JURISPRUDENTIE AANBESTEDINGSRECHT SPREKER MR. P. HEIJNSBROEK, ADVOCAAT HOUTHOFF BURUMA 10 SEPTEMBER :00 13:15 UUR

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "JURISPRUDENTIE AANBESTEDINGSRECHT SPREKER MR. P. HEIJNSBROEK, ADVOCAAT HOUTHOFF BURUMA 10 SEPTEMBER 2015 11:00 13:15 UUR WWW.AVDRWEBINARS."

Transcriptie

1 JURISPRUDENTIE AANBESTEDINGSRECHT SPREKER MR. P. HEIJNSBROEK, ADVOCAAT HOUTHOFF BURUMA 10 SEPTEMBER :00 13:15 UUR

2 Inhoudsopgave Mr. P. Heijnsbroek Rechtbank Den Haag 26 januari 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:707 p. 3 Hof Den Bosch 17 februari 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:479 p. 18 Hof Den Bosch 26 februari 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:618 p. 34 Rechtbank Rotterdam 9 maart 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:1679 p. 43 Hof van Justitie EU 12 maart 2015, ECLI:EU:C:2015:166 p. 54 Hof Den Haag 17 juni 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:413 p. 68 Hof Amsterdam 17 maart 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:812 p. 78 Hof van Justitie EU 26 maart, ECLI:EU:C:2015:204 p. 87 Hoge Raad 27 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:757 p. 94 Hof Amsterdam 7 april 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:1339 p. 106 Rechtbank Midden Nederland 8 april 2015, p. 115 ECLI:NL:RBMNE:2015:2610 Hof van Justitie EU 16 april 2015, ECLI:EU:C:2015:228 p. 122 Rechtbank Rotterdam 30 april 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:3342 p. 129 Rechtbank Gelderland 6 mei 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:3398 p. 133 Hof Den Bosch 12 mei 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:1697 p. 152 Hof Den Bosch 19 mei, ECLI:NL:GHSHE:2015:1800 p. 167 Hof Den Haag 7 juli 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1864 p. 178 Hof van Justitie EU 8 juli 2015, ECLI:EU:T:2015:476 p. 185 Hof Den Bosch 14 juli 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:2666 p

3 ECLI:NL:RBDHA:2015:707 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C KG ZA Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig Kort geding Inhoudsindicatie Kort geding. Private aanbesteding.aanbestedingsbeginselen voor overheidsaanbestedingen niet van toepassing. Uitgaande van de precontractuele verhoudingen heeft de beoordeling en de motivering van de beslissing deugdelijk plaatsgevonden. Vindplaatsen Rechtspraak.nl JAAN 2015/72 Uitspraak Rechtbank den haag Team Handel - voorzieningenrechter zaak- / rolnummer: C/09/ / KG ZA 14/1275 Vonnis in kort geding van 26 januari 2015 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AUTORIJSCHOOL [A] B.V., tevens handelend onder de naam [A] Verkeersopleidingen, gevestigd te Utrecht, eiseres, advocaat mr. P.F.C. Heemskerk te Utrecht, tegen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid SECTORINSTITUUT TRANSPORT EN LOGISTIEK B.V., voorheen genaamd Vakopleiding Transport & Logistiek VTL Nederland B.V., gevestigd te Alphen aan den Rijn, gedaagde, advocaat mr. P.B.J. van den Oord te Alphen aan den Rijn, waarin is tussengekomen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid E & R OPLEIDINGEN B.V., 3

4 gevestigd te Nieuwegein, advocaat mr. J. Dijkgraaf te Den Haag. Partijen zullen hierna worden aangeduid als '[A]', 'VTL' en 'E&R'. 1 Het incident tot tussenkomst, subsidiair voeging E&R heeft primair gevorderd te mogen tussenkomen in de procedure tussen [A] en VTL en subsidiair om zich te mogen voegen aan de zijde van VTL. Ter zitting van 12 januari 2015 hebben [A] en VTL verklaard geen bezwaar te hebben tegen toewijzing van de incidentele vordering. E&R is vervolgens toegelaten als tussenkomende partij, aangezien zij aannemelijk heeft gemaakt dat zij daarbij voldoende belang heeft. Voorts is niet gebleken dat de tussenkomst in de weg staat aan de vereiste spoed bij dit kort geding en de goede procesorde in het algemeen. 2 De feiten Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 12 januari 2015 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan VTL is een private onderneming, die zich bezighoudt met het (doen) verzorgen en organiseren van vakopleidingen, trainingen en cursussen voor de sector Transport & Logistiek en het ter beschikking stellen van arbeidskrachten. In dat kader verricht zij verschillende activiteiten op het gebied van opleiding en detachering van zogenoemde 'BBL-ers' voor de sector beroepsgoederenvervoer ('BBL' staat voor 'Beroeps Begeleidende Leerweg'). Een BBL-leerling werkt vier dagen per week bij een erkend leerbedrijf en gaat één dag per week naar een ROC of Vakschool. VTL neemt de betreffende leerlingen in dienst en verzorgt hun detachering bij de leerbedrijven. Daarnaast biedt VTL de leerlingen rijopleidingen aan Ten behoeve van de door haar georganiseerde opleidingen koopt VTL diensten in van opleiders binnen heel Nederland. In dat verband heeft zij opleiders benaderd voor een offerte met het oog op BBL-rijopleidingen. Voor zover hier van belang vermeldt de betreffende "Offerteaanvraag": "3.1 Percelen & Pakketten De uit te voeren opdracht is onderverdeeld in 22 verschillende Percelen (regionaal), waarbij elk Perceel gesplitst is in twee Pakketten (inhoudelijk). De Percelen zijn ingedeeld op basis van de verschillende opleidingsgebieden en de Pakketten die VTL onderscheidt. ( ) Pakketten 4

5 De twee verschillende Pakketten die VTL per Perceel hanteert bij deze Offerteprocedure zijn: Pakket 1 Theorie B, Rijopleiding B, Vakbekwaamheid 1 (RV1), Rijopleiding C, Praktische toets C, Toets besloten terrein C, Rijopleiding E bij C. Pakket 2 Arbotraining, Veiligheidscertificaat Vorkheftruck en Reachtruck. ( ) Beoordelingsprocedure Offertes per Perceel De beoordelingsprocedure start na het uiterste tijdstip waarop de Inschrijver zijn Offerte heeft moeten overleggen. De beoordelingsprocedure kent de navolgende fase(n): ( ) - Fase 3 Beoordeling op gunningscriteria en rangorde VTL is voornemens de Overeenkomst, onder de voorwaarden als opgenomen in de Offerteaanvraag per Perceel en per Pakket te gunnen aan de Inschrijver met de vanuit het oogpunt van VTL 'economisch meest voordelige offerte' per Perceel en Pakket. De Offertes worden beoordeeld door de beoordelingscommissie (zie par ) op de gunningscriteria als hierna vermeld in hoofdstuk 8. De beoordelingscommissie zal in het kader van de objectiviteit eerst de kwaliteit per Offerte beoordelen, alvorens kennis te nemen van het ingediende kortingspercentage. De beoordeling leidt tot een rangorde per Perceel en per Pakket. Per Perceel en Pakket wordt de Inschrijver bepaald, waaraan op basis van de gunningscriteria de meeste punten zijn toegekend en die dus (de vanuit het oogpunt van VTL) 'economisch meest voordelige offerte' voor het betreffende Perceel en Pakket heeft ingediend. ( ) VTL zal in haar berichtgeving haar beslissing (geldig/ongeldig) en de voorgenomen opdrachtverstrekking motiveren. Deze motivering betreft een samenvatting van de belangrijkste overwegingen die ten grondslag liggen aan de beslissing (geldig/ongeldig) en de voorgenomen opdrachtverstrekking (rangorde). Nadrukkelijk wordt bevestigd dat in het kader van efficiency en gelet op de omvang van de Offerteprocedure VTL in het kader van de beoordeling niet alle kenmerken en de relatieve voordelen zal beschrijven en zich het recht voorbehoudt om haar motivering (in en buiten rechte) nader aan te vullen, gerelateerd aan de door Inschrijver ingediende Offerte. ( ) 5

6 4.6 Bezwaarfase ( ) 6. VTL behoudt zich te allen tijde (ook buiten de 'bezwaarfase') het recht voor om in gevallen waarin de Offerteaanvraag niet voorziet, een beslissing te nemen of een regeling te treffen. 4.7 Opdrachtverstrekking Indien en voor zover geen kort geding procedure is gestart voor een bepaald Perceel en Pakket op de voorgeschreven wijze is VTL gerechtigd, maar geenszins daartoe verplicht, om uitvoering te geven aan haar voornemen tot gunning van een opdracht en tot sluiting van de Overeenkomst voor het betreffende Perceel en Pakket. Indien wel een kort geding procedure op de voorgeschreven wijze is gestart, zal VTL in beginsel niet overgaan tot definitieve opdrachtverstrekking, tenzij zij op grond van haar moverende zwaarwegende redenen anders besluit. ( ) 7.1 Onderaanneming c.q. een beroep op derden Pakket 1 (alle eisen) Het is niet mogelijk om voor de uitvoering van Pakket 1 van de Overeenkomst, ofwel om te voldoen aan de eisen die zijn gesteld aan Inschrijvers ter zake Pakket 1, gebruik te maken van derden (Onderaannemers). ( ) 8.1 Gunningscriteria algemeen 1. Er wordt een Overeenkomst aangegaan met de Inschrijver met de vanuit het oogpunt van VTL economisch meest voordelige Offerte per Perceel en per Pakket, gelet op de volgende gunningscriteria: Gunningscriteria Pakket 1 Maximale score 1.Prijs - Aangeboden kortingspercentage 30 2.Kwaliteit - Plan van aanpak 65 3.Bonus - Combinatie Pakket 1 en 2 5 Totaal 100 ( ) In onderstaande paragrafen zijn bovenstaande gunningscriteria per Pakket nader uitgewerkt. 6

7 ( ) 8.3 Kwaliteit A. Algemeen Ter beoordeling van de Kwaliteit van dienstverlening wordt Inschrijvers verzocht om op basis van een Plan van Aanpak (onderdeel C van het Inschrijfformulier) de dienstverlening ten behoeve van VTL concreet te onderbouwen en te omschrijven. In het navolgende wordt in zijn algemeenheid de werkwijze van de beoordelingscommissie beschreven. - Bij het kwalitatieve gunningscriterium Plan van Aanpak kent de beoordelingscommissie per gunningscriterium een waardering toe in de vorm van een cijfer tussen minimaal 0,0 en maximaal 10,0 punten (derhalve met één cijfer achter de komma). - Het gunningscriterium kwaliteit is per Pakket (1 en 2) voorzien van een toelichting, waarin specifieke elementen worden genoemd die voor VTL van belang zijn voor wat betreft de kwaliteit van de te verrichten dienstverlening. Deze elementen zijn geen nadere "subgunningscriteria". Deze onderdelen zijn genoemd door VTL om aan te geven aan welke elementen zij belang hecht bij de dienstverlening van de VTL Opleiders. De genoemde onderdelen zijn indicatief, maar niet limitatief c.q. uitputtend. Evenmin zijn zij gerangschikt naar mate van belangrijkheid. - De beoordelingscommissie baseert haar waarderingen van de kwaliteit van de Offerte op het totaalbeeld van de informatie verkregen uit het Plan van Aanpak. - De beoordelingscommissie als geheel komt tot één rapportcijfer per Plan van Aanpak. Er worden door de beoordelingsleden geen individuele cijfers gegeven en er wordt niet gemiddeld. - De waardering van de beoordelingscommissie wordt omgezet in een score conform de formule, zoals in navolgende paragrafen nader is uitgewerkt. B. Pakket 1 In het Programma van Eisen zijn eisen opgenomen met betrekking tot de uit te voeren werkzaamheden. Deze zijn - naast andere elementen - ook via de Overeenkomst opgenomen als (minimum)eisen voor de dienstverlening van de VTL Opleider. Het betreft hier nadrukkelijk een minimumniveau. VTL wenst een Overeenkomst te sluiten met een nieuwe VTL Opleider, waarbij de dienstverlening ten behoeve van de BBL-leerlingen op een zo kwalitatief hoog mogelijk niveau ligt. VTL verzoekt Inschrijvers om op basis van een Plan van Aanpak aan te geven hoe de Inschrijver op verschillende aspecten van de dienstverlening zich kan onderscheiden ten opzichte van de overige Inschrijvers en extra kwaliteit kan leveren ten opzichte van de gegeven minimumeisen. Het is voor Inschrijvers in dat kader van belang om bij hun beantwoording c.q. toelichting van hun werkwijze in het Plan van Aanpak een koppeling te maken met de beschrijving van de dienstverlening zoals opgenomen in de Offerteaanvraag, alsmede met de gegeven minimumeisen in het Programma van Eisen en de voor de dienstverlening relevante eisen zoals die in de Overeenkomst zijn opgenomen. 7

8 In verband met de beperking van de administratieve lasten van Inschrijvers en van VTL, alsmede om Inschrijvers op een gelijke wijze te beoordelen, wordt gebruik gemaakt van het Plan van Aanpak conform onderdeel C van het Inschrijfformulier. Inschrijvers wordt op een beperkt aantal elementen verzocht om een toelichting te geven op de voorgenomen wijze van uitvoering van de opdracht ten behoeve van VTL. Het Plan van Aanpak wordt beoordeeld op basis van een cijfer tussen de 0,0 en 10,0. Op basis van de score (met één decimaal) wordt met behulp van navolgende formule het aantal punten (maximaal 65) berekend: (Beoordeling Plan van Aanpak)² x 0,65 = punten Bijvoorbeeld bij een beoordeling van het Plan van Aanpak met een 7,3: (7,3)² x 0,65 = 34,64 Het aantal punten op het onderdeel kwaliteit (Plan van Aanpak) wordt afgerond op twee decimalen. De volgende elementen spelen (onder andere) een rol bij de beoordeling: ( ) b. Reistijd BBL-leerlingen Het is voor VTL van belang om te streven naar een beperking van reisduur en afstanden voor de BBL-leerlingen, c.q. een goede bereikbaarheid van de VTL Opleider. In dat kader wordt ook expliciet verwezen naar de eisen in het Programma van Eisen betreffende de maximale reisduur voor BBL-leerlingen. Inschrijvers kunnen zich onderscheiden door ten aanzien van opstaplocaties, examenlocaties, uitvoeringslocaties een goede bereikbaarheid te waarborgen voor de BBL-leerling. Inschrijver wordt verzocht om concreet aan te geven op welke wijze zijn aanpak onderscheidend is (in positieve zin) en welke maatregelen Inschrijver treft om de kwaliteit (beperking van de reistijd) te waarborgen. ( ) e. Kwaliteit docenten en personeel Het is voor VTL van belang dat de Inschrijver zorgt voor een goede borging van kennis en capaciteit binnen de organisatie, waaronder het opleidingsniveau van de docenten/instructeurs. Een Inschrijver dient te beschrijven hoe hij de kwaliteit van docenten en personeel verzorgt en welke maatregelen Inschrijver treft om de kwaliteit te waarborgen. f. Continuïteit van dienstverlening Het is voor VTL van belang dat de dienstverlening op een continu hoog niveau blijft. Het is de ervaring van VTL dat in geval van inhuur van personeel, materieel en (in mindere mate) uitvoeringslocatie(s) dit ten koste kan gaan van de kwaliteit van de dienstverlening, maar ook dat bij een goede risicobeheersing de inhuur van (bijzonder) geschoold personeel en/of specifiek materieel kan leiden tot een kwalitatieve impuls. Een Inschrijver dient te beschrijven op welke wijze hij concreet invulling geeft aan de dienstverlening met name (maar niet daartoe beperkt) tot de inzet van (eigen/ ingehuurde) docenten en materieel en welke maatregelen de Inschrijver treft om de kwaliteit en continuïteit van de dienstverlening te waarborgen. 8

9 ( ) h. Overige kwalitatieve aspecten van de dienstverlening Voorgaande betreft een niet uitputtende opsommingen van elementen en onderdelen die voor VTL van belang zijn. Inschrijvers worden verzocht om ook zelfstandig nader invulling te geven op basis van een koppeling met het Programma van Eisen of en in hoeverre er overige elementen zijn, waarop zij zich kwalitatief in het kader van de te verrichten dienstverlening kunnen onderscheiden ten opzichte van andere Inschrijvers. Een Inschrijver dient te beschrijven op welke wijze hij concreet op overige wijze invulling geeft aan de kwaliteit van de dienstverlening en welke concrete maatregelen hij daartoe treft of zal treffen. Bij de beoordeling van het Plan van Aanpak wordt gelet op de aansluiting op de hiervoor genoemde van belang zijnde elementen, de onderlinge samenhang van de beantwoording ter zake de genoemde elementen, duidelijkheid en volledigheid van de beantwoording en in hoeverre de beschrijving concreet, realistisch, onderbouwd en uitvoerbaar is in de context van de dienstverlening aan VTL, zoals omschreven in de Offerteaanvraag (inclusief Bijlagen). Van Inschrijvers wordt verwacht dat zij niet enkel voldoen aan de gestelde eisen, maar zich op een voor VTL positieve wijze onderscheiden van andere Inschrijvers." 2.3 In het kader van de offerteprocedure zijn twee Nota's van Inlichtingen opgesteld. Voor zover van belang vermeldt de Nota van Inlichtingen van 16 juni 2014: " Vraag nr Betrekki Vraag Antwoord ng op ( ) ( ) ( ) ( ) ( ) 2 5 Paragraaf Pagina 4.1 en en 15 De bezwaartermijn is vastgesteld op 14 kalenderdagen na dagtekening van de verzending van de mededeling van de voorlopige gunning. Is VTL bereid deze termijn te verlengen tot 20 kalenderdagen en de planning aan dientengevolge aan te passen? Deze termijn is inmiddels meer gangbare praktijk bij aanbestedingen en offerteaanvragen en blijkt ook uit de Aanbestedingswet. Zo nee, waarom niet? De Offerteprocedure is geen aanbesteding onder vigeur van de Aanbestedingswet en/of overige Europese regelgeving. VTL is een private organisatie die een offerteprocedure organiseert. De planning van VTL is afgestemd op de termijn van 14 dagen, deze wordt derhalve gehandhaafd. 9

10 2.4. Ter zake van pakket 1 van perceel 19 (regio Utrecht en omgeving) hebben - in ieder geval - [A] en E&R tijdig een offerte ingediend Bij brief van 14 oktober 2014 heeft VTL het volgende bericht aan [A]: "In het kader van de Offerteprocedure betreffende Uitvoering BBL-Rijopleidingen ten behoeve van de Vakopleiding Transport & Logistiek VTL Nederland B.V. (hierna 'VTL'), heeft u tijdig een Offerte ingediend. In totaal ontvingen wij negentig (90) Offertes voor de verschillende percelen en pakketten. Bijgaand treft u nogmaals het proces-verbaal van opening van deze Offertes op 2 september2014 aan (Bijlage 1). Gunningsbeslissing De beoordelingscommissie van VTL heeft de hiervoor bedoelde geldige Offertes overeenkomstig de Offerteaanvraag van 15 mei 2014 beoordeeld. Het door u opgegeven kortingspercentage en de beoordeling van uw plan van aanpak heeft erin geresulteerd dat u uiteindelijk niet de vanuit het oogpunt van VTL economisch meest voordelige Offerte heeft ingediend. Bijgaand treft u een beoordelingsmatrix aan van de verschillende Inschrijvers op het onderhavige perceel en pakket en een rangschikking van de verschillende Offertes. Hieruit volgt ook de gunningsbeslissing van VTL en aan welke Inschrijver wij voornemens zijn de opdracht te gunnen." (max 25%) (0 of 5)* Pakket 1 Cijfer Korting Bonuspunten Punten PvA Punten Bonus-punten PvA Korting E&R Opleidingen 7.3 3% 5 34,64 3,60 5 [A] 7,0 0% 5 31,85 0,00 5 Verkeersopleidinge n *NB. Om voor de bonus in aanmerking te komen dient de Inschrijver voor het Plan van Aanpak op beide Pakketten in het betreffende Perceel ten minste een 5.5 te hebben behaald als cijfer. Tevens treft u het beoordelingsformulier van uw plan van aanpak aan (Bijlage 2). Hierin staan de positieve en minder positieve/negatieve aspecten van uw plan van aanpak opgesomd en de gronden voor de beoordeling van het plan van aanpak. Deze indrukken c.q. gronden worden door de beoordelingscommissie in haar geheel gedragen en hebben geleid tot de door de beoordelingscommissie aan uw plan van aanpak gegeven cijfer zoals vermeld op het beoordelingsformulier en opgenomen in de beoordelingsmatrix. Bezwaarfase Indien u zich niet kunt verenigen met de voorgenomen gunningsbeslissing, dient u - op straffe van niet-ontvankelijkheid en verval van recht - binnen een termijn van veertien (14) kalenderdagen na dagtekening van de verzending van de mededeling van de gunningbeslissing, door betekening van een dagvaarding, een 10

11 kort geding procedure aanhangig te hebben gemaakt tegen de beslissing van VTL, bij de voorzieningenrechter te Den Haag." 2.6. Het bij voormelde brief gevoegde beoordelingsformulier vermeldt, voor zover hier van belang: "Beoordelingsformulier Plan van Aanpak Pakket 1 Naam opleider: [A] Verkeersopleidingen Vestigingsplaats: Utrecht Perceel: 19 ( ) B. Reistijd BBL-leerlingen Positieve aspecten: 1) Er zijn geen onderscheidende aspecten genoemd. Negatieve aspecten: 1) De opleider maakt maar beperkt duidelijk in welke mate er wordt voldaan aan het Programma van Eisen ( ) E. Kwaliteit docenten en personeel Positieve aspecten: 1) Er ontstaat een vertrouwenwekkend beeld over de kwaliteit van de docenten en de wijze waarop de kwaliteit wordt beheerd. 2) De opleider is ISO-gecertificeerd, waarbinnen een opleidingsplan voor de komende 5 jaren is vastgelegd. 3) Docenten hebben aanvullende RIS kwalificatie Negatieve aspecten: 1) Overig personeel wordt niet benoemd F. Continuïteit dienstverlening Positieve aspecten: 1) De opleider geeft aan een financieël gezonde onderneming te hebben en een hoge klanttevredenheid. Negatieve aspecten: 1) Er wordt veel irrelevante informatie gepresenteerd en minder over de continuïteit van het personeel en materieel. ( ) 11

12 H. Overige kwalitatieve aspecten van de dienstverlening Positieve aspecten: 1) Er worden diverse nog niet eerder genoemde aspecten toegelicht t.a.v. de dienstverlening en kwaliteit. Negatieve aspecten: 1) Er wordt nauwelijks nieuwe informatie verstrekt. Gelet op het door de Inschrijver ingediende Plan van Aanpak (Deel 3), rekening houdend met de geconstateerde positieve en negatieve aspecten in het Plan van Aanpak blijkend uit het beoordelingsformulier, met inachtneming van: - de relevante elementen in de beantwoording, mede in onderlinge samenhang bezien; - de mate van duidelijkheid en volledigheid van de beantwoording; - de mate waarin de beschrijving concreet, realistisch, onderbouwd en uitvoerbaar is in de context van de dienstverlening aan VTL zoals omschreven in de Offerteaanvraag (inclusief Bijlagen); heeft de beoordelingscommissie het Plan van Aanpak (Deel 3) in zijn totaliteit beoordeeld met een 7,0. In zijn algemeenheid is VTL van oordeel van de Inschrijver zich in het Plan van Aanpak (Deel 3) op een positieve wijze heeft onderscheiden ten opzichte van de door VTL gestelde (minimum)eisen. " 2.7. Bij brief van 20 oktober 2014 heeft [A] haar bezwaren tegen de motivering van de gunningsbeslissing kenbaar gemaakt aan VTL en alsnog om een deugdelijke motivering verzocht De advocaat van VTL heeft daarop gereageerd bij brief van 22 oktober Hierin schrijft hij onder meer: "De door VTL aan uw cliënte verschafte motivering voldoet volledig aan de verplichting die cliënte op zich heeft genomen in het kader van deze transparante offerteprocedure. Voor de goede orde wijs ik u erop dat uw cliënte door middel van het indienen van een Offerte zich heeft gecommitteerd aan de voorwaarden van de Offerteaanvraag (vgl. par. 9.5 Offerteaanvraag). Uit de precontractuele redelijkheid en billijkheid vloeit dan ook vanzelfsprekend geen verdere motiveringsverplichting voort. Ten overvloede wijs ik u erop dat cliënte welbewust heeft afgezien van het verstrekken van de relatieve voordelen van de winnende inschrijver ten opzichte 12

13 van de overige inschrijvers. Enerzijds omdat geen sprake is van een relatieve beoordeling van Inschrijvers, maar een beoordeling ten aanzien van door VTL gestelde minimumvoorwaarden. Anderzijds omdat zij het niet wenselijk heeft geacht om informatie van één Inschrijver aan een andere Inschrijver te verschaffen. Inschrijvers die een Offerte hebben ingediend conform de Offerteprocedure mochten en mogen er ook van uitgaan dat VTL deze informatie vertrouwelijk behandelt." 3 Het geschil 3.1. Zakelijk weergegeven vordert [A] VTL - op straffe van verbeurte van een dwangsom - te gebieden: primair I. het gunningsvoornemen ten gunste van E&R in te trekken; II. de inschrijvingen te laten (her)beoordelen door een nieuw beoordelingsteam; III. aan de hand van de nieuwe beoordeling een nieuw gunningsvoornemen te uiten, waaraan een nieuwe bezwaartermijn van veertien dagen wordt verbonden; subsidiair IV. het gunningsvoornemen ten gunste van E&R in te trekken; V. alsnog een deugdelijke motivering van de gunningsbeslissing te verstrekken, waaraan een rechtsbeschermingstermijn van veertien dagen wordt verbonden; een en ander met veroordeling van VTL in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente Samengevat voert [A] daartoe het volgende aan. Ondanks het feit dat VTL een private onderneming is, is zij in het kader van de onderhavige offerteprocedure niet alleen gehouden de beginselen voortvloeiend uit de precontractuele verhoudingen in acht te nemen, maar - gelet op de inhoud van de Offerteaanvraag - ook die van het aanbestedingsrecht, zoals het gelijkheids- en transparantiebeginsel. Die beginselen heeft VTL voor wat betreft de motivering van de gunningsbeslissing met betrekking tot pakket 1 van perceel 19 geschonden. Deze geeft namelijk geen, althans onvoldoende, inzicht, zodat niet kan worden getoetst hoe de aan de inschrijving van [A] toegekende score - afgezet tegen de aan de inschrijving van E&R toegekende score - tot stand is gekomen. Voor zover de gunningsbeslissing wel inzichtelijk is gemotiveerd, overtuigen de argumenten niet en/of zijn deze niet te rijmen met de inhoud van de Offerteaanvraag VTL en E&R hebben de vorderingen van [A] gemotiveerd bestreden. Voor zover nodig zal hun verweer hierna worden besproken. 4 De beoordeling van het geschil Vooraf

14 Vooropgesteld wordt dat het onderhavige geschil enkel betrekking heeft op pakket 1 van het in de Offerteaanvraag vermelde perceel In de kern genomen dienen voor de beoordeling van het onderhavige geschil de navolgende drie vragen te worden beantwoord: (i) moeten de in het aanbestedingsrecht van toepassing zijnde fundamentele beginselen van gelijkheid en transparantie in acht worden genomen? (ii) moeten de inschrijvingen relatief worden beoordeeld? (iii) is de gunningsbeslissing deugdelijk gemotiveerd? Aanbestedingsbeginselen van toepassing? 4.3. [A] stelt zich op het standpunt dat VTL niet enkel is gebonden aan de beginselen voortvloeiend uit de precontractuele verhoudingen tussen VTL en haar, maar ook aan die van het (overheids)aanbestedingsrecht. Volgens haar is dat het geval omdat de door VTL georganiseerde offerteprocedure zowel qua vorm als inhoud nagenoeg identiek is aan een Europese aanbesteding (van overheidsdiensten). In dat verband wijst zij er op dat sprake is (geweest) van (i) een aankondiging, (ii) een leidraad (de Offerteaanvraag met bijlagen), waarbij voorwaarden zijn gehanteerd zoals in 'formele' aanbestedingsprocedures, (iii) Nota's van Inlichtingen en (iv) een gunningsvoornemen voorzien van een 'Alcateltermijn'. Bovendien hanteert VTL in de Offerteaanvraag termen die - volgens [A] - normaal gesproken in een aanbestedingsprocedure worden gehanteerd, zoals "Inschrijver", "Inschrijfformulier" en "Offerte" Uitgangspunt is dat VTL als private partij niet gebonden is aan de Nederlandse of Europese regelgeving voor overheidsaanbestedingen. De tussen [A] en VTL bestaande precontractuele verhouding in het kader van de offerteprocedure wordt beheerst door de redelijkheid en billijkheid. Bij de beantwoording van de vraag of de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen dat ook een private aanbesteder, zoals VTL, de aanbestedingsrechtelijke beginselen van gelijkheid en transparantie in acht dient te nemen, staat centraal of de (potentiële) aanbieders aan de aanbesteding redelijkerwijs de verwachting kunnen ontlenen dat de aanbesteder die beginselen in acht zal nemen, zodat hij hen daarin naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet mag teleurstellen. Of in een concreet geval een dergelijke verwachting is gewekt, is afhankelijk van het bij de aanbesteding gehanteerde programma, de daarin neergelegde (rand)voorwaarden en de overige omstandigheden van het geval, waaronder de hoedanigheid van betrokken partijen. Daarbij heeft te gelden dat uit het beginsel van contractsvrijheid tussen private partijen voortvloeit, dat het partijen in een aanbesteding in beginsel vrijstaat om in de aanbestedingsvoorwaarden de toepasselijkheid van het gelijkheidsbeginsel en het transparantiebeginsel uit te sluiten, zij het dat een beroep op een zodanige uitsluiting in verband met de bijzondere omstandigheden van het betrokken geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn (zie o.a. Hoge Raad 3 mei 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ2900) Op zichzelf is juist dat de onderhavige offerteprocedure een aantal elementen 14

15 kent die als typisch voor overheidsaanbestedingen kunnen worden beschouwd, zoals de hiervoor onder 4.3 vermelde vier aspecten. Dat is op zichzelf echter niet voldoende om daaraan de door [A] getrokken conclusie te verbinden. Te minder nu in de Offerteaanvraag ook verplichtingen zijn opgenomen en vrijheden aan VTL zijn toegekend, die zich niet (lijken te) verhouden met de fundamentele regels van het aanbestedingsrecht. In dat verband wordt onder andere verwezen naar (a) het verbod om gebruik te maken van derden (onderaannemers), (b) de vrijheid van VTL om in gevallen waarin de Offerteaanvraag niet voorziet een beslissing te nemen of een regeling te treffen, (c) de vrijheid van VTL om geen uitvoering te geven aan haar voornemen tot gunning van een opdracht en tot sluiting van een overeenkomst, (d) de vrijheid van VTL om, onder bepaalde omstandigheden, hangende een kort gedingprocedure naar aanleiding van de gunningsbeslissing over te gaan tot definitieve opdrachtverstrekking en (e) het recht van VTL om de motivering van de gunningsbeslissing nader aan te vullen. Voor zover [A] heeft willen betogen dat VTL uitdrukkelijk afstand had moeten doen van de toepassing van de op overheidsaanbestedingen toepasselijke beginselen, wordt daaraan voorbijgegaan. Zoals onder 4.4 aangegeven is van belang het antwoord op de vraag of de verwachting is gewekt dat die beginselen in acht zullen worden genomen. Dat kan ook impliciet. Daar komt bij dat VTL in de Nota van Inlichtingen, als antwoord op vraag 25, expliciet heeft aangegeven dat de offerteprocedure geen aanbesteding onder de vigeur van de Aanbestedingswet en/of overige Europese regelgeving betreft. Verder valt niet in te zien waarom het bezigen van termen als "Inschrijver", "Inschrijfformulier" en "Offerte" in een Offerteprocedure, waarin aan marktpartijen wordt verzocht een inschrijving in te dienen, zou meebrengen dat het standpunt van [A] voor juist moet worden gehouden, ook niet in samenhang met haar overige stellingen. Tot slot is van belang dat alle betrokken partijen zogenaamde 'professionals' zijn, alsmede dat bijzondere omstandigheden, die zouden kunnen meebrengen dat een beroep op uitsluiting van het gelijkheids- en/of transparantiebeginsel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, zijn gesteld noch gebleken Een en ander betekent dat bij de verdere beoordeling van het onderhavige geschil ervan moet worden uitgegaan dat sprake is van een private aanbesteding, waarop de fundamentele beginselen van het (overheids)aanbestedingsrecht niet van toepassing zijn. Dit laat echter onverlet dat de rechtsverhouding tussen partijen wel wordt beheerst door de eisen van redelijkheid en billijkheid die de precontractuele fase meebrengen. Tegen die achtergrond zullen de resterende geschilpunten worden beoordeeld. Relatieve beoordeling 4.7. Volgens [A] is VTL verplicht om de inschrijvingen relatief te beoordelen, aangezien zij zich daartoe in de Offerteaanvraag heeft verplicht, althans de verwachting heeft gewekt daartoe te zullen overgaan. In dat kader verwijst [A] naar de paragrafen en 8.3 van de Offerteaanvraag, waarin wordt gesproken van relatieve voordelen respectievelijk de onderscheiding van de ene inschrijver ten opzichte van de andere inschrijver. VTL heeft zich daaraan echter niet gehouden blijkens haar brief van 22 oktober 2014 (r.o. 2.8), waarin uitdrukkelijk wordt aangegeven dat de inschrijvingen niet relatief zijn beoordeeld. Daardoor kan [A] niet onderzoeken in hoeverre de inschrijving van E&R zich onderscheidt van haar inschrijving en hoe de aan haar toegekende score tot stand is gekomen, zo stelt zij. 15

16 4.8. [A] kan daarin echter niet worden gevolgd. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft VTL zich in de Offerteaanvraag niet jegens de inschrijvers verplicht om de inschrijvingen relatief te beoordelen, in die zin dat deze onderling worden vergeleken voordat daaraan een score wordt toegekend. Ook zonder onderlinge vergelijking kan de ene inschrijver zich namelijk onderscheiden van een andere inschrijver. Dat klemt te meer nu uit de Offerteaanvraag volgt dat VTL een zo hoog mogelijk kwalitatief niveau van dienstverlening wenst, in verband waarmee de inschrijvers worden uitgenodigd om 'extra kwaliteit' te bieden, door middel van een concreet, onderbouwd en vertrouwenwekkend Plan van Aanpak aan de hand waarvan de door de inschrijver aangeboden kwaliteit uitstijgt boven de in het Programma van Eisen opgenomen (minimum)eisen om zodoende een hogere score te behalen. Daarmee kan de inschrijver zich onderscheiden van de overige inschrijvers. Met het oog daarop wordt in het bijzonder gewezen op paragraaf 8.3 van de Offerteaanvraag, waaronder in ieder geval ook de daarin besproken elementen "Reistijd BBLleerlingen" en "Overige kwalitatieve aspecten van de dienstverlening". Motivering gunningsbeslissing 4.9. Vervolgens is aan de orde het bezwaar van [A] dat de motivering van de gunningsbeslissing niet deugt, omdat deze te vaag c.q. te globaal is Ingevolge de Offerteaanvraag dient de motivering (slechts) een samenvatting te betreffen van de belangrijkste overwegingen, die ten grondslag liggen aan de beslissing en de voorgenomen opdrachtverstrekking. Daaraan is uitdrukkelijk toegevoegd dat in het kader van efficiency en gelet op de omvang van de Offerteprocedure bij de beoordeling niet alle kenmerken en de relatieve voordelen zullen worden beschreven. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen omtrent de toepasselijkheid van de fundamentele beginselen voor wat betreft overheidsaanbestedingen, kan in het midden blijven of een dergelijke motivering als voldoende kan worden aangemerkt in geval van een overheidsaanbesteding. Voor zover dat niet het geval zou zijn, heeft VTL die beginselen voor wat betreft de motivering van de gunningsbeslissing immers toelaatbaar uitgesloten. Van belang is derhalve wat [A] dienaangaande redelijkerwijs mocht verwachten op grond van de Offerteaanvraag. Een verdergaande motiveringsplicht vloeit in ieder geval niet voort uit de precontractuele verhouding tussen VTL en [A] Uitgaande van (al) het voorgaande komt de voorzieningengerechter tot de conclusie dat de gunningsbrief van VTL van 14 oktober 2014, in samenhang met het bij die brief behorende beoordelingsformulier waarin de positieve en minder positieve c.q. negatieve aspecten van het Plan van Aanpak van [A] zijn opgenomen, voldoet aan de verwachtingen die de Offerteaanvraag wekt met het oog op de motivering van de gunningsbeslissing. Daar komt bij dat [A] in de inleidende dagvaarding de beoordeling van (slechts) een viertal elementen ter discussie heeft gesteld, te weten: (i) "Reistijd BBL-leerlingen", (ii) "Kwaliteit docenten en personeel", (iii) "Continuïteit van dienstverlening" en (iv) "Overige kwalitatieve aspecten van de dienstverlening" en VTL die bezwaren op de zitting gemotiveerd heeft weerlegd, terwijl [A] de beoordeling van die elementen geheel onbesproken heeft gelaten tijdens de mondelinge behandeling. 16

17 Afronding De slotsom is dat de vorderingen van [A] zullen worden afgewezen [A] zal - als de in het ongelijk gestelde partij - worden veroordeeld in de procesen nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente. Ten aanzien van E&R zal deze veroordeling - zoals verzocht - uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. 5 De beslissing De voorzieningenrechter: - wijst de vorderingen van [A] af; - veroordeelt [A] in de proceskosten, tot op dit vonnis aan de zijde van VTL begroot op 1.424,--, waarvan 816,-- aan salaris advocaat en 608,-- aan griffierecht en aan de zijde van E&R op 1.429,--, waarvan 816,-- aan salaris advocaat en 613,-- aan griffierecht, zowel ten aanzien van VTL als E&R te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na het uitspreken van dit vonnis; - veroordeelt [A] tevens in de nakosten aan de zijde van VTL en E&R, telkens forfaitair begroot op 131,-- aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na het uitspreken van dit vonnis; - bepaalt dat, indien en voor zover [A] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en het vonnis om die reden door VTL en/of E&R aan [A] is betekend, de nakosten worden vermeerderd met een bedrag van 68,-- aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na voormelde aanschrijving tot de dag van voldoening, alsmede met de explootkosten van de betekening van dit vonnis; - verklaart voormelde kostenveroordelingen ten behoeve van E&R uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. G.P. van Ham en in het openbaar uitgesproken op 26 januari

18 ECLI:NL:GHSHE:2015:479 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD _01 Rechtsgebieden Aanbestedingsrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep kort geding Inhoudsindicatie Aanbestedingszaak. Art. 4:15 Aw 2012 is niet limitatief Wetsverwijzingen Aanbestedingswet :15, geldigheid: Vindplaatsen Rechtspraak.nl JAAN 2015/63 met annotatie door mr. drs. T.H. Chen NJF 2015/241 Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch afdeling civiel recht zaaknummer HD /01 arrest van 17 februari 2015 in de zaak van 1 [appellante 1], kantoorhoudende te [kantoorplaats] (België), 2. [appellante 2], kantoorhoudende te [kantoorplaats] (United Kingdom), 3. [appellante 3][appellante 3][appellante 3], kantoorhoudende te [kantoorplaats], 4. [appellante 4], kantoorhoudende te [kantoorplaats], appellanten in het principaal appel, geïntimeerden in het (voorwaardelijk) incidenteel appel, advocaat: mr. C.G. van der Wiel te Amsterdam, tegen het openbaar lichaam Veiligheidsregio Midden en West Brabant, zetelend te [zetel], geïntimeerde in het principaal appel, appellante in het (voorwaardelijk) incidenteel appel, advocaat: mr. H.M. Fahner te s-gravenhage, op het bij exploot van dagvaarding van 23 juni 2014 ingeleide hoger beroep van het door de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, gewezen vonnis in 18

19 kort geding van 27 mei 2014 en het herstelvonnis van 2 juni 2014 tussen appellanten in het principaal appel als eiseressen, en geïntimeerde in het principaal appel als gedaagde. Het hof zal hierna appellanten tezamen aanduiden als [appellanten c.s.], appellante sub 1 als [appellante 1], appellant sub 2 als [appellante 2], appellant sub 3 als [appellante 3], appellant sub 4 als [appellante 4]. Geïntimeerde zal worden aangeduid als de Veiligheidsregio. 1 Het verloop van de procedure Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit: - genoemde dagvaarding waarbij 20 grieven zijn voorgedragen en producties zijn overgelegd; - een memorie van antwoord in principaal appel tevens memorie van grieven in (voorwaardelijk) incidenteel appel, waarbij producties zijn overgelegd; - een memorie van antwoord in het incidenteel spoedappel, tevens wijziging van eis in het principaal spoedappel; - het pleidooi, waarbij partijen pleitnota s hebben overgelegd. Partijen hebben arrest gevraagd. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg. 2 Het geding in eerste aanleg (zaaknr. C/02/278143/KG ZA ) Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis van 27 mei 2014 en het herstelvonnis van 2 juni De gronden van het hoger beroep Voor de tekst van de grieven wordt verwezen naar de betreffende memories. 4 De beoordeling in het principaal en incidenteel appel 4.1 Onder 3 De feiten van het vonnis van 27 mei 2014 heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten in dit kort geding is uitgegaan. Deze feiten zijn niet betwist en vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt. Het hof zal hierna een overzicht geven van alle relevante feiten. a. De Veiligheidsregio heeft op 25 oktober 2013 een Europese openbare aanbestedingsprocedure (hierna de aanbesteding ) gepubliceerd onder referentie Interregionale Brandweer Aanbesteding Radio Communicatiemiddelen, hierna te noemen IBARC, met als sluitingsdatum voor inschrijving 4 december 2013 en geplande datum voor gunning 15 januari b. De aanbesteding is door de Veiligheidsregio geïnitieerd mede namens de Veiligheidsregio s Zeeland, Brabant Noord en Utrecht en andere brandweerregio s; 19

20 in totaal nemen 15 regio s deel, alsmede het Instituut Fysieke Veiligheid dat tevens uitvoerder is van de aanbesteding. c. De aanbesteding betreft de aanschaf van radiocommunicatie-apparatuur ten behoeve van de Brandweer (objectcommunicatie en randapparatuur C2000/P2000) inclusief accessoires en onderhoud en vertegenwoordigt een belang van om en nabij 15 tot 16 miljoen euro. d. In de aankondiging van de opdracht is de opdracht als volgt onderverdeeld: Perceel 1A: Objectportofoons DMR (geen C2000) (6216 stuks) (noot hof: DMR staat voor Digitale Mobiele Radio. Op enig moment in het verloop van de aanbesteding is dit perceel vernummerd tot 1). Perceel 1B: Tetra C2000 portofoons bevelvoerenden (4505 stuks) (noot hof: op enig moment in het verloop van de aanbesteding is dit perceel vernummerd tot 4). Perceel 2A: Tetra C2000 mobilofoons (1730 stuks). Perceel 2B: Bedienterminal voor mobilofoon 2A (905 stuks). Perceel 3: Conventionele P2000 pagers (zonder terugmelding) (5171 stuks). e. Bij brief/ van 5 november 2013 (productie 14 dagvaarding eerste aanleg) van [appellante 1] aan de Veiligheidsregio schrijft [appellante 1] dat volgens het door de Veiligheidsregio openbaar gemaakte aanbestedingsdossier de portofoons moeten functioneren volgens de TS en 2 ETSI standaarden. Dit is een knock-out criterium. De brief houdt verder in: ( ) Om een toestel op de Europese markt te brengen moet deze inderdaad voldoen aan enkele verplichte ETSI-normen. ( ) Deze ( ) ETSI-normen, ( ) zijn de enige wettelijke verplichtingen waaraan moet worden voldaan. De norm TS en 2 waarvan men spreekt is daar niet in opgenomen. Het ERO ( ) heeft bij het on(t)staan van digitale portofonie twee richtinggevende ETSI (dus niet verplicht) normen opgemaakt. Voor producten die gebruik maken van een TDMA-technologie ( ) of voor die constructeurs die kiezen voor een FDMAtechnologie ( ) Beide technologiën zijn zondermeer volledig evenwaardig aan elkaar. ( ). f. Naar aanleiding van gestelde vragen zijn [door de Veiligheidsregio] opgesteld: Nota van Inlichtingen (hierna NvI) 1 van 15 november 2013 waarin 13 vragen worden beantwoord, Nota van Inlichtingen 2 van 21 november 2013 waarin 13 vragen worden beantwoord, Nota van Inlichtingen 3 van 26 november 2013 waarin 45 vragen worden beantwoord, Nota van Inlichtingen 4 van 10 december 2013 waarin 199 vragen worden beantwoord, Nota van Inlichtingen 5 van 28 januari 2014 waarin 21 vragen worden beantwoord, Nota van Inlichtingen 6 van 12 februari 2014 waarin 16 vragen worden beantwoord. g. In de 3e NvI van 26 november 2013 is onder vraag 3 een vraag gesteld over de 100% uitwisselbaarheid van accessoires. Deze vraag is in zoverre gehonoreerd dat een herindeling volgt van de oorspronkelijke percelen 1a en 1b in afzonderlijke percelen 1 en 4; tevens is de termijn voor inschrijving verlengd tot 9 januari h. Bij de 4e NvI van 4 december 2013 is meegedeeld dat de termijn voor inschrijving inmiddels tot 24 februari 2014 was verlengd. 20

21 i. Naar aanleiding van een door [appellante 1] bij de interne Klachtencommissie van de Veiligheidsregio ingediende klacht dat uit de NvI onvoldoende blijkt dat in perceel 1 niet alleen DMR maar ook FDMA techniek mag worden aangeboden, heeft deze klachtencommissie de navolgende beslissing gegeven: Klacht terecht conform advies onafhankelijke inkoper. Informatie naar Klager en te nemen maatregelen/acties: FDMA techniek aanbieden is toegestaan. Bericht aan klager over uiteindelijke beslissing d.d j. In de NvI 6 (productie 9 dagvaarding in eerste aanleg) wordt de vraag behandeld of de opmerking van de aanbestedende dienst dat deze dienst de betreffende eis (noot hof: ETSI standaard TS en 2) zal aanvullen met de zinsnede of gelijkwaardig betekent dat de aanbestedende dienst de betreffende eis conformeert aan art Aw Het antwoord in die NvI 6 luidt als volgt: Met de verwijzing naar de ETSI standaard TS en 2 verwijst de aanbestedende dienst naar een Europese geharmoniseerde technische standaard ( ). In NvI 1 hebben wij naar aanleiding van vragen van inschrijvers aangegeven dat wij de knock-out eis aanvullen met de zinsnede of gelijkwaardig. Dit betekent dat inschrijvers kunnen aantonen dat de portofoons voldoen aan de specificaties zoals neergelegd in de ETSI standaard TS en 2 met een ETSI-certificaat of een daaraan gelijkwaardig bewijsmiddel. ( ) k. Bij brief van 19 februari 2014 (productie 17 dagvaarding in eerste aanleg) van [appellante 1] aan (onder meer) de Veiligheidsregio Midden en West Brabant laat [appellante 1] de Veiligheidsregio weten dat nog steeds niet duidelijk naar voren komt dat de ETSI Standaard TS en 2 geen standaard betreft, maar een richtlijn. De brief vermeldt verder: ( ) Het behoort in elk geval dat expliciet wordt opgenomen in een Nota van inlichtingen dat de FDMA technologie ook kan worden aangenomen en dat alle eisen en wensen zo worden geformuleerd dat ook producten gebruik makend van deze technologie effectief aan de eisen en wensen in het kader van deze openbare aanbesteding zouden voldoen. ( ) l. De hiervoor in sub k genoemde brief van 19 februari 2014 wordt op 4 maart 2014 als volgt beantwoord (productie 18 dagvaarding in eerste aanleg): ( ) Naar wij uit uw brief ( ) begrijpen verzoekt u ( ) om een aanpassing van de uitvraag ( ) in die zin dat onder perceel 1 ( ) niet enkel portofoons op basis van TDMA-technologie geoffreerd kunnen worden, maar ook op basis van FDMAtechnologie. ( ) In antwoord op vragen is ( ) aangegeven dat de uitvraag op dit punt niet zal worden gewijzigd. ( ) Op basis van een en ander moet het [appellante 1] ( ) duidelijk zijn geweest dat de aanbesteder ( ) voor perceel 1 onverkort wenste vast te houden aan objectportofoons op basis van TDMA-technologie. ( ). m. Appellanten hebben niet ingeschreven; inschrijvers hebben uitsluitend portofoons en mobilofoons van het merk Motorola aangeboden. n. De Veiligheidsregio heeft -nadat in deze zaak de vonnissen waarvan beroep zijn gewezen- de mededeling(en) van de gunningsbeslissingen voor de percelen 1, 3 en 4 verzonden. Na het verstrijken van de opschortende termijn van 20 kalenderdagen (art. 2:127 van de Aanbestedingswet 2012, hierna Aw 2012) heeft de Veiligheidsregio de met die gunningsbeslissingen beoogde overeenkomsten gesloten. 21

22 4.2 [appellanten c.s.] hebben in eerste aanleg gevorderd dat de voorzieningenrechter uitvoerbaar bij voorraad: I aanbesteder (noot hof: de Veiligheidsregio) zal verbieden de aanbestedingsprocedure ten aanzien van de percelen 1, 2 en 4 voort te zetten en deze te staken en gestaakt te houden en II zo aanbesteder de onderhavige opdrachten nog wenst te vergeven, aanbesteder zal gebieden ter zake een nieuwe aanbestedingsprocedure te organiseren conform het toepasselijk wettelijk kader; III zal bepalen dat indien aanbesteder geen gevolg geeft aan de hiervoor onder I en II bedoelde bevelen zij een direct opeisbare dwangsom verbeurt van ,- per overtreding en ,- per dag dat de overtreding voortduurt althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag per overtreding per dag; IV aanbesteder zal veroordelen in de kosten van deze procedure, het salaris van de gemachtigde daaronder begrepen, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis en te bepalen dat gedaagde tevens de nakosten en de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd is. 4.3 De voorzieningenrechter heeft, met inachtneming van het herstelvonnis van 2 juni 2014, [appellante 2] niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. Verder heeft de voorzieningenrechter: - de Veiligheidsregio verboden de aanbestedingsprocedure ten aanzien van percelen 2A en 2B voort te zetten en het bevel gegeven deze te staken en gestaakt te houden; - de Veiligheidsregio bevolen, indien zij de onderhavige opdracht ten aanzien van de percelen 2A en 2B nog wenst te vergeven, ter zake een nieuwe aanbestedingsprocedure te organiseren conform het toepasselijk wettelijk kader. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, de proceskosten zijn gecompenseerd en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Verder in het principaal appel: Met inachtneming van de bij memorie van antwoord in het incidenteel appel gewijzigde eis vorderen [appellanten c.s.] in dit hoger beroep dat het hof in het principaal spoedappel: I de beroepen vonnissen zal vernietigen voor zover daarin de vorderingen van [appellanten c.s.] zijn afgewezen en opnieuw rechtdoende, de vorderingen van [appellanten c.s.] alsnog zal toewijzen en II voor zover de opdrachten (uit hoofde van de onderhavige aanbesteding) reeds zijn gegund, geïntimeerde zal bevelen (zo begrijpt het hof) deze gunning ongedaan te maken door de overeenkomsten op te zeggen of te beëindigen althans de uitvoering daarvan te staken en gestaakt te houden totdat in een bodemprocedure ter zake vonnis zal zijn gewezen dan wel die voorzieningen in het voordeel van [appellanten c.s.] te treffen die het hof in goede justitie geraden acht en III geïntimeerde zal gebieden indien zij de onderhavige opdrachten nog wenst te 22

23 vergeven, ter zake een nieuwe aanbestedingsprocedure te organiseren conform het toepasselijk wettelijk kader. [appellanten c.s.] vorderen verwerping van het (voorwaardelijk) incidenteel spoedappel. In het principaal spoedappel en in het (voorwaardelijk) incidenteel appel vorderen zij dat de Veiligheidsregio indien zij geen gehoor geeft aan een verbod of bevel van het hof, zal worden veroordeeld tot betaling van een direct opeisbare dwangsom van ,- per overtreding en ,- per dag dat de overtreding voortduurt althans een door het hof in goede justitie te bepalen bedrag per overtreding per dag, een en ander uitvoerbaar bij voorraad en met veroordeling van de Veiligheidsregio, eveneens uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van beide instanties, daaronder begrepen de kosten voor rechtsbijstand van [appellanten c.s.] en de nakosten volgens het liquidatietarief, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente vanaf zeven dagen na datum uitspraak [appellanten c.s.] zijn van mening dat recht kan worden gedaan op de gewijzigde vordering. De mededeling(en) van de gunningsbeslissingen voor de percelen 1, 3 en 4 zijn blijkens de memorie van antwoord van de Veiligheidsregio na 2 juni 2014 verzonden en na ommekomst van de opschortende termijn van 20 kalenderdagen heeft de Veiligheidsregio de met die gunningsbeslissingen beoogde overeenkomsten gesloten. [appellanten c.s.] vernam voor het eerst van deze informatie door de inhoud van de memorie van antwoord van de Veiligheidsregio. Er is aldus sprake van eerst na het tijdstip van het indienen van de memorie van grieven gebleken feiten en omstandigheden op grond waarvan de oorspronkelijke vordering haar zin verloor, zodat deze moest worden gewijzigd De Veiligheidsregio heeft bezwaar gemaakte tegen de gewijzigde eis. Zij stelt dat deze eiswijziging niet is toegestaan omdat zij strijdig is met de in art. 347 lid 1 Rv besloten liggende twee conclusie regel. [appellanten c.s.] moesten en konden zonder meer anticiperen op de mogelijkheid dat kort na het vonnis in kort geding de met die gunningsbeslissingen beoogde overeenkomsten zouden worden gesloten. Het was voor [appellanten c.s.] immers duidelijk dat de Veiligheidsregio groot belang had bij een spoedige opdrachtverlening, terwijl zij er bij haar pleidooi in eerste aanleg nog op heeft gewezen dat de gunningsbeslissingen in alle vier percelen voor verzending gereed lagen. Zij wijst verder op het gebruik in aanbestedingsgeschillen dat mogelijke aannemers (of leveranciers) in hun hoedanigheid van appellanten in hun appeldagvaarding al een vordering opnemen die is gericht op beëindiging van een eventueel verstrekte opdracht, ook als op het moment van betekening van die dagvaarding nog onduidelijk is of de aanbesteder tot opdrachtverlening zal overgaan Het hof oordeelt als volgt over de vordering tot wijziging eis, waarbij het hof voorop stelt dat de in art. 347 lid 1 Rv besloten liggende twee-conclusie-regel de aan de oorspronkelijke eiser toekomende bevoegdheid tot verandering van eis in hoger beroep beperkt in die zin dat hij in beginsel zijn eis slechts kan veranderen niet later dan in zijn memorie van grieven. Nu niet anders is gesteld of gebleken gaat het hof er voorshands van uit dat [appellanten c.s.] voor het eerst kennis kregen van het feit dat met betrekking tot de percelen 1, 3 en 4 al overeenkomsten waren gesloten na lezing van die mededeling in de memorie van antwoord van de Veiligheidsregio. Aldus is er 23

ECLI:NL:RBDHA:2015:707

ECLI:NL:RBDHA:2015:707 ECLI:NL:RBDHA:2015:707 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 26-01-2015 Datum publicatie 05-02-2015 Zaaknummer C-09-476048 - KG ZA 14-1275 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

RechtsgebiedenCiviel recht Bijzondere kenmerkenkort geding Inhoudsindicatie

RechtsgebiedenCiviel recht Bijzondere kenmerkenkort geding Inhoudsindicatie EJEA 16041 ECLI:NL:RBZWB:2016:1623 Rechtbank ZeelandWestBrabant Datum uitspraak21032016 Datum publicatie24032016 ZaaknummerC/02/311776 / KG ZA 16108 RechtsgebiedenCiviel recht Bijzondere kenmerkenkort

Nadere informatie

EJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer414169/KG ZA

EJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer414169/KG ZA EJEA 16101 ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank MiddenNederland Datum uitspraak17062016 Datum publicatie04072016 Zaaknummer414169/KG ZA 16314 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:12506

ECLI:NL:RBDHA:2014:12506 ECLI:NL:RBDHA:2014:12506 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 08-10-2014 Datum publicatie 10-11-2014 Zaaknummer C-09-472101 - KG ZA 14-1000 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:3335 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ / KG ZA

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:3335 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ / KG ZA EJEA 16-045 ECLI:NL:RBDHA:2016:3335 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak30-03-2016 Datum publicatie31-03-2016 ZaaknummerC/09/504705 / KG ZA 16-131 RechtsgebiedenCiviel recht Bijzondere kenmerkenkort geding

Nadere informatie

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2015:15544 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ / KG ZA 15/1545

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2015:15544 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ / KG ZA 15/1545 EJEA 16-006 ECLI:NL:RBDHA:2015:15544 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak03-11-2015 Datum publicatie08-01-2016 ZaaknummerC/09/497838 / KG ZA 15/1545 RechtsgebiedenCiviel recht Bijzondere kenmerkenkort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:16893

ECLI:NL:RBDHA:2016:16893 ECLI:NL:RBDHA:2016:16893 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 25-10-2016 Datum publicatie 09-03-2017 Zaaknummer C/09/516790 / KG ZA 16-999 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Aanbestedingsrecht

Nadere informatie

2.2. [eiseres] heeft tegen de vordering tot tussenkomst verweer gevoerd.

2.2. [eiseres] heeft tegen de vordering tot tussenkomst verweer gevoerd. EJEA 17028 ECLI:NL:RBMNE:2017:531 Rechtbank MiddenNederland Datum uitspraak 07022017 Datum publicatie 16022017 Zaaknummer C/16/429901 / KG ZA 16988 Rechtsgebieden Aanbestedingsrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:4818

ECLI:NL:RBOVE:2014:4818 ECLI:NL:RBOVE:2014:4818 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 12092014 Datum publicatie 17092014 Zaaknummer C/08/161179 / KG ZA 14301 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Aanbestedingsrecht

Nadere informatie

EJEA ECLI:NL:RBAMS:2017:1109 Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/13/ / KG ZA

EJEA ECLI:NL:RBAMS:2017:1109 Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/13/ / KG ZA EJEA 17-034 ECLI:NL:RBAMS:2017:1109 Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 02-03-2017 Zaaknummer C/13/621166 / KG ZA 16-1540 Rechtsgebieden Aanbestedingsrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241 ECLI:NL:RBOVE:2014:3241 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 05062014 Datum publicatie 16062014 Zaaknummer C/08/156166 / KG ZA 14182 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Uitspraak. Bijzondere kenmerken Hoger beroep kort geding Inhoudsindicatie Kort geding. Spoedeisend belang. Overeenkomst tot stand gekomen?

Uitspraak. Bijzondere kenmerken Hoger beroep kort geding Inhoudsindicatie Kort geding. Spoedeisend belang. Overeenkomst tot stand gekomen? ECLI:NL:GHSHE:2014:3763 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 23-09-2014 Datum publicatie 23-09-2014 Zaaknummer HD 200.144.766 01 Formele relaties Tussenuitspraak: ECLI:NL:GHSHE:2014:1289

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 van Gemeente Haarlemmermeer Baan Kleef Aan DomJur 2008-432 Rechtbank Haarlem Zaak-/rolnummer: 151558 / KG ZA 08-640 en 151565 / KG ZA 08-641 Datum: 22 december 2008 Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Overheidsaanbesteding. Referentie-eis. Incident in hoger beroep, strekkende tot verbod opdrachtverlening totdat in appel is beslist. Belangenafweging.

Overheidsaanbesteding. Referentie-eis. Incident in hoger beroep, strekkende tot verbod opdrachtverlening totdat in appel is beslist. Belangenafweging. EJEA 16-105 ECLI:NL:GHDHA:2016:1024 Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak19-04-2016 Datum publicatie14-07-2016 Zaaknummer200.186.709/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2009:BK5963 Rechtbank 's-gravenhage Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer KG ZA

ECLI:NL:RBSGR:2009:BK5963 Rechtbank 's-gravenhage Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer KG ZA ECLI:NL:RBSGR:2009:BK5963 Instantie Rechtbank 's-gravenhage Datum uitspraak 29-10-2009 Datum publicatie 10-12-2009 Zaaknummer 346254 - KG ZA 09-1151 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:15833 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ KG ZA 16/1383

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:15833 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ KG ZA 16/1383 EJEA 16-186 ECLI:NL:RBDHA:2016:15833 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak23-11-2016 Datum publicatie21-12-2016 ZaaknummerC/09/521602 KG ZA 16/1383 RechtsgebiedenAanbestedingsrecht Bijzondere kenmerkenkort

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2012:BV7033

ECLI:NL:RBMAA:2012:BV7033 ECLI:NL:RBMAA:2012:BV7033 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 27-02-2012 Datum publicatie 27-02-2012 Zaaknummer 167751/KG ZA 11-554 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

LJN: BM4205,Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, 215695 KG ZA 10-119

LJN: BM4205,Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, 215695 KG ZA 10-119 LJN: BM4205,Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, 215695 KG ZA 10-119 Print uitspraak Datum uitspraak: 12-05-2010 Datum publicatie: 12-05-2010 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Voorlopige voorziening

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:593

ECLI:NL:RBOVE:2016:593 ECLI:NL:RBOVE:2016:593 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 12-02-2016 Datum publicatie 22-02-2016 Zaaknummer C/08/181174 / KG ZA 16-7 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Aanbestedingsrecht

Nadere informatie

EJEA ECLI:NL:RBROT:2016:10202 Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/10/ / KG ZA

EJEA ECLI:NL:RBROT:2016:10202 Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/10/ / KG ZA EJEA 17014 ECLI:NL:RBROT:2016:10202 Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 08092016 Datum publicatie 26012017 Zaaknummer C/10/504343 / KG ZA 16693 Rechtsgebieden Aanbestedingsrecht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:11209

ECLI:NL:RBDHA:2016:11209 ECLI:NL:RBDHA:2016:11209 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 24-08-2016 Datum publicatie 20-09-2016 Zaaknummer C-09-510801-KG ZA 16-581 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:BA4470

ECLI:NL:RBSGR:2006:BA4470 ECLI:NL:RBSGR:2006:BA4470 Instantie Datum uitspraak 29-09-2006 Datum publicatie 04-05-2007 Zaaknummer KG 06/944 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:886

ECLI:NL:RBROT:2017:886 ECLI:NL:RBROT:2017:886 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-01-2017 Datum publicatie 03-02-2017 Zaaknummer C/10/518779 / KG ZA 17-53 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:1907 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC KG ZA

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2016:1907 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC KG ZA EJEA 16-025 ECLI:NL:RBDHA:2016:1907 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak11-02-2016 Datum publicatie25-02-2016 ZaaknummerC-09-500069-KG ZA 15-1761 RechtsgebiedenCiviel recht Bijzondere kenmerkenkort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26042017 Datum publicatie 27042017 Zaaknummer 5494929 \ CV EXPL 1610633 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

EJEA ECLI:NL:RBOBR:2017:976 Rechtbank Oost-Brabant Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/01/ / KG ZA 17-16

EJEA ECLI:NL:RBOBR:2017:976 Rechtbank Oost-Brabant Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/01/ / KG ZA 17-16 EJEA 17035 ECLI:NL:RBOBR:2017:976 Rechtbank OostBrabant Datum uitspraak 24022017 Datum publicatie 03032017 Zaaknummer C/01/316598 / KG ZA 1716 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2015:15466 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ KG ZA 15/1577

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2015:15466 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ KG ZA 15/1577 EJEA 16-009 ECLI:NL:RBDHA:2015:15466 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak18-12-2015 Datum publicatie12-01-2016 ZaaknummerC/09/498100 KG ZA 15/1577 RechtsgebiedenCiviel recht Bijzondere kenmerkenkort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:11833

ECLI:NL:RBDHA:2015:11833 ECLI:NL:RBDHA:2015:11833 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 13-10-2015 Datum publicatie 15-10-2015 Zaaknummer C/09/494565 / KG ZA 15-1241 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:171

ECLI:NL:GHSHE:2016:171 ECLI:NL:GHSHE:2016:171 Instantie Datum uitspraak 21-01-2016 Datum publicatie 26-01-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 200.164.903/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer 200.179.432/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:10103

ECLI:NL:RBROT:2016:10103 ECLI:NL:RBROT:2016:10103 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 14112016 Datum publicatie 05012017 Zaaknummer 510412 KG ZA 161094 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/ Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20 08 2012 Datum publicatie 23 08 2012 Zaaknummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2016:996 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 10-02-2016 Datum publicatie 10-02-2016 Zaaknummer 4645281 VV EXPL 15-591 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799 ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-06-2009 Datum publicatie 05-06-2009 Zaaknummer 256615 / HA ZA 08-21443 juni 2009 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 198015 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 25-09-2014 Zaaknummer 200.133.088/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2014:6224

ECLI:NL:RBLIM:2014:6224 ECLI:NL:RBLIM:2014:6224 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 14072014 Datum publicatie 24072014 Zaaknummer C03192295 KG ZA 14318 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:7740

ECLI:NL:RBROT:2015:7740 ECLI:NL:RBROT:2015:7740 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 15092015 Datum publicatie 02112015 Zaaknummer C/10/482640 / KG ZA 15882 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 22-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 113824 / KG ZA 10-207 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 17-09-2009 Datum publicatie 24-09-2009 Zaaknummer 99339 / KG ZA 09-274 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:6399

ECLI:NL:RBDHA:2016:6399 ECLI:NL:RBDHA:2016:6399 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 25-03-2016 Datum publicatie 09-06-2016 Zaaknummer C/09/505146 / KG ZA 16/158 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:3367

ECLI:NL:RBMNE:2016:3367 ECLI:NL:RBMNE:2016:3367 Instantie Datum uitspraak 24062016 Datum publicatie 30062016 Rechtbank MiddenNederland Zaaknummer 414820/KG ZA 16342 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vindplaatsen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672 ECLI:NL:RBLIM:2017:1672 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 22-02-2017 Datum publicatie 23-02-2017 Zaaknummer 04 5561763 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Burgerlijk procesrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573 ECLI:NL:RBOVE:2017:2573 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 23062017 Datum publicatie 26062017 Zaaknummer C/08/201386 / KG ZA 17141 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-10-2016 Datum publicatie 21-10-2016 Zaaknummer 200.181.474/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711

ECLI:NL:GHSHE:2016:2711 ECLI:NL:GHSHE:2016:2711 Instantie Datum uitspraak 05-07-2016 Datum publicatie 08-07-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.183.368_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

King Cuisine [gedaagde] DomJur

King Cuisine [gedaagde] DomJur King Cuisine [gedaagde] DomJur 2014-1088 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaak-/rolnummer: C/02/286367 / KG ZA 14-554 ECLI:NL:RBZWB:2014:7297 Datum: 21 oktober 2014 Vonnis in kort geding van in de zaak van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ7517

ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ7517 ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ7517 Instantie Datum uitspraak 11-12-2006 Datum publicatie 31-01-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer KG 06/1224 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd pagina 1 van 5 (http://stichtingpiv.nl/) Inloggen PIV-Kennisnet(http://stichtingpiv.nl/inloggen) JURISPRUDENTIE Bron: Hof Amsterdam 3 februari 2016 Publicatie nummer: (nog) niet gepubliceerd Zaaknummer:

Nadere informatie

vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 244269 / KG ZA 12-171 Vonnis in kort geding van 16 april 2012

vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 244269 / KG ZA 12-171 Vonnis in kort geding van 16 april 2012 vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 244269 / KG ZA 12-171 Vonnis in kort geding van in de zaak van de vennootschap onder firma VAN HOOF VOF, gevestigd te Asten,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2017:2980

ECLI:NL:RBNNE:2017:2980 ECLI:NL:RBNNE:2017:2980 Instantie Datum uitspraak 08-08-2017 Datum publicatie 08-08-2017 Zaaknummer 5520151 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:647

ECLI:NL:GHDHA:2017:647 ECLI:NL:GHDHA:2017:647 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 14-03-2017 Zaaknummer 200.207.571/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4839 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 2007/064

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4839 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 2007/064 ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4839 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-04-2007 Datum publicatie 11-05-2007 Zaaknummer 2007/064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: 429233 / KG ZA 12-1139

zaaknummer / rolnummer: 429233 / KG ZA 12-1139 vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 429233 / KG ZA 12-1139 Vonnis in kort geding van in de zaak van X, h.o.d.n. PUBLIEC, wonende te Delft, eiseres, advocaat mr. O.R.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741 ECLI:NL:RBLIM:2017:4741 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 24052017 Datum publicatie 29052017 Zaaknummer 04 5426165/CV 169694 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537 ECLI:NL:RBAMS:2017:1537 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 13-03-2017 Zaaknummer KK EXPL 17-174 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 28-10-2016 Zaaknummer 200.177.389 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321

ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321 ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 10-01-2007 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 222545 / KG ZA 06-1184 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-05-2007 Datum publicatie 03-05-2007 Zaaknummer 515624 AV EXPL 07-35 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2013:8793

ECLI:NL:RBROT:2013:8793 ECLI:NL:RBROT:2013:8793 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 08112013 Datum publicatie 08112013 Zaaknummer C/10/437497 / KG ZA 13/1214 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht. arrest GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE Sector handel Zaaknummer Rolnummer rechtbank : 370789lKG ZA 10-877 arrest van de vijfde civiele kamer d.d. 22 februari 2011 inzake Paul Burger, kantoorhoudende te Amsterdam,

Nadere informatie

EJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3367 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /KG ZA

EJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3367 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /KG ZA EJEA 16097 ECLI:NL:RBMNE:2016:3367 Rechtbank MiddenNederland Datum uitspraak24062016 Datum publicatie30062016 Zaaknummer 414820/KG ZA 16342 Rechtsgebieden Aanbestedingsrecht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2010:BL3553

ECLI:NL:RBROT:2010:BL3553 ECLI:NL:RBROT:2010:BL3553 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2010 Datum publicatie 11-02-2010 Zaaknummer 345753/KG ZA 09-1372 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:2971

ECLI:NL:RBDHA:2017:2971 ECLI:NL:RBDHA:2017:2971 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-02-2017 Datum publicatie 28-03-2017 Zaaknummer C-09-524698-KG ZA 17-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:3006

ECLI:NL:GHSHE:2015:3006 ECLI:NL:GHSHE:2015:3006 Instantie Datum uitspraak 04082015 Datum publicatie 24122015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 'shertogenbosch HD 200.159.533_01

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985 ECLI:NL:RBAMS:2017:5985 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 18-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer CV EXPL 17-2120 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 25-09-2006 Datum publicatie 26-09-2006 Zaaknummer 58445 - KG ZA 06-182 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240

ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240 ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 266642 / HA ZA 06-2184 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

"In naam des Konings!" vonnis. Team kanton en handelsrecht. Zittingsplaats Arnhem. zaaknummer I rolnummer: CI051278117 I KG ZA 15-67

In naam des Konings! vonnis. Team kanton en handelsrecht. Zittingsplaats Arnhem. zaaknummer I rolnummer: CI051278117 I KG ZA 15-67 vonnis "In naam des Konings!" RECHTBANK GELDERLAND Team kanton en handelsrecht Zittingsplaats Arnhem zaaknummer I rolnummer: CI051278117 I KG ZA 15-67 Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten

Nadere informatie

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden. [Eiseres] [Gedaagde] (Mesologiezwolle.nl) DomJur 2017-1234 Rechtbank Overijssel Zaak-/rolnummer: C/08/192160 / KG ZA 16-321 ECLI:NL:RBOVE:2016:4885 Datum: 12 december 2016 Vonnis in kort geding van 12

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384 ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 03-05-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 818166 UC EXPL 12-9177

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:5262

ECLI:NL:RBROT:2015:5262 Rechtspraak.nl Print uitspraak pagina 1 van 5 2772015 ECLI:NL:RBROT:2015:5262 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24072015 Datum publicatie 25072015 Zaaknummer 3437926 cv expl 1445430 Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 01-03-2011 Zaaknummer 186739 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 20-09-2006 Datum publicatie 29-09-2006 Zaaknummer 47429 HA ZA 05-170 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:2434

ECLI:NL:RBGEL:2017:2434 ECLI:NL:RBGEL:2017:2434 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 07042017 Datum publicatie 02052017 Zaaknummer C/05/315845/KG ZA 1789 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:21

ECLI:NL:GHDHA:2014:21 ECLI:NL:GHDHA:2014:21 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 21-01-2014 Datum publicatie 03-03-2014 Zaaknummer 200.129.144/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-01-2013 Datum publicatie 01-02-2013 Zaaknummer HD 200.054.815 KG Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie