[DOEN WAT WERKT: INTERVENTIES IN DE KLAS VOOR KINDEREN MET SYMPTOMEN VAN ADHD]

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "[DOEN WAT WERKT: INTERVENTIES IN DE KLAS VOOR KINDEREN MET SYMPTOMEN VAN ADHD]"

Transcriptie

1 Classroom Eindrapport interventions for ADHD: A meta- Rijksuniversiteit Groningen G.F. Gaastra, Y. Groen, L. Tucha, O. Tucha [DOEN WAT WERKT: INTERVENTIES IN DE KLAS VOOR KINDEREN MET SYMPTOMEN VAN ADHD]

2 3. Samenvatting bevindingen en implicaties Samenvatting Kinderen met aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) vertonen vaak probleemgedrag in de klas, terwijl leerkrachten vaak over te weinig kennis en vaardigheden lijken te beschikken om dit gedrag te hanteren. Er werden aparte meta-analyses uitgevoerd voor 24 within-subjects design (WSD) en 76 single-subject design (SSD) onderzoeken om de effectiviteit vast te stellen van verschillende typen klasseninterventies (antecedentgebaseerde, consequent-gebaseerde, zelfregulatie, gecombineerde interventies) die leerkrachten kunnen toepassen om het niet-taakgerichte en verstorende gedrag in de klas van kinderen met ADHD-symptomen te verminderen. Daarnaast werden mogelijke moderatoren onderzocht en de effecten op klasgenoten kwalitatief bestudeerd. De resultaten toonden dat klasseninterventies het niet-taakgerichte en verstorende gedrag in de klas van kinderen met ADHD-symptomen verminderen (WSD: M ES = 0.92; SSD: M ES = 3.08), met de grootste effecten voor consequent-gebaseerde (WSD: M ES = 1.82) en zelfregulatie interventies (SSD: M ES = 3.61). Er werden ook positieve effecten gevonden voor klasgenoten. Andere mogelijke moderatoren en de implicaties voor de praktijk en toekomstig onderzoek werden besproken. Inleiding Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) is een neuroontwikkelingsstoornis die gekenmerkt wordt door onoplettendheid en/of hyperactiviteitimpulsiviteit (DSM-5; American Psychiatric Association, 2013). Ongeveer 5 tot 7% van de kinderen voldoet aan de criteria van ADHD (Polanczyk, de Lima, Horta, Biederman, & Rohde, 2007; Willcutt, 2012), wat betekent dat gemiddeld in elke klas een kind met ADHD zal zitten. In de klas zijn kinderen met ADHD onoplettender (niet-taakgericht) en meer verstorend dan zich normaal ontwikkelende kinderen (Kofler, Rapport, & Alderson, 2008; Platzman et al., 1992). Ze hebben bijvoorbeeld problemen om de aandacht bij taken en instructies te houden, praten met klasgenoten op ongepaste momenten en praten hardop en staan op zonder toestemming (DuPaul & Stoner, 2003). Het gevolg is dat kinderen met ADHD het risico lopen om schoolproblemen te ontwikkelen, zoals onderpresteren, blijven zitten, plaatsing in speciaal onderwijs, schorsing en vroegtijdige verlating van school (Barkley, 2006; Frazier, Youngstrom, Glutting, & Watkins, 2007; Loe & Feldman, 2007; Reid, Maag, Vasa, &

3 Wright, 1994). Bovendien kan zowel het school als het sociaal functioneren van de gehele klas verslechteren, omdat klasgenoten gestoord worden bij het leren (DuPaul & Stoner, 2003) en er onaangepast gedrag kan worden uitgelokt bij klasgenoten en de leerkracht (Wheeler & Carlson, 1994). Campbell, Endman en Bernfeld (1977) wezen er bijvoorbeeld op dat de aanwezigheid van een kind met ADHD in de klas leidt tot meer negatieve interacties tussen de leerkracht en leerlingen. Aangezien leerkrachten dagelijks geconfronteerd kunnen worden met één of meer kinderen met ADHD in hun klas, is het belangrijk dat leerkrachten het vertrouwen hebben om deze kinderen te kunnen hanteren. Leerkrachten in het regulier onderwijs ervaren meer stress bij het lesgeven van kinderen met ADHD dan bij andere kinderen en dit hangt niet af van de leeftijd en het aantal jaren leservaring van de leerkracht (Greene, Beszterczey, Katzenstein, Park, & Goring, 2002). Ze geven bijvoorbeeld aan dat het lesgeven aan kinderen met ADHD leidt tot een verstoring van het lesproces, een verlies aan voldoening van het lesgeven, een gebrek aan zelfvertrouwen en een behoefte aan ondersteuning (Greene et al., 2002; Hong, 2008). Kenmerken van de leerkracht hebben een aanzienlijke invloed op de prestatie- en gedragsuitkomsten van kinderen met ADHD (Sherman, Rasmussen, & Baydala, 2008), maar tegelijkertijd lijken leerkrachten vaak ook over te weinig kennis en vaardigheden te beschikken om effectieve klasseninterventies te ontwikkelen en implementeren (Arcia, Frank, Sánchez-LaCay, & Fernández, 2000). Ze gebruiken vaak simpele managementtechnieken die klassikaal kunnen worden toegepast en weinig tijd kosten (Arcia et al., 2000; Mulligan, 2001; Murray, Rabiner, & Hardy, 2011), terwijl onderzoek uitwijst dat geïndividualiseerde interventies die gebaseerd zijn op een analyse van het gedrag van een individueel kind (functie-gebaseerde interventies) effectiever zijn dan niet-functiegebaseerde interventies (Miller & Lee, 2013). Aangezien veel kinderen met ADHD opgenomen worden in reguliere klassen (Reid et al., 1994), is het belangrijk om leerkrachten te ondersteunen in hun klassenmanagement van deze kinderen. Door leerkrachten effectieve middelen aan te bieden, kunnen zowel kinderen met ADHD als hun klasgenoten profiteren. Bovendien kan dit het vertrouwen en welzijn van leerkrachten zelf verbeteren. De meest toegepaste behandeling voor kinderen met ADHD is stimulerende medicatie. Hoewel farmacologische interventies het taakgerichte gedrag en de schoolprestaties van kinderen met ADHD verbeteren (Prasad et al., 2013), heeft farmacotherapie enkele beperkingen, zoals mogelijke bijwerkingen, een gebrek aan bewijs

4 voor lange-termijn effecten en problemen met de naleving van de innamevoorschriften van de medicatie (Langberg & Becker, 2012; Smith, Waschbusch, Willoughby, & Evans, 2000; Sonuga-Barke, Coghill, Wigal, DeBacker, & Swanson, 2009; Stein et al., 2003; Taylor et al., 2004). Gezien deze aanzienlijke beperkingen is er een noodzaak voor niet-farmacologische interventies. Een aantal eerdere meta-analytische onderzoeken heeft de effectiviteit van schoolgebaseerde interventies voor ADHD onderzocht en wezen uit dat school-gebaseerde interventies de gedrags- en schooluitkomsten van kinderen met ADHD verbeteren (DuPaul & Eckert, 1997; DuPaul, Eckert, & Vilardo, 2012; Purdie, Hattie, & Carroll, 2002; Reid, Trout, & Schartz, 2005). DuPaul en Eckert (1997) en DuPaul et al. (2012) voerden uitgebreide metaanalyses uit van gepubliceerde en ongepubliceerde onderzoeken die school-gebaseerde interventies voor kinderen met ADHD onderzochten. Het eerste onderzoek includeerde 63 onderzoeken over een periode van 24 jaar ( ) en een vervolgonderzoek includeerde 60 onderzoeken over een opeenvolgende periode van 14 jaar ( ). Beide onderzoeken wezen uit dat school-gebaseerde interventies het gedrag van kinderen met ADHD verbeteren, maar dat de effecten op schooluitkomsten kleiner en minder robuust zijn. Deze onderzoeken vergeleken ook verschillende typen interventies, waaronder antecedente, contingentiemanagement en cognitieve gedragsinterventies. De effecten voor type interventie waren echter inconsistent tussen de twee meta-analyses en bleken afhankelijk van de toegepaste experimentele designs (namelijk between-subjects, withinsubjects of single-subject designs) en de verzamelde uitkomstmaten. Andere modererende variabelen die werden onderzocht waren de schoolsetting (bijvoorbeeld openbaar en privaat onderwijs), het schooltype (bijvoorbeeld regulier en speciaal onderwijs) en de publicatiestatus. De resultaten voor de schoolsetting en het schooltype waren ook inconsistent tussen de twee meta-analyses en eveneens afhankelijk van de experimentele designs en uitkomstmaten. Voor gepubliceerde onderzoeken werden grotere effectgrootten gevonden dan voor ongepubliceerde onderzoeken. Het is moeilijk om algemene conclusies te formuleren over beide meta-analytische onderzoeken, gezien de inconsistentie in de resultaten, het kleine aantal onderzoeken in sommige moderatorcategorieën en de heterogeniteit in effectgrootten tussen onderzoeken, wat mogelijk duidt op aanvullende modererende variabelen.

