Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 1999 Nr. 60 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 13 april 1999 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1 heeft op 24 maart 1999 overleg gevoerd met staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over zijn brief van 18 januari 1999 betreffende ombuigingen in de Werkloosheidswet ( XV, nr. 48). Van het overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie 1 Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), voorzitter, Biesheuvel (CDA), Schimmel (D66), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Rosenmöller (GroenLinks), Van Zijl (PvdA), Bijleveld-Schouten (CDA), Noorman-den Uyl (PvdA), ondervoorzitter, Kamp (VVD), Essers (VVD), Van Dijke (RPF), Bakker (D66), Van Blerck-Woerdman (VVD), Visser-van Doorn (CDA), De Wit (SP), Harrewijn (GroenLinks), Balkenende (CDA), Smits (PvdA), Verburg (CDA), Bussemaker (PvdA), Spoelman (PvdA), Örgü (VVD), Van der Staaij (SGP), Santi (PvdA) en Wilders (VVD). Plv. leden: E. Meijer (VVD), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Giskes (D66), Hamer (PvdA), Van Gent (GroenLinks), Van der Hoek (PvdA), Dankers (CDA), Kortram (PvdA), Blok (VVD), Hofstra (VVD), Van Middelkoop (GPV), Van Vliet (D66), Klein Molekamp (VVD), Stroeken (CDA), Marijnissen (SP), Vendrik (GroenLinks), Mosterd (CDA), Schoenmakers (PvdA), Eisses-Timmerman (CDA), Wagenaar (PvdA), Middel (PvdA), Weekers (VVD), Van Walsem (D66), Oudkerk (PvdA) en De Vries (VVD). De heer Wilders (VVD) merkte op dat er veel winst te behalen is met een versterking van de activerende werking van de Werkloosheidswet (WW). In het regeerakkoord staat dat overwogen zal worden het fictief arbeidsverleden in de WW op termijn te vervangen door een feitelijk arbeidsverleden. Daar kon hij zich in vinden en hij stelde het op prijs dat de staatssecretaris in zijn brief heeft toegezegd een en ander te onderzoeken en de Kamer hierover voor het zomerreces te rapporteren. Ook was hij benieuwd naar de evaluatie van de verlenging van de periode waarin de WW-uitkeringen uit de sectorale wachtgeldfondsen worden betaald. Vanaf 1 januari 1998 is dat zes maanden in plaats van dertien weken. Dergelijke financiële prikkels kunnen bijdragen tot een beperking van instroom in de WW. De VVD heeft ook altijd positief gestaan tegenover de introductie van enigerlei vorm van premiedifferentiatie in de WW. Er zijn vele vormen voor denkbaar en alle varianten hebben voor- en nadelen. Welke vorm ook wordt gekozen, het wordt minder aantrekkelijk om mensen te ontslaan. Het wordt namelijk duurder om mensen te ontslaan en het kan werkgevers extra prikkelen oudere werknemers in dienst te houden. In dat kader was hij benieuwd naar de resultaten van het onderzoek van het CTSV over het onevenredig hoge aantal oudere werknemers dat door een bedrijf als AKZO ontslagen werd en de WW instroomde. Hij verwees naar een onderzoek naar aanleiding van Kamervragen van de leden Smits en Rosenmöller als vervolg op vragen van de Kamerleden Hoogervorst en Van Hoof. Verhaal van uitkeringen op de werkgever zou een optie kunnen zijn, maar de prikkel om oudere werknemers in de WW te laten vloeien zou natuurlijk ook door een vorm van premiedifferentiatie kunnen worden bereikt. Hij vroeg de staatssecretaris de Kamer voor het zomerreces te informeren over zijn voornemens KST34678 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 1999 Tweede Kamer, vergaderjaar , XV, nr. 60 1

2 met betrekking tot de premiedifferentiatie in de WW en over de mogelijkheid tot het verkleinen van de sectoren als genoemd in het regeerakkoord. De heer Wilders gaf aan de hand van cijfers aan dat de arbeidsparticipatie van ouderen veel te laag is. De daling van de werkloosheid is in het algemeen het laagst bij 55-plussers. In het regeerakkoord is een wijziging van de regeling opgenomen met betrekking tot passende arbeid voor ouderen. De staatssecretaris heeft inmiddels een aantal besluiten in de Staatscourant gepubliceerd die ertoe leiden dat WW-gerechtigden die na 1 mei van dit jaar de leeftijd van 57,5 jaar bereiken zich zullen moeten inschrijven bij de arbeidsvoorzieningsorganisatie, een aanbod van passende arbeid moeten aanvaarden en geen eisen mogen stellen die het aanvaarden of verkrijgen van die passende arbeid belemmeren. Hij kon dit voorstel van het kabinet van ganser harte ondersteunen. Het is logisch dat die vrijstellingsregeling ook gaat gelden voor de ABW, de IOAW en de IOAZ. Het is volstrekt verdedigbaar dat ouderen ook een baan dienen te accepteren als die baan voor hen beschikbaar is. Zoals in het regeerakkoord staat vermeld, komt ook het fasegewijs invoeren van de sollicitatieplicht voor 57,5-jarigen in beeld zodra het leeftijdsbewust personeelsbeleid meer succes heeft en oudere werkzoekenden een reële kans maken op de arbeidsmarkt. Wanneer zal dit moment zijn bereikt? De heer Wilders vond de voorgestelde wijzigingen van de dagloonregels WW en WAO, de garantieregeling en de regeling gericht op loopbaanombuiging sympathiek. Het financiële risico van het aanvaarden van werk na ontslag wordt daardoor verkleind en de instroom in de WW en WAO neemt af. Hij verzocht de staatssecretaris nader in te gaan op de verbeterde poortwachtersfunctie van het LISV ten aanzien van verwijtbare werkloosheid. Is er al enig zicht op de wijze waarop dit kan worden verbeterd? Wat zijn de resultaten van het onderzoek? Overigens verdient het gehele sanctiebeleid ook als het gaat om sollicitatieplicht, het aanvaarden van passende arbeid en scholing blijvende aandacht. Een zeer strikte uitvoering is daarbij noodzakelijk. Ten slotte vroeg hij naar de plannen ten aanzien van de in het regeerakkoord genoemde mogelijkheid de WW bij het aanvaarden van werk niet op basis van gewerkte uren maar op basis van inkomsten te korten, waardoor het aanvaarden van werk met een lager inkomen aantrekkelijker wordt. Mevrouw Smits (PvdA) memoreerde dat de groep WW-gerechtigden van 57,5 jaar en ouder ooit vrijgesteld was van sollicitatieplicht vanwege de situatie op de arbeidsmarkt. Oudere werklozen maken namelijk geen of nauwelijks kans meer op betaald werk. Ouderen mochten tot 1994 zelfs collectief bij voorrang worden ontslagen. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft voordien actief meegewerkt aan het totstandkomen van dat soort regelingen. Zij steunde het voornemen om de kans op arbeidsparticipatie van ouderen te vergroten, maar wees erop dat de situatie op de arbeidsmarkt nog nauwelijks verbeterd is. Ouderen hebben nog steeds weinig kans op het vinden van betaald werk, zo wijzen recente cijfers van het LISV uit. De arbeidsparticipatie van 55-plussers groeit sinds 1995 licht. Het SCP heeft in zijn laatste rapport over ouderen gezegd dat dit vooral komt door het beperken van de instroom in de WAO en doordat ouderen gunstiger arbeidsomstandigheden hebben dan jongeren en langer in deeltijd door kunnen werken. Een klein deel van de ouderen ziet kans om uit de WW aan betaald werk te komen. Zij vond het dan ook acceptabel om de regel in te voeren dat een concreet aanbod van passende arbeid moet worden aanvaard. Zij vond de tijd nog niet rijp voor het herinvoeren van de sollicitatieplicht voor ouderen. Het is moeilijk een definitie te geven van passende arbeid voor ouderen. Uitgangspunt moet zijn dat het netto-inkomen van de oudere werkloze bij accepteren van werk niet daalt tot onder het uitkeringsniveau. Dat Tweede Kamer, vergaderjaar , XV, nr. 60 2

