Ouderinitiatieven in de strijd tegen onderwijssegregatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ouderinitiatieven in de strijd tegen onderwijssegregatie"

Transcriptie

1 Ouderinitiatieven in de strijd tegen onderwijssegregatie Een verkenning van de ontwikkeling van ouderinitiatieven J. P. Lucassen Studentnummer Begeleiders: R. Penninx, M. Crul Juni 2010 Masterscriptie Sociologie, Stadssociologie Universiteit van Amsterdam

2 Ouderinitiatieven in de strijd tegen onderwijssegregatie Een verkenning van de ontwikkeling van ouderinitiatieven J. P. Lucassen Juni 2010 Masterscriptie Sociologie, Stadssociologie Universiteit van Amsterdam 2

3 Samenvatting Sinds de jaren tachtig is onderwijssegregatie een veel besproken onderwerp. De oorzaken van de onderwijssegregatie zijn divers. Een groot deel van de onderwijssegregatie loopt parallel aan de residentiële segregatie in Nederland. Door de structuur van de Nederlandse woningmarkt zijn de verschillende sociaaleconomische klassen ongelijk verdeeld over de woningmarkt en zijn er voornamelijk in de grote steden wijken waar lageropgeleiden zijn geconcentreerd. Met name in deze grote steden heeft de segregatie ook een etnische component. De niet-westerse allochtonen zijn daar oververtegenwoordigd in de lagere sociaaleconomische klassen en zijn daardoor ook in bepaalde wijken oververtegenwoordigd. Hierdoor kent de residentiële segregatie zowel een sociaaleconomische als een etnische dimensie. Deze residentiële segregatie weerspiegelt zich in het lager onderwijs. De meeste kinderen gaan immers naar een school in de buurt van hun huis. Naast residentiële segregatie spelen de voorkeuren van ouders uit verschillende sociaaleconomische en etnische groepen en de manier waarop zij voor een school kiezen, een rol bij het ontstaan van onderwijssegregatie. Een andere factor is het bestaan van bijzonder onderwijs dat op specifieke kenmerken selecteert. Daarnaast speelt ook de samenstelling van de schoolpopulatie een rol. Veel hoogopgeleide/autochtone ouders vinden een school met overwegend kinderen van lageropgeleide/allochtone ouders niet geschikt voor hun kinderen. Omdat er door de bestaande segregatie echter geen gemengde scholen zijn in hun buurt die een goede oplossing zouden zijn voor dit probleem van hoogopgeleide/autochtone ouders, kiezen zij voor een witte school die vaak buiten de buurt ligt, de zogenaamde witte vlucht. Hierdoor wordt de segregatie nog eens versterkt. Op verschillende manieren is geprobeerd om de onderwijssegregatie tegen te gaan. Tot nu toe is dat maar in beperkte mate gelukt. Een van de oorzaken daarvoor is dat de wettelijke mogelijkheden om scholen gemengd te maken beperkt zijn. Om de segregatie succesvol te bestrijden is de medewerking van de scholen en de ouders nodig. Een van de manieren waarop ouders en scholen proberen onderwijssegregatie tegen te gaan is door middel van een ouderinitiatieven. Het gaat daarbij vaak om hoogopgeleide/autochtone ouders in gemengde wijken. Door de onderwijssegregatie is het voor deze ouders niet mogelijk om hun kinderen naar een gemengde school of witte school in hun wijk te sturen. Op verschillende plaatsen hebben 3

4 hoogopgeleide/autochtone ouders dit probleem zelf proberen op te lossen. Zij verzamelen een groep hoogopgeleide/autochtone ouders die samen hun kinderen inschrijven op een zwarte school, waardoor de school een gemengde klas of leerjaar kan samenstellen. Op deze manier zorgen de ouders er zelf voor dat zij een school vinden die zij geschikt vinden voor hun kinderen. Tegelijkertijd wordt hiermee de segregatie in het basisonderwijs tegen gegaan. Uit onderzoek is gebleken dat er drie manieren zijn waarop deze ouderinitiatieven tot stand komen. De eerste manier komt tot stand vanuit een groepje ouders die op zoek gaat naar een geschikte school. Een tweede manier komt tot stand vanuit een groepje ouders en een school samen die het initiatief nemen. Tot slot kan het ook de school zijn die op zoek gaat naar ouders die een ouderinitiatief willen beginnen. Wat de effecten van deze verschillende ontstaanswijzen op de ouderinitiatieven zijn, was tot nu toe onbekend. In dit onderzoek is naar het effect van deze verschillen in ontstaanswijze op de ontwikkeling van de ouderinitiatieven gekeken. Ook is er gekeken naar de invloed van de ontstaanswijze op de relaties tussen de betrokken partijen. Dit is gedaan door de ontwikkeling van drie initiatieven die op een van de drie ontstaanswijzen tot stand zijn gekomen, te vergelijken. De vergelijkingen zijn gemaakt met behulp van casusbeschrijvingen. Voor de casusbeschrijvingen zijn semigestructureerde interviews met de initiatiefouders van de ouderinitiatieven en met de (adjunct-)directeuren van de scholen en secundaire data zoals publicaties in de media gebruikt. Uit de casusbeschrijvingen is gebleken dat de effecten van de verschillende ontstaanswijzen op de ontwikkeling van de ouderinitiatieven beperkt is. In het begin zijn er weliswaar verschillen tussen de ouderinitiatieven aan te wijzen die inherent zijn aan de ontstaanswijze, maar wanneer de ouderinitiatieven zich verder ontwikkelen, verdwijnen deze verschillen. Bij de ouderinitiatieven zijn verschillende partijen betrokken De ouders hebben te maken met de schooldirectie, het schoolbestuur en met de docenten maar ook met de ouders van de leerlingen die al op de school aanwezig zijn. Daarnaast zoeken zij ook contact met de gemeente en met de media. De verschillen in deze relaties tussen de ouderinitiatieven zijn beperkt en hangen niet samen met de manier waarop ouderinitiatieven zijn ontstaan. Op de relatie tussen de ouders van het ouderinitiatief heeft de ontstaanswijze wel effect. Bij het ouderinitiatief dat op initiatief van de school is 4

5 ontstaan, was er geen duidelijk onderscheid tussen ouders die actief waren voor het ouderinitiatief en ouders die alleen werden geworven om naar de school te gaan. Bij de andere initiatieven was daar wel een duidelijk onderscheid tussen. Voor de ontwikkeling van het ouderinitiatief als zodanig had dit echter geen gevolgen. Op basis van dit onderzoek komt een aantal punten naar voren dat van belang is voor ouders die betrokken zijn bij een ouderinitiatief. Zo is het belangrijk dat er een kerngroep van ouders is die het voortouw neemt. Daarnaast is het belangrijk dat de school zich actief inzet om ouders binnen te halen en dat de relatie tussen de school en de ouders goed is. Deze uitkomsten komen overeen met wat er in eerdere onderzoeken is gevonden. De situatie waarin hoogopgeleide/autochtone ouders die een gemengde school prefereren zich bevinden, is te begrijpen als een assurance game. Voor individuele ouders is het onmogelijk om voor een gemengde school te kiezen omdat die er niet zijn in hun buurt door de onderwijssegregatie. Zij moeten kiezen uit witte of zwarte scholen en kiezen in dat geval liever voor een witte school. Wanneer ouders echter als collectief een keuze maken, dan is het door gezamenlijk voor een zwarte school te kiezen mogelijk om die school gemengd te maken. Hierbij speelt onderling vertrouwen een belangrijke rol. Alleen als individuele ouders er op vertrouwen dat er een collectieve keuze is voor een zwarte school die zal leiden tot een gemengde school, zullen zij daar voor kiezen. Ouderinitiatieven zijn een manier om ouders dat vertrouwen te geven. Het is echter goed voorstelbaar dat dit vertrouwen ook op andere manieren kan ontstaan. De overheid en de scholen kunnen daar een grote rol bij spelen. Dit biedt een nieuw perspectief voor ouders, overheden en scholen om de onderwijssegregatie in Nederland te verkleinen. 5

6 Inhoudsopgave Voorwoord... 8 Inleiding Segregatieprocessen in het Nederlandse onderwijs Inleiding Het ontstaan en de kenmerken van segregatie in Nederland De relatie tussen residentiële segregatie en onderwijssegregatie Sterkte van segregatie in het onderwijs in Amsterdam Effecten van onderwijssegregatie Gevolgen voor leerprestaties Gevolgen voor integratie Positieve effecten van onderwijssegregatie Interventieopties Wettelijke mogelijkheden voor spreidingsbeleid Spreidingsbeleid in de praktijk Ouderbetrokkenheid Werking ouderinitiatieven in het veld Inleiding Ouderinitiatieven als oplossing voor hoogopgeleide/autochtone ouders De werking van ouderinitiatieven De verschillende fases van een ouderinitiatief Betrokken partijen Methode Exploratief onderzoek Selectie van casussen en respondenten Gegevensverzameling Interviews Secundaire data Verwerking gegevens Casusbeschrijvingen Ouderinitiatief op De Dreef De ontwikkeling van het ouderinitiatief Beschrijving van de relaties De relatie tussen de nieuwe en reeds aanwezige ouders Ouderinitiatief op De Korte Brug De ontwikkeling van het ouderinitiatief Beschrijving van de relaties Ouderinitiatief op De Dennenboom De ontwikkeling van het ouderinitiatief Beschrijving van de relaties

7 5. Analyse Inleiding De ontwikkeling van de ouderinitiatieven De start van de ouderinitiatieven De kinderen komen op de scholen Voortzetting van de ouderinitiatieven De relaties De relatie tussen de ouders van het ouderinitiatief De relaties tussen de ouders en de scholen De relaties in de schoolteams De relaties tussen de nieuwe en de reeds aanwezige ouders De relaties met de schoolbesturen De relaties met de stadsdelen De relaties met de media De relaties met andere ouderinitiatieven Conclusie Het effect van de ontstaanswijze op de ontwikkeling Het effect van de ontstaanswijze op de relaties Het effect van verschillen in relaties op de ontwikkeling Discussie Wat betekenen de resultaten voor de ouders van een ouderinitiatief? Wat betekent het succes van ouderinitiatieven voor de onderwijssegregatie in Nederland? Wat betekenen ouderinitiatieven voor het overheidsbeleid? Methodologische beperkingen Vervolgonderzoek Literatuurlijst Bijlage Itemlijst

