Hoofdstuk 1 Inleiding Inleiding Probleemstelling Onderzoeksmethode Opbouw verslag Doel van onderzoek 2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoofdstuk 1 Inleiding 1. 1.1 Inleiding 1 1.2 Probleemstelling 1 1.3 Onderzoeksmethode 1 1.4 Opbouw verslag 1 1.5 Doel van onderzoek 2"

Transcriptie

1 AFSTUDEEROPDRACHT DOOR: MICHIEL ROOS IN OPDRACHT VAN: STICHTING DE NOORDZEE 20 JANUARI 2003

2 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Hoofdstuk 1 Inleiding Inleiding Probleemstelling Onderzoeksmethode Opbouw verslag Doel van onderzoek 2 Hoofdstuk 2 MARPOL 73/ Ontstaan Opbouw Annex II Herzieningen Annex II 16 Hoofdstuk 3 Olietankers Regels Risico s en ongelukken Lering en aanpassing regels 26 Hoofdstuk 4 Chemicaliëntankers Chemicaliënmarkt In de praktijk 35 Hoofdstuk 5 Conclusie 41 Nawoord 43 Literatuurlijst 44 Bijlagenlijst 46

3 Voorwoord In het laatste jaar van de opleiding Maritiem officier, moet er voor dat men voor de laatste keer op stage gaat, afgestudeerd worden. De bedoeling hierbij is dat een bedrijf of organisatie wordt gezocht die een maritiem of technisch probleem heeft, waar de student zich volledig op kan storten, en van dit probleem een mooie scriptie zal maken. De afstudeerperiode vangt aan in week 46. In week 3, 2003, moet de scriptie worden ingeleverd, waarna er in week 5 de presentatie en de eindbeoordeling zal plaatsvinden. Voor mijn afstudeeropdracht heb ik stichting de Noordzee benaderd. Dit is een milieuorganisatie, die zich inzet voor de natuur- en milieubelangen van de zee, door samen met het bedrijfsleven en de overheid te zoeken naar verbetering van de regelgeving en naar alternatieven voor een schoner en duurzamer gebruik van de zee. Zij hebben mij deze opdracht gegeven, waarvoor ik stichting de Noordzee wil bedanken. Tijdens het schrijven van dit verslag heb ik informatie ingewonnen bij verschillende personen van verschillende bedrijven en instanties, die ik daar erkentelijk voor ben, dit zijn de heer M. van Leest van Directoraat Generaal Goederenvervoer van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, de heer R. Vermeulen van VOPAK shipping en de heer H. Baijer van Jo Tankers. Het doel van het DGG is het bevorderen van een efficiënt, veilig en duurzaam goederenvervoersysteem in het belang van de welvaart en het welzijn van de Nederlandse samenleving. Dit betreft zowel het vervoer van goederen over land als over water. Jo tankers en VOPAK shipping zijn rederijen, die zich bezig houden met het vervoer van vloeibare schadelijke stoffen in bulk. Ik zal mijn opdracht doen onder begeleiding van de heer Leemans (e.leemans@noordzee.nl), van stichting de Noordzee en de heer Cijntje (S.A.Cijntje@imt.hva.nl) van de HvA.

4 Samenvatting Dit verslag handelt over hoe veilig chemicaliënvervoer over zee, is ten opzichte van het vervoer van olieproducten, om een beeld te creëren voor stichting de Noordzee, of er nog aan de regelgeving hiervoor gewerkt moet worden ten behoeve van het mariene milieu. De internationale regelgeving zoals die nu van kracht is, is beschreven in het MARPOL verdrag. Dit verdrag is opgedeeld in verschillende Annex en, die ieder een ander soort vervuiling behandeld. De Annex die betrekking heeft op het chemicaliënvervoer in bulk, is Annex II, en is momenteel onderhevig aan herzieningen. Op de oude en nieuwe regels worden in dit verslag in gegaan. Het ontstaan van milieuregelgeving voor schepen, ligt bij de olietankers. Als gevolg van verschillende rampen zijn de regels steeds verder aangescherpt. Hiermee is de regelgeving steeds beter en strenger geworden, maar nog steeds moet het aangepast worden als gevolg van recente rampen (Prestige). De regels voor chemicaliëntankers zijn gebaseerd op de regels voor olietankers. De milieurisico s van chemicaliënvervoer over zee hangt af van de markt zoals die heden ten dage is. Wanneer er meer chemicaliëntankers rond varen, en bijvoorbeeld onder goedkope vlag varen, zijn de risico s dat er iets gebeurd groter. De opbouw van de markt is weergegeven, aan de hand van de vlootopbouw, de chemische producten die vervoerd worden, en waar deze vandaan komen en naar toe moeten. De manier waarop de regels worden toegepast zijn uiteraard ook van belang. Beschreven staat welke procedures er door de rederijen zijn opgesteld om zo goed mogelijk aan de eisen te voldoen. De uiteindelijke conclusie komt uiteraard helemaal aan het einde. Door alle aspecten uit de hoofdstukken samen te nemen, kan er geconcludeerd worden of er gevaar bestaat voor het mariene milieu door chemicaliënvervoer ten opzicht van het olietransport.

5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Inleiding In de scheepvaart zijn verschillende takken te herkennen. Zo is er het stukgoed, de containervaart, de bulk in natte en droge vorm. Het vervoer van bulk vertegenwoordigt een heel groot deel van de scheepvaartmarkt. De natte bulk is op zijn beurt ook weer op te verdelen in het vervoer van olie, petrochemische producten en de andere natte bulk, zoals voedingsmiddelen. Hierin is het vervoer van olieproducten het sterkst vertegenwoordigd. De laatste tijd is vervuiling door ongelukken met olietankers een hot item in het nieuws. Een heel groot gedeelte van de wereldvloot bestaat uit olietankers, een veel kleiner deel van de wereldvloot zijn chemicaliëntankers. De stoffen die zij vervoeren, kunnen echter wel zeer gevaarlijk zijn. Er zijn daarom regels opgesteld op vervuiling door lozing van, of ongelukken met, schepen in het algemeen binnen de perken te houden. 1.2 Probleemstelling Aan de hand van het voorgaande kun men zich afvragen of het vervoer van chemicaliën, ondanks het kleinere aandeel in de scheepvaart, ook gevaar oplevert voor het mariene milieu. Hoe gevaarlijk is het vervoeren van vloeibare schadelijke stoffen in bulk over zee voor het milieu, als je dit vergelijkt met het vervoer van olieproducten? Dat is de hoofdvraag in dit verslag. 1.3 Onderzoeksmethode Dit verslag is tot stand gekomen door middel van literatuuranalyse. Ik heb deze literatuur op verschillende wegen verkregen, zoals internet, bibliotheek TU Delft en informatie van verschillende bedrijven en instanties. 1.4 Opbouw verslag Uiteraard zijn er regels die er voor moeten zorgen dat het vervoer van chemicaliën over zee zo veilig mogelijk gaat. Deze regels zijn onderhevig aan een aantal herzieningen. De huidige regels en de herzieningen daarop worden in hoofdstuk 2 beschreven. De regels voor chemicaliëntankers zijn ook ontwikkeld aan de hand van de regels voor de olietankers, deze zijn dus van groot belang. De regels voor olietankers zijn ontstaan als gevolg van verschillende ongelukken. Hoofdstuk 3 vertelt het verhaal van het ontstaan van de olietanker regelgeving.

6 Dit verslag handelt over chemicaliënvervoer, dit gebeurt met chemicaliëntankers. Om een goed beeld te geven van hoe de markt eruit ziet en hoe de praktische toepassing is van de regels, wordt dit uitgeschreven in hoofdstuk 4. Om uiteindelijk te kunnen oordelen of chemicaliënvervoer veilig is, worden in hoofdstuk 5 alle punten samengenomen en de conclusie getrokken. 1.5 Doel van onderzoek Stichting de Noordzee is als het ware de advocaat van de zee, dus willen ze opkomen voor de rechten van de zee, moet er wel bekend zijn aan welke risico de zee bloot staat. Uiteraard zijn er een heleboel aspecten die van invloed zijn op de toestand van de zee. Vervuiling door schepen is een belangrijk aandachtspunt. Het is daarom goed als daar goede regelgeving voor bestaat. In verband met de huidige veranderingen moet de advocaat van de zee uiteraard ervoor zorgen dat de milieubelangen niet onder de voet worden gelopen door de economische. De conclusies die uit dit onderzoek naar voren zijn gekomen kunnen gebruikt worden om ervoor te zorgen dat de regels zo opgesteld worden dat de vervuiling door schepen nog verder beperkt worden. De zee wordt tegenwoordig steeds meer gebruikt als voedselbron. De zee is heel belangrijk voor de samenleving, en niet alleen voor de samenleving van nu, maar ook voor die van de volgende generatie en die daarop, en die daarop, enzovoorts.

7 Hoofdstuk 2 MARPOL 73/78 De regels die vervuiling door schepen binnen de perken moeten houden is na een aantal incidenten ontstaan, het ontstaan is beschreven in 2.1. Het MARPOL verdrag wat hieruit ontstond is beschreven in 2.2. Omdat het gedeelte dat de schadelijke vloeibare stoffen in bulk behandelt binnenkort gewijzigd wordt, wordt dat in 2.3 extra uitgediept. In 2.4 komen vervolgens de herzieningen van de regels uit Ontstaan International Convention for the Prevention of Pollution from Ships, 1973, as modified by the Protocol of 1978 relating thereto. Dit is waar MARPOL 73/78 voor staat. In het begin van de twintigste eeuw komt de industrialisatie opgang, hierdoor wordt de vraag, met als gevolg de productie, van olie groter en groter. Het vervoer gaat voornamelijk over zee, dit leidde tot meer vervuiling van de zeeën. Een heleboel landen hadden tegen olielozingen allemaal hun eigen regels ontwikkeld, die golden in hun territoriale wateren. Dit gebeurde omdat het besef steeds meer begon te groeien, dat de vervuiling een gevaar werd. In 1926 werd er voor het eerst een conferentie gehouden over olievervuiling in bevaarbare wateren. In 1954 werd er door Groot Brittannië weer een conferentie over olievervuiling georganiseerd, waaruit een verdrag voort kwam: the International Convention for the Prevention of Pollution of the Sea by Oil (OILPOL). Dit werd in 1958, bij de oprichting, overgenomen door de IMO (International Maritime Organisation). Dit verdrag handelde dus enkel over olievervuiling. Toen in 1967 de olietanker Torrey Canyon in het Engelse kanaal aan de grond liep en de totale lading van ton olie in zee liep, kwam er naast de olie, ook zoveel vragen bovendrijven dat er een nieuwe conferentie werd gepland in Toen werd dus International Convention for the Prevention of Pollution from Ships, 1973 opgesteld. Aanvankelijk was er weinig animo onder de zeevarende landen om zich aan te sluiten bij het verdrag. Het zag er naar uit dat het verdrag, ondanks het belangrijke karakter, helemaal niet van kracht zou gaan. In 1978 werd tijdens de International Conference on Tanker Safety and Pollution Prevention (TSPP conferentie) een nieuw verdrag gemaakt met daarin meegenomen MARPOL 73, naar aanleiding van een aantal rampen in Hier werd het uiteindelijke verdrag gemaakt: International Convention for the Prevention of Pollution from Ships, 1973, as modified by the Protocol of 1978 relating thereto (MARPOL 73/78). Nu waren er wel meer landen die wilden deelnemen, omdat er enkel aan Annex I moest worden voldaan, en binnen drie jaar aan Annex II. Annex III V was op vrijwillige basis. Hierdoor werd er meer tijd gecreëerd om technische problemen voor Annex II op te kunnen lossen binnen de vloot.

8 Uiteindelijk gingen Annex I & II op 2 Oktober 1983 van kracht. Annex V werd vervolgens 31 december 1988 van kracht, Annex III op 1 juli 1992 en Annex IV & VI zijn nog steeds niet van kracht. 2.2 Opbouw Om een duidelijk beeld te geven waar het MARPOL nu over handelt, volgt hier een beschrijving van hoe het verdrag is opgebouwd. MARPOL 73/78 bestaat uit: 1) verdrag van 73 2) protocol van 78 3) protocol I 4) protocol II 5) protocol van 97 6) Annex I VI 7) aanvullende informatie ad 1 International Convention for the Prevention of Pollution from Ships, 1973 Dit is dus het werkelijke verdrag. Hier staan de reglementen in 20 artikelen beschreven, zoals die door de deelnemende landen moeten worden nageleefd. Ze handelen onder andere over toezichthouding, rapportering van ongelukken, op wie het verdrag betrekking heeft of wat te doen bij overtreding. Article 1 Article 2 Article 3 Article 4 Article 5 Article 6 Article 7 Article 8 Article 9 Article 10 Article 11 Article 12 Article 13 Article 14 Article 15 Article 16 Article 17 Article 18 Article 19 Article 20 General obligations under the Convention Definitions Application Violation Certificates and special rules on inspection of ships Detection of violations and enforcement of the Convention Undue delay to ships Reports on incidents involving harmful substances Other treaties and interpretation Settlement of disputes Communication of information Casualties to ships Signature, ratification, acceptance, app oval and accession Optional Annexes Entry in force Amendments Promotion of technical co-operation Denunciation Deposit and registration Languages

9 ad 2 Protocol of 1978 relating to the International Convention for the Prevention of Pollution from Ships, 1973 De veranderingen die in 1978 zijn afgesproken worden in dit gedeelte beschreven. Het protocol bestaat uit negen artikelen. Er komt onder andere aan bod hoe men kan deelnemen aan het verdrag met de mogelijkheid binnen drie jaar aan Annex II te voldoen. Article I Article II Article III Article IV Article V Article VI Article VII Article VIII Article IX General obligations Implementation of Annex II of the Convention Communication of information Signature, ratification, acceptance, approval and accession Entry in force Amendments Denunciation Depositary Languages ad 3 Protocol I Provisions concerning reports on Incidents Involving Harmful Substances Dit uit vijf artikelen bestaande protocol, bevat de reglementen over melding maken van lozingen van één van de ladingvormen die besproken worden in de Annex I III. Er wordt gesproken over het hoe, wie, wanneer en wat er gerapporteerd moet worden. Article I Article II Article III Article IV Article V Duty to report When to make reports Contents of report Supplementary report Reporting procedures ad 4 Protocol II Arbitration Dit uit tien artikelen bestaande protocol, behandeld hoe er gehandeld dient te worden door de partijen, wanneer er een geschil is ontstaan. Er zal door iedere partij een arbiter worden aangesteld. Tevens zal er door beide partijen samen een arbiter worden aangesteld, die als voorzitter van het tribunaal zal optreden. De uiteindelijke beslissing zal worden genomen door de meerderheid van stemmen van het tribunaal. ad 5 Protocol of 1997 to amend the International Convention for the Prevention of Pollution from Ships, 1973, as modified by the Protocol of 1978 relating thereto In dit protocol komt de toevoeging van Annex VI aanbod. Annex VI behandelt de maatregelen om luchtvervuiling door schepen zoveel mogelijk binnen de perken te houden. Dat wordt gedaan in 9 artikelen:

10 Article 1 Article 2 Article 3 Article 4 Article 5 Article 6 Article 7 Article 8 Article 9 Instrument to be amended Addition of Annex VI to the Convention General obligations Amendment procedure Signature, ratification, acceptance, approval and accession Entry in force Denunciation Depositary Languages ad 6 Annex I VI In de Annex en worden de reglementen gegeven om de mogelijke vormen van vervuiling door schepen te voorkomen. Annex I of MARPOL 73/78 Regulations for the Prevention of Pollution by Oil Zoals de naam al aangeeft, worden hier de reglementen ter voorkoming van vervuiling door olie gegeven. Deze Annex is hoofdzakelijk gebaseerd op the International Convention for the Prevention of Pollution of the Sea by Oil (OILPOL). Annex I is verdeeld in 4 hoofdstukken: Chapter I General regulation 1 8A Chapter II Requirements for control of operational pollution regulation 9 21 Chapter III Requirements for minimizing oil pollution from oil tankers due to side and bottom damages regulation 22 25A Chapter IV - Prevention of pollution arising from an oil pollution incident regulation 26 Tevens worden er drie appendices gegeven: Appendix I List of oils Appendix II Form of IOPP Certificate and Supplements Appendix III Form of Oil Record Book Tot slot is er nog een samengevoegde uitleg van Annex I, in de vorm van 9 appendices. Annex II of MARPOL 73/78 Regulations for the Control of Pollution by Noxious Liquid Substances in Bulk Hier worden dus de schadelijke vloeibare stoffen in bulk besproken, zie hier voor meer in de volgende paragraaf. Annex III of MARPOL 73/78 Regulations for the Prevention of Pollution by Harmful Substances Carried by Sea in Packaged Form Deze Annex over het vervoer van schadelijke stoffen in verpakte vorm, denk hierbij voornamelijk aan containers. De schadelijke stoffen die bedoeld worden zijn weergegeven in the International Maritime Dangerous Goods Code (IMDG code).

11 Zo zijn er reglementen voor de verpakkingsvorm, het labelen en de manier van stuwen. Ook zijn er regels gegeven voor de hoeveelheidlimieten. In de Appendix zijn richtlijnen gegeven voor de identificatie van de schadelijke stoffen in verpakte vorm. Annex IV of MARPOL 73/78 Regulations for Prevention of Pollution by Sewage from Ships Onder sewage wordt in deze Annex verstaan: afvoer van toiletgelegenheden; afvoer van medische gelegenheden; afvoer van ruimten waar zich levende wezen bevinden; of water gemixt met een van de hiervoor genoemde mogelijkheden. Annex V of MARPOL 73/78 Regulations for the Prevention of Pollution by Garbage from Ships Hier word de vervuiling door afval behandeld, waaronder wordt verstaan al het afval dat bij het normale leven aan boord ontstaat, uitgezonderd van visafval en stoffen behandeld in de andere Annex en. Er wordt in deze Annex ook onderscheidt gemaakt tussen gebieden aangeduid als special areas en gebieden die daar niet onder vallen. Er worden onder andere regels gegeven voor de wal ontvangstinstallaties, controles en de boekhouding van het gevoerde afvalbeleid. Er wordt een lay-out van het Garbage record book in de appendix weergegeven. Annex VI of MARPOL 73/78 Regulations for the Prevention of Air Pollution from Ships Om de luchtvervuiling door schepen meer tegen te gaan is er in 1997 deze Annex aan het MARPOL verdrag toegevoegd. Annex VI is als volgt opgebouwd: Chapter I General Chapter II Survey, certification and means of control Chapter III Requirements for control of emmisions from ships Appendices to Annex VI Nota bene: deze Annex is nog niet van kracht. ad 7 Additional Information Bij deze aanvullende informatie zijn de volgende onderwerpen gegeven, om meer duidelijkheid te geven aan het verdrag: 1 List of unified interpretaties of Annexes I, II and III of MARPOL 73/78 2 List of related documents 3 List of MEPC resolutions 4 Status of MARPOL 73/78, amendments and related instruments 5 Implementation of Annex IV 6 Text of the revised Annex IV of MARPOL 73/78 7 Prospective amendments to Annex I 8 Condition Assessment Scheme for amended regulation 13G of Annex I Guidelines for monitoring the world-wide average sulphur content of residual fuel oils supplied for use on board ships

12 2.3 Annex II Om een duidelijk beeld te krijgen van de veranderingen binnen Annex II, zal hier eerst Annex II helemaal worden uitgediept zoals dat nu in MARPOL beschreven staat. Het is opgebouwd uit 16 reglementen, 5 appendices en een samengevoegde uitleg (waar ook weer een appendix bij hoort). Tot slot worden er nog standaards voor procedures en maatregelen (procedures & arrangements, P&A) gegeven voor het lossen van schadelijke vloeibare stoffen, gevolgd door 4 appendices daarop. Annex II heet in zijn volledigheid: Annex II of MARPOL 73/78; Regulations for the control of pollution by Noxious Liquid Substances in Bulk. Dit wil dus niks meer zeggen dan: reglementen om vervuiling door schadelijke vloeibare stoffen in bulk te controleren. Hier volgen de punten die aanbod komen in Annex II: categorisering, special areas, gestelde lozingsregels, pomp-, leiding- en losinrichting, wal ontvangstinstallatie en ladingterminal regelingen, controlemaatregelen, cargo record book, inspecties, veiligheidsplan en standaards voor procedures en maatregelen voor het lossen van giftige vloeibare lading. Categorisering Omdat niet alle stoffen even gevaarlijk zijn voor het welzijn van de mens en het milieu, onderscheidt men 5 categorieën. En wel de volgende: Categorie A: Schadelijke vloeibare stoffen die door ontballasten of tankwassen, in zee terechtkomen, een ernstige bedreiging vormen voor het mariene milieu of menselijke gezondheid of serieuze schade berokkenen aan de leefbaarheid en andere legitieme gebruiken van de zee en daardoor strikte antivervuiling maatregels rechtvaardigen. Categorie B: Schadelijke vloeibare stoffen die door ontballasten of tankwassen, in zee terechtkomen, een bedreiging zijn voor het mariene milieu of menselijke gezondheid of schade berokken aan de leefbaarheid en andere legitieme gebruiken van de zee en daardoor speciale antivervuiling maatregels rechtvaardigen. Categorie C: Schadelijke vloeibare stoffen die door ontballasten of tankwassen, in zee terechtkomen, een minder belangrijke bedreiging vormen voor het mariene milieu of menselijke gezondheid of minder belangrijke schade berokkenen aan de leefbaarheid en andere legitieme gebruiken van de zee en daardoor speciale antivervuiling maatregels vereisen. Categorie D: Schadelijke vloeibare stoffen die door ontballasten of tankwassen, in zee terechtkomen, een herkenbare bedreiging vormen voor het mariene milieu of menselijke gezondheid of minimale schade berokkenen aan de leefbaarheid en andere legitieme gebruiken van de zee en daardoor wat aandacht aan de operationele conditie vereisen. Categorie III (beschreven in Appendix III van Annex II): Vloeibare stoffen vervoerd in bulk die niet vallen onder categorie A, B, C en D en niet onderworpen zijn aan de bepalingen van Annex II en aangegeven als III in de Pollution Category kolom van hoofdstuk 17 of 18 van de International Bulk Chemical Code (IBCcode).

