Analyse jeugdconsul Nieuw Rotterdams Jeugdstelsel professionals aan zet

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Analyse jeugdconsul 2012. Nieuw Rotterdams Jeugdstelsel professionals aan zet"

Transcriptie

1 Nieuw Rotterdams Jeugdstelsel professionals aan zet Juni 2013

2 2

3 Inhoud Inleiding 4 Kwantitatieve analyse Kwalitatieve analyse Aanbeveling 28 Bijlage 1: overzicht casuistiek

4 1 4

5 Inleiding Voor u ligt de analyse van de jeugdconsul van de gemeente Rotterdam In 2012 zijn honderd casussen onder de aandacht van de jeugdconsul gebracht. Dat is veertig casussen minder dan in Deze daling sluit aan bij het beeld dat de DOSA s, CJG s en andere hulpverlenende instellingen er steeds beter in slagen om problemen in hulpverleningstrajecten op eigen kracht op te lossen. Men weet elkaar sneller te vinden en lost problemen eerder op. Daardoor is opschaling minder vaak nodig. Zoals uit de kwantitatieve analyse (hoofdstuk 2) blijkt, springt er bij de consultaties en opschalingen in 2012 een aantal onderwerpen uit. Dit zijn: problematiek van jongeren / ouders die hulpverleningsresistent zijn onvoldoende slagkracht bij professionals gebrekkige informatiedeling, vaak in combinatie met onvoldoende regievoering In de kwalitatieve analyse (hoofdstuk 3) wordt hier nader op ingegaan. In 2012 ging de gemeenteraad akkoord met het voorstel om het jeugdconsulaat onder te brengen bij het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Rotterdam. Eind 2012 kreeg deze inbedding zijn beslag en heb ik de taken van de jeugdconsul overgenomen. Ik word daarbij ondersteund door een staf van twee personen, die het eerste aanspreekpunt zijn voor opschalingen en consultaties. Zie ook de website In veel casussen gaat het goed. Toch laat de casuïstiek in 2012 opnieuw zien dat op het gebied van professionaliteit en professionalisering nog steeds terrein te winnen valt. Daarom is het goed om te weten dat de oude IKWactielijn professionals aan zet, versterken van de uitvoering opgenomen is in de ontwikkelagenda met betrekking tot de decentralisatie van de jeugdzorg. Informatiedeling en regievoering zijn, zeker bij complexe hulpverleningstrajecten, van groot belang. Goede casusregie (en wanneer nodig procesregie) moeten ertoe leiden dat hulpverlening op elkaar wordt afgestemd. Maar ook dat de jongere en zijn ouders de doelen helder hebben en dat duidelijk is wie zij moeten benaderen als er onduidelijkheden zijn. Als de casus ondanks casus- en/of procesregie alsnog stagneert, kan worden opgeschaald naar de jeugdconsul. De voorbereidingen voor de transitie van de jeugdzorg zijn nog steeds in volle gang. De belangrijkste winst zal, ook in de toekomst, echter uit het professionele handelen van hulpverleners moeten komen. Nog meer dan het geval was, moet hulp gericht worden op zelfredzaamheid. En waar mogelijk met gebruik van het netwerk van de cliënt(en). Als dit niet kan, moet passende hulp geboden worden. Niet te zwaar maar ook niet te licht. Dat alles vraagt om professionals die dicht bij de mensen in de wijk durven te staan en ervoor gaan. Soms door op de handen te blijven zitten. Soms door een stapje sneller te lopen. Soms dingen laten gebeuren, soms doorpakken. Verbetering van professionaliteit is de weg naar (nog) meer hulpverleningskwaliteit. I.M. Bakker Jeugdconsul 5

6 2 Kwantitatieve analyse 2012 Aantallen casuïstiek In 2012 zijn in totaal honderd casussen onder de aandacht van de jeugdconsul gebracht. Dit betekent een daling van bijna 29 procent ten opzichte van Toen werd 140 keer opgeschaald naar de jeugdconsul. Van de honderd meldingen aan de jeugdconsul, ging het 28 keer om een interventie en 72 keer om een consultatie (zie tabel 1). In het geval van consultatie geeft de jeugdconsul advies of denkt zij mee met professionals in het veld. Bij een interventie is sprake van actieve bemoeienis van de jeugdconsul. 6

7 Hier gaat het vaak om het tot stand brengen van informatiedeling, het uitzetten van een gezamenlijk gedragen koers of daadwerkelijke doorzettingsmacht. Het gaat nadrukkelijk om interventies gericht op het proces van hulpverlening. Tabel 1: Aan de jeugdconsul voorgelegde casuïstiek Jaar Totaal casussen Interventie casussen* Consultatie casussen** * interventie = actieve bemoeienis ** consultatie = advies, meedenken Figuur 1 maakt het verloop van de casuïstiek van 2008 tot en met 2012 zichtbaar. Figuur 1: Verloop casuïstiek over de jaren Totaal casuïstiek 120 Aantallen casuïstiek Consultaties casussen Interventies casussen Jaartal Vanaf 2010 nam het aantal consultaties toe en daalde het aantal interventies. In 2010 ging het in 55 procent van de casussen om een consultatie. In 2011 steeg dit percentage naar 67 procent en in 2012 naar 72 procent van het totaal aantal casussen. Figuur 2 maakt dit verloop door de jaren heen zichtbaar. 7

8 Figuur 2: Percentages consultaties - interventies van totale casuïstiek 100% 90% 80% 70% Percentages 60% 50% 40% 30% 20% 10% Interventie casussen Consultatie casussen 0% Jaartal Casuïstiek voorgaande jaren Naast de honderd aangemelde casussen in 2012, was de jeugdconsul op 1 januari 2012 ook actief betrokken bij acht casussen uit voorgaande jaren (zeven uit 2011 en één uit 2010). Zie tabel 2. Tabel 2: Casuïstiek voorgaande jaren Casuïstiek 2012 Doorlopende casuïstiek uit voorgaande jaren 8 (Op)nieuw binnengekomen in Totaal 108 Afgesloten / afgeschaald in Doorlopend in De honderd casussen die in 2012 onder de aandacht van de jeugdconsul zijn gebracht, zijn niet allemaal uniek. In 2012 zijn negen casussen, die in voorgaande jaren al behandeld en afgesloten waren, opnieuw bij de jeugdconsul aangemeld. Deze casussen zijn in de berekening van het totaal aantal casussen over 2012 dus dubbel (en in twee gevallen zelfs driedubbel) geteld. Zie tabel 3. Daarnaast zijn er 15 casussen voorgelegd, die in voorgaande jaren al eerder onder de aandacht van de jeugdconsul zijn gebracht. De jeugdconsul schaalde deze casussen in de periode 2009 tot en met 2011 af. Maar in 2012 werd toch opnieuw advies of actieve bemoeienis van de jeugdconsul gevraagd. 8

9 Tabel 3: Casuïstiek meerdere keren aangemeld Aantallen casuïstiek uit voorgaande jaren opnieuw aangemeld in 2012 Uit Uit Uit Totaal 15 Uit Totaal 24 Onderzoeken naar aanleiding van bijzondere gebeurtenissen In 2012 is een aantal onderzoeken uitgevoerd, dan wel afgerond, naar aanleiding van bijzondere gebeurtenissen. Twee onderzoeken zijn uitgevoerd. Eén naar aanleiding van een vermissing van een tien dagen oude baby en één naar aanleiding van het overlijden van een peuter. Bij de betreffende zaken waren op het moment van het incident verschillende zorg- en hulpverlenende instanties betrokken. In het vierde kwartaal van 2012 is een onderzoek gestart naar aanleiding van een incident op een basisschool. Melders casuïstiek In 2012 is het merendeel van de honderd casussen bij de jeugdconsul binnengekomen via opschaling of consultatie vanuit DOSA / GOSA / ROSA (27 casussen), via de bestuurlijke lijn van burgemeester en wethouders (26 casussen) en via ouders / verzorgers (16 casussen). Zie tabel 4. 9

10 Tabel 4: Casuïstiek geclassificeerd naar melder Melder Jaartal Wethouder / burgemeester Ander politiek kanaal DOSA / GOSA / ROSA CJG LZN / LTHG GGD Bureau Jeugdzorg William Schrikker Groep Leger des Heils Raad vd Kinderbescherming Overige (hulpverlenings) instanties Politie / justitie Ouders / verzorgers / familie Onderwijs / leerplicht Stadsmarinier Reclassering Nederland Veiligheidshuis Vanuit media Anders Totaal Casuïstiek via opschalingsmodel DOSA / GOSA / ROSA In 2011 werd 39 procent van de totale casuïstiek vanuit DOSA / GOSA / ROSA opgeschaald naar de jeugdconsul. In 2010 gebeurde dat nog in 23 procent van de totale casuïstiek. Zie tabel 4. Van de 27 opgeschaalde casussen via DOSA / GOSA / ROSA ging het 26 keer om een consultatiecasus en één keer om een interventiecasus. Een DOSA-regisseur schaalde 25 casussen op binnen de gemeente Rotterdam. In twee casussen schaalde een GOSA / ROSA-regisseur uit één van de omliggende gemeenten op. Zie tabel 5. 10

11 Tabel 5: Casuïstiek via DOSA / GOSA / ROSA Melder Totaal Interventie Consultatie DOSA GOSA / ROSA 2-2 Totaal Casuïstiek via wethouder / burgemeester Via de bestuurlijke lijn van burgemeester en wethouder zijn in totaal 26 casussen binnengekomen. Via deze bestuurlijke lijn hebben 22 ouders hun zorgen kenbaar gemaakt en om hulp gevraagd. De andere casussen die bij het bestuur zijn binnengekomen, zijn aangemeld door raadsleden (twee casussen), een deelgemeentebestuur en een schooldirecteur. Van deze 26 casussen, hebben er 15 geleid tot een interventie en 11 tot een consultatie. In 13 van de 26 casussen die via de wethouder of burgemeester bij de jeugdconsul terecht kwamen, betrof het casussen die betrekking hadden op klachten van ouders over diverse (jeugdzorg)instanties. Zie tabel 6. Tabel 6: Thema s problematiek in casuïstiek via burgemeester / wethouder Thema s problematiek Aantal casussen Klacht BJZ / div. jeugdzorginstanties / politie 13 (Plaatsings)problematiek jeugdzorginstelling / speciaal onderwijs 3 Huisvesting / schulden / (dreiging) huisuitzetting 3 Huiselijk geweld 1 Zorgen eigen kinderen 3 Zorgen verwaarlozing niet eigen kinderen 1 Zorgen veiligheid kinderen n.a.v. incident 2 Totaal 26 Naast de 22 casussen via de bestuurlijke lijn van ouders, zijn er ook 16 ouders / verzorgers en/of familie die zichzelf hebben gemeld bij de jeugdconsul met een hulpvraag. In 2012 heeft de jeugdconsul in totaal 38 casussen van ouders in behandeling genomen. 11