8 Voorwoord De keuze voor het onderwerp van deze masterthese is voortgekomen uit een eerder onderzoek naar burgerschap en ouderinitiatieven voor het vak Active Citizenship aan de International School for Humanities and Social Sciences. Met het schrijven van deze scriptie heb ik een bijdrage willen leveren aan het inzicht in de onderwijssegregatie en aan het succes van de ouderinitiatieven. Voor het schrijven van deze masterthese heb ik hulp gehad van vele mensen waarvan ik er enkele expliciet wil noemen. Allereerst wil ik mijn begeleiders Rinus Penninx en Maurice Crul bedanken voor hun verhelderende inzichten en goede raad. Daarnaast wil ik Guido Walraven bedanken voor de nuttige gesprekken die ik met hem heb gevoerd. Ook heeft hij heeft mij op weg geholpen en wegwijs gemaakt in de wereld van de ouderinitiatieven. Daarnaast ben ik speciale dank verschuldigd aan mijn ouders Katrien Lucassen en Peer van de Broek en aan mijn broer Robin Lucassen. Maar bovenal wil ik Afke van Belkum bedanken, die mij met steun, advies en veel geduld heeft geholpen bij het schrijven van deze masterthese. 8

9 Inleiding Nederland is een multiculturele samenleving waarin mensen van verschillende sociaaleconomische en etnische achtergronden samenleven. Dit betekent echter niet dat deze mensen, of hun kinderen, door elkaar leven. De verschillende groepen in Nederland blijken maar beperkt contact met elkaar te hebben. Deze segregatie wordt vaak als een probleem gezien. Het onderwijs is een van de gebieden waar segregatie zichtbaar wordt. Sinds geruime tijd wordt er in het basisonderwijs over witte en zwarte scholen gesproken. Deze segregatie blijkt een moeilijk op te lossen probleem, terwijl er een oplossing voor de hand lijkt te liggen. Kinderen die nu naar een witte school gaan, zouden ook naar een zwarte school kunnen gaan en dan heb je zo een gemengde school. In de praktijk blijkt echter dat ouders hier vaak weinig voor voelen. Toch is het precies wat ouders van een ouderinitiatief doen. Ouderinitiatieven bestaan uit een groep hoogopgeleide/autochtone ouders die gezamenlijk hun kinderen inschrijft op een zwarte school. Het doel daarvan is om een gemengde school te maken. Deze ouders doen dat omdat zij door de bestaande onderwijssegregatie in hun buurt geen geschikte school kunnen vinden voor hun kinderen. Witte scholen hebben lange wachtlijsten of zijn te ver weg. Er zijn wel zwarte scholen, maar dat is voor veel hoogopgeleide /autochtone ouders geen optie. Zij willen niet dat hun kind als enig kind van hoogopgeleide/autochtone ouders op een zwarte school komt en het liefst zouden ze hun kind naar een gemengde school sturen. Door middel van een ouderinitiatief wordt dat mogelijk. Er is een groeiende belangstelling voor deze ouderinitiatieven. Op vele manieren is geprobeerd om de onderwijssegregatie te bestrijden, maar tot nu toe zonder resultaat. Het is gebleken dat de samenwerking tussen ouders en scholen hierbij noodzakelijk is. Ouderinitiatieven zijn tot nu toe een van de weinige manieren waarop ouders in de praktijk meewerken aan pogingen om de onderwijssegregatie tegen te gaan. Het is daarom ook niet vreemd dat er vanuit de politiek, de media en de wetenschap veel aandacht is voor deze initiatieven. In deze scriptie kijk ik naar de ontwikkeling van deze ouderinitiatieven en naar de verschillende manieren waarop zij tot stand zijn gekomen. In het eerste hoofdstuk worden de mechanismen die leiden tot onderwijssegregatie beschreven. Hierbij wordt ook ingegaan op het onderscheid tussen etnische en sociaaleconomische onderwijssegregatie en de gevolgen daarvan. Daarna wordt gekeken naar de 9

10 mogelijkheden om onderwijssegregatie tegen te gaan en welke rol ouders en scholen daarbij spelen. Met deze verkenning wordt duidelijk binnen welk veld de ouderinitiatieven moeten opereren. In hoofdstuk twee ga ik verder in op de ouderinitiatieven. Ik kijk in welke situatie ouderinitiatieven mogelijk zijn en de manier waarop zij werken. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de manier waarop ouderinitiatieven ontstaan en hoe zij zich ontwikkelen. Op basis daarvan worden de onderzoeksvragen geformuleerd. In hoofdstuk drie wordt ingegaan op de manier waarop de data verzameld worden, die in de hoofdstukken vier en vijf wordt gepresenteerd. In hoofdstuk vijf worden de onderzoeksvragen besproken. In hoofdstuk zes wordt er gekeken wat de uitkomsten van het onderzoek betekenen voor de ouderinitiatieven, de onderwijssegregatie en het overheidsbeleid. 10

11 1 Segregatieprocessen in het Nederlandse onderwijs 1.1 Inleiding Onderwijssegregatie is de laatste jaren een veelbesproken onderwerp. De aandacht voor onderwijssegregatie komt voort uit een groter debat over segregatie in de Nederlandse samenleving. In dit debat wordt segregatie regelmatig gepresenteerd als een nieuw probleem. Of het een probleem is, hangt af van wie je het vraagt. Een nieuw verschijnsel is het in elk geval niet. Een bekend voorbeeld van segregatie in Nederland is de verzuiling. Grote delen van de Nederlandse bevolking leefden gescheiden van elkaar, omdat zij tot een andere levensbeschouwelijke stroming behoorden. Van de verzuiling is heden ten dage nog maar weinig over. De Nederlandse samenleving is echter nog steeds gesegregeerd; het gaat daarbij om segregatie langs andere scheidslijnen. In het huidige publieke debat wordt met segregatie meestal etnische of sociaaleconomische segregatie bedoeld. Dat zijn echter geen nieuwe vormen van segregatie. Historische voorbeelden van deze segregatievormen zijn legio, zij zijn onder andere te vinden in het Joodse getto van Amsterdam (Lucassen& Penninx 1994: 14). Ook in de arbeiderswijken ten tijde van de industriële revolutie was segregatie geen onbekend verschijnsel. Historisch gezien blijkt segregatie eerder regel dan uitzondering te zijn. 1.2 Het ontstaan en de kenmerken van segregatie in Nederland Wat opvalt aan deze historische voorbeelden van segregatie is dat het over verschillende kenmerken van mensen gaat. Theoretisch gezien is er sprake van ruimtelijke segregatie bij een ongelijke verdeling van bepaalde kenmerken over een populatie binnen een bepaald gebied. Om betekenis te geven aan segregatie moet het duidelijk zijn om welke kenmerken het gaat en binnen welk gebied deze kenmerken ongelijk verdeeld zijn. Zoals gezegd, wordt er in Nederland, als het over segregatie gaat, tegenwoordig meestal onderscheid gemaakt op basis van etnische of sociaaleconomische kenmerken. Bij etnische segregatie wordt er in Nederland over het algemeen onderscheid gemaakt tussen twee groepen, autochtonen en allochtonen. 1 Opmerkelijk aan dat onderscheid is 1 Onder het begrip allochtonen vallen personen waarvan tenminste een ouder in het buitenland is geboren. Binnen de groep allochtonen wordt er onderscheid gemaakt tussen westerse en niet-westerse allochtonen. Westerse allochtonen zijn afkomstig uit een land dat in cultureel of sociaaleconomisch opzicht sterk op Nederland lijkt (CBS 2009: 25/26). In het publieke debat worden westerse allochtonen vaak tot de groep autochtonen gerekend. In deze scriptie worden de westerse allochtonen daarom ook tot de groep autochtonen gerekend. 11

12 dat de Nederlandse etniciteit tegenover alle andere etniciteiten wordt gezet. Daardoor worden andere herkomstgroepen, zoals de Turkse, Marokkaanse en Surinaamse, als één groep, de allochtonen, gepresenteerd. 2 Bij sociaaleconomische segregatie wordt er meestal onderscheid gemaakt tussen verschillende sociaaleconomische klassen. In de praktijk wordt het opleidingsniveau meestal gebruikt als indicator. 3 Een belangrijk domein waarin deze vormen van segregatie tot uiting komen is de woningmarkt. In dat geval is er sprake van residentiële segregatie. In de manier waarop de residentiële segregatie in Nederland vorm heeft gekregen, speelt de structuur van de Nederlandse huizenmarkt een belangrijke rol. In vergelijking met veel andere landen bestaat een groot deel van de woningen in de Nederlandse grote steden uit sociale huurwoningen. Dit zijn vaak goedkopere huurwoningen die door de lagere inkomensgroepen worden bewoond. De toewijzing van deze woningen vindt primair plaats op basis van inschrijvingsduur en is daarmee blind voor andere kenmerken. Iedereen heeft in principe gelijke toegang tot deze woningen. Doordat deze woningen vaak in bepaalde wijken zijn geconcentreerd en met name door mensen uit lagere sociaaleconomische klassen worden bewoond, ontstaat er sociaaleconomische residentiële segregatie (Pas en Peters 2004: 38). Omdat in Nederland de allochtone bevolkingsgroepen niet evenredig verdeeld zijn over de sociaaleconomische klassen, krijgt de sociaaleconomische segregatie een etnische dimensie (Gramberg en Ledoux 2005: 21). De etnische residentiële segregatie die op deze manier tot stand komt, wordt in de grote steden versterkt, doordat de allochtonen niet evenredig over Nederland verdeeld zijn. Zij zijn geconcentreerd in de grote steden. Van de allochtonen in Nederland woont 45% in de vier grote steden, terwijl slechts 13% van de totale Nederlandse bevolking in de vier grote steden woont (Onderwijsraad 2005: 108). De etnische residentiële segregatie wordt voor een deel door dit proces verklaard. De etnisch residentiële segregatie in Nederland wijkt op grond van de bovenstaande factoren af van etnische residentiële segregatie in andere landen. Er 2 In strikte zin gaat het hier om het onderscheid tussen autochtoon en westers-allochtoon versus niet westers-allochtoon. Het gaat dan om het onderscheid tussen westers en niet-westers. Hierbij wordt westers als een groep gezien en alle groepen die daarvan verschillen worden samengevoegd op basis van het feit dat ze afwijkend zouden zijn en niet op basis van hun intrinsieke kenmerken. 3 Het opvatten van sociaaleconomische klassen als opleidingsniveau is een beperkte indicator van het begrip, maar wel een veel gebruikte, omdat het gemakkelijk beschikbaar is. In deze scriptie wordt daarom het begrip klasse gebruikt in de theoretische beschrijving van de onderwijssegregatie. In de operationalisering wordt naar opleidingsniveau gekeken. 12

13 wordt in Nederland dan ook op een andere manier gesproken over segregatie. Bij toewijzing van woningen in de sociale sector wordt in principe geen onderscheid gemaakt tussen verschillende etniciteiten. De Nederlandse terminologie spreekt over autochtonen en allochtonen op basis waarvan wijken als etnisch gesegregeerde wijken kunnen worden aangemerkt. Goed beschouwd zijn de wijken met een hoge concentratie allochtonen niet etnisch homogeen, maar etnisch divers omdat er vele allochtone etniciteiten door elkaar wonen. Dit wijkt af van de situatie in veel andere landen waar sprake is van etnisch homogene wijken. Dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende etniciteiten komt ook terug in het debat over onderwijssegregatie. In dat debat wordt niet gesproken over Marokkaanse,Turkse of Nederlandse scholen, maar over witte en zwarte scholen De relatie tussen residentiële segregatie en onderwijssegregatie Tussen residentiële segregatie en onderwijssegregatie bestaat een voor de hand liggend verband, waarbij men verwacht dat de samenstelling van basisscholen overeenkomt met de samenstelling van de wijk waarin zij staan. Als in wijken veel laagopgeleide of allochtone ouders wonen is te verwachten dat de basisscholen in die wijken ook veel kinderen van laagopgeleide of allochtone ouders hebben. Hierdoor ontstaat er onderwijssegregatie die de residentiële segregatie weerspiegelt. Het is dan ook logisch dat de meeste zwarte scholen zich in de grote steden bevinden, omdat daar procentueel gezien de meeste allochtonen wonen. In 2000 was 35% van de scholen in de vier grote steden een zogenaamde zwarte school (WRR 2007: 119). 5 De schoolpopulatie vormt echter niet altijd een afspiegeling van de wijk. Bij nadere bestudering blijkt dat etnische en sociaaleconomische segregatie op scholen groter is dan op basis van de residentiële segregatie te verwachten is. Het verschil tussen de samenstelling van de school in relatie tot de samenstelling van de wijk, wordt 4 De termen zwart en wit worden veel gebruikt als er over segregatie gesproken wordt. Met deze termen wordt verwezen naar de huidskleur van bepaalde etnische groepen. Het gebruik van deze termen is daarom twijfelachtig. Omdat deze termen echter bij de respondenten en ook in de gebruikte literatuur veel gebruikt worden, gebruik ik deze termen ook. In deze scriptie zet ik deze kleuren tussen aanhalingstekens om het discutabele karakter er van te benadrukken. Het begrip gemengd verwijst zowel naar een menging van wit en zwart als naar menging van hoog en laagopgeleide ouders en wordt daarom eveneens tussen aanhalingstekens geplaatst. 5 Van etnisch gesegregeerde scholen wordt in Amsterdam gesproken als 70% van de scholieren van nietwesterse allochtone afkomst is, of als minder dan 20% van de kinderen op de school van niet-westerse allochtone afkomst is. Dit worden ook wel respectievelijk zwarte of witte scholen genoemd (O&S 2008: 10). 13

14 de relatieve segregatie genoemd. Scholen die daar van afwijken worden vaak aangeduid met, te witte of te zwarte scholen. 6 In 2002 bleek een derde van de scholen te wit en een vijfde te zwart te zijn in vergelijking met de wijk waarin zij staan (Onderwijsraad 2005: 83).Vanuit de residentiële segregatie is dit niet te verklaren. Kennelijk zijn er naast de residentiële segregatie nog andere factoren die de onderwijssegregatie beïnvloeden (Karsten et al. 2002: 65). Naast de residentiële segregatie wordt het proces van onderwijssegregatie ook beïnvloed door het onderwijssysteem in Nederland en de keuzeruimte die dat systeem geeft aan ouders. In Nederland bestaat er vrijheid van onderwijs (Grondwet art. 23). Dat houdt onder andere in dat ouders vrij zijn om hun kind naar de school van hun voorkeur te laten gaan. Deze keuzes van ouders kunnen de samenstelling van scholen beïnvloeden. Het Nederlandse onderwijssysteem bestaat uit verschillende segmenten. Naast het segment van het openbare onderwijs staat het bijzonder onderwijs. Daaronder vallen scholen met een religieuze inslag en scholen met een bijzonder onderwijsconcept. De bijzondere scholen kunnen verschillen van openbare scholen doordat zij het onderwijs op een andere manier vormgeven. Ook mogen zij onder bepaalde voorwaarden kinderen weigeren. Voor openbare scholen geldt dat zij iedereen moeten aannemen, zolang zij plaats hebben. Deze keuzevrijheid en de veelvormigheid van het onderwijssysteem zijn van grote invloed op het proces van onderwijssegregatie. In Schoolkeuze in een multietnische samenleving (2002) beschrijft Karsten hoe de onderwijsvrijheid en de residentiële segregatie de onderwijssegregatie beïnvloeden. Hierbij maakt hij onderscheid tussen vier factoren: residentiële segregatie; voorkeuren van ouders met bepaalde kenmerken; het keuzegedrag van de ouders en het toelatingsbeleid van bijzondere scholen. De eerste factor, residentiële segregatie, de werking en het effect daarvan, is hiervoor besproken. De tweede factor voor het ontstaan van onderwijssegregatie is dat de voorkeuren van ouders uit verschillende etnische en sociaaleconomische groepen verschillen ten aanzien van de kenmerken van scholen. Voor ouders zijn er uiteenlopende redenen om voor een school te kiezen. Een aantal van de factoren die door ouders belangrijk worden gevonden zijn: de afstand, aandacht voor leerachterstanden, vriendjes die naar een 6 Van te wit en te zwart wordt in Amsterdam gesproken als het percentage allochtone kinderen van de school respectievelijk meer dan 20 procentpunten minder of meer is dan de verhouding in het voedingsgebied van de school (O&S 2008: 15). 14

15 school gaan, speciaal curriculum, kwaliteit en levensbeschouwing. Doordat er binnen verschillende etnische en sociaaleconomische groepen een verschillend belang aan deze factoren wordt gegeven, kiezen ouders uit verschillende groepen voor verschillende scholen. Zo vinden allochtone ouders het belangrijker dat een school veel aan de (taal)achterstand doet en dat de kwaliteit goed is, terwijl autochtone en met name hoogopgeleide ouders het belangrijker vinden dat een school op verschillende vlakken, waaronder de culturele achtergrond, in overeenstemming is met de thuissituatie. Lageropgeleiden vinden het belangrijker dat de school dichtbij is en dat de leerprestaties goed zijn. De verschillen in voorkeuren leiden er toe dat ouders uit verschillende groepen verschillende voorkeuren voor een school hebben. De keuze die zij voor verschillende scholen maken, leidt tot meer etnische en sociaaleconomische segregatie. De manier waarop een school zich presenteert, heeft daarom ook invloed op de leerlingenpopulatie die de school aantrekt. Daarnaast speelt ook de samenstelling van de leerlingenpopulatie van een school een rol bij de afweging die ouders maken. Karsten et al. (2002: 103) geeft aan dat de overeenstemming tussen de school en de thuissituatie ook inhoudt dat er een bepaalde voorkeur is voor een specifiek leerlingenpubliek. Met name bij autochtone en hoger opgeleide ouders speelt daarbij de etnische en sociaalculturele samenstelling van de school een belangrijke rol. Zij vinden zwarte scholen ongeschikter en kiezen daarom vaker voor een witte school. Deze keuzes leiden tot een zichzelf versterkend proces dat de witte vlucht wordt genoemd. De witte vlucht kan de vorm hebben van autochtone ouders die niet voor een zwarte school kiezen, zoals hiervoor beschreven is. Het kan ook zijn dat autochtone ouders daarom een zwarte school verlaten. Wanneer een school voor een groeiend deel uit allochtonen bestaat, kan dat voor autochtone ouders een reden zijn om voor een andere, witte, school te kiezen. Hierdoor neemt het aantal allochtone kinderen op de school relatief verder toe, waardoor er ook voor andere autochtone ouders een reden ontstaat om naar een andere, wittere school te gaan (Pas en Peters 2004: 40). Doordat de verschillen in voorkeur en het proces van de witte vlucht tot onderwijssegregatie leiden, wordt de keuzeruimte van ouders beperkt. De uitkomst van alle individuele keuzes van ouders bepaalt de keuzeruimte die er voor specifieke individuele ouders is. De keuze die individuele ouders op basis van de uitkomst van dit proces maken, hoeft niet dezelfde te zijn als die zij collectief zouden maken, bijvoorbeeld in een ouderinitiatief. 15

16 Een derde factor waardoor onderwijssegregatie ontstaat is het verschil in de manier waarop verschillende groepen ouders een school kiezen. Autochtone ouders beginnen vaak vroeg met het zoeken naar een school. Zij oriënteren zich beter, gaan bij meerdere scholen kijken en melden hun kind al op jonge leeftijd aan (Karsten et al. 2002: 101/104). Ook beginnen zij eerder met het zoeken van een school (Broeke et al. 2004: 25). Allochtonen gaan vaker af op informatie die zij krijgen van peuterspeelzaal en kinderopvang en schrijven hun kind later in. Door deze verschillen en doordat autochtone ouders hun kinderen eerder inschrijven, ontstaat er voor populaire scholen een lange wachtlijst met autochtone kinderen. Voor allochtone ouders die wel naar die school willen maar zich pas laat melden, is er dan geen plaats meer. Door deze verschillen in de manier waarop ouders een school zoeken, wordt de segregatie ook in stand gehouden (Karsten et al. 2002: 101/104). De vierde factor is het bestaan van bijzonder onderwijs en de locatie van deze scholen. Een deel van de bijzondere scholen mogen leerlingen weigeren, omdat de achtergrond van deze kinderen verschilt van de levenbeschouwelijke beginselen van de school. Dit mogen zij echter alleen doen wanneer dat consequent gebeurt (Tuitert 2007: 25). Naar schatting geldt dat voor 5% van de Nederlandse scholen (Onderwijsraad 2002: 59). Er is echter wel discussie over de vraag of scholen dit recht niet gebruiken om allochtone leerlingen te weigeren om zodoende een witte school te blijven. Daarnaast zijn er ook bijzondere scholen die een specifieke doelgroep aantrekken. Islamitische scholen trekken bijvoorbeeld bijna alleen allochtone (islamitische) kinderen. Bij de meeste gesegregeerde scholen ontstaat de segregatie door witte vlucht, bij islamitische scholen trekt de school juist allochtone kinderen aan waardoor het sneller een zwarte school wordt. Daarnaast speelt ook de locatie van islamitische scholen in wijken met een grote concentratie allochtonen een rol. Deze islamitische scholen maken echter maar een klein deel uit van het totaal aan Nederlandse scholen (0.6%) en vormen 9% van alle zwarte basisscholen. Iets minder dan 4% van de allochtone kinderen gaat naar een van islamitische scholen. Zij leveren daarmee slechts een klein aandeel aan het ontstaan van gesegregeerde scholen (Onderwijsraad 2002: 95). De hierboven beschreven keuzeprocessen gelden voor het basisonderwijs. In het basisonderwijs is er alleen voor kinderen die door bijvoorbeeld zwakbegaafdheid niet functioneren in het reguliere onderwijs een ander type basisonderwijs mogelijk. In andere gevallen wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de leerlingen op basis van 16

17 leerprestaties. In het middelbaar- en het hogeronderwijs spelen de leerprestaties een veel grotere rol bij het maken van een keuze voor een school. Op segregatie in het middelbaar- en hogeronderwijs wordt niet ingegaan omdat dat voor deze scriptie niet van belang is. 1.4 Sterkte van segregatie in het onderwijs in Amsterdam Zoals bij residentiële segregatie kan er ook op verschillende manieren naar onderwijssegregatie gekeken worden. Er kan gekeken worden naar de absolute segregatie, het percentage kinderen van allochtone of laagopgeleide ouders op een school, of de relatieve segregatie, het verschil tussen het percentage kinderen van allochtone of laag opgeleide ouders op een school en het percentage in het voedingsgebied van die school. Ook kan er naar de etnische kenmerken of naar sociaaleconomische kenmerken gekeken worden. Een andere factor die van invloed is, is het gebied waar er gekeken wordt. Zoals gezegd woont het grootste deel van de allochtonen in de grote steden. Maar ook binnen die steden zijn zij niet evenredig verdeeld. Omdat er later in dit onderzoek wordt ingegaan op drie scholen in Amsterdam, wordt hier de onderwijssegregatie in Amsterdam besproken. Als er naar de absolute samenstelling van de scholen in Amsterdam gekeken wordt, dan waren er 96 (47,3%) zwarte scholen met meer dan 70% allochtone kinderen en 31(15,3%) witte scholen met minder dan 20% allochtone kinderen in het schooljaar (O&S 2008: 23). Wanneer er echter naar de relatieve etnische segregatie wordt gekeken, dan zijn er 29 (14%) te zwarte scholen waarbij er 20 procent meer allochtone kinderen op de school zitten dan er verhoudingsgewijs in het voedingsgebied wonen, en 17 (8%) te witte scholen, waarbij er 20 procent minder allochtone kinderen op de school zitten dan er verhoudingsgewijs in het voedingsgebied wonen (O&S 2008: 22). De absolute segregatie laat de totale omvang van de segregatie in Amsterdam zien. Uit de relatieve segregatie blijkt welk deel daarvan het gevolg is van andere factoren dan residentiële segregatie. Wanneer er gekeken wordt naar kinderen van lageropgeleide ouders (achterstandsleerlingen) dan blijken 34 (17%) van de scholen veel achterstandsleerlingen te hebben, namelijk meer dan 60 procent van de schoolpopulatie en 17 (8%) weinig achterstandsleerlingen, namelijk minder dan 15 procent van de schoolpopulatie (O&S 2008: 25). Voor de relatieve aantallen geldt dat er 29 (14%) 17

18 scholen te veel en 17 (8%) van de scholen te weinig achterstandsleerlingen hebben. Op deze scholen wijkt het percentage achterstandsleerlingen meer dan 20 procentpunten af van het voedingsgebied van de school (O&S 2008: 25). Uit het onderzoek van O&S (2008: 26) blijkt verder dat er een vrij sterk verband is tussen scholen met teveel kinderen met een achterstand en scholen met teveel allochtone kinderen. Het verband tussen sociaaleconomische en etnische segregatie is daarmee terug te zien in de samenstelling van de scholen. 1.5 Effecten van onderwijssegregatie Net zoals segregatie niet nieuw is, is ook onderwijssegregatie niet nieuw in Nederland. Sinds de jaren tachtig is er naast sociaaleconomische onderwijssegregatie ook etnische onderwijssegregatie ontstaan. Er bestaat verschil van mening over welke vorm van onderwijssegregatie het meeste invloed heeft en dus onderzocht moet worden. Er zijn onderzoekers die kijken naar etnische onderwijssegregatie, maar er zijn ook onderzoekers die juist naar sociaaleconomische onderwijssegregatie kijken. Deze keuze hangt samen met wat als belangrijkste nadelige gevolg van onderwijssegregatie wordt gezien. Er zijn grofweg twee redenen aan te wijzen waarom onderwijssegregatie als een probleem wordt gezien. Ten eerste zorgt het voor ongelijke onderwijskansen en ten tweede staat het de integratie in de weg. Welk probleem het belangrijkst wordt gevonden, hangt samen met de soort segregatie waar naar gekeken wordt. Sommigen onderzoekers zijn echter van mening dat segregatie kan helpen bij het oplossen van de problemen met integratie en leerachterstanden. In deze paragraaf wordt ingegaan op de verschillende zienswijzen met betrekking tot onderwijssegregatie Gevolgen voor leerprestaties De leerprestaties op zwarte scholen zijn over het algemeen lager. Het is echter de vraag in hoeverre dat het gevolg is van de allochtone afkomst van de leerlingen. Met name het opleidingsniveau van de ouders lijkt van invloed op de leerprestaties van kinderen. Het effect van lageropgeleide ouders wordt echter kleiner als kinderen in een sociaaleconomisch gemengde klas zitten (Paulle 2006: 13). Zonder sociaaleconomische onderwijssegregatie zouden de verschillen kleiner zijn en de kansen van kinderen van lageropgeleide ouders toenemen. Als deze segregatie blijft bestaan zal dat in de 18

19 toekomst tot een grotere sociaaleconomische segregatie leiden (Latten 2005: 6). Over de gevolgen voor kinderen van hogeropgeleide ouders bestaat echter onenigheid. Door Kalhanberg (in Paulle 2006: 13) wordt gesteld dat er geen nadelige effecten zijn voor deze kinderen als zij in een gemengde klas zitten met een verhouding van maximaal procent kinderen van hogeropgeleide-lageropgeleide ouders. Uit onderzoek van Dronkers (2010: 19) komt echter naar voren dat etnisch gemengde scholen een negatief effect hebben op de leerprestaties van zowel autochtone als allochtone kinderen. Uit diezelfde studie blijkt dat een gemengde samenstelling op basis van kinderen van hogeropgeleide en lageropgeleide ouders geen effect heeft op de leerprestaties van die kinderen Gevolgen voor integratie De etnische onderwijssegregatie wordt verondersteld negatieve effecten te hebben op de integratie van allochtonen. Dat komt doordat de segregatie de mogelijkheden om in contact te komen met andere etnische groepen beperkt (Latten 2005: 7).Door met verschillende etnische groepen naar school te gaan, wordt het onderscheid op basis van etniciteit minder belangrijk en ontstaat eerder een wijgevoel bij de leerlingen (Verkuyten 2006: 14). Segregatie staat dit in de weg en belemmert daardoor dat de kinderen zich met elkaar identificeren. Daarnaast heeft een etnisch gemengde school ook een positief effect op de onderlinge identificatie van ouders uit verschillende etnische groepen (Verkuyten 2006: 14) Positieve effecten van onderwijssegregatie Er zijn niet alleen negatieve effecten van onderwijssegregatie. Op etnisch gesegregeerde scholen kan specifiek gewerkt worden aan taalachterstanden. Ditzelfde geldt ook voor andere leerachterstanden. Door het effectief aanpakken van deze achterstanden worden de negatieve effecten van de sociaaleconomische en etnische onderwijssegregatie voor kinderen beperkt. Zo blijkt dat op etnisch homogenere middelbare scholen de leerprestaties verbeteren (Dronkers 2010: 19). 7 In dit onderzoek is naar buitenlandse middelbare scholen gekeken. Het is de vraag of deze resultaten op Nederlandse basisscholen van toepassing zijn. 19

20 1.6 Interventieopties Er zijn verschillende manieren waarop onderwijssegregatie bestreden kan worden. Een deel van de onderwijssegregatie is het gevolg van residentiële segregatie. De mogelijke oplossingen hiervoor hangen samen met de inrichting en de samenstelling van de Nederlandse woningmarkt. Andere oorzaken van de segregatie komen voort uit de structuur van het onderwijs in Nederland en de keuzes die ouders daarin maken. Hieronder ga ik in op de mogelijkheden die er zijn om deze keuzes te beïnvloeden, zowel gericht op de ouders als op de structuur van het Nederlandse onderwijs die deze keuzes vormgeven Wettelijke mogelijkheden voor spreidingsbeleid Bij het voeren van een beleid om onderwijssegregatie tegen te gaan zijn er een aantal juridische eisen waaraan dat beleid moet voldoen. In Samen leven, samen leren (Tuitert 2007) is uitgebreid gekeken naar de wettelijke mogelijkheden voor het voeren van een spreidingsbeleid. Hierbij spelen zowel internationale verdragen als de Nederlandse grondwet een grote rol. Er zijn verschillende regels die het voeren van een actief spreidingsbeleid, vanuit de overheid, beperken en die aan scholen en ouders de mogelijkheid geven om zich aan zulk beleid te onttrekken. Ten eerste wordt het voeren van een actief spreidingsbeleid beperkt door artikel 1 van de grondwet, de algemene wet op gelijke behandeling. Dit artikel verbiedt onderscheid op basis van etniciteit en scholen mogen hierop niet selecteren. Ook onderscheid op andere kenmerken zoals taalachterstand en sociaaleconomische afkomst wordt hierdoor beperkt, omdat dat indirect onderscheid kan maken op basis van etniciteit. In verschillende gemeenten zijn er initiatieven om te kijken wat de mogelijkheden zijn om een actief spreidingsbeleid te voeren. Vooral het initiatief van de gemeente Nijmegen om de keuzevrijheid van ouders te beperken tot drie scholen lijkt effectief te zijn (Gemeente Nijmegen et al. 2009). Bijzondere scholen hebben daarnaast in Nederland een speciale positie door artikel 23 van de grondwet. Binnen bepaalde grenzen kunnen zij leerlingen weigeren die niet bij hun school passen. De mogelijkheden voor beleid worden ook beperkt door de schoolkeuzevrijheid van ouders. Het recht op toelating van kinderen op een bepaalde openbare school kan niet door een spreidingsbeleid worden beperkt. Tenminste, dat was de gedachte in 2007 (Tuitert: 52). In 2009 is er in Nijmegen een project gestart dat 20

21 de keuzemogelijkheden van ouders beperkt met als doel de onderwijssegregatie tegen te gaan. In de praktijk moet echter nog blijken of dit beleid effectief en wettelijk mogelijk is. Aan de andere kant probeert de overheid onderwijssegregatie ook te verminderen. De Rijksoverheid heeft door de invoering wet Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) de gemeentes vanaf 2006 verplicht samen met schoolbesturen te overleggen over hoe segregatie tegen kan worden gegaan en hierover bindende afspraken te maken. De autonomie van scholen over hun toelatingsbeleid wordt hierdoor beperkt. Scholen zijn daarmee verplicht om iets aan segregatie te doen. Ook door de wet op het primair onderwijs zijn zij verplicht actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen en de leerlingen kennis te laten maken met verschillende culturen Spreidingsbeleid in de praktijk Er zijn verschillende pogingen gedaan om de onderwijssegregatie te beperken, maar in de praktijk is dat lastig gebleken. Van de 31 grote gemeenten blijken 16 gemeenten te maken te hebben met toenemende segregatie in het lager onderwijs. Daarvan zijn er 11 die een actief beleid hebben om de segregatie tegen te gaan (Peters et al. 2007b: 11). De effectiviteit van deze maatregelen is echter nog beperkt, vooral doordat ouders de mogelijkheid hebben zich aan maatregelen te onttrekken op basis van artikel 23 van de grondwet (OR 2005: 85; Peters 2006: 5). Ook werken scholen niet altijd mee aan een het spreidingsbeleid. Voor een succesvol beleid is het nodig dat ouders en de scholen mee werken. 1.7 Ouderbetrokkenheid Het in dit hoofdstuk beschreven proces laat zien hoe de onderwijssegregatie tot stand komt. Daarnaast is gebleken dat bij het tegengaan van onderwijssegregatie ouders een belangrijke rol spelen. Om de onderwijssegregatie effectief te bestrijden, is de medewerking van ouders cruciaal (OR 2005: 93). Een van de weinige effectieve manieren waarop dat tot nu toe is gebeurd, is door middel van een ouderinitiatief (Peters et al. 2007b: 13). Hierbij proberen hoogopgeleide/autochtone ouders gezamenlijk een zwarte school gemengd te maken. In deze scriptie wordt er gekeken hoe ouderinitiatieven ontstaan en hoe zij zich ontwikkelen. 21

22 2 Werking ouderinitiatieven in het veld 2.1 Inleiding Over het algemeen wordt onderwijssegregatie als een ongewenst verschijnsel gezien voor de samenleving. Ook voor ouders kan onderwijssegregatie ongewenste gevolgen hebben. Een van de groepen ouders waarvoor dat zo is, zijn hoogopgeleide/autochtone ouders in gemengde wijken. Voor deze ouders blijkt het in toenemende mate moeilijk om een school in hun buurt te vinden die zij geschikt achten. Door de toegenomen segregatie op basisscholen zijn veel scholen in gemengde buurten zwarte scholen geworden. Deze ouders zien de buurtscholen daarom niet als een optie voor hun kinderen. De scholen die wel aan de voorkeuren van hoogopgeleide/autochtone ouders voldoen, hebben vaak lange wachtlijsten of bevinden zich verder weg. Voor deze ouders is het niet mogelijk om in de buurt een school te vinden waar zij hun kind naartoe willen sturen. Veel van de hoogopgeleide/autochtone ouders in gemengde wijken lossen dit op door hun kind naar een witte school buiten hun wijk te brengen. Dit is voor deze ouders niet de meest wenselijke oplossing, maar zij verkiezen dit boven een zwarte school dichterbij. Een deel van deze ouders zou echter liever zien dat hun kind naar een gemengde school in de buurt gaat (Karsten et al. 2002: 65). Zij willen bijvoorbeeld graag dat hun kind met verschillende mensen en culturen in contact komt, maar tegelijkertijd willen ze goed onderwijs voor hun kind en ook de aanwezigheid van andere kinderen van hoogopgeleide/autochtone ouders. Door de onderwijssegregatie is dat echter niet altijd mogelijk. Doordat het voor deze ouders niet mogelijk is om voor een gemengde school te kiezen, kiezen zij voor een witte school verder weg. Door deze keuze wordt de onderwijssegregatie versterkt en in stand gehouden. 2.2 Ouderinitiatieven als oplossing voor hoogopgeleide/autochtone ouders Zoals in het voorgaande hoofdstuk beschreven is, zijn er verschillende manieren waarop het proces van onderwijssegregatie kan worden tegengegaan. De mogelijkheden en de effecten daarvan lijken tot nu toe echter beperkt te zijn en niet direct een oplossing te bieden. Op verschillende plekken in Nederland proberen ouders daarom zelf de uitkomst van het segregatieproces te beïnvloeden. Een van de manieren waarop dat kan, is door middel van het opzetten van een ouderinitiatief. Het is voor 22

23 deze ouders geen optie dat zij hun kind als enige kind van hoogopgeleide/autochtone ouders naar een zwarte school laten gaan. In de kern bestaat een ouderinitiatief dan ook uit een groep ouders die hun kinderen gezamenlijk bij een zwarte school inschrijft. Hierdoor kan er op de school een gemengde klas of gemengd leerjaar worden opgezet. Als er eenmaal meer kinderen van hoogopgeleide/autochtone ouders naar de school gaan, wordt die school vervolgens ook voor andere hoogopgeleide/autochtone ouders aantrekkelijker. Op die manier kan een zwarte school veranderen in een gemengde school. Er bestaat voor deze ouderinitiatieven veel interesse. Onderwijssegregatie wordt als een belangrijk probleem gezien en de mogelijke oplossingen genieten daarom veel aandacht. De laatste jaren wordt er veel over geschreven en ook vanuit de politiek is er veel interesse. Daarnaast zijn er twee organisaties opgericht met als doel ouderinitiatieven te steunen: het Kenniscentrum Gemengde Scholen en de Stichting Kleurrijke Scholen. Ouderinitiatieven zijn ook bij ouders steeds populairder geworden. In de periode van 1995 tot en met 2006 zijn er 35 ouderinitiatieven geweest en met name de laatste jaren is er een sterke toename, in 2006 waren er alleen al 17 nieuwe ouderinitiatieven (Peters et al. 2007b: 5). Deze stijgende trend lijkt zich de laatste twee jaar doorgezet te hebben. De Stichting Kleurrijke Scholen meldt dat er in ouderinitiatieven zijn, waarvan 22 in Amsterdam (website: Stichting Kleurrijke Scholen). Een deel van deze grote toename komt overigens mogelijk doordat Stichting Kleurrijke Scholen ouders die nog niet begonnen zijn maar dat wel willen, meeneemt in haar berekening. 2.3 De werking van ouderinitiatieven Naar de vraag hoe een ouderinitiatief in de praktijk werkt en in staat is een school gemengd te maken, zijn verschillende onderzoeken gedaan. Ook zijn er een aantal scripties over dit onderwerp geschreven. Er zijn verschillende stappenplannen opgesteld voor ouders die zelf een initiatief op willen zetten. Hieruit komt naar voren wat er nodig is voor een ouderinitiatief, wat de verschillende manieren zijn waarop een ouderinitiatief kan ontstaan en hoe de ontwikkeling van het ouderinitiatief vervolgens verschillende fases doormaakt. In Segregatie in het basisonderwijs tegengaan? Perspectiefrijke initiatieven van onderop maakt Peters (et al. 2007b) een inventarisatie van de tot 2006 bekende 23

24 ouderinitiatieven. Uit de analyse van het ontstaan van de initiatieven blijkt dat de manier waarop de ouderinitiatieven zijn ontstaan in drie modellen zijn te vatten: 1. Een groep ouders kiest een school en gaat meer ouders werven om hun kind ook op die school te doen. 2. Een schooldirecteur neemt het initiatief om een groepje ouders te vormen en samen meer ouders te werven. 3. Een groep ouders wil samen hun kinderen aanmelden en spreekt eerst uitgebreid met twee of meer scholen voor er een keus wordt gemaakt. De meeste onderzochte initiatieven zijn via de eerste ontstaanswijze begonnen. Van de andere twee ontstaanswijzen zijn slechts enkele voorbeelden bekend. 2.4 De verschillende fases van een ouderinitiatief Uit de beschrijvingen van de ouderinitiatieven (Peters et al. 2007a; Peters et al. 2007b; Onderwijsraad 2005; website Stichting Kleurrijke Scholen) zijn verschillende fases af te leiden die het ouderinitiatief in zijn ontwikkeling doormaakt. Over het aantal fases zijn deze beschrijvingen het echter niet eens. Op basis van de verschillende beschrijvingen worden in deze scriptie in de ontwikkeling van een ouderinitiatief drie fases onderscheiden. De fases zijn chronologisch beschreven, maar in de praktijk blijkt dat sommige fases ook gelijktijdig kunnen plaatsvinden. o Fase 1: Ontstaan van het ouderinitiatief en werven van nieuwe ouders o Fase 2: Naar school gaan van de kinderen o Fase 3: Voortzetten van het initiatief. In de eerste fase ontstaat het idee om door middel van een ouderinitiatief een school in de buurt gemengd te maken. Zoals gezegd zijn er verschillende manieren hoe een ouderinitiatief kan worden opgezet. Dit bepaalt ook mede hoe de eerste fase er uit ziet. Vervolgens gaan de initiatiefouders meer ouders betrekken bij het ouderinitiatief. Het werven van deze ouders kan om twee verschillende redenen gebeuren. In sommige gevallen is het voor het ouderinitiatief nodig om ouders te werven die mee helpen om het ouderinitiatief verder op te zetten. Bij veel ouderinitiatieven is er een dergelijke 24

25 groep van initiatiefouders. Zij zijn de organisatoren van het ouderinitiatief. Daarnaast is het meestal nodig om meer hoogopgeleide/autochtone ouders te werven die hun kind ook op de school willen inschrijven, zodat er voldoende kinderen zijn om een gemengde klas te beginnen. Dit worden de nieuwe ouders genoemd. Het werven van ouders kan op verschillende manieren gebeuren, bijvoorbeeld door bekendheid te geven aan het ouderinitiatief en de school en door persoonlijk bij andere ouders te lobbyen. Hierbij benaderen de ouders van het ouderinitiatief andere ouders om hen te interesseren voor de school en het ouderinitiatief. Daarnaast wordt er contact gelegd tussen de ouders en de school. Daarbij moet onder andere met de school besproken worden hoe het met de kinderen op de school zal gaan en wat de rol van de school is bij het werven van nieuwe ouders. De ouders die het actiefst zijn binnen het ouderinitiatief zijn de centrale ouders. In de tweede fase gaan de kinderen van het ouderinitiatief naar school. Daardoor komen de nieuwe ouders en kinderen in contact met de docenten, de kinderen die al op de school zitten en de reeds aanwezige ouders. Er kan tussen deze partijen ook al op een eerder moment contact zijn, maar wanneer de kinderen naar school gaan nemen die contacten waarschijnlijk toe. In de derde fase kijken ouders en de school wat er nodig is om nieuwe ouders aan te blijven trekken, zodat de hele school gemengd kan worden en niet slechts een leerjaar. Hierbij kunnen dezelfde strategieën gebruikt worden als in fase1. Daarnaast is het mogelijk om nieuwe ouders aan te trekken door het imago van de school te verbeteren. 2.5 Betrokken partijen Uit de beschrijving blijkt al dat er een aantal partijen betrokken zijn bij het opzetten van een ouderinitiatief. Op de school zijn dat de initiatiefouders, de nieuwe ouders, de school en de reeds aanwezige ouders. Daarnaast zijn er nog een aantal andere partijen die een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van het ouderinitiatief: de gemeente, het bestuur van de school en de media. Ook het contact met ouders van een ander ouderinitiatief kan van belang zijn. De verschillende deelnemers hebben verschillende belangen bij het ouderinitiatief. Hieronder wordt van een aantal belangrijke spelers besproken welke rol en welk belang zij kunnen hebben bij een ouderinitiatief. 25

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

CONVENANT KLEURRIJKE BASISSCHOLEN. Convenant tussen schoolbesturen, stadsdelen en Centrale stad om segregatie in het primair onderwijs tegen te gaan

CONVENANT KLEURRIJKE BASISSCHOLEN. Convenant tussen schoolbesturen, stadsdelen en Centrale stad om segregatie in het primair onderwijs tegen te gaan CONVENANT KLEURRIJKE BASISSCHOLEN Convenant tussen schoolbesturen, stadsdelen en Centrale stad om segregatie in het primair onderwijs tegen te gaan Préambule De stad Amsterdam kent een grote diversiteit.

Nadere informatie

Bevorderen van integratie op de politieke agenda

Bevorderen van integratie op de politieke agenda Bevorderen van integratie op de politieke agenda Door Hans Teegelbeckers, VOS/ABB Sinds de jaren 80 wordt een maatschappelijke discussie gevoerd over etnische segregatie in het Nederlands onderwijs, de

Nadere informatie

Fact sheet. dat de segregatie in het voortgezet onderwijs

Fact sheet. dat de segregatie in het voortgezet onderwijs Fact sheet nummer 4 juni 2010 Segregatie in het voortgezet onderwijs In Amsterdam worden de zwarte middelbare scholen steeds zwarter en de witte steeds witter. Hoe komt dat? Niet alleen doordat allochtone

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

volledige kaart voor Wat zijn voor verschillende belanghebbenden voor en tegen het mengen van leerlingen in het basisonderwijs?

volledige kaart voor Wat zijn voor verschillende belanghebbenden voor en tegen het mengen van leerlingen in het basisonderwijs? Wat zijn verschillende belanghebbenden argumenten en tegen het mengen van leerlingen in het basisonderwijs? Mengen vergroot de ontwikkelingskansen van leerlingen Zwakkere leerlingen kunnen zich optrekken

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo 2011 - I

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo 2011 - I Opgave 1 Onderwijsvrijheid en onderwijskansen Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met 5 uit het bronnenboekje. Inleiding Al sinds de jaren tachtig staat het vraagstuk van zwarte en witte scholen

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

Segregatie in het basisonderwijs in Amsterdam

Segregatie in het basisonderwijs in Amsterdam Segregatie in het basisonderwijs in Amsterdam Project: 706 In opdracht van: Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Drs. Jolijn Broekhuizen Drs. Marcel Jansen Drs. Jeroen Slot Weesperstraat 79 Postbus 658

Nadere informatie

Spreiding van allochtone leerlingen in het basisonderwijs te Maassluis April 2003

Spreiding van allochtone leerlingen in het basisonderwijs te Maassluis April 2003 Spreiding van allochtone leerlingen in het basisonderwijs te Maassluis April 2003 Aanleiding In november 2001 nam de gemeenteraad van Maassluis een motie aan om draagvlak te bevorderen voor het realiseren

Nadere informatie

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Wat houdt onderwijssegregatie juist in?

Nieuwsbrief. Wat houdt onderwijssegregatie juist in? De discussie over etnische segregatie in het onderwijs, zeg maar over zwarte en witte scholen, is onlangs weer opgeflakkerd in de media. Stemmen gaan op dat het inschrijvingsbeleid in het kader van het

Nadere informatie

SAMEN STERKER LEERLINGENSTROMEN IN BANEN LEIDEN

SAMEN STERKER LEERLINGENSTROMEN IN BANEN LEIDEN SAMEN STERKER LEERLINGENSTROMEN IN BANEN LEIDEN INHOUDSOPGAVE INLEIDING 3 AANLEIDING 5 PROBLEEMSTELLING 6 OPLOSSING NODIG? 8 MOGELIJKE OPLOSSINGEN 9 a. voorlichting 9 b. ouderinitiatieven 9 c. gemeentelijk

Nadere informatie

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL Meting maart 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID

Nadere informatie

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) De verschillende betekenissen van ongehuwd samenwonen in Europa: Een studie naar verschillen tussen samenwoners in hun opvattingen, plannen en gedrag. In de

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Regeldruk van leraren in het basisonderwijs: Aspecten, Oorzaken en Oplossingen

Samenvatting onderzoek Regeldruk van leraren in het basisonderwijs: Aspecten, Oorzaken en Oplossingen Samenvatting onderzoek Regeldruk van leraren in het basisonderwijs: Aspecten, Oorzaken en Oplossingen In opdracht van CNV Onderwijs verrichtte Ilona Klerks in het kader van haar studie bestuurs- en organisatiewetenschap

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

Raadsstuk. 112/ juni 2009 STZ/JOS 09/109260

Raadsstuk. 112/ juni 2009 STZ/JOS 09/109260 Raadsstuk Raadsstuk B&W datum Sector/Afd Reg.nr(s) Onderwerp 112/2009 8 juni 2009 STZ/JOS 09/109260 Beantwoording vragen van de heer C.J. Pen en mevrouw M.J.M.. Keesstra Inzake witte en zwarte scholen

Nadere informatie

Sociaal kapitaal: slagboom of hefboom? Samenvatting. Wil van Esch, Régina Petit, Jan Neuvel en Sjoerd Karsten

Sociaal kapitaal: slagboom of hefboom? Samenvatting. Wil van Esch, Régina Petit, Jan Neuvel en Sjoerd Karsten Sociaal kapitaal: slagboom of hefboom? Samenvatting Wil van Esch, Régina Petit, Jan Neuvel en Sjoerd Karsten Colofon Titel Auteurs Tekstbewerking Uitgave Ontwerp Vormgeving Bestellen Sociaal kapitaal in

Nadere informatie

Segregatie in het onderwijs. Visie van de DWARS onderwijscommissie

Segregatie in het onderwijs. Visie van de DWARS onderwijscommissie Segregatie in het onderwijs Visie van de DWARS onderwijscommissie Utrecht, 15 maart 2011 1 Inhoudsopgave Inleiding...3 1. Achtergrond...4 1.1 Segregatie...4 1.2 Desegregatie...6 2. Oplossingen...7 2.1

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

Meta-analyse van afstudeeronderzoeken naar onderwijssegregatie. Paco Lucassen. Landelijk Kenniscentrum Gemengde Scholen

Meta-analyse van afstudeeronderzoeken naar onderwijssegregatie. Paco Lucassen. Landelijk Kenniscentrum Gemengde Scholen Meta-analyse van afstudeeronderzoeken naar onderwijssegregatie Paco Lucassen Landelijk Kenniscentrum Gemengde Scholen Inhoud 2 Inhoud 1. Beschrijvende analyse afstudeeronderzoeken 3 Onderwijssegregatie

Nadere informatie

Demografische gegevens ouderen

Demografische gegevens ouderen In dit hoofdstuk worden de demografische gegevens van de doelgroep ouderen beschreven. We spreken hier van ouderen indien personen 55 jaar of ouder zijn. Dit omdat gezondheidsproblemen met name vanaf die

Nadere informatie

Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010

Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010 Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010 Segregatie in het Amersfoorts basisonderwijs Gemeente Amersfoort Sector Dienstverlening, Informatie en Advies (DIA) Afdeling Onderzoek en Statistiek Marc van

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Cultuurparticipatie in Dordrecht.

Cultuurparticipatie in Dordrecht. Cultuurparticipatie in Dordrecht. Bas Hoeing CMV 2 09018387 Inhoudsopgave: Aanleiding Blz. 3 Het probleem Blz. 3 De opdrachtgever Blz. 3 Vraagstelling Blz. 4 Deelvragen Blz. 4 Aanpak Blz. 4 Definities

Nadere informatie

WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER?

WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER? WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER? Amsterdam, november 2011 Auteur: Dr. Christine L. Carabain NCDO Telefoon (020) 5688 8764 Fax (020) 568 8787 E-mail: c.carabain@ncdo.nl 1 2 INHOUDSOPGAVE Samenvatting

Nadere informatie

ONDERZOEK. Heterogene en homogene klassen 3 H/V

ONDERZOEK. Heterogene en homogene klassen 3 H/V ONDERZOEK Heterogene en homogene klassen 3 H/V In opdracht van: Montessori Lyceum Amsterdam Joram Levison Jeroen Röttgering Lisanne Steemers Wendelin van Overmeir Esther Lap Inhoudsopgave Inhoudsopgave

Nadere informatie

Rapport Onderzoek Schoolkeuze Dapperbuurt Fieldlab Oost. Amsterdams Kenniscentrum voor Maatschappelijke Innovatie (AKMI)

Rapport Onderzoek Schoolkeuze Dapperbuurt Fieldlab Oost. Amsterdams Kenniscentrum voor Maatschappelijke Innovatie (AKMI) Rapport Onderzoek Schoolkeuze Dapperbuurt Fieldlab Oost Amsterdams Kenniscentrum voor Maatschappelijke Innovatie (AKMI) Mei 2017 Tessa van Ham Pieter van Vliet Inleiding Het Fieldlab Oost is een samenwerking

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners? Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

TEGENGAAN SEGREGATIE IN HET BASISONDERWIJS: MONITORING VAN DE OCW-PILOTS

TEGENGAAN SEGREGATIE IN HET BASISONDERWIJS: MONITORING VAN DE OCW-PILOTS TEGENGAAN SEGREGATIE IN HET BASISONDERWIJS: MONITORING VAN DE OCW-PILOTS TEGENGAAN SEGREGATIE IN HET BASISONDERWIJS: MONITORING VAN DE OCW-PILOTS - Eindrapport tussenmeting 2010 - Drs. M. Brink Dr. M.

Nadere informatie

Het Nederlandse onderwijsachterstandenbeleid: bewezen effectief?

Het Nederlandse onderwijsachterstandenbeleid: bewezen effectief? Het Nederlandse onderwijsachterstandenbeleid: bewezen effectief? dr. Geert Driessen ITS Radboud Universiteit Nijmegen g.driessen@its.ru.nl www.geertdriessen.nl Achterstandenbeleid Algemene doel Bestrijden

Nadere informatie

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland Willem Huijnk Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlagen hoofdstuk 2... 2 Bijlagen hoofdstuk 3... 3 Bijlagen hoofdstuk 4...

Nadere informatie

Samen aan de basis. Fenna Vergeer Muriël Bosman Harun Gü ven. Uitkomsten van de enquête over zwarte en witte scholen

Samen aan de basis. Fenna Vergeer Muriël Bosman Harun Gü ven. Uitkomsten van de enquête over zwarte en witte scholen Samen aan de basis Fenna Vergeer Muriël Bosman Harun Gü ven Uitkomsten van de enquête over zwarte en witte scholen 1 Samen aan de basis Uitkomsten van de enquête over zwarte en witte scholen Fenna Vergeer

Nadere informatie

17 juni 2011. Introductie internationaal onderzoek naar tolerantie

17 juni 2011. Introductie internationaal onderzoek naar tolerantie Symposium Verschil moet er zijn? 17 juni 2011 Introductie internationaal onderzoek naar tolerantie Programma 13.30 Introductie en welkom door dr. Inge Versteegt, mede namens prof. Dr. Veit Bader en dr.

Nadere informatie

Datum 9 november 2009 Betreft Kamervragen van de leden Karabulut en Jasper van Dijk over het invoeren van islamlessen op openbare scholen

Datum 9 november 2009 Betreft Kamervragen van de leden Karabulut en Jasper van Dijk over het invoeren van islamlessen op openbare scholen a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.minocw.nl

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Wet van 9 december 2005, houdende opneming in de Wet op het

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

FORUM Factsheet. Basisscholen en hun buurt: ontwikkeling van afspiegeling en segregatie

FORUM Factsheet. Basisscholen en hun buurt: ontwikkeling van afspiegeling en segregatie FORUM Factsheet Basisscholen en hun buurt: ontwikkeling van afspiegeling en segregatie April 2014 1 FORUM Factsheet Basisscholen en hun buurt: ontwikkeling van afspiegeling en segregatie Inleiding Segregatie

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Opleidingsniveau stijgt

Opleidingsniveau stijgt Opleidingsniveau stijgt Grote doorstroom naar hogere niveaus Meer leerlingen vanuit vmbo naar havo Grote groep mbo ers naar het hbo 10 Jongens groeien gedurende hun onderwijsloopbaan Jongens na een diploma

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. 13 mei tegengaan segregatie in het basisonderwijs

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. 13 mei tegengaan segregatie in het basisonderwijs De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag 13 mei 2008 Kenmerk: PO/ZO 10911 Uw brief van Onderwerp tegengaan segregatie in het basisonderwijs Tijdens

Nadere informatie

2. De niet-westerse derde generatie

2. De niet-westerse derde generatie 2. De niet-westerse derde generatie Op 1 januari 23 woonden in Nederland tussen de 34 duizend en 36 duizend personen met ten minste één grootouder die in een niet-westers land is geboren. Dit is ruim eenderde

Nadere informatie

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, Fact sheet nummer 1 maart 2004 Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, 1994-2003 Waar in Amsterdam wonen allochtone jongeren en ouderen? Allochtonen wonen vaker dan autochtonen in gezinsverband

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Leon Pouwels 11 juni 2014 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond - onderzoeksopzet Doelstelling Steekproef Methode De doelstelling van dit onderzoek is het verkrijgen

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Diversiteit in het po, vo en mbo

Diversiteit in het po, vo en mbo Diversiteit in het, en 1. Inleiding In het onderwijs wordt het belang van een divers samengesteld personeelsbestand onderkend. 1 Omdat de school een maatschappelijke instelling is, is het wenselijk dat

Nadere informatie

Onderwijssegregatie in Tilburg Noord

Onderwijssegregatie in Tilburg Noord Onderwijssegregatie in Tilburg Noord Een verkenning naar draagvlak bij actoren om onderwijssegregatie aan te pakken Sjoerd Schols Onderwijssegregatie in Tilburg Noord Een verkenning naar draagvlak bij

Nadere informatie

Gemengd leren. Etnische diversiteit en leerprestaties. Lex Herweijer m.m.v. Yoni van den Brink

Gemengd leren. Etnische diversiteit en leerprestaties. Lex Herweijer m.m.v. Yoni van den Brink Gemengd leren Gemengd leren Etnische diversiteit en leerprestaties Lex Herweijer m.m.v. Yoni van den Brink Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag, juni 2011 Het Sociaal en Cultureel Planbureau is ingesteld

Nadere informatie

Voorwoord. Uitkomsten enquête 19-06-2011

Voorwoord. Uitkomsten enquête 19-06-2011 Voorwoord In mijn scriptie De oorlog om ICT-talent heb ik onderzoek gedaan of Het Nieuwe Werken als (gedeeltelijke) oplossing kon dienen voor de aankomende vergrijzing. Hiervoor werd de volgende onderzoeksvraag

Nadere informatie

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo het beeld van het hbo als werkgever onder hoogopgeleide professionals Samenvatting imago-onderzoek

arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo het beeld van het hbo als werkgever onder hoogopgeleide professionals Samenvatting imago-onderzoek arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo het beeld van het hbo als werkgever onder hoogopgeleide professionals Samenvatting imago-onderzoek Zestor is opgericht door sociale partners in het hbo: onderzoeksvraag

Nadere informatie

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen

Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Analyse van de vooraanmeldingen voor de lerarenopleidingen Aanmelding voor opleidingen tot vo docent steeds vroeger, pabo trekt steeds minder late aanmelders juni 2009 Inleiding Om de (toekomstige) leraartekorten

Nadere informatie

Een praktijkreviewstudie naar het motiveren van leerlingen met verschillende prestatieniveaus en sociale en etnische achtergrond

Een praktijkreviewstudie naar het motiveren van leerlingen met verschillende prestatieniveaus en sociale en etnische achtergrond Een praktijkreviewstudie naar het motiveren van leerlingen met verschillende prestatieniveaus en sociale en etnische achtergrond Ineke van der Veen, Desirée Weijers, Liselotte Dikkers, Lisette Hornstra

Nadere informatie

Uitgeverij Van Praag Amsterdam

Uitgeverij Van Praag Amsterdam Uitgeverij Van Praag Amsterdam Inhoud 9 Het immigratietaboe 13 Het relativeringcircuit De toestand 27 Etniciteit is sticky 30 Drs. Hans Roodenburg Inkomensverschillen worden groter door immigratie 39 Het

Nadere informatie

Basisscholen in Oud-West

Basisscholen in Oud-West Basisscholen in Oud-West Van 21 februari tot en met 27 februari 2008 kon het bewonerspanel van Oud-West vragen beantwoorden over de samenstelling van de basisscholen in Oud-West. In totaal 346 van de 875

Nadere informatie

SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH)

SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) Sinds de jaren zestig is het aandeel migranten in de Nederlandse bevolking aanzienlijk gegroeid. Van de totaal 16,3 miljoen inwoners in

Nadere informatie

Opvoeden in andere culturen

Opvoeden in andere culturen Opvoeden in andere culturen Bevorderen en versterken: competenties vergroten Een betere leven DVD 1 Bevolkingsgroepen aantal Allochtoon3.287.706 Autochtoon13.198.081 Europese Unie (exclusief autochtoon)877.552

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Jaarrapport integratie 27 Jaco Dagevos en Mérove Gijsberts Sociaal en Cultureel Planbureau, november 27 Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Mérove Gijsberts en Miranda Vervoort B11.1 Aandeel

Nadere informatie

Segregatie in het onderwijs Factsheet

Segregatie in het onderwijs Factsheet Segregatie in het onderwijs Factsheet Al in de jaren 80 werd een maatschappelijke discussie gevoerd over etnische segregatie in het Nederlands onderwijs, de zogenaamde zwarte-scholenproblematiek. Sindsdien

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond Onder- en overadvisering in beeld 6/7-8/9 Gemeente Helmond November 9 Mevrouw drs. Marian Calis OCGH Advies Samenvatting Een goede aansluiting tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is in

Nadere informatie

Gemeente Boxmeer. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 28 oktober 2008

Gemeente Boxmeer. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 28 oktober 2008 Gemeente Boxmeer Onderwerp: Het nieuwe integratiebeleid van de gemeente Boxmeer, zoals is beschreven in de 'Integratienota gemeente Boxmeer'. Inclusief de reacties naar aanleiding van het inspraaktraject.

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Vara - Kassa 3 Resultaten Aflevering 6 winkelpersoneel 1 12 juni 2007

Vara - Kassa 3 Resultaten Aflevering 6 winkelpersoneel 1 12 juni 2007 Vara - Kassa 3 Resultaten Aflevering 6 winkelpersoneel 1 12 juni 2007 1 onderzoeksgegevens mogen alleen gebruikt worden onder vermelding van YoungVotes en de VARA Factsheet Jongeren en de Kwaliteit van

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

Toegankelijkheid hoger onderwijs en de rol van studiefinanciering

Toegankelijkheid hoger onderwijs en de rol van studiefinanciering Toegankelijkheid hoger onderwijs en de rol van studiefinanciering Achtergrondnotitie van de HBO-raad n.a.v. ideeën over een leenstelsel Den Haag, 3 september 2012 Inleiding In het recente debat over mogelijk

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2006 - I

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2006 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. DE MULTICULTURELE SAMENLEVING 1p 1 Het aantal asielaanvragen is sinds 2000 gedaald. Waardoor is het aantal asielzoekers in Nederland

Nadere informatie

Workshop 3 e nationaal congres Opvoedingsondersteuning. Opvoedingsondersteuning. Kenniswerkplaats Tienplus

Workshop 3 e nationaal congres Opvoedingsondersteuning. Opvoedingsondersteuning. Kenniswerkplaats Tienplus Kenniswerkplaats Tienplus Laagdrempelige ondersteuning aan ouders met tieners in Amsterdam Pauline Naber, Hogeschool INHolland Marjan de Gruijter, Verwey-Jonker Instituut http://www.kenniswerkplaats-tienplus.nl/

Nadere informatie

ENQUÊTE: toetsing op maat

ENQUÊTE: toetsing op maat ENQUÊTE: toetsing op maat Bezoekers van de website van de PO-Raad konden hun mening geven over toetsing op maat. Tussen 22 januari en 6 februari 2013 hebben 201 mensen de enquête volledig ingevuld. De

Nadere informatie

Schoolkeuzemotieven. ouders. Een literatuurstudie. Onderzoek en Business Intelligence. Inleiding Hoofdstuk 1

Schoolkeuzemotieven. ouders. Een literatuurstudie. Onderzoek en Business Intelligence. Inleiding Hoofdstuk 1 Schoolkeuzemotieven van ouders Een literatuurstudie Onderzoek en Business Intelligence Inleiding Hoofdstuk 1 1 2 Inleiding - Hoofdstuk 1 Inhoudsopgave Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Vrijheid van onderwijs

Vrijheid van onderwijs Vrijheid van onderwijs Ledenpeiling van 9 t/m 27 februari 2012 Aanleiding In maart 2012 geeft de Onderwijsraad een advies over de vrijheid van onderwijs dat mogelijk zal leiden tot wijzigingen in het onderwijsbestel.

Nadere informatie

Stella N. Verbrugge Studentnummer: Februari e begeleider: mw. dr. A. J. de Regt 2 e begeleider: dr. B. Paulle

Stella N. Verbrugge Studentnummer: Februari e begeleider: mw. dr. A. J. de Regt 2 e begeleider: dr. B. Paulle Masterscriptie Sociologie Opleiding Sociologie, afstudeerrichting Cultuursociologie Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Stella N. Verbrugge Studentnummer: 0426067

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie?

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie? Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie? In deze factsheet staat de binding met de provincie Groningen centraal. Het gaat dan om de persoonlijke gevoelens die Groningers hebben

Nadere informatie

December 2014 Betalen aan de kassa 2013

December 2014 Betalen aan de kassa 2013 December 2014 Betalen aan de kassa 2013 Betalen aan de kassa 2013 Betalen aan de kassa 2013 Uitkomsten DNB/Betaalvereniging Nederland onderzoek naar het gebruik van contant geld en de pinpas in Nederland

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2005 - II

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2005 - II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. DE MULTICULTURELE SAMENLEVING tekst 1 Het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) werd opgeheven op 26 juli 1950. In maart en

Nadere informatie

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet Opvattingen over de figuur Zwarte Piet Een opinieonderzoek onder het Nederlandse publiek, met uitsplitsingen naar autochtone Nederlanders en Surinaamse- en Antilliaanse-Nederlanders meting 4 November 2017

Nadere informatie

Werken met (etnisch) gemengde groepen: een wereld te winnen

Werken met (etnisch) gemengde groepen: een wereld te winnen Werken met (etnisch) gemengde groepen: een wereld te winnen 07.02.2012 1 Tobias Stark Rijksuniversiteit Groningen Vakgroep Sociologie Kerndoel 2 van de Verlengde Schooldag Sociale competenties ontwikkelen

Nadere informatie

Meer of minder uren werken

Meer of minder uren werken Meer of minder uren werken Jannes de Vries Een op de zes mensen die minstens twaalf uur per week werken (de werkzame beroeps bevolking) wil meer of juist minder uur werken. Van hen heeft minder dan de

Nadere informatie

Als het economisch tegenzit, worden zij hard getroffen. Ze zitten vaker dan gemiddeld in de bijstand.

Als het economisch tegenzit, worden zij hard getroffen. Ze zitten vaker dan gemiddeld in de bijstand. 1 Dank voor dit rapport. Mooi dat het Sociaal en Cultureel Planbureau dit jaar dieper ingaat op één onderwerp dat de aandacht verdient: de arbeidsmarktpositie van migrantengroepen. Als het economisch tegenzit,

Nadere informatie

STAND VAN EDUCATIEF NEDERLAND

STAND VAN EDUCATIEF NEDERLAND STAND VAN EDUCATIEF NEDERLAND Onderwijsraad TRNDR-resultaten Hilversum, 20 februari 2019 1 TRNDR-RESULTATEN (14-12-2018 T/M 15-02-2019) 2 1. TOP 10 TRENDS Onderwijsraad - TRNDR resultaten 3 TOP 10 TRENDS

Nadere informatie

Achtergronddocument berekening doelgroepleerlingen 2017/ 18

Achtergronddocument berekening doelgroepleerlingen 2017/ 18 Achtergronddocument berekening doelgroepleerlingen 2017/ 18 (OIS) brengt sinds 2017 het aantal doelgroepleerlingen per basisschool in beeld voor Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ), ter ondersteuning van het

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem

Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem Masterpiece Autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem Een beeld vormen en in kaart brengen van de autonomie bij de geriatrische zorgvrager na invoering van het Baxtersysteem

Nadere informatie