5 Twee andere meta-analyses over school-gebaseerde interventies voor ADHD zijn uitgevoerd, maar hadden slechts een beperkte focus. Purdie, Hattie en Carroll (2002) onderzochten de effectiviteit van een aantal typen interventies, waaronder schoolgebaseerde interventies, op het gedragsmatig, cognitief en sociaal functioneren van individuen met ADHD. De meta-analyse includeerde 8 school-gebaseerde interventieonderzoeken over een periode van 8 jaar ( ). De resultaten toonden kleine positieve effecten voor school-gebaseerde interventies, met grotere effecten dan andere typen interventies (namelijk farmacologische, niet-school-gebaseerde psychologische, oudertraining, multimodale interventies) voor educatieve uitkomsten. De bevindingen moeten voorzichtig geïnterpreteerd worden, vanwege het kleine aantal geïncludeerde school-gebaseerde interventieonderzoeken. Een andere meta-analyse richtte zich specifiek op zelfregulatie interventies voor kinderen met ADHD in de schoolsetting en includeerde 16 onderzoeken over een periode van 29 jaar ( ) (Reid et al., 2005). Er werden grote effecten gevonden voor taakgericht gedrag, ongepast gedrag en accuraatheid van en productiviteit in het schoolwerk. Het onderzoek vergeleek ook verschillende typen zelfregulatie interventies (zelf-monitoring, zelfmonitoring plus bekrachtiging, zelfbekrachtiging, zelfmanagement interventies). Echter, er konden geen betrouwbare conclusies worden getrokken ten gevolge van het kleine aantal onderzoeken. Andere statistische beperkingen waren dat de effectgrootten voor groep en single-subject designs werden gecombineerd en de effectgrootten aanzienlijk heterogeen waren. Het huidige meta-analytische onderzoek geeft een kwantitatief review van gepubliceerde onderzoeken naar klasseninterventies voor ADHD over een periode van 33 jaar van onderzoek (1970 oktober 2013). Het voornaamste doel was om te bepalen wat de effectiviteit is van klasseninterventies die leerkrachten kunnen toepassen om het niettaakgerichte en verstorende gedrag van kinderen met ADHD-symptomen te verminderen. Een tweede doel was om mogelijke verschillen in effectiviteit tussen verschillende typen interventies (namelijk antecedent-gebaseerde, consequent-gebaseerde, zelfregulatie, gecombineerde) vast te stellen en om andere mogelijke moderatoren (namelijk type klas, type uitkomstmaat, leeftijd, geslacht, intelligentie, medicatiegebruik) te onderzoeken. De grote tijdsperiode van onderzoek maakt robuustere moderatoranalyses mogelijk vergeleken met eerdere analyses, omdat een relatief groot aantal onderzoeken kon worden geïncludeerd betreffende de moderatorcategorieën. Ten slotte werden de effecten van

6 klasseninterventies op de klasgenoten van kinderen met ADHD-symptomen kwalitatief bestudeerd. Er werd verwacht dat klasseninterventies mogelijk ook positieve effecten hebben op klasgenoten, hetzij door indirecte effecten, d.w.z. minder verstoring in de klas door kinderen met ADHD, ofwel door directe effecten, d.w.z. een verbetering van het gedrag van klasgenoten, doordat klasgenoten mede profiteerden van de interventie. Er werden geen specifieke hypothesen geformuleerd voor de verschillen in effectiviteit tussen de verschillende typen interventies, vanwege de inconsistente bevindingen van eerdere metaanalyses (DuPaul & Eckert, 1997; DuPaul et al., 2012). De uitkomsten van dit onderzoek kunnen worden gebruikt voor de opleiding en nascholing van leerkrachten, waarbij informatie wordt gegeven over evidence-based klassenmanagement van kinderen met ADHD-gedrag. Evidence-based houdt in dat wetenschappelijk onderzoek aangetoond heeft dat een interventie effectief is. Methode Inclusie- en exclusiecriteria Om geïncludeerd te worden in de meta-analyse moesten de onderzoeken aan de volgende inclusiecriteria voldoen. 1. Het onderzoek was gepubliceerd in het Engels in een wetenschappelijk tijdschrift. 2. De deelnemers zaten in klas (indien de klas niet gerapporteerd was, werd een leeftijd van 6 17 jaar gehanteerd), hadden ADHD, ADD, aandachtsproblemen of hyperactiviteit-impulsiviteitsproblemen en hadden een IQ van tenminste 70 (indien gerapporteerd). Anders dan intellectuele beperkingen werden er geen voorwaarden gesteld ten aanzien van comorbide condities en ten aanzien van medicatiegebruik. Voor onderzoeken die de effecten van klasseninterventies onderzochten voor verschillende medicatiedoseringen werden de placebocondities geïncludeerd in de analyse. 3. Om de resultaten te kunnen generaliseren naar de reguliere klas en leerkracht (die slechts beperkte middelen en beperkt geavanceerde vaardigheden heeft) werden de volgende voorwaarden gesteld. De interventie moest door de leerkracht (of een onderzoeker die gemakkelijk kon worden vervangen door een leerkracht) in de klas 1 In deze publicatie is het Amerikaanse klassensysteem aangehouden. De Amerikaanse klas 1-6 komt overeen met groep 3 t/m 8 van de basisschool en de Amerikaanse klas 7-12 komt overeen met klas 1-6 van het voortgezet onderwijs in Nederland.

7 worden geïmplementeerd en moest geen betrokkenheid van ouders vereisen. Interventies bestaande uit bijvoorbeeld oudertraining of school-thuisbriefjes werden geëxcludeerd. De interventie moest plaatsvinden in een klas, d.w.z. in de aanwezigheid van een leerkracht en enkele klasgenoten en niet in individuele eenop-een sessies. Trainingssessies mochten wel buiten de klas plaatsvinden. Interventies die niet-klasseninterventies (bijvoorbeeld medicatie, biofeedback, neuropsychologische computertraining) includeerden werden geëxcludeerd, omdat deze te geavanceerde vaardigheden of teveel middelen vereisen van reguliere leerkrachten. 4. De interventie kon worden ingedeeld in één van de volgende categorieën van klasseninterventies of een combinatie van deze categorieën: a. Antecedent-gebaseerde interventie: Een interventie die antecedente condities manipuleert, zoals de omgeving, taak of instructie (bijvoorbeeld manier van zitten, muziek, samenwerkend leren, keuzestrategie, instructie met behulp van de computer). b. Consequent-gebaseerde interventie: Een interventie die bekrachtiging en straf gebruikt om de frequentie van doelgedrag te veranderen (bijvoorbeeld complimenteren, terechtwijzen, prijzen geven, privileges geven, strafpunten geven). c. Zelfregulatie interventie: Een interventie die bedoeld is om zelfcontrole- en probleemoplossingsvaardigheden te ontwikkelen om het leren en het gedrag te reguleren (e.g. zelfinstructie, zelfmonitoring, zelfbekrachtiging). d. De uitkomstmaten waren scores van de leerkracht of directe observaties van niet-taakgericht of verstorend gedrag in de klas. Uitkomstmaten van taakgericht, gepast en ADHD-gedrag werden tevens geïncludeerd, omdat deze beschouwd werden als direct gerelateerd aan niet-taakgericht en verstorend gedrag. 5. Het onderzoek kon worden geclassificeerd in één van de volgende categorieën van experimentele designs. a. Between-subjects design: Een design dat een interventiegroep een nietinterventiegroep gebruikt. b. Within-subjects design (WSD): Een design dat een interventiegroep gebruikt met uitkomstmetingen op tenminste twee momenten.

