemeenschapsvorming die veroer reikt dan stam e,n familie, rechtvaardigheid... Daarcm zal elke technische vooruitgang te kampen hebben met deze werkelijkheid. Laat me dit even illustreren : onze kliniek betekent meer voor de mensen dan het gebouw, de medicijnen en de doctora. Het is een uitdaging en een overwinning over de hebzuc,htige geesten. Het betekent het einde voor cle pessimistische leve'nshouding, ziekten kunnen immers genezen worden. Het leven Kan nu meer menselijk, vrijer benaderd worden. Er is hoop! F;etzelfde pro'blee,m hebben we met onze weg naar de buitenwerelcl. Al zovele jaren worden er door het " government " fcndsen uitgegegeve:r voor oe zgn. onmogelijke weg. Als men al het geld goed gebruikt had, dan hadden we hier al een autostrade in Natonin. Maar wat ge,beurt er? Onder druk van de ouden worden al de gelden eenvoudig verdeeld onder de vrieden van de politico's. Zo krijgt ieder zijn deel, e'n dat hebben de mensen veel liever, omdat, als er eenmaal een weg is, het ook gedaan is met de fondsen en met de familiesteun. leoereen weet dat het verkeerd is, maar niemand durft spreken. Er is inderdaad geld genoeg in Natonin. Er zijn de " goverment "-officidlen me,t hun vrie,ndjes, er zijn de pensionado's van de 2de wereldoorlog, er zijn talrijke leraren die allemaal zeer goede salarissen krijgen. Maar de ganse gemeenschap zuigt die salarissen letterlijk leeg. Er is geld geno,eg om technische vooruitgang te introduceren, om de landbcuw te verbeteren, om het voedsel te verbeteren, om lvegen aan te leggen... maar wie zal het daarvoor ge,bruike,n? Wie denkt er aan iets te doen voor de gemeenschap, om rec,htvaardig de salarissen te besteden? Men denkt enkel in termen van particuliere familie's, vriendjes, bloedverwanten, zichzelt I Machines en technische vooruitgang zijn een ccncrete hulp maar niet de, uiteirrdelijke oplossing voor Natonin. Er zijn hier intellektuelen en universitairs Eenoeg die dit ook kunne,n, er zijn landbouwkundigen, iimmerlieden, verpleegsters, technici... die betaald worden door het government. Maar wat cntbreekt is de spirit, de mentaliteit, de overtuiging om te werken voor de tcekomst van hun volk. Na enkefe maanden terug in hun barrio, leven al deze intellektueien 'Le'rug als natives, ze vervlakken, en he'rvallen in hun oude gewocnten, en wachten op hun maan'delijks salaris. Hoeveel le,raars zijn werkelijk ge:interesseerd in de o,pvoeding en de vooruitgang van hun lee,rlingen? Van de 185 c,fficidle schooldagen, worden er in feite maar * 130 klas gegeven, de oveiige dagen verblijven de feraars op hun velden of gaan ze inkcpen dcen in de s,tad. Hun training als leraar was enkel een uiterlijk laagje. Mentaliteitsverandering, zin voor rechtvaardigheid en gemeenschap zijn de principes voor de ontwikkeling van Natonin. lk denk dat dit ons meest specifieke werk is, en daarom hebben de missionarissen altijd scholen ge.bouwd en opvceding gegeven.

38 Geert Bouckaert op excursie in de bergen samen met zijn ondertussen verongelukte inlandse geneeshe r, dokter Lim. 36

39 In de barrio's tracht ik nu stilaan plaatselijke leiders te vormen, catechisten die de ohristelijke lwenshouding moeten voorleven en vertalen in het plaetselijk leven van de gemeenschap. lk ben 7 getruwde mensen aan het vormen, die de leiders van morgen moeten worden. ledere maand komen we samen en tractten aan de hand van de christelijke boodschap ons te bezin,nen op het dagelijkse leven van onze mensern,, het is te begrijpen en te beinvloeden. Dit is onze getuige,nis hier in Natonin. De mensen een kans ge\ren om te lwen vanuit de bwrijdende boodschap van Jezus, want wij geloven dat het voor de mens beter is van,uit Jezus' Geest te leven. Geert Bouckaert

40 Onze ontmoetingsdag'72, een daverend succes Ook dit jaar hoopte,n de inrichters weer op een grote opkomst voor de vierde uitgave van de traditionele, e,lf-november-ontmoetingsdag. Ook dit keer werd die zo gedurfde hoop volledig bewaarheid en zelfs in ruime mate, overtroffen. Alhoewel de inschrijvingen voor het feestmaal reeds ver het aantal van verleden jaar overtroffen, toch had men nooit zoveel deelnemers durven verwachten. De zaal zou late,r bijna te' klein worden om al de enthoesiaste oud-leerlingen met hun eega's of verloo{den op te vangen. Daar 11 november dit jaar op een zalerdag viel, werd besloten het feest's avonds te laten doorgaan in plaats van 's voormiddags zoals bij vorige gelegenheden. Zo het weer zich niet als een bondgenoot voor het feest aankondigde, toch kon de hevige wind e'n later de koude regen het warme entoesiasme van de honderden o,ud-leerlin,gen niet afkoelen noch blussen. Integendeel, zeer talrijk waren ze reeds om 17h30 o'pgekomen voor het bijwonen van de E.ucharistieviering in de kerk van he't Klein Seminarie, opgedragen voor de overleden o,ud-leerlingen en oud-leraars door de heer A. Modde, S,uperior, die ook de homilie uitsprak. Na de, plechtigheid trok het gehele gezelschap op naar de oude vertrouwde feestzaal waar de ontvangst van de genodigden en sympatisanten in een prettige sfee'r verliep. Een ploeg leerlingen onder leiding van de heer L. Monbaliu voor de gelegenheid in een keurig wit kelnersjasje gestoken - zorgde ervoor dat iedereen stipt bediend werd en meermaals kon tikken op elkaars gelukkig terugzien. Tussen de heildronken door, richtte de Superior in een gelegenheidstoespraak zijn welkomstwoorden tot de feestvierders. " lk verwelkom de mee,r dan 330 mensen die hier in deze vertrouwde zaal komen verbroederen en verzusteren en nu meer dan ooit terugden'ken aan de zes o{ meer jaren die ze hier doorbrachten ", aldus de Supe,rior, die natuurlijk hierdoor wat hilariteit in de zaal uitlokte. " Er is in het college van eertijds veel veranderd. Niet alleen zijn er nu de nieuwe gebo.uwen, maar ook in de samenstelling van de leraarsploeg zijn er opmerke. lijke wijzigin,gen ingetreden, o.a. zijn er nu nog slechts 16 priester-le,raars voorhanden. Ook in de same,nstelling van het leerlingenaantal vallen er belangrijke verschuivingen te noteren. ln 1930 waren er 291 ll. in de Latijnse tegenover 65 ll. in do Moderne. In 1950 resp. 350 en 141, in 1962 resp. 4O7 (het record) en 329; in 1967 werd practisch het evenwicht bereikt met resp. 369 en 364, maar in 1972 overtrof de Moderne de Latijnse met resp. 601 tegenover 334 ll. " Verder vestigde hij de aandacht erop dat de mentaliteit van de leerling zich gewijzigd hee{t en dat de sfeer in het college anders geworden is dan vroeger. < Er is zoveel gewijzigd in het Klein Seminarie D, aldus de spreker, " maar niet altijd ten ongunste ". 38

41 Na de dankbetuigingen aan het adres van de voorzitter van de oud-leerlingenbond, aan de leden van de raad van beheer en aan al de anderen die zich voor het feest ingezet en " gesleurd " hebben, nodigde hij tenslotte iedereen uit om een bezoek te brengen aan de oude vertrouwde plekjes van het Klein Seminarie evenals aan het nieuwe gebouwencomplex. Weldra wurmden zich de oud-leerlingen naar buiten om hun zo vertrouwde hoekjes weer op te zoeken. Tot hun grote opluchting kregen ze we,er contact met hun vervlogen collegetijd via de oude trapzalen en de oude klassen. Enkelen zochten tevergeefs naar de oude, heel lange studiebanken met wellicht hun namen als hi6ro9liefen erin gegrift. Deze " monumenten, zijn echter gesneuveld na de inge'bruikname van de nieuwe klaslokalen. Voor de internen echter is de studiezaal en de refter nog een blijvende herinnering. Velen betreurden echter dat de slaapzalen afgesloten waren want daar werden toch wel de meeste grappen en fratsen uitgehaald. Dit hoorde men althans uit de m.ond van vele oud-leerlingen die zich net als zovele jaren terug, weer door die donkere trapholtes bewogen. Dat de her-confrontatie met het collegeverleden altijd weer boeiend is voor een oud-leerling getuigt wel het feit dat het toch reeds tegen 20 h 15 aanliep toen de Iaatste genodigden het Park Rode,nbach binnenstroomden, waar intussen de zaal reeds bomvol ge,lopen was. Er heerste veel vreugde bij de klassen die dit jaar aan de beurt kwamen (1931 tot'35, 1951 tot'55, 1962), vooral bij het uitgangsjaar 1947 dat zijn 2$jubileum vierde. O'ok de jongste feestvierende klas - uitgangsjaar was goed vertegenwoordigd. De organisatoren mogen er prat op gaan dat hun inspanningen voor die groep vruchten hebben opgeleverd. Jammer dat de deelnemers van de Moderne '67 eerder schaars waren. Nia de eerste gang hield de nieuwe voorzitter van de oud-leerlingenbond, de Heer L. Deburghgraeve, op zijn beurt een welkomstrede, waarin hij allen dankte voor deelname en medewerking aan het feest, zowel de leden als he,t bestuur. Voor het inte,rmezzo en de luimige noot tussen de lekkere hapjes in, zorgde de alomgekende, Willem Denys (Ret. '31), de " geestige " vader van " Peegie " en voorzitter van de heemkring " Bachten de Kupe ", uitgever van de jaaralmanak < 't Manneke uit de Mane '. Voor een zeer aandachtig toehorend publiek gaf hij een paar van zijn leukste moppen te,n beste, die te4kens op een enorme schaterlach onthaald werden. Door het feit dat het aantal aanwezigen (340) veel hoger lag dan dat van vorig jaar was de sfeer ook anders. Hierdoor viel het ook moeilijker om een paar redenaars of lolbroeke,n achter de micro te krijgen. Gelukkig toonde de heer A. Vandoorne (Mod '35) zich bereid om e'en anekdote te vertellen over zijn lange tonee,lspelersloopbaan als Alberto Van Dorno bij " De Rum'beekse Trekvogels ". Wij leerden o.a. dat het dank zij zijn begrijpende echtgenote is dat hij nu nog p'p de planken staat of de regie waarneemt.

42 Dat Willem Denys tenslotte de show stal door nog een tweede maal moppen te tappen, hoeft geen verder betoog. Het aloude gezegde " Fiet Klein Seminarie zendt zijn zonen uit > werd ook nu bewaarhe,id want de oud-leerlingen kwamen weer vanuit alle windstreken naar het Rodenbachpark cvergevlogen. Ook bekende politici wilden deze samenkomst met hun vroegere klasvrienden niet missen en vergate'n voor 66n keer hun gewone politieke bedrijvighede,n. De nacht was reeds een flink stuk gevorderd toen de laatste feestvierders het Rodenbachpark verlieten. Op eenieders gezicht kon men de tevredenheid lezen. Het waren niet die strakke bleke gezichten die men 's morgens of 's avonds op de trein, bus of tram ontmoet, maar vrolijke, ge,lukkige gezichten die het jammer vonden dat de avond zo vlug voo,rbiigegaan was. ledereen was blij weer eens ie'dereen teruggezien te hebben en vond het spijtig dat niet de gehele klas er " bij " was geweest. Pas in die omstandigheden realiseert men zich heel duidelijk de realiteit van de dood, want bij elke klas vallen er spijtig genoeg afgestorvenen te betreuren. Velen vroegen ons wanneer ze nog eens zouden uitgenodigd worde'n want het was zo aangenaam geweest. Ook de deelnemende dames lieten zich niet onbetuigd. Ze vonden het biezonder le.uk aan het feest te hebben mogen deelnemen en vonden het bovendien prettig te hebben kunnen kennismaken met de vrienden van hun levenspartner over wie zij reeds zoveel hadden horen vertellen, doch die ze nog nooit eerder hadde,n kunnen ontmoe.te,n. In vele gevallen waren het de dames zelf die informeerden of de klas niet m66r kon samenkomen, want o6k zij hadden nieuwe vriendinnen gevonden onder hun vrouwelijke disgenoten. Zo zagen we opnieuw dat de band van vriendschap, die zovele jaren terug - voor de meesten sedert heel lang - gesmeed werd, dichter werd toogehaald en zelfs verstrekt. Het 11 novemberfeest had zijn doel bereikt... en zal onve,rgetelijk blijven voor de ruim 340 feestvierders. Volgend jaar doen we nog beter...

