BeSt Behandelstrategieën in reumatoïde artritis. Voorwoord 2. Opzet van het BeSt onderzoek 3. Resultaten na 7 jaar... 7

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BeSt Behandelstrategieën in reumatoïde artritis. Voorwoord 2. Opzet van het BeSt onderzoek 3. Resultaten na 7 jaar... 7"

Transcriptie

1 INHOUD Voorwoord 2 Opzet van het BeSt onderzoek 3 Resultaten na 7 jaar... 7 Langdurige remissie: medicatie stoppen of doorgaan? Voorspellen van het dagelijks functioneren van patiënten 17 De relatie tussen ziekteactiviteit en botdichtheid Wie kan stoppen met infliximab?. 26 Behandeldoelen en ziekteactiviteit in RA Voorspellen van een toename van gewrichtsschade bij patiënten Blik op de toekomst.. 40 Medewerkers BeSt 44 1

2 Voorwoord Tien jaar geleden, in maart 2000, ging het BeSt onderzoek van start. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat iedereen 2 jaar zou worden gevolgd. Omdat de uitkomsten zo bijzonder waren, en omdat het duidelijk was dat de deelnemende patiënten veel baat hadden bij het type behandeling dat zij in BeSt kregen, is het protocol naderhand aangepast en verlengd tot 10 jaar. Dat betekent dat dit jaar de eerste patiënten het onderzoek hebben afgerond. Dit is niet ongemerkt voorbijgegaan, en Jan van der Hulst, als eerste BeSt-verlater is in het zonnetje gezet. In augustus 2002 is de laatste patiënt van totaal 508 deelnemers aan het onderzoek begonnen. Het zal dus nog tot augustus 2012 duren voordat alle patiënten de mijlpaal van 10 jaar zijn gepasseerd, en hun medaille in ontvangst hebben genomen. De resultaten van het onderzoek worden nog steeds nationaal en internationaal met belangstelling en waardering gevolgd. In Arthritis&Rheumatism, het internationale tijdschrift voor reumatologie, werd BeSt geroemd als het meest vernieuwende en meest baanbrekende onderzoek naar verbeteringen in de behandeling van reuma. We zijn dan ook trots, vooral omdat we hebben gezien dat bij de patiënten die meededen aan het BeSt onderzoek de reuma beter is onderdrukt dan ooit tevoren. Maar vooral zijn we trots op alle patiënten die, gedurende 10 jaar of soms korter, ons hebben laten meten en weten hoe het met hun reuma, en alles wat daarmee te maken heeft, in hun leven ging. Uw bereidwilligheid om elke keer weer te komen, de vragenlijsten in te vullen, bloed te laten prikken, foto s te laten maken, heeft ertoe geleid dat er hoop is voor reumapatiënten in de hele wereld. In dit boekje vertellen we u graag de nieuwste resultaten van het BeSt onderzoek. Veel leesplezier. 2

3 Opzet van het BeSt onderzoek Dr. C.F. Allaart Hoe was het ook alweer? Het BeSt (Behandel-Strategieën) onderzoek is een onderzoek naar de beste behandeling van patiënten bij wie recent reumatoïde artritis is vastgesteld. 508 patiënten hebben geloot voor één van 4 verschillende manieren om de behandeling te starten en zo nodig aan te passen als de behandeling onvoldoende effectief was (gedefinieerd als een ziekteactiviteitsscore (DAS) van hoger dan 2,4. De vier behandelstrategieën waren: 1. sequentiële monotherapie: beginnen met alleen methotrexaat (MTX), en één voor één wisselen naar andere middelen als MTX onvoldoende effectief is; 2. step up combinatietherapie: beginnen met alleen MTX, en andere medicatie erbij opstapelen als MTX onvoldoende is; 3. initiële combinatietherapie met prednison, MTX en salazopyrine (SSA): beginnen met 3 middelen, waarvan prednison in hoge dosering, en afbouwen combinaties; 4. initële combinatietherapie infliximab (Remicade, een anti-tnf) en MTX: beginnen met een anti-tnf in plaats van dit te bewaren tot aangetoond is dat MTX en andere middelen niet helpen, zoals nu is toegestaan. 3

4 Eén voor één therapie (126 patiënten) GROEP1 Opbouw naar combinatie (121 patiënten) GROEP 2 Beginnen met combinatie met prednison (133 patiënten) GROEP 3 Beginnen met combinatie met infliximab (128 patiënten) GROEP 4 Kort samengevat: het BeSt onderzoek moest beantwoorden welke behandelstrategie beter is: bij iedereen starten met een combinatie van medicijnen (waaronder prednison of anti-tnf) of eerst kijken of de oude antireumamiddelen (DMARDs) werken, en de combinaties bewaren voor degenen die onvoldoende reageren op methotrexaat alleen. Die vraag is door de resultaten van de eerste 2 jaar van het onderzoek inmiddels beantwoord: over het algemeen is het beter om te starten met een combinatie van medicijnen. Dat geeft bij de meeste patiënten direct een goede reactie, met snel vermindering van klachten en verbetering van algeheel functioneren en kwaliteit van leven, daarbij de kans om de medicijnen ook weer af te bouwen, en minder toename van schade op de röntgenfoto s. Beginnen met een combinatie van medicijnen geeft bovendien niet meer (ernstige) bijwerkingen, dan de combinatie bewaren tot later in het ziektebeloop, als DMARDs alleen niet (meer) werken. De meeste mensen die met één middel begonnen (groep 1 en 2) moesten namelijk juist vaker medicijnen ophogen, toevoegen, of overstappen op prednison of infliximab. In de meeste uitkomsten maakte het niet uit of werd begonnen met een combinatie met prednison of met infliximab, maar patiënten gaven de voorkeur aan infliximab boven prednison. Dit heeft mogelijk verband met een snellere verbetering in de kwaliteit van leven bij behandeling met prednison. In de eerste 2 jaar van het onderzoek konden meer patiënten die behandeld waren met infliximab aan het werk blijven. Het 4

5 financiële voordeel hiervan voor de gemeenschap als geheel, weegt mogelijk op tegen de hoge kosten van vergoeding van infliximab (en andere anti-tnfs). Nu de minister plannen heeft om de regels van vergoeden van anti-tnf te veranderen, met het doel hierop te bezuinigen, is het van groot belang om ook de financiële gevolgen van het hebben van reuma, en het effect daarop van de verschillende behandelingen, in kaart te blijven brengen. Vandaar nog steeds de vragenlijsten over uw werk en de kosten die voortkomen uit leven met reuma. Een minstens even belangwekkend resultaat van het BeSt onderzoek is, dat reumatologen in de hele wereld steeds meer hun medicijnen gaan voorschrijven en aanpassen op geleide van een meting van de ziekteactiviteit. De resultaten van het BeSt onderzoek laten duidelijk zien, dat actief aanpassen van de medicijnen zolang een voorafgesteld doel van lage ziekteactiviteit niet is gehaald, er vaker toe leidt dat dat voorafgestelde doel wordt gehaald. Als je het niet probeert, dan lukt het ook niet. Het klinkt zo logisch, maar voortkomend uit de tijd toen er geen echt effectieve medicijnen waren om reuma af te remmen, en al helemaal geen betrouwbare methode om de ziekteactiviteit tot op een cijfer achter de komma te meten en te vergelijken met eerdere controles, bleven veel reumatologen nog lang hun medicijnen afstemmen op een gesprek met de patiënt ( Hoe gaat het met u? O dokter, ik vind, ik mag niet klagen. ) en zo nodig gewrichtsonderzoek. Of patiënt en arts tevreden waren over de behandeling hing sterk af van de verwachtingen. Als je verwacht dat je achteruit gaat, en je blijft stabiel, kun je tevreden zijn. Wie niet weet dat reuma in remissie kan worden gebracht, zal eerder geneigd zijn om ontstoken gewrichten te accepteren. In het BeSt onderzoek werd voor het eerst bij alle patiënten iedere 3 maanden systematisch een ziekteactiviteitsscore (DAS) gemeten, en 5

6 zolang die DAS niet 2,4 of lager was, moesten de medicijnen aangepast worden. We hebben aangetoond dat, door het te proberen, bij meer patiënten een lage DAS kon worden bereikt dan we tevoren hadden verwacht. Sommige patiënten kregen zelfs zo lage ziekteactiviteit dat gesproken kon worden van remissie. En sommige patiënten konden zelfs met alle medicijnen stoppen zonder dat de reuma weer actief werd. Verlenging van het BeSt onderzoek heeft aangetoond dat bij de meeste patiënten de verbetering in dagelijks functioneren die in het eerste jaar werd behaald, vastgehouden kon worden in de jaren daarop, omdat de medicijnen steeds maar weer aangepast werden met het doel een lage DAS te hebben. Hiermee zijn de BeSt deelnemers de eerste groep patiënten met bij aanvang ernstige reuma die in de loop van hun ziekte niet achteruit gaan, maar verbeterden en stabiel bleven. De zogenaamde DAS-gestuurde behandeling wordt nu ook buiten onderzoeksverband meer en meer toegepast. Het METEOR programma is ontwikkeld om reumatologen hierbij te ondersteunen. Het gaat ons alleen nog niet snel genoeg. Reden om steeds nieuw bewijs en nieuwe argumenten aan te dragen om reumatologen én patiënten te motiveren om te investeren in DASsen meten en de behandeling daarop aanscherpen. Want wij vinden: het is beter om de medicijnen aan te passen, dan je leven aan te passen aan reuma. Veel artsen en onderzoekers werken aan het BeSt onderzoek om met de resultaten te ontrafelen en te gebruiken om de behandeling en zorg voor reumapatiënten te verbeteren. En er is een nieuw onderzoek van start gegaan, het IMPROVED ( verbeterd ) onderzoek, dat erop gericht is om reuma nog vroeger en effectiever te behandelen. Zeshonderd patiënten doen hieraan mee. Het behandeldoel is remissie zonder medicijnen. 6

7 Resultaten na 7 jaar L. Dirven MSc Zeven jaar geleden zijn 508 patiënten geïncludeerd in het BeSt onderzoek. Aan het eind van het 7 e jaar deden er nog steeds 378 patiënten mee. Wie zijn uitgevallen? Vanaf het begin tot het einde van jaar 6 hebben 99 patiënten gezegd dat ze niet meer mee willen doen, en in het 7 e jaar kwamen er nog 31 uitvallers bij. In totaal hebben nu iets meer dan 25% van alle oorspronkelijke deelnemers het onderzoek vóór het einde verlaten. In groep 2 waren het er wat meer, in groep 4 wat minder, maar verder ontliep het elkaar niet veel. Voor een onderzoek dat zó intensief is als het BeSt onderzoek, is 25% een opvallend klein aantal uitvallers. Veel internationale onderzoekers vragen ons hoe we bereikt hebben dat zoveel patiënten mee bleven doen. Het antwoord op die vraag hebben we eigenlijk niet. We kunnen wel wat raden, maar we zouden het veel liever wetenschappelijk onderbouwen. Daarom hebben we een extra vragenlijst opgesteld waarmee in kaart wordt gebracht waarom de BeSt patiënten zo lang mee blijven doen met het onderzoek (of waarom niet, in geval van voortijdige uitval). Deze vragenlijst wordt aan het eind van het 10 e jaar voorgelegd aan iedereen die dan nog meedoet, en opgestuurd aan iedereen die voortijdig is uitgevallen. Voor het opzetten van dit soort langlopende onderzoeken zijn de resultaten van deze vragenlijst van groot belang. U bent als BeSt deelnemer alwéér een voortrekker in het wetenschappelijk onderzoek! 7

8 Overleden Aan het eind van het 7 e jaar denken we terug aan 24 patiënten die aan het BeSt onderzoek zijn begonnen, en die inmiddels zijn overleden. De gemiddelde leeftijd van deze patiënten bij aanvang van het onderzoek was 61.4 jaar. Uit eerder onderzoek zo n jaar geleden is gebleken dat, althans in die tijd, patiënten met reumatoïde artritis ten opzichte van de gezonde bevolking een kortere levensverwachting hadden. Het is onbekend of dit in BeSt, in de tijd van nieuwe medicijnen en DAS gestuurd behandelen, nog zo is. Aan het eind van het 10e jaar hebben we hopelijk voldoende gegevens om dit te onderzoeken. Ziekteactiviteit Aan het eind van het 7 e jaar had 79% van de patiënten die nog meededen het doel van een lage ziekteactiviteit (DAS 2.4) bereikt. Vierenvijftig procent was in remissie (DAS <1.6) en 17% was in medicijnvrije remissie, dat wil zeggen, zij gebruikten geen antireumamiddelen meer terwijl er geen ziekteactiviteit meetbaar was. Er waren voor deze resultaten geen verschillen tussen de 4 oorspronkelijke behandelgroepen: in groep 1 is 49% in remissie waarvan 16% in medicijnvrije remissie, in groep 2 is 39% in remissie en 16% in medicijnvrije remissie, in groep 3 is 53% in remissie en 17% in medicijnvrije remissie en in groep 4 is 44% in remissie waarvan 17% in medicijnvrije remissie. De gemiddelde duur van medicijnvrije remissie was 3 jaar en 3 maanden. Deze patiënten zou je voorzichtig genezen kunnen noemen. 8

9 Functioneren Dagelijks functioneren wordt in het BeSt onderzoek iedere 3 maanden onderzocht door middel van de HAQ vragenlijst. Daarop staan alledaagse handelingen die zonder moeite, met enige moeite, met veel moeite of helemaal niet kunnen worden verricht door degene die de lijst invult. Ook wordt genoteerd of er gebruik gemaakt wordt van hulpmiddelen. Afhankelijk van hoeveel moeite een handeling kost, wordt een score toegekend van 0, 1, 2 of 3 punten. De vragen staan gerangschikt in een aantal categorieën. Per categorie telt de hoogste score, en het eindresultaat is de optelsom van die hoogste scores gedeeld door het aantal categorieën, 8. Zo is de maximale score 3, en de minimale score 0. Bij aanvang van het onderzoek was de gemiddelde HAQ van de deelnemende patiënten 1.4. In de eerste maanden daalde de HAQ het snelste in de groepen waarbij met een combinatie van middelen werd begonnen, groep 3 en 4. Bij deze patiënten werd de ziekteactiviteit sneller onderdrukt dan bij de patiënten in groep 1 en groep 2. In groep 1 en groep 2 moesten bij veel patiënten daarom de medicijnen een paar keer worden aangepast. Uiteindelijk werd hiermee ook de ziekteactiviteit goed onderdrukt en daalde de HAQ. Aan het eind van het 1 e jaar was er al geen belangrijke verschil in HAQ meer tussen de 4 groepen. In jaar 2 tot en met jaar 7 is te zien dat gemiddeld de HAQ stabiel blijft in alle groepen. Dit is bij een groep patiënten met het type ernstige reumatoïde artritis zoals in het BeSt onderzoek tamelijk uitzonderlijk. In eerdere groepen die over de tijd werden gevolgd, en ook in een recente groep in Zweden, ging de HAQ in de loop van de tijd weer stijgen. Dat wil zeggen, patiënten gingen langzaam achteruit en kregen meer 9

10 beperkingen. In het BeSt onderzoek gebeurt dat dus niet en we zijn er redelijk zeker van dat dit komt omdat we aldoor op basis van de gemeten DAS de medicijnen aan blijven passen. 1,6 1,4 1,2 HAQ score 1 0,8 0,6 0,4 0, ,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 Jaar Figuur 1. Verloop van de HAQ over 7 jaar BeSt. Lijn met ruit: groep 1. Lijn met vierkant: groep 2. Lijn met driehoek: groep 3. Lijn met rondje: groep 4. Vanaf het eind van het 1 e jaar zijn er geen relevante verschillen meer tussen de groepen. In figuur 1 is te zien dat de lijn van groep 4, de groep die begon met een combinatie van middelen waaronder infliximab, meestal het laagst ligt. Over de tijd gemeten heeft deze groep de minste beperkingen in dagelijks functioneren gehad, vergeleken met de andere groepen. Röntgenschade Aan het begin van het BeSt onderzoek had 72% van de patiënten al een kleine beschadiging op de röntgenfoto s die gemaakt waren van handen en voeten. Aan het eind van het 7e jaar was er een significante toename van schade (> 5 punten op de Sharp- Van der Heijde Score) bij 62% van alle patiënten. Bij de meeste patiënten was de toename van schade niet heel ernstig, maar er waren uitzonderingen waardoor 10

11 het gemiddeld in sommige groepen hoger lag dan in andere: in groep 1 was er een gemiddelde toename van 15 punten (op een schaal die totaal 448 punten heeft), maar de meeste patiënten hadden gemiddeld 4 punten toename, in groep 2 was er een gemiddelde toename van 11 punten (maar de meeste patiënten hadden gemiddeld 3.5 punt toename). In groep 3 en groep 4 was er ook na 7 jaar nog steeds minder schade dan in de andere groepen: gemiddeld 8 punten in groep 3, en 5.5 punten in groep 4, en de meeste patiënten hadden rond de 2 punten toename van schade (op diezelfde schaal die tot 448 loopt). De verschillen tussen de groepen zijn in de loop van de jaren steeds kleiner geworden, omdat na het 1 e jaar de toename van schade per jaar in alle groepen heel gering is, als gevolg van de lage ziekteactiviteit in alle groepen. Over de tijd is er steeds een duidelijke relatie geweest tussen de hoogte van de ziekteactiviteit, de hoogte van de HAQ en de toename van schade: hoe lager de ziekteactiviteit, hoe lager de HAQ en hoe minder toename van schade. Verder was opvallend dat 55% van de patiënten in groep 4 nog steeds in de stap methotrexaat + inflixmab zaten en niet over hoefden te gaan naar de volgende stap in het protocol. Sommige patiënten hebben de medicatie kunnen afbouwen en anderen (21%) in groep 4 gebruikten infliximab nog steeds (of weer), vergeleken met 14% in groep 1, 6% in groep 2 en 11% in groep die later met infliximab moesten beginnen en het nog steeds gebruiken. Conclusie Het succes van BeSt zat het 1 e jaar vooral in de verschillen in de eerste behandeling: de groepen die begonnen met een combinatie knapten sneller op en hadden minder toename van schade dan de groepen die 11

12 begonnen met alleen methotrexaat. In de jaren daarna zit het succes van BeSt in het consequent volhouden van DAS gestuurde behandeling: de DAS moet 2.4 of lager komen, en daar blijven, en daarop wordt aldoor de behandeling bijgesteld. Hierdoor treedt in geen van de groepen verslechtering in functioneren op en is de toename van schade zeer gering. Bij de meeste patiënten die bij aanvang van het onderzoek ernstige reumatoïde artritis hadden, kan de ziekte goed beheerst worden en in een veel groter percentage dan ooit gedacht wordt de ziekte zelfs zo rustig, dat van remissie gesproken kan worden. Bij deze patiënten zijn de beperkingen nog geringer en treedt er bijna helemaal geen schade op. Waar niemand op gerekend had, bij deze ernst van ziekte en op deze relatief korte termijn, is het feit dat tussen 16 en 17% van de patiënten zelfs met alle medicijnen kan stoppen. Nu de internationale reumatologische wereld een paar jaar naar deze getallen heeft kunnen kijken gaan steeds meer stemmen op om remissie het doel van behandeling te maken voor alle patiënten. Het doel is om vaker te proberen om de ziekte zó vroeg en effectief te behandelen dat steeds méér patiënten zullen kunnen gaan stoppen met de medicijnen. Eigenlijk is 16 tot 17% in medicijnvrije remissie natuurlijk te weinig: iederéén zou na een tijdelijke behandeling genezen moeten kunnen worden verklaard! Er zijn nieuwe onderzoeken gestart om te kijken of dat mogelijk wordt. De patiënten in het BeSt onderzoek hebben de weg gewezen voor de volgende patiënten en hun behandelaars. 12

13 Langdurige remissie: medicatie stoppen of doorgaan? Drs. N.B. Klarenbeek Inleiding Snel starten met anti-reumamedicatie (Disease Modifying Antirheumatic Drugs (DMARDs) is essentieel voor een goede behandeling van reumatoïde artritis. Er zijn sterke aanwijzingen dat er een periode is in het begin van de ziekte waarin door behandeling met effectieve medicijnen het ziekteproces zó kan worden beïnvloed, dat er géén chronische ontsteking en voortschrijdende schade ontstaat. Dit wordt de window of opportunity ( grijp je kans moment ) genoemd. In het BeSt onderzoek hebben we geprobeerd om zo snel mogelijk de meest effectieve behandeling te vinden. Groepen 3 en 4 begonnen zelfs met een combinatie van middelen, om de kans dat er in elk geval één effectieve bij zat te vergroten, en in alle groepen werd de behandeling iedere 3 maanden aangepast tot het effect voldoende was. Als gevolg hiervan is een groot aantal patiënten in remissie gekomen, dat wil zeggen, er was geen ziekteactiviteit meer meetbaar. In theorie zouden daar patiënten bij kunnen zijn, bij wie de ontsteking zó goed is onderdrukt dat er geen medicijnen nodig zijn om te klachten te behandelen. Mede op verzoek van deze patiënten zelf hebben we daarom in de verlengingsfase (vanaf het 3 e jaar van het onderzoek) besloten om te kijken of patiënten die in remissie waren ook met de medicijnen konden stoppen. 13

14 Voordelen hiervan zijn dat er geen bijwerkingen op kunnen treden en het zou kosten (van de medicijnen en van laboratoriumcontroles) kunnen besparen. Ook psychologisch maakt het een groot verschil of je in remissie bent (geen last hebt) maar nog wel steeds medicijnen in moet nemen, of dat je in remissie bent en ook geen pillen meer hoeft te slikken. Een nadeel van stoppen met de medicijnen is dat de activiteit van de ziekte weer toe zou kunnen nemen. Er is nooit onderzoek gedaan naar het stoppen van medicatie in de eerste 5 jaar na stellen van de diagnose. In de BeSt studie hebben we voor het eerst onderzocht of het mogelijk is te stoppen met medicatie bij remissie die langer bestaat dan 6 maanden. In dit hoofdstuk staan de resultaten hiervan beschreven. Wat is remissie? In de BeSt studie wordt iedere 3 maanden de ziekteactiviteit gemeten (Disease Activity Score, DAS). Om de DAS uit te kunnen rekenen zijn vier waarden nodig: het aantal gezwollen gewrichten, het aantal pijnlijke gewrichten, de bezinking gemeten in het bloed en de indruk die de patiënt zelf heeft van de klachten op een lijn van 10 cm. Met deze vier onderdelen kan met behulp van een formule de DAS worden uitgerekend. Een DAS van 2.4 wordt gezien als lage ziekteactiviteit (dat is het doel in de BeSt studie) en een DAS <1.6 wordt gezien als remissie (niet of nauwelijks ziekteactiviteit meetbaar). In de BeSt studie is, sinds het eind van het 2 e jaar, op ieder meetpunt ongeveer de helft van de patiënten in remissie, maar niet iedereen is lang genoeg in remissie om ook echt met de medicijnen te stoppen. 14

15 De afspraken rondom stoppen en herstarten in de BeSt studie Als de DAS meer dan 6 maanden laag was ( 2.4), werd de medicatie afgebouwd tot één middel in een lage dosering ( onderhoudsmedicatie ). Als vervolgens de DAS meer dan 6 maanden onder de 1.6 was (= remissie) werd het laatste medicijn afgebouwd en volledig gestopt. Maar zodra tijdens een van de volgende controles de DAS steeg tot boven de 1.6 werd het laatste medicijn direct herstart. Hoeveel patiënten konden stoppen? In totaal konden 115 van de 508 patiënten (23%) alle medicijnen stoppen. Hiervan waren er 59 patiënten (51%) 2 jaar lang steeds in remissie zonder medicatie, 53 patiënten (46%) hebben medicatie moeten herstarten i.v.m. toename van de ziekteactiviteit en 3 patiënten hebben de studie na het stoppen verlaten (omdat ze verhuisden of andere redenen). Met een statistisch model hebben we bekeken of per patiënt te voorspellen is bij wie de medicijnen hervat moeten worden. De belangrijkste voorspeller voor het moeten herstarten van medicatie is de aanwezigheid van antistoffen in het bloed (anti-ccp). We weten uit andere onderzoeken dat anti-ccp duidt op een ernstiger vorm van reumatoïde artritis. Er zijn wel patiënten met anti-ccp die permanent met de medicijnen zijn gestopt, maar de aanwezigheid van anti-ccp geeft een verhoogde kans dat uiteindelijk toch de medicijnen hervat moeten worden. Wie blijvend kan stoppen, of wie altijd door moet gaan, kan voorlopig niet met 100% zekerheid worden voorspeld, dus het blijft een kwestie van proberen als de ziekte lang genoeg in remissie is. 15

16 Resultaat van behandeling na herstart In totaal moesten 53 patiënten hun medicatie herstarten i.v.m. een stijging in de DAS. Gelukkig was het effect van behandeling na herstarten van medicatie goed. Binnen 3-6 maanden hadden drie van de vier patiënten weer remissie bereikt. De anderen hielden wel lage ziekteactiviteit (DAS 2.4) maar behaalde geen remissie binnen 6 maanden. Röntenonderzoek liet zien dat bij de overgrote meerderheid van de patiënten na stoppen van de medicijnen geen toename van schade aan de gewrichten optrad. Conclusie Samenvattend, in ongeveer een kwart van de patiënten die deelnamen aan de BeSt studie is alle medicatie gestopt na bereiken van langdurige remissie. Gebaseerd op strenge regels, heeft 46% hiervan medicatie moeten herstarten. Het is moeilijk te voorspellen bij wie het stoppen wel of niet lukken zal. De grote meerderheid van de herstarters reageerden goed op herstart van de medicatie, zonder daar schade van te ondervinden. Daarom hebben we geconcludeerd dat het stoppen van medicatie bij langdurige remissie kan worden overwogen, mits de klachten van de patiënt, de DAS en de röntgenfoto s streng worden gevolgd en medicatie laagdrempelig wordt herstart. De uiteindelijke beslissing om al dan niet medicatie te staken moet genomen worden door de patiënt en de reumatoloog samen, waarbij voor- en nadelen zorgvuldig besproken en afgewogen moeten worden. 16

17 Voorspellen van het functioneren van patiënten in de BeSt studie na drie maanden van behandeling L. Dirven, MSc De ontstekingen van reumatoïde artritis veroorzaken pijn, zwelling en verminderde bewegelijkheid van gewrichten. Hierdoor is het moeilijk om dingen te doen. Alledaagse activiteiten zoals wassen, aankleden, haren kammen, ontbijt klaarmaken, een pen vasthouden, een eindje lopen en je werk doen, kunnen opeens met moeite, alleen met hulp of helemaal niet worden uitgevoerd. De vragenlijst HAQ brengt die beperkingen in kaart. De behandeling van reuma is erop gericht om de beperkingen weg te nemen. Dit kan door de ontsteking te remmen, zodat gewrichten niet meer pijnlijk, dik en verminderd bewegelijk zijn. Als reuma niet voldoende wordt behandeld, kunnen bovendien beschadigingen aan de gewrichten ontstaan. Deze beschadigingen leiden er in latere jaren vaak toe dat patiënten extra beperkingen ondervinden in hun dagelijks activiteiten. Deze beperkingen zijn veel moeilijker weg te nemen, omdat de gewrichtsbeschadigingen niet op antireumamiddelen reageren. Het is al vaak onderzocht welke kenmerken aan het begin van de ziekte bepalen, of en in welke mate het dagelijks functioneren is beperkt later in het verloop van de ziekte. Eén van de krachtigste voorspellers van hoe iemand later nog kan functioneren, blijkt de reactie op de eerste behandeling te zijn: patiënten die na een aantal maanden van behandeling goed reageren op de medicatie, hebben een 17

18 grotere kans om in de toekomst ook nog goed te functioneren in het dagelijks leven. De volgende vraag is natuurlijk: als vroege verbetering in functioneren voorspelt hoe iemand later kan functioneren, wat verspelt dan vroege verbetering? Voor dit onderzoek hebben we die vraag omgedraaid: kunnen we voorspellen welke patiënten nog een beperking in hun dagelijks functioneren hebben na de eerste drie maanden van behandeling? Als dat bij het begin van de behandeling al duidelijk zou zijn, kunnen reumatologen beter kiezen wat de juiste behandelstrategie voor elke individuele patiënt zou zijn. Bij welke patiënt kan de behandeling begonnen worden met één geneesmiddel en welke patiënt zal onmiddellijk een combinatie van geneesmiddelen gestart moeten worden? Het invullen van de HAQ vragenlijst kan er een score van 0 tot 3 opleveren, waarbij een 0 aangeeft dat een patiënt helemaal geen beperkingen heeft in het dagelijks functioneren en een score van 3 aangeeft dat een patiënt zeer beperkt is in zijn dagelijks functioneren. Voor dit onderzoek hebben we de grens voor slecht functioneren gezet op een HAQ score van 1 of hoger. Aan het begin van de studie hadden alle patiënten ongeveer gelijke beperkingen in het functioneren; de gemiddelde HAQ was 1,4, en 76% van de patiënten had een HAQ score van 1 of hoger. Dit was ongeveer gelijk in alle vier de behandelgroepen. Na drie maanden van behandeling had 40% van de patiënten nog een HAQ score groter dan 1: 52% van de patiënten uit groep 1+2 (die waren begonnen met één medicijn, methotrexaat), 29% van de patiënten uit groep 3 (begonnen met een combinatie van medicijnen waaronder prednison) en 31% van de patiënten uit groep 4 (begonnen met een combinatie van medicijnen 18

19 waaronder infliximab). In de groepen 3 en 4 hadden dus minder patiënten een score passend bij slecht functioneren dan in groepen 1 en 2. Verder bleek uit resultaten dat er een aantal kenmerken waren (gemeten tijdens de eerste visite, dus vóór de start van de behandeling) die konden voorspellen of patiënten na drie maanden beperkt zouden zijn in het dagelijks functioneren. Dat zijn de HAQ score tijdens de eerste visite, de pijnscore op de Visual Analogue Scale (VAS), de pijnscore van het gewrichtsonderzoek gemeten met de Ritchie Articular Index (RAI) score èn de behandelstrategie (dus welke groep). Met deze vier voorspellende kenmerken is een matrix model (figuur 1) gemaakt waarmee gekeken kan worden hoeveel kans een individuele patiënt heeft op slecht functioneren na drie maanden van behandeling. De rode vakjes in het model geven aan dat de patiënten een hoog risico hebben ( 60%), de oranje vakjes een gemiddeld risico (35-60%), de gele vakjes een laag risico (10-34%) en de groene vakjes een zeer laag risico (<10%) op slecht functioneren in het dagelijks leven (HAQ score 1 of hoger). Bijvoorbeeld, een patiënt met bij binnenkomst een HAQ score tussen 1,4 en 2, een VAS pijn score groter dan 60 en een RAI score > 16 zal 79% kans hebben op nog steeds slecht functioneren na 3 maanden behandeling wanneer hij/zij wordt behandeld zoals in groep 1+2 (monotherapie, figuur 1A). Deze kans is lager wanneer dezelfde patiënt behandeld zal worden zoals in groep 3 (52%, zelfde vakje maar in figuur 1B) of groep 4 (51%, zelfde vakje in figuur 1C). 19

20 A. B. C. Figuur 1. Matrix model met voorspelde risico s (in %) van een HAQ score 1 na drie maanden behandeling voor elke behandelstrategie; A. Monotherapie met methotrexaat. B. Combinatie therapie met prednison. C. Combinatie therapie met infliximab. De donker grijze vakjes geven een hoog risico aan ( 60%), de grijze vakjes een gemiddeld risico (35-60%), de licht grijze vakjes een laag risico (10-34%) en de witte vakjes een zeer laag risico (<10%). 20

21 Het model kan door een reumatoloog gebruikt worden om een beslissing te nemen over de eerste behandeling van een individuele patiënt. Is het verantwoord om te beginnen met één geneesmiddel of is het beter om gelijk te starten met een combinatie van geneesmiddelen? Conclusie Uit dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat pijn een belangrijke factor is om te voorspellen wie na na drie maanden van behandeling nog steeds beperkt is in algemeen dagelijks functioneren. Daarnaast blijkt dat patiënten die de eerste drie maanden met één geneesmiddel behandeld worden meer kans hebben om uiteindelijk een beperking in het functioneren te hebben dan patiënten die meteen behandeld worden met een combinatie van geneesmiddelen. Dit resultaat komt overeen met eerdere resultaten waarin bleek dat de ziekteactiviteit na behandeling met één geneesmiddel niet zo goed onderdrukt werd als na behandeling met een combinatie van geneesmiddelen. De patiënt lijkt dus op twee manieren te profiteren als de behandeling meteen goed gekozen wordt; er is eerder een verbetering in het functioneren in het dagelijks leven en, zoals uit eerdere resultaten is gebleken, op lagnere termijn is er een kleinere kans op schade aan de gewrichten. 21

