Toelichting op Gedragsregels voor artsen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toelichting op Gedragsregels voor artsen"

Transcriptie

1 II.02 Toelichting op Gedragsregels voor artsen 1

2 Inhoudsopgave Introductie 3 1. De arts en wetenschappelijk onderzoek 4 2. De Mededingingswet 6 3. Geweten, levensbeschouwing en medisch-ethische opvattingen 8 4. Geschrapte regels en overige wijzigingen 9 2

3 Introductie Nog meer regels, zult u zich wanhopig afvragen. Regels hadden we toch al meer dan genoeg? Maar we kunnen u geruststellen. Van de nieuwe Gedragsregels voor artsen zijn er minder dan de oude. Van de 63 zijn er 55 overgebleven. Zij zijn op 25 juni 2002 door de algemene vergadering vastgesteld en zijn in september 2002 ook beschikbaar gekomen voor niet-leden, en voor de gezondheidszorg relevante instellingen en beroepsgroepen, tuchtcolleges, Inspecties en patiëntenorganisaties. De regels zijn algemeen geformuleerd. Ze kunnen niet los worden gezien van de interpretatie, uitwerking en concretisering die te vinden is in KNMG-documenten, die door haarzelf of in samenwerking met relevante partners zijn ontwikkeld. Soms wordt in de regels expliciet naar deze documenten verwezen, zoals het groene boekje over de en inzake het omgaan met medische gegevens, de Meldcode Kindermishandeling of de Code Geneesmiddelenreclame. Deze en ook andere achtergronddocumenten zijn te vinden op Artsennet (of in een papieren versie opvraagbaar) of worden in de komende tijd geactualiseerd en zijn aan vernieuwde versie van het Vademecum toegevoegd. De aanleiding tot de herziening van de regels (de vorige versie dateert van 1994) zijn de invoering van de Mededingingswet en de actuele ontwikkeling in de discussie over de integriteit en onafhankelijkheid van de arts in relatie tot het bedrijfsleven. Ook speelde de discussie over de arts die deelneemt aan wetenschappelijk onderzoek een rol. Er is van de gelegenheid gebruik gemaakt om ook de overige regels tegen het licht te houden en ze te schrappen of te wijzigen wanneer ze verouderd bleken. Er zijn drie soorten regels. Sommige zijn de uitleg van wetgeving die de gezondheidszorg of speciaal de arts-patiëntverhouding regelt. Andere geven een nadere invulling van het begrip goed hulpverlenerschap, waarmee de wetgever ruimte biedt om van wetsregels af te wijken. Weer andere verwijzen naar morele beginselen, die in de traditie van de uitoefening van het medisch beroep zijn ontwikkeld en beproefd. Een regelmatige herziening van de regels is daarom onvermijdelijk, omdat de wetgeving die voor de gezondheidszorg van toepassing is zich ontwikkelt, maar ook omdat de mores in de beroepsuitoefening aan verandering onderhevig is. In de preambule is een uiteenzetting te vinden over de werking van de Gedragsregels in verhouding tot de wet en tot regelgeving van beroepsverenigingen. Hieronder worden de veranderingen die in de regels zijn aangebracht nader uiteengezet. Eerst wordt ingegaan op de aanpassingen van regels over het bedrijfsleven en wetenschappelijk onderzoek (hoofdstuk IV en VI). Dan op de invloed van de Mededingingswet (vooral in hoofdstuk III en V van de regels). Apart worden de wijzigingen in regels behandeld die verwijzen naar medisch-ethische opvattingen, de rol van de levensbeschouwing en het beroep op het eigen geweten. In het laatste deel wordt beargumenteerd waarom sommige regels konden worden geschrapt. 3

4 1. De arts en wetenschappelijk onderzoek 1.1. De arts en het bedrijfsleven De betekenis van beide gedragsregels is met een kleine wijziging in de tekst niet veranderd ten opzichte van de oude tekst. De bedoeling van beide gedragsregels is duidelijker benoemd: de arts voorkomt iedere belangenverstrengeling die de patiënt kan schaden. Belangenverstrengeling kan optreden bij artsen, die wetenschappelijk onderzoek uitvoeren en in relaties tussen artsen en het bedrijfsleven. Hoe de arts zijn integriteit en onafhankelijkheid kan bewaren bij het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek wordt in gedragsregel IV in 4 artikelen uitgelegd 1 en bij relaties met het bedrijfsleven wordt in gedragsregel VI verwezen naar de Gedragscode van de stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR). Over de integriteit van onderzoekers bij het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek wordt veel gesproken en gedaan. Voor meer achtergrond verwijs ik naar een artikel hierover in het NTvG 2. In de KNMG gedragsregel De arts en het bedrijfsleven wordt verwezen naar de Gedragscode van de stichting CGR. Alhoewel deze code betrekking heeft op geneesmiddelen, acht de KNMG deze code van toepassing op alle relaties tussen artsen en bedrijven, die producten leveren die gerelateerd zijn aan de behandeling van patiënten Gedragscode Stichting Code Geneesmiddelenreclame Het doel van de Stichting CGR is te bereiken dat de farmaceutische bedrijven en betrokken beroepsgroepen zodanig met elkaar omgaan dat de patiënt verzekerd kan zijn van een objectief advies, en zonodig, het juiste geneesmiddel. Dat vergt integriteit en onafhankelijkheid van betrokken partijen. Een hulpmiddel daarbij zijn onderlinge afspraken, vastgelegd in de Gedragscode van de stichting. De stichting heeft een Codecommissie ingesteld voor het uitvoeren van een klachtenregeling en uitbrengen van adviezen. Een van de peilers van zelfregulering is de mogelijkheid van het indienen van klachten door bedrijven of individuen over vermeende overtredingen van de Gedragscode en het openbaar maken van de uitspraken van de Codecommissie. Als onderdeel van de Gedragscode werkt de Stichting CGR bepaalde onderwerpen nader uit in de vorm van en en nadere uitwerkingen. De federatie KNMG participeert in de Stichting CGR. Hieronder volgt een samenvatting van enkele punten uit de Gedragscode van de CGR 3, die speciaal voor artsen van belang zijn. ˆ Cadeaus Bij een professionele relatie tussen arts en bedrijf passen in principe geen cadeaus. Vanwege de sociale aspecten van het geven en ontvangen van cadeaus worden cadeaus van geringe waarde toegestaan, dat wil zeggen maximaal 50 euro per keer en 150 euro per jaar, per arts per bedrijf en per therapeutische klasse. ˆ Gastvrijheid Voor dit onderdeel worden twee soorten bijeenkomsten onderscheiden: A. Wetenschappelijke bijeenkomsten 1. Dit zijn bijeenkomsten, waarvan de inhoud als wetenschappelijk wordt aangeduid door een van bedrijven onafhankelijke en door de beroepsgroep erkende instantie, bijvoorbeeld een wetenschappelijke vereniging. De organisator bepaalt onafhankelijk van betrokken bedrijf (bedrijven) de inhoud van het programma, de keuze van sprekers, het uitnodigingenbeleid en de keuze locatie en tijdsduur. Indien een spreker banden heeft met het bedrijf wordt zijn/haar objectiviteit vooraf getoetst door de hierboven bedoelde instantie. 2. Indien de organisatie in handen is, of plaats vindt in opdracht van een bedrijf dan kan de bijeenkomst alleen als wetenschappelijk worden geduid door de Stichting CGR. B. Overige bijeenkomsten (die niet vallen onder A) Regels ten aanzien van Gastvrijheid Banden tussen sprekers en bedrijven dienen vooraf bekend te worden gemaakt aan de deelnemers. ˆ Artsenbezoekers en andere vertegenwoordigers van het gastvrijheid biedende bedrijf moeten als zodanig herkenbaar zijn, bijvoorbeeld door het dragen van een badge. 4

5 ˆ ˆ ˆ ˆ ˆ Bij wetenschappelijke bijeenkomsten gelden de volgende regels voor gastvrijheid: a. de voor rekening van het bedrijf komende kosten per arts en per therapeutische klasse mogen niet meer bedragen dan 500 per keer en 1500 per jaar (bij het bedrag per jaar tellen ook de bedragen mee die de arts voor dezelfde therapeutische klasse van andere bedrijven heeft ontvangen), ófwel b. de arts dient 50% van alle kosten (reis, verblijf en deelname) zelf te betalen (deze optie geldt uitsluitend voor categorie A.1) Bij de overige bijeenkomsten mogen de kosten die voor rekening van het bedrijf komen niet meer bedragen dan e 50 per keer, en e 150 per jaar, per arts en per therapeutische klasse. Openheid Artsen moeten openheid geven over bestaande (financiële) banden met bedrijven. Onderscheid reclame en informatie; internet Bedrijven balanceren regelmatig op de grens tussen het maken van reclame en geven van informatie. Reclame voor receptgeneesmiddelen aan het publiek is verboden, het geven van informatie niet. Reclame kenmerkt zich door het aanprijzende karakter. De grens tussen informatie en reclame is niet eenvoudig vast te stellen. De CGR heeft onlangs een Richtlijn opgesteld met aanknopingspunten om het verschil te verhelderen en met eisen die aan informatie moeten worden gesteld. Zo dient informatie objectief, volledig en niet misleidend te zijn. Ook heeft de CGR een Richtlijn opgesteld over informatie en reclame op internet. Op dit moment wordt door de CGR een voorbereid over de kwaliteit en de vergoeding van post-registratie onderzoek en de integriteit van de betrokken partijen in dat verband. Deze moet een eind maken aan het fenomeen van seeding trials. De Gedragscode van de CGR en de daarbinnen ontwikkelende Richtlijnen zijn dynamisch van aard. Deze worden in de tijd aangepast op grond van opgebouwde kennis, jurisprudentie (o.a. van de Codecommissie) en maatschappelijke ontwikkelingen VWS geeft vertrouwen aan zelfregulering De Minister van VWS heeft zomer 2002 schriftelijk bevestigd dat de uitleg, die de Stichting Code geneesmiddelenreclame (CGR) geeft aan het Reclamebesluit Geneesmiddelen, binnen dit besluit valt. Daarmee vervalt de eerder uitgebrachte handhavingsnotitie van de Inspectie over gunstbetoon, waarin het RBG op een aantal punten strikter werd uitgelegd. Tevens heeft de minister haar vertrouwen uitgesproken in de zelfregulering op dit terrein door betreffende partijen, verenigd in de Stichting CGR. 5

6 2. De Mededingingswet 2.1. Betekenis Mededingingswet Op 1 januari 1998 is de Mededingingswet in werking getreden. Deze Wet vervangt de uit 1956 daterende Wet economische mededinging. Doelstelling is gezonde concurrentie tussen ondernemingen te bevorderen en daarmee de dynamiek van de Nederlandse economie te stimuleren. Centrale sturing en zelfbescherming tegen concurrentie doordat ondernemingen onderling afspraken maken, zouden schadelijk zijn voor het concurrentievermogen. Ook zorgaanbieders worden aangemerkt als onderneming in de zin van de Wet, omdat zij economische activiteiten uitoefenen of vervullen. Dat doen zij als zij deelnemen aan het economisch proces, gericht op het produceren of distribueren van goederen of het verlenen van diensten. De Wet is echter niet van toepassing op afspraken die gemaakt worden tussen een gering aantal ondernemingen met een beperkte omzet (de zgn. bagatelbepaling). Voor een kleine groepspraktijk of maatschap bestaande uit een beperkt aantal artsen met een omzet van minder dan e ,- danwel bij een gezamenlijke omzet van minder dan e ,- aan goederenleveranties (bijv. apotheekhoudende huisartsen) kan deze uitzonderingsbepaling mogelijkheden bieden bijvoorbeeld voor het maken van gezamenlijke afspraken met de zorgverzekeraar. In de Wet is gekozen voor een verbodssysteem, dat wil zeggen een algemeen verbod voor mededingingsafspraken en misbruik van een economische machtspositie. Dit systeem sluit aan bij de EG-mededingingsregels, die eenzelfde stelsel kennen. De Wet voorziet, evenals het Europese stelsel, in een systeem van preventieve toetsing van concentraties en afspraken door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). De Wet kent een aantal uitzonderingen, vrijstellingen en een systeem van ontheffingen op het verbod tot het maken van mededingingsafspraken. De eerder door de LHV ingediende aanvraag tot ontheffing van het kartelverbod voor (alle) huisartsen voor een aantal interne regelingen is door de NMa afgewezen. Die regelingen hebben betrekking op het collectief regelen van ziekenfondscontracten, uniforme normen voor de praktijkomvang en een vestigingsbeleid, advies over waarneming waaronder een non-concurrentiebepaling en eisen over bereikbaarheid en beschikbaarheid. De LHV voerde aan dat het geheel van regelingen juist beoogt de kwaliteit van en een verantwoorde zorgverlening door huisartsen te bevorderen en te verbeteren. De NMa is van mening dat de verbodsbepaling op deze regelingen wél van toepassing is, omdat het hier gaat om overeenkomsten tussen ondernemingen c.q. besluiten van een ondernemingsvereniging, ertoe strekkend dat de mededinging op de lokale danwel regionale markten wordt verhinderd, beperkt of vervalst. Daarbij merkt de NMa op, dat collectief overleg over kwaliteitsbevordering niet beschouwd dient te worden als een mededingingsbeperking en derhalve niet onder de verbodsbepaling valt. Het gaat dan om afspraken met betrekking tot kwaliteit zoals vastgelegd vastgesteld en in het Vademecum opgenomen onder IX.1 in standaarden en protocollen, nascholing, intercollegiale toetsing, farmacotherapeutisch overleg en objectieve (minimum-)kwaliteiteisen. Het voorgaande heeft ertoe geleid dat een aantal regelingen, bepalingen of gedragsregels van LHV, Orde en KNMG aangepast moest worden. Dat gold ook voor de KNMG Gedragsregels voor artsen Consequenties voor de KNMG Gedragsregels voor artsen De inwerkingtreding van de Mededingingswet heeft ertoe geleid dat die Gedragsregels, die betrekking hebben op tariefstelling (was en blijft II.20), waarneming en vestiging (was III.12, 13, 14, 15 en 16 en is geworden III.9, 10 en 11) en publiciteit (was V.1, 2 en 3 en is geworden V.1) aangepast danwel geschrapt moesten worden. Bij die aanpassing ligt het accent op het wegnemen van barrières die de patiënt in zijn keuze kunnen beperken en op het hebben van (voldoende) keuzemogelijkheid voor de patiënt. Eén van de Gedragsregels die is aangepast is II.20 (oud en nieuw). Deze gaat over het in rekening te brengen tarief voor de geboden hulpverlening en het specificeren en desgevraagd toelichten van de declaratie. Het eerste deel van de oude regel, dat de arts zich dient te houden aan de geldende tarieven, heeft een dwingend karakter en is mededingingsbeperkend. Dat deel van de regel is dan ook weggelaten. Een andere regel die is aangepast is III.9 (nieuw). Deze gaat over het werven van patiënten door artsen die voor collegae waarnemen c.q. hebben waargenomen. In de oude regel was een verbod geformuleerd tot het opnemen van bedoelde patiënten gedurende zes maanden na de waarnemingsperiode. Dat verbod is mededingingsbeperkend. De regel geeft nu aan dat een arts tijdens waarneming niet actief zal werven onder deze patiëntengroep noch patiënten zal aanmoedigen zich over te schrijven naar zijn praktijk. 6

