Praktische opdracht ANW Leven op aarde en verder

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Praktische opdracht ANW Leven op aarde en verder"

Transcriptie

1 Praktische opdracht ANW Leven op aarde en ve Praktische-opdracht door een scholier 9652 woorden 16 jaar geleden 5,8 30 keer beoordeeld Vak ANW Voorwoord Toen we hoorden dat we een praktische eindopdracht moesten maken sloegen we onze ANW-boeken open. We bladerden de hoofdstukken door en schreven een paar onderwerpen op die ons te binnen schoten. Uiteindelijk besloten we dat leven op aarde en ve een geschikt onderwerp was, omdat we het beiden een interessant onderwerp vonden en omdat er veel informatie over te vinden was. We hebben onze hoofdvraag eerst opgesplitst in drie deelvragen, welke ieder weer subvragen hebben. Op deze manier is het doel van onze eindopdracht duidelijker. We denken dat we veel informatie kunnen vinden op internet, maar met name uit boeken. Na jarenlang onderzoek zijn geleerden eruit hoe de aarde en het heelal zich ontwikkeld hebben. Er is hoogstwaarschijnlijk onderzoek geweest naar buitenaards leven. We hopen dat we hier veel over terug kunnen vinden. En dan nog de verhalen van mensen die beweren UFO s gezien te hebben of ontvoerd zijn wat zijn de vermoedens over buitenaards leven? We willen in dit werkstuk duidelijke informatie geven over het fenomeen leven, zowel op deze planeet als daarbuiten. Het bleek ontzettend interessant te zijn om onderzoek te doen naar ons thema leven en we hopen dat u dit werkstuk ook als interessant en informatief ervaart. Schematisch overzicht Hoofdvraag: Is er leven op andere planeten buiten aarde? Deelvraag 1: Hoe is het leven op aarde ontstaan? Subvraag 1a: Hoe is het heelal ontstaan? De evolutie van het heelal: schematisch Subvraag 1b: Hoe is de aarde ontstaan? Subvraag 1c: Hoe is het leven op aarde ontstaan en ontwikkeld? Tijdperken en hun dieren en planten Deelvraag 2: Is er onderzoek geweest naar buitenaards leven? Subvraag 2a: Is er leven (geweest) op planeten in ons zonnestelsel? Venus Mars Subvraag 2b: Wat is het belangrijkste onderzoek dat gedaan is? Pagina 1 van 23

2 Subvraag 2c: Wat is er uit dat onderzoek geconcludeerd? Deelvraag 3: Wat zijn de vermoedens over buitenaards leven? Subvraag 3a: Wat is er te doen rond neergestorte UFO s? Het Roswell-incident Subvraag 3b: Wat is er te doen rond verminkte kadavers? Subvraag 3c: Wat vertellen mensen die ontvoerd zijn? De UFO-ontvoering Subvraag 3d: Zijn graancirkels gemaakt door buitenaardse wezens? Deelvraag 1: Hoe is het leven op aarde ontstaan? In dit onderdeel van ons werkstuk wordt antwoord gegeven op de vraag: Hoe is het leven op aarde ontstaan? Deze vraag wordt uitgewerkt in drie subvragen. Deze kunt u hieronder lezen. Subvraag 1a: Hoe is het heelal ontstaan? In de bijbel staat: In den beginne schiep God de hemel en de aarde. Dat klonk veel mensen onwaarschijnlijk in de oren. Ze namen aan dat het heelal eeuwig was. Maar een andere bekende uitdrukking luidt: aan alles zit een begin en een einde. Zo ook aan het heelal. Wij weten niets met zekerheid over dit begin en einde, maar een combinatie uit vele theorieën brengt je dicht bij de waarheid. Er zijn nog vele legendes, mythen en religieuze verhalen, maar we gaan ons beperken tot de wetenschappelijke hypotheses, experimenten en conclusies. Onderzoekers zijn al eeuwen bezig met onderzoek aan het heelal. Toen in de 19e eeuw de technieken met telescopen ontdekt werd, onderging de wetenschap een revolutie. Door steeds meer verbeterde technieken konden er steeds nauwkeurigere waarnemingen gedaan worden. Edwin Hubble heeft belangrijke ontdekkingen gedaan. Zo ontdekt hij in 1923 als eerste een sterrenstelsel dat verwant is aan onze melkweg. Dit sterrenstelsel lijkt niet meer dan een vage nevel. Hubble concludeert dat bijna alle nevels die te zien zijn met zijn nieuwe telescoop sterrenstelsels moeten zijn. Dit zou betekenen dat het heelal minimaal duizend keer groter moet zijn dan ons eigen melkwegstelsel. Nog steeds wordt uitgegaan van het feit dat het heelal oneindig was, maar er komen steeds meer aanwijzingen dat dit niet zo is. De Duitse astronoom Wilhelm Olbers had een logische theorie ontdekt, die aangeeft dat het heelal dynamisch móét zijn, wat weer zou beteken dat het heelal eindig is. Albert Einstein had dezelfde opvattingen. Hij heeft later over zijn onderzoeken uitgaande van het feit dat het heelal oneindig is gezegd dat het zijn grootste blunder was. Hubble heeft nóg een belangrijke ontdekking gedaan: de rood- en blauwverschuivingen. Hij zag dat de kleur van de andere sterrenstelsels verschoof. De enige logische verklaring is dat de bronnen zélf bewegen. Dit is op zich niet zo vreemd. Wat opmerkelijk was, is dat de meeste sterrenstelsels roder waren dan ze moesten zijn. Bovendien was er een relatie tussen het rode licht en de afstand van sterrenstelsels: een sterrenstelsel dat twee keer zo ver weg staat, trekt zich ook twee keer zo snel terug. Dit toont aan dat het heelal groeit. Pagina 2 van 23

3 Op het moment dat Edwin Hubble s en Albert Einsteins theorieën overeenkomen, wordt algemeen aangenomen dat het heelal dynamisch is. Tevens wordt aanvaard dat het heelal uitdijend is. Astronomen zijn er nog steeds niet over uit, maar de gemiddelde leeftijd van het heelal wordt geschat op 15 miljard jaar. Toch worden nog vaak variaties tussen de 13 de 20 miljard jaar genoemd. Er was dus een begin. Maar hoe zag dit begin eruit? Het meest voor de hand liggende antwoord is dat het hele heelal ooit een grote massa was, dat op een zeker moment geëxplodeerd is. Hierdoor ontstonden grondstoffen voor de bouw van een universum. De Britse astronoom Sir Fred Hoyle was een van de velen die niet accepteerde dat er een begin was. Hij noemde de theorie spottend Big Bang en deze naam bleef ze houden. Er vormden twee groepen: aanhangers van de Big Bang-theorie en aanhangers van de theorie die opperde dat het heelal in evenwicht bleef door vernieuwende materie waardoor sterren zich keer op keer konden vormen. In 1964 doen de twee jonge radioastronomen Arno Penzias en Robert Wilson een bijzondere ontdekking: met een uiterst gevoelige hoornantenne vangen zij een echo op van de oerknal. Ook hebben ze een straling waargenomen die dateerde van ongeveer jaar na het begin. Vanaf 1965 was er bijna geen twijfel meer over de Big Bang. Nog dertig jaar wordt er onderzoek verricht naar deze straling. Er treedt enkel één groot raadsel op: als de achtergrondstraling constant is, zou dat betekenen dat er geen ongelijkmatigheden in het heelal voor kunnen komen. Maar waar komen in dat geval sterren en sterrenstelsels vandaan? De onderzoekssatelliet COBE (Cosmic Background Explorer) brengt in 1992 de oplossing. Na ruim een jaar lang metingen in de ruimte gedaan te hebben, toont hij aan dat er afwijkingen waren van een dertig miljoenste, alle kanten uit. Het heelal moet dus als het ware gezien worden als een oceaan waarin de wind kleine golfjes blaast. De evolutie van het heelal: stapsgewijs Na al deze waarnemingen, ontdekkingen en opgestelde theorieën valt er een goede omschrijving te geven van het ontstaan van het heelal. Hier puntsgewijs beschreven wat de meest logische geschiedenis is: Ø Een miljoenste seconde na de oerknal is de temperatuur 10 biljoen Kelvin, een temperatuur waarbij geen materie mogelijk is, en het heelal slechts uit straling bestaat. Ø Na één seconde is de temperatuur gedaald tot 10 miljard Kelvin, de temperatuur in de kern van een waterstofbomexplosie. Elementaire deeltjes reageren met elkaar. Ø Na circa drie minuten moet de temperatuur gedaald zijn naar 1 miljard Kelvin. Nu zijn kernreacties mogelijk. Een zware vorm van waterstof ontstaat. Ongeveer 25% van de kernen van deze stof absorbeert heliumdeeltjes. Ø Nog jaar vinden kernreactie plaats waarbij talloze elementen gevormd worden. Ø Na deze periode daalt de temperatuur naar 6000 Kelvin (dezelfde temperatuur als op de zon). Er is geen wisselwerking meer tussen straling en materie. De straling wordt ook minder belangrijk voor ontwikkeling. Ø De straling daalt tot de in 1965 gemeten temperatuur van 2,7 Kelvin. Er vinden, 1 miljoen jaar na de Pagina 3 van 23

4 oerknal, nieuwe processen plaats: waterstof en helium wordt blootgesteld aan twee tegengestelde krachten: expansiekracht en zwaartekracht. Er vinden kernfusies plaats en sterren ontstaan. Dit is tevens de huidige situatie. Nu we weten hoe het heelal ontstaan is, verdiepen we ons in de volgende subvraag. Subvraag 1b: Hoe is de aarde ontstaan? De aarde is een relatief jonge planeet en maakt samen met 8 andere planeten (Mercurius, Venus, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus en Pluto) ons zonnestelsel. In het prille begin had ons zonnestelsel een heel andere vorm dan de huidige situatie. Er zwierven overal losse delen materie chaotisch rond, zoals in de bekende ringen rond Saturnus. Langzaam maar zeker lieten zij steeds scherpere contouren achter. Een van deze klompen materie bevond zich op 1600 miljoen kilometer van de zon: het is onze aarde in wording. Tot ver in de 18e eeuw had men geen flauw idee hoe oud onze aarde was en hoe deze was ontstaan. De wetenschap had zijn kennis slechts van onduidelijke theorieën en religieuze denken. Het enige wat men zeker wist over de aarde was de omtrek: deze is 2200 vrij nauwkeurig berekend door de Griekse astronoom Eratosthenes van Cyrene. Hij concludeerde dat de aarde een omtrek had van km, en daar zat hij slechts 7 km naast. De oorsprong van de aarde was in die tijd nog onduister: men nam aan dat het iets goodelijks was en eeuwig. De Ierse aartsbisschop dacht hier anders over. Hij schreef in de bijbel dat de aarde ontstaan was in 4004 voor Christus. Er was slechts een handjevol Christenen die hem geloofden. De volgende theorie kwam van James Hutton. In 1785 schreef hij in zijn boek Theory Of The Earth sprak hij over krachten, die nog steeds actief waren, die de aarde een eeuwige kringloop van erosie en wederopbouw deden verkeren. In de 19e eeuw kwamen er veel biologische en geologische standpunten aan bod, waaronder de gevolgen van de ijstijd en de zonsvloed werden onderzocht. Er werd per toeval ook veel gevonden over zeer veel overstromingen en teken uit ijstijden en gesmolten gletsjers. In 1830 zei Sir Charles Lyell dat de aarde niet miljoenen, maar miljarden jaren oud zou zijn. De natuurkundige Lord Kelvin verwierp dit idee. Hij dacht dat de aarde nooit miljarden jaren zou kunnen zijn. Hij concludeerde dat als de aarde daadwerkelijk deze leeftijd had, zij in het begin zo heet geweest zou moeten zijn dat het voldoende was om de aarde minimaal 100 keer te laten smelten. Als aangenomen werd dat de aarde zijn warmte regelmatig had afgestaan, kon gezegd worden dat de aarde hooguit 400 miljoen maar minimaal 100 miljoen jaar oud is. In de 20e eeuw kon nauwkeurig ouderdomsonderzoek worden gedaan door middel van radioactieve elementen. Er werd geconcludeerd dat de aarde 4,6 miljard jaar oud is. Ongeveer 3,8 jaar geleden ontstonden de eerste oceanen. Zij waren een belangrijk onderdeel van onze planeet. Volgens astronomen is het onmogelijk dat zij toen al vloeibaar waren: vermoedelijk zijn zij tot 2 miljard jaar geleden bevroren geweest. Pagina 4 van 23