13 De stoffen uit categorieën A, B, C, en D worden ook in de hoofdstukken 17 en 18 van de IBC-code weergegeven. Stoffen die niet onder een van de vijf bovengenoemde categorieën te plaatsen zijn, zullen door de overheid van het betrokken land, aan de hand van de richtlijnen van appendix I, een voorlopig beoordeling moeten worden gegeven. Deze beoordeling zal naar de IMO moeten worden gestuurd, zodat deze verspreid kan worden onder alle deelnemende landen, waarna deze de mogelijkheid hebben op de beoordeling te reageren. Zolang er nog geen uiteindelijke beoordeling heeft plaats gevonden, zal er met zo een groot mogelijke zorg moeten worden omgesprongen met de betreffende stof. Er wordt door de Joint Group of Experts on the Scientific Aspects of Environmental Protection (GESAMP) een speciale werkgroep samen gesteld, de Working Group on the Evaluation of Harmful Substances (EHS) om een stof aan de volgende punten te toetsen: Kolom A bioaccumulatie en bederving Kolom B schade aan levende omgeving Kolom C gevaar voor mensen bij orale inname Kolom D gevaar voor mensen bij huid en oog contact Kolom E achteruitgang van de natuurlijke voorzien ngen (stranden e.d.) Deze werkgroep maakt dan een GESAMP Hazard Profile (GHP). Dit profiel wordt door de Evaluation of Safety and Pollution Hazards (ESPH) Working Group van de IMO gebruikt om de uiteindelijke vervuilingscategorie en daarvoor bestemde scheepstypen te bepalen. Om een veilig vervoer en goede milieubescherming te verzekeren, behandelt het subcomité Bulk Liquids and Gases (BLG) het technische gedeelte hiervan. Het BLG comité rapporteert zijn bevindingen aan de volgende beleidsvormende comités: Marine Environment Protection Committee (MEPC) en Maritime Safety Committee (MSC). Special areas Omdat er op aarde bepaalde gebieden zijn die grote milieutechnische waarde hebben, zijn er binnen het MARPOL verdrag zogenaamde special areas gedefinieerd, en wel: - Oostzee gebied (inclusief Botnische Golf, Finse Golf en tot aan het Skagerrak) - Zwarte Zee - Antarctisch gebied (alles bezuiden 60 Z) Voor de verschillende soorten schadelijke stoffen zijn voor de special areas zijn er verschillende maatregels. Ten eerste is het heel duidelijk dat het in het Antarctisch gebied geheel verboden is schadelijke stoffen of mengsels daarvan te lozen. De gegeven reglementen moeten de schepen er niet van weerhouden om hun schadelijke stoffen buiten de special areas te lozen. Voor niet-gecategoriseerde stoffen is het verboden deze overboord te pompen.

14 Gestelde lozingsregels De volgende regels gelden voor: Stoffen uit categorie A, B en C buiten de special areas, en stoffen uit categorie D in alle gebieden. Categorie A: stoffen uit deze categorie mogen niet geloosd worden in zee. Wanneer de tanks, die stoffen uit deze categorie hebben bevat, gewassen worden, moet het afvalwater worden afgegeven aan de wal ontvangstinstallaties totdat het niet meer dan 0.1% van het gewicht bevat, al vorens het overboord gepompt mag worden. Voor fosfor, geel of wit, geldt zelfs een percentage van 0.01%. Wanneer de concentraties in het afvalwater laag genoeg zijn, mag er geloosd worden, wanneer: - Het schip onderweg is met tenminste 7 knopen (of tenminste 4 knopen wanneer het schip niet zelf voortstuwend is). - De lozing onder de waterlijn plaatsvindt, rekening houdend met de zeewaterinlaten van het schip. - Het lozen plaatsvindt minimaal 12 mijl uit de kust, met een waterdiepte van minimaal 25 meter. Categorie B: het lozen van stoffen uit deze categorie, of mengsels hiervan, is verboden, behalve wanneer er aan de volgende eisen in voldaan: - Het schip onderweg is met tenminste 7 knopen, of tenminste 4 knopen wanneer het schip niet zelf voortstuwend is. - De procedures en maatregelen voor het lozen zijn goedgekeurd door de IMO, waarbij de concentratie achter het schip niet groter is dan 1 ppm. - De geloosde hoeveelheid uit iedere tank en leidingsysteem mag niet meer zijn dan hiervoor genoemd, maar ook niet meer dan 1 m 3 of 1/3000 van de tankcapaciteit in m 3. - De lozing vindt onder de waterlijn plaats, rekening houdend met de zeewaterinlaten van het schip. - Het lozen vindt plaats minimaal 12 mijl uit de kust, met een waterdiepte van minimaal 25 meter. Categorie C: hiervoor gelden nagenoeg dezelfde regels als voor categorie B, met het verschil: - de maximale concentratie achter het schip bedraagt niet meer dan 10 ppm. - de maximale hoeveelheid die uit de tank en zijn leidingsysteem komt niet meer bedraagt dan 3 m 3 of 1/1000 van de tankcapaciteit in m 3. Categorie D: : het lozen van stoffen uit deze categorie, of mengsels hiervan, is verboden, behalve wanneer er aan de volgende eisen in voldaan: - Het schip onderweg is met tenminste 7 knopen, of tenminste 4 knopen wanneer het schip niet zelf voortstuwend is. - De concentratie niet groter is dan een deel van de betreffende stof op tien delen water. - Het lozen minimaal 12 mijl uit de kust gebeurd.

15 Kort samengevat geeft dat de volgende tabel: Fig. 2.1 Lozingsvoorwaarden (bron: No Nonsense with Noxious liquid substances) Stoffen uit categorie A, B en C in de special areas. Categorie A: stoffen uit deze categorie mogen niet geloosd worden in zee. Wanneer de tanks, die stoffen uit deze categorie hebben bevat, gewassen worden, moet het afvalwater worden afgegeven aan de wal ontvangstinstallaties (deze is in overeenstemming met reglement 7 van deze Annex) totdat het niet meer dan 0.05% van het gewicht bevat en totdat de tank leeg is, al vorens het overboord gepompt mag worden. Voor fosfor, geel of wit, geldt zelfs een percentage van 0.005%. Wanneer de concentraties in het afvalwater laag genoeg zijn, mag er geloosd worden, wanneer: - Het schip onderweg is met tenminste 7 knopen (of tenminste 4 knopen wanneer het schip niet zelf voortstuwend is). - De lozing onder de waterlijn plaatsvindt, rekening houdend met de zeewaterinlaten van het schip. - Het lozen plaatsvindt minimaal 12 mijl uit de kust, met een waterdiepte van minimaal 25 meter. Categorie B: het lozen van stoffen uit deze categorie, of mengsels hiervan, is verboden, behalve wanneer er aan de volgende eisen in voldaan: - De tank moet worden voorgewassen, volgens de regels opgesteld door de IMO, en het waswater wat hiervan af komt moet worden afgegeven aan een wal ontvangstinstallatie. - Het lozen moet gebeuren volgens de procedures en maatregelen opgesteld door de IMO, waardoor de concentratie achter het schip niet groter is dan 1 ppm. - Het schip onderweg is met tenminste 7 knopen (of tenminste 4 knopen wanneer het schip niet zelf voortstuwend is). - De lozing onder de waterlijn plaatsvindt, rekening houdend met de zeewaterinlaten van het schip. - Het lozen plaatsvindt minimaal 12 mijl uit de kust, met een waterdiepte van minimaal 25 meter.

16 Categorie C: Voor het lozen van stoffen uit deze categorie in de special areas gelden dezelfde regels als voor het lozen van stoffen uit categorie B buiten de special areas. Al deze regels gelden niet wanneer er door het lozen van welke stof ook de veiligheid van schip en bemanning gewaarborgd kan blijven. Wanneer het schip of haar uitrusting schade opgelopen heeft en hierdoor schadelijke lading de zee inloopt, zullen de voorgaande regels niet gelden: - Indien er genoeg maatregelen zijn genomen, om de schade en dus de lozing te voorkomen of tot een minimum te beperken. - Behalve, als de eigenaar of kapitein van het schip zo gehandeld heeft, wetende dat het gevolg de schade zou zijn. Ook mogen er stoffen geloosd worden die in deze Annex behandeld worden, om daarmee de vervuiling, door een andere reeds in zee aanwezige stof, te beperken. Pomp-, leiding- en losinrichting Er wordt in reglement 5A de eisen gegeven waar het gerei aan moet voldoen, wat gebruikt wordt bij het lossen van een tank. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen schepen die gebouwd zijn voor , en schepen van daarna. Voor schepen van na 1986 die lading vervoeren van categorie B, dienen de betreffende tanks leeg te kunnen pompen tot er nog 0.1 m 3 residu in de tank, pomp en leidingen zitten. Voor schepen van voor geldt dat er nog 0.3 m 3 residu mag achterblijven. De tanks aan boord van een schip, gebouwd na 1986, die gebruikt worden voor stoffen uit categorie C, dienen geledigd te kunnen worden tot er 0.3 m 3 residu achterblijft. De oudere schepen van voor 1986 moeten dit kunnen tot 0.9 m 3. Het testen van het pomprendement dient te gebeuren met water en onder ideale omstandigheden. Er zijn door de overheid, aan de hand van IMO standaards, procedures opgesteld hoe dit precies moet gebeuren, net als het bepalen van de hoeveelheid residu. Voor schepen die gebouwd zijn voor en enkel vaste reizen maken tussen havens van landen die deelnemen aan dit verdrag, gelden de voorgaande eisen niet, als: - iedere keer dat een tank gewassen wordt na een lading uit categorie B of C, dient deze eerst te worden voorgewassen en moet het waswater worden afgegeven aan een wal ontvangstinstallatie. - later was- of ballastwater moet worden afgegeven, of volgens de andere reglementen van deze Annex worden geloosd. - de wal ontvangstinstallaties zijn goedgekeurd door overheden van de deelnemende partijen. Schepen die zo gebouwd zijn dat er nooit ballastwater in de ladingtanken hoeft te komen, en waar tankwassen niet nodig is, alleen in het geval van dokking, kan het schip een vrijstelling krijgen van de hierboven genoemde eisen, indien er aan wel aan de volgende eisen wordt gedaan:

17 - de constructie, het ontwerp en de uitrusting dienen zo te zijn, als waarvoor het schip gebruikt wordt, goedgekeurd door de overheid. - het eventueel aanwezige afvalwater wat ontstaat bij het tankwassen alvorens er in dok gegaan wordt, zal moeten worden afgegeven bij een wal ontvangstinstallatie. - elke ladingtank moet gecertificeerd worden voor een bepaalde lading, met daarbij de informatie van de vrijstelling. - aan boord is een geschikte, goedgekeurde handleiding. Wal ontvangstinstallatie en ladingterminal regelingen De overheid van ieder deelnemend land aan het MARPOL verdrag, zal er voor moeten zorgen dat de voorzieningen in alle laad en loshavens, en in reparatiehavens van chemicaliëntankers, aanwezig zijn zo dat de schepen al hun residu s en mengsels van schadelijke stoffen zonder enige vertraging kwijt kunnen. De terminals zullen moeten aanmoedigen om de lading tanken te strippen, en het leidingsysteem bij laswerkzaamheden door te blazen naar de ontvangstterminal en niet terug in de tank. Wanneer er ergens geen goede ontvangstinstallatie ter plaatsen is of dat de terminal regelingen niet voldoen, zal hiervan melding moeten worden gemaakt. Controlemaatregelen Om ervoor te zorgen dat de schepen die schadelijke vloeibare stoffen vervoeren, wel de vereiste maatregelen hanteren, moet er door de deelnemende partijen van het MARPOL verdrag surveyors worden aangesteld. Wanneer er een surveyor aan boord komt, moet er aan alle reglementen zijn voldaan die in Annex II zijn beschreven. Dit moet dan ook in het Cargo Record Book allemaal goed zijn in gevuld. Voor iedere categorie stoffen in de verschillende gebieden zijn bepaalde maatregelen vereist. Categorie A in alle gebieden: Wanneer een tank gelost is, zal deze nog in de loshaven gewassen moeten worden. Het wassen dient net zolang te gebeuren, totdat de concentratie zolaag is als eerder aangegeven. Het waswater moet aan de wal worden afgegeven. Is de concentratie laag genoeg dan moet de tank helemaal leeg worden gepompt, dit moet ook naar de wal. Alles moet genoteerd worden in het Cargo Record Book. Wanneer het meten van de concentratie in het afvalwater onpraktisch is, kan dat nagelaten worden, indien de tank voorgewassen is volgens de vastgestelde procedure en er door de surveyor worden genoteerd in het Cargo Record Book dat de tank, pomp en leidingsysteem geledigd is naar de wal. Categorie B en C buiten de special areas: Wanneer uit een tank stoffen uit categorie B of C wordt gelost, en er meer achter is gebleven dan is toegestaan om over boord te pompen, of als er niet onder de vastgestelde pompcondities gewerkt is, zal de tank voorgewassen moeten worden. Waarvan het waswater aan de wal moet worden afgegeven. Categorie B binnen de special areas: De geloste tanks van stoffen uit categorie B zullen nu moeten worden voorgewassen, en het waswater moet aan de wal worden afgegeven.