12 Geografische herkomst gezinnen In de casuïstiek wordt vastgelegd of en in welke deelgemeente binnen Rotterdam het betreffende gezin of jongere woont op het moment dat de casus wordt opgeschaald. De verdeling van gezinnen over Rotterdam wordt zichtbaar in tabel 7. De kinderen en jongeren wonen in de meeste gevallen nog bij hun ouders. Als kinderen zijn ondergebracht in een pleeggezin, bij familie, in een opvanginstelling of in een andere woonvoorziening, wordt de (deel)gemeente geregistreerd waar de kinderen verblijven. De meeste zaken van gezinnen en jongeren kreeg de jeugdconsul in 2012 uit de deelgemeenten Charlois, Feijenoord, Hoogvliet, IJsselmonde en Prins Alexander. Zie tabel 7. Dit beeld is ten opzichte van 2011 niet veranderd. Niet alle zaken worden via de DOSA van de betreffende deelgemeente onder de aandacht gebracht van de jeugdconsul. Burgers en organisaties in de zorg- en hulpverlening benaderen de jeugdconsul ook rechtstreeks. De zaken waarvan de verblijfplaats van gezinnen en jongeren onbekend is, zijn consultatiecasussen. Daarvan was het niet noodzakelijk om verdere gegevens vast te leggen. Tabel 7: Casuïstiek geclassificeerd naar (deel)gemeente Deelgemeente Periode Centrum Charlois Delfshaven Feijenoord Hillegersberg-Schiebroek Hoek van Holland Hoogvliet IJsselmonde Kralingen-Crooswijk Noord Overschie Pernis Prins Alexander Rozenburg * Onbekend / geen vaste woon-/ verblijfplaats Rotterdam Stadsregio Buiten regio Totaal * per 18 maart 2010 deelgemeente van Rotterdam 12

13 Inhoudelijke analyse casuïstiek De inhoudelijke analyse van de casuïstiek die in 2012 is voorgelegd aan de jeugdconsul, is gebaseerd op honderd casussen. Per casus is geanalyseerd op welke leefgebieden de problematiek in het gezin betrekking heeft, welke hulpverleningspartijen bij het gezin betrokken zijn en op welke thema s het hulpverleningsproces stagneert. Een schematisch overzicht van deze casuïstiek is als bijlage 1 bij deze rapportage gevoegd. leefgebieden Figuur 3 geeft aan op welke leefgebieden er problemen waren in de betreffende gezinnen. Casussen kunnen op meerdere leefgebieden tegelijk scoren, aangezien het vaak om multiprobleemgezinnen gaat. De leefgebieden zijn gebaseerd op de negen leefgebieden die de DOSA-methodiek hanteert. Hieraan is het criterium illegaliteit / verblijfsstatus toegevoegd. In het overzicht valt op dat in 2012 de problematiek overwegend betrekking had op opvoeding (gezin) en gezondheid. Vergeleken met 2011 valt op dat sprake is van een sterke daling in problematiek op de leefgebieden. Een uitzondering hierop is het leefgebied financiën (zie tabel 8). Figuur 3: Problematiek op leefgebieden Opvoeding (gezin) Leefgebieden Gezondheid Soc. omgeving Scholing Financiën Huisvesting Politie / justitie Vrije tijd 3 Werk Aantal keren in cases Illegaliteit / verblijfsstatus 13

14 Tabel 8: Problematiek op leefgebieden als percentage van totale casuïstiek Leefgebieden % casuïstiek in 2012 % casuïstiek in 2011 % casuïstiek in 2010 % casuïstiek in 2009 % casuïstiek in 2008 Opvoeding (gezin) Gezondheid Sociale omgeving Huisvesting Scholing Politie / justitie Financiën Vrijetijdsbesteding Werk Illegaliteit / verblijfsstatus betrokken instanties Figuur 4 is een overzicht van de instanties die betrokken zijn bij naar de jeugdconsul opgeschaalde casuïstiek. Bij 52 van de in totaal honderd casussen is Bureau Jeugdzorg betrokken. Het gaat hier om betrokkenheid vanuit de jeugdbescherming, jeugdreclassering, het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en vanuit het vrijwillige kader (de Toegang). Vergeleken met 2011 valt in de top tien van betrokken instanties op, dat deze instanties relatief minder vaak betrokken zijn in casussen. Een uitzondering vormen de residentiële voorzieningen. Zie tabel 9. Figuur 4: Betrokken instanties Aantal keren in cases 52 Bureau Jeugdzorg (JB/JR/AMK/toegang) Raad vd Kinderbescherming Politie/justitie (Jeugd) GGZ-instelling Residentiële (jeugd) zorgvoorziening FJP/STEK/TriviumL (gezins-, jeugd- en opvoedhulp) JOS (Leerplicht/Jongerenloket) GGD (LTHG/ASHG/LZN/KIZ) Sozawe Centrum voor Jeugd en Gezin William Schrikker Groep (JB/JR) Centrum voor Dienstverlening Stichting MEE Veiligheidshuis Reclassering Nederland Leger des Heils (JB/JR/MCR) 14

15 Tabel 9: Betrokken instanties als percentage van totale casuïstiek Betrokken instanties % casuïstiek in 2012 % casuïstiek in 2011 % casuïstiek in 2010 Bureau Jeugdzorg Raad vd Kinderbescherming Politie / justitie (jeugd) GGZ-instelling Residentiële (jeugd)zorgvoorziening Gezins / jeugd/opvoedhulp JOS (Leerplicht/JoLo) GGD SoZaWe CJG William Schrikker Groep Centrum voor Dienstverlening St MEE Veiligheidshuis Reclassering Nederland Leger des Heils

16 Aantallen betrokken instanties per gezin Bij een gezin zijn vaak meerdere partijen betrokken. Dit hoeft niet per se knelpunten op te leveren. Bij multiprobleemgezinnen is het meestal noodzakelijk dat problematiek op verschillende leefgebieden wordt aangepakt door verschillende professionals, vanuit diverse disciplines. Als meerdere partijen betrokken zijn bij een en hetzelfde gezin, is het van belang dat ze van elkaar weten dát ze betrokken zijn, dat ze het eens zijn over de probleemstelling en de oplossingsrichting en daar ook naar handelen. Het is van belang dat zij werken vanuit de gedachte één kind, één gezin, één plan en één regisseur. Tabel 10 maakt duidelijk hoeveel partijen betrokken zijn bij de naar de jeugdconsul opgeschaalde casussen. Dit zijn niet alleen de betrokken partijen op het moment van opschaling. Het zijn ook partijen die in de periode voorafgaand aan en na de opschaling betrokken zijn geweest of zijn geraakt. Tabel 10: Aantal betrokken partijen per casus Aantal betrokken partijen betrokken bij een gezin / jongere Aantal casussen < > onbekend Totaal Bovenstaande tabel maakt zichtbaar dat in 73 procent van de casuïstiek sprake was van vijf of minder betrokken partijen bij één gezin of jongere. Dit is een significante stijging ten opzichte van Toen was 51 procent van de casuïstiek van vijf of minder partijen betrokken bij één gezin / jongere. Daarnaast was in 2012 in ongeveer 19 procent van de casuïstiek sprake van betrokkenheid van zes tot tien partijen. Een daling dus ten opzichte van 2011 en 2010 van ruim 30 procent. Dit betekent echter niet dat deze partijen allemaal op hetzelfde moment betrokken waren bij het gezin. Het betreft ook partijen die elkaar afgewisseld hebben. In 2012 was er geen casus met meer dan tien betrokken partijen. 16

17 functioneren systeem Met het systeem van zorg- en hulpverlening aan multiprobleemgezinnen bedoelen we alle partijen die een rol spelen in de zorg- en hulpverlening aan deze gezinnen en jongeren. De gezamenlijke opgave van de partijen is om het systeem zodanig te laten functioneren dat de zorg- en hulpverlening aan gezinnen optimaal is. In de casussen die worden opgeschaald naar de jeugdconsul functioneert het systeem niet optimaal. De honderd casussen scoren op een aantal vooraf gedefinieerde thema s, waarop het systeem niet goed functioneerde op het moment van de opschaling. Een casus kan op meerdere thema s tegelijk scoren. Het thema financieel knelpunt is in 2012 nieuw toegevoegd. In drie casussen stagneerde de zorg- en hulpverlening doordat onvoldoende financiële middelen op het moment van opschalen beschikbaar waren voor het door laten lopen van een hulpverleningstraject (één casus). Of voor de opvang van het betreffende gezin of kind (twee casussen). In de casussen die in 2012 werden aangemeld, liggen de knelpunten in het functioneren van het systeem vooral op de thema s problematiek rondom hulpverleningsresistente jongeren / ouders, onvoldoende slagkracht bij professionals en gebrekkige informatiedeling. Zie figuur 5. Ook in 2011 vormden deze thema s de top drie van knelpunten in het functioneren van het systeem. Figuur 5: Functioneren systeem Hulpverleningsresistente jongeren / ouders Onvoldoende slagkracht Gebrekkige informatiedeling Klacht instantie jeugdzorgveld Thema's Niet-pluis gevoel Onvoldoende regievoering Wachtlijst problematiek Gering ketenbesef Niet (tijdig) opschalen Aantal keren in cases Trage hulpverlening Financieel knelpunt 17

18 3 Kwalitatieve analyse 2012 In dit hoofdstuk werken we de knelpunten uit die uit de kwantitatieve analyse naar voren kwamen. Aan de hand van casussen die in 2012 binnen kwamen, maken we duidelijk hoe die problematiek er in concrete casussen uitziet. Net als in voorgaande jaren moeten we deze kwalitatieve analyse van een kanttekening voorzien. De jeugdconsul heeft de opdracht crisissituaties in de hulpverlening aan jongeren en gezinnen op te lossen en stagnerende zorgtrajecten weer in beweging te krijgen. Met de casuïstiek die onder de aandacht van de jeugdconsul wordt gebracht, is dus altijd iets aan de hand. De aanbevelingen die op basis van deze casuïstiek worden gedaan, kunnen daarmee gemakkelijk een vertekend beeld opleveren over het functioneren van het systeem van zorg- en hulpverlening. Daar gaan meer casussen om dan de honderd die in 2012 onder de aandacht van de jeugdconsul zijn gebracht. 18

19 Zoals uit de kwantitatieve analyse 2012 blijkt, springt een aantal onderwerpen eruit. Dit zijn: hulpverleningsresistente jongeren / ouder(s) onvoldoende slagkracht bij professionals gebrekkige informatiedeling, vaak in combinatie met onvoldoende regievoering Geen onbekende onderwerpen; in de analyse van 2011 zijn deze thema s ook benoemd en nader uitgewerkt. Daarover in de conclusie en aanbevelingen meer. In de volgende hoofdstukken gaan we, mede aan de hand van voorbeelden uit de casuïstiek, nader op deze aspecten in. 1. Hulpverleningsresistente jongeren / ouder(s). In 2012 was in 29 cases sprake van jongeren / ouder(s) die resistent waren voor hulpverlening. Resistent moet in dit kader worden opgevat als niet ontvankelijk voor hulpverlening. Dat gedrag manifesteert zich overigens niet alleen bij gezinnen die al jaren lang met hulpverlening te maken hebben. Het komt ook voor dat gezinnen hulpverlening vanaf de start tegenhouden of tegenwerken. In een aantal gevallen blijkt pas na verloop van tijd dat bij ouders sprake is van een verstandelijke beperking. Ouders overzien daardoor (de mogelijke impact van) problemen niet. Zij onderkennen daarom ook de noodzaak van hulpverlening niet. Vaak ontstaat daardoor een enorme tegenstelling tussen de werkelijkheid van betrokkene zelf en die van hulpverleners. Voor de buitenwereld is de hulpweigering dan ook vaak niet te plaatsen. Casus: niet - willende ouder In juli 2012 benadert een DOSA-regisseur het jeugdconsulaat met een adviesvraag over een gezin. Een moeder en haar vier kinderen dreigen uit huis te worden gezet in verband met forse huurschulden. Daarnaast zijn er zorgen over de ontwikkeling en opvoeding van de kinderen. Twee kinderen hebben een laag IQ. Reden waarom Stichting MEE betrokken is bij het gezin. De DOSA-regisseur heeft een gezinscoach in het gezin ingezet. De moeder weigert de geboden hulp en ondersteuning. Omdat de zorgen om de kinderen groot zijn, doen de gezinscoach en MEE een AMK-melding. BJZ (vrijwillig kader) raakt betrokken bij dit gezin. BJZ acht hulp bij opvoedingsondersteuning wel noodzakelijk. Verschillende instanties (school, DOSA, BJZ) proberen meerdere keren om hulpverlening in te zetten, maar de moeder accepteert geen hulp. Zij komt afspraken niet na en laat hulpverleners niet binnen. Als het al tot een gesprek komt, ontkent zij dat er sprake is van een probleem. Het jeugdconsulaat adviseert DOSA om - naast pogingen om de moeder te blijven bereiken - de casus via BJZ aan te melden bij de Raad voor de Kinderbescherming. Er volgt een raadsmelding en onderzoek, waarna alle vier kinderen onder toezicht worden gesteld. De beschermingsmaatregel biedt hulpverleners een stok achter de deur om de moeder toch hulp te laten accepteren. Casus: niet-willende ouder / psychiatrischeen verslavingsproblematiek Een moeder woont sinds 2009 in een woonvorm van het CvD in Rotterdam. Haar dochter van drieënhalf jaar is uit huis geplaatst. De moeder wil haar dochter graag terug, maar wordt daarin naar haar mening belemmerd door BJZ en het CvD waar zij verblijft. Zij ondersteunen haar niet bij het krijgen van zelfstandige huisvesting. De moeder schrijft daarover een klacht aan de burgemeester. Het jeugdconsulaat neemt contact op met BJZ en het CvD. Uit dit contact blijkt dat bij de moeder meerdere problemen spelen. Er is sprake van forse psychischeen verslavingsproblematiek. Haar dochter is drie jaar geleden, op verzoek van de moeder zelf, bij haar vader geplaatst. De moeder was zwaar depressief en had geen huisvesting. Volgens BJZ en het CvD had de moeder al jaren hulpverlening. Zij hield zich echter niet aan de regels en kwam haar afspraken niet na. Zij heeft meerdere kansen gekregen en verspeeld. De moeder weigert psychiatrische hulp. Recent is een verzoek voor uitbreiding van de bezoekregeling door de rechter afgewezen in verband met haar gedrag. Het CvD begeleidt haar wel naar zelfstandig wonen, maar zij komt haar afspraken niet na en gooit telkens haar eigen glazen in. De psychiatrische problemen van de moeder zijn zelfs zo ernstig, dat BJZ overweegt om de rechter te vragen haar uit het ouderlijk gezag te ontheffen. De moeder kreeg in reactie op haar klacht dan ook het dringende advies om mee te werken aan de hulpverlening. Er zijn ook gezinnen waar al jarenlang sprake is van hulpverlening maar waar de toestand niet verandert, omdat ouders problemen ontkennen of weigeren aan te pakken. Het (tijdelijk) uit huis plaatsen van kinderen lost daar vaak niets aan op. Als de problemen ook niet zodanig ernstig zijn dat permanente uithuisplaatsing en/ of gezagsbeperkende beschermingsmaatregelen aan de orde zijn, zie je in dat soort gezinnen vaak een zich repeterend patroon. Uithuisplaatsing terug naar huis uithuisplaatsing terug naar huis. Ouders blijven de uithuisplaatsingen vaak aanvechten en gebruiken elk lichtpuntje om aan te geven dat de kinderen naar hun mening wel weer naar huis kunnen. De gezinsvoogdijinstelling kan dat patroon wel tegengaan, maar dat vraagt wel dat alle betrokken partijen en instellingen op één lijn zitten over de te volgen koers. Onderstaande casus laat zien wat de consequenties zijn als dat niet lukt. 19

20 Casus: niet-willende ouder - betrokken partijen niet op één lijn In een gezin is al jarenlang sprake van hulpverlening. Het rendement daarvan is echter zeer beperkt. De moeder staat niet open voor hulpverlening en blijkt in de praktijk zeer moeilijk leerbaar. De vijf kinderen van het gezin worden eind 2009 uit huis geplaatst. Nadat de uithuisplaatsing van de twee oudste kinderen al eerder was beëindigd, wordt in 2012 ook de uithuisplaatsing van de overige drie kinderen beëindigd. In de fase voorafgaand aan die beëindiging wordt de jeugdconsul door één van de betrokken partijen (opnieuw) bij de casus betrokken, omdat de samenwerking tussen de verschillende partijen naar mening van deze partij niet naar tevredenheid verloopt. Uit het door de jeugdconsul daarop georganiseerde overleg blijkt dat de instellingen - waar de uit huis geplaatste kinderen verblijven - onvoldoende helder voor ogen hebben wat de overwegingen zijn die de koers van de gezinsvoogdij-instelling bepalen. De jeugdconsul en de gezinsvoogdijinstelling lichten die koers uitgebreid toe. Daarbij wordt het belang van gezamenlijk optreden nadrukkelijk onderstreept. Dit om het risico op een herhaling van zetten te voorkomen. Dit doel wordt deels bereikt. In 2012 slaagt de moeder erin de kinderrechter te overtuigen dat zij de zorg voor de drie kinderen, die op dat moment nog uit huis geplaatst zijn, aankan. De gezinsvoogdij-instelling adviseert negatief, maar de kinderrechter besluit de uithuisplaatsingen te beëindigen, omdat onvoldoende hard kan worden gemaakt dat het thuis niet zal lukken. De daarover door de moeder en hulpverleners gepresenteerde beelden verschillen daarvoor teveel van elkaar. Enige tijd later beëindigt de rechter ook de ondertoezichtstellingen, omdat die naar mening van de rechter geen toegevoegde waarde meer hebben. Afgezet tegen de problemen die speelden toen de kinderen uit huis geplaatst werden, is er niet veel aan de situatie verbeterd. De kinderen zijn inmiddels ouder en daardoor op een aantal aspecten weerbaarder en minder kwetsbaar. Ondanks dat, zal het gezin volgens de hulpverleners langjarig stut en steun nodig hebben om te voorkomen dat het opnieuw tot ondertoezichtstelling(en) en/of uithuisplaatsing(en) komt. In de praktijk blijkt het dus niet eenvoudig om iedereen tijdens een meerjarig traject op één lijn te houden. Wisselingen in gezinsvoogden en hulpverleners vormen daarin kwetsbare momenten. Ook het strak regisseren van een casus, waarbij de beleidsvrije ruimte van hulpverleners in meer of mindere mate wordt beperkt, draagt risico s in zich. Als er daardoor namelijk geen goed contact met het gezin tot stand komt, levert dat weer andere problemen en dilemma s op. Een heel andere invalshoek om naar dit type casuïstiek te kijken is die van een kosten- en batenanalyse. Uit een doorberekening van de hiervoor geschetste casus is gebleken dat de kosten van het (tijdelijk) uit huis plaatsen van kinderen zeer hoog zijn. Het rendement van die investering is bij dit type gezinnen zeer beperkt. Dat leidt tot de vraag of voor hetzelfde of minder geld niet hetzelfde of meer rendement behaald kan worden. Zo kunnen we bijvoorbeeld - als de problematiek in het gezin dat toelaat - nog nadrukkelijker kijken of met het bieden van langjarige ondersteuning (tot de kinderen 18 jaar of ouder zijn) voor minder geld niet meer rendement te behalen valt. De noodzakelijke ondersteuning kan daarbij - afhankelijk van wat er in het gezin precies speelt - variëren van intensieve huishoudelijke hulp tot intensieve opvoedondersteuning. De kosten van deze vorm van ondersteuning en zorg zijn naar verwachting (ook bij intensieve thuisbegeleiding) lager dan de kosten van het uit huis plaatsen van de kinderen. De volgende casus laat weer een andere vorm van hulpweigering zien, die overigens gelukkig minder vaak voorkomt. Casus: gezin duikt onder onvindbaar voor instanties en hulpverlening Een alleenstaande moeder heeft vier kinderen, waarvan drie kinderen minderjarig zijn. Zij is wegens grote huurschulden uit de woning gezet. De moeder heeft met haar kinderen een noodwoning vanuit de gemeente toegewezen gekregen. AMK meldt het gezin aan bij DOSA. Het gezin heeft problemen op de leefgebieden scholing, financiën en huisvesting. De grootste zorg betreft de schoolgang van de kinderen. De moeder moet meewerken aan hulpverlening anders wordt haar zaak teruggegeven aan het AMK. DOSA zet een gezinscoach in. De moeder weigert mee te werken aan hulpverlening. Zij wil geen bewindvoerder accepteren en komt afspraken niet na. Opnieuw is er sprake van veel schoolverzuim bij de kinderen. De moeder legt de schuld van haar problemen buiten zichzelf. Voor de betrokken partijen (DOSA, gezinscoach, SoZaWe, Leerplicht, Stedelijke zorg) is duidelijk dat de moeder door haar houding en gedrag, de kinderen beperkt in hun ontwikkeling en niet zorgt of kan zorgen voor een stabiele en veilige thuissituatie. Deze partijen zijn van mening dat de moeder onderzocht moet worden. De zaak wordt teruggegeven aan het AMK, waarna het wordt doorgezet naar de Raad voor de Kinderbescherming. Tijdens het lopend onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming verdwijnt de moeder met haar drie minderjarige kinderen uit beeld van de hulpverlening. Door de DOSA-regisseur en de jeugdcoördinator van politie wordt veel ondernomen om de verblijfplaats van het gezin te achterhalen. Familie en de vader van de kinderen worden benaderd. 20

21 Ook de vader van de kinderen weet niet waar moeder met kinderen naar toe is. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert ondertoezichtstelling van de kinderen. De DOSA-regisseur vraagt advies aan de jeugdconsul over deze casus. De jeugdconsul geeft aan dat vader (of DOSA) de kinderen als vermist kan aangeven, zodat ze gesignaleerd staan in de politiesystemen. Als de kinderen daarnaast nog in Nederland staan ingeschreven, zijn ze leerplichtig en kan ook via die route geprobeerd worden om de kinderen gesignaleerd te krijgen. Enige tijd later neemt de advocaat van moeder contact op met de politie en meldt dat de instanties zich geen zorgen hoeven te maken over welzijn, gezondheid en veiligheid van de kinderen. Het zou goed gaan met de moeder en kinderen. DOSA meldt daarna aan de jeugdconsul dat de kinderen waren uitgeschreven uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). De leerplichtroute is hierdoor niet meer mogelijk. Bij de GBA is een signalering geplaatst dat als de kinderen weer worden ingeschreven, de instanties hierover worden geïnformeerd. Niet mee willen werken aan hulpverlening komt dus in vele vormen voor. Zeker als sprake is van een nauwelijks te verklaren weigering om hulp te aanvaarden, moeten we rekening houden met een mogelijke verstandelijke beperking. Die beperking hoeft in het dagelijkse leven overigens niet meteen zichtbaar te zijn. Mensen hebben geleerd ermee om te gaan en kunnen zich - met name verbaal - vaak prima redden. Op sleutelmomenten (overgang 18- naar 18+) is het van groot belang te zorgen dat jongeren, die afwijzend staan tegenover hulpverlening, niet verder in de problemen komen, omdat ze de weg in de wereld van uitkering, scholing en werk niet weten te vinden. Dat is niet eenvoudig, zeker niet als jongeren hulpverlening niet (meer) zien zitten. Toch moet informatie die bij diverse instanties en instellingen over de betreffende jongere aanwezig is, optimaal gebruikt kunnen worden. Zo kan hij, op moment dat hij wel voor hulp openstaat, goed geholpen worden. Op dat gebied zijn zeker nog verdere stappen mogelijk. 21

22 2. Onvoldoende slagkracht bij professionals Het thema onvoldoende slagkracht bij professionals is eerder in jaaranalyses van de jeugdconsul aan de orde gesteld. In de jaaranalyse 2011 is onvoldoende slagkracht als volgt getypeerd: onvoldoende daadkracht, wilskracht, doorzettingsvermogen en energie vanuit professionals in de uitvoering van trajecten in gezinnen en met jongeren. Het gaat om nét dat ene stapje harder lopen als het in een traject soms niet zo gemakkelijk verloopt. Over de grenzen van je eigen organisatie heen durven kijken. Je niet zomaar bij een situatie neerleggen. Tot het uiterste gaan. Al deze acties kunnen worden samengevat onder de noemer professionaliteit. Waarmee je weer uitkomt op de gedachte: die éne professional die het verschil kan maken Ook in 2012 zijn meerdere casussen bij de jeugdconsul neergelegd waar dit thema speelde. Casus: onvoldoende slagkracht bij plaatsingsproblematiek De gezinsvoogd van een 12-jarig meisje benadert de jeugdconsul over plaatsingsproblemen van haar pupil. Volgens de gezinsvoogdij-instelling komt de plaatsing van het meisje in gevaar omdat een andere instelling - die de betreffende pupil behandelt - gedane toezeggingen niet nakomt. Bij het meisje is sprake van gedragsproblematiek (o.a. ADHD en een hechtingsstoornis). Het meisje heeft eerder op diverse residentiële jeugdzorginstellingen verbleven, maar behoeft wegens haar hechtingsproblematiek een verblijfssetting waar zij een behandeling kan krijgen. Betrokken partijen in deze casus zijn het erover eens dat het meisje eigenlijk in een GGZ-instelling geplaatst moet worden. Daar kan zij in een stabiele en veilige omgeving behandeld worden. Ter overbrugging is het meisje echter geplaatst bij een residentiële jeugdzorginstelling, met daaraan gekoppeld ambulante behandeling door een GGZ-instelling. Afspraak was dat het meisje vervolgens geplaatst zou worden bij deze GGZ-instelling. De overbruggingsperiode loopt echter ten einde en de GGZ-instelling geeft aan dat zij het meisje niet kunnen plaatsen. Reden is dat het meisje langdurige behandeling nodig heeft en geen baat zal hebben bij een kortdurende behandeling. De gezinsvoogdij-instelling geeft aan dat zij al een aantal andere residentiële GGZ-instellingen heeft benaderd om het meisje alsnog voor het einde van de week geplaatst te krijgen. Dit heeft echter niet tot resultaat geleid. De jeugdconsul adviseert de gezinsvoogd om: haar teamleider/manager contact op te laten nemen met de teammanager van de GGZ-instelling om de zaak nogmaals te bespreken opties voor plaatsing buiten de regio onderzoeken Vervolgens koppelt de manager van de gezinsvoogd terug aan de jeugdconsul dat de GGZ-instelling niet erg meewerkend is en de week daarop een psychiater beschikbaar heeft om mee te denken over alternatieven plekken. De contacten met andere residentiële instellingen buiten de regio heeft weinig opgeleverd. Deze instellingen bieden hetzelfde als de GGZ-instelling in onze regio en plaatsing op korte termijn is niet mogelijk. Iedereen wijst naar elkaar en niemand neemt echt zijn verantwoordelijkheid. De jeugdconsul legt vervolgens op directieniveau contact met de jeugdzorginstelling waar het meisje verblijft. Het probleem wordt geschetst, waarna die instelling toezegt om op directieniveau met de GGZ-instelling die het meisje behandeld, in contact te treden. Beide partijen komen er vervolgens snel uit en de plaatsing van het meisje kan worden gecontinueerd. Het IQ van het meisje wordt onderzocht om te kijken of sprake is van een verstandelijke beperking. Op basis van die uitkomsten wordt een vervolgkoers bepaald. Uit deze casus blijkt dat partijen soms te lang op uitvoerend niveau blijven hangen en een casus daardoor stagneert. Het gebrek aan slagkracht manifesteert zich hier in het achterblijven van opschaling naar directieniveau. Dat patroon is niet nieuw. Dat is de reden dat de jeugdconsul bij opschaling ook altijd nagaat of betrokkene ook maximaal binnen zijn eigen organisatie opschaalt. Als dit niet het geval is, en de urgentie van de casus dat toelaat, wordt eerst ingezet op interne opschaling. In de hiervoor geschetste casus leek dit overigens het geval te zijn. Uiteindelijk bleek bij de instelling niet op het juiste niveau contact gelegd te zijn. Ook onderstaande casuïstiek laat zien dat een zaak te lang op uitvoerend niveau blijft hangen. De mogelijkheden die in de organisatie zelf voorhanden zijn om te escaleren, zijn niet gebruikt. Casus: onvoldoende slagkracht interne opschaling Een jongere van 15 jaar gaat niet naar school. Het lukt de gezinsvoogd niet de thuiszittende leerling op een school geplaatst te krijgen. Daarnaast is de gezinsvoogd ook niet tevreden over de wijze waarop zij door de leerplichtambtenaar geholpen wordt. Uit het consultatiegesprek blijkt echter dat de casus bij de gezinsvoogdij-instelling intern niet is opgeschaald. Er heeft dus ook nog geen interventie vanuit een hoger niveau plaatsgevonden om de zaak in beweging te krijgen. De jeugdconsul schetst de mogelijkheden die er zijn. Bijvoorbeeld contact leggen met teamleider bij Leerplicht en indien nodig contact tussen directie BJZ en directie Jeugd en Onderwijs van de gemeente Rotterdam. Zij geeft aan dat die mogelijkheden naar haar mening eerst benut moeten worden om beweging in de casus te krijgen. 22

23 Ook onderstaande casus laat zien dat de mogelijkheden die instanties zelf hebben om een casus weer in beweging te krijgen niet maximaal gebruikt worden. Organisaties hebben daarnaast ook geen helder beeld bij wie voordat opgeschaald wordt naar de jeugdconsul zij ook kunnen aankloppen om een casus weer in beweging te krijgen. Casus: onvoldoende slagkracht gering ketenbesef Een meisje zit met een voorlopige ondertoezichtstelling en een machtiging uithuisplaatsing sinds vier weken in een crisisopvang. De gezinsvoogdij-instelling heeft moeite om een vervolgplek te vinden. Daarom is het meisje, na afloop van de crisisplaatsing, weer naar huis gegaan. Dat is echter zeer ongewenst, omdat het thuis niet goed gaat. De gezinsvoogdij-instelling vraagt advies aan de jeugdconsul. De jeugdconsul adviseert om op directieniveau het gesprek aan te gaan met opvanginstellingen en tegelijkertijd DOSA te vragen om - samen met de gezinsvoogdij-instelling - te zoeken naar extra ondersteuning in de thuissituatie, ter overbrugging naar een opvangplek voor het meisje. Casus: onvoldoende slagkracht zoeken naar oplossing De moeder van een gezin is een aantal jaren geleden overleden. Daarna namen vooral bij de school de zorgen om de vader en zijn twee zoons toe. De jongens verzuimden veelvuldig en er waren aanwijzingen van kindermishandeling (onvoldoende zorg en voeding, fysiek geweld) door vader. Bij de jongens was daarnaast sprake van complexe gedragsproblematiek. In 2011 is de jeugdconsul actief betrokken geweest bij deze casus vanwege de zorgen om de veiligheid van de twee jongens. Sinds medio 2011 staan de kinderen onder toezicht van BJZ. De casus is na de ondertoezichtstelling afgeschaald naar de DOSA-regisseur. In 2012 benadert de DOSA-regisseur de jeugdconsul over deze casus. BJZ wil Multi Systeem Therapie (hierna: MST) inzetten in het gezin als alternatief voor uithuisplaatsing van de jongens. Bij MST vindt de behandeling van de jongeren plaats in de thuissituatie in nauwe samenwerking met de ouders. Omdat vader nauwelijks Nederlands spreekt is een tolk nodig. MST heeft echter geen budget om langer dan twee weken met een tolkentelefoon te werken. BJZ legt de vraag om verdere financiering neer bij DOSA. DOSA zit op dat moment met een Kernpuntcoach in het gezin. Deze coach spreekt de taal van het gezin. Deze coach zal stoppen, zodra MST van start gaat. DOSA vraagt de jeugdconsul om advies. De jeugdconsul geeft aan dat MST naar haar mening bij BJZ moet aankloppen om de financiering van een tolk opgelost te krijgen. Als dat niet snel kan of niet mogelijk blijkt te zijn, kan DOSA overwegen de Kernpuntcoach in te zetten om te tolken in het gezin. Zoals de casussen laten zien gaat het bij gebrek aan slagkracht dus vaak niet om hele grote of wereldschokkende zaken en lijken ze vaak redelijk eenvoudig op te lossen. Het zijn echter wel zaken die een funeste uitwerking kunnen hebben voor de start of het verloop van een hulpverleningstraject als ze niet opgelost worden. 23

24 3. Gebrekkige informatiedeling In complexere zaken zijn informatiedeling en regievoering essentieel om tot sluitende hulpverlening te komen. Die informatiedeling (vaak in samenhang met onvoldoende regievoering) mag dan ook niet van toeval afhangen, maar moet geborgd zijn in de manier van werken. Rotterdam heeft sinds 2009 per deelgemeente werkafspraken gemaakt om hulp zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen: de Staal+ afspraken. Zorgcoördinatie draagt bij aan effectievere en snellere hulp en sluitende zorg aan mensen met multiproblematiek. Zorg wordt afgestemd, signalen worden eerder gedeeld, voortgang scherp bewaakt en waar nodig wordt ingegrepen om te realiseren dat de juiste zorg wordt geboden. In (de stadsregio) Rotterdam is SISA het systeem waarin hulpverlenende instellingen een signaal kunnen afgeven als er zorgen zijn over een jongere. SISA staat voor SIgnaleren en SAmenwerken en Stadsregionaal Instrument Sluitende Aanpak. Via SISA werken organisaties, die met jongeren en kinderen werken, nauw samen. Met elkaar vormen ze een sluitend netwerk om de kinderen en jongeren die risico s lopen of problemen hebben, te signaleren en te begeleiden. Voor iedereen die met (risico)jeugd te maken heeft, is SISA belangrijk gereedschap. Met betrekking tot SISA geldt echter wel dat het persoonsgericht is opgezet en niet gezins- of adresgericht. Als het CJG een signaal met betrekking tot een baby afgeeft in SISA, ontstaat er alleen een match als een andere instelling ook een signaal op diezelfde baby in SISA afgeeft. Eventuele signalen in SISA met betrekking tot problemen met andere kinderen uit datzelfde gezin komen bij het signaleren van de baby dus niet via SISA in beeld. Uit de hierna geschetste casus blijkt dat het ondanks deze gemaakte Staal+ afspraken nog steeds voorkomt dat hulpverlenende partijen niet weten van elkaars betrokkenheid in een gezin met problemen op meerdere leefgebieden. Het realiseren van sluitende hulpverlening wordt daardoor nodeloos ingewikkeld en (te) afhankelijk van de mate waarin ouders zelf bereid zijn daaraan mee te werken. Casus: gebrekkige informatiedeling hulpverlenende partijen ontbreken regievoering In een gezin met zes kinderen is sprake van problemen op meerdere leefgebieden. Vader zit zonder werk en er zijn schulden. Eén van de zoons is in aanraking gekomen met de politie en verzuimt daarnaast veel van school. Het jongste kind is geestelijk gehandicapt en vraagt veel zorg. 24

25 Beide ouders spreken slecht Nederlands. In het gezin zijn meerdere hulpverlenende partijen actief. Als het gaat om informatiedeling laat de casus onder meer het volgende zien: het CJG heeft geen zicht op alle problemen die in het gezin spelen en wordt daar door de instelling die ouders begeleidt ook niet over geïnformeerd. Het CJG is dan ook afhankelijk van wat de ouders zelf over hun problemen melden de ouders worden door een instelling begeleid op vrijwillige basis. Als er geen hulpvragen meer zijn, wordt die begeleiding afgesloten. Bij de instelling is echter wel sprake van zorgen. Die zorgen worden niet belegd bij een partij (bijvoorbeeld het CJG) die nog wel contact heeft met het gezin de gezinsvoogdij-instelling die de zoon begeleidt, acht intensieve gezinscoaching nodig maar ziet daar van af omdat een andere instelling op een eerder moment (op andere gronden) geoordeeld heeft dat een indicatie hiervoor niet mogelijk was. Die informatie wordt niet gedeeld met DOSA. Daardoor is ook niet bekeken of gezinscoaching zonder indicatie wel tot de mogelijkheden behoort als het jongste kind ontslagen wordt uit een ziekenhuis, verzuimt het ziekenhuis om de noodzakelijke specialistische thuishulp daarvan in kennis te stellen. Ondanks signalen daarover richting ziekenhuis, herstellen zij deze omissie pas na twee maanden. De casus onderstreept de noodzaak om in casussen waar meerdere instellingen of hulpverlenende partijen bij betrokken zijn, goede casusregie te organiseren en duidelijke afspraken te maken over het delen van informatie. Ook al ging dit in 2012 beter dan in voorgaande jaren, het is nog geen vanzelfsprekendheid. Ook de hierna geschetste casussen uit 2012 laten zien dat op het gebied van informatiedeling en regievoering nog stappen te zetten zijn. Casus: gebrekkige informatiedeling met DOSA Een jongen is - na afloop van een strafrechtelijk traject in verband met ernstige strafbare feiten - in een jeugdzorginstelling geplaatst. De informatiedeling tussen de gezinsvoogd / jeugdreclasseerder en de DOSAregisseur verloopt niet heel soepel. Volgens DOSA belt de gezinsvoogd alleen als er wat van DOSA nodig is. DOSA wordt dan ook verrast door de mededeling van de gezinsvoogd dat de jongen in het kader van een soort proeftraject op zeer korte termijn weer thuisgeplaatst wordt. Voor de betreffende jongere geldt nog wel een machtiging uithuisplaatsing. Maar omdat hij het in de instelling volgens de gezinsvoogd zo goed doet, wordt hij onder voorwaarden weer thuisgeplaatst. In het kader van het proeftraject wordt Family s First (hierna: FF) ingezet in het gezin, om hiermee de kans van slagen van de thuisplaatsing te vergroten. FF is een intensieve vorm van gezinshulpverlening / behandeling gedurende vier weken, waarna ouders in staat moeten zijn toekomstige problemen zelfstandig (of eventueel met aanvullende hulp) het hoofd te bieden. DOSA is echter van mening dat de inzet van FF in het gezin te weinig waarborgen biedt om een eventuele terugval van de jongere in de criminaliteit tegen te gaan. De moeder is volgens DOSA niet sterk genoeg om waar nodig tegen haar oudere kinderen op te treden. Bovendien heeft zij haar handen vol aan een ziek kind dat veel aandacht vraagt. De DOSA-regisseur moet vervolgens heel snel aanvullende maatregelen nemen. Er worden sluitende afspraken gemaakt met FF. De buurtagent wordt ingeschakeld om ook in de buitenruimte zo veel mogelijk toezicht op de jongere te houden. Dit alles om de kans dat de thuisplaatsing tot nieuwe strafbare feiten leidt, zo klein als mogelijk te maken. Alle maatregelen ten spijt pleegt de jongere korte tijd later opnieuw een strafbaar feit. De volgende casus laat zien dat het binnen een gemeente geen vanzelfsprekendheid is dat diensten van elkaars bemoeienis met een gezin op de hoogte zijn. Casus: gebrekkige informatiedeling binnen gemeentelijke partijen Een alleenstaande moeder heeft drie kinderen van acht, zeven en drie jaar. De kinderen hebben veel schoolverzuim, komen te laat op school of worden te laat opgehaald. De moeder heeft geen werk en veel schulden. Zij heeft een LAT-relatie met de vader van de kinderen. In deze relatie vindt meerdere malen huiselijk geweld plaats. Alle hulpverleners (o.a. DOSA, SoZaWe en de gezinscoach) geven aan dat mevrouw de gemaakte afspraken telkens niet nakomt. De schuldenproblematiek is groot en er dreigt woningontruiming. De moeder stuurt een brief naar de burgemeester en vraagt om hulp voor haar financiële situatie. De DOSA is niet op de hoogte van deze brief. Die brief leidt ertoe dat het gezin éénmalig financiële hulp ontvangt via het Fonds Bijzondere Noden. Dat is op zich geen verkeerde zaak. De behandelaar van de brief binnen de gemeente en de instelling van waaruit de financiële hulp gegeven wordt, zijn echter niet op de hoogte van de bemoeienis van DOSA en andere hulpverleners met dit gezin. Zij hebben ook geen zicht op de lijn die met betrekking tot het gezin gevolgd wordt. De manier waarop het financiële probleem wordt opgelost, neemt DOSA de wind uit de zeilen om het gezin - ook met betrekking tot andere problemen - de gewenste kant op te krijgen. Bij het gezin betrokken organisaties informeren ouders ook niet altijd voldoende over ondernomen stappen, zoals de volgende casus laat zie. Dit leidt soms tot stagnatie van de casus en tot veel ongenoegen bij ouders. 25

26 Casus: gebrekkige informatiedeling onduidelijkheid bij ouders over hulpproces Een meisje van 15 jaar is wegens gedragsproblematiek en spijbelen op de Havo geplaatst op de Onderwijs Opvang Voorziening Rotterdam (OOVR). Het gedrag van het meisje verergert. Onderzoek levert niets op. Thuis gaat het niet goed en uit boosheid doet het meisje zelfs een zelfmoordpoging. Hierop neemt moeder contact op met Jeugdzorg. Het meisje wordt begin 2012 voor een half jaar in een gezinshuis geplaatst. Wegens de dreigende houding van het meisje naar docenten wordt de plaatsing bij de OOVR niet verlengd. Omdat het meisje dagbesteding nodig heeft om in het gezinshuis te verblijven, mag ze bij de OOVR twee uur per dag zelfstudie doen. De casemanager van BJZ gaat op zoek naar een andere verblijfplek voor het meisje. Zij wordt opnieuw onderzocht, waarna een diagnose volgt. Zij krijgt medicatie voorgeschreven voor haar problemen. De OOVR doet in maart bij Bureau Instroom een aanvraag voor Cluster 4- indicatie. Moeder benadert half april het jeugdconsulaat omdat zij vreest dat het te lang gaat duren voordat haar dochter de juiste hulp en scholing krijgt. Moeder wil niet dat haar dochter een schooljaar mist. Het jeugdconsulaat doet bij de OOVR navraag over de indicatieaanvraag. De bij het onderzoek gestelde diagnose blijkt niet bij de aanvraag gevoegd te zijn. Hierop wordt door de OOVR binnen een week de aanvraag alsnog aangevuld met de diagnose. De OOVR heeft ook contact met de Centrale Intake en verwacht binnen drie weken (half mei) een indicatiebesluit. Het jeugdconsulaat spreekt met de OOVR af dat, zodra het besluit binnen is, de OOVR samen met de oude school en de moeder om tafel gaat om het besluit te bespreken. Samen kan men dan nagaan welke onderwijsplek geschikt is voor het meisje. Ook kan dan worden nagegaan of er sprake is van wachtlijsten en zo ja, op welke wijze de wachttijd kan worden overbrugd. Omdat het (vervolg)proces geborgd lijkt, sluit het jeugdconsulaat de casus hierna af. Begin juni neemt de moeder weer contact op met het jeugdconsulaat. Zij maakt zich zorgen omdat er nog steeds geen school is voor haar dochter. Zij geeft aan dat zij zich met name zorgen maakt over het feit dat de aanvraag bij Bureau Instroom zo ontzettend lang duurt en het proces elke keer vastloopt op kleine zaken. De moeder heeft er geen vertrouwen meer in dat de oude school van haar dochter de verantwoordelijkheid in het zoeken van een nieuwe school goed oppakt. Hierop doet het jeugdconsulaat navraag bij de OOVR over de aanvraag Cluster 4- indicatie. Vervolgens wordt duidelijke dat, omdat op het aanvraagformulier de naam van de psycholoog niet was af te leiden uit de handtekening, de aanvraag door de Centrale Intake 26

Analyse Jeugdconsul 2011. Fundament voor de Toekomst

Analyse Jeugdconsul 2011. Fundament voor de Toekomst Jeugdconsul 2011 Fundament voor de Toekomst Juni 2012 Inhoud 1 Inleiding 4 2 Kwantitatieve analyse 2011 6 3 Kwalitatieve analyse 18 4 Stand van zaken aanbevelingen analyse 2010 30 5 Borging jeugdconsulfunctie

Nadere informatie

Sluitende aanpak. voor risico- en. probleemjongeren

Sluitende aanpak. voor risico- en. probleemjongeren Sluitende aanpak voor risico- en probleemjongeren Stad van jongeren Rotterdam is een stad van jongeren. Dat is een statistisch gegeven. Maar je ziet het ook als je op straat loopt. Overal jonge mensen

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Protocol SISA signalering MEE. Rotterdam Rijnmond. Vastgesteld MO: 2 oktober 2008 Auteur: Jacomine Goudzwaard Status: definitief versie 1

Protocol SISA signalering MEE. Rotterdam Rijnmond. Vastgesteld MO: 2 oktober 2008 Auteur: Jacomine Goudzwaard Status: definitief versie 1 signalering MEE Rotterdam Rijnmond Vastgesteld MO: Auteur: Jacomine Goudzwaard Status: definitief versie 1 Protocol signaleren in SISA en risicoprofiel Pre ambule MEE Rotterdam Rijnmond is een dienstverlenende

Nadere informatie

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming. Mathilde Roubos Anjo Mangelaars

Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming. Mathilde Roubos Anjo Mangelaars Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming Mathilde Roubos Anjo Mangelaars Vrijwillig kader Gedwongen kader Bureau Jeugdzorg Toegang AMK Jeugdbescherming Jeugdreclassering CIT Voorlopige Ondertoezichtstelling

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 3 > Ondertoezichtstelling 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 6 > De gezinsvoogd

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 5 > Maakt u zich zorgen over een kind? 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen van Kinderbescherming

Nadere informatie

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 7 > De gezinsvoogd 8 > Wie doet wat

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders Inhoudsopgave»» Jeugdbescherming»» Wat is een ondertoezichtstelling (OTS)?»» Wat is uw rol bij een OTS?»» Wat gaat er gebeuren?»» Wat zijn uw rechten?»»

Nadere informatie

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Inleiding Het Bureau Jeugdzorg heeft als taak om te mensen te begeleiden die problemen hebben met de opvoeding van hun kind. Mensen die zich zorgen

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Dienst Gezondheid

Nadere informatie

Rapport Baby Josephlaan

Rapport Baby Josephlaan Rapport Baby Josephlaan Inspectie jeugdzorg Utrecht, december 2008 2 Inspectie jeugdzorg Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - Inleiding...5 1.1 Aanleiding...5 1.2 Onderzoek naar de casus...5 1.3 Onderzoeksbronnen...5

Nadere informatie

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG ONZE MISSIE EN VISIE ONZE INZET Onze missie Wij beschermen in hun ontwikkeling bedreigde kinderen en zorgen ervoor dat zij de juiste zorg krijgen. Onze visie Wij komen in

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 3 > Ondertoezichtstelling 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 6 > De gezinsvoogd

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming Inleiding Vanaf 1 januari 2005 zijn de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK) een onderdeel

Nadere informatie

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg Noord-Holland

Bureau Jeugdzorg Noord-Holland Bureau Jeugdzorg Noord-Holland 2 Bureau Jeugdzorg Noord-Holland Ieder kind heeft het recht om op te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene. Dat gaat niet altijd vanzelf. Soms is hulp nodig

Nadere informatie

Aanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving

Aanpak: GRIP-aanpak. Beschrijving Aanpak: GRIP-aanpak De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Bureau Jeugdzorg

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Hans Lomans Bestuurder BJzG 8 april 2011 2 U vindt ons Overal in Gelderland In alle regio s Zorg-en Adviesteams Centra voor Jeugd en Gezin Veiligheidshuizen

Nadere informatie

De Werkwijze. van de William Schrikker. Jeugdbescherming. bij een Voogdijmaatregel

De Werkwijze. van de William Schrikker. Jeugdbescherming. bij een Voogdijmaatregel De Werkwijze Illustrations Dick Bruna Copyright Mercis bv. 1990 van de William Schrikker Jeugdbescherming bij een Voogdijmaatregel 0208 WSS voogdijmaatregel binn:01/05 WSS-broch. voogd. binn 28-02-2008

Nadere informatie

Voorwaardelijke interventie Gezinnen. (VIG) Voorwaardelijke hulpverlening aan Multi-problemgezinnen met verschillende vormen van drang & dwang. Werkwijze vrijwillige hulpverlening Eigen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Algemeen Wat verandert er vanaf volgend jaar in de jeugdzorg? Per 1 januari 2015 wordt de gemeente in plaats van het Rijk en de provincie verantwoordelijk

Nadere informatie

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling)

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling) Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling) Deze folder is voor ouders van cliënten van de Welkom 2 OnderToezichtStelling Graag stellen wij ons voor. Wij zijn de William Schrikker Jeugdbescherming. Wij geven

Nadere informatie

Ondertoezichtstelling (OTS) Wat betekent een ondertoezichtstelling voor u en uw kind? Wat kunt u verwachten?

Ondertoezichtstelling (OTS) Wat betekent een ondertoezichtstelling voor u en uw kind? Wat kunt u verwachten? Ondertoezichtstelling (OTS) Wat betekent een ondertoezichtstelling voor u en uw kind? Voor wie is deze factsheet bedoeld? Deze factsheet is voor ouders/ verzorgers van kinderen die onder toezicht staan

Nadere informatie

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving Aanpak: Multiprobleemgezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD

Nadere informatie

Aanpak: Integrale Aanpak. Beschrijving

Aanpak: Integrale Aanpak. Beschrijving Aanpak: Integrale Aanpak De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Mondriaan

Nadere informatie

Kinderen moeten gezond, veilig en met plezier kunnen opgroeien. Het liefst in een gezin. SAMEN ZORGEN VOOR DE JEUGD OP BONAIRE

Kinderen moeten gezond, veilig en met plezier kunnen opgroeien. Het liefst in een gezin. SAMEN ZORGEN VOOR DE JEUGD OP BONAIRE Kinderen moeten gezond, veilig en met plezier kunnen opgroeien. Het liefst in een gezin. SAMEN ZORGEN VOOR DE JEUGD OP BONAIRE WAT IS ONS GEZAMENLIJKE DOEL Ouders zijn primair verantwoordelijk voor het

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Taken van het Bureau Jeugdzorg Jeugdhulpverlening Het Bureau Jeugdzorg heeft als taak om te mensen te begeleiden die problemen hebben met de opvoeding

Nadere informatie

Over onze leerlingen 2017

Over onze leerlingen 2017 INHOUDELIJK JAARVERSLAG 2017 Over onze leerlingen 2017 Gedurende het jaar hebben 90 leerlingen een periode bij School2Care gezeten. 50 leerlingen zijn ingestroomd in 2017, 45 leerlingen zijn uitgestroomd.

Nadere informatie

Richtlijn / info voor ouders. Uithuisplaatsing. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming. NVO, BPSW en NIP

Richtlijn / info voor ouders. Uithuisplaatsing. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming. NVO, BPSW en NIP Richtlijn / info voor ouders Uithuisplaatsing Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming NVO, BPSW en NIP Inleiding Een kind opvoeden is niet makkelijk. Zo kan het zijn dat uw kind meer of andere zorg nodig

Nadere informatie

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Uithuisplaatsing (UHP)

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Uithuisplaatsing (UHP) Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg (UHP) Inleiding Bij een ondertoezichtstelling of een voorlopige ondertoezichtstelling kan het Bureau Jeugdzorg aan de kinderrechter vragen om een machtiging

Nadere informatie

Als ouders uit elkaar gaan

Als ouders uit elkaar gaan Als ouders uit elkaar gaan Inhoud 3 > Als ouders uit elkaar gaan 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het ouderschap blijft bestaan 7 > Informatie en consultatie 9 > De rol van de Raad 11 > De rechter

Nadere informatie

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota 2 Samenvatting van de concept kadernota - Heel het Kind Heel het Kind Op 18 februari 2014 heeft de Eerste Kamer de nieuwe Jeugdwet aangenomen. Daarmee

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: BJZ Flevoland

Nadere informatie

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Dordrecht

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Dordrecht Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Dordrecht Aanpak: Sociale- en Jeugdteams en Reset (2013: Gezinscoaching en Reset Thuisbegeleiding) Juni 2015 Samenwerkend Toezicht Jeugd (STJ) verstaat onder

Nadere informatie

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen. Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen. Vanaf 1 januari 2015 zijn wij als gemeente verantwoordelijk voor de jeugdhulp in Hendrik-Ido- Ambacht.

Nadere informatie

Evaluatie sociaal gebiedsteam juli 2015

Evaluatie sociaal gebiedsteam juli 2015 Evaluatie sociaal gebiedsteam juli 2015 Bestemd voor: Gevraagd besluit: Onderwerp: wethouder Jeugd Hans van der Velde Commissie Zorg, Welzijn en Onderwijs kennisnemen van de stand van zaken en ontwikkelingen

Nadere informatie

Wier. Behandelcentrum voor mensen die moeilijk leren, met gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen. Patiënten & familie

Wier. Behandelcentrum voor mensen die moeilijk leren, met gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen. Patiënten & familie Wier Behandelcentrum voor mensen die moeilijk leren, met gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen Patiënten & familie 2 Voor wie is Wier? Wier is er voor mensen vanaf achttien jaar (en soms jonger)

Nadere informatie

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie Juni 2015 Samenwerkend Toezicht Jeugd (STJ) verstaat onder een gezin met geringe sociale redzaamheid een

Nadere informatie

MET HART EN ZIEL VOOR KINDEREN IN DE KNEL

MET HART EN ZIEL VOOR KINDEREN IN DE KNEL MET HART EN ZIEL VOOR KINDEREN IN DE KNEL JEUGDBESCHERMING GELDERLAND 2 Jeugdbescherming Gelderland is er voor kinderen in de knel en hun gezin. Samen met het gezin, in nauw overleg met collega jeugdzorginstellingen

Nadere informatie

Sociaal wijkteam?!?! Marijke Versteeg Teamleider sociaal wijkteam Kruiskamp- Koppel. 15 april 2014

Sociaal wijkteam?!?! Marijke Versteeg Teamleider sociaal wijkteam Kruiskamp- Koppel. 15 april 2014 Sociaal wijkteam?!?! Marijke Versteeg Teamleider sociaal wijkteam Kruiskamp- Koppel 15 april 2014 In deze presentatie neem ik u mee in: de beweging in het Sociaal Domein in Amersfoort de praktijk van het

Nadere informatie

gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst

gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst De basis van In voor zorg! Voor wie is JeugdzorgPlus? Door een gebrek aan aansluitende zorg vielen voorheen veel jongeren tussen wal en schip. Dit verkleinde hun

Nadere informatie

Als het mis dreigt te gaan met je opvoeding (voor kinderen en jongeren)

Als het mis dreigt te gaan met je opvoeding (voor kinderen en jongeren) Regelingen en voorzieningen CODE 10.2.3.81 Als het mis dreigt te gaan met je opvoeding (voor kinderen en jongeren) brochure bronnen Raad voor de Kinderbescherming, www.rijksoverheid.nl, januari 2011 In

Nadere informatie

Jeugdbescherming in Nederland

Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Mr. drs. Bart de Jong Adviseur Van Montfoort 2 Stelselwijziging Jeugd Wat is Jeugdbescherming? Proces/Actoren Doelgroep en problematiek Maatregelen

Nadere informatie

VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK)

VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK) VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK) Artikel 3 IRVK 1. Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk

Nadere informatie

Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is:

Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is: Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is: Mijn gezinsvoogd werkt bij de William Schrikker Jeugdbescherming. Wat een toestand, zeg! Wat gebeurt

Nadere informatie

18.067Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018

18.067Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018 18.067Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 22 november 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen Informatiebijeenkomst Transitie jeugdzorg, SRA 19 juni 2011 Startfoto en kennisdeling. Het Planetarium Amsterdam Caroline Mobach Presentatie

Nadere informatie

Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht

Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht 2018-2022 Taken Regionaal Bureau Leerplicht Het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) voert voor de gemeenten in de Duin & Bollenstreek en de Leidse Regio de leerplichtfunctie

Nadere informatie

Zo werkt Bureau Jeugdzorg Flevoland

Zo werkt Bureau Jeugdzorg Flevoland Opvoedproblemen? Zo werkt Bureau Jeugdzorg Flevoland Informatie voor ouders en verzorgers Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige

Nadere informatie

Versie 1.0 13 mei 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voogdij

Versie 1.0 13 mei 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voogdij Versie 1.0 13 mei 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Inleiding In de wet staat dat minderjarigen altijd iemand moeten hebben die gezag over hen heeft. Dit gezag ligt in principe bij de ouders van de minderjarige.

Nadere informatie

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis Informatie voor professionals die werken volgens de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 1. In welke stap van de meldcode neem ik contact op met Veilig

Nadere informatie

Praktische afspraken na toepassing woonplaatsbeginsel Jeugd en Wmo. Convenant

Praktische afspraken na toepassing woonplaatsbeginsel Jeugd en Wmo. Convenant Praktische afspraken na toepassing woonplaatsbeginsel Jeugd en Wmo Convenant 1 Inleiding 1.1 Convenant In dit convenant zijn afspraken te vinden die de partijen (gemeente De Bilt, Bunnik, Wijk bij Duurstede,

Nadere informatie

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder!

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder! 24 uurshulp Met Cardea kun je verder! Met Cardea kun je verder! 24 UURSHULP De meeste kinderen en jongeren wonen thuis bij hun ouders totdat ze op zichzelf gaan wonen. Toch kunnen er omstandigheden zijn,

Nadere informatie

vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik

vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik > vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik OUDERS & OPVOEDERS Als er binnen uw gezin sprake is van seksueel misbruik, heeft dat grote invloed. Er is veel verdriet, boosheid, wantrouwen en schuldgevoel.

Nadere informatie

TKM Online, april 2012

TKM Online, april 2012 TKM- enquête onder ruim 1.400 professionals Het zwarte gat na een melding Marie-José Linders voor Tijdschrift Kindermishandeling 'Je ziet niet hoe het verder gaat met een kind. Wat gebeurt er? Wat doen

Nadere informatie

Aanpak: Versterkt Verder. Beschrijving

Aanpak: Versterkt Verder. Beschrijving Aanpak: Versterkt Verder De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: MEE IJsseloevers

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Ondertoezichtstelling (Gezinsvoogdij)

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Ondertoezichtstelling (Gezinsvoogdij) Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Ondertoezichtstelling (Gezinsvoogdij) Inleiding Ondertoezichtstelling Ondertoezichtstelling (OTS) is een kinderbeschermingsmaatregel, die alleen kan

Nadere informatie

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving Aanpak: Praktische gezinsondersteuning De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door:

Nadere informatie

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voorlopige Ondertoezichtstelling (VOTS)

Versie 1.0 19 april 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voorlopige Ondertoezichtstelling (VOTS) Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voorlopige Ondertoezichtstelling (VOTS) Inleiding Als het Bureau Jeugdzorg zich grote zorgen maakt over het opgroeien van uw kind, én als zij vinden

Nadere informatie

24- uursbehandeling. [ intensieve persoonlijke begeleiding en behandeling ]

24- uursbehandeling. [ intensieve persoonlijke begeleiding en behandeling ] 24- uursbehandeling [ intensieve persoonlijke begeleiding en behandeling ] In het noorden en oosten van Nederland behandelen en begeleiden wij kinderen, jongeren en volwassenen met een licht verstandelijke

Nadere informatie

Kennisateliers Jeugdbescherming Jeugdreclassering. Juni 2013 Anna van Beuningen

Kennisateliers Jeugdbescherming Jeugdreclassering. Juni 2013 Anna van Beuningen Kennisateliers Jeugdbescherming Jeugdreclassering Juni 2013 Anna van Beuningen Gemeenten na 2015 verantwoordelijk voor inrichting van het gehele jeugdstelsel Dus ook voor toeleiding naar jeugdbescherming

Nadere informatie

Samenwerking Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de William Schrikker Groep na 2015

Samenwerking Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de William Schrikker Groep na 2015 Samenwerking Bureau jeugdzorg Stadsregio Rotterdam en de William Schrikker Groep na 2015 Versie 14/11/2013 Inleiding De verantwoordelijkheid voor een positief opvoed- en opgroeiklimaat, preventie, vroegsignalering

Nadere informatie

Zr, 2-L)C4.A.8 GESCAND OP 1 4 SEP. 2012. Gemeente Wormerland

Zr, 2-L)C4.A.8 GESCAND OP 1 4 SEP. 2012. Gemeente Wormerland BINNENGEKOMEN 1 4 SEP, 2012 Zr, 2-L)C4.A.8 - Integraal Toezicht Jeugdzaken Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport - cot_ Lete > Retouradres Postbus 19201 3501 DE Utrecht Gemeente Wormerland t.a.v.

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Jaarverslag Leerplicht/RMC 2017-2018 S.A.W. Visser De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) 367 54 66 1 19-12-2018 - Geachte heer, mevrouw, Hierbij presenteren wij u het jaarverslag

Nadere informatie

Inleiding. Namens de werkgroep vroegsignalering Annemarieke Koops Gynaecoloog WZA Augustus 2011

Inleiding. Namens de werkgroep vroegsignalering Annemarieke Koops Gynaecoloog WZA Augustus 2011 Inleiding Voor u ligt het protocol vroegsignalering van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen. De werkgroep vroegsignalering werkt aan verbetering van de ondersteuning die kwetsbare zwangeren in en rond Assen

Nadere informatie

Uitkomsten toezichtonderzoek Spijkenisse

Uitkomsten toezichtonderzoek Spijkenisse Uitkomsten toezichtonderzoek Spijkenisse Toezichtonderzoek op beleidsniveau naar de verantwoorde zorg en ondersteuning van gezinnen met geringe sociale redzaamheid September 2013 Samenwerkend Toezicht

Nadere informatie

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving Aanpak: Bijzondere Zorg Team Namens de gemeente Deventer hebben drie netwerkpartners de vragenlijst gezamenlijk ingevuld. Dit zijn Dimence GGZ, Tactus verslavingszorg, en Iriszorg maatschappelijke opvang.

Nadere informatie

ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT

ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT 2008009130 HOLLAND IJ is ' AANDACHT ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT bij Problemen rond OPGROEIEN EN OPVOEDING NOORD-HOLLAHO BUREAU JEUGDZORG HEEFT 5 SECTOREN Lokaal Jeugdbeleid Jeugdhulpverlening Advies-

Nadere informatie

Uitkomsten toezichtonderzoek Gouda

Uitkomsten toezichtonderzoek Gouda Uitkomsten toezichtonderzoek Gouda Toezichtonderzoek op beleidsniveau naar de verantwoorde zorg en ondersteuning van gezinnen met geringe sociale redzaamheid September 2013 Samenwerkend Toezicht Jeugd

Nadere informatie

Ketenzorg bij een moeilijke groep in de praktijk Donderdag 22 april 2010 NVAG themamiddag Driever s Dale Evelien von Eije Driever s Dale Behandelinstelling voor kinderen en jeugdigen met een Lichtverstandelijke

Nadere informatie

gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst

gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst gewoon meedoen! Ketenzorg met toekomst De basis van In voor zorg! Door een gebrek aan aansluitende zorg vielen voorheen veel jongeren tussen wal en schip. Dit verkleinde hun kans op een goede terugkeer

Nadere informatie

Jaarverslag Transferium Jeugdzorg 2013:

Jaarverslag Transferium Jeugdzorg 2013: Jaarverslag Transferium Jeugdzorg 2013: Van perspectief middels plan naar resultaat! Inleiding Eigenlijk is het feit dat ook 2013 een roerig jaar is geweest, normaler dan het zou zijn als het een rustig

Nadere informatie

Jeugdbescherming Informatie voor jongeren

Jeugdbescherming Informatie voor jongeren Jeugdbescherming Informatie voor jongeren Inhoudsopgave»» Jeugdbescherming»» Wat is een ondertoezichtstelling (OTS)?»» Wat is jouw rol bij een OTS?»» Wat gaat er gebeuren?»» Wat zijn jouw rechten?»» Wat

Nadere informatie

Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij

Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij De kinderrechter heeft besloten dat Jeugdbescherming west het gezag over uw kind gaat uitoefenen. Dat wordt voogdij genoemd. Hiervoor kunnen verschillende

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2015-39 17 februari 2016 De school had ernstige zorgen over de leerlinge en haar zuster. De commissie kijkt naar de vraag of een

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/334

Rapport. Datum: 24 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/334 Rapport Datum: 24 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/334 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Stichting Jeugd en Gezin Flevoland, na een gesprek met haar te hebben gevoerd op 18 november 2000, onvoldoende

Nadere informatie

PROTOCOL SIGNALEREN EN MELDEN MISHANDELING/MISBRUIK/VERWAARLOZING. Smidserweg 4 6419 CP Heerlen Telefoon 045-5741409

PROTOCOL SIGNALEREN EN MELDEN MISHANDELING/MISBRUIK/VERWAARLOZING. Smidserweg 4 6419 CP Heerlen Telefoon 045-5741409 CATHARINASCHOOL (V.)S.O. voor Z.M.L.K. PROTOCOL SIGNALEREN EN MELDEN MISHANDELING/MISBRUIK/VERWAARLOZING Smidserweg 4 6419 CP Heerlen Telefoon 045-5741409 1 Je hebt een vermoeden van kindermishandeling

Nadere informatie

Aanpak: Frontlineteam. Beschrijving

Aanpak: Frontlineteam. Beschrijving Aanpak: Frontlineteam De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD Kennemerland

Nadere informatie

Anders denken, anders doen!

Anders denken, anders doen! Anders denken, anders doen! Emily Janssen en Martine Folkersma 11 november 2016 2015 Het jaar van de grote veranderingen 3 decentralisaties Implementatie Jeugdwet Inrichting van de toegang: start jeugdteams

Nadere informatie

Passie voor jongeren. Goede jeugdzorg is een must Lenie Scholten wethouder jeugd

Passie voor jongeren. Goede jeugdzorg is een must Lenie Scholten wethouder jeugd Passie voor jongeren Goede jeugdzorg is een must Lenie Scholten wethouder jeugd Jongeren in Nijmegen 19.064 18 tot 23 jaar 9.543 12 t/m 17 jaar 3.107 10 en 11 jarigen 9.537 4 t/m 9 jaar 6.468 0 t/m 3 jaar

Nadere informatie

Onderwerp Gezinshulpverlening in gedwongen kader

Onderwerp Gezinshulpverlening in gedwongen kader Wethouder van Onderwijs, Jeugdzaken en Sport S. Dekker Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Aan: de Commissie Jeugd en Burgerschap Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk BOW/2009.382

Nadere informatie

INZICHT IN JEUGDRECHT

INZICHT IN JEUGDRECHT INZICHT IN JEUGDRECHT Ingeborg Galama Juridisch adviseur Raad voor de Kinderbescherming Onderwerpen 1.Doel en grond voor de ondertoezichtstelling 2.Uithuisplaatsing 3.Gesloten jeugdzorg 4.Ontheffing/ontzetting

Nadere informatie

JEUGDBESCHERMING NOORD. Ondertoezichtstelling (OTS)

JEUGDBESCHERMING NOORD. Ondertoezichtstelling (OTS) JEUGDBESCHERMING NOORD Ondertoezichtstelling (OTS) Deze brochure bestaat uit twee delen. Het eerste deel is geschreven voor kinderen, maar zeker ook handig voor ouders om te lezen. Het tweede deel is speciaal

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst IB-netwerken

Informatiebijeenkomst IB-netwerken Informatiebijeenkomst IB-netwerken De zorgstructuur, producten en rollen van de verschillende partners in de keten voor veiligheid/bescherming van het kind in Apeldoorn Opzet bijeenkomst Algemene toelichting:

Nadere informatie

AANVRAAG SOCIAAL MEDISCHE INDICATIE KINDEROPVANG

AANVRAAG SOCIAAL MEDISCHE INDICATIE KINDEROPVANG AANVRAAG SOCIAAL MEDISCHE INDICATIE KINDEROPVANG Wat is het? In sommige gezinnen zijn ernstige problemen. Lichamelijke, psychische of sociale problemen. Of verschillende problemen tegelijk. Dat kan slecht

Nadere informatie

Uw kind gaat naar een pleeggezin. Pleegzorg Parlan

Uw kind gaat naar een pleeggezin. Pleegzorg Parlan Uw kind gaat naar een pleeggezin Pleegzorg Parlan Voor u en uw zoon of dochter is een plaatsing in een pleeggezin een ingrijpende gebeurtenis. U zit waarschijnlijk vol met vragen en gevoelens en uw kind

Nadere informatie

Werken met. ESAR werkt! Werken met ESAR werkt! betere en snellere hulp

Werken met. ESAR werkt! Werken met ESAR werkt! betere en snellere hulp Werken met esar@almere.nl Werken met ESAR werkt! ESAR werkt! betere en snellere hulp Almeerse professionals over hun ervaringen met het Elektronisch Signaleringssysteem Alle Risicojeugd Telefoon 14 036

Nadere informatie

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Raad voor de Kinderbescherming

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Raad voor de Kinderbescherming Versie 1.0 19 april 2004 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Raad voor de Kinderbescherming Inleiding Als het Bureau Jeugdzorg zich grote zorgen maakt over het opgroeien van uw kind, én als zij vinden

Nadere informatie

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving Aanpak: Bemoeizorg De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: GGD West-Brabant

Nadere informatie

Bijlage 1 Definities en cijfers schoolverzuim op grond van de Leerplichtwet 1969

Bijlage 1 Definities en cijfers schoolverzuim op grond van de Leerplichtwet 1969 Bijlage 1 Definities en cijfers schoolverzuim op grond van de Leerplichtwet 1969 1. Definities schoolverzuim In de Leerplichtwet 1969 (hierna: de Leerplichtwet) worden verschillende soorten schoolverzuim

Nadere informatie

Aanpak: Interventieteam Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Interventieteam Gezinnen. Beschrijving Aanpak: Interventieteam Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Fier

Nadere informatie

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving Aanpak: WIJ Eindhoven De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Lumens Groep

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het bestuur van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland. Datum: 9 augustus 2011. Rapportnummer: 2011/240

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het bestuur van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland. Datum: 9 augustus 2011. Rapportnummer: 2011/240 Rapport Rapport betreffende een klacht over het bestuur van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland. Datum: 9 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/240 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het bestuur van Bureau

Nadere informatie

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER BUREAU JEUGDZORG NOORD-HOLLAND Elk kind heeft recht op goede ontwikkelkansen en om op te groeien in een veilige omgeving. Als dit niet vanzelf gaat, wordt door het lokale veld

Nadere informatie

Bemoeizorg Parkstad. Wat is bemoeizorg? Bemoeizorg Parkstad

Bemoeizorg Parkstad. Wat is bemoeizorg? Bemoeizorg Parkstad Volwassenen Bemoeizorg Parkstad 5 8 10 2 6 4 9 1 3 7 Wat is bemoeizorg? Bemoeizorg is de ongevraagde bemoeienis van hulpverleners met mensen die hulp nodig hebben, maar daar zelf niet om vragen of deze

Nadere informatie