Cursushandleiding. Basiscursus Calc

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Cursushandleiding. Basiscursus Calc"

Transcriptie

1

2 Cursushandleiding Basiscursus Calc Schipholweg 66e 2316 XE Leiden Tel: Fax:

3 Calccursus Inleiding Inleiding Voor u ligt het boek van de Basiscursus Calc. Het cursusmateriaal bestaat uit dit boek en een CD. Het is aan te raden om het boek mee te nemen naar elke les. Op deze manier kunt u, indien u dat wilt, meekijken in het boek terwijl de docent uitlegt. Verder worden sommige opdrachten uit dit boek reeds in de les gemaakt. Deze cursus bestaat uit vier modules. Elke module behandelt telkens een bepaald thema. Achter in het boek vindt u één eindopdracht. In deze opdracht kunt u alle kennis toepassen, die u in de loop van de cursus heeft opgedaan. Elke module is een op zichzelf staand hoofdstuk. In de inhoudsopgave staat de inhoud per module vermeld. Een module bestaat uit één of meer paragrafen. In elke paragraaf wordt een nieuw onderwerp behandeld. Elk onderwerp wordt aan de hand van een praktijksituatie uitgelegd en uitgebreid geoefend. Oefeningen en opdrachten worden aangegeven door het icoon. Zaken die belangrijk zijn om te onthouden worden aangeduid met het icoon. Handige tips worden aangeduid met het icoon. Naast de verplichte stof, wordt extra informatie gegeven over een aantal behandelde onderwerpen. Dit wordt aangegeven door het icoon. Werkwijze Lees de tekst. Voer stapsgewijs de opdrachten per module uit. Wanneer u de stof niet goed begrijpt of wanneer u een opgave niet kunt maken, roep dan de hulp van de docent in. Opbouw van de cursushandleiding Schermafdrukken in het cursusboek Ter verduidelijking worden schermboodschappen, knoppen, menu s en pagina s grafisch weergegeven. Het kan voorkomen dat deze afbeeldingen niet geheel overeenkomen met hetgeen op uw scherm zichtbaar is. Dit is afhankelijk van de door u gebruikte versie van het programma OpenOffice.org.

4 Calccursus Inleiding Versieverschillen Deze cursus is geschreven voor het besturingssysteem Windows XP en de 2.0.-versie van OpenOffice.org. Dit betekent niet, dat u deze cursus niet kunt gebruiken wanneer u een oudere of nieuwere versie heeft. Er zal slechts een aantal zeer kleine verschillen zijn, die misschien niet eens opvallen. Op de momenten dat zich toch een verschil voordoet, ziet u het volgende icoon in de kantlijn staan: Indien u zeker wilt weten of u een geschikte versie van Windows en OpenOffice.org op uw computer heeft, kunt u altijd de docent om hulp vragen. RedNose Hulplijn Als u problemen heeft met uw computer, kunt u onze speciale hulplijn bellen. Het telefoonnummer is 0900-REDNOSE ( ). De hulplijn is tijdens kantooruren bereikbaar van maandag tot en met vrijdag. De kosten zijn 0,20 per minuut.

5 Calccursus Inhoudsopgave Inhoudsopgave Module 1 Kennismaken met Calc 1.1 Calc starten Het werkblad Wisselen tussen werkbladen Bewegen op het werkblad Gegevens invoeren Tekst aanpassen Kolombreedte aanpassen Celopmaak Getalnotatie aanpassen Gegevens verwijderen De vulgreep Calc afsluiten 9 Module 2 Opmaak aanpassen 2.1. Het uiterlijk van cellen veranderen Een rand rond cellen plaatsen De opvulling van een cel aanpassen Een tabelopmaak plaatsen Een tabelopmaak verwijderen Voorwaardelijke opmaak 15 Module 3 Berekeningen uitvoeren 3.1. Tekst en getallen kopiëren Eén cel kopiëren Meer dan één cel tegelijk kopiëren Formules maken 22

6 Calccursus Inhoudsopgave 3.3. Formules kopiëren Relatieve celadressering Absolute celadressering Absoluut en relatief combineren Een functie gebruiken Een functie uitvoeren De functie SOM De functie VANDAAG De functies MIN en MAX Verwijzen naar een ander werkblad De ALS-functie 31 Module 4 Een adressenbestand 4.1. Een adressenbestand maken Adresetiketten maken 47

7 Calccursus Module 1 Module 1 Kennismaken met Calc In deze module leert u: 1. het programma Calc starten. 2. de onderdelen van het programmavenster van Calc herkennen. 3. over het werkblad verplaatsen. 4. gegevens invoeren. 5. gegevens verwijderen. 6. het programma Calc afsluiten. Calc is een rekenprogramma, ook wel spreadsheetprogramma genoemd. Een spreadsheet is als het ware een groot vel ruitjespapier, een zogenaamd werkblad, waarop u tekst, getallen en formules kunt invoeren. Met de getallen en formules kunt u berekeningen uitvoeren. Calc zorgt daarbij voor het rekenwerk. 1.1 Calc starten U kunt Calc op dezelfde manier starten als alle andere programma s onder Windows. Calc starten Opdracht 1.1. Klik op de Startknop links onder in het bureaublad. Plaats de muiswijzer op de optie Alle programma s (bovenaan). Ga naar de optie OpenOffice.org 2.0 in het vervolgmenu. Ga naar de optie OpenOffice.org Calc. Klik één keer en Calc wordt opgestart. Het programmavenster van Calc ziet er als volgt uit: 1

8 Calccursus Module Het werkblad De blauwe balk bovenaan wordt de titelbalk genoemd. In de titelbalk staat de naam van het programma en de naam van de werkmap. Zolang u een nieuwe werkmap nog niet heeft opgeslagen, heet deze naamloos1. De 2 e balk is de menubalk: De 3 e balk is de standaard werkbalk: De 4 e balk is de opmaak werkbalk: De 5 e balk is de formulebalk: Als u gegevens invoert in het werkblad, verschijnen deze in de formulebalk. Tevens ziet u in deze balk welke cel actief is. Het geruite deel van uw beeldscherm heet werkblad. Hierop kunt u gegevens invullen en berekeningen uitvoeren. Van boven naar beneden lopen de kolommen. Deze worden aangeduid met letters. De rijen lopen van links naar rechts en worden aangeduid met cijfers. Het snijpunt van een rij en een kolom, is een cel. Elk hokje op het werkblad is dus een cel met specifieke coördinaten, bijvoorbeeld G5 of K23. Het werkblad van Calc is enorm groot. De rijen en kolommen lopen buiten uw scherm gewoon door. Bovendien kan één werkmap uit meerdere werkbladen bestaan. Deze werkbladen liggen als het ware op elkaar. U ziet dus maar één werkblad tegelijk. 1.3 Wisselen tussen werkbladen Een werkmap is het gehele bestand (de verzameling van alle werkbladen). Een werkblad is een onderdeel van de werkmap. Een werkmap kan dus meerdere werkbladen bevatten. Onder aan het werkblad kunt u zien hoeveel werkbladen in totaal in de werkmap zitten. Werkblad1 ligt standaard bovenop en is dus het actieve werkblad. Door bijvoorbeeld op Werkblad2 te klikken, wordt Werkblad2 actief en kunt u de inhoud van werklad1 niet meer zien. Wisselen tussen werkbladen Klik onderaan op Werkblad2. Dit werkblad is nu actief. Keer weer terug naar Werkblad1. Opdracht

9 Calccursus Module 1 U bent uiteraard niet verplicht om de werkbladen Werkblad1, Werkblad2 en Werkblad3 te noemen. U kunt de standaardnamen van de werkbladen altijd aanpassen. De naam van een werkblad veranderen Opdracht Bewegen op het werkblad Klik met de rechter muisknop op de bladtab Werkblad1. Kies Naam wijzigen. Wis de naam Werkblad1 en typ Testblad. De naam van het werkblad is aangepast. U herkent de actieve cel op uw werkblad doordat deze een dikkere rand heeft. In de formulebalk staat overigens ook aangegeven welke cel actief is. U kunt een andere cel actief maken door met uw pijltoetsen naar links, rechts, onder en boven te bewegen. Het is ook mogelijk om met uw muisaanwijzer de cel van uw keuze aan te wijzen en te klikken met uw muis. Bewegen op het werkblad Opdracht 1.4. Ga met behulp van uw pijltoetsen naar cel F1. Controleer in de formulebalk of u op de juiste positie staat. Maak cel H7 actief door erop te klikken. Staat H7 in de formulebalk? Gebruik één van bovenstaande methoden om weer terug te keren naar cel A Gegevens invoeren Nu u zich over uw werkblad kunt bewegen, kunt u op willekeurige plaatsen gegevens invoeren. De gegevens die u intypt, zullen geplaatst worden in de actieve cel. Het invoeren van gegevens Opdracht 1.5. Typ in cel A4 uw voornaam. Met Enter bevestigt u de invoer. Typ in cel G7 uw woonplaats. Druk op Enter. Typ in cel D1 uw straatnaam. Druk op Enter. Na iedere invoer drukt u op Enter om de invoer te bevestigen. De actieve cel gaat automatisch één rij omlaag, maar blijft wel in dezelfde kolom. Enter is dus handig te gebruiken als bevestiging, wanneer u een aantal gegevens onder elkaar wilt invoeren. Als u gegevens naast elkaar wilt invoeren, drukt u ter bevestiging op de Tab-toets. De actieve cel gaat automatisch naar de volgende cel in dezelfde rij. 3

10 Calccursus Module 1 Opdracht Tekst aanpassen Gegevens in een kolom en in een rij plaatsen Typ in cel B1 maandag. Druk op Enter om te bevestigen. De actieve cel wordt nu B2. Typ in cel B2 dinsdag. Bevestig met Enter. Typ de overige dagen van de week in de cellen B3 t/m B7. Gebruik steeds Enter om te bevestigen. Typ in cel A10 het woord appel. Bevestig de invoer met de Tab-toets. De actieve cel verschuift nu naar B10. Typ in cel B10 het woord peer. Druk op Tab. Typ in de cellen C10 t/m E10 banaan, aardbei, kiwi. Het kan voorkomen dat u een typfout maakt of dat u een verkeerd getal invoert. Als u op de betreffende cel met de fout klikt en begint te typen, ziet u dat de inhoud van de cel wordt overschreven. U kunt ook op andere manieren tekst in een cel verbeteren of toevoegen. Tekst aanpassen Opdracht Kolombreedte aan-passen Klik op cel A10. Druk vervolgens op F2. De cursor komt nu in de cel, achter de reeds getypte tekst. Wis het woord appel en typ het woord sinaasappel. Of Dubbelklik op cel B10. Wis het woord peer en typ het woord ananas. Of Klik op cel C10. In de formulebalk verschijnt nu de inhoud van de cel. Klik in de formulebalk. De cursor verschijnt achter de tekst. Wis het woord banaan en typ het woord kers. Het kan gebeuren dat de tekst niet in de cel past. U zult dan de kolombreedte moeten aanpassen. Dat doet u als volgt: De kolombreedte aanpassen Zet uw muisaanwijzer op de lijn rechts naast de letter B. De muisaanwijzer verandert van vorm. Druk nu de linker muisknop in en sleep uw muisaanwijzer naar rechts. 4 Opdracht 1.8.

11 Calccursus Module 1 De kolombreedte aanpassen (vervolg) Laat de muisknop los als de kolom breed genoeg is. Opdracht 1.9. Kolom B is nu verbreed. U kunt de kolombreedte automatisch aanpassen aan de langste tekst die in deze kolom voorkomt. Plaats nogmaals uw muisaanwijzer op de lijn rechts naast de kolomletter B. Wanneer de muisaanwijzer van vormt verandert, dubbelklikt u op de lijn. Calc past de breedte van de kolom nu automatisch aan. 1.8 Celopmaak Om de inhoud van een cel een bepaalde opmaak te geven, gaat u hetzelfde te werk als in Writer. Eerst selecteert u de cel of cellen die u wilt opmaken en vervolgens klikt u op de betreffende knop in de werkbalk. Selecteren gaat in Calc ook hetzelfde als in Writer: houd de linker muisknop ingedrukt en beweeg over de cellen die u wilt selecteren. Als u cellen wilt selecteren die niet naast elkaar of boven elkaar staan, houd dan tijdens het selecteren de Ctrl-toets ingedrukt en selecteer één van de cellen. Voor het uitlijnen van de inhoud van een cel geldt hetzelfde als voor de opmaak. Eerst selecteert u één of meerdere cellen en vervolgens klikt u op de uitlijnknop van uw keuze: vindt u in de werkbalk.. Deze knoppen Als u nog meer uitlijnopties wilt uitproberen, selecteert u eerst de cel of cellen waar u de opmaak wilt toepassen. Open in het menu Opmaak de opdracht Cel opmaken. Selecteer het tabblad Uitlijning. Op dit tabblad vindt u allerlei opties voor de opmaak van uw tekst. Een lange tekst kunt u bijvoorbeeld in één cel plaatsen door het vakje bij Regelafbreking aan te vinken. Ook is het mogelijk om tekst verticaal of onder een bepaalde hoek in een cel te plaatsen. Selecteer altijd eerst de cel of cellen die het betreft, daarna kunt u de opmaak toepassen. 5

12 Calccursus Module Getalnotatie aanpassen Standaard geeft Calc een getal weer met een zo klein mogelijk aantal decimalen. Als u bijvoorbeeld 34,70 invoert, maakt Calc er 34,7 van. U kunt deze getalnotatie echter eenvoudig aanpassen. Calc heeft daarbij een groot aantal mogelijkheden. U kunt de notatiewijze van de getallen via de werkbalk, of via het keuzemenu Opmaak, Cel opmaken, aanpassen. Met de werkbalk gaat het sneller, maar via het menu heeft u meer mogelijkheden. Op de werkbalk van Calc staan vijf knoppen waarmee u snel de getalnotatie aanpast. Getalnotatie aanpassen via de knoppenbalk Opdracht Ga naar Blad2 en typ in de cellen B1 t/m B5 de volgende getallen: ,25. Selecteer nu cel B1 Klik op de knop Valuta om het getal als geldbedrag weer te geven. Selecteer nu steeds de volgende cel en probeer de andere vier knoppen (procentnotatie, kommanotatie, meer decimalen, minder decimalen) uit. Voor de laatste twee knoppen geldt: als u twee decimalen wilt toevoegen of verwijderen, klikt u tweemaal op de knop. Let op! Bij alle versies van Calc geeft de knop Valuta alle bedragen in euro s weer. Indien u een ander soort valuta wilt gebruiken, dient u dit via het menu Opmaak, Cel opmaken aan te geven. Via het menu Opmaak heeft u nog meer mogelijkheden om de getalnotatie aan te passen. Getalnotatie aanpassen via het menu Opmaak Opdracht Selecteer cel B1. Open in het menu Opmaak de opdracht Cel opmaken. Selecteer het tabblad Getallen. Kies in het vak Categorie voor de optie Valuta. Klik onder het kopje Notatie op het zwarte driehoekje rechts van de witte balk. Kies uit het lijstje de optie $ Engels (VS). Kies onder het kopje Decimalen voor geen (0) decimalen. Klik op OK om uw keuze te bevestigen. 6

13 Calccursus Module 1 U kunt de overige opties zelf uitproberen. In de tabel hieronder staan alle mogelijkheden kort beschreven: Alle Door gebruiker gedefinieerd Getal Procent Valuta Datum Tijd Weten- Schappelijk Breuk Logische waarde Tekst Alle mogelijke notaties. U kunt zelf een notatie maken, met eventueel één van de andere vormen als uitgangspunt. De standaardnotatie voor getallen. Deze notatie vermenigvuldigt het getal met 100 en zet er een %-teken achter. Het getal 0,07 wordt zo direct weergegeven als 7%. Geldnotatie. U kunt aangeven welk valutateken voor het getal moet komen e.d. Datumnotatie, waarbij u kunt kiezen uit diverse vormen. Een combinatie van datum en tijd is ook mogelijk. Tijdnotatie, waarbij u kunt kiezen uit diverse vormen. Een combinatie van datum en tijd is ook mogelijk. Deze notatie is zeer geschikt om zeer grote of zeer kleine getallen weer te geven. Breuknotatie, waarbij u zelf bepaalt hoe nauwkeurig de breuk moet zijn en hoe het getal wordt afgerond. Deze notatie staat slechts twee waarden toe in een cel, namelijk WAAR en ONWAAR. Hier geeft u aan dat Calc de inhoud van de cel moet zien als tekst. Ook getallen worden links uitgelijnd. Uiteraard kunt u met getallen geen berekeningen uitvoeren Gegevens verwijderen In Werkblad1 cel B5 heeft u vrijdag getypt. Dit gaat u nu verwijderen. Inhoud van een cel verwijderen Opdracht Maak Testblad weer actief door op de bladtab te klikken. Klik op cel B5. Druk op Shift en Delete. De cel B5 is nu leeg. Maak op dezelfde manier de cellen A4, G7 en D1 leeg. 7

14 Calccursus Module 1 Het is ook mogelijk om de inhoud van een hele rij of kolom in één keer te verwijderen. Inhoud van een rij of kolom verwijderen Opdracht Klik op rij 10 (het grijze vakje links van de rij). De hele rij is nu geselecteerd. Druk op Shift en Delete om alle inhoud te verwijderen. Klik op kolom E (het grijze vakje boven de kolom). De hele rij is nu geselecteerd. Druk op Shift en Delete om alle inhoud te verwijderen. In kolom B staan nog een aantal gegevens. U gaat deze gegevens weghalen door ze te selecteren. Selectie verwijderen Opdracht Klik op cel B1 en houdt u muisknop ingedrukt. Beweeg nu rustig de muis naar beneden. U ziet dat de cellen B2, B3, etc. allen geselecteerd worden. Als cel B1 t/m B7 geselecteerd zijn, kunt u de muisknop loslaten. Druk op Ctrl en Delete. Alle gegevens zijn nu verdwenen De vulgreep Een ontzettend handig hulpmiddel bij het invoegen van gegevens in Calc is de vulgreep. Hiermee kunt u op een makkelijke manier reeksen gegevens invullen. U moet hierbij denken aan dagen van de week, data, jaartallen, maanden, of cijferreeksen. De vulgreep is het vierkantje rechtsonder in het kader van de geselecteerde cel of cellen. vulgreep In de volgende opdracht gaat u de vulgreep gebruiken. Opdracht De vulgreep I Zorg voor een leeg werkblad. Typ in cel A1 het woord maandag. Zet de muisaanwijzer op de vulgreep. Deze verandert in een zwart kruisje. Sleep de vulgreep naar cel A7. De dagen van de week zijn automatisch ingevuld. 8

15 Calccursus Module 1 De vulgreep II Opdracht Zorg dat er een leeg document geopend is. Typ in cel B1 het getal 1. Houd de muisaanwijzer op de vulgreep. Sleep de vulgreep naar cel B18. De cijferreeks wordt automatisch aangevuld tot en met 18. Let op! 1.12 Calc afsluiten Let op: soms wilt u één bepaald getal kopiëren naar verschillende cellen. U wilt in dat geval niet, dat Calc de reeks automatisch aanvult. Om ervoor te zorgen dat de inhoud van een cel letterlijk naar andere cellen wordt gekopieerd wanneer u de vulgreep gebruikt, dient u de Ctrl-toets ingedrukt te houden terwijl u de vulgreep versleept. U kunt nu het programma Calc afsluiten. Calc afsluiten Klik op in de titelbalk Opdracht of Ga naar Bestand en kies voor Afsluiten. Er verschijnt nu een venster waarin u gevraagd wordt of u de wijzigingen wilt opslaan. Klik op Verwerpen. Calc wordt afgesloten en u keert terug naar het bureaublad. 9

16 Calccursus Module 1 Herhalingsopdracht Gegevens invoeren en cellen opmaken Start het programma Calc Typ de volgende plaatsnamen in de bijbehorende cellen: cel A3: Den Haag cel C7: Leiden cel D1: Wassenaar cel I4: Voorschoten Verander de naam van het werkblad Werkblad1 in Plaatsnamen. Pas, indien nodig, de kolombreedte aan. Maak Den Haag nu vet en onderstreep Wassenaar. Laat Voorschoten rechts uitlijnen. Gebruik de knop in de werkbalk Opmaak. Selecteer de cellen C7 en D7 en klik op de knop Samenvoegen & Centreren. Pas, indien nodig, de kolombreedte aan. Maak Werkblad2 actief. Verander de naam van het werkblad Werkblad2 in Administratie. Typ in cel A1 het getal 0,17. Verander dit getal met de procentknop in 17%. Typ in cel D4 het getal 9. Maak hiervan 9,0. Gebruik de knop Meer decimalen. Verwijder nu in één keer de gehele inhoud van Administratie en keer terug naar Plaatsnamen. Maak ook dit blad leeg. Sluit Calc af zonder de wijzigingen op te slaan. 10

17 Calccursus Module 1 Een huishoudboekje maken I Zorg voor een nieuwe, lege werkmap. Selecteer cel A1 en vul hier het woord Datum in. Selecteer cel B1 en vul hier het woord Bij: in. Zet in cel D1 het woord Af:. Zet in cel F1 het woord Saldo. Zet in cel B25 de tekst Totaal Bij:. Zet in cel D25 de tekst Totaal Af:. Zet in cel G25 het woord Eindsaldo. Selecteer de cellen B1 en C1. Klik op de knop Cellen samenvoegen. Doe hetzelfde voor cellen D1 en E1. Selecteer de cellen A2 t/m A24. Kies voor Opmaak, Celeigenschappen. Klik op het tabblad Getal. Kies in de kolom Categorie voor Datum door er op te klikken. Kies in de kolom Type voor Selecteer de cellen C2 t/m C25. Kies voor Opmaak, Celeigenschappen. Klik op het tabblad Getal. Kies in de kolom Categorie voor Financieel door er op te klikken. Kies onder het kopje Symbool voor Euro ( 123). Doe hetzelfde met de cellen E2 t/m E25 en F2 t/m F25. Selecteer de cellen A1 t/m F1. Maak de inhoud van de cellen vet. Maak ook cellen B25, D25 en G25 vet. Dubbelklik nu op Werkblad1 onder in het venster. Verander de naam in Januari. Sla het bestand op in de map Mijn Documenten op als Huishoudboekje stap 1. Sluit Calc. 11

18 Calccursus Module 2 Module 2 Opmaak aanpassen 2.1. Het uiterlijk van cellen veranderen Een rand rond cellen plaatsen In Module 1 heeft u reeds gezien dat de inhoud van een cel kan worden opgemaakt via Opmaak, Celeigenschappen. Uiteraard kunt u ook het uiterlijk van de cel zelf veranderen. Het is bijvoorbeeld mogelijk om een rand rond een cel te plaatsen, de achtergrondkleur te veranderen en nog veel meer. Op een standaard werkblad in Calc staan grijze lijnen rond elke cel. Deze lijnen worden rasterlijnen genoemd. Rasterlijnen worden niet afgedrukt, ze dienen enkel als hulpmiddel. Wanneer u echte lijnen rond cellen wilt plaatsen, dient u dit zelf in te stellen. Een rand rond cellen plaatsen Opdracht 2.1. Open het bestand Resultaten van de RedNose CD. Selecteer cellen B3 t/m E16. Kies Opmaak, Cel opmaken. Klik op het tabblad Omranding. Klik op de knop Omtrek en binnenlijnen. De rand rondom de resultaten is aangepast. Selecteer de cellen A4 t/m A16. Kies Opmaak, Cel opmaken. Klik op het tabblad Omranding. Klik op de knop Omtrek en binnenlijnen. Klik in een willekeurige cel om de selectie op te heffen. 12

19 Calccursus Module 2 De stijl van een rand instellen Opdracht 2.2. Standaard gebruikt Calc een dunne zwarte rand. U kunt het uiterlijk van de rand naar eigen voorkeur aanpassen. De stijl van een rand aanpassen Zorg dat het bestand Resultaten van de RedNose CD geopend is. Selecteer cellen B3 t/m E16. Kies Opmaak, Cel opmaken. Klik op het tabblad Omranding. Klik onder het kopje Stijl op de dubbele lijn (1,10 pt). Klik op de knop Omtrek en binnenlijnen. Er verschijnt een dubbele lijn om de geselecteerde cellen. Sluit de werkmap met het kruisje rechtsboven. Verschillen de soorten randen tegelijk plaatsen U kunt ook rond één cel of rond een bepaalde groep cellen verschillende soorten randen plaatsen. Verschillende soorten randen Open het bestand Balans van de RedNose CD. Selecteer de cellen D7 t/m F18. Kies Opmaak, Cel opmaken. Klik op het tabblad Omranding. Klik op de drie dikke zwarte randen, net zolang tot ze lichtgrijs zijn. Opdracht 2.3. Klik in de witte verticale balk midden in het voorbeeldvenster. Klik onder het kopje Stijl op de enkele lijn (0,05 pt). 13

20 Calccursus Module 2 Verschillende soorten randen (vervolg) Selecteer de cellen G7 t/m G18. Kies Opmaak, Cel opmaken. Klik op het tabblad Omranding. Klik op de vier dikke zwarte randen, net zolang tot ze lichtgrijs zijn. Klik in de witte verticale balk midden in het voorbeeldvenster. Kies bij Stijl voor een dubbele lijn (1,10 pt). De randen van de tabel zijn aangepast. Sluit het bestand af, zonder wijzigingen op te slaan De opvulling van een cel aanpassen Calc biedt de mogelijkheid om de opvulling van een cel of meerdere cellen aan te passen. Zo kunt u een cel bijvoorbeeld een andere achtergrondkleur geven of een bepaalde arcering laten aanbrengen. Een achtergrondkleur instellen Opdracht 2.4. Open het bestand Vrijwilligers van de RedNose CD. Selecteer de cellen B6 t/m G6. Kies Opmaak, Cel opmaken. Klik op het tabblad Achtergrond. Kies de kleur Geel door er op te klikken. Selecteer de cellen B7 t/m B11. Kies Opmaak, Cel opmaken. Klik op het tabblad Achtergrond. Kies de kleur Geel door er op te klikken. Selecteer de cellen C7 t/m G11. Kies Opmaak, Cel opmaken. Klik op het tabblad Achtergrond. Kies de kleur Geel 2 door er op te klikken. Geef op dezelfde manier de cellen B15 t/m G15 en B16 t/m B20 een opvulling met de kleur Blauw 1. Geef de cellen C16 t/m G20 de kleur Blauw 6. Sluit het bestand vrijwilligers met het kruisje rechtsboven, zonder de wijzigingen op te slaan. 14

21 Calccursus Module Een tabelopmaak plaatsen Opdracht 2.5. U kunt het opmaken van een werkblad ook aan Calc zelf overlaten. U leert nu hoe u de lay-out van het werkblad snel kunt wijzigen door een van de standaard tabelopmaken van Calc te gebruiken. Een tabelopmaak plaatsen Open het bestand Resultaten van de RedNose CD. Selecteer de cellen A3 t/m E16. Ga naar Opmaak, AutoOpmaak. Het dialoogvenster AutoOpmaak verschijnt. Klik in de lijst op Blauw. Klik op OK om terug te keren naar uw werkblad. Hef de selectie op door op een lege cel te klikken. 2.3 Een tabelopmaak verwijderen Een gekozen tabelopmaak kunt ook weer verwijderen. De opmaak die u zojuist heeft toegepast kunt u weghalen met de knop Ongedaan maken. Als de tabelopmaak al eerder is aangebracht, moet u de Delete-toets gebruiken. Een tabelopmaak verwijderen Opdracht 2.6. Selecteer nogmaals de cellen A3 t/m E16. Druk op de Delete-toets. Vink alle aangevinkte vakjes uit. Vink het vakje vóór Opmaakprofielen aan. Klik op OK om uw keuze te bevestigen. Sluit de werkmap zonder de wijzigingen op te slaan Voorwaardelijke opmaak Met voorwaardelijke opmaak kunt u opmaakkenmerken toekennen aan cellen, afhankelijk van de inhoud van die cellen. Als een cel bijvoorbeeld een negatief getal bevat, kunt u dit getal automatisch rood laten weergeven. Positieve getallen kunt u dan bijvoorbeeld automatisch groen maken. 15

22 Calccursus Module 2 Voorwaardelijke opmaak toepassen Open het bestand Balans van de RedNose CD. Opdracht 2.7. U gaat eerst twee nieuwe opmaakprofielen maken: één voor positieve getallen en één voor negatieve getallen. Selecteer cel A1. Typ het getal Geef de tekst in de cel de kleur Groen en de opmaak Vet. Zorg dat het venster Celopmaakprofielen geopend is (u kunt dit doen via Opmaak, Opmaak en formatteren). Klik op de knop Nieuw opmaakprofiel uit selectie. Het venster Opmaakprofiel maken verschijnt. Typ in de witte balk de naam van het opmaakprofiel, bijvoorbeeld Positief getal. Het nieuwe opmaakprofiel verschijnt in de lijst van het venster Celopmaakprofielen. 16

23 Calccursus Module 2 Voorwaardelijke opmaak toepassen (vervolg) Selecteer cel A2. Typ het getal Geef de tekst in de cel de kleur Lichtrood en de opmaak Vet. Zorg dat het venster Celopmaakprofielen geopend is. Klik op de knop Nieuw opmaakprofiel uit selectie. Het venster Opmaakprofiel maken verschijnt. Typ in de witte balk de naam van het opmaakprofiel, bijvoorbeeld Negatief getal. U kunt nu eventueel de cellen A1 en A2 wissen. Nu de opmaakprofielen voor een positief en een negatief getal zijn gemaakt, hebben we deze twee cellen niet meer nodig. Selecteer de cellen G7 t/m G18. Kies Opmaak, Voorwaardelijke opmaak. Het venster Voorwaardelijke opmaak verschijnt. Klik op het zwarte driehoekje rechts van de witte balk met het woord gelijk aan. Kies groter dan uit de lijst. Klik in de derde witte balk rechts boven in het venster. Typ het getal 0. Klik op het zwarte driehoekje rechts van Standaard boven in het venster. Kies het opmaakprofiel Positief getal door er op te klikken. 17

24 Calccursus Module 2 Voorwaardelijke opmaak toepassen (vervolg) Vink het vakje voor Voorwaarde 2 aan. Klik op het zwarte driehoekje rechts van de witte balk met het woord gelijk aan. Klik op kleiner dan. Klik in de derde witte balk rechts in het midden van het venster. Typ het getal 0. Klik op het zwarte driehoekje rechts van Standaard, midden in het venster. Kies het opmaakprofiel Negatief getal door er op te klikken. Bekijk het resultaat van de voorwaardelijke opmaak. Sluit het bestand af, zonder wijzigingen op te slaan. 18

25 Calccursus Module 2 Herhalingsopdrachten Tabelopmaken plaatsen Open de opdracht Cijferlijst van de RedNose CD. Geef de hele tabel de AutoOpmaak Bruin. Sluit het bestand af, zonder wijzigingen op te slaan. Voorwaardelijke opmaak Open de opdracht Cijferlijst van de RedNose CD. Geef de cellen B2 t/m H13 de volgende voorwaardelijke opmaak: cijfers lager dan 5,5 cijfers tussen 5,5 en 6,5 cijfers hoger dan 6,5 Lichtrood en vet Blauw 6 en vet Groen en vet Sluit het bestand af, zonder wijzigingen op te slaan. Een huishoudboekje maken II Open het bestand Huishoudboekje 1 van de RedNose CD. Maak een opmaakprofiel waarin de tekst de kleur Lichtrood krijgt, en noem deze Negatief getal. Selecteer de cellen F2 t/m F25. Kies voor Opmaak, Voorwaardelijke opmaak. Het venster Voorwaardelijke opmaak wordt geopend. Klik op het zwarte driehoekje rechts van gelijk aan en kies in het lijstje voor de optie kleiner dan. Typ in de derde witte balk het cijfer 0. Klik op het zwarte driehoekje rechts van Standaard boven in het venster. Kies het opmaakprofiel Negatief getal door er op te klikken. Selecteer de cellen A1 t/m F1. Kies voor Opmaak, Cel opmaken. Klik op het tabblad Achtergrond. Kies de kleur Geel 2. Geef op dezelfde manier de cellen F2 t/m F25 de kleur Geel 2. Geef de cellen B25, D25 en G25 de kleur Blauw 6. 19

26 Calccursus Module 2 Een huishoudboekje maken II (vervolg) Selecteer de cellen A1 t/m F1. Kies voor Opmaak, Cel opmaken. Klik op het tabblad Omranding. Zet een lijn rond de cellen door op de knop Omtrek te klikken. Zet ook een lijn tussen de cellen door op de witte verticale balk midden in het voorbeeldvenster te klikken. Selecteer de cellen A2 t/m F24. Kies voor Opmaak, Celeigenschappen. Klik op het tabblad Rand. Zet een lijn rond de cellen door op de knop Omtrek te klikken. Zet vervolgens een lijn tussen de kolommen door op de witte verticale balk midden in het voorbeeldvenster te klikken. Selecteer de cellen A25 t/m G25. Kies voor Opmaak, Celeigenschappen. Klik op het tabblad Rand. Zet een lijn rond de cellen door op de knop Omtrek te klikken. Zet een lijn tussen de cellen door op de witte verticale balk midden in het voorbeeldvenster te klikken. Sla het bestand op in de map Mijn Documenten als Huishoudboekje stap 2. 20

27 Calccursus Module 3 Module 3 Berekeningen uitvoeren 3.1 Tekst en getallen kopiëren Calc is een rekenprogramma. Dat betekent dat u met Calc bijvoorbeeld huishoudboekjes, adressenbestanden, competitieschema s, salarisberekeningen, etc. kunt maken. U geeft de opdracht en de computer maakt de berekening. De manier waarop u een berekening maakt, ligt vooraf niet vast. Als u Calc heeft opgestart, verschijnt er een leeg werkblad. Als u een berekening wilt maken moet u zelf het complete rekenschema ontwerpen en invoeren. Het hangt grotendeels van de ontwerper af hoe een rekenschema eruit komt te zien. Bij de opzet van een berekening moet u met de volgende zaken rekening houden: - getallen die een onderdeel zijn van één of meer berekeningen moeten in een aparte cel geplaatst worden. - een werkblad moet zo overzichtelijk en duidelijk mogelijk worden opgezet (zodat bijvoorbeeld uw collega s of familieleden er ook mee uit de voeten kunnen). Als u een werkblad gaat opzetten, zult u vaak dezelfde gegevens in verschillende cellen willen plaatsen. Met Calc is het mogelijk om (de inhoud van) cellen te kopiëren of te verplaatsen, of te verwijzen naar de inhoud van een andere cel Eén cel kopiëren U kunt de inhoud van een cel naar één andere cel of naar verschillende andere cellen kopiëren. Ook kunt u een hele groep cellen tegelijk kopiëren. Tevens is het mogelijk om gegevens te kopiëren naar een ander werkblad in de werkmap of zelfs naar een andere werkmap. Een cel kopiëren Opdracht 3.1. Open het bestand Verkoopcijfers van de RedNose CD. Selecteer cel B7 door erop te klikken. Kies Bewerken, Kopiëren of klik op de knop Kopiëren in de menubalk. Hiermee kopieert u de selectie naar het klembord. Er verschijnt een bewegende, gestippelde kaderlijn om de geselecteerde cel. De inhoud van de cel staat op het Klembord (het geheugen). Klik op cel E7. Kies vervolgens Bewerken, Plakken of klik op de knop Plakken, waarna de gekopieerde gegevens in de cel geplaatst zullen worden. 21

28 Calccursus Module Meer dan één cel tegelijk kopiëren Als u meer dan één cel wilt kopiëren, gaat u op dezelfde manier te werk. In de volgende opdracht gaat u in één keer meerdere cellen van het ene werkblad naar een ander werkblad kopiëren. Meerdere cellen tegelijk kopiëren Opdracht 3.2. Selecteer de cellen A7 t/m A12. Klik op Kopiëren. Selecteer de cel waar u de kopie wilt plakken. Ga hiervoor naar Werklad2 en klik op cel B3. Klik op de knop Plakken. Keer terug naar Werkblad1. Sluit de werkmap, sla geen wijzigingen op. 3.2 Formules maken Bovenstaande methode werkt ook als u gegevens naar een andere werkmap wilt kopiëren. Maak een kopie, open een nieuwe werkmap en plak de inhoud van het klembord waar u wilt. Om met Calc te kunnen rekenen, moeten er formules geplaatst worden. Sommige formules staan standaard in de computer, andere dienen handmatig ingevoerd te worden. Voor het handmatig invoeren van formules vertelt u aan Calc welke cellen er bij elkaar opgeteld, afgetrokken, gedeeld of vermenigvuldigd moeten worden. U begint een formule altijd met het teken: = Vervolgens typt u naam van de eerste cel, bijvoorbeeld B3. Daarna geeft u aan welke berekening u wilt uitvoeren: Optellen + Aftrekken - Vermenigvuldigen * Delen / Ten slotte typt u de naam van de volgende cel in de berekening, bijvoorbeeld B4 Dit resulteert in de volgende formule: =B3+B4 Met Enter bevestigt u de formule, waarna Calc het resultaat berekent. 22

29 Calccursus Module 3 Formules maken Opdracht 3.3. Open het bestand Rekenen van de RedNose CD. Het is de bedoeling dat u alle 16 opgaven door de computer laat uitrekenen. Optellen: Klik op cel B5. Hier komt de uitkomst van de eerste opgave. Klik op de knop AutoSom. De computer selecteert nu de cellen die opgeteld gaan worden (B3 en B4). Als de computer niet de juiste cellen aangeeft, kunt u dit zelf doen door de cellen met de muis te selecteren. Als u cellen wilt optellen die niet naast of onder elkaar staan, zult u de formule handmatig moeten invoeren. In dit geval zou de formule dan zijn: =B3+B4. Om de formule te bevestigen, drukt u op Tab of Enter. Maak de rest van de optellingen. Aftrekken: Om getallen van elkaar af te trekken, is er geen knop beschikbaar. U zult deze formule dus altijd handmatig moeten invoeren. De formule die u in cel B9 in moet voeren is: =B7-B8. Bevestig de formule met een Tab of Enter. Maak de rest van de sommen waarbij u moet aftrekken. Vermenigvuldigen: Het teken voor een vermenigvuldiging is *. De formule die in cel B13 komt te staan is dus: =B11*B12. Maak de rest van de vermenigvuldigingen op dezelfde wijze. Delen: De schuine streep (/) wordt gebruikt om getallen te delen. De formule wordt dus: =B15/B16. Probeer op dezelfde manier de rest van de opgaven te delen. Op Werkblad2 staan de antwoorden. Controleer of u het goed heeft gedaan. Kijk niet alleen naar de antwoorden, maar ook naar de formules. Deze worden weergegeven in de formulebalk, nadat u op de betreffende cel hebt geklikt. Sluit dit document zonder de wijzigingen op te slaan. Uiteraard bestaan er ook uitgebreidere formules die bijvoorbeeld het gemiddelde van een reeks getallen uitrekenen. Zulke ingewikkelde formules worden functies genoemd. Het gebruik van functies zal worden besproken in paragraaf 44.4 op bladzijde

30 Calccursus Module Formules kopiëren Behalve tekst en getallen kunt u ook formules kopiëren. U kunt een formule naar één andere cel kopiëren, maar ook naar een aantal cellen tegelijk. Dit scheelt veel werk als u regelmatig dezelfde berekening moet uitvoeren. Als u bijvoorbeeld in een kolom het totaal aantal punten wilt bereken dat de deelnemers aan een competitie hebben behaald, dan moet u in iedere cel van die kolom dezelfde berekening plaatsen: punten wedstrijd 1 + punten wedstrijd 2 + punten wedstrijd 3, etc. etc. Dit kunt u in iedere cel opnieuw intypen, maar het is makkelijker om de formule te kopiëren. Het kopiëren gaat in feite op dezelfde manier als bij getallen en tekst. Toch is het kopiëren van formules iets ingewikkelder: de oorspronkelijke formule moet namelijk zo zijn opgezet dat zij na het kopiëren nog steeds naar de juiste cellen verwijst. In de volgende paragrafen leert u hoe u een formule moet opzetten, zodat u deze probleemloos kunt kopiëren. Formules kopiëren Opdracht 3.4. Open het bestand Kopiëren van de RedNose CD. Plaats in cel E4 de formule die de totaalprijs van Product 1 berekent: (=B4*C4). Druk op Enter. In cel E4 verschijnt de uitkomst. Plaats nu in cel E5 de formule die de totaalprijs van Product 2 berekent: (=B5*C5). De uitkomst ziet u in cel E Relatieve celadressering U heeft nu twee keer precies dezelfde formule gemaakt. Deze formules zijn ook bruikbaar in de cellen E6 en E7. U kunt nu de formules gaan kopiëren. Relatieve celadressering Opdracht 3.5. Selecteer cel E5 en kopieer de inhoud van de cel. Selecteer de cellen E6 en E7 (daar wilt u immers dezelfde formule). Plak de inhoud van het klembord in de geselecteerde cellen. Als u nu klikt op bijvoorbeeld cel E6, ziet u in de formulebalk de formule voor de berekening die is uitgevoerd. De gekopieerde formule heeft zich automatisch aangepast! Sluit het bestand af, zonder wijzigingen op te slaan. Calc past automatisch de celwaardes aan, dit is in dit geval erg handig, maar het wordt een stuk lastiger als u niet wilt dat Calc dit doet. Dan zou u alles weer één voor één moeten gaan invoeren, hetgeen veel tijd in beslag neemt. Gelukkig kunt u de verwijzing van een cel ook vastzetten. In de volgende paragraaf leert u hoe dat in zijn werk gaat. 24

31 Calccursus Module Absolute celadressering U heeft in de vorige opdracht gezien dat Calc netjes de formule aanpast. Het kan ook gebeuren dat u een formule wilt kopiëren die steeds naar één bepaalde cel of kolom moet verwijzen. Bijvoorbeeld als een aantal gewerkte uren per dag steeds vermenigvuldigd moet worden met een vast uurtarief. Of als u uw energieverbruik wilt vermenigvuldigen met een hoog of laag tarief. U gebruiken hiervoor wat genoemd wordt absolute celadressering. Het heet absoluut, omdat u ervoor zorgt, dat de formule na het kopiëren, nog steeds verwijst naar dezelfde cel, dezelfde rij, of dezelfde kolom. Zo voorkomt u dat Calc de formule steeds aanpast, terwijl dat niet de bedoeling is. Als u een celadressering absoluut maakt, dan verschijnen er dollartekens voor zowel de letter van de kolom, als het cijfer van de rij. Bijvoorbeeld: $B$6. Het aanbrengen van een absolute celadressering gaat als volgt: Absolute celadressering Open het bestand BTW van de RedNose CD. Opdracht 3.6. In cel C4 moet een formule komen die de BTW over Product 1 berekent door de prijs te vermenigvuldigen met het BTW-percentage. Daarna moet de formule gekopieerd worden naar de cellen C5, C6 en C7. Als u de formules kopieert zoals hierboven is uitgelegd, zult u zien dat de uitkomsten niet kloppen. Hoe gaat u dan wel te werk? Selecteer cel C4 en typ het begin van de formule: =B4* Klik in cel C1 om die cel in de formule op te nemen. Houdt de Shift-toets ingedrukt en druk op de F4-toets om de celadressering absoluut te maken. Bevestig de formule met Tab of Enter. In de formulebalk ziet u de formule staan. Hierin zijn dollartekens opgenomen. Dit geeft aan dat de verwijzing naar de inhoud van cel C1 absoluut is. Kopieer vervolgens de formule in cel C4 naar de cellen C5, C6 en C7. Controleer in de formulebalk of de formules juist zijn. U ziet dat Calc enkel de eerste cel-adressering aanpast (B4, B5, B6, B7). De rest van de formule is absoluut en blijft dus gelijk. Bereken tot slot de prijzen inclusief BTW. Maak de formule één keer en kopieer deze voor de overige drie cellen. Sluit de werkmap zonder de wijzigingen op te slaan. 25

32 Calccursus Module Absoluut en relatief combineren Opdracht 3.7. Soms moet u in een formule de verwijzing naar een cel deels absoluut en deels relatief maken om bij het kopiëren het juiste resultaat te krijgen. Absoluut en relatief combineren Open het bestand Lonen van de RedNose CD. In de kolommen E en F moet u de daglonen berekenen voor respectievelijk maandag en dinsdag. Typ in cel E3 de formule die het dagloon berekent (=B3*C3). Kopieer de formule naar de cellen E3 t/m F6. De uitkomsten zien er nu als volgt uit: In kolom E kloppen de berekeningen, maar in kolom F gaat het mis. In cel F3 staat bijvoorbeeld C3*D3 in plaats van B3*D3. Bij het maken van de formule in cel E3 moet u er voor zorgen dat er altijd naar kolom B wordt verwezen. Maar de celadressering moet niet helemaal absoluut worden, want dan wordt steeds naar cel B3 (het uurloon van John) verwezen. De kolom moet dus absoluut worden, maar de rij moet relatief blijven. Het aanbrengen van een deels absolute en deels relatieve verwijzing gaat als volgt: Absoluut en relatief combineren (vervolg) Opdracht 3.8. Wis de inhoud van de cellen E3 t/m F6. Plaats in cel E3 het begin van de formule (=B3). Druk driemaal op de F4-toets, terwijl u de Shift-toets ingedrukt houdt om de verwijzing deels absoluut, deels relatief te maken. Er staat nu alleen een dollarteken voor de B, ten teken dat alleen de kolomadressering absoluut is. De rij blijft relatief. U kunt het dollarteken overigens ook zelf in de formule typen. Maak de formule af (*C3) en bevestig de formule. Kopieer nu de formule naar de cellen E3 t/m F6. Nu kloppen de berekeningen wel. Sluit de werkmap, zonder de wijzigingen op te slaan. 26

33 Calccursus Module Een functie gebruiken Een functie uitvoeren U kunt eenvoudige berekeningen in Calc uitvoeren door zelf formules in te voeren. Voor meer complexe of grotere berekeningen kunt u echter beter de ingebouwde functies van Calc gebruiken, dat neemt u veel werk uit handen. Een functie is in feite een geautomatiseerde formule. Calc kent een groot aantal rekenkundige functies. Niet alle functies zult u even vaak gebruiken: functies voor het optellen of voor het berekenen van een gemiddelde zult u waarschijnlijk wat vaker gebruiken dan de functies voor het bepalen van een logaritme of voor het berekenen van de cosinus. De meest gebruikte functies zullen worden behandeld. U kunt een functie het gemakkelijkst invoeren via de werkbalk. U wilt bijvoorbeeld in cel E3 het gemiddelde bepalen van een aantal cijfers. Een functie uitvoeren Opdracht 3.9. Open het bestand Economie van de RedNose CD. Selecteer cel E3. In deze cel moet de uitkomst komen. Klik op de knop Functie-Assistent naast de formulebalk. Het dialoogvenster Functie-Assistent wordt geopend: In het vak Categorie staan alle soorten (categorieën) functies die u kunt kiezen. In het vak Functie staan alle functies binnen de gekozen categorie. Als de categorie Als laatste gebruikt is geselecteerd, ziet u de functies die u recentelijk heeft gebruikt. Vaak zult u daar de functie vinden die u zoekt. Als de categorie Alles is geselecteerd, verschijnen rechts alle functies van Calc. 27

34 Calccursus Module 3 De functie die u nu nodig heeft zit (onder andere) in de categorie Statistiek. Een functie uitvoeren (vervolg) Kies de categorie Statistiek. Selecteer de functie GEMIDDELDE. Rechts in het venster ziet u hoe de functie is opgebouwd (getal1;getal2; ). Daaronder staat de werking van de functie omschreven. Klik op Volgende om uw keuze te bevestigen. Nu verschijnt het dialoogvenster dat bij de functie hoort, in dit geval dus het dialoogvenster Gemiddelde. In dit dialoogvenster moet u aangeven op welke cellen de functie betrekking heeft. Dit geeft u het gemakkelijkst aan door de cellen in het werkblad te selecteren. 28

35 Calccursus Module 3 Een functie uitvoeren (vervolg) Klik op de knop rechts van de witte balk Getal1. Selecteer de cellen B4 t/m B14. Klik op de knop om het venster weer in beeld te krijgen. In de formulebalk ziet u hoe de functie is opgebouwd: Elke functie in Calc heeft dezelfde opbouw. Na het = -teken volgt de functienaam, in dit geval GEMIDDELDE. Daarachter staan, tussen haakjes, de zogenaamde argumenten van de functie. De argumenten worden gescheiden door een puntkomma. In dit geval is er één argument: B4:B14. Deze notatie wil zeggen: cel B4 t/m cel B De functie SOM De SOM is de meest gebruikte functie in Calc. Hiermee kunt u cellen of groepen cellen optellen, maar bijvoorbeeld ook hele kolommen en rijen. U gebruikt deze functie op dezelfde manier als de functie GEMIDDELDE. De functie SOM uitvoeren Opdracht Zorg dat het bestand Economie geopend is. Selecteer cel E5 en klik op de knop Functie-Assistent naast de formulebalk. Kies de categorie Wiskunde en selecteer de functie SOM. Klik op de knop Volgende. Selecteer de cellen B4 t/m B De functie VANDAAG De functie VANDAAG vult automatisch de huidige datum in. Telkens wanneer een Calcbestand met daarin de functie VANDAAG wordt geopend, wordt de datum automatisch aangepast. De functie VANDAAG uitvoeren Opdracht Zorg dat het bestand Economie geopend is. Selecteer cel F1. Klik op de knop Functie-Assistent. Kies de categorie Datum&Tijd en selecteer de functie VANDAAG. Klik op Volgende. De huidige datum verschijnt nu in cel F1. 29

36 Calccursus Module De functies MAX en MIN Met behulp van de functies MAX en MIN kunt u Calc het hoogste of het laagste getal in een reeks laten zoeken. De functie MAX uitvoeren Opdracht Zorg dat het bestand Economie geopend is. Selecteer cel E7. Klik op de knop Functie-AutoPiloot. Kies de categorie Statistiek en selecteer de functie MAX. Klik op Volgende. Klik op de knop rechts van de witte balk Getal1. Selecteer de cellen B4 t/m B14. Klik op de knop om het venster weer in beeld te krijgen. De functie MIN uitvoeren Opdracht Zorg dat het bestand Economie geopend is. Selecteer cel E8. Klik op de knop Functie-AutoPiloot. Kies de categorie Statistiek en selecteer de functie MIN. Klik op Volgende. Klik op de knop rechts van de witte balk Getal1. Selecteer de cellen B4 t/m B14. Klik op de knop om het venster weer in beeld te krijgen. Sluit het bestand af, zonder wijzigingen op te slaan Verwijzen naar een ander werkblad In Module 1 heeft u reeds gezien dat een werkmap in Calc bestaat uit meerdere werkbladen. Elk werkblad bevat andere informatie. Deze informatie kan uiteraard alleen gezien worden als het werkblad zichtbaar is. Dit houdt echter niet in dat de informatie niet toegankelijk is. Het is namelijk mogelijk om in een formule te verwijzen naar een cel op een ander werkblad. Verwijzen naar een ander werkblad Opdracht Open het bestand Schaaktoernooi van de RedNose CD. Zorg dat het werkblad Punten zichtbaar is. Selecteer cel C7 door er op te klikken. Typ het teken =. 30

37 Calccursus Module 3 Verwijzen naar een ander werkblad (vervolg) Klik op het tabblad Uitslagen links onder in het venster. Selecteer cel L7 door er op te klikken. Druk op de Enter-toets. Het juiste aantal punten van Henk verschijnt nu in cel C7. Selecteer cel C8 door er op te klikken. Typ het teken =. Klik op het tabblad Uitslagen links onder in het venster. Selecteer cel L8 door er op te klikken. Druk op de Enter-toets. Het juiste aantal punten van Adrie verschijnt nu in cel C8. Kopieer de verwijzing ook naar de andere cellen. Sluit het bestand Schaaktoernooi af zonder op te slaan De ALSfunctie Een veel gebruikte en erg handige formule van Calc is de functie ALS. De ALS-functie kunt u bijvoorbeeld gebruiken als u het gemiddelde uitrekenen van een serie getallen. Alleen als de waarde van een getal nul is, dan moet deze niet tellen in het gemiddelde. U kunt dan bijvoorbeeld de opdracht geven: Als de waarde in cel B2 gelijk is aan 0, dan moet deze niet meegenomen worden in de berekening van het gemiddelde. De ALS-functie begint altijd met =ALS. Vervolgens komen tussen de haakjes (net als bij iedere andere functie in Calc) verschillende onderdelen van de functie te staan. 31

38 Calccursus Module 3 Het deel van de ALS-functie tussen de haakjes bestaat uit 3 delen, gescheiden door puntkomma s. Eerst geeft u de voorwaarde aan, waar de waarde in de cel aan moet voldoen (1). Daarna geeft u aan wat er moet worden weergegeven, als de door u gestelde voorwaarde waar is (2). Ten slotte geeft u ook nog aan wat Calc moet doen als er niet aan de voorwaarde is voldaan (als de door u gestelde voorwaarde onwaar is) (3). U kunt dit vergelijken met het volgende. Als het morgen mooi weer is (1), dan ga ik naar het strand (2), is het geen mooi weer dan ga ik niet (3). Of als ik na 1 juli voldoende geld heb, dan koop ik een nieuwe auto, heb ik niet voldoende geld voor een auto, dan koop ik een fiets. U kunt met behulp van de ALS-functie verschillende dingen doen. Zo kunt u bijvoorbeeld Calc een tekst laten weergeven, als het cijfer in een bepaalde cel aan een bepaalde voorwaarde voldoet. Als een docent de cijfers van een proefwerk invoert in Calc, kan hij met behulp van de Als-functie in de kolom achter de cijfers het woord onvoldoende laten verschijnen, als een cijfer lager is dan een 6. Of als het cijfer hoger is dan of gelijk is aan een 6 het woord voldoende. Dat kan bijvoorbeeld met de volgende functie: Deze functie zegt het volgende: Als de waarde in cel F6 kleiner is dan zes, dan moet in cel G6 het woord onvoldoende verschijnen, is deze voorwaarde onwaar, dan moet in cel G6 het woord voldoende verschijnen. De functie ingevoerd in cel G6 kan gekopieerd worden naar G7 t/m G11 en Calc past de functie in de hele kolom toe. U krijgt dan het volgende resultaat. Door middel van een oefening waarmee u uw meterstanden kunt bijhouden, leert u gebruik te maken van de ALS-functie. Als u een keer de oefening Meterstanden heeft gemaakt, dan kunt u deze in het vervolg nog jaren gebruiken. U creëert, net als met het huishoudboekje in de herhalingsopdrachten, een sjabloon waarin u in het vervolg alleen nog maar de standen hoeft in te vullen. Calc doet dan de rest. 32

39 Calccursus Module 3 U begint met het maken van een tabel waarin u uw meterstanden kunt invullen. Meterstanden Opdracht Open Calc. Typ in cel A1 Verbruik Maak de tekst in cel A1 Vet en lettergrootte 14. Typ in cel A3 het woord Datum. Typ in cel B3 het woord Meterstand. Typ in cel C3 Verbruik per week. Selecteer cel A4 tot en met A56. Kies in de menubalk voor Opmaak, Cel opmaken. Klik op het tabblad Getallen. Kies voor de optie Datum. Selecteer de notatie 31 december Selecteer cel A3 tot en met C56. Kies in de menubalk voor Opmaak, Cel opmaken. Klik op het tabblad Omranding. Selecteer rechts een dikke lijn (2,50 pt) en klik op Omtrek. Klik vervolgens in de verticale witte balk midden in het voorbeeldvenster. Klik in de horizontale witte balk midden in het voorbeeldvenster. Selecteer een dunne lijn (0,05 pt). Het voorbeeld ziet er nu als volgt uit: Selecteer cel A3 tot en met C3. Kies in de menubalk weer voor Opmaak, Cel opmaken. Klik in het voorbeeldvenster op de onderste rand.. 33

40 Calccursus Module 3 Meterstanden (vervolg) Selecteer een dikke lijn (2,50 pt). Klik op het tabblad Achtergrond. Kies voor de kleur Geel 2. Klik ten slotte op OK. Uw tabel ziet er nu als volgt uit: U heeft nu de basis van uw tabel in orde gemaakt. Nu moeten de cellen ingevuld gaan worden. In kolom A moeten datums komen, in kolom B de meterstanden en in kolom C moet een formule komen. Normaal gesproken vult u eerst de formules in en vervolgens pas de gegevens (in dit geval de meterstanden in kolom B) zodat Calc direct gaat rekenen. Om echter een duidelijker beeld te krijgen van welke gevolgen de door u ingevulde formules hebben, gaat u eerst in kolom B een aantal meterstanden invullen. Meterstanden (vervolg) Typ in cel A4 het woord Beginstand. Typ in cel A en druk op Enter. Typ in cel A en druk op Enter. Selecteer cel A5 en A6. Klik op het zwarte vierkantje rechtsonder in de hoek van de geselecteerde cellen en houdt de linker muisknop ingedrukt. 34

41 Calccursus Module 3 Meterstanden (vervolg) Sleep met de muis tot en met cel A56. Alle data voor het komende jaar verschijnen per week in kolom A. Als de data niet in de cel passen (er verschijnen hekjes: ########), dan moet u de kolom wat breder maken. Typ vervolgens in cel B4 tot en met B11 de volgende getallen: Nu de gegevens zijn ingevoerd, kunt u de formules gaan invoeren. U hoeft in eerst instantie alleen in cel C5 een formule in te voeren en die te kopiëren naar de andere cellen. Meterstanden (vervolg) In cel C5 moet het resultaat komen van de meterstand op 5 mei 2004 min de beginstand. Typ in cel C5 de formule =B5-B4 en druk op Enter. Selecteer cel C5 en klik op Kopiëren. Selecteer cel C6 tot en met C56 en klik op Plakken. Calc kopieert de formules en voert de berekeningen uit. U krijgt dan het volgende resultaat: 35

42 Calccursus Module 3 U ziet dat er in cel B12 een groot negatief getal verschijnt en in de cellen daaronder allemaal nullen verschijnen. Als u op cel B12 klikt ziet u in de formulebalk hoe dat komt. In cel B12 staat de volgende formule: =B12-B11 Aangezien de waarde in B12 nul is, levert het resultaat van deze som een negatief getal op. Dit ziet er wat vreemd uit, ook levert dit problemen op met het berekenen van het gemiddelde verbruik, iets dat u later nog gaat doen. Het zou mooier zijn, wanneer u tegen de computer kunt zeggen dat: Als de waarde in een cel in kolom B gelijk aan nul is, moet er in de cel daarnaast niets gebeuren, als de waarde in kolom B geen nul is, dan moet het verschil met de bovenstaande cel in de naastgelegen cel in kolom C verschijnen. Ander gezegd: Staat er niets in cel B12, doe dan niets met C12; staat er in B12 een meterstand, zet dan in cel C12 het verbruik van de week (B12-B11). Het fijne is dat u dit kunt tegen de computer kunt zeggen: met behulp van de ALS-functie. U kunt de ALS-functie gebruiken door op de knop Functie-Assistent en vervolgens voor de categorie Logisch en de optie ALS. Wanneer u op Volgende klikt, verschijnt het volgende venster: U ziet in dit venster drie lege witte velden. In het veld Logische-test vult u de voorwaarde in waaraan de functie moet voldoen. In het veld achter W_waarde, vult u in wat er moet gebeuren als aan de voorwaarde is voldaan. In het veld achter O_waarde vult u in wat er moet gebeuren als er niet aan de voorwaarde bij logische test is voldaan. We gaan even terug naar de Wiskundecijfers uit het eerste voorbeeld. In dit geval wil de docent dat, als zijn leerlingen een cijfer lager dan 6 hebben, er in de volgende kolom het woord onvoldoende verschijnt en als dit niet het geval is (als het cijfer hoger is of gelijk is aan 6) het woord voldoende. 36

43 Calccursus Module 3 Om de voorwaardes aan te geven, maakt u in Calc gebruik van de volgende tekens: = gelijk aan > groter dan < kleiner dan >= groter dan of gelijk aan =< kleiner dan of gelijk aan <> niet gelijk aan Achter Test vult de docent het eerste argument in: Als het cijfer in de cel F6 kleiner is dan 6: F6<6. Achter Waarde-als-waar vult de docent het tweede argument in: Als F6 kleiner is dan zes, dan moet er verschijnen: onvoldoende. Achter Waarde-als-onwaar vult de docent het derde argument in: Als F6 niet kleiner is dan zes, dan moet er verschijnen: voldoende. Dit ziet er op het scherm als volgt uit: Het is belangrijk, dat u dubbele aanhalingstekens rond een woord zet. Wanneer u dit doet, weet Calc dat het om tekst gaat. In dat geval verschijnt in de cel waar u de formule heeft ingevoegd het woord #NAAM?. Dit betekent dat Calc denkt dat u naar de naam van een cel verwijst. Als u wilt dat Calc helemaal niets zet in een cel, dan zet u in het veld achter waarde-als-waar of waarde-als-onwaar, in plaats van een formule, getal of tekst, twee aanhalingstekens zonder iets ertussen ( ). Dit is met name belangrijk als u later het gemiddelde nog wil berekenen. Staat er wel een getal in de cel (bijvoorbeeld een nul ) dan zal, wanneer het gemiddelde wordt berekend, de waarde nul ook meegenomen in de berekening worden en het gemiddelde lager uitvallen dan eigenlijk het geval is. In de volgende opdracht gaat u de ALS-functie zelf gebruiken. 37

44 Calccursus Module 3 Meterstanden: De ALS-functie Opdracht Selecteer cel C5 Klik op Invoegen, Functie, of op de knop. Kies voor de categorie Logisch. Klik één keer op de optie ALS. Klik op Volgende. Het volgende venster verschijnt: Typ achter het eerste argument (Test): B5=0. Klik één keer achter W_waarde. Als B5 gelijk is aan nul, moet Calc niets invullen. Typ dus achter W_waarde twee aanhalingstekens:. Als B5 geen nul is moet het verschil tussen B5 en B4 berekend worden om het verbruik van die week krijgen in cel C5. Typ achter O_waarde daarom: B5-B4. Onderaan in het functievenster ziet u het resultaat verschijnen. In dit geval 12. De formule die dan uiteindelijk verschijnt in cel C5 is de volgende: =ALS(B5=0; ;B5-B4) (zie formulebalk). In de cel zelf verschijnt het getal

45 Calccursus Module 3 U kunt nu zonder problemen de functie kopiëren naar cel C6 tot en met C56, zodat u in het vervolg alleen nog maar de meterstanden hoeft in te vullen. Calc rekent dan uw verbruik per week uit. Meterstanden: Kopiëren van de ALS-functie Opdracht Selecteer cel C5. Klik op Kopiëren of kies in de menubalk voor Bewerken, Kopiëren. Selecteer de cellen C6 tot en met C56. Klik op Plakken of kies in de menubalk voor Bewerken, Plakken. De functie uit C5 wordt gekopieerd en de meterstanden uitgerekend. Typ in cel B12 het getal druk op Enter en bekijk het resultaat. U kunt ook nog Calc ook nog het gemiddelde gebruik per week laten uitrekenen. In module 45 van de cursus is de functie gemiddelde al besproken. Hier gaat u hem nog een keer toepassen. Meterstanden: Het gemiddelde verbruik Opdracht Typ in cel A57 de tekst Gemiddeld verbruik per week. Selecteer cel C57. Klik op Invoegen, Functie, of op de knop Kies voor de categorie Statistiek. Klik op de optie Gemiddelde. Klik op Volgende. Het volgende venster verschijnt: Klik op de knop rechts van de witte balk Getal1. Selecteer de cellen C5 t/m C56. 39

46 Calccursus Module 3 Meterstanden: Het gemiddelde verbruik (vervolg) Klik op de knop om het venster weer in beeld te krijgen. De computer berekent het gemiddelde. Rond het gemiddelde af op 2 decimalen, met behulp van de knop minder decimalen. Typ in cel B13 het getal en druk op Enter. Bekijk het resultaat. Sla het bestand op met de naam Meterstanden in de map Mijn Documenten. Uw meterstandentabel is af. U kunt deze tabel natuurlijk niet alleen voor 2004 gebruiken, maar ook voor 2005, 2006, 2007, etc U kunt hiervoor steeds een nieuw document aanmaken, maar u kunt ook op het volgende werkblad (blad2) de meterstanden van 2005 bijhouden en op blad3 de standen van 2006 enzovoort. Dit resulteert uiteindelijk in 2014 in een overzicht van alle meterstanden van de afgelopen 10 jaar, die u keurig met elkaar kunt vergelijken. 40

47 Calccursus Module 3 Herhalingsopdracht Formules en functies gebruiken Open de opdracht Eindexamen van de RedNose CD. In deze oefening ziet u de resultaten van enkele eindexamenkandidaten. Bereken in kolom H voor elke leerling zijn/haar gemiddelde cijfer, met de functie Gemiddelde. Bereken in rij 16 voor elk vak het gemiddelde cijfer. Kopieer nu cel A4 t/m cel H16 en plak deze in rij 19. Iedereen mag zijn/haar laagste cijfer herkansen, mits dit cijfer lager is dan een 5,5. Typ de behaalde resultaten van het hertentamen in het schema van de definitieve einduitslag (onderste schema): Anita Geschiedenis 5,7 Fred Nederlands 6,1 Hans Engels 5,6 Ingrid Geschiedenis 6,3 Johnny Wiskunde 5,4 Kees Duits 6,7 Typ in cellen I4 en I19 de tekst Totaal aantal punten. Bereken in kolom I het totale aantal punten per leerling, zowel vóór als na de herkansingen. Zorg dat in cel C1 de huidige datum verschijnt. Typ in cel A33 de tekst Hoogste cijfer. Zet in rij 33 per vak het hoogst behaalde cijfer van de definitieve einduitslag. Typ in cel A34 de tekst Laagste cijfer. Zet in rij 34 per vak het laagst behaalde cijfer van de definitieve einduitslag. Sla het gewijzigde document op met de naam Examen Sluit het document. Sluit vervolgens Calc. 41

48 Calccursus Module 3 Een huishoudboekje maken III Open het bestand Huishoudboekje 2 van de RedNose CD. Klik in cel B2. Typ hier het woord Beginsaldo. In cel C2 kan nu eventueel het beginsaldo in euro s worden ingevuld. Aangezien op de tweede regel alleen maar het beginsaldo (zonder afschrijvingen) staat, is de inhoud van cel F2 gelijk aan die van C2. Klik in cel F2. Typ de formule =C2 en druk op Enter. In de cellen F3 t/m F24 moet een andere formule staan. De bedragen in de kolommen Bij: en Af: moeten namelijk worden opgeteld bij en afgetrokken van het huidige saldo. Klik in cel F3. Typ de formule =F2+C3-E3 en druk op Enter. Klik in cel F3. Kies Bewerken, Kopiëren. Selecteer de cellen F4 t/m F25. Kies Bewerken, Plakken. Klik in cel C25. Klik op de knop AutoSom. Selecteer de cellen C2 t/m C24. Druk op de Enter-toets. Klik in cel E25. Klik op de knop AutoSom. Selecteer de cellen E2 t/m E24. Druk op de Enter-toets. Klik in cel F25. Typ de formule =F24. Druk op de Enter-toets. Uiteraard moeten ook de andere maanden een apart werkblad hebben. Selecteer de cellen A1 t/m G25. Kies Bewerken, Kopiëren. Klik op Blad2 onder in het venster. Klik in cel A1. Kies Bewerken, Plakken. Dubbelklik op Blad2. Verander de naam Blad2 in Februari. Klik in cel C2. Typ het teken =. 42

49 Calccursus Module 3 Een huishoudboekje maken III (vervolg) Klik op het blad Januari onder in het venster. Klik op cel F25. Druk op de Enter-toets. Bij het beginsaldo voor de maand Februari wordt nu automatisch het eindsaldo van de maand Januari ingevuld. U kunt nu de inkomsten en uitgaven voor de maand Februari invullen op dezelfde manier als u dit voor Januari heeft gedaan. Op dezelfde manier kunt u de tabellen voor de maanden Maart t/m December maken. Vergeet niet om bij elk blad cel C2 te laten verwijzen naar cel F25 op het blad van de voorgaande maand. Sla het bestand op in de map Mijn Documenten als Huishoudboekje klaar. 43

50 Calccursus Module 4 Module 4 Adresetiketten maken 4.1. Een adressenbestand maken In deze module leert u hoe u een adressenbestand kunt maken in Calc. Daarna leert u, hoe u dat bestand kunt koppelen aan Writer en er adresetiketten van kunt maken. U gaat het adressenbestand vanaf de basis opbouwen. De basis van de tabel De basis van het adresboek bestaat uit tien kolommen. De personen in het adressenbestand krijgen ieder één rij. De basisvorm maken Opdracht 4.1. Open een nieuw werkblad. Selecteer cel A1 en vul hier het woord Naam in. Selecteer cel B1 en vul hier het woord Tussenvoegsel in. Zet in cel C1 het woord Voorletters. Zet in cel D1 het woord Titel. Zet in cel E1 het woord Adres. Zet in cel F1 het woord Postcode. Zet in cel G1 het woord Woonplaats. Zet in cel H1 het woord Land. Zet in cel I1 het woord Telefoon. Zet in cel J1 het woord . Zet in cel K1 het woord Verjaardag. Selecteer de cellen A1 t/m K1. Kies voor Opmaak, Cel opmaken. Klik op het tabblad Omranding. Zet een lijn rond de cellen door op de knop Omtrek te klikken. Zet ook een lijn tussen de kolommen door in de verticale witte balk midden in het voorbeeldvenster te klikken. Selecteer de cellen A2 t/m K100. Kies voor Opmaak, Cel opmaken. Klik op het tabblad Omranding. Zet een lijn rond de cellen door op de knop Omtrek te klikken. Zet een lijn tussen de kolommen door in de verticale witte balk midden in het voorbeeldvenster te klikken. De cellen zien er nu als volgt uit: Klik in cel M3. Typ het woord Datum. Maak de inhoud van cel M3 vet en onderstreept. 44

51 Calccursus Module 4 De tabel opmaken Als de basis is gelegd, moet voor de cellen in de tabel worden opgegeven welke soort informatie ze zullen gaan bevatten. In ons geval zullen de cellen in kolommen A t/m J gewone tekst bevatten. In de cellen van kolom K komt telkens een datum te staan. De cellen opmaken I Opdracht 4.2. Selecteer de cellen K2 t/m K100. Kies voor Opmaak, Cel opmaken. Klik op het tabblad Getallen. Kies in de kolom Categorie voor Datum door er op te klikken. Kies in de kolom Notatie voor 31-dec. De andere cellen zullen gewone tekst en getallen bevatten. We hoeven hier dus geen speciale eigenschappen voor op te geven. De formules invoeren Aangezien deze tabel een adressenbestand zal gaan bevatten, hoeven er niet veel formules te worden toegevoegd om het naar behoren te laten werken. In dit voorbeeld zullen we slechts één formule invoegen. Deze formule zal in cel M4 de huidige datum weergeven. De formules invoeren I Opdracht 4.3. Klik in cel M4. Klik op Invoegen, Functie, of op de knop. Het venster Functie-AutoPiloot wordt geopend. Kies onder het kopje Categorie voor Datum&Tijd. Kies onder het kopje Functie voor de functie VANDAAG. Klik op Volgende. In cel M4 verschijnt nu de huidige datum. Voorwaarde lijke opmaak In kolom K komt telkens de verjaardag van een persoon te staan. Het zou mooi zijn als Calc de cellen in kolom K een afwijkende kleur geeft, wanneer een persoon jarig is. Dit bewerkstelligen door een Voorwaardelijke opmaak toe te kennen aan de kolom. Voorwaardelijke opmaak I Opdracht 4.4. Maak een opmaakprofiel met de naam Jarig. De tekst moet Lichtrood zijn. Selecteer de cellen K2 t/m K100. Kies voor Opmaak, Voorwaardelijke opmaak. 45

52 Calccursus Module 4 Voorwaardelijke opmaak I (vervolg) Het venster Voorwaardelijke opmaak wordt geopend. Typ in de derde witte balk de formule =$M$4. Klik op het zwarte driehoekje rechts van Standaard onder het kopje Celopmaakprofiel. Kies het opmaakprofiel Jarig. Wanneer een persoon in het adressenbestand jarig is op de dag dat het bestand wordt geraadpleegd, zal de datum rood worden weergegeven. Om de duidelijkheid van de tabel te bevorderen, gaat u enkele cellen een andere opmaak geven. De cellen opmaken II Opdracht 4.5. Selecteer de cellen M3 en M4. Kies voor Opmaak, Cel opmaken. Klik op het tabblad Achtergrond. Kies voor de kleur Blauw 7. Klik nu op het tabblad Omranding. Kies onder het kopje Stijl rechts in het venster voor een dikkere lijn (2,50 pt). Klik onder het kopje Kleur op het zwarte driehoekje en kies de kleur Blauw. Zet een lijn rond de cellen door op de knop Omtrek te klikken. Selecteer de cellen A1 t/m K1. Geef de cellen een achtergrond in de kleur Geel2. 46

53 Calccursus Module 4 De formules testen Om er zeker van te zijn dat de formules hun werk naar behoren doen, gaat u in de onderstaande opdracht enkele testgegevens invoeren. De werking van de tabel controleren Opdracht 4.6. Voer de onderstaande (fictieve) gegevens in de tabel in. Let op dat u in de kolom Verjaardag alléén de dag en de maand invult, bijvoorbeeld 15 maart of M. van Dam, Rozenweg 45, 3678 VX Amstelveen, , mvandam@planet.nl, 22 juni 2. A. van Halst, Tramstraat 3, 8853 GU Rijswijk, , Vanhalst@wanadoo.nl, 6 augustus. 3. K. van den Linde, Hooigracht 68a, 2312 UY, Leiden, , KarelvdLinde@zonnet.nl, 4 januari. 4. S. Velleman, Zeldenrustlaan 62, 4523 AX Terneuzen, , Sandra43@yahoo.com, 18 april. 5. M. de Ruyter, Kalverstraat 33, 3225 PH Amsterdam, , MdeRuyter@planet.nl, 6 juli. 6. J. de Jonge, Tuinweg 56, 7632 ZX Heerlen, , J.Jonge@12move.nl, 29 mei. 7. T. McGroarty, 12 Abbey Road, Glasgow, , mcgroarty@compuserve.co.uk, 17 december. Voer als laatste een zelf verzonnen persoon in, en zorg dat de verjaardag van deze persoon gelijk is aan de huidige datum. Controleer of de datum nu rood wordt weergegeven Adresetiketten maken Het adressenbestand is nu klaar. U kunt het gebruiken om echte adresgegevens in te voeren. In de onderstaande opdracht gaat u met behulp van de gegevens in het adressenbestand adresetiketten maken. Hiervoor gebruikt u het programma Writer. Voordat u echter de gegevens uit uw adresbestand in kunt voegen in een Writer-document, moet u eerst opgeven uit welk bestand Writer de gegevens dient te halen. Opdracht 4.7. Gegevensbron instellen Sla het adressenbestand op in de map Mijn Documenten op de harde schijf (C:). Geef het de naam Adresboek. Start het programma Writer. Kies Bewerken, Database wisselen. Klik op de knop. Zorg dat Mijn documenten in de witte balk rechts van Zoeken in staat. Klik op het bestand Adresboek. 47

54 Calccursus Module 4 Gegevensbron instellen (vervolg) Klik op de knop Openen. Klik op Sluiten. Het Calc-bestand Adresboek is nu ingesteld als gegevensbron voor Writer. Nu kunt u de gegevens uit het bestand Adresboek gebruiken om etiketten te maken in Writer. Adresetiketten maken Opdracht 4.7. Zorg dat Writer gestart is. Kies Bestand, Nieuw, Etiketten. Klik onder het kopje Database op het driehoekje rechts van de witte balk. Klik in de keuzelijst op Adresboek. Klik onder het kopje Tabel op het driehoekje rechts van de witte balk. Klik in de keuzelijst op Blad1. Klik onder het kopje Databaseveld op het driehoekje rechts van de witte balk. Klik in de keuzelijst op Blad1. Klik op de zwarte pijl links van Titel. Druk op de spatiebalk. Klik onder het kopje Databaseveld op het driehoekje rechts van Titel. Klik op Tussenvoegsel. Klik op de zwarte pijl links van Titel. Druk op de spatiebalk. 48

55 Calccursus Module 4 Adresetiketten maken (vervolg) Klik onder het kopje Databaseveld op het driehoekje rechts van Tussenvoegsel. Klik op Naam. Klik op de zwarte pijl links van Naam. Druk op Enter. Klik onder het kopje Databaseveld op het driehoekje rechts van Naam. Klik op Adres. Klik op de zwarte pijl links van Adres. Druk op Enter. Klik onder het kopje Databaseveld op het driehoekje rechts van Adres. Klik op Postcode. Klik op de zwarte pijl links van Postcode. Druk op de spatiebalk. Klik onder het kopje Databaseveld op het driehoekje rechts van Postcode. Klik op Woonplaats. Klik op de zwarte pijl links van Woonplaats. Druk op Enter. Klik onder het kopje Databaseveld op het driehoekje rechts van Woonplaats. Klik op Land. Klik op de zwarte pijl links van Land. De opzet van het etiket ziet er als volgt uit: Klik op het tabblad Grootte. U kunt nu eventueel de afmetingen van de etiketten opgeven. De afmetingen van een etiket staan meestal op de verpakking. Writer vraagt de volgende afmetingen: Horiz. afstand: de afstand tussen de linker rand van een etiket en de linker rand van een volgend etiket. 49

56 Calccursus Module 4 Vert. afstand: de afstand tussen de bovenkant van een etiket en de bovenkant van het etiket daaronder. Breedte: de exacte breedte van een etiket. Hoogte: de exacte hoogte van een etiket. Linkermarge: de afstand van de linker rand van de pagina tot de linker rand van het eerste etiket. Bovenmarge: de afstand van de bovenkant van de pagina tot de bovenkant van het eerste etiket. Kolommen: het aantal etiketten dat naast elkaar op de pagina staat. Rijen: het aantal etiketten dat onder elkaar op de pagina staat. Adresetiketten maken (vervolg) Klik op het tabblad Grootte. Typ bij Horiz. afstand het getal 6,37. Typ bij Vert. afstand het getal 3,81. Vul bij Breedte het getal 6,35 in. Vul bij Hoogte het getal 3,81 in. De Linkermarge moet 0,60 zijn. Stel de Bovenmarge in op 1,40. Stel het aantal kolommen in op 3. Vul bij rijen het getal 7 in. Indien u de door u opgegeven afmetingen wil bewaren, kunt u op de knop Opslaan klikken. U kunt dan de merknaam en het type van het etiket opgeven, zodat u de volgende keer niet opnieuw alle gegevens in hoeft te vullen. Klik op Nieuw document. 50

57 Calccursus Module 4 Adresetiketten maken (vervolg) Er verschijnt een pagina met etiketten. Klik op Beeld, Gegevensbronnen. Klik in het grijze vierkantje vóór de eerste naam (M. van Dam). De gegevens van deze persoon komen in een blauwe balk te staan. Houd de Shift-toets ingedrukt en klik in het grijze vierkantje vóór de laatste naam (M. de Boer). De gegevens van alle personen zijn nu blauw. Klik op de knop Gegevens naar velden. De gegevens van de geselecteerde personen worden nu in de etiketten ingevoegd. 51

58 Calccursus Module 4 Adresetiketten maken (vervolg) Klik op Bestand, Afdrukken. Er verschijnt een dialoogvenster. Klik op Nee. Het venster Afdrukken wordt geopend. U kunt eventueel nog aangeven hoeveel exemplaren u wilt afdrukken. Het vel met de etiketten wordt nu afgedrukt. 52

1. Kennismaken met Calc

1. Kennismaken met Calc 1. Kennismaken met Calc In deze module leert u: - het programma Calc starten. - de onderdelen van het programmavenster van Calc herkennen. - over het werkblad verplaatsen. - gegevens invoeren. - het programma

Nadere informatie

6. Absolute en relatieve celadressering

6. Absolute en relatieve celadressering 6. Absolute en relatieve celadressering In deze module leert u: - Wat absolute en relatieve celadressering is; - De relatieve celadressering toepassen; - De absolute celadressering toepassen; - De absolute

Nadere informatie

5. Functies. In deze module leert u:

5. Functies. In deze module leert u: 5. Functies In deze module leert u: - Wat functies zijn; - Functies uitvoeren; - De verschillende functies van Calc kennen. - Naar een ander werkblad verwijzen. U kunt eenvoudige berekeningen, zoals aftrekken,

Nadere informatie

Opmaak aanpassen Module 2

Opmaak aanpassen Module 2 2. Opmaak aanpassen In deze module leert u: 1. een rand rond een cel plaatsen; 2. de achtergrondkleur van een cel veranderen; 3. een automatische opmaak toepassen. 2.1 Het uiterlijk van cellen veranderen

Nadere informatie

3. Voorwaardelijke Opmaak

3. Voorwaardelijke Opmaak 3. Voorwaardelijke Opmaak In deze module leert u: - Wat de voorwaardelijke opmaak is. - Hoe u de voorwaardelijke opmaak toe kunt passen. Met voorwaardelijke opmaak kunt u opmaakkenmerken toekennen aan

Nadere informatie

Excel 2010, H1 HOOFDSTUK 1

Excel 2010, H1 HOOFDSTUK 1 HOOFDSTUK 1 Excel opstarten en afsluiten EXCEL kan worden opgestart via. Als EXCEL al vaker is gestart kun je direct op Microsoft Office EXCEL 2010 klikken. Typ anders in het zoekvak de eerste letters

Nadere informatie

15. Tabellen. 1. wat rijen, kolommen en cellen zijn; 2. rijen en kolommen invoegen; 3. een tabel invoegen en weer verwijderen;

15. Tabellen. 1. wat rijen, kolommen en cellen zijn; 2. rijen en kolommen invoegen; 3. een tabel invoegen en weer verwijderen; 15. Tabellen Misschien heeft u al eens geprobeerd om gegevens in een aantal kolommen te plaatsen door gebruik te maken van spaties, kolommen of tabs. Dat verloopt goed totdat u gegevens wilt wijzigen of

Nadere informatie

1. Cellen en formules

1. Cellen en formules 13 1. Cellen en formules Microsoft Excel is een rekenprogramma, ook wel spreadsheetprogramma genoemd. Met het woord spread wordt in het Engels tekst over meer kolommen bedoeld en de term sheet betekent

Nadere informatie

www.digitalecomputercursus.nl 6. Reeksen

www.digitalecomputercursus.nl 6. Reeksen 6. Reeksen Excel kan datums automatisch uitbreiden tot een reeks. Dit betekent dat u na het typen van een maand Excel de opdracht kan geven om de volgende maanden aan te vullen. Deze voorziening bespaart

Nadere informatie

SNEL WERKEN MET EXCEL

SNEL WERKEN MET EXCEL SNEL WERKEN MET EXCEL 2013 Computertraining voor 50-plussers PC50plus computertrainingen Eikbosserweg 52 1214AK Hilversum tel: 035 6213701 info@pc50plus.nl www.pc50plus.nl Snel werken met Excel C O M P

Nadere informatie

De celwijzer is een rechthoekig kader dat om de actieve cel zit. celwijzer

De celwijzer is een rechthoekig kader dat om de actieve cel zit. celwijzer Inhoudsopgave: De werkmap p. 1 Navigeren p. 1 Selecteren p. 2 Het hele werkblad selecteren p. 2 Gegevens invoeren p. 3 De kolombreedte aanpassen p. 3 Bladtabs p. 4 Naam tabblad wijzigingen p. 4 Invoegen

Nadere informatie

8. Adresetiketten maken

8. Adresetiketten maken 8. Adresetiketten maken In deze module leert u: - Hoe u een adressenbestand kunt maken; - Hoe u een adressenbestand kunt koppelen aan Writer; - Hoe u adresetiketten van dat adressenbestand kunt maken;

Nadere informatie

6. Tekst verwijderen en verplaatsen

6. Tekst verwijderen en verplaatsen 6. Tekst verwijderen en verplaatsen In deze module leert u: een stuk tekst selecteren een stuk tekst verwijderen; acties ongedaan maken en opnieuw doen; een stuk tekst vervangen; een stuk tekst verplaatsen;

Nadere informatie

SNELLE INVOER MET EXCEL

SNELLE INVOER MET EXCEL SNELLE INVOER MET EXCEL Naam Nr Klas Datum Het is de bedoeling dat je de gegevens van een tabel op efficiënte wijze invoert, dat betekent: correct en snel! Microsoft Excel biedt verscheidene mogelijkheden

Nadere informatie

Afdrukken in Calc Module 7

Afdrukken in Calc Module 7 7. Afdrukken in Calc In deze module leert u een aantal opties die u kunt toepassen bij het afdrukken van Calc-bestanden. Achtereenvolgens worden behandeld: Afdrukken van werkbladen Marges Gedeeltelijk

Nadere informatie

Basistechnieken Microsoft Excel in 15 minuten

Basistechnieken Microsoft Excel in 15 minuten Basistechnieken Microsoft Excel in 15 minuten Microsoft Excel is een rekenprogramma. Je kan het echter ook heel goed gebruiken voor het maken van overzichten, grafieken, planningen, lijsten en scenario's.

Nadere informatie

Via de het tabblad Bestand kun je bijvoorbeeld een nieuwe werkmap maken, werkmappen openen, opslaan en afdrukken.

Via de het tabblad Bestand kun je bijvoorbeeld een nieuwe werkmap maken, werkmappen openen, opslaan en afdrukken. SAMENVATTING HOOFDSTUK 1 Excel opstarten, verkennen en afsluiten EXCEL kan bijvoorbeeld worden opgestart via de snelkoppeling naar EXCEL op het bureaublad, als deze er is, of via of. Als EXCEL al vaker

Nadere informatie

Rekenblad (Calc) Invoer van gegevens. Les1: Het programmavenster. De werkmap

Rekenblad (Calc) Invoer van gegevens. Les1: Het programmavenster. De werkmap Rekenblad (Calc) Invoer van gegevens Met behulp van een rekenblad of spreadsheet kan je een groot aantal getallen invoeren, de computer hiermee laten rekenen en de bekomen resultaten verder verwerken.

Nadere informatie

Excel. Inleiding. Het meest gebruikte spreadsheet programma is Excel.

Excel. Inleiding. Het meest gebruikte spreadsheet programma is Excel. Excel Inleiding Het woord computer betekent zoiets als rekenmachine. Daarmee is is eigenlijk aangegeven wat een computer doet. Het is een ingewikkelde rekenmachine. Zelf voor tekstverwerken moet hij rekenen.

Nadere informatie

Het uiterlijk lijkt erg op Word, een paar belangrijke verschillen geven we aan in de schermafdruk hieronder.

Het uiterlijk lijkt erg op Word, een paar belangrijke verschillen geven we aan in de schermafdruk hieronder. Inleiding Rekenen is een onderdeel van iedere opleiding. Het programma waar je mee kunt rekenen op de computer is het programma Excel, onderdeel van Microsoft Office. Excel is een krachtig rekenprogramma.

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. beginnen met excel

HOOFDSTUK 1. beginnen met excel HOOFDSTUK 1 beginnen met excel Inleiding Voor het betere rekenwerk in de bedrijfseconomie worden spreadsheets (rekenbladen) gebruikt. In dit hoofdstuk leer je omgaan met algemene basisbewerkingen in Excel:

Nadere informatie

www.digitalecomputercursus.nl 10. Voorbeeld berekeningen maken met Excel

www.digitalecomputercursus.nl 10. Voorbeeld berekeningen maken met Excel 10. Voorbeeld berekeningen maken met Excel In de komende hoofdstukken worden een aantal voorbeelden van berekeningen die gemaakt kunnen worden in Excel uitgelicht. U kunt deze berekeningen ook zodanig

Nadere informatie

Informatica College Blaucapel/KS Handelingsdeel IV. Basis Excel

Informatica College Blaucapel/KS Handelingsdeel IV. Basis Excel blaucapel Basis Excel Excel is een rekenprogramma: een elektronisch rekenvel. Het wordt ook wel een spreadsheet (een verspreid veld) genoemd. Wat kun je bijvoorbeeld maken met excel: Prijsberekeningen

Nadere informatie

2.6 Spreadsheets met Excel

2.6 Spreadsheets met Excel 2.6 Spreadsheets met Excel LEERDOEL Het beheersen van de basisprincipes van werken met spreadsheets. Werken met spreadsheets leer je alleen maar door daadwerkelijk achter een computer te gaan zitten. Deze

Nadere informatie

INKIJKEXEMPLAAR WERKEN MET EXCEL. Werken met excel. Hoe? Zo!

INKIJKEXEMPLAAR WERKEN MET EXCEL. Werken met excel. Hoe? Zo! Werken met excel 1 WERKEN MET EXCEL In dit boek leer je werken met Excel. Met Excel maak je berekeningen. Het is een soort uitgebreide rekenmachine. Het boek bestaat uit 4 hoofdstukken. De eerste hoofdstukken

Nadere informatie

Een formule is een berekening die jij zelf maakt in Excel. Een formule begint met het isgelijkteken en bevat celverwijzingen.

Een formule is een berekening die jij zelf maakt in Excel. Een formule begint met het isgelijkteken en bevat celverwijzingen. Formules Een formule is een berekening die jij zelf maakt in Excel. Een formule begint met het isgelijkteken en bevat celverwijzingen. Figuur 1. Elke formule begint met = Stappen bij het maken van een

Nadere informatie

2.4.4 LibreOffice Werkblad Mac

2.4.4 LibreOffice Werkblad Mac 2.4.4 LibreOffice Werkblad Mac Deze cursus bestaat uit 4 delen. 1. Werkblad gebruiken voor berekeningen 2. Werkblad gebruiken voor het maken van lijsten 3. Werkblad gebruiken voor een (eenvoudige) boekhouding

Nadere informatie

Relatieve en Absolute adressering

Relatieve en Absolute adressering Klik op ENTER om je formule te bevestigen Relatieve en Absolute adressering Relatieve adressering Typ het volgend voorbeeld nu: Wanneer je de formule sleept met de vulgreep, dan zie je dat de formule zich

Nadere informatie

Basisvaardigheden Microsoft Excel

Basisvaardigheden Microsoft Excel Basisvaardigheden Microsoft Excel Met behulp van deze handleiding kun je de basisvaardigheden leren die nodig zijn om meetresultaten van een practicum te verwerken. Je kunt dan het verband tussen twee

Nadere informatie

5 FORMULES EN FUNCTIES

5 FORMULES EN FUNCTIES 72 5 FORMULES EN FUNCTIES Dit hoofdstuk behandelt één van de belangrijkste aspecten van spreadsheet programma s: het rekenen met formules en functies. 5.1 Formules invoeren Bij dit onderwerp gebruikt u

Nadere informatie

1 Copyright 2009 Digitale Computer Cursus 1e druk 2009 Auteur Interactieve oefeningen en website Vormgeving A. Beumer A.J.M. Mul A. Beumer Alle rechten voorbehouden. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming

Nadere informatie

1. Kennismaken met Impress

1. Kennismaken met Impress 1. Kennismaken met Impress In deze module leert u: 1 Wat Impress is; 2 Impress starten; 3 Een nieuwe presentatie maken; 4 Instellingen van Impress wijzigen; 5 Opslaan en openen. 1 Wat is Impress? OpenOffice.org

Nadere informatie

Hoofdstuk 8: Bewerken

Hoofdstuk 8: Bewerken Hoofdstuk 8: Bewerken 8.0 Inleiding Bewerken in Excel gaat grotendeels hetzelfde als het bewerken in andere Microsoft Office programma s. Als het bekend is hoe in Word tekst te knippen en plakken, dan

Nadere informatie

1 De werkmap beschermen

1 De werkmap beschermen 1 De werkmap beschermen Er zijn veel redenen om een werkmap, of delen ervan, te willen afschermen of beschermen. Het kan zijn dat delen van een werkblad gegevens bevatten die nodig zijn bij een berekening,

Nadere informatie

Cellen automatisch vullen

Cellen automatisch vullen Cellen automatisch vullen Open een nieuw bestand. Typ in cel A1 het woord Zondag. Klik op cel A1. Er staat nu een kader omheen. Rechts onder in het kader zie je een vierkantje, de vulgreep. Sleep de vulgreep

Nadere informatie

Rekenen, catalogiseren, rapporten en andere zaken. Werken met een spreadsheet. door M. Aangeenbrug

Rekenen, catalogiseren, rapporten en andere zaken. Werken met een spreadsheet. door M. Aangeenbrug Rekenen, catalogiseren, rapporten en andere zaken Werken met een spreadsheet door M. Aangeenbrug Op de meeste PC s is wel een kantoorpakket geïnstalleerd. Velen beperken zich tot het gebruik van de tekstverwerker

Nadere informatie

Cellen naast onder noem je een kolom Cellen naast elkaar noem je een rij Kolommen worden met letters aangegeven A..Z AA.AZ BA BZ enz.

Cellen naast onder noem je een kolom Cellen naast elkaar noem je een rij Kolommen worden met letters aangegeven A..Z AA.AZ BA BZ enz. Werken met Excel 1 A. werkbladen Een excelmap bestaat uit werkbladen. (zie onderaan het scherm). Als je met rechts op Blad1 klikt kan je bladen invoegen en de naam van bladen veranderen. Zie voorbeeld

Nadere informatie

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt.

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt. VAARDIGHEDEN EXCEL Excel is een programma met veel mogelijkheden om meetresultaten te verwerken, maar het was oorspronkelijk een programma voor boekhouders. Dat betekent dat we ons soms in bochten moeten

Nadere informatie

Office LibreOffice Werkblad gebruiken

Office LibreOffice Werkblad gebruiken office_lo_werkblad_gebruiken/05-03-15/pag 1/6 Office LibreOffice Werkblad gebruiken Deze les bestaat uit 4 delen. 1. Werkblad gebruiken voor berekeningen 2. Werkblad gebruiken voor het maken van lijsten

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Het Excel Dashboard* 2010

Hoofdstuk 1: Het Excel Dashboard* 2010 Hoofdstuk 1: Het Excel Dashboard* 2010 1.0 Introductie Excel helpt om data beter te begrijpen door het in cellen (die rijen en kolommen vormen) in te delen en formules te gebruiken om relevante berekeningen

Nadere informatie

Werken aan de hand van. Microsoft Excel. Schooljaar V. Schelkens, C. Kaivers, F. Thomas

Werken aan de hand van. Microsoft Excel. Schooljaar V. Schelkens, C. Kaivers, F. Thomas Werken aan de hand van Microsoft Excel Schooljaar 2018-2019 V. Schelkens, C. Kaivers, F. Thomas In dit project ga je leren hoe je een rekenblad aan de hand van Microsoft Excel kan opstellen. Bij elke oefening

Nadere informatie

23. Standaardbrieven (MailMerge)

23. Standaardbrieven (MailMerge) 23. Standaardbrieven (MailMerge) In deze module leert u: 1. Wat een standaardbrief is. 2. Hoe u een standaardbrief maakt. 3. Hoe u een adressenbestand kunt koppelen aan een standaardbrief. 4. Hoe u een

Nadere informatie

Grafieken veranderen met Excel 2007

Grafieken veranderen met Excel 2007 Grafieken veranderen met Excel 2007 Hoe werkt Excel? Eerste oefening Hieronder zie je een gedeelte van het openingsscherm van Excel. Let op hoe we alle onderdelen van het werkblad noemen! Aantal decimalen

Nadere informatie

Basisvaardigheden Microsoft Excel

Basisvaardigheden Microsoft Excel Basisvaardigheden Microsoft Excel Met behulp van deze handleiding kun je de basisvaardigheden leren die nodig zijn om meetresultaten van een practicum te verwerken. Je kunt dan het verband tussen twee

Nadere informatie

Module 4 Opmaak van een werkblad en cellen

Module 4 Opmaak van een werkblad en cellen Module 4 Opmaak van een werkblad en cellen Kolombreedte en rijhoogte#breedtehoogte Opmaak van cellen Lettertype Uitlijning Opvulling Randen Getallen Datum en tijd Voorwaardelijke opmaak Gebruik van thema's

Nadere informatie

EXCEL VOOR WINDOWS A

EXCEL VOOR WINDOWS A EXCEL VOOR WINDOWS A Benodigde voorkennis: De basisbegrippen van MS Excel v.w.b. het gebruik van menu s, werkbalken en het openen en bewaren van werkmappen (documenten), komen overeen met de basisbegrippen

Nadere informatie

Een toekomst voor ieder kind. www.altra.nl

Een toekomst voor ieder kind. www.altra.nl Een toekomst voor ieder kind www.altra.nl Excel Tips en trucs Knippen/kopiëren Kolommen verplaatsen Het is handig om de kolommen met de module en locatie als eerste twee in het overzicht te hebben. Selecteer

Nadere informatie

2.13 Herhaling basis/verdieping: oefeningen

2.13 Herhaling basis/verdieping: oefeningen 2.13 Herhaling basis/verdieping: oefeningen Oefening 7.: Gegevens invoeren Open een nieuw document. Vul uw scherm in zoals hieronder weergegeven. Bewaar de map onder de naam Factuur. Oefening 8.: Kolombreedte

Nadere informatie

Microsoft Excel 2016

Microsoft Excel 2016 Microsoft Excel 2016 Titel Microsoft Excel 2016 Eerste druk December 2017 De module Microsoft Excel 2016 is een onderdeel van de WERKportal.nl. De WERK-portal.nl is een product van SBCM en Cedris. Website:

Nadere informatie

1. Rekenen en formules

1. Rekenen en formules 9 1. Rekenen en formules Microsoft Excel is een rekenprogramma, ook wel spreadsheetprogramma genoemd. Met het woord spread wordt in het Engels tekst over meer kolommen bedoeld en de term sheet betekent

Nadere informatie

Je kan op verschillende manierenn gegevens verplaatsen. Je zal steeds eerst de cellen die je wilt

Je kan op verschillende manierenn gegevens verplaatsen. Je zal steeds eerst de cellen die je wilt Knippen - Plakken Je kan op verschillende manierenn gegevens verplaatsen. Je zal steeds eerst de cellen die je wilt verplaatsen, moeten selecteren om ze vervolgens te knippen en dan de cel te selecteren

Nadere informatie

10. Pagina-instellingen

10. Pagina-instellingen 10. Pagina-instellingen Voordat u begint met het schrijven van een document in het programma Writer, is het raadzaam eerst te bepalen hoe het er uiteindelijk uit moet komen te zien. In deze module leert

Nadere informatie

2.15 Herhaling basis/verdieping: oefeningen

2.15 Herhaling basis/verdieping: oefeningen 2.15 Herhaling basis/verdieping: oefeningen Oefening 7.: Gegevens invoeren Open een nieuw document. Vul uw scherm in zoals hieronder weergegeven. Bewaar de map onder de naam Factuur. Oefening 8.: Kolombreedte

Nadere informatie

Handleiding Word de graad

Handleiding Word de graad Handleiding Word 2010 3de graad Inhoudsopgave Regelafstand 3 Knippen 3 Kopiëren 5 Plakken 6 Tabs 7 Pagina-instellingen 9 Opsommingstekens en nummeringen 12 Kopteksten en voetteksten 14 Paginanummering

Nadere informatie

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 De website bij het boek 7 Introductie Visual Steps 8 Wat heeft u nodig? 8 Uw voorkennis 9 Bonushoofdstukken

Inhoudsopgave Voorwoord 7 Nieuwsbrief 7 De website bij het boek 7 Introductie Visual Steps 8 Wat heeft u nodig? 8 Uw voorkennis 9 Bonushoofdstukken Inhoudsopgave Voorwoord... 7 Nieuwsbrief... 7 De website bij het boek... 7 Introductie Visual Steps... 8 Wat heeft u nodig?... 8 Uw voorkennis... 9 Bonushoofdstukken... 9 Hoe werkt u met dit boek?... 10

Nadere informatie

De tekstverwerker. Afb. 1 de tekstverwerker

De tekstverwerker. Afb. 1 de tekstverwerker De tekstverwerker De tekstverwerker is een module die u bij het vullen van uw website veel zult gebruiken. Naast de module tekst maken onder andere de modules Aankondigingen en Events ook gebruik van de

Nadere informatie

Handleiding aanpassen Cito-excelbestanden

Handleiding aanpassen Cito-excelbestanden Handleiding aanpassen Cito-excelbestanden M. van den Berg GION Februari 2015 Analyse Cito-opgaven 1) Neem het blad Analyse Cito-toetsopgaven voor u; 2) Pak de Cito-toets die u wilt invoeren voor u; 3)

Nadere informatie

Microsoft Word Kennismaken

Microsoft Word Kennismaken Microsoft Word 2013 Kennismaken Inleiding Microsoft Word is het meest gebruikte tekstverwerkingsprogramma ter wereld. De mogelijkheden die Word biedt zijn talrijk, maar als je nog nooit met Word gewerkt

Nadere informatie

Inhoudsopgave Voorwoord 5 Nieuwsbrief 5 Introductie Visual Steps 6 Wat heeft u nodig? 6 De volgorde van lezen 7 Uw voorkennis

Inhoudsopgave Voorwoord 5 Nieuwsbrief 5 Introductie Visual Steps 6 Wat heeft u nodig? 6 De volgorde van lezen 7 Uw voorkennis Inhoudsopgave Voorwoord... 5 Nieuwsbrief... 5 Introductie Visual Steps... 6 Wat heeft u nodig?... 6 De volgorde van lezen... 7 Uw voorkennis... 8 Hoe werkt u met dit boek?... 8 Website... 9 Toets uw kennis...

Nadere informatie

2. Een adressenbestand maken in Excel

2. Een adressenbestand maken in Excel 23 2. Een adressenbestand maken in Excel Als u een grote hoeveelheid brieven of kaarten gaat versturen, kan het handig zijn om daarvoor adresetiketten af te drukken. Adresetiketten kunt u gebruiken voor

Nadere informatie

1. Cellen en formules

1. Cellen en formules 11 1. Cellen en formules Microsoft Excel is een rekenprogramma, ook wel spreadsheetprogramma genoemd. Met het woord spread wordt in het Engels tekst over meer kolommen bedoeld en de term sheet betekent

Nadere informatie

Excel reader. Beginner Gemiddeld. bas@excel-programmeur.nl

Excel reader. Beginner Gemiddeld. bas@excel-programmeur.nl Excel reader Beginner Gemiddeld Auteur Bas Meijerink E-mail bas@excel-programmeur.nl Versie 01D00 Datum 01-03-2014 Inhoudsopgave Introductie... - 3 - Hoofdstuk 1 - Databewerking - 4-1. Inleiding... - 5-2.

Nadere informatie

Excel voor beginners (2) Handleiding van Helpmij.nl

Excel voor beginners (2) Handleiding van Helpmij.nl Excel voor beginners (2) Handleiding van Auteur: CorVerm April 2008 Ook deze keer gaan we aan de hand van een voorbeeld aan de slag om Excel beter te leren kennen. Ditmaal gaan we een model maken om de

Nadere informatie

Windows is het meest gebruikte besturingssysteem ter wereld.

Windows is het meest gebruikte besturingssysteem ter wereld. 2 Windows, inleiding Windows is het meest gebruikte besturingssysteem ter wereld. 2.1 Windows, een eerste verkenning In het vorige hoofdstuk heb je gezien wat een besturingssysteem is. Nu ga je werken

Nadere informatie

Excel voor de beginner (1) Handleiding van Helpmij.nl

Excel voor de beginner (1) Handleiding van Helpmij.nl Excel voor de beginner (1) Handleiding van Auteur: CorVerm April 2008 handleiding: Excel voor de beginner (1) Alle begin is moeilijk. Voor het werken met Excel is dat net zo, daarom zal ik m'n best doen

Nadere informatie

Afbeeldingen Module 11

Afbeeldingen Module 11 11. Afbeeldingen Er zijn veel manieren waarop u een afbeelding in kunt voegen in een tekst. U kunt bijvoorbeeld plaatjes die met een ander programma zijn gemaakt in uw documenten opnemen. Zo kunt u met

Nadere informatie

Werken met Excel 1. A. werkbladen. B. cellen

Werken met Excel 1. A. werkbladen. B. cellen Werken met Excel 1 A. werkbladen Een Excelmap bestaat uit werkbladen. (zie onderaan het scherm). Als je met rechts op Blad1 klikt kan je bladen invoegen en de naam van bladen veranderen. Zie voorbeeld

Nadere informatie

Basis Excel cursus 2013

Basis Excel cursus 2013 Basis Excel cursus 2013 Learnit Training Gratis cursus Excel 2013 Deze Learnit cursus is ontwikkeld om u een indruk te geven van het rekenprogramma Excel 2013 en haar mogelijkheden. In zes lessen leert

Nadere informatie

Kennismaking. Versies. Text. Graph: Word Logo voorbeelden verschillende versies. Werkomgeving

Kennismaking. Versies. Text. Graph: Word Logo voorbeelden verschillende versies. Werkomgeving Kennismaking Word is een tekstverwerkingsprogramma. U kunt er teksten mee maken, zoals brieven, artikelen en verslagen. U kunt ook grafieken, lijsten en afbeeldingen toevoegen en tabellen maken. Zodra

Nadere informatie

Korte inleiding Excel

Korte inleiding Excel Korte Inleiding Excel, het verwerken van meetresultaten 1 Korte inleiding Excel ten behoeve van het verwerken van meetresultaten. In deze korte cursus zullen we leren hoe we het spreadsheet-(rekenvel-)programma

Nadere informatie

Een tabel is samengesteld uit rijen (horizontaal) en kolommen (verticaal). Elk vakje uit een tabel is een cel.

Een tabel is samengesteld uit rijen (horizontaal) en kolommen (verticaal). Elk vakje uit een tabel is een cel. Module 14 Tabellen Een tabel invoegen Een tabel tekenen Verplaatsen en selecteren in een tabel Een tabel opmaken Veldnamenrij herhalen Rijen en kolommen toevoegen en verwijderen Tekst converteren naar

Nadere informatie

Computerlessen voor Senioren. Themacursus. Basis Excel. Uitgave Samenstelling: Lucien Delchambre Paul Derycke. Werken met mappen 1

Computerlessen voor Senioren. Themacursus. Basis Excel. Uitgave Samenstelling: Lucien Delchambre Paul Derycke. Werken met mappen 1 & Computerlessen voor Senioren Themacursus Basis Excel Uitgave 2010 Samenstelling: Lucien Delchambre Paul Derycke Werken met mappen 1 HANDLEIDING BASIS EXCEL 3 1 Inleiding 3 2 Belangrijke functies 8 3

Nadere informatie

Grafieken in Word. Soort 1 2 5 10 12 15 20 30 Leven 4,8 4,9 5,1 5,5 5,6 5,8 6,0 6,2 Annuïteiten 4,9 5,1 5,3 5,7 5,8 6,0 6,2 6,5

Grafieken in Word. Soort 1 2 5 10 12 15 20 30 Leven 4,8 4,9 5,1 5,5 5,6 5,8 6,0 6,2 Annuïteiten 4,9 5,1 5,3 5,7 5,8 6,0 6,2 6,5 Les 16 Grafieken in Word In deze les leert u hoe u gegevens weergeeft in de vorm van een grafiek. Ook past u het uiterlijk, de schaal en het type grafiek aan. Een grafiek maken Eén plaatje zegt meer dan

Nadere informatie

1. Rekenen en formules

1. Rekenen en formules 9 1. Rekenen en formules Microsoft Excel is een zogenaamd spreadsheetprogramma. Het woord spreadsheet is zo n typische computerterm die u pas gaat begrijpen als u met zo n programma werkt. Te vertalen

Nadere informatie

Excel Elektronisch rekenblad Dhr. Goeminne

Excel Elektronisch rekenblad Dhr. Goeminne 2 e semster 13 Excel Elektronisch rekenblad Dhr. Goeminne Naam :. Hoofdstuk 1: Inleiding Met een rekenblad kunnen we gegevens berekenen, vergelijken, ordenen en presenteren. Excel start je op via het menu

Nadere informatie

Tabellen. Een tabel invoegen

Tabellen. Een tabel invoegen Tabellen Een tabel invoegen Een tabel tekenen Verplaatsen en selecteren in een tabel Een tabel opmaken Veldnamenrij herhalen Rijen en kolommen toevoegen en verwijderen Tekst converteren naar een tabel

Nadere informatie

Leren werken met Excel en Tabellen maken

Leren werken met Excel en Tabellen maken Leren werken met Excel en Tabellen maken Loek Halman & Josja Rokven I. Leren werken met Excel Instructie Excel is een van de meest gebruikte programma s. Het is bijna onmisbaar voor iedereen de veel met

Nadere informatie

Sneltoetsen Excel 2010

Sneltoetsen Excel 2010 1 Waarom Sneltoetsen Gebruiken? Om het werken met Excel te versnellen en gemakkelijker te maken zijn er honderden sneltoetsen die je kunt gebruiken om de meest uitlopende opdrachten uit te voeren. Je kunt

Nadere informatie

25 Excel tips. 25 Handige Excel tips die tijd besparen en fouten voorkomen. Ir. Fred Hirdes. Excel-leren.nl.

25 Excel tips. 25 Handige Excel tips die tijd besparen en fouten voorkomen. Ir. Fred Hirdes. Excel-leren.nl. [Geef tekst op] 25 Excel tips 25 Handige Excel tips die tijd besparen en fouten voorkomen Ir. Fred Hirdes Excel-leren.nl info@excel-helpdesk.nl Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 2 Tip 1 tm

Nadere informatie

Microsoft Word 365. Kennismaken AAN DE SLAG MET DIGITALE VAARDIGHEDEN TRAINING: MICROSOFT WORD 365

Microsoft Word 365. Kennismaken AAN DE SLAG MET DIGITALE VAARDIGHEDEN TRAINING: MICROSOFT WORD 365 Microsoft Word 365 Kennismaken Inleiding Microsoft Word is het meest gebruikte tekstverwerkingsprogramma ter wereld. De mogelijkheden die Word biedt zijn talrijk, maar als je nog nooit met Word gewerkt

Nadere informatie

22. Sjablonen. In deze module leert u: 1. Wat een sjabloon is. 2. Hoe u sjablonen gebruikt. 3. Hoe u zelf sjablonen kunt maken.

22. Sjablonen. In deze module leert u: 1. Wat een sjabloon is. 2. Hoe u sjablonen gebruikt. 3. Hoe u zelf sjablonen kunt maken. 22. Sjablonen In deze module leert u: 1. Wat een sjabloon is. 2. Hoe u sjablonen gebruikt. 3. Hoe u zelf sjablonen kunt maken. Een sjabloon is een speciaal bestand dat u kunt gebruiken als model voor een

Nadere informatie

Titel: Workshop creatief met MS Word Auteur: Miriam Harreman / Jaar: 2009 Versie: Creative Commons Naamsvermelding & Gelijk

Titel: Workshop creatief met MS Word Auteur: Miriam Harreman /   Jaar: 2009 Versie: Creative Commons Naamsvermelding & Gelijk Versie: 1.0-1- Creative Commons Index INDEX... 2 INLEIDING... 3 INSTELLEN VAN DE PAGINA... 4 LIGGENDE KAART... 4 STAANDE KAART... 4 WERKRUIMTE... 4 WERKEN MET WORDART... 5 WORDART: WERKBALK... 5 WORDART:

Nadere informatie

Excel werkbladen basis. Basis informatie voor Excel Uitleg van enkele basis wetenswaardigheden van Excel

Excel werkbladen basis. Basis informatie voor Excel Uitleg van enkele basis wetenswaardigheden van Excel Excel werkbladen basis Basis informatie voor Excel 2007 Uitleg van enkele basis wetenswaardigheden van Excel Peter Franke 11-12-2013 Werkblad en Toetsen In dit menu wordt uitgelegd welke handelingen je

Nadere informatie

1. Cellen en formules

1. Cellen en formules 19 1. Cellen en formules Microsoft Excel is een rekenprogramma, ook wel spreadsheetprogramma genoemd. Met het woord spread wordt in het Engels tekst over meer kolommen bedoeld en de term sheet betekent

Nadere informatie

Mappen en bestanden. In dit hoofdstuk leert u het volgende:

Mappen en bestanden. In dit hoofdstuk leert u het volgende: Mappen en bestanden 1 Mappen en bestanden Een bestand is een verzamelnaam voor teksten, tekeningen of programma s. Alles wat op de vaste schijf van uw computer staat, is een bestand. Op een vaste schijf

Nadere informatie

Het gebruik van een spreadsheetprogramma Algemene introductie in het gebruik van spreadsheets Fons Vernooij

Het gebruik van een spreadsheetprogramma Algemene introductie in het gebruik van spreadsheets Fons Vernooij Het gebruik van een spreadsheetprogramma Algemene introductie in het gebruik van spreadsheets Fons Vernooij Introductie Een spreadsheetprogramma kan heel veel. Zoveel zelfs dat je bijna vergeet dat hij

Nadere informatie

Met de knoppen uit de groep Lettertype van het tabblad Start kun je geselecteerde cellen opmaken.

Met de knoppen uit de groep Lettertype van het tabblad Start kun je geselecteerde cellen opmaken. SAMENVATTING HOOFDSTUK 4 Celopmaak via het Lint, groep Lettertype Met de knoppen uit de groep Lettertype van het tabblad Start kun je geselecteerde cellen opmaken. Knop (Lettertype) (Tekengrootte) (Vet)

Nadere informatie

4. Grafieken. 4.1 Een dia met grafiek invoegen

4. Grafieken. 4.1 Een dia met grafiek invoegen 4. Grafieken Het kan zeer verhelderend zijn om één of meerdere grafieken in uw presentatie op te nemen. Aangezien het bij een presentatie belangrijk is dat het publiek in één oogopslag kan zien waar een

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Basishandelingen

Hoofdstuk 2 Basishandelingen Hoofdstuk 2 Basishandelingen Overzicht van de vereiste voorkennis Kennismaking met Windows Basishandelingen in Windows Hoofdstuk 1: Inleiding Je leert in dit hoofdstuk Studietaak 1: De celaanwijzer verplaatsen......................................................207

Nadere informatie

2.15 Herhaling basis/verdieping: oefeningen

2.15 Herhaling basis/verdieping: oefeningen 2.15 Herhaling basis/verdieping: oefeningen Oefening 7.: Gegevens invoeren Open een nieuw document. Vul uw scherm in zoals hieronder weergegeven. Bewaar de map onder de naam Factuur. Oefening 8.: Kolombreedte

Nadere informatie

Beginnen met De Computer. Deel 4: Excel. Valentina Bajović

Beginnen met De Computer. Deel 4: Excel. Valentina Bajović Beginnen met De Computer Deel 4: Excel Valentina Bajović Uitgeverij Tobi Vroegh 2006 Beginnen met de computer Colofon Beginnen met de computer. Deel 4: Excel Tekst: Valentina Bajovic Correcties: Marlou

Nadere informatie

REKENEN MET EXCEL. Naam Nr Klas Datum

REKENEN MET EXCEL. Naam Nr Klas Datum REKENEN MET EXCEL Naam Nr Klas Datum Microsoft Excel wordt gebruikt om facturen, bestelbonnen, prijsoffertes, rapporten en ander rekenwerk uit te voeren. Rekenbladen moeten dus formules bevatten! In deze

Nadere informatie

Excel : de basis. Wat is Excel?

Excel : de basis. Wat is Excel? Excel : de basis Wat is Excel? Excel is een rekenbladprogramma (spreadsheet). Je kan met dit programma dus op een eenvoudige manier getallen weer geven, ordenen, vergelijken, berekenen en presenteren.

Nadere informatie

Handicom. Symbol for Windows. Image Manager. (Versie 4) Handicom, 2011, Nederland

Handicom. Symbol for Windows. Image Manager. (Versie 4) Handicom, 2011, Nederland Handicom Symbol for Windows Image Manager (Versie 4) Handicom, 2011, Nederland Inhoud Inleiding... 2 1. Image Manager hoofdscherm...3 1.1 Onderdelen van het venster...3 1.2 Het scherm veranderen...3 1.2.1

Nadere informatie

les 6 draaitabellen en draaigrafieken Herhaling Oefening 6.1

les 6 draaitabellen en draaigrafieken Herhaling Oefening 6.1 draaitabellen en draaigrafieken Herhaling Oefening 6.1 a. Open de werkmap Draaitabel. b. Sorteer de gegevens Van A naar Z op de kolom Verkoper. c. Maak een Tabel bij alle gegevens van de verkoper De Koning.

Nadere informatie

Tekenobjecten Module 12

Tekenobjecten Module 12 12. Tekenobjecten In dit hoofdstuk leert u werken met de Tekenobjecten van Writer. Met behulp van deze functie kunt u uw creatie (in dit geval de kalender) er nog beter uit laten zien. 12.1 Tekenobjecten

Nadere informatie

INHOUD. Ten geleide Starten met Excel 13

INHOUD. Ten geleide Starten met Excel 13 INHOUD Ten geleide 11 1 Starten met Excel 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Microsoft Excel starten 13 1.3 Het toepassingsvenster van Excel 14 1.3.1 De titelbalk 14 1.3.1.1 De werkbalk Snelle toegang 15 1.3.1.2

Nadere informatie

Lijnen/randen en passe-partouts maken met Photoshop.

Lijnen/randen en passe-partouts maken met Photoshop. Lijnen/randen en passe-partouts maken met Photoshop. Les 1: Witte rand om de foto m.b.v. canvasgrootte. 1. Open de foto in Photoshop. 2. Klik in menu AFBEELDING op CANVASGROOTTE 3. Zorg dat in het vakje

Nadere informatie

Spelen met tabellen in word

Spelen met tabellen in word Spelen met tabellen in word Auteur : Ludo Huybrechts - deskundige informatica financiën e-mail : Ludo.Huybrechts@Fi.antwerpen.be Voor publicatie in tijdschriften is steeds het akkoord van de auteur vereist!

Nadere informatie

Opstarten Word 2013 bij Windows 7 Opstarten Word 2016 bij Windows 10

Opstarten Word 2013 bij Windows 7 Opstarten Word 2016 bij Windows 10 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1 Word opstarten, verkennen en afsluiten WORD kan opgestart worden via de startknop en de snelkoppeling in de lijst die boven de startknop staat: Opstarten Word 2013 bij Windows

Nadere informatie