7 Gedragsregel III.15 (oud) is geschrapt. Deze betrof het verbod om gedurende twee jaar als (geregistreerd) arts werkzaam te zijn in het praktijkgebied waar de arts (een deel van) de specifieke beroepsopleiding bij een collega heeft gevolgd. De regel beperkt de arts om zich te vestigen. Overigens zal, gelet op de huidige tekorten, de HAIO op dit moment meer dan welkom zijn! Ook regel III.16 (oud), waarin een mogelijk verbod tot vestiging ter plaatse van een medisch specialist na opleiding in een academisch ziekenhuis was opgenomen, is om dezelfde reden geschrapt. Bovengenoemde gedragsregels zijn mededinging-proof. Voordat ze in juni 2002 ter goedkeuring zijn voorgelegd aan de Algemene Vergadering van de KNMG zijn ze besproken met de NMa en conform de voorstellen aangepast. 7

8 3. Geweten, levensbeschouwing en medisch-ethische opvattingen Bij de herziening van de gedragsregels zijn onder meer ook twee regels gewijzigd die te maken hebben met geweten, levensbeschouwing en medisch-ethische opvattingen. Deze twee regels zullen hier in samenhang worden besproken. Het gaat om regel I.9 over het aanvaarden van een opdracht. Er stond dat een arts geen opdracht diende te aanvaarden die in strijd is met zijn medisch-ethische opvattingen. In de nieuwe versie is zijn vervangen door algemeen aanvaard. De oude regel II.16 was gewijd aan de levensbeschouwing van de arts en bepaalde dat hij de patiënt in de gelegenheid diende te stellen contact met een collega te krijgen, wanneer de hulpverlening niet kon worden gewaarborgd omdat zijn levensbeschouwing niet strookte met die van de patiënt. Deze regel is gesplitst. In regel II.16 staat nu bepaald dat een arts zijn levensbeschouwing kenbaar kan maken, zolang dit niet op een hinderlijke wijze gebeurt en hem er niet van weerhoudt de patiënt de hulp te verlenen waar hij recht op heeft. Vervolgens wordt in regel II.17 de slotfrase van de oude regel (over het in contact brengen met een collega wanneer de hulpverlening niet kan worden gewaarborgd), gekoppeld aan een gewetensprobleem dat een arts kan hebben, wanneer van hem een antwoord op een bepaalde hulpvraag wordt verwacht. Het bezwaar tegen de oude regel was dat de arts-patiëntrelatie werd opgevat als een mogelijke botsing van levensbeschouwingen. In levensbeschouwelijke tradities heersen standpunten over bepaalde ethische kwesties die de opvattingen van mensen die zich op dergelijke tradities beroepen sterk zullen kleuren. Ze zijn algemeen geformuleerd zodat ze zowel de arts als de patiënt vanwege de concrete nood van de patiënt niet binden. Een patiënt kan van zijn arts terecht verwachten dat hij zich laat leiden door algemeen aanvaarde medisch-ethische opvattingen. Dat wil zeggen, opvattingen die specifiek met het oog op de relatie van arts en patiënt zijn vormgegeven. Zoals je ze, kort gezegd, met Beauchamp en Childress (Principles of Biomedical Ethics) kunt samenvatten in het viertal: weldoen, niet schaden, respect voor de autonomie van de patiënt en rechtvaardigheid. Gedragsregel I.1 geeft hier een variant van. Het kan zijn dat de levensbeschouwelijke identiteit een rol speelt in het beleid van de instelling waarbinnen een arts werkt. Zo zijn er instellingen die euthanasie in de zin van de Wet Toetsing levensbeëindigend handelen op verzoek niet toestaan, of geen vergunning hebben aangevraagd volgens het Besluit Afbreking Zwangerschap, of om levensbeschouwelijke redenen eigen inclusiecriteria hanteren voor de toepassing van kunstmatige voortplantingstechnieken. Het vergt binnen de instelling moreel beraad, bijvoorbeeld met een (medisch-)ethische commissie om kaders te vinden, waardoor de professionele autonomie van de arts blijft gewaarborgd (zie ook regel I.4). Natuurlijk blijven er gewetensproblemen over. Het gaat over situaties waarin de algemene medisch-ethische opvattingen in een concreet geval met elkaar strijdig kunnen zijn. Bijvoorbeeld wanneer het welzijn van de patiënt in de ogen van de arts op gespannen voet staat met het respect dat hij dient te hebben voor diens autonomie bij wilsbekwaamheid. Zo kan het een algemeen aanvaarde medisch-ethische opvatting zijn dat een mutilerende ingreep als besnijdenis onaanvaardbaar is vanuit het gezichtspunt dat het welzijn van de patiënt is gediend bij de integriteit van zijn lichaam, maar dat hij toch ingaat op de hulpvraag wanneer hij het sterke vermoeden heeft dat zonder zijn hulp de besnijdenis toch, maar dan op een ondeskundige manier zal worden uitgevoerd met ernstiger gevolgen van dien voor de patiënt. Het kan zijn dat een anesthesist tijdens een operatie, waarbij standaard geen bloedtransfusie is voorzien, bij een calamiteit toch tot bloedtransfusie besluit, al heeft de Getuige van Jehova bij de instemming met de operatie uitdrukkelijk het gebruik van bloed uitgesloten, omdat de arts zelf op dat moment het behoud van leven als welzijn van de patiënt laat prevaleren boven de betekenis die de patiënt vanuit zijn geloofsovertuiging daaraan wenste te geven. Het gaat dan om een beslissing in situaties waarin twee belangrijke medisch-ethische beginselen met elkaar strijdig zijn. Aangemerkt moet worden dat het gaat om uitzonderlijke gevallen. Soms wordt er wel cynisch opgemerkt dat de patiënt voor al zijn vragen wel een arts zal vinden die hem wil helpen of, anders gezegd, hoe kun je naar iemand verwijzen die tot een behandeling bereid is, waartegen je zelf ernstige gewetensbezwaren hebt? Het gaat toch niet alleen om het bewaren van je eigen integriteit, maar ook om de behandeling die je verwerpelijk vindt, zelfs als een ander die zou uitvoeren? De arts heeft echter te respecteren dat de patiënt recht heeft op vrije artsenkeuze. De gebruikelijke en waarschijnlijk meest wenselijke gang van zaken zal zijn dat arts en patiënt er samen uitkomen, dat wil zeggen, samen de weg vinden die het beste is. 8

9 4. Geschrapte regels en overige wijzigingen In onderstaande toelichting over de nieuwe gedragsregels wordt de aandacht gevestigd op veranderingen die hierboven (over wetenschappelijk onderzoek en het bedrijfsleven, over mededingingsregels en over algemeen aanvaarde medisch-ethische opvattingen, levensbeschouwing en geweten) nog niet aan de orde zijn gesteld en op overige regels die geschrapt zijn Wijzigingen Regel I.2 bevatte een reeks rollen, waaronder iemand zich bij een arts kon aandienen: als patiënt, cliënt, verzekerde en werknemer. Er was een noot nodig om uit te leggen dat het om een persoon gaat, waarvoor een arts volgens zijn professie iets te betekenen heeft in termen die reeds in het artikel zijn opgenomen: behandeling, advisering, begeleiding en keuring. Dat kon eenvoudiger. De wijziging betreft het accent op de hoedanigheid van de arts in plaats van die op de rollen van de patiënt, zodat ook de noot kon vervallen. In II.5 over de continuïteit van de zorg is de medeverantwoordelijkheid van de werkgever vervangen door de instelling waar hij werkzaam is. De strekking van de regel blijft hetzelfde. De nieuwe formulering ziet op samenwerkingsverbanden, waarbij soms van een formele werkgever geen sprake is. Regel II.10 over kindermishandeling is nieuw. De toelichting daarbij is te vinden in MC 57(2002)28/29, p Daar is ook een toelichting te vinden op de Meldcode Kindermishandeling die, samen met de Vereniging voor Vertrouwensartsen inzake Kindermishandeling is opgesteld. Deze meldcode is in de AV van de federatie KNMG van 25 juni jl. vastgesteld en in het Vademecum opgenomen onder IX.1. In II.15 over de zwijgplicht is de zinsnede behoudens wettelijke uitzonderingen kortheidshalve uitgeschreven. Ontheffing ontstaat door toestemming van de patiënt (het impliceert geen spreekplicht), door wettelijke plicht tot gegevensverstrekking, in overleg met hulpverleners die deel uitmaken van de behandeleenheid en bij conflict van plichten. De regels III.6, III.7 en III.8 betreffen bepalingen voor waarneming met het oog op de continuïteit van de zorg. Ze bevatten een al te tijdgebonden uitwerking van regel II.5. Ze zijn toegesneden op een praktijk die nu volop in beweging is, terwijl nog niet goed te zien is hoe die zal uitkristalliseren. De oude regel III.9 over de waarneming binnen een specialisme kon worden gehandhaafd Vervallen Regel II.13 (oud) over de bewaring van keuringsgegevens is geschrapt, omdat zij inhoudelijk niets toevoegt aan wat al in de vorige regel is geformuleerd. II.17 (oud) ging over het gebruik van alcohol en roken tijdens de beroepsuitoefening. De regel is al te vanzelfsprekend een maatschappelijke conventie, dan dat ze apart zou dienen te worden geformuleerd. II.25 (oud) was gewijd aan het sport-medisch handelen en verwees naar de Richtlijnen ter zake. De regel past niet goed omdat het karakter van de Regels generiek is gehouden en daarom geen verwijzingen bevat naar specifieke beroepsgroepen. De KNMG is betrokken geweest bij het tot stand brengen van de Richtlijnen. 4.3 Tot slot In de wandeling wordt nog steeds gesproken over het blauwe boekje. Dat was eerst een boekje met de titel Medische Ethiek van 176 pagina s (1936, ongewijzigd in 1941), dat in de derde druk uitgroeide tot 300 (1959) met een blauwe kaft. Het heette toen Medische Ethiek en Gedragsleer. Vanaf 1978 is de titel vervangen door Gedragsregels voor Artsen in een geschrift van 48 pagina s, nog steeds in blauwe kaft, dat naast een opsomming van 86 regels ook beschouwingen bevatte over de toenmalige standpuntbepaling in zake van abortus en euthanasie. Tevens was het addendum uit het blauwe boekje als bijlage gehandhaafd: de Eed van Hippocrates, het Ochtendgebed van Maimonides, de Eed bij het Artsexamen, de WMA-Verklaring van Genève (1948) en de International Code of Medical Ethics van 1949 en vele andere. De nieuwste versie van de Gedragsregels voor Artsen is met blauwe inkt gedrukt, maar kan geen boekje meer heten, nu de Regels op vier A4-tjes passen. Het betekent niet dat het leven er inmiddels eenvoudiger op is geworden. In feite 9

10 kunnen de regels niet worden gelezen zonder uitwerkingen die in tal van andere KNMG-documenten over specifieke onderwerpen in het Vademecum te vinden zijn. 4.4 Noten 1. Tekst KNMG gedragsregels 2. Klasen EC, Overbeke AJPM, Melden van wetenschappelijk wangedrag in gezondheidsonderzoek, Ned Tijdschr Geneeskd 2002;146: Zie voor de volledige tekst van de Gedragscode CGR, de Uitwerkingen en Richtlijnen: 10

Onderdeel III sub d, aanpassing van de definitie beroepsbeoefenaar met toelichting:

Onderdeel III sub d, aanpassing van de definitie beroepsbeoefenaar met toelichting: NOTITIE 24 januari 2012 Aanpassing Gedragscode Geneesmiddelenreclame Inleiding In verband met de wijziging van de Geneesmiddelenwet per 1 januari 2012 en inwerkingtreding van nieuwe Beleidsregels gunstbetoon

Nadere informatie

Uitwerking Normen Gunstbetoon artikelen 12 en 13, 16 t/m 22 Gedragscode Geneesmiddelenreclame

Uitwerking Normen Gunstbetoon artikelen 12 en 13, 16 t/m 22 Gedragscode Geneesmiddelenreclame Uitwerking Normen Gunstbetoon artikelen 12 en 13, 16 t/m 22 Gedragscode Geneesmiddelenreclame A. Het geven en ontvangen van geschenken Geringe waarde + betekenis beroepsuitoefening 1. Het geven en ontvangen

Nadere informatie

Inleiding. Uitgangspunten

Inleiding. Uitgangspunten Gedragsregels voor plastisch chirurgen (in opleiding) met betrekking tot gunstbetoon en dienstverlening door de industrie, vastgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) op

Nadere informatie

Toelichting bij de Gedragscode Geneesmiddelenreclame

Toelichting bij de Gedragscode Geneesmiddelenreclame Toelichting bij de Gedragscode Geneesmiddelenreclame In deze toelichting zijn opgenomen de toelichtingen, die door het Bestuur zijn opgesteld in het kader van wijzigingen, die in de Gedragscode Geneesmiddelenreclame

Nadere informatie

Beroepscode Bachelor Medisch Hulpverlener. Definitief. Juni 2016

Beroepscode Bachelor Medisch Hulpverlener. Definitief. Juni 2016 1 Beroepscode Bachelor Medisch Hulpverlener Definitief Juni 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Algemeen... 4 2. De Bachelor Medisch Hulpverlener in relatie tot de zorgvrager... 5 3. De Bachelor Medisch

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9496 4 april 2014 Beleidsregels van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 27 maart 2014, kenmerk 336714-118094-GMT,

Nadere informatie

[X] biedt aan Universitaire Medische Centra in Nederland een scholarship, hierna ook te noemen het Budget, aan.

[X] biedt aan Universitaire Medische Centra in Nederland een scholarship, hierna ook te noemen het Budget, aan. 30 maart 2015 ADVIES (AA15.022) van de Codecommissie op het verzoek van [X] van 4 maart 2015, op de voet van artikel 59 van het Reglement van de Codecommissie en de Commissie van Beroep van de Stichting

Nadere informatie

Gedragscode Geneesmiddelenreclame. Jan Verschoor (CGR) 11 oktober 2018 NAPA, Utrecht

Gedragscode Geneesmiddelenreclame. Jan Verschoor (CGR) 11 oktober 2018 NAPA, Utrecht Gedragscode Geneesmiddelenreclame Jan Verschoor (CGR) NAPA, Utrecht Agenda 1. Introductie 2. Hoofdregels 3. Bijeenkomsten 4. Transparantie 5. Vragen Introductie Context Samenwerking en verschillende interacties

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij besluit van 26 februari 2004 (hierna: het bestreden besluit) heeft de d-g NMa de klacht van de heer Mulder afgewezen.

BESLUIT. 2. Bij besluit van 26 februari 2004 (hierna: het bestreden besluit) heeft de d-g NMa de klacht van de heer Mulder afgewezen. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3878-25 Betreft zaak: Waleweingaarde Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrond verklaring van het bezwaar

Nadere informatie

(spoed)visitaties door de wetenschappelijke vereniging(en) medisch specialisten: een professie (naar Abbott) relatie maatschappij - professie

(spoed)visitaties door de wetenschappelijke vereniging(en) medisch specialisten: een professie (naar Abbott) relatie maatschappij - professie (spoed)visitaties door de wetenschappelijke vereniging(en) Floris BM Sanders medisch specialisten: een professie (naar Abbott) beschikt over afgebakend kennisdomein georganiseerde groep beroepsbeoefenaren

Nadere informatie

Gedragsregels voor artsen

Gedragsregels voor artsen II.01 1 Preambule Deze uitgave van de gedragsregels voor artsen vervangt de versie uit 1994 en is goedgekeurd door de Algemene Vergadering van de federatie KNMG van 25 juni 2002. De gedragsregels moeten

Nadere informatie

1. Inleiding... 2. 2. Algemene beroepscode... 2. 3. Beroepscode in relatie tot cliënten... 3. 4. Beroepscode in relatie tot collegae therapeuten...

1. Inleiding... 2. 2. Algemene beroepscode... 2. 3. Beroepscode in relatie tot cliënten... 3. 4. Beroepscode in relatie tot collegae therapeuten... Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Algemene beroepscode... 2 3. Beroepscode in relatie tot cliënten... 3 4. Beroepscode in relatie tot collegae therapeuten... 4 5. Beroepscode in relatie tot andere hulpverleners...

Nadere informatie

Toelichting op de BEROEPSCODE VOOR PSYCHIATERS

Toelichting op de BEROEPSCODE VOOR PSYCHIATERS 5 Toelichting op de BEROEPSCODE VOOR PSYCHIATERS 10 15 20 25 30 35 40 Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie Mei 2004 45 Toelichting Beroepscode voor Psychiaters NVvP mei 2004 1 50 55 60 65 70 De regels

Nadere informatie

Ingangsdatum: van 5 Status : definitief Revisiedatum: juni 2015 GEDRAGSCODE

Ingangsdatum: van 5 Status : definitief Revisiedatum: juni 2015 GEDRAGSCODE Ingangsdatum: 12-6-2010 1 van 5 GEDRAGSCODE Inleiding De leden van de Nederlandse Vereniging van leraren in de F.M. Alexander Techniek (NeVLAT) zijn de hiernavolgende gedragscode overeengekomen. Deze gedragscode

Nadere informatie

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet.

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet. Werkafspraken tussen de Inspectie voor de Gezondheidszorg (inspectie), de stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) en de Keuringsraad Openbare Aanprijzing Geneesmiddelen (KOAG) over de wijze van samenwerking

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2960/ 24 Betreft zaak: Abegg - CZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het tegen zijn

Nadere informatie

BESLUIT. Zaaknummer 1060: Van Wieringen tegen Zorg en Zekerheid

BESLUIT. Zaaknummer 1060: Van Wieringen tegen Zorg en Zekerheid BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag tot het nemen van een besluit op grond van artikel 56, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nadere informatie

Inleiding 3 Resultaten toezichtbezoek 4 Conclusies 9

Inleiding 3 Resultaten toezichtbezoek 4 Conclusies 9 Rapport naar aanleiding van het algemeen toezichtbezoek aan de cursus Update Farmaco therapie georganiseerd door Sanofi Netherlands Utrecht, Oktober, 2015 1 Inleiding 3 2 Resultaten toezichtbezoek 4 2.1

Nadere informatie

Gedragscode Internationale Samenwerking Gezondheidszorg (ISG) van de

Gedragscode Internationale Samenwerking Gezondheidszorg (ISG) van de Gedragscode Internationale Samenwerking Gezondheidszorg (ISG) van de Nederlandse Vereniging voor Tropische Geneeskunde en Internationale Gezondheidszorg (NVTG) 6 maart 2008 Introductie De voorliggende

Nadere informatie

Beroepscode en tuchtrecht: doorwerking in de praktijk?

Beroepscode en tuchtrecht: doorwerking in de praktijk? Beroepscode en tuchtrecht: doorwerking in de praktijk? Beelden uit Nederland. dr. H. van Dartel Ethicus, (np) verpleegkundige Voormalig voorzitter CE VenVN opzet Achtergrond en inzet van de beroepscode

Nadere informatie

BESLUIT. Openbare versie. 1 Verloop van de procedure. Openbaar

BESLUIT. Openbare versie. 1 Verloop van de procedure. Openbaar Openbare versie Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6944/91 Betreft zaak: Zegelverbreking LHV Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden van het Accreditatie Overleg voor aanvragen van accreditatie door aanbieders van nascholing

Algemene Voorwaarden van het Accreditatie Overleg voor aanvragen van accreditatie door aanbieders van nascholing Algemene Voorwaarden van het Accreditatie Overleg voor aanvragen van accreditatie door aanbieders van nascholing 1. Begripsomschrijvingen 1.1. Aanbieder: aanbieder van een nascholingsbijeenkomst. 1.2.

Nadere informatie

Beroepscode voor technisch geneeskundigen

Beroepscode voor technisch geneeskundigen Beroepscode voor technisch geneeskundigen VERSIE 28-01-2019 AUTEUR Nederlandse Vereniging voor Technische Geneeskunde POST NVvTG Postbus 711 3500 AS Utrecht MAIL info@nvvtg.nl WEB www.nvvtg.nl KvK 08200242

Nadere informatie

Casus Seksuele handelingen als zorgvraag: directe aanpassing beroepscode?

Casus Seksuele handelingen als zorgvraag: directe aanpassing beroepscode? Casus Seksuele handelingen als zorgvraag: directe aanpassing beroepscode? 1. Inleiding In de media was de afgelopen weken uitgebreid aandacht voor de casus van de studente verpleegkunde die geacht werd

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 3758-32 Betreft zaak: Tariefstructuur Arbodiensten Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkheidsverklaring

Nadere informatie

Beroepscode doktersassistent. Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten

Beroepscode doktersassistent. Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten Beroepscode doktersassistent Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten Beroepscode Doktersassistent Wat is een beroepscode? Een beroepscode bevat ethische en praktische normen en waarden van het beroep.

Nadere informatie

Normdocument 4 Beroepscode voor ethiek en gedrag

Normdocument 4 Beroepscode voor ethiek en gedrag Normdocument 4 Beroepscode voor ethiek en gedrag Vastgesteld tijdens de ALV van 19 maart 2016. Versie 30-03-2016/cd/530 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Algemene beroepscode... 3 3. Beroepscode in relatie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 362 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten, teneinde te voorkomen dat zorgverzekeraars zelf zorg verlenen

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 16 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

Rapport. Datum: 25 januari 2007 Rapportnummer: 2007/012

Rapport. Datum: 25 januari 2007 Rapportnummer: 2007/012 Rapport Datum: 25 januari 2007 Rapportnummer: 2007/012 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Instituut Zorgverzekering Ambtenaren Nederland (verder te noemen: IZA) hem voorafgaand aan de behandeling

Nadere informatie

Onderzoek naar het effect van body mass index (BMI) en het roken van sigaretten op de opname van fentanyl

Onderzoek naar het effect van body mass index (BMI) en het roken van sigaretten op de opname van fentanyl Patiënteninformatie Onderzoek naar het effect van body mass index (BMI) en het roken van sigaretten op de opname van fentanyl Geachte heer/mevrouw, U bent in het Erasmus MC onder behandeling voor een vorm

Nadere informatie

BEROEPSCODE VOOR VEILIGHEIDSKUNDIGEN LEDEN VAN DE NVVK

BEROEPSCODE VOOR VEILIGHEIDSKUNDIGEN LEDEN VAN DE NVVK BEROEPSCODE VOOR VEILIGHEIDSKUNDIGEN LEDEN VAN DE NVVK BEROEPSCODE VOOR VEILIGHEIDSKUNDIGEN LEDEN VAN DE NVVK INHOUD 1 Inleiding 1 2 Definities 2 2.1 Beroepscode 2 2.2 Gevaar 2 2.3 Misstand 2 2.4 Vakbekwaamheid

Nadere informatie

Integriteitscode. Stichting Scholengroep Leonardo da Vinci;

Integriteitscode. Stichting Scholengroep Leonardo da Vinci; Integriteitscode Stichting Scholengroep Leonardo da Vinci Het college van bestuur van Stichting Scholengroep Leonardo da Vinci besluit d.d. 19 mei 2016 gelet op richtlijn 9 van de Code Goed Onderwijsbestuur

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 33 506 Voorstel van wet van het lid Pia Dijkstra tot wijziging van de Wet op de orgaandonatie in verband met het opnemen van een actief donorregistratiesysteem

Nadere informatie

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Inzake de klacht van [Klaagster BV], gevestigd te [gemeente] aan de [adres], hierna te noemen klaagster,

Nadere informatie

Geneesmiddelenreclame en congressen. Jan Verschoor (CGR) 7 november 2016 MPI, Nieuwegein

Geneesmiddelenreclame en congressen. Jan Verschoor (CGR) 7 november 2016 MPI, Nieuwegein Geneesmiddelenreclame en congressen Jan Verschoor (CGR) MPI, Nieuwegein Waar gaan we het over hebben? 1. Introductie stichting CGR 2. Toezicht op geneesmiddelenreclame 3. Verschil tussen beroepsbeoefenaren

Nadere informatie

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs 1. Informatieplicht De NIP code (2007) is hierin duidelijk. Bij het aangaan van de professionele relatie dient

Nadere informatie

2. Onderhandelen met behulp van een zorgmakelaar in de praktijk

2. Onderhandelen met behulp van een zorgmakelaar in de praktijk Wijziging van paragraaf 3.4.2. van de Richtsnoeren voor de zorgsector met betrekking tot het onderhandelen van de zorgaanbieder met behulp van een zorgmakelaar 1. Considerans 1. In de op 14 oktober 2002

Nadere informatie

Integriteitscode. Integriteitscode van de Stichting voor PC Voortgezet Onderwijs in de Noordoostpolder e.o

Integriteitscode. Integriteitscode van de Stichting voor PC Voortgezet Onderwijs in de Noordoostpolder e.o Integriteitscode Het college van bestuur van Stichting voor PC Voortgezet Onderwijs in de Noordoostpolder e.o. besluit gelet op richtlijn 9 van de Code Goed Onderwijsbestuur VO d.d. 4 juni 2015 tot vaststelling

Nadere informatie

1 Inleiding 3. 3 Conclusies 8 3.1 Inleiding 8 3.2 Bijeenkomst voldoet overwegend aan de reclameregels 8 3.3 Te nemen maatregelen 9

1 Inleiding 3. 3 Conclusies 8 3.1 Inleiding 8 3.2 Bijeenkomst voldoet overwegend aan de reclameregels 8 3.3 Te nemen maatregelen 9 Rapport naar aanleiding van het algemeen toezichtbezoek aan de nascholing Nieuwe Diabetesmiddelen georganiseerd door Sanofi Netherlands B.V. op 16 maart 2015 te Oldenzaal Utrecht, mei, 2015 1 Inleiding

Nadere informatie

NAV Gedragscode Ethisch verantwoord handelen bij de beroepsuitoefening

NAV Gedragscode Ethisch verantwoord handelen bij de beroepsuitoefening NAV Gedragscode Ethisch verantwoord handelen bij de beroepsuitoefening Preambule Integriteit van wetenschappers is essentieel om het vertrouwen in de wetenschap te handhaven en te versterken. Dit geldt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland

Nadere informatie

Actualiteiten CGR. NVFM 22 september 2016 Jan Verschoor

Actualiteiten CGR. NVFM 22 september 2016 Jan Verschoor Actualiteiten CGR NVFM 22 september 2016 Jan Verschoor Ontwikkelingen: een terugblik Toedieningsapparaten Sponsoring bijeenkomsten Sponsoring van projecten Reclame vs. informatie Reclame Kenmerken: aanprijzend,

Nadere informatie

1. Op 2 juli 1999 heeft Nellen Seeds bij de NMa een klacht ingediend tegen de Nederlandse Vereniging voor Zaaizaad en Plantgoed (hierna: NVZP).

1. Op 2 juli 1999 heeft Nellen Seeds bij de NMa een klacht ingediend tegen de Nederlandse Vereniging voor Zaaizaad en Plantgoed (hierna: NVZP). BESLUIT Zaaknummer 1400/Nellen Seeds vs NVZP Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot niet ontvankelijkverklaring van het bezwaarschrift gericht tegen zijn besluit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 362 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten, teneinde te voorkomen dat zorgverzekeraars zelf zorg verlenen

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit OPENBAAR. 1 Verloop van de procedure

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit OPENBAAR. 1 Verloop van de procedure OPENBAAR Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3309 / 347 Betreft zaak: NIP, LVE, NVVP Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot gegrondverklaring van de

Nadere informatie

BEROEPSCODE PHYSICIAN ASSISTANT 2012

BEROEPSCODE PHYSICIAN ASSISTANT 2012 BEROEPSCODE PHYSICIAN ASSISTANT 2012 1-1-2012 Gedragsregels ter bevordering van de beroepsuitoefening Physician Assistant Versie 1.0 Nederlandse Associatie Physician Assistants, Utrecht Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Stichting Interconfessioneel (RK/PC) Voortgezet Onderwijs in het Gooi (SIVOG)

Stichting Interconfessioneel (RK/PC) Voortgezet Onderwijs in het Gooi (SIVOG) Integriteitscode Stichting Interconfessioneel (RK/PC) Voortgezet Onderwijs in het Gooi (SIVOG) Colofon: Uitgave: S.I.V.O.G. Vastgesteld door Bestuur: d.d. 18 november 2016 Instemming GMR: d.d. 28 november

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij besluit van 5 februari 2002 is de klacht afgewezen. De essentie van dit besluit wordt hierna onder III weergegeven.

BESLUIT. 2. Bij besluit van 5 februari 2002 is de klacht afgewezen. De essentie van dit besluit wordt hierna onder III weergegeven. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2849-15 Betreft zaak: Allibre/Gemeente Breda Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/298

Rapport. Datum: 1 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/298 Rapport Datum: 1 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/298 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Stichting Welzijns- en Gezondheidszorg Ambulante Jeugdbescherming en Jeugdhulpverlening heeft geweigerd het

Nadere informatie

Inhoud Inleiding 10

Inhoud Inleiding 10 Inhoud 5 10 Inleiding 10 11 Algemene informatie 11 1 11Waarom is er een Geneesmiddelenwet? 11 2 12Wat zijn de hoofdpunten van de Geneesmiddelenwet? 12 3 13Welke andere vernieuwingen zijn er in de Geneesmiddelenwet?

Nadere informatie

Gedragscode mededingingsrecht DEX

Gedragscode mededingingsrecht DEX Gedragscode mededingingsrecht DEX Uitgangspunt Deze gedragscode beschrijft de manier waarop DEX omgaat met de regels van het mededingingsrecht. Hij is bedoeld als leidraad voor iedereen die betrokken is

Nadere informatie

PROFESSIONEEL STATUUT VOOR EEN HUISARTS IN DIENST BIJ EEN HUISARTS

PROFESSIONEEL STATUUT VOOR EEN HUISARTS IN DIENST BIJ EEN HUISARTS BIJLAGE II PROFESSIONEEL STATUUT VOOR EEN HUISARTS IN DIENST BIJ EEN HUISARTS Overwegende: - dat overeenkomstig artikel 5 onder a van de CAO HID/DA de huisarts zijn werkzaamheden zal verrichten met inachtneming

Nadere informatie

Gedragscode voor verzekeringsartsen werkzaam voor de uitvoeringsinstellingen SV

Gedragscode voor verzekeringsartsen werkzaam voor de uitvoeringsinstellingen SV Gedragscode voor verzekeringsartsen werkzaam voor de uitvoeringsinstellingen SV Inleiding Van iedere professional wordt gevraagd dat hij de waarden die hij in zijn beroep dient, en de daaraan ten grondslag

Nadere informatie

Integriteitscode. 15/02/2018 Proces/document E. Voorberg directeur/bestuurder MR. Voorlopige vaststelling. 28/02/2019 Versienummer 2.

Integriteitscode. 15/02/2018 Proces/document E. Voorberg directeur/bestuurder MR. Voorlopige vaststelling. 28/02/2019 Versienummer 2. Integriteitscode Voorlopige vaststelling 15/02/2018 Proces/document E. Voorberg directeur/bestuurder eigenaar MR 28/02/2019 Versienummer 2.0 - PMR: instemming/ advisering/ ter informatie - Oudergeleding:

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 24 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 24 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 2061 Betreft zaak: Nederlandse Associatie voor Psychotherapie (NAP) Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het

Nadere informatie

REGLEMENT KLACHTENCOMMISSIE STICHTING HUMAN CONCERN

REGLEMENT KLACHTENCOMMISSIE STICHTING HUMAN CONCERN REGLEMENT KLACHTENCOMMISSIE STICHTING HUMAN CONCERN Artikel 1. begripsbepaling a. Klacht een uiting van onvrede met de geboden zorg en/of de organisatie daarvan alsook het ontbreken van zorg of een naar

Nadere informatie

Collegevoorstel. Zaaknummer: aanwijzing economische activiteiten Wet markt en overheid

Collegevoorstel. Zaaknummer: aanwijzing economische activiteiten Wet markt en overheid Zaaknummer: 00383503 : aanwijzing economische activiteiten Wet markt en overheid Collegevoorstel Feitelijke informatie Op 1 juli 2014 moet de gemeente voldoen aan de Wet markt en overheid. Deze wet is

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

Toelichting gedragsregels openbaarmaking financiële relaties

Toelichting gedragsregels openbaarmaking financiële relaties Toelichting gedragsregels openbaarmaking financiële relaties Aanleiding Sinds jaar en dag bestaan er zakelijke betrekkingen tussen beroepsbeoefenaren en farmaceutische ondernemingen (tezamen hierna aangeduid

Nadere informatie

De bedrijfscode van JNW makelaars.

De bedrijfscode van JNW makelaars. De bedrijfscode van JNW makelaars. Pagina Inleiding 2 1. Toepasselijkheid 2 2. Toezichthouder 2 3. Integer handelen 3 4. Onrechtmatig handelen 3 5. Nieuwe medewerkers 3 6. Cliëntenonderzoek 3 7. Betrokkenheid

Nadere informatie

Jaarverslag Wet ruimtelijke ordening 2018

Jaarverslag Wet ruimtelijke ordening 2018 O19.000244 O19.000244* Jaarverslag Wet ruimtelijke ordening 2018 Vastgesteld door college op 26 februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Samenvatting, resultaten... 4 3. Bestemmingsplannen en beheersverordeningen...

Nadere informatie

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord.

BESLUIT. 5. Op 2 september 1998 heeft de NMa bij brief een aantal vragen aan partijen voorgelegd, welke bij brief van 15 oktober 1998 zijn beantwoord. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot afwijzing van een aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet. Zaaknummer 741/Overeenkomst

Nadere informatie

Overwegende, In aanmerking genomen:

Overwegende, In aanmerking genomen: Werkafspraken tussen de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting (IGJ) en de stichting Gedragscode Medische Hulpmiddelen (GMH) over samenwerking op het gebied van gunstbetoon medische hulpmiddelen.

Nadere informatie

Informatie over privacywetgeving en het omgaan met persoonsgegevens

Informatie over privacywetgeving en het omgaan met persoonsgegevens Informatie over privacywetgeving en het omgaan met persoonsgegevens Inleiding Op 1 september 2001 is de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) in werking getreden. Hiermee werd de Europese Richtlijn over

Nadere informatie

Integriteitscode 1. Er is een aparte integriteitscode externe relaties (zie ook de website).

Integriteitscode 1. Er is een aparte integriteitscode externe relaties (zie ook de website). Integriteitscode 1 Het College van Bestuur van de Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs Zuidoost Friesland (CSG Liudger) te Drachten, Burgum en Waskemeer besluit - gelet op richtlijn 9 van de

Nadere informatie

Beroepscode Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking

Beroepscode Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking Beroepscode Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking 1 VOORWOORD Met trots presenteert de Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking (BCMB) de

Nadere informatie

De leden van NOLOC volgen bij de beroepsuitoefening de volgende gedragsregels:

De leden van NOLOC volgen bij de beroepsuitoefening de volgende gedragsregels: Noloc gedragscode Pagina 1 Gedragscode Noloc Algemeen De leden van NOLOC volgen bij de beroepsuitoefening de volgende gedragsregels: 1. Het lid (waar aangeduid in de mannelijke vorm dient ook de vrouwelijke

Nadere informatie

Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Cuijk 2012 A

Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Cuijk 2012 A Intergemeentelijke Sociale Dienst Cuijk Grave Mill en Sint Hubert Wet Werk en Bijstand Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Cuijk 2012 A Verordening langdurigheidstoeslag WWB gemeente Cuijk 2012

Nadere informatie

Statuut van Onafhankelijkheid

Statuut van Onafhankelijkheid Statuut van Onafhankelijkheid Zoals laatstelijk gewijzigd en vastgesteld door het bestuur van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs ingevolge artikel 6 lid 2 en artikel 12 lid 3 van de statuten van

Nadere informatie

Advies en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies en Arbitragecommissie Rijksdienst Advies en Arbitragecommissie Rijksdienst AAN: De voorzitter van het overleg met de Bijzondere Commissie Burgerpersoneel Defensie (BCBPDEF); De centrales van overheidspersoneel toegelaten tot de BCBPDEF.

Nadere informatie

Gedragsregels voor de MfN-registermediator

Gedragsregels voor de MfN-registermediator Gedragsregels voor de MfN-registermediator Deze gedragsregels zijn een richtlijn voor het gedrag van de MfN-registermediator. Zij dienen tevens als informatievoorziening voor betrokkenen en als maatstaf

Nadere informatie

Beroepscode van de. Beroepsvereniging van. Spiritueel Werkers (inclusief gedragsregels)

Beroepscode van de. Beroepsvereniging van. Spiritueel Werkers (inclusief gedragsregels) Beroepscode van de Beroepsvereniging van Spiritueel Werkers (inclusief gedragsregels) Opgesteld op 2 mei 2006 en goedgekeurd door de ALV van 17 juni 2006 te Heeze. Behorend bij de Statuten van de Beroepsvereniging

Nadere informatie

Positionering CGR. Frederik Schutte (CGR) 16 november 2017 Jaarbijeenkomst CGR, Nieuwegein

Positionering CGR. Frederik Schutte (CGR) 16 november 2017 Jaarbijeenkomst CGR, Nieuwegein Positionering CGR Frederik Schutte (CGR) 16 november 2017 Jaarbijeenkomst CGR, Nieuwegein Geschiedenis regulering Keuringsraad voor de Openlijk Aanprijzing van Geneesmiddelen (KOAG), 1926 Zelfregulering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 071 Wijziging van de Mededingingswet als gevolg van de evaluatie van die wet Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 10 oktober 2005 Het voorstel

Nadere informatie

Deze code biedt duidelijke handvatten voor het gewenste gedrag van ons als beleggingsprofessionals verenigd binnen de VBA.

