Verpleegkundige zorg en begeleiding bij midden complexe zorg

Transcriptie

1 PROEVE VAN BEKWAAMHEID Verpleegkundige zorg en begeleiding bij midden complexe zorg MBO VERPLEEGKUNDIGE De procedure, regels en afspraken voor, tijdens en na de proeve is te vinden in de Handleiding en examenorganisatie bij proeven voor alle betrokkenen bij dit examen. Naam kandidaat:. Periode waarin de proeve is afgenomen:././20.. tot en met././20.. Instelling waar de proeve is afgenomen: Cesuur: alle bewijsstukken moeten met een voldoende zijn afgesloten Dit gehele examendocument, 15 pagina s, moet na de beoordeling in originele staat op school worden ingeleverd. Bij het ontbreken van pagina s wordt de toets als ongeldig geregistreerd en het resultaat als onvoldoende. PvB Verpleegkundige zorg en begeleiding bij midden complexe zorg / VP / RdGG cohort 2010 & 2011 / KD 2009 / Pagina 1 van 15

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Proeve Onderdeel 1:... 5 De verpleegkundige diagnose stellen, het verpleegplan opstellen, uitvoeren en evalueren voor een zorgvrager, welke palliatief- terminale zorg ontvangt. Onderdeel 2:... 6 Uitvoering geven aan verpleegkundige zorg bij 3 midden complexe zorgvragers en de daarbij behorende verpleegtechnische vaardigheden uitvoeren. Onderdeel 3:... 7 Begeleiden van een zorgvrager op psychosociaal gebied. Onderdeel 4:... 7 Geeft voorlichting en/ of instructie aan een zorgvrager in een middencomplexe zorgsituatie. Beoordelingscriteria praktijkonderdeel 1:... 8 De verpleegkundige diagnose stellen, het verpleegplan opstellen, uitvoeren en evalueren voor een zorgvrager, welke palliatieve of terminale zorg ontvangt. Beoordelingscriteria praktijkonderdeel 2:... 9 Uitvoering geven aan verpleegkundige zorg bij 3 complexe zorgvragers en voert de daarbij behorende verpleegtechnische vaardigheden uit. Beoordelingscriteria praktijkonderdeel 3: Begeleidt een zorgvrager op psychosociaal gebied. Beoordelingscriteria praktijkonderdeel 4: Geeft voorlichting en instructie aan een zorgvrager in een middencomplexe situatie. Resultaat Proeve Verpleegkundige zorg en begeleiding bij midden complexe zorg. Overzicht werkprocessen en competenties in proeve erpleegkundige zorg en begeleiding bij middencomplexe zorg Goedgekeurd door de voorzitter van de examencommissie op Pagina 2 van 15

3 Inleiding Voor je ligt de derde proeve van bekwaamheid van de opleiding tot verpleegkundige niveau 4. Door middel van deze proeve toon je aan dat je competent bent in het uitvoeren van complexe zorg. Gedurende je opleiding leg je 3 praktijkexamens af: 1: Persoonlijke zorg (praktijkexamen) 2: Verpleegkundige zorg en begeleiding bij complexe zorg (vorm is een proeve van bekwaamheid) 3: Professioneel handelen (vorm is een proeve van bekwaamheid) Met deze voorliggende proeve professioneel handelen worden de volgende kerntaken geëxamineerd gebaseerd op het Kwalificatiedossier MBO Verpleegkundige 2009: Kerntaak 1: Bieden van verpleegkundige zorg en ondersteuning op basis van het verpleegplan. Kerntaak 2: Begeleiden van de zorgvrager(s) op basis van het verpleegplan. Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken. In bijlage 2 vind je een overzicht van de werkprocessen van de kerntaken die in deze proeve voorkomen. Naast de beroepsgerichte kerntaken worden competenties uit het document Leren Loopbaan Burgerschap betrokken bij de proeve. In bijlage 2 vind je deze werkprocessen en competenties van LLB. Gemiddeld is er per jaar één praktijkexamen. Er is een opbouw in complexiteit van de proeven. Praktijkexamen: Persoonlijke zorg is gericht op het bieden van basiszorg. Proeve: Verpleegkundige zorg en begeleiding bij midden complexe zorg is gericht op meer complexiteit in de zorg en een deel verpleegtechnisch handelen. Proeve: Professioneel handelen richt zich naast de hoog complexe zorg ook op overstijgende taken als verpleegkundige zoals het coördineren van zorg en het meewerken aan kwaliteitzorg. In alle proeven toon je aan dat je binnen diverse situaties kunt functioneren op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. Een praktijk examen/proeve van bekwaamheid wordt altijd uitgevoerd en beoordeeld in de praktijk, daar kun je in authentieke situaties laten zien hoe je werkt als verpleegkundige. Elke praktijkexamen bestaat uit een aantal vaste stappen. Lees vooraf alles zorgvuldig door. Het zal je helpen om je examinering goed te organiseren en uit te voeren. Omdat een proeve van bekwaamheid een officieel examen is, wordt er in de tekst die voor je ligt gebruik gemaakt van een aantal standaard omschrijvingen die hier mee te maken hebben: Kandidaat: Assessor: Opleidingsfunctionaris: Examenplek: dat ben jij, nu in de rol van examenkandidaat dat is degene die jou beoordeelt rondom de uitvoering van de proeve. opleidingscoördinator, praktijkopleider, praktijkdocent de afdeling (instelling) waar jij je proeve uit gaat voeren Wij wensen je heel veel succes bij het behalen van dit examen! Goedgekeurd door de voorzitter van de examencommissie op Pagina 3 van 15

4 Proeve Verpleegkundige zorg en begeleiding bij midden complexe zorg Voor deze proeve geldt dat de kandidaat een zorgvrager kiest op wie een aantal van de onderstaande criteria van toepassing zijn. De zorgvrager heeft één of meerdere verpleegproblemen Er is sprake van (multi) pathologie Er is sprake van problematiek op het psychosociale, psychosomatische, sociale en/of somatische vlak passend bij werkveld en niveau van de kandidaat Er is sprake van een ethisch dilemma Er is tijdens de uitvoering van zorg sprake van hoge werkdruk De te verlenen zorg aan de zorgvrager is arbeidsintensief Er is sprake van snel op elkaar volgende ontwikkelingen op het vakgebied op de afdeling (complexiteit en technologie) Er is sprake van samenwerking met verschillende disciplines Onderdeel 1: De verpleegkundige diagnose stellen, het verpleegplan opstellen, uitvoeren en evalueren voor een zorgvrager (met een verstandelijke beperking en/of met een psychiatrische ziektebeeld en/of een klinische zorgvrager en/of een zorgvrager in de categorie moeder en kind.) Je gaat bij dit onderdeel de zorgvraag in kaart brengen en uitwerken in een verpleegplan. Van daaruit ga je verder met het uitwerken van het voorlichtingsplan en het gesprek voeren hierover. Het gaat er om dat je dit proces, van in kaart brengen en uitvoeren, kunt monitoren. Stap 1 Je verzamelt gegevens bij de zorgvrager door één anamnese af te nemen. Je stelt een verpleegplan op in overleg met de zorgvrager. Je overlegt met betrokken andere disciplines over het verpleegplan. Stap 2 Je voert het verpleegplan gedurende 3 dagen uit, waarbij je rekening houdt met de protocollen en afspraken, zoals deze op de afdeling gelden. Je houdt rekening met de beroepscode tijdens de uitvoering van de zorg. Stap 3 Je evalueert het verpleegplan met de zorgvrager en stelt deze zo nodig, in overleg met de zorgvrager bij. Goedgekeurd door de voorzitter van de examencommissie op Pagina 4 van 15

5 Onderdeel 2: Uitvoering geven aan verpleegkundige zorg bij 3 zorgvragers en de daarbij behorende verpleegtechnische vaardigheden uitvoeren (zie bijgevoegde lijst voor mogelijke vaardigheden). Bij dit onderdeel ga je 3 zorgvragers gedurende 3 dagen verzorgen en voer je de voorkomende verpleegtechnische vaardigheden, welke passen bij de duur van je opleiding uit. Stap 1. Kies 3 zorgvragers uit, welke je gedurende 3 dagen de verpleegkundige zorg zal gaan geven, Bij de keuze van de zorgvragers dienen minimaal vier van de criteria, welke benoemd zijn op pagina 5 voor te komen bij de zorgvragers die je kiest. Stap 2. Bij de te verlenen zorg voer je drie verschillende verpleegtechnische vaardigheden uit, welke behoren bij de duur van je opleiding (zie bijgevoegde lijst). Je werkt daarbij volgens de geldende protocollen van de afdeling en bent in staat kritisch te kijken naar de protocollen. Naast het uitvoeren van de verpleegtechnische vaardigheden laat je zien dat je in een ongewenste en/of acute situatie adequaat en op tijd de nodige beslissingen kunt nemen. Stap 3. Je evalueert en rapporteert de verleende zorg, volgens de op de afdeling geldende criteria Lijst Verpleegtechnische handelingen die in deze proeve gedaan kunnen worden. Deze zijn behandeld in BO 13 deel 1 en 2. Blaaskatheter verzorgen Blaaskatheter verwijderen Verzorgen SP katheter Blaasspoelen open/gesloten Wonden met hechtingen verzorgen Tampons verwijderen Hechtingen (agraves) verwijderen Wond en drain verzorgen Drainfles of-zak verwisselen Wonddrain verwijderen Darmspoelen Zwachteltechnieken Monsters afnemen voor diagnostiek; urinekweek en/of faeceskweeken/of wondkweek en/of sputumkweek Maagsonde verzorgen Maagsonde verwijderen Bloedsuikerprikken Assisteren bij perifeer infuus inbrengen Perifeer infuus aansluiten Perifeer infuussysteem ontluchten Perifeer infuussysteem verwisselen Perifeer infuussysteem verwijderen (excl. doorspuiten) Perifeer infuussysteem aansluiten m.b.v. infuuspomp/ spuitenpomp Stoma verzorgen (UP+AP) Stoma irrigeren Goedgekeurd door de voorzitter van de examencommissie op Pagina 5 van 15

6 Onderdeel 3: Begeleiden van een zorgvrager op psychosociaal gebied Bij onderdeel 3 ga je een zorgvrager begeleiden op psychosociaal gebied. Stap 1. Bij dit onderdeel ga je een zorgvrager en eventueel diens naasten begeleiden op psychosociaal gebied. Je kiest een zorgvrager uit waarbij de begeleiding op psychosociaal gebied onderdeel is van de verpleegkundige beroepsuitoefening. Stap 2. Ga aan de hand van het verpleegplan na welke psychosociale begeleiding je kunt verwachten in deze situatie Stap 3. Ga het begeleidingsgesprek aan met de zorgvrager en eventueel de mantelzorg. Je houdt hierbij rekening met de geldende wettelijke kaders. Stap 4. Evalueer de verleende begeleiding. Je schakelt indien de situatie dit vraagt een andere discipline in volgens de op de afdeling geldende procedure. Onderdeel 4: Geeft voorlichting en/ of instructie aan een zorgvrager in een middencomplexe zorgsituatie. Je gaat bij dit onderdeel voorlichting en/ of instructie geven aan een zorgvrager in een complexe zorgsituatie. Stap 1 Je inventariseert samen met de zorgvrager de noodzaak van de voorlichting/ instructie. Je werkt een voorlichtingsplan en/ of instructie uit. Stap 2 Je plant de voorlichting met de zorgvrager en eventueel de mantelzorg. Je voert het voorlichtingsgesprek met de zorgvrager waarvoor je het voorlichtingsplan geschreven hebt, waarbij je rekening houdt met het niveau van de zorgvrager en de wettelijke kaders. Stap 3 Je rapporteert en monitort het effect van de voorlichting gericht op de complexe zorgvragen Stap 4 Je evalueert en rapporteert de effecten van de voorlichting/ instructie Goedgekeurd door de voorzitter van de examencommissie op Pagina 6 van 15

7 De verpleegkundige diagnose stellen, het verpleegplan opstellen, uitvoeren en evalueren voor een zorgvrager (met een verstandelijke beperking en/of met een psychiatrische ziektebeeld en/of een klinische zorgvrager en/of een zorgvrager in de categorie moeder en kind.) LBB Beoordelingscriteria praktijkonderdeel 1 O D, H, J, K, M, Verzamelt systematisch de verschillende gegevens Neemt het anamnesegesprek af aan de hand, van een voor de afdeling, standaard vragenlijst Bepaalt in het gesprek de zorgbehoeften en wensen van de zorgvrager en mantelzorg/ naasten Heeft aandacht voor de belangen van de zorgvrager en mogelijkheden m.b.t. het opstellen van de verpleegkundige diagnose in het verpleegplan 1.1 D, H, J, K, M. 1.1 D, H, J, K, M. 1.2, 1.8 A,F,K,R 1.1 D, H, J, K, M. 1.2 F,K,R 1.2 F,K,R 1.1, 1.8 I, J 1.1 D, H, J, K, M Analyseert de gegevens en maakt een afweging in de risico s OF eventueel beperkende maatregelen Stelt het verpleegplan op. Het verpleegplan bestaat uit: Verpleegproblemen/ verpleegkundige diagnose, met aandacht voor actuele en potentiële problemen (PES) Doelen (RUMBA) Interventies Evaluatiecriteria gericht op product en proces Verpleegplan is uitvoerbaar in de praktijk (dit onderdeel moet met een 1 beoordeeld zijn anders volgt een onvoldoende) Overlegt met betrokkenen over het verpleegplan en komt samen met de betrokkenen tot een overeenstemming over het verpleegplan. Voert het verpleegplan gedurende 3 dagen uit. Stelt de juiste vragen om informatie te krijgen over de gezondheidstoestand of bijvoorbeeld therapietrouw en medicatiegebruik Handelt tijdens de uitvoering van verpleegkundige zorg zelfverzekerd gericht op de problematiek van de zorgvrager. Zorgt dat de zorgvrager zich veilig voelt door in gesprek te blijven en te zeggen wat hij/zij gaat doen. Verwerkt de gegevens nauwkeurig, helder en volledig in de rapportage volgens de regels van de afdeling. Stelt het verpleegplan zo nodig bij, in overleg met de zorgvrager. Cesuur voor praktijkonderdeel 1: Maximaal te scoren: 14 punten. Bij een PvB ligt de grens van Voldoende/ Onvoldoende bij 70% Waarbij het grijs gearceerde blok(ken) met 1 moet zijn beoordeeld. Dit betekent: Bijeen score van 11 punten of hoger = vanaf 80% of meer = goed Bij een score van 9 punten = vanaf 70% tot 80% = voldoende Bij een score van 8* punten of minder = minder dan 70% = onvoldoende * Bij decimalen wordt in dit geval afgerond naar beneden. Goedgekeurd door de voorzitter van de examencommissie op Pagina 7 van 15

8 Uitvoering geven aan verpleegkundige zorg bij 3 zorgvragers en voert de daarbij behorende verpleegtechnische vaardigheden uit (zie bijgevoegde lijst voor mogelijke vaardigheden). LLB Beoordelingscriteria praktijkonderdeel 2 O A,K,R Voert verpleegkundige zorg zelfstandig uit in deze situatie m.b.v. protocollen. 1.7 Werkt veilig en neemt maatregelen om ongevallen en ongelukken te A,T,V voorkomen bij de zorgvrager. 1.7 A,T Past indien nodig beschermende maatregelen toe ter bescherming van de zorgvrager. 2.5 Betrekt de zorgvrager waar nodig bij de uitvoering van zorg en informeert D,G de zorgvrager over de te verlenen zorg. 1.1 K,M Stelt de juiste vragen om informatie te krijgen over de gezondheidstoestand of bijvoorbeeld therapietrouw en medicatiegebruik 1.1 K,M Handelt tijdens de uitvoering van verpleegkundige zorg zelfverzekerd gericht op de problematiek van de zorgvrager. 1.8 Zorgt dat de zorgvrager zich veilig voelt door in gesprek te blijven en te A,K,R zeggen wat ze gaat doen. 1.1 K,M Komt met haalbare oplossingen die bijdragen aan de verbetering van de 2.1 C,D verpleegsituatie van de zorgvrager. Stemt zorg en benaderingswijze af op de zorgvrager(s). (dit onderdeel moet met een 1 beoordeeld zijn anders volgt een onvoldoende) 2.1 Reflecteert hoe er tijdens de uitvoering rekening is gehouden met de C,D mogelijkheden en de wensen van de zorgvrager. 2.1 Creëert een omgeving die hen stimuleert de grenzen van hun mogelijkheden C,D te verkennen. 1.4 Verricht verpleegtechnische vaardigheden in opdracht van de behandelaar K,L,T met in achtneming van de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen, procedures en protocollen. 3.2 S,T Verzorgt bij een van de drie zorgvrager een complexe wond. 1.1 K,M Past veiligheidsmaatregelen toe bij het uitvoeren van de verpleegtechnische handelingen voor de zorgvrager en zichzelf 1.7 Past hygiënische maatregelen toe met het oog op infectiepreventie A,T 1.4 L 1.4 K Kiest voor het uitvoeren van de verpleegtechnische handelingen de juiste materialen en middelen. (dit onderdeel moet met een 1 beoordeeld zijn anders volgt een onvoldoende) Is in staat snel en accuraat te rekenen en werkt precies en bekwaam (met de handen), zodat de verpleegtechnische handelingen op een verantwoorde en juiste wijze worden uitgevoerd. (dit onderdeel moet met een 1 beoordeeld zijn anders volgt een onvoldoende) Cesuur voor praktijkonderdeel 2: Maximaal te scoren: 16 punten. Bij een PvB ligt de grens van Voldoende/ Onvoldoende bij 70% Waarbij het grijs gearceerde blok(ken) met 1 moet zijn beoordeeld. Dit betekent: Bijeen score van 13 of hoger = vanaf 80% of meer = goed Bij een score van 11 t/m 12 punten = vanaf 70% tot 80% = voldoende Bij een score van 10* punten of minder = minder dan 70% = onvoldoende Bij decimalen wordt in dit geval afgerond naar beneden. Goedgekeurd door de voorzitter van de examencommissie op Pagina 8 van 15

9 Begeleidt een zorgvrager op psychosociaal gebied LLB Beoordelingscriteria praktijkonderdeel Het plan bestaat uit: 1.1 M Maakt aan de hand van het verpleegplan een inventarisatie welke ondersteuning de zorgvrager op psychosociaal gebied nodig heeft. 2.2 D Heeft kennis van de interne en externe sociale kaart 2.2 D Inventariseert met de zorgvrager en / of mantelzorger welke psychosociale begeleiding noodzakelijk is. 2.3 G Maakt een plan van aanpak voor de begeleiding welke hij/zij gaat geven(dit onderdeel moet met een 1 beoordeeld zijn anders volgt een onvoldoende) 2.3 G Investeert in het opbouwen van een goede relatie met de zorgvrager en zijn betrokkenen, om zodoende het netwerk op het juiste moment te kunnen inschakelen, zodat de zorgvrager op sociaal maatschappelijk gebied optimaal blijft functioneren. 2.4 Motiveert de zorgvrager en naasten om zich, binnen de mogelijkheden, te C ontwikkelen op sociaal-maatschappelijk gebied, 2.4 U Creëert een omgeving die de zorgvrager/ mantelzorger stimuleert de grenzen van hun mogelijkheden te verkennen. (dit onderdeel moet met een 1 beoordeeld zijn anders volgt een onvoldoende) Voert een begeleidingsgesprek met de zorgvrager: 2.3 D 2.5 O, R 2.1 D 2.1 C 2.5 D 2.5 C 2.2 D 2.2 F 2.2K 2.3 R 2.5 G Bouwt het gesprek op in duidelijke onderdelen. Vat regelmatig samen. Sluit in het gesprek aan bij de individuele situatie en levensfase van de zorgvrager. Herkent wanneer de zorgvrager het moeilijk heeft en helpt zorgvrager door deze periode heen door in gesprek te gaan en te steunen. Stimuleert en motiveert de zorgvrager om eigen regie over leven, identiteit en levensinvulling te behouden met aandacht voor structuur. (dit onderdeel moet met een 1 beoordeeld zijn anders volgt een onvoldoende) Is tijdens het gesprek gericht op handhaven en vergroten van de zelfredzaamheid Geeft indien van toepassing adviezen over omgaan met afwijkend gedrag, geeft alternatieven aan en motiveert om doelen te bereiken. Luistert actief naar de zorgvrager, door vragen te stellen en door te vragen Stimuleert de zorgvrager om vragen te stellen Motiveert en stimuleert de zorgvrager om zelf initiatieven te nemen om zelfstandig te functioneren. Benadrukt het belang er van, zodat de zorgvrager een positieve instelling en vertouwen in eigen kunnen behoudt en zo veel mogelijk zelfstandig blijft functioneren. Toont betrokkenheid bij de problemen en vragen van de zorgvrager, leeft zich in, in de situatie van de ander. (dit onderdeel moet met een 1 beoordeeld zijn anders volgt een onvoldoende) Handelt consequent in lijn met de binnen de organisatie en instelling geldende normen en waarden. Handelt onbevooroordeeld, schept een klimaat voor vertrouwen. Gebruikt vakspecifieke kennis en relevante begeleidingstechnieken bij het gesprek, consulteert zo nodig. Goedgekeurd door de voorzitter van de examencommissie op Pagina 9 van 15

10 Gebruikt relevante begeleidingstechnieken en communicatietechnieken bij het omgaan met psychosociale problematiek. 1.5 N Checkt regelmatig of begeleiding en ondersteuning voldoet. (dit onderdeel moet met een 1 beoordeeld zijn anders volgt een onvoldoende) 3.3 E Schakelt indien nodig andere disciplines in op de voor de afdeling gebruikelijke manier Cesuur voor praktijkonderdeel 3: Maximaal te scoren: 25 punten. Bij een PvB ligt de grens van Voldoende/ Onvoldoende bij 70% Waarbij het grijs gearceerde blok(ken) met 1 moet zijn beoordeeld. Dit betekent: Bij een score van 20 of hoger = vanaf 80% of meer = goed Bij een score van 17, 18 of 19 punten = vanaf 70% tot 80% = voldoende Bij een score van 16 * punten of minder = minder dan 70% = onvoldoende * Bij decimalen wordt in dit geval afgerond naar beneden. Goedgekeurd door de voorzitter van de examencommissie op Pagina 10 van 15

11 Geeft voorlichting en instructie aan een zorgvrager in een middencomplexe zorgsituatie LLB Beoordelingscriteria praktijkonderdeel Het plan bestaat uit: 1.6 Een analyse van de situatie van de zorgvrager m.b.t. aanwezige kennis over het onderwerp van de voorlichting, ervaring, motivatie en sociale omgeving L 1.1 M Vaststellen van het gezondheidsprobleem en doel 1.6 L De voorlichtingsmethode 1.6 L Keuze activiteiten en voorlichtingsmateriaal dat beschikbaar is. 1.6 I Plannen van gesprekken en voorlichting met aandacht voor cyclus en betrekken familie/ mantelzorgen en naasten 1.6 I Laat het plan van aanpak beoordelen voor de uitvoering 1.7 A,T De keuze van het voorlichtingsmateriaal sluit aan bij de te geven voorlichting, de zorgvrager en naasten Geeft voorlichting en advies over: 1.4 K,L,T O.a. behandelingen, infectiepreventie, verschillende voorzieningen en gebruik van hulpmiddelen. 1.8 A,K,R Geeft voor- en nadelen weer in het gesprek van methoden en therapieën en legt alternatieven voor waaruit zorgvrager kan kiezen. 1.6 I Presenteert zich als ter zake kundig, legt onderwerpen duidelijk en correct uit, gebruikt heldere taal. 1.5 J,N Neemt signalen over de gezondheidssituatie snel op en neemt de juiste vervolgstappen. Geeft informatie aan juiste disciplines door wanneer daar aanleiding toe is. Overlegt en raadpleegt collega s en andere disciplines over vermoedens en signalen van verandering. Verplaatst zich in het standpunt van de zorgvrager en betrokkenen en begrijpt hun belangen. (dit onderdeel moet met een 1 beoordeeld zijn anders volgt een onvoldoende) 1.6I Hanteert een goed spreektempo en controleert regelmatig of de informatie goed is overgekomen, zodat de zorgvrager en naasten beschikken over relevante informatie en deskundig advies(dit onderdeel moet met een 1 beoordeeld zijn anders volgt een onvoldoende) 1.6 I Evalueert samen met de zorgvrager de gegeven instructie of voorlichting (dit onderdeel moet met een 1 beoordeeld zijn anders volgt een onvoldoende) 1.5 J,N Rapporteert de gegeven instructie en/of voorlichting op de voor de afdeling gebruikelijke manier 1.5 J,N Rapporteert de effecten van de gegeven voorlichting en/ of instructie op de voor de afdeling gebruikelijke manier Cesuur voor praktijkonderdeel 4: Maximaal te scoren: 15 punten. Bij een PvB ligt de grens van Voldoende/ Onvoldoende bij 70% Waarbij het grijs gearceerde blok(ken) met 1 moet zijn beoordeeld. Dit betekent: Bijeen score van 12 of hoger = vanaf 80% of meer = goed Bij een score van 10 t/m 11punten = vanaf 70% tot 80% = voldoende Bij een score van 9* punten of minder = minder dan 70% = onvoldoende Bij decimalen wordt in dit geval afgerond naar beneden. Goedgekeurd door de voorzitter van de examencommissie op Pagina 11 van 15

12 Resultaat Proeve Verpleegkundige zorg en begeleiding bij midden complexe zorg Naam kandidaat: Groep: Instelling: Datum: Eerste kans / herkansing: Kerntaak 1 Praktijkonderdeel: 1. De verpleegkundige diagnose stellen, het verpleegplan opstellen, uitvoeren en evalueren voor een zorgvrager. (Een zorgvrager een verstandelijke beperking en/of met een psychiatrische ziektebeeld en/of een klinische zorgvrager en/of een zorgvrager in de categorie moeder en kind.) Onvold. / voldoende / goed Onvold. / Voldoende/ Goed Kerntaak 1 en 2 2. Uitvoering geven aan verpleegkundige zorg bij 3 midden complexe zorgvragers en de daarbij behorende verpleegtechnische vaardigheden uitvoeren (zie bijgevoegde lijst voor mogelijke vaardigheden). Onvold. / Voldoende/ Goed Kerntaak 1,2 en 3 Kerntaak 1 en 3 3. Begeleidt een zorgvrager op psychosociaal gebied Onvold. / Voldoende/ Goed 4. Geeft voorlichting en instructie aan een zorgvrager in een complexe zorgsituatie Onvold. / Voldoende/ Goed Naam assessor 1: Handtekening: In geval van herkansing: Naam assessor 2: Handtekening: Naam kandidaat: Handtekening: Toelichting van de assessor: Leerpunten Kopie van resultaat neemt kandidaat op in portfolio. Origineel (document proeve) gaat in leerlingendossier op school. Eindwaardering voor Proeve verpleegkundige zorg en begeleiding bij middden comlexe zorg als totaal: 5x goed = Goed 3x goed + 2x voldoende = Voldoende 4x goed + 1x voldoende = Goed 3x, 4x of 5x voldoende = Voldoende Is er een onvoldoende voor een onderdeel en een herkansing nodig dan kan de kandidaat geen goed meer als eindwaardering bereiken. Goedgekeurd door de voorzitter van de examencommissie op Pagina 12 van 15

13 BIJLAGE 1 WAARDERING BEHEERSINGSNIVEAUS bij de BEOORDELING van de kandidaat De assessor maakt bij zijn observaties en tijdens de beoordeling gebruik van onderstaand schema voor het bepalen van het beheersingsniveau van de kandidaat. Niveaubepaling van elk criterium in de beoordelingslijst. 0 1 Behoeft grote verbeteringen en aanvullingen Voldoet als beginnend beroepskracht Kwalificaties: Handelt / beschrijft / communiceert / werkt samen: ONDER DE MAAT en ZWAK Niet adequaat. Niet binnen het toelaatbare van de kwaliteit- en beroepseisen. Handelt / beschrijft / communiceert werkt samen: ADEQUAAT. Zoals verwacht mag worden. Zelfs beter dan vereist is. Volgens de kwaliteit- en beroepseisen. Is niet zeker van zichzelf. Twijfelt regelmatig. Is zeker van zichzelf. Is vastberaden en daadkrachtig. Schiet te kort op onderdelen. Zijn optreden is met regelmaat niet adequaat. Zijn/haar optreden is meestal adequaat. Zijn/haar optreden is naar verwachting, sterk of boven verwachting. Het resultaat / product bevat tekorten. Het resultaat / product is onbevredigend. Het resultaat / product voldoet aan de eisen. Het resultaat / product stijgt boven de eisen uit. algemeen: zeer matig en te zwak algemeen: voldoende en goed Goedgekeurd door de voorzitter van de examencommissie op Pagina 13 van 15

14 BIJLAGE 2 Overzicht werkprocessen en competenties in proeve verpleegkundige zorg en begeleiding bij midden complexe zorg. Overzicht per praktijkonderdeel Onderdeel kerntaak werkproces Competenties Onderdeel D,H,J,K,M F,K,R A,K,I,R Onderdeel 2 1,2 en Onderdeel 3 1,2 en Onderdeel K,M K,L,T A,T,V C,D D,G S,T M N C,D D,F,K G,D,R C,U C,D,G E M K,L,T J,N I,L A,T A,K,R Namen werkprocessen Kerntaak 1: 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op 1.2 Ondersteunt bij persoonlijke basiszorg 1.4 Voert verpleegtechnische handelingen uit 1.5 Monitort de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie aan de zorgvrager 1.7 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties 1.8 Verleent verpleegkundige zorg en ondersteuning in één specifieke branche PvB Verpleegkundige zorg en begeleiding bij midden complexe zorg / VP / RdGG cohort 2010 & 2011 / KD 2009 / Goedgekeurd door de voorzitter van de examencommissie op Pagina 14 van 15

15 Namen werkprocessen Kerntaak 2: 2.1 Begeleidt een zorgvrager bij de zelfredzaamheid 2.2 Begeleidt een zorgvrager op psychosociaal gebied 2.3 Begeleidt een zorgvrager op sociaal-maatschappelijk gebied 2.4 Begeleidt een groep zorgvragers op sociaal-maatschappelijk gebied 2.5 Biedt verpleegkundige begeleiding in één specifieke branche Namen werkprocessen Kerntaak 3: 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg 3.3 Voert coördinerende taken uit 3.4 Voert beleidsmatige taken uit Overzicht kerntaken Leren Loopbaan en Burgerschap (LLB) LLB Kerntaak 1: Benoemt zijn eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken LLB Kerntaak 2: Stuurt de eigen loopbaan LLB Kerntaak 3: Participeert in het politieke domein, in besluitvorming en Beleidsbeïnvloeding LLB Kerntaak 4: Functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie LLB Kerntaak 5: Functioneert als kritisch consument LLB Kerntaak 6: Deelnemen in allerlei sociale verbanden en respectvol gebruiken van de openbare ruimte LLB Kerntaak 7: Zorgt voor de eigen gezondheid PvB Verpleegkundige zorg en begeleiding bij midden complexe zorg / VP / RdGG cohort 2010 & 2011 / KD 2009 / Goedgekeurd door de voorzitter van de examencommissie op Pagina 15 van 15