Het stiefkind: een ondergeschikte positie in het erfrecht?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het stiefkind: een ondergeschikte positie in het erfrecht?"

Transcriptie

1 Het stiefkind: een ondergeschikte positie in het erfrecht? Janna Thijssen ANR: Master Rechtsgeleerdheid, accent privaatrecht Begeleider: Prof. Mr. P. Vlaardingerbroek Maart 2013

2 Voorwoord Voor u ligt mijn scriptie waarbij ik onderzoek heb gedaan naar de vraag of de erfrechtelijke positie van het stiefkind verbetering behoeft. Graag wil ik een aantal mensen bedanken die mij tot steun zijn geweest tijdens het schrijven van deze scriptie. Ik wil graag de heer Vlaardingerbroek bedanken voor zijn begeleiding. Mijn dank gaat ook uit naar mijn moeder, broer en vriend voor alle steun en hulp die ik tijdens het schrijven van mijn scriptie heb mogen ontvangen. Groesbeek, maart 2013 Janna Thijssen 1

3 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding... 4 Hoofdstuk 2: Rechtshistorie van de erfrechtelijke positie van het stiefkind en het eigen kind Het algemeen erfrecht in de Romeinse tijd De erfrechtelijke positie van het stiefkind onder het Romeins recht Het Germaanse erfrecht De erfrechtelijke positie van het stiefkind onder het Germaans recht Franse Code Civil tot aan de codificatie van het Burgerlijk Wetboek in De erfrechtelijke positie van het stiefkind onder het Napoleons recht Codificatie erfrecht in Burgerlijk Wetboek van De erfrechtelijke positie van het stiefkind voor de codificatie van het BW van Waarom artikel 4:27 BW is opgenomen in het Nieuw Burgerlijk Wetboek Samenvatting en conclusie Hoofdstuk 3: De erfrechtelijke positie van het stiefkind onder het nieuwe erfrecht Begrip stiefkind Stiefkind betrekken in de wettelijke verdeling Stiefkind en grootte van het erfdeel Stiefoudergevaar en wilsrechten Legitieme portie en het stiefkind Giften aan een stiefkind Som ineens aan het stiefkind Bedrijfsopvolging door het stiefkind Samenvatting en conclusie Hoofdstuk 4: Vergelijking van de erfrechtelijke positie van het stiefkind en het eigen kind Rechtshistorie van de erfrechtelijke positie van het stiefkind en eigen kind Begrip eigen kind en stiefkind Vergelijking van het eigen kind en het stiefkind en de wettelijke verdeling Vergelijking van de grootte van het erfdeel van het stiefkind en het eigen kind

4 4.5 Vergelijking van de wilsrechten van het eigen kind en het stiefkind Vergelijking van de legitieme portie Beïnvloeding van de legitieme portie door het stiefkind Vergelijking van de giften aan het stiefkind en aan het eigen kind Vergelijking van de sommen ineens aan het stiefkind en het eigen kind Vergelijking van de bedrijfsopvolging door het stiefkind en het eigen kind Sociale aspecten bij het betrekken van het stiefkind Vrijheid van de erflater bij betrekken stiefkind Samenvatting en conclusies Hoofdstuk 5: Rechtsvergelijking van de erfrechtelijke positie stiefkind in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk Het erfrecht in het Verenigd Koninkrijk De erfrechtelijke positie van het stiefkind in het Verenigd Koninkrijk Het Duitse erfrecht De erfrechtelijke positie van het stiefkind onder het Duitse recht Rechtsvergelijking erfrechtelijke positie stiefkind met recht in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland Samenvatting en conclusies Hoofdstuk 6 Conclusies en aanbevelingen Versterferfrecht Testamentair erfrecht Successierecht Conclusie en aanbevelingen Lijst van verkort aangehaalde literatuur Lijst van gebruikte internetbronnen Lijst van parlementaire stukken Jurisprudentie

5 Hoofdstuk 1: Inleiding De afgelopen tiental jaren is het aantal echtscheidingen toegenomen. 1 Het komt voor dat de gescheiden ouders weer hertrouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan. Ook voor weduwnaars geldt dat zij kunnen hertrouwen of opnieuw een geregistreerd partnerschap aan kunnen gaan. Het is mogelijk dat iemand die hertrouwd of opnieuw een geregistreerd partnerschap aangaat al kinderen heeft. Indien een van de partners overlijdt, is het niet vanzelfsprekend dat de eigen kinderen van de langstlevende, de stiefkinderen van erflater, meedelen in de nalatenschap. De wetgever heeft bij het maken van het nieuwe boek vier van het Burgerlijk Wetboek stiefkinderen niet gelijkgesteld aan de eigen kinderen. Wil een stiefouder deze ongelijkheid recht trekken, dan dient de stiefouder dit in een testament op te nemen op grond van artikel 4:27 BW. In deze scriptie zal echter duidelijk worden dat er een aantal haken en ogen zitten aan het betrekken van het stiefkind in de wettelijke verdeling. Door literatuuronderzoek naar het betrekken van het stiefkind in de wettelijke verdeling kom ik op de volgende onderzoeksvraag: Wat is de erfrechtelijke positie van het stiefkind en verdient deze verbetering in vergelijking met de erfrechtelijke positie van het eigen kind en hoe is dit geregeld onder het recht in het Verenigd Koninkrijk en het Duitse recht en dient dit verbeterd te worden ten aanzien van de rechtsvergelijking met het Verenigd Koninkrijk en Duitsland? Om tot beantwoording van deze vraag te komen wordt in het tweede hoofdstuk de rechtshistorie van de erfrechtelijke positie van het stiefkind beschreven. Vervolgens wordt in hoofdstuk drie stilgestaan bij wat de erfrechtelijke positie van het stiefkind precies inhoudt onder het huidig Nederlandse recht. De erfrechtelijke positie van het stiefkind wordt vergeleken met de erfrechtelijke positie van het eigen kind in hoofdstuk vier. In dit hoofdstuk wordt ook de erfrechtelijke positie van het eigen kind onder het huidig Nederlands erfrecht behandeld. In hoofdstuk vijf wordt een rechtsvergelijking gemaakt met het erfrecht in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Bij deze rechtsvergelijking wordt onderzocht wat in deze landen de erfrechtelijke positie van het stiefkind is. Daarbij wordt ook geanalyseerd of in Nederland aansluiting kan worden gezocht bij het recht in het Verenigd Koninkrijk of het Duitse recht. Tot slot wordt in hoofdstuk zes conclusies getrokken en 1 Centraal Bureau voor de Statistiek, Echtscheidingen in eeuw vertienvoudigd, < 4

6 aanbevelingen gedaan. In deze scriptie wordt geen onderzoek gedaan naar de erfrechtelijke positie van het stiefkind met betrekking tot het successierecht. 5

7 Hoofdstuk 2: Rechtshistorie van de erfrechtelijke positie van het stiefkind en het eigen kind In dit hoofdstuk wordt de rechtshistorie van de erfrechtelijke positie van het stiefkind en het eigen kind onderzocht. Daarbij wordt ook de rechtshistorie van bepaalde groepen die als erfgenaam worden benoemd beschreven, aangezien er in de literatuur niet altijd specifiek wordt ingegaan op stiefkinderen en eigen kinderen. In het eerste gedeelte van dit hoofdstuk wordt het algemeen erfrecht onder het Romeinse recht behandeld. In de subparagraaf wordt de erfrechtelijke positie van het stiefkind onder het Romeinse recht beschreven. In paragraaf 1.2 komt het algemeen erfrecht onder het Germaanse recht aan de orde. De erfrechtelijke positie van het stiefkind onder het Germaans recht wordt behandeld in In de daaropvolgende paragraaf is onderzoek gedaan naar de rechtshistorie van het erfrecht onder de Franse Code Civiel. In wordt de erfrechtelijke positie van het stiefkind onder het Napoleons recht tot aan de codificatie in het Burgerlijk Wetboek van 1992 beschreven. De codificatie van het Burgerlijk wetboek van 1992 kunt u vinden in paragraaf 4. De erfrechtelijke positie van het stiefkind in het oude Burgerlijk Wetboek van 1992 komt in aan de orde. Daaropvolgend ga ik in op de vraag waarom uiteindelijk artikel 4:27 BW, de mogelijkheid tot gelijkstelling van eigen kinderen en stiefkinderen, werd ingevoerd. Tot slot wordt een samenvatting gegeven en conclusies getrokken. Om dit hoofdstuk te verduidelijken zullen eerst kort een aantal begrippen worden beschreven. Een belangrijk begrip is het stiefkind. Voor dit hoofdstuk is voldoende dat met stiefkind wordt bedoeld een kind van de echtgenoot van welk kind men niet zelf ouder is. 2 Het begrip stiefkind wordt uitvoeriger behandeld in 2.1. Het begrip dat met het begrip stiefkind in verband staat is stiefouder. Een stiefouder is de echtgenoot, echtgenote of partner van één van iemands ouders op grond van een later huwelijk van die ouder. Ook dit begrip wordt uitvoerig beschreven in 2.1. Onder het eigen kind wordt het juridisch kind verstaan. Dit begrip wordt uitvoerig behandeld in Het algemeen erfrecht in de Romeinse tijd In het begin van de Romeinse tijd vond de erfopvolging plaats door de huisgenoten, ook wel sui heredes genoemd. 3 Dit begrip moet worden gezien vanuit het familierecht. Het gaat hier om de kinderen in potestate, ofwel onder de vaderlijke macht, en de echtgenoot. Deze erfopvolging was vooral bedoeld voor de voortzetting van het bedrijf, dat vaak een boerderij was. Ten tijde waarin de 2 Artikel 4:8 lid 3 BW. 3 Kasser & Wubbe 1971, p

8 wet van de XII tafelen gold, kon een deling worden gemaakt in de nalatenschap tussen alle erfgenamen. Deze nalatenschap bestond voornamelijk uit onroerend goed. Vaak leidde dit tot onrendabele percelen. 4 Om maar aan één erfgenaam na te laten, moest de erflater andere pretendenten uit het gezin los maken en hen de erfenis ontnemen. 5 Indien de erflater geen huisgenoot had, konden de agnaten in zijlijn, ofwel mannelijke naasten, het bedrijf opvolgen om zo het uitsterven van het bedrijf te voorkomen. 6 Indien er geen agnaten waren, konden de kinderen van de mannen opvolgen. Later kon onder de wet van de XII tafelen ook aan buitenstaanders vererfd worden. 7 De voortzetting van bedrijf of beroep had toen geen prioriteit meer. Men werd zich meer bewust van het individu. Het versterferfrecht van de wet van de XII tafelen bepaalde dat onder de huisgenoten alle vrije personen vallen die door de dood van de erflater zelfstandig waren geworden. 8 Dit betekende dat de huisgenoten niet meer onder de macht van de vader van de familie stonden. Over het algemeen waren dit de kinderen en de echtgenoot van de erflater. De huisgenoten traden van rechtswege in de plaats van de erflater. De erfdelen van deze personen werd staaksgewijs in volgorde van graden - berekend en werden gelijk verdeeld. 9 Ook kon er plaatsvervulling plaatsvinden, echter alleen bij zonen. Dit houdt in dat de kleinkinderen van de zonen in de plaats van de zonen als erfgenaam op konden treden. Indien er geen huisgenoten waren, konden de buitenstaanders erven. De mannelijke naasten moesten de erfenis wel aanvaarden. Indien de mannen de erfenis niet aanvaardden of er geen mannelijke naasten waren kon aan de kinderen vererfd worden. Onder de wet van de XII tafelen kon een persoon alleen een testament maken indien de persoon geen huisgenoot had en de persoon zichzelf er één wilde bezorgen. 10 Dit om zich te verzekeren van erfgenamen bij versterf. Later kon een pater familias zijn vermogen vererven aan een vertrouwensman en bepalen aan wie het vermogen na zijn dood toevalt. Hier gold een inperking van het versterfrecht, later werd het versterfrecht helemaal uitgesloten. In de tijd van het Edict van de Preator werd de verandering van de bewustwording van het individu in het recht voortgezet. Het bloedverwantschap kwam meer op de voorgrond. Bij bloedverwantschap stamt de een van de ander af of wordt dezelfde voorouder gedeeld. Naast kinderen onder vaderlijke macht mochten ook geëmancipeerde kinderen in de nalatenschap meedelen. 11 De geëmancipeerde kinderen moesten wel hun eigen vermogen inbrengen. Doordat er veel meer huwelijken werden gesloten, werd via het versterferfrecht ook aan de echtgenoot vererfd. Onder het Edict van de 4 Kasser & Wubbe 1971, p Kasser & Wubbe 1971, p Idem. 7 Kasser & Wubbe 1971, p Kasser & Wubbe 1971, p Idem. 10 Kasser & Wubbe 1971, p Kasser & Wubbe 1971, p