8 c. Single-subject design (SSD): Een design dat de veranderingen in het gedrag voor een individuele deelnemer weergeeft tijdens interventiefasen en controlefasen zonder interventie. Onderzoeken die gebruikmaakten van een controlegroep, maar met uitkomstmetingen op tenminste twee momenten, werden beschouwd als WSD onderzoeken. In het geval er zowel individuele als groepsgegevens (bijvoorbeeld het gemiddelde over meerdere deelnemers) beschikbaar waren, werd het onderzoek ingedeeld als een groepsstudie. 6. Voldoende gegevens werden gerapporteerd om effectgrootten te berekenen. Wanneer onderzoeken zowel deelnemers met als zonder ADHD-symptomen includeerden, moesten de resultaten voor deze deelnemers van elkaar kunnen worden gescheiden. Zoekproces De literatuur werd systematisch doorzocht op onderzoeken die geïncludeerd konden worden in de meta-analyse. Ten eerste werden elektronische databestand zoekopdrachten uitgevoerd in PsycINFO, ERIC en Web of Science tot 8 oktober Er werd een combinatie van zoektermen gebruikt om de deelnemers (ADHD, ADD, attention deficit, hyperactivity of hyperkinetic), interventies (classroom, school, education of academic en treatment, intervention, training, strategies, therapy of program) en uitkomstmaten (classroom, school, academic, on-task, off-task of disruptive en functioning of behavior) te beschrijven. De zoekopdracht beperkte zich tot de Engelse taal en in PsycINFO bovendien tot schoolgaande kinderen (6 11 jaar) en adolescenten (12 17 jaar). Daarnaast werden de referentielijsten van relevante literatuurreviews en van de geïncludeerde onderzoeken in de meta-analyse gecontroleerd op aanvullende onderzoeken. Alle referenties die werden geïdentificeerd door de elektronische en handmatige zoekopdrachten werden op basis van de titel en samenvatting gescreend. Van de overgebleven onderzoeken werd de full-tekst gebruikt om vast te stellen of ze voldeden aan de inclusiecriteria. Coderingsprocedure en modererende variabelen Elk onderzoek dat aan de inclusiecriteria voldeed werd door de eerste auteur systematisch gecodeerd op enkele variabelen. De coauteurs werden geconsulteerd om onduidelijkheden op te lossen. Een aantal variabelen werd onderzocht als moderatoren,

9 waaronder type interventie, type klas, type uitkomstmaat en kenmerken van de deelnemers die de interventie ontvingen, waaronder leeftijd, geslacht, intelligentie en medicatiegebruik. De categorieën antecedent-gebaseerde, consequent-gebaseerde, zelfregulatie en gecombineerde interventie werden gebruikt om het type interventie in te delen. Type klas was gedefinieerd als de klas waarin de interventie werd geïmplementeerd en gecodeerd als (inclusieve) reguliere klas of anders (bijvoorbeeld speciaal onderwijs of speciale klassen voor bijles, voor het onderzoek of in het ziekenhuis). Wanneer een interventie zowel in een reguliere klas als in een ander type klas werd geïmplementeerd, werd type klas ingedeeld als anders. Type uitkomstmaat werd gecodeerd als scores van de leerkracht, directe observaties of beide. Het gemiddelde of het bereik van de leeftijd of klas van de deelnemers werd gebruikt om de categorieën voor kinderen (leeftijd 6 11 jaar; anders klas 1 5) en adolescenten (leeftijd jaar; anders klas 6 12) te creëren. Geslacht was gedefinieerd als het percentage jongens van de onderzoeksteekproeven en gecategoriseerd als minder dan 20% jongen, 20 tot en met 80% jongen of meer dan 80% jongen. Het gemiddelde IQ van de deelnemers werd gebruikt om steekproeven in te delen in de IQcategorieën minder dan 90, 90 tot en met 110 of meer dan 110. Ten slotte was medicatiegebruik gedefinieerd als het percentage deelnemers met medicatie tijdens het onderzoek en gecodeerd als minder dan 20% met medicatie, 20 tot en met 80% met medicatie of meer dan 80% met medicatie. Statistische analyses De statistische procedures werden uitgevoerd met behulp van software voor statistiek (IBM SPSS statistics 22). Om de onafhankelijkheid tussen effectgrootten te behouden, mochten onderzoeken slechts bijdragen aan een maximum van één effectgrootte voor elke interventiecategorie. Voor onderzoeken die meerdere uitkomstmaten verzamelden, werden er aparte effectgrootten berekend voor iedere uitkomstmaat. Vervolgens werd voor ieder onderzoek een gemiddelde effectgrootte berekend. Voor SSD onderzoeken die meerdere deelnemers includeerden, werden aparte effectgrootten berekend voor iedere persoon. Vervolgens werd voor ieder onderzoek een gemiddelde effectgrootte berekend. Een positieve effectgrootte betekende een verbetering in het gedrag. De effectgrootten die gebruikt werden voor de WSD onderzoeken waren gebaseerd op de gestandaardiseerde gemiddelde veranderingsmaat van Becker (1988). Voor zowel de

10 interventie- als controlegroep werden gestandaardiseerde gemiddelde veranderingen berekend door het verschil tussen de gemiddelden van de nameting (of interventieconditie) en voormeting (of controleconditie) te delen door de gepoolde standaarddeviatie. Voor onderzoeken die geen controlegroep gebruikten werden waarden geïmputeerd voor een fictieve controlegroep van dezelfde grootte als de interventiegroep en met een gestandaardiseerde gemiddelde verandering van nul. De gestandaardiseerde gemiddelde veranderingen werden vervolgens gecorrigeerd voor kleine steekproefgrootten, wat resulteerde in een zuivere schatter (Becker, 1988; Hedges, 1981). Om tot de effectgrootte te komen die voor de meta-analyse werd gebruikt, werd ten slotte de zuivere gestandaardiseerde gemiddelde verandering van de controlegroep afgetrokken van de zuivere gestandaardiseerde gemiddelde verandering van de interventiegroep. De varianties van de effectgrootten werden berekend door een correlatie van.30 tussen de voor- en nametingen te imputeren. De exacte formule die gebruikt werd voor de berekening van de effectgrootten en varianties voor de WSD onderzoeken zijn d ij = [1 3 ] (Y ij X ij ) with var(d 4(n ij 1) 1 S ij ) = 2(1 r ij) ij n ij ES i = d i1 d i2 with var(es i ) = var(d i1 ) + var(d i2 ) + d 2 ij 2n ij waar X ij is het groepsgemiddelde van de voormeting, Y ij is het groepsgemiddelde van de nameting, S ij is de gepoolde standaarddeviatie en r ij is de correlatie tussen de scores op de voor- en nameting voor groep j in onderzoek i. De SSD onderzoeken rapporteerden de gegevens hetzij als beschrijvende statistieken (gemiddelden en standarddeviaties) ofwel in grafieken. In het laatste geval werden de datapunten uit de grafiek vastgesteld door ze te meten met behulp van een liniaal. De eerste baseline- en de laatste interventiefase werden gebruikt voor de berekening van de effectgrootten, waarbij elke fase uit tenminste drie datapunten moest bestaan. Als deze fasen uit minder dan drie datapunten bestonden, werden de volgende baselinefase en de vorige interventiefase gebruikt voor aanvullende datapunten. Een minimum van drie datapunten werd gekozen om de betrouwbaarheid te kunnen waarborgen. De effectgrootten voor de SSD onderzoeken waren gebaseerd op formules die traditioneel gebruikt werden voor de analyse van groepsdesigns. Gestandaardiseerde gemiddelde verschillen werden berekend door het verschil tussen het gemiddelde van de interventiefase en het gemiddelde van de baselinefase te delen door de gepoolde standaarddeviatie (Busk &

11 Serlin, 1992; White, Rusch, Kazdin, & Hartmann, 1989). Deze werden vervolgens gecorrigeerd voor kleine aantallen datapunten (Hedges, 1981). Omdat exacte uitdrukkingen voor de varianties van effectgrootten voor SSD onderzoeken nog niet zijn verkregen en formeel niet zijn gerechtvaardigd (Faith, Allison, & Gorman, 1996; Kratochwill et al., 2013), werden er geen standaardfouten berekend en ten gevolge daarvan geen statistische significantietoetsen uitgevoerd voor de SSD onderzoeken. De exacte formule die gebruikt werd voor de SSD onderzoeken is ES i = [1 3 4N i 9 ] (Y i X i) S i waar X i is het gemiddelde van de baselinefase, Y i is het gemiddelde van de interventiefase, S i is de gepoolde standaarddeviatie en N i is het totale aantal datapunten voor onderzoek i. De verdeling van de effectgrootten werd apart onderzocht voor de WSD en SSD onderzoeken. De effectgrootten die groter waren dan twee standaarddeviaties van het gemiddelde van alle effectgrootten werden omgecodeerd (d.w.z. gewinsoriseerd) in een waarde van ongeveer twee standaarddeviaties van het gemiddelde. Uitbijters werden op deze manier omgecodeerd in een minder extreme waarde. Aparte meta-analyses werden uitgevoerd voor de WSD en SSD onderzoeken, omdat de schatters voor effectgrootten van groep en SSDs fundamenteel verschillend zijn (Faith et al., 1996). Voor de analyse van de WSD onderzoeken werden macro s gebruikt die ontwikkeld waren door Lipsey & Wilson (2001). De gemiddelde gewogen effectgrootte werd berekend met een random effectenmodel (Hedges & Olkin, 1985). De moderatoranalyses werden uitgevoerd met gemengde effectenmodellen, die veronderstellen dat identificeerbare onderzoekskenmerken fungeren als modererende variabelen, maar dat enig ongemeten random effect overblijft (Lipsey & Wilson, 2001). Elke effectgrootte werd gewogen door zijn inverse variantie. Homogeniteitstoetsen en betrouwbaarheidsintervallen werden gebruikt om de resultaten te interpreteren. De fail-safe N werd berekend (Orwin, 1983) om vast te stellen hoeveel onderzoeken met een effectgrootte van nul nodig zouden zijn om de gemiddelde effectgrootte te reduceren tot criterianiveaus van 0.20 (klein effect) en 0.50 (middelgroot effect) (Cohen, 1969). Voor de SSD onderzoeken werd elke effectgrootte gewogen door het aantal deelnemers. Er werden gemiddelde gewogen effectgrootten berekend voor iedere categorie van mogelijke moderatoren. Post hoc werd onderzocht of significante moderatoreffecten

12 gemedieerd konden worden door een andere significante moderator. Er werden kruistabellen bestudeerd, maar chi-kwadraattoetsen konden niet worden geïnterpreteerd, omdat de gegevens niet voldeden aan de assumpties van deze analysemethode (namelijk teveel cellen met een verwacht aantal van minder dan 5). Er konden geen mediatoranalyses uitgevoerd worden voor WSD onderzoeken, vanwege het kleine aantal onderzoeken. Om de directe of indirecte interventie-effecten op de klasgenoten van kinderen met ADHD-symptomen te bepalen, werden er effectgrootten berekend met gebruik van dezelfde formules als voor de deelnemers met ADHD-symptomen. In het geval er onvoldoende of ongeschikte gegevens werden gerapporteerd, werden de gemiddelden van de baseline- en interventiefasen gebruikt om het veranderingspercentage in het gedrag of de schoolprestatie te berekenen. Omdat slechts een klein aantal onderzoeken informatie gaf over klasgenoten, werden de resultaten beschrijvend besproken zonder de uitvoering van een meta-analyse. Resultaten In totaal werden er referenties geïdentificeerd met behulp van de elektronische databestanden en een aanvullende 230 referenties door de handmatige zoekopdrachten (d.w.z. het controleren van de referentielijsten van relevante artikelen). Screening van de titels en samenvattingen resulteerden in 317 referenties. Inspectie van de volledige tekst van deze 317 referenties resulteerde in exclusie van 228 referenties, vanwege het niet voldoen aan de inclusiecriteria. Een referentie kon aan meer dan één effectgrootte (onderzoek) bijdragen als deze meerdere experimenten en/of interventies uit verschillende interventiecategorieën beschreef. Ten slotte werden 89 referenties die voldeden aan de inclusiecriteria geïncludeerd in de huidige meta-analyse, die tezamen 100 onderzoeken inbrachten voor de meta-analyse. De lijst van referenties die in de meta-analyse werden geïncludeerd zijn opgenomen in de bijlage. Studiekenmerken Tabel 1 geeft een overzicht van de belangrijkste kenmerken van de onderzoeken die geïncludeerd werden in de meta-analyse. Voor elk decennium in de periode van 1970 tot oktober 2013 was er een stijging in het aantal nieuw gepubliceerde onderzoeken over klasseninterventies voor kinderen met ADHD-symptomen. De meerderheid van de onderzoeken gebruikten SSDs (76%), terwijl geen enkel onderzoek uitsluitend een betweensubjects design toepaste. Van de 24 WSD onderzoeken includeerde één derde ook een

13 controlegroep bestaande uit deelnemers met ADHD-symptomen die geen interventie ontvingen. Een klein aantal onderzoeken gaf informatie over de directe (8%) en indirecte effecten (3%) van klasseninterventies op klasgenoten van de deelnemers met ADHDsymptomen. Gecombineerde interventies werden minder vaak geïmplementeerd dan de andere interventietypen, terwijl antecedent-gebaseerde, consequent-gebaseerde en zelfregulatie interventies ongeveer even vaak werden geïmplementeerd. De interventies werden even vaak geïmplementeerd in reguliere klassen (46%) als in andere types klassen (47%). De meeste uitkomstmaten bestonden uit directe observaties (93%), terwijl slechts een klein aantal onderzoeken scores van leerkrachten (4%) of beide typen uitkomstmaten (3%) verzamelde. In totaal werden 627 deelnemers (WSD: n = 471; SSD: n = 156) geïncludeerd in de onderzoeken, waarbij de meeste onderzoeken (87%) 10 of minder deelnemers includeerden. De meeste onderzoeken includeerden kinderen (84%) en hoofdzakelijk jongens (74%). Het IQ van de deelnemers werd gerapporteerd in 27% van de onderzoeken, waarbij de meeste onderzoeken (18%) een gemiddelde IQ rapporteerden van een gemiddeld niveau (90 110) Het medicatiegebruik varieerde tussen de onderzoeken, waarbij 27% van de onderzoeken geen informatie gaf over de medicatiestatus van de deelnemers. Within-subjects design onderzoeken Er werd voor de WSD onderzoeken een uitbijter effectgrootte (ES = 3.51) geïdentificeerd voor één onderzoek dat een consequent-gebaseerde interventie implementeerde. Deze waarde werd gewinsoriseerd naar een minder extreme waarde van De resultaten van de moderatoranalyses zijn weergegeven in Tabel 2. IQ was niet geïncludeerd in de moderatoranalyses, omdat slechts 8 WSD onderzoeken het IQ van de deelnemers rapporteerden. De effectgrootten voor de WSD onderzoeken varieerden tussen 0.08 en 3.00 (gewinsoriseerde waarde) met een mediaan van De gemiddelde gewogen effectgrootte was 0.92 en bereikte significantie (95% BI [0.59, 1.25]). De effectgrootten waren significant heterogeen (Q T [23] = 66.80, p <.001), wat duidt op mogelijke moderatoren. Er werd een significant effect voor type interventie gevonden (Q B [3] = 36.77, p <.001), waarbij consequent-gebaseerde interventies grotere effectgrootten voortbrachten dan antecedentgebaseerde, zelfregulatie en gecombineerde interventies. De effectgrootten verschilden ook significant voor type klas (Q B [1] = 4.43, p =.035), waarbij er grotere effecten werden

14 gevonden voor interventies die geïmplementeerd werden in reguliere klassen dan in andere typen klassen. Er was geen significant effect voor het type uitkomstmaat (Q B = [2] = 0.20, p =.904), leeftijd (Q B = [1] = 1.88, p =.170), geslacht (Q B [1] = 0.37, p =.543) en medicatiestatus (Q B [2] = 0.53, p =.769). De fail-safe N analyses toonden dat er 86.4 en 20.2 onderzoeken met effectgrootten van nul nodig zouden moeten zijn om de gemiddelde effectgrootte te reduceren tot respectievelijk 0.20 en Tabel 1 Kenmerken van de geïncludeerde onderzoeken in de meta-analyse Kenmerk K Kenmerk k Publicatiejaar Aantal deelnemers Leeftijd Experimenteel design Kind 84 Between-subjects 0 Adolescent 16 Within-subjects 24 Geslacht Controlegroep % jongen 6 Geen controlegroep % jongen 19 Single-subject % jongen 74 Informatie over klasgenoten Niet gegeven 1 Nee 89 IQ Ja Type uitkomstmaat Scores leerkracht Directe observaties 93 Niet gegeven 73 Beide 3 Medicatiegebruik Type interventie 0 19% met medicatie 33 Antecedent-gebaseerde % met medicatie 12 Consequent-gebaseerde % met medicatie 28 Zelfregulatie 31 Niet gegeven 27 Gecombineerde 10 Type klas Reguliere klas 46 Ander 47 Niet gegeven 7

15 Tabel 2 Statistieken voor de moderatoranalyses van within-subjects en single-subject design onderzoeken Within-subjects design k = 24, n = % BI Single-subject design k = 76, n = 156 Categorie k M ES Ondergrens Bovengrens k M ES Type interventie Antecedent-gebaseerde Consequent-gebaseerde Zelfregulatie Gecombineerde Type klas Reguliere klas Anders Type uitkomstmaat Scores leerkracht Directe observaties Beide Leeftijd Kind Adolescent Geslacht 0 19% jongen % jongen % jongen Medicatiegebruik 0 19% met medicatie % met medicatie % met medicatie Single-subject design onderzoeken Er werden voor de SSD onderzoeken twee uitbijter effectgrootten (ES = 8.17, ES = 12.43) geïdentificeerd voor onderzoeken die zelfregulatie en consequent-gebaseerde interventies implementeerden. Deze waarden werden gewinsoriseerd naar een minder extreme waarde van De resultaten van het moderatoronderzoek zijn weergegeven in Tabel 2. Het type uitkomstmaat en IQ werden niet geïncludeerd in het moderatoronderzoek, omdat alle effectgrootten voor de SSD onderzoeken werden verkregen voor directe observaties en slechts 19 SSD onderzoeken het IQ van de deelnemers rapporteerden. Er konden geen significantietoetsen worden uitgevoerd, aangezien exacte uitdrukkingen voor

16 de varianties van effectgrootten voor SSDs nog niet zijn verkregen en formeel niet zijn gerechtvaardigd. De effectgrootten voor de SSD onderzoeken varieerden tussen 0.42 en 7.00 (gewinsoriseerde waarde) met een mediaan van De gemiddelde gewogen effectgrootte was De effectgrootten waren het grootst voor zelfregulatie interventies (M ES = 3.61) en het kleinst voor consequent-gebaseerde interventies (M ES = 2.47). Interventies die geïmplementeerd werden in reguliere klassen (M ES = 3.58) leken tot grotere effectgrootten te leiden dan interventies die in andere klassettingen (M ES = 2.41) werden geïmplementeerd. De effectgrootten voor onderzoeken die kinderen (M ES = 3.00) en adolescenten (M ES = 3.39) includeerden leken gelijk. Betreffende geslacht werden de grootste effectgrootten gevonden voor steekproeven bestaande uit een mix van jongens en meisjes (M ES = 3.68) in vergelijking met onderzoeken met hoofdzakelijk jongens (M ES = 2.87) of hoofzakelijk meisjes (M ES = 2.63). Ten slotte leken onderzoeken met een groter aantal deelnemers met medicatie (M ES = 3.22) grotere effectgrootten te verkrijgen dan onderzoeken met een lager percentage deelnemers met medicatie (M ES = 2.34). Aangezien de resultaten op mogelijke moderatie-effecten van type interventie, type klas en medicatiegebruik wijzen, werden er kruistabellen bestudeerd om te onderzoeken of één of meerdere moderatoreffecten konden worden gemedieerd door een andere modererende variabele. Inspectie van de gegevens duidde erop dat consequent-gebaseerde interventieonderzoeken relatief meer kinderen zonder medicatie includeerden in vergelijking met andere typen interventieonderzoeken (wat mogelijk de kleinere effectgrootte verklaart). Dit gold ook voor onderzoeken die uitgevoerd werden in andere typen klassen in vergelijking met onderzoeken die uitgevoerd werden in reguliere klassen (wat mogelijk de kleinere effectgrootte verklaart). Er werd geen patroon gevonden dat erop wees dat specifieke interventietypen vaker of minder vaak werden geïmplementeerd in reguliere klassen of andere klassettingen. Directe effecten op klasgenoten Vier WSD en 4 SSD onderzoeken gaven informatie die gebruikt kon worden om de directe effecten van klasseninterventies op de klasgenoten van kinderen met ADHDsymptomen vast te stellen (zie Tabel 3). Voor alle 4 WSD onderzoeken die antecedentgebaseerde interventies toepasten, werden positieve effectgrootten (min = 0.21, max = 1.97) op gedragsuitkomsten van klasgenoten gevonden. Eén van deze onderzoeken

17 includeerde ook maten voor de schoolprestaties van klasgenoten en had een effectgrootte van Er werden ook positieve effecten op klasgenoten gevonden voor alle 4 SSD onderzoeken. Twee SSD onderzoeken die antecedent-gebaseerde interventies en zelfregulatie interventies toepasten verkregen respectievelijk effectgrootten van 1.96 en Voor de andere 2 SSD onderzoeken die consequent-gebaseerde en zelfregulatie interventies toepasten, verminderde het gemiddelde verstorend gedrag van de klas over het algemeen met 52% en 36% tijdens interventiefasen in vergelijking met baselinefasen. Indirecte effecten op klasgenoten Drie onderzoeken, allen SSD onderzoeken, gaven informatie over de indirecte effecten van klasseninterventies op de klasgenoten van kinderen met ADHD-symptomen (zie Tabel 4). Er werden positieve indirecte effecten op de gedragsuitkomsten van klasgenoten gevonden voor 2 van de 3 onderzoeken. Een effectgrootte van 1.46 werd verkregen voor een zelfregulatie interventiestudie. Twee andere onderzoeken die gecombineerde en zelfregulatie interventies toepasten gebruikten gegevens van steeds verschillende klasgenoten en lieten een gedragsverbetering (34% vermindering van off-taak gedrag) zien, maar ook een verslechtering (2% vermindering van on-taak gedrag) tijdens de interventiefasen in vergelijking met de baselinefasen. Het laatstgenoemde onderzoek includeerde ook maten voor de schoolprestaties van klasgenoten en nam een verbetering van de schoolprestaties van klasgenoten waar van 6% tijdens de interventiefasen in vergelijking met de baselinefasen.

18 Tabel 3 Samenvatting van de onderzoeken die de directe effecten van klasseninterventies op de klasgenoten van kinderen met ADHD-symptomen hebben onderzocht Studie: auteur, jaar * n Interventie Type interventie Within-subjects design DuPaul et al., 1998 Fedewa & Erwin, 2011 Jacob et al., 1978 Pelham et al., 2011 Single-subject design Davies & Witte, Klassikaal samenwerkend leren 10 Klassikaal samenwerkend leren Antecedentgebaseerde Antecedentgebaseerde 76 Stabiliteitsballen Antecedentgebaseerde 26 Muziek op achtergrond 4 Zelfmanagement & wederzijdse monitoring Hoff & Ervin, 2013 a klas Klassikale bekrachtiging door de leerkracht Hoff & Ervin, klas Klassikale 2013 b zelfmanagement procedures Ridgway et al., 2003 Zelfregulatie 8 Formele klas Antecedentgebaseerde Antecedentgebaseerde Consequentgebaseerde Uitkomstmaat Actief taakgericht, passief taakgericht, niet-taakgericht, & beweeglijk gedrag Effect ES = 0.25, 95% BI [ 0.97, 1.47] Schoolprestatie ES = 0.64, 95% BI [ 0.28, 1.56] ADHD-scores van de leerkracht ES = 0.28, 95% BI [ 0.04, 0.60] Hyperactief gedrag ES = 1.97, 95% BI [0.60, 3.34] Taakgericht gedrag ES = 0.21, 95% BI [ 0.34, 0.76] Onbedwingbare verbale uitingen ES = 2.53 Verstorend gedrag 52% afname Zelfregulatie Verstorend gedrag 36% afname 3 Pauze Antecedentgebaseerde Ongepast gedrag ES = 1.96 * Superscriptletters zijn toegevoegd aan de referenties die bijdroegen aan meer dan één onderzoek

19 Tabel 4 Samenvatting van de onderzoeken die de indirecte effecten van klasseninterventies op de klasgenoten van kinderen met ADHD-symptomen hebben onderzocht Studie: auteur, jaar Lo & Cartledge, 2006 Maag et al., 1992 Rafferty et al., 2011 n Interventie Type interventie Uitkomstmaat Effect Afwisselende klasgenoten Afwisselende klasgenoten Afwisselende klasgenoten Vaardigheidstraining + differentiële bekrachtiging + zelfmonitoring Zelfmanagement procedures Zelfmanagement procedures Gecombineerde Zelfregulatie Zelfregulatie Niettaakgericht gedrag Taakgericht gedrag Productiviteit in schoolwerk 3 Zelfmonitoring Zelfregulatie Taakgericht gedrag 34% afname 2% afname 6% afname ES = 1.46 Discussie Het voornaamste doel van deze meta-analyse was om de effectiviteit vast te stellen van een aantal typen klasseninterventies die leerkrachten kunnen toepassen om het niettaakgerichte en verstorende gedrag in de klas van kinderen met ADHD-symptomen te verminderen. De resultaten duidden erop dat klasseninterventies het niet-taakgerichte en verstorende gedrag in de klas van kinderen met ADHD-symptomen verminderen, wat in overeenstemming is met eerdere meta-analyses (DuPaul & Eckert, 1997; DuPaul et al., 2012; Purdie et al., 2002; Reid et al., 2005). Er werden grote effecten gevonden voor zowel WSD (M ES = 0.92) als SSD onderzoeken (M ES = 3.08). Er moet echter genoemd worden dat effectgrootten voor WSD en SSD onderzoeken fundamenteel van elkaar verschillen en dat officiële richtlijnen voor de interpretatie van effectgrootten voor SSD onderzoeken niet bestaan. De verkregen effectgrootten waren wat groter dan die in andere meta-analyses over school-gebaseerde interventieonderzoeken voor ADHD (DuPaul & Eckert, 1997; DuPaul et al., 2012; Purdie et al., 2002; Reid et al., 2005). De WSD onderzoeken wezen erop dat consequent-gebaseerde interventies (M ES = 1.82) effectiever zijn dan antecedent-gebaseerde (M ES = 0.31), zelfregulatie (M ES = 0.56) en gecombineerde interventies (M ES = 0.58). De SSD onderzoeken lieten echter de grootste effecten voor zelfregulatie interventies (M ES = 3.61) zien en de kleinste effecten voor

20 consequent-gebaseerde interventies (M ES = 2.47). Opgemerkt moet worden dat specifiek de SSD onderzoeken die consequent-gebaseerde interventies implementeerden relatief veel kinderen zonder medicatie includeerden. Tegelijkertijd leken de interventie-effecten kleiner te zijn voor de onderzoeken die relatief meer deelnemers zonder medicatie includeerden, wat er mogelijk op duidt dat klasseninterventies effectiever zijn voor kinderen met ADHDsymptomen met medicatie dan voor kinderen met ADHD-symptomen zonder medicatie. De mogelijke mediërende effecten van medicatie kan daarom deels de discrepantie in de resultaten tussen de twee meta-analyses verklaren wat betreffende de effectiviteit van consequent-gebaseerde interventies, met verminderde effectiviteit bij kinderen met ADHDsymptomen zonder medicatie. Helaas was het niet mogelijk om te onderzoeken of kinderen met ADHD-symptomen met en zonder medicatie verschillend reageerden op specifieke interventietypen, doordat het aantal onderzoeken in de meeste categorieën erg klein was. Voor de WSD onderzoeken werd er geen moderatie-effect van medicatie gevonden, wat echter veroorzaakt kon zijn door een statistisch power probleem, met slechts weinig onderzoeken die deelnemers met medicatie includeerden. Op basis van deze meta-analyse kan geconcludeerd worden dat alle typen klasseninterventies het niet-taakgerichte en verstorende gedrag in de klas van kinderen met ADHD-symptomen verminderen (met kleine tot grote effecten), met de grootste effecten voor consequent-gebaseerde en zelfregulatie interventies. Opgemerkt moet worden dat medicatie mogelijk de effectiviteit van verschillende interventietypen beïnvloedt, maar verder onderzoek naar de rol van medicatie is noodzakelijk om stelliger conclusies te trekken. Beide meta-analyses duidden erop dat interventies die geïmplementeerd worden in reguliere klassen (WSD: M ES = 1.30; SSD: M ES = 3.58) tot een sterkere vermindering in het niet-taakgerichte en verstorende gedrag in de klas van kinderen met ADHD-symptomen leidt dan interventies in andere types klassen (WSD: M ES = 0.64; SSD: M ES = 2.41). Echter, relatief meer kinderen met medicatie werden geïncludeerd in reguliere klassen in vergelijking met andere klassettingen, wat er mogelijk op duidt dat medicatie het effect van type klas medieerde. Een andere mogelijke verklaring voor de positievere effecten in reguliere klassen vergeleken met andere klassettingen is dat kinderen met minder ernstige ADHD-symptomen, die vaker geïncludeerd worden in reguliere klassen, mogelijk meer profiteren van klasseninterventies dan kinderen met ernstigere ADHD-symptomen, die vaker in het speciale onderwijs geplaatst worden. Daarnaast is het mogelijk dat er in vergelijking

21 met reguliere klassen minder ruimte voor verbetering is in andere types klassen, omdat daar al gedragsprogramma s in werking waren. Helaas konden er geen betrouwbare conclusies worden getrokken over de invloed van het gebruikte type uitkomstmaat, omdat de meeste onderzoeken directe observaties rapporteerden en slechts weinig effectgrootten konden worden berekend voor de scores van leerkrachten (hetzij omdat deze niet werden gerapporteerd ofwel omdat er te weinig datapunten beschikbaar waren). Andere onderzoeken die het verband tussen scores van leerkrachten en observationele gegevens hebben onderzocht, wezen uit dat deze twee soorten gedragsmetingen zwak tot sterk gecorreleerd zijn (Evans, Allen, Moore, & Strauss, 2005; Lauth, Heubeck, & Mackowiak, 2006), wat erop duidt dat klasseninterventies ook scores van leerkrachten zouden verbeteren. Het is belangrijk dat klasseninterventies niet alleen het objectieve gedrag verbeteren, zoals dit gemeten wordt door directe observaties, maar ook het gedrag subjectief verbeteren, zoals dit waargenomen wordt door de leerkracht. Leerkrachten die ervaren dat hun inzet wordt beloond, krijgen mogelijk meer zelfvertrouwen en raken mogelijk gemotiveerder om kinderen met ADHD-symptomen les te geven en hun klassenmanagement te veranderen ten behoeve van het kind met ADHDsymptomen. Ten slotte was er geen duidelijk bewijs dat de leeftijd en het geslacht van de deelnemers de resultaten beïnvloedden. Voor de SSD onderzoeken leken de effecten gelijk voor kinderen en adolescenten en werden de grootste effecten gevonden voor de onderzoeken die zowel jongens als meisjes includeerden. Voor de WSD onderzoeken werden er geen moderatie-effecten gevonden voor leeftijd en geslacht, maar dit werd mogelijk veroorzaakt door een statistisch powerprobleem, met slechts weinig onderzoeken in enkele categorieën. Omdat de meeste onderzoeken geen informatie gaven over het IQ van de deelnemers, werd intelligentie niet als moderator in de meta-analyses meegenomen. Het is daarom aan te bevelen dat toekomstige school-gebaseerde interventieonderzoeken maten meenemen van intelligentie en daarnaast meisjes en adolescenten includeren. Een klein aantal onderzoeken gaf informatie over de uitkomsten van klasseninterventies voor de klasgenoten van kinderen met ADHD-symptomen en duidden op positieve effecten voor klasgenoten. Er werd een verbetering van het gedrag en de schoolprestatie gevonden voor zowel klasgenoten die dezelfde interventie ontvingen als de deelnemers met ADHD-symptomen als voor klasgenoten die zelf niet de interventie ontvingen, wat betekent dat de verschillende typen klasseninterventies voor kinderen met

22 ADHD-symptomen zowel directe als indirecte positieve effecten hebben op het functioneren van de klas. Implicaties voor de praktijk De bevindingen van het huidige meta-analytische onderzoek zijn veelbelovend, omdat ze erop duiden dat leerkrachten effectief klasseninterventies kunnen toepassen om het niet-taakgerichte en verstorende gedrag in de klas van kinderen met ADHD-symptomen te verminderen. Alle interventietypen die onderzocht werden bleken effectief te zijn, maar de grootste effecten werden verkregen voor consequent-gebaseerd (voor WSD onderzoeken) en zelfregulatie interventies (voor SSD onderzoeken), wat suggereert dat leerkrachten vooral deze typen interventies zouden kunnen overwegen. Echter, de keuze voor een specifieke interventie zou kunnen afhangen van de kenmerken van het kind en de functie van zijn of haar ADHD-gerelateerd gedrag. Als een kind bijvoorbeeld verstorend is omdat de taken te moeilijk zijn, dan zouden antecedent-gebaseerde interventies (bijvoorbeeld de instructies of de moeilijkheid van de taak aanpassen) mogelijk de voorkeur genieten. Daarnaast zijn interventies (bijvoorbeeld zelfregulatie interventies) die geavanceerdere vaardigheden (bijvoorbeeld cognitieve bekwaamheden) vereisen mogelijk geschikter voor oudere kinderen en kinderen met minder ernstige ADHD-symptomen. Het is daarom belangrijk dat leerkrachten overwegen welke interventies effectief zijn voor een individueel kind (in samenwerking met een professional, zoals een schoolpsycholoog of interne supervisor). De resultaten wijzen er ook op dat klasseninterventies het effectiefst zijn in reguliere klassen, wat veelbelovend is omdat veel kinderen met ADHD geïncludeerd worden in het reguliere onderwijs (Reid et al., 1994). Daarnaast profiteren kinderen met ADHD-symptomen die medicatie nemen mogelijk meer van klasseninterventies dan degenen zonder medicatie. Leerkrachten zouden daarom niet terughoudend moeten zijn om klasseninterventies te implementeren voor kinderen met ADHD-symptomen die al farmacologische behandeling ondergaan voor hun problemen, omdat klasseninterventies een aanvullende verbetering opleveren bovenop de medische behandeling. Ten slotte hoeven leerkrachten zich geen zorgen te maken over de mogelijke negatieve impact van klasseninterventies die gericht zijn op ADHD-probleemgedrag op het functioneren van de klas, aangezien de resultaten erop duiden dat klasseninterventies zowel directe als indirecte positieve effecten hebben op de klasgenoten van kinderen met ADHD-symptomen.

23 Omdat leerkrachten vaak over onvoldoende kennis en vaardigheden lijken te beschikken om effectieve klasseninterventies voor kinderen met ADHD toe te passen (Arcia et al., 2000), is het aan te bevelen dat leerkrachten trainingen volgen voor effectieve klassenmanagement. Dit zou het vertrouwen en welzijn van leerkrachten kunnen verbeteren. Door leerkrachten handvatten voor klassenmanagement voor kinderen met ADHD-symptomen aan te reiken profiteren dus waarschijnlijk zowel kinderen met ADHDsymptomen, hun klasgenoten, als leerkrachten zelf. Limitaties Er zijn enkele factoren die de conclusies van dit meta-analytische onderzoek beperken. Ten eerste includeerde de meta-analyse alleen onderzoeken die gepubliceerd waren in wetenschappelijke tijdschriften, wat mogelijk geresulteerd heeft in een positieve bias op de effectgrootten. Het is echter onwaarschijnlijk dat kleine of negatieve effecten zouden zijn verkregen wanneer ongepubliceerde onderzoeken wel waren geïncludeerd, aangezien de fail-safe N uitwees dat er maar liefst 86 onderzoeken nodig zouden zijn om een klein gemiddelde effectgrootte te verkrijgen. Ten tweede pasten de meeste onderzoeken SSDs toe, waarvoor exacte uitdrukkingen voor de varianties van effectgrootten nog niet zijn verkregen (Faith, Allison, & Gorman, 1996; Kratochwill et al., 2013). Daarom was het moderatoronderzoek voor de SSD onderzoeken beschrijvend en was het alleen mogelijk om beschrijvende conclusies te trekken. Daarnaast bestaan er geen officiële richtlijnen voor de interpretatie van de effectgrootten van SSD onderzoeken, wat de interpretatie eveneens bemoeilijkt. Voor de within-subject design onderzoeken zouden een aantal moderatoreffecten mogelijk niet gevonden kunnen zijn, doordat er in enkele categorieën te weinig onderzoeken waren. Ook konden mogelijke interacties tussen modererende variabelen hierdoor niet worden onderzocht. Een andere limitatie was dat de mogelijke modererende variabelen categorisch gecodeerd moesten worden, omdat anders de assumpties voor regressieanalyse werden geschonden (namelijk normaal verdeelde data). Het gebruik van categorische in plaats van continue variabelen kan geleid hebben tot een verlies in precisie en power. Daarnaast maakt het gebruik van vrij brede categorieën van klasseninterventies het moeilijk om conclusies te trekken over specifieke interventies binnen deze categorieën. Ook waren de verzamelde uitkomstmaten aanzienlijk heterogeen. Sommige onderzoeken gebruikten bijvoorbeeld een

Doen wat werkt. Interventies in de klas voor kinderen met ADHD

Doen wat werkt. Interventies in de klas voor kinderen met ADHD Date 10-9-2015 1 Doen wat werkt Interventies in de klas voor kinderen met ADHD Yvonne Groen Klinische en Ontwikkelingsneuropsychologie Rijksuniversiteit Groningen Nederland y.groen@rug.nl Date 10-9-2015

Nadere informatie

MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE

MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE MARION SPIJKERMAN VGCT CONGRES, 13 NOVEMBER 2015 OVERZICHT Introductie Methode Resultaten Discussie Mindfulness en ACT interventies als ehealth:

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies 7.1 Het gemiddelde van een populatie Standaarddeviatie van de populatie en de steekproef In het vorige deel is bij de significantietoets uitgegaan

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden

De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden De effectiviteit van technologie op verbetering van de leesprestaties: een meta-analyse Samenvatting voor onderwijsgevenden Mei 2011 Nederlandse samenvatting door TIER op 28 juni 2011 Dit overzicht beoordeelt

Nadere informatie

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Dutch summary De financiële en maatschappelijke kosten van jeugdcriminaliteit zijn

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie Samenvatting 163 De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie Lage rugpijn is een veelvuldig voorkomend probleem in geïndustrialiseerde landen. De kans dat iemand gedurende zijn leven een

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen. Lezing GGNet 27 juni 2013 1

Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen. Lezing GGNet 27 juni 2013 1 Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen Lezing GGNet 27 juni 2013 1 Behandelmogelijkheden bij kinderen met ADHD in de basisschoolleeftijd

Nadere informatie

Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen

Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen Samenvatting Inslaapproblemen komen veel voor bij kinderen en hebben negatieve gevolgen voor gezondheid,

Nadere informatie

HOOFDSTUK 7: STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN VOOR DISTRIBUTIES

HOOFDSTUK 7: STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN VOOR DISTRIBUTIES HOOFDSTUK 7: STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN VOOR DISTRIBUTIES 7.1 Het gemiddelde van een populatie Standaarddeviatie van de populatie en de steekproef In het vorige deel is bij de significantietoets uitgegaan

Nadere informatie

but no statistically significant differences

but no statistically significant differences but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands

Samenvatting Nederlands Samenvatting Nederlands 178 Samenvatting Mis het niet! Incomplete data kan waardevolle informatie bevatten In epidemiologisch onderzoek wordt veel gebruik gemaakt van vragenlijsten om data te verzamelen.

Nadere informatie

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch SUMMARY IN DUTCH Summary in Dutch Summary in Dutch Introductie Dit proefschrift richt zich met name op het voorspellen van de behandeluitkomst bij kinderen met angststoornissen. Een selectie aan variabelen

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

ADHD. Behandelingsstrategieën DSM IV. Diagnostiek. Vragenlijst voor gedragsproblemen bij kinderen (VvGK) ( Attention deficit hyperactivity disorder )

ADHD. Behandelingsstrategieën DSM IV. Diagnostiek. Vragenlijst voor gedragsproblemen bij kinderen (VvGK) ( Attention deficit hyperactivity disorder ) ADHD ( Attention deficit hyperactivity disorder ) Behandelingsstrategieën Evelien Dirks Een ontwikkelingsstoornis Problemen met de concentratieperiode Problemen met de impulsbeheersing Problemen met de

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy

Samenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy Samenvatting 194 Dit proefschrift start met een algemene inleiding in hoofdstuk 1 om een kader te scheppen voor de besproken artikelen. Migratie is een historisch fenomeen die vaak resulteert in verbeterde

Nadere informatie

Het effect van het Rots en Water-programma op pesten, zelfvertrouwen en. zelfbeheersing op het Sondervick College

Het effect van het Rots en Water-programma op pesten, zelfvertrouwen en. zelfbeheersing op het Sondervick College Het effect van het Rots en Water-programma op pesten, zelfvertrouwen en zelfbeheersing op het Sondervick College 3 januari 2018 Uitvoering: H. van den Bogert a (leerkracht L.O. Sondervick College en Advanced

Nadere informatie

Chapter 10 Samenvatting

Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke

Nadere informatie

D U TC H S U M M A RY Samenvatting In zowel westerse als diverse niet-westerse samenlevingen wordt veel waarde gehecht aan schoolprestaties. Ouders en docenten stimuleren kinderen al op jonge leeftijd

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting In deze studie is de relatie tussen gezinsfunctioneren en probleemgedrag van kinderen onderzocht. Er is veelvuldig onderzoek gedaan naar het ontstaan van probleem-gedrag van kinderen in de

Nadere informatie

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen Samenvatting 217 218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongens en 14.8% van de meisjes overgewicht,

Nadere informatie

Neurofeedback: een geschikte behandeling voor autisme?

Neurofeedback: een geschikte behandeling voor autisme? Neurofeedback: een geschikte behandeling voor autisme? Mirjam Kouijzer, MSc Radboud Universiteit Nijmegen Het programma Controversiële behandelingen Wat is biofeedback? Mijn onderzoek naar de effecten

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

in hoofdstuk 1 wordt een algemene inleiding voor die proefschrift gepresenteerd. De gebruikte termen worden beschreven en sleutelbegrippen worden

in hoofdstuk 1 wordt een algemene inleiding voor die proefschrift gepresenteerd. De gebruikte termen worden beschreven en sleutelbegrippen worden samenvatting samenvatting in hoofdstuk 1 wordt een algemene inleiding voor die proefschrift gepresenteerd. De gebruikte termen worden beschreven en sleutelbegrippen worden geïntroduceerd. Na een korte

Nadere informatie

Dutch Summary - Nederlandse Samenvatting

Dutch Summary - Nederlandse Samenvatting 119 Hoofdstuk 1 - Algemene inleiding Hoofdstuk 1 bevat algemene informatie over type 2 diabetes, waarin onderwerpen aan bod komen zoals: risicofactoren voor het ontwikkelen van type 2 diabetes, de gevolgen

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING Hoofdstuk 1 is de algemene introductie over de inhoud van dit proefschrift. Depressie en angststoornissen zijn de meest voorkomende psychische stoornissen en brengen een grote

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Systematische reviews op het gebied van complementaire en alternatieve geneeskunde: belang, methoden en voorbeelden uit de acupunctuur

Systematische reviews op het gebied van complementaire en alternatieve geneeskunde: belang, methoden en voorbeelden uit de acupunctuur Samenvatting Systematische reviews op het gebied van complementaire en alternatieve geneeskunde: belang, methoden en voorbeelden uit de acupunctuur Dit proefschrift heeft ten doel bij te dragen aan het

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) Achtergrond Het millenniumdoel (2000-2015) Education for All (EFA, onderwijs voor alle kinderen) heeft in ontwikkelingslanden veel losgemaakt. Het

Nadere informatie

Chapter 9 CHAPTER 9. Samenvatting

Chapter 9 CHAPTER 9. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 115 Kanker en behandelingen voor kanker kunnen grote invloed hebben op de lichamelijke gezondheid en het psychisch functioneren van mensen. Er is veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit

Nadere informatie

Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen.

Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen. Februari 2013 Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen. In Rotterdam heeft een kwart van de basisschoolkinderen overgewicht, met alle gezondheidsrisico

Nadere informatie

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participatie in vrijetijdsactiviteiten van kinderen en adolescenten met een lichamelijke beperking

Nadere informatie

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands Proefschrift Marieke Heers (gepromoveerd 3 oktober in Maastricht; promotoren prof.dr. W.N.J. Groot en prof.dr. H. Maassen van den Brink)

Nadere informatie

De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de

De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de Samenvatting De effecten van het Medisch Onderzoek Vliegramp Bijlmermeer op de gezondheidsbeleving van bewoners en hulpverleners In de jaren die volgden op de vliegramp Bijlmermeer op 4 oktober 1992, ontstond

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen 3.1 Schatten: Er moet een verbinding worden gelegd tussen de steekproefgrootheden en populatieparameters, willen we op basis van de een iets kunnen zeggen over de ander.

Nadere informatie

On Mindfulness and Autism A. Ridderinkhof

On Mindfulness and Autism A. Ridderinkhof On Mindfulness and Autism A. Ridderinkhof Over Mindfulness en Autisme Kinderen met autismespectrumstoornis (ASS) worden gekenmerkt door problemen in de sociale communicatie en interactie, evenals repetitieve,

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 Twee populaties: parametrische toetsen

Hoofdstuk 6 Twee populaties: parametrische toetsen Hoofdstuk 6 Twee populaties: parametrische toetsen 6.1 De t-toets voor het verschil tussen twee gemiddelden: In veel onderzoekssituaties zijn we vooral in de verschillen tussen twee populaties geïnteresseerd.

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 en 2 bestaan uit de inleiding en de beschrijving van de onderzoeksdoelen.

Hoofdstuk 1 en 2 bestaan uit de inleiding en de beschrijving van de onderzoeksdoelen. Chapter 9 Nederlandse samenvatting 148 CHAPTER 9 De kans dat een kind kanker overleeft, is de laatste decennia sterk gegroeid. Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw was kinderkanker meestal fataal,

Nadere informatie

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Samenvatting Een vroeggeboorte heeft een grote impact op het kind en zijn ouders, zelfs na de opname op de neonatologieafdeling. Te vroeg geboren kinderen laten meer gedragsproblemen zien dan op tijd geboren

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting In Nederland is het Cerebro Vasculair Accident (CVA= hersenbloeding of herseninfarct) de derde doodsoorzaak. Van degenen die getroffen worden door een CVA overleeft ongeveer 75%. Veel van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Inleiding Het doel van dit proefschrift was het beantwoorden van vijf vragen over rouwinterventies voor weduwen en weduwnaars in het algemeen en over een bezoekdienst voor oudere

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift richt zich op statinetherapie in type 2 diabetespatiënten; hiervan zijn verschillende aspecten onderzocht. In Deel I worden de effecten van statines op LDLcholesterol en cardiovasculaire

Nadere informatie

Stress Less Project. Verbinding Onderwijs & Jeugdzorg

Stress Less Project. Verbinding Onderwijs & Jeugdzorg Stress Less Project Verbinding Onderwijs & Jeugdzorg SIMONE VOGELAAR EN AMANDA VAN LOON 23 MEI 2019 Stress bij scholieren Stress bij scholieren Schoolcontext kan gevoelens van stress opwekken Gerelateerd

Nadere informatie

DE KRACHT VAN LEERKRACHTEN

DE KRACHT VAN LEERKRACHTEN DE KRACHT VAN LEERKRACHTEN DE ROL VAN NABIJHEID EN CONFLICT IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS Dr. Maaike Engels Rijksuniversiteit Groningen, afdeling Sociologie Interuniversity Center for Social Science Theory

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Bijlage Figuren en formules voor de stof van Professionele Ontwikkeling en Wetenschap, 13-14

Bijlage Figuren en formules voor de stof van Professionele Ontwikkeling en Wetenschap, 13-14 Bijlage Figuren en formules voor de stof van Professionele Ontwikkeling en Wetenschap, 1314 Bijlage Figuren en formules voor de stof van Professionele Ontwikkeling en Wetenschap, 1314 Figuren en formules

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

BRAIN LESSONS Neuropsychological insights and interventions for secondary education

BRAIN LESSONS Neuropsychological insights and interventions for secondary education BRAIN LESSONS Neuropsychological insights and interventions for secondary education Academisch proefschrift door Sanne Dekker, Amsterdam 2013 Promotores: prof.dr. J. Jolles en prof.dr. A.C. Krabbendam

Nadere informatie

Sleutels tot interventiesucces: welke combinaties van methodieken zorgen voor gezond beweeg- en voedingsgedrag?

Sleutels tot interventiesucces: welke combinaties van methodieken zorgen voor gezond beweeg- en voedingsgedrag? TNO-rapport TNO/LS 2012 R10218 Sleutels tot interventiesucces: welke combinaties van methodieken zorgen voor gezond beweeg- en voedingsgedrag? Behavioural and Societal Sciences Wassenaarseweg 56 2333 AL

Nadere informatie

The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential

The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential Institutions M.H. Knotter Samenvatting Het onderzoek in dit

Nadere informatie

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma 7 Samenvatting 8 Dit proefschrift beschrijft de voorbereiding op de landelijke implementatie van het Dutch Obesity Intervention in Teenagers (DOiT) programma. Daarnaast wordt de evaluatie beschreven die

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) SAMENVATTING Jaarlijks wordt 8% van alle kinderen in Nederland prematuur geboren. Ernstige prematuriteit heeft consequenties voor zowel het kind als de ouder. Premature

Nadere informatie

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE? Onderwerp: Hoe lees ik een wetenschappelijk artikel? Marjolein Snaterse, docent/onderzoeker Faculteit Gezondheid, Hogeschool van Amsterdam TOCH MAAR WEER: EVIDENCE BASED PRACTICE

Nadere informatie

Samenvatting. (Dutch Summary)

Samenvatting. (Dutch Summary) (Dutch Summary) In dit proefschrift is de ontwikkeling van gedrags- en emotionele problemen van tweelingen en eenlingen in de leeftijd van 3 tot 12 jaar onderzocht. In hoofdstuk 1 wordt een introductie

Nadere informatie

Toetsende Statistiek Week 5. De F-toets & Onderscheidend Vermogen

Toetsende Statistiek Week 5. De F-toets & Onderscheidend Vermogen M, M & C 7.3 Optional Topics in Comparing Distributions: F-toets 6.4 Power & Inference as a Decision 7.1 The power of the t-test 7.3 The power of the sample t- Toetsende Statistiek Week 5. De F-toets &

Nadere informatie

Begeleiders in Beeld Een training voor begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen. Linda Zijlmans Jill van den Akker

Begeleiders in Beeld Een training voor begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen. Linda Zijlmans Jill van den Akker Kennismarkt 26-5-2011 2011 Begeleiders in Beeld Een training voor begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen Linda Zijlmans Jill van den Akker Projectgroep Onderzoek Linda

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 SAMENVATTING Dit proefschrift is gewijd aan Bouwen aan Gezondheid : een onderzoek naar de effectiviteit van een leefstijlinterventie voor werknemers in de bouwnijverheid met een verhoogd risico op hart

Nadere informatie

Change Your Mindset! Petra Helmond & Fenneke Verberg Research & Development, Pluryn

Change Your Mindset! Petra Helmond & Fenneke Verberg Research & Development, Pluryn Change Your Mindset! Petra Helmond & Fenneke Verberg Research & Development, Pluryn Doel Change Your Mindset! Korte online interventie om jongeren te leren dat ze de potentie hebben om te veranderen! Theoretische

Nadere informatie

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Nederlandse Samenvatting [DUTCH SUMMARY] Nederlandse Samenvatting JONGLEREN MET MEDIA: DE GEVOLGEN

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Literatuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters

Literatuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters Literatuuronderzoek Systematische Review Meta-Analyse KEMTA Andrea Peeters Waarom doen? Presentatie 1. Begrippen systematische review en meta-analyse 2. Hoe te werk gaan bij het opzetten van een review

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

Implementatie van een effectief CGt programma voor gedragsproblemen op school Spelen leerkrachten een rol?

Implementatie van een effectief CGt programma voor gedragsproblemen op school Spelen leerkrachten een rol? Implementatie van een effectief CGt programma voor gedragsproblemen op school Spelen leerkrachten een rol? Juliette M.Liber, Gerly M. De Boo & Pier J.M. Prins VGCt 2011, Veldhoven Training is effectief,

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

The Only Way is Up - Risk Factors, Protective Factors and Compensation in Dyslexia. S. van Viersen

The Only Way is Up - Risk Factors, Protective Factors and Compensation in Dyslexia. S. van Viersen The Only Way is Up - Risk Factors, Protective Factors and Compensation in Dyslexia. S. van Viersen SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) Dyslexie is een specifieke leerstoornis waarbij sprake is van ernstige

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

Verschillen tussen Vrije scholen en reguliere scholen in niet-cognitieve opbrengsten

Verschillen tussen Vrije scholen en reguliere scholen in niet-cognitieve opbrengsten Hoofdstuk zeven Verschillen tussen Vrije scholen en reguliere scholen in niet-cognitieve opbrengsten 7.1 Inleiding In hoofdstuk zes is ingegaan op de verschillen in effectiviteit tussen Vrije scholen en

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie