CONCEPT-BESLUITENLIJST

Transcriptie

1 CONCEPT-BESLUITENLIJST Portefeuillehoudersoverleg Sociale Agenda 15 februari 2012 Aanwezig: Gemeente Naam Gemeente Naam Holland Rijnland E. van Oortmerssen-Schutte, voorzitter Lisse A.D. de Roon Leiderdorp L. Maat, H.L. Zilverentant en Noordwijkerhout B.J.M. de Haas C. Wassenaar Hillegom G. Kleijheeg Rijnwoude M.J. Dresden Kaag en Braassem F. M. Schoonderwoerd Teylingen C.M.L. Lambrechts Katwijk I.G. Mostert Voorschoten I.C.J. Adema-Nieuwenhuizen Leiden R.A. van Gelderen en J.J. de Haan Oegstgeest L. De Ridder Zoeterwoude C. den Ouden, E.G.E.M. Bloemen Holland Rijnland M. Hogervorst, secretaris Alphen aan den Rijn H. Oppatja, M.H. du Chatinier en D. Toet S.J.P. Lyczak Noordwijk L.J. van Ast P. Duijvensz I. van Breda R. Oosterhoudt F. de Lorme van Rossem Verhinderd Katwijk J. Wienen Nr. Agendapunt Advies Besluit 01 Opening en vaststelling agenda O2 Verslag vergadering 9 november 2011 Verslag vast te stellen De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van het verslag: Dhr. Dresden informeert naar de stand van zaken van het Bestuurlijk Overleg Alcoholmatiging. Dhr. du Chatinier geeft aan dat toevallig vandaag een aantal adviezen naar de RDOG en de Veiligheidsregio zijn gestuurd. Die komen in de komende periode daar aan de orde. De stukken zullen vervolgens ook aan het portefeuillehoudersoverleg worden aangeboden en kunnen desgewenst in de volgende vergadering besproken worden. 1

2 03 a. Mededelingen b. Ingekomen stukken, uitgaande brieven en stukken ter kennisname c. Terug- /vooruitblik externe bestuurlijke overleggen 04 Op eigen kracht Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland. Decentralisaties Werk, Wmo en Jeugd. (platformfunctie) 1. In te stemmen met de hoofdpunten uit Op eigen kracht : a. de strategische visie (hoofdstuk 2) b. de opdrachtbeschrijving, afbakening, voorwaarden en risicobeheersing voor de regionale aanpak (hoofdstukken 3 en 6) c. de beoogde resultaten voor 10 regionale 3D onderwerpen en de 3 decentralisaties voor wat betreft de regionale aspecten (hoofdstuk 4) d. de inrichting en financiering van de tijdelijke regionale projectorganisatie 3D (hoofdstukken 5 en 8); 2. de kring van gemeentesecretarissen cq de ambtelijke begeleidingscommissie de opdracht te geven de inrichting en bemensing van de tijdelijke projectstructuur 3D te organiseren en te bewaken; 3. het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland te adviseren om een tijdelijke regionale projectorganisatie 3D onder te brengen bij Holland Rijnland voor de periode maart e kwartaal 2013; 4. het Algemeen Bestuur in zijn vergadering van De voorzitter geeft aan dat de Regionale Commissie Gezondheidszorg in deze periode haar werkzaamheden evalueert. De evaluatie zal besproken worden in het AB van de RDOG. De vraag is of er behoefte aan is om de evaluatie ook in het portefeuillehoudersoverleg te bespreken. Het overleg besluit hier niet op terug te komen en het over te laten aan de RDOG. Algemeen Het pho formuleert complimenten voor de inhoud van het stuk, dat in korte tijd tot stand is gekomen. Veel portefeuillehouders spreken uit dat de formule regionaal voorbakken, lokaal afbakken aanspreekt en hebben vertrouwen om samen verder te gaan. - Uitgangspunten moeten goed doorklinken in producten van de werkgroepen. - Cliënten en ervaringsdeskundigen moeten al aan het begin van het proces ingeschakeld worden. - Mogelijkheid van lokale inkleuring is van belang. - Bij beslispunt 3, het DB moet verzocht worden om een taak uit te voeren - Ambtelijke stuurgroep kan geen besluiten nemen, dit ligt bij DB en AB van Holland Rijnland - Goed blijven letten op het meenemen van de raden. - Is het in te zetten bedrag van alleen voor 2012 of ook voor Werkgroepen moeten ook met dezelfde snelheid aan de slag. - Bewaken dat het niet te bureaucratisch gaat worden. De voorzitter concludeert na algemene ronde: - Complimenten voor stuk en inhoud - Behoefte aan lokale inkleuring - Cliënt dient centraal te staan - Bestuurlijke verantwoordelijkheid dient helder 2