18 Dit hoeft niet wanneer het residu niet meer is dan de toegestane hoeveelheid en het waswater aan boord gehouden wordt tot het buiten de special area volgens de geldende regels overboord wordt gepompt. Tevens wanneer er gewerkt is onder de vastgestelde pompcondities, of als er door de surveyor is vastgesteld dat de tank leeg genoeg is, kan het voorwassen achterwege blijven. Categorie C binnen de special areas: Hier geldt weer dat de tanks voorgewassen moeten worden, wanneer het residu meer is dan de toegestane hoeveelheid die overboord mag worden gepompt, of als er niet onder de vastgestelde pompcondities gewerkt wordt. Het waswater moet worden afgegeven in de loshaven. Categorie D in alle gebieden: De tank dient gewassen te worden, waarna het waswater aan de wal wordt afgegeven, of op zee wordt geloosd onder de vastgestelde condities. Wanneer de volgende lading weer dezelfde is, of een lading is die goed samen gaat met de vorige, dan kan de kapitein, in alle gevallen, voor het (voor-) wassen ontheffing aanvragen. Dit kan hij ook doen, wanneer er schriftelijk toegezegd is dat er in de laadhaven een goede wal ontvangstinstallatie is en de tank niet geballast hoeft te worden, of als de residu s worden afgevoerd door ventilatie. De residu s uit de sloptanks welke stoffen uit categorie A (in special areas ook uit categorie B) moeten altijd aan de wal worden afgegeven. Cargo record book Alle schepen die vallen onder deze Annex dienen een Cargo Record Book bij te houden, al dan niet in het officiële geïntegreerde scheepslog. Per tank worden de volgende handelingen, per direct, genoteerd: - laden van lading - intern verpompen van lading - lossen van lading - schoonmaken van ladingtanks - ballasten van ladingtanks - lossen van ballastwater uit ladingtanks - afgegeven van residu s aan de wal - lozen van residu s in zee of verwijderen door ventilatie Wanneer er een lading per ongeluk of met een reden in zee wordt gepompt zal dit ook genoteerd moeten worden, inclusief het hoe, waar, wanneer en waarom van de lozing. Een surveyor zal na een inspectie ook een aantekening maken in het Cargo Record Book. Iedere genoteerde actie moet vergezeld worden door een handtekening van de dienst doende officier, en iedere pagina krijgt een krabbel van de kapitein. En is ingevuld in het Engels of het Frans. Het Cargo Record Book moet tot drie jaar na de laatste melding bewaard worden.

19 Inspecties Schepen die schadelijke vloeibare stoffen vervoeren, moeten de volgende inspecties ondergaan, willen ze in aanmerking komen voor een International Pollution Prevention Certificate for the Carriage of Noxious Liquid Substances in Bulk: - Een schip dat voor de eerste keer voor het certificaat in aanmerking wil komen, zal een grondige inspectie moeten ondergaan. Hierbij wordt gekeken naar de constructie, uitrusting, systemen, fittings, regelingen en materialen welke allemaal betrekking hebben op deze Annex. - Een periodieke vernieuwingsinspectie vindt plaats, in ieder geval iedere vijf jaar, waarbij de hiervoor genoemde punten weer allemaal gecontroleerd worden. - Een jaarlijkse inspectie, die tussen drie maanden voor en na de verjaardag van het certificaat moet plaats hebben. Er wordt hier ook naar de hiervoor genoemde punten gekeken. Er wordt hierbij gelet of alles zo is onderhouden, dat het in de staat verkeerd zodat het kan werken als waarvoor het bedoeld is. Bij de tweede en derde verjaardag kan deze inspectie vervallen wanneer er een tussentijdse inspectie is geweest naar pomp en leidingsystemen, zodat deze voldoen aan de eisen van deze Annex. - Er dient een gehele of gedeeltelijke inspectie plaats te vinden wanneer er vernieuwingen of reparaties zijn geweest. De inspecties dienen te worden uitgevoerd door personen die aangesteld zijn door de overheid van deelnemende landen. Deze surveyors kunnen reparaties aan schepen eisen en inspecties uitvoeren wanneer dat gevraagd wordt door een scheepvaart inspectie. Wanneer een schip niet aan de eisen van het certificaat voldoet of wanneer het schip naar zee gaat onder zulke omstandigheden dat het een gevaar voor het milieu kan zijn, moet een surveyor ervoor zorgen dat er direct corrigerende actie ondernemen wordt en dat de overheid op de hoogte wordt gesteld. Samen met de overheid moet de surveyor er vervolgens voor zorgen dat het schip de haven niet verlaat alvorens er zekerheid is dat het schip, zonder gevaar voor het mariene milieu te zijn, naar een reparatiehaven kan varen. Om het schip altijd in de goede conditie te houden dient er een goed onderhoud te worden gepleegd. Na een inspectie mogen er geen veranderingen worden toegepast, zonder hiervan melding te maken. Bij een ongeluk of een mankement dient dit gemeld te worden, zodat er een inspectie uitgevoerd kan worden, om te kijken of alles nog aan de eisen van het certificaat voldoet. Het certificaat is vijf jaar geldig. Wanneer er een vernieuwingsinspectie heeft plaatsgevonden, minimaal drie maanden voor de vervaldatum, zal de geldigheid met vijf jaar worden verlengd. Er zijn een aantal uitzonderingsregels, waarbij er nog geldigheid kan worden gegeven aan het certificaat, ook al is de vervaldatum al geweest. Wanneer een chemicaliëntanker gecertificeerd is volgens de regels van de International Bulk Chemical Code of de Bulk Chemical Code, zal dit dezelfde kracht en erkenning hebben als het International Pollution Prevention Certificate for the Carriage of Noxious Liquid Substances in Bulk. Annex II geeft ook nog een aantal vereisten om vervuiling door ongelukken te minimaliseren.

20 - Het ontwerp, constructie, uitrusting en gebruik van schepen die lading uit de categorieën A, B of C in bulk vervoeren, dient zo te zijn dat oncontroleerbare lozingen in zee minimaal zijn. - Chemicaliëntankers gebouwd op of na moeten voldoen aan de reglementen van de IBC code. - Chemicaliëntankers van voor moeten voldoen aan de Bulk Chemical Code, en Veiligheidsplan Alle schepen, groter dan 150 tonnes, die schadelijke vloeibare stoffen vervoeren, moeten een, in de werktaal geschreven, veiligheidsplan hebben in geval van milieuvervuiling. In dit plan moet de meldingsprocedure staan die gevolgd moet worden in geval van een ongeluk. Tevens is er een lijst gegeven van de personen en instanties die benaderd moeten worden. Ook is er weergegeven wie wat moet doen om de lozing te beperken of controleren. Standaards voor procedures en maatregelen voor het lossen van giftige vloeibare lading Dit laatste gedeelte van Annex II bevat informatie over de praktische invulling van de regels uit Annex II. Zo wordt er aandacht aan de constructie en uitrusting van het schip geschonken, maar ook aan de operationele zaken, als lossen, strippen en (voor-) wassen van de verschillende soorten lading. Er wordt een standaard vorm gegeven van de P&A manual, die aan boord dient te zijn. Hierin staat welke uitrusting aanboord is, en welke procedures er in de verschillende handelingen voor het betreffende schip van toepassing zijn, maar bijvoorbeeld ook welke schoonmaak middelen geschikt zijn om te gebruiken. 2.4 Herzieningen Annex II Het Annex II heeft een aantal goede punten. De controles kunnen in de haven plaatsvinden, of men niet te veel residu in de tanks achterlaat en of de juiste voorwas procedures worden toegepast. Zo kan men er op toe zien dat het schip niet met niet meer dan de toegestane hoeveelheid residu de haven verlaat. De controle van de werkelijke lozing kunnen achteraf gecontroleerd worden, door gebruik te maken van de kaart, het bruglogboek en het cargo record book. In de praktijk worden de reglementen die beschreven staan in het huidige Annex II, echter als ingewikkeld ervaren. Om een duidelijker beleid te kunnen voeren zullen daarom de reglementen aangepast moeten worden. Wanneer er namelijk meer duidelijkheid bestaat over hoe de regels gebruikt dienen te worden, zullen ze daadwerkelijk ook sneller tot uitvoering worden gebracht dan wanneer er onduidelijkheid over bestaat. Tevens zullen landen die nog niet deelnemen aan het MARPOL verdrag, zich er nu eerder bijvoegen. Dit zal dus allemaal leiden tot minder verontreiniging van het milieu. Het huidige Annex II wordt nu al 15 jaar, met succes, gebruikt maar doordat de wereld van de wetenschap steeds verder is ontwikkeld, zal het categoriseren van de

21 gevaarlijke stoffen opnieuw bekeken moeten worden. De volgende punten zijn hierbij van belang: Verbeteringen in scheepstechnologie Doordat men bij het bouwen van schepen steeds verder is ontwikkeld wat betreft de sterkte en constructies van schepen, denk aan de dubbele wand van een tanker, kan men de schepen milieuveiliger maken. Dus is de kans kleiner dat er bij scheepsongevallen grote milieurampen voordoen. Om er voor te zorgen dat er bij het tankwassen minder vuil waswater in zee hoeft te worden gepompt, moet men ervoor zorgen dat er gewoon minder lading achterblijft na het lossen. Dit kan gebeuren door de tanks goed te strippen. Strippen is een methode waardoor pomp- en leidingsysteem nog beter geledigd kunnen worden, doordat de constructie van de pompinstallatie zo is dat er met behulp van lucht de laatste ladingresten weggeblazen kunnen worden, tot er nog ongeveer 10 à 20 liter achterblijft. Dit wordt wel efficient stripping genoemd. De effecten van stoffen op het milieu Toen Annex II gemaakt werd, was de wetenschap betreffende de schadelijke effecten van stoffen op hun mariene omgeving veel beperkter dan dat dat nu is. Er werd toen enkel gekeken naar de acute giftigheid in water, besmetting van vis en bioaccumulatie met daaraan gerelateerde gevaren. Tegenwoordig is men er van bewust dat er echter veel meer factoren zijn die van invloed zijn op de toestand van het mariene milieu als gevolg van toevoeging van een schadelijke stof. De 1992 UNCED conferentie in Rio de Janeiro UNCED staat voor United Nations Conference on Environment and Development. Tijdens deze conferentie werd onder andere gesproken over het afstemmen van classificaties en kwalificaties van chemicaliën op elkaar. Er bestaan namelijk voor alle chemicaliën nog al wat verschillende regels door de verschillende kwalificaties en classificaties. Door er nu voor te zorgen dat er overal ter wereld voor dezelfde stoffen dezelfde kwalificaties en classificaties gelden, dan kunnen daar geen misverstanden over ontstaan. De nieuwe GESAMP Hazard Evaluation Profile Procedure Op verzoek van het MEPC heeft GESAMP een nieuw procedure ontwikkeld voor een gevaarsevaluatie profiel. Hierin staan alle gegevens van een stof, aan de hand waarvan deze stof in een bepaalde categorie geplaatst kan worden. Bij deze nieuwe procedure wordt ook rekening gehouden met globale afstemming van kwalificaties en classificaties die gemaakt is (GHS). Er wordt nu gekeken naar de volgende punten: - bioaccumulatie - biodegradatie - acute giftigheid in het water (voor vissen, schaaldieren en algen) - chronische giftigheid in het water (voor vissen, schaaldieren en algen) - acute giftigheid voor zoogdieren bij doorslikken - acute giftigheid voor zoogdieren bij aanraking - acute giftigheid voor zoogdieren bij inademing - huid irritatie/ aantasting - oog irritatie/ aantasting

22 - andere specifieke gezondheidszorgen - besmettingsmogelijkheid - mogelijke invloed op stranden en voorzieningen - effecten op het leven van dieren in het wild en de zeebodem als gevolg van hun zinkend of drijvend vermogen. De mogelijke veranderingen In het huidige Annex II zijn de gevaarlijke stoffen verdeeld in 5 categorieën; A, B, C, D en III. Om dit te vereenvoudigen heeft de werkgroep voor Evaluation of Safety and Pollution Hazards (ESPH) voorgesteld de categorisering te doen in drie categorieën; X, Y en Z. Tevens is er een nieuw vijf categorieën systeem voorgesteld. Bij dit nieuwe systeem zullen veel schadelijke stoffen ondergebracht worden in categorie X, veel stoffen zijn afkomstig uit de oude categorie A. Er geldt voor de categorieën B en C dat er een residu in de tank mag achter blijven van respectievelijk 100 en 300 liter, met de strip mogelijkheden van tegenwoordig blijft er hooguit 10 á 20 liter achter. Voor categorie Y was een maximum residu voorgesteld van 100 liter, dus zal categorie C komen te vervallen. Voor categorieën D en III gelden geen lozingslimieten, wat niet zo mag zijn volgens de werkgroep. Daarom is er categorie Z ontwikkeld waar de stoffen uit D en III in terechtkomen, maar wel degelijk met lozingsrestricties. De scheiding tussen de nieuwe categorieën ligt niet precies gelijk met de oude categorieën. Het is heel goed mogelijk dat er uit C bijvoorbeeld stoffen in X terechtkomen of stoffen uit D in Y. Fig. 2.2 Voorgestelde lozingsvoorwaarden (bron: IMO BLG 7/6)

23 De residulimieten die nu voorgesteld zijn om voor de nieuwe categorieën te gaan gelden, zijn in de tabel weergegeven. Voor een nieuw 5 categorie systeem zijn de regels dus ook goed aangescherpt, als gevolg van de hiervoor genoemde ontwikkelingen. In bijlage I is een samenvatting gegeven van de gevolgen die het veranderen van de categoriseringssystemen heeft op de categorie van de producten en de scheepstypen waar ze vervolgens in vervoerd horen te worden. Wat totnogtoe een probleem op levert, zijn de plantaardigá oliën, zoals palmolie, kokosnotenolie enz. Hiervoor gelden in het oude categoriseringssysteem gelden geen of haast geen lozingseisen, ze vallen onder categorie D of III. Deze stoffen zijn soms erg moeilijk afbreekbaar (persistent), en als ze dan nog blijven drijven ook kunnen ze echt een bedreiging vormen voor zeevogels. Wanneer deze zogenaamde persistent floaters op het verendek van de vogels komen kan dit hetzelfde gevolg hebben als zware stookolie. Daarom is het belangrijk dat deze stoffen ook lozingvoorwaarden krijgen en dus geplaatst worden óf in categorie Y óf in categorie B, afhankelijk dus van het gebruikte categoriseringssysteem. Voor onder andere Japan zijn de plantaardige oliën een belangrijke handelsproduct, dus voor hen zal het economisch zwaarder worden als er meer regels aan het vervoer van plantaardige oliën komen te hangen. Er is daarom veel discussie over dit punt. Er zijn een aantal verschillen op te noemen tussen de twee voorgestelde categoriseringssystemen, namelijk: 5 categorieën 3 categorieën Vereenvoudiging tov vorige categorisering - + Documentatie aan boord ingewikkeld vereenvoudigd Operationele eisen ingewikkeld vereenvoudigd Uitvoeringsprocedures ingewikkeld vereenvoudigd Verbeterde strip eisen voor bestaande schepen - + Controle op het lozen van welke stoffen niet alle alle Behoefte van special areas ja nee Moeilijk aan te leren voor nieuw personeel ja nee Het onderscheid tussen de categorieën is duidelijk nee ja voor praktisch gebruik Systeem wekt verwarring op met huidige systeem ja nee Systeem wordt verwacht lang bruikbaar te zijn nee ja Alle producten dienen onderwater te worden nee ja geloosd Voor vetachtige stoffen doeltreffende controle nee ja Lozingseisen veranderen voor binnenlandse handel nee ja Er zijn echter ook een aantal punten op te noemen waar de twee systemen niet van elkaar verschillen. Voor allebei komen er nieuwe eisen aan de stripmogelijkheden aan boord van nieuwe schepen. Ook wordt de definitie van hoge viscositeit minder moeilijk geformuleerd. De referenties naar olieachtige stoffen zijn niet langer vereist.

24 Er zijn minder walontvangstinstallaties nodig voor producten uit de hoogste categorieën. Er wordt rekening gehouden met biodegradatie en lange termijn giftigheid voor zoogdieren en waterorganismen. En er is nieuwe scholing en familiarisatie voor de zeevarenden en mensen uit de industrie nodig. Als gevolg van de herzieningen zullen er aanvullingen gedaan moeten worden op de IBC code (bijlage II) en op verschillende documenten zo als het Certificate of Fitness en de P&A manual. Willen de herzieningen een keer doorgevoerd worden, dan zal op een bepaald moment de knoop moeten worden doorgehakt. Volgens de tijdsplanning zoals die er nu ligt, zal tijdens MEPC 49 een categoriseringssysteem gekozen worden. De MEPC 49 staat gepland voor juni/juli De uiteindelijke toevoeging van de nieuwe Annex II moet in 2005 gebeuren, en zal dan van kracht worden in Als dat zo ver is, dan is er 14 jaar gewerkt aan de herzieningen.

25 Hoofdstuk 3 Olietankers Om risicoaspecten van de chemicaliënvaart goed te kunnen beoordelen, maken we een vergelijk met de olietankermarkt. In dit hoofdstuk zal er gekeken worden naar de regels die in de loop van de tijd zijn ontstaan voor olietankers (3.1). Voor de scheepvaart bestaan er verschillende risico s, welke ongelukken tot gevolg kunnen hebben (3.2). Uit de diverse ongelukken kunnen lering worden getrokken, aan de hand waarvan de regels worden aangepast. Deze aanpassingen worden gegeven in Regels De eerste tanker verscheen in het einde van de negentiende eeuw, welke petroleum vervoerde voor verlichting. Met de uitvinding van de auto ontstond de vraag naar olie. De tankers werden steeds groter, was de eerste tonnes, werd in 1959 de eerste tonnes tankers afgeleverd, en in de jaren zestig kwamen zelfs de very large crude carriers (vlcc) die wel tonnes aan deadweight hebben. Zoals eerder beschreven, werd er al in de jaren twintig de vervuiling door olie afkomstig van schepen onderkend. Met als gevolg dat de Verenigde Staten en Groot-Brittannië hun eigen regels opstelde om illegale lozingen van olie in zee te beperken. De Verenigde Staten kwam in 1924 met het Oil Pollution Act, terwijl Groot- Brittannië in 1922 hun eigen Oil in Navigable Waters Act hadden opgesteld. Omdat er al snel duidelijk werd dat wanneer men de vervuiling door olie echt goed wil aanpakken er internationale regels moesten komen, werden er verschillende pogingen gedaan om daartoe te komen. Zo werd er in 1926 een conferentie georganiseerd, waar geen uiteindelijke regels uit naar voren kwamen. In 1935 werd dit nogmaals geprobeerd maar ook toen lukte het niet om overeenstemming te vinden tussen alle deelnemende partijen. In 1954 organiseerde Groot-Brittannië een conferentie waar uiteindelijk wel een verdrag uit naar voren kwam. Het verdrag dat tot stand kwam is de International Convention for the Prevention of Pollution of the Sea by Oil, beter bekend als OILPOL Hierin werden regels gesteld om de vervuiling door normale werkzaamheden zo laag mogelijk te houden. Toen de IMO in 1958 opgericht werd, werd de OILPOL 1954 direct overgenomen. En in 1965 werd er het subcomité voor olievervuiling aangesteld onder toezicht van het Maritime Safety Committee. In 1967 vond de scheepsramp met de Torrey Canyon plaats. Als gevolg hiervan werd een nieuwe conferentie georganiseerd waaruit het MARPOL 73 verdrag kwam. In Annex I van het MARPOL komt de vervuiling door olie aanbod. Dit komt op veel punten overeen met het OILPOL verdrag. Zo zijn er vereisten voor het continu monitoren van oliewater lozingen, en hoe de wal ontvangstinstallaties door de overheden uitgerust moeten zijn. Tevens zijn er de special areas waar de strengere eisen gelden.

Zeerecht GZV (1) Even voorstellen 2/13/2015 GVZ-1 1. Fokko Snoek. fsnoek@xs4all.nl. Eigenaar zeilklipper Skylge Adviseur traditionele scheepvaart

Zeerecht GZV (1) Even voorstellen 2/13/2015 GVZ-1 1. Fokko Snoek. fsnoek@xs4all.nl. Eigenaar zeilklipper Skylge Adviseur traditionele scheepvaart Zeerecht GZV (1) Even voorstellen Fokko Snoek Eigenaar zeilklipper Skylge Adviseur traditionele scheepvaart fsnoek@xs4all.nl Wetboek van Koophandel - Artikel 367: De kapitein, vernemende dat de vlag, waaronder

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT MAR 95 CODEC 876

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT MAR 95 CODEC 876 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 22 juli 2003 (OR. en) 2002/0310 (COD) LEX 450 PE-CONS 3640/1/03 REV 1 MAR 95 CODEC 876 VERORDENING (EG) Nr. /2003 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE

Nadere informatie

Nieuwe milieuregelgeving in de zeevaart: Vloek of zegen? Bart de Jong, Hoofd afdeling Zeevaart en Security, Min. van IenM. Breukelen, 3 oktober 2013

Nieuwe milieuregelgeving in de zeevaart: Vloek of zegen? Bart de Jong, Hoofd afdeling Zeevaart en Security, Min. van IenM. Breukelen, 3 oktober 2013 Nieuwe milieuregelgeving in de zeevaart: Vloek of zegen? Bart de Jong, Hoofd afdeling Zeevaart en Security, Min. van IenM Breukelen, 3 oktober 2013 Milieuregelgeving: De komende jaren komt er heel wat

Nadere informatie

Dictaat Zeerecht - Aanvulling 1. Waar komen al die regels vandaan?

Dictaat Zeerecht - Aanvulling 1. Waar komen al die regels vandaan? Dictaat Zeerecht - Aanvulling 1 Waar komen al die regels vandaan? De belangrijkste organisaties die zich bezig houden met maritieme regelgeving zijn: IMO (International Maritime Organization) - Veiligheid

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2016 Nr. 184

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2016 Nr. 184 64 (1997) Nr. 15 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2016 Nr. 184 A. TITEL Protocol van 1997 tot wijziging van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen,

Nadere informatie

Met uitzondering van de Griekse delegatie, die zich tegen dit besluit heeft uitgesproken.

Met uitzondering van de Griekse delegatie, die zich tegen dit besluit heeft uitgesproken. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 juni 2005 (21.06) (OR. en) 10199/05 MAR 98 NOTA I-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers nr. vorig doc.: 8182/05 MAR

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 29.11.2002 L 324/53 RICHTLIJN 2002/84/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 5 november2002 houdende wijziging van de richtlijnen op het gebied van maritieme veiligheid en voorkoming van verontreiniging

Nadere informatie

Peter Alkema beleidsadviseur Divisie Havenmeester

Peter Alkema beleidsadviseur Divisie Havenmeester Peter Alkema beleidsadviseur Divisie Havenmeester Missie Veiligheid Vlotheid Milieu OESO rapport (13/5) R dam en A dam: de havens dienen het milieu en leefklimaat te verbeteren 2 SECA Noordzee en Baltic

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2019 Nr. 51

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2019 Nr. 51 64 (1997) Nr. 20 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2019 Nr. 51 A. TITEL Protocol van 1997 tot wijziging van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 235 Besluit van 6 april 1995, houdende wijziging van het Besluit voorkoming verontreiniging door vuilnis van schepen in verband met de wijziging

Nadere informatie

GREEN AWARD FOUNDATION

GREEN AWARD FOUNDATION Bijeenkomst milieu-indices voor zeeschepen Rotterdam, 16 september 2010 Karin Struijk, Deputy Managing Director A simple, recognised tool to address air quality issues in ports The link between environment

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1994 Nr. 162

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1994 Nr. 162 24 (1978) Nr. 12 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1994 Nr. 162 A. TITEL Protocol van 1978 bij het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, 1973,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 375 Wijziging van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen en de Wet op de economische delicten in verband met de aanpassing van de definitie

Nadere informatie

Inspectie laadeenheden

Inspectie laadeenheden Inspectie laadeenheden Wat inspecteren we? Inspectie van de laadeenheid: Administratieve inspectie vooraf: - Inspectie van de begeleidende documenten. In de praktijk: - Visuele inspectie van de laadeenheid

Nadere informatie

Internationale veiligheidsrichtlijnen Hoofdstuk 6 voor binnentankschepen en terminals. Hoofdstuk 6 BEVEILIGING

Internationale veiligheidsrichtlijnen Hoofdstuk 6 voor binnentankschepen en terminals. Hoofdstuk 6 BEVEILIGING Hoofdstuk 6 BEVEILIGING Binnenvaarttankers laden of lossen vaak op faciliteiten waar zeevaarttankers worden behandeld en waar dus de International Ship en Port Facility Security (ISPS) Code van toepassing

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 249 Besluit van 16 juni 2008, houdende wijziging van twee besluiten in verband met het vaststellen van aanvullende voorschriften voor het vervoer

Nadere informatie

Programma. De Noordzee. 17 maart Eelco Leemans Stichting De. Ø Inleiding Ø Stichting De Noordzee Ø De Noordzee: ecosysteem en natuurgebieden

Programma. De Noordzee. 17 maart Eelco Leemans Stichting De. Ø Inleiding Ø Stichting De Noordzee Ø De Noordzee: ecosysteem en natuurgebieden De Noordzee: natuurgebied of wingewest? 17 maart 2008 Eelco Leemans Stichting De De Noordzee Programma Ø Inleiding Ø Stichting De Noordzee Ø De Noordzee: ecosysteem en natuurgebieden Ø Effecten van menselijk

Nadere informatie

1/11C VERSCHERPTE LOODSPLICHT VOOR VAARTUIGEN IN DE BELGISCHE TERRITORIALE ZEE EN VAAR- WATEREN ONDER DE BEVOEGDHEID VAN HET VLAAMSE GEWEST

1/11C VERSCHERPTE LOODSPLICHT VOOR VAARTUIGEN IN DE BELGISCHE TERRITORIALE ZEE EN VAAR- WATEREN ONDER DE BEVOEGDHEID VAN HET VLAAMSE GEWEST 56 1/11C VERSCHERPTE LOODSPLICHT VOOR VAARTUIGEN IN DE BELGISCHE TERRITORIALE ZEE EN VAAR- WATEREN ONDER DE BEVOEGDHEID VAN HET VLAAMSE GEWEST BaZ 1/15C van 2005 vervalt Besluit van de Vlaamse regering

Nadere informatie

Inhoudsvereisten Opleiding Inleiding tot de IMDG-code

Inhoudsvereisten Opleiding Inleiding tot de IMDG-code Inhoudsvereisten Opleiding Inleiding tot de IMDG-code 24 februari 2015, Kurt Van Passen Inhoudstafel 1. Inleiding... 3 2. Organisatie van de opleiding Inleiding tot de IMDG-code... 4 3. Inhoudsvereisten...

Nadere informatie

De Keizer Kennismakelaar bij Haven Amsterdam

De Keizer Kennismakelaar bij Haven Amsterdam De Keizer Kennismakelaar bij Haven Amsterdam Afdelingsoverleg NS-Beleid Donderdag 9 april 2009 Haven Amsterdam is een bedrijf van de gemeente Amsterdam Inhoud presentatie De Keizer Kennismakelaar HAP -

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33918 22 juni 2018 Voorpublicatie Besluit van Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van... nr. IENM/BSK-2018/..,

Nadere informatie

Ladingboek Binnentankvaart

Ladingboek Binnentankvaart Ladingboek Binnentankvaart Versie: def.17-04--2003 Mailaddress: PO Box 23133 3001 KC Rotterdam The Netherlands Address: Vasteland 12e 3011 BL Rotterdam The Netherlands T +31 (0)10 4116070 F +31 (0)10 4129091

Nadere informatie

Informatieblad. Omgang met afval van de lading. Stand: maart 2014

Informatieblad. Omgang met afval van de lading. Stand: maart 2014 Informatieblad Omgang met afval van de lading Stand: maart 2014 Inleiding Het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI) is op 1 november 2009 in werking

Nadere informatie

Taken Federale overheid maritieme aangelegeheden en havens Permanente vorming havenbeheer Peter Claeyssens

Taken Federale overheid maritieme aangelegeheden en havens Permanente vorming havenbeheer Peter Claeyssens Taken Federale overheid maritieme aangelegeheden en havens Permanente vorming havenbeheer Peter Claeyssens De missie Mobiliteit Grondstoffen Energie Producten Maritieme mobiliteit 18-02 -15 2 De missie

Nadere informatie

Arbeidsomstandighedenregeling. Hoofdstuk 4. Veiligheid tankschepen en gevaarlijke stoffen. Paragraaf 4.1 Veiligheid aan op of in tankschepen

Arbeidsomstandighedenregeling. Hoofdstuk 4. Veiligheid tankschepen en gevaarlijke stoffen. Paragraaf 4.1 Veiligheid aan op of in tankschepen Arbeidsomstandighedenregeling Hoofdstuk 4. Veiligheid tankschepen en gevaarlijke stoffen Paragraaf 4.1 Veiligheid aan op of in tankschepen Artikel 4.1. Definities Voor de toepassing van deze paragraaf

Nadere informatie

SOLAS wegen van containers. Masterclass Deltalinqs 13 oktober 2015

SOLAS wegen van containers. Masterclass Deltalinqs 13 oktober 2015 SOLAS wegen van containers Masterclass Deltalinqs 13 oktober 2015 Ports & Terminals Team AKD Jos van der Meché Stefanie Roose Erik Dans Transport & Energy Transport & Energy Overheid en Onderneming 2 Agenda

Nadere informatie

Handhaving van de ISPS-code Rapportage van security gerelateerde handhaving op de Nederlandse vloot.

Handhaving van de ISPS-code Rapportage van security gerelateerde handhaving op de Nederlandse vloot. Datum age van security gerelateerde handhaving op de Nederlandse vloot. 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Handhavingcommunicatie 5 3. Reacties Nederlandse scheepsbeheerders op brieven 6 4. Werkwijze 7

Nadere informatie

Datum 1 februari 2019 Onderwerp Beantwoording vragen van lid Von Martels over de containers die overboord zijn geslagen bij de Waddeneilanden

Datum 1 februari 2019 Onderwerp Beantwoording vragen van lid Von Martels over de containers die overboord zijn geslagen bij de Waddeneilanden > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

SafeSeaNet Infodag. Port State Control het Nieuwe Inspectie Regime en THETIS. Inspectie Verkeer en Waterstaat

SafeSeaNet Infodag. Port State Control het Nieuwe Inspectie Regime en THETIS. Inspectie Verkeer en Waterstaat SafeSeaNet Infodag Port State Control het Nieuwe Inspectie Regime en THETIS Inhoud Port State Control Het Nieuwe Inspectie Regime (NIR) Inspectieverplichting Selectie van schepen Scheepsrisicoprofiel THETIS

Nadere informatie

Regeling vervoer gevaarlijke stoffen met zeeschepen

Regeling vervoer gevaarlijke stoffen met zeeschepen (Tekst geldend op: 04-04-2013) Regeling vervoer gevaarlijke stoffen met zeeschepen Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepaling In deze regeling wordt verstaan onder: a. bevoegde plaatselijke

Nadere informatie

HSE guidelines. september 2012 LEKKAGES HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

HSE guidelines. september 2012 LEKKAGES HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS HSE guidelines E september 2012 LEKKAGES HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS Werk milieu bewust of werk niet Koolwaterstoffen zoals aardgas en aardgascondensaat zijn schadelijk

Nadere informatie

PRI 3238 Fabrieksvaartuig (garnalenkotters) - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIËNE [3238] v1

PRI 3238 Fabrieksvaartuig (garnalenkotters) - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIËNE [3238] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : PRI 28 Fabrieksvaartuig (garnalenkotters) - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIËNE [28] v1 C: conform NC:

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Hoofdstuk 1.1 Toepassingsgebied en toepasbaarheid Toepasbaarheid van andere reglementen Toepassing van normen

INHOUDSOPGAVE. Hoofdstuk 1.1 Toepassingsgebied en toepasbaarheid Toepasbaarheid van andere reglementen Toepassing van normen INHOUDSOPGAVE DEEL 1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN Hoofdstuk 1.1 Toepassingsgebied en toepasbaarheid 1.1.1 Structuur 1.1.2 Toepassingsgebied 1.1.3 Vrijstellingen 1.1.4 Toepasbaarheid van andere reglementen 1.1.5

Nadere informatie

Afwijkingen inrichting, uitrusting en gebruik luchthavens

Afwijkingen inrichting, uitrusting en gebruik luchthavens Afwijkingen inrichting, uitrusting en gebruik luchthavens Pagina 1 Luchthavens in Nederland zijn ingericht en uitgerust in overeenstemming met (inter)nationale voorschriften. Dit bevordert het veilig gebruik

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, Gezien het voorstel van de Commissie,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2, Gezien het voorstel van de Commissie, 30.9.2005 L 255/11 RICHTLIJN 2005/35/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 7 september 2005 inzake verontreiniging vanaf schepen en invoering van sancties voor inbreuken HET EUROPEES PARLEMENT EN

Nadere informatie

Sanitair afval Olie Huisvuil Chemicaliën AFGIFTE SCHEEPSAFVAL IN. zeehavens Amsterdam. 1 november 2004 start uitvoering Haven Afvalstoffen Plan (HAP)

Sanitair afval Olie Huisvuil Chemicaliën AFGIFTE SCHEEPSAFVAL IN. zeehavens Amsterdam. 1 november 2004 start uitvoering Haven Afvalstoffen Plan (HAP) Sanitair afval Olie Huisvuil Chemicaliën AFGIFTE SCHEEPSAFVAL IN zeehavens Amsterdam 1 november 2004 start uitvoering Haven Afvalstoffen Plan (HAP) Schonere zee, goed geregeld Een schonere zee via een

Nadere informatie

PROCEDURE VOOR DE UITGIFTE VAN HET CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING

PROCEDURE VOOR DE UITGIFTE VAN HET CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING HOOFDSTUK 1.16 PROCEDURE VOOR DE UITGIFTE VAN HET CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING 1.16.1 Certificaat van Goedkeuring 1.16.1.1 Algemeen 1.16.1.1.1 Droge lading schepen die gevaarlijke goederen in grotere hoeveelheden

Nadere informatie

Adres: Postbus AL Doetinchem Nederland Telefoonnummer in geval van nood: + 31 (0)

Adres: Postbus AL Doetinchem Nederland Telefoonnummer in geval van nood: + 31 (0) ARTIKEL 1. Identificatie 1.1. Naam van het product: 45% CaO + 35% SO3 1.2. Relevant gebruik: Product wordt gebruikt om voedingselementen toe te voegen aan de bodem. 1.3. Details van de verstrekker van

Nadere informatie

Veiligheidsinformatie van producten conform REACH Hoe maak je een extended Safety Data Sheet voor een product

Veiligheidsinformatie van producten conform REACH Hoe maak je een extended Safety Data Sheet voor een product Veiligheidsinformatie van producten conform REACH Hoe maak je een extended Safety Data Sheet voor een product Henk Thuis www.caesar-consult.nl NVvA Symposium 13-14 april 2011 2 Onderwerp esds Stof 1 esds

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE --- [Met de scheepvaartcontrole belaste dienst] REGISTER VAN LAAD- EN LOSGEREI

KONINKRIJK BELGIE --- [Met de scheepvaartcontrole belaste dienst] REGISTER VAN LAAD- EN LOSGEREI III. Certificaten en register voor laad- en losgerei 1. Register van laad- en losgerei (Omslagblad) MOD 1 Register nr...... Naam van het schip... Roepnaam... Thuishaven... Naam van de eigenaar... KONINKRIJK

Nadere informatie

Conform de Europese wetgeving (EC) No. 1907/2006 (Reach) (EG) No. 1272/2008 en (EG) 453/2010 HUMIC (Oplossing van humuszuren)

Conform de Europese wetgeving (EC) No. 1907/2006 (Reach) (EG) No. 1272/2008 en (EG) 453/2010 HUMIC (Oplossing van humuszuren) ARTIKEL 1. Identificatie 1.1. Naam van het product: Humic 1.2. Relevant gebruik: Product wordt gebruikt om voedingselementen toe te voegen aan de bodem. 1.3. Details van de verstrekker van het veiligheidsinformatieblad

Nadere informatie

1 Algemene bepalingen

1 Algemene bepalingen MINISTERIËLE BESCHIKKING met algemene werking van de 24ste september 1999 als bedoeld in artikel 3, zevende lid, van de Warenlandsverordening (P.B. 1997, no. 334) ter uitvoering van artikel 14, eerste

Nadere informatie

HSE guidelines. september 2012 LEKKAGES HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

HSE guidelines. september 2012 LEKKAGES HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS HSE guidelines E september 2012 LEKKAGES HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS Werk milieu bewust of werk niet Koolwaterstoffen zoals aardgas en aardgascondensaat zijn schadelijk

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.5.2015 COM(2015) 195 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 789/2004 betreffende de overdracht

Nadere informatie

inhoud blz. Inleiding 1. De haven 2. Soorten havens 3. Soorten vracht 4. Lossen en laden 5. Werken in de haven 6. Filmpjes Pluskaarten

inhoud blz. Inleiding 1. De haven 2. Soorten havens 3. Soorten vracht 4. Lossen en laden 5. Werken in de haven 6. Filmpjes Pluskaarten De haven inhoud blz. Inleiding 3 1. De haven 4 2. Soorten havens 5 3. Soorten vracht 7 4. Lossen en laden 10 5. Werken in de haven 12 6. Filmpjes 14 Pluskaarten 16 Bronnen en foto s 18 Colofon en voorwaarden

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 367/23

Publicatieblad van de Europese Unie L 367/23 14.12.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 367/23 RICHTLIJN 2004/112/EG VAN DE COMMISSIE van 13 december 2004 tot aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van Richtlijn 95/50/EG van de Raad

Nadere informatie

Impact van. emissienormen op de. maritieme sector. Jaap Kolpa, beleidsmedewerker Ministerie van IenM, afd. Zeevaart

Impact van. emissienormen op de. maritieme sector. Jaap Kolpa, beleidsmedewerker Ministerie van IenM, afd. Zeevaart Impact van emissienormen op de maritieme sector Jaap Kolpa, beleidsmedewerker Ministerie van IenM, afd. Zeevaart Earnewald, 11 september 2013 Luchtemissies door zeeschepen: Kort overzicht van begrippen

Nadere informatie

Toetsmatrijs Veiligheidsadviseur Binnenvaart - Initieel en Verlenging

Toetsmatrijs Veiligheidsadviseur Binnenvaart - Initieel en Verlenging In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. Opgesteld door: CB divisie CCV Categoriecode: VB (Initieel examen), VVB (Verlengingsexamen)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 693 Besluit van 11 december 2006, houdende regels ter voorkoming van verontreiniging door schepen (Besluit voorkoming verontreiniging door schepen)

Nadere informatie

Workshop CDNI Deel B Problematiek losstandaarden en afgifte- /innamevoorschriften waswaters

Workshop CDNI Deel B Problematiek losstandaarden en afgifte- /innamevoorschriften waswaters Workshop CDNI Deel B Problematiek losstandaarden en afgifte- /innamevoorschriften waswaters Johan Verlinden team scheepvaart - OVAM CDNI Deel B 1. ROL OVAM 2. WETGEVING Info CDNI 3. OVERLEG Nationaal &

Nadere informatie

Hoe proper is onze zee?

Hoe proper is onze zee? Hoe proper is onze zee? Colin Janssen Medewerking van M. Claessens en P. Roose Laboratorium voor Milieutoxicologie en Aquatische Ecologie Universiteit Gent Vervuiling een vlag die vele ladingen dekt? Vele

Nadere informatie

HSE guidelines. september 2012 LEKKAGES HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

HSE guidelines. september 2012 LEKKAGES HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS HSE guidelines E september 2012 LEKKAGES HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS Werk milieu bewust of werk niet Koolwaterstoffen zoals aardgas en aardgascondensaat zijn schadelijk

Nadere informatie

Toetsmatrijs Veiligheidsadviseur Binnenvaart - Initieel en Verlenging

Toetsmatrijs Veiligheidsadviseur Binnenvaart - Initieel en Verlenging In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. Opgesteld door: CB divisie CCV Categoriecode: Toetsvorm: Totaal aantal vragen:

Nadere informatie

Gearchiveerd op 02/02/2015

Gearchiveerd op 02/02/2015 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... PRI 2494 Fabrieksvaartuig (garnalenkotter waar schaaldieren aan boord worden gekookt)

Nadere informatie

Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP

Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP Dit is de actuele besluitenlijst van het CCvD HACCP. Op deze besluitenlijst staan alle relevante besluiten van het CCvD HACCP

Nadere informatie

Zone B Zeevaart m tot kwetsbare objecten Verbod voor Totale hoeveelheid >1500 kg. > kg

Zone B Zeevaart m tot kwetsbare objecten Verbod voor Totale hoeveelheid >1500 kg. > kg Bijlage 3, behorende bij artikel 12.1 van het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012 Ligplaatszonering verpakte gevaarlijke stoffen IMDG Klasse Verpakkingssoort Zone A Zeevaart/Binnenvaart 0-100 m tot

Nadere informatie

Vervoer van dieren. Dit beleid is een aanvulling op de Algemene vervoersvoorwaarden Eurotunnel.

Vervoer van dieren. Dit beleid is een aanvulling op de Algemene vervoersvoorwaarden Eurotunnel. Vertaling ter informatie verstrekt - alleen de Franse en Engelse versies hebben een dwingend juridisch karakter. Vervoer van dieren Dit beleid is een aanvulling op de Algemene vervoersvoorwaarden Eurotunnel

Nadere informatie

38350 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

38350 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 38350 MONITEUR BELGE 17.07.2003 BELGISCH STAATSBLAD HOOFDSTUK VI. Slotbepalingen Art. 9. Het Besluit ontheffing loodsplicht Scheldereglement wordt ingetrokken. Art. 10. Dit besluit treedt in werking met

Nadere informatie

Workshop 4: Wet- en regelgeving Beleidsregel vergaand geautomatiseerd varen

Workshop 4: Wet- en regelgeving Beleidsregel vergaand geautomatiseerd varen Workshop 4: Wet- en regelgeving Beleidsregel vergaand geautomatiseerd varen Bart van Gent Beleidsmedewerker Directie Maritieme Zaken Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat 12 juni 2019 WOW Bijeenkomst

Nadere informatie

KIMO Nederland en België

KIMO Nederland en België Bert Veerman Secretaris 21 april 2011 KIMO: Kommunenes Internasjonale Miljøorganisasjon Internationale milieu- en veiligheidsorganisatie voor lokale overheden HISTORIE Oprichting KIMO - Esbjerg 1990 4

Nadere informatie

Ons milieu, een kostbaar goed

Ons milieu, een kostbaar goed 1 Ons milieu, een kostbaar goed Datum Blz. 1. Inleiding 4 2. Soorten vervuiling 5 2.1. Luchtverontreiniging 5 2.2. Bodemvervuiling 6 2.3. Lichtvervuiling 7 2.4. Geluidsoverlast 7 2.5. Watervervuiling 8

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 146 Besluit van 18 februari 2002, houdende wijziging van het Besluit voorkoming olieverontreiniging door schepen in verband met wijziging van

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 22 november 2001 PE 305.739/1-17 AMENDEMENTEN 1-17 ONTWERPVERSLAG - Piia-Noora Kauppi (PE 305.739) over de mededeling van de Commissie

Nadere informatie

NNPC PUBLICATIE BALLASTWATER

NNPC PUBLICATIE BALLASTWATER NNPC PUBLICATIE 2015 1 BALLASTWATER 2 / ballastwater / NNPC ballastwater / Inleiding Er zijn de laatste tijd opvallend veel ladingschades die direct of indirect te maken hebben met ballastwater. Veel van

Nadere informatie

NT3849nl03 Page 1/5 26/12/13. Informatienota: Europese regelgeving voor de export/import van bio producten

NT3849nl03 Page 1/5 26/12/13. Informatienota: Europese regelgeving voor de export/import van bio producten NT3849nl03 Page 1/5 26/12/13 Inleiding Informatienota: Europese regelgeving voor de export/import van bio producten Een bio product afkomstig uit een niet-europees land moet bij elke inklaring steeds vergezeld

Nadere informatie

Zedis: Nieuwe formulieren voor ingave Dangerous and Polluting Goods (DPG)

Zedis: Nieuwe formulieren voor ingave Dangerous and Polluting Goods (DPG) Zedis: Nieuwe formulieren voor ingave Dangerous and Polluting Goods (DPG) Inleiding Aangezien de bestaande gevaarlijk goed formulieren in Zedis niet voldoende mogelijkheden boden om alle vereiste informatie

Nadere informatie

Uniek systeem voor verduurzaming van opslag en vervoer van Vluchtige Organische Stoffen(VOS).

Uniek systeem voor verduurzaming van opslag en vervoer van Vluchtige Organische Stoffen(VOS). Pagina 1 van 5 Uniek systeem voor verduurzaming van opslag en vervoer van Vluchtige Organische Stoffen(VOS). Het VentoClean-System is een speciale machine voor het ontgassen en terugwinnen van resten Vluchtige

Nadere informatie

Les Aardrijkskunde & Geschiedenis

Les Aardrijkskunde & Geschiedenis C Deze les bestaat uit 16 vragen over de zeescheepvaart. De meeste vragen hebben ook met aardrijkskunde en geschiedenis te maken. Als je deze les af hebt, weet je alles over de scheepvaart! eerkeuzevragen

Nadere informatie

Toetsmatrijs Veiligheidsadviseur Binnenvaart - Initieel en Verlenging

Toetsmatrijs Veiligheidsadviseur Binnenvaart - Initieel en Verlenging In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen. Opgesteld door: CB divisie CCV Categoriecode: VB (Initieel examen), VVB (Verlengingsexamen)

Nadere informatie

1/18A LOODSEN OP AFSTAND BIJ GESTAAKTE LOODSKRUISPOST IN DE SCHELDEMONDEN

1/18A LOODSEN OP AFSTAND BIJ GESTAAKTE LOODSKRUISPOST IN DE SCHELDEMONDEN 112 8. Toepassing van de criteria Bedacht dient te worden dat in de punten 1 t/m 3 steeds de minimum aantallen loodsen en sleepboten zijn genoemd. De bevoegde nautische autoriteit kan in verband met omstandigheden

Nadere informatie

ISGINTT. (International Safety Guide for Inland Navigation Tank-barges and Terminals) Ed Wijbrands. (ISGINTT steering committee)

ISGINTT. (International Safety Guide for Inland Navigation Tank-barges and Terminals) Ed Wijbrands. (ISGINTT steering committee) ISGINTT (International Safety Guide for Inland Navigation Tank-barges and Terminals) Ed Wijbrands (ISGINTT steering committee) Praktijkmiddag Binnentankvaart ISGINTT Projekt Oil Companies International

Nadere informatie

Melden Wijziging vissersvaartuig en/of visserijmethode

Melden Wijziging vissersvaartuig en/of visserijmethode Melden Wijziging vissersvaartuig en/of visserijmethode Wijzigingen aan het schip of het gebruik van andere visserijmethoden kunnen consequenties hebben voor de veiligheid en stabiliteit van het schip en

Nadere informatie

Vervoer van gevaarlijke goederen, "Hazardous Goods" en "Hazardous Articles"

Vervoer van gevaarlijke goederen, Hazardous Goods en Hazardous Articles Vertaling ter informatie verstrekt - alleen de Franse en Engelse versies hebben een dwingend juridisch karakter. Vervoer van gevaarlijke goederen, "Hazardous Goods" en "Hazardous Articles" Dit beleid is

Nadere informatie

Zeerecht (GZV Blok 5)

Zeerecht (GZV Blok 5) Zeerecht (GZV Blok 5) 1 Inklaren (Immigratie & Douane) Schip, lading, personen en goederen Formaliteiten per land verschillend (zie: pilots) Binnen de Europese Unie afspraken over de formaliteiten Wereldwijde

Nadere informatie

3 december 1992, houdende plaatsing in het

3 december 1992, houdende plaatsing in het Beschikking van de Minister van Justitie van 3 december 1992, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet verontreiniging zeewater (Stb. 1981,695), zoals deze luidt na wijziging krachtens

Nadere informatie

Fiche 6 (Observatie): Transport van gevaarlijke producten en signalisatie

Fiche 6 (Observatie): Transport van gevaarlijke producten en signalisatie Fiche 6 (Observatie): Transport van gevaarlijke producten en signalisatie Inleiding Volgens het soort transport is de internationale reglementering die van kracht is, verschillend : Transport langs de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 juli 2010 (22.07) (OR. en) 12022/10 ENV 468 MAR 61 MI 238

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 juli 2010 (22.07) (OR. en) 12022/10 ENV 468 MAR 61 MI 238 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 juli 2010 (22.07) (OR. en) 12022/10 ENV 468 MAR 61 MI 238 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese

Nadere informatie

Best Practice Guidelines voor het verplicht wegen van containers

Best Practice Guidelines voor het verplicht wegen van containers DOW RESTRICTED Best Practice Guidelines voor het verplicht wegen van containers Seminarie Logistiek in de chemie: veilig, duurzaam en efficiënt Voka 25 maart i.s.m. LITC, Essenscia, BACD en Cefic Wat is

Nadere informatie

Maatschappelijke Zorgboerderij. Amatheon. Nikki van Berlo. Jasmijn Borms. Joy Willems T4B

Maatschappelijke Zorgboerderij. Amatheon. Nikki van Berlo. Jasmijn Borms. Joy Willems T4B Maatschappelijke Zorgboerderij Amatheon Nikki van Berlo Jasmijn Borms Joy Willems T4B Inleiding Ons groepje bestaat uit Nil

Nadere informatie

Van harte welkom bij deze uitleg van de Protocol voor de baggerindustrie voor archeologische vondsten. Dit pakket legt uit:

Van harte welkom bij deze uitleg van de Protocol voor de baggerindustrie voor archeologische vondsten. Dit pakket legt uit: Van harte welkom bij deze uitleg van de voor de baggerindustrie voor archeologische vondsten Dit pakket legt uit: De protocol voor archeologische vondsten Types van archeologische vondsten Archeologie

Nadere informatie

Doelgroepenoverleg scheepvaart en klimaat Recente evoluties inzake beleid rond scheepvaart en klimaat

Doelgroepenoverleg scheepvaart en klimaat Recente evoluties inzake beleid rond scheepvaart en klimaat Doelgroepenoverleg scheepvaart en klimaat Recente evoluties inzake beleid rond scheepvaart en klimaat Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Vlaamse Overheid Inhoud 1. UNFCCC 2. IMO 3. EU Inhoud 1.

Nadere informatie

Een week varen met de morgenster. Suzanne van Tilborg.

Een week varen met de morgenster. Suzanne van Tilborg. Een week varen met de morgenster. Suzanne van Tilborg. Ik begon deze week met het gevoel ik heb er zin in en ik zie wel wat we allemaal gaat gebeuren, ik laat het wel op me afkomen. Na de eerste dag voor

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 398 Besluit van 17 augustus 1995, houdende voorschriften voor het verstrekken van informatie met betrekking tot schepen die bepaalde schadelijke

Nadere informatie

3. Welk kanaal in de VHF-band wordt gebruikt voor schip-schip alarmering? 2 a. 70. b. 67. c. 13.

3. Welk kanaal in de VHF-band wordt gebruikt voor schip-schip alarmering? 2 a. 70. b. 67. c. 13. Proefexamen Marcom-B module GMDSS U bent geslaagd voor het examen Module GMDSS als u tenminste 28 van de 40 punten heeft behaald. Het aantal te behalen punten is in de rechter kantlijn vermeld. Naast deze

Nadere informatie

ADN. Wetgeving: INTERNATIONAAL. Orange Book (UN/VN) Handleiding vervoer gevaarlijke stoffen. RID spoor. IMDG zee. ADR weg.

ADN. Wetgeving: INTERNATIONAAL. Orange Book (UN/VN) Handleiding vervoer gevaarlijke stoffen. RID spoor. IMDG zee. ADR weg. ADN 2011 Wetgeving: INTERNATIONAAL Orange Book (UN/VN) Handleiding vervoer gevaarlijke stoffen IMDG zee ICAO lucht RID spoor ADR weg 01-01-2011 ADN A.D.N.R. binnenvaart NATIONAAL Wet Vervoer Gevaarlijke

Nadere informatie

PROTOCOL 14. Besluit

PROTOCOL 14. Besluit - 90 - PROTOCOL 14 Wijzigingen van het Reglement Onderzoek schepen op de Rijn door voorschriften van tijdelijke aard overeenkomstig artikel 1.06 Vereisten voor Inland AIS-apparatuur en voorschriften omtrent

Nadere informatie

VISSERIJVAARTUIGEN. Plaatscode: PL61 Activiteitencode: AC57 Productcode: PR132. 1. INFRASTRUCTUURVOORWAARDEN: verordening (EG) nr. 853/2004.

VISSERIJVAARTUIGEN. Plaatscode: PL61 Activiteitencode: AC57 Productcode: PR132. 1. INFRASTRUCTUURVOORWAARDEN: verordening (EG) nr. 853/2004. VISSERIJVAARTUIGEN. Bijlage III.3.1. bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking?

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking? FAQ 1. Waaruit bestaat de Europese Verordening 183/2005? Deze nieuwe Verordening bepaalt de voorschriften voor diervoederhygiëne. Alle verschillende activiteiten in de diervoederketen worden onderverdeeld

Nadere informatie

Zeerecht GZV (4) Werk- en rusttijden. 4 op 4 af? 5 op 7 af 8 op 4 af? 4 op 8 af 4 op 8 af? 14 op 14 af? gzv-4. gzv-4. gzv-2 kzv-3

Zeerecht GZV (4) Werk- en rusttijden. 4 op 4 af? 5 op 7 af 8 op 4 af? 4 op 8 af 4 op 8 af? 14 op 14 af? gzv-4. gzv-4. gzv-2 kzv-3 Zeerecht GZV (4) Werk- en rusttijden 4 op 4 af? 5 op 7 af 8 op 4 af? 4 op 8 af 4 op 8 af? 14 op 14 af? gzv-2 kzv-3 1 Oefeningen gzv-3 Oefeningen Verplichte oefeningen: Brand Schip verlaten (evacuatie)

Nadere informatie

Vraag 1 Ben u bekend met het artikel Onderzoekers: plasticsoep in Stille Oceaan komt vooral van visserij en scheepvaart 1?

Vraag 1 Ben u bekend met het artikel Onderzoekers: plasticsoep in Stille Oceaan komt vooral van visserij en scheepvaart 1? > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Seminar Aandrijftechniek voor Offshore HYBRID PROPULSION. De Graaf Aandrijvingen BV Eddo Cammeraat Directeur Eigenaar

Seminar Aandrijftechniek voor Offshore HYBRID PROPULSION. De Graaf Aandrijvingen BV Eddo Cammeraat Directeur Eigenaar Seminar Aandrijftechniek voor Offshore HYBRID PROPULSION De Graaf Aandrijvingen BV Eddo Cammeraat Directeur Eigenaar Introductie De Graaf Aandrijvingen BV Regelgeving Emissies Scheepvaart Principe Hybrid

Nadere informatie

Werkgroep ISO29119. TestNet thema-avond 9 oktober 2014

Werkgroep ISO29119. TestNet thema-avond 9 oktober 2014 Werkgroep ISO29119 TestNet thema-avond 9 oktober 2014 Is dit n gezonde maaltijd? Ja toch!! Om jezelf een oordeel te kunnen vormen heb je informatie nodig!! Vandaag brengen we kennis en informatie bij elkaar

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 16.1.2018 COM(2018) 33 final ANNEXES 1 to 5 BIJLAGEN bij Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake havenontvangstvoorzieningen voor de afgifte

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij het voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij het voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.5.2018 COM(2018) 315 final ANNEX BIJLAGE bij het voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2008/106/EG inzake het minimum

Nadere informatie

Hoe Harmonized is GHS?

Hoe Harmonized is GHS? Hoe Harmonized is GHS? Relatie tussen GHS, CLP en Transport Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie Dirk van Well Utrecht, 25 november 2011 30-11-2011 1 Inhoud presentatie Aanleiding voor GHS

Nadere informatie

De noodzaak tot verduidelijking van CDNI deel B

De noodzaak tot verduidelijking van CDNI deel B De noodzaak tot verduidelijking van CDNI deel B Pieter Vandermeeren 29/6/2015 Agenda 1.Probleemstelling 2.Genomen/gerealiseerde acties 3.Openstaande kwesties Probleemstelling: klachten van schippers -

Nadere informatie

Emissies, wet- en regelgeving. Leo van der Burg - projectmanager TCNN - projectmanager MariTIM - LNG Passenger Vessel

Emissies, wet- en regelgeving. Leo van der Burg - projectmanager TCNN - projectmanager MariTIM - LNG Passenger Vessel Emissies, wet- en regelgeving Leo van der Burg - projectmanager TCNN - projectmanager MariTIM - LNG Passenger Vessel Wetgeving ter stimulering duurzaam varen CCR (Centrale Commissie Rijnvaart): Eisen aan

Nadere informatie

VOGELVLUCHT Laatste herziening: 16/10/2007, Versie 1.0 pagina 1 / 5

VOGELVLUCHT Laatste herziening: 16/10/2007, Versie 1.0 pagina 1 / 5 Laatste herziening: 16/10/2007, Versie 1.0 pagina 1 / 5 1 IDENTIFICATIE VAN HET PREPARAAT EN DE ONDERNEMING Productnaam: Toepassing: Leverancier: Vogelafweermiddel Koppert B.V. Veilingweg 17 2651 BE Berkel

Nadere informatie

Rotterdam 25 november 2011 TKN, aanpassing aan de toekomst

Rotterdam 25 november 2011 TKN, aanpassing aan de toekomst Rotterdam 25 november 2011 TKN, aanpassing aan de toekomst Herijking TKN exameneisen en -opzet Aanleiding. Geleidelijke afname aantal examenkandidaten Aanpassing aan de tijd nodig Verzoeken uit het veld

Nadere informatie