Follow-up van prematuur geboren kinderen op de leeftijd van vijf jaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Follow-up van prematuur geboren kinderen op de leeftijd van vijf jaar"

Transcriptie

1 Follow-up van prematuur geboren kinderen op de leeftijd van vijf jaar M.J.K. de Kleine, kinderarts-neonatoloog, namens de Validatie-studiegroep* Inleiding De overleving van veeltevroeg geboren kinderen en kinderen met een veel te laag geboortegewicht is tussen de jaren 80 en 90 aanzienlijk toegenomen 1-6. Follow-up van deze kinderen gedurende de eerste twee jaren van het leven laat aanwezigheid van chronische ziekten zien. Bij 10-20% van deze kinderen komen chronische longziekten voor en handicaps, zoals spasticiteit en ernstige ontwikkelingsstoornissen 7-8. Langetermijn follow-up tot aan de schoolleeftijd laat een nog hogere frequentie van ontwikkelingsstoornissen zien. Deze omvatten motorische, visuele en auditieve stoornissen, problemen in de ontwikkeling van de cognitie en het gedrag en schoolproblemen Een nationale follow-upstudie van veeltevroeg geboren kinderen in Nederland toonde dat de behoefte aan speciaal onderwijs stijgt van 19% op de leeftijd van negen jaar tot 28% op de leeftijd van veertien jaar 11. Vergelijkbare getallen komen uit studies uit Florida en Cleveland Op het moment van ontslag uit het ziekenhuis is de uitkomst van het individuele kind op lange termijn moeilijk voorspelbaar. Op de leeftijd van twee jaar zijn grote handicaps, zoals ernstige motorische stoornissen, ernstige mentale retardatie en chronische ziekten, duidelijk. De diagnose van leerproblemen, gedragsstoornissen en milde motorische stoornissen wordt meestal pas tijdens de schoolleeftijd gesteld. Daarom is lange-termijn follow-up van deze kinderen nodig. Dergelijke lange-termijn follow-upprogramma's dienen drie doelen: 1. het ontdekken van ontwikkelingsstoornissen waarvoor interventie nodig is 2. het evalueren van de perinatale behandeling en 3. het bijdragen aan de wetenschappelijke kennis over de relatie tussen schade in de perinatale periode en een afwijkende ontwikkeling later. In Nederland wordt de overgrote meerderheid van de veeltevroeg geboren kinderen behandeld in een van de tien perinatale intensive care centra, zoals Máxima Medisch Centrum. Na behandeling worden de overlevende kinderen terug verwezen naar hun 'eigen' ziekenhuis voor verdere neonatale behandeling en voor nazorg in de eerste levensmaanden. In de eerste levensjaren komen de kinderen een aantal keren terug naar het centrum van hun initiële behandeling voor het vaststellen van de follow-upgegevens. Hoewel de perinatale behandeling in de tien perinatale centra vergelijkbaar is, varieert de postneonatale zorg in ons land en zijn de follow-upprogramma's niet gestandaardiseerd. Vanwege de overbelasting van de perinatale centra en de ontbrekende financiering van de follow-up zijn de follow-upprogramma's tot het uiterste minimum beperkt. Om deze redenen ontwikkelde de Werkgroep Landelijke Neonatale Follow-up van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde een gestandaardiseerd follow-upprogramma, dat zowel nazorg in het eerste levensjaar, als gestandaardiseerde follow-up in de daaropvolgende jaren zou moeten verzorgen voor alle veeltevroeg geboren kinderen in Nederland. Wij presenteren in dit artikel de ontwikkeling van een geïntegreerd kinderartsenonderzoek, waarmee de belangrijkste domeinen van de ontwikkeling op de leeftijd van vijf jaar kunnen worden onderzocht. Bovendien presenteren wij de validatie van dit kinderartsenonderzoek ten opzichte van een set gestandaardiseerde testen. Dit geïntegreerde onderzoek zou kinderartsen moeten helpen om vóór de leeftijd van zes jaar, dat wil zeggen vóór de schoolleeftijd, die kinderen te identificeren die in hun neonatale periode schade hebben opgelopen waardoor ontwikkelingsstoornissen zijn ontstaan die een belemmering zouden kunnen vormen voor een normale scholing en een normaal leven. Populatie en methoden Studiepopulatie De studiepopulatie bestond uit kinderen geboren na een zwangerschapsduur van minder dan 32 weken of met een geboortegewicht lager dan 1500 gram, behandeld in één van de drie participerende NICU's en inmiddels vijf jaar oud. Vanwege logistieke redenen varieerden de inclusieperioden enigszins: van 1 oktober 1992 tot 15 juni 1994 in het Universitair Medisch Centrum Sint Radboud, Nijmegen (UMCN), van 15 november 1992 tot 1 januari 1994 in het Academisch Medisch Centrum Amsterdam (AMC) en van 1 janu- * De Validatie Studiegroep bestaat uit: dr. A.L. den Ouden en H. Kloosterboer-Boerrigter (TNO Preventie en Gezondheid, Leiden), prof. dr. L.A.A.Kollée, dr. M.W.G. Nijhuis-van der Sanden, M. Sondaar, S. Knuijt en B.J.M. van Kessel-Feddema (Universitair Medisch Centrum St Radboud, Nijmegen), dr. A. Ilsen, dr. A.G. van Wassenaer, R. Breur-Pieterse, dr. J.M. Briët en K. Koldewijn (Academisch Medisch Centrum, Amsterdam), M.J.K. de Kleine, J. Buijs en M.J. Wit (Máxima Medisch Centrum, Veldhoven) en prof. dr. A.L. van Baar, Universiteit van Tilburg. dr. R Brand (Leids Universitair Medisch Centrum) adviseert over de statistiek en prof. dr. S.P. Verloove-Vanhorick (TNO Preventie en Gezondheid, Leiden en Leids Universitair Medisch Centrum ) begeleidt de studie. De studie werd gesteund door een subsidie van het Praeventiefonds, projectnummer en ZorgOnderzoek Nederland (ZON), projectnummer De Engelse tekst verscheen eerder in: Archives of Disease in Childhood 2003; 88: Medisch Journaal, jaargang 33, no. 3

2 ari 1993 tot 1 januari 1995 in het Máxima Medisch Centrum Veldhoven (MMC). Gedurende deze perioden werden 764 kinderen opgenomen op de drie NI- CU's. Van hen stierven 131 (17%) vóór de leeftijd van vijf jaar. Ook werden 46 patiënten met een zwangerschapsduur van minder dan 30 weken en behandeld in het AMC uitgesloten omdat zij deelnamen aan een andere studie 17. Eenentwintig kinderen met bekende ernstige spasticiteit, blindheid, ernstige mentale retardatie, chromosomale afwijkingen of een ernstige stofwisselingsstoornis werden uitgesloten omdat van tevoren duidelijk was dat deze kinderen de testen niet zouden kunnen volbrengen. Als gevolg hiervan bleven 566 kinderen beschikbaar voor de studie. De perinatale data waren prospectief verzameld tijdens opname en in locale NICU databases opgeslagen; de data werden retrospectief geanalyseerd. Medisch Journaal, jaargang 33, no. 3 Kinderartsenonderzoek Het kinderartsenonderzoek op de leeftijd van vijf jaar bestond uit een enquête, die van tevoren naar de ouders was toegezonden, en een gestructureerd onderzoek door een kinderarts, die speciaal voor dit doel was getraind. De enquête ging in op de volgende domeinen: sociaaleconomische status, algemene gezondheid, visuele en auditieve functies, motorische ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling, taal en gedrag. De sociale status van het kind werd vastgesteld met behulp van vragen over de samenstelling van het gezin, het aantal broertjes en zusjes en vragen over beroep en scholing van beide ouders. De algemene gezondheid werd vastgesteld met behulp van vragen over de medische consumptie (het aantal bezoeken aan een polikliniek, het aantal ziekenhuisopnamen, het aantal operaties, het aantal diagnostische testen), somatische symptomen op het gebied van KNO, ademhaling, maag-darmsysteem en centrale zenuwstelsel, en met behulp van vragen over het gebruik van medicijnen. De visuele en auditieve functies werden vastgesteld met behulp van vragen over het gehoor met of zonder hulpmiddelen en over de visus met en zonder bril. De cognitieve ontwikkeling werd vastgesteld met behulp van vragen over de schoolprestaties, leerproblemen en de noodzaak van 'remedial teaching' of speciaal onderwijs. Gedragsproblemen werden vastgesteld met een korte gedragsvragenlijst, die bestond uit die 15 vragen uit de Child Behavior Checklist (CBCL) waarvan uit voorgaand onderzoek was gebleken dat deze het meest discrimineerden tussen normale kinderen en kinderen die waren verwezen naar psychologische of psychiatrische hulpdiensten in de algemene populatie 18. Het onderzoek door de kinderarts startte met een controle op de volledigheid van de antwoorden op de enquête en een door de antwoorden gestuurde uitbreiding van de anamnese. Vervolgens werden de lengte, het gewicht, de schedelgroei en de bloeddruk gemeten. Hierna volgde een lichamelijk onderzoek. Het neurologisch functioneren werd vastgesteld met behulp van het onderzoek volgens Touwen 19. Dit onderzoek bestaat uit 40 items die betrekking hebben op de tonus, reflexen, spierkracht, onwillekeurige bewegingen, houding, balans, coördinatie en grove motorische vaardigheden. De kinderen werden onderverdeeld in de volgende drie categorieën: normaal (geen neurologische afwijking), minor neurological dysfunction (MND, neurologische afwijkingen zonder invloed op houding of het bewegen) en spasticiteit (cerebral palsy c.p.), waaronder werd verstaan: neurologische afwijkingen met daarbij afwijkende houding of beweging. De Denver Development Screening Test (DDST) werd gebruikt om de neuromotorische en cognitieve functies vast te stellen 20. De DDST bestaat uit 105 test-items die zijn geclusterd in vier groepen: motorische functie, taal, adaptatie en sociaal gedrag. Elk test-item heeft een afbreekpunt op een leeftijd waarbij 90% van de kinderen in staat is om dit item uit te voeren 20. Per leeftijdscategorie wordt een deel van de 105 test-items gebruikt. Elk van de vier domeinen wordt gescoord als vertraagd wanneer het kind twee of meer vertragingen ten opzichte van de '90% grens' laat zien, zonder compensatie in hetzelfde domein. Een kind wordt vervolgens geclassificeerd als 'at risk' wanneer één domein is vertraagd en als abnormaal als twee domeinen zijn vertraagd. De taal werd beoordeeld met een bij de leeftijd passende taalscreeningstest, ontwikkeld en gevalideerd door Gerritsen 21. Deze test bestaat uit 39 items die betrekking hebben op het woordgebruik, begrip, geheugen, productie van taal, gebruik van meervoud en voorzetsels en op de verstaanbaarheid. Een normale score is kleiner of gelijk aan 17, 'at risk' is tussen 18 en 25 en abnormaal is groter of gelijk aan 25, tot een maximum score van 52. Alle resultaten werden vervolgens samengevat in een eindconclusie voor elk van de volgende vier domeinen: cognitieve ontwikkeling, neuromotore ontwikkeling, taalontwikkeling en gedrag, en in een uiteindelijke conclusie 'optimaal' (alle domeinen normaal), 'at risk' (verder onderzoek nodig) of 'abnormaal' (behandeling nodig of reeds behandeld in een of meerdere domeinen. Validatie instrumenten De gecombineerde resultaten van het kinderartsenonderzoek werden gevalideerd tegen een gecombineerde set van gestandaardiseerde testen voor cognitie, inclusief taalontwikkeling, motorische ontwikkeling en gedrag. Deze set bestond uit de gereviseerde Amsterdamse Kinder-IntelligentieTest (RAKIT) 22, de movement Assessment Battery for Children (movement ABC) 23 en de volledige Child Behavior Check List (CBCL) 24,25. Getrainde kinderpsychologen en kinderfysiotherapeuten voerden deze testen uit. Zij waren blind voor de bevindingen van het onderzoek van de kinderarts. De RAKIT duurde één uur, de movement ABC 45 minuten; de CBCL werd thuis ingevuld. De RAKIT is genormeerd voor Nederlandse kinderen tussen vier en zeven jaar. Kinderen met een score tussen -2 en -1 SD worden beschouwd als 'at risk', kinderen onder -2 SD als 'abnormaal'. De movement ABC doet een uitspraak over het motorisch functioneren in het dagelijks leven 23. Normaalwaarden zijn verzameld in de Verenigde Staten, Engeland, Hong Kong en Nederland en leveren dezelfde afbreekpunten op voor normale Amerikaanse en Nederlandse kinderen 23,26. Hoe hoger de score, des 105

3 te slechter de prestatie. Totaalscores kleiner dan of gelijk aan 10,5 (15e percentiel) worden beschouwd als normaal, van 11,0 tot 17,0 (5e percentiel) als 'at risk' en boven 17,0 als abnormaal. De CBCL is een gestandaardiseerde maat voor gedrag van het kind, ontwikkeld door Achenbach en voor Nederlandse kinderen genormaliseerd door Verhulst 25,27. Totaalscores kleiner of gelijk aan 59 worden beschouwd als normaal, van 60 tot en met 63 als overgangsgebied en gelijk aan of groter dan 64 als gedragsstoornis. Wanneer alle drie testen een normaal resultaat gaven, was de uiteindelijke conclusie 'optimaal', wanneer één of meer van de drie testen een uitslag 'at risk' gaf was de uiteindelijke conclusie 'at risk' en wanneer één of meer van de drie testen een uitslag abnormaal gaf was de uiteindelijke conclusie 'abnormaal'. Statistische analyse De verschillen van continue perinatale risicofactoren tussen twee groepen werden vergeleken met de Student t test, verschillen tussen dichotome risicofactoren met de X 2 test; P-waarden kleiner dan of gelijk aan 0,05 werden beschouwd als statistisch significant. De vergelijking van het kinderartsenonderzoek met de standaardonderzoeken werd uitgedrukt als sensitiviteit, specificiteit en percentage correct geclassificeerd. Positieve en negatieve voorspellende waarden, likelihood ratio's en post-test waarschijnlijkheden gaven een schatting van de prestatie van de test in de praktijk. Resultaten Van de 566 in aanmerking komende kinderen werden 135 (23,9%) niet onderzocht wegens diverse redenen (tabel 1). Taalproblemen speelden een belangrijke rol. De non-respons was 65% (36/55) bij kinderen van niet-nederlands sprekende ouders en 19% (99/511) van wel Nederlands sprekende ouders (P<0,001). Van de 431 geteste kinderen volbrachten 395 kinderen alle onderdelen van het kinderartsenonderzoek, de IQ test, de movement ABC en de CBCL. Het exacte aantal kinderen dat elk van de testen volledig uitvoerde, is te vinden in de verschillende tabellen. De gemiddelde zwangerschapsduur (32,2 (SD 2,0) Tabel 1. Beschikbare patiënten, uitval en onderzochte patiënten Cohort % Overleden ,2% Uitgesloten vanwege deelname in een andere studie 46 6,0% Uitgesloten vanwege te ernstige handicap 21 2,8% N % N % Beschikbaar % % Uitval Adres onbekend 30 5,3 Verblijf in het buitenland 7 1,2 Geen passende afspraak voor onderzoek te maken 52 9,2 Weigering door de ouders 46 8,1 Onderzocht weken) en gemiddeld geboortegewicht (1267 (SD 332) gram) lagen relatief hoog vergeleken met de meeste follow-upstudies uit de jaren 90. Dit geeft aan dat door het niet onderzoeken van een aantal kinderen onder de 30 weken uit één van de drie participerende ziekenhuizen een selectiebias was ontstaan in de richting van een relatief gunstige populatie. Er was geen verschil in perinatale gegevens tussen onderzochte en niet-onderzochte kinderen met uitzondering van meerlingen (36% van de onderzochte versus 21% van de niet-onderzochte kinderen; tabel 2). Bij 412 kinderen was een volledig kinderartsenonderzoek uitgevoerd. Het totale onderzoek nam ongeveer een uur in beslag, maar kon worden uitgevoerd in een routine poliklinische setting. De kinderartsen hadden het idee dat het onderzoek hen prima in staat stelde de ontwikkeling van deze vijfjarige kinderen te schatten. De meeste kinderen hadden plezier in de verschillende onderdelen van het onderzoek en de ouders waren zeer tevreden met het uitgebreide onderzoek. Het onderzoek had als resultaat dat 275 (67%) kinderen werden geclassificeerd als 'optimaal', 58 kinderen (14%) als 'at risk' en 79 (19%) als 'abnormaal'. Van de 137 kinderen die waren geclassificeerd als 'at risk' of 'abnormaal' waren er 82 (60%) van tevoren nog niet als zodanig geïdentificeerd bij eerdere follow-uponderzoeken. De IQ test classificeerde 78% van de kinderen als 'optimaal' en 22% als niet-optimaal; de CBCL respectievelijk 77% en 23% (tabel 3). De movement ABC, echter, gaf aan dat 43% van de kinderen een motorisch probleem had. De gecombineerde resultaten van deze drie standaardonderzoeken gaven aan dat er significant meer kinderen met ontwikkelingsstoornissen waren dan door het kinderartsenonderzoek was vastgesteld. Bij de gecombineerde standaardtest scoorden slechts 167 kinderen (42%) 'optimaal'; 228 kinderen (58%) scoorden 'at risk' of 'abnormaal' bij tenminste één van de testen (tabel 4). De specificiteit (88%) en positief voorspellende Tabel 2. Risicofactoren in de studiegroep en in de uitvalgroep Onderzocht Uitval P N=431 N=135 Jongen 55% 49% Meerlingen 36% 21% 0,001 Congenitale afwijkingen 10% 7% Zwangerschapsduur 30,2 ± 2,0 30,1 ± 1,9 (weken ± s.d.) Geboortegewicht 1276 ± ± 321 (gram ± s.d.) Sectio Caesarea 48 % 47 % Apgarscore na 5 minuten < 7 17 % 14 % (N=565) Resuscitatie 24 % 28 % Beademing 49 % 49 % Surfactant behandeling 19 % 18 % Bronchopulmonaire Dysplasie 14% 17% Intraventriculaire 19 % 26% bloeding graad 1-4 Verpleegdagen in NICU 32 ± ± Medisch Journaal, jaargang 33, no. 3

4 Tabel 3. Resultaten van de afzonderlijke testen Kinderartsen- Movement IQ test CBCL onderzoek ABC Aantal onderzocht per test Optimaal 275 (67%) 228 (56%) 319 (78%) 314 (77%) 'At risk' 58 (14%) 86 (21%) 63 (16%) 37 ( 9%) Abnormaal 79 (19%) 90 (22%) 25 ( 6%) 56 (14%) Tabel 4. Vergelijking tussen het kinderartsenonderzoek en de gecombineerde set van gestandaardiseerde testen (N=395) Conclusie van de gecombineerde set gestandaardiseerd testen Conclusie van het 'At risk' or Optimaal Allen Kinderartsenonderzoek Abnormaal 'At risk' of abnormaal Optimaal Allen % confidence interval Sensitiviteit 48% % Specificiteit 88% 83-93% Positief voorspellende waarde 85% 78-91% Negatief voorspellende waarde 55% 49-61% Vooraf kans (prevalentie) 0,58 Pretest odds 1,4 Positieve test Positieve likelihood ratio 4,03 2,61-6,21 Post-test waarschijnlijkheid 0,85 0,78-0,89 Post-test odds 5,5 Negatieve test Negatieve likelihood ratio 0,59 0,51-0,67 Post-test waarschijnlijkheid 0,45 0,41-0,48 Post-test odds 0.8 waarde (85%) van het kinderartsenonderzoek waren adequaat, maar veel kinderen met een ontwikkelingsstoornis werden niet geïdentificeerd, hetgeen resulteerde in een sensitiviteit van 48% en een negatief voorspellende waarde van 50% (tabel 4). Van de 118 kinderen die ten onrechte niet werden geïdentificeerd door het kinderartsenonderzoek schoot de meerderheid tekort op de movement ABC, 54 scoorden tussen de P5 en P15 en 25 onder de P5. Bij 24 van deze 118 waren er bovendien gedragsproblemen, cognitieve problemen of beide. Eenderde (N=43) had een hoge totale probleemscore op de CBCL; van hen hadden tien kinderen tevens andere problemen. Negentien kinderen bleken een IQ score lager dan 1 SD onder het gemiddelde te hebben, meestal ook in combinatie met andere problemen. Een aantal van 54 kinderen had een abnormale uitkomst bij zowel het kinderartsenonderzoek als bij de standaardtesten. Eenderde van hen (18/54) was van tevoren nooit geïdentificeerd en kreeg daarom ook geen interventietherapie. Ook het bestaan van meerdere problemen tegelijkertijd leidde niet tot eerdere ontdekking en interventie. Van de kinderen die onvoldoende scoorden op een van de testen was 65% (55 van de 85) van tevoren niet herkend. Medisch Journaal, jaargang 33, no. 3 Discussie Verbeteringen in de perinatale zorg sinds de jaren 70 hebben ertoe geleid dat de overleving van veeltevroeg geboren kinderen sterk is toegenomen. Followup van de eerste kinderen die overleefden dankzij moderne neonatale intensieve zorg heeft aangetoond dat vroeggeboorte een effect heeft tot in de volwassen leeftijd 28. Hoewel de sterfte steeds is afgenomen, zijn latere gevolgen voor de ontwikkeling ook nu nog een groot probleem, vooral omdat de kinderen die eerder zouden zijn overleden dankzij deze neonatale intensive care nu in leven blijven 8,29. Follow-upstudies hebben laten zien dat ontwikkelingsproblemen toenemen met de leeftijd en dat schijnbaar gezonde kleuters ook later een kans hebben op ontwikkelingsstoornissen en schoolproblemen 30,31. Hierdoor is langdurige followup absoluut nodig, zowel voor het op tijd identificeren van die kinderen die extra hulp nodig hebben, als voor het identificeren van die neonatale risicofactoren die gepaard gaan met latere ontwikkelingsstoornissen. Er bestaat internationaal geen consensus over wat moet worden gemeten op welke leeftijd 30,32. Als gevolg hiervan zijn de uitkomsten van de verschillende followupstudies vaak niet goed vergelijkbaar. Om betrouwbare uitkomstmaten te verkrijgen is het nodig om gevalideerde en multidisciplinaire instrumenten te gebruiken in de follow-upprogramma's en deze toe te passen op de verschillende ontwikkelingsdomeinen. Echter de financiering van zulke intensieve followupprogramma's is meestal moeilijk. Daarom hebben wij getracht om een geïntegreerd follow-upinstrument te ontwikkelen dat uit te voeren is door enkel één kinderarts en dat vóór de leeftijd van zes jaar, dat wil zeggen voor groep drie van de lagere school, zou kunnen differentiëren tussen kinderen met een optimale en kinderen met een suboptimale of abnormale ontwikkeling. Dit follow-upinstrument bleek toepasbaar te zijn in een poliklinische setting, ook al nam het gehele onderzoek een vol uur in beslag. Dit onderzoeksinstrument stelde de deelnemende kinderartsen in staat om een groot aantal kinderen met ontwikkelingsproblemen te identificeren, van wie 60% tevoren nog niet bekend was met een ontwikkelingsstoornis. Studies die erin slaagden vrijwel 100% follow-up te bereiken hebben laten zien dat de frequentie van ontwikkelingsstoornissen bij kinderen die pas na heel veel moeite voor follow-up beschikbaar komen aanzienlijk hoger is dan bij kinderen die heel gemakkelijk voor follow-up komen. Dit betekent dat in werkelijkheid het aantal kinderen met ontwikkelingsstoornissen nog groter is dan uit onze studie blijkt. De specificiteit van het follow-upinstrument was hoog (88%). Slechts 20 kinderen waren ten onrechte 107

5 beschouwd als afwijkend. Dit betekent dat het gebruik van dit kinderartsenonderzoek als screeningsinstrument slechts weinig kinderen ten onrechte zal verwijzen voor verder onderzoek. Echter, slechts de helft van de kinderen met afwijkende resultaten op een of meer van de standaardtesten werd geïdentificeerd door het kinderartsenonderzoek. De meerderheid van hen had motorische problemen, gedragsproblemen of een combinatie hiervan. Slechts een minderheid van hen had een afwijkende IQ-test. Men zou kunnen veronderstellen dat ontwikkelingsstoornissen die geen aanleiding geven tot verdenking, op school of thuis en die niet worden ontdekt door een grondig kinderartsenonderzoek, niet belangrijk zijn. Aan de andere kant hadden veel van deze kinderen ontwikkelingsstoornissen op meer dan één domein. Milde ontwikkelingsstoornissen op de leeftijd van vijf jaar leiden meestal nog niet tot een handicap of niet goed functioneren. Wanneer deze kinderen echter ouder worden en de maatschappij meer eisen aan hen gaat stellen, vallen ze door de mand. Met een deel van deze ontwikkelingsstoornissen op de leeftijd van vijf jaar zou misschien nog wel te leven zijn als ze geïsoleerd zouden vóórkomen. Maar de combinatie van deze, op zichzelf lichte, ontwikkelingsstoornissen berooft deze kinderen van de mogelijkheid om te compenseren en bezorgt hen een groot risico voor latere leerproblemen en sociale isolatie. Een aantal van hen krijgt mogelijk zelfs meer problemen in het dagelijks functioneren dan hun leeftijdsgenoten met een weliswaar ernstige, maar geïsoleerde afwijking. Een aantal studies wijst op de relatie tussen motorische stoornis op vroege leeftijd en cognitieve problemen op de schoolleeftijd en later 34-38, hoewel andere studies die relatie betwijfelen 39. Het over het hoofd zien van motorische stoornissen op vroege leeftijd zou een van de redenen kunnen zijn van de schijnbare toename van ontwikkelingsproblemen met het toenemen van de leeftijd. Met de test voor motor impairment (TOMI), de voorganger van de movement ABC die werd gebruikt in onze studie, documenteerden Powls et al. een verbetering van het motorisch functioneren van de helft van de onderzochte kinderen in de leeftijd van zes tot acht jaar. Echter op de leeftijd van twaalf was het percentage schoolproblemen bij kinderen die onvoldoende scoorden op de TOMI op de leeftijd van zes jaar 34% tegen 5% van de kinderen met optimale resultaten 40. Motorische stoornissen die voorspellend zijn voor de latere ontwikkelingsproblemen kunnen misschien op een nog veel eerdere leeftijd worden aangetoond 38,41. Hadders-Algra en Groothuis beschreven een associatie tussen mild afwijkende 'general movements' op de leeftijd van twee tot vier maanden na de geboorte, de zogenaamde 'fidgety-leeftijd', en ontwikkeling van aandachtsproblemen en minor neurological dysfunction (MND) op de leeftijd van vier tot negen jaar. Zij veronderstelden dat perinatale hypoxie resulteert in lange-termijn veranderingen in het dopaminesysteem van de nucleus striatus. Deze stoornissen zouden op jonge leeftijd de vloeiendheid en coördinatie van de motoriek beïnvloeden en op latere leeftijd het gedrag. Het motorisch functioneren is een resultante van een aantal informatieprocessen. Naarmate de complexiteit van de motorische taken toeneemt, wordt de verwerking van de informatie belangrijker. Omdat de movement ABC niet alleen maar het motorische domein test is deze, naar alle waarschijnlijkheid, een goede voorspeller van het informatieverwerkingsproces van het centrale zenuwstelsel. We nemen daarom aan dat een sterk afwijkende score in de movement ABC niet alleen een motorisch probleem aangeeft, maar ook die kinderen identificeert die een risico bij zich dragen op ontwikkelingsproblemen in andere domeinen. Wanneer de movement ABC zou zijn opgenomen in het kinderartsenonderzoek, dan zouden slechts zes kinderen met cognitieve achterstand ten onrechte zijn gemist; vijf met een IQ tussen -1 en -2 SD en één met een IQ onder -2 SD. Daarom stellen wij voor om de movement ABC op te nemen in het pediatrisch follow-uponderzoek op de leeftijd van vijf jaar en verder onderzoek naar de ontwikkeling van het kind uit te voeren wanneer deze test afwijkend is. Kinderen van families die geen Nederlands spreken namen veel minder vaak deel aan het onderzoek dan de Nederlandse kinderen (19% versus 65%). De meerderheid van deze families behoort tot een lagere sociaal-economische klasse, heeft minder scholing ontvangen en ontmoet ook nog culturele barrières wanneer zij medische hulp zoeken. Daarnaast wordt een onvoldoende testresultaat bij kinderen van niet- Nederlands sprekende families in sommige gevallen geïnterpreteerd als een taalprobleem en niet als een cognitieprobleem. Soms is deze interpretatie correct, veelal ook niet. Als gevolg van deze problemen zijn de uitslagen van de testen bij deze kinderen vaak niet duidelijk. Tevroeg geboren kinderen in deze niet-nederlands sprekende families worden daarom bedreigd door een combinatie van biologische en sociale risicofactoren. Deze combinatie kan er de oorzaak van zijn dat veel tijd verloren gaat voordat deze kinderen de interventie krijgen die zij nodig hebben. Concluderend stellen wij dat een systematisch en gestandaardiseerd kinderartsenonderzoek, zoals door ons beschreven, op de leeftijd van vijf jaar een belangrijk aantal kinderen detecteert bij wie interventie nodig is en die nog niet eerder zijn ontdekt door de standaardzorg die zij ontvangen. Omdat ook dit kinderartsenonderzoek nog een te groot aantal kinderen met ontwikkelingsproblemen, vooral motorische, mist, is toevoeging van de movement ABC nodig. Kinderen van niet-nederlands sprekende ouders worden zelden adequaat onderzocht. Lange-termijn follow-upstudies van adolescenten en jongvolwassenen die veeltevroeg werden geboren laten zien dat hun bij de geboorte verworven ontwikkelingsprobleem een levenslange last kan zijn. Neonatale follow-up moet daarom ten doel hebben deze problemen op een vroege leeftijd te identificeren, zodat interventietherapie mogelijk is. De evaluatie van de perinatale zorg moet niet alleen korte termijn-, maar ook lange termijngevolgen signaleren. Wij toonden aan dat dit alleen kan worden gedaan met een uitgebreid en multidisciplinair onderzoek van deze kinderen. Follow-upstudies waarin dergelijke gedetailleerde, gestandaardiseerde follow-up van diverse domeinen ontbreekt, zullen de ontwikkelingsproblemen bij de overlevenden van neonatale intensive care onderschatten. Dit is mogelijk één van de redenen waarom 108 Medisch Journaal, jaargang 33, no. 3

6 follow-upstudies vaak onvergelijkbaar zijn en vaak wijzen op een toename van de ontwikkelingsproblemen op latere leeftijd. Onze studie laat zien dat er geen simpele manier bestaat om kinderen die extra hulp nodig hebben vroegtijdig te identificeren. Ditzelfde geldt voor een betrouwbare evaluatie van neonatale intensieve zorg. Literatuur 1. Richardson DK, Gray JE, Gortmaker SL, Goldmann DA, Pursley DM, McCormick MC. Declining severity adjusted mortality: evidence of improving neonatal intensive care. Pediatrics 1998; 102: International Neonatal Network, Scottish Neonatal Consultants, Nurses Collaborative Study Group. Risk adjusted and population based studies of the outcome for high risk infants in Scotland and Australia. Arch Dis Child Fetal Neonatal Ed 2000; 82: F118- F Battin M, Ling EW, Whitfield MF, Mackinnon M, Effer SB. Has the outcome for extremely low gestational age (ELGA) infants improved following recent advances in neonatal intensive care? Am J Perinatol 1998; 15: The Victorian Infant Collaborative Study Group. Economic outcome for intensive care of infants of birthweight g born in Victoria in the post surfactant era. J Paediatr Child Health 1997; 33: Verloove-Vanhorick SP, Verwey RA, Brand R, Gravenhorst JB, Keirse MJ, Ruys JH. Neonatal mortality risk in relation to gestational age and birthweight. Results of a national survey of preterm and very-low-birthweight infants in the Netherlands. Lancet 1986; 1: Health Council of the Netherlands. Intensive care at birth The Hague, Health Council of the Netherlands; publication no. 2000/ The Victorian Infant Collaborative Study Group. Outcome at 2 years of children weeks' gestation born in Victoria in J Paediatr Child Health 1997; 33: Wood NS, Marlow N, Costeloe K, Gibson AT, Wilkinson AR. Neurologic and developmental disability after extremely preterm birth. EPICure Study Group. N Engl J Med 2000; 343: Veen S, Ens-Dokkum MH, Schreuder AM, Verloove-Vanhorick SP, Brand R, Ruys JH. Impairments, disabilities, and handicaps of very preterm and very-low-birhtweight infants at five years of age. The collaboration project on preterm and small for gestational age infants (POPS) in the Netherlands. Lancet 1991; 338: The Victorian Infant Collaborative Study Group. Neurosensory outcome at 5 years and extremely low birthweight. Arch Dis Child Fetal Neonatal Ed 1995; 73: F143-F Hille ET, den Ouden AL, Bauer L, van den Oudenrijn C, Brand R, Verloove-Vanhorick SP. School performance at nine years of age in very premature and very low birth weight infants: perinatal risk factors and predictors at five years of age. Collaborative Project on Preterm and Small for Gestational Age (POPS) Infants in The Netherlands. J Pediatr 1994; 125: Vohr BR, Msall ME. Neuropsychological and functional outcomes of very low birth weight infants. Semin Perinatol 1997; 21: Taylor HG, Klein N, Schatschneider C, Hack M. Predictors of early school age outcomes in very low birth weight children. J Dev Behav Pediatr 1998; 19: Schaap AH, Wolf H, Bruinse HW, Smolders-de Haas H, Van Ertbruggen I, Treffers PE. School performance and behaviour in extremely preterm growth-retarded infants. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol 1999; 86: Resnick MB, Gomatam SV, Carter RL, Ariet M, Roth J, Kilgore KL, et al. Educational disabilities of neonatal intensive care graduates. Pediatrics 1998; 102: Hack M, Flannery DJ, Schluchter M, Cartar L, Borawski E, Klein N. Outcomes in young adulthood for very-low-birth-weight infants. N Engl J Med 2002; 346: van Wassenaer AG, Kok JH, de Vijlder JJ, Briet JM, Smit BJ, Tamminga P, et al. Effects of thyroxine supplementation on neurologic development in infants born at less than 30 weeks' gestation. N Engl J Med 1997; 336: Verhulst FC, Akkerhuis GW, Althaus M. Mental health in Dutch children: (I). A cross-cultural comparison. Acta Psychiatr Scand Suppl 1985; 323: Touwen BC. Examination of the child with minor neurological dysfunction. Clinics in Developmental Medicine 1989; 11: Cools ATM, Hermans JMA. Dos-handleiding. Denver Ontwikkeling Screeningstest. Lisse: Swets & Zeitlinger, Gerritsen FME. VTO Taalscreening 3- tot 6-jarigen: de ontwikkeling van een taalscreeningsinstrument voor gebruik in de Jeugdgezondheidszorg. Amsterdam/Lisse: Swets & Zeitlinger, Bleichrodt N, Resing WCM, Drenth PJD, Zaal JN. Intelligentiemeting bij kinderen: empirische en methodologische verantwoording van de gereviseerde Amsterdamse Kinder Intelligentie Test. Lisse: Swets & Zeitlinger, Henderson SE, Sugden DA. The Movement Assessment Battery for Children. San Antonio: Psychological Corporation, Achenbach TM. Manual for the Child Behavior Checklist/4-18 and 1991 Profile. Burlington, VT: University of Vermont, Department of Psychiatry, Verhulst FC, van-der-ende J, Koot HM. Manual for the Child BehaviorChecklist/4-18 (Dutch version). Rotterdam: Department of Childpsychiatry, Sophia Children's Hospital/Academic Hospital Rotterdam/Erasmus Universiteit Rotterdam, Smits-Engelsman BCM. Movement ABC; Nederlandse Handleiding [Dutch manual Movement ABC]. Lisse: Swets & Zeitlinger, Verhulst FC, Berden GFMG, Sanders-Woudstra JAR. Mental health in Dutch children: (II) the prevalence of psychiatric disorder and relationship between measures. Acta Psychiatr Scand 1985; 72: Steward AL, Rifkin L, Amess PN, Kirkbride V, Townsend JP, Miller DH, et al. Brain structure and neurocognitive and behavioural function in adolescents who were born very preterm. Lancet 1999; 353: Lorenz JM. Survival of the extremely preterm infant in North America in the 1990s. Clin Perinatol 2000; 27: McCormick MC. The outcomes of very low birth weight infants: are we asking the right questions? Pediatrics 1997; 99: Wolke D. Psychological development of prematurely born children. Arch Dis Child 1998; 78: Jobe AH. Predictors of outcomes in preterm infants: which ones and when? J Pediatr 2001; 138: Wariyar UK, Richmond S. Morbidity and preterm delivery; importance of 100% follow-up. Lancet 1989; 8634: Diamond A. Close interrelation of motor development and cognitive development and of the cerebellum and prefrontal cortex. Child Dev 2000; 71: Botting N, Powls A, Cooke RW, Marlow N. Cognitive and educational outcome of very-low-birthweight children in early adolescence. Dev Med Child Neurol 1998; 40: Hadders-Algra M, Touwen BC. Minor neurological dysfunction is more closely related to learning difficulties than to behavioral problems. J Learn Disabil 1992; 25: Hadders-Algra M. Two distinct forms of minor neurological dysfunction: perspectives emerging from a review of data of the Groningen Perinatal Project. Dev Med Child Neurol 2002; 44: Gillberg IC, Gillberg C. Children with preschool minor neurodevelopmental disorders. IV: Behaviour and school achievement at age 13. Dev Med Child Neurol 1989; 31: D'Eugenio DB, Slagle TA, Mettelman BB, Gross SJ. Developmental outcome of preterm infants with transient neuromotor abnormalities. Am J Dis Child 1993; 147: Powls A, Botting N, Cooke RW, Marlow N. Motor impairment in children 12 to 13 years old with a birthweight of less than 1250 g. Arch Dis Child Fetal Neonatal Ed 1995; 73: F62-F Hadders-Algra M, Groothuis AMC. Quality of general movements in infancy is related to neurological dysfunction, ADHD, and aggressive behavior. Dev Med Child Neurol 1999; 41: Medisch Journaal, jaargang 33, no

Follow-uponderzoek van veel te vroeg geboren kinderen op de leeftijd van vijf jaar

Follow-uponderzoek van veel te vroeg geboren kinderen op de leeftijd van vijf jaar Follow-uponderzoek van veel te vroeg geboren kinderen op de leeftijd van vijf jaar samenvatting van het proefschrift Follow up assessment of very preterm infants at five years of age dr. M.J.K. de Kleine,

Nadere informatie

Dutch summary. Nederlandse samenvatting

Dutch summary. Nederlandse samenvatting Dutch summary Nederlandse samenvatting 127 Kinderen die te vroeg geboren worden, dat wil zeggen bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken, worden prematuren genoemd. Na de bevalling worden ernstig

Nadere informatie

CHAPTER 12. Samenvatting

CHAPTER 12. Samenvatting CHAPTER 12 Samenvatting Samenvatting 177 In hoofdstuk 1 wordt een toegenomen overleving gerapporteerd van zeer vroeggeboren kinderen, gerelateerd aan enkele nieuwe interventies in de perinatologie. Uitkomsten

Nadere informatie

Comparison: Kinderen zonder deze risicofactor.

Comparison: Kinderen zonder deze risicofactor. Zoekstrategieën JGZ-richtlijn Taalontwikkeling oekstrategie Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken tot beantwoordbare vragen zijn deze eerst omgewerkt tot PICO uitgangsvragen.

Nadere informatie

Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review

Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review Zoekstrategie JGZ-richtlijn Taalontwikkeling Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken zijn deze eerst omgevormd tot PICO uitgangsvragen. Hierbij wordt achtereenvolgens het volgende

Nadere informatie

ONTWIKKELING VAN KINDEREN MET PERINATALE RISICOFACTOREN: THEORETISCHE ACHTERGROND, LITERATUURGEGEVENS EN IMPLEMENTATIE IN DE PRAKTIJK

ONTWIKKELING VAN KINDEREN MET PERINATALE RISICOFACTOREN: THEORETISCHE ACHTERGROND, LITERATUURGEGEVENS EN IMPLEMENTATIE IN DE PRAKTIJK ONTWIKKELING VAN KINDEREN MET PERINATALE RISICOFACTOREN: THEORETISCHE ACHTERGROND, LITERATUURGEGEVENS EN IMPLEMENTATIE IN DE PRAKTIJK A.L. van Baar, A.L. den Ouden, L.A.A. Kollée Referentie Baar AL van,

Nadere informatie

Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011. Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014

Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011. Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014 Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011 Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014 Uitgangsvraag: Leidt een rescue -behandeling met corticosteroïden

Nadere informatie

Neuro-cognitieve ontwikkeling van meerlingen een populatiegebonden onderzoek

Neuro-cognitieve ontwikkeling van meerlingen een populatiegebonden onderzoek Symposium 50-jarig bestaan Oost-Vlaams Meerlingenregister Neuro-cognitieve ontwikkeling van meerlingen een populatiegebonden onderzoek Zaterdag 25-10-2014 UZ Gent Prof. Dr. Evert Thiery Universiteit Gent

Nadere informatie

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie RICHTLIJN. Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie RICHTLIJN. Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn NVOG Nederlandse Vereniging voor RICHTLIJN Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn No 23 juni 1999 1 OMSCHRIJVING VAN HET PROBLEEM Er zijn geen formele landelijke afspraken

Nadere informatie

faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB

faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB Datum 22-06-2015 1 Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB Opzet en eerste resultaten Linda Visser Annette van der Putten Gertruud Schalen Bieuwe van der Meulen

Nadere informatie

Triage Risk Screening Tool (TRST)

Triage Risk Screening Tool (TRST) Triage Risk Screening Tool (TRST) Meldon (2003) Meetinstrument Triage Risk Screening Tool Afkorting TRST Auteur Meldon Onderwerp Functionele, mentale, psychosociale beoordeling Doelstellingen Meten van

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Dit proefschrift heeft als doel de zorg voor prematuur geboren kinderen te verbeteren. Het gaat in dit proefschrift om kinderen die geboren zijn na een zwangerschapsduur van minder

Nadere informatie

5 jaar AABR neonatale gehoorscreening in Nederlandse NICU s

5 jaar AABR neonatale gehoorscreening in Nederlandse NICU s 5 jaar AABR neonatale gehoorscreening in Nederlandse NICU s Irma van Straaten kinderarts-neonatoloog Isala klinieken Zwolle Paul Verkerk arts epidemioloog TNO Kwaliteit van Leven Leiden Mw Dr HLM van Straaten

Nadere informatie

Afname van de sterfte maar toename van de morbiditeit van zeer preterm geboren kinderen in een periode van tien jaar

Afname van de sterfte maar toename van de morbiditeit van zeer preterm geboren kinderen in een periode van tien jaar Onderzoeken Afname van de sterfte maar toename van de morbiditeit van zeer preterm geboren kinderen in een periode van tien jaar Auteurs dr. M.J.K. de Kleine, kinderarts-neonatoloog, dr. A.L. den Ouden*,

Nadere informatie

18/03/2016. inhoud. Zorg voor jongeren met psychiatrische problemen. jongeren populatie. jongeren populatie. jongeren populatie. jongeren populatie

18/03/2016. inhoud. Zorg voor jongeren met psychiatrische problemen. jongeren populatie. jongeren populatie. jongeren populatie. jongeren populatie inhoud Zorg voor jongeren met psychiatrische problemen Jongeren als doelgroep Burden of disease in praktijk Slot: New horizont Marijana Cvitan Sutterland psychiater OPZ Geel, Maart, 2016 Juridische grens

Nadere informatie

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial dr. T. Verbeek arts-epidemioloog Afd. Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie 22 januari

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Psychiatrie & Psychologie bij 22q11DS

Psychiatrie & Psychologie bij 22q11DS Studiedag Stichting 22Q11 19 november 2017 A.M. Fiksinski a.m.fiksinski@umcutrecht.nl Psycholoog & onderzoeker (PhD kandidaat) Department of Psychiatry, Rudolf Magnus Institute of Neuroscience, University

Nadere informatie

Growing into a different brain

Growing into a different brain 221 Nederlandse samenvatting 221 Nederlandse samenvatting Groeiend in een ander brein: de uitkomsten van vroeggeboorte op schoolleeftijd De doelen van dit proefschrift waren om 1) het inzicht te vergroten

Nadere informatie

Kinderrevalidatie: het bereiken van een optimale autonomie en participatie voor kinderen met beperkingen

Kinderrevalidatie: het bereiken van een optimale autonomie en participatie voor kinderen met beperkingen Kinderrevalidatie: het bereiken van een optimale autonomie en participatie voor kinderen met beperkingen Anke Meester-Delver, kinderrevalidatiearts, afd. revalidatie, AMC Definitie kinderrevalidatie Kinderrevalidatie

Nadere informatie

1. ACTIVITEITENRAPPORT 2007 EN PLANNING 2008

1. ACTIVITEITENRAPPORT 2007 EN PLANNING 2008 1. ACTIVITEITENRAPPORT 2007 EN PLANNING 2008 COLLEGE MOEDER-PASGEBORENE SECTIE PASGEBORENE Doelstellingen Periode van het activiteitenverslag: 1 januari 2007 tot 31 december 2007 opgesteld door Piet Vanhaesebrouck

Nadere informatie

Het meten van motoriek bij kinderen: prognose en evaluatie

Het meten van motoriek bij kinderen: prognose en evaluatie Het meten van motoriek bij kinderen: prognose en evaluatie Samenvatting Samenvatting Hoe een kind zich op lange termijn gaat ontwikkelen is altijd een boeiende zaak, maar met name als het kind geboren

Nadere informatie

Kopzorgen, hoe gaat het met... Hannah Buiter kinderarts-neonatoloog Martini Ziekenhuis Groningen

Kopzorgen, hoe gaat het met... Hannah Buiter kinderarts-neonatoloog Martini Ziekenhuis Groningen Kopzorgen, hoe gaat het met... Hannah Buiter kinderarts-neonatoloog Martini Ziekenhuis Groningen Stel.. Prematuur van 27 weken bij geboorte, 1000 gr, kortdurend beademd, wel weken aan CPAP/HF/LF. 1x klinische

Nadere informatie

Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte

Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte Samenvatting Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte in vergelijking met vrouwen die zwanger zijn van een eenling. Ongeveer 5-9% van de eenlingen wordt te vroeg

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Verloop van de motorische ontwikkeling van prematuur geboren kinderen tot de leeftijd van 5 jaar

Verloop van de motorische ontwikkeling van prematuur geboren kinderen tot de leeftijd van 5 jaar Verloop van de motorische ontwikkeling van prematuur geboren kinderen tot de leeftijd van 5 jaar Universiteit Utrecht, Masteropleiding Orthopedagogiek, Pedagogische Wetenschappen, 2007-2008 N.M.A. Laurijsen

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Lange termijn gevolgen van neonatale pijn

Lange termijn gevolgen van neonatale pijn Together into the future Lange termijn gevolgen van neonatale pijn Christ-jan van Ganzewinkel Verpleegkundig Specialist Intensieve Zorg bij Somatische Aandoeningen Máxima Medisch Centrum Veldhoven Vraagje.heb

Nadere informatie

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participatie in vrijetijdsactiviteiten van kinderen en adolescenten met een lichamelijke beperking

Nadere informatie

Als schoolarts Speciaal Onderwijs cluster 2

Als schoolarts Speciaal Onderwijs cluster 2 Babette Diepeveen jeugdarts arts maatschappij en gezondheid Als consultatiebureau arts Als arts spraaktaalteam Audiologisch Centrum Als schoolarts Speciaal Onderwijs cluster 2 Als consultatiebureau arts

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences. Giny Norder NVAB kring Noord 14 april 2016

Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences. Giny Norder NVAB kring Noord 14 april 2016 Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences Giny Norder NVAB kring Noord 14 april 2016 Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences

Nadere informatie

Follow-up polikliniek Neonatologie

Follow-up polikliniek Neonatologie Follow-up polikliniek Neonatologie Uw kind werd behandeld op de afdeling neonatologie, meestal in de neonatale intensive care unit (NICU). Dat was voor u ongetwijfeld een spannende tijd waarin u veel

Nadere informatie

Diagnose (voorbeeld CP) Activiteiten-Participatie. Motorische Ontwikkelingscurven. Motorische capaciteit. Zorg bij kinderen met CP

Diagnose (voorbeeld CP) Activiteiten-Participatie. Motorische Ontwikkelingscurven. Motorische capaciteit. Zorg bij kinderen met CP Research Making a Difference Echt samen met het gezin! Maar hoe? Over gezinsgerichte zorg vanuit het perspectief van de onderzoeker Gezin in zicht? www.canchild.ca Jan Willem Gorter MD, PhD, FRCP(C) Scotiabank

Nadere informatie

Authors and affiliations*

Authors and affiliations* 181 Abbreviations AGA : appropriate for gestational age BMI : body mass index BPD : bronchopulmonary dysplasia BW : birth weight CI : confidence interval DA : definitely abnormal GA : gestational age HC

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB)

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Zwakzinnigheid (DSM-IV-TR) Code Omschrijving IQ-range Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Xavier Moonen Orthopedagoog/GZ-Psycholoog Onderzoeker Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Richtlijn JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen

Richtlijn JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen Richtlijn JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen Inleiding Aanleiding In Nederland werden in 2008 in totaal 13.649 kinderen (7,7% van alle pasgeborenen) te vroeg (zwangerschapsduur

Nadere informatie

Stop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap.

Stop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap. Stop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap. Promovendi: Drs. Nina Molenaar, arts, Erasmus MC Marlies Brouwer, MSc, psycholoog, UU Projectleaders:

Nadere informatie

Identification of senior at risk (ISAR)

Identification of senior at risk (ISAR) Identification of senior at risk (ISAR) McCusker, J., Bellavance, F., Cardin, S., Trepanier, S., Verdon, J., and Ardman, O. (1999) "Detection of Older People at Increased Risk of Adverse Health Outcomes

Nadere informatie

24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst

24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst 24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst Dr. J.J. Duvekot, gynaecoloog/perinatoloog Moeder en Kind Centrum subafdeling verloskunde en prenatale geneeskunde Erasmus MC, Rotterdam

Nadere informatie

Vaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen

Vaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen Vaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen Patient SEH, 10 uur s avonds Joanna, 20 maanden oud Verpleegkundige belt: bedreigd kind Bij binnenkomst: Lethargisch

Nadere informatie

Betekenis van vaderschap

Betekenis van vaderschap Betekenis van vaderschap Conferentie vader-empowerment G.O.Helberg Kinder-en Jeugdpsychiater Materiaal ontleed aan onderzoek: Prof. dr. Louis Tavecchio Afdeling POWL, Universiteit van Amsterdam Een paar

Nadere informatie

The infant motor profile Heineman, Kirsten Roselien

The infant motor profile Heineman, Kirsten Roselien The infant motor profile Heineman, Kirsten Roselien IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 en 3 beschrijven de 2 pilot studies die tussen 1999 en 2002 uitgevoerd werden met respectievelijk de IBA en de IBAIP.

Hoofdstuk 2 en 3 beschrijven de 2 pilot studies die tussen 1999 en 2002 uitgevoerd werden met respectievelijk de IBA en de IBAIP. Dit proefschrift beschrijft het effect van het Infant Behavioral Assessment and Intervention Program (IBAIP) op de ontwikkeling en het gedrag van veel te vroeg geboren kinderen (geboren < 32 weken en/of

Nadere informatie

Ouders de regie? Verwachtingen en ervaringen van ouders met de GODIVA videomethode. Marike Boonzaaijer, MSc. 23 januari 2016

Ouders de regie? Verwachtingen en ervaringen van ouders met de GODIVA videomethode. Marike Boonzaaijer, MSc. 23 januari 2016 Ouders de regie? Verwachtingen en ervaringen van ouders met de GODIVA videomethode Marike Boonzaaijer, MSc. 23 januari 2016 Aanleiding videomethode Start met vraag KFT 2 e lijn Past in de digitale tijdperk,

Nadere informatie

3.3 Delirium. herkend wordt. Onduidelijk is in hoeveel procent het delirium niet, of niet volgens de gangbare richtlijnen, behandeld wordt.

3.3 Delirium. herkend wordt. Onduidelijk is in hoeveel procent het delirium niet, of niet volgens de gangbare richtlijnen, behandeld wordt. 3.3 Delirium Delirium is waarschijnlijk de meest voorkomende neuropsychiatrische stoornis in het algemeen en academisch ziekenhuis, met een prevalentie van 15 tot 50 procent bij opgenomen oudere patiënten.

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Onderzoeken. Trefwoorden Vroeggeborenen, follow-up, handicap

Onderzoeken. Trefwoorden Vroeggeborenen, follow-up, handicap Onderzoeken Veranderingen in perinatale behandeling en de ontwikkeling van zeer preterm geboren kinderen op de leeftijd van vijf jaar; een vergelijking tussen 1983 en 1993 Auteurs dr. M.J.K. de Kleine,

Nadere informatie

nazorg-poli neonatale intensive care unit

nazorg-poli neonatale intensive care unit nazorg-poli neonatale intensive care unit inleiding Door vroeggeboorte en/of problemen voorafgaand aan, of rondom de bevalling, verbleef uw kind op de Neonatale Intensive Care Unit (NICU) van ons ziekenhuis.

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Samenwerking en afstemming in de zorgketen

Hoofdstuk 2 Samenwerking en afstemming in de zorgketen Bijlage 3 Zoekstrategieën Hoofdstuk 2 Samenwerking en afstemming in de zorgketen Database Zoektermen 1 Premature Birth/ (2657) 2 exp infant, low birth weight/ or infant, premature/ (49701) 3 (((preterm

Nadere informatie

Overzichtskaart. Te vroeg en/of small for gestational age (SGA) geboren kinderen

Overzichtskaart. Te vroeg en/of small for gestational age (SGA) geboren kinderen Overzichtskaart Te vroeg en/of small for gestational age (SGA) geboren kinderen 1. Inleiding: voor wie? Alle kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar die op een PGO/contactmoment van JGZ komen na: Een zwangerschapsduur

Nadere informatie

Begeleiding van psychische klachten bij revalidatie. dr. Bianca Buijck Coördinator Rotterdam Stroke Service 17 maart 2015

Begeleiding van psychische klachten bij revalidatie. dr. Bianca Buijck Coördinator Rotterdam Stroke Service 17 maart 2015 Begeleiding van psychische klachten bij revalidatie dr. Bianca Buijck Coördinator Rotterdam Stroke Service 17 maart 2015 Even voorstellen Psychische klachten: neuropsychiatrische symptomen (NPS) De laatste

Nadere informatie

Mental Alternation Test (MAT)

Mental Alternation Test (MAT) Mental Alternation Test (MAT) Jones, B. N., Teng, E. L., Folstein, M. F., and Harrison, K. S. (1993). "A New Bedside Test of Cognition for Patients With HIV Infection." Meetinstrument Mental Alternation

Nadere informatie

Dutch summary 1. Dutch summary. Dutch summary

Dutch summary 1. Dutch summary.   Dutch summary http://hdl.handle.net/1765/105797 Dutch summary Dutch summary 1 Dutch summary 2 Erasmus Medical Center Rotterdam Dutch summary 3 Introductie Kinderen die in de neonatale periode zeer ernstig ziek zijn

Nadere informatie

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Excessief huilen

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Excessief huilen Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Excessief huilen Onderbouwing Uitgangsvraag Welke effectieve methoden voor preventie, signalering, diagnostiek en behandeling van een baby die excessief huilt zijn

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35287 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35287 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35287 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Poortvliet, Rosalinde Title: New perspectives on cardiovascular risk prediction

Nadere informatie

Early motor repertoire and long-term neurological outcome Bruggink, Janneke Leontien Maria

Early motor repertoire and long-term neurological outcome Bruggink, Janneke Leontien Maria Early motor repertoire and long-term neurological outcome Bruggink, Janneke Leontien Maria IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20953 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Bruine, Francisca Teresa de Title: Advanced MR brain imaging in preterm infants

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

VVK Wintervergadering Sectie Neonatologie 18 januari 2013

VVK Wintervergadering Sectie Neonatologie 18 januari 2013 VVK Wintervergadering Sectie Neonatologie 18 januari 2013 Congenitale Toxoplasmose: Hoe gebruik je de diagnostische informatie op een zinvolle manier? Filip Cools, MD, PhD Neonatologie, UZ Brussel Scenario

Nadere informatie

Chapter 9. Samenvatting

Chapter 9. Samenvatting Samenvatting In dit proefschrift wordt beschreven hoe kinderen met Astma of met Developmental Coordination Disorder (DCD), hun kwaliteit van leven (KVL) ervaren vergeleken met gezonde kinderen. Bij schoolgaande

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke

Nadere informatie

4 jaar geleden.. onderzoek op het gebied van baby s en peuters en de vroege ouder-kind relatie enorm toegenomen.

4 jaar geleden.. onderzoek op het gebied van baby s en peuters en de vroege ouder-kind relatie enorm toegenomen. De laatste decennia is wetenschappelijk onderzoek op het gebied van baby s en peuters en de vroege ouder-kind relatie enorm toegenomen. Meer kennis over het belang en over factoren die de ontwikkeling

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Achtergrond In 2016 werden in Nederland 169.136 kinderen geboren; hiervan werden 11.622 kinderen prematuur ofwel te vroeg geboren (na minder dan 37 weken zwangerschap) en 2.295 extreem prematuur (na minder

Nadere informatie

Vragenlijsten kwaliteit van leven

Vragenlijsten kwaliteit van leven Click for the English version Vragenlijsten kwaliteit van leven TNO heeft een aantal vragenlijsten ontwikkeld om de gezondheidsrelateerde kwaliteit van leven te meten van kinderen, jongeren en jong-volwassenen.

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Ontwikkelingspolikliniek. Informatie over wat we doen op de

Patiënteninformatie. Ontwikkelingspolikliniek. Informatie over wat we doen op de Patiënteninformatie Ontwikkelingspolikliniek Informatie over wat we doen op de Ontwikkelingspolikliniek Ontwikkelingspolikliniek Informatie over wat we doen op de Ontwikkelingspolikliniek Aan de ouders

Nadere informatie

Late termijn effecten van bacteriële meningitis

Late termijn effecten van bacteriële meningitis Late termijn effecten van bacteriële meningitis RAAK 22 april 2008 Rogier de Jonge VUmc, afdeling Algemene Kindergeneeskunde en Infectieziekten Bacteriële meningitis op de kinderleeftijd Bacteriële meningitis

Nadere informatie

EACD recommendations DCD. EACD recommendations. EACD recommendations DCD. EACD recommendations DCD. What s new? EACD recommendations DCD 3-12-2013

EACD recommendations DCD. EACD recommendations. EACD recommendations DCD. EACD recommendations DCD. What s new? EACD recommendations DCD 3-12-2013 EACD recommendations NL vertaling en aanpassing H. Reinders namens DCD Stuurgroep Internationaal: Juli 2011 Vertaling: zomer 2012 Bespreken in werkgroepen najaar 2012 Stuurgroep voorstel: maart 2013 Reactie

Nadere informatie

Repeatable Battery for the Assessment of Neuropsychological Status (RBANS)

Repeatable Battery for the Assessment of Neuropsychological Status (RBANS) Repeatable Battery for the Assessment of Neuropsychological Status (RBANS) Randolph C. (1998) Randolph, C., Tierney, M. C., Mohr, E., and Chase, T. N. 1998. "The Repeatable Battery for the Assessment of

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

Wanneer is een leven redden te duur? vv-ecmo on trial. dr Erwin J.O. Kompanje. Department of Intensive Care

Wanneer is een leven redden te duur? vv-ecmo on trial. dr Erwin J.O. Kompanje. Department of Intensive Care Wanneer is een leven redden te duur? vv-ecmo on trial dr Erwin J.O. Kompanje Department of Intensive Care Vergoeding van behandelingen, pakketprincipes CVZ 1 Noodzaak * 2 Effectiviteit 3 Kosteneffectiviteit

Nadere informatie

Oral Health Assessment Tool

Oral Health Assessment Tool Oral Health Assessment Tool (OHAT) Chalmers JM., King PL., Spencer AJ., Wright FAC., Carter KD. (2005) The Oral Health Assessment Tool Validity and Reliability Meetinstrument Afkorting Auteur Onderwerp

Nadere informatie

Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008)

Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008) The Diabetes Numeracy Test (DNT) Huizinga MM, Elasy TA, Wallston KA, Cavanaugh K, Davis D, Gregory RP, Fuchs L, Malone R, Cherrington A, DeWalt D, Buse J, Pignone M, Rothman RL (2008) Development and validation

Nadere informatie

oorspronkelijke stukken

oorspronkelijke stukken oorspronkelijke stukken Neurologische afwijkingen en ontwikkelingsstoornissen na extracorporele membraanoxygenatie van pasgeborenen: resultaten van een follow-uponderzoek na 5 jaar* M.N.Hanekamp, P.Mazer,

Nadere informatie

Perinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland

Perinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland Perinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland Anita CJ Ravelli, AMC afdeling Klinische Informatiekunde Mede namens: Martine Eskes, Jan Jaap HM Erwich, Hens AA Brouwers, Erna Kerkhof, Joris

Nadere informatie

Gezondheidsklachten bij conservatorium studenten

Gezondheidsklachten bij conservatorium studenten Gezondheidsklachten bij conservatorium studenten de aanzet tot langdurig monitoren Suze Steemers, MSc Codarts Rotterdam/Erasmus MC 30-09-2017 aanleiding zware fysieke/mentale eisen relatief weinig studies

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28766 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Steggerda, Sylke Jeanne Title: The neonatal cerebellum Issue Date: 2014-09-24 Chapter

Nadere informatie

Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties

Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties Van Waelvelde, De Roubaix A, Steppe L, et al. (2017) Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties.

Nadere informatie

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies Walter Matthys Preventie en behandeling Wezenlijk verschillend? Voorbeeld: Coping Power (Minder boos en opstandig) bij

Nadere informatie

Deze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg.

Deze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg. Drug Regimen Unassisted Grading Scale (DRUGS) Edelberg HK, Shallenberger E, Wei JY (1999) Medication management capacity in highly functioning community living older adults: detection of early deficits.

Nadere informatie

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven. * Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale

Nadere informatie

De oudere patiënt met comorbiditeit

De oudere patiënt met comorbiditeit De oudere patiënt met comorbiditeit Dr. Arend Mosterd cardioloog Meander Medisch Centrum, Amersfoort Dr. Irène Oudejans klinisch geriater Elkerliek ziekenhuis, Helmond Hartfalen Prevalentie 85 plussers

Nadere informatie

Gevolgen van vroeggeboorte: veel medische consumptie en lichamelijke beperkingen; enquête onder ouders van 10-jarigen

Gevolgen van vroeggeboorte: veel medische consumptie en lichamelijke beperkingen; enquête onder ouders van 10-jarigen were determined (e.g. absence of need for special care, vital function monitoring or nasogastric tube feeding). Results. Forty-nine infants were enrolled. Mean hospital stay was 28.7 days in an incubator

Nadere informatie

Het nagaan van het verloop van borstvoeding bij de pasgeborene

Het nagaan van het verloop van borstvoeding bij de pasgeborene INFANT BREASTFEEDING ASSESSMENT TOOL (IBFAT) Matthews M.K. (1988) Developing an instrument to assess infant breastfeeding behavior in early neonatal period. Midwifery, 4, 154-165. Meetinstrument Afkorting

Nadere informatie

Middelengebruik: Cannabisgebruik

Middelengebruik: Cannabisgebruik Middelengebruik: Cannabisgebruik Inleiding Cannabisgebruik geeft zowel gezondheidsrisico s, psychosociale gevolgen als wettelijke consequenties 1,2. Frequent gebruik van cannabis wordt geassocieerd met

Nadere informatie

BRAIN STRUCTURE AND FUNCTION IN CHILDREN BORN SMALL FOR GESTATIONAL AGE. Henrica Martina Antoinette de Bie

BRAIN STRUCTURE AND FUNCTION IN CHILDREN BORN SMALL FOR GESTATIONAL AGE. Henrica Martina Antoinette de Bie BRAIN STRUCTURE AND FUNCTION IN CHILDREN BORN SMALL FOR GESTATIONAL AGE Henrica Martina Antoinette de Bie Cover MP van den Heuvel, Josephine & Steven Ang This project was supported by an educational grant

Nadere informatie

Aandachtsproblemen op de leeftijd van 5 jaar bij prematuur geboren kinderen en/of kinderen met een extreem laag geboortegewicht

Aandachtsproblemen op de leeftijd van 5 jaar bij prematuur geboren kinderen en/of kinderen met een extreem laag geboortegewicht Aandachtsproblemen op de leeftijd van 5 jaar bij prematuur geboren kinderen en/of kinderen met een extreem laag geboortegewicht Auteur: Anita van der Pol (0415332) Thesisbegeleider: Prof. dr. M.J. Jongmans

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Chapter 10 Samenvatting Samenvatting 149 Dit proefschrift richt zich op symptomen van neonatale adaptatie (NA) na blootstelling aan selectieve antidepressiva (SA) in utero. Deze symptomen zijn meestal

Nadere informatie

Heeft kinderoefentherapie invloed op de motorische vaardigheden bij kinderen met een motorische hulpvraag.

Heeft kinderoefentherapie invloed op de motorische vaardigheden bij kinderen met een motorische hulpvraag. Heeft kinderoefentherapie invloed op de motorische vaardigheden bij kinderen met een motorische hulpvraag. Johannes Noordstar & Mignon Biesta Inleiding Verschillende kinderen in de basisschoolleeftijd

Nadere informatie

Neurodevelopmental outcome of children born following assisted reproductive technology Middelburg, Karin

Neurodevelopmental outcome of children born following assisted reproductive technology Middelburg, Karin Neurodevelopmental outcome of children born following assisted reproductive technology Middelburg, Karin IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish

Nadere informatie

development of sucking patterns in preterm infants

development of sucking patterns in preterm infants 9 Samenvatting 123 Dit proefschrift gaat over de ontwikkeling van zuigpatronen bij premature pasgeborenen. Deze baby s hebben vaak problemen met het leren drinken uit de borst of de fles en het is niet

Nadere informatie

"Recognition of Alzheimer's Disease: the 7 Minute Screen."

Recognition of Alzheimer's Disease: the 7 Minute Screen. Seven Minute Screen (7MS) Solomon, P. R. and Pendlebury, W. W. (1998) "Recognition of Alzheimer's Disease: the 7 Minute Screen." Meetinstrument Afkorting Auteur Onderwerp Doelstelling Populatie Gebruikers

Nadere informatie