Heeft de code Tabaksblat van 2003 daadwerkelijk. invloed gehad op de hoogte van bonussen aan het. bestuur en commissarissen van beursgenoteerde

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Heeft de code Tabaksblat van 2003 daadwerkelijk. invloed gehad op de hoogte van bonussen aan het. bestuur en commissarissen van beursgenoteerde"

Transcriptie

1 Heeft de code Tabaksblat van 2003 daadwerkelijk invloed gehad op de hoogte van bonussen aan het bestuur en commissarissen van beursgenoteerde ondernemingen in Nederland? Naam: Michiel Rijkers Studentnummer: Universiteit: Faculteit: Departement: Begeleider: Universiteit van Tilburg Economie & Bedrijfswetenschappen Accountancy Dr. A.J.M Verriest Datum: 12 augustus 2010

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Introductie Aanleiding en probleemstelling Relevantie 3 Hoofdstuk 2 Literatuur en hypothesen 2.1 Corporate governance Prestatiemaatstaven Prestatiebeloning Corporate governance codes De relatie tussen prestatiebeloning en Code Tabaksblat Effect omvang onderneming op invloed Code Tabaksblat 8 Hoofdstuk 3 Onderzoeksmethode 3.1 Steekproefselectie en dataverzameling Operationalisering variabelen Regressiemodellen 12 Hoofdstuk 4 Data-analyse 4.1 Beschrijvende statistieken Correlaties (hypothese 1) Regressieanalyse (hypothese 2) Correlaties (hypothese 3) 25 Hoofdstuk 5 Conclusies en aanbevelingen 5.1 Resultaten Beperkingen Aanbevelingen 28 Literatuurlijst 29 1

3 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Introductie In het begin van de 21ste eeuw waren er meerdere boekhoudschandalen in het nieuws. In 2001 en 2002 gingen de Amerikaanse bedrijven Enron en Worldcom beide failliet door jaarrekeningenfraude. Deze trend van creatief boekhouden zette zich ook door naar Europa. Begin 2003 bleek ook Ahold betrokken te zijn bij een boekhoudschandaal. Mede naar aanleiding hiervan is er in 2003 een commissie ingesteld onder leiding van Morris Tabaksblat om een gedragscode voor beursgenoteerde ondernemingen in Nederland en hun aandeelhouders te vormen. In 2004 is deze code wettelijk vastgelegd en vanaf dat jaar zijn beursgenoteerde bedrijven verplicht om de code na te leven of in hun jaarverslag aan te geven waarom zij een onderdeel van de code niet volgen, ook wel de regel van pas toe of leg uit genoemd. Kernwaarden uit de code zijn goed ondernemerschap alsmede goed toezicht daarop (Commissie Corporate governance, 2003). Zo zijn er in de code diverse regels opgenomen over de hoogte en samenstelling van de beloning van bestuurders en commissarissen van beursgenoteerde ondernemingen. 1.2 Aanleiding en probleemstelling Aanleiding van dit onderzoek is de hoeveelheid kritiek die er is in de publieke opinie over excessief hoge beloningen aan topbestuurders. De vraag die hier rijst, is echter of er niet een maximum moet gelden voor beloningen aan bestuurders en of beloningen wel gekoppeld zijn aan prestaties. De code doet de aanbeveling de bestuurdersbeloning (sterker) afhankelijk te maken van de prestaties van de onderneming (Commissie Corporate Governance, 2003, hoofdstuk II.2). Doel hiervan is om bonussen bij tegenvallende resultaten tegen te gaan, waardoor het totaal aan uitgekeerde bonussen logischerwijs zou moeten dalen. De code is echter heel abstract. Er wordt geen maximum gesteld aan een bonus (enkel voor ontslagbonus en dan nog in termen van jaarsalarissen). Verder wordt er in de code ook niet nader genoemd of er bij een verlies geen bonussen uitgekeerd mogen worden. Ondernemingen hoeven enkel de hoogte van een bonus toe te lichten in de jaarrekening. Door deze beperkingen is het de vraag of de Code Tabaksblat daadwerkelijk invloed heeft gehad op bonusbetalingen door bedrijven. Bovendien kan de grootte 2

4 van een onderneming ook nog van invloed zijn op het effect dat de Code Tabaksblat heeft. Bij grotere ondernemingen worden grotere en vaker excessieve bonussen uitgekeerd. Het doel van dit onderzoek is enerzijds te bepalen of de invoering van de Code Tabaksblat invloed heeft gehad op (prestatie)beloningen en anderzijds vaststellen of de grootte van de onderneming van invloed is op dit verband. 1.3 Relevantie Er is reeds onderzoek gedaan naar de invloed van de Code Tabaksblat op de hoogte van bonussen. Het meest complete onderzoek op dit gebied is dat van Otten, Schenk & Verwer (2008). De steekproef die zij voor hun onderzoek gevormd hadden liep echter maar tot 2005 en zij vonden in slechts 2 van de 36 gevallen een significant effect van de Code Tabaksblat op de hoogte van bonussen. Aan de hand daarvan concludeerden zij dat de invoering van de corporate governance code geen duidelijk effect op de beloning van CEO s (Chief Executive Officer) heeft gehad. Door andere en meerdere maatstaven mee te nemen in dit onderzoek en bovendien meerdere jaren na invoering van de Code mee te nemen wordt een betrouwbaardere sample gevormd en daardoor kunnen er betrouwbaardere conclusies getrokken worden. Dit onderzoek is wetenschappelijk relevant omdat het onderzoek meerdere jaren beslaat, en daardoor de ontwikkeling van bonusbetalingen betrouwbaarder weer kan geven dan een onderzoek over slechts één of een paar jaar. Bovendien worden er in dit onderzoek meerdere variabelen meegenomen om de prestaties van de ondernemingen en de bonusbetalingen te kwantificeren. Verder is er in dit onderzoek een onderscheid gemaakt tussen ondernemingen op grond van de index waarin zij genoteerd staan. Hierdoor kan gekeken worden of de grootte van een onderneming effect heeft op de mate van invloed die de Code Tabaksblat heeft. Ten slotte is dit onderzoek maatschappelijk relevant omdat het een beeld zal geven of de Code Tabaksblat invloed (gehad) heeft op de hoogte van bonussen. Hierdoor kan een beeld gevormd worden of er aanvullende regels moeten komen met betrekking tot de hoogte van bonussen. 3

5 Hoofdstuk 2 Literatuur en hypothesen 2.1 Corporate governance Corporate governance gaat over de vraag hoe een onderneming efficiënt en verantwoord geleid moet worden. Dit omvat vooral ook de verhoudingen tussen het bestuur en de belanghebbenden van de onderneming zoals aandeelhouders en werknemers. Bij de vraag hoe een onderneming efficiënt geleid wordt speelt het besluitvormingsproces een belangrijke rol. Twee belangrijke stappen in het besluitvormingsproces van een onderneming zijn decision management en decision control (Fama & Jensen, 1983). Opvallend is dat er in Angelsaksische landen zoals de Verenigde Staten veelal geen scheiding is tussen decision management, ofwel het bepalen en implementeren van het dagelijks te voeren beleid, en decision control, ofwel het goedkeuren en monitoren van besluiten. Hierbij zitten de uitvoerende bestuurders en de toezichthoudende bestuurders samen in één bestuur. Een dergelijke bedrijfsstructuur wordt ook wel een one-tier/monistisch bestuursmodel genoemd. Voordeel van een dergelijke structuur is dat de toezichthouders en bestuurders beide even veel informatie krijgen, en er in ieder geval dus geen sprake is van informatie asymmetrie. Nadeel is echter dat de toezichthouders niet in alle gevallen het belang van de aandeelhouders nastreven. Een bekend fenomeen bij het one-tier bestuursmodel is groupthink. Hierbij zullen de toezichthoudende bestuurders niet alleen kijken naar de belangen van de aandeelhouders maar vooral letten op het verkrijgen van overeenstemming tussen de eigen belangen en die van het uitvoerende bestuur. Dit gaat vaak ten koste van objectieve en juiste beslissingen. In Nederland wordt het decision management uitgevoerd door de raad van bestuur en decision control wordt uitgevoerd door de raad van commissarissen. Deze tweeledige corporate governance structuur wordt aangeduid als een two-tier/duaal bestuursmodel (Maassen, Bosch & Volberda, 2005). Hierbij worden de belangen van de aandeelhouders behartigd door de raad van commissarissen. In een dergelijke bedrijfsstructuur wordt de verdeling van taken en bevoegdheden dus duidelijker afgebakend. Voordeel hiervan is de grotere onafhankelijkheid van de toezichthouders ten opzichte van bestuurder. Dit heeft mogelijk tot gevolg dat toezichthouders zich vrijer uitlaten indien het zaken betreft die de bestuurder in het bijzonder raken, zoals 4

6 besluiten over de beloningen van bestuurders. Dit waarborgt dus dat de toezichthouders zullen handelen in het belang van de aandeelhouders. Met betrekking tot het marktconform vaststellen van bestuurdersbeloningen geniet een two-tier bestuursmodel dus de voorkeur aangezien hier minder snel manipulatie zal plaatsvinden. Hierboven wordt dus gesteld dat corporate governance voornamelijk draait om de splitsing van controle en eigendom, en de problemen die hiermee gepaard gaan. Een andere economische theorie over dit verschijnsel is de agent-principaal theorie (ook wel agency-theorie genoemd). Deze theorie heeft als basis twee veronderstellingen. Ten eerste wordt verondersteld dat er een belangentegenstelling bestaat tussen de principaal (opdrachtgever) en de agent (opdrachtnemer). In de context van het bestuur van een onderneming is de aandeelhouder de principaal en de bestuurder de agent. Hierbij verschillen de belangen van de aandeelhouders en die van de bestuurders. Een bestuurder zal vooral streven naar maximalisatie van zijn inkomen en waardering, terwijl aandeelhouders gebaat zijn bij maximalisatie van de waarde van de onderneming. Ten tweede wordt verondersteld dat er informatieasymmetrie bestaat tussen principaal en agent. In dit geval wil dit zeggen dat de aandeelhouder niet bij machte is om de acties die een bestuurder neemt waar te nemen. De centrale vraag is hoe op basis van enerzijds verschillende belangen en anderzijds onvolledige informatie toch opportunistisch gedrag tegengegaan kan worden. Zoals Murphy (1998) in zijn artikel stelt wordt dit gedaan door beloningscontracten zo te ontwerpen zodat de belangen van aandeelhouders en bestuurders overeenkomen. Een efficiënt beloningscontract zal daarom bonusbetalingen aan ondernemingsprestaties moeten koppelen om de bestuurder zo de gewenste incentives te geven (Jensen & Meckling, 1976; Murphy, 1998). 5

7 2.2 Prestatiemaatstaven De keuze voor een indicator of prestatiemaatstaf is complex. Een vereiste is wel dat de gekozen prestatiemaatstaf manipulatie door het management moet kunnen weerstaan. De koers van een aandeel is gewoonlijk de beste schatter voor aandeelhouderswaarde. Een mogelijk nadeel van aandeelrendement als prestatiemaatstaf is dat het de manager de neiging geeft om de winsten te manipuleren om zo korte termijn koersstijgingen te realiseren. Verder zorgt het voor over-compensatie van managers ten tijde van marktgroei en onder-compensatie van managers in een periode van een neergaande markt (Ferrarini, Moloney & Vespro, 2003). Het risico dat het management de aandeelkoers manipuleert kan echter beperkt worden door een goede corporate governance structuur waarbij het management gecontroleerd wordt. Het is lastig om een beter alternatief voor aandeelhouderswaarde te vinden gezien het feit dat de aandeelkoers de perceptie op de markt van de huidige en toekomstige kasstromen van het bedrijf vertegenwoordigd. In andere woorden: in de aandeelkoers zit de beoordeling van de prestaties van de manager verwerkt (Murphy, 1995). In theorie is aandeelrendement dus een goede prestatiemaatstaf. Verder zouden ook niet-koers gerelateerde maatstaven gebruikt kunnen worden. Deze kunnen namelijk ook relevante informatie geven voor de vraag of de CEO inderdaad de gewenste actie ondernam. Indien deze andere maatstaven genoeg bewijs geven van de genomen acties van de CEO dan zijn koersgerelateerde maatstaven zelfs overbodig (Holmstrom, 1979). Meestal zullen echter meerdere maatstaven gebruikt worden, zo blijkt ook uit het annual incentive plan design onderzoek van Towers Perrin (1997). Bij 62% van de ondernemingen werd de bestuurder beloond aan de hand van meerdere prestatiemaatstaven. Verder blijkt uit dit onderzoek dat 91% van de bedrijven op zijn minst één maatstaf van boekhoudkundige winst gebruikt om de bestuurder te beoordelen, terwijl slechts bij 4% van de bedrijven aandeelrendement als prestatiemaatstaf gebruikt werd. Hieruit blijkt dat in de praktijk aandeelrendement toch minder vaak wordt gebruikt als verwacht. De meeste managers worden beoordeeld op grond van directe winstcijfers. 6

8 Op grond van bovenstaande gegevens is ervoor gekozen om zowel aandeelrendement als ook twee boekhoudkundige maatstaven mee te nemen als prestatiemaatstaven. Eén betreffende de operationele winst en één betreffende de netto winst. Om vergelijking tussen de verschillende bedrijven mogelijk te maken en te controleren voor het effect dat de grootte van een bedrijf heeft op de winstcijfers is er voor gekozen om relatieve maatstaven te gebruiken, namelijk de operationele winstmarge (OPM) en het rendement op bezittingen (ROA). 2.3 Prestatiebeloning De meeste beloningspakketten van bestuurders bevatten 4 componenten, namelijk basissalaris, jaarlijkse bonus gebonden aan de boekhoudkundige prestaties, optiepakketten en lange termijn stimulatie (in de vorm van begrensde aandelenpakketten en bonussen gebaseerd op boekhoudkundige prestaties van meerdere jaren). Bovendien nemen bestuurders deel aan brede voordeelpakketten voor personeelsleden en krijgen vaak ook nog speciale voordelen zoals een levensverzekering en aanvullende pensioenvoorziening (Murphy, 1998). Een trend in de beloningsstructuur is de toenemende gebruik van aandelen-opties. Deze bedroegen 23% van de totale beloning in 1993, 30% van de totale beloning in 1996 (Murphy, 1998) en maar liefst 58% van de totale beloning van een CEO in 2002 in Amerika (Ferrarini et al, 2003). 2.4 Corporate governance codes De corporate governance code van de Verenigde Staten, de Sarbanes Oxley Act, bevat geen regels over de hoogte van bestuurdersbeloningen. Pas in 2006 zijn er in Amerika regels opgesteld met betrekking tot de rapportage van bonusbetalingen, namelijk de Compensation Disclosure and Analysis (CD&A) (Dalton & Dalton, 2008). Vergelijking van de Code Tabaksblat met de Sarbanes Oxley Act is op het gebied van bonussen dus lastig. 2.5 De relatie tussen prestatiebeloning en Code Tabaksblat Over de beloning aan bestuurders wordt in de Code Tabaksblat onder meer het volgende genoemd: Bij de vaststelling van de hoogte en structuur van de bezoldiging worden onder meer de resultatenontwikkeling, de ontwikkeling van de beurskoers van de aandelen, alsmede andere 7

9 voor de vennootschap relevante ontwikkelingen in overweging genomen. (Commissie Corporate governance, 2003) In andere woorden wordt dus verklaard dat de beloning van een bestuurder afhankelijk moet zijn van de prestaties van de onderneming. Het verband tussen prestaties en beloning zou dus logischerwijs sterker moeten zijn geworden na invoering van de code. Door Otten, Schenk & Verwer werd hier in 2008 ook onderzoek naar gedaan, maar zij konden geen significant verband aantonen. Een mogelijke beperking van dit onderzoek is dat er maar bonusdata van twee jaar na invoering van de Code is meegenomen in het onderzoek. Voor invoering van de Code Tabaksblat zijn ook diverse onderzoeken gedaan over het verband tussen beloning en prestaties. Duffhues en Kabir (2003) konden geen enkel verband aantonen tussen verschillende prestatievariabelen en totale beloning. Jensen & Murphy (1990), Gregg, Machin & Szymanski (1993), Conyon (1997), Hall & Liebman (1998) en Murphy (1998) vonden echter allen een positief lineair verband tussen de beloning en de prestatievariabele jaarrendement aandeel. Ook Miller (1995) vond een verband tussen beloning en prestaties. In zijn onderzoek gebruikte hij meerdere prestatievariabelen namelijk ROE, jaarrendement aandeel, omzet en winst. Hiermee wist hij een non lineair verband aan te tonen. Aan de hand van deze literatuur kan voorzichtig geconcludeerd worden dat er voor invoering van de Code Tabaksblat wel degelijk een verband bestond tussen prestaties en beloningen. Dit verband zal door invoering van de Code Tabaksblat niet spontaan verdwijnen. Het is echter de vraag of dit verband sterker is geworden door invoering van een corporate governance code. Hieruit volgt de volgende hypothese: Hypothese 1: Het verband tussen de beloning van bestuurders en de prestaties van de door hen geleide onderneming is sterker geworden na invoering van de Code Tabaksblat. Het is maar de vraag of de Code Tabaksblat ook tot lagere bonussen heeft geleid. Een sterker verband tussen beloning en prestaties wil namelijk niet perse zeggen dat er lagere bonussen zijn uitgekeerd aan bestuurders. In onderzoek van Swagerman & Terpstra (2007) komt naar voren dat 65% van de CEO s, 79% van de CFO s en 64% van de leden van de raad van bestuur in 2004 een hogere beloning ontvingen dan het jaar daarvoor. De mediaan van de beloningen steeg 8

10 met 17.8%. Uit dit onderzoek blijkt dus dat de beloningen juist fors stegen gedurende het eerste jaar dat de Code Tabaksblat in werking was. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de aandelenkoersen gedurende de periode van september 2000 tot aan maart 2003 zeer sterk gedaald zijn. Vanaf maart 2003 vond een sterk herstel plaats. Door enerzijds de betere bedrijfsprestaties en anderzijds de hogere waarde van optie- en aandelenpakketten zijn de bonussen zeer waarschijnlijk gestegen. Over meerdere jaren gezien kan nog steeds de vraag gesteld worden of de Code Tabaksblat een drukkend effect heeft gehad op bonussen. De hypothese die aan de hand hiervan kan worden opgesteld luidt als volgt: Hypothese 2: De Code Tabaksblat heeft geleid tot lagere bonussen voor bestuurders. 2.6 Effect omvang onderneming op invloed Code Tabaksblat Ten slotte zal nog bekeken worden of de index waaraan de onderneming genoteerd staat invloed heeft op verband tussen de invoering van de Corporate Governance Code en de hoogte van bonussen. Naar aanleiding van het onderzoek van Akkermans et al. uit 2006 kan gesteld worden dat de nalevingpercentages het hoogst zijn voor de AEX, vervolgens voor de AMX en het laagst voor de AscX. Met betrekking tot de bonus aan de raad van commissarissen wordt dit nogmaals bevestigd in het onderzoek van Beumer & Swagerman (2007). Hierin is namelijk te zien dat de bonussen van AEX bedrijven in 2004 relatief minder hard groeiden als die van AMX bedrijven, welke ook weer minder hard groeiden als deze van AscX bedrijven. Daardoor kan de volgende hypothese gevormd worden: Hypothese 3: Hoe hoger de index waarin de onderneming genoteerd staat, hoe meer invloed de code heeft op de hoogte van bonussen. 9

11 Hoofdstuk 3 Onderzoeksmethode 3.1 Steekproefselectie en dataverzameling Voor dit onderzoek zal gebruikt worden gemaakt van de gegevens over bonussen aan het bestuur en commissarissen van beursgenoteerde ondernemingen. Deze gegevens zijn te verkrijgen via de site van de Hay Group; een internationaal onderzoeks- en adviesbureau welke de beloningsgegevens uit de jaarverslagen samenvoegt in een enkel databestand en deze vervolgens analyseert. Eventuele ontbrekende gegevens zijn indien mogelijk aangevuld met de bonusdata van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB). De beloningsgegevens zijn opgesplitst in vier componenten: vast inkomen, korte termijn bonus, lange termijn bonus en secundaire arbeidsvoorwaarden. Dankzij deze opsplitsing is het mogelijk om te bepalen of de beloningsstructuur is veranderd na invoering van de Code Tabaksblat. Verder zullen in dit onderzoek de gegevens over de prestaties van de ondernemingen worden gebruikt. Als prestatiemaatstaven worden genomen: Operating Profit Margin (OPM), Return On Assets (ROA) en jaarrendement aandeel (RET). De hiervoor benodigde gegevens zullen uit Datastream gehaald worden. Om een zo betrouwbaar mogelijk beeld te geven zal de sample zo groot mogelijk moeten zijn. Daarom is er voor gekozen om in eerste instantie de gegevens van alle beursgenoteerde bedrijven in Nederland van de jaren 2002 t/m 2008 mee te nemen in dit onderzoek. Dit zijn dus twee jaren voor invoering van de Corporate Governance Code en vijf jaren daarna. Voor 2008 is gekozen omdat in december 2008 de code geactualiseerd is door de Commissie Frijns en deze gewijzigde code op 1 januari 2009 in werking is getreden. Vanwege de afwijkende bedrijfsstructuur en de meer conservatieve benadering bij het rapporteren van winsten zouden financiële instellingen de resultaten van het onderzoek kunnen beïnvloeden. Deze bedrijven zijn daarom uit de sample verwijderd. Hierdoor blijft een homogenere sample over en daardoor kunnen er uiteindelijk betrouwbaardere conclusies getrokken worden. Bovendien is er voor gekozen om slechts de bedrijven mee te nemen die gedurende de hele periode van 2002 t/m 2008 genoteerd stonden aan de Amsterdamse beurs. Vanwege de hoeveelheid werk van het handmatig samenstellen van de dataset met gegevens uit drie 10

12 verschillende databases, is ervoor gekozen om van de bedrijven die voldoen aan bovenstaande eisen, random 10 bedrijven uit iedere index in dit onderzoek mee te nemen. Vanwege de wisselende samenstelling van de beurzen kan het werkelijke aantal iets afwijken. (De AscX index bestaat pas sinds De gekozen bedrijven stonden gedurende 2002 t/m 2005 wel genoteerd aan de Amsterdamse beurs. De index bestond toen enkel en alleen nog niet.) 3.2 Operationalisering variabelen Hypothese 1 gaat over het sterker geworden verband tussen prestaties en bonussen. In dit onderzoek is er voor gekozen om meerdere prestatievariabelen mee te nemen omdat deze allen de prestaties van een onderneming op een andere manier meten. Als eerste zal de variabele operating profit margin (OPM) mee worden genomen. Deze maatstaf werd ook gebruikt in onderzoek van Duffhues & Kabir (2003) en Otten, Schenk & Verwer (2008) en is een indicator voor de efficiëntie van de onderneming in haar operaties. Ten tweede wordt de variabele Return on Assets (ROA) meegenomen in dit onderzoek. Deze variabele is ook gebruikt in onderzoek van Duffhues & Kabir (2003) en Parthasarathy, Menon & Bhattacherjee (2006) en is een indicator van de effectiviteit van het gebruik van assets. Ten derde wordt ook nog het jaarrendement aandeel gebruikt in dit onderzoek. Deze maatstaf werd ook gebruikt in onderzoek van Jensen & Murphy (1990), Gregg, Machin & Szymanski (1993), Conyon (1997), Hall & Liebman (1998) en Murphy (1998) en Otten et al (2008). In de aandeelkoers zitten behalve de prestaties van de onderneming echter ook externe effecten verborgen zoals de trend van de economie, de stemming op de beurs, enz. Deze hebben naar mijn mening niet direct iets te maken met de prestaties van het bestuur. Naar mijn verwachting zal deze variabele daarom minder verband aan kunnen tonen tussen prestaties en bonussen. Deze variabele zal in navolging van eerder onderzoek toch mee genomen worden in dit onderzoek zodat er behalve boekhoudkundige prestatievariabelen ook een marktprestatievariabele in beschouwing is genomen in dit onderzoek. Waar bij hypothese 1 gekeken wordt naar zowel de prestaties als de hoogte van de bonussen zal bij hypothese 2 enkel naar de hoogte van bonussen gekeken worden. Ten slotte zal bij hypothese 3 nog een onderscheid gemaakt worden tussen ondernemingen op grond van de index waaraan zij genoteerd zijn. Hierbij zal, in tegenstelling tot het onderzoek van 11

13 Akkermans et al. waar gekeken werd naar nalevingpercentages, gekeken worden naar de hoogte van bonussen. Aan de hand van de testen van deze drie hypothesen zal vervolgens een antwoord worden gevormd op de onderzoeksvraag. 3.3 Regressiemodellen Allereerst zal om hypothese 1 te operationaliseren de correlatie tussen bonussen aan bestuurders en prestaties van de onderneming voor de invoering van de Code Tabaksblat en na de invoering van de Code Tabaksblat vergeleken worden. Verwachting hiervan is dat het verband tussen beloning en prestaties sterker is geworden na invoering van de Code Tabaksblat ofwel dat de correlatie post Tabaksblat groter is dan pre Tabaksblat. Indien er geen correlatie bestaat tussen de prestaties en bonussen na invoering van de Code Tabaksblat dan zijn verdere regressieanalyses niet meer nodig. Dit is dus een soort eerste test. Vervolgens zal er wanneer een correlatie bestaat tussen prestaties en bonussen een regressieanalyse worden uitgevoerd om hypothese 2 te beantwoorden. Dit is een nauwkeurigere benadering om te kijken of prestaties en de corporate governance code invloed hebben op de hoogte van de bestuurdersbeloning. Hiervoor zal een model van Murphy (1998) gebruikt worden. Dit model ziet er als volgt uit: Log(bestuurders beloning) = α 0 + α 1 *(prestatie) + α 2 *(Tabaksblat) + α 3 *(Tabaksblat)*(prestatie) + α 4 *Log(omzet) Op basis van de eerder genoemde hypothesen kunnen verwachtingen worden uitgesproken met betrekking tot het teken van de coëfficiënten in dit model. Naar verwachting zal de coëfficiënt α 1 positief zijn. Bestuurders worden namelijk aan de hand van bepaalde prestatiemaatstaven beoordeelt. Wanneer zij beter presteren dan een bepaalde doelstelling dan zullen zij een bonus ontvangen. Ofwel des te hoger de prestatie des te hoger de bestuurdersbeloning. De coëfficiënt α 2 zal naar verwachting een negatieve waarde aannemen. Zoals in hypothese 2 namelijk wordt aangenomen zal de Code Tabaksblat naar verwachting leiden tot lagere bonussen voor bestuurders. Voor de coëfficiënt α 3 wordt een positieve waarde verwacht. Een positieve waarde suggereert namelijk dat de Code Tabaksblat het verband tussen prestatie en beloning versterkt heeft. Dit is ook hetgeen wat verwacht wordt in hypothese 1. Als laatste is het teken van 12

14 coëfficiënt α 4 waarschijnlijk ook positief. Bestuurders van grote ondernemingen (dus met hogere omzet) zullen namelijk meestal hogere bonussen ontvangen. Dit wordt bevestigd in het onderzoek van Otten et al (2008). Hierin werd namelijk voor deze coëfficiënt in 11 van de 12 gevallen ook een significant positief verband gevonden. In het model van Murphy dat in dit onderzoek gebruikt wordt, worden bij beloning en omzet logaritmen gebruikt omdat deze niet normaal verdeeld zijn. Indien geen logaritmen gebruikt zouden worden zouden je resultaten sterk beïnvloed worden door de extreme gevallen. Een andere mogelijkheid om dit te voorkomen is door een klein percentage van de relevante variabelen te verwijderen, bijvoorbeeld de bovenste en onderste 1% van je waarnemingen. Om te voorkomen dat ten onrechte waarnemingen worden verwijdert, is er in dit onderzoek voor gekozen om logaritmen te gebruiken. Na toepassing van logaritmen zal er echter ook nog gekeken worden of het verwijderen van extreme waarnemingen positieve gevolgen heeft voor de significantie van het onderzoek. Verder is de term (Tabaksblat) een dummyvariabele welke 0 aanneemt voor invoering van de Code Tabaksblat en 1 na de invoering. De term omzet is toegevoegd om te controleren voor het effect dat de grootte van een onderneming heeft op de hoogte van bonussen. Er zullen meerdere regressieanalyses worden uitgevoerd. Dit om de verschillende prestatiemaatstaven mee te nemen en ook de verschillende soorten beloningen te onderscheiden. De maatstaven zijn niet allen tegelijk in het model opgenomen om inter-correlatie tussen de maatstaven te voorkomen. Tenslotte zal om hypothese 3 te testen nog een keer gebruik gemaakt worden van correlaties. De werkwijze is hier identiek aan de hierboven genoemde werkwijze voor hypothese 1. Enkel zullen nu de onderneming ingedeeld worden in 3 groepen afhankelijk van de grootte van de ondernemingen. Bij iedere groep van ondernemingen zal de correlatie tussen prestaties en beloningen voor invoering van de Code Tabaksblat weer vergeleken worden met de correlatie na de invoering. Verwachting is dat voor de grote ondernemingen (ofwel AEX-index) het verschil tussen correlaties het grootst is, gevolgd door de ondernemingen uit de AMX-index. En dat het verschil tussen correlaties het kleinst is bij ondernemingen genoteerd aan de AScX. 13

15 Hoofdstuk 4 Data-analyse 4.1 Beschrijvende statistieken Zoals eerder genoemd zijn er in dit onderzoek 30 ondernemingen meegenomen. Deze zijn opgenomen in tabel 1. Hier zijn ze ook onderverdeeld naar index waaraan ze gedurende de periode 2002 t/m 2008 het langst genoteerd stonden. Hierbij moet wel nog opgemerkt worden dat veel bedrijven dus niet de gehele onderzoeksperiode aan dezelfde index genoteerd stonden. AEX AMX AScX Akzo Nobel NV Boskalis Westminster NV Crucell NV ASML Holding NV CSM NV Draka Holding NV BAM Groep NV Fugro NV Macintosh Retail Group DSM NV Heijmans NV Mediq NV Heineken NV Imtech Ordina NV Koninklijke KPN NV Nutreco Holding NV Sligro Food Group NV Philips Electronics NV Océ NV Smit Internationale NV Reed Elsevier NV Randstad Holding NV Telegraaf Media Groep TNT NV Vopak NV Unit 4 Agresso NV Wolters Kluwer NV Wessanen NV Wegener NV Tabel 1: Ondernemingen De beschrijvende statistieken van de beloningsvariabelen zijn te zien in tabel 2. Ter verduidelijking moet wel nog even gezegd worden dat lange termijn bonus de som is van opties, aandelen en overige lange termijn compensaties. (Het gemiddelde hiervan is lager dan de som van het gemiddelde van de drie onderdelen doordat veel bestuurders slechts een van deze soorten lange termijn compensatie ontvingen.) Alle aantallen (ofwel N in de tabel) zijn de aantallen bestuurders die daadwerkelijk deze vorm van beloning kregen. Het gemiddelde gegeven in de tabel bij bijvoorbeeld opties is dus het bedrag dat een gemiddelde bestuurder kreeg indien het bedrijf een optieregeling had. Bestuurders zonder optieregeling zijn dus niet in dit gemiddelde opgenomen. Verder is bij minimum ook het bedrag wat een bestuurder minimum kreeg gegeven zonder de bestuurders mee te nemen die een dergelijke bonusregeling niet hadden. 14

16 Korte Lange Secundaire Vast termijn termijn arbeids- inkomen bonus Opties Aandelen LTC bonus voorwaarden Totaal Gemiddeld Mediaan Max Min Stdev N Tabel 2: Beschrijvende statistieken beloningsvariabelen (bedragen in Euro) Opvallende feiten uit deze tabel zijn dat 75% van de bestuurders een lange termijn bonus ontving en dat 49% van de bestuurders opties ontving. Van het totale bedrag dat aan bestuurders was uitgekeerd is slechts 29% vast inkomen. Verder was 15% in de vorm van korte termijn bonus, 35% in de vorm van opties en 14% in de vorm van aandelen. Ook hier is dus te zien dat opties een belangrijk deel van de beloning van een bestuurder vormen. In deze steekproef is het percentage beloning in de vorm van opties wel lager als het eerder genoemde percentage van 58% uit het onderzoek van Ferrarini et al. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat in dit onderzoek behalve CEO s ook alle andere bestuurders zijn meegenomen zoals CFO s (Chief Financial Officer), COO s (Chief Operating Officer) en leden van de raad van bestuur. Deze zullen in veel gevallen geen of kleinere optiepakketten ontvangen waardoor het percentage lager is als verwacht. Verder is ook duidelijk in de tabel te zien de gemiddelde beloning een stuk hoger is dan de mediaan. Zoals ook aan de maxima te zien is zijn er enkele bestuurders die zeer veel verdienen, en daardoor het gemiddelde dusdanig beïnvloeden. Met een minimum beloning van , een gemiddeld beloning van 1,6 miljoen en een maximum van 19,3 miljoen kan echter rustig geconcludeerd worden dat bestuurders zeer hoge beloningen ontvangen. Ter vergelijking: modaal inkomen in Nederland in 2010 is

17 Niet af te leiden uit deze tabel maar wel een interessant gegeven dat naar voren komt uit de bonusdata: De 12 hoogste totale beloningen zijn allen aan bestuurders van Reed Elsevier NV. In de top 20 komen verder nog 3 grote betalingen aan Fugro NV bestuurders voor en 1 aan een KPN bestuurder. Als laatste zullen in tabel 3 de gegevens over de prestaties van de ondernemingen uit de sample worden samengevat. Hierbij zijn 7 gegevens uit de tabel verwijdert doordat deze de resultaten dusdanig beïnvloeden. De operating profit margin van Crucell NV was in 2003 namelijk -357%, en ook in 2002 en in 2004 was deze meer als 100% negatief. Ook in de daaropvolgende jaren was deze nog sterker negatief dan alle andere waarnemingen uit de sample. ROA OPM RET Gemiddeld 5,51% 7,21% 7,58% Mediaan 5,42% 5,19% 10,10% Max. 51,85% 29,28% 130,32% Min. -48,88% -7,85% -86,84% Stdev. 8,59% 5,93% 41,88% N 195,00 195,00 195,00 Tabel 3: Beschrijvende statistieken prestatiemaatstaven Met uitzondering van Crucell zijn de resultaten van de overige ondernemingen in de sample redelijk goed te noemen. Indien uitgaande van een normale verdeling heeft maarliefst 84% van de ondernemingen een operating profit margin van 1.17% of hoger. (In dit geval ligt de mediaan een stuk onder het gemiddelde dus zal het percentage ondernemingen iets lager zijn.) Verder heeft bij benadering 68% van de waargenomen ondernemingen een return on assets tussen de -3.1% en 14.1%. Grofweg kan wel gezegd worden dat ruim 75% van de ondernemingen een positieve ROA en OPM hebben. Met betrekking tot het rendement op aandelen (RET) liggen de resultaten verder uit elkaar. Met een gemiddeld rendement van 7.6% presteerden de bedrijven uit de sample goed maar de verschillen zijn hier erg groot. Zo had je (uitgaande van een normale verdeling) in 16% van de 16

18 gevallen een verlies geleden van 34% of meer. Natuurlijk geld ook het tegenovergestelde en had je in 16% van de gevallen ook een winst geboekt van 49% of meer. Reed Elsevier NV had de hoogste ROA van ruim 50% en Telegraaf Media groep de laagste met een negatief rendement op bezittingen van ook bijna 50%. Verder had Vopak NV de hoogste OPM van 29% en ASML Holding NV de laagste (na Crucell NV) met -8%. Boskalis Westminster NV had het hoogste aandelenrendement van maarliefst 130%. Het was verstandiger geweest om niet in Heijmans NV te beleggen want die behaalden in 2008 een aandelenrendement van -87%. 4.2 Correlaties (hypothese 1) Om hypothese 1 te testen, ofwel of het verband tussen de beloning van bestuurders en de prestaties van de door hen geleide onderneming sterker is geworden na invoering van de Code Tabaksblat, zal gebruik gemaakt worden van correlaties. Omdat er in dit geval een duidelijke verwachting is dat bonussen positief gecorreleerd zullen zijn met de prestaties van onderneming voldoet een eenzijdige test. Doordat de beloning van bestuurders naar verwachting meestal zal worden bepaald aan de hand van directe winstcijfers en niet aan de hand van ratio zullen behalve de ratio ook deze directe winstcijfers worden meegenomen in de correlatietest. Bovendien is het mogelijk dat een bepaald soort bonus ook enkel met een specifieke prestatiemaatstaf samenhangt. Daarom zijn ook de verschillende soorten van bonussen in de test meegenomen. Op de prestatievariabele opbrengst verkopen na hebben alle prestatievariabelen een intervalschaal als meetschaal. Dit wil zeggen dat ze geordend kunnen worden en het getallen betreffen, maar waarbij het nulpunt geen specifieke betekenis heeft. Opbrengst verkopen wordt net als alle bonuscomponenten uitgedrukt in ratioschaal. Dit wil zeggen dat er naast de kenmerken van een intervalschaal ook een absoluut nulpunt is en dat verhoudingen op deze schaal betekenis krijgen. Als beide grootheden op intervalschaal of ratioschaal zijn uitgedrukt wordt meestal de Pearson correlatiecoëfficiënt gebruikt voor het aantonen van correlatie tussen de grootheden uit de steekproef. De Pearson correlatiecoëfficiënt is echter enkel te gebruiken wanneer beide variabelen normaal verdeeld zijn. Doordat de beloningen niet normaal verdeeld zijn zal er gebruik worden gemaakt van een rangcorrelatiecoëfficiënt. Dit wil zeggen dat zowel de 17

19 bonussen als de prestaties geordend worden naar grootte. De kleinste waarde krijgt rang 1, de op een na kleinste krijgt rang 2 enzovoorts. Vervolgens wordt de correlatie tussen de rangen berekend. In dit onderzoek zal gebruik gemaakt worden van de Spearman s rho. Dit is de meest voorkomende rangcorrelatiecoëfficiënt. De correlaties tussen bonussen en prestaties van voor de Code Tabaksblat worden gegeven in tabel 4 en die van na invoering van de Code Tabaksblat zijn te zien in tabel 5. Spearman's rho Opties - Aandelen Jaarbonus OW - OW LTC - OW Totaal ROA Correlatie Coëfficiënt,458 ** -,008 -,409 * -,464,097 Sig. (1-tailed),000,457,024,124,072 N OPM Correlatie Coëfficiënt,417 **,085 -,718 ** -,464,174 ** Sig. (1-tailed),000,113,000,124,004 N RET Correlatie Coëfficiënt -,092 -,181 **,515 **,546 -,237 ** Sig. (1-tailed),082,005,005,081,000 N Nettowinst Correlatie Coëfficiënt,529 **,257 ** -,541 **,218,411 ** Sig. (1-tailed),000,000,003,302,000 N Omzet Correlatie Coëfficiënt,471 **,514 ** -,306,709 *,666 ** Sig. (1-tailed),000,000,073,024,000 N Bedrijfsresultaat Correlatie Coëfficiënt,450 **,349 ** -,685 ** -,055,487 ** Sig. (1-tailed),000,000,000,449,000 N Tabel 4: Correlaties voor invoering Code Tabaksblat (** Correlatie is significant op 0.01 niveau. * Correlatie is significant op 0.05 niveau.) Bij de data van voor de Code Tabaksblat werd in 14 van de in totaal 30 gevallen een significant positief verband gevonden tussen de prestaties en bonussen. Opvallend is dat de aandelenbonus en de prestaties veelal negatief gecorreleerd zijn. Dit gegeven is echter niet heel betrouwbaar te noemen vanwege het kleine aantal waarnemingen. Ook de gegevens met betrekking tot de overige lange termijn bonussen zijn vanwege het kleine aantal waarnemingen niet zo betrouwbaar. Een ander opvallend feit is dat vooral de nettowinst, omzet en bedrijfsresultaat een significante correlatie laten zien. Dit is te verklaren doordat de meeste bonussen afhankelijk zullen zijn van de directe resultaten van het bedrijf en niet zo zeer van ratio en relatieve prestaties 18

20 ten opzichte van andere bedrijven. Verder is het opvallend dat aandeelrendement (RET) enkel een significante correlatie vertoont met aandelenbonus. Dit is ook enigszins logisch omdat de waarde van de aandelen die een manager ontvangt als bonus ook groter is als het aandelenrendement hoger is. ROA is enkel positief significant gecorreleerd met jaarbonus. Operationele winstmarge (OPM) is positief en significant gecorreleerd met jaarbonus en totale beloning. De jaarbonus wordt voor bijna 50% bepaald door de verschillende prestatiemaatstaven. Verder is de bonus in de vorm van opties in redelijke mate met de omzet van de bedrijven gecorreleerd, namelijk 51,4%. Tot slot heeft ook de totale beloning van bestuurders bij 4 van de 6 prestatiemaatstaven een significant positief verband. De totale beloning heeft zelfs een correlatie van 66,6% met de omzet van een bedrijf. De correlaties van totale beloning met OPM en nettowinst zijn met respectievelijk 17,4% en 41,1% stukken lager. Hieruit zou je kunnen concluderen dat de prestatievereisten binnen bonuscontracten meer op hogere verkopen zijn gericht dan op de winstcijfers. Spearman's rho Opties - Aandelen Jaarbonus OW - OW LTC - OW Totaal ROA Correlatie Coefficiënt,292 **,534 **,361 **,544 **,349 ** Sig. (1-tailed),000,000,000,000,000 N OPM Correlatie Coefficiënt,118 ** -,074,082,568 **,137 ** Sig. (1-tailed),003,119,070,000,001 N RET Correlatie Coefficiënt,006,005,062 -,121 -,046 Sig. (1-tailed),449,467,132,171,141 N Nettowinst Correlatie Coefficiënt,438 **,339 **,413 **,376 **,513 ** Sig. (1-tailed),000,000,000,001,000 N Omzet Correlatie Coefficiënt,447 **,178 **,425 **,057,542 ** Sig. (1-tailed),000,002,000,328,000 N Bedrijfsresultaat Correlatie Coefficiënt,301 ** -,061,189 **,257 *,371 ** Sig. (1-tailed),000,165,000,020,000 N Tabel 5: Correlaties na invoering Code Tabaksblat (** Correlatie is significant op 0.01 niveau. * Correlatie is significant op 0.05 niveau.) 19

21 Opvallend aan de gegevens van na de invoering van de corporate governance code is dat de ROA en de nettowinst met alle soorten bonussen een positief en significante relatie vertonen. Bovendien zijn omzet en bedrijfsresultaat ook nog significant en positief gecorreleerd met 4 van de 5 bonuscomponenten. Gemiddeld zijn de prestatiemaatstaven voor 36,6% met de bonuscomponenten gecorreleerd. Opvallend is ook dat de optiebeloning voor 53,4% gecorreleerd is met ROA. De jaarbonus heeft weer een redelijk hoge correlatie met nettowinst en omzet (van respectievelijk 43,8% en 44,7%. De totale beloning is voor 54,2% gecorreleerd met de omzet. De correlatie van nettowinst en totale bonus is met 51,3% wat groter als voor de corporate governance code. In totaal zijn er nu 21 correlaties positief en significant. Dit zijn er een stuk meer als voor de invoering van de Code Tabaksblat. Als je RET even negeert dan wordt er zelfs in 84% van de gevallen (21 van de 25 mogelijke correlaties) een significante positieve correlatie getoond tussen de prestaties en bonussen. Echter zijn van de 11 correlaties die zowel voor als na de invoering van de code een significante correlatie tonen, er maarliefst 9 lager na invoering van de code. Dit toont aan dat voor deze correlaties het verband tussen de beloning van bestuurders en de prestaties van de door hen geleide ondernemingen zwakker is geworden na invoering van de Code Tabaksblat. De correlaties tussen ROA en de verschillende bonuscomponenten zijn echter wel groter geworden. Opvallend is ook dat de correlaties van de optie- en aandelenbonussen met de prestatiemaatstaven sterker zijn geworden. Met betrekking tot opties is hierover ook een best practice bepaling over opgenomen in de Code Tabaksblat. Deze luidt uit volgt: Opties ter verkrijging van aandelen zijn een voorwaardelijke bezoldigingscomponent, waarbij de opschortende voorwaarde bij de toekenning is dat de bestuurders na een periode van ten minste drie jaar na de toekenning vooraf vastgestelde prestatiecriteria hebben gerealiseerd. Hieruit zou je dus kunnen concluderen dat de Code Tabaksblat invloed heeft gehad op de relatie tussen bonussen en prestaties, en dat deze relatie dus sterker is geworden. Hierbij moet wel vermeld worden dat de verbetering op het gebied van opties wel maar beperkt is. Het verband tussen de beloning in de vorm van aandelen en prestaties is echter wel veel sterker geworden. Werd voor 20

22 de code Tabaksblat nog een negatief verband gevonden, dat is na de code een redelijk sterk positief verband geworden. Dit is wel opvallend te noemen aangezien hierover geen letterlijke regels zijn opgenomen in de code. Het aantal significante en positieve relaties is fors toegenomen. Bovendien zijn de correlaties die worden gevonden gemiddeld ook net wat groter na invoering van de Code Tabaksblat. Vanwege de hierboven genoemde resultaten en toelichtingen kan echter toch geen eenduidige en overtuigende conclusie worden gevormd. Met betrekking tot de bonuscomponent jaarbonus zal hypothese 1 worden verworpen evenals bij de prestatiemaatstaf omzet. Hypothese 1 zal worden aangenomen bij gebruik van de prestatievariabele ROA en bij de bonuscomponent aandelen. Bij de andere mogelijke verbanden bestaat geen eenduidige richting. De conclusie die eenieder hier aan wil verbinden laat ik in het midden. 4.3 Regressieanalyse (hypothese 2) Om hypothese 2 te testen, ofwel of de Code Tabaksblat heeft geleid tot lagere bonussen voor bestuurders, zullen meerdere regressieanalyses uitgevoerd worden. Dit zal gedaan worden door in de volgende formule iedere keer een andere prestatiemaatstaf en beloningscomponent in te vullen. Log(beloning) = α 0 + α 1 *(prestatie) + α 2 *(Tabaksblat) + α 3 *(Tabaksblat)*(prestatie) + α 4 *Log(omzet) Als beloningscomponenten zullen de jaarbonus en totale beloning gebruikt worden. Voor deze beloningscomponenten is gekozen omdat ze in veel gevallen een significante correlatie lieten zien met de prestatievariabelen. Bovendien zijn we in het bijzonder geïnteresseerd naar de samenhang van de totale bestuurdersbeloning met de prestaties. Als prestatiemaatstaven zullen ROA, OPM, RET en nettowinst gebruikt worden. Deze meten namelijk ieder op hun eigen manier de prestaties van de onderneming. Doordat nettowinst waarschijnlijk niet normaal verdeeld zal zijn, zal er voor deze prestatiemaatstaf een logaritme worden gebruikt in de formule. 21

23 Als eerste zal een regressieanalyse met prestatievariabele ROA en de beloningscomponent jaarbonus uitgevoerd worden. Met behulp van SPSS wordt een lineaire regressie uitgevoerd. Dit programma kent tevens een functie waarbij outliers kunnen worden gevonden. Door de outliers, ofwel de waarnemingen die meer als 3 maal de standaardafwijking van de verwachting afliggen, te verwijderen veranderen ook de α s in je model. Daardoor was het nodig om meerdere keren achtereenvolgens een paar waarnemingen te verwijderen om uiteindelijk tot een goed voorspellend model te komen zonder outliers. Uiteindelijk zijn er in dit geval 13 van de 658 waarnemingen verwijdert. Dit lijkt misschien veel maar is slechts 2,0% van je steekproef dus dat is acceptabel. Het uiteindelijke model ziet er als volgt uit: Log(jaarbonus) = 4, ,014*(ROA) + 0,157*(Tabaksblat) 0,007*(Tabaksblat)*(ROA) + 0,323*Log(omzet). In dit model zijn alle α s significant. Verder heeft dit model een R 2 van 0,358. Dat wil zeggen dat 35,8% van de variatie in de afhankelijke variabele wordt verklaard door de onafhankelijke variabelen. Op dezelfde manier zijn ook nog regressieanalyses uitgevoerd met de andere prestatiemaatstaven en beloningscomponenten. De resultaten daarvan zijn te zien in tabel 6 op de volgende pagina. Opvallend is dat de coëfficiënt van Code Tabaksblat en de coëfficiënt van de interactieterm die het sterker/zwakker geworden verband tussen beloning en prestaties na invoering van de corporate governance code aan moet tonen beiden niet significant zijn bij het gebruik van log(ni) ofwel log(nettowinst) als prestatievariabele. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat het niet mogelijk is een logaritme van een negatief getal te nemen. Hierdoor zijn alle waarnemingen waarbij de onderneming een negatieve nettowinst had verwijdert uit de dataset. Het gaat hier om 102 waarnemingen. En juist deze waarnemingen zouden wel eens interessant kunnen zijn, om te kijken wat bonussen doen bij tegenvallende resultaten. Doordat het ook niet correct zou zijn om geen logaritme te gebruiken gezien de niet normale verdeling, kan er met betrekking tot deze prestatievariabele geen betrouwbare conclusie worden gevormd. 22

24 Model R 2 Outliers N Afhankelijke variabele α 0 α 1 Prestatie α 2 Corp. Gov. Code α 3 Interactieterm α 4 Grootte Log(Jaarbonus) = 4, ,014 * (ROA) + 0,157 * (Code Tabaksblat) - 0,007 * (ROA)*(Tabak) + 0,323 * Log(omzet) 0, Log(Jaarbonus) = 3, ,148 * Log(NI) + 0,145 * (Code Tabaksblat) - 0,006 * Log(NI)*(Tabak) + 0,234 * Log(omzet) 0, Log(Jaarbonus) = 4,037-0,001 * (OPM) + 0,177 * (Code Tabaksblat) - 0,004 * (OPM)*(Tabak) + 0,334 * Log(omzet) 0, Log(Jaarbonus) = 4,109-0,001 * (RET) + 0,142 * (Code Tabaksblat) + 0,002 * (RET)*(Tabak) + 0,313 * Log(omzet) 0, Log(Totale beloning) = 4,953-0,001 * (ROA) + 0,059 * (Code Tabaksblat) + 0,012 * (ROA)*(Tabak) + 0,293 * Log(omzet) 0, Log(Totale beloning) = 4, ,122 * Log(NI) + 0,074 * (Code Tabaksblat) + 0,005 * Log(NI)*(Tabak) + 0,210 * Log(omzet) 0, Log(Totale beloning) = 4,776-0,001 * (OPM) + 0,151 * (Code Tabaksblat) - 0,002 * (OPM)*(Tabak) + 0,343 * Log(omzet) 0, Log(Totale beloning) = 4,910-0,001 * (RET) + 0,118 * (Code Tabaksblat) + 0,001 * (RET)*(Tabak) + 0,305 * Log(omzet) 0, Tabel 6: Regressieanalyses (0,0xx Coëfficiënt is significant op 0.01 niveau. 0,0xx Correlatie is significant op 0.05 niveau.)

25 Uit tabel 6 komt naar voren dat na log(nettowinst) de prestatievariabele ROA het best de jaarbonus verklaard. De coëfficiënt van ROA is significant en positief. Dat wil zeggen dat een hogere ROA ook hogere jaarbonussen tot gevolg heeft. Wat wel opvalt is de waarde van de coëfficiënt redelijk laag is. Dit wil zeggen dat het effect van de prestatievariabele op de hoogte van de bonus klein is. De coëfficiënt van log(omzet) is vele malen groter en ook deze is significant en positief. Hieruit kan dus geconcludeerd worden dat de hoogte van de omzet van een onderneming veel invloed heeft op de hoogte van de bonus. Dit verklaard ook dat grotere ondernemingen in veel gevallen grotere bonussen uitkeren. Om te kunnen concluderen of de Code Tabaksblat invloed heeft gehad op het bonusbeleid zijn vooral α 3 en α 4 van belang. α 4 heeft in de helft van de gevallen een positieve waarde en in de andere helft een negatieve waarde. Bovendien zijn de gevonden waardes van de coëfficiënten allen zeer laag. Hieruit kan geconcludeerd worden dat het verband tussen bonussen en prestaties niet tot nauwelijks is veranderd. α 3 Ofwel de coëfficiënt van de dummyvariabele Code Tabaksblat is significant en positief en heeft ook een redelijk hoge waarde. De positieve waarde wil echter zeggen dat de bonussen zijn toegenomen na invoering van de Code Tabaksblat. Met behulp van de coëfficiënt en de constante kan de gemiddelde toename van de bonus worden berekend. Deze bedraagt 4426, dus de jaarbonus is gemiddeld 4426 hoger na invoering van de code in vergelijking met voor de code. Er is echter niet in beschouwing genomen dat lonen jaarlijks met een klein percentage per jaar stijgen. Zoals blijkt uit de descriptieve statistieken is de gemiddelde jaarbonus De jaarbonus is dus maar met 1,6% gestegen na invoering van de Code Tabaksblat. Hierbij gaat het ook nog over meerdere jaren (naar schatting 3 jaar), dus wat dat betreft is de stijging van de lonen maar minimaal. Of de loonstijging overeenkomt met gangbare loonstijgingen voor compensatie van de inflatie is onduidelijk. Vervolgonderzoek zal aan moeten tonen of deze toename in bonussen groter of kleiner is als de inflatie. 24

26 Het best verklarende model voor het verklaren van de totale bonus is die met de prestatievariabele RET, welke 34,2% van de totale variatie in de beloning verklaard. Hierbij heeft het aandeelrendement (RET) zelf echter geen invloed op de bonussen. Verder komen de resultaten van dit model aardig overeen met het hiervoor uitgebreid besproken model met ROA en jaarbonus. De hiervoor beschreven conclusies met betrekking tot de Code Tabaksblat komen overeen. Op grond van de gebruikte cijfers en analyses in dit onderzoek zal hypothese 2 daarom worden verworpen. Aan de hand van deze cijfers heeft de code namelijk geleid tot hogere bonussen. De relatie tussen bonussen en prestaties is nagenoeg onveranderd gebleven na invoering van de Code Tabaksblat. 4.4 Correlaties (hypothese 3) Tenslotte zal nog worden onderzocht of de grootte van de onderneming bepalend was voor de mate van invloed van de Code Tabaksblat. Als schatter van de grootte van de onderneming wordt de index waarin de onderneming het langst genoteerd stond tussen 2002 en 2008 genomen. Deze verdeling is te zien in tabel 1. In totaal zijn er 340 waarnemingen van ondernemingen aan de AEX, 234 waarnemingen uit de AMX en 200 uit de AScX. Om het geheel overzichtelijk te houden wordt nu enkel gekeken naar de totale beloning. Identiek aan de werkwijze bij hypothese 1 wordt gekeken naar de Pearson correlatie en wordt een eenzijdige significantietest uitgevoerd. De resultaten zijn weergegeven in tabel 7. Voor de AEX worden na de invoering van de code meer significante correlaties gevonden. Vreemd genoeg zijn dit voor 3 van de 4 gevallen wel negatieve correlaties. Voor de negatieve correlaties is geen directe verklaring te geven. De positieve correlatie is die tussen ROA en totale beloning. Deze heeft een waarde van 0,395 en moet dus zeker serieus genomen worden. Doordat deze voor de invoering van de code behalve dat deze net niet significant was ook een veel lagere correlatie had, is het dus mogelijk dat de Code Tabaksblat wel enige invloed heeft gehad. Vanwege de niet significante of negatief gecorreleerde overige prestatievariabelen kan hier echter geen betrouwbare conclusie over worden gevormd. 25

remuneratie rapport 2012 remuneratie rapport 2012

remuneratie rapport 2012 remuneratie rapport 2012 remuneratie rapport 2012 remuneratie rapport 2012 2 inhoudsopgave 3 4 Introductie 6 Beloningsbeleid Raad van Bestuur 9 Uitvoering beloningsbeleid 2012 10 Beloningsbeleid Raad van Commissarissen 4 Introductie

Nadere informatie

REMUNERATIE RAPPORT 2011 REMUNERATIE RAPPORT 2011

REMUNERATIE RAPPORT 2011 REMUNERATIE RAPPORT 2011 REMUNERATIE RAPPORT 2011 REMUNERATIE RAPPORT 2011 2 INHOUDSOPGAVE 3 4 INTRODUCTIE 6 BELONINGSBELEID RAAD VAN BESTUUR 9 UITVOERING BELONINGSBELEID 2011 10 BELONINGSBELEID RAAD VAN COMMISSARISSEN 4 INTRODUCTIE

Nadere informatie

remuneratie rapport 2010

remuneratie rapport 2010 remuneratie rapport 2010 De Queen of the Netherlands aan het werk op de Malediven. In 2010 werd de ophoging van vier eilanden ter bescherming van de lokale bevolking succesvol afgerond. Verkorte financiële

Nadere informatie

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving Alternatieve financiële prestatie-indicatoren Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving April 2014 Inhoudsopgave 1 Conclusie en samenvatting 4 2 Doelstellingen, onderzoeksopzet en definiëring

Nadere informatie

remuneratie rapport 2013 remuneratie

remuneratie rapport 2013 remuneratie remuneratie rapport 2013 remuneratie rapport 2013 2 inhoudsopgave 3 4 Introductie 6 Beloningsbeleid Raad van Bestuur 9 Uitvoering beloningsbeleid 2013 10 Beloningsbeleid Raad van Commissarissen 4 Introductie

Nadere informatie

De huidige regelingen met betrekking tot pensioenen en overige secundaire arbeidsvoorwaarden blijven ongewijzigd.

De huidige regelingen met betrekking tot pensioenen en overige secundaire arbeidsvoorwaarden blijven ongewijzigd. Remuneratiebeleid De remuneratiecommissie van Ctac richt zich op de honorering van de Raad van Bestuur en de inhoud van dit document is ingegeven door de veranderende regelgeving in het kader van de nieuwe

Nadere informatie

Update 2008 Beloning van topbestuurders bij AEX ondernemingen 2007

Update 2008 Beloning van topbestuurders bij AEX ondernemingen 2007 Beloning van topbestuurders bij AEX ondernemingen 2007 >>> In aansluiting op ons rapport "Op zoek naar de juiste balans" over de beloningstrend voor topbestuurders binnen een geselecteerde groep Nederlandse

Nadere informatie

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2013 1

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2013 1 Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2013 1 Selectie/remuneratiecommissie De Raad van Commissarissen heeft uit zijn midden een selectie/remuneratiecommisie ingesteld. De selectie/remuneratiecommisie

Nadere informatie

Toelichting voor de AVA Agendapunt 3a: Vaststelling van het bezoldigingsbeleid van de raad van bestuur

Toelichting voor de AVA Agendapunt 3a: Vaststelling van het bezoldigingsbeleid van de raad van bestuur Toelichting voor de AVA Agendapunt 3a: Vaststelling van het bezoldigingsbeleid van de raad van bestuur Voorgesteld wordt om het bezoldigingsbeleid voor de raad van bestuur te wijzigen. Het bestaande beleid

Nadere informatie

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2008 1

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2008 1 Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2008 1 Remuneratiecommissie De Raad van Commissarissen kent geen aparte remuneratiecommissie, omdat de Raad uit vier leden bestaat en de

Nadere informatie

Pay for Performance. Een onderzoek naar de relatie tussen de beloning van de CEO en bedrijfsprestaties in de Verenigde Staten en Nederland

Pay for Performance. Een onderzoek naar de relatie tussen de beloning van de CEO en bedrijfsprestaties in de Verenigde Staten en Nederland Pay for Performance Een onderzoek naar de relatie tussen de beloning van de CEO en bedrijfsprestaties in de Verenigde Staten en Nederland Bachelorscriptie Accountancy & Control Naam: Ahmad Alyounis Studentnummer:

Nadere informatie

Inkomensontwikkeling bestuurders 2004

Inkomensontwikkeling bestuurders 2004 Vereniging VNO-NCW Inkomensontwikkeling bestuurders 2004 Nationale en Internationale vergelijking 24 februari 2005 87113/0500447 Inhoudsopgave KORTE SAMENVATTING... 1 Nederland... 1 Internationale vergelijking...

Nadere informatie

Remuneratierapport DOCdata N.V. 2006

Remuneratierapport DOCdata N.V. 2006 Remuneratierapport DOCdata N.V. 2006 Inleiding Het doel van het bezoldigingsbeleid voor de Directie van DOCdata N.V. is een zodanige beloning te verschaffen dat: prestaties die in overeenstemming zijn

Nadere informatie

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2014 1

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2014 1 Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2014 1 Selectie/remuneratiecommissie De Raad van Commissarissen heeft uit zijn midden een selectie/remuneratiecommisie ingesteld. De selectie/remuneratiecommisie

Nadere informatie

Checklist Compliance Aanbevelingen Bestuurdersbeloningen Eumedion. www.haygroup.com

Checklist Compliance Aanbevelingen Bestuurdersbeloningen Eumedion. www.haygroup.com Checklist Compliance Aanbevelingen Bestuurdersbeloningen Eumedion www.haygroup.com Inleiding In aanvulling op de bestaande wet- en regelgeving en de Code Tabaksblat zijn in oktober 2006 door Eumedion,

Nadere informatie

International Corporate Governance and performance:

International Corporate Governance and performance: International Corporate Governance and performance: A comparative analysis of corporate governance and performance in France, Germany and the UK Abe de Jong -Douglas DeJong -Gerard Mertens -Charles Wasley

Nadere informatie

Remuneratierapport RAI 2017 Vastgesteld in de vergadering van de Raad van Commissarissen (de RvC) van RAI Holding B.V. (RAI) op 22 maart 2018

Remuneratierapport RAI 2017 Vastgesteld in de vergadering van de Raad van Commissarissen (de RvC) van RAI Holding B.V. (RAI) op 22 maart 2018 Remuneratierapport RAI 2017 Vastgesteld in de vergadering van de Raad van Commissarissen (de RvC) van RAI Holding B.V. (RAI) op 22 maart 2018 1. Inleiding Dit remuneratierapport is door de Remuneratiecommissie

Nadere informatie

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2018 1 Selectie/remuneratiecommissie De Raad van Commissarissen heeft uit zijn midden een selectie/remuneratiecommissie ingesteld. De selectie/remuneratiecommissie

Nadere informatie

TechnicalDayTrader. Trading Tactics Pro. de dagelijkse nieuwsbrief van

TechnicalDayTrader. Trading Tactics Pro. de dagelijkse nieuwsbrief van Trading Tactics Pro de dagelijkse nieuwsbrief van TechnicalDayTrader Trading Tactics Pro nieuwsbrief@technicaldaytrader.nl TradingScreen signalen De AEX heeft vandaag opnieuw een daling laten zien, ditmaal

Nadere informatie

Bevindingen ten aanzien van de feitelijke bezoldiging in 2008

Bevindingen ten aanzien van de feitelijke bezoldiging in 2008 Bevindingen ten aanzien van de feitelijke bezoldiging in 2008 November 2009 Corporate Governance Insights Centre Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Economie en Bedrijfskunde www.rug.nl/feb/onderzoek/onderzoekscentra/cgic

Nadere informatie

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2015 1 Selectie/remuneratiecommissie De Raad van Commissarissen heeft uit zijn midden een selectie/remuneratiecommissie ingesteld. De selectie/remuneratiecommissie

Nadere informatie

Remuneratierapport 2016

Remuneratierapport 2016 Remuneratierapport 2016 Het doel van dit remuneratierapport is om het remuneratiebeleid van de Raad van Commissarissen van DPA inzake de bezoldiging van de Raad van Bestuur van DPA, alsmede de uitvoering

Nadere informatie

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2009 1 Remuneratiecommissie De Raad van Commissarissen kent geen aparte remuneratiecommissie, omdat de Raad uit vier leden bestaat en de

Nadere informatie

Directie Financiële Markten. Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus DE Den Haag

Directie Financiële Markten. Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus DE Den Haag Directie Financiële Markten Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 DE Den Haag Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 22 augustus 2007 2060720950 FM 2007-1806 U Onderwerp

Nadere informatie

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2011 1 Selectie/remuneratiecommissie De Raad van Commissarissen heeft uit zijn midden een selectie/remuneratiecommisie ingesteld. De selectie/remuneratiecommisie

Nadere informatie

Diversiteit binnen de raden van commissarissen van Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen

Diversiteit binnen de raden van commissarissen van Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen Diversiteit binnen de raden van commissarissen van Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen December 2009 Corporate Governance Insights Centre Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Economie en Bedrijfskunde

Nadere informatie

Remuneratierapport DOCDATA N.V. 2007

Remuneratierapport DOCDATA N.V. 2007 Remuneratierapport DOCDATA N.V. 2007 Inleiding Het doel van het bezoldigingsbeleid voor de Directie van DOCDATA N.V. is een zodanige beloning te verschaffen dat: prestaties die in overeenstemming zijn

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

8.4 Remuneratierapport

8.4 Remuneratierapport 8.4 Remuneratierapport In dit remuneratierapport legt de Raad van Commissarissen verantwoording af over het beloningsbeleid binnen Ballast Nedam. De Raad van Commissarissen heeft in 2013 een remuneratiecommissie

Nadere informatie

De belangrijkste kenmerken van het bezoldigingsbeleid voor de Raad van Bestuur zijn:

De belangrijkste kenmerken van het bezoldigingsbeleid voor de Raad van Bestuur zijn: Remuneratierapport 2015 Dit Remuneratierapport is opgesteld door de Raad van Commissarissen van Ordina N.V. In dit kader is rekening gehouden met de uitgangspunten op het gebied van bezoldiging van leden

Nadere informatie

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2012 1 Selectie/remuneratiecommissie De Raad van Commissarissen heeft uit zijn midden een selectie/remuneratiecommisie ingesteld. De selectie/remuneratiecommisie

Nadere informatie

Rapportage Monitoring Commissie Doelstelling III

Rapportage Monitoring Commissie Doelstelling III Rapportage Monitoring Commissie Doelstelling III Dr. G. van der Laan Doelstelling III van de offerte van 24 maart luidt: Het verkrijgen van inzicht terzake van de bestuurdersbenoemingen na januari 2004

Nadere informatie

Pensioenfonds Horeca & Catering is vertegenwoordigd door SPF beheer b.v. bij: Algemene vergadering van aandeelhouders VNU. 19 april 2005 A G E N D A

Pensioenfonds Horeca & Catering is vertegenwoordigd door SPF beheer b.v. bij: Algemene vergadering van aandeelhouders VNU. 19 april 2005 A G E N D A Pensioenfonds Horeca & Catering is vertegenwoordigd door SPF beheer b.v. bij: Algemene vergadering van aandeelhouders VNU 19 april 2005 Agendapunten A G E N D A Stem 1. Opening - 2. Verslag van de raad

Nadere informatie

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2017 1 Selectie/remuneratiecommissie De Raad van Commissarissen heeft uit zijn midden een selectie/remuneratiecommissie ingesteld. De selectie/remuneratiecommissie

Nadere informatie

De variabele beloning van de CEO van de AEX genoteerde onderneming

De variabele beloning van de CEO van de AEX genoteerde onderneming De variabele beloning van de CEO van de AEX genoteerde onderneming Onderzoek naar de prestatiemaatstaven in de variabele beloning van de AEX-CEO: Een beoordeling van de prestatiemaatstaven op basis van

Nadere informatie

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2006 1 Remuneratiecommissie De Raad van Commissarissen kent geen aparte remuneratiecommissie, omdat de Raad uit vier leden bestaat en de

Nadere informatie

Realisatie van beoogde resultaten resulteert in een jaarlijks toe te kennen extra variabele

Realisatie van beoogde resultaten resulteert in een jaarlijks toe te kennen extra variabele Remuneratierapport 2017 Het doel van dit remuneratierapport is om het remuneratiebeleid van de Raad van Commissarissen van DPA inzake de bezoldiging van de Raad van Bestuur van DPA, alsmede de uitvoering

Nadere informatie

Remuneratierapport DOCdata N.V. 2005

Remuneratierapport DOCdata N.V. 2005 Remuneratierapport DOCdata N.V. 2005 Inleiding Het doel van het bezoldigingsbeleid voor de Directie van DOCdata N.V. is een zodanige beloning te verschaffen dat: prestaties die in overeenstemming zijn

Nadere informatie

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over

Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over Remuneratierapport Raad van Commissarissen Accell Group N.V. over 2010 1 Selectie/remuneratiecommissie De Raad van Commissarissen heeft in boekjaar 2010 besloten een selectie/remuneratiecommissie uit zijn

Nadere informatie

Bijlage agendapunt 6.1. Remuneratiebeleid

Bijlage agendapunt 6.1. Remuneratiebeleid Bijlage agendapunt 6.1 Remuneratiebeleid De Raad van Commissarissen stelt, op advies van de remuneratiecommissie, het remuneratiebeleid voor het bestuur (hierna: het bestuur ) van de vennootschap op. Het

Nadere informatie

Turbo Daily Commerzbank 10 April 2015 Nummer 1147 Pagina 2 MIDDELLANGE TERMIJN TREND. Steun : 459.1 Weerstand : 516.8

Turbo Daily Commerzbank 10 April 2015 Nummer 1147 Pagina 2 MIDDELLANGE TERMIJN TREND. Steun : 459.1 Weerstand : 516.8 Turbo Daily Turbo Daily Commerzbank 10 April 2015 Nummer 1147 INDICES SLOTKOERS VERSCHIL AEX 501,97 0,97% DOW JONES 17958,73 0,31% NASDAQ CMP 4974,565 0,48% NASDAQ -100 4403,953 0,64% NIKKEI 225 19907,63-0,15%

Nadere informatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie 9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)

Nadere informatie

KONINKLIJKE BOSKALIS WESTMINSTER N.V. NOTULEN

KONINKLIJKE BOSKALIS WESTMINSTER N.V. NOTULEN KONINKLIJKE BOSKALIS WESTMINSTER N.V. NOTULEN Van de Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders (de Vergadering ) Van Koninklijke Boskalis Westminster N.V. (de Vennootschap ), gehouden op woensdag

Nadere informatie

Stembeleid AEGON Nederland N.V.

Stembeleid AEGON Nederland N.V. Jaarverslag 2008 Stembeleid AEGON Nederland N.V. Inleiding AEGON is een wereldwijde organisatie. Dit stemverslag heeft uitsluitend betrekking op de beleggingen van AEGON Nederland N.V. en haar dochtermaatschappijen

Nadere informatie

Accell Group Milennium 2003 Inkomsten* 289577 Operationele winst* 16708 Netto winst 9197 Uitstaande aandelen 48051 Totale activa 134940

Accell Group Milennium 2003 Inkomsten* 289577 Operationele winst* 16708 Netto winst 9197 Uitstaande aandelen 48051 Totale activa 134940 Totale netto winst 56.904.147.000 Totale Activa (Netto Eigen Vermogen) 2.658.133.112.000 Via www.euronext.nl uitgezocht door Peter Breda Aalberts Industries Milennium 2003 Inkomsten* 784589 Operationele

Nadere informatie

remuneratierapport Indeling remuneratierapport 2007 Hoofdtuk 1: Inleiding Hoofdstuk 2: Remuneratiebeleid 2007

remuneratierapport Indeling remuneratierapport 2007 Hoofdtuk 1: Inleiding Hoofdstuk 2: Remuneratiebeleid 2007 Indeling remuneratierapport 2007 Hoofdstuk 1: Inleiding Hoofdstuk 2: Remuneratiebeleid 2007 Hoofdstuk 3: Remuneratierverslag 2007 Hoofdstuk 4: Remuneratie 2008 Hoofdtuk 1: Inleiding Dit remuneratierapport

Nadere informatie

Definitieve selectie AEX, AMX en AScX Index

Definitieve selectie AEX, AMX en AScX Index CONTACT Media: +31.20.550.4488 (Amsterdam), +32.2.509.1392 (Brussels) +351.217.900.029 (Lisbon), +44.20.7379.2789 (London) +1.212.656.2411 (New York), +33.1.49.27.11.33 (Paris) CONTACT Investor Relations:

Nadere informatie

Remuneratierapport DOCDATA N.V. 2012

Remuneratierapport DOCDATA N.V. 2012 Remuneratierapport DOCDATA N.V. 2012 Inleiding Het doel van het bezoldigingsbeleid voor de Directie van DOCDATA N.V. is een zodanige beloning te verschaffen dat: prestaties die in overeenstemming zijn

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Remuneratierapport 2015

Remuneratierapport 2015 Remuneratierapport 2015 Het doel van dit remuneratierapport is om het remuneratiebeleid van de Raad van Commissarissen van DPA inzake de bezoldiging van de Raad van Bestuur van DPA, alsmede de uitvoering

Nadere informatie

Pay-for-performance in Nederland 2002-2006

Pay-for-performance in Nederland 2002-2006 Pay-for-performance in Nederland 2002-2006 De praktijk en aanbevelingen voor de toekomst December 2007 Prof.dr. G. Mertens Drs. N. Knop R. Strootman Dit onderzoek is gebaseerd op een samenwerking tussen

Nadere informatie

Klantonderzoek: statistiek!

Klantonderzoek: statistiek! Klantonderzoek: statistiek! Statistiek bij klantonderzoek Om de resultaten van klantonderzoek juist te interpreteren is het belangrijk de juiste analyses uit te voeren. Vaak worden de mogelijkheden van

Nadere informatie

Turbo Daily Commerzbank 04 September 2015 Nummer 1252 Pagina 2 MIDDELLANGE TERMIJN TREND. Steun : 419.7 Weerstand : 509.2

Turbo Daily Commerzbank 04 September 2015 Nummer 1252 Pagina 2 MIDDELLANGE TERMIJN TREND. Steun : 419.7 Weerstand : 509.2 Turbo Daily Turbo Daily Commerzbank 04 September 2015 Nummer 1252 INDICES SLOTKOERS VERSCHIL AEX 444,55 2,53% DOW JONES 16374,76 0,14% NASDAQ CMP 4733,497-0,35% NASDAQ -100 4234,654-0,51% NIKKEI 225 17792,16-2,15%

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. De analyses. 2.1 Afspraken over kinderopvang versus m/v-verdeling

1. Inleiding. 2. De analyses. 2.1 Afspraken over kinderopvang versus m/v-verdeling Bijlage II Aanvullende analyses 1 Inleiding In aanvulling op de kwantitatieve informatie over de diverse arbeid-en-zorg thema s, is een aantal analyses verricht Aan deze analyses lagen de volgende onderzoeksvragen

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Randstad Holding nv

Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Randstad Holding nv Jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Randstad Holding nv Donderdag 28 maart 2013 om 15.00 uur Hoofdkantoor Randstad Diemermere 25 1112 TC Diemen Agendapunten 1, 2a, 2c, 8 en 9 zijn slechts

Nadere informatie

Amsterdam Business School. Het financiële beloningsbeleid. Een beoordeling over de hoogte van de CEO-beloning en het bestuursmodel

Amsterdam Business School. Het financiële beloningsbeleid. Een beoordeling over de hoogte van de CEO-beloning en het bestuursmodel Amsterdam Business School Het financiële beloningsbeleid. Een beoordeling over de hoogte van de CEO-beloning en het bestuursmodel MSc Accountancy & Control, specialization Control Faculty of Economics

Nadere informatie

6. Raad van Commissarissen Vermindering van het aantal leden van de Raad van Commissarissen van negen naar acht (besluit)

6. Raad van Commissarissen Vermindering van het aantal leden van de Raad van Commissarissen van negen naar acht (besluit) Agenda voor de jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Akzo Nobel N.V. (de Vennootschap ), te houden in het Hilton hotel, Apollolaan 138 te Amsterdam, op maandag 27 april 2009, aanvang 14.00

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Remuneratierapport 2013 DPA Group N.V.

Remuneratierapport 2013 DPA Group N.V. Remuneratierapport 2013 DPA Group N.V. Remuneratierapport 2013 Het doel van dit remuneratierapport is om het remuneratiebeleid van de Raad van Commissarissen van DPA inzake de bezoldiging van de Raad van

Nadere informatie

Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt

Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt 1 Aanpak analyse van de loterijmarkt 1. In het kader van de voorgenomen fusie tussen SENS (o.a. Staatsloterij en Miljoenenspel) en SNS

Nadere informatie

Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33)

Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33) Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33) Toezicht Financiële Verslaggeving 27 oktober 2011 Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij zijn de

Nadere informatie

Remuneratierapport DOCDATA N.V. 2014

Remuneratierapport DOCDATA N.V. 2014 Remuneratierapport DOCDATA N.V. 2014 Inleiding Het doel van het bezoldigingsbeleid voor de Directie van DOCDATA N.V. is een zodanige beloning te verschaffen dat: - prestaties die in overeenstemming zijn

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

REMUNERATIE RAPPORT 2014

REMUNERATIE RAPPORT 2014 REMUNERATIE RAPPORT 2014 REMUNERATIE RAPPORT 2014 3 INHOUDS OPGAVE 4 5 INTRODUCTIE 7 BELONINGSBELEID RAAD VAN BESTUUR 9 UITVOERING BELONINGSBELEID 2014 11 BELONINGSBELEID RAAD VAN COMMISSARISSEN 5 INTRODUCTIE

Nadere informatie

Remuneratierapport DOCDATA N.V. 2013

Remuneratierapport DOCDATA N.V. 2013 Remuneratierapport DOCDATA N.V. 2013 Inleiding Het doel van het bezoldigingsbeleid voor de Directie van DOCDATA N.V. is een zodanige beloning te verschaffen dat: prestaties die in overeenstemming zijn