3 28 maart 2012 voor te stellen om door middel van de eerste begrotingswijziging 2012 het bedrag van ,-- beschikbaar te stellen. Dit na positieve advisering van het portefeuillehoudersoverleg en nadat de 15 gemeenteraden conform de gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland hierover zijn geïnformeerd en in de gelegenheid zijn gesteld om van hun gevoelen met betrekking tot deze wijziging blijk te geven. Het bedrag van ,-- te dekken uit de gemeentelijke bijdragen van de 15 deelnemende gemeenten van Holland Rijnland alsmede de gemeente Boskoop zoals deze in het voorstel zijn verwoord. gedefinieerd te worden. In de brief die naar gemeenten gaat, dient duidelijk geformuleerd te worden, dat het bedrag van voor 2012 is. Werk Dhr. De Haan pleit voor een scherpere koppeling tussen het werk hier, het gezamenlijke onderdeel arbeidsmarktbeleid met het pho EZ en het RPA. Dhr. De Haan onderstreept dat de werkgeversbenadering en de transitie van het SW bedrijf op elkaar aan moeten sluiten. Hij pleit hierin om regionaal op te trekken. Lokale invulling van aanpak loondispensatie en de werkgeversbenadering zal beperkt zijn. Dhr. De Haan is betrokken bij de invulling van de laatste 100 miljoen van Donner. Deze middelen kunnen mogelijk besteed worden voor de herstructurering van de SW sector. Dhr. De Haan is bereid om in zijn contacten met Cedris en de Tweede Kamer fractie van het CDA voor HR te lobbyen. Dhr. Mostert geeft aan, dat de MareGroep gemeenten zich ervan bewust zijn, dat bij de bestuursopdracht voor de SW over de grenzen van de eigen subregio gekeken moet worden. Dhr. Mostert formuleert, dat zijn subregio nog niet toe is aan een definitieve keuze. Dhr. Mostert verwacht dat binnen HR een goede werkgeversbenadering te organiseren is. Mw. Adema meldt, dat gemeente Voorschoten voor wat betreft uitvoering sociale zaken gefuseerd is met Leidschendam-Voorburg en Wassenaar. Zij pleit voor gemeenschappelijk optrekken met RPA Haaglanden. Dhr. Schoonderwoerd pleit voor het focus houden op projecten, waar we nu inzitten. In subregionaal verband zullen alle zeilen bijgezet moeten worden. Mw. Oppatja geeft aan dat winst in regionale werkgeversbenadering ligt bij het bereiken van grote werkgevers. De voorzitter zegt toe, dat opmerkingen meegenomen worden en is blij met inzet van dhr. De Haan op de 100 miljoen van Donner. 3

4 Wmo Dhr. De Roon mist het punt van financiële solidariteit, dat wel op het gebied van jeugdzorg geformuleerd is. Mw. Van Gelderen pleit ervoor ervaringsdeskundigen al vanaf het begin van het proces te betrekken. Dhr. Van Ast heeft zorgen over de effecten van overheveling taken vanuit de Awbz. Voor gemeente Noordwijk gaat het om circa 230 cliënten van de van der Bergh Stichting. Dhr. Van Ast maakt zich ernstig zorgen, dat deze groep zichzelf niet kan redden. Dhr. Van Ast doet een beroep op financiële solidariteit van gemeenten. Dhr. Lyczak ziet hier geen taak voor Holland Rijnland. De voorzitter concludeert dat het Rijk op deze problematiek nog geen oplossing biedt, dat meerdere regiogemeenten hiermee te maken hebben, en zij roept op het vanuit de solidariteitsgedachte te werken. Jeugd Dhr. du Chatinier geeft aan dat de transitie jeugd samenwerking vereist met veel partners. Dhr. du Chatinier benadrukt dat Holland Rijnland deze opgave aankan, maar dat het vraagt om een sterke bestuurlijke regie. Dhr. du Chatinier doet een beroep op de voorzitter om iedereen goed betrokken te houden. Voorts geeft hij aan in de tekst aandacht voor sociale samenhang te missen, het wijkgericht werken moet meer inhoud krijgen. Dhr. Mostert pleit voor goede verbinding ketenaanpak jeugd en de aanpak van de drie decentralisaties. Dhr. Mostert pleit ervoor de werkgroep aanbesteden en subsidies eerder te starten. Mw. Van Gelderen pleit ervoor cliënten al op voorhand te betrekken. In het kader van jeugd zijn ouders belangrijke sleutelpersonen. Het is een valkuil zaken voor mensen te gaan bedenken. Mw Van Gelderen pleit ervoor scenario s te ontwikkelen, niet op voorhand alles dicht te timmeren. De voorzitter concludeert: - Het overleg stemt in met de beslispunten 1 tot en met 4. 4

5 - In beslispunt 3 wordt te adviseren gewijzigd in te verzoeken - In beslispunt 4 wordt verduidelijkt dat het gaat om de eerste begrotingswijziging Communicatie is van groot belang, er is brief gestuurd aan colleges over informatievoorziening raden. Als er behoefte is aan meer informatie, neem contact op met Rike van Oosterhoudt/Mieke Hogervorst. - In het proces zullen ervaringsdeskundigen al van het begin worden meegenomen. 05 Overgangsjaar uitbreiding WMO 2013 (platformfunctie) 1. In het overgangsjaar 2013 voor de inkoop van begeleiding in samenwerking met het Zorgkantoor aan te sluiten bij de inkoop van het Zorgkantoor 2. De inkoop van begeleiding vanaf te baseren op de nieuwe nog vast te stellen regionale visie 3. Het overgangsjaar wel te gebruiken voor quick wins op basis van de nieuwe visie De voorzitter geeft aan dat er een aanvullende notitie is gestuurd. Mw. Van Gelderen is blij met de aanvullende notitie. Vindt samenwerking met het Zorgkantoor voor het hele jaar 2013 een stap te ver. Stelt voor om te kijken of er niet voor een half jaar met het zorgkantoor kan worden samengewerkt. Wil meer flexibiliteit om in jaar 2013 nieuwe werkwijzen te concretiseren. Dhr. Mostert en mw. Adema onderstrepen dit standpunt. Ook dhr. van Ast heeft zorgen over de flexibiliteit van het voorstel. Wil sturen op de realisatie van ten minste de 5% korting. Wil graag een actieve terugkoppeling over de financiële gevolgen gedurende het jaar Ondersteunt het idee van een half jaar samenwerking. Wil kijken waar laaghangend fruit te plukken is. Mw. Bloemen geeft aan dat het gemeenten zijn die zaken met het Zorgkantoor doen. Holland Rijnland is daar niet voor gemachtigd. De voorzitter geeft aan dat de samenwerking met het zorgkantoor uiteraard door gemeenten wordt gedaan. De voorzitter geeft aan dat het gaat om aansluiten bij de inkoop van het Zorgkantoor en niet om het volgen van het 5

6 06 Voortgang Ketenaanpak Jeugd / Transitie Jeugdzorg (platformfunctie) 1. Kennis te nemen van de stand van zaken van de transitie jeugdzorg, middels de bijlagen: a. regionale stand van zaken transitie jeugdzorg; b. beleidsbrief staatssecretaris stelselwijziging jeugdzorg Geen kind buiten spel ; c. uitvoering 2011 van Focus 2014, speerpunten jeugd d. Verzamelde feiten en cijfers gebruik jeugdzorg; e. Verzamelde feiten en cijfers gebruik wmo voor jeugd. 2. In te stemmen met offerte De Jeugdzaak inzake kwaliteitsverbetering CJG s in In te stemmen met projectvoorstel voor pilots toegang. Zorgkantoor. Verwijst naar het tijdpad van het zorgkantoor. Wij zijn nog niet klaar voor een eigen inkooptraject. We gaan vloeienderwijs inwerken. We gaan niet niks doen in Het winnen van quick wins is in het voorstel inbegrepen. De opmerkingen worden meegenomen in het overleg met het Zorgkantoor. Het portefeuillehoudersoverleg komt hier de volgende keer op terug. Mw. Van Gelderen wijst er op dat er meer mogelijkheden zijn dan inkoop. Met subsidiëren win je tijd. Het overleg besluit in te stemmen met het voorstel waarbij onder punt beslispunt 2 tussen de woorden "vanaf" en " " het woord "uiterlijk" toegevoegd. Afgesproken wordt dat via de ambtelijke lijn ervoor wordt zorg gedragen dat dit besluit in de gemeenten van Holland Rijnland voldoende bestuurlijk wordt gedekt. Mw. Bloemen geeft aan het gevoel te hebben niet voldoende te zijn aangehaakt bij de transitie van de jeugdzorg. Ze kan de informatie niet goed plaatsen. Ze vraagt zich af of onder beslispunt 2 in te stemmen met de offerte wel van toepassing is. Mw. Hogervorst geeft aan dat het project zoals bedoeld onder punt 2 wordt gefinancierd uit de RAS. Het pho heeft ingestemd met de begroting voor de Regionale Agenda Samenleving; voor besteding van de Regionale Agenda Samenleving-middelen is vervolgens geen formele instemming van portefeuillehouderoverleg meer nodig. Op dit onderwerp is het echter wel gewenst dat de portefeuillehouders zich erin kunnen vinden. Het gaat om versterking van de CJG s ter voorbereiding op hun rol na de transitie jeugdzorg. Dhr. du Chatinier wil twee belangrijke zaken meegeven: 6

7 Een ieder heeft lokaal zelf invulling kunnen geven aan de inrichting van de CJG. We moeten wel kijken naar de verschillen die tussen de CJG s zijn ontstaan in verband met de decentralisatie van de jeugdzorg. We lopen tegen praktische zaken aan bij de ontwikkeling van de CJG s. Het project De Jeugdzaak probeert daar oplossingen voor te bieden. Mw. Lambrechts geeft aan dat er ook landelijk zorgen zijn over de vraag of de CJG s hun nieuwe taak straks aankunnen. De voorzitter geeft aan dat de genoemde punten in de offerte zijn opgenomen. Het advies komt terug in het portefeuillehoudersoverleg. Het overleg gaat akkoord met het voorstel. 07 Voortzetten werkwijze inzake het vcjg (platformfunctie) 1. Het in gezamenlijkheid opgezette virtuele centrum voor jeugd en gezin volgens het Plan van aanpak virtuele Centra Jeugd en Gezin d.d. 12 maart 2010 voortzetten; 2. Hierbij onderscheid (blijven) maken in een website voor ouders (van kinderen van -9 maanden tot 23 jaar) en een website voor jongeren 12+; 3. Het onderbrengen van beheer, coördinatie, communicatie, (door)ontwikkeling en het onderhoud van deze sites met ingang van 1 januari 2013 voortzetten bij de GGD Hollands Midden (HM) tot duidelijkheid is over de transities; 4. De RDOG HM verzoeken om op basis van facturering de financiering met de gemeenten te regelen; 5. De directeur van de RDOG HM Mw. Bloemen vindt het vreemd, dat het postcoderouteringssysteem wordt afgeschaft. De voorzitter zegt toe, dat op deze technische vraag een schriftelijk antwoord komt. Dhr. van Ast is groot voorstander van de formule CJG. Het valt op, dat het aantal bezoekers aan het virtueel CJG gering is, Waarom wordt er niet gekozen voor één website op HR niveau. De voorzitter geeft aan, dat er nog een evaluatiemoment komt. In deze evaluatie worden de gemaakte opmerkingen meegenomen. Het overleg is akkoord met de beslispunten 1 tot en met 5. 7

8 08 Evaluatie regionaal kompas (platformfunctie) 09 Planning besteding uren Centra voor Maatschappelijke Ondersteuning Discussienotitie voortzetting regionale samenwerking cultuur (platformfunctie) mandateren tot tekenbevoegdheid bij het verlenen van vcjg gerelateerde opdrachten en het ondertekenen van bijbehorende contracten. In te stemmen met de volgende conclusies uit de evaluatie: 1. de tussenevaluatie geeft geen aanleiding tot bijstellen van het beleid; 2. samenwerking behoeft een kwalitatieve een impuls; 3. op termijn lopen de financiën terug waardoor onderzoek naar de consequenties en formuleren van alternatieve oplossingen (om de inzet voor kwetsbare mensen te blijven waarborgen) een belangrijk onderdeel worden van de werkzaamheden voor het Regionaal Kompas 1. Bijgevoegde planning van de besteding van de uren van de CMO s Sport, Jeugd en WMO vast te stellen. 2. De CMO s op te dragen met bijgevoegde planning aan de slag te gaan. Meningsvormende discussie over de in de bijgaande notitie in hoofdstuk 5 genoemde mogelijke modules waarmee samenwerking op het gebied van Cultuur voortgezet kan worden na Mw. Van Gelderen stelt voor om in het volgend overleg op dit onderwerp terug te komen en dan te bespreken wat de regiogemeenten zelf doen en kunnen doen op het terrein van de dakloosheid. Het overleg gaat hiermee akkoord. Het overleg gaat akkoord met het voorstel. De heer De Haan vindt dat in een volgende versie van de notitie de verschillende vraagstukken meer afzonderlijk benoemd moeten worden en dat de volgende notitie een basis moet zijn voor een plan om met elkaar samen te werken. Er moet ook onderscheid gemaakt worden mbt de verschillende bestuurlijke tafels die over de vraagstukken gaan. De heer De Haan stelt voor dat de voorzitter, mevrouw Oppatja en hijzelf gedrieën optrekken in verschillende gremia om tot een samenhangend aanbod te komen voor de hele regio. Verder benadrukt de heer De Haan dat de provinciale staten een basisvoorziening voor Kunst en Cultuureducatie in stand wil houden. Dat hoeft volgens hem niet te betekenen dat Kunstgebouw moet voortbestaan. De Museumgroep Leiden en Jeugdtheaterhuis zijn ook regionale basisvoorzieningen hiervoor. 8

9 11 Aanbevelingen rekenkamerrapport RBL en jaarverslag RBL a. RBL Jaarverslag 2010/ Kennis te nemen van het jaarverslag RBL Kennis te nemen van het rekenkamerrapport uitvoering leerplichtwet door RBL 3. Op basis van de bijgevoegde Gezien de complexiteit: de geringe middelen, de grote bestuurlijke versnippering en grote institutionele belangen stelt hij voor dat het voorgestelde trio de volgende versie van dit stuk uitwerken. Mevrouw Oppatja voegt toe dat er in de gemeente Alphen ook veel instellingen zijn die cultuureducatie aanbod voor het primair en voortgezet onderwijs hebben. Dit wordt ook steeds meer voor de regio ingezet. De heer De Roon wil niet dat het aanbod van Kunstgebouw voor het primair onderwijs in gevaar komt. Hij sluit niet uit dat andere regionale instellingen dit ook kunnen doen, maar wil geen oude schoenen weggooien voor nieuwe er zijn. Het aanbod van Kunstgebouw wordt door scholen zeer gewaardeerd. Verder spreekt hij zijn belangstelling uit voor modules 4 en 5. De heer Mostert geeft aan geen behoefte aan een cultuurnetwerker, omdat Katwijk zelf zeer actief de aanjaag- en makelaarsfunctie uitvoert. Maar Katwijk zal hierin geen spelbreker zijn. Alphen heeft ook niet zo'n behoefte aan de voorzetting van de cultuurnetwerker. De heer Maat geeft aan dat de bezuinigingen van andere overheden, zoals de provincie en het rijk, niet opgevangen kunnen worden door de gemeenten. Het budget is dus leidend voor wat we in stand kunnen houden. Voor de heer De Haan is dat ook zijn drijfveer om dit met 15 gemeenten in gezamenlijkheid op te pakken. Versnipperde aanpak helpt niet om dingen te behouden. Gezamenlijk optrekken maakt kans groter om geldpotten aan te spreken en infrastructuur te behouden. In het pho van mei zullen de drie portefeuillehouders Van Oortmerssen (Holland Rijnland), De Haan en Oppatja een bestuurlijk voorstel voorleggen. Het pho stemt hiermee in. Dhr. Zilverentant vindt het rapport van de rekenkamers een prima stuk. Hij pleit voor eenduidige cijfers en geeft aan dat aansluiting leerplicht op lokaal jeugdbeleid van groot belang is. Dhr. Mostert pleit ervoor, dat opdrachtgever en opdrachtnemer aanbevelingen goed uit gaan voeren. 9

10 b. Rapport Rekenkamercommissies notitie meningsvormend te discussiëren over het jaarverslag RBL en de aanbevelingen van de rekenkamercommissies 4. Uitkomst van de discussie mee te geven aan gemeenten en RBL t.b.v. het opstellen van het nieuwe beleidsplan leerplicht Mw. Van Gelderen (namens de heer De Wit) onderschrijft van harte de aanbevelingen ook in de richting van de raadscommissie. Zij wijst op aanbeveling 6, het versterken van de rol van de raden. Leiden wil betrokken worden in het plan van aanpak voor uitvoering van de aanbevelingen. Mw. Bloemen brengt naar voren, dat uit het jaarverslag RBL naar voren komt, dat VSV cijfers 35% lager liggen. Zij formuleert de suggestie per gemeente een overzicht te geven. De voorzitter stelt dat kaderstellende rol van de gemeente door de raden zelf bepaald moet worden. Het is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de raad. HR biedt platform en verzorgt de uitvoering. Daarnaast moet het verzuim binnen de gemeente opgepakt worden met directeuren en medewerkers van scholen in samenwerking met RBL. Het Regionaal Bureau Leerplicht verspreidt binnenkort een factsheet met informatie over de cijfers per gemeente. 12 Rondvraag Dhr. De Haan: Het is gebruikelijk dat Leiden zorgt draagt voor een postadres voor daklozen. Op dit postadres blijken 475 mensen te zijn ingeschreven. Het blijkt dat hier misbruik van wordt gemaakt. Bij voorbeeld vanwege fraude met uitkeringen. Er wordt gebruik van gemaakt door een groep die niet onder de maatschappelijke opvang valt. Bv vanwege echtscheiding en wonen op illegale plekken. Daar is deze voorziening aan het Papagaaienbolwerk niet voor bedoeld. De gemeente Leiden wil graag de medewerking van de regiogemeenten in het aanpakken van deze fraude wanneer het gaat om hun (oorspronkelijke) inwoners. 10