3 netto-inkomen wordt mede bepaald door bijkomende aspecten als reiskosten en pensioenopbouw. Bij het aanvaarden van nieuw werk verliest de WW er pensioenopbouw via het fonds voorheffing pensioenen. Dat verlies aan pensioenopbouw moet gecompenseerd worden. Zij verzocht de staatssecretaris de richtlijn passende arbeid in die zin aan te passen. In het regeerakkoord is het voornemen uitgesproken om bij het accepteren van een deeltijdbaan of een lager betaalde baan de WW-uitkering niet te korten op uren, maar op inkomen. Wanneer wordt dat voornemen uitgevoerd? Mevrouw Smits miste de maatregelen die op werkgevers zijn gericht in de brief van de staatssecretaris. Gesteld wordt dat de poortwachtersfunctie van het LISV voor de WW zal worden verbeterd. Let het LISV daarbij ook op werkgevers die, zoals uit signalen blijkt, op een creatieve manier proberen bij voorrang ouderen te ontslaan? Zouden in zulke gevallen de kosten van de WW-uitkeringen van betrokkenen verhaald kunnen worden op de werkgevers? Het SCP heeft geconstateerd dat deeltijdwerk een goed middel is om ouderen in het arbeidsproces te houden. Het leek mevrouw Smits dan ook zinvol een extra stimulans in te bouwen om ouderen in deeltijd te laten werken, bijvoorbeeld door de arbeidstoeslag die in het kader van het belastingplan voor de eenentwintigste eeuw is voorzien, hoger te maken voor ouderen die in deeltijd werken. Daarmee wordt het inkomensverlies voor een deel gecompenseerd. Verder achtte zij overleg met sociale partners over het verbreden van het beleid om de arbeidsparticipatie van ouderen te vergroten nodig. Is de staatssecretaris bereid daarover met de sociale partners in overleg te treden? Mevrouw Verburg (CDA) kon de doelstellingen in het wetsvoorstel experimenten WW onderschrijven. In de brief staat dat financiële prikkels voor de werkgever via premiedifferentiatie om het volume te verlagen worden overwogen, afhankelijk van de evaluatie van de invoering van de verlengde financiering uit de wachtgeldfondsen. Waar wordt aan gedacht? Zij wees op het model dat in de bouw is ontwikkeld voor premiedifferentiatie, waarbij bedrijven voor een bepaalde tijd een eigen risico dragen. Dat stimuleert tot het zoeken naar eigen oplossingen om uitstroom naar de WW te voorkomen. Het LISV heeft dit voorstel afgewezen. Hoe staat de staatssecretaris tegenover dit voorstel? De besparingen die op korte termijn worden verwacht zijn structureel 100 mln. Waarop is deze verwachting gebaseerd? De situatie op de arbeidsmarkt is toch niet zodanig gewijzigd dat deze besparingen reëel te achten zijn? Waarop baseert de staatssecretaris dit optimisme? Zij steunde de inzet van de regering om blijvende arbeidsdeelname van ouderen te stimuleren, maar twijfelde er sterk aan of de in de brief voorgestelde wijze de juiste is. Blijvende arbeidsdeelname van ouderen wordt onder meer bereikt door te kijken naar de specifieke wensen en capaciteiten van ouderen, daarbij gebruik te maken van scholing het zogenoemde lifelong learning en door een verbod op leeftijdsdiscriminatie in te voeren. De maatregelen die nu worden voorgesteld lopen zowel vooruit op dit ouderenbeleid als op de verwachte schaarste op de arbeidsmarkt. Ouderen krijgen dus allerlei verplichtingen opgelegd, terwijl bij voorbaat bekend is dat daar te weinig kansen tegenover staan. Het voorstel om de vrijstelling van de verplichting tot inschrijving bij de arbeidsvoorzieningsorganisatie en aanvaarding van passend werk voor oudere WW ers te laten vervallen is dan ook voorbarig. Meer dan voorbarig is de invoering van deze maatregel ver voor het moment waarop de Kamer erover heeft kunnen debatteren. Zolang er geen zicht is op een reële kans op betaald werk, is er onvoldoende reden om oudere werklozen zo zwaar te belasten. Dat neemt niet weg dat op vrijwillige basis altijd aanspraak moet kunnen worden gemaakt op de inzet van de arbeidsvoorziening bij de bemiddeling naar werk voor een oudere Tweede Kamer, vergaderjaar , XV, nr. 60 3

4 werkloze. Die inzet is niet altijd even voortvarend of succesvol. Als dat voor een kleine groep al niet te realiseren is, wat moeten dan de verwachtingen zijn ten aanzien van een veel grotere groep? Wat zijn de gevolgen van deze verplichtingen voor het toegestane langere verblijf in het buitenland voor 57,5-plussers? Recentelijk is dit voor ouderen met een bijstandsuitkering tot dezelfde termijn verlengd als voor ouderen met een WW-uitkering, namelijk van vier naar dertien weken. Zijn er nog andere consequenties, mogelijk niet voorzien ten tijde van het schrijven van de brief? Welke consequenties zijn er bijvoorbeeld voor de groep WW-gerechtigden jonger dan 57,5 die via de ouderen- en vernieuwingsregeling in de haven zijn uitgetreden? Is voor die groep een generaal pardon voorzien? Mevrouw Verburg kreeg graag een toelichting op het voorstel om de bevoegdheid tot de vrijstelling van bepaalde groepen van deze verplichting bij de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te leggen. Vrijstelling moet mogelijk zijn en die moet voorlopig gelden voor alle 57,5-plussers. Is de staatssecretaris van mening dat de huidige bevoegde instantie hiermee tot nu toe niet zorgvuldig is omgegaan? Zij ondersteunde het voorstel tot verlenging van de duur van de garantieregeling. De onzekere vooruitzichten op een baan, die bovendien lager wordt betaald, kunnen worden gecompenseerd door de zekerheid dat nog tot drie jaar kan worden teruggevallen op de opgebouwde rechten. Waarom is gekozen voor verlenging met een halfjaar, zowel voor de garantieregeling als voor de periode waarbinnen men arbeid aanvaardt? Het voorstel voor aanpassing van de dagloonregels van WW en WAO bij demotie, veronderstelt dat daarmee ontslag of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid kan worden voorkomen. Wanneer een oudere werknemer financieel vrijwillig een stap terug doet en daarna alsnog wordt ontslagen of in de WAO komt, kan hij deels terugvallen op de opgebouwde rechten van zijn oude loon. Waarom deels? Zijn er bij demotie niet veel meer en andere maatregelen nodig om dit te stimuleren? Het is nauwelijks interessant voor een werknemer om die stap terug te doen als hij niet meer perspectieven heeft. Kan de staatssecretaris verduidelijken waarop hij de verwachting baseert dat deze maatregel effect zal hebben? In het regeerakkoord is aangekondigd dat ook zal worden gekeken naar een wijziging van de dagloonregels op basis van het uurloon. Op dit moment kan het namelijk een belemmering zijn om een parttime baan te aanvaarden. Wanneer kan de Kamer een concreet voorstel hiervoor verwachten? Mevrouw Schimmel (D66) merkte op dat de positie van de oudere werknemer op de arbeidsmarkt moet worden versterkt. Een samenhangend beleid, gericht op het afschaffen van leeftijdsdiscriminatie kan daartoe bijdragen. Hoe staat het met de wetgeving op dat gebied? Ook het verminderen van de risico s in de sociale zekerheid en bij pensioenopbouw zal leiden tot een sterkere positie van de oudere werknemer op de arbeidsmarkt. De werkgever zou verplicht moeten worden mensen zo lang mogelijk in dienst te houden. In dit kader kan gedacht worden aan een premiedifferentiatieregeling om te voorkomen dat werkgevers oudere werknemers ontslaan. Zij sloot zich aan bij het verzoek aan de staatssecretaris de Kamer voor het zomerreces op dit punt nadere informatie te verschaffen. De WW-gerechtigden van 57,5 jaar en ouder worden verplicht zich in te schrijven bij de arbeidsbureaus, een aanbod van passende arbeid te aanvaarden en geen eisen te stellen die het aanvaarden van passende arbeid belemmeren. Het verbaasde mevrouw Schimmel dat geen verplichting tot het volgen van scholing is opgenomen. Een bijgeschoolde oudere werknemer heeft toch een sterkere positie op de arbeidsmarkt? Zij wilde weten wat verstaan moet worden onder passende arbeid. Wat wordt bedoeld met het verlengen van de periode waarin lager betaalde arbeid moet worden aanvaard? Volgens de huidige regeling geldt een Tweede Kamer, vergaderjaar , XV, nr. 60 4

5 periode van zes maanden. Die periode wordt opgerekt tot twaalf maanden. Betekent dit dat de richtlijn passende arbeid moet worden gewijzigd? Mevrouw Schimmel was blij met de verruiming van de hogere dagloongarantie. De periode die daarvoor geldt wordt opgerekt van 30 naar 36 maanden. Zij was ervoor die periode nog verder op te rekken, namelijk tot de uittredingsdatum. Wanneer iemand bijvoorbeeld op 63-jarige leeftijd werkloos wordt, is hij conform het voorstel dat voorligt verplicht om passende arbeid te aanvaarden voor de twee resterende jaren tot het pensioen. Dan kunnen zijn rechten op het gebied van de sociale zekerheid en op pensioengebied aanzienlijk verminderen. De socialezekerheidsrechten zouden gegarandeerd moeten worden tot het einde van de periode, dus vanaf de leeftijd van 57,5 tot 65 jaar. Zij had problemen met de gekozen opbouw van de pensioenrechten. De pensioenrechten die mensen hebben opgebouwd zouden met deze regeling in gevaar kunnen komen en dat kan een belemmering zijn om lang deel te blijven nemen aan het arbeidsproces. Overigens zijn er wel fiscale mogelijkheden om bij demotie het oude pensioen te blijven opbouwen. Zij was ervoor een dergelijke garantie ook via de sociale zekerheid te bieden. De staatssecretaris heeft het LISV gevraagd om de wijze waarop de uitvoeringsinstellingen de toets op verwijtbare werkloosheid uitvoeren zorgvuldig en adequaat te monitoren. Waarom heeft hij dat gedaan? Tot slot stelde mevrouw Schimmel dat zij akkoord kan gaan met de maatregelen die de staatssecretaris wil nemen. Zij drong er echter op aan dat de staatssecretaris meer flankerende maatregelen neemt, waardoor de socialezekerheidsrechten dan wel de pensioenrechten van de betrokken werknemers niet te ernstig in gevaar komen. De heer De Wit (SP) vroeg zich af wat de zin is van dit debat, aangezien de staatssecretaris de besluiten al in de Staatscourant heeft geplaatst. Het zou galanter geweest zijn als hij eerst met de Kamer had overlegd. Hij plaatste vraagtekens bij het onderzoek naar het gewicht dat toegekend moet worden aan het feitelijk arbeidsverleden bij de bepaling van de duur van de WW-uitkering. Was het niet deze staatssecretaris die bij zijn aantreden had beloofd de hoogte en duur van de uitkeringen niet aan te tasten in zijn ambtsperiode? De duur van de WW-uitkering kan dus op de tocht komen te staan als aan het feitelijk arbeidsverleden meer gewicht zal worden toegekend dan aan het fictieve arbeidsverleden. Wat blijft er dan nog over van die schone belofte na de verkiezingen? Overigens is dit ook vastgelegd in het regeerakkoord. Mensen die 57,5 jaar of ouder zijn mogen geen passende arbeid meer weigeren, moeten ingeschreven blijven bij de arbeidsvoorzieningsorganisatie en mogen niet te veel drukte maken over werk dat hen aangeboden wordt. De staatssecretaris noemt dit geen demotie. In één van de interviews die hij heeft gegeven, heeft hij gezegd: ik noem het liever werken op maat. De heer De Wit vond dat er wel degelijk sprake is van demotie. Tegen demotie zijn heel wat bezwaren aan te voeren. Wie bepaalt wat de economische waarde is van een prestatie? Je kunt tegenwoordig toch niet stellen dat iemand die 57,5 jaar of ouder is minder presteert en dus minder beloond zou moeten worden dan iemand die jonger is? Vroeger speelde het fysieke element een grote rol, maar dat is in deze tijd toch niet meer het geval. Een ander bezwaar tegen demotie is dat de werkgever er niet bij gebaat is. Demotie leidt tot minder arbeidsproductiviteit. De werknemer is er ook niet bij gebaat. Als iemand weet dat hij minder gaat verdienen, zal hij zich niet zo druk maken om aan het werk te komen. De belangrijkste maatregel die de staatssecretaris neemt komt erop neer dat mensen genoegen moeten nemen met een lager loon. En wie wil dat in dit land? Het loonsysteem in Nederland is er nu juist op gebaseerd dat Tweede Kamer, vergaderjaar , XV, nr. 60 5

6 je op jonge leeftijd laag betaald wordt en dat naarmate je ouder wordt de salarissen oplopen. Hij gaf in dit verband het voorbeeld van schilders die gedurende periodes waarin er sprake is van vorstverlet als passende arbeid banen in de schoonmaakbranche krijgen aangeboden. Hij vroeg de staatssecretaris daarop te reageren. De verruiming van de dagloongarantieregeling in de WW voor oudere werknemers die na de overstap naar een lager betaalde functie werkloos worden, noemde de heer De Wit een doekje voor het bloeden. De heer De Wit stelde dat de vakcentrales de maatregelen voorbarig vinden, omdat er binnen de SER nog een discussie gaande is en omdat de situatie op de arbeidsmarkt nog niet dusdanig is dat die maatregelen nodig zijn. Vervolgens deelde hij mede dat hij een brief had ontvangen van iemand die in de haven werkt over de ouderen- en vernieuwingsregeling die voor werknemers die in de haven werken geldt. Bij invoering van de maatregelen die de staatssecretaris wil nemen, kan niet meer gebruik worden gemaakt van die regeling. Wordt voor die groep een uitzondering gemaakt? Wordt de mogelijkheid om gebruik te maken van die regeling opengehouden? Ook hij wilde van de staatssecretaris weten wat wordt verstaan onder het begrip passende arbeid. De heer De Wit concludeerde dat de regering deze maatregelen niet moet doorvoeren. Als iemand op vrijwillige basis na de leeftijd van 57,5 jaar bereikt te hebben een stapje terug wil doen, dan moet hij daar de mogelijkheid voor hebben. Het is echter niet goed om dwang uit te oefenen in een situatie waarin sprake is van ontbrekende wetgeving op het punt van leeftijdsdiscriminatie en van wetgeving die er juist op is gebaseerd werknemers te selecteren op grond van gezondheid en leeftijd. Daarbij doelde hij op de privatisering van de Ziektewet en de PEMBAmaatregelen. Hij was tegen de voorstellen op dit punt. Wel kon hij zich vinden in de verruiming van de dagloonregeling voor oudere werknemers. De heer Van der Staaij (SGP) stelde dat de regering zich voorgenomen heeft om de activerende werking van de WW te versterken. Dat past in het algemene beeld dat is ontstaan op het terrein van de sociale zekerheid. Het bevorderen van uitstroom en het beperken van instroom zijn hierbij kernbegrippen. Hij kon zich in grote lijnen vinden in de aanpak van de regering, vastgelegd in de voorliggende brief. Er moet alles aan gedaan worden om betrokkenen buiten een uitkeringssituatie te houden en in geval zij daarin terecht komen, zo spoedig mogelijk eruit te helpen. Bij de Kamer ligt het wetsvoorstel experimenten WW ter behandeling voor. Dit wetsvoorstel zal de basis bieden voor experimenten met AWF-gelden voor scholing en reïntegratie. Kan de staatssecretaris meer duidelijkheid geven over de voorbereidingen die daarvoor reeds worden getroffen? Welke aanpassingen zijn in dit verband nodig? Kunnen die experimenten ook daadwerkelijk dit jaar van start gaan? Voor het zomerreces zal er meer duidelijkheid over komen in hoeverre meer gewicht moet worden toegekend aan het feitelijk arbeidsverleden bij de vaststelling van de duur van de uitkering. Kan de staatssecretaris toelichten welke relatie met een activerende WW hier aan de orde is? Hoe plaatst hij dit in het kader van het thema van deze brief? In de brief refereert de staatssecretaris aan een aantal maatregelen die in werking zijn gezet ter beperking van het WW-volume op korte termijn, nog dit jaar. Op welke maatregelen doelt de staatssecretaris hierbij? De staatssecretaris streeft naar een aanpassing van de regels voor de vrijstelling van 57,5-jarigen en ouder. Het LISV is verzocht de regeling zodanig aan te passen dat degenen die de grens van 57,5 jaar passeren zich moeten inschrijven bij de arbeidsvoorzieningsorganisatie en een aanbod van passende arbeid moeten aanvaarden. Deze maatregel is geen verrassing. Het staat ook al met zoveel woorden en zonder mitsen en maren in het regeerakkoord. Principieel gezien had de heer Van der Staaij Tweede Kamer, vergaderjaar , XV, nr. 60 6

7 tegen deze maatregel geen bedenkingen. Wel wilde hij weten hoe het op dit moment gesteld is met feitelijke beschikbaarheid van passende arbeid. Niet duidelijk is de relatie met de gefaseerde invoering van de sollicitatieplicht waar het regeerakkoord over rept. Daar wordt toch hiermee in zekere zin een voorschot op genomen. Is het de bedoeling dat ervaringen op grond van deze maatregel bepalend zijn voor vervolgstappen in het kader van die sollicitatieverplichting? Met ingang van welk tijdstip wil de staatssecretaris de wijziging van het Besluit vrijstelling verplichtingen WW in werking laten treden? Hoe groot is de groep mensen die op oneigenlijke manier gebruik maakt van de WW om zo op 57,5-jarige leeftijd uit het arbeidsproces te treden? In het regeerakkoord wordt gesproken van oneigenlijke uittredingsroutes. Dat doet de vraag rijzen of het hier om een probleemgroep gaat. Welke concrete inspanningen worden verricht om die route zoveel mogelijk in te perken? In de brief van de staatssecretaris is verder te lezen dat de bevoegdheid om bepaalde categorieën vrijstelling te verlenen van verplichtingen in het kader van de WW bij de minister onder te brengen. Wat is de ratio achter deze wijziging? In welk opzicht is de huidige gang van zaken onbevredigend? In de brief wordt tevens aangekondigd dat er bij het LISV op aangedrongen zal worden om de wijze waarop de UVI s de toets op verwijtbare werkloosheid uitvoeren te monitoren. Wordt hierop momenteel dan geen adequaat toezicht uitgeoefend? Zijn hierover geen actuele gegevens bekend? De heer Van der Staaij wilde op dit punt meer duidelijkheid. De heer Van Middelkoop (GPV) sprak zijn steun uit aan het streven van de regering om de arbeidsparticipatie van ouderen te bevorderen. Het blijft merkwaardig dat mensen gedurende een steeds kortere periode voor hun inkomen moeten zorgen, terwijl zij gemiddeld genomen steeds langer leven. Werklozen van 57,5 jaar en ouder kunnen op basis van het fonds voorheffing pensioenen aanspraak maken op de voortgezette pensioenopbouw gedurende de tijd dat zij een vervolguitkering op grond van de WW ontvangen. Wat betekent de beslissing die nu valt, te weten de acceptatieplicht, voor de pensioenopbouw van werknemers van 57,5 jaar en ouder die op grond van die acceptatieplicht een lager betaalde baan aanvaarden? Kan de invoering van die plicht ertoe leiden dat er een verslechtering van pensioenaanspraken voor de betreffende oudere bestaat? Als dat het geval is, is er dan sprake van een overgangsregeling? Zo nee, waarom niet? De heer Van Middelkoop stelde dat het hier niet gaat om de invoering van een sollicitatieplicht. In de toelichting bij de regeling in de Staatscourant staat echter wel dat de werkloze oudere van 57,5 jaar of ouder vooralsnog vrijgesteld blijft van sollicitatieplicht. Dat houdt toch in dat het in de bedoeling ligt die sollicitatieplicht in te voeren? Hij legde er de nadruk op dat hierover een zelfstandige politieke discussie gevoerd moet worden. Kan de staatssecretaris toezeggen dat dit besluit niet zonder een dergelijk debat wordt genomen? Wat betekent het voor de oudere werknemer dat er in algemene zin plannen liggen om in het kader van de werkloosheidsbestrijding te streven naar een sluitende aanpak? De heer Van Middelkoop had van de staatssecretaris begrepen dat mensen van 59 jaar of 60 jaar die een baan aanvaarden en vervolgens werkloos worden ook onder die sluitende aanpak komen te vallen. In de dan ontstane situatie moet die mensen de mogelijkheid tot herscholing geboden worden, uiteraard vrijwillig. Daar moet dan echter niet een sollicitatieplicht aan verbonden worden. Vervolgens noemde hij de premiedifferentiatie WW. Hij verzocht de staatssecretaris om serieuze overwegingen in dit kader aan de Kamer te melden. Introductie van dit type differentiatie vergt een grote mate van zorgvuldigheid. Tweede Kamer, vergaderjaar , XV, nr. 60 7

8 De heer Van Middelkoop vond de brief op het punt van de poortwachtersfunctie van het LISV erg summier. Moet uit de zinsnede op dit punt begrepen dat er iets mankeert aan de manier waarop het LISV momenteel functioneert? De heer Harrewijn (GroenLinks) vond het een slechte zaak dat bepaalde maatregelen doorgevoerd zijn voordat de Kamer in de gelegenheid is gesteld erover te praten. Ook ten opzichte van de sociale partners is dit niet correct. Er worden terecht bezwaren aangevoerd tegen de afschaffing van een aantal vrijstellingen voor WW-gerechtigden van 57,5 jaar en ouder. Waarom kon niet gewacht worden tot de SER advies heeft uitgebracht? Waarom is dit niet meegenomen bij het integrale beleid rondom arbeidsdeelname van ouderen? Er is bijvoorbeeld nog geen wetgeving over een verbod op leeftijdsdiscriminatie. Als men deze mensen verplicht passende arbeid te aanvaarden, ontstaan er allerlei inkomens- en pensioenproblemen. Daar moeten dan weer aparte regelingen voor getroffen worden. Het is zonde dat niet zorgvuldiger is omgesprongen met dit soort vraagstukken. Wat rechtvaardigt deze haast? Is de arbeidsmarkt veranderd? Maken mensen meer kans op werk? Zo ja, zijn daar gegevens over? Misschien was het beter geweest om alleen een verplichting tot inschrijving bij de arbeidsvoorzieningsorganisatie in te voeren. Dan had kunnen blijken of er voldoende aanbod van werk is voor deze groep, een aanbod dat het rechtvaardigt om mensen te dwingen passende arbeid te aanvaarden, ook arbeid op een lager loonniveau. Hij plaatste daar vraagtekens bij. Hij vroeg de staatssecretaris nader in te gaan op de situatie waarin mensen vanwege een reorganisatie werkloos dreigen te raken en via outplacement een andere passende baan krijgen aangeboden. De staatssecretaris had in de brief aan de FNV gesteld dat de regeling voor de vrijstelling van WW-gerechtigden van 57,5 jaar en ouder van een aantal in de WW opgenomen verplichtingen dan goede mogelijkheden biedt. De heer Harrewijn meende dat dit niet opgaat voor deze mensen. Zij moeten sowieso, wanneer de werkgever een andere baan aanbiedt, meewerken, omdat zij nog niet werkloos zijn. Zij vallen dan niet onder de vrijstellingen die de regeling biedt. Vervolgens ging de heer Harrewijn in op de brief over de ouderen- en vernieuwingsregeling in de Rotterdamse haven. Het gaat hierbij om mensen die nog geen 57,5 jaar zijn en die aan die regeling meedoen. Deze ouderen- en vernieuwingsregeling biedt ouderen de mogelijkheid uit te treden. Er is inmiddels een groep ouderen collectief uitgetreden. Zij hebben plaatsgemaakt voor jongeren. Voor degenen die nu 57,5 jaar of ouder zijn verandert er niets, want zij vallen onder de categorie huidige gevallen. Voor degenen die nu 56 jaar zijn, geldt echter een nieuwe situatie. Voor die groep en het gaat om een kleine groep zou wellicht een generaal pardon kunnen gelden. De heer Harrewijn verzocht de staatssecretaris de beleidsmaatregelen op te schorten totdat er flankerende maatregelen genomen zijn op een aantal gebieden. Onder andere moet bezien worden welke verplichtingen werkgevers hebben ten opzichte van oudere werknemers. Een pensioenaanvulling via het fonds voorheffing pensioenvoorziening zou mogelijk moeten blijven, ook al heeft men werk aanvaard. Er moeten maatregelen genomen worden voor het verlies aan opgebouwde pensioenrechten dat kan ontstaan wanneer men een lager betaalde baan aanvaard. Hoe staat het met bestaande VUT-regelingen en regelingen voor flexibele pensioenrechten? Wordt daar compensatie voor geboden. Ook vond hij het redelijk om voor de groep WW-gerechtigden van 57,5 jaar en ouder de dagloongarantie tot het 65ste levensjaar door te laten lopen en niet te beperken tot 36 maanden, zoals nu wordt voorgesteld voor deze groep wanneer zij vrijwillig een lager betaalde baan aanvaarden. Tweede Kamer, vergaderjaar , XV, nr. 60 8

9 Het antwoord van de regering De staatssecretaris stelde dat niemand zal ontkennen dat de positie van ouderen op de arbeidsmarkt slecht is en zelfs onhoudbaar is. Hoe heeft het zo ver kunnen komen in Nederland? Dat heeft te maken met een bijzondere demografische ontwikkeling van de arbeidsmarkt. De babyboomgeneratie heeft in een korte periode massaal bezit genomen van de arbeidsmarkt. Die arbeidsmarkt is heel snel gegroeid, veel meer dan in andere Europese landen. Bovendien ging het voor een groot deel om goed opgeleide mensen. Dat heeft ertoe geleid dat oudere werknemers in veel sterkere mate van de arbeidsmarkt zijn verdrongen dan in andere landen het geval was. Het is verheugend dat er nu een kentering te zien is. Dat gaat nu nog langzaam, maar uiteindelijk zal het heel snel gaan, puur door de kracht van de demografische ontwikkeling. Het is belangrijk, gezien het diepe dal waar wij nog steeds in zitten, dat wij daar goed op anticiperen en dat wij die omslag in de arbeidsmarkt begeleiden met zinnige maatregelen. Hij meende dat de maatregelen die voorliggen zeker zinnig te noemen zijn. In 1994 werkte de overheid er nog aan mee dat ouderen bij voorrang werden ontslagen. Dat is nu, amper vijf jaar later, toch anders. Het gaat er nu om die cultuuromslag te bereiken. De staatssecretaris was het ermee eens dat er geen reden is aan te nemen dat iemand van 57,5 jaar of ouder in de huidige tijd, waarin het werk vaak veel minder fysiek belastend is dan 100 jaar geleden, niet dezelfde arbeidsprestatie kan leveren als iemand van 30 jaar. Hij merkte op dat het woord «demotie» in dit verband een nare bijklank heeft. Het is goed mogelijk dat iemand op oudere leeftijd bewust besluit om in een langzamer tempo te gaan werken, maar nog steeds een voortreffelijke arbeidsprestatie neerzet. De maatregelen die voorliggen hoeven er niet toe te leiden dat iemand voor een lager loon werk moet accepteren. Het kan wel, maar dan zal het in ieder geval altijd zo zijn dat het loon dat hij verdient niet lager zal zijn dan de uitkering die hij op dat moment krijgt. Een WW-gerechtigde die een baan accepteert zal er dus vrijwel altijd ten opzichte van die uitkering op vooruit gaan. Wat is daar slecht of asociaal aan? Daar kan toch geen bezwaar tegen bestaan? Bij het vaststellen van wat passende arbeid is, spelen secundaire arbeidsvoorwaarden en pensioenvoorwaarden een rol. Het gaat om een kwalitatieve beoordeling. Volgens de richtlijn passende arbeid mag iemand beginnen met op het eigen loonniveau te solliciteren. Na een halfjaar wordt dat loonniveau iets lager. Dat is een glijdende schaal die stopt op het niveau van de WW-uitkering. Er wordt dus niet alleen naar het loon gekeken, maar naar het totaal van de arbeidsvoorwaarden en ook naar zaken als reiskostenvergoedingen en dergelijke. De richtlijn passende arbeid functioneert in de praktijk behoorlijk. Daarbij wordt zowel gekeken naar loonniveau als naar de aard van de arbeid en de relatie tot het opleidingsniveau. Dat samenstel van factoren leidt tot een subjectieve beslissing. Daaraan heeft de regering gepoogd een aantal objectieve gronden te geven. Het gaat erom dat leeftijdsdiscriminatie in deze tijd niet thuishoort. De beoordeling of er sprake is van passende arbeid is een overheidstaak. Pensioenvoorziening is een secundaire arbeidsvoorwaarde waar de sociale partners een primaire verantwoordelijkheid in dragen. Bij de beoordeling of passende arbeid moet worden aanvaard speelt automatisch mee dat een onredelijke achteruitgang in de pensioenvoorziening niet mag voorkomen. Dat betekent echter niet dat er nooit sprake mag zijn van een achteruitgang. De staatssecretaris zegde toe op het punt van het vaststellen van wat passende arbeid is een brief aan de Kamer te sturen en daarin ook in te gaan op de kwestie van de ouderenen vernieuwingsregeling voor havenarbeiders. Vervolgens deed de staatssecretaris de toezegging dat het onderzoek naar het gewicht dat moet worden toegekend aan het feitelijk arbeidsverleden nog voor de zomer aan de Kamer zal worden toegezonden. Hij was het er Tweede Kamer, vergaderjaar , XV, nr. 60 9

10 niet mee eens dat daarmee de duur van de WW-uitkering in het geding is. In het verleden is om pragmatische redenen gekozen voor het fictieve arbeidsverleden, omdat onzeker was of er voldoende administratieve gegevens beschikbaar waren om het feitelijk arbeidsverleden mee te laten tellen bij de duurbepaling van de WW. Inmiddels is het beeld wat dat betreft positiever. Om die reden is besloten dat onderzoek in te stellen. Gevraagd is hoe oneigenlijk gebruik van de WW voorkomen kan worden. Voorstellen rond premiedifferentiatie die specifiek zijn toegesneden op ouderen kunnen daar een rol in spelen. Momenteel worden een aantal vormen van premiedifferentiatie en eigen risico in de WW onderzocht. Het is een lastige zaak, want je kunt het bedrijfsleven niet met al te grote risico s opzadelen. Hij hoopte de Kamer kort na het zomerreces de beleidsvoornemens of ideeën omtrent premiedifferentiatie voor te kunnen schotelen. Daarbij zal de kwestie van het oneigenlijk gebruik nog eens nader onder de loep genomen worden. In het regeerakkoord is het invoeren van een sollicitatieplicht opgenomen als een optie die nog nader moet worden onderzocht. Mocht besloten worden daartoe over te gaan, dan zal de Kamer daar uiteraard in worden gekend. Op korte termijn zal bij de SER een adviesaanvrage worden ingediend over de problematiek rondom de arbeidsmarktpositie van ouderen. Ook sociale partners zullen hierover worden geraadpleegd. Daarbij zullen zaken als leeftijdsdiscriminatie, personeelsbeleid en het eventueel invoeren van een sollicitatieplicht aan de orde zijn. Het was de staatssecretaris niet bekend wanneer wetgeving rondom leeftijdsdiscriminatie bij de Kamer voor zal liggen. Het voortouw ligt bij Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Op de vraag of een verplichting tot scholing voor de hand zou liggen, antwoordde de staatssecretaris dat dit alleen afdwingbaar is in combinatie met de sollicitatieplicht. Dat is nu dus nog niet aan de orde. De staatssecretaris zegde toe het voorstel om de verruiming van de bestaande dagloonregeling door te laten lopen tot het 65ste levensjaar voor mensen van 57,5 jaar en ouder, nader te onderzoeken en hierop schriftelijk terug te komen. De staatssecretaris begreep niet goed waarom mevrouw Verburg moeite heeft met het moment van invoering van de ouderenmaatregel. Deze maatregel houdt voor het overgrote deel van de gevallen een verbetering van de inkomenspositie in. De lichte verplichting die de maatregel inhoudt, zal waarschijnlijk een prikkel zijn om de mensen over de drempel te helpen bij het verwerven van een positie op de arbeidsmarkt. Bovendien kan er alleen maar sprake zijn van het accepteren van passende arbeid als die passende arbeid er daadwerkelijk is. Inderdaad wordt met deze maatregel vooruitgelopen op het samenhangend beleid, waarover een SER-advies zal worden aangevraagd. Over de vraag of het logischer was geweest om eerst het SER-advies aan te vragen, valt te twisten. Gevraagd is waarom deze vrijstellingsregel onder de verantwoordelijkheid van de minister valt en niet onder de verantwoordelijkheid van het LISV. Hier is sprake van een maatregel van een zodanig gewicht dat het logischer is de verantwoordelijkheid bij de overheid te leggen en niet bij een ZBO. Het wetsvoorstel experimenten WW ligt bij de Tweede Kamer voor. Als behandeling voortvarend zal geschieden, kan in de tweede helft van 1999 met het experiment met de inzet van AWF-gelden voor scholing en reïntegratie van start worden gegaan. Voor dit experiment moet een AMvB worden ontworpen. Daarvoor is inmiddels een uitvoeringstechnisch commentaar aangevraagd. De staatssecretaris vond het een goede suggestie om de ervaring die wordt opgedaan met de regeling voor aanvaarding van passende arbeid te benutten voor de afweging bij het eventueel invoeren van een sollicitatieplicht. Tweede Kamer, vergaderjaar , XV, nr

11 Nadere gedachtewisseling De heer Wilders (VVD) vroeg de staatssecretaris alsnog in te gaan op de poortwachtersfunctie van het LISV met betrekking tot verwijtbare werkloosheid. Kan de staatssecretaris ook nog ingaan op de suggestie uit het regeerakkoord om bij het aanvaarden van werk niet op uren maar op inkomsten te korten? Hij was het met de staatssecretaris eens dat de positie van ouderen op de arbeidsmarkt slecht en onhoudbaar is. Het is van belang niet te voorzichtig te zijn met het nemen van maatregelen om die positie te verbeteren. Hij was blij met de toezegging van de staatssecretaris dat mensen, met inachtneming van alle secundaire arbeidsvoorwaarden, nooit onder het uitkeringsniveau zullen komen, indien zij een betaalde baan accepteren. Mevrouw Smits (PvdA) vond het een goede zaak dat de staatssecretaris een voorzichtige opstelling kiest met betrekking tot de invoering van een sollicitatieplicht. Gezien de slechte arbeidsmarktpositie van de ouderen is het moment voor het invoeren van een sollicitatieplicht nog lang niet aangebroken. Zij was benieuwd naar een onderbouwing van de besparing van ruim 100 mln. waartoe de voorgestelde maatregelen zullen leiden. Zij vroeg de staatssecretaris nogmaals om een reactie op haar suggestie om het werken in deeltijd aantrekkelijker te maken via een fiscale stimulans voor de groep van 57,5 jaar en ouder. Vervolgens wees zij erop dat het belangrijk is in de richtlijn passende arbeid vast te leggen dat het inkomen van het werk dat wordt aangeboden niet zal liggen onder het inkomensniveau in de uitkeringssituatie, met alle secundaire voorwaarden. Zij ging ervan uit dat de staatssecretaris zijn brief hierover aan de Kamer zal sturen voordat de maatregel effectief ingaat. Dus ruim voor 1 mei. Mevrouw Verburg (CDA) stelde vast dat zij met de staatssecretaris van opvatting verschilt over de volgorde waarin maatregelen genomen worden. Voor de staatssecretaris staat de vormgeving voorop en worden toezeggingen gedaan over inhoudelijke zaken in de vorm van een adviesaanvrage aan de SER en het scheppen van voorwaarden. Ook zij vroeg zich af waarop de staatssecretaris zijn uitspraak baseert dat er structureel 100 mln. bespaard kan worden op de uitkeringslasten WW, waarvan dit jaar al 25 mln. Met betrekking tot premiedifferentiatie heeft de staatssecretaris toegezegd kort na het zomerreces met voorstellen te komen. Zij verzocht de staatssecretaris uitgangspunten te formuleren op grond waarvan hij voorstellen gaat doen voor premiedifferentiatie. Mevrouw Schimmel (D66) had er geen problemen mee dat mensen op latere leeftijd in sommige gevallen een baan moeten accepteren die wat minder betaalt dan daarvoor. Wel had zij er moeite mee dat mensen in de leeftijdscategorie van 57,5 tot 65 daardoor hun pensioenopbouw zien verminderen. Zij vond dat dit niet alleen geregeld moet worden in overleg met sociale partners, maar dat gezocht moet worden naar een wettelijke basis. Voorts meende zij dat de verruiming van de dagloongarantie voor mensen in de leeftijdscategorie van 57,5 jaar tot 65 jaar moet gelden. Dit zal ertoe leiden dat de maatregel met betrekking tot het aanvaarden van passende arbeid een grotere kans van slagen heeft. De heer De Wit (SP) bleef van mening dat het onderzoek naar het gewicht dat aan het feitelijk arbeidsverleden moet worden toegekend alleen maar bedoeld kan zijn om te bezien of de duur van de WW-uitkering kan worden teruggebracht. Hij had wat dat betreft de nodige argwaan. Hij wilde nog graag een reactie op het voorbeeld dat hij gegeven had over de schilders die als passende arbeid banen in de schoonmaakbranche aangeboden krijgen. De heer De Wit merkte vervolgens op dat hij de bezwaren die hij in eerste instantie tegen de ouderenmaatregel had Tweede Kamer, vergaderjaar , XV, nr

12 handhaaft, onder andere omdat de arbeidsmarktsituatie er op dit moment niet naar is om de voorgestelde maatregelen te nemen en omdat er nog geen wetgeving is gericht op het voorkomen van leeftijdsdiscriminatie. De maatregelen rondom de Ziektewet en de PEMBA leiden er juist toe dat mensen op hogere leeftijd moeilijker aan het werk komen dan jongeren. Om dan op dit moment maatregelen op te leggen die ertoe leiden dat mensen op hogere leeftijd, terwijl zij daar niet op rekenen, geconfronteerd kunnen worden met een lager salaris, leek hem niet juist. De heer Van der Staaij (SGP) dankte de staatssecretaris voor de toezegging schriftelijk nader op een aantal vragen in te gaan, met name rondom de precisering van het begrip passende arbeid in relatie tot de maatregelen voor de categorie 57,5-jarigen en ouder. Op het punt van de sollicitatieplicht had hij van de staatssecretaris begrepen dat een eerste vereiste is dat het leeftijdsbewust personeelsbeleid succesvoller is dan tot op heden het geval is en dat de oudere werkzoekende een reële kans moet maken op de arbeidsmarkt. Dan pas komt de sollicitatieplicht in beeld. Hij had het antwoord gemist op de vraag waarom er bij het LISV op is aangedrongen om de toets op verwijtbare werkloosheid te monitoren. Hij vroeg de staatssecretaris nog nader in te gaan op de in de brief genoemde maatregelen voor de korte termijn die direct in 1999 effect zullen hebben op het WW-volume. De heer Van Middelkoop (GPV) had nog een vraag over de doorwerking van de sluitende aanpak op de categorie WW-gerechtigden van 57,5 jaar en ouder. Worden deze mensen gedwongen mee te werken aan scholingstrajecten om een plaats op de arbeidsmarkt te bemachtigen? Hij sprak er zijn waardering voor uit dat de staatssecretaris erkende dat de mogelijke overgang naar premiedifferentiatie WW en sollicitatievrijstelling ingrijpende politieke beslissingen zijn. De heer Harrewijn (GroenLinks) had nog steeds moeite met de haast waarmee de regering de wijziging van het Besluit vrijstelling verplichtingen WW wil doorvoeren. Wat gebeurt er met de mensen die daar op korte termijn mee geconfronteerd worden? Waarvan wordt uitgegaan bij de verplichting een aanbod van passende arbeid te aanvaarden? Het begrip passende arbeid moet toch eerst nader worden gedefinieerd, zoals de staatssecretaris heeft toegezegd? Het leek hem vooralsnog beter nog geen sancties te laten volgen op het niet voldoen aan de verplichting een aanbod van passende arbeid te aanvaarden en aan de verplichting geen eisen te stellen die het aanvaarden of verkrijgen van passende arbeid belemmeren. Wel kan de verplichting zich in te schrijven bij de arbeidsvoorzieningsorganisatie gehandhaafd worden. Hij verzocht de staatssecretaris in de brief die hij de Kamer zal zenden over het begrip passende arbeid ook in te gaan op de gevolgen voor mensen voor wie oude pensioenregelingen golden die nu komen te vervallen. Hij doelde daarbij ook op VUT-regelingen en regelingen voor flexibele pensionering. De staatssecretaris merkte op dat het CTSV de implementatie van de LISV-mededeling verweer tegen ontslag heeft onderzocht. Daaruit is gebleken dat de uitvoeringsinstelling naast een juiste verwerking daarvan in werkinstructies ook feitelijk uitvoering geven aan die LISV-mededeling. Dus er is geen reden tot grote ongerustheid op dit punt. De indruk is dat het op een behoorlijke wijze gebeurt. Ook de geconstateerde wijze van beoordeling van verwijtbare werkloosheid geschiedt in overeenstemming met de wettelijke bepalingen. Vervolgens ging hij in op de vraag of de urenkorting in de WW zou kunnen worden vervangen door een korting van inkomsten. Dat zal nader onderzocht worden in het kader van de wet Experimenten WW. Daarin zal de mogelijkheid voor werklozen worden geopend om als zelfstandige te Tweede Kamer, vergaderjaar , XV, nr

13 gaan werken, waarbij de WW-uitkering niet zal worden gekort op uren, maar wel op 70% van de inkomsten uit die werkzaamheden als zelfstandige. Een voorstel daartoe zal de Kamer nog bereiken. De invoering van de sollicitatieplicht is in het regeerakkoord niet voor niets als een serieuze optie opgenomen. Men kan wel aannemen dat het een beleidsvoornemen is dat de regering in deze kabinetsperiode wil uitvoeren. Hij was het er niet mee eens dat men er nog lang niet aan toe is. Zoals gesteld zal hierover eerst advies worden gevraagd aan de SER. De staatssecretaris deelde mede dat de opbrengst van de maatregelen die al in 1999 effect zullen hebben op het WW-volume zijn geschat op structureel 100 mln. Naar verwachting zal die opbrengst in de kabinetsperiode van 2002 tot 2006 worden bereikt. Dan zal het grootste gedeelte van die opbrengst komen uit de aanpassing van de vrijstelling van de verplichtingen voor 57,5-jarigen en ouder. Tot 2002 leveren deze maatregelen iets minder dan 50 mln. op. Met deze maatregelen zal de doelstelling van 100 mln. uit het regeerakkoord nog niet gehaald worden. Er zullen nog aanvullende maatregelen genomen moeten worden en die zullen naar verwachting in de sfeer van de premiedifferentiatie liggen. Hij zegde toe dat hij in zijn brief over het begrip passende arbeid aan de Kamer de kwesties die de heer Harrewijn aan de orde stelde mee zal nemen. Deze brief zal de Kamer voor 1 mei bereiken, dus voordat de ouderenmaatregel ingaat. Daarin zal ook worden ingegaan op de kwestie van de pensioenopbouw en op het idee over de verruiming van de dagloongarantie tot 65 jaar en op eventueel andere daarmee samenhangende zaken. Op de vraag over de uitgangspunten voor premiedifferentiatie merkte de staatssecretaris op dat dit niet mag leiden tot nadelige gevolgen voor ouderen, in die zin dat een werkgever minder geneigd zal zijn oudere werknemers in dienst te nemen. Met betrekking tot de vraag over de schilders die in de schoonmaakbranche arbeid aangeboden krijgen merkte de staatssecretaris op dat dit niet zijn eerste verantwoordelijkheid is. Het is aan de uitvoeringsinstellingen om daarover te beslissen. Dat schilders in perioden van gedwongen inactiviteit ander werk aangeboden krijgen en dat daaraan een zekere verplichting verbonden is, leek hem niet onlogisch. Op de vraag over de doorwerking van de sluitende aanpak voor ouderen merkte de staatssecretaris op dat besloten is scholingsmogelijkheden aan te bieden zonder dat daar een verplichting tegenover staat. De voorzitter van de commissie, Terpstra De griffier van de commissie, Van Dijk Tweede Kamer, vergaderjaar , XV, nr

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 24 170 Gehandicaptenbeleid Nr. 44 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 5 juli 1999 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 897 Enkele wijzigingen in wetten op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetten 2001) Nr. 13

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 729 Evaluatie Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 IXB Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2000 Nr. 16 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 268 Wijziging van de Werkloosheidswet in verband met afschaffing van de vervolguitkering Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 221 Wijziging van de Abw, de IOAW en de IOAZ in verband met het verruimen van de mogelijkheid tot tijdelijke ontheffing van de sollicitatieverplichting

Nadere informatie

BESLUIT: De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Gelet op artikel 24, zevende lid, en 26, derde lid, van de Werkloosheidswet;

BESLUIT: De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Gelet op artikel 24, zevende lid, en 26, derde lid, van de Werkloosheidswet; Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van..., nr SV/F&W/2003/90418, houdende de vrijstelling van enige verplichtingen op grond van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 23 972 Bestrijding langdurige werkloosheid Nr. 57 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 15 april 2002 De vaste commissie voor Sociale Zaken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 131 Reïntegratie arbeidsongeschikten Nr. 4 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 20 februari 2002 De commissie voor de Rijksuitgaven 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 637 Vluchtelingenbeleid Nr. 650 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 14 februari 2002 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 269 Wijziging van de Werkloosheidswet en de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten in verband met de invoering van een regeling inzake

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 428 Derde aanpassing van wetten in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 897 Enkele wijzigingen in wetten op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetten 2001) Nr. 4

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 311 Zelfstandig ondernemerschap Nr. 83 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 25 694 Pensioenregelingen Nr. 8 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 17 juli 2000 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Meest gestelde vragen deeltijd-ww

Meest gestelde vragen deeltijd-ww Meest gestelde vragen deeltijd-ww De vragen zijn als volgt ingedeeld: 1. Gevolgen voor de WW 2. De uitvoering van de regeling 3. Pensioenen 4. Scholing 1. Deeltijd WW rechten en plichten Is er een volledige

Nadere informatie

Ons kenmerk W&B/URP/08/17468 Datum 23 juni 2008 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet werk en bijstand,

Ons kenmerk W&B/URP/08/17468 Datum 23 juni 2008 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet werk en bijstand, Datum 23 juni 2008 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 411 Emancipatiebeleid 2001 Nr. 3 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 2 november 2000 De vaste commissies voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 955 Uitbreiding van de mogelijkheid om voorzieningen te verstrekken bij arbeid als zelfstandige Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding

Nadere informatie

Doorwerken na 65 jaar

Doorwerken na 65 jaar CvA-notitie februari 2008 Doorwerken na 65 jaar De levensverwachting en het gemiddelde aantal gezonde jaren na het bereiken van de 65-jarige leeftijd is toegenomen. Een groeiende groep ouderen heeft behoefte

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Sociale verzekeringen Nr. SV/F&W/03/33404 Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende de invoering van een bijdrage van de werkgever wiens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 570 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 23 929 Voornemens met betrekking tot de AOW-toeslag Nr. 2 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 498 Wijziging van de Algemene bijstandswet in verband met de evaluatie van de bijstandsverlening aan zelfstandigen Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 193 Wijziging van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 099 Gelijke beloning Nr. 2 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 11 juli 2000 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Beschikbare premieregeling: mag het iets anders zijn?

Beschikbare premieregeling: mag het iets anders zijn? De ontwikkeling van het Nederlandse pensioenstelsel is nog volop in beweging. Nog dagelijks wordt in de media gesproken over gewenste en ongewenste veranderingen, al dan niet in de vorm van nieuwe wetgeving.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en Blok houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten inzake fiscale

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 893 Invoering en wijziging van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 20 mei 2009

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 15 maart 2000 Aan de leden en de plv. leden van de vaste commissie voor Justitie OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G

S A M E N V A T T I N G 5 6 Samenvatting Dit advies bevat een reactie op: De adviesaanvraag van de staatssecretaris van SZW van 25 mei 2005 over het wegnemen van belemmeringen voor doorwerken na 65 jaar. Naast een algemene vraag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 282 Evaluatie Pemba/WAZ/Wajong/REA Nr. 2 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 10 maart 1999 De vaste commissie voor Sociale Zaken en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 817 Sociale werkvoorziening Nr. 99 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 33 327 Wijziging van verschillende wetten in verband met de vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 6 maart 2015 Rapportnummer: 2015/049

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 6 maart 2015 Rapportnummer: 2015/049 Rapport Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 6 maart 2015 Rapportnummer: 2015/049 2 Klacht Verzoeker, die werkzoekend was en een WW-uitkering ontving, klaagt over de wijze van informatieverstrekking

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 20 202 32 798 Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met bezuiniging op het kindgebonden budget G VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 817 Sociale werkvoorziening Nr. 131 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Niet (kunnen) werken. 1. Werkloosheidswet (WW)

Niet (kunnen) werken. 1. Werkloosheidswet (WW) Niet (kunnen) werken Hieronder worden een aantal uitkeringen besproken waar mensen een beroep op kunnen doen wanneer zij buiten hun eigen toedoen niet kunnen werken. Bijvoorbeeld omdat zij hun baan verliezen,

Nadere informatie

Nr. MEMORIE VAN ANTWOORD

Nr. MEMORIE VAN ANTWOORD 31 519 Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden.

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a Den Haag Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 015 Wijziging van enkele wetten van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet 2012) Nr. 5 VERSLAG De vaste commissie

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Adviesaanvraag

1 Inleiding. 1.1 Adviesaanvraag 1 Inleiding In dit advies behandelt de Sociaal-Economische Raad (hierna: de raad) enkele kabinetsvoorstellen met betrekking tot de Werkloosheidswet (WW), in reactie op de adviesaanvraag van 19 november

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 035 Wijziging van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars teneinde kunstenaars met een eigen woning niet langer van een beroep op de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 629 Verlenging van de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever bij ziekte (Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte) Nr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 722 Verbetering van een aantal wetten (Veegwet SZW 1999) Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 28 oktober 1999 1. Algemeen Met

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 200 XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte Nr. 5 NOTA NAAR AANLEIDING

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 82 6 mei 2009 Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 april 2009, nr. IVV/I/2009/9524, tot

Nadere informatie

2014D22552 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2014D22552 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2014D22552 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben enkele fracties de behoefte enkele vragen en opmerkingen voor te leggen over

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 22187 Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid IMr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAIM SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 514 Wijziging van de Participatiewet, de Wet tegemoetkomingen loondomein, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening

Nadere informatie

Transitievergoeding: vloek of zegen?

Transitievergoeding: vloek of zegen? Transitievergoeding: vloek of zegen? Op 18 februari 2014 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Werk & Zekerheid aangenomen. Dit wetsvoorstel verandert o.a. het ontslagrecht, de inzet van flex-krachten

Nadere informatie

Datum : 12 juni 2009 Aan : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Ministerie van Financiën

Datum : 12 juni 2009 Aan : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Ministerie van Financiën CPB Notitie Datum : 12 juni 2009 Aan : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Ministerie van Financiën Budget deeltijd-ww 1 Inleiding Per 1 april 2009 is de regeling deeltijd-ww tot behoud van

Nadere informatie

Wetsvoorstel Wet werk en zekerheid aangenomen door Tweede Kamer

Wetsvoorstel Wet werk en zekerheid aangenomen door Tweede Kamer Regelingen en voorzieningen CODE 2.1.1.61 verwachte wijzigingen Wetsvoorstel Wet werk en zekerheid aangenomen door Tweede Kamer bronnen Nieuwsbericht ministerie van SZW d.d. 18.02.2014 TRA 2014, afl. 3

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie

Nadere informatie

Datum 17 mei 2016 Betreft Memorie van antwoord voorstel van Wet verbetering hybride markt WGA

Datum 17 mei 2016 Betreft Memorie van antwoord voorstel van Wet verbetering hybride markt WGA > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333 44

Nadere informatie

Jeugdzorg 2014-2016. Zie artikel 3.10 van de cao.

Jeugdzorg 2014-2016. Zie artikel 3.10 van de cao. Bijlage 6 Zie artikel 3.10 van de cao. Wachtgeldregelingen Voor de leesbaarheid hanteren we in deze bijlage de termen werknemer en werkgever. Met werknemer wordt de persoon bedoeld die op grond van artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 194 Wijziging van de Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1411 Vragen van het lid

Nadere informatie

Nieuwsbrief kwartaal 4 Prinsjesdag Bron: Dukers & Baelemans Pagina 1. U als particulier: Algemene heffingskorting en de arbeidskorting

Nieuwsbrief kwartaal 4 Prinsjesdag Bron: Dukers & Baelemans Pagina 1. U als particulier: Algemene heffingskorting en de arbeidskorting U als particulier: Algemene heffingskorting en de arbeidskorting In het belastingplan 2014 was reeds aangekondigd dat het afbouwpercentage in de algemene heffingskorting geleidelijk wordt verhoogd en de

Nadere informatie

De 7 belangrijkste vragen:

De 7 belangrijkste vragen: De Participatiewet en Wsw ers: Mensen die bij een Sociale Werkvoorziening werken hebben te maken met de Participatiewet. Misschien heeft u vragen over de wet. Hier kunt u de antwoorden vinden op vragen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 170 Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid)

Nadere informatie

Door deze komen wij terug op de Viva! dossiers die bij ons in behandeling zijn, waaronder uw dossier.

Door deze komen wij terug op de Viva! dossiers die bij ons in behandeling zijn, waaronder uw dossier. Datum Onderwerp advies Ons kenmerk Uw kenmerk Behandeld door Geachte -------------------------, Door deze komen wij terug op de Viva! dossiers die bij ons in behandeling zijn, waaronder uw dossier. De

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

FNV Vrouw Postbus 8576, 1005 AN Amsterdam Tel: 020-5816398 post@fnvvrouw.nl www.fnvvrouw.nl. Minder gaan werken? Of stoppen misschien?

FNV Vrouw Postbus 8576, 1005 AN Amsterdam Tel: 020-5816398 post@fnvvrouw.nl www.fnvvrouw.nl. Minder gaan werken? Of stoppen misschien? FNV Vrouw Postbus 8576, 1005 AN Amsterdam Tel: 020-5816398 post@fnvvrouw.nl www.fnvvrouw.nl Minder gaan werken? Of stoppen misschien? Minder werken. Of stoppen, misschien? Je loopt met het idee rond om

Nadere informatie

TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Aanleiding en doel van het wetsvoorstel

TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Aanleiding en doel van het wetsvoorstel TOELICHTING ALGEMEEN 1. Aanleiding en doel van het wetsvoorstel Huidige situatie De Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (hierna: IOW) voorziet in een inkomensvoorziening voor werknemers die op of

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

De voorzitter: Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune.

De voorzitter: Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune. Pensioenonderwerpen Aan de orde is het VAO Pensioenonderwerpen (AO d.d. 06/11). Ik heet de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van harte welkom, evenals de mensen op de publieke tribune.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 449 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 5 februari 2013 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 28 447 Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet kinderopvang)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 159 Regels betreffende openbaarmaking van gegevens per werkgever met betrekking tot verkrijging van rechten op WAO-uitkeringen door werknemers

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Sociale Verzekeringen Nr. SV/F&W/05/89716 s -Gravenhage, 11 november 2005 Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Werkloosheidswet

Nadere informatie

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over de arbeidsproductiviteit van oudere werknemers.

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over de arbeidsproductiviteit van oudere werknemers. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 augustus 2004 Rapportnummer: 2004/324

Rapport. Datum: 18 augustus 2004 Rapportnummer: 2004/324 Rapport Datum: 18 augustus 2004 Rapportnummer: 2004/324 2 Klacht Op 20 april 2004 heeft de Nationale ombudsman besloten een onderzoek uit eigen beweging in te stellen naar een gedraging van het Uitvoeringsinstituut

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 26 448 Toekomstige structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI) Nr. 39 BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 193 Wijziging van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet

Nadere informatie

Wat kost een rechtszaak?

Wat kost een rechtszaak? Wat kost een rechtszaak? Wat kost een rechtszaak? Dat is de grote vraag en het antwoord of liever gezegd het niet- antwoord daarop, weerhoudt een aantal mensen een rechtszaak te beginnen of als gedaagde

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over veranderingen in de WW. WW Duur. WW in de oude situatie WW in de nieuwe situatie. Aantal gewerkte jaren

Vragen en antwoorden over veranderingen in de WW. WW Duur. WW in de oude situatie WW in de nieuwe situatie. Aantal gewerkte jaren Maanden WW Vragen en antwoorden over veranderingen in de WW Hoe was de WW geregeld? Tot 1 januari 2016 kreeg je, afhankelijk van je arbeidsverleden maximaal 38 maanden WW. Per gewerkt jaar bouwde je een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 327 Wijziging van verschillende wetten in verband met de vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

RICHTLIJN PASSENDE ARBEID juni 2008, Stcrt. 2008, 123 Inwerkingtreding: 1 juli 2008

RICHTLIJN PASSENDE ARBEID juni 2008, Stcrt. 2008, 123 Inwerkingtreding: 1 juli 2008 RICHTLIJN PASSENDE ARBEID 2008 30 juni 2008, Stcrt. 2008, 123 Inwerkingtreding: 1 juli 2008 1. Aanleiding De Werkloosheidswet (WW) biedt werklozen de mogelijkheid om een periode waarin zij tijdelijk geen

Nadere informatie

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 2 juni 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2009Z02723/2080913600. Kamervragen van het lid Omtzigt

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2009Z02723/2080913600. Kamervragen van het lid Omtzigt De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Wet werk en zekerheid een overzicht 1

Wet werk en zekerheid een overzicht 1 Wet werk en zekerheid een overzicht 1 Vanaf 1 januari 2015: wijzigingen voor flexwerkers Op 1 januari 2015 veranderen de regels voor tijdelijke arbeidscontracten, oproepcontracten en payrollcontracten.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 467 Wijziging van de Wet arbeid en zorg en enige andere wetten in verband met het tot stand brengen van een recht op langdurend zorgverlof en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 318 Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 1998 (wijziging samenhangende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 711 Wijziging van de Pensioen- en spaarfondsenwet en enige andere wetten (recht van keuze voor ouderdomspensioen in plaats van nabestaandenpensioen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie