Het Effect van de Interactieve Tentoonstelling Fort van de. Democratie op Kennis en Opvattingen over Democratisch. Burgerschap bij Jongeren.
|
|
- Lieven Alexander Smit
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Het Effect van de Interactieve Tentoonstelling Fort van de Democratie op Kennis en Opvattingen over Democratisch Burgerschap bij Jongeren. Masterthese Universiteit van Amsterdam (Uva) Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen Afdeling: Sociale Psychologie Begeleiders Uva: Dr. Bertjan Doosje, dr. Allard Feddes en drs. Liesbeth Mann Begeleider Fort van de Democratie: Drs. Jan Durk Tuinier Student: Irene van Ooijen Studentnummer: Datum: 27 september
2 Inhoudsopgave Samenvatting pag Inleiding pag Democratie pag Radicalisering pag Discriminatie pag Het huidige onderzoek pag Methode pag Deelnemers pag Design pag Metingen pag Kennis democratie pag Opvattingen democratie pag Opvattingen anti- radicalisering pag Anti- discriminatie pag Antwoordschalen pag Procedure pag Resultaten pag Hypothese 1 pag Interactie-effecten pag Hypothese 2 pag Interactie-effecten pag Hypothese 3 pag Interactie-effecten pag Hypothese 4 pag Interactie-effecten pag Correlaties tussen afhankelijke variabelen pag Politieke partijen pag Mening tentoonstelling pag Tabel 1: totaal overzicht pag Discussie pag Samenvatting resultaten en conclusies pag. 44 1
3 4.2 Verklaring betrouwbaarheid pag Verklaringen Algemeen pag Verklaringen Specifiek pag Beperkingen onderzoek pag Implicaties vervolg onderzoek pag Implicaties voor Fort van de Democratie pag Literatuurlijst pag Bijlage pag Beschrijving Fort van de Democratie pag Fort van de Democratie pag Doel pag Doelgroep pag Werkwijzen pag Motivatie pag Belevenisruimten en thema s pag Koppeling items met tentoonstelling pag Items apart bekeken pag Vragenlijst voor-meting pag Vragenlijst na-meting pag Routekaart rood pag. 85 2
4 Samenvatting In de experimentele studie die in dit onderzoeksverslag wordt beschreven, werd gemeten wat het effect is van de tentoonstelling van het Fort van de Democratie op kennis en opvattingen over democratisch burgerschap bij de jongeren. Aan dit onderzoek namen 237 jongeren deel met een leeftijd tussen de 13 en de 33 jaar. Er werd gekeken naar de verschillen tussen jongeren (voor- of na-conditie) op vier verschillende subschalen: kennis democratie, opvattingen democratie, opvattingen anti- radicalisering en antidiscriminatie. Uit de resultaten bleek dat de jongeren na het bezoek meer kennis hadden over democratie en ze waren enigszins minder radicaal dan jongeren die de tentoonstelling nog niet hadden bezocht. Ze waren niet democratischer en discrimineerden sociale groepen niet minder, dan jongeren die de tentoonstelling nog niet hadden bezocht. Echter, wanneer de groep werd opgedeeld in diverse onafhankelijke variabelen, bleken de jongeren onder de 18 jaar en de mannelijke jongeren wel democratischer te zijn na een bezoek aan de tentoonstelling. Ook bleken westerse en niet-gelovige jongeren minder te discrimineren wanneer ze de tentoonstelling hadden doorlopen. Er kan geconcludeerd worden dat de jongeren hun democratisch burgerschap hebben versterkt door middel van opgedane kennis over democratie in de tentoonstelling. Een verandering in de houding ten opzichte van democratisch burgerschap heeft maar bij bepaalde groepen plaatsgevonden, voornamelijk bij jongeren onder de 18 jaar en de mannelijke jongeren. In een vervolgstudie zou er kunnen worden onderzocht wat de effecten zijn van de tentoonstelling bij andere opleidingen met verschillende niveaus. Er zou ook gekeken moeten worden naar de lange termijn effecten. 3
5 1. Inleiding Volgens voormalig VN Secretaris-generaal Kofi Annan speelt democratisering een onontbeerlijke rol bij het tegengaan van radicalisering. Zo stelde Annan tijdens een vergadering van de Veiligheidsraad in 2002: We should all be clear that there is no trade-off between effective action against terrorism and the protection of human rights. On the contrary, I believe that in the long term we shall find that human rights, along with democracy and social justice, are one of the best prophylactics against terrorism. 1 De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE; in het Engels OSCE) sluit zich hierbij aan door te stellen dat terrorisme bestrijding zich dient te richten op de omstandigheden die terrorisme tegengaan en ontmoedigen, waaronder het volledig respecteren van democratie en de rechtsstaat. Andere factoren die door de OVSE worden genoemd zijn toegang van alle burgers tot het politieke stelsel, voorkomen van discriminatie en het aanmoedigen van interculturele en interreligieuze dialogen in de samenleving. Tot slot dragen de promotie van mensenrechten en tolerantie, en het tegengaan van armoede bij aan de bestrijding van terrorisme. 2 Democratie, radicalisme en discriminatie zijn de voornaamste onderwerpen van de tentoonstelling van het Fort van de Democratie in Utrecht. De samenstellers van de tentoonstelling hebben zich tot doel gesteld om jongeren hun democratische vaardigheden en attituden te laten onderzoeken, verwerven en/of versterken in hun eigen sociale context (Tuinier & Visser 2009). Er worden verschillende werkwijzen gebruikt en motivatietechnieken ingezet die helpen bij het streven van dit doel (zie bijlage 6.1). 1 Toespraak van Kofi Annan tijdens de vergadering van de VN Veiligheidsraad op 18 januari Organisation for Security and Co-operation in Europe. Charter on preventing and combating terrorism, 7 December
6 1.1 Democratie Volgens de Van Dale is een democratie een staatsvorm die aan het hele volk invloed op de regering toekent. 3 Hendriks (2006) stelt dat er twee centrale basisideeën zijn binnen een democratie. Het eerste basisidee van democratie is dat het volk regeert. Dit kan door het volk zelf of via anderen die worden gekozen, beïnvloed en gecontroleerd. Het tweede basisidee komt neer op gelijkheid, de inbreng van iedere burger is in principe gelijk aan die van iedere andere burger. Naast deze twee basisideeën kan er een onderscheid gemaakt worden in vier grondvormen van een democratie, namelijk: consensus, pendule (slingerbeweging van politieke partijen), kiezers, en participatie. Dit zijn de basisvormen die in verschillende varianten en verschillende mengvormen aanwezig kunnen zijn. Burgers hebben politieke rechten, zoals de mogelijkheid om als kiezer of via collectieve actie de beleidsvorming en de prestaties in de beleidsuitvoering te beïnvloeden. Hierdoor is er ruimte voor publieke meningsvorming, interpretatie, betekenisgeving en onderhandeling over politiek-bestuurlijke processen (Eder, 2000, aangehaald in Hendriks, 2006). De vraag rijst wat het belang is van het hebben van een democratie. Al in 1795 was Immanuel Kant er van overtuigd dat dit de staatsvorm is die voor een eeuwige vrede kan zorgen. Hij vroeg zich namelijk af hoe er een eeuwige vrede zou kunnen ontstaan. Hij meende dat het volk in een oorlog voor de kosten moest opdraaien. Als het volk het voor het zeggen zou hebben dan zou de kans op een oorlog kleiner worden. De nadelen van het voeren van een oorlog zijn groter dan de voordelen. Wanneer twee landen democratisch zijn, zal oorlog voeren pas kunnen worden uitgevoerd wanneer het wordt goedgekeurd door de volksvertegenwoordiging, wat leidt tot vertraging in het proces. Een land zal dus nooit van de een op de andere dag worden aangevallen en dus ook niet zomaar preventief aanvallen 3 Query=democratie 5
7 uitvoeren. Vanuit deze visie is de theorie van de democratische vrede ontstaan. Deze theorie stelt dat democratische landen geen oorlog tegen elkaar zullen voeren. Hiermee wordt gesuggereerd dat als ieder land een democratie zou hebben er geen oorlog zou ontstaan (Kant, 1795, aangehaald in Kegley, 1996). Om een democratie voort te laten bestaan en op een juiste manier te laten draaien is het nodig om gedeelde opvattingen te hebben. Dit zijn normen en waarden die een richtlijn geven aan de manier van leven met elkaar. Wanneer er acceptatie en identificatie is met het democratische systeem zullen mensen samen de zorg dragen voor het gemeenschappelijke belang (De Winter, 2004). Een goed verloop van deze staatsvorm is niet iets vanzelfsprekends. Enerzijds is het mogelijk dat men de democratie onvoldoende ondersteunt door niet bij te dragen, anderzijds is het mogelijk dat men de democratie met terroristische middelen probeert te ondermijnen. Voor een goed verloop is het belangrijk dat men respect heeft voor elkaar, er erkenning is van wederzijdse belangen en dat conflicten worden opgelost door middel van overleg en onderhandelingen. Dit wordt samen de democratic way of life genoemd. Hierbij zijn vrijheid, gelijkheid en gerechtigheid in hoge mate van belang (De Winter, 2004). De betekenis en consequenties van de democratic way of life zijn voor veel mensen onvoldoende duidelijk. Daarnaast staat de democratie ook onder druk door de individualisering, migratie en het oprukkende fundamentalisme en terrorisme. Dit zorgt voor problemen in de samenleving. Om deze problemen tegen te gaan is er een versterking van de democratische vaardigheden en een verandering van attitude ten opzichte van deze staatsvorm nodig. Onder democratische vaardigeden wordt onder anderen het overleggen, onderhandelen, discussiëren, een mening vormen en het waarderen van verschillen in mening verstaan (De Winter, 2004). 6
8 Een attitude is een psychologische neiging die wordt geuit door het evalueren van een bepaald geheel met bepaalde mate van voorkeur of afkeur (Eagly & Chaiken, 1993). Attitudes beïnvloeden hoe we de wereld zien, wat we denken en wat we doen (Maio& Haddock, 2009). Er is nog onzekerheid over de mogelijkheid om democratische attituden te veranderen. Sommige onderzoekers denken dat het persoonlijke eigenschappen zijn die men niet kan veranderen, andere onderzoekers zijn echter van mening dat het cognitieve processen zijn die aan verandering onderhevig kunnen zijn (Petty & Cacioppo, 1986). Volgens een aantal onderzoekers (Alwin, Cohen & Newcomb, 1991, Briñol & Petty, 2005) bestaat er een relatie tussen leeftijd en de ontvankelijkheid voor verandering van attitude. Deze relatie wordt bevestigd door onderzoek van Visser en Krosnick (1998), en wordt de life-stages hypotheses genoemd. Deze hypothese stelt dat de relatie tussen leeftijd en ontvankelijkheid van mensen voor verandering van attitude volgens een curve verloopt. Jongeren en ouderen blijken ontvankelijker te zijn voor verandering van attitude dan volwassenen. Volgens deze onderzoekers kunnen hier verschillende verklaringen aan ten grondslag liggen. Wanneer mensen jong zijn zullen ze bijvoorbeeld nog niet veel belang hechten aan sociale problemen, zoals overheidsuitgaven aan defensie. Oudere mensen zouden zich minder verbonden kunnen gaan voelen met sociale beleidskwesties. Ook is het mogelijk dat veranderingen in sociale netwerken, leeftijd gerelateerde verschillen in cognitieve vaardigheden (geheugen) en tijdsperspectief een rol spelen bij de invloed op de life-stages hypotheses (Visser & Krosnick, 1998, aangehaald in Maio & Haddoch, 2009). Ondanks deze verschillende verklaringsmogelijkheden is vastgesteld dat jongeren en ouderen gemakkelijker te beïnvloeden zijn in hun attitude dan volwassenen. Voor de toekomst van de democratische rechtsstaat is het een goede manier om via onderwijs de democratische vaardigheden bij te brengen (De winter, 2004). Onderwijs kan bovendien een essentiële rol spelen bij het veranderen van een attitude. Een bezoek aan de 7
9 tentoonstelling het Fort van de Democratie is vaak een onderdeel van het onderwijsprogramma van jongeren, zoals het vak burgerschap of maatschappijleer. In de tentoonstelling komen democratische vaardigheden op verschillende manieren terug. Jongeren krijgen bijvoorbeeld inzicht in hun eigen mening en die van anderen. Daarnaast wordt hen de mogelijkheid geboden om te overleggen en discussiëren. Ook krijgen ze handvaten toegereikt om na te denken over de voor- en nadelen van een democratie. Hierdoor is het mogelijk dat ze hun attitude ten opzichte van een democratische staatsvorm veranderen. 1.2 Radicalisering Een democratische staatsvorm gaat niet in harmonie met mensen die bereid zijn om ingrijpende veranderingen in de samenleving te bewerkstelligen. Dit zijn vaak radicale mensen die hierbij bereid zijn om in sommige gevallen ondemocratische middelen te gebruiken om dit voor elkaar te krijgen. Gielen (2008) beschrijft radicalisering als: het proces van toenemend radicalisme bij een persoon of groep, waarbij de bereidheid groeit om zelf met gebruik van geweld dergelijke diep ingrijpende veranderingen van de samenleving en de democratische rechtsorde na te streven en/ of te ondersteunen, dan wel anderen daartoe aan te zetten. Het is niet een proces dat mensen plotseling omarmen, het is veeleer een langdurig, gelaagd en veelvormig proces. Dit proces begint met het vatbaar zijn voor radicaal gedachtegoed. Men wordt een actieve aanhanger van een bepaald radicaal gedachtegoed en hierna volgt een verschuiving van radicale opinies naar extremisme. Tot slot kan men in het stadium zitten waarin men deel uit maakt van een terroristische organisatie. Dit proces verloopt volgens Moghaddam (2005) als een soort trappenhuis, waarbij de radicaliteit van een persoon afgemeten wordt aan de hoogte van de trede, hoe hoger hoe radicaler. Sommige personen gaan naar boven tot ze terrorisme naderen en anderen blijven achter en gaan niet verder omhoog. Het kan gezien 8
10 worden als een versmallende trap die leidt tot een terroristische daad aan de top van het gebouw. Hoe het komt dat bepaalde mensen radicaal gedrag vertonen, is aan de hand van verschillende oorzaken te verklaren. Ten eerste zijn er verschillende onderzoekers die menen dat er specifieke karakteristieken zijn bij individuen of groepen die radicaal zijn. Mensen die bijvoorbeeld een gebrek aan zelfvertrouwen hebben en dit willen versterken sluiten zich aan bij zo n groep. Dit is een verklaring vanuit de identiteitstheorie (Olssen, 1988), die ervan uit gaat dat sommige mensen aansluiten bij een groep om hun persoonlijke identiteit te versterken. Het is ook mogelijk dat individuen die toetreden tot radicale groeperingen personen zijn die op zoek zijn naar kicks en spanning. Deze verklaring is afkomstig van de novelty-seeking theory, waarbij het dus ook om een karakteristiek van het individu of van de groep gaat (Levine, 1999). Ten tweede zijn er andere onderzoekers die menen dat het radicale gedrag in verband staat tot subjectieve rechtvaardigingsgronden die worden gehanteerd. Ze hebben bepaalde subjectieve percepties over de omstandigheden waarin ze zich bevinden. Deze denkbeelden worden omschreven in de relatieve deprivatie theorie, die ervan uit gaat dat gevoelens van ontevredenheid voortkomen uit het geloof dat andere personen of groepen beter af zijn. Volgens deze theorie zijn economische oorzaken de basis voor radicalisering. Een frustratie kan bijvoorbeeld leiden tot gewelddadige acties (Gurr, 1970). Ten derde, zijn er ook nog onderzoekers die stellen dat de attitude voortkomt uit contextuele oorzaken. Dit zijn oorzaken die buiten de persoon of groep liggen, dus iets van buitenaf van invloed is op de persoon. Volgens de sociale leertheorie (Bandura, 1977) kan gedrag worden aangeleerd door interactie met anderen, of door andere invloeden van buiten zoals de media. Deze factoren hebben een doorslaggevend karakter voor de betreffende persoon. Zoals hierboven besproken, zijn er verschillende theorieën die radicalisering 9
11 proberen te verklaren. Het is goed mogelijk dat er een combinatie van verschillende verklaringen van toepassing is voor de verschillende mensen die radicaliseren. Zoals eerder geschreven, gaan democratie en radicalisering niet hand in hand. Wat zou er voor kunnen zorgen dat mensen in een democratische samenleving minder radicaal worden? Een antwoord op deze vraag zou een uitkomst bieden voor beleidsmakers en overheidsinstanties om radicalisering tegen te gaan. Het is echter de vraag of de tentoonstelling van het Fort van de Democratie hieraan kan bijdragen. In de tentoonstelling komen onderwerpen aan bod die te maken hebben met de relatie tussen een democratische rechtsstaat en radicalisme. De opdrachten laten de jongeren bijvoorbeeld nadenken over radicale stellingen en deze vergelijken met hun eigen mening. De tentoonstelling probeert inzicht te geven in de mogelijkheden en grenzen van een democratie en radicalisme. Het blijft echter de vraag of de tentoonstelling ook daadwerkelijk bijdraagt aan een verminderde radicalisering van jongeren. In dit onderzoek wordt geprobeerd deze vraag te beantwoorden. 1.3 Discriminatie Artikel 1 van de Grondwet biedt een belangrijke basis voor de bestrijding van discriminatie. Dit houdt in dat mensen onrechtvaardig negatief gedrag uiten naar mensen van andere groepen op basis van hun groepslidmaatschap (Stangor, 2004). In dit artikel staat namelijk het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod geformuleerd. Het artikel geeft aan dat mensen in gelijke gevallen gelijk behandeld dienen te worden en dat discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook niet is toegestaan. 4 Discriminatie ontstaat niet van de een op andere dag. Het is een proces dat begint met het categoriseren van andere mensen, omdat we denken dat deze categorisatie ons informatie