5 De aarde kende een grote instabiliteit met veel broeikasgas. Door dit gas ontstond vermoedelijk een beschermende laag die voorkwam dat de aarde afkoelde. In de loop van de tijd ontwikkelde de aarde nog veel meer unieke eigenschappen, die het leven op aarde mogelijk maken. Daar gaan we ve op in de 3e subvraag, die nu aan bod komt. Subvraag 1c: Hoe is het leven op aarde ontstaan en ontwikkeld? De atmosfeer maakt het leven op aarde mogelijk. Het wemelde van positieve omstandigheden om leven te creëren: een zonnestelsel met een rijke verscheidenheid aan elementen, een grote ster om miljarden jaren energie te geven, een planeet die op voldoende afstand van de zon stond om niet te verbranden of te bevriezen en een planeet die redelijk snel om zijn as draait waardoor de energie zich voldoende verdeelt. Deze basisprincipes zijn heel gunstig voor het ontstaan van leven. Circa 3,6 miljard jaar geleden ontstaan de allereerste organismen, ook al zijn het slechts kleine bacteriën. Er zijn twee groepen: de producenten en de afbrekers. Deze eerste groep zet met behulp van fotosynthese koolstofdioxide om in zuurstof, en de tweede groep scheiden de organische materialen methaan en koolstofdioxide. Er ontstaat een nieuwe atmosfeer op deze aarde. Aangezien de hoeveelheid koolstofdioxide vermindert, krijgt de aarde kans om af te koelen. Door toename van het methaangehalte ontstaan een nieuw evenwicht. Deze primitieve levensvormen, die alleen kunnen bestaan bij een temperatuur tussen de 15 en de 28oC, passen het milieu aan hun behoeften aan. Bij vulkaanuitbarstingen stijgt de temperatuur, maar hierdoor ontstaat tevens weer meer voedsel voor de producenten. Ook wordt ervan uitgegaan dat er gemiddeld één komeetinslag per 100 miljoen jaar plaatsvindt. Dit houdt in dat het leven op aarde even vaak moet zijn uitgeroeid. Toch is het evenwicht alsmaar door bewaard gebleven. Het leven op aarde was tevens de redding van de aarde. Zonder leven zou er geen zuurstof geproduceerd worden, en heeft waterstof geen kans om water te vormen. Zodoende zou alle waterstof het heelal ingetrokken worden en zou aarde een zelfde planeet zijn geworden als Venus. De groep producenten heeft op een gegeven moment zoveel voedsel dat een teveel aan zuurstof ontstaat. Zo ontstaat de moderne dampkring. Tijdens het proces van de overschakeling vormen zich genetisch ingewikkelde organismen, die het mogelijk maken om later hogere levensvormen en de geslachtelijke voortplanting te ontwikkelen. Deze manier van voortplanten brengt een grote evolutie op gang: er worden nu een gigantische hoeveelheid genetische combinaties mogelijk. De groep afbrekers was niet direct ten dode opgeschreven. Ze verborgen zich op plaatsen waar geen zuurstof kon komen: en dat is nu nog steeds zo. Ze bevinden zich bijvoorbeeld op de bodem van oceanen waar ze rustig doorgaan met het leiden van hun eigen leventje. De overgang van methaan naar zuurstof in onze atmosfeer is een ongelooflijk lang proces: waarschijnlijk was het 900 miljoen jaar geleden nog steeds in volle gang. Pagina 5 van 23

6 Toch duurt het niet lang voordat zuurstof overheerst: 2,3 miljard jaar geleden raakt de aarde al in een langdurige ijstijd verzonken. Deze kan komen door de afkoeling van de aarde omdat het methaangehalte zakt. Ook beginnen de producenten te overheersen, want dit aantal groet enorm, terwijl het aantal van de afbrekers juist afneemt. Aan het einde van dit proces, door sommigen vastgesteld op 600 miljoen jaar geleden, had de straling van de zon zijn huidige kracht bereikt en de micro-organismen op het land werden beschermd door de schadelijke stoffen wegens de pas gevormde ozonlaag. 590 miljoen jaar geleden, wanneer het tijdperk met de naam Paleozoïcum begint, wordt beschouwd als het beginpunt van het leven. In dit tijdperk vormt Gondwanaland de belangrijkste landmassa. De werelddelen Afrika, Zuid-Amerika, India, Antarctica en Australië zitten aan elkaar vast en krijgen samen deze naam. Europa, Siberië en Noord-Amerika waren toen al aparte landen. Er zijn gematigde klimaatzones, het zeepeil is hoog en de polen van onze planeet zijn nog niet met ijs bedekt. Doordat in zeeën en oceanen calcium was ontstaan kunnen gepantserde dieren zich ontwikkelen op de zeebodem. Deze pantsers bieden een goede aanhechtingsplaats voor de spieren en geven de dieren de mogelijkheid zich goed voort te bewegen. Er ontstaan veel Trilobieten. Dit zijn zeedieren die een drielobbig pantser, ogen en een gestekelde staart hebben. Er ontstaan enorm veel verschillende soorten. Desondanks sterven ze aan het einde van het Paleozoïcum uit. Zo n 500 miljoen jaar geleden ontstonden de eerste gewervelde dieren, ondanks dat hun wervelkolom nog behoorlijk primitief was. Ze lijken totaal niet op de gewervelde dieren van nu: het waren nietige diertjes, waarbij een verbeende staaf in eerste instantie alleen dienst deed als lichaamsas. Binnen 50 miljoen jaar ontstaan de eerste vissen. Ze zijn nog kaakloos, maar hebben wel een wervelkolom die ervoor zorgt dat zwembewegingen effectief kunnen zijn. De vissen hebben een beenpantser, die hen beschermt tegen hun roofvijanden: 3 meter lange schorpioenachtige beesten. Maar 360 miljoen jaar geleden bleek dat stevige vinnen en een gestroomlijnd lichaam een nog betere bescherming vormen tegen allerlei roofvijanden. De grootste gevaren in de tijd van de zeedieren vormden haaien (die niet veel afwijken van de haaien van nu) en 15 meter lange, vleesetende placodermen, die nu uitgestorven zijn. De zeeën, die warm en helder zijn, worden bewoond door koraal, voorouders van zeesterren en egels, zeelelies en scholen vissen, die al behoorlijk modern ogen. Ook zijn er vissen die longen ontwikkeld hebben, zodat ze de zuurstof rechtstreeks uit de atmosfeer kunnen opnemen. In de zee speelt een hele evolutie af, maar ook op het land gebeurt van alles. Rotsen raken begroeit met simpele wieren en algen, maar met behulp van wortels en twijgen ontwikkelen reusachtige boomvarens, paardenstaarten en wolfsklauwen zich. De eerste oerwouden ontstaan, vol met dit soort planten. Maar tussen de wortels en stammen van deze moerasbossen lopen al kleine schorpioenachtige dieren rond, die leven van de kleine insecten, die hier en daar al rondvliegen en lopen. 400 miljoen jaar geleden ontwikkelen de longvissen, die tot dan toe alleen maar in de zee leefden, poten. Het zijn de eerste oeramfibieën. Door deze ontwikkeling bestaat voor hen de mogelijkheid om het land op te komen. Eerst blijft het beperkt tot de moerassen, rondom de zeeën, maar niet veel later verspreiden ze zich heel snel door het hele land. Ze zijn de enige schepsels op het vaste land, waardoor ze al snel Pagina 6 van 23

7 overheersen en zich ontwikkelen tot talloze nieuwe soorten. Het milieu wordt op den duur aan deze wezens aangepast. Toch blijven ze afhankelijk van moerassen en water. Hun lichaam is naakt, ze hebben geen haren of schubben om zich te beschermen, en de geleiachtige eieren kunnen niet tegen de extreme situaties op het vasteland. De tijd is aangebroken voor twee nieuwe ontwikkelingen: een taaie huid, die bestand is tegen uitdroging en eieren met een stevige schaal. Komende 50 miljoen jaar ontwikkelen de eerste reptielen zich. Deze reptielen waren in het begin vleeseters. Dit leverde een probleem op: er waren te weinig prooidieren. Sommige soorten ontdekken daarom een andere oplossing: de oerwouden bieden ook een uitstekende voedingsbron. Maar het eten van planten brengt ook een probleem met zich mee: het voedsel moet lang in het lichaam blijven zodat de belangrijke stoffen kunnen worden opgenomen. Daarom worden de plantetende dieren groot en zwaar in vergelijking met vleeseters. Dit heeft ook gevolgen: omdat plantetende dieren groter worden zijn zij een moeilijke prooi voor de vleeseters, dus ontwikkelen ook zij zich tot een groter formaat. Beide groepen reptielen zijn koudbloedig. Dit houdt in dat hun lichaam zich aanpast aan de omstandigheden van buitenaf. Zodra het s nachts kouder wordt kunnen zij niet actief zijn. Degenen die s ochtends weer ee warm zijn door de zonnestralen, zien zo hun kans om al eerste een goede buit te vergaren. Er werd een snuggere oplossing bedacht door de eerste zoogdierachtige reptielen: ze hadden een grote zeilkam, die door stekels omhooggehouden werd. Deze deed dienst als zonnepaneel, waardoor deze dieren het snel warm kregen. Circa 220 miljoen jaar geleden ontstaan de eerste zoogdieren, die het probleem helemaal verwerpen door warmbloedig te zijn. 100% zekerheid bestaat hier nog niet over, want deskundigen hebben aangenomen dat dinosauriërs koudbloedig zijn en dus reptielen, maar als er 20 miljoen jaar geleden daadwerkelijk zoogdieren ontwikkelden bestaat de kans dat dinosauriërs juist warmbloedig waren en dus zoogdieren. Ervan uitgaande dat zoogdieren in die tijd ontstaan, kan de jachttijd worden verdubbeld. Er kan sneller aan een prooi worden gekomen. Dit houdt wel in dat de warmbloedige dieren meer voedsel moeten hebben om op temperatuur te blijven. Van dit probleem hebben koudbloedigen van hetzelfde formaat geen problemen mee. De hele evolutie draait op volle toeren, tot er 250 miljoen jaar geleden ineens een enorme terugslag komt. Er ontstaat een enorme uitsterving. Wat er precies gebeurd is, is tot op heden onduidelijk, maar door lange onderzoeken naar fossielen is het een feit dat de uitsterving er is geweest. De oerzoogdieren sterven uit. In de zee verdwijnt 90% van de families van de ongewervelden. De trilobieten, die miljoenen jaren de meest voorkomende aaseter in de zee was geweest, verdwijnt voorgoed, evenals talloze andere vissoorten. Toch ontwikkelen zich in de 5 miljoen jaar die hierop volgt in een redelijk snel temp nieuwe dieren. Het tijdperk van de dinosauriërs is aangebroken. Zij domineerden 150 miljoen jaar de aarde. Intussen wachten spitsmuisachtige zoogdieren in bomen en onder de grond op het moment dat de omstandigheden voor hen gunstig zouden zijn. En deze tijd komt. Na jarenlang onderzoek is men er zeker van dat een astroïde met een doorsnede van 10 Pagina 7 van 23

8 kilometer en met een snelheid van kilometer per uur kwam aansuizen en een krater sloeg van 290 kilometer doorsnede. Het afval dat hierbij in de lucht werd geblazen en ook weer terug op aarde viel in de vorm van vuurballen moet over de gehele wereld wouden in brand hebben gestoken. Het effect op de dierenwereld is niet al te gemakkelijk vast te stellen. Zeker is dat de dinosauriërs in dit tijdperk uitgestorven zijn. Het herstel van deze inslag brengt dieren voort die zo groot en gevarieerd zijn dat ze nog steeds de fantasie van met name deskundigen en geïnteresseerden prikkelen. Op het land verschijnen bloeiende planten en ook insecten ontwikkelen zich massaal. Er ontstaan veel nieuwe schaaldieren. Wat de aarde betreft verandert er niets door de massale uitstervingen. De inslag van de grote astroïde, ze vernietiging van dinosauriërs, de verschijning van zoogdieren, het uiteenvallen van de grootste continenten, de verschijning van de naakte aap met een grote herseninhoud Niets van dit alles verandert de atmosfeer van de aarde, het blijft precies zoals het was sinds de overstap op een zuurstofrijke atmosfeer. Natuurlijk betekent elke kleine aanpassing of verandering aan de aarde een grote aanpassing voor de dieren. De laatste ingrijpende verandering vindt plaats als het ijs zich terugtrekt uit het noorden vaan Eurazië en Noord-Amerika, zo n jaar geleden. Diverse dieren, als neushoorns en mammoets, hadden zich aangepast aan de kou die het ijs met zich meebracht. Door de verandering van de temperatuur stierven ze uit. Als het ijs eenmaal gesmolten is veroveren bossen de noordelijke vlakten en de bodem wordt dankzij erosie geschikt voor de mens. Ongeveer 50 miljoen jaar geleden ontstaan de eerste apen die zich onderscheiden van andere dieren. Ze hebben bijvoorbeeld een grote, ronde hersenschedel met daarin een grote hersenmassa. Ook hebben ze afgeplatte nagels aan de handen en voeten, in tegenstelling tot de klauwen van vele andere dieren. Sommigen gebruiken handen en voeten om op te lopen, hun armen om van boom naar boom te slingeren en het merendeel beschikt ook over de mogelijkheid om rechtop te zitten, waardoor de handen vrij zijn voor gebruik. Er ontstaan twee soorten apen: de breedneus- en de smalneusapen. Deze eerste groep heeft grote neusgaten die omhoog staan en naar buiten gericht; bij de tweede groep is dit precies het tegenovergestelde. Na lange evolutie ontstaan zo n 1,5 tot 2 miljoen jaar geleden uit de mensapen de eerste echte mensen. Nu weten we hoe het leven is ontstaan op aarde, maar we weten ook wat er nodig is voor het leven op zich. Tijdperken en hun dieren en planten In het antwoord op subvraag 1c zijn niet alle tijdperken aan bod gekomen, terwijl het toch de moeite waard is om ze nog even op te noemen. Pagina 8 van 23

9 Ø Het allereerste en tevens allerlangste tijdperk is het Precambrium, dat duurt tot en met 570 miljoen jaar geleden. De producenten en afbrekers ontstaan en in dit tijdperk komen de eerste kleine zeediertjes tot leven. Ø Het Cambrium duurt van 570 tot en met 505 miljoen jaar geleden. In dit tijdperk vormen de eerste trilobieten, wormen, weekdieren en sponzen zich. Ø 505 tot en met 438 miljoen jaar geleden wordt het Ordovicium genoemd. De trilobieten waren een paar miljoen jaar geleden plots uitgestorven, maar vormen zich in dit tijdperk weer opnieuw. Ook ontstaan brachiopoden, graptolieten en kaakloze vissen. Ø Het Siluur duurt van 438 tot 408 miljoen jaar geleden. Dit is het tijdperk van de Stekelhaaien en koralen. Ø De koppotigen, kwastvinnige vissen, primitieve landdieren en -planten ontstaan in het Devoon, dat 408 tot 360 miljoen jaar geleden is. Ø Het Carboon is een tijdperk waar veel nieuwe dieren ineens ontstaan. Van 360 tot en met 286 miljoen jaar geleden ontstaan de eerste haaien, koralen, spinnen, amfibieën en aan het einde van het tijdperk ook reuzenlibelles, coniferen en reptielen. Ø Het tijdperk tussen 286 en 248 miljoen jaar geleden heet het Perm. Vissen, reuzenvarens, reuzenpaardenstaarten, zeelelies en eendagsvliegen ontstaan. Ø In het Trias, van 248 tot en met 213 jaar geleden, heeft als dieren zee-egels, beenvissen, primitieve zoogdieren en de eerste dinosauriërs. Ø In de Jura, van 213 tot en met 144 miljoen jaar geleden ontstaan bekendere dieren en planten als vishagedissen, vliegende reptielen, ammonieten, cycaspalmen, apatosauriërs, Stegosauriërs en de moderne vissen. Ø De zeeschildpadden, zeereptielen, eerste echte krokodillen, moderne planten, vogels, tiranosauriërs rex, bloeiende planten en bijen ontstaan in het Krijt, een wat bekender tijdperk van 144 tot 65 miljoen jaar geleden. Ø 65 tot 2 miljoen jaar geleden is het tijdperk Tertiair, waarin octopussen, walvissen, tandloze loopvogels, vleeseters, vlinders, vleermuizen, grassen, buideldieren, robben, primaten en olifanten ontstaan. Ø 2 miljoen jaar geleden begint het huidige tijdperk, Quartiair. Dit is het tijdperk van de mensen. Het is nu tijd om te bekijken of er ooit onderzoek is geweest naar leven, in wat voor vorm dan ook, op andere planeten. Deelvraag 2: Is er onderzoek geweest naar buitenaards leven? Het heelal is ontzettend groot. Er zijn triljarden planeten, asteroïden, sterren en kometen. Zij wij dan echt de enige planeet met leven? In deze deelvraag gaan we bekijken of er onderzoek is geweest naar leven op andere planeten, of er fossielen zijn aangetroffen, of dat er misschien echt contact geweest is met buitenaards, intelligent leven. We hebben 3 subvragen: eerst kijken we of er misschien leven mogelijk is (geweest) op een van de planeten binnen ons zonnestelsel, vervolgens kijken we of er onderzoek geweest naar leven buiten ons zonnestelsel en is zoja, wat de verwachtingen hiervan zijn, en ten slotte bekijken we de resultaten en waarnemingen van het eventuele onderzoek. Subvraag 2a: Is er leven (geweest) op planeten in ons zonnestelsel?? Pagina 9 van 23

10 In ons zonnestelsel zijn verschillende planeten waar misschien leven was, is of kan komen. Deskundigen hebben onderzocht welke planeten in aanmerking kunnen komen voor leven. Neem het tweelingzusje van de aarde, Venus, of de planeet wiens huidige omstandigheden overeenkomen met de aarde, Mars. Deze planeten vertonen allebei verschijnselen gelijk aan de aarde. Wat speelt op deze planeten af, wat heeft er afgespeeld? We gaan bekijken wat voor geschiedenis de planeten hebben en wat overeenkomsten zijn met aarde. Ook schatten we de kansen in of er leven is, was of komt. Venus Vanaf de zon gezien is Venus de tweede planeet in ons zonnestelsel. Zoals in de inleiding stond, zou het een zusje kunnen zijn van de aarde, want ze is ongeveer even groot en heeft vermoedelijk dezelfde ontstaansgeschiedenis. Bij onderzoek wordt deze planeet niet zonder reden vaak vergeleken met aarde. Venus is de binnenste van drie zogenoemde terrestrische planeten, waarvan de anderen de aarde en Mars. Haar evolutie en lot hebben daarom een belangrijke betekenis voor ons. Venus is een heldere planeet met een zachte, romantische uitstraling. Ze is niet voor niets naar de godin van de liefde vernoemd. In de jaren zestig is radaronderzoek geweest met sondes. Er worden wonderbaarlijke dingen waargenomen. Een van de verrassingen is dat Venus heel langzaam om haar as draait. Ze doet hier 117 dagen over. Dit is te langzaam om in de kern het dynamo-effect op te roepen dat een magnetisch veld veroorzaakt. Dit is wel het geval op aarde. Bovendien draait ze, anders dan de meeste planeten in ons zonnestelsel, in tegenovergestelde richting. Dit houdt in dat de zon opkomt in het westen en ondergaat in het oosten. Een groot succes op het gebied van de ruimtevaart wordt behaald als twee sondes van de Sovjetunie in 1975 op Venus landen. Zij hebben foto s gemaakt op deze planeet en doorgestuurd naar aarde. De sondes zijn uitgerust met schijnwerpers omdat gevreesd werd voor een diepe duisternis wegens het dikke pak wolken dat rond Venus zweeft. De beelden die de sondes ons laten zien tonen rotsen en zand onder een hemel die even helder is als een bewolkte dag in Moskou. Tegen sommige verwachtingen in, blijkt dat Venus helemaal niet zo n prettige verblijfplaats is. Het schijnt meer te passen in het Middeleeuwse beeld van de hel. De grond is dor en onvruchtbaar. De atmosfeer bestaat uit koolstofdioxide. Ook heerst er een druk die negentigmaal zo groot is als de druk op aarde. Het wolkendek bestaat uit fijne druppeltjes zwavelzuur. De bodemtemperatuur is plusminus 600oC. Dit zorgt ervoor dat de sondes na 2 uur gesmolten zijn. In augustus 1990 landt de Amerikaanse sonde Magellan op Venus. Deze sonde is in staat een nauwkeurig radarbeeld door te zenden naar aarde. Het oppervlak blijkt totaal niet zoals verwacht, maar bestaat uit gedoofde vulkanen. Er zijn géén aanwijzingen voor continentale verschuivingen, zoals op aarde wel het geval is. Wel zijn er sporen van opgeplooide breuken en gescheurde rotsen. Ve zijn er talloze inslagkraters, gevuld met lava. Het lijkt erop dat Venus nog maar enkele miljoenen jaren geleden bijzonder woest van karakter was en nog niet tot rust was gekomen. Met alle informatie de sondes ons hebben gegeven is het redelijk goed mogelijk een geschiedenis voor te stellen van deze planeet. Net als aarde groeit de planeet door het invangen en verdichten van stof en gas. Pagina 10 van 23