9 Preator golden vier verschillende klassen. 12 Iedere klasse kon binnen een bepaalde termijn een bonorum possessio, ofwel bezit van de nalatenschap, aanvragen. De Preator moest deze verlenen. De klasse die als eerste het recht had om een bonorum possessio aan te vragen waren de kinderen, geadopteerde kinderen en nakomelingen die uit de vaderlijke macht waren getreden omdat zij zelfstandig waren geworden. In de tweede klasse zaten de erfgenamen op basis van gewoonte en wet. Onder de derde klasse vielen de bloedverwanten tot de 6 de graad en onder de laatste klasse de overlevende echtgenoot. Onder het Edict van de Preator, kon een bonorum possessio ook worden verleend via het testament. 13 Onder het Justiaanse recht werden de overblijfselen van het agnatische stelsel opgeruimd. Hier werd de erfopvolging door bloedverwanten opnieuw geregeld. Het Justiaanse erfrecht, zoals vermeld in novelle 118, ging uit van vier klassen. 14 De eerste klasse bestond uit nakomelingen, ofwel descendenten. De tweede klasse uit de ouders, en de volle broers en zusters. De derde klasse uit halfbroers en halfzussen en de vierde klasse uit andere verwanten uit de zijlijn. Als de eerste klasse erfde, konden de overige klassen niet meer erven. In het recht van Justinianus werd voor het eerst de gelijkstelling tussen man en vrouw in de erfopvolging bij versterf doorgevoerd.men mocht hun aanverwanten niet zomaar onterven, maar moest hen een wettelijk erfdeel, ofwel legitieme portie, nalaten om nietigheid van het testament te voorkomen. 15 Novelle 115 van Justinianus gaf een uitputtende opsomming van gegronde redenen of een erflater onbehoorlijk gehandeld had door ouders, kinderen, broers en zusters te onterven of passeren. De hoogte van de legitieme portie was een kwart van de versterfpositie.voor de kinderen werd deze verhoogd. Bij 3 of 4 kinderen bedroeg de legitieme portie een derde van de versterfpositie, bij meer kinderen bedroeg de legitieme portie de helft van de versterfpositie. Om onder het Justiaanse recht een testament te maken, waren zeven getuigen verreist. Later kon een openbaar testament gedeponeerd worden bij het archief van de rechtbank De erfrechtelijke positie van het stiefkind onder het Romeins recht. In het begin van de Romeinse periode konden stiefkinderen alleen erven indien de stiefkinderen onder de vaderlijke macht van de stiefvader vielen en de stiefvader in eigen recht stond. 16 De stiefvader mocht niet zelf onder vaderlijke macht staan. Van een stiefmoeder kon nooit geërfd worden, omdat de stiefmoeder geen eigen vermogen had of omdat de stiefmoeder nooit de vaderlijke macht over het stiefkind kon hebben. Onder het Edict van de Preator kwam 12 Kasser & Wubbe 1971, p Kasser & Wubbe 1971, p Kasser & Wubbe 1971, p Kasser & Wubbe 1971, p Draaisma 2001, p

10 bloedverwantschap steeds meer naar voren. Hierdoor gold voor het stiefkind dat onder het Edict van de Preator alleen de mogelijkheden verbeterd werden indien het stiefkind geadopteerd was, aangezien het stiefkind dan als bloedverwant werd gezien. Door de invoering Novelle 118 was de wettelijke erfopvolging tussen stiefouder en stiefkind onmogelijk geworden onder het Justiaanse recht. Bloedverwantschap werd het leidende beginsel. 17 Voor het Romeins testamentair erfrecht moest voor stiefkinderen worden bekeken of het kind een stiefvader of een stiefmoeder had. 18 Indien het kind een stiefvader had, moest het kind onder zijn vaderlijke macht vallen. 19 Dit kon bijvoorbeeld door adoptie. Indien het stiefkind niet onder de vaderlijke macht van de stiefvader viel, kon een mondige in eigen recht zijnde stiefvader waarschijnlijk via testament aan het stiefkind erven. Indien het stiefkind onder de vaderlijke macht van een ander dan de stiefvader viel, dan kwam de erfenis toe aan de oudste in leven zijnde stamvader. Indien het stiefkind mondig en niet aan de vaderlijke macht van iemand anders onderworpen was, kon het stiefkind via testament van de stiefvader erven. Het was mogelijk dat het via testament aan het stiefkind vererfde deel met de legitieme portie geconfronteerd werd. Een vrouw die in manu met haar man getrouwd was, stond onder de vaderlijke macht van de oudste in leven zijnde stamvader. Een vrouw in manu was onbekwaam om een testament te maken. 20 Daarnaast had een vrouw in manu zelf geen vermogen. Daardoor was het onmogelijk voor een vrouw om aan stiefkinderen te erven. Indien de vrouw niet onder de vaderlijke macht van de oudste in leven zijnde stamvader stond, was de vrouw wel bekwaam een testament te maken. Het stiefkind erfde voor zichzelf indien het mondig was en niet aan vaderlijke macht was onderworpen. 21 Indien het stiefkind aan de vaderlijke macht was onderworpen, erfde de oudste in leven zijnde stamvader. 2.2 Het Germaanse erfrecht Het Germaans erfrecht is ontleend aan de gezamenlijke eigenaars van de boedel. 22 Er kon niet individueel over het vermogen beschikt worden. Er was immers altijd een hoofd van de stam. Indien het stamhoofd stierf, ging het beheer van het familievermogen over naar degene die daartoe was geroepen op grond van de regels van het gewoonterecht. De ontwikkeling van het Germaanse erfrecht was sterk verbonden met grondeigendom. Vrouwen konden de roerende zaken uit de nalatenschap erven. 23 Mannen konden de onroerende zaken, zoals de grond, erven. Later verdween 17 Spruit 2003, p Draaisma 2001, p Idem. 20 Idem. 21 Draaisma 2001, p Fockema Andreae 1906, p Fockema Andreae 1906, p

11 deze scheiding. Wel bleef het zo dat per graad de man voor de vrouw erfde. 24 In Nederland gold tijdens de Germaanse periode niet één erfrecht, maar er was sprake van verschillende vormen erfrecht per delen van provincies. 25 Zo was er bijvoorbeeld het schependomsrecht. Bij overlijden van de erflater ging het goed terug naar waar het vandaan kwam. Ook het aasdomsrecht kwam voor. De hoofdregel was daarbij de naaste in het bloed, erft het goed. Hier ging de vererving eerst naar de kinderen, dan de ouders en dan pas naar de broers en zussen. 26 Later werden alle verschillende soorten recht meer naar elkaar toegebracht, mede doordat burgers zich makkelijker konden verplaatsen en meer eigendom verkregen. 27 De Staat heeft in 1580 geprobeerd bij Politieke Ordonnantie een eenvormig erfrecht in de provincie Holland in te voeren. 28 De regeling bracht een grote omslag bij het oude aasdomsrecht. Om dit te verzachten is in 1599 een nieuwe Ordonnantie opgesteld. 29 Hierbij erfden eerste de kinderen, dan de ouders en vervolgens broers en zusters. Indien er een ouder ontbrak, verkreeg de langstlevende de helft. Halfbroers en zusters erven indien er geen bloedverwanten in de opgaande lijn waren. Indien er geen afstammelingen, noch ouders, noch broers en zussen, noch afstammelingen van deze tot de 4 de graad waren, erfden de neven en nichten, ooms en tantes en achterneven en nichten bij plaatsvervulling. Ten aanzien van bastaarden gold in het begin van de Germaanse periode dat bastaarden konden mee-erven van hun vader indien het kind erkend was. 30 Deze erkenning mocht zelfs stilzwijgend zijn. Van de moeder kon het kind erven indien het kind uit een vrije vrouw is geboren. 31 Deze vrouw stond dan niet onder de macht van haar echtgenoot. Later werd de positie van de bastaard verslechterd. 32 De bastaard kon toen niet meer erven van de vader. Tijdens de Saksenspiegel werd de bastaard rechteloos. 33 De bastaard kon niet erven van de vader, maar wel van de moeder en moederlijke verwanten. Voor bloedschennige en overspelige kinderen gold dat deze kinderen niet van de moederlijke en niet van de vaderlijke nalatenschap konden erven. De bloedschennige en overspelige kinderen konden enkel aanspraak maken op onderhoud. 34 In het begin van de Frankisch-Germaanse periode kwam de functie van het testament naar voren via een affatomie. 35 Hierbij kreeg een tussenpersoon de opdracht het vermogen later over te geven aan de begiftigde. De affatomie werd niet gezien als een testament. Het testament werd pas ingevoerd in 24 Fockema Andreae 1906, p Fockema Andreae 1906, p. 291 e.v.. 26 Fockema Andreae 1906, p Fockema Andreae 1906, p Fockema Andreae 1906, p Fockema Andreae 1906, p Fockema Andreae 1906, p Fockema Andreae 1906, p Fockema Andreae 1906, p Fockema Andreae 1906, p Fockema Andreae 1906, p Fockema Andreae 1906, p

12 de vroege Middeleeuwen en was vooral ter bevoordeling van de kerk. 36 Later ging de ontwikkeling verder, waarbij ook buitenstanders bevoordeeld mochten worden. De inhoud van een testament kon per provincie of stad verschillen De erfrechtelijke positie van het stiefkind onder het Germaans recht Zoals uit het bovenstaande blijkt was er onder het Germaanse recht niets voor het stiefkind geregeld. Het Germaanse recht ging uit van de hoofdregel de naaste in het bloed, erft het goed. Dit kwam ook terug in de in 1599 ingevoerde Ordonnantie. Alleen bloedverwanten konden erven. Zelfs de echtgenoot had geen recht op de nalatenschap van de overleden echtgenote. Ten aanzien van het stiefkind betekende dit waarschijnlijk dat het stiefkind niet kon erven onder het versterferfrecht van de stiefouder. Een stiefkind had namelijk geen bloedband met de stiefouder. Om een stiefkind een juridische band met de stiefouder te geven, moest het stiefkind geadopteerd worden. Onder het testament konden later buitenstaanders bevoordeeld worden. Dit zou kunnen betekenen dat ook stiefkinderen via het testament van de stiefouder konden erven. 2.3 Franse Code Civil tot aan de codificatie van het Burgerlijk Wetboek in 1992 De gevolgen van Franse revolutie schepte eenheid in de chaos van de verschillende soorten erfrecht die golden onder het Germaanse recht. 38 Het maakte een einde aan het aasdomsrecht en het schependosmrecht. Voor de vaststelling van de groepen erfgenamen werd gekeken naar het Franse recht. 39 Deze werden ook opgenomen in de Code Civil. De Code Civil kende vier groepen erfgenamen, namelijk: 1) descendenten, 2)ouders, broers en zussen en afstammelingen van de broers en zussen, 3) overige ascendenten en 4) de overige zijverwanten. 40 Ook kon onder de Code Civil de echtgenoot, natuurlijke bloedverwanten en de Staat tot de nalatenschap worden geroepen. In 1838 vond de codificatie van het burgerlijk recht in Nederland plaats. Deze is gebaseerd op de Franse Code Civil. De volgorde van erfgenamen onder de Code Civil werd in het wetboek van 1838 overgenomen. Indien de wettige en natuurlijke bloedverwanten ontbraken, kon de echtgenoot als erfgenaam worden geroepen. Bij de erfrechtnovelle van 17 februari 1923werd aan de langstlevende echtgenoot voor het eerst erfrecht bij versterf toegekend. 41 Hierin werd de echtgenoot gelijkgesteld met de kinderen van de erflater Fockema Andreae 1906, p Fockema Andreae 1906, p. 325 e.v.. 38 Asser/Perick 4 e 2009, p Asser/Perick 4 e 2009, p Asser/Perick 4 e 2009, p Wet van 17 februari 1923, Staatsblad Smidt (compendium) 1977, p

13 Om onder de Franse Code Civil een testament te maken, moest je bekwaam worden geacht. Zo waren bijvoorbeeld doofstommen onbekwaam om een testament te maken. Om erfgenaam te zijn, moest je door gewoonte, testament of wet tot de nalatenschap geroepen zijn en bestaan op het moment dat de erflater overleed De erfrechtelijke positie van het stiefkind onder het Napoleons recht Onder het Napoleons recht was niets geregeld voor de erfrechtelijke positie van het stiefkind. Bij de invoering van de Code Civil werd uitgegaan van wettige en natuurlijke bloedverwanten. Indien deze niet bestonden kon de echtgenoot en anders de Staat erven. Hieruit valt af te leiden dat het stiefkind niet kon erven van de stiefouders. Een stiefkind was namelijk geen wettig of natuurlijk bloedverwant van de stiefouders. Het stiefkind kan alleen als wettig bloedverwant worden aangemerkt indien het stiefkind geadopteerd was door de stiefouder. Pas bij de erfrechtsnovelle van 17 februari 1923 werd getracht benadeling van de stiefkinderen te voorkomen. Doordat aan de langstlevende echtgenoot het versterferfrecht werd toebedeeld, kon een tweede of latere echtgenoot in beginsel na het overlijden van de huwelijkspartner als erfgenaam tot de nalatenschap worden geroepen. Wel gold de beperking dat de tweede of latere echtgenoot niet bevoordeeld mocht worden door de erflater ten opzichte van kinderen uit een eerder huwelijk van de overleden partner. In het wetboek van 1971 werd deze beperking tot bevoordeling van de tweede of latere echtgenoot opgeheven Codificatie erfrecht in Burgerlijk Wetboek van 1992 Het oude erfrecht bij versterf van 1992 kende een groepensysteem. 45 De echtgenoot en de kinderen vielen onder groep 1. Onder groep 2 ouders en volle en halve broers en zussen. Onder de groepen 3 en 4 vielen bloedverwanten in verdere graden. De kinderen en de echtgenoot erfden allemaal voor gelijke delen volgens artikel 4:899 e.v. oud BW. De kinderen konden als erfgenaam worden afgewezen vanwege onwaardigheid, verwerping of onterving. 46 Een echtgenoot kon enkel niet erven bij vooroverlijden. Door middel van plaatsvervulling werd dan bepaald wie staaksgewijs voor welk gedeelte de plaats mocht innemen. Bij de verdeling van de nalatenschap was de echtgenoot afhankelijk van de medewerking van de kinderen. Onder het oude versterferfrecht verkreeg de langstlevende geen bijzondere positie Blokland e.a. 2010, p Asser/Scholten 1974, p Kolkman e.a p Kolkman e.a p Kolkman e.a p

14 Onder het oude erfrecht bij versterf hadden eigen kinderen recht op een legitieme portie. Deze was enigszins anders dan de legitieme portie die we nu kennen. 48 De oude legitieme portie was afhankelijk van het aantal kinderen. Indien er één eigen kind in de verdeling van de nalatenschap meedoet, bedroeg de legitieme portie de helft van het bedrag dat het eigen kind geërfd had indien er geen testament was. Bij twee kinderen zou dit twee/derde van het bedrag zijn dat het eigen kind geërfd had indien er geen testament was. Het overige gedeelte zou dan gaan naar andere legitimarissen. De positie van degene die recht had op een legitieme portie, een legitimaris, was sterker onder het oude erfrecht dan onder het nieuwe erfrecht. 49 Onder het oude erfrecht was de legitimaris erfgenaam en had dus niet alleen een vordering in geld, maar had ook recht op goederen uit de nalatenschap. Daarnaast verviel het recht op de legitieme portie onder het oude erfrecht nooit. Ook hoefden de kinderen de executeur niet te dulden. Onder het nieuwe erfrecht verkrijgt de legitimaris alleen een vordering in geld. Ook geldt onder het nieuw erfrecht dat de legitieme portie niet toekomt aan iemand die onwaardig is of de nalatenschap verwerpt. 50 Wel kan bij onwaardigheid van de legitimaris de afstammelingen van de legitimaris in de plaats treden. Zoals uit bovenstaande blijkt had de echtgenoot van de erflater geen bijzondere positie. Om onder het oude erfrecht de echtgenoot toch goed achter te laten werd vaak gebruik gemaakt van de ouderlijke boedelverdeling in een testament. 51 Bij de ouderlijke boedelverdeling werd de hele nalatenschap toebedeeld aan de echtgenoot. 52 Wel moest ieder eigen kind als deelgenoot optreden. Indien een kind werd overgeslagen was de ouderlijke boedelverdeling nietig. Dit betekende dat een erflater alleen de ouderlijke boedelverdeling kan maken tussen de vrouw, man en kinderen De erfrechtelijke positie van het stiefkind voor de codificatie van het BW van 2003 Onder het oude erfrecht was nog steeds niets geregeld voor het stiefkind. Eigenlijk viel het stiefkind onder het oude erfrecht nergens onder, aangezien het stiefkind geen bloedverwant was van de stiefouder. Het stiefkind kon niet erven van de stiefouder. Het stiefkind kon alleen een juridische band krijgen met de stiefouder indien de stiefouder het stiefkind adopteerde. Dan werd het stiefkind aangemerkt als juridisch kind van de (stief)ouder, ofwel eigen kind van de voorheen stiefouder. 48 E. Linde, Oude en nieuwe legitieme portie, < 49 Idem. 50 Heuff Mon. Nieuw BW B , p Kolkman e.a p. 558 en artikel 4:1167 oud BW. 52 Van Mourik, Handboek Erfrecht (2011), p Pleysier 2001, p

15 Ten aanzien van het testamentair erfrecht gold dat een stiefkind niet betrokken mocht worden in de ouderlijke boedelverdeling. 54 Het stiefkind kon dus niet erven onder de ouderlijke boedelverdeling. Onder het oude erfrecht kon aan stiefkinderen hooguit een geldbedrag worden toegekend via een legaat. 55 Hierbij werd een persoonlijk vorderingsrecht toegekend aan de legataris. Een legataris is degene die recht heeft op dit vorderingsrecht, in dit geval het stiefkind. Dit legaat was op dezelfde gronden als de legitieme portie van eigen kinderen opeisbaar. De ouderlijke boedelverdeling werkte zelfs ten nadele van stiefkinderen. 56 Indien de man overleed en zijn gehele vermogen aan de vrouw naliet, kregen de eigen kinderen van de man een vordering op de vrouw. Op deze vordering zat vaak een rente, die in de loop der jaren flink op kon lopen, waardoor van de nalatenschap aan de vrouw niets tot weinig meer overbleef. De gehele nalatenschap zou eigenlijk weer terugvloeien naar de eigen kinderen. Indien de vrouw overleed, konden de stiefkinderen van de man, de eigen kinderen van de vrouw, daardoor niet meer indirect erven van de nalatenschap van de man. 2.5 Waarom artikel 4:27 BW is opgenomen in het Nieuw Burgerlijk Wetboek De wetgever heeft onder het oude erfrecht van 1992 geen rekening gehouden met stiefkinderen. 57 Voordat het nieuwe erfrecht werd ingevoerd ontbrak een regeling over stiefkinderen in de aard van artikel 4:27 BW. 58 Onder het nieuwe erfrecht van 2003 kan een stiefkind door middel van een testament als eigen kind in de wettelijke verdeling worden betrokken.aangezien er onder het oud erfrecht geen rekening is gehouden met stiefkinderen, is de vraag gerechtvaardigd waarom de wetgever dit onder het nieuwe erfrecht wel heeft gedaan. In de praktijk komt het vaak voor dat ouders stiefkinderen en kinderen gelijk willen behandelen. 59 Om deze reden is artikel 4:27 BW ingevoerd. De voorziening in artikel 4:27 BW gaat verder dan onder de ouderlijke boedelverdeling mogelijk was, maar wordt wenselijk geacht vanuit het oogpunt van gelijke behandeling van eigen kinderen en stiefkinderen Samenvatting en conclusie Onder het Romeinse recht heeft een ontwikkeling plaatsgevonden van een situatie waarin alleen mannen en kinderen die onder de macht van de erflater stonden konden erven naar de klassen in Novelle 118. Hieronder vielen de kinderen, ouders en volle broers en zusters, halfbroers en 54 Van Mourik, Handboek erfrecht (2011), p Kolkman e.a. 2010, p Van Dooren 1991, p Van Mourik, Handboek Erfrecht (2011), p Burgerhart e.a p Vijfde Nota van Wijziging, p Idem. 14

16 halfzussen en andere verwanten uit de zijlijn. Stiefkinderen konden onder het versterfrechtrecht alleen van de stiefvader erven indien de stiefkinderen onder vaderlijke macht van de stiefvader stond. Het stiefkind kon niet van de stiefmoeder erven. Een stiefkind kon via een testament van de stiefvader erven, indien het stiefkind niet onder de vaderlijke macht van iemand anders stond en mondig was. Een stiefmoeder was alleen bekwaam om via een testament aan haar stiefkind te erven indien de stiefmoeder niet onder de vaderlijke macht van de oudste in leven zijnde stamvader stond. Onder het Germaanse recht kon men in het begin helemaal niet erven. Later heeft een ontwikkeling plaatsgevonden naar verschillende soorten erfrecht, waaronder het aasdomsrecht en het scheepdomsrecht. Bij Ordonnantie van 1580 en 1599 heeft men geprobeerd een eenvormig erfrecht in te voeren voor de provincie Holland. Het uitgangspunt was de naaste in het bloed, erft het goed. Dit betekent dat stiefkinderen niet konden erven. Via een testament kon in het begin alleen aan de kerk geërfd worden. Later kon dit ook aan buitenstaanders, dus mogelijk ook stiefkinderen. Onder het Franse recht werd de Code Civil ingevoerd. Hierbij werd de volgende erfrang ontwikkeld: 1) descendenten, 2) ouders, broers en zussen en afstammelingen van de broers en zussen, 3) overige ascendenten en 4) de overige zijverwanten. Deze erfrang is overgenomen in het Burgerlijk Wetboek van Pas bij de erfrechtnovelle van 1923 werd een bescherming geboden tegen benadeling van het stiefkind. Deze was in 1971 weer afgeschaft. Onder het oude erfrecht bij versterf van 1992 kon een stiefkind niet erven van de stiefouder. Indien er gebruik werd gemaakt van de ouderlijke boedelverdeling, kon hierin alleen de echtgenoot en eigen kinderen worden betrokken. Aan het stiefkind kon alleen een legaat worden gemaakt. Deze zou dan opeisbaar zijn op dezelfde gronden als bij de legitieme portie van de eigen kinderen. Vanuit het oogpunt dat gelijke behandeling van eigen kinderen en stiefkinderen wenselijk wordt geacht, is in 2003 artikel 4:27 BW ingevoerd. Hierin heeft de erflater de mogelijkheid om het stiefkind via het testament gelijk te stellen met het eigen kind. Hierop wordt in de volgende hoofdstukken ingegaan. Geconcludeerd kan worden dat in de rechtshistorie weinig rekening is gehouden met het stiefkind. Indien het al mogelijk was om aan het stiefkind te vererven, was dit onder het testamentaire recht. 15

17 Hoofdstuk 3: De erfrechtelijke positie van het stiefkind onder het nieuwe erfrecht In dit hoofdstuk wordt de erfrechtelijke positie van het stiefkind onder het erfrecht van 2003 behandeld. Dit hoofdstuk is van belang om de erfrechtelijke positie van het stiefkind met de erfrechtelijke positie van het eigen kind te kunnen vergelijken. De erfrechtelijke positie van het eigen kind wordt behandeld in hoofdstuk vier, waar ook de vergelijking wordt gemaakt tussen de erfrechtelijke positie van het stiefkind en de erfrechtelijke positie van het eigen kind. Allereerst komt in paragraaf één van dit hoofdstuk het begrip stiefkind aan de orde. In paragraaf twee wordt het betrekken van het stiefkind in de wettelijke verdeling behandeld. In paragraaf 3 wordt de grootte van het erfdeel van het stiefkind nader geanalyseerd. In paragraaf vier worden het stiefoudergevaar en de daarbij behorende wilsrechten behandeld, waarna in paragraaf 5 de legitieme portie en het stiefkind aan de orde komt. Vervolgens wordt in paragraaf 6 antwoord gegeven op de vraag hoe met eventuele giften aan het stiefkind wordt omgegaan. In paragraaf zeven komen de sommen ineens aan het stiefkind aan de orde, waarop de bedrijfsopvolging van het stiefkind volgt. Tot slot wordt een samenvatting gegeven en conclusies getrokken. 3.1 Begrip stiefkind Voor dit hoofdstuk is van belang wat onder het begrip stiefkind wordt verstaan. Dit begrip is in hoofdstuk 2 al kort aangehaald, maar wordt hier nader gedefinieerd. Voor het begrip stiefkind is aangesloten bij wat maatschappelijk gangbaar is. 61 Zo wordt volgens artikel 4:8 lid 3 BW onder stiefkind verstaan een kind van de echtgenoot of geregistreerd partner van de erflater, van welk kind de erflater niet zelf de ouder is. Dit blijkt ook uit artikel 1:395a lid 2 BW, maar daar staat het niet met zoveel woorden uitgelegd. Het begrip stiefkind wordt in artikel 4:8 BW gedefinieerd vanuit het gezichtspunt van de erflater. 62 Volgens Kremer zijn er twee soorten stiefbroers en stiefzusters indien wordt gekeken vanuit het gezichtspunt van het eigen kind van de erflater, namelijk halfbroers en halfzussen en andere kinderen van de echtgenoot van de erflater. 63 In een gezin kan dus sprake zijn van drie soorten kinderen: de kinderen van de man, de kinderen van de vrouw en de gezamenlijke kinderen. Tussen de kinderen van de man en de kinderen van de vrouw bestaat geen bloedverwantschap of aanverwantschap. Bij bloedverwantschap stamt de een van de ander af of wordt dezelfde voorouder gedeeld. Aanverwantschap is de verhouding tussen de ene echtgenoot of geregistreerd partner en de bloedverwanten van de andere echtgenoot of geregistreerd partner. 61 Nota II Bezemwet, p Kremer 2009a (groene serie). 63 Idem. 16

18 Meijer spreekt van koude stiefkinderen indien er geen aanverwantschap of bloedverwantschap bestaat tussen de kinderen van de man en de kinderen van de vrouw. 64 In artikel 4:8 lid 3 BW is ook bepaald dat een stiefkind blijft aangemerkt als stiefkind indien het huwelijk of geregistreerd partnerschap is beëindigd. Doordat een stiefkind blijft aangemerkt als stiefkind na beëindiging van het huwelijk of geregistreerd partnerschap is het mogelijk dat echtgenoten of geregistreerd partners een stiefkind in de wettelijke verdeling kunnen betrekken, waarmee beide echtgenoten of geregistreerd partners geen bloedverwantschap hebben. 65 Volgens artikel 1:3 lid 3 blijft de aanverwantschap bestaan indien het huwelijk wordt beëindigd. Indien het gaat om beëindiging van het geregistreerd partnerschap blijft de aanverwantschap niet bestaan. Het begrip stiefkind houdt verband met het begrip stiefouder. De wetgever heeft tot nu toe verzuimd om een definitie van stiefouder in de wet op te nemen. Uit artikel 1:395 BW kan echter worden afgeleid wat onder stiefouder wordt verstaan. Dit artikel bepaalt namelijk dat een stiefouder onverminderd het bepaalde in artikel 395(a) van dit boek, alleen verplicht is gedurende het huwelijk of het geregistreerd partnerschap levensonderhoud te verstrekken aan de tot het gezin behorende minderjarige kinderen van de echtgenoot of geregistreerde partner. Dit houdt in dat er volgens de wetgever sprake is van een stiefouder indien een persoon een huwelijk of geregistreerd partnerschap is aangegaan met een ander persoon, die al een minderjarig kind heeft. Dit stiefkind moet binnen dat gezin verblijven. Uit artikel 1:395 BW blijkt dat de stiefouder verplicht is het stiefkind van de echtgenoot of geregistreerd partner te onderhouden. Deze verplichting tot onderhoud stopt wanneer het huwelijk of geregistreerd partnerschap beëindigd wordt. 3.2 Stiefkind betrekken in de wettelijke verdeling De wettelijke verdeling houdt in dat de langstlevende echtgenoot of geregistreerd partner de gehele nalatenschap verkrijgt. De kinderen verkrijgen een geldvordering naar gelang hun erfdeel op de langstlevende. De wettelijke verdeling vereist dat ten minste één echtgenoot of geregistreerd partner en één of meer kinderen als erfgenaam worden achtergelaten. 66 Het is niet van belang of de status van erfgenaam aan de wet of aan het testament wordt ontleend. De echtgenoot en eigen kinderen zijn erfgenaam op grond van de wettelijke verdeling bij het versterferfrecht. Zij verlenen hun status dus aan de wet. Op grond van artikel 4:27 BW kan een stiefkind als eigen kind in de wettelijke verdeling worden betrokken. Dit moet door de erflater worden opgenomen in het testament. Het stiefkind kan niet onder het versterferfrecht in de wettelijke verdeling worden betrokken. Het stiefkind verleent de status van erfgenaam alleen aan het testament. De erflater kan 64 Meijer 2002, p Kremer 2009a (groene serie). 66 Artikel 4:13 lid 1 BW. 17

19 een stiefkind bij naam noemen in een testament, een zogenaamde expliciete erfstelling. De erflater kan ook in het testament aangeven dat alle stiefkinderen in de wettelijke verdeling worden betrokken. Dit wordt impliciete erfstelling genoemd. Bij de impliciete erfstelling worden geen namen genoemd van de stiefkinderen. Indien de erflater de expliciete erfstelling is vergeten, wordt een gelijkstelling met een eigen kind in het testament als impliciete erfstelling van het stiefkind gezien. 67 De benoeming van het kind tot erfgenaam wordt niet beïnvloed doordat de wettelijke verdeling niet werkt, waardoor de langstlevende echtgenoot niet de gehele nalatenschap verkrijgt en de kinderen en de in de wettelijke verdeling betrokken stiefkinderen een vordering op de langstlevende. Indien de wettelijke verdeling niet werkt, erft iedere erfgenaam voor gelijke delen en is deze erfenis onmiddellijk opeisbaar. De wettelijke verdeling werkt bijvoorbeeld niet wanneer de langstlevende echtgenoot de wettelijke verdeling ongedaan maakt op grond van artikel 4:18 BW. Hierdoor wordt de erfrechtelijke positie van het stiefkind niet aangetast. Het stiefkind blijft erfgenaam, ondanks dat de wettelijke verdeling niet werkt. Uit bovenstaande blijkt dat de wettelijke verdeling alleen werkt indien aan de wettelijke vereisten wordt voldaan. Dit houdt in dat ten minste één echtgenoot en één of meer kinderen als erfgenaam worden achtergelaten. Het is niet mogelijk om een stiefkind in de wettelijke verdeling te betrekken wanneer de erflater geen eigen kinderen heeft of de wettelijke verdeling niet mede toegepast is. 68 De echtgenoot moet als erfgenaam optreden. De echtgenoot mag daarbij niet van tafel en bed gescheiden zijn. Ook mag de echtgenoot niet onterfd zijn of de nalatenschap verwerpen. Volgens de wetgever kan de wettelijke verdeling werken indien de erflater heeft bepaald dat het stiefkind naast de eigen kinderen in de wettelijke verdeling wordt betrokken en de eigen kinderen, door welke oorzaak dan ook, niet als erfgenaam optreden. 69 Zo staat onterving van een eigen kind de inwerkingtreding van de wettelijke verdeling niet in de weg, mits ten minste één eigen kind als erfgenaam overblijft. 70 Treedt geen eigen kind als erfgenaam op, maar kan ten aanzien van ten minste één eigen kind plaatsvervulling plaatsvinden, dan werkt de wettelijke verdeling ook. 71 Dit betekent dat als een kleinkind in de plaats treedt van een eigen kind van de erflater, de wettelijke verdeling werkt. Ook wanneer alle eigen kinderen niet als erfgenaam optreden, bijvoorbeeld doordat ze verwerpen, blijft de wettelijke verdeling werken. De erflater heeft in deze gevallen de intentie gehad om het stiefkind in de wettelijke verdeling te betrekken, maar achteraf blijkt dat van betrekken geen sprake meer kan zijn, aangezien de wettelijke verdeling niet meer werkt. Er wordt namelijk niet meer aan het vereiste voldaan dat één eigen kind in de wettelijke verdeling wordt 67 Nota NE, p Van Mourik, Handboek erfrecht (2011), p Nota II Bezemwet, p Van Mourik, Handboek erfrecht (2011), p Idem. 18

20 betrokken. Dat de wettelijke verdeling niet zou werken, brengt met zich mee dat de echtgenoot en het stiefkind ieder voor de helft aanspraak maken op de nalatenschap, terwijl dit potentieel niet de bedoeling was van de erflater. De bedoeling van de erflater was mogelijk dat het stiefkind een opeisbare vordering ten opzichte van de langstlevende echtgenoot zou krijgen. Ondanks dat de minister het voorgaande heeft besloten, zijn de meningen hierover verdeeld. Mellema-Kranenburg is van mening dat de wettelijke verdeling niet kan ontstaan tussen een echtgenoot en een stiefkind, omdat artikel 4:13 alleen over kinderen spreekt en niet over stiefkinderen. 72 Ook voert Mellema- Kranenburg aan dat artikel 4:27 BW over betrekken spreekt. Dit zou impliceren dat het stiefkind alleen betrokken kan worden indien er een echtgenoot en minimaal één kind in de wettelijke verdeling zitten. Tot slot noemt Mellema-Kranenburg de ratio van de regelgeving. Het doel is een gelijke behandeling van het stiefkind met het eigen kind. Volgens Mellema-Kranenburg wordt aan dit doel voorbij geschoten wanneer het stiefkind alle andere kinderen buiten spel zet. Van Mourik en Kraan sluiten zich wel aan bij de beslissing van de minister, omdat er anders tegen de bedoeling van de erflater wordt ingegaan om het stiefkind en het eigen kind gelijk te behandelen. 73 Op grond van artikel 4:27 BW kan bij stiefkinderen plaatsvervulling plaatsvinden. Bij plaatsvervulling treden de afstammelingen van een erfgenaam, hier het stiefkind, in de plaats van de erfgenaam. 74 Dit kan gebeuren indien het stiefkind onwaardig is, de nalatenschap verwerpt, een opgelegde last niet nakomt of het erfgenaamschap vervallen wordt verklaard. Dat bij stiefkinderen die betrokken zijn in de wettelijke verdeling plaatsvervulling kan plaatsvinden, staat in contrast met het feit dat afstammelingen van testamentaire erfgenamen niet bij plaatsvervulling kunnen erven. De plaatsvervulling kan bij testament worden uitgesloten. De wettekst en de wetsgeschiedenis geven geen duidelijkheid over de vraag of afstammelingen van een ten tijde van het testeren overleden stiefkind in de wettelijke verdeling kunnen worden betrokken Uit bovenstaande blijkt dat het niet uitmaakt of een erfgenaam via het wettelijk versterfrecht of via een testament als erfgenaam wordt aangemerkt. Aangezien een stiefkind alleen door een testament als erfgenaam kan worden aangemerkt, verzet niets zich er tegen dat een erflater ten behoeve van de afstammeling van de ten tijde van het testeren overleden stiefkind een erfstelling maakt. 75 Dit betekent dat de erflater een vooroverleden stiefkind in de wettelijke verdeling kan betrekken, waardoor de afstammelingen van het stiefkind in de nalatenschap kunnen erven. Hieruit volgt dat de erflater vrij is om beschikkingen te maken ten behoeve van afstammelingen van het stiefkind. 72 Mellema-Kranenburg 2000, p Van Mourik, Handboek erfrecht (2011), p. 55; Kraan 2000, p Kremer 2009b (groene serie). 75 Breemhaar 2004, p

21 3.3 Stiefkind en grootte van het erfdeel De wettekst van artikel 4:27 BW lijkt ervan uit te gaan dat een stiefkind voor hetzelfde deel betrokken kan worden in de verdeling als het eigen kind. 76 Volgens Breemhaar blijkt uit artikel 4:27 BW dat het niet noodzakelijk is dat het eigen kind en het in de wettelijke verdeling betrokken stiefkind voor gelijke delen in de nalatenschap worden betrokken. 77 Er is namelijk geen verplichting opgenomen in de wet. Daarnaast stelt Perick dat de opvatting, dat in de praktijk ouders regelmatig hun stiefkind op erfrechtelijk gebied gelijk willen behandelen met het eigen kind, niet vol te houden is. 78 De erflater kan namelijk in een testament één of meer eigen kinderen voor meer of minder dan hun versterfdeel benoemen. Dit zou betekenen dat ook het stiefkind voor meer of minder dan het versterfdeel benoemd kan worden. 3.4 Stiefoudergevaar en wilsrechten Indien een ouder overlijdt, gaat onder het versterferfrecht de gehele nalatenschap naar de langstlevende echtgenoot. Zolang de langstlevende niet hertrouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat, kunnen de eigen kinderen gerust zijn dat de erfenis van de eerst overledene aan hen wordt nagelaten bij overlijden van de langstlevende echtgenoot. Indien de langstlevende echtgenoot hertrouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat, is de kans aanwezig dat de nalatenschap van de eerst overledene naar de andere familie, ofwel de stieffamilie, gaat. Dit kan zijn indien de langstlevende van het eerste huwelijk overlijdt vóór de nieuwe echtgenoot. Dan geldt onder het versterferfrecht dat de hele nalatenschap naar de langstlevende nieuwe echtgenoot gaat. Dit wordt het stiefoudergevaar of stieffamiliegevaar genoemd. Door gebruik te maken van de wilsrechten kan worden voorkomen dat de nalatenschap bij de familie van de nieuwe echtgenoot terechtkomt. Een stiefkind dat als eigen kind in de wettelijke verdeling is betrokken kan twee wilsrechten verkrijgen. 79 Zo is in artikel 4:21 BW bepaald dat een stiefkind die een geldvordering op de overleden ouder heeft verkregen, de stiefouder verplicht kan stellen om goederen over te dragen ter hoogte van de geldvordering onder voorbehoud van vruchtgebruik van deze goederen aan de stiefouder. Vruchtgebruik betekent dat het stiefkind wel het juridisch eigendom verkrijgt, maar dat de stiefouder de goederen mag blijven gebruiken. In artikel 4:22 BW is bepaald dat indien de stiefouder overlijdt, de erfgenamen goederen ter waarde van de hoogte van de geldvorderingen dienen over te dragen. Hierover verkrijgt het stiefkind meteen het volle eigendom. De familie van de stiefouder heeft geen recht op gebruik van de goederen. Volgens de minister heeft een stiefkind geen behoefte aan de 76 Vijfde Nota van Wijziging, p Breemhaar 2003b, p Asser/Perick 2009, p Artikel 4:21 en 4:22 BW. 20

22 wilsrechten van artikel 4:19 en 4:20 BW, waarin is bepaald dat aan een kind goederen moeten worden overgedragen indien de langstlevende ouder hertrouwt of overlijdt. 80 Dit wordt in paragraaf 4.5 uitgebreider behandeld. De erflater kan in het testament afwijkende beschikkingen maken betreffende de wilsrechten. Afdeling 1 van boek 4 BW is namelijk niet van dwingend recht, wat impliceert dat de wilsrechten geheel uitgesloten kunnen worden. Tevens kan de erflater een keuze maken tussen de wilsrechten die van toepassing verklaard kunnen worden. 3.5 Legitieme portie en het stiefkind De legitieme portie houdt in dat een legitimaris aanspraak kan maken op een gedeelte van de nalatenschap, ook al is de legitimaris geen erfgenaam. Een legitimaris is een persoon die recht heeft op een legitieme portie. Het stiefkind is geen legitimaris en heeft dus geen recht op een legitieme portie. 81 Toch is bij het maken van het nieuwe erfrecht bij de legitieme portie rekening gehouden met het stiefkind. De wet heeft voorzieningen getroffen ter bescherming van het in de wettelijke verdeling betrokken stiefkind tegen aanspraken van de eigen kinderen. 82 De eigen kinderen hebben namelijk wel recht op een legitieme portie. Een bescherming die de wet beoogt voor het in de wettelijke verdeling betrokken stiefkind is dat op makingen en giften aan dat stiefkind geen inkorting plaatsvindt. 83 Een gift is een bevoordeling van een begunstigde. Hieraan kan een tegenprestatie ten grondslag liggen, maar dit is niet verplicht. Een making is een wilsbeschikking in een testament. Dit kan een erfstelling of een legaat inhouden. Inkorting houdt in dat indien een erflater aan een persoon meer dan het beschikbare gedeelte heeft geschonken, het mogelijk is dat deze begunstigden een vordering krijgen en het teveel van de schenkingen terug moeten geven aan de nalatenschap. De bescherming van het in de wettelijke verdeling betrokken stiefkind houdt in dat het eigen kind niet de legitieme portie bij het stiefkind kan verhalen. Deze bescherming wordt echter begrensd. De gift of making mag niet meer bedragen dan tweemaal de legitieme portie van het eigen kind. 84 Deze begrenzing wordt de immuniteitsgrens genoemd. 85 Indien de immuniteitsgrens wordt overschreden kan op de gift of making aan het in de wettelijke verdeling betrokken stiefkind voor het overschreden gedeelte worden ingekort. Bij overschrijding van de immuniteitsgrens is namelijk geen sprake meer van gelijke behandeling. 86 De immuniteitsgrens is gebaseerd op het feit dat indien de gift of making 80 Nota NE. P Artikel 4: 63 lid 2 BW. 82 Van Mourik, Handboek erfrecht (2011), p Artikel 4:91 lid 1 BW. 84 Artikel 4:91 lid 1 BW. 85 Van Mourik, Handboek erfrecht (2011), p Idem. 21

H4 Wettelijk erfrecht

H4 Wettelijk erfrecht H4 Wettelijk erfrecht Samenvatting Personen- en familierecht Sharon Di Tore 99041355 14-12-16 Wanneer iemand geen testament heeft en overlijdt dan geldt het wettelijk erfrecht. Let op: echtgenote en geregistreerde

Nadere informatie

OUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT

OUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT OUDERS EN KINDEREN: HET ERFRECHT Sinds 1 januari 2003 is de wetgeving met betrekking tot het erfrecht gewijzigd. Het grootste deel van de wijzigingen in het erfrecht heeft betrekking op gehuwden (of geregistreerde

Nadere informatie

Erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. zevende druk Deventer KLUWER

Erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. zevende druk Deventer KLUWER s t u d i e p oc ke t s privaatrecht Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik KLUWER 2002 Deventer Inhoud Lijst van afkortingen/verklaring van Symbolen Enige verkort aangehaalde werken XV XVII

Nadere informatie

In enkele artikelen van mijn hand is ingegaan op het Franse erfrecht. Naast het civiele recht, speelt echter ook het fiscale recht: de erfbelasting.

In enkele artikelen van mijn hand is ingegaan op het Franse erfrecht. Naast het civiele recht, speelt echter ook het fiscale recht: de erfbelasting. Henriette van Zelm van Eldik Office de Maître Paul-Etienne DUPONT, Notaire 81-83 Avenue Ledru Rollin 75012 PARIS Tel : + 33(0)1.71.19.45.28 Fax: + 33(0)1.43.43.17.56 henriette.vanzelm.75243@paris.notaires.fr

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de zevende druk / V. Voorwoord bij de zesde druk / VI. Enige afkortingen en symbolen / XV

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord bij de zevende druk / V. Voorwoord bij de zesde druk / VI. Enige afkortingen en symbolen / XV INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij de zevende druk / V Voorwoord bij de zesde druk / VI Enige afkortingen en symbolen / XV Enige verkort aangehaalde werken / XVII HOOFDSTUK I Inleiding / 1 1 Erfrecht / 1 2 De

Nadere informatie

Voor het leven geregeld: het erfrecht vanaf 1 januari 2003

Voor het leven geregeld: het erfrecht vanaf 1 januari 2003 Voor het leven geregeld: het erfrecht vanaf 1 januari 2003 In dit informatieblad vindt u informatie over de belangrijkste wijzigingen in het erfrecht per 1 januari 2003. Achterin staan adressen vermeld

Nadere informatie

s t-u-d i e p o c k e t s p r i v a a t r e c h t* 37 Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik 2002 Deventer KLUWER

s t-u-d i e p o c k e t s p r i v a a t r e c h t* 37 Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik 2002 Deventer KLUWER s t-u-d i e p o c k e t s p r i v a a t r e c h t* 37 Erfrecht zevende druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik KLUWER 2002 Deventer Inhoud Lijst van afkortingen/verklaring van symbolen Enige verkort aangehaalde

Nadere informatie

1 januari 2003: Nieuw Erfrecht Voor het leven geregeld

1 januari 2003: Nieuw Erfrecht Voor het leven geregeld 1 januari 2003: Nieuw Erfrecht Voor het leven geregeld Inleiding Op 1 januari 2003 is ons erfrecht gewijzigd. De laatste belangrijke wijziging in het erfrecht was in 1923. Tot die tijd waren alleen kinderen

Nadere informatie

1. De wetgever heeft reeds in uw plaats gedacht

1. De wetgever heeft reeds in uw plaats gedacht 1. De wetgever heeft reeds in uw plaats gedacht 1.1. U HEEFT VOORAF NIETS GEREGELD Voor zover u geen testament opgemaakt heeft, heeft de wetgever de erfgenamen ingedeeld in vier categorieën, waarvan hij

Nadere informatie

ERFRECHT EN SCHENKING

ERFRECHT EN SCHENKING MR. C. ASSER'S HANDLEIDING TOT DE BEOEFENING VAN HET NEDERLANDS BURGERLIJK RECHT ERFRECHT EN SCHENKING BEWERKT DOOR MR. S. PERRICK ADVOCAAT EN NOTARIS TE AMSTERDAM DERTIENDE DRUK KLUWER - DEVENTER - 2002

Nadere informatie

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Erfrecht Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Erfrecht Algemeen Wettelijke verdeling Legitieme portie Samenwoners 2-Trapsmaking Zuivere aanvaarding, beneficiaire aanvaarding,

Nadere informatie

s t u d i e p o c k e t -s* p r i v aatrech t s 37 Erfrecht zesde druk Prof. mr. M.JA, van Mourik 1997 W.E.J. Tjeenk Willink Deventer

s t u d i e p o c k e t -s* p r i v aatrech t s 37 Erfrecht zesde druk Prof. mr. M.JA, van Mourik 1997 W.E.J. Tjeenk Willink Deventer s t u d i e p o c k e t -s* p r i v aatrech t s 37 Erfrecht zesde druk Prof. mr. M.JA, van Mourik 1997 W.E.J. Tjeenk Willink Deventer Inhoud Lijst van afkortingen/verklaring van Symbolen Enig verkort aangehaalde

Nadere informatie

2014 -- Successiewet -- Deel 1

2014 -- Successiewet -- Deel 1 Successiewet les 1 programma Eén wet, twee belastingen Woonplaats Successierecht Wettelijk erfrecht en wettelijke verdeling Testamenten Wetsficties 1 Eén wet, twee belastingen De Successiewet bestaat uit:

Nadere informatie

De positie van stiefkinderen die door de stiefouder in de wettelijke verdeling worden betrokken "Wederkerige uiterste wilsbeschikking Fideicommis

De positie van stiefkinderen die door de stiefouder in de wettelijke verdeling worden betrokken Wederkerige uiterste wilsbeschikking Fideicommis De positie van stiefkinderen die door de stiefouder in de wettelijke verdeling worden betrokken "Wederkerige uiterste wilsbeschikking Fideicommis Werkstuk in het kader van het vak erfrecht I Maart 2008

Nadere informatie

Erfrecht voor leken. Korte uitleg van het erfrecht in begrijpelijke taal

Erfrecht voor leken. Korte uitleg van het erfrecht in begrijpelijke taal Erfrecht voor leken Korte uitleg van het erfrecht in begrijpelijke taal Wat is erfrecht? We zullen beginnen met een uitleg van de drie belangrijkste termen die in het erfrecht worden gebruikt: De erflater

Nadere informatie

De erfrechtelijke positie van stiefkinderen: voldoende gewaarborgd?

De erfrechtelijke positie van stiefkinderen: voldoende gewaarborgd? De erfrechtelijke positie van stiefkinderen: voldoende gewaarborgd? Kimberley van Meer ANR: 756257 Master Rechtsgeleerdheid, accent privaatrecht Begeleider: Prof. mr. P. Vlaardingerbroek juli 2013 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Wettelijk erfrecht Duitsland

Wettelijk erfrecht Duitsland De positie van de langstlevende echtgenoten in het Duitse, Franse, Luxemburgse, Belgische en Nederlandse erfrecht Dr. Rembert Süβ Deutsches Notarinstitut Wettelijk erfrecht Duitsland Beperkte vooruitneming

Nadere informatie

ERFENIS, SCHENKING EN SUCCESSIERECHTEN. Advocaten Meersman & Van Keer Willem Tellstraat 22 9000 GENT 09 225 80 30

ERFENIS, SCHENKING EN SUCCESSIERECHTEN. Advocaten Meersman & Van Keer Willem Tellstraat 22 9000 GENT 09 225 80 30 ERFENIS, SCHENKING EN SUCCESSIERECHTEN. Advocaten Meersman & Van Keer Willem Tellstraat 22 9000 GENT 09 225 80 30 ERVEN. 1. Erfgenamen kun je kiezen voor zover de reservataire erfgenamen hun deel krijgen.

Nadere informatie

Monografieèn Privaatrecht. Nieuw erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. Vierde druk

Monografieèn Privaatrecht. Nieuw erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. Vierde druk Monografieèn Privaatrecht Nieuw erfrecht Prof. mr. M.J.A. van Mourik Vierde druk Deventer - 2004 Inhoud Enige afkortingen en symbolen XV Enige verkort aangehaalde werken XVI I. INLEIDING 1 1. Erfrecht

Nadere informatie

Voor wat betreft de heffing van schenkbelasting gelden dezelfde, hierboven genoemde grondslagen.

Voor wat betreft de heffing van schenkbelasting gelden dezelfde, hierboven genoemde grondslagen. ERFBELASTING IN FRANKRIJK Tarieven en vrijstellingen geldend per 1 januari 2018 Grondslagen voor heffing De Franse fiscus heft erfbelasting wanneer: a) de overledene in Frankrijk woont op het moment van

Nadere informatie

Wezep / Oldebroek Erfrecht, eigen baas met testament

Wezep / Oldebroek Erfrecht, eigen baas met testament Wezep / Oldebroek Erfrecht, eigen baas met testament Notariaat Kremer Wezep, Stationsweg 87a, tel (038) 376 00 80 Oldebroek, Beeklaan 10, (0525) 63 13 35 Wet of testament De meeste zekerheid over verdeling

Nadere informatie

Aanvaarden Het accepteren van een erfdeel, inclusief de schulden. Hierdoor wordt iemand erfgenaam.

Aanvaarden Het accepteren van een erfdeel, inclusief de schulden. Hierdoor wordt iemand erfgenaam. Erfrecht Woordenboek Op onze website heb je een hoop moeilijke woorden en vaktermen gezien. We hebben steeds geprobeerd die goed uit te leggen. Waarschijnlijk lees je de komende tijd documenten die bol

Nadere informatie

Je rechten bij erfenis

Je rechten bij erfenis Je rechten bij erfenis Wie zijn je erfgenamen? De principes Bloedverwanten + echtgenoot + WSW partner + geadopteerden Volgorde? Eerst de ORDEN : de eerste orde sluit alle volgende uit Eerste orde : afstammelingen

Nadere informatie

Voor het leven geregeld: het erfrecht vanaf 1 januari 2003

Voor het leven geregeld: het erfrecht vanaf 1 januari 2003 Voor het leven geregeld: het erfrecht vanaf 1 januari 2003 In dit informatieblad vindt u informatie over de belangrijkste wijzigingen in het erfrecht per 1 januari 2003. Achterin staan adressen vermeld

Nadere informatie

Erfrecht en schenking

Erfrecht en schenking Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht Erfrecht en schenking Veertiende druk Bewerkt door: Mr. S. Perrick Advocaat te Amsterdam Voorheen deel 6A en 6B a Wolters

Nadere informatie

NIBE-SVV, 2015 OEFENEXAMEN SCHENK- EN ERFWIJZER

NIBE-SVV, 2015 OEFENEXAMEN SCHENK- EN ERFWIJZER NIBE-SVV, 2015 OEFENEXAMEN SCHENK- EN ERFWIJZER 1. Voor welke schenking is een notariële akte verplicht? A. Voor de schenking van een effectenportefeuille. B. Voor de schuldigerkenning uit vrijgevigheid

Nadere informatie

Monografieèn Privaatrecht. Erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. Vijfde druk

Monografieèn Privaatrecht. Erfrecht. Prof. mr. M.J.A. van Mourik. Vijfde druk Monografieèn Privaatrecht Erfrecht Prof. mr. M.J.A. van Mourik Vijfde druk Kluwer - Deventer - 2008 Inhoud Enige afkortingen en symbolen XV Enige verkort aangehaalde werken XVI I. INLEIDING 1 1. Erfrecht

Nadere informatie

FAQ Schenkingen en Legaten

FAQ Schenkingen en Legaten FAQ Schenkingen en Legaten SCHENKINGEN EN LEGATEN AAN DOMINIEK SAVIO Waarom kiezen voor Dominiek Savio voor een schenking of (duo)legaat? Dominiek Savio wil voor kinderen, jongeren en volwassenen met een

Nadere informatie

Erfrecht. Mr. Caroline de Maat Fikkers notarissen BAS Bergen op Zoom 27 januari 2015

Erfrecht. Mr. Caroline de Maat Fikkers notarissen BAS Bergen op Zoom 27 januari 2015 Erfrecht Mr. Caroline de Maat Fikkers notarissen BAS Bergen op Zoom 27 januari 2015 Fikkers notarissen Lange Parkstraat 1 Bergen op Zoom Tel. 0164 242 650 c.de.maat@fikkersnotarissen.nl Erfrecht Bij versterf

Nadere informatie

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Het Erfrecht Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal Algemeen Zuivere aanvaarding, beneficiaire aanvaarding, verwerping Wettelijke verdeling Legitieme portie Samenwoners 2-Trapsmaking

Nadere informatie

Juridische begrippen in begrijpelijke taal

Juridische begrippen in begrijpelijke taal Juridische begrippen in begrijpelijke taal Aanverwanten De (groot)ouders, ooms, tantes, broers en zussen van uw partner zijn uw aanverwanten, ofwel de aangetrouwden, ook wel de koude kant. Akte Een akte

Nadere informatie

Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen

Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen Samenlevingsvormen huwelijk wettelijke samenwoning feitelijke samenwoning Doelstellingen bescherming langstlevende echtgenoot

Nadere informatie

Veel gestelde vragen over erven

Veel gestelde vragen over erven Veel gestelde vragen over erven Vraag aan de notaris: gespaarde vakantiedagen en erfenis Na de vakantie vond ik het tijd de balans op te maken: hoeveel vakantiedagen heb ik nog? Ik ben tot de conclusie

Nadere informatie

Inhoud. Deel 1 Analyse van de situatie 17. Woord vooraf 3 Inleiding 11

Inhoud. Deel 1 Analyse van de situatie 17. Woord vooraf 3 Inleiding 11 Inhoud Woord vooraf 3 Inleiding 11 Deel 1 Analyse van de situatie 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Hoofdstuk 2 De persoonlijke situatie 23 1 Inleiding 23 2 De familiale aspecten 23 2.1 De huidige burgerlijke

Nadere informatie

Successieplanning voor nieuw samengestelde gezinnen. Anne Vander Heyde, fiscaal-notarieel juriste 24 mei 2014

Successieplanning voor nieuw samengestelde gezinnen. Anne Vander Heyde, fiscaal-notarieel juriste 24 mei 2014 Successieplanning voor nieuw samengestelde gezinnen Anne Vander Heyde, fiscaal-notarieel juriste 24 mei 2014 Nieuwe liefde? Nieuw samengesteld gezin? Iets voor mij? of niet soms? maar wat met onze kinderen?

Nadere informatie

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen 35 Enkele belangrijke begrippen en afkortingen De volgende lijst geeft een beknopte omschrijving 3 van enkele juridische termen die in dit boek aan bod komen, en dient enkel om die begrippen beter te kunnen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Het huwelijksvermogensrecht

Hoofdstuk 1 - Het huwelijksvermogensrecht Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - Het huwelijksvermogensrecht Wat is het belang van het huwelijksvermogensrecht?... 5 Gemeenschap van goederen... 5 Verdeling... 5 Wat behoort tot het gemeen schappelijk vermogen?...