12 biedt over de karakteristieken van deze personen. Overtuigingen over de karakteristieken van sociale groepen en leden van deze groepen worden sociale stereotypes genoemd (Fiske, 1998). Mensen hebben ook positieve of negatieve attitudes naar mensen van verschillende sociale groepen. Vooroordelen refereren vaak aan onrechtvaardige negatieve attitude naar(leden van) een out-group. Vooroordelen zijn echter niet altijd negatief, ze kunnen ook een positieve lading hebben. Maar in dit geval betreffen de vooroordelen negatieve gevoelens, zoals angst, haat en afgunst, die gerelateerd zijn aan discriminatie. Een verklaring voor discriminerend gedrag volgt uit de social identity theory van Tjafel en Turner (1986). Volgens deze theorie zullen mensen hun eigen groep (in-group) positief differentiëren van een relevante andere groep (out-groep). Dit kan worden verklaard door de neiging van het willen hebben van een positieve sociale identiteit. Mensen zijn geneigd meer voorkeur te hebben voor hun in-group in plaats van een out-group. Wanneer de in-group wordt bedreigd, kan er intergroeps- discriminatie ontstaan. Een tweede verklaring voor discriminerend gedrag volgt vanuit de group norm theory of attitudes van Sherif en Sherif (1953). Volgens deze theorie worden attitudes naar andere groepen gevormd door het opnemen van attitudes van een waardevolle groep waar men in zit. Deze sociale normen vormen zich in groepssituaties en dienen vervolgens als standaard voor de individuele perceptie en beoordeling wanneer de persoon niet in de groep is. Dit betekent dat de attitude van vooroordelen naar andere groepen en personen een gevolg is van groepslidmaatschap. Dit zijn twee mogelijke verklaringen voor het ontstaan van discriminatie, maar andere oorzaken of combinaties van verschillende oorzaken zouden plausibel kunnen zijn. De derde verklaring is gezocht in de hiërarchische ordening die we aanbrengen in de wereld. Deze verklaring wordt door Sidanius en Pratto (1999) aangeduid als de sociale dominantie theorie. Groepen worden van elkaar onderscheiden op basis van verschillende 11
13 kenmerken zoals geslacht, leeftijd en etniciteit. Er ontstaat een hiërarchische volgorde van groepen waarbij de dominante groep aan de top staat en de andere groepen eronder als negatief worden beschouwd. De plek in deze hiërarchie heeft te maken met de negatieve stereotypering. Groepen die laag in de hiërarchie staan worden negatief gestereotypeerd en kunnen hierdoor het slachtoffer zijn van discriminatie. Wanneer er bijvoorbeeld een hiërarchie ontstaat op basis van etniciteit, staat de meerderheidsgroep boven aan en de andere etnische groepen volgen. De volgorde heeft weer te maken met de dreiging die wordt ervaren door de dominante groep ten opzichte van de andere groepen (Verkuyten & Zaremba, 2005). Het is de vraag hoe het mogelijk is om deze drie oorzaken te beïnvloeden om er voor te zorgen dat de houding tegenover andere sociale groepen verandert. De tentoonstelling van het Fort van de Democratie probeert dit onder andere te bewerkstellingen door de jongeren een zogenoemde respecttest te laten maken. Er worden voorbeelden gegeven over een situatie waarin discriminatie plaatsvindt. Vervolgens krijgen ze de mogelijkheid om te kiezen tussen drie antwoorden waaruit blijkt wat ze zouden doen of wat ze ervan vinden. Uiteindelijk wordt uit de antwoorden afgeleid in hoeverre ze respect hebben voor anderen. Het tegengaan van discriminatie is een vereiste voor de democratische rechtsstaat en respect draagt hieraan bij. 1.4 Het huidige onderzoek De samenstellers van het Fort van de Democratie willen de jongeren hun democratische vaardigheden en attituden laten onderzoeken, verwerven en/of versterken. Er wordt geprobeerd de jongeren inzicht te geven in- en kennis over te brengen over democratie. Dit willen ze bereiken door de jongeren actief te laten nadenken en opdrachten te laten uitvoeren waardoor er een ontwikkeling kan plaatsvinden. 12
14 Om te meten of dit doel ook werkelijk wordt bereikt, is er een effectiviteitmeting gedaan die de volgende schalen heeft gemeten: kennis democratie, opvattingen democratie, opvattingen anti- radicalisering en anti- discriminatie. De vraag die in dit onderzoek centraal staat luidt dan ook: Wat is het effect van de interactieve tentoonstelling van Fort van de Democratie op de kennis en opvattingen over democratisch burgerschap bij jongeren?. De eerste hypothese stelt dat jongeren na een bezoek aan de tentoonstelling meer kennis hebben over democratie dan de jongeren die de tentoonstelling niet bezoeken. De tweede hypothese gaat ervan uit dat de jongeren die de tentoonstelling bezoeken, daarna democratischer zijn dan de jongeren die de tentoonstelling niet bezoeken. De derde hypothese verwacht dat de jongeren na het bezoek minder radicaal zijn dan de jongeren die niet naar de tentoonstelling zijn geweest. De laatste hypothese veronderstelt dat jongeren minder discriminerend zijn naar andere sociale groepen na een bezoek aan de tentoonstelling dan de jongeren die de tentoonstelling niet bezoeken. 13
15 2. Methode 2.1 Deelnemers In dit onderzoek namen 237 deelnemers deel, waaronder 43 mannen en 194 vrouwen. De leeftijd van de deelnemers varieerden tussen de 13 en de 33 jaar, met een gemiddelde leeftijd van 18,42 jaar (SD = 3.15). Om te kijken of verschillende opleidingen en leeftijden verschillend zouden reageren op de tentoonstelling, zijn er mbo én vmbo klassen onderzocht. De deelnemers die een opleiding op het hoogste niveau van het vmbo of een van de vier niveaus van het mbo volgden, gebruikten dezelfde routekaart (zie bijlage 6.6) in de tentoonstelling. Dit hield in dat ze dezelfde opdrachten moesten maken. De lagere en hogere opleidingsniveaus volgden een andere route, respectievelijk minder en meer vragen. De opgestelde vragenlijst (zie bijlage 6.4 en 6.5) van dit onderzoek zou te moeilijk zijn voor de lagere niveaus, omdat de leerlingen niet alle vragen zouden begrijpen. De hogere niveaus zouden de vragen te gemakkelijk vinden om te beantwoorden. Ook zouden deze groepen een te kleine populatie vormen voor statistisch onderzoek, aangezien ze in kleinere aantallen deelnamen aan de tentoonstelling in de onderzoeksperiode. Om deze redenen is er voor gekozen om de klassen met de meest voorkomende routekaart te onderzoeken. In totaal zijn er 13 verschillende klassen onderzocht, waaronder 11 mbo klassen en 2 vmbo klassen. De 13 klassen waren afkomstig van vijf verschillende scholen die verspreid lagen over verschillende plekken in Nederland. De mbo klassen varieerden van niveau 1 tot niveau 4 (83,1%).De vmbo klassen bestonden alleen uit niveau 4, de theoretische leerweg (16,9%). De mbo klassen volgen de opleidingen: pedagogisch werk (53,2%), zorg en welzijn (20,3%), of het was een klas met verschillende opleidingen door elkaar (9,7%). De deelnemers die een mbo opleiding volgden zaten in hun eerste (51%), tweede (15 %) of derde (18%) jaar van hun opleiding. De deelnemers die een vmbo opleiding volgden zaten in hun tweede jaar (16%). 14
16 Van alle deelnemers is 85 procent geboren in Nederland, 5 procent in Marokko, 2 procent in Turkije en 8 procent in overige landen. De ouders van de deelnemers lieten andere percentages zien van hun geboorteland. De moeders van de deelnemers kwamen voor 66 procent uit Nederland, 15 procent uit Marokko, 10 procent uit Turkije en 9 procent uit overige landen. Van de vaders was 64 procent geboren in Nederland, 14 procent in Marokko, 10 procent in Turkije en 12 procent uit overige landen. Op basis van het geboorteland van de deelnemers was 89 procent van westerse afkomst en 11 procent uit niet-westerse landen. Wanneer er een onderscheid wordt gemaakt tussen westerse en niet-westerse deelnemers op basis van etniciteit, behoorden 66 procent tot een westerse etniciteit en 34 procent tot een nietwesterse etniciteit. De deelnemers werden ook gevraag in hoeverre ze zichzelf verbonden voelen met deze etnische groep. Op deze vraag beantwoordde 28 procent het hier niet mee eens te zijn, en 72 procent was het hier wel mee eens. Vervolgens werd er gevraagd of ze veel vrienden hadden die tot een andere etnische groep behoorden dan zijzelf. Hierop beantwoordde 34 procent het hier niet mee eens te zijn en 64 procent was het hier wel mee eens. Van alle deelnemers gaf 54 procent aan dat ze gelovig waren en 46 procent gaf aan dat ze niet gelovig waren. De gelovige deelnemers waren onderverdeeld in 25 procent christelijke, 28 procent islamitische en 1 procent had een ander geloof. Op de vraag hoe belangrijk dit geloof was voor alle deelnemers, beantwoordde 19 procent dat het geloof helemaal niet belangrijk voor ze was, 22 procent vond het niet belangrijk, 20 procent vond het wel belangrijk en 39 procent vond het heel erg belangrijk. Er is ook gevraagd op welke politieke partij ze zouden stemmen. Van alle deelnemers had 22 procent geen idee,zou 21 procent op de PvdA, 13 procent op de SP, 12 procent op de PVV, 8 procent op CDA, 7 procent op de Partij voor de Dieren, 6 procent op de VVD 15
17 stemmen, 4 procent op GroenLinks, 3 procent op de ChristenUnie,2 procent op D66 en 2 procent op een andere partij stemmen. Van de 237 deelnemers hebben er 8 personen aangegeven de vragenlijst niet serieus te hebben ingevuld, en 1 persoon heeft aangegeven niet serieus te hebben meegedaan aan de tentoonstelling. Deze 9 deelnemers zijn uitgesloten voor de statistische analyses en de beschrijvende statistieken die hierboven staan beschreven. Er zijn uiteindelijk in totaal 228 deelnemers opgenomen in de analyses. De deelnemers zijn random (in tweetallen) over de twee condities verdeeld. Hierbij er een verdeling is ontstaan van 118 deelnemers in de voorconditie (96 vrouwen, 22 mannen) en 119 deelnemers in de na-conditie (98 vrouwen, 21 mannen). De deelnemers zijn in deze studie op bepaalde onafhankelijke variabelen onderverdeeld op basis van de demografische gegevens. Ten eerste zijn de deelnemers verdeeld in twee leeftijdscategorieën, namelijk onder de 18 jaar en vanaf 18 jaar. Ten tweede zijn ze opgedeeld in hun opleidingsniveau, vmbo en mbo. Ten derde is er gekeken naar de variabele sekse, waarbij mannen en vrouwen werden opgesplitst. Hiernaast zijn de deelnemers verdeeld in de categorieën gelovig, waaronder de subcategorieën islamitisch en christelijk vielen, en niet gelovig. Tot slot zijn ze onderverdeeld in westers en niet-westers volgens de definitie van het centraal bureau voor statistiek (CBS). Dit is gedaan op basis van het geboorteland van de ouders. Wanneer een ouder uit een niet-westers land kwam (Turkije en alle landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië, met uitzondering van Japan en Indonesië) behoorde de persoon tot de niet-westerse groep. Tot de westerse herkomstlanden werden alle landen in Europa (zonder Turkije), Noord-Amerika, Japan en Indonesië gerekend
18 2.2 Design Het onderzoek heeft een quasi-experimenteel design. Het is een veldstudie met een experimentele en controle groep. Deelnemers van het vmbo en het mbo hebben een voor- of nameting gedaan. De onafhankelijke variabele is de conditie waarin de deelnemers zijn geplaatst, dus in de voor- conditie of de na-conditie. De afhankelijke variabelen zijn democratische kennis, democratische opvattingen, anti- discriminatie en anti- radicale opvattingen. 2.3 Metingen De vragenlijst die in dit onderzoek is gebruikt bestaat grotendeels uit kwantitatieve vragen. Deze vragen meten vier verschillende subschalen die hieronder volgen. De vragen zijn zelf opgesteld, behalve voor de subschaal anti- discriminatie (zie paragraaf 2.3.4). Dit kwam doordat gevalideerde vragenlijsten niet goed aansloten bij de tentoonstelling of ze waren te moeilijk geformuleerd voor deze onderzoeksgroep. De vragen die zijn opgesteld komen op een directe of indirecte manier terug in de opdrachten van de tentoonstelling. Hierdoor bieden de analyses van de subschalen een goede weerspiegeling van de effecten van de tentoonstelling. Tot slot zijn er nog vijf vragen opgenomen die de mening van de deelnemers hebben gemeten over de tentoonstelling in het geheel. Dit waren geen inhoudelijke vragen over de tentoonstelling. De vragenlijst is niet te lang gemaakt. Hier is voor gekozen, omdat de concentratieboog van de leerlingen te kort zou zijn om voor een langere tijd gemotiveerd te zijn de vragenlijst zorgvuldig in te vullen (vooral voor de na conditie). Een langer durende vragenlijst zou waarschijnlijk meer niet serieuze antwoorden opleveren, dus dit werd zo veel mogelijk voorkomen. Ook was er een beperking in tijd, voor zowel het deelnemen aan de vragenlijst als aan het bezoek aan de tentoonstelling, waardoor de vragenlijst niet te lang kon 17
19 duren. De deelnemers in de voor conditie deden er ongeveer 6 minuten over om het in te vullen, en de deelnemers in de na conditie ongeveer 7 minuten. De vragenlijst bestond uit vragen die gemakkelijk te begrijpen waren, met een zo duidelijk mogelijke omschrijving Democratische kennis De eerste subschaal is democratische kennis en bestond uit 6 vragen. Een voorbeeld vraag van deze subschaal is als volgt: In een democratie houdt de meerderheid rekening met de minderheid. Een tweede voorbeeld is: In een democratie mogen we kiezen wie onze volksvertegenwoordigers zijn. De betrouwbaarheid van de subschaal kennis democratie was laag (α = 0.27), wat waarschijnlijk komt doordat de antwoordmogelijkheden dichotoom waren. Dit betekent dat er maar twee antwoordmogelijkheden waren, namelijk: ja en nee. De lage betrouwbaarheid kan ook zijn gekomen door de verschillende onderwerpen die deze schaal heeft gemeten. Democratie is een erg breed begrip waar veel onderwerpen onder vallen. De vragen omvangen een groot deel van dit begrip, waardoor ze weinig samenhang hebben gekregen. De betrouwbaarheid kon iets hoger worden (α = 0.33), door vraag zeven te verwijderen ( In een democratie mag ik alles zeggen wat ik denk ). Deze schaal bleek nog steeds een erg lage betrouwbaarheid te hebben. Desondanks betekende dit niet dat alle vragen en de subschaal niet konden worden gebruikt voor de analyses. De uitslagen lagen op een schaal van 0 tot 1, waarbij de score werd gezien als een rapportcijfer. Bijvoorbeeld, een score van.78 betekende een 7,8 als rapportcijfer Democratische opvattingen De tweede subschaal is democratische opvattingen (α = 0.51) en bestond uit vijf vragen. Er werd bijvoorbeeld gevraagd of ze het eens waren met de volgende stellingen: Ik vind vrijheid van meningsuiting belangrijk en In een democratie, moet ik soms besluiten accepteren, waar 18
20 ik het niet mee eens ben. De betrouwbaarheid kon worden verhoogd (α = 0.68), nadat vraag vijf werd verwijderd ( Een democratie is de beste manier waarop een land kan worden geregeerd ). Hierdoor is er een voldoende mate van betrouwbaarheid, dus om deze reden is deze vraag weggelaten bij de analyses Anti- radicale opvattingen De derde subschaal is anti- radicale opvattingen (α = 0.48) en bestond uit vijf vragen. Een voorbeeld vraag van deze subschaal is als volgt: Geweld tegen mensen die anders denken dan ik, is toegestaan. Een tweede voorbeeld is: Ik vind dat iedereen zou moeten denken zoals ik. Deze subschaal kon de betrouwbaarheid verhogen door vraag 15 te verwijderen ( Ik heb vertrouwen in de Nederlandse overheid ). Hierdoor ontstond er een lichte mate van betrouwbaarheid (α = 0.53), wat voldoende betrouwbaar was om analyses uit te voeren Anti- discriminatie De laatste subschaal anti- discriminatie heeft gebruik gemaakt van een bestaande meting van Crandall, Eshleman en O Brien (2002). Deze wordt gebruikt om verschillende groepen in de samenleving te meten op discriminatie. Deze was goed bruikbaar voor de vragenlijst, aangezien discriminatie een thema is dat regelmatig op een indirecte manier terug komt in de tentoonstelling. Er zijn aanpassingen gemaakt op de lijst van groepen die hierin getest worden, namelijk alleen groepen die terugkomen in de tentoonstelling. Deze subschaal (α = 0.81) bestond uit een vraag, met 16 subvragen. De deelnemers konden aangeven welk rapportcijfer ze wilden geven aan verschillende groepen zoals turken, Nederlanders, moslims, autochtonen etc. 19
21 2.3.5 Antwoordschalen De deelnemers konden door middel van een vier-puntschaal antwoord geven op subschalen die opvattingen hebben gemeten. De mogelijkheden waren: helemaal niet, niet, wel of helemaal wel mee eens. Er is voor gekozen om de optie neutraal niet toe te voegen, omdat er hierdoor een minder grote kans was dat de antwoorden uit gemakzucht zouden worden ingevuld. De deelnemers konden dus een gemiddelde score krijgen tussen de 1 en de 4, waarbij een 1 betekende dat men helemaal niet democratisch was of heel radicaal en een 4 dat men heel democratisch was of helemaal niet radicaal. Ook de vragen naar de mening over de tentoonstelling gebruikte deze vier-puntsschaal, waarbij een 1 betekende dat men het helemaal niet eens was met de stelling en een 4 betekende dat men het helemaal wel eens was met de stelling. De vragen naar kennis hadden twee antwoordmogelijkheden, namelijk: ja en nee. Ze konden een gemiddelde score opleveren van 0 tot en met 1, waarbij een score van 0 betekende dat de deelnemers alles fout had geantwoord, en een score van 1 betekende dat alles goed geantwoord was. De subschaal die discriminatie meet bestond uit een rij met cijfers van 0 tot en met 10. De deelnemers konden aangeven welk rapportcijfer ze wilden geven aan de verschillende groepen. Een 0 betekende dat men zeer negatief was over deze subgroep en een 10 betekende dat men zeer positief was over deze subgroep. 2.4 Procedure De deelnemers kwamen per klas naar de tentoonstelling. Zij waren onder leiding van een of meerdere docenten of assistenten. Er tweetallen gemaakt, waarbij de helft van alle deelnemers mee mochten lopen naar een open ruimte achter de filmruimte. Afhankelijk van de volgorde van nadering naar het fort, ging de eerste helft tweetallen mee naar binnen. De vragenlijsten lagen al op de tafels klaar en iedereen werd een plekje toegewezen of zocht er zelf een op. Hierbij werd er gelet dat jongens en meisjes werden gemengd, om een hogere mate van stilte 20
22 te bereiken tijdens het maken van de vragenlijst. Voordat de deelnemers de vragenlijsten invulden, werd er een instructie gegeven waarbij hun anonimiteit, persoonlijke antwoorden, globale tijdsduur en uiterste stilte tijdens het invullen van de vragenlijst werd benadrukt. Ook werd de vragenlijst als een onderdeel van het bezoek aan deze tentoonstelling gebracht, waardoor de motivatie zou verhogen om deze serieus in te vullen. Tijdens de afname was de testleider altijd aanwezig, om in de gaten te houden of er niet werd samengewerkt en om vragen te beantwoorden. Wanneer leerlingen inhoudelijke vragen hadden, werd er geen inhoudelijk antwoord gegeven. Om de motivatie van de deelnemers te verhogen, waren er koekjes aanwezig. Nadat ze allemaal de vragenlijst hadden ingevuld, werd er benadrukt niet te praten over de vragenlijst met de andere deelnemers die de vragenlijst nog niet hadden ingevuld. Vervolgens werden alle deelnemers samengebracht in de filmruimte en startte de film. Vervolgens doorliepen ze de tentoonstelling. De deelnemers die nog geen vragenlijst hadden gemaakt, kregen daarna dezelfde vragenlijst (met extra vragen over hun mening over de tentoonstelling in het geheel) en dezelfde instructies. De vragenlijst werd ingevuld bij de kleine ronde tafeltjes in de tentoonstellingsruimte. Ook hier lagen er koekjes om de motivatie te verhogen. Deze locatie is gekozen door logistieke redenen. De andere deelnemers die de vragenlijst al voor de tentoonstelling had ingevuld konden na het volmaken van hun routekaart, het certificaat gaan uitprinten. De andere helft kon na het invullen van de vragenlijst ook hun certificaat uitprinten. 21
23 3. Resultaten 3.1. Hypothese 1 Met een onafhankelijke t-test is er gekeken of er een verschil is tussen de voor- en de naconditie. Het bleek dat de na-conditie meer kennis had dan de voor-conditie, en dit verschil was significant, t(205) = 3.35, p <.01, r =.23. Dit betekent dat de hypothese werd bevestigd. De resultaten en gemiddelden staan weergegeven in Tabel 1. Vervolgens is er ook gekeken of er verschillen waren tussen de voor- en na-conditie wanneer er een onderscheid gemaakt werd binnen de verschillende onafhankelijke variabelen (zie paragraaf 2.1). Deelnemers onder de 18 jaar, die de tentoonstelling hadden bezocht, bleken significant meer antwoorden goed hadden op de kennis vragen over democratie, dan de deelnemers die de tentoonstelling niet hadden bezocht, t(57) = 3.55, p <.01, r =.43. Bij de deelnemers vanaf 18 jaar had de na-conditie ook significant meer kennis dan de voor-conditie, t(130) = 1.84, p <.05, r =.15. Wanneer er werd gekeken naar opleidingsniveau bleken de deelnemers van het mbo de vragen significant beter te hebben gemaakt in de na-conditie dan in de voor-conditie, t(173) = 3.10, p <.01, r =.22. Er was eveneens een verschil tussen de voor- en na-conditie voor de vmbo deelnemers, maar dit verschil was minder sterk significant, mogelijk vanwege het geringe aantal deelnemers in die groep, t(36) = 1.48, p =.08, r =.34. Mannen hadden in de voor-conditie minder kennis van democratie dan mannen in de na-conditie, t(31) = 2.71, p <.01, r =.44. Bij vrouwen is er eenzelfde effect gevonden, t(165) = 2.45, p <.05, r =.18. De vrouwen in de na-conditie hadden significant meer kennis, in vergelijking met de voor-conditie. Wanneer er een onderscheid werd gemaakt op basis van geloof, bleken de gelovige deelnemers in de na-conditie significant meer kennis te hebben over democratie dan de voor- 22
24 conditie, t(111) = 2.79, p <.05, r =.26. Ook bij de niet-gelovige deelnemers bleek deze subschaal een significant effect op te leveren, t(92) = 2.26, p <.05, r =. 23, waarbij de voorconditie minder goed was in het maken van de vragen dan de na-conditie. Onder de gelovige deelnemers bevonden zich voornamelijk christelijke en islamitische gelovigen. De christelijke deelnemers bleken significant beter te zijn in het maken van de kennis vragen in de naconditie dan in de voor-conditie, t(46) = 2.53, p <.05, r =.34. Het verschil in kennis tussen deelnemers in de voor- en na-conditie was minder groot bij de islamitische deelnemers, t(60) = 1.38, p =.09, r =.18. Aan de hand van een variantieanalyse is gekeken of er verschillen waren tussen christelijke, islamitische en niet gelovige deelnemers bij de twee condities op de subschaal kennis democratie. Er bleek een marginaal significant verschil tussen christelijke, islamitische en niet gelovige deelnemers in de na-conditie, F(3,101) = 2.63, p =.05, η² =.07. Christelijk gelovige deelnemers hadden significant meer kennis dan islamitisch gelovige deelnemers, t(58) = 1.98, p =.05, r =. 25. Islamitische en niet- gelovige deelnemers verschilden ook significant elkaar, t(77)= 2.31, p <.05, r =.25. De niet-gelovige deelnemers bleken meer kennis te hebben over democratie dan de islamitische deelnemers. Christelijk en niet- gelovige verschilden niet significant van elkaar, t(63) =.17, ns. Tot slot is er gekeken of westerse en niet-westerse deelnemers verschillen lieten zien tussen de voor en de na-conditie. Westerse deelnemers beantwoorden de vragen significant beter in de na-conditie in vergelijking met de voor-conditie, t(131) = 3.39, p <.01, r =.28. Er ook een marginaal significant verschil gevonden in dezelfde richting voor de niet-westerse deelnemers, t(72) = 1.67, p =.05, r =
25 Tabel 1. Gemiddelden (Gem.), standaarddeviaties (SD), aantal deelnemers (n) en t- waarden (t) voor de subschaal kennis democratie op de onafhankelijke variabelen: alle deelnemers, leeftijd, opleiding, sekse, geloof en herkomst. Voor conditie Na conditie N Gem. (SD) n Gem. (SD) n t Alle deelnemers (0.22) (0.18) ** < 18 jaar (0.21) (0.17) ** 18 jaar (0.23) (0.19) * Mbo (0.23) (0.19) ** Vmbo (0.16) (0.15) Mannen (0.23) (0.19) ** Vrouwen (0.22) (0.18) * Gelovig (0.23) (0.18) * - Christelijk (0.26) (0.15) * - Islamitisch (0.19) (0.19) Niet- Gelovig (0.22) (0.19) * Westers (0.23) (0.18) ** Niet-westers (0.22) (0.18) p <.1, * p <.05, ** p <.01 *** p <.001, eenzijdig getoetst Interactie-effecten Er is ook nog een interactie- effect gevonden tussen de conditie waarin iemand zat en de leeftijdscategorie, op de subschaal kennis democratie, F(1,184) = 3.98, p <.05, η² =.02. Dit betekende dat de deelnemers onder de 18 jaar en deelnemers vanaf 18 jaar op een andere manier waren beïnvloed door de conditie waarin ze zaten. Aan de hand van een 24
26 onafhankelijke t-test bleken beide groepen een hogere score te hebben in de na-conditie in vergelijking met de voor conditie. De deelnemers onder de 18 jaar (M =.61, SD =.23) en de deelnemers vanaf 18 jaar (M =.67, SD =.23) verschilden niet significant van elkaar voordat ze de tentoonstelling gingen bezoeken, t(100) =.76, ns. In de na-conditie was de kennis significant hoger van de deelnemers onder de 18 jaar (M =.82, SD =.18) dan de deelnemers vanaf 18 jaar (M =.74, SD =.19), t(103) = 1.92, p <.05, r =.19. Dit wil zeggen dat de tentoonstelling voornamelijk een positief effect had op kennis van de democratie bij deelnemers onder de 18 jaar (zie Figuur 1). Uit de resultaten blijkt dat de andere onafhankelijke variabelen geen significante interactie-effecten veroorzaakten met conditie, Fs >.02, ns. Figuur 1. Gemiddelde score op een schaal van 0 tot 1, voor de subschaal kennis democratie voor de deelnemers onder de 18 jaar (n = 59) en deelnemers vanaf 18 jaar (n = 148). p <.1, * p <.05, ** p <.01 *** p <
27 3.2 Hypothese 2 De resultaten met betrekking tot opvattingen over de democratie staan weergegeven in Tabel 2. Er werd geen significant verschil gevonden tussen de voor en de na-conditie, t(224) =.98, ns. De hypothese werd dus niet ondersteund. Vervolgens is er ook gekeken of er verschillen waren tussen de voor- en na-conditie wanneer er een onderscheid gemaakt werd binnen de verschillende onafhankelijke variabelen. De deelnemers onder de 18 jaar bleken enigszins een positievere houding te hebben ten opzichte van democratie in de na-conditie dan de voor-conditie, t(76) = 1.56, p =.06, r =.18.Voor de deelnemers vanaf de 18 jaar was dit echter niet het geval, t(146) =.36, ns. Wanneer de groep deelnemers werd onderverdeeld in mannen en vrouwen, werd er alleen een significant verschil gevonden bij mannen. Zij beantwoordden de stellingen democratischer in de na-conditie dan in de voor-conditie, t(38) = 2.77, p <.01, r =.41. Bij vrouwen was dit echter niet het geval, t(184) =.54, ns. De condities bleken niet significante van elkaar te verschillen op deze subschaal wanneer er een onderscheid werd gemaakt op de variabelen opleiding, geloof en herkomst, ts >.02, ns Interactie-effecten De interactie tussen sekse en conditie behaalde een statistisch significant niveau op deze subschaal, F(1,222) = 11.38, p <.01, η² =.05. Dit betekende dat mannen en vrouwen verschillend werden beïnvloed door de conditie waar ze in zaten. In Figuur 2 is weergegeven hoe mannen en vrouwen zich in de voor- en na-conditie tot elkaar verhouden. In de voorconditie werden de opvattingen over democratie significant democratischer beantwoord door de vrouwen (M = 3.39, SD =.39) dan door de mannen (M = 2.93, SD =.62), t (110) = 4.3, p <.05, r =.38. In de na-conditie werd dit verschil echter niet aangetoond. Hier waren de 26
28 vrouwen (M = 3.36, SD =.42) en de mannen (M = 3.4, SD =.45) ongeveer even democratisch (zie Figuur 2), t(112) =.39, ns. Hiernaast waren de mannen significant democratischer na een bezoek dan zonder een bezoek aan de tentoonstelling, t(38)= 2.77, p <.01, r =.41. Dit was niet het geval voor de vrouwelijke deelnemers, t(184) =.54, ns. Met andere woorden, de tentoonstelling had een ander effect op mannen dan voor vrouwen. Vrouwen zijn vooraf al vrij democratisch en de mannen halen deze achterstand in na een bezoek aan de tentoonstelling. Uit de resultaten blijkt dat de andere onafhankelijke variabelen geen significante interactie-effecten veroorzaakten met conditie, Fs >.03, ns. Figuur 2. Gemiddelde score op een schaal van 1 tot 4, voor de subschaal opvattingen democratie voor de mannelijke deelnemers (n = 40) en vrouwelijke deelnemers (n = 188). p <.1, * p <.05, ** p <.01 *** p <
29 Tabel 2. Gemiddelden (Gem.), standaarddeviaties (SD), aantal deelnemers (n) en t-waarden (t) voor de subschaal opvattingen democratie op de onafhankelijke variabelen: alle deelnemers, leeftijd, opleiding, sekse, geloof en herkomst. Voor conditie Na conditie N Gem. (SD) n Gem. (SD) n t Alle deelnemers (0.47) (0.42) < 18 jaar (0.58) (0.48) jaar (0.38) (0.41) Mbo (0.41) (0.40) Vmbo (0.66) (0.53) Mannen (0.62) (0.45) ** Vrouwen (0.39) (0.42) Gelovig (0.43) (0.43) Christelijk (0.45) (0.38) Islamitisch (0.40) (0.46) Niet- Gelovig (0.51) (0.41) Westers (0.50) (0.40) Niet-westers (0.38) (0.45) p <.1, * p <.05, ** p <.01 *** p <.001, eenzijdig getoetst 3.3 Hypothese 3 De resultaten voor de variabele anti- radicalisering staan weergegeven in Tabel 3. De deelnemers in de na-conditie enigszins minder radicaal in hun opvattingen dan de deelnemers in de voor-conditie, dit verschil was marginaal significant, t(225) = 1.46, p =.08, r =.1. De hypothese werd hiermee in lichte mate ondersteund. 28
30 Er werd ook een significant verschil gevonden bij deelnemers onder de 18 jaar, t(77) = 1.89, p <.05, r =.21. Dit betekende dat de deelnemers die de tentoonstelling hadden doorlopen minder radicaal waren dan de deelnemers die dit nog niet hadden gedaan. Dit verschil werd niet gevonden bij de deelnemers die 18 jaar of ouder waren, t(147) =.64, ns. De hypothese werd dus bevestigd bij de deelnemers onder de 18 jaar. Vervolgens is er gekeken of er significante verschillen waren voor de deelnemers van het mbo en het vmbo tussen de twee condities. Mbo ers bleken enigszins minder radicaal te zijn in bepaalde opvattingen in na-conditie in vergelijking met de voor-conditie en dit verschil was marginaal significant, t(188) = 1.41, p = 08, r =.1.Voor de vmbo ers is er geen effect gevonden, echter ging het wel in de voorspelde richting,t(35) =.43, ns. Het is mogelijk dat er geen effect is gevonden vanwege het geringe aantal deelnemers in deze groep. De mannelijke deelnemers die de tentoonstelling hadden doorlopen waren significant minder radicaal dan de mannelijke deelnemers die dit nog niet hadden gedaan, t(38) = 1.79, p <.05, r = 28.Voor vrouwen was er geen significant effect, t(185) =.79, ns. Tot slot is er ook gekeken of westerse en niet-westerse deelnemers een verschil lieten zien tussen de twee condities op deze subschaal. Dit was enkel het geval voor de westerse deelnemers. Zij waren enigszins minder radicaal in de na-conditie dan de voor-conditie, t(151) = 1.48, p =.07, r = 12. Er is geen effect gevonden voor de niet-westerse deelnemers, maar de gemiddelden gingen wel in de juiste richting, t(72) =.66, ns. De condities bleken niet significant van elkaar te verschillen op deze subschaal wanneer er een onderscheid werd gemaakt op de variabele geloof, ts >.44, ns Interactie-effecten Uit de resultaten blijkt dat de onafhankelijke variabelen geen significante interactieeffecten veroorzaakten met conditie, Fs >.00, ns. 29
31 Tabel 3. Gemiddelden (Gem.), standaarddeviaties (SD), aantal deelnemers (n) en t-waarden (t) voor de subschaal opvattingen anti- radicalisering op de onafhankelijke variabelen: alle deelnemers, leeftijd, opleiding, sekse, geloof en herkomst. Voor conditie Na conditie N Gem. (SD) n Gem. (SD) n t Alle deelnemers (0.59) (0.53) < 18 jaar (0.47) (0.53) * 18 jaar (0.64) (0.53) Mbo (0.61) (0.53) Vmbo (0.33) (0.51) Mannen (0.57) (0.53) * Vrouwen (0.57) (0.54) Gelovig (0.62) (0.52) Christelijk (0.52) (0.54) Islamitisch (0.72) (0.58) Niet- Gelovig (0.54) (0.54) Westers (0.54) (0.53) Niet-westers (0.68) (0.55) p <.1, * p <.05, ** p <.01 *** p <.001, eenzijdig getoetst 3.4 Hypothese 4 De laatste hypothese werd niet ondersteund. Wanneer alle deelnemers mee werden genomen in de analyse, bleek er geen significant verschil te zijn tussen de voor- en de na-conditie, t(208) =.81, ns. 30
Fort van de Democratie
Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve
Nadere informatieHet effect van het Fort van de Democratie op het vertrouwen in de democratie onder jongeren van meerderheidsgroepen en minderheidsgroepen
Het effect van het Fort van de Democratie op het vertrouwen in de democratie onder jongeren van meerderheidsgroepen en minderheidsgroepen Anne Huijzer Masterthese Universiteit van Amsterdam Faculteit der
Nadere informatieManagement Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars
Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen
Nadere informatieInformatie over de deelnemers
Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals
Nadere informatieOnderzoek. Diversiteit in de Tweede Kamer 2012
Onderzoek Diversiteit in de Tweede Kamer 2012 Nederland heeft een stelsel met evenredige vertegenwoordiging. Op 12 september 2012 waren er vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal:
Nadere informatie23 november Onderzoek: Proces Wilders
23 november 2016 Onderzoek: Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag van de
Nadere informatieDit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en
Samenvatting Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en gewelddadig radicalisme en terrorisme anderzijds. In aanvulling op de bestaande literatuur over mogelijke
Nadere informatieBeschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?
Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht
Nadere informatieUitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie
Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest
Nadere informatieOver radicalisering onder jongeren in diverse bevolkingsgroepen, met aandacht voor de rol van en relatie met de ouders
Over radicalisering onder jongeren in diverse bevolkingsgroepen, met aandacht voor de rol van en relatie met de ouders Bertjan Doosje, Allard Feddes, Liesbeth Mann, Nathalie de Zwart 14 februari 2013 1
Nadere informatieTRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS
TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS Q1. Denkt u dat het voor de toekomst van Nederland het beste is als wij actief deelnemen in de wereldpolitiek of moeten wij ons niet in de wereldpolitiek mengen? 1
Nadere informatieBIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos
Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland Willem Huijnk Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlagen hoofdstuk 2... 2 Bijlagen hoofdstuk 3... 3 Bijlagen hoofdstuk 4...
Nadere informatieDiversiteit in de Provinciale Staten
Onderzoek Diversiteit in de Provinciale Staten Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale Staten (PS) onderzocht. Het gaat
Nadere informatiePartnerkeuze bij allochtone jongeren
Partnerkeuze bij allochtone jongeren Inleiding In april 2005 lanceerde de Koning Boudewijnstichting een projectoproep tot voorstellen om de thematiek huwelijk en migratie te onderzoeken. Het projectvoorstel
Nadere informatieStudieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen. Marinka Kuijpers & Frans Meijers
Studieloopbaanbegeleiding in het hbo: mogelijkheden en grenzen Marinka Kuijpers & Frans Meijers De Haagse Hogeschool Januari 2009 Management Samenvatting Studieloopbaanbegeleiding is hot in het hoger beroepsonderwijs.
Nadere informatieSamenvatting Het effect van Loving me, loving you
Samenvatting Het effect van Loving me, loving you Deel V Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Het effect van Loving me, loving you Een programma ter preventie
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale
Nadere informatieEffect publieksvoorlichting
Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
. > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat
Nadere informatie17 mei 2019 Auteur: Petra Klapwijk. Onderzoek: Nederlandse identiteit
17 mei 2019 Auteur: Petra Klapwijk Onderzoek: Nederlandse identiteit Samenvatting Tweederde vindt dat Nederlandse identiteit onder druk staat De Nederlandse identiteit staat onder druk. Dat zegt tweederde
Nadere informatieZie De Graaf e.a. 2005 voor een uitgebreide onderzoeksverantwoording van het onderzoek Seks onder je 25ste.
6 Het is vies als twee jongens met elkaar vrijen Seksuele gezondheid van jonge allochtonen David Engelhard, Hanneke de Graaf, Jos Poelman, Bram Tuk Onderzoeksverantwoording De gemeten aspecten van de seksuele
Nadere informatieHuiswerk, het huis uit!
Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting
Nadere informatieMoral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz
Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.
Nadere informatieOnderwijssociologie & Diversiteit
Onderwijssociologie & Diversiteit Hoorcollege 1: inleiding sociologie en burgerschap IVL Leike van der Leun Om deze presentatie te kunnen volgen op je mobiele telefoon, tablet of laptom, ga je naar: www.presentain.com
Nadere informatie2013-2017. Actief burgerschap en sociale integratie
201-2017 Actief burgerschap en sociale integratie Inhoudsopgave: Kwaliteitszorg actief burgerschap en sociale integratie Visie en planmatigheid Visie Doelen Invulling Verantwoording Resultaten Risico s
Nadere informatieWerken dialoogbijeenkomsten tegen discriminatie?
Werken dialoogbijeenkomsten tegen discriminatie? NOVEMBER 2016 DIALOOGBIJEENKOMSTEN KUNNEN VOOROORDELEN EN STEREOTYPERING VERMINDEREN De bestrijding van discriminatie staat in Nederland hoog op de agenda.
Nadere informatieDe kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht
De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave
Nadere informatieN. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.
ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding
Nadere informatieANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN
ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...
Nadere informatieSOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28
Nadere informatieDiversiteit in Provinciale Staten
Diversiteit in Provinciale Staten In aanloop naar de verkiezingen van 2 maart inventariseerde E-Quality, hét kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit, de kandidatenlijsten (zie werkwijze) van
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 16950 2500 BZ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 16950 2500 BZ Den Haag www.nctv.nl
Nadere informatieToekomstgericht onderwijs. Schoolrapport eerste jaar Algemeen deel Maart 2017
Toekomstgericht onderwijs Schoolrapport eerste jaar Algemeen deel Maart 2017 Inhoud Inleiding... 3 Hoofdstuk 1. Toelichting op de gebruikte instrumenten en begrippen... 4 1.1 Participanten... 4 1.2 Instrumenten...
Nadere informatieReligieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten)
Tabel B2.1 Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten) autochtoon moslim 0,2 niet-gelovig 64,0 rooms-katholiek 16,9 protestants 18,0 ander geloof 0,9 Tabel B2.2 Aandeel dat zichzelf
Nadere informatieBijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten
Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben
Nadere informatieMaatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij
Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid
Nadere informatieTilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems
TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems RapportEvaluatie Online Mediation in Echtscheidingszaken Aanleidingvoorhetonderzoek In 2008 heeft Juripax in opdracht
Nadere informatieCynisme over de politiek
Cynisme over de politiek Een profiel van ontevreden burgers Dr. Pieter van Wijnen Waar mensen samenleven, zijn verschillende wensen en belangen. Een democratische samenleving heeft als doel dat politici
Nadere informatie16 november 2015. Onderzoek: Veiligheidsgevoel na aanslagen Parijs
16 november 2015 Onderzoek: Veiligheidsgevoel na aanslagen Parijs Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van
Nadere informatieD U TC H S U M M A RY Samenvatting In zowel westerse als diverse niet-westerse samenlevingen wordt veel waarde gehecht aan schoolprestaties. Ouders en docenten stimuleren kinderen al op jonge leeftijd
Nadere informatieHoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?
Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding
Nadere informatieBeschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw
Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.
Nadere informatieRadicalisering van (moslim)jongeren: Herkenning en handeling. Presentatie voor Veiligheidsnetwerk Grote Steden. Bertjan Doosje 20 november 2014
Radicalisering van (moslim)jongeren: Herkenning en handeling Presentatie voor Veiligheidsnetwerk Grote Steden Bertjan Doosje 20 november 2014 1 Overzicht 1. Wat is radicalisering? 2. Hoe ontstaat het?
Nadere informatie22 januari 2015. Onderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid
22 januari 2015 Onderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid 1 Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 45.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online
Nadere informatieobs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl
obs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl 1 Actief burgerschap en sociale integratie: Door de toenemende individualisering in onze samenleving is goed
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1155 woorden 5 februari 2006 6,4 37 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer
Nadere informatieicoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,
icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based
Nadere informatieHet Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad
Het Groninger Stadspanel over LGBT Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering
Nadere informatieJONGEREN & DEMOCRATIE
Rapport JONGEREN & DEMOCRATIE Onderzoek i.o.v. Vrij Nederland Januari 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2017/012 Datum Januari
Nadere informatieWerkinstructie voor de CQI Naasten op de IC
Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Naasten op de IC bedoeld? De CQI Naasten op de IC is bedoeld is bedoeld om de kwaliteit van de begeleiding en opvang van
Nadere informatieSamenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door E. 1169 woorden 16 maart 2017 6,5 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1.1 Opvoeding= kinderen leren hoe ze zich moeten gedragen. - Veilige
Nadere informatieBijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming
Jaarrapport integratie 27 Jaco Dagevos en Mérove Gijsberts Sociaal en Cultureel Planbureau, november 27 Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Mérove Gijsberts en Miranda Vervoort B11.1 Aandeel
Nadere informatieDiversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011
Onderzoek Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale
Nadere informatieLangdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en discussie
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit
Nadere informatieDe VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)
De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld
Nadere informatieKerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017
Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 217 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk op
Nadere informatieEmbargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum
Bouwen aan de democratische veiligheid in Europa Ontwerptoespraak van de secretaris-generaal Brussel, woensdag 12 november 2014 Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze
Nadere informatie9 december 2014. Onderzoek: Erkenning Palestijnse staat
9 december 2014 Onderzoek: Erkenning Palestijnse staat Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 40.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online
Nadere informatieAnnette Koops: Een dialoog in de klas
Annette Koops: Een dialoog in de klas Als ondersteuning bij het houden van een dialoog vindt u hier een compilatie aan van Spreken is zilver, luisteren is goud : een handleiding voor het houden van een
Nadere informatiehet minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd
Samenvatting Het onderzoek dat in dit proefschrift wordt gepresenteerd is een verkenning van de samenhang tussen de motivatie, gerepresenteerd door persoonlijke doelen, en de kwaliteit van het samenwerkend
Nadere informatieDemocratiequiz met achtergrondinformatie over democratie en rechtstaat
Democratiequiz met achtergrondinformatie over democratie en rechtstaat Beschrijving van de activiteit De quiz wordt gespeeld op de wijze van petje op, petje af. In de plaats van petjes krijgen de kinderen
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieEvaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013
Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.
Nadere informatieWerkinstructies voor de CQI Revalidatiecentra Kinderen en Jongeren
Werkinstructies voor de Kinderen en Jongeren 1. De vragenlijsten Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond revalidatie te meten vanuit het perspectief van de jonge patiënt. Het
Nadere informatieVOORTGEZET ONDERWIJS TELT JOUW IDENTITEIT MEE?
VOORTGEZET ONDERWIJS TELT JOUW IDENTITEIT MEE? 1 Algemene informatie Beste docent, Voor u ligt de toolkit die RADAR voor u heeft ontworpen. Vanuit de resultaten van de Diverscity-meter is deze toolkit
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.
Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden
Nadere informatieOnderzoek: 27 maart 2019 Auteur: Jeroen Kester. Religieus onderwijs
Onderzoek: 27 maart 2019 Auteur: Jeroen Kester Religieus onderwijs Samenvatting Meerderheid wil religieus onderwijs afscha!en Een meerderheid (60 procent) is voor de afscha!ng van het onderwijs met religieuze
Nadere informatieEFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009
EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP - eindrapport - dr. Marga de Weerd Amsterdam, november 2009 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20-5315315
Nadere informatie13 juni Onderzoek: PvdA-achterban positiever over formeren
13 juni 2017 Onderzoek: PvdA-achterban positiever over formeren Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 55.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een
Nadere informatie4 mei 2015. Onderzoek: Nationale dodenherdenking
4 mei 2015 Onderzoek: Nationale dodenherdenking Over het EenVandaag Het EenVandaag bestaat uit ruim 45.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag van de peilingen
Nadere informatieVoortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens,
, Toelichting bij geleverde maatwerktabellen 2006/2007 en 2007/2008* Levering: 17 februari 2010 De maatwerktabel over voortijdig schoolverlaters 2006/2007 bevat gegevens over het voortgezet onderwijs (vo)
Nadere informatieGeven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.
Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van
Nadere informatieOnderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid
Onderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid Publicatiedatum: 22-01-2015 Over dit onderzoek Het 1V Jongerenpanel, onderdeel van EenVandaag, bestaat uit ruim 3000 jongeren van 12 t/m 24 jaar. Aan dit online
Nadere informatie27/01/2016. Identiteit en radicaliteit en de opdracht van de school. Het verhaal van Walid. Sint-Niklaas 27 januari 2016
Identiteit en radicaliteit en de opdracht van de school Sint-Niklaas 27 januari 2016 Een verhaal van kaders in een perspectief van verbondenheid. 2 Het verhaal van Walid Walidpubert. Heeft het financieel
Nadere informatieNederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties
Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de
Nadere informatieOpvoeden in andere culturen
Opvoeden in andere culturen Bevorderen en versterken: competenties vergroten Een betere leven DVD 1 Bevolkingsgroepen aantal Allochtoon3.287.706 Autochtoon13.198.081 Europese Unie (exclusief autochtoon)877.552
Nadere informatieOp 18 november 2009 heeft het raadslid Flos (VVD) onderstaande motie ingediend:
Reactie van het College van B en W op de motie inzake Aanpak Discriminatie Amsterdam (openstellen functies voor iedereen bij ingehuurde organisaties) van het raadslid Flos (VVD) van 18 november 2009. Op
Nadere informatiePROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN
PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN 3.1 Exploreren, verkennen en integreren van de mogelijkheden van de mens 3.2 Exploreren, verkennen en integreren van de grenzen van de mens 3.3 Ontdekken
Nadere informatieThema bijeenkomst. Introduceren en stimuleren van de dialoog binnen het gezin
Thema bijeenkomst Introduceren en stimuleren van de dialoog binnen het gezin 1 Inleiding Op 17 februari 2017 was het dan zover: De bijeenkomst over het belang van de dialoog in het gezin heeft plaatsgevonden
Nadere informatie25 maart Onderzoek: Aanslagen in Brussel
25 maart 2016 Onderzoek: Aanslagen in Brussel Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek.
Nadere informatieRAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM
RAPPORT OKTOBER 2017 Discriminatiemonitor TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM Midden-Drenthe Colofon Titel Discriminatiemonitor Midden-Drenthe Datum Oktober 2017 Trendbureau Drenthe, onderdeel
Nadere informatieScholierenonderzoek Kindermishandeling 2016
Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting
Nadere informatie- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.
Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten
Nadere informatieSamenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders
Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne
Nadere informatie29 november Onderzoek: Kloof tussen burger en politiek?
29 november 2016 Onderzoek: Kloof tussen burger en politiek? Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online
Nadere informatieWeten waar we goed in zijn 1
Inburgering als voortdurend proces voor allen Lezing ter gelegenheid van de Conferentie Burgerschapsvorming. Islamitisch Onderwijs Ingeburgerd. Jaarbeursgebouw Utrecht Zaterdag 4 juni 2005. A.M.L. van
Nadere informatieEffectevaluatie van Discussiëren Kun Je Leren (DKJL)
Effectevaluatie van Discussiëren Kun Je Leren (DKJL) 18-04-2018 Dr. Tobias Stark European Research Centre on Migration and Ethnic Relations (ERCOMER) Algemene Sociale Wetenschap Universiteit Utrecht Samenvatting
Nadere informatieDatum 30 juni 2017 Betreft Aanbieding onderzoek 'Oorzaken en triggerfactoren moslimdiscriminatie in Nederland'
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatie26 januari 2016. Onderzoek: Vluchtelingen en demonstraties
26 januari 2016 Onderzoek: Vluchtelingen en demonstraties Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) Achtergrond Het millenniumdoel (2000-2015) Education for All (EFA, onderwijs voor alle kinderen) heeft in ontwikkelingslanden veel losgemaakt. Het
Nadere informatieOndanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren
Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van
Nadere informatie16 mei Onderzoek: Formatie is vastgelopen: wat nu?
16 mei 2017 Onderzoek: Formatie is vastgelopen: wat nu? Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online
Nadere informatieStrategisch lezen voor beroep en studie
Strategisch lezen voor beroep en studie Roos Scharten (Expertisecentrum Nederlands) Georgia Vasilaras (ROC de Leijgraaf) Edith Vissers (KPC Groep) 9 december 2015 Leijgraaf: het uitgangspunt! Elke professional
Nadere informatieBijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)
Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele
Nadere informatie5. Onderwijs en schoolkleur
5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone
Nadere informatieBASISSCHOOLLEERLINGEN EN HUN BEELD VAN DE LEERKRACHT IN RELATIE TOT VERSCHILLENDE KENMERKEN VAN LEERLING EN LEERKRACHT
BASISSCHOOLLEERLINGEN EN HUN BEELD VAN DE LEERKRACHT IN RELATIE TOT VERSCHILLENDE KENMERKEN VAN LEERLING EN LEERKRACHT MARLIES BAX Universiteit Utrecht Faculteit Sociale Wetenschappen Master Onderwijskundig
Nadere informatieAanpak van radicalisering op school
Aanpak van radicalisering op school dr. Daan Wienke/Nederlands Jeugdinstituut mei 2016 begrippen* Polarisatie Verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die kan resulteren in spanningen
Nadere informatieSpelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg
Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena
Nadere informatie