11 Niet lang na haar ontstaan vormt ze een kern en mantel. Lange tijd wordt deze planeet onderworpen aan inslagen en bombardementen door asteroïden. Vermoedelijk is door een verschrikkelijk hevige botsing met een astroïde de rotatierichting van Venus omgedraaid. Het belangrijkste verschil met aarde is het ontbreken van aarde. Het proces dat op aarde heeft plaatsgevonden, het samenvoegen van water- en zuurstof, zodat het vloeibare product ontstaat, heeft niet plaatsgevonden op Venus. In plaats van zich tot een vloeistof te binden, blijven de gassen, samen met koolstofdioxide, gescheiden. Andere elementen als ijzer en zwavel absorberen de zuurstof, de waterstof verdwijnt de ruimte in en de koolstofdioxide blijft achter. Dit bepaalt de uiteindelijke atmosfeer op Venus. De koolstofdioxide veroorzaakt een broeikasgas, en nadat de vulkanen alleen maar meer van deze stof de lucht in werpen, is er sprake van een volledig broeikaseffect. Venus verandert in een opgebrande planeet, terwijl haar tweelingbroer aarde precies het tegenovergestelde doet. Hieruit is te concluderen dat leven op Venus mogelijk geweest zou zijn, als ze zich hetzelfde ontwikkeld zou hebben. Omdat de elementen gescheiden zijn gebleven, is dit niet gebeurd. Nu is het onmogelijk om nog leven op Venus aan te treffen. Mars Deze planeet vertoont de meeste overeenkomsten met onze aarde. Zijn oppervlakte kun je vanaf deze planeet direct waarnemen. De roodachtige kleur van de planeet heeft ook witte vlakken, dat zijn de met ijs bedekte poolkappen. Deze poolkappen schrompelen, maar dijen ook weer uit. Dit duidt op seizoenen en weerprocessen. De planeet is slechts half zo groot als de aarde maar draait wel even snel om zijn as. Al deze eigenschappen zijn gunstig voor het ontstaan van leven. Bij het in kaart brengen van Mars, door de Italiaanse astronoom Giovanni Schiaparelli, komt er iets vreemds in beeld. Over Mars lopen vreemde lijnen. De astronoom noemt ze canali, wat vrij slordig vertaald wordt met het Engelse canals, wat weer omgezet wordt naar het Nederlandse kanalen. Dit zou beteken dat er kunstmatig aangelegde wateren zouden stromen, of in ieder geval gestroomd hebben. Wetenschappers en deskundigen laten hun fantasie de vrije loop. Marsbewoners hebben deze kanalen aangelegd om de woestijnplaneet zo goed mogelijk te bevloeien. De kanalen moesten gezien worden als een soort Nijl, want zo zou deze rivier op aarde er ook uit moeten zien vanaf de ruimte bekeken. Na een paar sondes naar Mars gestuurd te hebben wordt geconcludeerd dat de lijnen inderdaad kanalen geweest moeten zijn. Er is stromend water geweest op Mars, maar deze zijn vanaf aarde onzichtbaar, maar ook staan ze al heel lang droog. Als je al het water dat nu op Mars is bij elkaar zou hebben, zou het niet groter zijn dan een groot meer. Het Amerikaanse landingsvoertuig Viking wordt in 1976 naar Mars gestuurd, en daar aangekomen worden de eerste beelden gemaakt. Mars ziet eruit als een grote stoffige, saaie woestijn. Het zoeken naar sporen van leven levert niets op. Op zich niet zo gek, want de temperatuur op Mars ligt altijd rond het vriespunt. In de vrije lucht komt het zelden boven de 0oC uit. De bodem van Mars bestaat vermoedelijk voor 1,6 kilometer alleen maar uit Permafrost. Om terug te komen op het ontstaan van het leven op aarde, zul je zien dat de producenten van zuurstof en afbrekers van koolstofdioxide alleen kunnen leven bij een temperatuur tussen de 18 en de 25oC. Pagina 11 van 23

12 Toch is Mars een dynamische planeet. Hij heeft reusachtige vulkanen, waaronder de grootste die bij ons bekend is over het hele zonnestelsel gezien: De Olympus Mons is 25 km hoog, dat is drie keer zoveel als onze Mount Everest. De doorsnede van deze vulkaan is zo n 600 kilometer aan de voet. Er zijn veel stormen op de planeet, waardoor zandduinen ontstaan en de oude inslagkraters opgevuld worden, en niet alleen met zand maar ook met lava. Het belangrijkste wat ontdekt is op Mars zijn de diepe ravijnen, die ongetwijfeld ooit waterlopen waren. Ze lopen bergafwaarts, volgen een kronkelende bedding, hebben zijrivieren en vormen sedimentvlakken. Alle resten van deze rivieren, sommigen even breed als aardse rivieren en met lengtes van honderden kilometers, zijn te vinden op gebieden die ooit verstoord zijn geworden, of op gebieden die zijn ineengestort door ondermijning door ondergronds stromend water. Dit alles wijst erop dat Mars op ongeveer dezelfde wijze als aarde ontstaan is, met een korst, mantel en kern. Tijdens inslagen van asteroïden wordt er zodanig met de planeet gespeeld dat er volop zuurstof vrijkomt, dat samen met waterstof het vloeibare water vormt. Waarschijnlijk is de ontstane watereenheid op Mars van oceanische afmetingen, er is in totaal voldoende water om Mars in een 80-meter diepe laag water te bedekken. De vorming van water duurt miljoenen jaren, waardoor het toch moeilijk te schatten is wanneer er een bepaalde hoeveelheid water was. In ieder geval heeft Mars duizenden jaren regen, waardoor ondergrondse bekkens gevormd worden. Door de vulkanische activiteiten komt het grondwater weer aan de oppervlakte, maar op dat moment blijkt het formaat van Mars niet al te gunstig te zijn. De geringe zwaartekracht van Mars kan al het water niet vasthouden en veel gassen ontsnappen in de ruimte. Alleen aan de polen kan het water in bevroren toestand worden vastgehouden. Uiteindelijk verandert de planeet in een oord van vulkanen, ijswoestijnen en stof. Het is onbekend hoelang het water gestroomd heeft en wat er precies mee gebeurd is. Misschien verdween een enorm deel weer onder de grond. Misschien ontwikkelde zich een primitief soort leven in de meren waarin de rivieren uitmondden. Voor meer kennis over Mars is onderzoek nodig, maar het is niet eenvoudig een Marsverkennings-vluchten uit te voeren. Dit blijkt uit het feit dat meer dan de helft van de Marsmissies mislukt is. Op internet hebben we veel artikelen gevonden over recent onderzoek. Er is nog niets uit geconcludeerd. Wel is te vertellen dat er grote kans is dat er ooit leven op Mars is geweest. De grond op Mars biedt een veilige plaats voor leven. Ook het water, dat ooit rijkelijk gestroomd heeft, is een vruchtbare plaats voor leven. Ook zijn er geruchten geweest over een fossiel op Mars. Dit fossiel zou ons bacteriën laten zien die ooit geleefd hebben op de rode planeet. In 1996 werd dit fossiel gevonden. Na jaren onderzoek is onlangs geconcludeerd dat het geen fossiel is van een bacterie, maar dat het vermoedelijk gewoon een afdruk is van zwaveldeeltjes. Pagina 12 van 23

13 De bekendste steen, die ongeveer hetzelfde verhaal heeft, is ALH De steen is 2 kilo zwaar en zou volgens experts 4,5 miljard jaar geleden ontstaan zijn op Mars. 16 miljoen jaar geleden, bij een inslag van een astroïde, werd de steen de ruimte ingeslingerd jaar geleden kwam de steen als meteoriet terecht in Antarctica. In 1984 is de steen gevonden en jarenlang onderzocht. Amerikaanse onderzoekers beweerden dat ze een aantal bewijzen hadden gevonden voor leven op Mars. In de ALH84001 zaten minerale verbindingen en er zaten wormvormige structuren in doe op fossielen van bacteriën leken. Helaas voor deze onderzoekers, maar het tegendeel kon worden bewezen. Zwavel komt in ruime hoeveelheden voor op Mars, en zorgt voor chemische processen in de atmosfeer van Mars. De verbindingen zijn niet afkomstig van organismen of biologische reacties. We kunnen dus concluderen dat er op Mars leven mogelijk geweest is, maar dat dit nog niet zeker is. Pas na meer onderzoek zal bekend worden hoe het met Mars gesteld is. Subvraag 2b: Wat is het belangrijkste onderzoek dat gedaan is? Een manier om onderzoek te doen naar buitenaards leven is het maken van een ruimtereis naar alle planeten. We zijn in staat om geschikte voertuigen hiervoor te bouwen, maar we zullen op de nabije planeten niet vinden wat we allemaal zo graag bevestigd willen hebben: het bestaan van buitenaards, intelligent leven. We zullen ve moeten zoeken willen we dit vinden. Bijvoorbeeld de sterren. Neem onze dichtstbijzijnde ster Proxima Centauri: alleen al de heenreis naar deze ster duurt zo n jaar. Het probleem is dus, als er buitenaards leven is, hoe vinden we die? Jaren gelden werd een oplossing voor dit probleem bedacht: het SETI-project. Het SETI-project, met de volledige naam Search for ExtraTerrestrial Intelligence, zoekt met behulp van radioactieve straling het heelal af met als doel leven aan te treffen. Er is niet veel vermogen voor nodig om een radiosignaal uit te zenden naar sterren en planeten die lichtjaren hiervandaan staan. Ook is deze manier niet bepaald duur: ieder woord dat verzonden wordt kost gemiddeld 1 Amerikaanse dollar. De wetenschappers verwachten echter geen snelle reactie van eventuele buitenaardse wezens. Een radiosignaal naar een planeet die rond de ster Proxima Centauri staat doet er vier jaar over om deze planeet te bereiken, het zal dan ook minimaal vier jaar kosten als er een boodschap terug zou worden gestuurd. Het wachten is lang, en er wordt gehoopt dat er al signalen naar ons gestuurd zijn vóórdat wij buitenaards leven bereikt hebben. Op internet ( is een programma te downloaden. Als je dat programma installeert kun je zelf, op momenten dat je je computer zelf niet gebruikt, het heelal afscannen op zoek naar buitenaards leven. Zo draag je bij aan het intussen gigantische onderzoek. Een kleine geschiedenis over hoe het internetproject tot stand is gekomen: In 1996 Davis Gedye en Craig Kasnoff krijgen het idee om een project op te starten waar iedereen aan me kan doen, In juli datzelfde jaar komt de site online waar iedereen kennis kan maken met het idee van een publiek project. In 1997 werd de software ve ontwikkeld zodat hij klaar en gebruiksvriendelijk zou zijn voor alle Pagina 13 van 23

14 geïnteresseerden. Het jaar 1998 was volledig toegewijd aan het inzamelen van geld. In september wordt de software afgerond. In november werd begonnen met het testen. In 1999 is de software getest en getest en bestand gemaakt tegen virussen. De website waarop het programma te downloaden zal zijn wordt op 13 mei bereikbaar. Er zijn veel technische problemen, maar de populariteit is enorm. In 2000 doen al een half miljoen mensen mee aan het project. De errors die nog regelmatig verschijnen worden ve weggewerkt. In 2001 wordt begonnen met het 2e SETI-project. Dit is nog lang niet afgerond en er is ve nog weinig over bekend. Het eerste SETI-project is een groot succes, en zoals in de ingevoegde tabel te zien is stijgt het aantal deelnemers met de maand. Het SETI-project is het grootste project dat onderzoek doet naar buitenaards leven. In de volgende subvraag komen we terug op de resultaten en verwachtingen van, met name, het publieke SETI-project. Subvraag 2c: Wat is er uit dat onderzoek geconcludeerd? Er zijn al 40 jaar lang SETI-projecten aan de gang. Nog nooit is er een overtuigend signaal gevonden wat buitenaards leven kon vaststellen. Dit is ook niet zo vreemd, gezien het feit dat het zoeken naar buitenaards leven te vergelijken is met het onderzoeken van elk afgezonderd korreltje zand in de woestijn. Als we ons realiseren hoeveel onzekerheden er meespelen in het zoeken naar buitenaards leven is het helemaal niet zo vreemd dat we nog niets opgevangen hebben, ook al zou het hele Melkwegstelsel vol zitten met intelligente wezens. Tevens zou het heel vreemd zijn als we een zelfde signaal terug zouden krijgen van buitenaards leven. Dat zou betekenen dat wij niet uniek zijn, zoals we altijd gedacht hebben. Er zouden meer wezens zijn met dezelfde opvattingen, ideeën en begaafdheden. Ze zouden ons waarschijnlijk duizenden, misschien wel miljoenen jaren vooruit zijn. Veel ve ontwikkeld en met meer technische kennis. En stel, buitenaardse intelligentie stuurt ons een boodschap terug. Deze zou even moeilijk te ontcijferen zijn als een bericht aan een holbewoner. Toch bestaat er een reële kans dat het SETI-project slaagt. De technieken voor het afspeuren van het heelal worden steeds maar beter ontwikkeld, waardoor we steeds heldere signalen op kunnen vangen en van steeds ve weg. Als we alleen maar gefluister op zouden vangen, zou het een grote omwenteling betekenen voor het hele doen en laten van de mens. Maar voor nu is er nog niets zeker. Toch hebben veel mensen vermoedens. Ze zijn ontvoerd door wezens die op reptielen lijken, met grote groene ogen. Of er worden UFO s gezien. Er worden kadavers gevonden, van dode koeien, die op zo n manier verminkt zijn dat het niet door de mens gedaan kán zijn. Wat voor vermoedens en theorieën bestaan er over buitenaards leven? Daarin komen we terug in de derde en laatste deelvraag. Deelvraag 3: Wat zijn de vermoedens over buitenaards leven? Er is al veel onderzoek geweest naar buitenaards leven. Tot op heden is er niets gevonden en niets feitelijk bewezen. Maar er zijn nog veel onopgeloste mysteries, die vaak in verband worden gebracht met Pagina 14 van 23

15 buitenaards leven. De meest relevante mysteries hebben wij in de volgende vier subvragen onderverdeeld. Subvraag 3a: Wat is er te doen rond neergestorte UFO s? Er zijn veel mensen die een onverklaarbaar voorwerpen de lucht hebben gezien, de UFO s. Deze afkorting staat voor Unidentified Flying Object. Het staat vast dat sommige mensen werkelijk zo n voorwerp hebben gezien. Ook zijn de UFO s door de radars gesignaleerd, gefotografeerd en zelfs gefilmd. Al lang voor de moderne mensheid werden er UFO s gesignaleerd, zo staat er bijvoorbeeld in een meer dat 3400 jaar oude papyrusrol uit Egypte een vermelding van een UFO: In het jaar 22 na Christus, in de derde wintermaand en tijdens het zesde uur van de dag merkten de schrijvers van het Huis des levens op dat er een vurige cirkel aan de hemel verscheen met een mond waaruit een stinkende adem kwam die echter geen stem had. Enkele dagen nadien verschenen er meer voorwerpen dan ooit aan de hemel.zij overtroffen de felle zon in hun schittering en strekten zich uit tot aan de vier steunpilaren van de hemel Maar het echte UFO-tijdperk begon in 1947 toen de zakenman Kenneth Arnold op 24 Juni negen UFO s aan de hemel zal verschijnen. Op grond van de tijd die de UFO s nodig hadden om de afstand tussen twee bergtoppen af te leggen schatte hij hun snelheid op ongeveer tweeduizend kilometer per uur, dit was drie keer zo snel als de snelste militaire jagers uit die tijd. Toen Kenneth Arnold zijn verhaal vertelde werd hij door de pers niet helemaal geloofd. Vanaf deze tijd kwamen er steeds meer meldingen va UFO s. In de jaren negentig begon Jan Aldrich met een onderzoek naar alle gepubliceerde informatie over UFO meldingen. Hij noemde dit onderzoek project 1947, met dit onderzoek heeft hij meer dan 3200 documenten gevonden vanuit de hele wereld en als hij het onderzoek zou voortzetten zouden er duizenden UFO-meldingen bij komen. De meest bekende en meest gepubliceerde melding van een UFO is die van een vermoedelijk neergestorte UFO in Roswell. Vanwege zijn bekendheid hebben we hier een apart onderdeel van ons werkstuk aan gewijd. Het roswell incident Dit incident begon op 1 Juli 1947 toen de radarinstallaties van New Mexico een object begonnen te volgen dat over de staat heen en weer zigzagde. Dit object verdween 3 dagen later van de radar en was vermoedelijk neergestort. William McBrazel ontdekte de wrakstukken verspreid over een gebied van een kilometer lang en honderd meter breed. Al snel kwamen er militaire eenheden die het gebied afsloten. Op een andere plek waren ook wrakstukken gevonden maar het bijzondere was dat volgens de getuige Steve Mackenzie hierbij ook vier kleine, onbehaarde, grijze wezens lagen. Pagina 15 van 23

16 Maar Steve Mackenzie en de andere getuigen werden onder bedreigingen van de militairen tot geheimhouding verplicht. Alle gevonden wrakstukken werden in het geheim naar de luchtmachtbasis van Roswell gebracht. Omdat ze te laat waren met de censuur waren er al berichten in de kranten verschenen dat er een UFO neergestort zou zijn. Maar het leger maakte toen bekend dat ze zich hadden vergist en dat het geen UFO was die was neergestort maar dat hert een weerballon zou zijn geweest. Nadat deze uitleg van het verhaal bekend was gemaakt zakte de belangstelling van de media snel voor dit onderwerp. En omdat de mensen in de naoorlogse dagen zich bewust waren van de veiligheidsproblemen en omdat ze bang waren voor een aanval van rusland dacht niemand eraan om het verhaal van de weerballon in twijfel te trekken. Dit bleef een hele tijd zo maar het veranderde toen Jesse Marcel, een van de getuigen bij het bergen van de UFO, in 1978 aan UFO onderzoekers vertelde dat het object dat hij in 1947 had gebogen absoluut niet van deze aarde kwam. Sindsdien is het verhaal van het UFO-ongeluk bij Roswell het middelpunt van UFO-onderzoek en een van de bekendste UFO-meldingen. Op de volgende bladzijde hebben we verschillende UFO s verzameld. Onder iedere tekening staat waar en wanneer de UFO gezien is en wat de eventuele bijzonderheden zijn. UFO met draaiende patrijspoorten, gezien in 1967 in Oklahoma Voor een boom langs zien vliegen in 1965, Maryland Gezien door familie in Texas in februari 1967 UFO met oranjegele lichten, gezien in 1967 in Illinois Braziliaanse jongen zag dit toestel op 1 juli 1968 bij Botucatu Veel waargenomen in 1966 door mensen in Hillside Aluminiumkleurige UFO, gezien in 1967 boven een weg Helmvormige UFO, gezien in 1963 door een paar Engelse jongens in Parr in Merseyside Subvraag 3b: Wat is er te doen rond verminkte kadavers? Er worden ook vondsten van verminkt kadavers gedaan. Ook dit wordt in verband gebracht met UFO s. De vondsten van de verminkte dierenlijken begonnen met het lichaam van het paard Lady. Op 8 september 1967 vond farmer Harry King zijn merrie Lady in de buurt van een kleine open plek. Ze was dood. Het vreemde wat dat alleen het vlees boven de neus van het paard was alleen dat het vlees boven de nek van het paard was verdwenen en de rest van het kadaver was volkomen intact. Ook was er nergens een Pagina 16 van 23

17 spoor van bloed te vinden. Toen Harry de omgeving op sporen onderzocht zag hij dat de hoefafdrukken ongeveer 30 meter van het verminkte dierenlichaam ophielden. Het leek of het paard grote sprongen genomen had, maar in de directe omgeving van de vondst was niets te ontdekken. Wat wel gevonden werd was op 12 meter afstand van het paard een struik waar een cirkel omheen lag bestaande uit 8 gaten. Al snel begon men de mysterieuze dood van het paard Lady in verband te brengen met UFO s, want in die tijd waren er sowieso al veel UFO-meldingen in en om de stad waar Harry King woonde. Na de gruwelijke vondst van Lady werden er steeds meer mysterieus verminkte kadavers gevonden, waarvan het merendeel bestond uit runderen. Onderzoekers kwamen erachter dat de volgende eigenschappen bij al de vondsten overeenkwamen: Ø Er wordt geen bloed gevonden in de nabije omgeving van het kadaver; het vee is waarschijnlijk systematisch van het bloed ontdaan door kleine gaatjes in de halsslagader. Ø Bij de sneden is gebruikt gemaakt van chirurgische instrumenten en bij sommige dieren werd er gebruik gemaakt van dichtschroeiing om het omringende weefsel en de bloedvaten af te sluiten. Ø In de meeste gevallen zijn organen (met name voortplantingsorganen) weggehaald. Ø Sommige dieren zijn verdoofd geweest. Ø Het aantal UFO-waarnemingen is erg groot in het gebied waar de verminkte dieren worden gevonden. Ook zijn er bij een aantal dieren ronde indrukken in de grond of geplette cirkels in het gras gevonden. Ø Sommige dieren hebben botbreuken die erop lijken alsof ze van een hoog gebouw gevallen zijn. Ø Uit microscopisch onderzoek blijkt dat incisies in het weefsel met een soort lasapparatuur zijn uitgevoerd. Toch was er geen onmiddellijke officiële verklaring voor de verminkte kadavers, wat ertoe leidde dat de gevallen tot de jaren 70 geen of weinig aandacht kregen door de belangrijke media. Halverwege jaren 70 namen de vondsten van verminkte kadavers zo toe dat sommige sheriffs/politiemensen er dag en nacht mee bezig waren. Ook de politici begonnen zich ermee bezig te houden. De verminkingen behoorden volgens de gouverneur van Colorado tot de grootste misdrijven uit de geschiedenis van de veehouderij. Hij vond het van groot belang dat de daders zo snel mogelijk opgespoord zouden worden. Economisch gezien was het een zware klap voor de rundveehouderij, maar ook menswaardig gezien kon niet worden toegestaan dat de verminkingen langere periode aan zouden houden. 18 jaar later is er nog steeds geen verklaring gevonden, maar ook nog geen spoor van de daders. Het blijft een mysterie. Subvraag 3c: Wat gebeurt er bij ontvoeringen? De afgelopen 30 jaar beweerden steeds meer mensen dat ze door de bemanning van UFO s zijn ontvoerd. Op het eerste gezicht lijken deze verhalen absurd en gewoon verzonnen. Pagina 17 van 23