Nadere informatie

SUCCESSIERECHTEN IN FRANKRIJK EN NEDERLAND (2009)

SUCCESSIERECHTEN IN FRANKRIJK EN NEDERLAND (2009) SUCCESSIERECHTEN IN FRANKRIJK EN NEDERLAND (2009) Heering Associates Januari 2009 Heering Associates Jachthavenweg 121 1081 KM Amsterdam Postbus 75265 1070 AG Amsterdam 020-6789 527 www.heeringassociates.eu

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4. De reserve

HOOFDSTUK 4. De reserve HOOFDSTUK 4 De reserve 35. Grondbeginsel De wet (BW, art. 913 en volgende) legt een reserve vast ten gunste van sommige wettelijke erfgenamen (de wettige bloedverwanten in opgaande lijn, de bloedverwanten

Nadere informatie

HOE REGEL IK MIJN NALATENSCHAP?

HOE REGEL IK MIJN NALATENSCHAP? HOE REGEL IK MIJN NALATENSCHAP? Alles over erven, uw testament en erfrecht op een rijtje. HOE REGEL IK MIJN NALATENSCHAP? Wat gebeurt er met uw geld, huis, bezittingen en uw schulden als u overlijdt? Zonder

Nadere informatie

Goed geven! Dirk Vercoutter van testament.be 20/09/14

Goed geven! Dirk Vercoutter van testament.be 20/09/14 Goed geven! Dirk Vercoutter van testament.be 20/09/14 Testamenten en legaten Een gebaar voor het leven 1 IS ER LEVEN NA DE DOOD? DE DOOD IS EEN DEEL VAN HET LEVEN. MAAR WAT GEBEURT ER MET MIJN BEZIT ALS

Nadere informatie

Waarom een testament?

Waarom een testament? notaris Oude Delft 62 2611 CD Delft Postbus 2882 2601 CW Delft tel. 015-213 70 50 fax 015-213 70 55 notaris@boelens.net Waarom een testament? REDENEN VOOR HET OPSTELLEN VAN EEN (NIEUW) TESTAMENT - Benoemen

Nadere informatie

Deel 1. Naar wie gaat uw nalatenschap?

Deel 1. Naar wie gaat uw nalatenschap? INHOUDSTAFEL Deel 1. Naar wie gaat uw nalatenschap? 1. Een aantal principes.................................................... 1 2. De zeven basisregels van het erfrecht....................................

Nadere informatie

HOE REGEL IK MIJN NALATENSCHAP?

HOE REGEL IK MIJN NALATENSCHAP? HOE REGEL IK MIJN NALATENSCHAP? Alles over erven, uw testament en erfrecht op een rijtje. Wat vindt u in dit boekje? In dit boekje leggen wij u uit waarmee u rekening moet houden als u uw nalatenschap

Nadere informatie

Hoe regel ik mijn nalatenschap?

Hoe regel ik mijn nalatenschap? Hoe regel ik mijn nalatenschap? Alles over erven, uw testament en erfrecht op een rijtje. Wat vindt u in dit boekje? In dit boekje leggen wij u uit waarmee u rekening moet houden als u uw nalatenschap

Nadere informatie

Voor het leven geregeld: het erfrecht vanaf 1 januari 2003

Voor het leven geregeld: het erfrecht vanaf 1 januari 2003 Voor het leven geregeld: het erfrecht vanaf 1 januari 2003 In dit informatieblad vindt u informatie over de belangrijkste wijzigingen in het erfrecht per 1 januari 2003. Achterin staan adressen vermeld

Nadere informatie

BEWIND -1- M:\brochures\bewind.docx 22/6/2015

BEWIND -1- M:\brochures\bewind.docx 22/6/2015 BEWIND Zodra een kind meerderjarig is (18 jaar) mag het zelf over zijn of haar eigen vermogen beschikken. Dat is meestal geen probleem, als dat vermogen niet groot is en één van beide ouders of beide ouders

Nadere informatie

Het nieuwe erfrecht van Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Het nieuwe erfrecht van Aruba, Curaçao en Sint Maarten Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Het nieuwe erfrecht van Aruba, Curaçao en Sint Maarten A.J.M. Nuytinck Published in Nuytinck, A.J.M. (2010). Het nieuwe erfrecht van Aruba, Curaçao

Nadere informatie

Hoe kunt u voordelig vermogen overdragen aan uw kinderen? Schenken en Erven.

Hoe kunt u voordelig vermogen overdragen aan uw kinderen? Schenken en Erven. Hoe kunt u voordelig vermogen overdragen aan uw kinderen? Schenken en Erven. Wet Schenk- en erfbelasting 3 juni 2010 Wijziging Successiewet 1 januari 2010 - Erfbelasting schenkbelasting - Tariefverlaging/vereenvoudiging

Nadere informatie

Redactie van begunstigingsclausules van levensverzekeringen = maatwerk

Redactie van begunstigingsclausules van levensverzekeringen = maatwerk Redactie van begunstigingsclausules van levensverzekeringen = maatwerk Studieavond KVK 1 februari 2011 Pieter Debbaut, fiscalist, opleider studiedienst Ergo Insurance nv 1 Programma Inleiding Theorie Wet

Nadere informatie

Burgerlijk recht. Leg volgende begrippen uit, die nodig zijn om bovenstaande artikels te begrijpen.

Burgerlijk recht. Leg volgende begrippen uit, die nodig zijn om bovenstaande artikels te begrijpen. 4. Erfrecht L E E R D O E L S T E L L I N G E N Je kan - de basisprincipes van de erfregeling opzoeken en illustreren met voorbeelden; - de successierechten berekenen voor een aantal erfenissen; - de schenking

Nadere informatie

ERFBELASTING IN FRANKRIJK EN NEDERLAND (2017)

ERFBELASTING IN FRANKRIJK EN NEDERLAND (2017) ERFBELASTING IN FRANKRIJK EN NEDERLAND (2017) Heering Associates 1 januari 2017 Heering Associates Gebouw De Koophandel Herengracht 141 1015 BH Amsterdam 020-7 222 111 www.heeringassociates.eu Heering

Nadere informatie

Is er leven na de dood?

Is er leven na de dood? Is er leven na de dood? DE DOOD IS EEN DEEL VAN HET LEVEN. MAAR WAT GEBEURT ER MET MIJN BEZIT ALS IK NU PLOTS ZOU OVERLIJDEN? WAT HEB IK EN AAN WIE WIL IK WAT GEVEN? OF LAAT IK ALLES AAN DE STAAT? IS ER

Nadere informatie

1. Onterven. 2. Generatiesprong

1. Onterven. 2. Generatiesprong 1. Onterven Ik leef in onmin met mijn moeder, die een huis bezit en verscheidene bankrekeningen heeft. Kan zij bewerkstelligen dat mij helemaal niets zou toekomen? Neen. Kinderen kunnen niet volledig onterfd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675

ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675 ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 20-07-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 119380 - HA ZA 10-390 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

Rouwenhorst & Rouwenhorst Notarissen te Delden

Rouwenhorst & Rouwenhorst Notarissen te Delden Rouwenhorst & Rouwenhorst Notarissen te Delden Mr G.F. Rouwenhorst & Mr G.W Rouwenhorst Erfrecht & Schenk en Erfbelasting Wlz, Wmo, AWBZ (WLZ) & Levenstestament Rouwenhorst & Rouwenhorst Netwerk Notarissen

Nadere informatie

Erfrechtjournaal. November 2015

Erfrechtjournaal. November 2015 Erfrechtjournaal November 2015 Items Erfdeel bij versterf of legitieme? Verbeurd? Erfrecht en sociale zekerheid Vereffeningsproblematiek op een A4 (Kolkman) Verrefeningskosten: advieskosten? Stiefkinderen

Nadere informatie

Testamenten lezen. Inleiding en onderwerpen. Tot stand komen van een testament 03-09-15. en andere notariële zaken

Testamenten lezen. Inleiding en onderwerpen. Tot stand komen van een testament 03-09-15. en andere notariële zaken Testamenten lezen en andere notariële zaken Janien Zomer Carina Hudepohl Inleiding en onderwerpen Het opmaken van een testament Wettelijk erfrecht Verschillende soorten testamenten De executeur Erven De

Nadere informatie

Inhoud. Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17. Inleiding 13

Inhoud. Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17. Inleiding 13 Inhoud Inleiding 13 Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17 Hoofdstuk 1 Inleiding 19 Hoofdstuk 2 Het wettelijk stelsel 25 1 Algemeen 25 2 Samenstelling van het vermogen: actief 27 2.1 Het gemeenschappelijk vermogen

Nadere informatie

Inhoud. 2.1 Uiterste wilsbeschikkingen in het algemeen 69 2.1.1 Het karakter van de uiterste wilsbeschikking 69. Maklu 5

Inhoud. 2.1 Uiterste wilsbeschikkingen in het algemeen 69 2.1.1 Het karakter van de uiterste wilsbeschikking 69. Maklu 5 Inhoud Hoofdstuk 1 Versterferfrecht 13 1.1 Inleiding 13 1.1.1 Achtergrond 13 1.1.2 Terminologie 15 1.1.3 Geschiedenis 16 1. 2 Algemene bepalingen 20 1.2.1 Erfopvolging 20 1.2.2 Commoriënten 20 1.2.3 Onwaardigheid

Nadere informatie

Het nieuwe erfrecht. Prof. dr. Charlotte Declerck

Het nieuwe erfrecht. Prof. dr. Charlotte Declerck Het nieuwe erfrecht Prof. dr. Charlotte Declerck Overzicht Wettelijk erfrecht Wie zijn volgens de wet onze erfgenamen? Reserve en beschikbaar deel Kunnen wij onze erfgenamen zelf kiezen? Kan ik iemand

Nadere informatie

Begripsbepaling H OOFDSTUK

Begripsbepaling H OOFDSTUK H OOFDSTUK Begripsbepaling I 1. WETTELIJKE DEFINITIE Artikel 1075 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek (hierna BW) bepaalt: De vader, de moeder en andere bloedverwanten in de opgaande lijn kunnen hun goederen

Nadere informatie

HOE REGEL IK MIJN NALATENSCHAP? Alles over erven, uw testament en erfrecht op een rijtje.

HOE REGEL IK MIJN NALATENSCHAP? Alles over erven, uw testament en erfrecht op een rijtje. HOE REGEL IK MIJN NALATENSCHAP? Alles over erven, uw testament en erfrecht op een rijtje. Wat vindt u in dit boekje? In dit boekje leggen wij u uit waarmee u rekening moet houden als u uw nalatenschap

Nadere informatie

Bewindvoerderschap. Curatele, bewind en mentorschap

Bewindvoerderschap. Curatele, bewind en mentorschap Bewindvoerderschap Het kan voorkomen dat een erflater van mening is dat zijn erfgenamen (nog) niet de volledige verantwoording kunnen dragen van het door hen geërfde vermogen. Dit kan te maken hebben met

Nadere informatie

Heering Associates. Het verschuldigd bedrag aan successierechten in Frankrijk dient als volgt te worden berekend:

Heering Associates. Het verschuldigd bedrag aan successierechten in Frankrijk dient als volgt te worden berekend: FRANS SUCCESSIERECHT De Franse fiscus heft bij iedere overgang "a titre gratuit", zo de schenker of de overledene zijn woonplaats ten tijde van schenking of overlijden buiten Frankrijk had, van de volgende

Nadere informatie

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek Schenk- en erfbelasting. Overdrachtsbelasting. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Belastingdienst/ Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 822 Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan

Nadere informatie

HET (NIEUWE) ERFRECHT ANNO 2018

HET (NIEUWE) ERFRECHT ANNO 2018 HET (NIEUWE) ERFRECHT ANNO 2018 INLEIDING AGENDA INLEIDING ERFRECHT ERFBELASTING WIJZIGING RESERVE WIJZIGING REGELS INBRENG ERFOVEREENKOMSTEN CASUS INLEIDING HERVORMING ERFRECHT NOODZAKELIJK Het erfrecht

Nadere informatie

DE SUCCESSIE- EN SCHENKINGSRECHTEN: OFFICIËLE TARIEVEN

DE SUCCESSIE- EN SCHENKINGSRECHTEN: OFFICIËLE TARIEVEN DE SUCCESSIE- EN SCHENKINGSRECHTEN: OFFICIËLE TRIEVEN De successie- en schenkingsrechten verschillen per gewest.. DE SUCCESSIERECHTEN EN DE SCHENKINGSRECHTEN IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 1. SUCCESSIERECHTEN

Nadere informatie

Leiden, 20 september Ohmann Notariaat Daniel Ohmann Korien van Steenbergen

Leiden, 20 september Ohmann Notariaat Daniel Ohmann Korien van Steenbergen Leiden, 20 september 2018 Ohmann Notariaat Daniel Ohmann Korien van Steenbergen Inleiding Verschillende vragen 1. Hoe laat u uw kind verzorgd achter? 2. Wie zorgt er voor uw kind? 3. Wie beheert het vermogen

Nadere informatie

De tweetrapsmaking in het nieuws!