Deze code biedt duidelijke handvatten voor het gewenste gedrag van ons als beleggingsprofessionals verenigd binnen de VBA. DE GEDRAGSCODE VAN VBA BELEGGINGSPROFESSIONALS 1. INLEIDING VBA beleggingsprofessionals is een vereniging van en voor beleggingsprofessionals. Als leden van de VBA beheren wij vermogens, of adviseren over

Nadere informatie

1 november Algemene Ledenvergadering Nederlandse brancheorganisatie voor Medische Technologie

1 november Algemene Ledenvergadering Nederlandse brancheorganisatie voor Medische Technologie 1 november 2017 Algemene Ledenvergadering Nederlandse brancheorganisatie voor Medische Technologie GMH van kracht Branches hebben code ontwikkeld, stichting GMH opgezet Per 1-1-2012 alle lidbedrijven van

Nadere informatie

Integriteitscode Roelof van Echten College

Integriteitscode Roelof van Echten College Integriteitscode Roelof van Echten College Het bestuur van de Stichting Roelof van Echten besluit gelet op richtlijn 9 van de Code Goed Onderwijsbestuur VO d.d. 4 juni 2015 tot vaststelling van de onderstaande

Nadere informatie

IGZ uitgangspunten bij beoordeling van wetenschappelijke bijeenkomsten. Datum 20 februari 2017

IGZ uitgangspunten bij beoordeling van wetenschappelijke bijeenkomsten. Datum 20 februari 2017 IGZ uitgangspunten bij beoordeling van wetenschappelijke bijeenkomsten Datum 20 februari 2017 De IGZ heeft vanaf 2011 ongeveer 30 wetenschappelijke bijeenkomsten geïnspecteerd op het voldoen aan de regels

Nadere informatie

JURISPRUDENTIE --- Zfw

JURISPRUDENTIE --- Zfw vorige home jurisprudentie jur. Zfw Zfw sz-wetten overige wetten zoeken JURISPRUDENTIE --- Zfw LJN: AY4168 Instantie: Centrale Raad van Beroep Datum uitspraak: 04-07-2006 Soort procedure: hoger beroep

Nadere informatie

1 Inleiding 3. 3 Conclusies 8 3.1 Inleiding 8 3.2 Bijeenkomst voldoet overwegend aan de reclameregels 8 3.3 Te nemen maatregelen 10

1 Inleiding 3. 3 Conclusies 8 3.1 Inleiding 8 3.2 Bijeenkomst voldoet overwegend aan de reclameregels 8 3.3 Te nemen maatregelen 10 Rapport naar aanleiding van het algemeen toezichtbezoek aan de nascholing De Oudere Patiënt met Diabetes en Nierschade georganiseerd door Novartis Pharma op 24 september 2015 te Vlaardingen Utrecht, November,

Nadere informatie

Sponsoring van nascholingsactiviteiten

Sponsoring van nascholingsactiviteiten Sponsoring van nascholingsactiviteiten Inhoud Deskundigheidsbevordering en aandeel farmaceutische industrie 3 Paragraaf 1 Beïnvloeding farmacie via nascholing 3 Paragraaf 2 Wet- en regelgeving 3 Paragraaf

Nadere informatie

Beleidsregels van de Minister voor Medische Zorg van bedoeld in artikel 94 van de Geneesmiddelenwet (Beleidsregels gunstbetoon Geneesmiddelenwet 2018)

Beleidsregels van de Minister voor Medische Zorg van bedoeld in artikel 94 van de Geneesmiddelenwet (Beleidsregels gunstbetoon Geneesmiddelenwet 2018) Beleidsregels van de Minister voor Medische Zorg van, inzake gunstbetoon als bedoeld in artikel 94 van de Geneesmiddelenwet (Beleidsregels gunstbetoon Geneesmiddelenwet 2018) De Minister voor Medische

Nadere informatie

Herregistratie BIG-register. artsen

Herregistratie BIG-register. artsen Herregistratie BIG-register artsen November 2012 Brief: wettelijke verplichting herregistratie is aan alle BIG geregistreerden gestuurd Ministerie van Volksgezondheid beoordelingskader Versie 30-01-2013,

Nadere informatie

Protocol. Klachtencommissie. Autimaat B.V.

Protocol. Klachtencommissie. Autimaat B.V. Protocol Klachtencommissie Autimaat B.V. Doetinchem December 2011 Protocol van de klachtencommissie van Autimaat B.V. Inhoudsopgave Toepassingsgebied 3 Begripsbepaling 3 Doelstelling van de klachtenregeling

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 29 mei 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 29 mei 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Nummer 6486/62 Betreft zaak: Easyjet v. N.V. Luchthaven Schiphol 1. Inleiding 1. Op

Nadere informatie

Algemene info over de vakbond en haar maatschappelijke rol

Algemene info over de vakbond en haar maatschappelijke rol Algemene info over de vakbond en haar maatschappelijke rol Waarom zijn er vakbonden?... 1 CNV... 1 Afsluiten van CAO s... 2 Leden van een vakbond... 2 Verschillen tussen vakbonden... 2 Beroepsverenigingen...

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, vertegenwoordigd G te H, tegen C te D en E te F Zaak : Laboratoriumonderzoek op verwijzing van een natuurgeneeskundig arts Zaaknummer : 2009.01616 Zittingsdatum

Nadere informatie

Een situatie kan lastig worden indien. - voor de bedrijfsarts als arts sommige waarden zwaarder wegen dan voor de bedrijfsarts als adviseur

Een situatie kan lastig worden indien. - voor de bedrijfsarts als arts sommige waarden zwaarder wegen dan voor de bedrijfsarts als adviseur Inleiding Sociaal Medisch Overleg (SMO) is een gestructureerd en multidisciplinair overleg over individuele casuïstiek tussen het management en diens adviseur(s) aangaande verzuim en re-integratie. Deelnemers

Nadere informatie

Inleiding 3 Resultaten toezichtbezoek 4 Conclusies 10

Inleiding 3 Resultaten toezichtbezoek 4 Conclusies 10 Rapport naar aanleiding van het algemeen toezichtbezoek aan de Najaarsvergadering NVvA georganiseerd door de Nederlandse Vereniging voor Allergologie op 21 november 2014 te Breukelen Utrecht, Maart, 2015

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT. Nummer 2853-28 Betreft zaak: DGT B.V. vs Relan Arbo B.V. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring

Nadere informatie

Privacy. Informatie. www.arienszorgpalet.nl

Privacy. Informatie. www.arienszorgpalet.nl Privacy Informatie www.arienszorgpalet.nl Inleiding Over ons Over AriënsZorgpalet AriënsZorgpalet is een toonaangevende zorginstelling in Enschede. Met 900 medewerkers en 350 vrijwilligers bieden we onze

Nadere informatie

Reglement Raad van Bestuur. Stichting Samenwerkende Zorgboeren Zuid

Reglement Raad van Bestuur. Stichting Samenwerkende Zorgboeren Zuid Reglement Raad van Bestuur Stichting Samenwerkende Zorgboeren Zuid De Raad van Bestuur van de Stichting Samenwerkende Zorgboeren Zuid heeft overeenkomstig de statuten, de Zorgbrede Governance Code 2010,

Nadere informatie

Gedragscode Noloc Het lid onderwerpt zich aan de in deze gedragscode vastgestelde regels.

Gedragscode Noloc Het lid onderwerpt zich aan de in deze gedragscode vastgestelde regels. Gedragscode Noloc Het Noloc-lid volgt bij zijn 1 beroepsuitoefening de volgende gedragsregels: 1. Algemeen 1.1. Het lid onderwerpt zich aan de in deze gedragscode vastgestelde regels. 1.2. Het lid richt

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat de gemeente Steenbergen heeft nagelaten verzoekster tijdig op de hoogte te brengen van een wijziging van het bestemmingsplan, waardoor verzoekster onnodig

Nadere informatie

inzake de toelating van reclame-uitingen voor het product Prioderm van Meda Pharma B.V.

inzake de toelating van reclame-uitingen voor het product Prioderm van Meda Pharma B.V. 20 oktober 2015 De Codecommissie KOAG/KAG (Kamer II van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame) heeft het navolgende overwogen en beslist naar aanleiding van het bezwaar in kort geding (CGR nummer: KK15.001)

Nadere informatie