Nadere informatie

De belangrijkste kenmerken van het bezoldigingsbeleid voor de Raad van Bestuur zijn:

De belangrijkste kenmerken van het bezoldigingsbeleid voor de Raad van Bestuur zijn: Remuneratierapport 2014 Dit Remuneratierapport is opgesteld door de Raad van Commissarissen van Ordina N.V. In dit kader is rekening gehouden met de uitgangspunten op het gebied van bezoldiging van leden

Nadere informatie

op woensdag, 28 april 2010 om 14.00 uur in het Hilton Hotel, Apollolaan 138, 1077 BG Amsterdam

op woensdag, 28 april 2010 om 14.00 uur in het Hilton Hotel, Apollolaan 138, 1077 BG Amsterdam AGENDA Algemene Vergadering van Aandeelhouders BETER BED HOLDING N.V. op woensdag, 28 april 2010 om 14.00 uur in het Hilton Hotel, Apollolaan 138, 1077 BG Amsterdam 1. Opening. 2. Bespreking jaarverslag

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

op donderdag, 19 mei 2016 om uur in het Hilton Hotel, Apollolaan 138, Amsterdam

op donderdag, 19 mei 2016 om uur in het Hilton Hotel, Apollolaan 138, Amsterdam Agenda Aandeelhouders en andere stemgerechtigden van Beter Bed Holding N.V. worden uitgenodigd voor de jaarlijkse Algemene Vergadering, te houden op donderdag, 19 mei 2016 om 14.00 uur in het Hilton Hotel,

Nadere informatie

Remuneratierapport 2014

Remuneratierapport 2014 Remuneratierapport 2014 Het doel van dit remuneratierapport is om het remuneratiebeleid van de Raad van Commissarissen van DPA inzake de bezoldiging van de Raad van Bestuur van DPA, alsmede de uitvoering

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

Informatiewaarde van Actieve Belastinglatenties bij Nederlandse Beursgenoteerde Ondernemingen onder IAS. 12

Informatiewaarde van Actieve Belastinglatenties bij Nederlandse Beursgenoteerde Ondernemingen onder IAS. 12 Informatiewaarde van Actieve Belastinglatenties bij Nederlandse Beursgenoteerde Ondernemingen onder IAS. 12 P.A.J. de Rooij ANR: 866508 Bachelor Thesis Accounting Abstract In deze scriptie onderzoek ik

Nadere informatie

AMSTERDAM NOTICE No. 10/024

AMSTERDAM NOTICE No. 10/024 EURONEXT DERIVATIVES MARKETS AMSTERDAM NOTICE No. 10/024 ISSUE DATE: 13 December 2010 EFFECTIVE DATE: 20 December 2010 CHANGES TO LISTED MATURITIES Executive Summary NYSE Liffe will make changes to expiry

Nadere informatie

LYNX Masterclass: Technische Analyse

LYNX Masterclass: Technische Analyse LYNX Masterclass: Technische Analyse READY, AIM & FIRE voorbereiden, monitoren en beslissen! Edward Loef CFTe 19 november 2015 Sprekers Edward Loef Tycho Schaaf Zelfstandig technisch analist Beleggingsspecialist

Nadere informatie

DoubleDividend Management B.V. en haar rol als verantwoord aandeelhouder

DoubleDividend Management B.V. en haar rol als verantwoord aandeelhouder DoubleDividend Management B.V. en haar rol als verantwoord aandeelhouder Beloningsbeleid Amsterdam, 31 maart 2015 BELONINGSBELEID MAART 2015 DOUBLEDIVIDEND MANAGEMENT B.V. Pagina 1 Beloning van bestuurders

Nadere informatie

Remuneratierapport 2011

Remuneratierapport 2011 Remuneratierapport 2011 Remuneratierapport van de raad van commissarissen van BinckBank N.V. over het boekjaar 2011 Remuneratierapport 2 In dit remuneratierapport wordt uitvoering gegeven aan best practice

Nadere informatie

Beloningsbeleid raad van bestuur VION Holding N.V.

Beloningsbeleid raad van bestuur VION Holding N.V. Beloningsbeleid raad van bestuur VION Holding N.V. 13 Februari 2017 1 1 INTRODUCTIE... 3 2 ARBEIDSMARKT REFERENTIEGROEP... 4 3 BELONINGSELEMENTEN... 5 3.1.1 Basissalaris... 5 3.1.2 Pensioenregeling...

Nadere informatie

De naleving van best practice bepalingen betreffende de bezoldiging van bestuurders code over boekjaar 2008

De naleving van best practice bepalingen betreffende de bezoldiging van bestuurders code over boekjaar 2008 De naleving van best practice bepalingen betreffende de bezoldiging van bestuurders code over boekjaar 2008 November 2009 Corporate Governance Insights Centre Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Economie

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

AANBEVELINGEN BETREFFENDE BESTUURDERSBEZOLDIGING

AANBEVELINGEN BETREFFENDE BESTUURDERSBEZOLDIGING AANBEVELINGEN BETREFFENDE BESTUURDERSBEZOLDIGING 25 oktober 2006 1 Eumedion aanbevelingen betreffende bestuurdersbezoldiging Preambule 1. In maart 2003 bracht de voorganger van Eumedion, de Stichting Corporate

Nadere informatie

RvC-verslagen geven weinig inzicht

RvC-verslagen geven weinig inzicht RvC-verslagen geven weinig inzicht Erasmus Universiteit Rotterdam September 2010 Dr. Mijntje Lückerath-Rovers Drs. Margot Scheltema contact: luckerath@frg.eur.nl Het onderzoek Ondernemingen : Van 60 ondernemingen

Nadere informatie

200 gevolmachtigden; Ruim 297 miljoen stemmen; ruim 60 % van het geplaatst kapitaal. Agendapunten Stemuitslag 1

200 gevolmachtigden; Ruim 297 miljoen stemmen; ruim 60 % van het geplaatst kapitaal. Agendapunten Stemuitslag 1 Verslag Heineken Soort vergadering Datum vergadering Plaats vergadering Woordvoerder binnen Eumedion verband Volmachtgevers/ gesproken namens Totaal stemmen volmachtgevers Opkomst AVA Datum verslag 19

Nadere informatie

M Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat. A. Ruis

M Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat. A. Ruis M200814 Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat A. Ruis Zoetermeer, december 2008 Prognoses vanuit het MKB Ondernemers in het MKB zijn over het algemeen goed in staat

Nadere informatie

Koninklijke KPN N.V. Agenda

Koninklijke KPN N.V. Agenda Koninklijke KPN N.V. Agenda Koninklijke KPN N.V. nodigt haar aandeelhouders uit voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, te houden op donderdag 12 april 2012 op het KPN Hoofdkantoor, Maanplein

Nadere informatie

Jaarverslagenonderzoek 2012 Diversiteit in de besturing van AEX en AMX fondsen. Marthe Paauwe Ber Damen

Jaarverslagenonderzoek 2012 Diversiteit in de besturing van AEX en AMX fondsen. Marthe Paauwe Ber Damen Jaarverslagennderzek 2012 Diversiteit in de besturing van AEX en AMX fndsen Marthe Paauwe Ber Damen 18 juni 2012 Jaarverslagennderzek 2012 Diversiteit in de besturing van AEX en AMX fndsen Inhud Pagina

Nadere informatie

THE DUTCH FEMALE BOARD INDEX 2015 NEDERLANDSE SAMENVATTING. op Gehele (Engelstalige) rapport, inclusief tabellen,

THE DUTCH FEMALE BOARD INDEX 2015 NEDERLANDSE SAMENVATTING. op  Gehele (Engelstalige) rapport, inclusief tabellen, THE DUTCH FEMALE BOARD INDEX 2015 Prof. dr. Mijntje Lückerath-Rovers NEDERLANDSE SAMENVATTING Gehele (Engelstalige) rapport, inclusief tabellen, op www.tias.edu Nederlandse samenvatting (Dutch Summary)

Nadere informatie

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met

Nadere informatie

Ezcorp Inc. TIP 2: Verenigde Staten. Ticker Symbol. Credit Services

Ezcorp Inc. TIP 2: Verenigde Staten. Ticker Symbol. Credit Services TIP 2: Ezcorp Inc. Beurs Land Ticker Symbol ISIN Code Sector Nasdaq Verenigde Staten EZPW US3023011063 Credit Services Ezcorp (EZPW) is een bedrijf dat leningen verstrekt en daarnaast tweedehands spullen

Nadere informatie

De invloed van corporate governance op de beloning van de CEO

De invloed van corporate governance op de beloning van de CEO Amsterdam Business School De invloed van corporate governance op de beloning van de CEO Onderzoek van Nederlandse beursgenoteerde bedrijven Marc de la Croix Studentnummer: 10526226 9 juni 2015 Master scriptie

Nadere informatie

Nettowinst gestegen met 53%, sterke prestaties in met name Duitsland en Nederland

Nettowinst gestegen met 53%, sterke prestaties in met name Duitsland en Nederland Nettowinst gestegen met 53%, sterke prestaties in met name Duitsland en Nederland Kernpunten tweede kwartaal 2005 Stijging met 52% van de verwaterde winst per gewoon aandeel (WPA) in Q2 tot 0,47 (Q2 2004:

Nadere informatie

Turbo Daily NASDAQ-100 NIKKEI 225 DOW JONES. Turbo Daily Commerzbank 26 Juni 2015 Nummer 1202 INDICES SLOTKOERS VERSCHIL AEX 492,39-0,05%

Turbo Daily NASDAQ-100 NIKKEI 225 DOW JONES. Turbo Daily Commerzbank 26 Juni 2015 Nummer 1202 INDICES SLOTKOERS VERSCHIL AEX 492,39-0,05% Turbo Daily Turbo Daily Commerzbank 26 Juni 2015 Nummer 1202 INDICES SLOTKOERS VERSCHIL AEX 492,39-0,05% DOW JONES 17890,36-0,42% NASDAQ CMP 5112,19-0,2% NASDAQ -100 4514,008-0,23% NIKKEI 225 20706,15-0,31%

Nadere informatie

16 MCA: december 2008, nummer 8. Vicente Barcelo Varona: beeld

16 MCA: december 2008, nummer 8. Vicente Barcelo Varona: beeld 16 MCA: december 2008, nummer 8 Vicente Barcelo Varona: beeld Corporate governance: VERDIENT DE TOP WAT DE TOP VERDIENT? De beloning van topmanagers heeft zich in de laatste jaren ontwikkeld tot een heet

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

De mogelijke effecten van de implementatie van de corporate governance code. Analyse door DirectorInsight op verzoek van de NCD

De mogelijke effecten van de implementatie van de corporate governance code. Analyse door DirectorInsight op verzoek van de NCD De mogelijke effecten van de implementatie van de corporate governance code Analyse door DirectorInsight op verzoek van de NCD De analyse Dit is een analyse, op verzoek van de NCD, uitgevoerd door DirectorInsight

Nadere informatie

Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y

Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y 1 Regressie analyse Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y Regressie: wel een oorzakelijk verband verondersteld: X Y Voorbeeld

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

Meten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011

Meten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011 Meten: algemene Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011 OPZET College 1: Algemene College 2: Meting van attitudes (ISSP) College 3: Meting van achtergrondvariabelen via MTMM College 4:

Nadere informatie