43 E6n van de vervelendste sankties, door God weet welke bijdehandse pedagoog uitgevonde'n, was het nablijven. Bijvoorbeeld tot half acht in plaats van zeven uur; op zaterdag tot vijf, zes of zeven uur in plaats van tot vie'r uur; en in het ergste geval op zondag van zeven tot zeven in plaats van doodgewoon vrijaf. Zo vaak kwam deze topper nu ook niet vo,or, want zoals het meestal wel gaat in de samenleving was ook hier de sanktie op de eerste plaats effektief door haar zuiver bestaan, eerder dan door haar toe,passing. Maar toch, soms moet de gemeenschap eens herinnerd worden aan de sanktie. Koen en Hendrik waren do twee slachtoffers. Van zeven tot zeven. Het kwam er in dit geval op aan om klokslag zeven uur daar te zijn en tot klokslag zeven uur daar te blijven. Wat er al die tijd moest aangevangen bleef in veel gevalle'n in de mist. Verbitterd om de verlepte zondag hadden Koen en Hendrik er het kaartspel bijgehaald, wisselden af met dam en schaak, en als tenslotte het laatste greintje inte'llektue,le soepelheid o'pgestiifd was, verlieten ze zich op de bodemloze ketel pubersmoppen. Tegen zessen konstatee'rde He'ndrik plots dat hij nog geen kerkelijke dienst had bijgewoond. Toe,n ware'n er in de stad slechts twee avondmissen : om zes uur en om half zeven. ln elk geval, binnen de straftijd. Sjo,nge, daar stak muzie,k in. Maar hoe dat aan te leggen? Zich verslapen vanmorgen, dat was het enige dat erop zat, al was het dan nog flink met spek geschoten. De tijd vorderde nu snel, en naargelang de wijzer daalde veawaarde de hartslag. Het zou toch maar een zure grap zijn, opperde Hendrik. Nee maar, nu niet meer terugkrabbe,len kerel! Do,c,h kere,l had nog een e'n ander op zijn kerfstok deze week, en gaf er toc'h maar liefst de brui aan voor vandaag. Nou, dan zou koene Koen zich maar weer eens voor de wagen spannen, en met een uitgestre'ke,n gezicht toog hij naar de leraarskamers. Vijf over half zeven. Hendrik zat op zijn nagels te bijten en verkneukelde zich in de gedachte dat hij weer roos geschoten had. Hard bonkte de klasdeur open en Koen, pompoenrood, sleepte zich binnen, lachtte als ee'n biljartlaken, betastte zich overal, en eerst toen hij ervan overtuigd was dat hij er niets wezenlijks had bij ingeschoten, hortte hij er zijn pijnlijke belevenisse,n uit. Het fatum besliste dat het de twee sjofelen de week erop net ee'nder verliep, en zij dus het voor dezelfde leraar konden opdraaien van zeven tot zeven. Als de duivel er mee gemoeid is I En hij was ermee gemoeid, want het besluit stond koppig vast, beide,n zo'uden het ver'tikken om naar de mis te, gaan v66r ze op straf kwamen. De leraar bleek het deze'keer ook niet zo gerust te nemen, want 66n uur v66r de straftijd verliep verscheen hil in de desolate studiezaal, ontnam hen de kaarten en plaatste hen elk aan 66n kant van het lokaal. Hiize'lf ve'rhie{ zic'h voilig op de katheder, bad de getijden, en wachtte. De twee belhamels zagen de wijzer zakken, loensten veelbete'kenend en vrage'nd naar elkaar, maar het leek alsof ze er hun leven mee mo,esten verpanden. Het wijze'rtje sloop sluiks over half zeven en de stilte bleef hangen tot zeven uur, toen de stem uit de hoogte de poorten der vrijheid weer voor ze ope,nde.

44 Woensdagvoormiddag, biechtstudie. Koen en Hendrik hadden het al eens verzuimd de laatstse tijd, het was dus maar betamelijk da,t ze zich nog eens aan het geestelijk vat ginge'n laven. Beslist stapten ze naar de kerk, en waarom niet, het moest toch niet altijd dezelfde biechtvader zijn, dus maar ee'ns overschakelen. Een nieuw geluid, een nieuwe lente. Even kijken of die loense met zijn zeven-zeven ook als biechtvader iets in zijn mars had. Koen zette zich geduldig in het rijtje, schoof regelmatig 66n plaatsje dichter en moest zich de lippen purper bijten om zich ernstig te houden toen hij het hokje binnenging. Veel te vroeg ging het schuifje open. De twee besnuffelden elkaar eens, en in het volle besef van wat er op til was,doorbrak de biechtvader de stilte : ahwel? Zonder kruisteken, zonder gebed, zonder enige vorm van inleiding liet Koen het berouw van zijn lippen druipen : eerwaarde vader, ik ben zondag niet naar de mis geweest. Geen bom zou het beter gedaan hebben. Ee,n onme'nselijke stilte, maar dan het kleuren van de kop, het hijgen van de borst, het pe,rsen van de lippen, het snuiven van de neus, het beven van de handen, het vuren van de ogen, het knipperen van de wenkbrauwen, het perelen van het zweeit, het rijzen van de haren. En aan de buitenkant van het venstertje die omogelijke drang om te bulderen. Gelukkig, de verlossing kwam wijs van de' binnenkant. Met een smak werd de ko,mmunikatie doorgesneden, en Koen die verwachtte dat de tol nu buiten zou moeten betaald worden, kromp angstvallig ineen. Doch niets verroerde en na e'nkele sekonden van herademing hoorde hij het schuifje langs de andere kant openen. Met gespannen lippen en zijn neus in de hand gewasspeld spoede de tomaat zich uit de biechtstoel, blikte achterin de kerk waar brave Hendrik klaar zat, en met z'n tweedn haastten ze zich buiten. Toen de deur achter ze dichtplofte barstte de bui als een o,pens,pattende ballon do'or de gang, en wanneer het schuifje langs de eksplosieve kant we.er openging, was er niemand om het hen na te doen. Lieven Vande Kerckhove

45 Examenuitslagen van onze oud-leerlingen OUDE HUMANIORA UITGANGSJAAR 1971 Babylon Filip, Roeselare lste Kandidatuur A,potheker Beel lgnace', Roeselare lste Kandidatuur Geneeskunde Voldoe,ning Voldooning Brouckaert Eddy, Roeselare lste Kandidatuur Handelsingenieur Grote Onderscheiding Bruggeman Jan, Roeselare lste Jaar Sociaal Assitent Cardoen Lieven, Roeselare lste Kandidatuur Geneeskunde Declercq Frans, Rumbeke lste Kandidatuur Re.chten Degryse Rudy, Oostnieuwkerke lste Kandidatuur Economische. Wetenschappen Voldoe,ning Desutter Luc, Oostnieuwkerke lste Kandidatuur Rechten Froeyman Paul, R'oeselare lste Kandidatuur Burgerlijk lngenieur Gerard Emmanudl, Roeselare lste Jaar Wijsbegeerte Grote O,nderscheiding Gheysen Fons, Roeselare lste Kand. Ioe,gepaste Econ. Wetensch. Onderscheiding Heyman Herman, Roeselare lste Jaar Wijsbegeerte Maes Geert, Roeselare lste Kand. Toegepaste Econ. Wetenschappen Martens Dirk, Knokke lste Jaar Zeevaartschool Noppe Geert, Moorslede lste Kandidatuur Geneeskunde Voldoenino Olivier Marc, Rumbeke lste Kandidatuur Germaanse Grote Onderscheiding

46 Sercu Frans. Roeselare 1ste Kandidatuur Economische Wete'nschappe'n Vo,ldoening Swaenepoe,l Jan, Hooglede lste Jaar Onderwijzer Tessier Luc, Roese,lare Voorbe're,idend jaar Technisoh Ingenieur Vandecasteele Luc, Oostnieuwkerke lste' Kandidatuur Geneeskunde Grote Ondersc'heiding Vande,ndriessche Geert, Rc,eselare lste Kandidatuur Ge'neeskunde Vandewalle Dirk, lzegem Voorbereidend jaar Burge'rlijk Ingenieur Geslaagd Vanherpe Pieter, Roeselare lste Kandidatuur Rec.hten O'ndersoheiding Van Looy Rik, Roeselare lste Jaar Toegepaste Econ. Wetenschappen Vanneste Jan, Roeselare lste Kand. Toegep. Econ. Wetensch. Grote Onderscheiding Vantomme Ro,bert, Moorslede lste Kandidatuur Biologie Voldoe'ning Vantomme R.oger, Moorsle'de lste Kandidatuur Lic'hamelijke Opvoeding Voldoe,ning Van Walleghe,m Danny, O,ostnieuwkerke lste Kandidatuur Burgerlijk Ingenieur Vercruysse Jef, Roeselare lste Kand. Toegepaste Econ. Wetensch. Onderscheiding Vercruysse Joost, Rumbeke lste Kandidatuur Geneeskunde Wyffels Gee'rt, Hooglede lste Jaar Regent Onderscheiding O'nderscheiding UITGA,NGSJAAR 1970 Bedert Hubert, Rumbeke lste Kandidatuur Rechten Beeckaert Frank, Roeselare 2de Kandidatuur Flechten Voldo,ening O'ndersc,heiding Bommerez Jan, Roese'lare 2de Jaar Toegep. Econ. Wetensch. Grote Onderscheiding

47 Bo,nte Freddy, Passendale 2de Jaar Orthopedagogie Boutens Herman, Roeselare lste Jaar Technisc,h lngenieur Coddens Gerrit, Rumbe,ke lste Kandidatuur Fysica Debaes Jos6. Rioeselare zde Jaar Tochn'isch Ingenieur Deburghgraeve Guido, Roese,lare 2de Kandidatuur Geneeskunde O'nderscheiding O'nde,rscheiding Voldoenino Deceuninck Marc, Roeselare 2deKandidatuur Burgerlijk Ingenieur Onderscheiding Decock And16, Roeee'lare 2de Jaar Wijsbegeerte Decock Carl, Roeselare 2de Kandidatuur Landbouwingenieur De Grave Stefaan, Rum'beke 2de Jaar Verpleger Denturck Luc, Oostnieuwkerke 2de Kandidatuur Apotheker Depondt Luc, Roeselare lste Kandidatuur Pedagogie De Schepper Guido,, R,oeselare 2de Kandidatuur Handelsingenieur De Slo,over Luc. Rumbeke lste Jaar Programmeur Dewagtere Karlos, Hooglede 2de Kandidatuur Rrechten Onderscheiding Voldoe,ning Geslaagd Dewulf Paul, Roeselare lstejaar Godsdiens'tweten,sohappen Onderscheiding Fockaert Ludwig, Ardooie 2de Jaar Wijsbegeerte Han'oulle Patrick, Roeselare 'lste Kandidafiuur Landbouwingenieur Lommee Paul, Roeselare 2de Kandidatuur Rechten Lyphout Claude, Staden 2de Kandidatuur Reohten Mittenaere Roland, Staden 2de Kandidatuur Fleohten Vo,ldoening O,nderscheiding

48 Provoost Paul. Roeselare 2de Kandidatuur Scheikunde Vandecappelle Guido, Roeselare 2de Jaar Toegepaste Econ. Wetenschappen Vanderschaeghe Jean-Pierre, Roeselare 2de Jaar Regent Vandewalle Philippe, Ruddervoorde lste Jaar Technisch Ingenieur Van Eeckhout Pol, Roeselare 2de Kandidatuur Geneeskunde Onderscheiding Onderscheiding Van Holm Lieve,n, Roeselare lste Kandidatuur Landbouwingenieur Vanraes No6l. Roeselare lste Jaar Technisc,h Ingenieur Vanwalleghom Philip, Rumbeke lste Kandidatuur Apotheker Van Walleghem Ronny, O,ostnieuwkerke lste Jaar Laborant Onderscheiding Wallaeys A,ntoon, Roeselare 2de Kand. Burgerlijk Ingenieur Grote Onderscheiding UITGANGSJA"AR 1969 Aerbeydt Luc, Ro'e,selare 2de Prijs Gitaar Algoet Karlos, A,rdooie lste Proef Burge,rlijk lngenieur Arteel Paul. Roese'lare lste Licentie Re'c'hte,n Cardoen Lode', Roeselare lste Proef Apo,theker Comptdaer Johan, Hooglede lste Proef Apotheker Deceuninck Rik, Roeselare lste Jaar Teohnisch Ingenieur De Coninck Jan, R;oeselare lste Proef Handelsingenieur De Jonckhee,re Hendrik. Roeselare 2de Kandidatuur Rechten Geslaagd O'nderscheiding Onderscheiding

49 Delie Frans. Roeselare 2de Kandidatuur Rechten De Man Bart, Roese'lare lste Lice.ntie Rechten de MOelenaere Luc, Staden lste Lice'ntie Rechten De Visschere Erik, Ardooie 3de Kandidatuur Veearts Froeyman Roland, Roeselare lste Proef Burgerlijk Ingenieur Lefe'vere, Paul, Roeselare lste Licentie Rechten Lievens Eugdne, R,oeselare lste Prijs Harmonie Voldoeriing O'nderscheiding Grote O'nderscheiding Meuleman Paul, Moorsele lste Licentie Handelswetenschappen Pollet Joze, Aartrijke 3de Jaar Maatsohappelijk A.ssistent Popelier Eric, A,rdooie 3de Jaar Ve'rpleegkunde Salembie,r Jo,han, Roeselare 3de Kandidatu'ur Geneeskunde Sercu Piet, Roeselare lste Licentie Handelsingenieur Ondersc'heiding Geslaagd O'nde'rscheiding Sinnaeve Guido, Keiem 2de' Kand. Toegepaste Econ. Wetenschappen Vandamme Jan, Roeselare 3de Kandidatuur Veearts Vandekerckhove Antoon, Roeselare 3de Kandidatuur Ge'neeskunde Vanden'berghe Luc, Roeselare 3de Jaar Kinesie Van Gampelaere. Paul, Roese,lare 2de Kandidatuur Burgerlijk Ingenieur Vanhecke Lode', Roeselare 2de Bacc. Wijsbegeerte Van Poucke lg'naas, Mo,orslede 3de Kandidatuur Veearts Vergote Ge'ert, Roeselare 2de- Jaar Regent L.O. Vyncke Peter, Roeselare 3de Jaar R..T.C.S. Voldoe'ning Geslaaod

50 U'ITGANGSJA.AR 1968 A,lgoet Paul, Ardooie 'lste Proef Burgerlijk Ingenieur Grote O'nderscheiding Bal Hubert. Moorslede lste Doctoraat Geneeskunde Balduyck Lieven, Rumbeke 2de Licentie Tolk Geslaagd Onderscheiding Bertran'd Bernard, A"rdooie lste Jaar Toege,paste Econ. Wetenschappen Voldoe'ning Decaestecker Luc, Beselare lste Doctoraat Geneeskunde Deceuninck Johan, Roeselare lste Kandidatuur Geneeskunde Degroote Joris, Passendale 2de Licentie Rec,hten De Keukelaere Carl, Roeoelare 2de Licentie Rechten Depo,ndt Paul, Roeselare 2de Jaar Technisc,h Ingenieur Devos Jan, HooElede 3de Jaar R..T.C.S. Devos Johan. Roeselare lste Jaar Technisch lngenieur Geeraert Gee,rt, Oostnieuwkerke 2de Proe{ Burgerlijk Ingenieur Fiaspeslagh Jan, Riu,m,beke 3de Jaar Lemmensinstituut Holvoet Johan. Ftoeselare lste Proef A,potheker O'nderscheiding Onderscheiding O'nderscheiding Ondersche'iding Vo'ldoe,ning Lambrecht Lode, Rumbeke 3de Jaar Chiropracticus Leyn Guido, Hooglede 2de Proef Apotheker Gro/te O'ndersoheiding Vo,ldoening Masschelin Jan, Ruiselede 2de Kandidatuur Handelswetensohappen Mafite'n Antoon, Hooglede, 2de Licentie Gesc,hiedenis O'osterlynck Herman, Roeselare 4de Jer Architect

51 Ple'ts Luc. Roeselare 2de Proef Burgerlijk Ingenieur Santy Jozef, Brugge lste Licentie R,echten Vandaele Fascal, Ledegem lste Doctoraat Veearts Van'decappe'lle Johan, Ro,eserlare 1ste, Doctoraat Geneeskunde Vandeke,rckhove Bart, Roeselare lste Doctoraat Geneeskunde Vandekerckhove Ansf ried, Koolskamp 4de Jaat Architect Onderscheiding Vandewalle Willy, S'taden 2de Lic. Oost. Tale,n en Gesch. Grootste Ondersche'iding Van Raes E.ric, Roeselare lste Jaar Technisch Ingenieur Van Rcbays Jo'han, Roeselare lste Doctoraat Geneaskunde Vergote Phul, Roeselare lste Doctoraat Geneeskunde Verriest Eric, Roese,lare 2de Pro,ef Burgerlijk Ingenieur Verstraete Jozef, Roeselare lste D,octoraat Veearts Watteyne Ro'land, Hooglede lste Doctoraat Geneeskunde O'nderscheriding Onderscheiding Voldoe,ning O'nderscheiding UITGANGSJA,AR 196,7 Balduyck Marc, Rum,beke Journalistiek Bortrand Philippe, Ardooie zde Doctoraat Geneeskunde Bouckaert Johan, Roeselare 2de Lic. Polit. e'n Soc. Wetensch. Onderscheiding Ondersche'iding O'ndersoheiding Crevits Luc, Ardooie 2de Docto'raat Ge'neeskunde Grote O'ndersoheiding Decoster Jean-Paul, lzege'm zde Doctoraat Veearts

52 DeDondt Geert, Roeselare 2de Licentie Psychologie Voldoe'ning De Pooter D'irk, Rumbeke 2de Doctoraat Geneeskunde Deroo Van Maele Paul, Roeselare 3de Jaar Godgeleerdheid Bisdom Dochy Frank, Roeselare 2de Licentie Nratuurkunde Dumont Lieve'n, Roeselare Kinesie Hinnekint Ro,bert, Moorslede 2de Doctoraat Veeads lnge,ls A,ntoo,n, Zwevezele Openbare Werken Lesage Jean-Pierre, Hooglede 3de Licentie Rechten Onderscheiding Ondersc'heiding Ondersc'he'iding Voldo'ening Lioen He,ndrik, Zwevezele 2de Licentie Handelswetenschappen Moyaert Walter, Roeselare 2de Licentie Wiskunde Nuytten Hendrik, Geluwe 2deJaarProgrammeur-Analyst GroteOnderscheiding Oplinus Stefaan, Roeselare 3de Licentie Rec,hten Parrein Hubert, Westrozebeke 3de Licentie Rechten Onderscheiding Grote O'nderscheiding Sioen Marc, Dadizele Enige Licentie Ziekenhuiswetensohappen Strobbe Frank, Roeselare 2de Kan'didatuur Burgerliik Ingenieur Vandamme Jozef, Roeselare 2de Doctoraat Geneeskunde Vandenbulcke lgnace', Roeselare 3de Licentie Rechten Vandoorne Carl, Dadizele zde Jaa( Technisch Ingenieur Vankeirsbilck Tillo. Eindexamen Apotheker Vermeersch Luc, Roeselare 2de Doctoraat Geneeskunde Werbrouck Francis, Roeselare 3de Licentie Rechten Onderscheiding O'nderscheiding

53 UITGANIGSJAAR 1966 Deburghgraeve Johan, Roeselare 4de Jaar Godgeleerdheid Bisdom Denys Arthur, Werken 2de Doctoraat Veearts Dumortier Francis, Kortrijk 3de Proef Burgerlijk Ingenieur Houthaeve Ro,be,rt, Flumbeke 3de' Jaar Theologie Labeeuw Andr6, Rumbeke 3de Doctoraat Veearts Lammertyn Paul, Roeselare 3de Jaar Optieker Maertens Paul, Westrozebeke 3de Doctoraat Veearts Malisse Paul, Roeselare 3de D'octoraat Geneeskunde Pauwelijn Ernest, Oostvleteren 3de Doctoraat Veearts Van Coillie Johan, Roe elare 3de Doctoraat Geneeskunde Vandendriessche Jan, Roeselare 3de Licentie Rechten Vandevelde Jozef, H,ooglede 3de Proe{ Burgerlijk Ingenieur Wolfcarius Roger, Wakken 3de Proef Burgerlijk Ingenieur Vo'ldoening Vo'ldooning U.ITGANGSJAAR 1965 Callewaert Jan, Gits Eindexamen Ge,neeskunde Deleersnijde,r Gerard, Pittem Eindexame'n Geneeskunde De,muynck Paul, Fio'eselare Eindexamen Geneeskunde Go'ddyn Jan, Gits 2de Kandidatuur Psyohologie Grote O'ndersoheiding Voldoe,ning

54 Ho6ten,s Willy, lchtegem lste Jaar Pedagogie Lefere Jan. Roeselare lste Licentie' Rechten Roets Achiel, Beernem Sde Jaar Godgeleerdheid Sohockaert Piet. Roeselare lste Licenitie Tandarts Vo,ldoening Voldoenin'g Seaux Christian, Roeselare 2de Licentie Economische Wetensohappen Traen Willy, Roeselare Eindexamen Geneeskunde Voldooning Vansteeland Antoon, Roeselare 2de Kandidatuur O,osterse Filologie Grote Onderscheiding Vinckier Frans. Rumbeke Eindexamen Geneeskunde O'nderscheiding OUD'ERE JARENI B.ouckaert Jacquas, Ro,oselare Eindexamen Geneeskunde Biesbrouck Maurits. Roeselare Eindexame'n Geneeskunde Oailewaert Winant. Gits Gr. v. Lic. Oosterse Fil. en Gesch. Grote O'ndersc'heiding D'e,prettere And16, Roeselare Eindexamen Geneeskunde On'dersc'heiding Roseeuw Marc, Roeselare A,udio-Visuele Com,m,unioatie-media O'nderscheiding MODERNE HUM.ANIORA UITGANGSJAAR 1971 Dejonghe Frank, Roeselare lste Jaar Handelsingenieur Depla Marc, Roeselare lste Kandidatuur Germaanse Vo'ldoening

55 De,poorter Luc, Oostnieuwkerke lste Jaar Technisch Ingenieur Desmet Jean-Pierre', Roeselare lste Jaar S,ecretariaat Moderne Talen Donche Pieter, Ro,eselare lste Kandidatuur Niatuurkunde Dufour Patrick, D'adizele lste Jaar Rege,nt Espee,l Hendrik, O,ekene lste Kandidatuur Burgerlijk lngenieur Voldoe,ning Geslaagd Ondersoheiding Gheyson Patric,k, Roeselare lste Kandidatuur Politieke en Soc. Wet. Onde,rsoheiding Goderis Willy, Roeselare 'lste Kandidatuur Handelswetenschappen Onderscheiding Hemeryck Maurits, Oostnieuwkerke lste Jaar Handelsgraduaat Kindt Paul, Pittem lstekandidatuur Handelswetensc'happe,n Lybee,r Philip, Roeselare lste Jaar Ko'kschool Mahieu Johan, Ro,eselare lste Jaar Regentaat Plouvie'r Marc, Roeselare lste Jaar Distributie Staelens Jan, Oostnieuwkerke lste' Jaar Technisch Ingenieur Steen Dirk, Leke lste Kandidatuur Genee.skunde Geslaagd Onderscheiding Vo,ldoening O,nderscheiding Vandekerckhove Johan, Roeselare lste Kandidatuur Politieke en Sociale We. Vandenweghe Geert, Roeselare lste Jaar Handelsingenieur Vandeplassche Geert, Westrozebeke lste Jaar Distributie Vandersteene Eric, Oostnieuwkerke lste Jaar Technisch Ingenieur Verf ail lie Jean-Pie'rre, Roeselare lste Jaar Sociaal Assistent Verhanneman Willy, Moorslede lste Jaar Sociaal Assistent Onderscheiding Voldo ning

56 Vervaecke Frans, Roeselare lste Jaar Ve,rpleegkunde Vuylste,ke Roland, Roeselare lste Jaar Technisch Ingenieur Willaert Jan. Roeselare lste Kandidatuur Geneeskunde Onderscheiding UITGAN,GSJAAR 1970 Bruneel Jozef, Roeselare 2de KandidatuurSocialeWetenschappen Gegryse Guido, Roeselare 2de'Jaar Handelsgraduaat Memey Jo,hny, Roeselare 2de Jaar Handelsgraduaat De Meyer Rik, Hrooglede 2de Jaar Sociaal adviseur Depondt Jozef, Roeselare 2de Jaar Handelsgraduaat Deve'lte're Johan, Flloeselare' 2de Jaar Architect Knockaert Robrecht, Ho,oglede lste Kandidatuur Wiskunde Maerterns Danny, Hooglede 2de Jaar Handelsgraduaat Masschele'in Dirk. Zonnebeke 2de Kandidatuur Geneeskunde Niuytten Marc, Geluwe Programmeur Onderscheiding Onderscheiding O'nderscheiding Onderscheiding Oosterlynck Ronny, Rumbeke. 2de Kandidatuur A,po.theker Prinsie Geert, Oekene 2de Jaar Openbare Werken Vandeghinste' Yves, Rumbeke 2de Kandidatuur Rechten Vandenberghe Hans, Roeselare 2deKandidatuur LichamelijkeOpvoeding Vandevijve're Marc, Oostnieuwkerke 2de Jaar Technisch Ingenieur O,nderscheiding

57 Vanmoerkerke Marc, Rumbeke 2de Jaar Technisch Ingenieur Vercruysse Lieven, Roeselare lste Jaar Boekhouden Verstraete Hendrik, Zweveze'le 2de Kandidatuur Geneeskunde Onderscheiding Voldo'ening UITGANGS.JAAR 1969 Callebert Marc, Roeselare 2de Jaar Architect Deceuninck Arnold. Roeselare 2de Jaar Graduaat Bedrijfseconomie De Meyer Jan, Hooglede 3de Jaar Sociaal Adviseur Dochy Marcel, Ge'luwe 3de Jaar Technisch Inge,nieur Voldoe,ning Geslaagd Gruwez Paul, Proven lste Proef Burgerlijk Ingenieur Haeghebaert Rik, Brugge 2de Kandidatuur Pedagogie Hindrickx Paul. Roeselare 2de Jaar Tec,hnisch Ingenieur Nuytten Johan, Geluwe 3de Jaar Verpleegkunde Six Hendrik. Rumbeke 1s;te Kandidatuur Burgerlijk lngenieur Onderscheiding Vo'ldoening Geslaagd Voldoe,ning Geslaagd Ternest Paul, Rumbeke 2de Jaar Technisch Ingenieur Vandenberghe Mark, Ardooie 2de Jaar Technisch Ingernieur Vandenbilcke Paul Westvleteren 2de Jaar Verpleegkunde Vanhecke Johan, Roeselare lste Jaar Technisch Ingenieur Geslaagd O,ndersche,iding Vansteenkiste Herman, Oostnieuwkerke lste' Licentie Toegep. Econ. Wetensch. O,nde,rscheiding Vergote Luc, Oostnieuwkerke 3de Jaar Landmeter Geslaagd

58 UITGANGSJAAR 1968 Bouckenoo.ghe Johan, Roeselare 2de, Proef B,urgerlijk lngenieur Vo'ldoening Callens Jacques, Koolskamp 2de Licentie Handelswetenschappen Geslaagd De'lanoy Willy, Hooglede 2de Licentie Economisohe Wetenschappen Voldoe'ning Hannon Jean-Pierre, Roeselare 3de Jaar Technisch Ingenieur Kindt Pierre, Passendale 3de Jaar Psychologie Lafaut Azair, Zwevezele lste' Doctoraat Veearts Lesage Marc, Roeselare 2de Licentie Lichamelijke Opvoeding Mandeville Willem, Rroeselare lste Proef Hande,lsingenieur Schurmans Walter. Roeselare lste P'roef Handelsinge'nieur Geslaagd Geslaagd Sobry Marc, Roeselare 3deJaarBin,nenhuisarohitect GrootsteO'nderscheiding Thoen Johan, Roeselare 2de Licentie Scheikunde Vandenbussche Luc. Roeselare 2de Jaar Secretariaat Moderne Talen Vanhaverbeke Martin. Roeselare 2de Jaar Maatsohappelijk Assistent Vanhoorne Luc, Hooglede 2de Jaar Technisch In'genieur Ondersoheiding Onderscheiding Geslaagd Verfaillie Roland, lste Licentie Han'delswetensohappen G laagd UITGANIGSJAAR 1967 Dumoulin Albert. Rumbeke lste Prijs Klarinet Hessels Pol, Roeselare lste Proef Burge'rlijk Ingenieur Geslaagd

59 Hostens Jean, Gits 2de Jaar Theo,logie Scheut Geslaagd Hostens N06l, lchtegem 2de Proef Burgerlijk lngenieur Architect Lesage Dirk, Oostnieuwkerke 2de' Doctoraat Veearts Mande,ville Jo,han, Roeselare 3de Jaar Verpleegkunde Nollet Ludo, Hooglede 2de Jaar Regent Pattyn John, Roeselare 2de Do,ctoraat Ve'e,arts Samyn Dirk, Roese,lare 2de Licentie Tandarts Geslaagd Onderscheiding Van Hecke Jan, Rro'eselare Gegradueerde in de Be'drijfseco,nomie Vanmoerke,rke Rik, Floese,lare 5de Jaar A,rchitect Vanneste Jo,hny, Roeselare 3de Jaar Technisch Ingenieur Geslaagd Vansteelant Raymond, Roeselare 3de Proef Burgerlijk Ingenieur Grote O,nderscheiding UITGANGSJAAR 1966 Beuselinck Antoon, Rudde,rvoorde 3de Proef Landbouwingenieur Ondersoheiding Bylo Dani6l, Roese'lare Enige Kandidatuur Toegep. Econ. Wetensch. Van Geluwe Erik, Roeselare 3de Proef Apotheker OUDERE JAR:E.N' D'e Vlieghe'r Jacques, Koekelare 2de Licentie Handelswetenschappen Deze uitslagen worden. weergegeven voor zover ze ons bekend zijn. De verme,lding < Geslaagd ) betekent dat wij nog niet op de hoogte zlin Yan de graad.

60 Kroniek van het collegeleven WIJ EN ONZE TOEKOMST Ook dit jaar werd in samenwerking met c.ie vrije scholen van de stad een voordrachtencyclus ingericht om de leerlingen van de hoogste twee iaren te helpen een verantwoorde studiekeuze te doen. De cyclus omvatte drie avonden waarop telkens vier spre'kers ""ti U"O kwamen. Zij gaven hun uiteenzetting twee keer per avond zodat iedere aanwezige twee sprekers kon beluisteren per avond. Zo hadden wij achtereenvolge,ns : Op donderdag 16 november: 1. A. Bonte, Rijksuniversiteit Gent: Toekomstperspectieve'n: hoe zit het thans met de tewerkstelling na de diverse vormen van hoger onderwijs? 2. H. Van Dael, Kulak Kortrijk : Faculteit der Wetenschappen : met een bijzondere aandacht voor het Kortrijkse experime'nt behan'delt de spreker de diverse richtingen in de we,tenschappen met inbegrip van geneeskunde en farmacie. 3. J. Van den Branden, Katholieke Universiteit Leuve,n : Rechte'n en Ekonomie : twee universitaire studieric,htingen welke sterk naar e'lkaar ziin toegegroeid en soms tegenover elkaar worde'n gesteld. 4. S. Lievens, lpsoc Kortrijk : Sociale Loopbanen : spreker is lic. sociale wetenschappen en crimino'logie, hij doceert aan lpsoc en kent dus zowel de universitaire als de niet-universitaire richtingen en mogelijkheden. Op donderdag 23 november: 1. L Dewitte, studentenpas.toor Kortrijk: Hoger Onderwijs: voo,ral de menselijke problemen verbonden aan de overgang tussen middelbaar en ho,ger onderwijs. 2. F. Hoedt, FMS Roeselare : Paramedische Studierichtingen : Ve'rpleging, kinesie, logopedie, labo en didtiek : studie,s e,n toekomstmo'gelijkheden. 3. J. Desmet en W. Vermeersch, respectieve'lijk technisch en burgerlijk Ingenieur bij Bekaert Zwevegem hadden,het over de diverse ingenieursloopbanen. 4. E. Vande Gehuchte, hoogleraar Rijkshoger Instituut voor Landbouw en Landbouwindustrieen, Gent : Land- en Tuinbouw ; welke moge'lijkheden zijn er momenteel in deze sector? Op donderdag 30 november: 1. H. Vandermoere, Kulak Kortrijk: Wijsbegeerte en Letteren : de diverse afdelingen : wijsbegeerte, gesohiedenis,klassieke filologie, germaanse filologie, romaanse filologie. 2. W. Verschueren : arc.hitect en leraar St. Lukas Gent : Artistieke loopbanen : arc,hitectuur en binnen,huisinrichting, maar ook tal van andere mogelijkheden : grafiek, publiciteitstekenen, keramiek, schilderkunst enz Chr. De Graeve, Normaalsohool Torhout : Onderwijs : hier liggen momenteel heel wat mogelijkheden die spreke,r uitvoerig behandelde. 4. H. Matthys, PMS Roeselare: Stoppen of... : Onder deze titel behandelde spreker de mogelijkheden voor wie n'iet verder wil studeren, maar tevens een aantal minder bekende mogelijkhede'n als landmeter, ge,rechtsdeurwaarder, steward, public relations, toerisme, film en fototechniek enz... 58

61 EEN NIEUW ATLETIEKSTADION op de weide nabij het Tuinbouwinstituut werd een atletiekstadion aangelegd. onze turnleraars en heel wat leerlingen uit de hogere cyclussen werkten er aan mee. zo heeft het Klein seminarie een mogelijkheid meer om de leerlingen interesse en liefde voor de atletieksport bii te brengen' EEN GROTE MISSIETOMBOLA Gedurende de maand novem,ber werd een grote missietombola ingericht ten voordele van onze familieleden en oud-leerlingen missionarissen. ONS LANDBOUWINSTITUUT JUBILEERT Dit jaar vierde ons Landbo'uwinstituut zijn So-jarig iubileum in aanwezigheid van minister A. Steverlynck en monse'igneur E'J. De Smedt, bisschop van Brugge' BENOEM,INGEN heer A. Petillion, die gedurende 12 iaar titularis was van de 4e Latiln-Grieks, werd benoemd tot medepastoor te Dadizele. heer J. Vandenberghe, oud-leraar, werd pastoor benoemd te Marke' heer M. Doom, oud-leraar, werd pastoor benoemd te lzegem. De hierna volgende oud-leerlinge,n werde'n leraar aan het Klein seminarie : heer Marc Balduyck, leraar nederlands en engels. heer Roger Deckmyn, leraar wetenschappen. heer A,lbert Dum'oulin, leraar muziek. heer A,ntoon Matten., leraar geschiedenis. heer Jean-Pierre Vanderschaeghe, leraar e'ngels, frans en geschiedenis' MERKWA.ARDIG E TONEELOPVOERING ln de week van 12 maart'1973 plant het Klein Seminarie'de opvoering van " De Zoon des Mensen o van D. Potter in de regie van Remi Van Duyn.