Tabel 1. Richtlijn voor borstkankerscreening voor vrouwen behandeld met radiotherapie op de borst voor de leeftijd van 40 jaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tabel 1. Richtlijn voor borstkankerscreening voor vrouwen behandeld met radiotherapie op de borst voor de leeftijd van 40 jaar"

Transcriptie

1 Titels Korte titel (max 40 tekens) Mammacarcinoom na hodgkinlymfoom Volledige titel (max 100 tekens) BETER-richtlijn Tweede tumoren na hodgkinlymfoom module mammacarcinoom Uitgangsvragen Hoe hoog is het risico op mammacarcinoom bij 5-jaarsoverlevers van hodgkinlymfoom, en wat zijn de risicofactoren hiervoor? Zijn er adequate methoden om mammacarcinoom bij 5-jaarsoverlevers van hodgkinlymfoom vroeg op te sporen? Zijn er specifieke methoden nodig om mammacarcinoom bij 5-jaarsoverlevers van hodgkinlymfoom te behandelen? Aanbevelingen Tabel 1. Richtlijn voor borstkankerscreening voor vrouwen behandeld met radiotherapie op de borst voor de leeftijd van 40 jaar Start screening 8 jaar na behandeling, maar niet voor de leeftijd van 25 jaar Leeftijd bij screening Onderzoek jaar Jaarlijks klinisch borstonderzoek en MRI jaar jaar Jaarlijks klinisch borstonderzoek, mammografie en MRI via de polikliniek 1 keer per 2 jaar klinisch borstonderzoek en mammografie via de polikliniek jaar 1 keer per 2 jaar mammografie via het bevolkingsonderzoek Na preventieve operatie Geen indicatie voor screening

2 Borstzelfonderzoek Borstzelfonderzoek leidt niet tot vroegere detectie van mammacarcinoom of tot minder sterfte hier aan, maar wel worden veel tumoren gedetecteerd na het vinden van een palpabele afwijking door de vrouw zelf. Vrouwen kunnen dan ook zelf beslissen of zij borstzelfonderzoek willen doen of niet. Bespreek dit tijdens het eerste bezoek op de polikliniek. Wanneer de vrouw kiest voor borstzelfonderzoek: uitleg geven volgens de folder borstzelfonderzoek van de Borstkankervereniging Nederland ( Familieanamnese Vraag naar het voorkomen van borst- en eierstokkanker bij eerste- en tweedegraads verwanten, zoals beschreven in de NABON-richtlijn Mammacarcinoom. 138 Chirurgie Bij het behandelen van mammacarcinoom na eerdere radiotherapie heeft mastectomie de voorkeur boven lumpectomie met radiotherapie. Bij vrouwen die radiotherapie op de borst hebben gehad voor hun 20 e kan een preventieve mastectomie overwogen worden, evenals een contralaterale mastectomie indien mammacarcinoom wordt vastgesteld en de prognose goed is. Chemotherapie Bij het behandelen van mammacarcinoom na hodgkinlymfoom dient rekening gehouden te worden met de eerdere behandeling met anthracyclines in verband met het verhoogde risico op cardiomyopathie. Overige adviezen De werkgroep adviseert dat vrouwen met mammacarcinoom na hodgkinlymfoom na het afronden van de standaard behandeling en controles voor mammacarcinoom weer gecontroleerd worden op mammacarcinoom volgens de BETER-richtlijnen. Daarnaast dient aandacht te worden besteed aan de familieanamnese (zie NABON-richtlijn Mammacarcinoom). 138 Voor het gebruik van hormonale substitutie wordt verwezen naar de BETER-richtlijn Fertiliteit en osteoporose.

3 Overwegingen Het risico op mammacarcinoom bij vrouwelijke overlevers van hodgkinlymfoom die voor hun 20 e behandeld zijn met radiotherapie waarbij een deel van het borstweefsel in het bestralingsgebied heeft gelegen is vergelijkbaar met dat van BRCA-mutatiedraagsters. In de NABON-richtlijn Mammacarcinoom (2012) wordt aan vrouwen die voor hun 40 e bestraald zijn op de thorax of oksel hetzelfde screeningsprogramma geadviseerd als voor vrouwen met een BRCA-mutatie; dit advies geldt vanaf 8 jaar na de radiotherapie. 138 Ook internationaal wordt een dergelijke screening geadviseerd. 29,53,95,100 Voor vrouwen die zijn bestraald voor hun 40 e wordt in de NABON-richtlijn verwezen naar de LATER-richtlijnen voor overlevers van kinderkanker. 137 Het screeningsadvies bestaat uit een combinatie van klinisch borstonderzoek, mammografie en MRI. Voor details van de screening wordt verwezen naar tabel 1. De werkgroep is van mening dat alle onderzoeken bij voorkeur uitgevoerd dienen te worden door een specialist met ervaring op dit gebied, bijvoorbeeld op de mammapoli of de BETER-polikliniek. Vanwege het hoge percentage foutpositieve en foutnegatieve uitslagen is echografie niet geschikt als primaire screeningsmethode, maar wel als aanvulling op andere technieken. Wel kan echografie worden overwogen als screeningsmethode indien er contra-indicaties zijn voor MRI. 13 De werkgroep sluit zich aan bij het standpunt van het KWF, dat iedere vrouw zelf de keuze moet maken of zij wel of geen borstzelfonderzoek wil doen. Wanneer zij dit wel wil, kunnen uitleg en ondersteuning geboden met behulp van de folder Borstzelfonderzoek van de Borstkankervereniging Nederland. Deze is te downloaden via De werkgroep wil echter een nuancering aanbrengen bij de adviezen in de NABON- en LATERrichtlijnen, omdat het risico op mammacarcinoom sterk afhankelijk is van de leeftijd waarop de behandeling werd gegeven. Een Nederlandse studie laat zien dat vrouwen met hodgkinlymfoom die werden bestraald voor hun 21 e een 18 maal zo hoog risico op mammacarcinoom hadden ten opzichte van gezonde leeftijdsgenoten; voor vrouwen bestraald tussen jaar was dit risico 7 maal verhoogd; voor vrouwen bestraald tussen jaar was dit risico 3 maal verhoogd; en voor vrouwen bestraald boven de 40 jaar was het niet significant verhoogd. 20 Internationale studies laten vergelijkbare resultaten zien. 33,46,52,73,89,108,110,111 Om deze reden worden verschillende adviezen gegeven bij patiënten die voor hun 20 e bestraald zijn, tussen hun 20 e en 40 e, of na hun 40 e. In deze laatste groep wordt in de NABON-richtlijn geen extra screening op mammacarcinoom aanbevolen naast deelname aan het bevolkingsonderzoek. Verschillen met de NABON-richtlijn c.q. LATER-richtlijn:

4 Voor de vrouwen met een zeer sterk verhoogd risico (bestraling voor hun 20 e ): - Klinisch borstonderzoek: eindleeftijd 70 jaar i.p.v. 60 jaar - Mammografie: tussen de leeftijd van jaar iedere twee jaar mammografie via de poli i.p.v. het bevolkingsonderzoek - MRI: geen verschil Voor de vrouwen met een sterk verhoogd risico (bestraling tussen jaar): - Klinisch borstonderzoek: startleeftijd vanaf 8 jaar na de behandeling, ten vroegste vanaf 28 jaar i.p.v. 35 jaar; eindleeftijd 70 jaar i.p.v. 60 jaar - Mammografie: tussen de leeftijd van jaar iedere twee jaar mammografie via de poli i.p.v. het bevolkingsonderzoek - MRI: startleeftijd vanaf 8 jaar na de behandeling, ten vroegste vanaf 28 jaar i.p.v. 35 jaar

5 Samenvatting literatuur Hoe hoog is het risico op mammacarcinoom bij 5-jaarsoverlevers van hodgkinlymfoom, en wat zijn de risicofactoren hiervoor? Het risico op mammacarcinoom na hodgkinlymfoom is aanzienlijk verhoogd, met een standardized incidence ratio van 1,3-17,9 en een absoluut excess risico van 1,1-57,0 per patiënten per jaar. 20,32,33,40,52,70,82,87,89,91,108 Zoals te zien is in figuur 1, varieert de cumulatieve incidentie van 4,5% na 20 jaar follow-up tot meer dan 30% na 40 jaar follow-up. 20,111 Het risico op mammacarcinoom na behandeling voor hodgkinlymfoom neemt toe vanaf 8 jaar na de behandeling, en blijft daarna verhoogd tot ten minste 25 jaar na behandeling waarbij ook de AER blijft stijgen ten opzichte van een stijgende incidentie in de algemene bevolking bij een toenemende leeftijd. 29,48,55,73,111 De mediane leeftijd bij diagnose van het mammacarcinoom na hodgkinlymfoom (40-48 jaar) is lager dan in de algemene bevolking (60 jaar). 3,26,29,48,69,122,127,128 Synchrone of metachrone bilaterale mammacarcinomen komen voor bij 6-39% van de vrouwen. 3,26,35,48,122,127,128 De meeste mammatumoren zijn invasieve ductaalcarcinomen (55-85%) of ductaal carcinoma in situ (DCIS) (14-45%). 3,26,29,31,35,48,53,69,122,128 Ook blijkt dat het genexpressieprofiel van radiatie-geïnduceerde mammacarcinomen na hodgkinlymfoom anders is dan dat van sporadische mammacarcinomen. 19 Uit een Amerikaanse studie onder 253 hodgkinlymfoom-overlevers met mammacarcinoom en 741 gematchte controlepatiënten met sporadisch mammacarcinoom bleek dat de overall survival slechter was onder de vrouwen die hodgkinlymfoom hadden gehad (hazard ratio 1,9), terwijl de borstkankervrije overleving en de borstkankerspecifieke overleving vergelijkbaar waren in beide groepen. 35 Een andere grote Amerikaanse studie onder 298 hodgkinlymfoomoverlevers met mammacarcinoom en gematchte controlepatiënten met sporadisch mammacarcinoom was de 15-jaarsoverleving significant slechter na hodgkinlymfoom (48% versus 69% voor lokaal mammacarcinoom; 33% versus 43% voor regionaal of distaal gemetastaseerd mammacarcinoom). 84 Dit kwam vooral door een hogere sterfte aan andere tumoren en hart- en vaatziekten. Ook de borstkankerspecifieke overleving van gelokaliseerde mammacarcinomen was slechter na hodgkinlymfoom (82% versus 88%); dit gold niet voor gemetastaseerde mammacarcinomen. Kleinere studies lieten echter zien dat de prognose van mammacarcinoom na hodgkinlymfoom vergelijkbaar is met de prognose van mammacarcinoom bij vrouwen die niet voor hodgkinlymfoom behandeld zijn. 3,128 Net als in de algemene bevolking is de overleving afhankelijk van het stadium waarin het mammacarcinoom wordt vastgesteld. 48 Wel is het zo dat vrouwen met een lymfklierpositief mammacarcinoom na hodgkinlymfoom minder vaak behandeld worden met adjuvante radiotherapie en anthracyclinebevattende chemotherapie. 3,99

6 Figuur 1. Cumulatieve incidentie van mammacarcinoom na hodgkinlymfoom In deze Nederlandse cohortstudie werd het risico op mammacarcinoom onderzocht onder vrouwelijke vijfjaarsoverlevers van hodgkinlymfoom, behandeld met radiotherapie waarbij een deel van het borstweefsel in het bestralingsveld had gelegen voor de leeftijd van 51 jaar. 20 De mediane follow-upduur van de studie was 17,8 jaar. Van deze vrouwen ontwikkelden 120 een mammacarcinoom. (A) Cumulatieve risico s en incidentie van mammacarcinoom (invasief mammacarcinoom [IBC] en ductaal carcinoma in situ [DCIS]). (B) Cumulatieve incidentie van mammacarcinoom (IBC en DCIS) naar leeftijd bij eerste behandeling. (C) Cumulatieve incidentie van IBC naar bestralingsvelden en verwacht bevolkingsrisico.

7 Factoren die het risico op mammacarcinoom beïnvloeden, zijn: - Radiotherapie: Radiotherapie op de borst (o.a. bij mantelveldbestraling) verhoogt het risico op mammacarcinoom. 48,55 De meeste mammacarcinomen (89%) bevinden zich in het bestraalde gebied. 87 Uit een meta-analyse met 15 gerandomiseerde trials en 3343 hodgkinlymfoom-overlevers blijkt dat het risico op mammacarcinoom significant hoger is (odds ratio 3.25) na extended field radiotherapie dan na involved field radiotherapie. 41 Ook is het risico op mammacarcinoom hoger bij mantelveldbestraling dan bij radiotherapie op alleen het mediastinum. 20 Bij het verminderen van het volume van het bestraalde borstweefsel neemt ook het risico op mammacarcinoom af. 20,60 Het risico op mammacarcinoom neemt toe bij toenemende stralingsdoses, voornamelijk wanneer er radiotherapie op de borst gegeven wordt zonder chemotherapie. 51,74,117 Radiotherapie op de ovaria met ten minste 5 Gy verlaagt het risico op mammacarcinoom, vermoedelijk door inductie van premature menopauze. 55,74,117 - Chemotherapie: Het risico op mammacarcinoom na chemotherapie alleen is niet verhoogd. 55,110,117 Gonadotoxische alkylerende cytostatica verlagen mogelijk het door radiotherapie verhoogde risico op mammacarcinoom bij behandeling voor de leeftijd van 30 jaar, als gevolg van een premature menopauze. 20,48 - Gecombineerde behandeling: Vrouwen die zijn behandeld met supradiafragmatische radiotherapie in combinatie met alkylerende cytostatica of radiotherapie op het bekken hebben een lager risico op mammacarcinoom dan na supradiafragmatische radiotherapie alleen; dit geldt alleen voor vrouwen die tussen de leeftijd van 20 en 40 jaar behandeld zijn. 73,111 Deze reductie van het risico komt door chemotherapie-geïnduceerde premature menopauze. - Splenectomie: Twee studies laten zien dat het risico op mammacarcinoom hoger is na splenectomie, vooral bij hodgkinlymfoom-overlevers van 30 jaar en ouder ten tijde van het hodgkinlymfoom. 25,122 Andere studies laten dit echter niet zien. 3,126 - Leeftijd bij behandeling: In een Nederlandse studie onder 1122 vrouwelijke vijfjaarsoverlevers van hodgkinlymfoom was de SIR 17,9 bij bestraling voor de leeftijd van 21 jaar; 7,0 bij leeftijd jaar; en 3,2 bij leeftijd jaar. 20 Het relatieve risico op mammacarcinoom was niet significant verhoogd bij vrouwen die boven de leeftijd van 40 jaar hodgkinlymfoom kregen. Voor een vrouw die op de borst is bestraald voor haar 21 e betekent dit dat zij een risico van 26% heeft om voor haar 51 e borstkanker te krijgen. Internationale studies laten vergelijkbare resultaten zien. 33,46,52,73,89,108,110,111,117,118 - Familieanamnese: Net als in de algemene bevolking is het risico op mammacarcinoom bij overlevers van hodgkinlymfoom verhoogd bij een positieve familieanamnese voor mammaen/of ovariumcarcinoom bij eerste- en/of tweedegraads familieleden. 51 Er bleek echter geen verschil te zijn in het risico op mammacarcinoom tussen vrouwen met en zonder een positieve familieanamnese wanneer zij behandeld zijn met radiotherapie.

8 - Overige risicofactoren: Van een aantal factoren is bekend dat zij in de algemene bevolking het risico op mammacarcinoom verhogen. In twee studies is gekeken naar het effect van deze risicofactoren op het risico op mammacarcinoom bij hodgkinlymfoom-overlevers. 20,51 Hieruit bleek dat de volgende factoren geen effect hadden op het risico op mammacarcinoom: roken, body mass index (BMI) ten tijde van het hodgkinlymfoom, het aantal zwangerschappen en de leeftijd daarbij, en het gebruik van orale anticonceptiva. Het effect van hormonale substitutietherapie, lichamelijke inspanning en alcoholgebruik is niet onderzocht bij hodgkinlymfoom-overlevers. De werkgroep ziet echter geen redenen om aan te nemen dat het effect anders zou zijn dan in de algemene bevolking.

9 Zijn er adequate methoden om mammacarcinoom bij 5-jaarsoverlevers van hodgkinlymfoom vroeg op te sporen? Er zijn verschillende methoden om mammacarcinoom op te sporen: borstzelfonderzoek, klinisch borstonderzoek (palpatie door een zorgverlener), mammografie, echografie, en magnetic resonance imaging (MRI). Na hodgkinlymfoom wordt 27-90% van de mammacarcinomen opgespoord met mammografie, 70-80% met MRI, 25-63% met borstzelfonderzoek, en 7-58% met palpatie door een zorgverlener. 3,29,31,66,69,105,122,127 Borstzelfonderzoek Borstzelfonderzoek leidt in de algemene bevolking niet tot vroegere detectie van mammacarcinoom, of tot minder sterfte hier aan. 36,88,125 Anderzijds worden veel mammacarcinomen nog steeds gedetecteerd na het vinden van een palpabele afwijking door de vrouw zelf. 6 Borstzelfonderzoek heeft een lage specificiteit voor mammacarcinoom, vooral bij jonge vrouwen, omdat de kans op benigne aandoeningen veel groter is dan het risico op mammacarcinoom. 115 Vrouwen die aan periodiek borstzelfonderzoek doen hebben een grotere kans om een borstoperatie te ondergaan voor goedaardige afwijkingen. 36,88,125 Klinisch borstonderzoek In verschillende grote studies in de algemene bevolking zijn de sensitiviteit en de positief voorspellende waarde van klinisch borstonderzoek door een zorgverlener (meestal een arts of verpleegkundige) gering. 7,35,38,61,85,88,125 Bij screening van vrouwen met een hoog familiair risico op borstkanker (met of zonder BRCA-mutaties) met klinisch borstonderzoek in combinatie met mammografie en/of MRI worden eveneens zeer weinig extra carcinomen gevonden door klinisch borstonderzoek. 80,96,123 Wel is de positief voorspellende waarde van klinisch borstonderzoek bij vrouwen met een hoog risico (10,3%) iets gunstiger dan die van de mammografie (8,5%) en MRI (7,7%). 96 Ook is de tevredenheid groter bij vrouwen die naast mammografie ook met klinisch borstonderzoek gescreend worden. 45 Mammografie De meeste mammacarcinomen na hodgkinlymfoom (70-100%) zijn zichtbaar op een mammografie. 29,31,66,69,90,105 In de meeste gevallen (62-72%) is er sprake van microcalcificaties, die ook goed zichtbaar zijn bij jonge vrouwen met een hoge borstdensiteit. 29,66,69,95,114 Bij vrouwen jonger dan 50 jaar met een indicatie voor screening met mammografie wordt geadviseerd om de mammografie jaarlijks te maken, omdat de groeisnelheid van een deel van de carcinomen sterk verhoogd is en daarmee ook het risico op intervalcarcinomen. 112

10 Echografie In de algemene bevolking en bij vrouwen met een bewezen of vermoedelijke BRCA-mutatie heeft echografie geen toegevoegde waarde bij screening met mammografie in combinatie met MRI. 12,65 Bij vrouwen met een verhoogd risico op mammacarcinoom (bijvoorbeeld door eerdere blootstelling van een deel van het borstweefsel aan bestraling of familiaire belasting) werden iets meer mammacarcinomen opgespoord wanneer echografie toegevoegd wordt aan de screeningsmammografie (3,7 carcinomen per 1000 vrouwen); het aantal foutpositieve en foutnegatieve bevindingen neemt echter aanzienlijk toe. 13 3D-echo is een veelbelovend alternatief maar momenteel is er nog te weinig over bekend om de waarde van deze methode bij screening op mammacarcinoom na hodgkinlymfoom te kunnen bepalen. MRI In een recente prospectieve studie onder 134 vrouwelijke overlevers van hodgkinlymfoom, voor hun 36 e behandeld met radiotherapie op de borst (mediane leeftijd ten tijde van behandeling: 23 jaar) en nu tenminste 8 jaar na behandeling (mediaan 17,5 jaar), werd de effectiviteit van mammografie versus MRI onderzocht. 90 Screening bestond uit een jaarlijkse mammografie en MRI gedurende 3 jaar. In totaal werden er 18 mammacarcinomen gevonden. De sensitiviteit van mammografie was 68%, van MRI 67%, en van beide screeningsmodaliteiten samen 94%, met een specificiteit van respectievelijk 93%, 94% en 90%. In een retrospectieve studie werden bij screening 10 mammacarcinomen gedetecteerd bij 9 van 78 vrouwen die waren behandeld met mantelveldbestraling voor hodgkinlymfoom (3 ductaalcarcinomen, 1 lobulair carcinoom en 6 DCIS in een periode van 10 jaar). 105 Van deze tumoren werden er 4 alleen met MRI gevonden, 3 alleen met mammografie, en 3 met mammografie in combinatie met MRI. Door het toevoegen van MRI aan mammografie werden in deze studie 4,4% meer mammacarcinomen opgespoord. Ook bij vrouwen met een verhoogd risico op mammacarcinoom (bijvoorbeeld vanwege eerdere blootstelling van een deel van het borstweefsel aan bestraling of familiaire belasting) werden meer mammacarcinomen opgespoord wanneer MRI toegevoegd werd aan screening met mammografie en echografie (14,7 carcinomen per 1000 vrouwen). 13 Het is echter niet duidelijk of de resultaten van screeningsstudies in vrouwen met een verhoogd familiair risico op borstkanker wel extrapoleerbaar zijn naar vrouwen die zijn behandeld met radiotherapie op de borst in de voorgeschiedenis. Vanwege de waarschijnlijk hogere groeisnelheid van mammacarcinomen en daarmee het risico op intervalcarcinomen bij vrouwen met een verhoogd risico wordt geadviseerd om MRI-scans in deze hoogrisicogroepen jaarlijks te maken. 100 Prognose na screening Er zijn geen gerandomiseerde studies die aantonen dat screening op mammacarcinoom bij vrouwen die zijn behandeld voor hodgkinlymfoom leidt tot een lagere sterfte. Voor

11 prognostische factoren als de gradering, oestrogeen/progestageenreceptor en tumortype worden er in de algemene bevolking geen significante verschillen gezien tussen mammacarcinomen die met MRI gedetecteerd worden in vergelijking met anders gedetecteerde carcinomen. 64 Mammacarcinomen die zijn gevonden met screening zijn significant vaker lymfkliernegatief. 53,64 Ten opzichte van mammografie is MRI significant meer sensitief voor T1- tumoren, N0-tumoren, niet-ductale tumoren en oestrogeenreceptorpositieve tumoren. 13,64,105 Over de grootte van de invasieve tumor bij screening met MRI in vergelijking met screening zonder MRI laten studies wisselende resultaten zien. 24,64 Kosteneffectiviteit Er zijn geen studies waarin de kosteneffectiviteit van screening op mammacarcinoom bij vrouwelijke overlevers van hodgkinlymfoom is onderzocht. Wel is bij BRCA-mutatiedraagsters gebleken dat screening met MRI en mammografie meer kosteneffectief is dan screening met mammografie alleen. 44,93,113

12 Zijn er specifieke methoden nodig om mammacarcinoom bij 5-jaarsoverlevers van hodgkinlymfoom te behandelen? Radiotherapie Algemeen geldt dat bij vrouwelijke hodgkinlymfoom-overlevers die mammacarcinoom krijgen na radiotherapie op de borstregio, een mastectomie de voorkeur heeft boven lumpectomie met radiotherapie, omdat het nieuwe bestralingsveld het vroegere geheel of gedeeltelijk zal overlappen. In welke mate dit een verhoogd risico op late complicaties na hernieuwde radiotherapie oplevert is afhankelijk van talrijke factoren zodat individualisatie aangewezen is. Aangezien er geen absolute contra-indicaties bestaan voor het toepassen van radiotherapie bij de behandeling van een secundair mammacarcinoom na hodgkinlymfoom mag eerdere radiotherapie dan ook niet als (enige) argument gebruikt worden om deze behandeling niet te adviseren indien geïndiceerd op basis van patiënt- en tumorgerelateerde kenmerken. 127,133 Chirurgie In de groep met een zeer sterk verhoogd risico op mammacarcinoom (bij bestraling op de borst onder de leeftijd van 20 jaar) kan overwogen worden om een preventieve mastectomie te bespreken. Bij het vaststellen van een mammacarcinoom kan bij deze zeer-hoogrisicogroep een preventieve contralaterale mastectomie overwogen worden vanwege het hoge risico (10-39%) op synchrone of metachrone bilaterale maligniteiten. 3,26,122,127,128 Chemotherapie Bij het behandelen van een mammacarcinoom met anthracyclinebevattende chemotherapie dient rekening gehouden te worden met de cumulatieve dosering vanwege het verhoogde risico op cardiomyopathie (zie BETER-richtlijn Cardiovasculaire schade na hodgkinlymfoom).

13 Conclusies - Niveau 1: Het is aangetoond dat het risico op mammacarcinoom verhoogd is bij vrouwelijke overlevers van hodgkinlymfoom die voor de leeftijd van 40 jaar zijn behandeld met radiotherapie waarbij het borstweefsel in het bestralingsveld lag, al dan niet in combinatie met alkylerende chemotherapie.[a1 Henderson , A1 Ibrahim ] - Niveau 1: Het is aangetoond dat de overleving van mammacarcinoom bij vrouwelijke overlevers van hodgkinlymfoom beter is bij een lager stadium van het mammacarcinoom.[a1 Henderson ] - Niveau 2: Het is aannemelijk dat er bij vrouwen die behandeld zijn met mantelveldbestraling vanwege hodgkinlymfoom meer mammacarcinomen worden gedetecteerd door screening met mammografie in combinatie met MRI, dan door screening met één van deze methoden alleen.[a2 Ng , B Sung ] - Gebrek aan bewijs: Er is gebrek aan bewijs dat screening op mammacarcinoom bij vrouwelijke overlevers van hodgkinlymfoom leidt tot een lagere sterfte.

14 Zoeken en selecteren Na analyse van de knelpunten door de werkgroepen zijn de uitgangsvragen voor de wetenschappelijke onderbouwing opgesteld. Hierbij werd gebruik gemaakt van de PICOsystematiek (PICO = patient problem or population, intervention, comparison (C), outcome(s)). 1 Om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden is er een systematische literatuuranalyse verricht naar de wetenschappelijke vraagstelling met PICO: P: 5-jaarsoverlevers van hodgkinlymfoom O1: Risico op mammacarcinoom 5 jaar na diagnose van hodgkinlymfoom: relatief risico (RR), standardized incidence ratio (SIR), cumulative (actuarial estimated) risk, absolute excess risk (AER) O2: Risicofactoren voor mammacarcinoom 5 jaar na diagnose van hodgkinlymfoom Studiedesign: cohort studies, case-control studies Voor de beantwoording van de uitgangsvraag hebben wij gezocht naar systematische reviews, boeken over de late effecten van hodgkinlymfoom, en naar Nederlandse en internationale richtlijnen over de desbetreffende aandoeningen. Daarnaast zijn artikelen gebruikt uit over de desbetreffende aandoeningen die getraceerd zijn via Pubmed tussen januari en mei Hierbij is literatuur met publicatiedatum vanaf 1990 geïncludeerd, tenzij er te weinig artikelen werden gevonden of juist te veel. De volgende zoektermen werden gebruikt: Breast Breast self examination Clinical breast examination Radiotherapy, radiation Surgery, mastectomy, lumpectomy Chemotherap*, antracyclin* Alle zoektermen zijn gecombineerd met: cancer en/of hodgkin en/of lymphoma radiotherapy, chemotherapy, splenectomy screening Op basis van de titel, abstract en volledige tekst is beoordeeld of het artikel voldeed aan de gestelde PICO-criteria (zie uitgangsvragen). Indien dit het geval was, is het artikel door één van de projectcoördinatoren (dr. N. Dekker) gescoord. De definitieve conclusies zijn hier op gebaseerd en voorzien van een evidence-niveau (1-3 of gebrek aan bewijs). Voor het indelen van de methodologische kwaliteit van individuele studies en de niveaus van de conclusies is gebruik gemaakt van de door het CBO ontwikkelde Evidence-based richtlijnontwikkeling-methodiek (EBRO; zie

15 Geldigheid Uiterlijk in 2017 bepaalt het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO) of deze richtlijn of module nog actueel is. Zo nodig wordt een nieuwe werkgroep geïnstalleerd om de richtlijn te herzien. De geldigheid van de richtlijn komt eerder te vervallen indien nieuwe ontwikkelingen aanleiding zijn een herzieningstraject te starten. De NVRO is als houder van deze richtlijn(module) de eerstverantwoordelijke voor de actualiteit van deze richtlijn. De andere aan deze richtlijn deelnemende wetenschappelijk verenigingen of gebruikers van de richtlijn delen de verantwoordelijkheid en informeren de eerstverantwoordelijke over relevante ontwikkelingen binnen hun vakgebied. Algemene gegevens Deze richtlijn werd ontwikkeld in het kader van het BETER-project (Beter na Hodgkin: Evaluatie van de langetermijneffecten van chemo- en Radiotherapie). De richtlijnontwikkeling werd gefinancierd met een subsidie van KWF-Alpe d HuZes (projectnummer NKI ). Doel en doelgroep Het doel van de BETER-richtlijnen is het ondersteunen van hoogkwalitatieve en uniforme langetermijn-nazorg voor overlevers van hodgkinlymfoom. De richtlijnen gaan over relevante late effecten waarvan bekend is dat zij relatief vaak optreden na behandeling voor hodgkinlymfoom.

16 Samenstelling werkgroep Voor elk van de BETER-richtlijnen is in 2011 een multidisciplinaire werkgroep opgericht, bestaande uit leden van het BETER-consortium en waar nodig aangevuld met externe experts. Elke werkgroep had twee voorzitters en werd ondersteund door één van de BETERprojectcoördinatoren voor het uitwerken van de richtlijnen en de wetenschappelijke onderbouwing. Voor de BETER-richtlijn Tweede tumoren na hodgkinlymfoom bestond de werkgroep uit: Prof. dr. ir. F.E. van Leeuwen, epidemioloog, Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam Dr. R.W.M. van der Maazen, radiotherapeut, Radboudumc, Nijmegen Dr. P.J. Lugtenburg, internist-hematoloog, Erasmus MC, Rotterdam Dr. Ph.M.P. Poortmans, radiotherapeut, Verbeeten Instituut, Tilburg Dr. E.J. Petersen, internist-hematoloog, UMC Utrecht, Utrecht Dr. M.B. van t Veer, internist-hematoloog en coördinator BETER-project, Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam Dr. N. Dekker, arts en coördinator BETER-project, Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam Belangenverklaringen De werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of ze in de laatste vijf jaar een (financieel ondersteunde) betrekking onderhielden met commerciële bedrijven, organisaties of instellingen die in verband staan met het onderwerp van de richtlijn. Tevens is navraag gedaan naar persoonlijke financiële belangen, belangen door persoonlijke relaties, belangen d.m.v. reputatiemanagement, belangen vanwege extern gefinancierd onderzoek, en belangen door kennisvalorisatie. De belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van Medisch Specialisten (KiMS), een overzicht vindt u hieronder: Naam werkgroeplid Belangen Toelichting Prof. dr. ir. F.E. van Leeuwen 1) Projectleider BETER 2) Lid stuurgroep HEBON 3) Lid Wetenschappelijke adviesraad Nederlands DES centrum 4) Lid Collaborative Group on Hormonal Factors in Breast Cancer 5) Lid Permanent Health Council Committee on Health effects of Electromagnetic Fields and Radiofrequency radiation 6) Lid adviesraad patiëntenvereniging Hematon 1-16: Onbetaald

17 7) Lid Wetenschappelijke Raad Pink Ribbon 8) Lid CBS-commissie provisie doodsoorzaken voor wetenschappelijk onderzoek 9) Lid Wetenschappelijke raad KWF en twee subcommissies 10) Lid stuurgroep LATER 11) Lid stuurgroep BBMRI 12) Lid externe adviesraad US Childhood Cancer Survivor Study 13) Lid Presidium wetenschappelijke raad KWF 14) Lid Scientific committee of the European Code Against Cancer Project, International Agency for Research in Cancer 15) Lid Cancer Survivorship Committee, American Society of Clinical Oncology 16) Voorzitter Commissie Preventie KWF Dr. R.W.M. van der 1) Lid Raad van Advies patiëntenorganisatie 1-2: Onbetaald Maazen Hematon 2) Adviseur patiëntengroep Late effecten na mantelveldbestraling Dr. P.J. Lugtenburg 1) Voorzitter HOVON lymfoom werkgroep 1-2: Onbetaald 2) Penningmeester EORTC lymfoom werkgroep Dr. Ph.M.P. Poortmans 1) ESTRO president 1: Onbetaald Dr. E.J. Petersen Geen Dr. M.B. van t Veer Geen Dr. N. Dekker Geen

18 Inbreng patiëntenperspectief Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door de inbreng van afgevaardigden van patiëntenorganisatie Stichting Hematon tijdens de commentaar- en autorisatiefase van de BETER-richtlijnen. Implementatie De BETER-richtlijnen worden gratis beschikbaar gesteld via de landelijke richtlijnendatabase van KiMS en IKNL ( en op De huidige versie van de richtlijnen is bedoeld voor zorgverleners. Een versie voor de overlevers van hodgkinlymfoom zelf en een Engelstalige versie voor zorgverleners worden in 2015 ontwikkeld. De implementatie van de richtlijnen zal verder bevorderd worden door het gebruik van een persoonlijk nazorgplan op de BETER-poliklinieken en het aanbieden van een applicatie waarmee zorgverleners kunnen bepalen voor welke nazorg de hodgkinlymfoom-overlevers in aanmerking komen. Daarnaast zullen er publicaties aangeboden worden in Nederlandse en internationale medische tijdschriften, om de kennis van zorgverleners over het BETER-project en deze richtlijnen te vergroten. Ook zullen de richtlijnen worden besproken tijdens vergaderingen en congressen. Het vergroten van deze kennis leidt niet alleen tot een betere toepassing van de richtlijnen op de BETER-poliklinieken, maar ook tot een beter bewustzijn bij zorgverleners over het verwijzen van hun patiënten naar deze nazorgpoliklinieken. Werkwijze Voor het ontwikkelen van alle BETER-richtlijnen is gebruik gemaakt van de Richtlijn voor Richtlijnen van de Regieraad Kwaliteit van Zorg 2012 ( de rde_herziene_editie.pdf). In is door de richtlijnwerkgroepen binnen het BETER-consortium een samenvatting gemaakt met de belangrijkste aanbevelingen voor alle BETER-richtlijnen. In is de wetenschappelijke onderbouwing uitgewerkt door de projectcoördinatoren en voorzitters van de werkgroepen. De verschillende versies van deze richtlijnen zijn per rondgestuurd en in landelijke vergaderingen van het BETER-consortium besproken. De richtlijnen zijn in geaccordeerd door het BETER-consortium. De richtlijnen zijn in 2014 overgenomen door de Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie en in ter accordering naar de betreffende wetenschappelijke en beroepsverenigingen gestuurd.

19 Metagegevens Versie 1 (2013) Submodule van BETER-richtlijn Tweede tumoren na hodgkinlymfoom Referentie style Vancouver Taal Nederlands Methode Evidence-based Status Voor commentaar Tags: Zorgproces (Preventie, diagnostiek, Preventie, diagnostiek, behandeling, prognose, screening, nazorg behandeling, prognose, screening, nazorg) Symptomen (volgens ICPC) B72.01 Ziekte van Hodgkin X19 Knobbel/zwelling borst(en) vrouw X76 Maligniteit borst vrouw X79 Benigne neoplasma borsten vrouw Aandoening (volgens ICD10) C50 Maligne neoplasmata van mamma C81 Hodgkin-lymfoom D05 Carcinoma in situ van mamma D24 Benigne neoplasma van mamma Specialisme (relevant voor welke specialismen) Heelkunde, huisartsgeneeskunde, interne geneeskunde, oncologie, radiotherapie Trefwoorden (overige relevante Late effecten, kankerbehandeling termen, maximaal 2) Koppelingen andere aanbevelingen Gerelateerde modules (die geen onderdeel van de huidige richtlijn zijn) Gerelateerde richtlijnen NABON-richtlijn Mammacarcinoom LATER-richtlijnen voor overlevers van kinderkanker BETER-richtlijn Fertiliteit en osteoporose na hodgkinlymfoom BETER-richtlijn Cardiovasculaire schade na hodgkinlymfoom Bijlagen (kan per richtlijn of per module) HTML Bijlagen (welke bijlagen wilt u - Folder borstzelfonderzoek van de Borstkankervereniging koppelen, graag juiste naam en Nederland: volgorde doorgeven) nderzoek/390

20 Hyperlinks (naar welk hyperlinks wilt u verwijzen, graag juiste naam en volgorde doorgeven) Bijlagen als bestand (bijv. word of excel) - Patiëntenversie BETER-richtlijn Tweede tumoren (in ontwikkeling) 1. Late effecten na hodgkinlymfoom: 2. Patiëntenorganisatie Stichting Hematon: 1. Referenties BETER-richtlijn Tweede tumoren na hodgkinlymfoom

Titels. Uitgangsvragen. Aanbevelingen

Titels. Uitgangsvragen. Aanbevelingen Titels Korte titel (max 40 tekens) Leukemie na hodgkinlymfoom Volledige titel (max 100 tekens) BETER-richtlijn Tweede tumoren na hodgkinlymfoom module leukemie Uitgangsvragen Hoe hoog is het risico op

Nadere informatie

Titels. Uitgangsvragen. Aanbevelingen

Titels. Uitgangsvragen. Aanbevelingen Titels Korte titel (max 40 tekens) Huidtumoren na hodgkinlymfoom Volledige titel (max 100 tekens) BETER-richtlijn Tweede tumoren na hodgkinlymfoom module maligne huidtumoren Uitgangsvragen Hoe hoog is

Nadere informatie

Titels. Uitgangsvragen. Aanbevelingen

Titels. Uitgangsvragen. Aanbevelingen Titels Korte titel (max 40 tekens) Hoofd-halstumoren na hodgkinlymfoom Volledige titel (max 100 tekens) BETER-richtlijn Tweede tumoren na hodgkinlymfoom module maligne hoofd-halstumoren Uitgangsvragen

Nadere informatie

Titels. Uitgangsvragen. Aanbevelingen

Titels. Uitgangsvragen. Aanbevelingen Titels Korte titel (max 40 tekens) Longcarcinoom na hodgkinlymfoom Volledige titel (max 100 tekens) BETER-richtlijn Tweede tumoren na hodgkinlymfoom module longcarcinoom Uitgangsvragen Hoe hoog is het

Nadere informatie

Titels. Uitgangsvragen. Aanbevelingen

Titels. Uitgangsvragen. Aanbevelingen Titels Korte titel (max 40 tekens) Gynaecologische maligniteiten na hodgkinlymfoom Volledige titel (max 100 tekens) BETER-richtlijn Tweede tumoren na hodgkinlymfoom module gynaecologische maligniteiten

Nadere informatie

Titels. Uitgangsvragen. Aanbevelingen

Titels. Uitgangsvragen. Aanbevelingen Titels Korte titel (max 40 tekens) Non-hodgkinlymfoom na hodgkinlymfoom Volledige titel (max 100 tekens) BETER-richtlijn Tweede tumoren na hodgkinlymfoom module non-hodgkinlymfoom Uitgangsvragen Hoe hoog

Nadere informatie

screening naar oesofaguscarcinoom, dunnedarmcarcinoom en levercarcinoom bij overlevers van hodgkinlymfoom niet aanbevolen.

screening naar oesofaguscarcinoom, dunnedarmcarcinoom en levercarcinoom bij overlevers van hodgkinlymfoom niet aanbevolen. Titels Korte titel (max 40 tekens) Gastrointestinale maligniteiten na hodgkinlymfoom Volledige titel (max 100 tekens) BETER-richtlijn Tweede tumoren na hodgkinlymfoom module gastrointestinale maligniteiten

Nadere informatie

Mammacarcinoom en erfelijkheid. Dr. Marleen Kets, klinisch geneticus Afdeling genetica UMC St Radboud

Mammacarcinoom en erfelijkheid. Dr. Marleen Kets, klinisch geneticus Afdeling genetica UMC St Radboud Mammacarcinoom en erfelijkheid Dr. Marleen Kets, klinisch geneticus Afdeling genetica UMC St Radboud Mammacarcinoom Life time risk 12-13% Meest voorkomende kanker bij vrouwen Circa 20% hiervan heeft een

Nadere informatie

Borstkankerscreening

Borstkankerscreening Borstkankerscreening uit KCE reports vol.11a Voordelen en nadelen van de systematische screening Voordelen De ontwikkeling van borstkankerscreeningsprogramma s steunt op twee argumenten: o de behandeling

Nadere informatie

NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting

Nadere informatie

Polikliniek familiaire tumoren. voor patiënten met familiaire belasting voor borst- en / of eierstokkanker

Polikliniek familiaire tumoren. voor patiënten met familiaire belasting voor borst- en / of eierstokkanker Polikliniek familiaire tumoren voor patiënten met familiaire belasting voor borst- en / of eierstokkanker Inleiding U bent doorverwezen naar de polikliniek familiaire tumoren van het UMC Utrecht, Cancer

Nadere informatie

Samenvatting. 1. De getallen zijn weergegeven in de Angelsaksische notatie met een komma voor scheiding van de duizendtallen en met een decimale punt.

Samenvatting. 1. De getallen zijn weergegeven in de Angelsaksische notatie met een komma voor scheiding van de duizendtallen en met een decimale punt. Samenvatting Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen in Nederland, met bijna 12,000 1 nieuwe diagnoses gesteld in 2006. De incidentie-cijfers voor borstkanker zijn verdubbeld sinds

Nadere informatie

Samenvatting 129. Samenvatting

Samenvatting 129. Samenvatting Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met

Nadere informatie

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn : Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009

Nadere informatie

samenvatting de belangrijkste vraagstellingen van dit proefschrift zijn:

samenvatting de belangrijkste vraagstellingen van dit proefschrift zijn: Samenvatting Hodgkin lymfoom en zaadbalkanker zijn beide zeldzame maligniteiten die voornamelijk bij jong-volwassenen voorkomen. Beide ziekten hebben tegenwoordig een uitstekende prognose, o.a. door de

Nadere informatie

Algemeen: Hoe hoog is het risico op cardiovasculaire schade bij 5-jaarsoverlevers van hodgkinlymfoom en wat zijn de risicofactoren daarvoor?

Algemeen: Hoe hoog is het risico op cardiovasculaire schade bij 5-jaarsoverlevers van hodgkinlymfoom en wat zijn de risicofactoren daarvoor? Titels Korte titel (max 40 tekens) Cardiovasculaire schade na hodgkinlymfoom - risicofactoren Volledige titel (max 100 tekens) BETER-richtlijn Cardiovasculaire schade na hodgkinlymfoom module risico s

Nadere informatie

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J J. Mamma aandoeningen nhoudsopgave 1 J 2 J 3 J 4 J 5 J 6 J 7 J 8 J 9 J 1 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J Screening: vrouwen jonger dan 4 jaar zonder genetisch risico... 1 Screening: vrouwen

Nadere informatie

behandelingen-bij-borstkanker/

behandelingen-bij-borstkanker/ https://www.isala.nl/patientenfolders/6682-borstkanker-pid-h3- behandelingen-bij-borstkanker/ Borstkanker (PID): H3 Behandelingen bij borstkanker Als borstkanker is vastgesteld, bespreekt een team van

Nadere informatie

Nazorg voor overlevenden van kanker;

Nazorg voor overlevenden van kanker; Nazorg voor overlevenden van kanker; de BETER poliklinieken Berthe Aleman Radiotherapeut-oncoloog 11 juni 2015 (Potentiele) Belangenverstengeling Geen Achtergrond Algemeen Inhoud presentatie Hodgkin lymfoom

Nadere informatie

14Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012)

14Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012) 14Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012) Inleiding De afgelopen jaren is het aantal nieuwe diagnoses van borstkanker bij vrouwen tussen de 40 en 49 jaar sterk toegenomen.

Nadere informatie

Improving the sensitivity of screening mammography in the south of the Netherlands.

Improving the sensitivity of screening mammography in the south of the Netherlands. Improving the sensitivity of screening mammography in the south of the Netherlands. Vivian van Breest Smallenburg De borstkankerincidentie in Nederland behoort tot de hoogste ter wereld. Mede dankzij de

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/29128 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/29128 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29128 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Daniëls, Laurien Aletta Title: Late effects after treatment for Hodgkin lymphoma

Nadere informatie

Snelle mutatiescreening bij borstkanker. Dr. Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMC Utrecht

Snelle mutatiescreening bij borstkanker. Dr. Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMC Utrecht Snelle mutatiescreening bij borstkanker Dr. Margreet Ausems Afdeling Medische Genetica UMC Utrecht Erfelijke borstkanker Tenminste 5% van de patiënten met mammacarcinoom Dominante overerving Oorzaak:

Nadere informatie

MRI: more is less? Emiel Rutgers

MRI: more is less? Emiel Rutgers Het 9e NKI-AVL mammacarcinoom symposium Less is more? Minder overbehandeling voor meer borstkankerpatiënten MRI: more is less? Emiel Rutgers Indicaties MRI mammae Opsporen van onbekende primaire bij patiënten

Nadere informatie

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008 Project Kwaliteitsindicatoren 2007-2008 De borstkliniek: Iedere nieuwe diagnose van een borsttumor dient door de borstkliniek te worden geregistreerd bij het Nationaal Kankerregister. Het Project Kwaliteitsindicatoren

Nadere informatie

Follow-up van volwassenen die als kind zijn behandeld voor kanker Web-based. based nazorgplan

Follow-up van volwassenen die als kind zijn behandeld voor kanker Web-based. based nazorgplan Follow-up van volwassenen die als kind zijn behandeld voor kanker Web-based based nazorgplan Annette Berendsen, Dr. AJ. Berendsen, huisarts Afdeling Huisartsgeneeskunde UMCG 1 Follow-up van volwassenen

Nadere informatie

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van

Nadere informatie

Abstract Objective Background Results Conclusions

Abstract Objective Background Results Conclusions Abstract Objective To assess cause-specific mortality in women treated for ductal carcinoma in situ (DCIS). Background From screening and treatment perspective, it is relevant to weigh the low breast cancer

Nadere informatie

1 Beleid bij klachten mamma

1 Beleid bij klachten mamma 1 Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012-2014) In samenwerking met Mw. Dr. E. Paap, LRCB Inleiding De afgelopen jaren is het aantal nieuwe diagnoses van borstkanker bij

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.3 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen

Nadere informatie

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Nina Bijker, radiotherapeut AMC BBB symposium 7 september 2017 No conflict of interest Focus op postmastectomie radiotherapie (PMRT)

Nadere informatie

Praktijkvariatie: diagnostiek bij Ductaal Carcinoma In Situ

Praktijkvariatie: diagnostiek bij Ductaal Carcinoma In Situ Praktijkvariatie: diagnostiek bij Ductaal Carcinoma In Situ C.J.C. Meurs - Biomedische Wetenschapper - CMAnalyzing M.B.E. Menke-Pluijmers - Mammachirurg - Albert Schweitzer Ziekenhuis R.W. Bretveld - Epidemioloog

Nadere informatie

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Factsheet NABON Breast Cancer Audit () [1.0.; 15-09-] Registratie gestart: 2011 Als algemene voorwaarde voor het meenemen van een patiënt in de berekening van de kwaliteitsindicatoren is gesteld dat ten

Nadere informatie

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Status bepaling: 99,4% Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Vóór het starten van de behandeling

Nadere informatie

St. Anna Borstzorg (mammapoli)

St. Anna Borstzorg (mammapoli) St. Anna Borstzorg (mammapoli) Uw huisarts heeft u doorverwezen naar St. Anna Borstzorg (mammapoli), van het St. Anna Ziekenhuis. In deze folder geven wij u meer informatie over de werkwijze binnen St.

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86 1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker en ductaal carcinoma in situ

Nadere informatie

Echografie + biopsie

Echografie + biopsie Proces Chirurg/verpleegkundige anamnese en lichamelijk onderzoek Mammacare verpleegkundige geeft uitleg over de gang van zaken en begeleidt Mammografie/ echografie en zo nodig direct echogeleid histologisch

Nadere informatie

Beleid bij klachten mamma

Beleid bij klachten mamma Beleid bij klachten mamma Rubriekhouder: Mw. Dr. M. Hooiveld, NIVEL (2012-2013) Inleiding De afgelopen jaren is het aantal nieuwe diagnoses van borstkanker bij vrouwen tussen de 40 en 49 jaar sterk toegenomen.

Nadere informatie

CoRPS. 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies

CoRPS. 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies Center of Research on Psychology in Somatic diseases Lonneke van de Poll Franse, Integraal Kankercentrum

Nadere informatie

Nieuwsbrief DEPRESSIEKLACHTEN BIJ VROUWEN MET EEN VOORSTADIUM VAN BORSTKANKER. EERSTE PATIËNTENDAG VAN HET UMBRELLA COHORT WIE ZIJN DE DEELNEMERS?

Nieuwsbrief DEPRESSIEKLACHTEN BIJ VROUWEN MET EEN VOORSTADIUM VAN BORSTKANKER. EERSTE PATIËNTENDAG VAN HET UMBRELLA COHORT WIE ZIJN DE DEELNEMERS? Nieuwsbrief November 2017 NR. 4 DEPRESSIEKLACHTEN BIJ VROUWEN MET EEN VOORSTADIUM VAN BORSTKANKER. EERSTE PATIËNTENDAG VAN HET UMBRELLA COHORT WIE ZIJN DE DEELNEMERS? Universitair Medisch Centrum Utrecht

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.2 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen

Nadere informatie

erdiepingsmodule erdiep Medische besliskunde 2: edi De patiënt met een knobbeltje in de borst s c he bes ing l is kunde 2: dule De p iën met een kn

erdiepingsmodule erdiep Medische besliskunde 2: edi De patiënt met een knobbeltje in de borst s c he bes ing l is kunde 2: dule De p iën met een kn 1. Toelichting Aan de hand van een casus van een vrouw met een knobbeltje in de borst maken de deelnemers rekensommen met fictieve gegevens om mammacarcinoom bij vrouwen met een knobbeltje in de borst

Nadere informatie

az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP²

az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP² az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP² We zijn als ziekenhuis trots op onze goede resultaten, maar we hebben ook aandacht voor enkele punten waar we minder dan gemiddeld lijken

Nadere informatie

Medische Publieksacademie

Medische Publieksacademie Medische Publiekacademie Medisch Centrum Leeuwarden Leeuwarder Courant Aan de winnende hand Borstkanker 27 oktober 2015 Welkom! #mclmpa 1 Borstkanker aan de winnende hand Marloes Emous, oncologisch chirurg

Nadere informatie

Het wetenschappelijke bevolkingsonderzoek naar de vroege opsporing van hart- en vaatziekten.

Het wetenschappelijke bevolkingsonderzoek naar de vroege opsporing van hart- en vaatziekten. www.robinsca.nl INFORMATIEFOLDER VOOR HUISARTSEN Het wetenschappelijke bevolkingsonderzoek naar de vroege opsporing van hart- en vaatziekten. WBO-vergunning verleend door de minister van VWS op 27 augustus

Nadere informatie

Plenaire opening. Themamiddag Wil ik het weten? En dan? 28 september 2013

Plenaire opening. Themamiddag Wil ik het weten? En dan? 28 september 2013 Plenaire opening Themamiddag Wil ik het weten? En dan? 28 september 2013 Opening door Anke Leibbrandt Iedereen wordt van harte welkom geheten namens de BVN en de programmacommissie erfelijkheid (betrokken

Nadere informatie

ONCOLOGIE- en MILESTONEDAGEN

ONCOLOGIE- en MILESTONEDAGEN NEDERLANDSE VERENIGING voor ONCOLOGIE ONCOLOGIE- en MILESTONEDAGEN De Oncologiedagen worden georganiseerd door: NVvO, NKI-AVL en ERASMUS MC 1. Larynx- en hypofarynxafwijkingen 09-05-1970 2. Hormonen en

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 23-10-2017 2017.1 Vrijwillig/ verplicht toegevoegd DICA 27-11-2017 2017.2 Schrappen van indicatoren

Nadere informatie

Mammareconstructie & Radiotherapie

Mammareconstructie & Radiotherapie Mammareconstructie & Radiotherapie Oncologie in perspectief Focus op kwaliteit 5 juni 2014 Leonie Woerdeman Plastisch chirurg Mamma-reconstructie Slechts bij 15 % borstkanker patiënten t.g.v. onwetendheid

Nadere informatie

De indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn:

De indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn: Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009

Nadere informatie

Big trouble? Het Big 5 palet. Het Big 5 palet. Gevolgen overgewicht breder dan Big 5. Overgewicht. Relatie tussen overgewicht, diabetes, kanker

Big trouble? Het Big 5 palet. Het Big 5 palet. Gevolgen overgewicht breder dan Big 5. Overgewicht. Relatie tussen overgewicht, diabetes, kanker Big trouble? Het Big 5 palet Hart- en vaatziekten Astma / COPD Depressie B.H.R. Wolffenbuttel Afd. Endocrinologie & Stofw. ziekten Universitair Medisch Centrum Groningen Welke belangrijke risicofactor

Nadere informatie

Patiënteninformatiedossier (PID) MAMMACARE. onderdeel BORSTKANKER

Patiënteninformatiedossier (PID) MAMMACARE. onderdeel BORSTKANKER Patiënteninformatiedossier (PID) MAMMACARE onderdeel BORSTKANKER Inhoud Wat is borstkanker?... 3 Vormen van kanker... 4 DCIS... 4 Ductaal carcinoom... 4 Lobulair carcinoom... 4 Erfelijke en familiare belasting...

Nadere informatie

Afdeling Heelkunde, locatie AZU. Voorstadium van borstkanker (Carcinoma in situ)

Afdeling Heelkunde, locatie AZU. Voorstadium van borstkanker (Carcinoma in situ) Afdeling Heelkunde, locatie AZU Voorstadium van borstkanker (Carcinoma in situ) Inleiding Na een aantal onderzoeken blijkt dat u een voorstadium van borstkanker heeft. Het medische woord hiervoor is carcinoma

Nadere informatie

LANDELIJK REGISTRATIEFORMULIER MAMMATUMOREN. Zkh reg.nr: SIG code zkh: pagina 1 van 5. Datum:. Paraaf:.

LANDELIJK REGISTRATIEFORMULIER MAMMATUMOREN. Zkh reg.nr: SIG code zkh: pagina 1 van 5. Datum:. Paraaf:. Zkh reg.nr: SIG code zkh: pagina 1 van 5 IDENTIFICATIE 1. Geboortenaam: Voorvoegsels: 2. Naam partner: Voorvoegsels: 3. Voorletters: 4. Geslacht (1=man, 2=vrouw, 3=overig) 5. Geboortedatum: 6. Geboorteplaats

Nadere informatie

Borst- en/of eierstokkanker: Erfelijk risico en genetisch testen

Borst- en/of eierstokkanker: Erfelijk risico en genetisch testen Borst- en/of eierstokkanker: Erfelijk risico en genetisch testen In onze bevolking heeft iedere vrouw een risico van ongeveer 10% om in de loop van haar leven borstkanker te krijgen en 1,5% om eierstokkanker

Nadere informatie

NABON Breast Cancer Audit. Pathologie

NABON Breast Cancer Audit. Pathologie NABON Breast Cancer Audit Pathologie Dr. P.J. Westenend, patholoog, pathologisch laboratorium Dordrecht Drs. A.C.M. van Bommel, arts-onderzoeker, DICA DICA Congres 25 juni 2013 Pathologie Volledige verslaglegging

Nadere informatie

Richtlijn Mammacarcinoom

Richtlijn Mammacarcinoom Richtlijn Mammacarcinoom Truus Smit-Hoeksma Waterlandziekenhuis, Purmerend Fase in de richtlijnontwikkeling - uitwerken conclusie literatuursearch - schrijven aanbevelingen Aanleiding voor aanvullingen

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015]

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015] Factsheet en NABON Breast Cancer Audit () 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05112015] Inclusiecriteria Nabon Breast Cancer Audit Inclusie Alle primaire invasieve mammacarcinomen volgens de WHO classificatie

Nadere informatie

Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom

Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom Een prospectief gerandomiseerd onderzoek N.M.A. Krekel M.H. Haloua M.P. van den Tol S. Meijer Chirurgische oncologie VU Universitair Medisch Centrum Incidentie

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN BORSTKANKER AZ KLINA

KWALITEITSINDICATOREN BORSTKANKER AZ KLINA KWALITEITSINDICATOREN BORSTKANKER AZ KLINA AZ Klina legt hierbij de resultaten voor van de tweede kwaliteitsmeting van onze borstkankerzorg. Deze resultaten werden in januari 2015 meegedeeld door het Kankerregister

Nadere informatie

Laat je borsten zien: doen of niet? Resultaten screening. A Van Steen

Laat je borsten zien: doen of niet? Resultaten screening. A Van Steen Laat je borsten zien: doen of niet? Resultaten screening A Van Steen Wilhelm Conrad Röntgen (1845-1923) Professor Natuurkunde Universiteit Würzburg 26 / 11 / 1897 ontdekt bij toeval X-stralen 20 / 01

Nadere informatie

Leeswijzer diagnose mammacarcinoom binnen 5 dagen Publicatie: Leeswijzers. 1. Diagnose mammacarcinoom binnen vijf werkdagen

Leeswijzer diagnose mammacarcinoom binnen 5 dagen Publicatie: Leeswijzers. 1. Diagnose mammacarcinoom binnen vijf werkdagen Leeswijzer diagnose mammacarcinoom binnen 5 dagen Publicatie: Leeswijzers 1. Diagnose mammacarcinoom binnen vijf werkdagen 2. Externe verantwoording In het kader van de Kwaliteitswet Zorginstellingen leggen

Nadere informatie

Erfelijkheid & Borstkanker

Erfelijkheid & Borstkanker Erfelijkheid & Borstkanker Borstkanker komt veel voor en heeft meestal geen erfelijke oorzaak. Bij 5 tot 10% is een erfelijke aanleg de oorzaak van de ziekte. Deze aanleg wordt door de vader of moeder

Nadere informatie

Oncologische zorg bij ouderen

Oncologische zorg bij ouderen Oncologische zorg bij ouderen Balanceren tussen over- en onderbehandeling Johanneke Portielje, HagaZiekenhuis Kring ouderenzorg AMC & partners 12 juni 2013 mamma carcinoom

Nadere informatie

Behandeling van DCIS. Ductaal carcinoma in situ (DCIS) gemini-ziekenhuis.nl

Behandeling van DCIS. Ductaal carcinoma in situ (DCIS) gemini-ziekenhuis.nl Behandeling van DCIS Ductaal carcinoma in situ (DCIS) gemini-ziekenhuis.nl Inhoudsopgave Wat is DCIS 3 Borstsparende behandeling 4 Ablatio: verwijdering van de gehele borstklier en borst 5 Preventieve

Nadere informatie

Samenvatting. Nut van borstkankerscreening

Samenvatting. Nut van borstkankerscreening Samenvatting Tussen 1989 en 1998 werd in Nederland een landelijk bevolkingsonderzoek ingevoerd om borstkanker in een vroeg stadium op te sporen. Wanneer via screening de diagnose vroeger wordt gesteld,

Nadere informatie

Evidence zoeken @ WWW

Evidence zoeken @ WWW Evidence zoeken @ WWW Dirk Ubbink Evidence Based Surgery 2011 Informatie Jaarlijks: >20.000 tijdschriften en boeken MEDLINE: >6.700 tijdschriften Jaarlijks 2 miljoen artikelen gepubliceerd 5500 publicaties

Nadere informatie

belangrijke cijfers over blaaskanker

belangrijke cijfers over blaaskanker belangrijke cijfers over blaaskanker Een overzicht van het voorkomen, de behandeling en overleving van blaaskanker, gebaseerd op cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie blaaskanker in Nederland Deze

Nadere informatie

Voorspellende waarde van HE4 bij een complexe ovarium cyste ROELIEN VAN DE VRIE ARTS ONDERZOEKER

Voorspellende waarde van HE4 bij een complexe ovarium cyste ROELIEN VAN DE VRIE ARTS ONDERZOEKER Voorspellende waarde van HE4 bij een complexe ovarium cyste ROELIEN VAN DE VRIE ARTS ONDERZOEKER 16-06-2016 INHOUD Achtergrond Ovarium carcinoom HE4 Retrospectieve studie AvL & AMC Opzet van prospectieve

Nadere informatie

Mamma diagnostiek: Een paar dilemma s in de spreekkamer

Mamma diagnostiek: Een paar dilemma s in de spreekkamer Mamma diagnostiek: Een paar dilemma s in de spreekkamer Hier gaat het om u. J. Journee / E. Bakker Een paar dilemma s in de spreekkamer Dense mammae, wat moet/kun je daar mee? Is een MRI niet beter? Mamma

Nadere informatie

Adjuvante systeemtherapie Patiënte: DM type 2

Adjuvante systeemtherapie Patiënte: DM type 2 Take home messages Een 59 jarige vrouw met mammacarcinoom en diabetes. An Reyners Internist-oncoloog UMCG Kankerbehandeling: houd rekening met bijwerkingen op korte en langere termijn Stem af wie waarvoor

Nadere informatie

De kosteneffectiviteit van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen. Baarmoederhalskanker, Borstkanker en Dikkedarmkanker

De kosteneffectiviteit van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen. Baarmoederhalskanker, Borstkanker en Dikkedarmkanker De kosteneffectiviteit van de bevolkingsonderzoeken in Vlaanderen. Baarmoederhalskanker, Borstkanker en Dikkedarmkanker Maaike Fobelets Lore Pil Koen Putman Lieven Annemans 5 oktober 2015 1 Algemene principes

Nadere informatie

Borstkanker indicatoren - Resultaten voor

Borstkanker indicatoren - Resultaten voor Borstkanker indicatoren - Resultaten voor 2009-2011 AZ Sint-Jozef Malle maakt samen met AZ Klina Brasschaat deel uit van de Borstkliniek Voorkempen. Recent werden vanuit het Vlaams Indicatoren Project

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

Vlaams Indicatoren Project VIP²

Vlaams Indicatoren Project VIP² Vlaams Indicatoren Project VIP² Op initiatief van de Vlaamse Vereniging van Hoofdartsen, Icuro, Zorgnet Vlaanderen en de Vlaamse overheid, is het Vlaamse VIP 2 -indicatorenproject opgericht. Samen met

Nadere informatie

Prognostische factoren in patiënten met 1-3 positieve okselklieren; MammaPrint en Adjuvant! online

Prognostische factoren in patiënten met 1-3 positieve okselklieren; MammaPrint en Adjuvant! online Prognostische factoren in patiënten met 1-3 positieve okselklieren; MammaPrint en Adjuvant! online 3 de Mammacongres Harderwijk Stella Mook Radiotherapeut i.o. Prognostische waarde LN status LN status

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling. Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017

Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling. Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017 Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017 Disclosures spreker (potentiële) belangenverstrengeling Nothing to disclose Voor

Nadere informatie

To screen or not to screen:

To screen or not to screen: 75 + : To screen or not to screen: that s the question Flora E van Leeuwen Netherlands Cancer Institute Introductie screening: altijd een afweging VOORDELEN Lagere sterfte Gewonnen levensjaren Betere kwaliteit

Nadere informatie

Eline Deurloo Correlation of diagnostic breast imaging data and pathology: application to diagnosis and treatment

Eline Deurloo Correlation of diagnostic breast imaging data and pathology: application to diagnosis and treatment [Proefschriften] Eline Deurloo Correlation of diagnostic breast imaging data and pathology: application to diagnosis and treatment Mammacarcinoom is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen in

Nadere informatie

PALB2 en het risico op borstkanker

PALB2 en het risico op borstkanker PALB2 en het risico op borstkanker Deze informatie is tot stand gekomen met hulp van de werkgroep Oncogenetica (WKO) van de Vereniging Klinische Genetica Nederland (VKGN) Maart 2018 Inleiding Met betrekking

Nadere informatie

Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie

Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie Neo-adjuvante chemotherapie Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Waarom vooraf chemotherapie? 1 Onderzoeken en afspraken 1 Evaluatie van

Nadere informatie

De waarde van MRI bij DCIS

De waarde van MRI bij DCIS De waarde van MRI bij DCIS Invasion or no invasion, that s the question E.E. Deurloo 1,2, J.D. Sriram 3, H.J. Teertstra 1, C.E. Loo 1, J. Wesseling 4, E.J.Th. Rutgers 3, K.G.A. Gilhuijs 1 Afdelingen radiologie

Nadere informatie

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom

Kwaliteitsnormen. Blaascarcinoom Kwaliteitsnormen Blaascarcinoom Versie 6 September 2018 Achtergrond herziening 2017 De NVU heeft eind 2010 de eerste kwaliteitsnormen blaascarcinoom openbaar gemaakt en deze in 2012 en 2014 herzien. Sinds

Nadere informatie

Borst- en/of eierstokkanker: Erfelijk risico en genetisch testen

Borst- en/of eierstokkanker: Erfelijk risico en genetisch testen Borst- en/of eierstokkanker: Erfelijk risico en genetisch testen In onze bevolking heeft iedere vrouw een risico van ongeveer 10% om in de loop van haar leven borstkanker te krijgen en 1,5% om eierstokkanker

Nadere informatie

Dirk Ubbink. Evidence Based Surgery Workshop 2010

Dirk Ubbink. Evidence Based Surgery Workshop 2010 Dirk Ubbink Evidence Based Surgery Workshop 2010 Jaarlijks: 20.000 tijdschriften 17.000 nieuwe boeken MEDLINE: >6.700 tijdschriften jaarlijks 2 miljoen artikelen gepubliceerd 5500 publicaties per dag!

Nadere informatie

belangrijke cijfers over darmkanker

belangrijke cijfers over darmkanker belangrijke cijfers over darmkanker Een overzicht van het voorkomen, de behandeling en overleving van darmkanker, gebaseerd op cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie darmkanker in Nederland Deze

Nadere informatie

Mannen en BRCA1/2. Ingrid van Kessel/Conny van der Meer genetisch consulenten, afdeling Klinische Genetica Erasmus MC Rotterdam 18 april 2009

Mannen en BRCA1/2. Ingrid van Kessel/Conny van der Meer genetisch consulenten, afdeling Klinische Genetica Erasmus MC Rotterdam 18 april 2009 Mannen en BRCA1/2 Ingrid van Kessel/Conny van der Meer genetisch consulenten, afdeling Klinische Genetica Erasmus MC Rotterdam 18 april 2009 Rudi van Dantzig Danser en choreograaf Risico borstkanker Bevolkingsrisico

Nadere informatie

Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker

Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker INDICATOR B1 Proportie van patiënten gediagnosticeerd met invasieve borstkanker bij wie een systeembehandeling voorafgegaan werd door ER/PR-

Nadere informatie

Vlaams Indicatoren Project VIP²: borstkankerindicatoren

Vlaams Indicatoren Project VIP²: borstkankerindicatoren Vlaams Indicatoren Project VIP²: borstkankerindicatoren Op initiatief van de Vlaamse Vereniging van Hoofdartsen, Icuro, Zorgnet Vlaanderen en de Vlaamse overheid, is het Vlaamse VIP 2 -indicatorenproject

Nadere informatie

ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie

ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie Heeft neoadjuvant chemotherapie nut bij ILC > 3 cm? Ja Nee Weet niet/geen

Nadere informatie

Handreiking Kiesgerust

Handreiking Kiesgerust Handreiking Kiesgerust Begeleiding bij het maken van een bewust keuze Quirine van Rossum, internist-oncoloog Vlietland ziekenhuis Ingeborg Mares, chirurg Vlietland ziekenhuis Jorien van den Doel, huisarts

Nadere informatie

Borstkanker bij de man: state of the art

Borstkanker bij de man: state of the art CC orstkanker bij de man: state of the art r. Chris oor Z iddelheim - ntwerpen K J niet veel voorkomend (0,5 1%) incidentie neemt stilletjes toe? hogere incidentie in sommige frikaanse landen (eganda 5%

Nadere informatie