De tweetrapsmaking in het nieuws! notaris mr. W.J. Boelens Oude Delft 62 2611 CD Delft Postbus 2882 2601 CW Delft tel. 015-213 70 50 fax 015-213 70 55 notaris@boelens.net www.boelens.net De tweetrapsmaking in het nieuws! Extra nieuwsbrief

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 428 Beschikking van de Minister van Justitie van 16 augustus 2002, houdende plaatsing in het Staatsblad van de vernummerde tekst van de wet van

Nadere informatie

Waarom zijn nalatenschappen belangrijk voor DierenLot?

Waarom zijn nalatenschappen belangrijk voor DierenLot? NALATENSCHAPPEN Waarom zijn nalatenschappen belangrijk voor DierenLot? Dankzij de steun van al onze trouwe donateurs kunnen wij kleine en middelgrote lokale organisaties blijven steunen in hun hulp aan

Nadere informatie

Compendium van het personenen familierecht

Compendium van het personenen familierecht Mevr. prof. mr. S.F.M. Wortmann Mevr. mr. J. van Duijvendijk-Brand Compendium van het personenen familierecht Elfde druk Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2012 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Hoofdstuk

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 229 Wet van 18 april 2002 tot vaststelling van de Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte

Nadere informatie

Ontwerp d.d. *** TESTAMENT D GEHUWDEN OF SAMENWONENDEN MET MEERDERJARIGE KINDEREN (UIT HUIDIGE RELATIE). TWEETRAPSMAKING

Ontwerp d.d. *** TESTAMENT D GEHUWDEN OF SAMENWONENDEN MET MEERDERJARIGE KINDEREN (UIT HUIDIGE RELATIE). TWEETRAPSMAKING Ontwerp d.d. *** TESTAMENT D GEHUWDEN OF SAMENWONENDEN MET MEERDERJARIGE KINDEREN (UIT HUIDIGE RELATIE). TWEETRAPSMAKING Op *** verscheen voor mij, mr. ***, notaris te Rotterdam:-----------------------------

Nadere informatie

A.7.3.15.1 Erfrecht in vogelvlucht

A.7.3.15.1 Erfrecht in vogelvlucht Leidraad voor de AA Beroep & Praktijk, A.7.3.15.1 Erfrecht in vogelvlucht Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: Leidraad AA Beroep & Praktijk A.7.3.15.1 Bijgewerkt tot:

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 297 26 822 Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Beknopte inhoudstafel

Beknopte inhoudstafel Beknopte inhoudstafel Inleiding... 21 Eerste titel. Erfenissen... 25 Eerste hoofdstuk. Openvallen van erfenissen en bezit van de erfgenamen... 25 Hoofdstuk II. Hoedanigheden vereist om te kunnen erven...

Nadere informatie

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract... 48 TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract... 48 TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51 INHOUD BOEK VIII. HUWELIJKSSTELSELS.... 1 Inleiding... 3 TITEL I HET HUWELIJKSCONTRACT.... 5 Hoofdstuk I. Inleiding.... 5 Hoofdstuk II. Inhoud van het huwelijkscontract.... 10 Afdeling I. Huwelijksovereenkomsten....

Nadere informatie

De wenselijkheid van de legitieme portie

De wenselijkheid van de legitieme portie De wenselijkheid van de legitieme portie In rechtsvergelijkend perspectief met het Engelse erfrecht Auteur: Studentnummer: Onderwerp: Opleiding: Begeleider: Nicole Hoogerland S267574 De legitieme portie

Nadere informatie

Bij de eerste druk 13 Bij de tweede druk 14. Hoofdstuk 1. Versterferfrecht 15

Bij de eerste druk 13 Bij de tweede druk 14. Hoofdstuk 1. Versterferfrecht 15 Voorwoord 13 Bij de eerste druk 13 Bij de tweede druk 14 Hoofdstuk 1. Versterferfrecht 15 1.1 Inleiding 15 1.1.1 Achtergronden 15 1.1.2 Terminologie 17 1.1.3 Geschiedenis 19 1.2 Algemene bepalingen 22

Nadere informatie

Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil

Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Vergeten testament. Informele wil 1 Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling,

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek Boek 4, Erfrecht

Burgerlijk Wetboek Boek 4, Erfrecht (Tekst geldend op: 28-01-2014) Burgerlijk Wetboek Boek 4, Erfrecht Boek 4. Erfrecht Titel 1. Algemene bepalingen Artikel 1 1. Erfopvolging heeft plaats bij versterf of krachtens uiterste wilsbeschikking.

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Erven als huwelijkspartner

Hoofdstuk 3. Erven als huwelijkspartner 44 Hoofdstuk 3. Erven als huwelijkspartner Dag zei ik tegen haar dag kom Ik je nog eens tegen, glimlachend Maar de wind blies weg Haar gezicht in het water En ik knikte en ik werd onzichtbaar In het stille

Nadere informatie

Beknopte inhoudstafel

Beknopte inhoudstafel Beknopte inhoudstafel Inleiding... 1 Eerste titel. Erfenissen... 5 Eerste hoofdstuk. Openvallen van erfenissen en bezit van de erfgenamen... 5 Hoofdstuk II. Hoedanigheden vereist om te kunnen erven...

Nadere informatie

Testamenten en erfgenamen met een verstandelijke beperking

Testamenten en erfgenamen met een verstandelijke beperking Testamenten en erfgenamen met een verstandelijke beperking Mr R.J.W.J. Meyer Notaris & Estateplanner te Naarden RijksBredius Notarissen te Naarden en Bussum. Naarden 2013 Vader Johan gehuwd in de wettelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur

Nadere informatie

Het nieuwe erfrecht Servais Verherstraeten Voorzitter CD&V-Kamerfractie

Het nieuwe erfrecht Servais Verherstraeten Voorzitter CD&V-Kamerfractie Het nieuwe erfrecht Servais Verherstraeten Voorzitter CD&V-Kamerfractie 2 PROGRAMMA INLEIDING OVERZICHT WETTELIJK ERFRECHT NIEUWE ERFRECHTWET GEEFT MEER VRIJHEID: WAT KAN IK ZELF REGELEN? ERF- EN SCHENKBELASTING

Nadere informatie

Het nieuwe erfrecht Servais Verherstraeten Voorzitter CD&V-Kamerfractie.

Het nieuwe erfrecht Servais Verherstraeten Voorzitter CD&V-Kamerfractie. Het nieuwe erfrecht Servais Verherstraeten Voorzitter CD&V-Kamerfractie 2 PROGRAMMA INLEIDING OVERZICHT WETTELIJK ERFRECHT NIEUWE ERFRECHTWET GEEFT MEER VRIJHEID: WAT KAN IK ZELF REGELEN? ERF- EN SCHENKBELASTING

Nadere informatie

Samenvatting. Familiale vermogensplanning

Samenvatting. Familiale vermogensplanning Samenvatting Familiale vermogensplanning Jonathan Van Dooren 1 Inhoud Deel I: Wettelijk erfrecht (deels herhaling) Hoofdstuk 1: Bloedverwanten van de decuius o Afdeling 1: De bloedverwanten o Afdeling

Nadere informatie

Oude Delft CD Delft Postbus CW Delft tel fax Waarom een testament?

Oude Delft CD Delft Postbus CW Delft tel fax Waarom een testament? notaris Oude Delft 62 2611 CD Delft Postbus 2882 2601 CW Delft tel. 015-213 70 50 fax 015-213 70 55 notaris@boelens.net Waarom een testament? REDENEN VOOR HET OPSTELLEN VAN EEN (NIEUW) TESTAMENT - Benoemen

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 Vererving

HOOFDSTUK 2 Vererving HOOFDSTUK 2 2.1 Erfopvolging bij versterf Een oude volkswijsheid zegt: je kunt het niet meenemen. Maar dan is voor de aanstaande erflater te meer van belang de vraag: waar gaat mijn vermogen bij mijn overlijden

Nadere informatie

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMENWONEN = verbintenis tussen 2 ongehuwde personen van verschillend of hetzelfde geslacht die een

Nadere informatie

Informatiefolder: Erfenis, schenken en woningwaarde

Informatiefolder: Erfenis, schenken en woningwaarde Informatiefolder: Erfenis, schenken en woningwaarde Bij leven kunt u al bepalen of het gunstig is uw vermogen te (ver)delen met anderen of uw erven te laten wachten totdat het zo ver is, m.a.w. tot na

Nadere informatie

Erfrecht algemeen. 1 Erfrecht

Erfrecht algemeen. 1 Erfrecht I Erfrecht algemeen 1 Erfrecht Wat is erfrecht? Wat is de nalatenschap? Het erfrecht treft men aan in Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en kan worden gezien als een onderdeel van het vermogensrecht

Nadere informatie

Impact hervorming van het federale erfrecht op de Vlaamse erfbelasting

Impact hervorming van het federale erfrecht op de Vlaamse erfbelasting Impact hervorming van het federale erfrecht op de Vlaamse erfbelasting Hoorzitting, Vlaams Parlement, 20 februari 2018 1 Inleiding / agenda Verwijzing naar het verslag van de hoorzitting van 6 februari

Nadere informatie

SLIM NALATEN & SCHENKEN

SLIM NALATEN & SCHENKEN SLIM NALATEN & SCHENKEN NIEUWE EDITIE met cijfers 2014 CISKA SIKKEL-SPIERENBURG Slim nalaten & schenken CISKA SIKKEL-SPIERENBURG SLIM NALATEN & SCHENKEN 18 e druk, juli 2014 Copyright 2014 Consumentenbond,

Nadere informatie

ENKELE NOTIES VAN HET ERFRECHT (BURGERRECHTELIJK)

ENKELE NOTIES VAN HET ERFRECHT (BURGERRECHTELIJK) ENKELE NOTIES VAN HET ERFRECHT (BURGERRECHTELIJK) A. DE BELGISCHE WETTELIJKE DEVOLUTIE Wie erft goederen van een overleden inwoner van België? Het Belgisch Burgerlijk Wetboek beantwoordt die vraag, althans

Nadere informatie

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT RENE DEKKERS HANDBOEK BURGERLIJK RECHT DEEL IV Huwelijksstelsels - Erfrecht - Giften DERDE UITGAVE BEWERKT DOOR HELENE CASMAN Gewoon Hoogleraar Vrije Universiteit Brussel Hoogleraar Université Libre de

Nadere informatie