KB Minimale voorschriften inzake veiligheid van oude elektrische installaties

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "KB 02.06.2008 Minimale voorschriften inzake veiligheid van oude elektrische installaties"

Transcriptie

1 1 KB Minimale voorschriften inzake veiligheid van oude elektrische installaties op arbeidsplaatsen Methodiek voor de risicoanalyse m.b.t. de distributiecabines (DC) van de distributienetbeheerders (DNB)

2 2 1. Inleiding Dit document dient meer bepaald om te beantwoorden aan de artikelen 5 en 6 in deel 2 van het Koninklijk Besluit van 2 juni 2008 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van bepaalde oude elektrische installaties op arbeidsplaatsen, met name de detectie en beoordeling van de vastgestelde risico s in elke elektrische installatie. Dit is meer specifiek voor distributiecabines uitgewerkt in volgende hoofdstukken. De risicoanalyse waarvan sprake in het KB moet minstens de volgende risico s opsporen (reeds uitgesplitst voor LS&HS m.b.t. distributiecabines) en beoordelen: Risico s Illustratie De risico's voor elektrische schokken door rechtstreekse aanraking met HS = de zone onder spanning betreden D L DL D V Blank actief deel onder spanning Zone onder spanning (D L ) Nabijheidszone (D V ) De risico's voor elektrische schokken door rechtstreekse aanraking met LS, N F N F Aarde De risico's voor elektrische schokken door onrechtstreekse aanraking, = een persoon komt in contact met een massa die door een isolatiefout onder spanning werd gebracht Diff Equipot. Verb. Aarde Voorbeeld van onrechtstreekse aanraking op LS De risico's te wijten aan ontladingen en lichtbogen

3 3 De risico s te wijten aan overstromen De risico's te wijten aan potentiaalspreiding De risico's voor oververhitting, brandwonden, brand en ontploffing, veroorzaakt door de elektrische uitrusting De risico s te wijten aan ophoping van energie, zoals in condensatoren. De risico s te wijten aan overspanningen ten gevolge van inzonderheid fouten die kunnen ontstaan tussen actieve delen op kringen op verschillende spanning, bij het schakelen en van atmosferische ontladingen. De risico's te wijten aan een spanningsdaling en het wederopkomen van de spanning De risico s inherent aan het gebruik van elektrische energie en de werkzaamheden aan elektrische installaties. De niet elektrische risico's die te wijten kunnen zijn aan een fout of een slecht functioneren van een elektrische uitrustingscomponent, zoals stuurorganen of stuurstroombanen Deze risicoanalyse maakt het mogelijk de nodige preventiemaatregelen te bepalen om de vastgestelde risico s zo veel mogelijk te beperken (=risicobehandeling).

4 4 2. Risicobeoordeling 2.1. Inleiding Deze beoordeling heeft betrekking op de elektrische installaties in distributiecabines. Door de aard en apparatuur aangewend in distributiecabines zijn niet alle van in het KB opgesomde risico s van toepassing of even doorslaggevend. Volgende paragraaf beschrijft welke risico s zeker dienen aan bod te komen voor een uitgebreide evaluatie en waarom andere zich eerder lenen voor een algemene evaluatie Bepaling van de te beoordelen risico s Risico s voor elektrische schokken door rechtstreekse aanraking De risico s voor elektrische schokken door rechtstreekse aanraking moeten beoordeeld worden, dit zowel voor laagspanning als voor hoogspanning Risico s voor elektrische schokken door onrechtstreekse aanraking De risico s voor elektrische schokken door onrechtstreekse aanraking moeten beoordeeld worden, dit zowel voor laagspanning als voor hoogspanning Risico s te wijten aan ontladingen en lichtbogen De risico s te wijten aan ontladingen en lichtbogen moeten beoordeeld worden Risico s te wijten aan potentiaalspreiding De risico s te wijten aan potentiaalspreiding worden meegenomen bij de analyse van de risico s voor elektrische schokken door onrechtstreekse aanraking Risico s te wijten aan ophoping van energie, zoals in condensatoren Normalerwijze worden geen condensatoren opgesteld in distributiecabines. De risico s verbonden aan condensatoren behoren tot de risico s voor elektrische schokken ten gevolge van rechtstreekse aanraking, onrechtstrekse aanraking en de risico s op een explosie wanneer de installatie onder spanning staat. Wanneer de installatie buiten spanning wordt gezet, wordt artikel 266 van het AREI nageleefd Risico s te wijten aan overspanningen ten gevolge van inzonderheid fouten die kunnen ontstaan tussen actieve delen op kringen op verschillende spanning, bij het schakelen en van atmosferische ontladingen De risico s te wijten aan overspanningen ten gevolge van inzonderheid fouten die kunnen ontstaan tussen actieve delen op kringen op verschillende spanning, bij het schakelen en van atmosferische ontladingen worden beheerst door de constructie/concept/ontwerp van de distributiecabine en de elektrische uitrustingen die er deel van uitmaken. De verschillende technische uitrustingen voldoen aan de voorschriften inzake overspanningen, vermeld in de geldende norm op het ogenblik van de aankoop van het materiaal en volgens het technisch reglement. Indien de isolatieklasse van het materiaal, in functie van de maximale nominale exploitatiespanning (Ur), niet in overeenstemming is met het technisch reglement, zal een corrigerende factor worden toegepast op de risico s beschreven in de punten en

5 Risico s voor oververhitting, brandwonden, brand en ontploffing, veroorzaakt door de elektrische uitrusting Risico s op oververhitting veroorzaakt door de elektrische uitrusting worden geanalyseerd bij de risico s op brandwonden en zijn voor distributiecabines te verwaarlozen. De risico s voor brandwonden veroorzaakt door een elektrische uitrusting in distributiecabines vallen hoofdzakelijk onder deze vermeld in punt 2.2.3: brandwonden tengevolge van een lichtboog. Inzake brandwonden veroorzaakt door een aanraking van bereikbare oppervlakken: de temperaturen van deze laatste blijven, bij normale werking, altijd onder de limieten vermeld in artikel 103 van het AREI. Elke situatie met een abnormaal hoge belasting, waarbij de toegelaten exploitatielimieten overschreden worden: wordt hetzij gedetecteerd, met indien vereist afschakeling van de elektrische installatie tot gevolg, hetzij opgemerkt door de BA5-operator die zijn gedrag spontaan aanpast. De risico s voor dit type brandwonden zijn bijgevolg onder controle. De risico s voor brand veroorzaakt door de elektrische uitrusting gaan voornamelijk gepaard met de risico s voor lichtbogen en ontploffing. Bovendien is het risico voor een lichtboog of ontploffing veel groter dan de andere risico s voor brand. De risico s op ontploffing veroorzaakt door elektrische uitrusting moeten beoordeeld worden Risico s te wijten aan overstromen De risico s te wijten aan overstromen worden op een verwaarloosbaar niveau gehouden door de volgende systemen en interne procedures na te leven: Een actief beveiligingssysteem zoals opgelegd door de technische reglementen, dat wordt opgenomen in de procedures van elke netbeheerder inzake de beveiligingsprincipes tegen enkel- of meerfasige fouten. De uitbatingscriteria van het net, vermeld in de procedures van elke netbeheerder Risico s te wijten aan een spanningsdaling en het wederopkomen van de spanning De risico s te wijten aan een spanningsdaling en het wederopkomen van de spanning worden beheerst door: Een actief beveiligingssysteem zoals opgelegd door de technische reglementen, vertaald in de procedures van de netbeheerder inzake de beveiligingsprincipes tegen enkel- of meerfasige fouten. Afhankelijk van het respectievelijk risico worden controle-, besturings- en beveiligingssystemen gevoed door een hulpbron (batterij) en zijn ongevoelig voor spanningsdips. De uitbatingscriteria van het net, vermeld in de procedures van elke netbeheerder Risico s inherent aan het gebruik van elektrische energie en de werkzaamheden aan elektrische installaties De risico s inherent aan het gebruik van elektrische energie en de werkzaamheden aan elektrische installaties worden zowel:

6 6 beheerst door de toepassing van artikel 266 van het AREI, alsook van de code van werken, wanneer een elektrische installatie buiten spanning wordt gezet. De na te leven veiligheidsmaatregelen zijn opgenomen in de procedures van de netbeheerder. als mee opgenomen bij analyse van de risico s voor elektrische schokken door rechtstreekse en onrechtstreekse aanraking, de risico s te wijten aan ontladingen en lichtbogen en de risico s voor ontploffing wanneer de installaties in werking zijn Niet elektrische risico s die te wijten kunnen zijn aan een fout of een slecht functioneren van een elektrische uitrustingscomponent, zoals stuurorganen of stuurstroombanen Afhankelijk van het respectievelijk risico wordt Elke fout of slecht functioneren van een elektrische uitrustingscomponent gedekt door het principe van positieve veiligheid, waarna geen enkele foutieve schakeling of ontgrendeling van de stuurorganen of stuurstroombanen meer kan plaatsvinden Soorten risico s Om de risico s die verbonden zijn aan de betrokken elektrische installaties correct te kunnen beoordelen, wordt vastgelegd welke soorten activiteiten de personen uitvoeren in de installatie, alsook in de omgeving van de distributiecabines. Er wordt rekening gehouden met volgende situaties: Persoon aanwezig in de nabijheid van de cabine maar buiten de cabine (publiek): BA1 Persoon die de cabine betreedt / in de cabine rondloopt (bezoek van de cabine): BA4 of BA5 Persoon die een exploitatiehandeling uitvoert (schakelen, opmeting kabelfout (DNB), meteropneming, ): BA5 Deze situaties worden geassocieerd met twee types risico s: Gelinkt aan de aanwezigheid: Risico dat zich manifesteert na een bepaalde tijd en te wijten is aan de niet-gekende conditie van de cabine. De manifestatie van de toestand (T) kan samenvallen met eender welke exploitatiehandeling, maar niet noodzakelijk. Bij de berekening van dergelijk risico wordt rekening gehouden met de gelijktijdigheid van de menselijke aanwezigheid en een onverwachte gebeurtenis. Gelinkt aan de handeling: Risico dat zich manifesteert tijdens een handeling of een actie (A). De handeling maakt het risico zichtbaar na het niet (kunnen) naleven van richtlijnen of procedures, bijvoorbeeld bij een toevallige aanraking van andere onderdelen van de cabine-uitrusting bij gebrek aan plaats om de schakeling uit te voeren.

7 Bepaling van het spanningsdomein Bij de exploitatiehandelingen onderscheiden we de exploitatiehandeling uitgevoerd op de Laagspanningsinstallaties (LS van categorie 1 volgens het AREI) en de exploitatiehandelingen uitgevoerd op de Middenspanningsinstallaties (HS van categorie 1 volgens het AREI (tussen V en V). Wanneer in het document er sprake is van HS verwijst dit steeds naar HS van categorie 1 of Middenspanning. Beide worden door elkaar gebruikt Risicoanalyse Inleiding Rekening houdend met de verschillende parameters die hierboven werden bepaald, is de risicoanalyse hoofdzakelijk gebaseerd op 6 elektrische risico s gecombineerd met de 4 contexten waarin het risico zich stelt bij een exploitatiehandeling/actiegebonden (A) of de aanwezigheid/toestand (T) van een persoon. Risico - afkorting RA HS / LS ORA HS / LS Vlamboog Explosie Context Publiek en Omgeving Betreden/openen (min. BA4) Exploitatiehandelingen HS/LS (BA5) Beschrijving Kans op elektrocutie door rechtstreekse aanraking (of benadering) van de actieve HS- / LS-onderdelen. Kans op elektrocutie door onrechtstreekse aanraking van onder spanning staande massa's ten gevolge van een HS- / LS-fout: gevaarlijke stap- of contactspanning. Kans op het creëren van een elektrische lichtboog bij een (foutieve) handeling of actie. Kans op explosie veroorzaakt door het elektrische materiaal van de cabine. Beschrijving Iedereen die geen BA4 noch BA5 is vb. passanten, kinderen, buurtbewoners, wegeniswerkers, Dit is uitbreiding op vereiste van KB (dat werknemers beoogt). Allen die voor beroepsdoeleinden de cabine kunnen bezoeken. Vb. de keurder, BUP-medeweker, exploitant (HS/LS/OV), projectbeheerder, etc. Nettechnicus aan het werk in de cabine. Deze persoon is voor zijn specifieke taken in de cabine, door zijn werkgever BA5 gecertifieerd, of BA5 in opleiding. Kans op een vlamboog en op datzelfde moment aanwezigheid van publiek in de distributiecabine (Frequentie = 1E-7 x 3E-5 = 3E-12 zie detailfiches excel) is minimaal en daarom ingeschat als een beheerst risico. De combinatie vlamboog en context publiek is niet determinerend => dit risico komt in de verdere analyse niet meer aanbod. Combinaties Publiek & omgeving Betreden/openen (min. BA4) Exploitatiehandelingen HS Exploitatiehandelingen LS RA HS RA LS ORA HS ORA LS Vlamboog Explosie A A T T - T A A T T A T A A T T A T A A T T A T A: actiegebonden T: Toestandsgebonden (zie 2.3) De risicoanalyse (RA) is in detail uitgevoerd voor de 6 elektrische risico s telkens in de 4 contexten en vanuit de 2 mogelijke invalshoeken (risicotypes). Dit resulteert in 23 elektrische risico s welke per type installatie zijn geëvalueerd (zie 2.5.2).

8 Type installaties Doorheen de tijd werden verschillende concepten, technologieën op het distributienet aangesloten. Welke hoofdaspecten een rol spelen om zich te onderscheiden qua mogelijke risico s en risicograad wordt in deze paragraaf beschreven. In de verdere risicoanalyse wordt er van uitgegaan dat de bovenaan beschreven risico s en hun grootte (risicograad) grotendeels identiek per zijn type cabine. In een distributiecabine zijn volgende elektrische installaties geïnstalleerd: MS-Schakelapparatuur LS-transfokabel MS-netkabel MS-transfokabel Transformator LS-Bord Eerste stap bij deze typering is het karakteriseren van de verschillende uitvoeringsvormen van deze installaties. Hierbij zijn onderstaande aspecten/technische onderdelen van de distributiecabine determinerende factoren bij de risico identificatie en evaluatie. Hiervoor wordt onderscheid gemaakt volgens: De toegankelijkheid van de cabine: o Betreedbaar: Vrijstaand betreedbaar, lokaal (in- of aangebouwd) o Niet-betreedbaar: Vrijstaand niet-betreedbaar

9 9 Aard van het omhulsel: o Geleidend: Aluminium of metaal (staal) als cabineomhulsel. o Niet-geleidend: Beton Metselwerk of polyester MS-schakelapparatuur: o MSO (Open niet-aanraakveilige MS-uitrusting): Open middenspanningsuitrusting met een afscherming < 1,75m, en bijgevolg onvoldoende beschermd tegen toevallige aanraking. o MSA (Open aanraakveilige MS-uitrusting): Open middenspanningsuitrusting met een afscherming 1,75m, en bijgevolg voldoende beschermd tegen toevallige aanraking.

10 10 o MSM: Omsloten MS-uitrusting: Metaal- of kunststofomsloten middenspanningsuitrusting (modulair of compact). Deze biedt bescherming tegen rechtstreekse aanraking d.m.v. een omhulsel. LS Bord: o LS blank: Bord met blanke zekeringen en/of rails. o LS + plaat: Blank bord afgeschermd door polycarbonaat plaat die verwijderd wordt bij LS verrichtingen. o LS IP2x: Aanraakveilig bord: zowel strips als rails.

11 11 Transformator o TFO - Niet aanraakveilig: vb. met isolatoren, geen MS-stekkers en/of LS niet afgeschermd en geen afscherming d.m.v. draadhek/omkasting. o TFO - Aanraakveilig: met MS -stekkers en LS afgeschermd of voldoende afgeschermd door voldoende hoog draadhek/omkasting Deze type installaties kunnen in alle verscheidene combinaties voorkomen. Eén type cabine, welke bestaat uit een bepaalde combinatie van betreedbaarheid/geleidende eigenschap omhulselmateriaal /MS-uitrusting/LS-installatie, wordt een cluster genoemd. Cluster = combinatie van de belangrijkste technische eigenschappen voor een type cabine welke risicobepalend zijn. Aangezien de transformatoren kunnen uitgewisseld worden tussen cabines onderling en niet tot veel uiteenlopende risico's leiden, worden deze niet meegenomen als een afzonderlijke cabinecluster. Het aantal clusters wordt dus beperkt tot 2x2x3x3 combinaties: of 36 theoretische clusters: CLUSTER = toegankelijkheid + materiaal + MS + LS Betreedbaar / Niet-betreedbaar Geleidend omhulsel / Niet-geleidend omhulsel MS open / MS aanraakvrij / MS omsloten LS blank / LS + plaat / LS IP-2x Situationele en overige risico s. De 36 theoretische clusters zijn ontoereikend om alle nuances te vatten die tussen verschillende types cabines bestaan. Aanvullend wordt daarom overgegaan op gebruik van correctiefactoren. Deze zijn een maat voor de afwijking op de generieke cluster omdat deze specifieke situatie een hoger/lager risiconiveau heeft ten aanzien van de referentiesituatie (m.b.t. één of meerdere van de 23 elektrische risico's).

12 12 Naast bovenstaande risico s werd er rekening gehouden met: Extra risico's: ontbrekende risico's ter volledigheid, bvb door de conditie waarin de installatie bevindt, zonder kwantitatieve detailberekening in een fiche. Het risicoprofiel van de opgestelde MS-schakelaars, deze werd opgemaakt op basis van hun respectievelijk faalgedrag gekend uit het verleden binnen elke DNB/sector. Niet-elektrische risico's, risico's die geen betrekking hebben op (O)RA, boog en explosie Bepaling van het risiconiveau Voor het kwantificeren van de risico s wordt gebruik gemaakt van een matrix die het product weergeeft van de frequentie/waarschijnlijkheid en de ernst van een ongewenste gebeurtenis: R = F x E Met hierbij: F = De frequentie die weergeeft hoe dikwijls het ongewenste voorval/gebeurtenis zich (mogelijks) voordoet. De waarde ervan wordt uitgedrukt in aantal incidenten per jaar voor één cabine uitrusting. In deze analyse worden 10 niveaus weerhouden die kunnen variëren tussen kleiner dan 1E-8 tot meer dan 1 gebeurtenis per jaar per cabine uitrusting. E = De ernst die een beeld geeft van de impact van het voorval/gebeurtenis op de persoon. Hier worden 6 niveaus weerhouden gaande van een incident zonder kwetsuren tot een ongeval met meerdere doden. R = De risicograad, is een maat voor de grootte van het risico. Opmerkingen: Frequentie uitgedrukt per cabine per jaar. Uitrustingen in grote hoeveelheden houden individueel gezien geen groter risico in dan een andere uitrusting welke beperkter voorkomt. De analyses houden rekening met de populatiespreiding. De schalen E en F evolueren met factor 10, met als voordeel een grotere afstand tussen de risicoscores. Welk risico aanvaardbaar, onaanvaardbaar en respectievelijke tussenwaarden werd met exploitanten, technici, dienst preventie en verantwoordelijkheden in gezamenlijk overleg vastgelegd. Dit werd goedgekeurd op niveau van Eandis en na overleg met DNB s uit de sector finaal op het technisch comité elektriciteit van Synergrid. De evaluatie resulteerde in volgende risiconiveau s voor werknemers BA4/BA5: Risicograad Beschrijving Beheer van het risico Onaanvaardbaar risico Risico is niet aanvaardbaar Onmiddellijk beheersmaatregelen toepassen Zeer hoog risico Risico is heel reëel & niet gewenst Beheersmaatregelen dienen prioritair genomen te worden Hoog risico Risico is significant Beheersmaatregelen dienen genomen te worden Gemiddeld risico Risico is aanvaardbaar onder voorwaarden Risico aanvaardbaar mits bijkomende maatregelen zoals opleiding, juiste gereedschap & toezicht. Laag risico Er is sprake van een zeker risico Geen acute dreiging, risico is aanvaardbaar Beperkt risico Risico is eerder klein en beheerst Risico is aanvaardbaar

13 13 Opgelet: met betrekking tot de risicotolerantie voor publiek, omstaanders of omwonenden is de aanvaardingsdrempel 10 keer lager (1 niveau lager) qua risicograad (de risicograad is via de score numeriek uitgedrukt zie risicomatrix bijlage 1) De risicomatrix is bijgevoegd in bijlage Risicoberekening - methode De bepaling van de risicograad gebeurt indien mogelijk kwantitatief met volgende uitgangspunten: Gebaseerd op een gekende gebeurtenissen uit het verleden in gelijkaardige omstandigheden qua impact Inschatting van de frequentie via worstcase benadering(= eerder overschatting). Bij gebeurtenissen die zich nog niet stelden in de sector of internationale context, maar wel denkbaar zijn, is de frequentie relatief t.o.v. een situatie met een hogere frequentie ingeschat. De frequentie is uitgedrukt per cabine(uitrusting) per jaar. Uitrustingen die in grote getale voorkomen zijn niet per se risicovoller dan enkelingen, het volume van deelpopulatie is geen bepalende factor in de risicograad, hiermee werd rekening gehouden. Anders zouden een klein aantal installaties met een absoluut hoger risico niet hoog scoren gezien gemiddeld gezien op de gehele populatie deze zeer beperkt aanleiding geven tot gebeurtenissen. Zo bekomt men dat het absolute risiconiveau van de uitrusting ten aanzien van de werknemer/omstaander ingeschat wordt en bvb. de grootte van de populatie hierbij geen rol speelt. Bij de meeste risico's verschilt de ernst van situatie tot situatie. In deze gevallen wijzigt de frequentie omgekeerd evenredig => risicograad is gelijkwaardig. Stap 1 - bruto risico: de berekening van het risico zonder gebruik van PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen) maar wel met inbegrip van procedures, CBM (collectieve beschermingsmiddelen), etc. Stap 2 netto risico: opnieuw risicobepaling maar met PBM. PBM zijn enkel van toepassing bij uitvoeren van exploitatiehandelingen (alleen BA5)! De meerwaarde van PBM bij exploitatiehandelingen (LS/MS): Bescherming tegen warmte-effecten (Nomex + gelaatsscherm + helm): brand, boog, etc. > E Isolerende handschoenen (PBM) vermindert mogelijks risico op elektrisering/elektrocutie (maar niet noodzakelijk!) > F voor deel van de lichaamsdelen, kledij heeft geen isolerende eigenschappen. Bij de berekening wordt uitgegaan van ofwel: Toestandgebonden risico (T): is een risico dat zich manifesteert na verloop van een zekere tijd en ten gevolge van de toestand van de cabine. Deze uiting van een gedegradeerde conditie (vb. explosie) kan toevalligerwijs samenvallen met een handeling maar niet noodzakelijk. De gelijktijdigheid met menselijke aanwezigheid wordt geëvalueerd voor deze risico's waarbij telkens de ernst van het risico bij gelijktijdig verschijnen bepaald wordt.

14 14 Actiegebonden risico (A): Risico dat zich uit bij het verrichten van een handeling. Deze handeling zal a.h.w. het risico zichtbaar maken doordat iets defect gaat (vb. afbreken van een slot) of omdat gangbare richtlijnen of werkwijzen niet gevolgd (kunnen) worden (Bvb. haperen van een schakelaar bij het opentrekken ervan of toevallige aanraking andere onderdeel van cabine uitrusting door gebrek aan plaats bij de actie) Risicoberekening - fiches Generieke risico s Formules voor berekening van toestandsgebonden risico's R DNB = F DNB x E F DNB = F cabine x V DNB R cabine = E x F cabine = E x ( # DNB /V DNB x G ) F cabine = K x G R DNB = E x F DNB = E x ( V DNB x ( # DNB /V DNB x G ) ) CabineFrequentie wordt steeds uitgedrukt voor één cabine op jaarbasis. K = # DNB /V DNB Parameters V, K en G te bepalen a.h.v. populatie (V), K ( Eandis) en gelijktijdigheid (G) Samengevat: F cabine = # DNB /V DNB x G Formules voor berekening van actiegebonden risico's R DNB = F DNB x E F DNB = F cabine x V DNB R cabine = E x F cabine = E x ( # DNB /H DNB,cabine ) F cabine = # DNB /H DNB,cabine R DNB = E x F DNB = E x ( V DNB x ( # DNB /H DNB,cabine ) ) CabineFrequentie wordt steeds uitgedrukt voor één cabine op jaarbasis. Parameters V, H te bepalen a.h.v. populatie (V) en totaal aantal handelingen (H) Samengevat: F cabine = # DNB /H DNB De beoordeling van de risico s gebeurt eerst zonder rekening te houden met het dragen van de PBM s, maar wel met naleven van de procedures, de CBM,... We spreken in dit geval van de bruto generieke risico s. Vervolgens houden we rekening met de invloed van het dragen van de PBM s op de resultaten van de beoordeling van de bruto generieke risico s. In dat geval spreken we van netto generieke risico s. De risicoanalyse werd neergeschreven in de vorm van een fiche, en dit voor elk geïdentificeerd risico, in functie van de verschillende activiteiten en het spanningsdomein. Het doel hiervan is het risiconiveau te bepalen per type vastgesteld risico. Elk fiche is als volgt ingedeeld: Beknopte informatie over het risico: o nummer: 1-23context: publiek: BA4, BA5risico: RA/ORA LS/HS, vlamboog, explosive type: actie- of toestandsgebonden Basisvoorbeeld en uitgangspunt: korte omschrijving van het risico en de context op een typecabine en -uitrusting waar het risico zich met een bepaalde ernst kan voordoen. Assumpties en geschiedenis: als basisvoorbeeld wordt een historisch incident, data of gegevens opgesomd. Niet altijd is concrete informatie beschikbaar en werd beroep gedaan op de jarenlange (praktijk)ervaring van betrokken technici/deskundigen. Bepaling Frequentie(F), Ernst(E) en Risico(R): populatie van het basisvoorbeeld (volume V), incidentdata (kans K), aantal exploitatiehandelingen (H) en/of assumpties m.b.t. menselijke aanwezigheid (gelijktijdigheid G). Ernst (E) is benoemd in uitgangspunt. Het voor risico (R) voor één cabine is dan = F x E

15 15 Varianten via Correctiefactoren (CF): uitbreiding van het geanalyseerde geval naar andere, op bepaalde types uitrustingen/installaties/situaties. Het risico varieert naargelang bepaalde eigenschappen van toepassing zijn op een respectievelijke cabine. Deze eigenschappen, zgn. correctiefactoren, leiden tot varianten in de te beschouwen populatie en dus ook op vlak van het absolute risico. Telkens wordt nagegaan of de basiseigenschappen van de cluster een rol spelen in de risicobepaling. Invloed van de variante worden voor ernst en frequentie van het risico vergeleken t.o.v. het basisvoorbeeld. Resultaat is een lijst met de risicoscores per variante: zie fiches Overige risico s Onder overige risico s vallen specifieke of extra risico s die eigen zijn aan een distributiecabine, zoals de inrichting van de cabine, specifieke uitrustingen die aanwezig zijn,... Voor elk specifiek risico wordt bepaald welk elektrisch risico wordt beïnvloed: Rechtstreekse aanraking MS, Rechtstreekse aanraking LS, Onrechtstreekse aanraking MS, Onrechtstreekse aanraking LS, Vlamboog Ontploffing Indien dit het geval is, wordt het specifieke risico opgenomen in de rubriek overige. 3. Detectie van risico s 3.1. Principe Op basis van dit overzicht aan risico s die aangebracht werden door deskundigen, werd een lijst samengesteld van alle checkpunten die worden nagegaan bij een bezoek aan een distributiecabine in kader van de opmaak van de risicoanalyse. Voor elk aspect, welke op een objectieve wijze wordt vastgesteld gezien precieze beschrijving/definitie aangevuld met indien mogelijk illustraties, wordt de globale risicoanalyse samengesteld zoals beschreven in de vorige hoofdstukken. Indien er zich nog andere risico s voordoen in de cabine maakt de risico-opnemer hiervan nota, koppelt deze informatie terug opdat deze kunnen geanalyseerd worden en toegevoegd aan de checklist Uitvoering Het middenspanningsnet van de netbeheerders omvat duizenden distributiecabines. Deze checklists worden aangevuld met de gegevens uit de databanken m.b.t onderdelen uit de cabine (adres, overzicht MS Cellen, ). Bij middel van een pc of papieren formulier/checklist worden deze te plaatse overlopen en ingevuld. 4. Risicobehandeling 4.1. Inleiding Naargelang de oorsprong van het risico worden verderop de begrippen conceptueel risico en conditioneel risico gehanteerd. Dit speelt een rol bij de keuze van de meest geschikte beheersmaatregel:

16 16 Conceptuele risico s: zijn gerelateerd aan het concept van de distributiecabine (techniciteit, type materialen, constructieve opbouw) en vergen hoofdzakelijk ingrijpende materiële preventiemaatregelen (investering). Conditionele risico s: staan los van de techniciteit en wijze van uitvoering. Zij hebben eerder te maken met de toestand waarin de distributiecabine zich bevindt. Deze kunnen in veel gevallen geëlimineerd worden door middel van onderhoud of een beperkte ingreep. Dit neemt niet weg dat mogelijk door de ernst van de degradatie of aard van het conditioneel risico dit enkel met een investering kan beheerst worden Beheersmaatregelen Voor elk risico wordt naargelang zijn grootte (risicograad) en soort in een overeenstemmende tijdsspanne de meest aangewezen beheersmaatregel genomen. De welzijnswet stipuleert dat de nodige preventiemaatregelen dienen genomen te worden waarbij collectieve maatregelen steeds voorrang hebben op individuele maatregelen (referentie: preventiehiërarchie Welzijnswet art. 5.1). Collectieve maatregelen, zijnde elimineren (corrigerende maatregel) van het risico door het aanpassen of vervangen van de bestaande installatie, zijn onontbeerlijk voor de onaanvaardbare, zeer hoge risico s. Hoge risico kunnen worden aanvaard door de DNB tot aan de volgende werkzaamheid van belangrijke omvang, dit gezien de DNB beschikt over personeel met classificatie BA4 (gewaarschuwde) of BA5 (vakbekwame). Gemiddelde risico s zijn aanvaardbaar onder voorwaarden, door bijkomende maatregelen zoals: opleiding, juist gereedschap, aangepaste methoden en toezicht. Conditionele risico s kunnen best zo snel mogelijk worden weggewerkt na vaststelling. Voor elke risico werd in overleg bepaald welke beheersmaatregelen hiervoor zowel op KT (dagelijkse exploitatie) als MLT tot LT(aanpassingen - investering) het meest geschikt zijn.

17 17 Bijlage 1: Risicomatrix distributiecabine VS1.0 okt 2009 Veiligheid Er ns t Risico uitgedrukt voor 1 uitrusting - Faalfrequentie/jaar bij een bepaalde Ernst Toepassingsgebied: één cabineuitrusting Risico = F x E Ongeval met meerdere doden Zeer groot ,E+07 1,E+08 1,E+09 Ongeval met dodelijke afloop of blijvende zware invaliditeit Ongeval met ernstig en blijvend letsel - langdurig werkvelet Volledig herstelbaar letsel - kortstondig werkverlet Groot 100 0, ,E+07 1,E+08 Ernstig 10 0,01 0, ,E+07 Matig 1 0,001 0,01 0, Lichte kwetsuur - EHBO verzorging Klein 0,1 0,0001 0,001 0,01 0, Incident zonder kwetsuur Heel Klein 0,01 0, ,0001 0,001 0,01 0, Gewicht score 0,001 0,01 0, Frequentie / jaar <1*10-8 1*10-8 1*10-7 1*10-6 1*10-5 1*10-4 0,001 0,01 0,1 1 Risico (Score) Risicoevaluatie Risicobehandeling Onaanvaardbaar Risico Een dergelijk risico is niet aanvaardbaar Onmiddellijk beheersmaatregelen toepassen Zeer Hoog Risico Risico is heel reëel & niet gewenst Beheersmaatregelen dienen prioritair genomen te worden Hoog Risico Risico is significant Beheersmaatregelen dienen genomen te worden 100 Gemiddeld risico Risico is aanvaardbaar onder voorwaarden Risico aanvaardbaar mits bijkomende maatregelen zoals opleiding, juiste gereedschap & toezicht. 10 Laag risico Er is sprake van een zeker risico Geen acute dreiging, risico is aanvaardbaar <10 Beperkt risico Risico is eerder klein en beheerst Beheerst en aanvaardbaar risico

Inhoud van de presentatie

Inhoud van de presentatie KB 4 december 2012 Minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties arbeidsplaatsen Risicoanalyse oude elektrische installatie 18/06/2013 Dirk Wynants Preventieadviseur UZ Leuven Voorzitter

Nadere informatie

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 4 december 2012 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen (B.S. 21.12.2012) Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 2. Elektrische installaties

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 2. Elektrische installaties Codex over het welzijn op het werk Boek III.- Arbeidsplaatsen Titel 2. Elektrische installaties Hoofdstuk I.- Toepassingsgebied en definities Art. III.2-1.- Deze titel is van toepassing op de elektrische

Nadere informatie

Plan van aanpak. Elektrisch materieel / installaties in kaart brengen Plan uitwendige invloeden opmaken

Plan van aanpak. Elektrisch materieel / installaties in kaart brengen Plan uitwendige invloeden opmaken Plan van aanpak KB 2012-12-04 Afdeling VIII Art. 23 Elektrisch materieel / installaties in kaart brengen Plan uitwendige invloeden opmaken Installaties < 1981/1983 Installaties > 1981/1983 Controle volgens

Nadere informatie

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties Infodocument Arbeidsplaatsen - Elektrische installaties - Minimale voorschriften voor de oude installaties Sinds

Nadere informatie

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 2 juni 2008 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van bepaalde oude elektrische installaties op arbeidsplaatsen (B.S. 19.6.2008) Afdeling I. - Toepassingsgebied

Nadere informatie

MEDEDELING 2013-04. Voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op de arbeidsplaatsen

MEDEDELING 2013-04. Voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op de arbeidsplaatsen MEDEDELING 2013-04 10/07/2013 Voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op de arbeidsplaatsen Deze Mededeling vervangt Mededeling 2009-04 over oude elektrische installaties Nieuwe elektrische

Nadere informatie

VEILIGE ELEKTRISCHE INSTALLATIES Een mythe of werkelijkheid

VEILIGE ELEKTRISCHE INSTALLATIES Een mythe of werkelijkheid VEILIGE ELEKTRISCHE INSTALLATIES Een mythe of werkelijkheid 1 BA4 BA5 DOCUMENTATIE RISICOANALYSE bevoegdheid van mensen Uw dossier As built Risico s zien Acties nemen 1 SPIE Belgium 2 Het K.B. K.B. 4/12/2012

Nadere informatie

Nieuwigheden in verband met elektriciteit en veiligheid. G.Laridaen PAC Zuid Gent 23.01.2015

Nieuwigheden in verband met elektriciteit en veiligheid. G.Laridaen PAC Zuid Gent 23.01.2015 Nieuwigheden in verband met elektriciteit en veiligheid G.Laridaen PAC Zuid Gent 23.01.2015 1 Nieuwigheden in verband met elektriciteit en veiligheid Doelstelling Overzicht status/nieuwigheden omtrent

Nadere informatie

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 4 december 2012 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen (BS 21.12.2012) Contents Koninklijk besluit van 4 december

Nadere informatie

Procedure. PRO_03_Opnemen meterstand hoogspanningscabine Gemeenschappelijke preventiedienst Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel

Procedure. PRO_03_Opnemen meterstand hoogspanningscabine Gemeenschappelijke preventiedienst Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel Procedure PRO_03_Opnemen meterstand hoogspanningscabine 31-5-2017 Gemeenschappelijke preventiedienst Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel Inhoudsopgave 1. Definitie 2 2. Doel 2 3. Wetgeving

Nadere informatie

Wettelijke minimale voorschriften inzake veiligheid van oude elektrische installaties op arbeidsplaatsen (K.B. 2/6/2008)

Wettelijke minimale voorschriften inzake veiligheid van oude elektrische installaties op arbeidsplaatsen (K.B. 2/6/2008) Wettelijke minimale voorschriften inzake veiligheid van oude elektrische installaties op arbeidsplaatsen (K.B. 2/6/2008) Dhr. M. Smekens, technisch directeur BTV 2012 Wie is BTV? BTV, afkorting van Technisch

Nadere informatie

ELEKTRISCHE INSTALLATIES OP ARBEIDSPLAATEN K.B. van 4 /12 / 2012 (B.S. 21 / 12 / 2012) TOELICHTING

ELEKTRISCHE INSTALLATIES OP ARBEIDSPLAATEN K.B. van 4 /12 / 2012 (B.S. 21 / 12 / 2012) TOELICHTING 1. SCOPE ELEKTRISCHE INSTALLATIES OP ARBEIDSPLAATEN K.B. van 4 /12 / 2012 (B.S. 21 / 12 / 2012) TOELICHTING Dit besluit bevat regels met betrekking tot: * het technisch dossier dat de elektrische installatie

Nadere informatie

Mogelijk contact met elektriciteit. Balen/Overpelt. Uitvoeren van werkzaamheden aan en in de omgeving van elektrische installaties

Mogelijk contact met elektriciteit. Balen/Overpelt. Uitvoeren van werkzaamheden aan en in de omgeving van elektrische installaties Gezien en akkoord bevonden door : Handtekening : General Manager : G. Janssen Production Manager : I. Schildermans Asset Manager : H. Hakkens SHEQ Manager : C. Goossens Installatieverantwoordelijke : P.

Nadere informatie

Wat is de rol van een Externe Dienst voor Technische Controles/Erkend Organisme binnen het kader van het Koninklijk Besluit van 04.12.

Wat is de rol van een Externe Dienst voor Technische Controles/Erkend Organisme binnen het kader van het Koninklijk Besluit van 04.12. Wat is de rol van een Externe Dienst voor Technische Controles/Erkend Organisme binnen het kader van het Koninklijk Besluit van 04.12.2012 G.Laridaen PAC Zuid Gent 28.03.2014 1 Elektrische installaties

Nadere informatie

Procedure Doc nr: PRO 03 Opnemen meterstand Hoogspanningscabine

Procedure Doc nr: PRO 03 Opnemen meterstand Hoogspanningscabine GEMEENSCHAPPELIJKE PREVENTIEDIENST PROCEDURE OPNEMEN METERSTAND HOOGSPANNINGSCABINE Procedure Doc nr: PRO 03 Opnemen meterstand Hoogspanningscabine Uitgave 2 Datum: 20/01/10 Pagina 1 van 7 1. Definitie

Nadere informatie

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen Infodocument Arbeidsplaatsen - Elektrische installaties - Algemeen Voor bepaalde oude elektrische installaties op de arbeidsplaatsen werden in 2008 minimum

Nadere informatie

Veiligheid bij werken aan elektrische installaties

Veiligheid bij werken aan elektrische installaties Veiligheid bij werken aan elektrische installaties 1 BA4 BA5 Wettelijke voorschriften betreffende elektrische installaties Implementatie Art. 47 van het AREI 2 Situering Mag een onderwijzer of kleuterjuf

Nadere informatie

Presentatie: Peter Coninckx / Rik Hofmans

Presentatie: Peter Coninckx / Rik Hofmans PROVIKMO Externe Dienst Preventie en Bescherming op het Werk Afdeling Risicobeheersing Team Veiligheid Dirk Martensstraat 26/1 8200 Brugge Tel. 050/47.47.47 Fax. 050/47.47.98 Presentatie: Peter Coninckx

Nadere informatie

Administratieve bepalingen. Uitvoerder: Inge Van Hooland Datum: 15/04/2014 Opdrachtgever:

Administratieve bepalingen. Uitvoerder: Inge Van Hooland Datum: 15/04/2014 Opdrachtgever: Administratieve bepalingen Uitvoerder: Inge Van Hooland Datum: 15/04/2014 Opdrachtgever: VMM Plaats onderzoek: Lange Weg, 9980 St-Laureins Beschrijving installatie: Leopoldskanaal 2801 : stuw (type 3)

Nadere informatie

De elektrische installatie risicoanalyse & dossier Boek III Titel 2 van de Codex over het Welzijn op het Werk

De elektrische installatie risicoanalyse & dossier Boek III Titel 2 van de Codex over het Welzijn op het Werk De elektrische installatie risicoanalyse & dossier Boek III Titel 2 van de Codex over het Welzijn op het Werk TWW RD Limburg-Vlaams-Brabant Koning Albertstraat 16B 3290 Diest http://www.werk.belgie.be

Nadere informatie

KB Elektrische installaties

KB Elektrische installaties Koninklijk besluit van 2 juni 2008 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van bepaalde oude elektrische installaties op arbeidsplaatsen. (BS van 19 juni 2008) Koninklijk besluit van 2

Nadere informatie

Wilfried Mariën Demowerkplaatsen voor Veilig Werken Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

Wilfried Mariën Demowerkplaatsen voor Veilig Werken Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Stappenplan (her)keuring van (oude) elektrische installaties KB van 2 juni 2008 Minimale voorschriften inzake veiligheid van bepaalde oude elektrische installaties Wilfried Mariën Demowerkplaatsen voor

Nadere informatie

Back to Basics RISICOANALYSE ELEKTRISCHE INSTALLATIES. Prebes Limburg 12/10/2017. Kristof Wellens Atecon vzw

Back to Basics RISICOANALYSE ELEKTRISCHE INSTALLATIES. Prebes Limburg 12/10/2017. Kristof Wellens Atecon vzw Back to Basics RISICOANALYSE ELEKTRISCHE INSTALLATIES Prebes Limburg 12/10/2017 Kristof Wellens Atecon vzw Sociale wetgeving België 2 11/02/1947 01/01/1972 01/10/1981 01/01/1983 01/01/1997 26/03/2003 04/12/2012

Nadere informatie

WAAROM KIEZEN VOOR ELECTROTEST?

WAAROM KIEZEN VOOR ELECTROTEST? RISICOANALYSE KB 04/12/2012 NL WIE IS ELECTROTEST? ELECTROTEST is een dynamisch bedrijf dat een activiteitenprogramma heeft in de domeinen veiligheid en energie. De knowhow werd gedurende meer dan 25 jaar

Nadere informatie

Stop met het gebruik van de methode van Kinney als kwantitatieve risicoevaluatiemethode

Stop met het gebruik van de methode van Kinney als kwantitatieve risicoevaluatiemethode Stop met het gebruik van de methode van Kinney als kwantitatieve risicoevaluatiemethode : De methode van Kinney is geen kwantitatieve doch een kwalitatieve risicoevaluatiemethode Hierbij wil ik aantonen

Nadere informatie

Mode 3 laadpunten voor elektrische voertuigen: keuze van de differentieelschakelaar

Mode 3 laadpunten voor elektrische voertuigen: keuze van de differentieelschakelaar 1 Inleiding Mode 3 laadpunten voor elektrische voertuigen: keuze van de differentieelschakelaar Elk laadpunt voor een elektrisch voertuig (EV) moet o.a. beschermd worden tegen onrechtstreekse aanraking.

Nadere informatie

Achtergrondinformatie de Gouden Acht veiligheidsprocedure om werken uit te voeren aan een installatie buiten spanning

Achtergrondinformatie de Gouden Acht veiligheidsprocedure om werken uit te voeren aan een installatie buiten spanning Achtergrondinformatie de Gouden Acht veiligheidsprocedure om werken uit te voeren aan een installatie buiten spanning De gouden acht Het verschil tussen Vitale Vijf en Gouden Acht. Gouden Acht = Vitale

Nadere informatie

Focus op elektrische installaties 2013/2

Focus op elektrische installaties 2013/2 Preventie en wetgeving Focus op elektrische installaties 2013/2 Inhoud 1 Wettelijk kader... 5 1.1 Referentie... 5 1.2 Historiek... 5 1.3 KB Elektrische installaties... 7 2 Krachtlijnen... 9 2.1 Definities

Nadere informatie

De risicoanalyse van de elektrische installatie

De risicoanalyse van de elektrische installatie De risicoanalyse van de elektrische installatie KB + AREI zijn de leidraad: Risico s: 1. onrechtstreekse aanraking; 2. rechtstreekse aanraking; 3. oververhitting/brand/ontploffing; 4. overstromen; 5. ophoping

Nadere informatie

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016 Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016 Brzo 2015, Artikel 10 1. De exploitant van een hogedrempelinrichting stelt een veiligheidsrapport op en

Nadere informatie

Focus op elektrische installaties

Focus op elektrische installaties 2 Codex III.2 Focus op elektrische installaties Auteur: Juli 2018 2 Focus op elektrische installaties Inhoud 1 Wettelijk kader... 5 1.1 Referentie... 5 1.2 Historiek... 5 1.2.1 ARAB... 5 1.2.2 AREI...

Nadere informatie

De moeilijke relatie tussen RIE en handhaving. Zin en onzin van de risicobeoordeling: de kleren van de keizer

De moeilijke relatie tussen RIE en handhaving. Zin en onzin van de risicobeoordeling: de kleren van de keizer Welkom De moeilijke relatie tussen RIE en handhaving Zin en onzin van de risicobeoordeling: de kleren van de keizer De stappen en de methodologische problemen Jan Dillen Technisch Adviseur Federale Verzekering

Nadere informatie

1. Methode van risicoanalyse Matrix risico-inschatting

1. Methode van risicoanalyse Matrix risico-inschatting 1. Methode van risicoanalyse Voor het evalueren van de risico s bestaan er verschillende methodes die, afhankelijk voor het te onderzoeken onderwerp, kunnen gekozen worden. In dit eindwerk is er geopteerd

Nadere informatie

Risicoanalyse van de elektrische installatie. Praktische werkwijze

Risicoanalyse van de elektrische installatie. Praktische werkwijze Risicoanalyse van de elektrische installatie Praktische werkwijze 1. Wetgeving Wet Welzijn AREI Koninklijk besluit van 4 december 2012 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische

Nadere informatie

AREI : DE KB 2012 AANPASSINGEN

AREI : DE KB 2012 AANPASSINGEN AREI : DE AANPASSINGEN Jan Vandeweyer Kluwer KB 2012 opgeheven maar 1 12/06/2019 Het inhoud van de tekst blijft identiek. De referenties van artikels werd gewijzigd. De deadlines blijven ongewijzigd (verplichtingen

Nadere informatie

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse Welzijnsbeleid - Risicoanalyse Infodocument Welzijnsbeleid - Risicoanalyse 1 Wettelijke aspecten Elke werkgever moet zorgdragen voor het uitschakelen van gevaarlijke arbeidsomstandigheden. Hij dient de

Nadere informatie

Elektriciteit ELEKTRICITEIT

Elektriciteit ELEKTRICITEIT Elektriciteit ELEKTRICITEIT 1 Elektriciteit Wet van Ohm : I = U/R - I = stroomsterkte in Ampère (A) - U = spanning in Volt (V) 2 - R = weerstand in Ohm (Ω) Als U groter wordt, dan wordt I groter Als R

Nadere informatie

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Welzijnsdag 12 november 2012 1 Inhoudsopgave Korte schets wetgeving De risicoanalyse Preventiemaatregelen Rolverdeling in

Nadere informatie

Start animatie. Volgende slide

Start animatie. Volgende slide Start animatie Volgende slide Welkom Zin en onzin van de risicobeoordeling? De stappen en de methodologische problemen Jan Dillen Technisch Adviseur Federale Verzekering Preventie-adviseur Inleiding: wat/doel

Nadere informatie

Regionaal Technologisch Centrum Mechelen

Regionaal Technologisch Centrum Mechelen Welkom Regionaal Technologisch Centrum Mechelen Netstructuur zware industrie transformator industriële klant industrie directe klant residentiële klant elektriciteitcentrale transformator HS/MS transformator

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting over controle en onderhoud van beschermingsmiddelen tegen brand

Uitgebreide toelichting over controle en onderhoud van beschermingsmiddelen tegen brand Uitgebreide toelichting over controle en onderhoud van beschermingsmiddelen tegen brand Voor afdeling 7 Periodieke controle en onderhoud van boek III, titel 3, hoofdstuk III van de codex over het welzijn

Nadere informatie

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 11 maart 2014

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 11 maart 2014 Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 B-1000 Brussel Gratis telefoon 1700 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be

Nadere informatie

FVV 4.9.: Datum : 25.11.11 VOORZORGEN TEGEN ELEKTROKUTIE- EN Revisie : 4 VERBRANDINGSGEVAAR DOOR ELEKTRICITEIT. Blz. : 1 van 7

FVV 4.9.: Datum : 25.11.11 VOORZORGEN TEGEN ELEKTROKUTIE- EN Revisie : 4 VERBRANDINGSGEVAAR DOOR ELEKTRICITEIT. Blz. : 1 van 7 VERBRANDINGSGEVAAR DOOR ELEKTRICITEIT. Blz. : 1 van 7 1 ONDERWERP Voorzorgen tegen elektrocutiegevaar en tegen verbrandingsgevaar door elektriciteit. Voorzorgen te nemen bij het betreden van besloten ruimten.

Nadere informatie

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT RUIMTEN VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES Artikel A.R.E.I

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT RUIMTEN VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES Artikel A.R.E.I 47.01 Codificatie 47.01.a Bekwaamheid van personen: Om de bekwaamheid van personen te bepalen wordt een code gebruikt die samengesteld is uit de letters BA gevolgd door een cijfer van 1 tot 5, zoals in

Nadere informatie

Voorbeeld (niet limitatief) van de omzetting van het K.B. 04.12.2012 -elektrische installaties in een GLOBAAL PREVENTIEPLAN

Voorbeeld (niet limitatief) van de omzetting van het K.B. 04.12.2012 -elektrische installaties in een GLOBAAL PREVENTIEPLAN Voorbeeld (niet limitatief) van de omzetting van het K.B. 04.12.2012 -elektrische installaties in een GLOBAAL PREVENTIEPLAN Versie goedgekeurd op Comité PBW dd. 1 GLOBAAL PREVENTIEPLAN - 2017 JAARLIJKS

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Codex over het welzijn op het werk Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Hoofdstuk I.- Algemene bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen

Nadere informatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties Huishoudelijke installaties TEL: 051200 002 FAX: 051201 002 133000067 www.acavzw.be info@acavzw.be Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 Ref: 2016041409 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK ENOF CONTROLEBEZOEK

Nadere informatie

INSTALLATIES 12 ONAFHANKELIJKHEID VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE TEN OVERSTAAN VAN ANDERE INSTALLATIES

INSTALLATIES 12 ONAFHANKELIJKHEID VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE TEN OVERSTAAN VAN ANDERE INSTALLATIES 9 9.01 ELEKTRISCHE Nominale spanning Elektrische installaties moeten in al hun onderdelen onderworpen en uitgevoerd worden in functie van hun nominale spanning 9.02 Regels van goed vakmanschap gelijkvormigheid

Nadere informatie

#Rond(d)e Tafel RISICOANALYSE ELEKTRISCHE INSTALLATIES. Kristof Wellens Atecon. Erik Remels CRH 28.04.2016. #Rond(d)e Tafel 28.04.

#Rond(d)e Tafel RISICOANALYSE ELEKTRISCHE INSTALLATIES. Kristof Wellens Atecon. Erik Remels CRH 28.04.2016. #Rond(d)e Tafel 28.04. #Rond(d)e Tafel RISICOANALYSE ELEKTRISCHE INSTALLATIES Erik Remels CRH 28.04.2016 Kristof Wellens Atecon #Rond(d)e Tafel 28.04.2016 1 Inhoud #Rond(d)e Tafel Reglementering KB 04/12/2012 Uitwendige invloedsfactoren

Nadere informatie

Persoonlijke Beschermingsmiddelen

Persoonlijke Beschermingsmiddelen Persoonlijke Beschermingsmiddelen Wettelijk kader België: ARAB: bundeling Uitv. Besluiten 1947 1993 Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming Europese kaderrichtlijn 89/391/EEG 12 juni 1989 Welzijnswet

Nadere informatie

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 18 april 2006

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 18 april 2006 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II-laan 7 B-1210 Brussel Tel. +32 2 553 13 79 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be Mededeling

Nadere informatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties Huishoudelijke installaties TEL: 051200 002 FAX: 051201 002 148002305 www.acavzw.be info@acavzw.be Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 Ref: 2015050780 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK ENOF CONTROLEBEZOEK

Nadere informatie

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE ACA Vzw Elektrische installaties Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK VOOR INGEBRUIKNAME ENOF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE OP LAAGSPANNING EN

Nadere informatie

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE ACA Vzw Elektrische installaties Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK VOOR INGEBRUIKNAME ENOF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE OP LAAGSPANNING EN

Nadere informatie

Praktische aanpak: KB elektrische installaties. Borging door middel van een managementsysteem

Praktische aanpak: KB elektrische installaties. Borging door middel van een managementsysteem Praktische aanpak: KB elektrische installaties Borging door middel van een managementsysteem Jan Van Ocken coördinerend preventieadviseur scholengroep Ekeren-Merksem Wetgeving 21-12-2012 Op 21 december

Nadere informatie

Risicoanalyse (RA) Overzicht. = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader. 2.

Risicoanalyse (RA) Overzicht. = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader. 2. Risicoanalyse (RA) = Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) 1 1 W W W. Y O U R S A F E T Y I N G O O D H A N D S. B E Overzicht 1. Risicoanalyse en het wettelijk kader 2. Gevaar en risico 3. Risicoinventarisatie

Nadere informatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties 112000765 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK ENOF CONTROLEBEZOEK VAN EEN HUISHOUDELIJKE ELEKTRISCHE INSTALLATIE Plaats van het onderzoek: Eigendom van: Opdrachtgever: Type lokalen: EAN-code installatie:

Nadere informatie

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Situering Het koninklijk besluit (KB) van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen vervangt en verruimt artikel 52 van

Nadere informatie

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven ADVIESVERSLAG BRANDWEER BIJ VOORONDERZOEK/BOUWAANVRAAG VOOR AARDGASVERVOERLEIDING uw kenmerk ons kenmerk datum dienst ambtenaar telefoon I. Inleiding: 1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2.

Nadere informatie

KEURINGSVERSLAG 0,00. Adres eigenaar: VOB 2 x 6 mm² Type electrode: Max. beveiliging: 2 x 20 A. # verdeelborden: Type: X2,5: 40 A.

KEURINGSVERSLAG 0,00. Adres eigenaar: VOB 2 x 6 mm² Type electrode: Max. beveiliging: 2 x 20 A. # verdeelborden: Type: X2,5: 40 A. Pagina 1 van 6 KEURINGSVERSLAG Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Hombeeksesteenweg 111, 2800 MECHELEN Distributienetbeheerder: Imea (via Eandis) 2174532 Teller n : Index teller:

Nadere informatie

SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR DE AANSLUITING OP HET LS-DISTRIBUTIENET VAN TIJDELIJKE INSTALLATIES VOOR WERVEN

SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR DE AANSLUITING OP HET LS-DISTRIBUTIENET VAN TIJDELIJKE INSTALLATIES VOOR WERVEN SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN VOOR DE AANSLUITING OP HET LS-DISTRIBUTIENET VAN TIJDELIJKE INSTALLATIES VOOR WERVEN C1/106 09.2004 Rev 1.0 (03.2011) 1. ALGEMEENHEDEN...3 1.1 Definities... 3 1.2 Toepassingsgebied...

Nadere informatie

YOUR REPUTATION IS MINE.

YOUR REPUTATION IS MINE. KEURINGEN INFOSESSIE PREBES YOUR REPUTATION IS MINE. Patrick Hermans 17 mei 2018 Inhoud Wetgevend kader Indienstname onderzoek Inhoud van de controle Oude elektrische installaties Basis van het onderzoek

Nadere informatie

PROCEDURE SWAVR_P01 OPMAAK EN INDIENEN VAN EEN SWA-VR

PROCEDURE SWAVR_P01 OPMAAK EN INDIENEN VAN EEN SWA-VR PROCEDURE SWAVR_P01 OPMAAK EN INDIENEN VAN EEN SWA-VR Versie 01/02/2017 INHOUD 1. Doel 2 2. toepassingsgebied 2 3. Tijdslijn 3 4. Aanverwante wetgeving en documenten 4 5. Verantwoordelijkheden 4 6. Werkwijze

Nadere informatie

Tel: 03/ / N 618-INSP KEURINGSVERSLAG. VOB 2 x 4 mm² Type electrode: 2 x 25 A. Max.

Tel: 03/ / N 618-INSP KEURINGSVERSLAG. VOB 2 x 4 mm² Type electrode: 2 x 25 A. Max. Pagina 1 van 7 KEURINGSVERSLAG Datum verslag: 25/01/2019 Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Leenstraat 5, 3200 Aarschot Distributienetbeheerder: Iverlek (via Eandis) 11869130 Teller

Nadere informatie

Aard van de laatste wijziging: Datum laatste wijziging:

Aard van de laatste wijziging: Datum laatste wijziging: Aard van de laatste wijziging: Datum laatste wijziging: 1. DOEL... 2 2. TOEPASSINGSGEBIED... 2 3. UITSLUITINGEN.... 2 4. RISICO.... 3 5. VERWIJZINGEN... 3 6. MATRIX... 3 7. BESLISSINGSFLOW... 3 8. VERANTWOORDELIJKHEDEN...

Nadere informatie

BIJDRAGE TOT INRICHTING VAN EEN LEERATELIER ELEKTRICITEIT

BIJDRAGE TOT INRICHTING VAN EEN LEERATELIER ELEKTRICITEIT BIJDRAGE TOT IRICHTIG VA EE LEERATELIER ELEKTRICITEIT Risicoanalyse op verschillende elektrische netstelsels Realisatie samenwerking FOD WASO - VDAB Waarom veiligheid? In de Welzijnswet wordt de werkgever

Nadere informatie

KEURINGSVERSLAG. Adres eigenaar: Max. beveiliging: 4 x 25 A Meter ñ bord verbinding: # eindstroombanen: Type: A A

KEURINGSVERSLAG. Adres eigenaar: Max. beveiliging: 4 x 25 A Meter ñ bord verbinding: # eindstroombanen: Type: A A Pagina 1 van 5 KEURINGSVERSLAG Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Distributienetbeheerder: Teller n : 5241647 Lommelsebaan 93, 3940 HECHTEL Inter-energa (via Infrax) Index teller:

Nadere informatie

Vanaf nu moeten, bij een ernstig arbeidsongeval, ook de psychosociale oorzaken opgenomen worden in het omstandig verslag.

Vanaf nu moeten, bij een ernstig arbeidsongeval, ook de psychosociale oorzaken opgenomen worden in het omstandig verslag. Februari 2016 Periodieke informatie van de preventiedienst InfoRisk ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN Het omstandig verslag en de oorzaken van psychosociale aard. De wet van 28 februari 2014 introduceerde bijzondere

Nadere informatie

Voorstelling UZ Leuven

Voorstelling UZ Leuven Elektrische bevoegdheden BA4-BA5: Hoe implementeren in uw organisatie? 10/10/2017 Dirk Wynants Preventieadviseur UZ Leuven Provinciaal bestuurslid Prebes Vlaams Brabant Brussel Voorstelling UZ Leuven UZ

Nadere informatie

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Met betrekking tot de vraag over valkeuringsmiddelen in de Vraagbaak is onderstaande wetgeving relevant: Artikel 7.4a. Keuringen 1.Een arbeidsmiddel waarvan de veiligheid

Nadere informatie

keuring van (oude) elektrische installaties

keuring van (oude) elektrische installaties keuring van (oude) elektrische installaties KB van 4 december 2012 Minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen Hoe aanpakken: RA, stappenplan Wilfried Mariën

Nadere informatie

ATECON vzw Britselei 94 ñ bus Antwerpen Tel: 03/ / N 618-INSP KEURINGSVERSLAG.

ATECON vzw Britselei 94 ñ bus Antwerpen Tel: 03/ / N 618-INSP KEURINGSVERSLAG. Pagina 1 van 7 KEURINGSVERSLAG Datum verslag: 07/05/2019 Datum keuring: 30/04/2019 Keuring N : 20191668 Aanwezigen: / Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Distributienetbeheerder: Teller

Nadere informatie

Certificatieschema THP HS LNB (THP LNB)

Certificatieschema THP HS LNB (THP LNB) Pagina 1 van 8 Certificatieschema THP HS LNB (THP LNB) Stichting Persoonscertificatie Energietechniek Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

VERSLAG VAN ONDERZOEK

VERSLAG VAN ONDERZOEK Pagina 1 van 6 R.EI.01-2015.03.31 - V0 VERSLAG VAN ONDERZOEK Keuring N : Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Distributienetbeheerder: Teller n : 37086379 Fruithoflaan 13-2e rechts,

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE. Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 242 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties

KONINKRIJK BELGIE. Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 242 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 242

Nadere informatie

Leidraad voor werken aan elektrische installaties: BA4-BA5 - Code van goede praktijk. Dirk Wynants HSEQ Manager Cegelec

Leidraad voor werken aan elektrische installaties: BA4-BA5 - Code van goede praktijk. Dirk Wynants HSEQ Manager Cegelec Leidraad voor werken aan elektrische installaties: BA4-BA5 - Code van goede praktijk Dirk Wynants HSEQ Manager Cegelec BA4-BA5 BA5 personeel Bekwaam voor het werken aan de elektrische installaties van

Nadere informatie

POLITIEVERORDENING. Addendum Veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van een fotovoltaïsche zonne-energiesysteem

POLITIEVERORDENING. Addendum Veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van een fotovoltaïsche zonne-energiesysteem POLITIEVERORDENING Addendum Veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van een fotovoltaïsche zonne-energiesysteem Deel 1:Toepassingsgebied Onderhavig addendum aan de

Nadere informatie

Stappenplan (her)keuring van (oude) elektrische installaties

Stappenplan (her)keuring van (oude) elektrische installaties Stappenplan (her)keuring van (oude) elektrische installaties KB van 2 juni 2008 Minimale voorschriften inzake veiligheid van bepaalde oude elektrische installaties Wilfried Mariën Demowerkplaatsen voor

Nadere informatie

RI&E Wat, waarom en hoe?

RI&E Wat, waarom en hoe? RI&E Wat, waarom en hoe? FEBEM / FEGE 4 juni 2012 Rik Brebels Corporate Advisor SHEQ van Gansewinkel Groep 1 Inhoud 1. RI&E 2. Taak Risico Analyse TRA 3. Plan van aanpak RI&E RI&E = Risico-inventarisatie

Nadere informatie

KEURINGSVERSLAG 0,00. Adres eigenaar: VOB 2 x 4 mm² Type electrode: 2 x 20 A. Max. beveiliging: # verdeelborden: Bescherming:

KEURINGSVERSLAG 0,00. Adres eigenaar: VOB 2 x 4 mm² Type electrode: 2 x 20 A. Max. beveiliging: # verdeelborden: Bescherming: Pagina 1 van 7 KEURINGSVERSLAG Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Weg Naar As 367, 3600 GENK Distributienetbeheerder: Inter-energa (via Infrax) 44944388 Teller n : Index teller: Nacht:

Nadere informatie

Houston, we have a problem

Houston, we have a problem INITIELE INFO VEILIGHEID WERKZAAMHEDEN AAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES 1 Houston, we have a problem 2 EHBO 3 4 WETGEVING HET AREI HET ARAB WELZIJN OP HET WERK DIVERSE K.B. DIVERSE M.B DIVERSE DECRETEN DIVERSE

Nadere informatie

PROVIKMO DYNAMISCH RISICOBEHEERSINGSMODEL: HANDLEIDING

PROVIKMO DYNAMISCH RISICOBEHEERSINGSMODEL: HANDLEIDING PROVIKMO DYNAMISCH RISICOBEHEERSINGSMODEL: HANDLEIDING 1. Inleiding In de reglementering inzake welzijn op het werk staat de beheersing van risico s centraal. Zo dient elke werkgever op een systematische

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 13/12/2018 Inspecteur: Geert De Vos Mentor: - Installateur: - ID-label: Turfsteeg 5 B.T.W.

Nadere informatie

PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE

PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE AIB-VINÇOTTE Belgium ERKEND CONTROLEORGANISME Externe dienst voor technische controles op de werkplaats Contactpersoon: JOHNNY BODEN, Elektriciteit Onze gegevens Klantref.: 100249782 Uw gegevens Ref.:

Nadere informatie

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 juni 2005

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 juni 2005 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II-laan 7 B-1210 Brussel Tel. +32 2 553 13 79 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be Mededeling

Nadere informatie

Fiche 23 (Expertise): Artikels van het AREI aangaande het explosie gevaar

Fiche 23 (Expertise): Artikels van het AREI aangaande het explosie gevaar Fiche 23 (Expertise): Artikels van het AREI aangaande het explosie gevaar Bepalen op welke plaatsen een explosie zich kan voordoen. Dit moet gebeuren in samenwerking met een erkend organisme. Het rapport

Nadere informatie

Betere bescherming van de veiligheid en gezondheid van werknemers door: - Uitwerken van preventiemaatregelen - Aanpassen werk- en productiemethoden

Betere bescherming van de veiligheid en gezondheid van werknemers door: - Uitwerken van preventiemaatregelen - Aanpassen werk- en productiemethoden 1. DOEL Betere bescherming van de veiligheid en gezondheid van werknemers door: - Uitwerken van preventiemaatregelen - Aanpassen werk- en productiemethoden 2. TOEPASSINGSGEBIED Ze is van toepassing op

Nadere informatie

RISICOANALYSE IN RELATIE MET PL EN SIL

RISICOANALYSE IN RELATIE MET PL EN SIL RISICOANALYSE IN RELATIE MET PL EN SIL Gijsbert Heenck Functional Safety Engineer 20 september 2017 Practical Safety Event 1 20 september 2017 Practical Safety Event 2 RISICOBEOORDELING EEN PLICHT 20 september

Nadere informatie

SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN WAARAAN DE NETTEN VAN DE DISTRIBUTIENETBEHEERDERS MOETEN VOLDOEN INZAKE BESCHERMING TEGEN OVERSTROOM

SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN WAARAAN DE NETTEN VAN DE DISTRIBUTIENETBEHEERDERS MOETEN VOLDOEN INZAKE BESCHERMING TEGEN OVERSTROOM C1/111 SPECIFIEKE TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN WAARAAN DE NETTEN VAN DE DISTRIBUTIENETBEHEERDERS MOETEN VOLDOEN INZAKE BESCHERMING TEGEN OVERSTROOM ln DE BOVENGRONDSE LIJNEN EN ONDERGRONDSE ENERGIEKABELS Datum

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFSTEDELIJK GEWEST Advies BRUGEL-ADVIES-080521-063 betreffende Het bekomen van de elektrische aansluitingen op bouwterreinen in het Brussels Hoofdstedelijk

Nadere informatie

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING NOTIFIED BODY n 1134 003-TEST ISO/IEC 17025 003-INSP ISO/IEC 17020 003-PROD ISO/IEC 17065 PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING 2017/12/05 vzw ANPI asbl INLEIDING Inleiding Het spreekt

Nadere informatie

FVV 4.9.: Datum : 01.05.08 VOORZORGEN TEGEN ELEKTROKUTIEGEVAAR EN TEGEN Revisie : 3 VERBRANDINGSGEVAAR DOOR ELEKTRICITEIT. Blz.

FVV 4.9.: Datum : 01.05.08 VOORZORGEN TEGEN ELEKTROKUTIEGEVAAR EN TEGEN Revisie : 3 VERBRANDINGSGEVAAR DOOR ELEKTRICITEIT. Blz. VERBRANDINGSGEVAAR DOOR ELEKTRICITEIT. Blz. : 1 van 9 1. ONDERWERP - Voorzorgen tegen electrocutiegevaar en tegen verbrandingsgevaar door electriciteit. - Voorzorgen te nemen bij het betreden van besloten

Nadere informatie

Elektrische installaties - Vragen

Elektrische installaties - Vragen PROVIKMO Externe Dienst Preventie en Bescherming op het Werk Afdeling Risicobeheersing Team Veiligheid Dirk Martensstraat 26/1 8200 Brugge Tel. 050/47.47.47 Fax. 050/47.47.98 Presentatie: Peter Coninckx

Nadere informatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties Huishoudelijke installaties TEL: 051200 002 FAX: 051201 002 168000073 www.acavzw.be info@acavzw.be Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 Ref: 2015061631 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK ENOF CONTROLEBEZOEK

Nadere informatie

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene bepalingen betreffende de keuze, de aankoop en het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen (B.S. 7.10.2013) Hoofdstuk I. - Bepalingen

Nadere informatie

Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota

Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota VL/NB Brussel, 10 oktober 2013 Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota Er is een nieuwe wettekst verschenen. Het gaat over: Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene

Nadere informatie

Aansluitingscontract Aardgas Middendruk met aansluitingscapaciteit > 300 m³(n)/h

Aansluitingscontract Aardgas Middendruk met aansluitingscapaciteit > 300 m³(n)/h BIJLAGE bij nota commentaar Aansluitingscontract Aardgas Middendruk met aansluitingscapaciteit > 00 m³(n)/h «EAN Afname» «EAN Injectie» Tussen «Naam_Distributienetgebruiker» Maatschappelijke zetel: «Maatschappelijke_zetel_van_de_netgebruik»

Nadere informatie

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ Huishoudelijke installaties 106006462 Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 Ref: 2016100187 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK ENOF CONTROLEBEZOEK VAN EEN HUISHOUDELIJKE ELEKTRISCHE INSTALLATIE Plaats

Nadere informatie

KB van 4 december 2012 - Minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen

KB van 4 december 2012 - Minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen PROVIKMO Externe Dienst Preventie en Bescherming op het Werk Afdeling Risicobeheersing Team Veiligheid Dirk Martensstraat 26/1 8200 Brugge Tel. 050/47.47.47 Fax. 050/47.47.98 Presentatie: Peter Coninckx

Nadere informatie