handleiding leerjaar 7 blok 5

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "handleiding leerjaar 7 blok 5"

Transcriptie

1 handleiding leerjaar 7 blok 5 Auteurs: Els van den Bosch-Ploegh Brugt Krol Jeannette Nijs-van Noort Ad Plomp Wim Sweers Anne Coos Vuurmans Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Inhoudelijke redactie: Broodtekst redactie, Utrecht/Marieke van Osch Wies Gloudemans, Uithoorn Redactie: Fundamentaal, Culemborg Ontwerp: Criterium, Arnhem Opmaak: Grafi Data, Deventer ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger Beroepsonderwijs Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en een overzicht van onze leermiddelen: of via onze klantenservice (088) Deze uitgave is voorzien van het FSC-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw voor het gebruikte papier op een verantwoorde manier heeft plaatsgevonden. ISBN Tweede druk, eerste oplage, 200 De 2e editie van Alles telt is een volledige herziening van de e editie ThiemeMeulenhoff, Amersfoort De e editie van Alles telt is gebaseerd op Das Zahlenbuch Ernst Klett Verlag GmbH, Stuttgart, Federal Republic of Germany Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 6 Auteurswet j het Besluit van 23 augustus 985, Stbl., dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 230 KB Hoofddorp ( Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 6 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, fi lm en het maken van kopieën in het onderwijs zie nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

2 2 blok 4 overzicht van de leerdoelen Leerlijn Basisvaardigheden vermenigvuldigen Basisvaardigheden delen Cijferend vermenigvuldigen Cijferend delen. Breuken Procenten Kommagetallen Verhoudingen Rekenmachine Leerdoelen De leerlingen hebben geleerd splitsend te vermenigvuldigen. Ook kunnen zij vermenigvuldigen met 0 en 00. De leerlingen kennen de deeltafels. Zij kunnen delen met rest. De leerlingen leren het vermenigvuldigen onder elkaar met grotere getallen te verkorten. Ook leren zij op die manier geldbedragen te vermenigvuldigen. De leerlingen leren vermenigvuldigen onder elkaar zonder gebruik te maken van hulpsommen. Zij kunnen ook vermenigvuldigingen halen uit contexten. De leerlingen leren cijferend delen in een context waarbij de rest een betekenis heeft. Zij leren de antwoorden van te voren inschatten. De leerlingen leren het cijferend delen iets te verkorten. Zij leren delen met rest. De leerlingen kunnen procenten, breuken en verhoudingen vergelijken. Zij hebben geleerd breuken te vermenigvuldigen met een geheel getal. Ook kunnen de leerlingen gemengde getallen vermenigvuldigen. De leerlingen kunnen procenten en breuken vergelijken. Ook kunnen zij gemengde getallen vermenigvuldigen. De leerlingen kunnen procenten, breuken en verhoudingen vergelijken. De leerlingen kunnen procenten en breuken vergelijken. Ook kunnen zij procentgegevens inkleuren in rechthoeken. De leerlingen hebben geleerd kommagetallen te vermenigvuldigen. De leerlingen kunnen procenten, breuken en verhoudingen vergelijken. Zij kunnen mbv schaduwlengtes de hoogte van bomen en lantaarnpalen berekenen. De leerlingen kunnen mbv schaduwlengtes de hoogte van bomen en lantaarnpalen berekenen. De leerlingen hebben geleerd op de rekenmachine: rekenen met geldbedragen herhaald optellen getallen verdubbelen kommagetallen optellen en aftrekken de komma neer zetten op de goede plek delen en vermenigvuldigen met afronden De leerlingen hebben geleerd op de rekenmachine: rekenen met geldbedragen diverse bewerkingen uitvoeren soms met afronden herhaald optellen

3 Alles telt Handleiding 7 3 Leerlijn Lengte en omtrek Oppervlakte Inhoud/volume Gewicht Meetkunde Geld Tabellen en grafieken Leerdoelen De leerlingen kunnen de omtrek en oppervlakte van regelmatige fi guren berekenen. Ook hebben zij geleerd cm te splitsen in m en cm. De leerlingen kunnen oppervlakte berekenen van gebieden op de landkaart met gebruik van schaal. Zij kunnen oppervlakte van regelmatige fi guren berekenen met gebruik van schaal. Ook hebben zij geleerd plattegronden op schaal te tekenen. De leerlingen hebben geleerd verschillende terrassen met dezelfde oppervlakte te tekenen. Zij kunnen ook de omtrek en oppervlakte van regelmatige fi guren berekenen, ook in een context De leerlingen kunnen de inhoud berekenen in cm3 en het verband leggen met ml. Zij kunnen de inhoudsmaten herleiden. Zij kunnen de inhoud van dozen berekenen op basis van de maten en omgekeerd. Ook kunnen de leeringen inhoud aangeven op een maatbeker. De leerlingen kunnen de juiste inhoudsmaat kiezen en inhoudsmaten herleiden. Zij kunnen de inhoud van dozen in blokjes van cm3 berekenen. De leerlingen weten de waarde van de cijfers in gewichten. Ook kunnen zij kg omrekenen in g en omgekeerd en beide maateenheden vergelijken. De leerlingen kunnen kg omrekenen in g en omgekeerd. De leerlingen hebben geleerd het standpunt te bepalen bij een gegeven schaduw. Zij kunnen schaduwlengtes koppelen aan dagmomenten. Zij kunnen mbv schaduwlengtes de hoogte van bomen en lantaarnpalen berekenen. Ook kunnen de leerlingen schaduwlengte bepalen en tekenen. De leerlingen kunnen mbv schaduwlengtes de hoogte van bomen en lantaarnpalen berekenen. Zij kunnen schaduwlengte bepalen en tekenen. De leerlingen weten hoe ze prijzen moeten berekenen. Ook kunnen zij geldbedragen verdubbelen en halveren. De leerlingen kunnen korting berekenen. Zij weten hoe ze prijzen moeten berekenen. Zij hebben geleerd getallen op prijsetiketten te interpreteren. Ook kunnen zij prijzen en aantallen verwerken in tabellen. De leerlingen kunnen staafgrafi eken en cirkeldiagrammen aflezen en interpreteren. Zij kunnen een staafgrafi ek tekenen aan de hand van gegevens uit een tabel. Ook hebben zij geleerd een cirkeldiagram te vertalen naar breuken, uren en procenten. De leerlingen kunnen staafgrafi eken aflezen en interpreteren. Zij kunnen percentages inkleuren in een cirkeldiagram. Ook kunnen zij een cirkeldiagram tekenen met procentgegevens.

4 4 blok 5 les en 2 Leerlijn Cijferend vermenigvuldigen Hoofdrekenen en schattend rekenen Maak een keuze uit deze opdrachten. Reken 5 tot 0 minuten. Leerdoelen Nieuwe stof Verkorting cijferend vermenigvuldigen met grotere getallen Cijferend vermenigvuldigen met geld Oefenen Verdubbelen en halveren met geldbedragen Tekenen van lengtes op schaal Breuken vereenvoudigen Getallenmuurtjes Nieuwe stof Cijferend vermenigvuldigen zonder hulpsommen Cijferend vermenigvuldigen vanuit contexten Splitsend vermenigvuldigen Vermenigvuldigen met 0 en 00 Oefenen Buurgetallen Omrekenen van g in kg en van kg in ton Gewicht van voorwerpen inschatten Percentages in oppervlakten kleuren Percentages uitrekenen Materiaal Leerlingenboek 7b blz. 44 en 45 Werkschrift 7 blz blok 5+6 blz. 2 en 3 Plusschrift 7 blok 5 Kopieerblad 7.35 Kwismeester 7b blok 5 Oefensoftware Waar of niet waar? Laat de leerlingen hun antwoorden toelichten is kleiner dan (waar) is deelbaar door 2 (waar) 20 is deelbaar door 2, 3, 5 en 7 (waar) 29 is deelbaar door 9 (niet waar) 26 4 is minder dan 24 6 (waar) is groter dan (waar) 2 Tafelsommen Laat de leerlingen uit het hoofd de tafels van 3, 4, 5 en 6 opschrijven (tot en met 0). Vraag de leerlingen hoeveel kwadraten er bij de uitkomsten voorkomen (één: 9 6 = 44). Welke uitkomsten kenden ze al echt uit het hoofd? Vraag de leerlingen ook of er gelijke antwoorden zijn (ja, 7 4 en 6 6 = 2). Zien de leerlingen ook het verband met de tafels van 3, 4, 5 en 6? 3 Breuken Zet de breuken van klein naar groot.,,,, , 2, 5, 8, (,,,, ) (, 3, 2, 5, 8 ) , 9, 2, 7, 6, 4, 5, 7, (, 2, 6, 7, 9 ) ( 4,, 2, 7, 5 ) Handig rekenen Wordt er gebruikgemaakt van de vorige som of andere handige manieren? 2 23 = ( 46) 7 4 = ( 287) 2 23 = ( 276) 7 4 = ( 697) = ( 506) 37 4 = ( 57) = (02) = (3 940) 6 8 = ( 08) 4 26 = (04 ) 6 80 = ( 080) 26 4 = (04 ) = ( 0 800) 2,6 4 = ( 0,4 ) = (08 000) 2,6 0,4 = (,04) Bij deze laatste sommen ter controle de rekenmachine laten gebruiken. 2 Breuken van 2 = ( 3) van 33 = () van 00 = (20) van 50 = (25) van 30 = (5) van 75 = (5) van 2 = ( 7) van 36 = ( 9) van 48 = (2)

5 Alles telt Handleiding 7 5 Waar gaat deze les over? In deze les leren de leerlingen grotere getallen onder elkaar te vermenigvuldigen op de kortste manier. Een contextopgave over woningbouw is de aanleiding voor zo n grotere vermenigvuldiging. De lange en de kortste manier om deze vermenigvuldiging uit te voeren, staan naast elkaar. De leerlingen kunnen deze met elkaar vergelijken en zo het cijferend vermenigvuldigen gaan verkorten. Taal en rekenen Taaltip Leerlingenboek les opgave 4 gaat over het verkopen van bloemen. Bespreek de begrippen bos, tuiltje, tros, krans, boeket, pot, corsage en bloemstuk. Laat de leerlingen daarna de volgende bloemen tekenen en er een kleurige poster van maken: een bos rode rozen; een tuiltje lelietjes-van-dalen; een tros gele rozen; een krans bloemen; een boeket bloemen; een pot geraniums; een corsage; een bloemstuk. Rekenwoorden Vermenigvuldigen Kwartaal Lastige woorden Opleveren (Huur)woningen Bezorgen Zomerkamp Waddeneiland

6 6 Blok 5 Les en 2 Lesverloop van les C C2 C3 C4 Huizen bouwen. Cijferend vermenigvuldigen, tiental maal duizendtal Bespreek samen, zonder het aantal weken in een jaar te noemen, het stukje tekst over huizen opleveren. Laat de leerlingen daarna zelfstandig een schatting maken. Hieruit zal blijken of ze het aantal weken in een jaar weten. Vergelijk vervolgens samen de verschillende schattingen. (Bijvoorbeeld = ) Vraag een leerling het precieze antwoord uit te rekenen op de rekenmachine. (52 59 = ) Wie zat er het dichtste bij? Vermenigvuldigen. Cijferend vermenigvuldigen, tiental maal honderdtal Zet de som met de eerste manier op het bord en geef de leerlingen kopieerblad Ga alle producten een voor een na en laat die verwoorden en invullen. Vertel dat net als in blok 4 deze vermenigvuldiging flink verkort kan worden. Zet vervolgens de tweede som op het bord. Reken deze som als volgt uit: 2 6 = 2. Zet 2 op de juiste plaats en de boven de 4. Waarom? ( tiental onthouden.) Vervolg met 2 4 tientallen is 8 plus is 9. Zet 9 op de juiste plaats. Ten slotte 2 5 honderdtallen is 0. Zet de 0 op de juiste plaats. Wijs erop dat 092 hetzelfde is als bij de eerste som. Vraag wat er eerst moet gebeuren om de 50 te kunnen vermenigvuldigen. (0 neerzetten omdat er een tienvoud hoger wordt gewerkt.) Zet de 0 onder de 2. Ga verder met 5 6 = 30, 0 opschrijven, 3 onthouden, 5 4 = 20, = 23, 3 opschrijven, 2 onthouden en 5 5 = 25, = 27. Vraag hoe het getal is opgebouwd. ( ). Tel beide antwoorden bij elkaar op. Vermenigvuldigen. Cijferend vermenigvuldigen, tiental maal honderdtal Laat de leerlingen zelfstandig deze vier sommen maken op kopieerblad De eerste som is een aanloopje met een eenheid maal honderdtal. Bespreek samen de gemaakte sommen op het bord. Laat de leerlingen steeds verwoorden hoe ze hebben gerekend. Hoeveel euro heeft de bloemenwinkel verdiend? Laat de leerlingen eerst de uitkomsten schatten en opschrijven. Wat was de schatting van 26 bossen rozen (25 5 = 25) en 8 geraniums (8 2 = 36)? Vraag vervolgens de sommen onder elkaar precies uit te rekenen. Laat de komma s even weghalen en dus de bedragen als centen opschrijven. Bespreek de gemaakte sommen en vraag of de eerdere schattingen klopten.

7 Alles telt Handleiding 7 7 Aandachtspunten bij les 2 (zelfstandig werken) leerlingenboek blz. 45 Stimuleer de leerlingen omhet antwoord eerst te schatten. 2 Controleer of de bijbehorende vermenigvuldigingen gevonden worden. 3 Wijs op het handig uitrekenen van de verdubbeling (2 5,00 2 0,05). 4-5 Stimuleer dit geheel uit het hoofd uit te rekenen. werkschrift blz. 42 Met hulpsommen rekenen mag als de leerlingen dit willen. Laat de uitkomst van tevoren schatten. 2 Bij alle drie een andere schaal. Laat de nieuwe lengte met een breuk berekenen. 3 Laat de leerlingen eerst de grootte van de sprong bepalen. 4 Wijs op het aftrekken bij het laatste getallenmuurtje. maatschrift blz. 2 en 3 Geen nieuwe stap bij het cijferend vermenigvuldigen. Eventueel kopieerblad 7.39 laten gebruiken als het niet zonder hulpsommen lukt. 2 Bij som b eerst met centen rekenen. Hier eventueel ook het kopieerblad gebruiken. 3 Oefen even kort de basale vaardigheden. Kunnen de leerlingen de getallen splitsen en bij d met de nullen rekenen? 4 Laat de leerlingen controleren of het aantal nullen klopt. 5 Bij problemen kan een getallenlijn helpen. 6 Vertel dat bij c en d de antwoorden van het laatste rijtje (dus na 'of') kommagetallen zijn. 7 Laat de leerlingen de antwoorden met elkaar vergelijken en bespreken. 8 De verdeling kan op verschillende manieren worden aangebracht. 9 Laat van de procenten breuken maken; 20% = deel. 5 Afronding Bekijk bij werkschrift opgave of er nog leerlingen zijn die hulpsommen nodig hebben. Bespreek nog een som en laat zien hoe het korter kan. Ga ook na hoe de leerlingen opgave 2 hebben opgelost. Welke breuken hebben ze gevonden? Bekijk maatschrift opgave. Stimuleer de leerlingen om de vermenigvuldigingen direct uit te rekenen zonder hulpsommen, maar stel het niet verplicht. Laat wel zien hoe het sneller kan. Bespreek bij opgave 7 de gewichten. In de supermarkt wordt veel verkocht in verpakkingen van kg. Kaas en vleeswaren worden vaak per 00 gram verpakt. Bij 3,5 kg kan aan kleine huisdieren gedacht worden en bij een ton aan dieren als de bruine beer, ijsbeer en stier, maar bijvoorbeeld ook aan personenauto's. Observatie en extra hulp Het antwoord kunnen schatten is heel belangrijk. Dat moet eigenlijk moeiteloos worden gedaan. Doe met de leerlingen die dit nog moeilijk vinden de volgende oefeningen: = = = = 4200 Stap even uit de les Zuur Na zout (blok 4, les 3-4) en zoet (blok 4, les -2) komt nu het zuur. Laat de leerlingen een aantal dingen noemen die zij als zuur beschouwen. Waarschijnlijk zullen ze zuur smakende producten noemen zoals yoghurt, citroen en azijn. Maar er zijn ook veel producten die niet erg zuur smaken maar toch veel zuren bevatten, zoals allerlei vruchten(sappen) en frisdranken. Al deze producten bevatten zuren met een lage zuurgraad die niet gevaarlijk zijn voor ons lichaam (mits in kleine hoeveelheden). Heel sterke zuren zijn: zwavelzuur, salpeterzuur en zoutzuur. Deze zuren noemen we wel bijtende zuren en dat zegt wel iets over de gevolgen bij aanraking met de huid of, nog erger, de ogen. In veel stoffen zijn zuren aanwezig zoals: regen (30 minder zuur dan zure regen), bloed (0 minder zuur dan drinkwater), zeewater (20 minder zuur dan regenwater) en zeep (30 minder zuur dan regen). Ook zuiver water bevat altijd nog zuur (0 minder dan regen). Ook de grond kan verzuurd zijn. Dit kan worden gemeten met een lakmoespapiertje. Dit wordt rood bij veel zuur en blauw bij weinig zuur. Bij drinkwater zal het lakmoespapiertje wit blijven.

8 8 blok 5 les 3 en 4 Leerlijn Oppervlakte Verhoudingen Leerdoelen Nieuwe stof Oppervlakte berekenen van gebieden op de landkaart op schaal Oppervlakte berekenen van regelmatige fi guren op schaal Plattegronden tekenen op schaal Oefenen Percentages vergelijken met breuken Inhoudsmaten herleiden Breukentaal Getallenmuurtjes Nieuwe stof Verschillende terrassen tekenen met dezelfde oppervlakte Omtrek en oppervlakte van regelmatige fi guren berekenen Omtrek en oppervlakte in een context Cm splitsen in m en cm Oefenen Optellen en aftrekken met familiesommen Optellen met ronde getallen Tellen met sprongen van 500 Materiaal Leerlingenboek 7b blz. 46 en 47 Werkschrift 7 blz blok 5+6 blz. 4 en 5 Plusschrift 7 blok 5 Kwismeester 7b blok 5 Oefensoftware Hoofdrekenen en schattend rekenen Maak een keuze uit deze opdrachten. Reken 5 tot 0 minuten. Kubusgetallen Bereken de volgende kubusgetallen uit het hoofd. Reken handig. = ( ) = (25) = ( 52) = ( 8) = (26) = ( 729) = (27) = (343) = (000) = (64) Laat de cijfers van elk antwoord optellen. Tel, als er een getal van twee cijfers uitkomt, die cijfers dan weer op. Bijvoorbeeld bij 729 is de som van de cijfers 8 en de som daarvan is weer 9. Vraag de leerlingen of hun iets opvalt. Wat komt eruit als de cijfers van het antwoord van worden opgeteld? (9) En van 6 6 6? () 2 Rekenen bij de kassa Wat geef je terug (en met welke munten) van 2,65 als de klant betaalt met: 5 ( 2,35) 20 ( 7,35) 50 ( 37,35) 00 ( 87,35) En wat geef je terug van 26,75 als de klant betaalt met: 30 ( 3,25) 50 ( 23,25) 50,75 ( 24) 00,75 ( 74) 3 Maten omrekenen 2 km = (2000 ) m 300 dl = ( 30 ) l 45 dm = ( 4,5) m 4000 ml = ( 4 ) l 200 cm = ( 2 ) m 54 cl = ( 0,54) l 3400 mm = ( 3,4) m 0,8 dl = ( 0,8 ) l 3 cm 3 = ( 3 ) ml 00 m 2 = ( ) are 0,67 dm 3 = (670 ) ml 000 m 2 = (0) are 0,67 dm 3 = ( 0,67) l m 2 = ( ) ha 3000 cm 3 = ( 3 ) l m 2 = ( 4) ha Delen 400 : 8 = (50) 320 : 8 = (40) 408 : 8 = (5) 336 : 8 = (42) 300 : 6 = (50) 240 : 6 = (40) 306 : 6 = (5) 252 : 6 = (42) 450 : 9 = (50) 360 : 9 = (40) 459 : 9 = (5) 378 : 9 = (42) 350 : 7 = (50) 280 : 7 = (40) 357 : 7 = (5) 294 : 7 = (42) 2 Optellen = (84) = (23) = (8) = (5) = (84) = (23) = (8) = (5) = (84) = (23) = (8) = (5) = (84) = (23) = (8) = (5) Welke som was het gemakkelijkst en waarom?

9 Alles telt Handleiding 7 9 Waar gaat deze les over? In deze les gaat het over oppervlakte berekenen en werken met schaal. Van gebieden op een landkaart wordt de oppervlakte geschat. Van regelmatige fi guren wordt de oppervlakte berekend. De schaal geeft aan hoeveel kleiner een gebied of ruimte is ten opzichte van de werkelijkheid. Er wordt gerekend met verschillende oppervlaktematen, waaronder meter en are. Taal en rekenen Taaltip In blok 4 les 6 en 7 is een poster gemaakt met termen die met breuken hebben te maken. Is die poster nog bij de hand? In verband met werkschrift opgave 3 is dan te zien welke termen er nog meer zijn behandeld. Laat de leerlingen ook zinnetjes maken bij deze termen: deler, de hele en decimale breuk. Rekenwoorden Teller Noemer Vereenvoudigen Gelijknamig Oppervlakte Schaal Vierkante kilometer / meter / centimeter Are Lastige woorden Ren Gaas

10 0 Blok 5 Les 3 en 4 Lesverloop van les 3 C C2 C3 C4 Oppervlakte. Meten, schaal en plattegronden Deze opgave gaat over de oppervlakte van Schiphol en de Oostvaardersplassen. Het is natuurlijk lastig om van dergelijke grillig gevormde gebieden de oppervlakte te bepalen. Hoe doe je dat? Laat de leerlingen in groepjes met wat knippen, plakken en schuiven samen de vragen in deze opgave beantwoorden. Het begrip schaal krijgt hierdoor betekenis. Bespreek hierna klassikaal de werkwijze en uitkomsten van de groepjes. Plattegrond van een deel van de school. Meten, schaal en plattegronden Laat de leerlingen deze opgave eerst zelfstandig maken. Bespreek de antwoorden. Komen de maten een beetje overeen met de maten van ons eigen lokaal? Wat is de oppervlakte in werkelijkheid? Meten, schaal Ook deze opdracht verwerken de leerlingen zelfstandig. Controleer de antwoorden na afloop. Plattegrond van een huiskamer. Meten, schaal en plattegronden Vraag wat je moet weten om de schaal te kunnen berekenen (de lengte van een lijnstuk waar een maat bij staat). Hoe lang schatten jullie het lijnstuk waar 4 m bij staat? (4 cm) Laat de leerlingen het met een liniaal nameten (Dat klopt!) Wat betekent dat voor de schaal? ( cm is in werkelijkheid m; de schaal is dus : 00) Vraag vervolgens de oppervlakte van de kamer te berekenen. Hoe doe je dat handig?(6 5 m m 2 2 m 2 = 24 m 2 ) Hoeveel tegels van passen er in m 2? (6) Hoeveel zijn er dus nodig? (24 6)

11 Alles telt Handleiding 7 Aandachtspunten bij les 4 (zelfstandig werken) leerlingenboek blz. 47 Laat de vloer van de schuur (a) tekenen. Bij b eerst de oppervlakte laten uitrekenen en dan de vraag beantwoorden. 2 Laat bij c werken met verhoudingen (de verhouding tussen oppervlakte en aantal kinderen). 3 Laat de leerlingen bij c eerst het bijbehorende percentage zo precies mogelijk opschrijven en vervolgens het juiste antwoord kiezen. 4 Bij rijtje a t/m c mogen de antwoorden ook, net als bij rijtje d, in decimalen worden gegeven. werkschrift blz. 43 Opgave b is lastig, maar er zijn verschillende mogelijkheden voor de constructie, bijvoorbeeld: twee verschillende rechthoeken (zoals ) naast elkaar of een rechthoek met een hap eruit (45 3; 48 6). 2 Het moeilijke van de opdracht is rekenen met een kwart m 2 ( m). 2 2 Maar de deur en het raam bestaan allebei uit een aantal hokjes dat deelbaar is door vier, dus moet het lukken. 3 Een test om te zien of de termen die bij breuken worden gebruikt, worden begrepen. 4 Wijs erop dat bij getallenmuurtje 5 b en c ook afgetrokken moet worden. maatschrift blz. 4 en 5 Laat de leerlingen de tafelsommen gebruiken met 24 als uitkomst. Ze kunnen natuurlijk ook L-vormige of kruisvormige terrassen maken. Knap als ze dit doen! 2 Bij fi guur c kun je de oppervlakte op twee manieren uitrekenen: 2 m m 2 of een rechthoek van 2 m 2 6 m 2. 3 De aanwijzing geeft genoeg houvast. 4 Geef aan dat 2 hokjes m of 00 cm is. Vraag f geeft inzicht in het begrip van maten bij de leerlingen. 5 Wijs eventueel op de overeenkomst tussen de sommen. 6 Ook hier hebben de sommen verband met elkaar. 7 Mooie ronde getallen. Leg het verband met eenvoudige optellingen ( + 5). 8 De telrijen a t/m c overlappen elkaar. Observatie en extra hulp Laat leerlingen die nog moeite hebben met schaal en oppervlakte (leerlingenboek les 4 opgave ) tuintjes tekenen van verschillende vorm met dezelfde oppervlakte. En daarna tuintjes met dezelfde vorm en verschillende oppervlakte. Gebruik daarvoor ruitjespapier en spreek af wat een vierkantje waard is (dus wat de schaal is). Stap even uit de les Wie het kleine niet eert Dit keer gaat het over kleine en heel kleine dingen. Wie kan een heel klein diertje noemen? (spinnetje, teek, fruitvliegje) Hoe groot, of beter gezegd, hoe klein zijn die? ( mm of kleiner) Hoe schrijf je een maat die kleiner is dan mm? (Bijvoorbeeld 0,, 0,2 mm, enzovoort) Hoe dik, of beter gezegd hoe dun, was ook alweer een velletje papier? (0, mm) Hoe kun je kleine dingen beter bekijken? (Met een vergrootglas of, nog beter, met een microscoop.) De Nederlander Anthonie van Leeuwenhoek was de eerste die dingen van kleiner dan mm mat. Hij ontdekte in het slootwater micro-organismen (heel kleine beestjes) die niet groter zijn dan 0,05 mm. Bacteriën zijn nog kleiner. Dan zitten we bij 0,0 mm. Daarnaast zijn er nog de virussen. Die zijn wel hééééél klein. Een tabaksvirus (dat tabaksplanten ziek maakt) meet 0,00004 mm. Hoe spreek je dat uit? (vierhonderdduizendste mm) Afronding Bespreek werkschrift opgave en 2. Welke oplossingen hebben de leerlingen gevonden? De schaal is aangegeven in oppervlakte. Hoe is dat normaal? (met lengte) Hoe schrijf je dat dan? (bij opgave met 5 mm : m = 5 : 000 = : 200, bij opgave 2 met 5 mm : m = 5 : 500 = 2 : 00) Het is leuk om beide vierkantjes even te vergelijken. Ze zijn even groot terwijl het zwarte vierkantje kleiner lijkt. Hoe komt dat? Bekijk samen de diverse oplossingen bij maatschrift opgave. Bespreek er een paar. Vergelijk bij opgave 2 de omtrek en oppervlakte van a en c. Wie kan verklaren waarom de omtrek van fi guur a en c gelijk zijn maar de oppervlakte niet? Controleer of de sommen van opgave 5 en 6 vlot werden uitgerekend.

12 2 blok 5 les 5 herhalen en oefenen Leerlijn Cijferend vermenigvuldigen Oppervlakte Verhoudingen Leerdoelen Nieuwe stof Verkorting cijferend vermenigvuldigen met grotere getallen Rekenverhaaltjes Oppervlakte berekenen van vloeren Oefenen Rekenen met procenten Optellen en aftrekken van kommagetallen Nieuwe stof Cijferend vermenigvuldigen zonder hulpsommen Cijferend vermenigvuldigen vanuit contexten Plattegrond tekenen op schaal Oefenen Splitsend vermenigvuldigen Delen met familiesommen Deelsommen met rest Percentages aflezen van procentencirkel Tellen met sprongen van 20 Materiaal Leerlingenboek 7b blz. 48 en 49 7 blok 5+6 blz. 6 en 7 Plusschrift 7 blok 5 Kopieerblad 7.35 Kwismeester 7b blok 5 Oefensoftware Hoofdrekenen en schattend rekenen Maak een keuze uit deze opdrachten. Reken 5 tot 0 minuten. Juf of meester spelen Zet de volgende sommen op het bord, inclusief de antwoorden, en laat de leerlingen deze overschrijven. Vervolgens kijken ze deze 'toets' na, waarbij ze een rode streep zetten als het antwoord fout is. 3 4 = 2 (fout) 7 5 = 53 (fout) 5 7 = = = = = = = 4 (fout) 3 7 = 5 Wat is er fout gegaan? Welk cijfer zou je geven? 2 Getalbegrip Wat betekent de negen in de volgende situaties? een 9 op een toets (heel goed) 9 op de schaal van Richter (extreem zware aardbeving) windkracht 9 (storm; het betekent 9 op de schaal van Beaufort. De schaal loopt tot 2, dat staat voor orkaan.) 9 als kwadraat (vierkantsgetal, 3 3) 9 ton (9000 kg) Zelf sommen maken Je mag alleen vermenigvuldigen en delen. Maak 5 sommen waar 50 uitkomt. Maak 5 sommen waar 24 uitkomt. Maak 5 sommen waar 225 uitkomt. Maak 5 sommen waar 000 uitkomt. Laat de buurvrouw of buurman de sommen nakijken. 2 Getalbegrip Wat betekent de negen in de volgende situaties? een 9 op een toets (heel goed) Kerklaan 9 (adres) 9/9 als datum (9 september) 9 als kwadraat (vierkantsgetal, 3 3) 9 ton (9000 kg)

13 Alles telt Handleiding 7 3 Aandachtspunten bij les 5 (herhalen en oefenen) leerlingenboek blz. 48 en 49 Geef eventueel kopieerblad 7.35 zodat alles goed onder elkaar komt. 2 Kunnen de leerlingen de bijbehorende som formuleren? 3 Geef eventueel de suggestie om de fi guren b en c na te tekenen en vervolgens hulplijnen te trekken. 4 Controleer of de formule om de oppervlakte van rechthoeken te berekenen gebruikt wordt. 5 Rekenen de leerlingen elk percentage opnieuw uit of maken ze gebruik van eerder uitgerekende percentages? 6 Als er twee van de drie berekend zijn, is de derde bekend. 7 Wijs op de overeenkomst tussen de sommen van de verschillende rijtjes. 8 Laat controleren via de omkering: 0,9 + 0, =. maatschrift blz. 6 en 7 Wie niet zonder hulpsommen kan, het kopieerblad 7.39 laten gebruiken. 2 Controleer of het begrip folder bekend is en of de leerlingen de bijbehorende vermenigvuldiging kunnen vinden. 3 Laat de leerlingen aan tafelsommen denken. Bijvoorbeeld 24 is Sommen zoals 4 50 kunnen ook via 4 5 worden berekend. 5 Wijs op het verband tussen de sommen van rijtje a en b en rijtje c en d. 6 Laat controleren via de omkering = Controleer of duidelijk is wat overig betekent en wijs op de verdeling van de cirkel: in 0 delen. Dus elk deel is 0%. 8 Laat de getallen ook uitspreken. Normering Aantal Onvoldoende Voldoende Opgave 2 < Opgave 2 3 < Opgave 3 3 < Opgave 4 8 < Opgave 5 9 < Opgave 6 9 < Opgave 7 6 < - 6 Opgave 8 6 < - 6 Normering Aantal Onvoldoende Voldoende Opgave 4 < Opgave 2 9 < Opgave 3 3 < Opgave 4 2 < Opgave 5 6 < - 6 Opgave 6 9 < Opgave 7 7 < Opgave 8 2 < 8 8-2

14 4 blok 5 les 6 en 7 Leerlijn Cijferend delen Hoofdrekenen en schattend rekenen Maak een keuze uit deze opdrachten. Reken 5 tot 0 minuten. Leerdoelen Nieuwe stof Cijferend delen Cijferend delen met rest Schattend delen Cijferend delen in een context Oefenen Prijs berekenen De juiste tijd berekenen Rekenen met procenten Rekenverhaaltjes maken Nieuwe stof Cijferend delen iets verkorten Cijferend delen met rest Cijferend delen in een context Deeltafels Delen met rest Oefenen Procenten in cirkeldiagrammen Breuken vergelijken met procenten Optellen en aftrekken in familiesommen Optellen en aftrekken met ronde getallen Terugtellen met sprongen van 50 Materiaal Leerlingenboek 7b blz. 50 en 5 Werkschrift 7 blz blok 5+6 blz. 8 en 9 Plusschrift 7 blok 5 Kwismeester 7b blok 5 Oefensoftware Klokjes Oefenen van de deeltafels 48 : 6 = (8) 480 : 60 = (8) 56 : 7 = (8) 560 : 70 = (8) 35 : 7 = (5) 350 : 70 = (5) 72 : 8 = (9) 720 : 80 = (9) 45 : 5 = (9) 450 : 50 = (9) 4 : 2 = (7) 40 : 20 = (7) 32 : 4 = (8) 320 : 40 = (8) 63 : 9 = (7) 630 : 9 = (70) 2 Handig rekenen = (000) = (268) = ( 900) = (268) = ( 800) = (268) = ( 700) = (268) = ( 600) = (268) 600 : 20 = (30) 8 99 = ( 792) 800 : 20 = (40) 8 99 = (592) 000 : 20 = (50) = (2392) 200 : 20 = (60) = (4792) 400 : 20 = (70) = (6392) 3 Getallenreeksen Schrijf deze reeksen op het bord en laat ze met vijf getallen aanvullen ( Steeds 2) ( Steeds + 6) ( Steeds 3, + 6.) ( Tafel van 9 achteruit.) ( Kwadraten achteruit.) Aftrekken en handig rekenen = (29) = (79) = (93) = (89) = (29) = (79) = (93) 6 72 = (89) = (29) 4 62 = (79) = (93) = (89) = (29) 40 6 = (79) 9 98 = (93) 70 8 = (89) Welke som was het gemakkelijkst en waarom? 2 Tellen met sprongen 25: ( ) 50: ( ) 75: ( ) 25: 7 25 ( ) 3 Schatten ( 900) (2600) ( 400) (2300) (500) (6000) 67 : 4 ( 40) 6203 : 49 ( 25)

15 Alles telt Handleiding 7 5 Waar gaat deze les over? In deze les wordt bekeken hoe het cijferend delen nog korter kan. Geleerd wordt een zo groot mogelijke hap van het te verdelen aantal af te trekken. Het is belangrijk dat de leerlingen daarom de deeltafels goed beheersen. (Zie het hoofdrekenen aan het begin van de les.) De uitkomst van de deelsommen moet vooraf worden geschat. Ook worden er delingen uit rekenverhaaltjes gehaald. Taal en rekenen Taaltip Er komen in deze les opgaven voor met rekenverhaaltjes. De leerlingen halen sommen uit contexten en omgekeerd bedenken ze zelf rekenverhaaltjes bij sommen. Leerlingen die minder taalvaardig zijn, mogen tekeningen of stripjes bij de sommen maken. Bekijk of de verhaaltjes bij werkschrift opgave 2 redelijk zijn. Kijk bij maatschrift opgave 2 of de contexten worden begrepen. Rekenwoorden Cijferend delen Lastige woorden In kas De klok loopt voor De klok loopt achter Wintertijd

16 6 Blok 5 Les 6 en 7 Lesverloop van les 6 C C2 C3 C4 Hoeveel jaar zijn zij geworden? Cijferend delen Bekijk samen de plaatjes en laat een leerling de teksten lezen. Vraag de leerlingen het antwoord van de delingen te schatten. Bespreek vervolgens de deling 408 : 2. Wat is het verschil tussen beide delingen? (Bij de eerste zijn drie happen van 0 afgetrokken en bij de tweede één hap van 30.) Kan er ook een hap van 40 2 af? (Nee, want 40 2 = 480 en dat is te veel.) Vertel dat 30 hier de grootst mogelijke hap is met de tientallen. Hoeveel 2 moet er nog af om de som af te maken? (4 2) Waarom komt er geen rest uit deze som? (Kijk naar de tekstballonnen.) Vraag vervolgens een leerling de deelsom 804 : 2 op het bord te maken. Hoe groot wordt de eerste hap? (60, dus het dubbele van de vorige som.) Laat de leerling de berekening van deze deling verder verwoorden. Klopten de schattingen? Hoe kun je schatten? Schatten Vraag de leerlingen welke getallen in de buurt liggen van 498 : 6 om de uitkomst van de deling te kunnen schatten. (480 : 60) Waarom is 500 : 60 niet handig? (500 is niet deelbaar door 60) Welke deelsom kun je ook gebruiken?(48 : 6) Wat is belangrijk dus bij deze deelsommen? (deeltafels kennen: 48 : 6; 480 : 6; 480 : 60) Laat de leerlingen vervolgens zelfstandig deze opgave maken. Ze moeten hierbij ook de schatting noteren. (359 : : 70 = 5) Bespreek samen de gemaakte berekeningen. Reken zo kort mogelijk uit. Cijferend delen Laat deze opgave zelfstandig maken. Vertel dat de delingen b, c en d een rest hebben. Stimuleer de leerlingen om zo groot mogelijke happen te nemen. Vraag een leerling hierna de laatste deling op het bord te maken en te verwoorden. Bespreek eventuele problemen. Hoe reken jij dit uit? Cijferend delen Vraag de leerlingen welke som hierbij hoort. (250 : 35) Laat een leerling deze deling op het bord maken. Er is een rest van 25. Wat moeten we met die 25 boeken? (Er zijn verschillende oplossingen: 25 boeken weggeven of verkopen, maar er kan ook een extra plank bij.) Wie zag meteen dat = 225?

17 Alles telt Handleiding 7 7 Aandachtspunten bij les 7 (zelfstandig werken) leerlingenboek blz. 5 Laat de leerlingen overal eerst de schattingen erbij noteren. 2 Controleer of de juiste deling wordt gevonden. 3 Wijs erop handig te rekenen: 3 4 = 7 2 en = 3 = Bespreek hoe het nou precies zit met het voor- en achterlopen van de klok. Wijs op de winter- en zomertijd. Ezelsbruggetje: in het voorjaar gaat de klok een uur vooruit. 5 Laat van de procenten breuken maken. (20% =, 25% = ) 5 4 werkschrift blz. 44 Stimuleer de leerlingen om een zo kort mogelijke deling te maken. 2 Hoe fantasierijk zijn de leerlingen? Wijs er bij c en d op dat boven + en gaat! maatschrift blz. 8 en 9 Stimuleer hier de leerlingen om bij iedere deling de eerste hap met 20 te maken. Vertel dat b, c en d sommen met rest zijn. 2 Ga na of de leerlingen de contexten begrijpen. Laat de berekening in een schrift maken. 3 Laat de deelsommen controleren met de omgekeerde vermenigvuldiging. 4 Wijs op de verdeling van de cirkel in tien stukken (elk deel is 0%). Het totaal is steeds 00%. 5 Bekijk of de combinaties nu bekend zijn. Als 5 en 20% nog lastig zijn, dit laten zien op een cirkeldiagram of procentenstrook. 6 Er kan handig worden gerekend: 24 9 = Wijs op de analogie met de sommen zonder de nullen. In het laatste rijtje staan sommen met overschrijding. Lukt dat? 8 Bij tellen met 50 krijg je altijd een mooi patroon. Afronding Bespreek de delingen van opgave in het leerlingenboek. Wie vond het nog moeilijk om zo groot mogelijke happen te nemen? Wie vond het schatten nog moeilijk? Laat de leerlingen de delingen noemen bij opgave 2 en werk die uit op het bord. Vraag de leerlingen hun verhaaltjes of tekeningen van werkschrift opgave 2 met elkaar uit te wisselen. Bij maatschrift opgave kunt u mooi zien of de leerlingen deze deelvorm beheersen. Ze mogen ook stappen van 0 nemen, maar laat zien dat het met 20 sneller gaat. Bespreek ook opgave 2. Laat ze vertellen welke vermenigvuldiging ze gevonden hebben en waarom. Observatie en extra hulp Bespreek met de leerlingen die cijferend delen nog moeilijk vinden nog eens een paar sommen van werkschrift opgave. Laat ze elke stap aan elkaar uitleggen en vraag steeds naar het waarom. Als het probleem zit bij de beheersing van de tafelsommen, maak dan nog eens zo n rijtje als: 0 6, , , , 00 9 Stap even uit de les De klok Geef de leerlingen een klok(je) waar de wijzers gekoppeld draaien en laat de wijzers op 2 uur zetten. Als de klok verder draait, wanneer staan de twee wijzers dan weer op elkaar? Laat ze dat eerst schatten en daarna door te draaien het antwoord vinden. Dat is 5 2 minuut over (eigenlijk ietsje minder, maar dat berekenen we later precies). Wanneer is dan weer de volgende keer? Zijn er al leerlingen die minuten over 2 berekenen? Dan nog de vraag: hoeveel keer passeert de grote wijzer de kleine in 2 uur? ( keer) Nu kunnen we precies berekenen hoeveel minuten we elke keer verder komen bij het elkaar passeren van de wijzers. Welke berekening moeten we maken? 60 : = 5 5 minuut en dat is 5, Het is dus ietsje minder dan 5 2 minuut.

18 8 blok 5 les 8 en 9 Leerlijn Tabellen en grafi eken Hoofdrekenen en schattend rekenen Maak een keuze uit deze opdrachten. Reken 5 tot 0 minuten. Leerdoelen Nieuwe stof Staafgrafi eken aflezen en interpreteren Staafgrafi ek maken van tabelgegevens Cirkeldiagram vertalen naar breuken, uren en procenten Oefenen Afstanden aflezen van getallenlijn Percentages inkleuren Getallen splitsen en samenstellen Nieuwe stof Staafgrafi eken lezen en interpreteren Percentages inkleuren Korting berekenen Oefenen Percentages berekenen Aankomsttijd en reistijd berekenen Secondewijzers tekenen Handig rekenen met geld Materiaal Leerlingenboek 7b blz. 52 en 53 Werkschrift 7 blz blok 5+6 blz. 0 en Plusschrift 7b blok 5 Kwismeester 7b blok 5 Oefensoftware Rekenmachine cm 2 -ruitjespapier Breuken Wat is groter? Leg uit waarom. of 2 ( 2 ) 2 of 3 ( 3 ) 5 of 4 ( 5 ) 2 of ( 2 ) of ( ) of 5 ( 5 ) of 2 ( 2 ) 3 of 7 ( 7 ) of 3 ( 3 ) 3 of 4 ( 4 ) of 3 ( ) of 2 ( 2 ) Kommagetallen 00 : 8 = (2,5),6 : 8 = (0,2) : 4 = (0,25) 22,2 : 2 = (,) 200 : 6 = (2,5) 3,2 : 6 = (0,2) 0 : 40 = (0,25) 33,3 : 3 = (,) 400 : 32 = (2,5) 32 : 60 = (0,2) 20 : 60 = (0,25) 55,5 : 5 = (,) 200 : 96 = (2,5) 4 : 20 = (0,2) 40 : 320 = (0,25) 66,6 : 3 = (22,2) 3 Kwadraten op de rekenmachine = (0 000) = (980) Met handig rekenen: (00 99) 99 = = = (9604) = (9409) = (926) Laat de leerlingen de antwoorden goed bekijken. Wat komt er na, 4, 9, 6? (25) En wat na 98, 96, 94, 92? (90) Wat zal dus worden? (9025) En 94 94? (8836) Wie durft verder te gaan? Hoe gaat het verder? ( ) ( ) ( ) ( ) 2 Tafelsommen 6 7 = ( 42) 7 8 = ( 56) 4 9 = (36) 6 70 = (420) 7 80 = (560) 0,4 90 = (36) 8 3 = ( 24) 3 6 = (8 ) 9 2 = ( 8) 80 3 = (240) 3 0,6 = (,8) = (800) 5 4 = ( 20) 5 2 = ( 0) = (2000) = ( ) 3 Kommagetallen Welk heel getal ligt er het dichtst bij? 7,2 (7),46 () 4,3 (4) 4,89 (5) 9,8 (0) 8,9 (9) 3,76 (4) 6, (6) 7,34 (7) 8,02 (8)

19 Alles telt Handleiding 7 9 Waar gaat deze les over? In deze les komen de grafi eken, een middel om veel informatie overzichtelijk weer te geven, weer aan de orde. Staafgrafi eken worden gebruikt om bevolkingsgegevens weer te geven. De leerlingen gaan zelf een staafgrafi ek over sportverenigingen maken. Vervolgens wordt in een cirkeldiagram een dagindeling uitgebeeld, waarbij de delen (breuken) in tijd en percentages moeten worden weergegeven in een tabel. Delen, aangegeven in procenten, worden ingekleurd in cirkel, rechthoek en vierkant. Ten slotte wordt het aflezen van een lijngrafi ek geoefend. Taal en rekenen Taaltip Met de volgende opdracht kunt u achterhalen of alle leerlingen de verschillende soorten grafi eken begrijpen die in de les worden gebruikt. Zet de volgende begrippen op het bord: staafgrafi ek(staafdiagram), cirkeldiagram en lijngrafi ek. Vraag de leerlingen elkaar uit te leggen wat ieder begrip betekent. Ze mogen dat doen met woorden, een tekening of een schema. Rekenwoorden Staafgrafi ek Cirkeldiagram Lijngrafi ek Lastige woorden Openbaar vervoer

20 20 Blok 5 Les 8 en 9 Lesverloop van les 8 C C2 C3 Bevolking van Nederland. Staafgrafi eken Bekijk samen het plaatje en de staafgrafi ek bij deze opgave. Vertel dat bij het aflezen van de percentages soms moet worden geschat. Stel de volgende vragen: Welke bevolkingsgroep is in verhouding toegenomen? (ouder dan 65 jaar) Welke bevolkingsgroep is in verhouding afgenomen? (jonger dan 5 jaar) Hoe komt dat? (Er worden minder kinderen geboren en de mensen worden ouder.) Vertel dat de totale bevolking in 900 in Nederland 5 miljoen en in miljoen was. Hoeveel jongeren tot 5 jaar waren er in 900? (4% van 5 miljoen is ongeveer 2 miljoen) En in 2000? (22% van 6 miljoen is ongeveer 3,5 miljoen) Is het aantal jongeren kleiner geworden? (Het aantal jongeren is groter geworden, maar er zijn in 2000 in verhouding minder jongeren dan in 900.) Bespreek zo eventueel ook de ouderen boven 65 jaar. Percentage jongeren. Staafgrafi eken Laat de leerlingen deze opgave zelfstandig maken. Bespreek de vragen, die overigens zonder de percentages precies af te lezen, te beantwoorden zijn. Sportverenigingen. Staafgrafi eken Vraag de leerlingen eerst het aantal sporters te schatten. (ongeveer 3 miljoen) Laat het vervolgens op een rekenmachine precies uitrekenen. Bespreek opdracht b en geef de leerlingen een ruitjesblaadje om de staafgrafi ek op te tekenen. Omdat de verdeling per is, mag hier en daar wel op worden afgerond. Geef de leerlingen hierna de gelegenheid hun grafi eken te laten zien.

21 Alles telt Handleiding 7 2 Aandachtspunten bij les 9 (zelfstandig werken) leerlingenboek blz. 53 Laat eerst de verdeling van de cirkel (2) bepalen en wijs erop dat dit een hele dag (24 uur) voorstelt. 2 Geef aan dat het gebruik van een liniaal, die je horizontaal over de grafi ek legt, een extra controle is voor de antwoorden. 3 Let op, de afbeeldingen staan op het afgelegde stuk. Observatie en extra hulp Geef de leerlingen die nog moeite hadden met het aflezen van de staafgrafi ek uit het leerlingenboek (les 9 opgave 2) een liniaal als hulp. Laat ze de hoogtes van 20, 25 en 30 horizontaal doortrekken. Daarna de tussenliggende staven schatten en vergelijken met de tabel. werkschrift blz. 45 Bij het cirkeldiagram van a is 25% 2 2 deel. Bij b eerst de hele balk opmeten. 2 Ga met deze open opgave na hoeveel informatie een lijngrafi ek kan bieden. 3 Laat de getallen ook uitspreken. maatschrift blz. 0 en Laat eerst goed de tekst lezen en in eigen woorden vertellen wat er staat. Dan de grafi ek bekijken. Hoe kun je meteen zien dat er in 200 in verhouding minder jongeren zijn en meer ouderen? 2 Wijs de leerlingen erop dat ze eerst moeten bepalen hoe de cirkeldiagrammen zijn verdeeld. 3 Wat betekent 50% korting? Bekijk of de leerlingen meteen de helft nemen. 3 4 Geef aan dat er met tienden kan worden gerekend: 30% =, 70% = enzovoort. 5 Controleer of de leerlingen begrijpen dat van 09.0 naar 09.50, 0 uur en 40 minuten is. 6 Bespreek hoe je de secondewijzer zo tekent dat hij duidelijk verschilt van de grote wijzer. 7 Laat handig rekenen met splitsen. Afronding Bespreek bij werkschrift opgave de nauwkeurige meting bij b. Bij opgave 2 gaat het erom wat de leerlingen hebben opgemerkt. Ze kunnen zaken opmerken over het temperatuurverloop: het is eerst kouder, maar dan schiet de temperatuur omhoog. In welke maand is de grafi ek gemaakt? (Begin april, dan is zo n plotselinge stijging goed mogelijk.) Waarom is het antwoord op b ja? (Omdat er in de grafi ek tussen de dagen niets is aangegeven.) Bespreek maatschrift opgave 4. Lukt het deze percentages vlot te berekenen? Zo niet, oefen er dan nog een paar. Bekijk ook opgave 6: hoe zie je op een klok wat de secondewijzer is? (Die gaat snel.) Hoe hebben jullie die getekend? Stap even uit de les Telefoon Noteer op het bord een paar telefoonnummers (inclusief kengetal) waaronder die van de school en van een paar leerlingen. Wat valt jullie op? (Ze beginnen met een 0 en de eerste 3 of 4 cijfers zijn waarschijnlijk gelijk.) Het telefoonboek geeft verdere informatie. Laat de leerlingen het netnummer (ook wel kengetal genoemd) van een grote plaats opzoeken. Laat nu alle kengetallen van 00 tot en met 090 op een rij zetten met de (grote) plaats erachter. Waarom ontbreken 060, 080 en 090? (06 is voor mobieltjes en 08 en 09 worden op een andere manier gebruikt.) Steden als Arnhem en Tilburg hebben ook een kort kengetal, maar kleinere plaatsen hebben een cijfer meer. Als jouw dorp een kengetal van 3 cijfers heeft, dan ligt het dicht bij een grote plaats. Welke plaats is dat?

22 22 blok 5 les 0 herhalen en oefenen Leerlijn Cijferend delen Tabellen en grafi eken Leerdoelen Nieuwe stof Cijferend delen vanuit contexten Cijferend delen met rest na schatting Staafdiagram vergelijken met cirkeldiagram Staafgrafi ek aflezen en interpreteren Oefenen Geldbedragen handig optellen Kosten artikelen inschatten Kosten van delen taart berekenen Tijden vergelijken Nieuwe stof Cijferend delend iets verkorten Cijferend delen met rest Cijferend delen vanuit contexten Staafgrafi ek aflezen en interpreteren Oefenen Cijferend optellen en aftrekken Tuinen tekenen met gegeven maten De goede maat invullen Plattegrond van eigen kamer tekenen Materiaal Leerlingenboek 7b blz. 54 en 55 7 blok 5+6 blz. 2 en 3 Plusschrift 7 blok 5 Kwismeester 7b blok 5 Oefensoftware Hoofdrekenen en schattend rekenen Maak een keuze uit deze opdrachten. Reken 5 tot 0 minuten. Waar of niet waar? km = 00 m (niet waar) dm 3 = l (waar) dm 2 = 00 cm (niet waar) 000 cm 3 = l (waar) cm 2 = are (niet waar) cm 3 = cl (niet waar) 00 m 2 = are (waar) 0 cm 3 = 0 ml (waar) m 2 = ha (waar) 0 dm 3 = 00 l (niet waar) 2 Doordenkertjes Er lopen kippen en konijnen op de kinderboerderij. Het zijn samen 0 dieren. Zij lopen samen op 36 poten. Hoeveel kippen en hoeveel konijnen zijn het? (8 konijnen en 2 kippen) Hoeveel getallen onder de honderd kun je delen door 3? (33) Esther, Kirsten, Gerben, Wybrich en Hedwig spelen schaak met elkaar. Ze willen allemaal één keer tegen elkaar spelen. Hoeveel spelletjes moeten ze spelen? (0) januari 205 valt op een zondag. In welk daaropvolgende jaar valt januari weer op een zondag? (In 2062.) 3 Schatten Schat de uitkomst van de volgende sommen en reken ze daarna uit op de rekenmachine = (8 540) 465 : 67 = ( 6,94) = (65 526) 980 : 54 = (8,5) = ( 7995) 200 : 4 = (29,27) = ( 7930) 670 : 66 = (0,5) 4 46 = (8 906) 432 : 45 = ( 9,6 ) Grote getallen Schrijf de volgende getallen op het bord en laat de leerlingen ze uitspreken: , , , , , Doordenkertjes Er lopen kippen en konijnen op de kinderboerderij. Het zijn samen 5 dieren. Zij lopen samen op 0 poten. Hoeveel kippen en hoeveel konijnen zijn het? ( konijn en 4 kippen) Hoeveel getallen van tot en met 00 kun je delen door 2? (50) Veerle, Silke, Steinar en Mara spelen schaak met elkaar. Ze willen allemaal één keer tegen elkaar spelen. Hoeveel spelletjes moeten ze spelen? (6; Veerle kan 3 spelletjes spelen; dan kan Silke er nog 2 kiezen en Steinar nog.) januari 205 valt op een zondag. Op wat voor dag valt februari 205? (Op een woensdag.)

23 Alles telt Handleiding 7 23 Aandachtspunten bij les 0 (herhalen en oefenen) leerlingenboek blz. 54 en 55 Laat eerst de som uit de context halen en daarna goed kijken wat er met de eventuele rest moet gebeuren. 2 Bespreek waarom de leerlingen kiezen voor een bepaalde schatting. 3 Geef aan dat de leerlingen eerst moeten bepalen hoe zowel de staven als de cirkels verdeeld zijn. Ook logisch redeneren is een optie. 4 b: het aantal bezoekers bij de vierde wedstrijd is 5000 minder en dat is 0% van de capaciteit, maar 6,7% van het aantal bezoekers van de eerste wedstrijd. 5 Stimuleer de leerlingen om de bedragen eerst af te ronden op hele euro's, deze op te tellen en vervolgens de centen eraf te trekken. 6 Wijs erop dat de prijzen bij ongeveer mogen worden afgerond. 7 Adviseer de leerlingen om bij 5, 7 en 7 eerst, uit te rekenen. en 0 8 Geef eventueel aan dat 'bijna drie uur' 4 uur en veel minuten is. En 'even over vier' is 6 uur en weinig minuten. Normering Aantal Onvoldoende Voldoende Opgave 6 < Opgave 2 9 < Opgave 3 4 < Opgave 4 5 < Opgave 5 3 < Opgave 6 2 < Opgave 7 9 < Opgave 8 8 < maatschrift blz. 2 en 3 Laat de leerlingen eerst schatten. 2 Controleer of de leerlingen de goede deelsommen hebben gevonden. 3 Laat een liniaal gebruiken om de staven precies op te meten. Controleer of de leerlingen weten wat 'percentage' betekent. 4 Eventueel het kopieerblad laten gebruiken als het niet lukt zonder hulpsommen. Let op dat de leerlingen bij som c en d de tekorten eraf trekken. Eventueel laten uitschrijven ( ). 2 5 De 28 m tuin bij c kan meerdere vormen hebben. 6 Controleer of de leerlingen zich deze oppervlaktes kunnen voorstellen. 7 Laat de leerlingen de maten van hun kamer er (bij benadering) bij zetten. Normering Aantal Onvoldoende Voldoende Opgave 4 < Opgave 2 5 < Opgave 3 4 < Opgave 4 4 < Opgave 5 3 < Opgave 6 4 < Opgave 7 0

24 24 blok 5 les en 2 Leerlijn Inhoud/volume Hoofdrekenen en schattend rekenen Maak een keuze uit deze opdrachten. Reken 5 tot 0 minuten. Leerdoelen Nieuwe stof 3 Inhoud in cm en het verband met ml Inhoudsmaten herleiden Waterverbruik berekenen Inhoud dozen berekenen Maten dozen berekenen op basis van gegeven inhoud Inhoud aangeven op maatbeker Oefenen Diepgang schepen vergelijken Middelste getal zoeken Toverdriehoeken Begrippen over tijd Nieuwe stof De juiste inhoudsmaat en hoeveelheid kiezen 3 Inhoud dozen in blokjes van cm berekenen Inhoudsmaten herleiden Handig optellen = (20) = ( 90) = (20) = (300) = (270) = (80) = (240) = (240) 2 Handig aftrekken = (67) = (678) = (238) = (245) = (678) = (4276) = (667) = (8445) 3 Rekenmachine Reken met de rekenmachine de volgende kwadraten uit. 0 0 = (0 20) = (0 404) = (0 609) Wat komt er na, 4, 9? (6, het volgende kwadraat.) En wat komt er na 02, 04, 06? (08) Kun je nu uit het hoofd uitrekenen? (0 86) Wie durft verder te gaan? Oefenen Optellen en aftrekken Vermenigvuldigen en delen Herleiden lengtematen Herleiden gewichtsmaten Diverse rekenbegrippen Materiaal Leerlingenboek 7b blz. 56 en 57 Werkschrift 7 blz blok 5+6 blz. 4 en 5 Plusschrift 7 blok 5 Kwismeester 7b blok 5 Oefensoftware Maatbeker met verschillende maataanduidingen (bijvoorbeeld liter en milliliter) Eventueel: kubusblokken (MAB-materiaal) Emmer met inhoud 0 l Handig vermenigvuldigen 5 6 = ( 80) 8 2 = ( 96) 50 6 = ( 800) 8 20 = ( 960) = ( 8000) = ( 9600) = ( ) = ( ) 2 Breuken Laat de leerlingen bij onderstaande breuken het bijbehorende percentage en kommagetal noemen. (50%; 0,5 ) (75%; 0,75) (25%; 0,25) (80%; 0,8 ) (20%; 0,2 ) (60%; 0,6 ) (40%; 0,4 ) Kubieke getallen = ( 8) = ( 27) = ( 64) = (25)

42 blok 6. Een huis inrichten. Teken de meubels in het huis. Plaats ze waar jij wilt. Vul in. Hoeveel eet elke hond? Hoeveel kilo vlees?

42 blok 6. Een huis inrichten. Teken de meubels in het huis. Plaats ze waar jij wilt. Vul in. Hoeveel eet elke hond? Hoeveel kilo vlees? 42 blok 6 C1 Een huis inrichten. Teken de meubels in het huis. Plaats ze waar jij wilt. C2 Vul in. Hoeveel eet elke hond? Hoeveel kilo vlees? Hoeveel pakken brokken? Hoeveel bakjes water? Fido 3 2 1 4

Nadere informatie

Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen 1 REKENEN Boek 6a: Blok 1 - week 1 - buurgetallen - oefenen op de getallenlijn Geld - optellen van geldbedragen - aanvullen tot 10 105 : 5 = 2 x 69 = - van digitaal

Nadere informatie

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Reken zeker: leerlijn kommagetallen Reken zeker: leerlijn kommagetallen De gebruikelijke didactische aanpak bij Reken Zeker is dat we eerst uitleg geven, vervolgens de leerlingen flink laten oefenen (automatiseren) en daarna het geleerde

Nadere informatie

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen 1 2 REKENEN Boek 7a: Blok 1 - week 1 in geldcontext 2 x 2,95 = / 4 x 2,95 = Optellen en aftrekken tot 10.000 - ciferend; met 2 of 3 getallen 4232 + 3635 + 745 = 1600

Nadere informatie

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Reken zeker: leerlijn kommagetallen Reken zeker: leerlijn kommagetallen De gebruikelijke didactische aanpak bij Reken Zeker is dat we eerst uitleg geven, vervolgens de leerlingen flink laten oefenen (automatiseren) en daarna het geleerde

Nadere informatie

handleiding leerjaar 7 blok 6

handleiding leerjaar 7 blok 6 handleiding leerjaar 7 blok 6 Auteurs: Els van den Bosch-Ploegh Brugt Krol Jeannette Nijs-van Noort Ad Plomp Wim Sweers Anne Coos Vuurmans Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Inhoudelijke redactie:

Nadere informatie

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2.

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2. Rekenrijk doelen groep 1 en 2 De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2. Aantallen kunnen tellen De kinderen kunnen kleine aantallen tellen. De kinderen kunnen eenvoudige

Nadere informatie

Aanbod rekenstof augustus t/m februari. Groep 3

Aanbod rekenstof augustus t/m februari. Groep 3 Aanbod rekenstof augustus t/m februari Groep 3 Blok 1 Oriëntatie: tellen van hoeveelheden tot 10, introductie van de getallenlijn tot en met 10, tellen en terugtellen t/m 20, koppelen van getallen aan

Nadere informatie

Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen 1 2 3 4 REKENEN Boek 8a: Blok 1 - week 1 Oriëntatie - uitspreken en schrijven van getallen rond 1 miljoen - introductie miljard - helen uit een breuk halen 5/4 = -

Nadere informatie

i n s t a p h a n d l e i d i n g

i n s t a p h a n d l e i d i n g jaargroep 7 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs i n s t a p h a n d l e i d i n g k o l o m s g e w i j s d e l e n Inleiding Het programma laat de leerlingen kennismaken met vernieuwende elementen

Nadere informatie

Leerroutes Passende Perspectieven Alles telt groep 5 blok 1

Leerroutes Passende Perspectieven Alles telt groep 5 blok 1 Leerroutes Passende Perspectieven Alles telt groep 5 blok Legenda kleuren Getalbegrip Optellen en aftrekken Vermenigvuldigen en delen Verhoudingen Meten Meten Tijd Meten Geld Meetkunde Verbanden Legenda

Nadere informatie

Leerstofoverzicht groep 3

Leerstofoverzicht groep 3 Leerstofoverzicht groep 3 Getallen en relaties Basisbewerkingen Verhoudingen Leerlijn Groep 3 uitspraak, schrijfwijze, kenmerken begrippen evenveel, minder/meer cijfer 1 t/m 10, groepjes aanvullen tot

Nadere informatie

Leerlijnenpakket STAP incl. WIG. Rekenen Rekenen. Datum: 08-05-2014. Schooltype BAO (Regulier) Herkomst Landelijk Periode DL -20 t/m 200

Leerlijnenpakket STAP incl. WIG. Rekenen Rekenen. Datum: 08-05-2014. Schooltype BAO (Regulier) Herkomst Landelijk Periode DL -20 t/m 200 Leerlijnenpakket STAP incl. WIG Schooltype BAO (Regulier) Herkomst Landelijk Periode DL -20 t/m 200 Rekenen Rekenen 1.1 Getallen - Optellen en aftrekken tot 10 - Groep 3 BB/ KB GL + PRO 1.1.1 zegt de telrij

Nadere informatie

Groep 3. Getalbegrip hele getallen. Optellen en aftrekken. Geld

Groep 3. Getalbegrip hele getallen. Optellen en aftrekken. Geld Groep 3 Getalbegrip hele getallen De leerlingen werken de eerste periode in het getallengebied tot 20 en 40. De tweede helft van het jaar ook tot 100. De leerlingen leren het verder- en terugtellen, tellen

Nadere informatie

C 1 C 2 C 3. les 1. 2 blok 4. Leg de figuren. Samen bespreken. a b c

C 1 C 2 C 3. les 1. 2 blok 4. Leg de figuren. Samen bespreken. a b c 2 blok 4 les 1 C 1 Leg de figuren. Samen bespreken. a b c d C 2 Leg de figuren. Samen bespreken. a b c C 3 Leg nog meer figuren. Samen bespreken. a Maak een huis. b Maak een boot. c Bedenk zelf een figuur.

Nadere informatie

handleiding leerjaar 7 blok 4

handleiding leerjaar 7 blok 4 handleiding leerjaar 7 blok 4 Auteurs: Els van den Bosch-Ploegh Brugt Krol Jeannette Nijs-van Noort Ad Plomp Wim Sweers Anne Coos Vuurmans Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Inhoudelijke redactie:

Nadere informatie

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2 Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Joep van Vugt Anneke Wösten Handig optellen; tribunesom* Bij optellen van bijna ronde getallen zoals 39, 198, 2993,..

Nadere informatie

Het weetjesschrift. Weetjesschrift Galamaschool

Het weetjesschrift. Weetjesschrift Galamaschool Het weetjesschrift Dit is het weetjesschrift. In dit schrift vind je heel veel weetjes over taal, rekenen en andere onderwerpen. Sommige weetjes zal je misschien al wel kennen en anderen leer je nog! Uiteindelijk

Nadere informatie

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter. 70 blok 5 les 23 C 1 Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 60 981 540 C 2 Welke maten horen erbij? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Nadere informatie

Groep 5 Leerroute 3< 1F Leerroute 2= 1F (maatschrift) Leerroute 1 = 1S Periode 1

Groep 5 Leerroute 3< 1F Leerroute 2= 1F (maatschrift) Leerroute 1 = 1S Periode 1 Groep 5 Leerroute 3< 1F Leerroute 2= 1F (maatschrift) Leerroute 1 = 1S Periode 1 Normgerichte doelen: De kinderen behalen op de methodegebonden toetsen Maatschrift een 60% score. Blok 1: De kinderen kennen/kunnen/beheersen:

Nadere informatie

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen Groep 7(eerste helft) Getalbegrip - Telrij tot en met 1 000 000 - Uitspraak en schrijfwijze van de getallen (800 000 en 0,8 miljoen) - De opbouw en positiewaarde

Nadere informatie

Leerlijnen voor groep 3-8

Leerlijnen voor groep 3-8 Leerlijnen voor groep 3-8 Groep 3, eerste half jaar de begrippen meer, minder, evenveel juist toepassen de ontbrekende getallen op de getallenlijn t/m 12 invullen van hoeveelheden t/m 20 groepjes van 5

Nadere informatie

Getallen en breuken. 1 Doel: helen in breuken verdelen en helen uit de breuk halen. Herhalen

Getallen en breuken. 1 Doel: helen in breuken verdelen en helen uit de breuk halen. Herhalen Getallen en breuken Basisstof structuur van de getallen tot 000 000 breuken Lesdoelen De leerlingen kunnen: helen in breuken verdelen en helen uit de breuk halen; helen en breuken verdelen; getallen op

Nadere informatie

Leerstofoverzicht groep 6

Leerstofoverzicht groep 6 Leerstofoverzicht groep 6 Getallen en relaties Basisbewerkingen Leerlijn Groep 6 Uitspraak, schrijfwijze, kenmerken getallen boven 10 000 in cijfers schrijven haakjesnotatie deler en deeltal breuknotatie

Nadere informatie

Scoreblad bewis 01. naam cursist: naam afnemer: werkpunt. niet goed. tellen. getalbegrip. algemeen 01 04. bewerking en. optellen en.

Scoreblad bewis 01. naam cursist: naam afnemer: werkpunt. niet goed. tellen. getalbegrip. algemeen 01 04. bewerking en. optellen en. Scoreblad bewis naam cursist: datum: naam afnemer: inhoud vraag opmerkingen OK werkpunt niet goed tellen eieren tellen in dozen van 10 getallen verder aanvullen in kralenketting getalbegrip getallen ertussen

Nadere informatie

Aandachtspunten. blok 7, les 1 blok 7, les 3 blok 7, les 6 blok 7, les 8 blok 7, les 11 blok 9, les 1

Aandachtspunten. blok 7, les 1 blok 7, les 3 blok 7, les 6 blok 7, les 8 blok 7, les 11 blok 9, les 1 Aandachtspunten 291 Aandachtspuntenlijst 3, bij blok 7, 8 en 9 1 Getalbegrip. Het kind ziet de structuur niet tussen getallen boven en beneden 1 miljoen. uitspreken en opschrijven van grote getallen boven

Nadere informatie

Voorbereidend Cijferend rekenen Informatie voor ouders van leerlingen in groep 3 t/m 8

Voorbereidend Cijferend rekenen Informatie voor ouders van leerlingen in groep 3 t/m 8 nummer 2 bijgesteld in nov. 2013 Voorbereidend Cijferend rekenen Informatie voor ouders van leerlingen in groep 3 t/m 8 Hoe cijferend rekenen wordt aangeleerd Deze uitgave van t Hinkelpad gaat over het

Nadere informatie

Lesopbouw: instructie. Start. Instructie. Blok 4. Lesinhoud Kommagetallen: vermenigvuldigen met kommagetallen Kommagetallen: delen met kommagetallen

Lesopbouw: instructie. Start. Instructie. Blok 4. Lesinhoud Kommagetallen: vermenigvuldigen met kommagetallen Kommagetallen: delen met kommagetallen Week Blok Bijwerkboek 0 Les Rekenboek Lessen 0 0, 0 0, 0, keer 0, 0,, flesjes 0,, 0, 0 0 plankjes stukjes 0 0 Lesinhoud Kommagetallen: vermenigvuldigen met kommagetallen Kommagetallen: delen met kommagetallen

Nadere informatie

Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4

Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4 Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4 Blok 1A en 2A Telrij, uitspraak en notatie Getallenlijn en getalvolgorde Opbouw getallen tot 100 Sprongen van 1, 2 en 5 tussen 10 en 20 t/m

Nadere informatie

Zelfstandig werken. Ajodakt. Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie

Zelfstandig werken. Ajodakt. Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie Zelfstandig werken Ajodakt Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie 9 789074 080705 Informatieverwerking Groep 7 Antwoorden Auteur P. Nagtegaal ajodakt COLOFON Illustraties

Nadere informatie

Opdracht 2.1 a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde grootte te krijgen.

Opdracht 2.1 a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde grootte te krijgen. Uitwerkingen hoofdstuk Gebroken getallen. Kennismaken met breuken.. Deel van geheel Opdracht. a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde

Nadere informatie

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 5

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 5 Domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip beheerst de doelen van groep 2 t/m 4, ook op het niveau van groep 5 en HELE GETALLEN kan willekeurige delen van de telrij tot ten minste 1000 opzeggen en vanuit elk

Nadere informatie

Begin situatie Wiskunde/Rekenen. VMBO BB leerling

Begin situatie Wiskunde/Rekenen. VMBO BB leerling VMBO BB leerling Verbanden en Hoge -bewerkingen onder 100 -tafels t/m 10 (x:) -bewerkingen met eenvoudige grote en -makkelijk rekenen -vergelijken/ordenen op getallenlijn -makkelijke breuken omzetten -deel

Nadere informatie

handleiding leerjaar 6 blok 6

handleiding leerjaar 6 blok 6 handleiding leerjaar 6 blok 6 Auteurs: Els van den Bosch-Ploegh Brugt Krol Jeannette Nijs-van Noort Ad Plomp Wim Sweers Anne Coos Vuurmans Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Inhoudelijke redactie:

Nadere informatie

Domeinbeschrijving rekenen

Domeinbeschrijving rekenen Domeinbeschrijving rekenen Discussiestuk ten dienste van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Rekenen en Taal auteur: Jan van de Craats 11 december 2007 Inleiding Dit document bevat een beschrijving van

Nadere informatie

Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3.

Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3. Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3. Het rekenonderwijs van tegenwoordig ziet er anders uit dan vroeger. Dat komt omdat er nieuwe inzichten zijn over hoe kinderen het beste leren. Vroeger lag

Nadere informatie

i n s t a p h a n d l e i d i n g

i n s t a p h a n d l e i d i n g jaargroep 7 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs i n s t a p h a n d l e i d i n g k o l o m s g e w i j s o p t e l l e n e n a f t r e k k e n Jaargroep instap Inleiding Het instapprogramma

Nadere informatie

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren Uren, Dagen, Maanden, Jaren,. Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren 1 minuut 60 seconden 1 uur 60 minuten 1 half uur 30 minuten 1 kwartier 15 minuten 1 dag (etmaal) 24 uren 1 week

Nadere informatie

i n s t a p h a n d l e i d i n g

i n s t a p h a n d l e i d i n g jaargroep 7 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs i n s t a p h a n d l e i d i n g d e r e k e n m a c h i n e Inleiding Het programma laat de leerlingen kennismaken met vernieuwende elementen

Nadere informatie

Passende Perspectieven. Bij Rekenrijk 3 e editie

Passende Perspectieven. Bij Rekenrijk 3 e editie Passende Perspectieven Bij Rekenrijk 3 e editie 0 Dit document is de beschrijving van de Passende perspectieven Rekenen leerroutes van de SLO binnen de methode Rekenrijk 3 e editie. De uitwerking betreft

Nadere informatie

Rekenen Oefenboek (2) Geschikt voor LVS-toetsen van CITO 3.0 Groep 6

Rekenen Oefenboek (2) Geschikt voor LVS-toetsen van CITO 3.0 Groep 6 Rekenen Oefenboek (2) Geschikt voor LVS-toetsen van CITO 3.0 Groep 6 2019 Junior Einstein bv Enschede, the Netherlands Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets

Nadere informatie

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN Verhoudingstabel Wat zijn verhoudingen Rekenen met de verhoudingstabel Kruisprodukten Wat zijn verhoudingen * * * 2 Aantal rollen 1 2 12 Aantal beschuiten 18

Nadere informatie

Aandachtspunten. blok 1, les 1 blok 1, les 6 blok 2, les 1 blok 3, les 8. blok 1, les 3 blok 1, les 11 blok 3, les 1

Aandachtspunten. blok 1, les 1 blok 1, les 6 blok 2, les 1 blok 3, les 8. blok 1, les 3 blok 1, les 11 blok 3, les 1 Aandachtspunten 313 Aandachtspuntenlijst 1, bij blok 1, 2 en 3 1 De telrij tot en met en boven 10 000. Het kind kan geen getallen plaatsen op de getallenlijn met steunpunten. Het kind heeft weinig inzicht

Nadere informatie

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen 1 2 3 4 REKENEN Boek 5a: Blok 1 - week 1 Oriëntatie - Getallen tot en met 1000 - Tafels 0 t/m 6 en 10 - Herhalen strategieën - Herhalen hele, halve uren en kwartieren

Nadere informatie

Onthoudboekje rekenen

Onthoudboekje rekenen Onthoudboekje rekenen Inhoud 1. Hoofdrekenen: natuurlijke getallen tot 100 000 Optellen (p. 4) Aftrekken (p. 4) Vermenigvuldigen (p. 5) Delen (p. 5) Deling met rest (p. 6) 2. Hoofdrekenen: kommagetallen

Nadere informatie

De vormgeving. Algemene inleiding

De vormgeving. Algemene inleiding !"#$%&'(#)*+,++-(./04-556669' 78$7!$9!7!66679:"7:87 6 Algemene inleiding De vormgeving Alles telt is een overzichtelijke methode. Dat blijkt ook uit de vormgeving. Daarom is gekozen voor een rustige vormgeving,

Nadere informatie

i n s t a p h a n d l e i d i n g

i n s t a p h a n d l e i d i n g jaargroep 7 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs i n s t a p h a n d l e i d i n g k o l o m s g e w i j s v e r m e n i g v u l d i g e n Inleiding Het programma laat de leerlingen kennismaken

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen

Nadere informatie

toets Leerlijn Leerdoelen Leeractiviteit toets Toets

toets Leerlijn Leerdoelen Leeractiviteit toets Toets toets blok 6 55 Overzicht van de leerdoelen Leerlijn Leerdoelen Leeractiviteit toets Toets Getalrelaties en getalbegrip Basisvaardigheden Getalrelaties en getalbegrip Betekenis, plaats, structuur en waarde

Nadere informatie

handleiding leerjaar 6 blok 5

handleiding leerjaar 6 blok 5 handleiding leerjaar 6 blok 5 Auteurs: Els van den Bosch-Ploegh Brugt Krol Jeannette Nijs-van Noort Ad Plomp Wim Sweers Anne Coos Vuurmans Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Inhoudelijke redactie:

Nadere informatie

2A LEERLIJN. leerjaar 1. tellen. optellen en aftrekken GROEPEREN VERMENIGVULDIGEN EN DELEN. plaats en waarde. handig rekenen 1 ORDENEN EN UITSPREKEN

2A LEERLIJN. leerjaar 1. tellen. optellen en aftrekken GROEPEREN VERMENIGVULDIGEN EN DELEN. plaats en waarde. handig rekenen 1 ORDENEN EN UITSPREKEN 2A LEERLIJN leerjaar 1. 1. tellen 1.1 Tellen in groepjes 1.2 Vooruittellen en terugtellen 7. optellen en aftrekken 7.1 Optellen 7.2 Aftrekken 2. GROEPEREN 2.1 Groeperen en inwisselen 2.2 Springen met grotere

Nadere informatie

Inhoud kaartenbak groep 8

Inhoud kaartenbak groep 8 Inhoud kaartenbak groep 8 1 Getalbegrip 1.1 Ligging van getallen tussen duizendvouden 1.2 Plaatsen van getallen op de getallenlijn 1.3 Telrij t/m 100 000 1.4 Telrij t/m 100 000 1.5 Getallen splitsen en

Nadere informatie

Deel 12 en 13 van De Wiskanjers Zorg: Curriculumdifferentiatie

Deel 12 en 13 van De Wiskanjers Zorg: Curriculumdifferentiatie Deel 12 en 13 van De Wiskanjers Zorg: Curriculumdifferentiatie Deze mappen willen wegwijzers aanreiken om vanuit begrip en respect het beste te halen uit die leerlingen die de basis wiskundeleerstof uit

Nadere informatie

Aandachtspunten. blok 1, les 3 blok 2, les 3 blok 2, les 6 blok 3, les 3 blok 3, les 6

Aandachtspunten. blok 1, les 3 blok 2, les 3 blok 2, les 6 blok 3, les 3 blok 3, les 6 Aandachtspunten 307 Aandachtspuntenlijst 1, bij blok 1, 2 en 3 1 Verkennen en benoemen van verschillende betekenissen en functies van getallen t/m 1000. Het kind begrijpt nog niet dat er een verband bestaat

Nadere informatie

Rekentermen en tekens

Rekentermen en tekens Rekentermen en tekens Erbij de som is hetzelfde, is evenveel, is gelijk aan Eraf het verschil, korting is niet hetzelfde, is niet evenveel Keer het product kleiner dan, minder dan; wijst naar het kleinste

Nadere informatie

handleiding leerjaar 8 blok 1

handleiding leerjaar 8 blok 1 handleiding leerjaar 8 blok Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Auteurs: Els van den Bosch-Ploegh Brugt Krol Jeannette Nijs-van Noort Ad Plomp Wim Sweers Anne Coos Vuurmans Redactie: Fundamentaal,

Nadere informatie

Werkwoordspelling 2 Toelichting en Antwoorden

Werkwoordspelling 2 Toelichting en Antwoorden Werkwoordspelling 2 Toelichting en Antwoorden COLOFON Auteurs Frank Pollet Illustraties Liza-Beth Valkema Basisvormgeving LS Ontwerpers bno, Groningen Omslag illustratie Metamorfose ontwerpen BNO, Deventer

Nadere informatie

Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen 1 REKENEN Boek 4a: Blok 1 - week 1 - optellen en aftrekken t/m 10 (3 getallen, 4 sommen) 5 + 4 = / 4 + 5 = 9 5 = / 9 4 = - getallen tot 100 Telrij oefenen met kralenstang

Nadere informatie

Sietse Kuipers. Oefenen met rekenen voor groep 7

Sietse Kuipers. Oefenen met rekenen voor groep 7 Sietse Kuipers Oefenen met rekenen voor groep 7 Auteur: Sietse Kuipers Omslagontwerp: Studio Willemien Haagsma bno 2018 Visual Steps B.V. Eerste druk: maart 2018 ISBN 978 90 5905 694 7 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN OPTELLEN/AFTREKKEN Zet de getallen onder elkaar in je schrift eerst zelf proberen uit te rekenen bij aftrekken: denk om lenen bij optellen: denk om doorschuiven geen vergissingen? bij lang nadenken: rekenmachine

Nadere informatie

Aandachtspunten. blok 3, les 1 blok 3, les 3 blok 3, les 8. blok 1, les 1 blok 1, les 3 blok 1, les 6 blok 1, les 8 blok 1, les 11 blok 2, les 11

Aandachtspunten. blok 3, les 1 blok 3, les 3 blok 3, les 8. blok 1, les 1 blok 1, les 3 blok 1, les 6 blok 1, les 8 blok 1, les 11 blok 2, les 11 Aandachtspunten 307 Aandachtspuntenlijst 1, bij blok 1, 2 en 3 1 Kommagetallen. Het kind kan geen steunpunten plaatsen op de getallenlijn. Het kind heeft weinig inzicht in de positiewaarde van cijfers

Nadere informatie

Deel 1: Getallenkennis

Deel 1: Getallenkennis Deel 1: Getallenkennis 1 Natuurlijke getallen 10 1.1 De waarde van cijfers in natuurlijke getallen 10 Les 1: Natuurlijke getallen kleiner dan 100 000 10 Les 2: Natuurlijke getallen kleiner dan 1 000 000

Nadere informatie

Aandachtspunten. blok 8, les 3 blok 8, les 11. blok 8, les 3 blok 9, les 6 blok 9, les 11. blok 7, les 3 blok 7, les 8 blok 9, les 6

Aandachtspunten. blok 8, les 3 blok 8, les 11. blok 8, les 3 blok 9, les 6 blok 9, les 11. blok 7, les 3 blok 7, les 8 blok 9, les 6 Aandachtspunten 299 Aandachtspuntenlijst 3, bij blok 7, 8 en 9 1 De telrij tot en met en boven 100 000. plaatsen van getallen op de getallenlijn. Het kind kan zich geen voorstelling maken van een hoeveelheid.

Nadere informatie

GETALLEN Onderdeel: Getalbegrip Doel: Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen hebben.

GETALLEN Onderdeel: Getalbegrip Doel: Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen hebben. Leerroute 3 Jaargroep: 8 GETALLEN Onderdeel: Getalbegrip Doel: Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen hebben. Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen kunnen hebben. (hoeveelheidsgetal,

Nadere informatie

overzicht van de leerdoelen

overzicht van de leerdoelen blok 6 2 blok 6 overzicht van de leerdoelen Leerlijn Getalrelaties en getalbegrip Leerdoelen De leerlingen maken kennis met hele grote getallen (onder de 100 000), zij kunnen daar mee rekenen en zij leren

Nadere informatie

2016 W. Danhof / P. Bandstra Bandstra Speciaal Rekenadvies

2016 W. Danhof / P. Bandstra  Bandstra Speciaal Rekenadvies Blad 1: Optellen Optellen Antwoord Tijd Overschr. IT1 Fase 1a M3 A. D. M. H. Voorbeeld: 3 + 5 = Check evt. getalbegrip tot 10 8 + 1 O Gebruik makend van omkering 3 + 5 >> 5 + 3 = 8 2 + 5 O Doortellend

Nadere informatie

Groep 7, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3

Groep 7, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3 Groep 7, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3 LES 1 LES 2 LES 3 LES 4 LES 5 (tot 1000 en boven 1000 getallen herkennen, benoemen en noteren) (tot 1000) (1/10) (1/2 en 1/5) (10 cm = 0,10 m,

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna

Nadere informatie

Lesopbouw: instructie. 2 Instructie. 1 Start. Blok 4 Week 2 Les 1

Lesopbouw: instructie. 2 Instructie. 1 Start. Blok 4 Week 2 Les 1 Blok Week 2 Les 1 0 70 30 0 35 5 20 10 1 36 2 11 12 1 0 739 00 96 325 10 71 02 9 327 330 69 56 1 210 332 700 566 20 212 59 29 3 599 76 551 300 5 1 770 99 0 00 109 3 991 10 02 111 350 70 270 96 596 150

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I WISKUNDE. MAVO-D / VMBO-gt

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I WISKUNDE. MAVO-D / VMBO-gt UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: NIVEAU: WISKUNDE MAVO-D / VMBO-gt EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna

Nadere informatie

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1.

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1. Derde domein: gebroken getallen 1 Kennismaking met breuken 1.1 De breuk als deel van een geheel Opdracht 2 blaadje 1 blaadje 2 blaadje 3 blaadje 4 Een blaadje in twee delen vouwen geeft de helft van een

Nadere informatie

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:... TOETS REKENEN / WISKUNDE Naam:... School:... Datum:... Groep:... 1A. Hoofdrekenen: optellen en aftrekken Reken de sommen op je eigen manier uit. Gebruik het kladblaadje als je een tussenstap wilt noteren.

Nadere informatie

I I. Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten

I I. Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten H A N D L E I D I N G 7 I I Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten H A N D L E I D I N G Lesbeschrijvingen Breuken en procenten Basisstof breuken procenten Lesdoelen De leerlingen kunnen: helen vermenigvuldigen

Nadere informatie

2 REKENEN MET BREUKEN 3. 2.3 Optellen van breuken 6. 2.5 Aftrekken van breuken 9. 2.7 Vermenigvuldigen van breuken 11. 2.9 Delen van breuken 13

2 REKENEN MET BREUKEN 3. 2.3 Optellen van breuken 6. 2.5 Aftrekken van breuken 9. 2.7 Vermenigvuldigen van breuken 11. 2.9 Delen van breuken 13 REKENEN MET BREUKEN. De breuk. Opgaven. Optellen van breuken 6. Opgaven 8. Aftrekken van breuken 9.6 Opgaven 9.7 Vermenigvuldigen van breuken.8 Opgaven.9 Delen van breuken.0 Opgaven. Een deel van een deel.

Nadere informatie

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5 Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5 1 2 3 4 5 1x1= 1 1x2= 2 1x3= 3 1x4= 4 1x5= 5 2x1= 2 2x2= 4 2x3= 6 2x4= 8 2x5=10 3x1= 3 3x2= 6 3x3= 9 3x4=12 3x5=15 4x1= 4 4x2= 8 4x3=12 4x4=16 4x5=20 5x1= 5 5x2=10 5x3=15

Nadere informatie

Reken zeker: leerlijn breuken

Reken zeker: leerlijn breuken Reken zeker: leerlijn breuken B = breuk H = hele HB = hele plus breuk (1 1/4) Blauwe tekst is theorie uit het leerlingenboek. De breuknotatie in Reken zeker is - anders dan in deze handout - met horizontale

Nadere informatie

Lesopbouw: instructie. Lesinhoud. 1 Start. 2 Instructie. Blok 4 Week 2 Les 1. Vermenigvuldigen: rekenen met de factor 10, 100 en

Lesopbouw: instructie. Lesinhoud. 1 Start. 2 Instructie. Blok 4 Week 2 Les 1. Vermenigvuldigen: rekenen met de factor 10, 100 en Blok Week Les 6 6 7 7 6 7 96 7 6 6 7 9 a 7 c 76 e 7 6 g 7 79 b d f h 7 7 9 9 () 6 7 6 6 6 9 7 7 6 799 9 6 6 77 6 6 79 7 6 66 6 6 6 7 9 6 Lesinhoud Vermenigvuldigen: rekenen met de factor, en Bewerkingen:

Nadere informatie

REKENZWAK VMBO-MBO. Lonneke Boels - Christelijk Lyceum Delft Rekencoördinator, docent rekenen, technator RT-praktijk Alaka rekenen basisschool en pabo

REKENZWAK VMBO-MBO. Lonneke Boels - Christelijk Lyceum Delft Rekencoördinator, docent rekenen, technator RT-praktijk Alaka rekenen basisschool en pabo REKENZWAK VMBO-MBO Lonneke Boels - Christelijk Lyceum Delft Rekencoördinator, docent rekenen, technator RT-praktijk Alaka rekenen basisschool en pabo Oorzaken rekenproblemen En wat kun je eraan doen? Oorzaak

Nadere informatie

Toetswijzer examen Cool 2.1

Toetswijzer examen Cool 2.1 Toetswijzer examen Cool 2.1 Cool 2.1 1 Getallenkennis: Grote natuurlijke getallen 86 a Ik kan grote getallen vlot lezen en schrijven. 90 b Ik kan getallen afronden. 91 c Ik ken de getalwaarde van een getal.

Nadere informatie

Breuken. Tel.: Website:

Breuken. Tel.: Website: Breuken Leer- en oefenboek Versie - april 08 Auteur en uitgever: Klaas van der Veen Tel.: 00-700 E-mail: info@ info@meesterklaas.nl Website: www. www.meesterklaas.nl Inhoud Wat is een breuk Wat is groter:

Nadere informatie

Getallen. 1 Doel: een getallenreeks afmaken De leerlingen maken de getallenreeks af met sprongen van 150 000.

Getallen. 1 Doel: een getallenreeks afmaken De leerlingen maken de getallenreeks af met sprongen van 150 000. Getallen Basisstof getallen Lesdoelen De leerlingen kunnen: een reeks afmaken; waarde van cijfers in een groot getal opschrijven; getallen op de getallenlijn plaatsen; afronden op miljarden; getallen in

Nadere informatie

h a n d l e i d i n g

h a n d l e i d i n g Zwijsen jaargroep 4 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs i n s t a p h a n d l e i d i n g g e t a l l e n e n g e t a l b e g r i p 5 10 Inleiding Middels het programma maken de leerlingen kennis

Nadere informatie

Bij het cijferend optellen beginnen we bij de eenheden en werken we van rechts naar links:

Bij het cijferend optellen beginnen we bij de eenheden en werken we van rechts naar links: Cijferend optellen t/m 1000 Voor u ligt de verkorte leerlijn cijferend optellen groep 5 van Reken zeker. Deze verkorte leerlijn is bedoeld voor de leerlingen die nieuw instromen in groep 6 en voor de leerlingen

Nadere informatie

Getallen en getalrelaties

Getallen en getalrelaties Leerlijnenoverzicht In de leerlijnenmatrix staat een overzicht van alle leerinhouden, die in groep 3 tot en met 8 aan de orde komen. Per jaargroep zijn er ruim zestig leerdoelen, deze zijn niet één op

Nadere informatie

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1.

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1. Derde domein: gebroken getallen 1 Kennismaking met breuken 1.1 De breuk als deel van een geheel blaadje 1 blaadje 2 blaadje 3 blaadje 4 Een blaadje in twee delen vouwen geeft de helft van een heel blaadje.

Nadere informatie

a a Hoe hoog is de kleinste toren op het plaatje? 97 m b d Hoe oud zijn de Martinitoren en de Eiffeltoren? De Martinitoren is meer dan

a a Hoe hoog is de kleinste toren op het plaatje? 97 m b d Hoe oud zijn de Martinitoren en de Eiffeltoren? De Martinitoren is meer dan les 14 59 Aan welke keersommen uit de tafels tot 10 denk je? b 9 70 = 630 6 80 = 480 9 7 en 6 8 a a 4 30 = 120 4 50 = 200 4 3 en 4 5 c 8 80 = 640 7 60 = 420 8 8 en 7 6 b d = 5600 = 7200 Meer antwoorden.

Nadere informatie

SAMENVATTING BASIS & KADER

SAMENVATTING BASIS & KADER SAMENVATTING BASIS & KADER Afronden Hoe je moet afronden hangt af van de situatie. Geldbedragen rond je meestal af op twee decimalen, 15,375 wordt 15,38. Grote getallen rondje meestal af op duizendtallen,

Nadere informatie

1.Tijdsduur. maanden:

1.Tijdsduur. maanden: 1.Tijdsduur 1 etmaal = 24 uur 1 uur = 60 minuten 1 minuut = 60 seconden 1 uur = 3600 seconden 1 jaar = 12 maanden 1 jaar = 52 weken 1 jaar = 365 (of 366 in schrikkeljaar) dagen 1 jaar = 4 kwartalen 1 kwartaal

Nadere informatie

Stenvert. Rekenmeesters 5. Zelfstandig werken Rekenen Groep 7 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Rekenen Rekenmeesters 5 Antwoorden Groep 7

Stenvert. Rekenmeesters 5. Zelfstandig werken Rekenen Groep 7 Antwoorden. Zelfstandig werken Stenvert Rekenen Rekenmeesters 5 Antwoorden Groep 7 Zelfstandig werken Rekenen Groep 7 Antwoorden Stenvert maakt deel uit van ThiemeMeulenhoff Zelfstandig werken (Z). Dit bestaat uit een groot assor ment leermiddelen voor alle leerjaren. Op onze Z-site vindt

Nadere informatie

Optellen van twee getallen onder de 10

Optellen van twee getallen onder de 10 Splitsen tot 0 uit het hoofd 2 Optellen 2 7 6 2 5 3 4 Splitsen tot 20 3 2 8 7 2 6 3 5 4 4 4 3 2 2 9 8 2 7 3 6 4 5 5 4 2 3 0 9 2 8 3 7 4 6 5 5 6 5 2 4 3 3 Bij een aantal iets erbij doen heet optellen. Je

Nadere informatie

Tussendoelen domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip

Tussendoelen domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip Tussendoelen domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip HELE GETALLEN kan de telrij opzeggen tot ten minste 20. kan vanuit elk getal tot 20 verder tellen en vanuit elk getal onder 10 terugtellen. herkent en

Nadere informatie

Groep 6. Uitleg voor ouders (en kinderen) over de manieren waarop rekenen in groep 6 aan bod komt. Don Boscoschool groep 6 juf Kitty

Groep 6. Uitleg voor ouders (en kinderen) over de manieren waarop rekenen in groep 6 aan bod komt. Don Boscoschool groep 6 juf Kitty Groep 6 Uitleg voor ouders (en kinderen) over de manieren waarop rekenen in groep 6 aan bod komt. Getalbegrip Ging het in groep 5 om de hele getallen tot 1000, nu wordt de getallenwereld uitgebreid. Naast

Nadere informatie

8000-4000=4000 900-600=300 90-90 =0 7-8= 1 tekort! 4000 + 300+0-1 = 4299

8000-4000=4000 900-600=300 90-90 =0 7-8= 1 tekort! 4000 + 300+0-1 = 4299 Rekenstrategieën Voor de basisbewerkingen optellen en aftrekken, vermenigvuldigen en delen en voor het rekenen met breuken en rekenen met decimale getallen, wordt een overzicht gegeven van rekenstrategieën

Nadere informatie

5.327 703 x 15.981 3.728.900 + 3.744.881. 2.160 3.007 x 15.120 6.480.000 + 6.495.120. 2.160 3.007 x 15.120 00.000 0 00.000 6.480.000 + 6.495.

5.327 703 x 15.981 3.728.900 + 3.744.881. 2.160 3.007 x 15.120 6.480.000 + 6.495.120. 2.160 3.007 x 15.120 00.000 0 00.000 6.480.000 + 6.495. Bij vermenigvuldigen van twee grote getallen onder elkaar staan de rijen onder de streep elk voor een tussenstap. De eerste rij staat voor het vermenigvuldigen met het cijfer dat de eenheden van het onderste

Nadere informatie

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent.

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent. BLAD 16: HAM EN KAAS 1. Hoeveel is het goedkoper? a. Twee aanbiedingen bij de supermarkt. Hoeveel cent is het goedkoper? 6 witte bolletjes:... 10 scharreleieren:... b. Reken van deze aanbiedingen ook uit

Nadere informatie

Handleiding. Reken-wiskundemethode voor het primair onderwijs. Katern 1S en 1F

Handleiding. Reken-wiskundemethode voor het primair onderwijs. Katern 1S en 1F I Handleiding Reken-wiskundemethode voor het primair onderwijs Katern 1S en 1F Handleiding bij de katernen 1F en 1S 1 In 2010 hebben de referentieniveaus een wettelijk kader gekregen. Basisscholen moeten

Nadere informatie

handleiding leerjaar 5 blok 4

handleiding leerjaar 5 blok 4 handleiding leerjaar 5 blok 4 Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Auteurs: Els van den Bosch-Ploegh Brugt Krol Jeannette Nijs-van Noort Ad Plomp Wim Sweers Anne Coos Vuurmans Redactie: Fundamentaal,

Nadere informatie

handleiding leerjaar 6 blok 1

handleiding leerjaar 6 blok 1 handleiding leerjaar 6 blok 1 Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Auteurs: Els van den Bosch-Ploegh Brugt Krol Jeannette Nijs-van Noort Ad Plomp Wim Sweers Anne Coos Vuurmans Redactie: Fundamentaal,

Nadere informatie

Rekenportfolio. Naam: cm 2. m 3 + = 1 _ 12

Rekenportfolio. Naam: cm 2. m 3 + = 1 _ 12 Tytsjerksteradiel Rekenportfolio Naam: cm 2 1 5 7 + = 5 10 10 m 3 1 _ 12 X 5 1 + = 5 1 + Inhoudsopgave Voorwoord 3 Domein getallen 4 - Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen 5 - Breuken 6 - Rekenvolgorde

Nadere informatie