22 De relatie tussen ziekteactiviteit en botdichtheid L. Dirven, MSc Eén van de kenmerken van reumatoïde artritis, waarin de ziekte zich onderscheidt van andere vormen van gewrichtsontsteking, is dat er schade optreedt aan de gewrichten. Aan de rand van de botten kunnen zogenaamde erosies ontstaan, waarbij het lijkt of er een hapje uit het bot is geknabbeld. Onder de microscoop blijkt dat daar vaak ontstoken gewrichtskapsel ( pannus ) in het bot is ingegroeid. Ook buiten de gewrichten treden er veranderingen op in de botten. Bot is levend weefsel dat zich voortdurend vernieuwd. Dit betekent dat er continu opbouw en afbraak van het bot plaatsvinden. Gespecialiseerde cellen in het bot die zorgen voor botopbouw heten osteoblasten; osteoclasten breken het bot af. Bij reuma is vastgesteld dat de activiteit van osteoblasten en osteoclasten niet in evenwicht is. De osteoclasten worden geactiveerd door signaalstoffen die vrijkomen bij het ontstekingsproces van reumatoïde artritis. Het gevolg is dat er meer botweefsel wordt afgebroken dan opgebouwd, en dat is meetbaar als een afname van de dichtheid van het bot. In ruggenwervels en heupen is dat meetbaar met een zogenaamd DEXA onderzoek. Als de botdichtheid ernstig is afgenomen spreken we van osteoporose ( broze botten ). Dit is een risicofactor voor botbreuken. Al eerder is in het BeSt onderzoek vastgesteld dat patiënten met de hoogste ziekteactiviteit meer verlies van botdichtheid oplopen. Er is bovendien een verband tussen het optreden van botdichtheidsverlies en het optreden en toenemen van erosies aan de gewrichtsranden. 22

23 Snel onderdrukken van de ontstekingsactiviteit geeft minder botdichtheidsverlies, zelfs als dit gebeurt met een combinatie van medicijnen waarin prednison voorkomt (prednison heeft zelf ook de reputatie om verlies van botdichtheid te bevorderen, maar bij vroege behandeling van reumatoïde artritis valt de balans blijkbaar net gunstig uit). DXR Het meeste onderzoek naar botdichtheidsverlies in de handen wordt gedaan door een computer de botdichtheid te laten berekenen op basis van de witheid van de botjes van de vingers op gewone röntgenfoto s. Dit is de DXR methode. Er zijn veel onderzoeken gedaan naar het verband tussen botdichtheidsverlies en ontstekingsactiviteit bij reumatoïde artritis patiënten. Maar is er altijd alleen maar sprake van verlies van botdichtheid? Kan er ook wel eens toename van botdichtheid worden gemeten? Op grond van het verband tussen ontstekingsactiviteit en botdichtheidsverlies zou je verwachten dat botdichtheidstoename alleen voor kan komen als er geen ontstekingsactiviteit is, dat wil zeggen als de reumatoïde artritis in remissie is. Dit zijn we gaan onderzoeken. De vraag van dit onderzoek was of er verschillen zijn in veranderingen in de botdichtheid in de handen bij patiënten met verschillende ernst van ziekteactiviteit gedurende één jaar. De patiënten werden verdeeld in drie groepen; groep A. hoge ziekteactiviteit (DAS > 2.4) gedurende één jaar, groep B. lage ziekteactiviteit (1.6 DAS 2.4) gedurende één jaar of C. klinische remissie (DAS < 1.6) gedurende één jaar. Voorwaarde voor dit onderzoek was, dat er van de beide tijdstippen rond dat jaar (dus beginfoto en vervolgfoto) 2 opeenvolgende jaren röntgenfoto s waren die ofwel op de ouderwetse manier, ofwel digitaal 23

24 waren gemaakt. Zo zijn in totaal van 145 patiënten gegevens verzameld. De resultaten laten zien dat na één jaar van follow-up de botdichtheid met 0.03% was afgenomen bij patiënten in remissie, met 2% was afgenomen bij patiënten met een lage ziekteactiviteit en met 3% was afgenomen bij patiënten met een hoge ziekteactiviteit. Dit betekent dat gemiddeld in alle groepen de botdichtheid iets was afgenomen, maar duidelijk meer bij de patiënten met lage en hoge ziekteactiviteit. Wanneer we op een iets andere manier naar de resultaten kijken zien we dat bij 70% van de patiënten met een hoge ziekteactiviteit en bij 68% van de patiënten met een lage ziekteactiviteit de botdichtheid was afgenomen, tegen 44% van de patiënten in remissie. Bij 35% van de patiënten die in remissie waren is een toename van de botdichtheid gevonden, vergeleken met maar 11% en 6% van de patiënten met een lage en hoge ziekteactiviteit het geval (figuur 1). Uit de resultaten is dus gebleken dat de mate van ziekteactiviteit gerelateerd is aan veranderingen in de botdichtheid van de patiënten. Toename van botdichtheid komt voor, maar eigenlijk alleen bij patiënten in een jaar lang in remissie waren, en nauwelijks bij patiënten met lage ziekteactiviteit, laat staan met hoge ziekteactiviteit. 24

25 Percentage van de patiënten 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% Toename botdichtheid Gelijke botdichtheid Afname botdichtheid 0% DAS > 2,4 1,6 DAS 2,4 DAS < 1,6 Figuur 1: Veranderingen in de botdichtheid bij patiënten met hoge ziekteactiviteit (DAS > 2.4, 1 e kolom), lage ziekteactiviteit (1.6 DAS 2.4, 2 e kolom) en klinische remissie (DAS < 1.6, laatste kolom), gedurende 1 jaar follow-up. Toen we keken of er ook kenmerken zijn die voorspellen welke patiënten een toename in botdichtheid zullen hebben, kwamen alleen remissie en een lage leeftijd als voorspellers uit de bus. Tenslotte hebben we gekeken of er een verschil was in schade aan de gewrichten (gemeten volgens de Sharp- van der Heijde score) tussen de drie groepen met verschillende mate van ziekteactiviteit. Het bleek dat patiënten met een toename in de botdichtheid bijna geen toename hadden in schade aan de gewrichten terwijl dit wel het geval was bij patiënten met een stabiele botdichtheid of een afname hierin. Deze resultaten geven aan dat, om alle schadelijke effecten van reumatoïde artritis optimaal te onderdrukken, een DAS <1,6 en niet een DAS 2,4 het doel van de behandeling zou moeten zijn. 25

26 Wie kan stoppen met infliximab? Drs. M. van den Broek Infliximab Voor de behandeling van reuma zijn in de afgelopen 15 jaar nieuwe medicijnen ontwikkeld die als eiwitten ingrijpen op het ontstekingsproces: de zogenaamde biologicals. De eerste die beschikbaar kwam was infliximab (Remicade). Later kwamen er nog een aantal andere bij. Infliximab wordt gebruikt in de BeSt studie, als eerste behandeling voor de patiënten in groep 4, en voor de patiënten in groep 1, 2 en 3 die onvoldoende verbeterden op andere medicijnen. Van alle patiënten die deelnemen aan de BeSt studie is 45% ooit behandeld met infliximab, in een combinatie met methotrexaat. In de BeSt studie moest infliximab, net als de andere middelen, ook weer worden afgebouwd en uiteindelijk gestopt bij langdurig lage ziekteactiviteit. Bij wie dit bij kan, en hoe het met de patiënten gaat nadat de infliximab is gestopt, is nog niet eerder in zo n grote studie onderzocht. Blijft de ziekteactiviteit laag of moet infliximab toch weer herstart worden door te hoge ziekteactiviteit? En als infliximab weer herstart wordt, werkt dit dan even goed als bij de eerste behandeling en zijn er geen risico s verbonden aan het stoppen en herstarten? Ook wilden we kijken of er misschien manieren zijn om te voorspellen bij welke patiënten de ziekteactiviteit laag blijft. 26

27 Om deze vragen te beantwoorden hebben we gekeken naar de ziekteactiviteit van de 104 patiënten bij wie infliximab is gestopt omdat de ziekteactiviteit (DAS) langdurig laag was. Zevenenzeventig van de 104 patiënten zaten in groep 4 waar vanaf het begin behandeld werd met infliximab in combinatie met methotrexaat. Zevenentwintig patiënten kwamen uit groep 1, 2 of 3 waar pas met infliximab werd gestart als minstens 3 andere medicijnen niet goed genoeg hadden gewerkt. Stoppen en herstarten van infliximab Bij 54% van de patiënten hoefde infliximab helemaal niet herstart te worden. Van de 48 patiënten die infliximab wel moesten hervatten kon meer dan de helft (56%) minstens 1 jaar de infliximab laten staan. Na het hervatten van infliximab was de ziekteactiviteit bij 85% van de patiënten na gemiddeld 3 maanden weer laag. Maar uiteindelijk moest 19% toch stoppen met infliximab en overstappen op een ander medicijn, omdat de ziekteactiviteit toch te hoog werd, of omdat ze een huidreactie kregen door het infuus. Om te kijken naar het effect van stoppen met infliximab op de gewrichten, hebben we per patiënt de röntgenfoto s vergeleken van het jaar voordat infliximab gestopt was, het jaar waarin infliximab gestopt was en het jaar daarna. Op deze manier kon beoordeeld worden of misschien meer schade aan de gewrichten ontstond in het jaar nadat infliximab gestopt. Dit bleek niet het geval te zijn. Voorspellers Om te proberen te voorspellen bij welke patiënten infliximab gestopt kan blijven is voor verschillende factoren gekeken of de aanwezigheid hiervan samenhangt met het moeten herstarten van infliximab. Het gaat 27

28 hierbij om ziekte-eigenschappen, zoals bijvoorbeeld aantal gezwollen gewrichten of hoeveelheid gewrichtsschade, of de aanwezigheid van antilichamen in het bloed zoals reumafactor en anti-ccp, of bepaalde erfelijke kenmerken die vaker voorkomen bij patiënten met reuma, zoals het zogenaamde shared epitope. Rokers, patiënten met shared epitope en patiënten die al minstens 2 jaar last van ontstoken gewrichten hadden op het moment dat infliximab gestopt werd hadden een verhoogde kans om te moeten herstarten met infliximab. Van de patiënten die geen van deze risicofactoren hadden, hoefde infliximab in 94% van de gevallen niet herstart te worden. Het bleek niet mogelijk om een volledig betrouwbaar voorspelmodel te maken waarmee bij iedereen vooraf is te voorspellen of infliximab permanent gestopt kan worden. Conclusie Samenvattend is het in 80% van de gevallen mogelijk om ten minste één jaar te stoppen met infliximab te gebruiken wanneer de ziekteactiviteit langdurig laag is. Patiënten die niet roken, geen shared epitope hebben en korter dan 2 jaar gewrichtsklachten hebben, hebben een grote kans (94%) om helemaal niet te hoeven herstarten. Stoppen met infliximab heeft geen nadelige gevolgen wat betreft gewrichtsschade. Wel is er een klein risico dat infliximab niet goed genoeg meer werkt bij de patiënten die toch weer moeten herstarten. Daarom is het in de dagelijkse praktijk belangrijk dat dokter en patiënt samen de voor- en nadelen van stoppen met infliximab afwegen als langdurig lage ziekteactiviteit bereikt is. 28

29 Behandeldoelen en ziekteactiviteit in RA Drs. R. Koevoets Ziekteactiviteit Reumatoïde artritis (RA) is een ziekte die gekenmerkt wordt door ontstekingen, vooral in de gewrichten. Als de ontstekingen niet voldoende worden onderdrukt met medicijnen, geeft dit veel klachten zoals pijn, stijfheid en beperkingen in dagelijkse activiteiten, en het kan ook leiden tot blijvende beschadigingen aan het bewegingsapparaat. Daarom proberen reumatologen om de ontstekingsactiviteit van reuma zo snel en zo goed mogelijk te onderdrukken met medicijnen. Als dat lukt heeft de patiënt minder last, en treedt minder schade op. Er is dan dus weinig activiteit van de ziekte of, met andere woorden, de ziekteactiviteit is laag. Doel van behandelen Wat is het doel van de behandeling? Gek genoeg wordt dat in de praktijk weinig gevraagd. Jezelf een doel stellen werkt het beste als je het concreet maakt en kunt meten of je het gehaald hebt. Het doel dat het beter gaat is te vaag: wat moet beter gaan, hoeveel beter moet het gaan, en hoever ben je daar nog vanaf of al voorbij? Om het effect van de behandeling van reumatoïde artritis te beoordelen wordt tegenwoordig vaak de ziekteactiviteit gemeten. Dit wordt als getal 29

30 weergegeven, en op basis van ervaring van reumatologen en patiënten zijn er bepaalde grenswaarden benoemd die overeen komen met hoge of lage ziekteactiviteit of remissie. Reumatologen zullen de ziekteactiviteit meten en de medicijnen daarop aanpassen. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat patiënten meer baat hebben bij een behandeling die is gebaseerd op meten van de ziekteactiviteit waarbij actief wordt gestreefd om de ziekteactiviteit onder een bepaald niveau te krijgen, dan bij een traditionele behandeling waarbij het doel van de behandeling niet zo strak is vastgelegd. Welk doel? Gek genoeg is nog niet duidelijk wat het doel van de behandeling van RA moet zijn. Dat het over is, is een logische gedachte. Zo min mogelijk last, is een begrijpelijke wens. Maar welke gemeten waarde van de ziekteactiviteit komt overeen met dat het over is? En wat is zo min mogelijk? En wat is last? In internationale onderzoeken naar de beste behandeling van RA worden verschillende doelen genoemd: matige ziekteactiviteit, lage ziekteactiviteit, en remissie. Wat het behandeldoel wordt, hangt ook af van wat de behandelaar van de behandeling verwacht: wie niet gelooft dat remissie mogelijk is, zal daar niet gauw naar streven, en niet verder de medicijnen aanpassen als maar matige ziekteactiviteit of lage ziekteactiviteit is bereikt. Verwachtingen bij de patiënt spelen ook een rol: wie niet weet dat het beter moet kunnen, zal eerder zeggen dat het wel goed gaat. 30

31 Remissie in reumatoïde artritis In het algemeen wordt met remissie bedoeld dat een ziekte volledig is onderdrukt, terwijl het nog te vroeg is om te spreken van genezing. In de RA praktijk betekent het dat er geen ziekteactiviteit meetbaar is. In de internationale onderzoekswereld worden er verschillende definities van remissie gebruikt, die weer afhangen van de methode waarmee de ziekteactiviteit wordt gemeten. Remissie kan zo betekenen dat de patiënt niet of nauwelijks hinder heeft van ontstoken gewrichten of pijn, en dat er niet of nauwelijks schade optreedt. Soms kunnen patiënten in zo n geval voor langere tijd de medicijnen laten staan ( medicijnvrije remissie ). Als dat lang genoeg duurt zou je kunnen spreken van genezing, maar niemand weet hoelang een RA patiënt in medicijnvrije remissie moet zijn voordat je mag zeggen dat de RA genezen is. Dankzij vroege behandeling met effectievere medicijnen die op geleide van de gemeten ziekteactiviteit worden aangepast is remissie tegenwoordig een realistisch doel voor patiënten. In de komende jaren zal blijken of genezing ook een realistisch doel kan worden. De DAS score Zoals gezegd kan ziekteactiviteit gemeten worden met verschillende meetinstrumenten, zogenaamde ziekteactiviteits-scores. Eén van de meest gebruikte is de disease activity score (DAS). De DAS is gebaseerd op het aantal pijnlijke gewrichten, het aantal gezwollen gewrichten, de bezinking en de mate waarin u als patiënt merkt dat de ziekte actief is, en dit alles bij elkaar omgerekend tot één score. De oorspronkelijke DAS wordt berekend op basis van systematisch onderzoek van 53 gewrichten. Deze wordt in het BeSt onderzoek ook gebruikt, omdat we zoveel mogelijk gewrichten willen 31

32 betrekken bij onze beoordeling of de reuma voldoende is onderdrukt. Sterker nog, in BeSt worden 68 gewrichten beoordeeld, maar er bestaat geen ziekteactiviteitsscore gebaseerd op alle 68 gewrichten. Later is er een DAS28 ontwikkeld, die wordt berekend op basis van 28 gewrichten (de voeten worden hier onder andere niet meegeteld). DAS èn DAS28 zijn betrouwbaar en geven goed weer of de ziekteactiviteit voldoende onderdrukt is. Voor de DAS is de grens van lage ziekteactiviteit 2,4 en voor remissie 1,6. Voor de DAS28 is de grens van lage ziekteactiviteit 3,2 en voor remissie 2,6. Alternatieven voor de DAS score Sommige reumatologen vinden dat de DAS28 te weinig gewrichten beoordeeld, maar dat de DAS met 53 gewrichten lastig is. Dit zou kunnen komen doordat het aantal pijnlijke gewrichten wordt gemeten met de Ritchie Articular Index (RAI). Hierbij wordt pijn niet 0=nee, 1=ja gescoord, maar in een schaal van 0-3 (0=geen pijn bij onderzoek, 1=patiënt zegt dat het pijn doet, 2=patiënt vertrekt gezicht van de pijn, 3=patiënt trekt door pijn het onderzochte gewricht weg). Dit is soms lastig te leren, en sommigen vinden dat hier de individuele pijndrempel teveel een rol kan spelen. Verder worden de pijnscores van alle gewrichten niet gewoon opgeteld, maar sommige gewrichten worden gegroepeerd en dan telt de hoogste pijnscore van die groep. Zo worden er ook nog eens méér gewrichten beoordeeld op pijn dan op zwelling. Ingewikkeld... Omdat we niet willen dat reumatologen dan maar helemaal geen DAS berekenen, hebben we gekeken of een vereenvoudiging van de DAS mogelijk is. We hebben een aantal DAS scores berekend (één met de RAI score omgezet naar wel/niet pijn, één met de RAI zonder de groepering-en-hoogste-score methode score omgezet naar wel/niet pijn, en één met hetzelfde aantal gewrichten beoordeeld voor pijn 32

33 wel/niet en voor zwelling wel/niet ) en die vergeleken met de oorspronkelijke DAS, en met de DAS28. Ons onderzoek toonde dat deze vereenvoudigde scores de ziekteactiviteit even goed weergeven als de originele DAS, en dat het reumatologen dus eigenlijk vrij staat om hun eigen vereenvoudigde variant te kiezen, en natuurlijk te gebruiken. METEOR en het meten van ziekteactiviteit Reumatologen die de ziekteactiviteit gaan meten, willen een computerprogramma dat hen helpt om de DAS uit te rekenen en vast te leggen, zodat ze in de loop van de tijd kunnen zien hoe hun behandeling aanslaat. METEOR is een online computerprogramma dat ontwikkeld is door reumatologen voor reumatologen, waarin berekening en registratie van ziekteactiviteit zo makkelijk mogelijk is. Het is zo gemaakt dat de reumatoloog een minimaal aantal clicks hoeft te doen, en er maximaal profijt van heeft. In het METEOR programma kan de reumatoloog kiezen met welke score (bijv. de DAS of DAS28, in het buitenland worden ook wel SDAI en CDAI gebruikt) hij of zij de ziekteactiviteit wil vervolgen. Als de verschillende elementen van de DAS worden ingevoerd, rekent de computer direct uit hoe hoog de score is. Hieronder zie u hoe deze bladzijde van het programma er uitziet: 33

34 Afhankelijk van hoe hoog de DAS score is en dus hoe actief de ziekte is zal de reumatoloog de behandeling aanpassen. Zo kan hij of zij bijvoorbeeld besluiten om de bestaande medicatie op te hogen of andere medicatie (erbij) te geven, of juist om de medicatie af te gaan bouwen. In METEOR kan in een overzicht (tabel of grafiek) worden bekeken of de DAS omlaag is gegaan na het starten van bepaalde medicijnen, of dat de patiënt juist (nog) niet goed heef gereageerd op de therapie. METEOR en het meten van dagelijkse functioneren Daarnaast is het in METEOR mogelijk het dagelijks functioneren in kaart te brengen. Reumatoïde artritis kan ertoe leiden dat alledaagse handelingen niet of met moeite kunnen worden uitgevoerd. Het is 34

35 belangrijk dat dergelijke beperkingen in dagelijks functioneren met de reumatoloog worden besproken om samen te proberen een oplossing te vinden. De Health Assessment Questionnaire of kortweg HAQ is een vragenlijst over eventuele beperkingen in uw dagelijks functioneren. Hoe lager de HAQ, hoe minder beperkingen. Via het METEOR programma is het mogelijk om zelf de HAQ thuis of in de wachtkamer in te vullen voorafgaand aan uw polibezoek. Ook kan de HAQ samen met de reumatoloog of de verpleegkundige tijdens uw bezoek worden ingevuld. 35

36 Voorspellen van een toename van gewrichtsschade bij patiënten die worden behandeld volgens verschillende strategieën Drs. K. Visser Een belangrijk doel in de behandeling van reuma is het beperken van gewrichtsschade, want deze gewrichtsschade kan op zijn beurt weer leiden tot beperkingen in de dagelijkse activiteiten van de patiënten. Er is al vaak onderzocht wat kan voorspellen welke patiënten een grotere kans hebben op toename in gewrichtsschade. Vaak is dit op groepsniveau bekeken en daarom is het lastig om dit te vertalen naar de individuele patiënt. Iedere patiënt is anders en wat is nu de beste behandeling voor een specifiek persoon? Daarnaast is op groepsniveau gebleken dat patiënten die starten met een combinatie van medicijnen, vaak minder gewrichtsschade hebben. Zij zullen dus uiteindelijk ook beter blijven functioneren in het dagelijks leven. Maar hebben alle patiënten er baat bij om te starten met combinatietherapie of is het voor sommige patiënten voldoende om te starten met één medicijn? Om deze vragen te beantwoorden is een matrix model gemaakt dat voor de individuele patiënt kan voorspellen wat de kans is op een toename van de gewrichtsschade bij het starten van een bepaalde therapie. De schade aan de gewrichten wordt bekeken op de röntgenfoto s die gemaakt zijn van de handen en voeten. De afwijkingen die worden 36

Chapter 9 Samenvatting

Chapter 9 Samenvatting Samenvatting Marcel D. Posthumus SAMENVATTING Reumatoïde artritis (RA) is een aandoening die voorkomt bij 0,5-1% van de bevolking en die gekenmerkt wordt door een chronische ontsteking van meerdere gewrichten

Nadere informatie

Nieuwe inzichten in de behandeling van reumatoïde artritis. Dr. C. F. Allaart

Nieuwe inzichten in de behandeling van reumatoïde artritis. Dr. C. F. Allaart Nieuwe inzichten in de behandeling van reumatoïde artritis Dr. C. F. Allaart Onderwerpen Wat is reumatoïde artritis? Hoe behandel je dat? Wat is je doel en hoe meet je het resultaat? Wat is de beste aanpak?

Nadere informatie

Samenvatting. Reumatoïde artritis: biologicals en bot

Samenvatting. Reumatoïde artritis: biologicals en bot * Samenvatting Reumatoïde artritis: biologicals en bot Samenvatting In deel I van dit proefschrift worden resultaten gepresenteerd van onderzoek naar gegeneraliseerd botverlies (osteoporose) in patiënten

Nadere informatie

Nieuwsbrief EAC/PSI 2017

Nieuwsbrief EAC/PSI 2017 Nieuwsbrief EAC/PSI 2017 Beste deelnemer aan het Early Arthritis Clinic (EAC) onderzoek, Met deze nieuwsbrief brengen wij u weer graag op de hoogte over de ontwikkelingen van het wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

Chapter 11. Samenvatting en bespreking

Chapter 11. Samenvatting en bespreking Chapter 11 Samenvatting en bespreking 1 2 DE WEG NAAR BEHANDELING OP MAAT VOOR PATIENTEN MET BEGINNENDE REUMATOIDE ARTRITIS In dit proefschrift wordt de effectiviteit van verschillende behandelstrategieën

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Starten met biologicals

PATIËNTEN INFORMATIE. Starten met biologicals PATIËNTEN INFORMATIE Starten met biologicals 2 PATIËNTENINFORMATIE Deze folder biedt algemene informatie over de behandeling van reumatische aandoeningen met biologicals. Uw reumatoloog en reumaconsulent

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift heeft als belangrijkste onderwerp het verlies aan gelokaliseerd en gegeneraliseerd botmineraaldichtheid

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift heeft als belangrijkste onderwerp het verlies aan gelokaliseerd en gegeneraliseerd botmineraaldichtheid Nederlandse samenvatting Dit proefschrift heeft als belangrijkste onderwerp het verlies aan gelokaliseerd en gegeneraliseerd botmineraaldichtheid (BMD) in recent gediagnosticeerde reumatoïde artritis (RA).

Nadere informatie

REUMATOÏDE ARTRITIS FRANCISCUS GASTHUIS

REUMATOÏDE ARTRITIS FRANCISCUS GASTHUIS REUMATOÏDE ARTRITIS FRANCISCUS GASTHUIS Inleiding Uw reumatoloog heeft u verteld dat u reumatoïde artritis (RA) heeft, een vorm van reuma. Er komen ongetwijfeld veel vragen in u op. Vragen over de aandoening

Nadere informatie

WAT IS ORENCIA (ABATACEPT)?

WAT IS ORENCIA (ABATACEPT)? WAT IS ORENCIA (ABATACEPT)? Wat is ORENCIA? Wat is ORENCIA? 3 Waarom heb ik ORENCIA voorgeschreven gekregen? 4 Wat kan ik verwachten van de behandeling met ORENCIA? 4 Hoe werkt ORENCIA? 4 Hoe neem ik ORENCIA?

Nadere informatie

Het weer en reumatoïde artritis. De rol van het microklimaat aan de huid.

Het weer en reumatoïde artritis. De rol van het microklimaat aan de huid. Samenvatting Het weer en reumatoïde artritis. De rol van het microklimaat aan de huid. Als ik voor het eerst met iemand kennis maak en vertel dat ik reuma heb, dan hoor ik vaak O, dan is dit zeker goed

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord. Voorwoord. 2. Opzet van het BeSt onderzoek. 3. Resultaten van het BeSt onderzoek 6

Inhoud. Voorwoord. Voorwoord. 2. Opzet van het BeSt onderzoek. 3. Resultaten van het BeSt onderzoek 6 Inhoud Voorwoord. 2 Opzet van het BeSt onderzoek. 3 Resultaten van het BeSt onderzoek 6 Functioneren en kwaliteit van leven van reumapatiënten in de BeSt studie.. 13 Zijpaden van reuma: osteoporose en

Nadere informatie

Osteoporose VRAAG OVER UW MEDICIJNEN? VRAAG HET UW APOTHEKER

Osteoporose VRAAG OVER UW MEDICIJNEN? VRAAG HET UW APOTHEKER Osteoporose WAT IS OSTEOPOROSE WAT VERGROOT DE KANS OP OSTEOPOROSE GEVOLGEN VAN OSTEOPOROSE MEDICIJNEN BIJ OSTEOPOROSE WAT KUNT U ZELF DOEN WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN ADVIES IN EEN PERSOONLIJK GESPREK

Nadere informatie

In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten en conclusies van de studies in dit proefschrift samengevat en bediscussieerd.

In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten en conclusies van de studies in dit proefschrift samengevat en bediscussieerd. CHAPTER 12. Nederlandse samenvatting In dit hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten en conclusies van de studies in dit proefschrift samengevat en bediscussieerd. In hoofdstuk 1 wordt een algemene

Nadere informatie

Behandeling ziekte van Bechterew

Behandeling ziekte van Bechterew 20/12/2018 Behandeling ziekte van Bechterew 1 Afspraken op de polikliniek Tijdens de afspraak op de polikliniek Reumatologie van de Sint Maartenskliniek spreken wij uitgebreid met u over uw aandoening,

Nadere informatie

ARTRITIS PSORIATICA 312

ARTRITIS PSORIATICA 312 ARTRITIS PSORIATICA 312 Inleiding Uw reumatoloog heeft u verteld dat u artritis psoriatica, een vorm van ontstekingsreuma, heeft. Artritis psoriatica valt onder de groep spondylartropathie, een verzamelnaam

Nadere informatie

Inleiding. Reumatische ziekten

Inleiding. Reumatische ziekten De reumatoloog Inleiding Ieder jaar bezoekt een groot aantal mensen de huisarts met klachten van het bewegingsapparaat (gewrichten, spieren, pezen en botten). Vaak is de huisarts in staat de diagnose

Nadere informatie

Eerste resultaten van POEET studie. Marjan Ghiti AIOS reumatologie, MST Enschede

Eerste resultaten van POEET studie. Marjan Ghiti AIOS reumatologie, MST Enschede Eerste resultaten van POEET studie Marjan Ghiti AIOS reumatologie, MST Enschede 13-03-2013 Achtergrond De effectiviteit van TNFi bij de behandeling van RA is in vele studies aangetoond. Wanneer RA patiënten

Nadere informatie

INFORMATIE OVER INFLIXIMAB (REMICADE ) FRANCISCUS VLIETLAND

INFORMATIE OVER INFLIXIMAB (REMICADE ) FRANCISCUS VLIETLAND INFORMATIE OVER INFLIXIMAB (REMICADE ) FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Uw reumatoloog heeft u een anti-tnf middel voorgeschreven voor de behandeling van uw reumatische aandoening. Om dit medicijn goed te

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY)

NEDERLANDSE SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY) NEDERLANDE AMENVATTING (DUTCH UMMARY) 189 Nederlandse amenvatting (Dutch ummary) trekking van proefschrift Patiënten met een chronische gewrichtsontsteking, waaronder reumatoïde artritis (RA), de ziekte

Nadere informatie

Nieuwsbrief voor ruim 2 miljoen Nederlanders met reuma. Helpt u mee om reumatoïde artritis (RA) te voorkomen?

Nieuwsbrief voor ruim 2 miljoen Nederlanders met reuma. Helpt u mee om reumatoïde artritis (RA) te voorkomen? 18 e Jaargang Nummer 1 Januari 2019 Nieuwsbrief voor ruim 2 miljoen Nederlanders met reuma Helpt u mee om reumatoïde artritis (RA) te voorkomen? De bloedtest bestaat al. Nu zorgen dat deze snel in de ziekenhuizen

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Infliximab (Remicade)

Patiënteninformatie. Infliximab (Remicade) Patiënteninformatie Infliximab (Remicade) Infliximab (Remicade) Ter voorbereiding op uw afspraak informeren we u met deze folder over dit medicijn voor reumatische aandoeningen. Daarnaast zetten we een

Nadere informatie

Nieuwsbrief CSA 2017

Nieuwsbrief CSA 2017 Nieuwsbrief CSA 2017 2 Nieuwsbrief over het CSAonderzoek (Clinically Suspect Arthralgia cohort) Geachte mevrouw of meneer, Met deze nieuwsbrief brengen wij u weer graag op de hoogte van de ontwikkelingen

Nadere informatie

Rituximab (Mabthera )

Rituximab (Mabthera ) Rituximab (Mabthera ) Maatschap reumatologie Kennemerland RITUXIMAB (MABTHERA ) Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel Rituximab te behandelen. Deze folder geeft informatie over dit

Nadere informatie

Reumatische aandoeningen

Reumatische aandoeningen 400035 Reumatische aandoeningen_400035 Reumatische aandoeningen 24-04-12 1 Reumatische aandoeningen WAT IS REUMA MEDICIJNEN BIJ REUMA WAT KUNT U ZELF DOEN WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN ADVIES IN EEN

Nadere informatie

161 Samenvatting L L sub01-bw-spaetgens - Processed on: Processed on:

161 Samenvatting L L sub01-bw-spaetgens - Processed on: Processed on: Samenvatting 161 162 Samenvatting 163 Samenvatting Jicht is een gewrichtsontsteking, ook wel artritis genoemd, en is wereldwijd de meest voorkomende reumatische aandoening. Jicht komt vaker voor bij mannen

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Prednison (corticosteroïden)

Prednison (corticosteroïden) Prednison (corticosteroïden) Medicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa MDL-centrum IJsselland Ziekenhuis www.mdlcentrum.nl Uw MDL-arts (maag-, darm- en leverarts) heeft u Prednison voorgeschreven

Nadere informatie

Rituximab Mab Thera. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Rituximab Mab Thera. Ziekenhuis Gelderse Vallei Rituximab Mab Thera Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: rituximab. Hoe werkt rituximab? Bij patiënten

Nadere informatie

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm Inleiding Zwanger worden als je een chronische ontstekingsziekte van de darm (IBD = inflammatory Bowel disease) hebt zoals de ziekte van Crohn

Nadere informatie

Infliximab Inflectra, Remicade, Remsima

Infliximab Inflectra, Remicade, Remsima Infliximab Inflectra, Remicade, Remsima Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: infliximab. Hoe werkt infliximab?

Nadere informatie

Infliximab (Remicade ) Voorgeschreven door de reumatoloog

Infliximab (Remicade ) Voorgeschreven door de reumatoloog Infliximab (Remicade ) Voorgeschreven door de reumatoloog Albert Schweitzer ziekenhuis juli 2013 pavo 0904 Inleiding De reumatoloog heeft met u besproken dat u infliximab gaat gebruiken. In deze folder

Nadere informatie

INFORMATIE OVER RITUXIMAB (MABTHERA ) FRANCISCUS VLIETLAND

INFORMATIE OVER RITUXIMAB (MABTHERA ) FRANCISCUS VLIETLAND INFORMATIE OVER RITUXIMAB (MABTHERA ) FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Uw reumatoloog heeft u een Biological (rituximab) voorgeschreven voor de behandeling van uw reumatische aandoening. Om dit medicijn

Nadere informatie

INFORMATIE OVER PREDNISON CORTICOSTEROÏDEN FRANCISCUS VLIETLAND

INFORMATIE OVER PREDNISON CORTICOSTEROÏDEN FRANCISCUS VLIETLAND INFORMATIE OVER PREDNISON CORTICOSTEROÏDEN FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Uw reumatoloog heeft u een ziekteremmend medicijn voorgeschreven voor de behandeling van uw reumatische aandoening. Om dit medicijn

Nadere informatie

Rituximab (Mab Thera ) bij reumatische aandoeningen

Rituximab (Mab Thera ) bij reumatische aandoeningen Rituximab (Mab Thera ) bij reumatische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel rituximab te willen gaan behandelen. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel.

Nadere informatie

Sarcoïdose. & medicijnen

Sarcoïdose.  & medicijnen Sarcoïdose & medicijnen Voor sarcoïdose bestaat geen specifiek geneesmiddel. Meestal gaat sarcoïdose binnen enkele jaren vanzelf over en naast regelmatige medische controles is vaak geen behandeling nodig.

Nadere informatie

Infliximab. Remsima of Remicade

Infliximab. Remsima of Remicade Infliximab Remsima of Remicade Inhoudsopgave Wanneer wordt het gebruikt en hoe werkt het? 3 Hoe wordt het gebruikt? 3 Bijwerkingen 4 Zwangerschap en vruchtbaarheid 5 Autorijden 5 Vaccinaties 5 Noteer hier

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Patiënteninformatiedag

Patiënteninformatiedag Patiënteninformatiedag 22 september 2018, LUMC 2 Inhoud Voorwoord 3 Lijst met begrippen en afkortingen. 4 BeSt tot 10 jaar..6 IMPROVED tot 5 jaar..13 BeSt for Kids.19 Treat to target: welk behandeltarget?...24

Nadere informatie

Sulfasalazine. (Salazopyrine) Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Bij reumatische aandoeningen

Sulfasalazine. (Salazopyrine) Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Bij reumatische aandoeningen Sulfasalazine (Salazopyrine) Bij reumatische aandoeningen U heeft in overleg met uw behandelend arts besloten dat u in verband met reumatische klachten sulfasalazine gaat gebruiken of u overweegt dit te

Nadere informatie

Behandeling van reumatische klachten met medicijnen

Behandeling van reumatische klachten met medicijnen Behandeling van reumatische klachten met medicijnen Metoject Behandeling met Metoject In overleg met uw reumatoloog wordt u binnenkort voor uw reumatische klachten behandeld met het geneesmiddel Metoject.

Nadere informatie

PPP Algemene Vergadering 21 oktober 2006. Reumatoïde Artritis: een update R. Westhovens

PPP Algemene Vergadering 21 oktober 2006. Reumatoïde Artritis: een update R. Westhovens PPP Algemene Vergadering 21 oktober 2006 Reumatoïde Artritis: een update R. Westhovens I. Infectierisico II. III. IV. Vaccinaties bij RA Comorbiditeit Meetinstrumenten: HAQ, DAS V. Systeemmanifestaties

Nadere informatie

Sulfasalazine Salazopyrine

Sulfasalazine Salazopyrine Sulfasalazine Salazopyrine Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: sulfasalazine. Hoe werkt sulfasalazine?

Nadere informatie

Sportief bewegen met reumatoïde artritis. Reumatoïde artritis

Sportief bewegen met reumatoïde artritis. Reumatoïde artritis Sportief bewegen met reumatoïde artritis Reumatoïde artritis Sportief bewegen met reumatoïde artritis...................................... Bewegen: gezond en nog leuk ook! Regelmatig bewegen heeft een

Nadere informatie

Tocilizumab. Roactemra

Tocilizumab. Roactemra Tocilizumab Roactemra Inhoudsopgave Wanneer wordt het gebruikt en hoe werkt het 3 Hoe wordt het gebruikt? 3 Mogelijke bijwerkingen 4 Andere geneesmiddelen 5 Zwangerschap en borstvoeding 5 Autorijden 5

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 147 Nederlands samenvatting Wat is COPD? Chronic obstructive pulmonary disease (COPD) is een ziekte waarbij er een blijvende vernauwing van de luchtwegen in de long optreedt, die voornamelijk veroorzaakt

Nadere informatie

Methotrexaat bij reuma Ledertrexate, Emthexate, Metoject

Methotrexaat bij reuma Ledertrexate, Emthexate, Metoject Methotrexaat bij reuma Ledertrexate, Emthexate, Metoject Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: methotrexaat.

Nadere informatie

Het APD-infuus. Een behandeling voor osteoporose

Het APD-infuus. Een behandeling voor osteoporose Het APD-infuus Een behandeling voor osteoporose Inleiding Uw specialist heeft met u besproken dat u een behandeling krijgt met het medicijn APD. U krijgt dit medicijn via een infuus toegediend. Er kunnen

Nadere informatie

Periode van invullen vragenlijsten 2 december 2013 tot en met 18 juni 2014

Periode van invullen vragenlijsten 2 december 2013 tot en met 18 juni 2014 Wetenschappelijk onderzoek VoetreflexPlus behandelingen. Onderzoeksverslag voor Total Health De opleiding van Total Health leidt studenten op tot VoetreflexPlus therapeut. In het derde leerjaar van deze

Nadere informatie

Abatacept (Orencia ) Reumatologie

Abatacept (Orencia ) Reumatologie Abatacept (Orencia ) Reumatologie U heeft in overleg met uw arts besloten het geneesmiddel Abatacept (Orencia ) te gaan gebruiken. Deze folder geeft u informatie over dit geneesmiddel. Heeft u na het lezen

Nadere informatie

Logboek. Polikliniek hartfalen

Logboek. Polikliniek hartfalen Logboek Polikliniek hartfalen Inleiding Uw cardioloog heeft u naar de hartfalenpolikliniek verwezen. De hartfalenverpleegkundige is er om u te begeleiden hoe u met uw hartklachten om kunt gaan. Hij/zij

Nadere informatie

Tocilizumab RoActemra

Tocilizumab RoActemra Tocilizumab RoActemra Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: tocilizumab. Hoe werkt tocilizumab? Bij patiënten

Nadere informatie

H.366781.0614. Osteoporose (bij behandeling voor borstkanker)

H.366781.0614. Osteoporose (bij behandeling voor borstkanker) H.366781.0614 Osteoporose (bij behandeling voor borstkanker) 2 Inleiding U wordt behandeld voor borstkanker, dit heeft invloed op uw botverlies. U krijgt praktische tips om uw botten gezond te houden.

Nadere informatie

Methotrexaat bij reumatische aandoeningen. Maatschap Interne Geneeskunde IJsselland Ziekenhuis

Methotrexaat bij reumatische aandoeningen. Maatschap Interne Geneeskunde IJsselland Ziekenhuis Methotrexaat bij reumatische aandoeningen Maatschap Interne Geneeskunde IJsselland Ziekenhuis Inleiding U heeft van uw behandelend arts het medicijn methotrexaat voorgeschreven gekregen. Om dit medicijn

Nadere informatie

Sulfasalazine (Salazopyrine EC, salazosulfapyridine) bij reumatische aandoeningen

Sulfasalazine (Salazopyrine EC, salazosulfapyridine) bij reumatische aandoeningen Sulfasalazine (Salazopyrine EC, salazosulfapyridine) bij reumatische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel sulfasalazine te willen gaan behandelen. Deze folder geeft

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Starten met. Biologicals

PATIËNTEN INFORMATIE. Starten met. Biologicals PATIËNTEN INFORMATIE Starten met Biologicals Deze folder biedt algemene informatie over de behandeling van reumatische aandoeningen met biologicals. Uw reumatoloog en reumaconsulent informeren u nader.

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten

Nadere informatie

Logboek Polikliniek hartfalen

Logboek Polikliniek hartfalen Logboek Polikliniek hartfalen Inleiding Uw cardioloog heeft u naar de hartfalenpolikliniek verwezen. De hartfalenverpleegkundige is er om u te begeleiden hoe u met uw hartklachten om kunt gaan. Hij/zij

Nadere informatie

Rituximab. MabThera, Rixathon

Rituximab. MabThera, Rixathon Rituximab MabThera, Rixathon Inhoud Hoe werkt rituximab? 3 Voor welke aandoeningen wordt rituximab gebruikt? 3 Hoe moet ik het gebruiken? 3 Hoe moet ik het bewaren? 4 Wat zijn mogelijke bijwerkingen? 4

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Osteoporose Botontkalking Hou je je broze botten heel? Vakgroep Reumatologie P. van Oijen, reumatoloog J. van der Donk, osteoporoseverpleegkundige

Osteoporose Botontkalking Hou je je broze botten heel? Vakgroep Reumatologie P. van Oijen, reumatoloog J. van der Donk, osteoporoseverpleegkundige Osteoporose Botontkalking Hou je je broze botten heel? Vakgroep Reumatologie P. van Oijen, reumatoloog J. van der Donk, osteoporoseverpleegkundige Wat is botontkalking? Definitie osteoporose Een systemische

Nadere informatie

Systemische Lupus Erythematodes (SLE)

Systemische Lupus Erythematodes (SLE) Systemische Lupus Erythematodes (SLE) Systemische lupus erythematodes (SLE) is een ontstekingsziekte. Deze ontstekingen kunnen in het gehele lichaam (systemisch) voorkomen. SLE is een auto-immuunziekte.

Nadere informatie

Medicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa Prednison (corticosteroïden)

Medicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa Prednison (corticosteroïden) Medicatie bij de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa Prednison (corticosteroïden) Maag-, Darm- en Leverziekten IJsselland Ziekenhuis Uw MDL-arts (maag-, darm- en leverarts) heeft u Prednison voorgeschreven

Nadere informatie

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar

Nadere informatie

PREDNISON BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN

PREDNISON BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN PREDNISON BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN 1137 Inleiding Uw reumatoloog heeft u Prednison voorgeschreven voor de behandeling van uw reumatische aandoening. Om dit medicijn goed te kunnen gebruiken, is het

Nadere informatie

Voorbeeld adviesrapport MedValue

Voorbeeld adviesrapport MedValue Voorbeeld adviesrapport MedValue (de werkelijke naam van de innovatie en het ziektebeeld zijn verwijderd omdat anders bedrijfsgevoelige informatie van de klant openbaar wordt) Dit onafhankelijke advies

Nadere informatie

ONGEDIFFERENTIEERDE SPONDYLARTHROPATHIE FRANCISCUS GASTHUIS

ONGEDIFFERENTIEERDE SPONDYLARTHROPATHIE FRANCISCUS GASTHUIS ONGEDIFFERENTIEERDE SPONDYLARTHROPATHIE FRANCISCUS GASTHUIS Inleiding Uw reumatoloog heeft u verteld dat u een spondylarthropathie hebt, een vorm van reuma. Er komen ongetwijfeld veel vragen in u op. Vragen

Nadere informatie

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek. 16 jaar en ouder.

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek. 16 jaar en ouder. Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek. 16 jaar en ouder. Allo-antistofvorming bij sikkelcelziekte na transfusie: Wat is de rol van ontsteking en erfelijke aanleg?

Nadere informatie

Prednison, prednisolon (corticosteroïden)

Prednison, prednisolon (corticosteroïden) Prednison, prednisolon (corticosteroïden) Uw behandelend arts heeft u prednison voorgeschreven. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan

Nadere informatie

Leflunomide Arava. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Leflunomide Arava. Ziekenhuis Gelderse Vallei Leflunomide Arava Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: leflunomide. Hoe werkt leflunomide? Bij patiënten

Nadere informatie

Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis

Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis

Nadere informatie

De invloed van ontstekingsreuma en -behandeling op hart- en vaatziekten

De invloed van ontstekingsreuma en -behandeling op hart- en vaatziekten De invloed van ontstekingsreuma en -behandeling op hart- en vaatziekten In Nederland hebben ongeveer 400.000 mensen last van ontstekingsreuma. Deze vorm van reuma kenmerkt zich door langdurige gewrichtsontstekingen.

Nadere informatie

De reumatoloog. Ziekenhuis Gelderse Vallei

De reumatoloog. Ziekenhuis Gelderse Vallei De reumatoloog Ziekenhuis Gelderse Vallei Inhoud Inleiding 3 Reumatische ziekten 3 Artritis 3 Bindweefselziekten of systeemziekten 3 Artrose 3 Weke delen-reuma 3 Pijnsyndromen 4 De reumatoloog 4 Onderzoek

Nadere informatie

Prednison/ prednisolon

Prednison/ prednisolon Patiënteninformatie Prednison/ prednisolon Informatie over dit medicijn bij reumatische aandoeningen 1234567890-terTER_ Prednison/ prednisolon Informatie over dit medicijn bij reumatische aandoeningen.

Nadere informatie

Hoe belangrijk is herstel of genezing van het darmslijmvlies (mucosa) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa tijdens de behandeling?

Hoe belangrijk is herstel of genezing van het darmslijmvlies (mucosa) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa tijdens de behandeling? Hoe belangrijk is herstel of genezing van het darmslijmvlies (mucosa) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa tijdens de behandeling? Hoe belangrijk is genezing van het darmslijmvlies voor afname van

Nadere informatie

SAMENVATTING NEDERLANDS. Reumatoïde artritis: strategieën die werken

SAMENVATTING NEDERLANDS. Reumatoïde artritis: strategieën die werken SAMENVATTING NEDERLANDS Reumatoïde artritis: strategieën die werken Samenvatting Nederlands INTRODUCTIE Ongeveer 1% van de Nederlandse bevolking lijdt aan reumatoïde artritis (RA), reuma in de volksmond.

Nadere informatie

samenvatting 127 Samenvatting

samenvatting 127 Samenvatting 127 Samenvatting 128 129 De ziekte van Bechterew, in het Latijn: Spondylitis Ankylopoëtica (SA), is een chronische, inflammatoire reumatische aandoening die zich vooral manifesteert in de onderrug en wervelkolom.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35586 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Markusse, Iris Title: Long-term outcomes of targeted treatment in early rheumatoid

Nadere informatie

Zorgnormen voor mensen met reumatoïde artritis

Zorgnormen voor mensen met reumatoïde artritis Zorgnormen voor mensen met reumatoïde artritis Vertaling in het: Ingevuld door: E mail: SOC 1 Mensen met symptomen van RA moeten tijdig toegang hebben tot een klinisch specialist/zorgprofessional die bekwaam

Nadere informatie

Ongedifferentieerde spondylarthropathieën (gewrichtsontsteking)

Ongedifferentieerde spondylarthropathieën (gewrichtsontsteking) Ongedifferentieerde spondylarthropathieën (gewrichtsontsteking) Inleiding Bij u is vastgesteld dat u een ongedifferentieerde spondylarthropathie (gewrichtsontsteking) heeft. De klachten die u als gevolg

Nadere informatie

METHOTREXAAT BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN FRANCISCUS GASTHUIS

METHOTREXAAT BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN FRANCISCUS GASTHUIS METHOTREXAAT BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN FRANCISCUS GASTHUIS Inleiding Deze folder is bestemd voor patiënten (en hun naasten) die door de behandelend arts methotrexaat voorgeschreven hebben gekregen.

Nadere informatie

Trastuzumab (Herceptin )

Trastuzumab (Herceptin ) Trastuzumab (Herceptin ) Borstkanker (mammacarcinoom) De diagnose borstkanker is bij u vastgesteld. Dit wordt ook wel een mammacarcinoom genoemd. De behandeling van een mammacarcinoom bestaat uit een operatieve

Nadere informatie

Sophia Kinderziekenhuis. Darmfalen bij kinderen. Darmfalenteam Erasmus MC-Sophia

Sophia Kinderziekenhuis. Darmfalen bij kinderen. Darmfalenteam Erasmus MC-Sophia Sophia Kinderziekenhuis Darmfalen bij kinderen Darmfalenteam Erasmus MC-Sophia Uw kind heeft een probleem met de darm, waardoor de werking van de darm (tijdelijk) is verstoord. Dit noemen we darmfalen.

Nadere informatie

Inleiding Wat is artrose De oorzaken van artrose

Inleiding Wat is artrose De oorzaken van artrose Artrose 1237 Inleiding Uw reumatoloog heeft u verteld dat u artrose heeft, een vorm van reuma. Er komen ongetwijfeld veel vragen in u op. Vragen over de aandoening zelf en over de behandeling. Maar misschien

Nadere informatie

Doet u ook mee? Dan maakt u ieder kwartaal kans op een VVV-bon van 25!

Doet u ook mee? Dan maakt u ieder kwartaal kans op een VVV-bon van 25! 1 Informatiebrief CONNECT-IN studie (De effecten van CenteringPregnancy in Nederland) NL44319.058.13 Doet u ook mee? Dan maakt u ieder kwartaal kans op een VVV-bon van 25! Geachte mevrouw, Wij vragen u

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary)

Chapter 9. Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Chapter 9 Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) 10 13 14 15 16 17 18 19 20 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 Chapter 9 122 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting Reumatoïde artritis

Nadere informatie

2. NEDERLANDSE SAMENVATTING

2. NEDERLANDSE SAMENVATTING Chapter 10 2. NEDERLANDSE SAMENVATTING Inleiding Het onderwerp van dit proefschrift is de medicamenteuze behandeling van de aandoening ankyloserende spondylitis (AS). In Nederland wordt AS nog vaak de

Nadere informatie

Sarcoïdose. & botontkalking

Sarcoïdose.  & botontkalking Sarcoïdose & botontkalking Botproblemen bij sarcoïdose kunnen ontstaan door de ziekte zelf en door langdurig medicijngebruik. Beide kunnen leiden tot botontkalking. www.sarcoidose.nl Wat zijn botten? Het

Nadere informatie

onderzoek Invloed van UVB lichttherapie op huid en darmflora.

onderzoek Invloed van UVB lichttherapie op huid en darmflora. Uw behandelend arts of de onderzoeker heeft u geïnformeerd over het medisch-wetenschappelijk onderzoek Invloed van UVB lichttherapie op huid en darmflora. U beslist zelf of u wilt meedoen. Om deze beslissing

Nadere informatie

Informatie voor patiënten met. jicht

Informatie voor patiënten met. jicht Informatie voor patiënten met jicht > De geboden informatie in deze brochure hoeft niet voor u te gelden. Raadpleeg uw arts voor advies betreffende uw specifieke situatie. Informatie voor patiënten met

Nadere informatie

Methotrexaat. (Ledertrexate, Emthexate )

Methotrexaat. (Ledertrexate, Emthexate ) Methotrexaat (Ledertrexate, Emthexate ) Inhoud Wat doet Methotrexaat bij reumatische aandoeningen? 3 Wat kunt u verwachten van Methotrexaat? 3 Gebruik 3 Bewaren van Methotrexaat 4 Bijverschijnselen 4 Bloedcontrole

Nadere informatie

Azathioprine. (Imuran)

Azathioprine. (Imuran) Azathioprine (Imuran) Bij reumatische aandoeningen In overleg met uw reumatoloog heeft u besloten om azathioprine (Imuran) te gaan gebruiken of u overweegt dit te gaan doen. Deze folder geeft informatie

Nadere informatie

Osteopenie. Chirurgie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Osteopenie. Chirurgie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op Osteopenie Chirurgie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U heeft de uitslag van de botdichtheidsmeting (botdensitometrie) ontvangen van de physician assistant traumachirurgie.

Nadere informatie

Prednison of Prednisolon

Prednison of Prednisolon Prednison of Prednisolon Prednison of Prednisolon Uw maag, darm- en leverarts heeft in overleg met u besloten u te gaan behandelen met Prednison. Dit geneesmiddel dient ter behandeling van de ziekte van

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

Plaquenil. (Hydroxychloroquine) Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Bij reumatische aandoeningen

Plaquenil. (Hydroxychloroquine) Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Bij reumatische aandoeningen Plaquenil (Hydroxychloroquine) Bij reumatische aandoeningen U heeft in overleg met uw behandelend arts besloten dat u in verband met reumatische klachten Plaquenil gaat gebruiken of u overweegt dit te

Nadere informatie

Laser flare in de voorste oogkamer als voorspeller van littekenvorming op het netvlies

Laser flare in de voorste oogkamer als voorspeller van littekenvorming op het netvlies Schiedamse Vest 160 www.oogziekenhuis.nl Geachte heer/mevrouw, Wij vragen u vriendelijk om mee te doen aan een medisch-wetenschappelijk onderzoek in het Oogziekenhuis Rotterdam, genaamd IFlare. U beslist

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Adalimumab (Humira )

PATIËNTEN INFORMATIE. Adalimumab (Humira ) PATIËNTEN INFORMATIE Adalimumab (Humira ) 2 PATIËNTENINFORMATIE In deze folder vindt u informatie over behandeling met het middel adalimumab. Het doel van een behandeling met adalimumab is het ontstekingsproces

Nadere informatie

Folkert Buiter 2 oktober 2015

Folkert Buiter 2 oktober 2015 1 Nuchter kijken naar feiten en trends van aardbevingen in Groningen. Een versneld stijgende lijn van het aantal en de kracht van aardbevingen in Groningen. Hoe je ook naar de feitelijke metingen van de

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie Samenvatting en Discussie 102 SAMENVATTING Reeds meer dan 50 jaar worden glucocorticoïden (GC) toegepast als symptomatische behandeling van patiënten met reumatoïde artritis (RA). In het laatste decennium

Nadere informatie