De positie van werkloze vrouwen in het Meetjesland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De positie van werkloze vrouwen in het Meetjesland"

Transcriptie

1 KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN De positie van werkloze vrouwen in het Meetjesland Steven Vos Projectleiding: Joost Bollens en Ingrid Vanhoren Een onderzoek in het kader van het Genderproject Meetjesland. Dit onderzoek werd mogelijk dankzij de steun van het Europees Sociaal Fonds en het VESOC-actieplan gelijke kansen man/vrouw van de Vlaamse Gemeenschap. Het ESF draagt bij tot de ontwikkeling van de werkgelegenheid door het bevorderen van inzetbaarheid, ondernemerschap, aanpasbaarheid en gelijke kansen, en door het investeren in menselijke hulpbronnen. Hoger instituut voor de arbeid

2

3 iii WOORD VOORAF Dit onderzoek maakt deel uit van het ruimere project Genderproject Meetjesland. Het onderzoek werd mogelijk gemaakt dankzij de steun van het Europees Sociaal Fonds en het VESOC-actieplan gelijke kansen man/vrouw van de Vlaamse Gemeenschap. We danken de opdrachtgevers voor de interessante kans die ons geboden werd, en hopen dat onze conclusies en aanbevelingen het beleid in het Meetjesland ondersteunen om vrouwvriendelijke structuren op te zetten en beleidsaanpassingen door te voeren om participatiedrempels weg te werken. Wij willen de stuurgroep van het Genderproject Meetjesland danken voor het beschikbaar stellen van informatie en de kritische reflecties die zeker een invloed hebben gehad op de studie zoals ze nu voorligt.

4

5 v INHOUD Hoofdstuk 1 / Onderzoeksopzet en methode 1 1. Situering van het onderzoek 1 2. Het Meetjesland Gebiedsomschrijving De bevolking Werkloosheid Economische sectoren 4 3. Doelstellingen van het onderzoek 4 4. Dataverzameling Structuur van de vragenlijst Procedure van de afname 5 5. Steekproeftrekking 5 6. Respons en non-respons 7 7. Tot slot 9 Hoofdstuk 2 / Profiel van de deelnemers Descriptieve kenmerken Leeftijd Nationaliteit en herkomst Onderwijs Gezin Inkomen Algemene conclusie 18

6 vi Inhoud Hoofdstuk 3 / Arbeidsmarktpositie Werkloos versus werkend Werkloos Werkend Zoeken naar werk Wordt er gezocht naar werk en welk werk zoekt men? De zoekkanalen De intensiteit van het zoekgedrag De kans op werk Hindernissen bij het zoeken naar werk Offerbereidheid Algemene conclusie 29 Hoofdstuk 4 / Opleiding Het beschikbare aanbod Opleidingsorganisaties Opleidingen Opleidingsbehoefte Is er interesse voor de verschillende opleidingen? Bereidheid tot het volgen van een opleiding Algemene opvattingen over opleidingen Uitspraken over opleidingen Waarom nemen mensen deel aan opleidingen? Algemene conclusie 42 Hoofdstuk 5 / Tewerkstellingsinitiatieven Het aanbod Tewerkstellingsinitiatieven Opvattingen over tewerkstellingsinitiatieven Uitspraken over tewerkstellingsinitiatieven Buurtdiensten Algemene conclusie 48

7 Inhoud vii Hoofdstuk 6 / Computervaardigheden Bezit en gebruik van een computer Waarvoor gebruikt men een computer? Opvattingen over computergebruik Algemene conclusie 52 Hoofdstuk 7 / Drempels en voorwaarden Mobiliteit Inleiding Rijbewijs B Wie heeft er een wagen? Welke vervoermiddelen worden gebruikt? Opvattingen over het openbaar vervoer Woon-Werk verplaatsingen Kinderopvang Wie heeft er problemen met kinderopvang? Opvattingen over kinderopvang Suggesties voor kinderopvang Algemene conclusie 63 Hoofdstuk 8 / Beleving van de werkloosheid Tijdsbesteding Opvattingen over werkloosheid Beoordeling van de werkloosheid De voor- en nadelen Opvattingen over gaan werken Algemene conclusie 70 Hoofdstuk 9 / Een typologie van de werkzoekenden Constructie van de typologie 71

8 viii Inhoud 2. Identificatie van de verschillende types Identificatie op basis van achtergrondkenmerken Identificatie op basis van andere kenmerken Algemene conclusie 78 Hoofdstuk 10 / De kans op opleidingsdeelname geschat Waarschijnlijkheidsmodel De volledige deelnemersgroep Werkzoekenden Algemene conclusie 94 Hoofdstuk 11 / De kans op werk geschat De kans op werk Algemene conclusie 99 Hoofdstuk 12 / Synthese en aanbevelingen Situering en opzet van het onderzoek De belangrijkste bevindingen van het onderzoek op een rijtje Wie zijn de deelnemers? Arbeidsmarkt Opleidingen Tewerkstellingsinitiatieven Computervaardigheden Drempels en voorwaarden Aanbevelingen Aanbevelingen m.b.t. de doelgroep Aanbevelingen m.b.t. opleidings- en tewerkstellingsinitiatieven Aanbevelingen m.b.t. drempels en voorwaarden Elementen voor de helpdesk 115 Bijlagen 117 Bibliografie 145

9 1 HOOFDSTUK 1 ONDERZOEKSOPZET EN METHODE In dit inleidende hoofdstuk wordt de context van het voorliggend onderzoek geschetst. Er wordt dieper ingegaan op de manier waarop de dataverzameling en de samenstelling van de steekproef gebeurde. 1. Situering van het onderzoek Dit onderzoek is een onderdeel van het ruimere project Genderproject Meetjesland. Doel van het globale project is het verhogen van de participatiegraad van de werkloze vrouwen uit het Meetjesland. Zij vormen de doelgroep van dit onderzoek. Voorliggend onderzoek moet inzicht verschaffen in de drempels, aspiraties, interesses en vaardigheden en kennis van de doelgroep m.b.t. opleidings- en tewerkstellingsinitiatieven en toeleidingskanalen. Deze inzichten moeten het beleid in de regio ondersteunen om vrouwvriendelijke structuren op te zetten en beleidsaanpassingen door te voeren om eventuele participatiedrempels weg te werken. 2. Het Meetjesland In deze paragraaf wordt een beknopte beschrijving gegeven van het Meetjesland. Hierbij wordt onder meer aandacht besteed aan de gebiedsomschrijving, de samenstelling van de bevolking en de werkloosheid en werkgelegenheid in de regio. 2.1 Gebiedsomschrijving Het Meetjesland omvat 13 gemeenten die bestuurlijk verdeeld zijn over twee arrondissementen. De gemeenten Assenede, Eeklo, Kaprijke, Maldegem, Sint-Laureins en Zelzate vormen samen het arrondissement Eeklo. De gemeenten Aalter, Knesselare, Lovendegem, Nevele, Waarschoot, Zomergem en Evergem

10 2 Hoofdstuk 1 behoren tot het arrondissement Gent. 1 Het Streekplatform Meetjesland beperkt zich tot 11 gemeenten; Evergem en Zelzate worden niet tot het werkingsgebied gerekend. Het Meetjesland is een rurale regio waarin Eeklo als centrum fungeert. Daarnaast kunnen ook Maldegem en Aalter onderscheiden worden als in het oog springende economische regio s. 2.2 De bevolking Het Meetjesland telde op 1 januari inwoners ( zonder Evergem en Zelzate). 2 De helft mannen en de helft vrouwen. Evergem en Maldegem zijn de grootste gemeenten uit de regio (respectievelijk en inwoners), Eeklo en Aalter telt net iets minder inwoners dan Maldegem. Kaprijke en Sint-Laureins zijn de kleinste gemeenten met ongeveer inwoners. Een kwart van de Meetjeslandse bevolking is jonger dan 20 jaar. Een kleine 15% is ouder dan 65 jaar. Deze cijfers liggen grotendeels in de buurt van het Vlaamse gemiddelde % Mannen Vrouwen Totaal Evergem Lovendegem Eeklo Kaprijke Maldegem St-Laureins Waarschoot Assenede Zelzate Aalter Knesselare Nevele Zomergem Bron: NIS, januari 2003 Figuur 1.1 Aantal inwoners per gemeente op 1 januari Cijfers 01/01/2003 (NIS) 3 Bron: streekplatform Meetjesland

11 Onderzoeksopzet en methode 3 1,3% van de Meetjeslandse bevolking heeft een vreemde nationaliteit. Dit cijfer ligt beduidend beneden het Vlaamse gemiddelde. Ruim de helft van de inwoners met een vreemde nationaliteit zijn Nederlanders Werkloosheid April 2003 telde het Meetjesland niet-werkende werkzoekenden, waarvan 58% vrouwen. In figuur 1.1 wordt per gemeente de werkloosheidsgraad weergegeven in functie van het geslacht. Uit de figuur blijkt duidelijk dat de werkloosheidsgraden voor de vrouwen hoger ligt dan voor de mannen. Eeklo en -Zelzate hebben de hoogste werkloosheidsgraad, respectievelijk 9,44% en 8,48%. De werkloosheidsgraad bij de vrouwen in deze gemeenten bedraagt zelfs 11,41% en 11,31%. Voor het Vlaamse gewest bedraagt de werkloosheidsgraad 7,13% (5,93% voor de mannen en 8,7% voor de vrouwen). Eeklo en Zelzate scoren duidelijk boven het Vlaamse gemiddelde. 12 % Mannen Vrouwen Totaal Evergem Lovendegem Eeklo Kaprijke Maldegem St-Laureins Waarschoot Assenede Zelzate Aalter Knesselare Nevele Zomergem Bron: VDAB, Maandverslag Arbeidsmarkt Regio Gent, april 2003; Eigen bewerking Figuur 1.2 Werkloosheidsgraden per gemeente naar geslacht (april 2003) Een kleine 60% van de niet-werkende werkzoekenden in het Meetjesland is laaggeschoold (STC Beleidsplan 2003). Vrouwen zijn iets minder laaggeschoold dan 4 Bron: streekplatform Meetjesland

12 4 Hoofdstuk 1 mannen. De scholingsgraad in het Meetjesland ligt duidelijk lager in vergelijking met de rand van Gent en de stad Gent. 2.4 Economische sectoren De secundaire sector neemt in het Meetjesland een belangrijke plaats in. Ongeveer 40% van de tewerkstelling is te situeren in de secundaire sector. De belangrijkste sectoren zijn o.a. de bouwsector, de voedingsnijverheid en de textielnijverheid. De tertiaire sector is in vergelijking met het Vlaamse gemiddelde minder sterk vertegenwoordigd (30%). De primaire sector neemt in het Meetjesland een belangrijke plaats in met ongeveer 11%. Dit is ruim 3,5 keer zoveel als in Vlaanderen. De arbeidsplaatsen kunnen voornamelijk in de land- en tuinbouw gesitueerd worden (Ontwikkelingsplan Leader). De quartaire sector is een groeisector in het Meetjesland. 3. Doelstellingen van het onderzoek De resultaten van het onderzoek moeten het beleid in de regio ondersteunen in het ontwikkelen van nieuwe initiatieven, het aanpassen van bestaande structuren en het wegwerken van eventuele drempels. Doel was om via een mondelinge bevraging van werkzoekende vrouwen de doelgroep beter te leren kennen. Welke aspiraties hebben zij qua werk, vorming, opleiding, enz.? Waarom participeren ze weinig of minder aan de arbeidsmarkt en aan de bestaande opleidingen? Concreet verschaft het onderzoek inzicht m.b.t.: Het profiel en de gezinssituatie van de doelgroep. Het werkzoekgedrag van werkloze vrouwen in het Meetjesland. Hun kennis van opleidings- en tewerkstellingsinitiatieven. Mogelijke drempels t.a.v. opleidings- en tewerkstellingsinitiatieven. Aspiraties (verwachtingen) t.a.v. opleidings- en tewerkstellingsinitiatieven en opleidingsbehoeften. Interesses van de doelgroep. Opvattingen van de doelgroep over werken en werkloosheid. 4. Dataverzameling 4.1 Structuur van de vragenlijst De gegevens voor het onderzoek werden via mondelinge interviews verzameld. Voor de mondelinge bevraging werd een gestandaardiseerde vragenlijst ontwik-

13 Onderzoeksopzet en methode 5 keld. De vragenlijst werd opgebouwd in 11 delen. In het eerste deel van de vragenlijst werden een aantal achtergrondkenmerken bevraagd. In het tweede deel werd dieper ingegaan op de gezinssituatie van de respondent. De derde sectie van de vragenlijst had betrekking op de actuele situatie van de deelnemers. Deelnemers die op het bevragingsmoment werkten kregen een aantal vragen over de baan die ze op dat moment uitoefenden. 5 Bij deelnemers die op het moment van bevraging werkloos waren werd onder meer gepeild naar het werkverleden. De volgende delen van de vragenlijst peilden naar het werkzoekgedrag en de tijdsbesteding van de respondenten. Deel 6 van vragenlijst had betrekking op de kennis van een aantal opleidingsinitiatieven in het Meetjesland en hun opleidingsaanbod. Aansluitend werden de opleidingsbehoeften en interesses van de respondent in kaart gebracht. Een volgend deel handelde over de tewerkstellingsinitiatieven in het Meetjesland. In sectie negen van de vragenlijst werd aandacht besteed aan de computerkennis en het computergebruik van de respondent. Een volgende set van vragen ging in detail in op drempels en voorwaarden (o.a. mobiliteit en kinderopvang) om te werken of om deel te nemen aan een opleiding. In het laatste deel van de vragenlijst werd de mening van de respondent gevraagd over werken en werkloosheid. 4.2 Procedure van de afname De deelnemers aan het onderzoek werden bij hun thuis geïnterviewd door ervaren enquêteurs. Voorafgaand aan het interview kregen de personen uit onze steekproef een introductiebrief toegestuurd. De bevraging liep van mei tot juli De afname van een interview nam gemiddeld 60 minuten in beslag. 5. Steekproeftrekking De steekproef werd getrokken op basis van een geanonimiseerd VDAB-bestand met alle niet-werkende werkzoekende vrouwen uit het Meetjesland op 31 maart Er werd gewerkt met een gestratificeerde steekproef (stratificatie naar opleidingsniveau, regio, leeftijd en werkloosheidsduur). Bij stratificatie wordt de populatie op basis van bepaalde kenmerken ingedeeld in een aantal strata. De beschikbare informatie uit het populatiebestand werd gebruikt bij het opstellen van het steekproefkader. In tabel 1.1 wordt de steekproefmatrix weergegeven. De matrix bevat 16 cellen. Dit is de combinatie van 2 klassen voor het opleidingsniveau, 2 leeftijdsklassen, 2 regio s en 2 klassen voor de werkloosheidsduur (2x2x2x2). 5 Het is mogelijk dat respondenten tussen het moment waarop de steekproeftrekking gebeurde en het bevragingsmoment zijn beginnen werken.

14 6 Hoofdstuk 1 Vervolgens werd uit ieder stratum een steekproef getrokken die qua grootte evenredig was aan de omvang van het stratum van de populatie. De steekproef is representatief voor de niet-werkende werkzoekende vrouwen in het Meetjesland. Tabel 1.1 Steekproefmatrix Maximaal LSO Minimaal LSO Arr. Eeklo Arr. Gent Arr. Eeklo Arr. gent 12 maanden werkloos -30 jaar A B C D +30 jaar E F G H > 12 maanden werkloos -30 jaar I J K L +30 jaar M N O P Er werden 300 effectief te realiseren enquêtes vooropgesteld. Rekening houdend met non-respons werden naast de effectieve steekproef ook reserve steekproeven voorzien. Omdat gewerkt werd met een gestratificeerde steekproef werd iedere non-respondent vervangen door een andere potentiële respondent uit het overeenkomstige stratum (een respondent met een overeenkomstige letter A, B, enz.). In tabel 1.2 wordt het profiel van de respondenten in de initiële steekproef en de gerealiseerde steekproef vergeleken met het populatiebestand. De leeftijdscategorieën 25 tot 35 jaar en 35 tot 45 jaar zijn het sterkst vertegenwoordigd. 42% van de niet-werkende werkzoekende Meetjeslandse vrouwen (anno april 2003) was minstens 12 maanden werkloos. Ruim één derde was minder dan 6 maanden werkloos. Eén op tien heeft een diploma Hoger onderwijs; een kleine 50% heeft een diploma van maximaal Lager secundair onderwijs. Eeklo, Maldegem en Evergem hebben het grootste aandeel werkzoekenden. Niet toevallig zijn dit ook de Meetjeslandse gemeenten met de meeste inwoners.

15 Onderzoeksopzet en methode 7 Tabel 1.2 Kenmerken van de populatie, de initiële steekproef en de gerealiseerde steekproef (%) Populatiebestand Initiële steekproef Gerealiseerde steekproef Leeftijdsklasse Min 25 jaar 20,01 19,22 19,87 25 tot 35 jaar 29,42 32,57 32,25 35 tot 45 jaar 28,35 29,32 30,62 Plus 45 jaar 22,22 18,89 17,26 Werkloosheidsduur Min 6 maanden 36,31 37,76 39,74 6 tot 12 maanden 21,87 19,54 19,54 Plus 12 maanden 41,82 41,69 40,72 Opleidingsniveau LO 25,90 26,71 24,76 LSO 21,50 20,20 21,17 HSO 36,38 33,22 35,84 HO 9,92 11,40 10,10 Andere 6,30 8,47 8,14 Woonplaats Assenede 7,75 9,12 9,45 Eeklo 16,71 13,68 13,03 Kaprijke 2,96 3,26 3,26 Maldegem 14,09 13,36 14,33 Sint-Laureins 3,13 3,58 2,93 Zelzate 9,34 10,75 11,07 Aalter 8,44 7,49 7,82 Evergem 16,16 17,26 16,94 Knesselare 4,55 4,23 3,91 Lovendegem 3,65 3,58 4,23 Nevele 4,00 2,28 1,95 Waarschoot 5,41 6,19 6,19 Zomergem 3,82 5,21 4,89 N Een vergelijking van bovenstaande cijfers toont aan dat de verschillen in verdeling tussen de drie bestanden eerder gering zijn. 6. Respons en non-respons Tabel 1.3 geeft een overzicht van het aantal aangeschreven personen en de uiteindelijke responsratio. In totaal werden 392 Meetjeslandse vrouwen aangeschreven met de vraag om hun medewerking te verlenen aan het onderzoek. De responsratio van de bevraging was erg hoog. Ruim driekwart van de aangeschrevenen nam effectief deel aan de bevraging. We kunnen stellen dat de bereidheid van de Meetjeslandse vrouwen om deel te nemen aan het onderzoek hoog was. 22% van 6 Het betreft hier enkel vrouwen. 13 gemeenten werden geselecteerd.

16 8 Hoofdstuk 1 de aangeschreven Meetjeslandse vrouwen nam niet deel aan het onderzoek. De redenen om niet deel te nemen kunnen zeer uiteenlopend zijn. Tabel 1.3 Aantal aangeschreven personen en respons van de bevraging Aangeschreven personen 392 Respons 307 Respons in % 78,32% Non-respons 85 Non-respons in % 21,68% De voornaamste reden om niet deel te nemen was weigering. Andere redenen voor non-respons waren adreswijzigingen en afwezigheid van de potentiële respondent (zie tabel 1.4). Tabel 1.4 Reden van de non respons (%, N=85) Respondent woont niet (meer) op het aangeduide adres 20,00 Respondent was driemaal of meer afwezig 15,29 Respondent is gedurende de periode van de enquêtering niet te bereiken (verlof, 7,06 enz.) Respondent is ziek/opgenomen in het ziekenhuis 3,53 Respondent is belet omwille van familiale omstandigheden 1,18 Communicatie is onmogelijk: de respondent is anderstalig, doof, enz. 1,18 Weigering: andere reden 37,65 Reden onbekend 14,12 Het is belangrijk om na te gaan of er profielverschillen zijn tussen de mensen die deelgenomen hebben aan de bevraging en de mensen die aangeschreven werden maar uiteindelijk niet deelnamen aan de bevraging. In tabel 1.5 worden een aantal achtergrondkenmerken van beide groepen naast elkaar geplaatst. Naar leeftijd en werkloosheidsduur zijn de verdelingen relatief gelijklopend. Bij de niet-respondenten zijn er wel iets meer personen met een kortere werkloosheidsduur. Bij de respondenten ligt het aandeel met een diploma Hoger secundair onderwijs hoger dan bij de niet-respondenten, maar ligt het aandeel met een diploma Hoger onderwijs wat lager. Naar woonplaats zijn er een aantal verschillen tussen beide groepen. In vergelijking met de respondenten zijn bij de niet-respondenten Eeklo, Zelzate en Evergem sterker vertegenwoordigd. Assenede en Maldegem zijn minder vertegenwoordigd.

17 Onderzoeksopzet en methode 9 Tabel 1.5 Representativiteit Gerealiseerde steekproef Non-respons Leeftijdsklasse Min 25 jaar 19,87 21,43 25 tot 35 jaar 32,25 32,14 35 tot 45 jaar 30,62 23,81 Plus 45 jaar 17,26 22,62 Werkloosheidsduur Min 6 maanden 39,74 45,24 6 tot 12 maanden 19,54 17,86 Plus 12 maanden 40,72 36,90 Opleidingsniveau LO 24,76 28,57 LSO 21,17 23,81 HSO 35,84 23,81 HO 10,10 16,67 Andere 8,14 7,14 Woonplaats Assenede 9,45 2,38 Eeklo 13,03 16,67 Kaprijke 3,26 2,38 Maldegem 14,33 8,33 Sint-Laureins 2,93 2,38 Zelzate 11,07 20,24 Aalter 7,82 2,38 Evergem 16,94 26,19 Knesselare 3,91 3,57 Lovendegem 4,23 4,76 Nevele 1,95 3,57 Waarschoot 6,19 5,95 Zomergem 4,89 1,19 N Op basis van tabel 1.5 kunnen we stellen dat er naar woonplaats enige selectieve uitval is. We kunnen evenwel niet concluderen dat er een sterke selectieve uitval is. 7. Tot slot In dit eerste hoofdstuk werd een uitvoerige beschrijving gegeven van het opzet van het onderzoek en de gebruikte methode. Daarnaast werd aandacht besteed aan de samenstelling van de steekproef. De respons en de non-respons werden besproken. In hoofdstuk 2 wordt dieper ingegaan op het profiel van de deelnemers.

18

19 11 HOOFDSTUK 2 PROFIEL VAN DE DEELNEMERS In dit hoofdstuk wordt het profiel van de deelnemers aan het onderzoek besproken. Naast een aantal persoonskenmerken bespreken we onder meer ook de gezinssituatie van de respondenten. 1. Descriptieve kenmerken 1.1 Leeftijd Een eerste relevant kenmerk is de leeftijd van de respondenten. In hoofdstuk 1 werd reeds een ruwe leeftijdsverdeling gegeven van de gerealiseerde steekproef. In deze paragraaf beschrijven we de leeftijdsverdeling meer in detail. Tabel 2.1 Leeftijd (%, N=307) -20 jaar 4, jaar 15, jaar 14, jaar 16, jaar 16, jaar 14, jaar 13, jaar 3, jaar 1,95 Een kleine 20% van de deelnemende vrouwen is jonger dan 25 jaar. Ongeveer 19% van de deelnemende vrouwen is ouder dan 45 jaar. De -20-jarigen en de 50-plussers zijn het minst vertegenwoordigd (respectievelijk 4% en 6%). De andere leeftijdscategorieën zijn min of meer evenredig vertegenwoordigd.

20 12 Hoofdstuk Nationaliteit en herkomst In tabel 2.2 worden zowel de nationaliteit als de herkomst weergegeven. Mogelijk bevat de herkomst van een persoon rijkere informatie dan de nationaliteit. 7 Tabel 2.2 Nationaliteit en herkomst (%, N=307) Nationaliteit Belg 96,09 EU-land 0,98 Niet-EU-land 2,93 Herkomst Autochtoon 90,20 Allochtoon 9,80 Moedertaal Nederlands 95,11 Frans 0,65 Andere 4,23 96% van alle respondenten heeft de Belgische nationaliteit. Een kleine 3% komt uit een niet-eu-land. Het overgrote deel van de bevraagde vrouwen is van autochtone herkomst. Ongeveer 10% van de deelnemers is allochtoon. 60% van de allochtonen heeft de Belgische nationaliteit. Het merendeel van de respondenten spreekt Nederlands als moedertaal. 1.3 Onderwijs 8 In tabel 2.3 worden naast het onderwijsniveau ook de leeftijd waarop het diploma behaald werd, de leeftijd waarop de school verlaten werd, en het al dan niet nadien terug studeren weergegeven. 16% van de respondenten heeft een diploma van maximaal Lager onderwijs. Het merendeel van de deelnemers heeft een diploma Hoger secundair onderwijs. Een kleine 13% heeft het Hoger onderwijs voltooid. 24% van de respondenten heeft de school verlaten jonger dan 17 jaar. Uit de tabel blijkt bovendien dat één vierde van de bevraagden na het verlaten van het dagonderwijs nadien terug is gaan studeren. In bijlage Hoofdstuk 2 wordt een overzicht gegeven van wat men terug gaan studeren is. 7 Op de arbeidsmarkt kunnen vooroordelen mogelijk een rol spelen. 8 Deze cijfers zijn enquêtegegevens: ze zijn gebaseerd op de antwoorden van de respondenten. In Hoofdstuk 1 werden administratieve cijfers gebruikt. Bovendien werd in hoofdstuk 1 de categorie andere opgenomen (o.a. buitenlandse opleidingen). De enquêtegegevens en de administratieve gegevens kunnen verschillen van elkaar. Voor beide informatiebronnen is wellicht sprake van enige foutenmarge. Voor onze analyses werken we verder met de enquêtegegevens.

21 Profiel van de deelnemers 13 Tabel 2.3 Onderwijs (%) Onderwijsniveau (N=307) 9 Geen diploma 4,23 Lager onderwijs 12,05 Lager secundair onderwijs 25,41 Hoger secundair onderwijs 45,60 Hoger onderwijs 12,70 Leeftijd diploma (N=307) -14 jaar 9, jaar 22, jaar 49,84 Min 20 jaar 18,24 Leeftijd verlaten school (N=307) -14 jaar 2, jaar 21, jaar 52,12 Min 20 jaar 23,78 Nadien terug gaan studeren? (N=299) Ja 24,75 Nee 75,25 Tabel 2.4 geeft het onderwijsniveau in functie van de leeftijd waarop de school verlaten werd. Het merendeel van de bevraagden zonder diploma of met een diploma Lager onderwijs heeft de school verlaten tussen de leeftijd van 14 jaar en 17 jaar. 56% van de respondenten met een diploma Lager secundair onderwijs verliet de schoolbanken tussen de 17de en de 20ste verjaardag. In tabel 2.5 wordt het onderwijsniveau weergegeven in functie van de leeftijd waarop het overeenstemmende diploma behaald werd. De opsplitsing naar de leeftijd waarop het diploma behaald werd laat toe om een zicht te krijgen op eventuele studievertragingen of -versnellingen. Drie vijfde van de bevraagden met een diploma Lager onderwijs behaalde dit diploma na de 14de verjaardag. Ook voor de diploma s Lager secundair onderwijs en Hoger secundair onderwijs is er sprake van studievertraging. 39% van de Meetjeslandse vrouwen met een diploma Lager secundair onderwijs behaalde dit op 17 jaar of ouder. 10% van de respondenten met een diploma Hoger secundair onderwijs was minstens 20 jaar op het moment dat het diploma behaald werd. 9 Zes respondenten hebben een diploma Deeltijds Beroepsonderwijs (DBSO/leercontract).

22 14 Hoofdstuk 2 Tabel 2.4 Leeftijd waarop de school verlaten werd naar onderwijsniveau (%) Onderwijsniveau Geen diploma LO LSO HSO HO Leeftijd verlaten school -14 jaar 7,69 2,70 1,28 2,86 0, jaar 69,23 75,68 35,90 1,43 0, jaar 23,08 21,62 56,41 75,00 0,00 Min 20 jaar 0,00 0,00 6,41 20,71 100,00 Totaal 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 N Tabel 2.5 Leeftijd waarop het diploma behaald werd naar onderwijsniveau (%) Onderwijsniveau Geen diploma LO LSO HSO HO Leeftijd diploma -14 jaar 84,62 37,84 2,56 0,71 0, jaar 15,38 54,05 57,69 2,14 0, jaar 0,00 8,11 35,90 87,14 0,00 Min 20 jaar 0,00 0,00 3,85 10,00 100,00 Totaal 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 N Gezin Voor de typering van de gezinssituatie worden het gezinstype en de gezinssamenstelling besproken. Tabel 2.6 Gezinssituatie (%, N=307) Vrijgezel, alleenwonend 11,73 Vrijgezel, inwonend bij ouder 15,64 Partner, niet samenwonend 3,26 Gehuwd 39,74 Samenwonend 15,96 Weduwe 0,33 Gescheiden 12,70 Andere 0,65 40% van de respondenten is gehuwd. 13% van de bevraagde Meetjeslandse vrouwen is gescheiden. Een kleine 60% van de respondenten heeft een partner. 84% van de partners was aan het werk op het moment van de bevraging.

23 Profiel van de deelnemers 15 Twee vijfde van alle respondenten is hoofdkostwinnaar/gezinshoofd (N=113). 30% van de hoofdkostwinnaars heeft een partner. Een zelfde aandeel is alleenwonend vrijgezel. Ongeveer 35% van de hoofdkostwinnaars is gescheiden. 97% van de alleenstaande moeders is hoofdkostwinnaar. Tabel 2.7 Huidige bezigheid van de partner (%, N=170) Werkt 84,12 Op ziekenkas/invaliditeit 4,71 Thuis met inkomen 5,29 Thuis zonder inkomen 2,35 Student 1,18 (Brug)gepensioneerd 2,35 63% van de bevraagde Meetjeslandse vrouwen heeft kinderen. De meeste bevraagde vrouwen met kinderen hebben één of twee kinderen, respectievelijk 38% en 36% van de vrouwen met kinderen. Voor 48% van de moeders is het jongste kind ouder dan 10 jaar. Eén derde heeft kinderen jonger dan 5 jaar. In tabel 2.8 wordt het aantal kinderen afgezet naar het al dan niet hebben van een partner. De helft van de vrouwen zonder partner heeft ook geen kinderen. 28% van de vrouwen met een partner heeft geen kinderen. In tabel 2.9 worden 4 verschillende profielen onderscheiden op basis van het al dan niet hebben van kinderen en partner. Eén vijfde van alle bevraagde vrouwen is een alleenstaande moeder. Tabel 2.8 Aantal kinderen naar het al dan niet hebben van een partner (%) Partner Geen partner Aantal kinderen 0 27,62 50, ,73 18, ,86 20, ,60 6,40 4 6,63 4,00 5 0,55 0,80 Totaal 100,00 100,00 N

24 16 Hoofdstuk 2 Tabel 2.9 Profiel op basis van de gezinssituatie (%, N=306) Alleenstaand zonder kinderen 20,59 Alleenstaand met kinderen 20,26 Met partner zonder kinderen 16,34 Met partner en kinderen 42,81 In de bijlage van dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op deze 4 profielen. Op basis van het al dan niet hebben van een partner en de arbeidsmarktpositie van de respondent (zie hoofdstuk 3) en/of de arbeidsmarktpositie van de partner konden 5 groepen onderscheiden worden: (1) werkloze respondenten zonder partner (32,99%); (2) werkende respondenten zonder partner (9,72%); (3) gezinnen waarin beide partners werken (9,72%); (4) gezinnen waarin één van beide partners werkt (41,67%); en (5) gezinnen waarin beide partners werkloos zijn (5,90%). In de bijlage van dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op deze indeling. 1.5 Inkomen Er werd de respondenten gevraagd of ze een uitkering ontvingen op het moment van bevraging. Bovendien werd gevraagd naar het netto gezinsinkomen per maand. Ongeveer 80% (N=240) van de bevraagde vrouwen ontvangt een uitkering. Het betreft hoofdszakelijk werkloosheidsuitkeringen (zie tabel 2.10). 3% van de respondenten ontvangt het leefloon. De respondenten die geen uitkering ontvingen waren voor een groot deel aan het werk op het moment van de bevraging. Tabel 2.10 Aard van de uitkering (%, N=238) Werkloosheidsuitkering 92,44 Leefloon/bestaansminimum 3,36 Invaliditeitsuitkering/Ziekteuitkering 2,10 Andere 2,10 Tabel 2.11 geeft de verdeling van de netto uitkering per maand. Er zijn duidelijk verschillen tussen respondenten met een partner en respondenten zonder partner. De uitkeringen van vrouwen zonder partner liggen duidelijk hoger dan de uitkeringen van vrouwen met een partner. 58% van de vrouwen zonder partner heeft een uitkering van minstens 744 euro per maand. Bij de vrouwen met een partner heeft 18% een uitkering van 744 euro of meer.

25 Profiel van de deelnemers 17 Tabel 2.11 Hoogte van de netto uitkering per maand (%) Partner Geen partner Totaal < 250 euro 8,22 0,00 4, euro 28,77 10,53 21, euro 13,70 3,16 9, euro 21,23 16,84 19, euro 9,59 10,53 9, euro 9,59 46,32 24, euro 6,16 10,53 7, euro 2,05 0,00 1,24 Wenst niet te antwoorden/weet niet 0,68 2,11 1,24 Totaal 100,00 100,00 100,00 N De verdeling van het gezinsinkomen vertoont - logischerwijze - het omgekeerd patroon. De ²-toets geeft een duidelijk statistisch significant resultaat. Respondenten met een partner hebben duidelijk een hoger gezinsinkomen dan respondenten zonder partner. 39% van de bevraagden met een partner heeft een gezinsinkomen van euro of meer. Bij de bevraagden zonder partner heeft slecht 11% een dergelijk gezinsinkomen. 12% van alle respondenten moet maandelijks rondkomen met een inkomen beneden de 867 euro. Er is een groot verschil tussen respondenten met een partner en respondenten zonder partner, respectievelijk 3% en 26% heeft een netto gezinsinkomen van maximaal 867 euro per maand. Tabel 2.12 Netto gezinsinkomen (%) Partner Geen partner Totaal < 500 euro 0,00 1,77 0, euro 1,21 6,19 3, euro 1,21 5,31 2, euro 0,61 7,96 3, euro 3,64 11,50 6, euro 4,85 7,08 5, euro 3,64 12,39 7, euro 3,64 7,08 5, euro 6,06 5,31 5, euro 10,30 3,54 7, euro 18,79 4,42 12, euro 13,94 2,65 9, euro 9,09 1,77 6,12 > euro 10,91 4,42 8,27 Wenst niet te antwoorden/weet niet 12,12 18,58 14,75 Totaal 100,00 100,00 100,00 N ² (Partner-Geen partner)=72,58/df=14/p<0,0001

26 18 Hoofdstuk 2 2. Algemene conclusie We sommen de voornaamste bevindingen van dit hoofdstuk op: Het merendeel van de respondenten heeft de Belgische nationaliteit. 10% van de respondenten is allochtoon, drie vijfde van de allochtonen heeft weliswaar de Belgische nationaliteit. Het overgrote deel van de respondenten spreekt Nederlands als moedertaal. 16% van de respondenten geeft aan een diploma te hebben van maximaal Lager onderwijs. Een kleine 50% heeft een diploma Hoger secundair onderwijs. 13% heeft een diploma Hoger onderwijs. Een kwart van de respondenten is na het verlaten van de school terug gaan studeren. 60% van de respondenten heeft een partner. Het merendeel van de partners (84%) werkt. 63% van de respondenten heeft kinderen. Eén vijfde van alle bevraagde vrouwen is een alleenstaande moeder; 32% van de vrouwen met kinderen heeft geen partner. Twee vijfde van de respondenten geeft aan hoofdkostwinnaar/gezinshoofd te zijn. 80% van de respondenten ontvangt een uitkering. Ruim 90% van de uitkeringen zijn werkloosheidsuitkeringen. De uitkeringen van vrouwen zonder partner liggen duidelijk hoger dan de uitkeringen van vrouwen met een partner. Respondenten met een partner hebben duidelijk een hoger gezinsinkomen dan respondenten zonder partner.

27 19 HOOFDSTUK 3 ARBEIDSMARKTPOSITIE In dit hoofdstuk geven we een aantal kwalitatieve kenmerken weer van de positie op de arbeidsmarkt van de bevraagde Meetjeslandse vrouwen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen respondenten die op het moment van bevraging nog steeds werkzoekend waren en respondenten die een baan gevonden hadden. Verderop in dit hoofdstuk wordt het werkzoekgedrag besproken. 1. Werkloos versus werkend Hoewel de doelgroep van voorliggend onderzoek werkzoekende vrouwen waren, werden er ook een aantal werkende vrouwen bevraagd. Een aantal respondenten, die bij de steekproeftrekking geregistreerd waren als werkloos, hadden in de loop van de bevraging een baan gevonden. 21% van de bevraagde vrouwen had op het moment van bevraging een betaalde baan. 66% van deze respondenten heeft een diploma van minimaal Hoger secundair onderwijs (20% heeft een diploma Hoger onderwijs), een derde is jonger dan 25 jaar. Er zijn weinig of geen verschillen tussen mensen met of zonder kinderen en partner. In wat volgt maken we een onderscheid tussen beide groepen. 1.1 Werkloos In tabel 3.1 wordt een overzicht gegeven van een aantal werkloosheidskenmerken. Het overgrote deel van de werkzoekende respondenten is ingeschreven bij de RVA. 56% is meer dan 1 jaar werkloos. Ongeveer één vierde van de werkloze respondenten is zelfs langer dan 3 jaar werkloos. Opvallend is dat ruim 90% van de respondenten die op het moment van bevraging werkzoekend waren, ooit gewerkt heeft. In tabel 3.2 wordt de duur van de laatste baan weergegeven. Het blijkt dat de banen die uitgeoefend werden voor de laatste werkloosheidsperiode van langere duur waren. Voor 51% van de

28 20 Hoofdstuk 3 respondenten die ooit gewerkt hebben duurde de laatste baan minstens 2 jaar. 16% oefende deze baan minstens 10 jaar uit. Voor 43% van de respondenten die ooit gewerkt hebben was dit werkverleden eerder recent (minder dan 12 maanden geleden). 10 Voor 20% van de respondenten die ooit gewerkt hebben is de laatste periode van tewerkstelling minstens 4 jaar geleden. Ruim de helft van de respondenten werkte op minder dan 20 minuten van de woonplaats. 13% deed er minsten 45 minuten over om op het werk te geraken. Tabel 3.1 Kenmerken van de werkloosheid Specifieke situatie (N=244) Ingeschreven als werkloze bij de RVA 95,34 Thuiswerkend (huisvrouw) 1,27 Gerechtigd op een ziekte- of 0,85 invaliditeitsuitkering Andere 2,54 Werkloosheidsduur (N=233) < 3 maanden 8, maanden 11, maanden 24, maanden 17, maanden 11, maanden 9,62 > 60 maanden 17,15 Ooit gewerkt? (N=233) Ja 91,50 Nee 8,50 Tabel 3.2 Kenmerken van de vorige baan (%) Duur van de laatste baan (N=212) < 3 maanden 14, maanden 10, maanden 9, maanden 13, maanden 20,75 > 48 maanden 30,66 Pendeltijd (enkele reis, N=220) < 10 minuten 18, minuten 37, minuten 11, minuten 18, minuten 5,91 > 60 minuten 7,73 10 Referentiedatum is 30 juni 2003.

29 Arbeidsmarktpositie 21 In tabel 3.3 geven we een overzicht van de redenen waarom de laatste baan beëindigd werd. In 33% van de gevallen viel het beëindigen van de baan samen met het einde van het contract. 35% van de respondenten kreeg ontslag. Voor één vierde van de respondenten was dit een individueel ontslag. 8% van de respondenten nam zelf ontslag (20% van deze laatste groep nam ontslag om voor de kinderen te zorgen). Tabel 3.3 Reden voor het beëindigen van de laatste baan (%, N=224) Individueel ontslag gekregen 24,55 Collectief ontslag/bedrijfssluiting 9,38 Ontslag genomen 8,04 Einde contract (tijdelijke werk) 33,48 Ziekte/invaliditeit/arbeidsongeschikt 14,29 Andere 10, Werkend Eén vijfde van de bevraagde vrouwen was op het bevragingsmoment aan het werk. In tabel 3.4 worden een aantal baankenmerken weergegeven. Een eerste kenmerk is de duur van de baan. Om de duur te berekenen werd 30 juni als referentiepunt genomen. Ongeveer 70% van de respondenten die op het moment van bevraging werkten, oefende haar baan minder dan 6maanden uit. 11 Naar statuut zien we een min of meer evenwichtige verdeling tussen arbeiders en bedienden. Drie respondenten hebben het statuut van zelfstandige. Ruim 50% van de werkenden heeft een contract van beperkte duur; een tijdelijk contract of uitzendarbeid. Het overgrote deel van de tijdelijke contracten duurt minder dan 1 jaar. Eén vierde van de werkende respondenten heeft een vast contract (of zit in een proefperiode). 15% werkt onder het PWA-statuut. De helft van de werkende respondenten werkt deeltijds. Het aantal uren varieert van 3 uur per week tot 36 uur per week respondenten in de steekproef geven aan dat ze reeds werkten voor het moment waarop de steekproef trekking gebeurde. Er zijn dus schijnbaar een aantal mensen opgenomen die werkten en in de VDAB-bestanden geregistreerd stonden als NWWZ. Hiervoor kunnen verschillende verklaringen gezocht worden: een zekere foutenmarge m.b.t. de enquêtering en de administratieve bestanden (bv. mensen die werk gevonden hebben, maar dit niet onmiddellijk gemeld hebben aan de VDAB) is denkbaar. Bovendien werkt ongeveer de helft van deze respondenten met een PWA contract of een interim-contract. Iemand die werkt onder een PWA-statuut kan op eigen verzoek vrijgesteld worden om ingeschreven te zijn als werkzoekende. Dit verzoek moet door die persoon zelf hernieuwd worden. Bovendien kan een vrijstelling pas volgen wanneer er minstens 180 uren gepresteerd werden in een periode van 6 maanden. Respondenten die interim-arbeid doen zouden pas uitgeschreven worden als nietwerkende werkzoekenden wanneer ze minstens 1 maand interim-arbeid uitoefenen.

30 22 Hoofdstuk 3 Ruim de helft van de respondenten werkt op minder dan 20 minuten van de woonplaats. 10% doet er minsten 45 minuten over om op het werk te geraken. Tabel 3.4 Kenmerken van de huidige baan (%) Duur van de huidige baan (N=58) < 3 maanden 48, maanden 20, maanden 10, maanden 10, maanden 6,90 > 48 maanden 3,45 Statuut (N=59) Arbeider 50,85 Bediende 44,07 Zelfstandige 5,08 Contract (N=60) Vast contract 25,00 Tijdelijk contract 28,33 Uitzendarbeid 23,33 Zelfstandige 3,33 Tewerkstellingsstatuut/Sociale werkplaats 1,67 Activaplan 1,67 PWA 15,00 WEP+ 1,67 Arbeidsduur (N=61) Voltijds 50,82 Deeltijds 49,18 Pendeltijd (enkele reis, N=58) < 10 minuten 15, minuten 36, minuten 13, minuten 24, minuten 3,45 > 60 minuten 6,90 2. Zoeken naar werk In deze paragraaf beschrijven we het zoekgedrag naar werk. 2.1 Wordt er gezocht naar werk en welk werk zoekt men? 45% van de bevraagde Meetjeslandse vrouwen zegt actief te zoeken naar een baan % zoekt dus niet actief naar een baan. In tabel 3.5 wordt een overzicht gegeven van de diverse redenen om niet actief te zoeken naar werk. De voornaamste reden om niet te zoeken is (tijdelijk) verhinderd om te werken. In de meeste gevallen zijn de respondenten verhinderd omwille van de zorg voor de 12 Dit komt overeen met 50% van de werkzoekenden.

31 Arbeidsmarktpositie 23 eigen kinderen of familieleden. Ruim één vijfde van de respondenten die niet actief zoeken werken al. De categorie andere reden bevat voornamelijk respondenten die een opleiding volgen. Tabel 3.5 Redenen om niet te zoeken naar een baan (%, N=171) Werkt al 26,90 Wacht het antwoord af van eerdere sollicitaties 2,92 Er is geen baan te vinden voor mij 5,85 (Tijdelijk) verhinderd om te werken (ziekte, zorgtaak, ) 43,27 Wenst niet te werken 2,92 Andere reden 18,13 Iets meer dan de helft van de respondenten die actief zoeken naar werk zoekt een voltijdse baan. Administratie en de Zorgsector genieten de meeste voorkeur als sector van tewerkstelling (respectievelijk 23,7 % en 21,3%). Toerisme, Onderwijs en Horeca genieten eerder weinig voorkeur. 36% van de respondenten die een voorkeur hebben voor de zorgsector hebben reeds deelgenomen aan een opleiding in dit domein. 42% van de respondenten met een voorkeur voor een baan in de administratie heeft reeds deelgenomen aan een administratieve opleiding. 13 Tabel 3.6 Voorkeur sector van tewerkstelling (%, N=169) Horeca 4,73 Zorgsector 23,67 Verkoop 12,43 Fabrieksarbeid (voeding, textiel, ) 8,88 Onderwijs 2,96 Toerisme 2,37 Administratie 21,30 Poetsen/klussen 11,24 Andere/weet niet 12, De zoekkanalen Manieren om werk te zoeken Er werd aan de respondenten gevraagd om voor 13 verschillende manieren om werk te zoeken, telkens aan te geven of ze deze de voorbije 6 maanden 14 gebruikt hadden bij het zoeken naar een baan. 13 Hetzij in de afgelopen 2 jaar, hetzij na het verlaten van de schoolbanken. 14 T.o.v. het bevragingsmoment

32 24 Hoofdstuk 3 Als we ons beperken tot de zogenaamde actieve manieren om te zoeken, zien we dat raadplegen van personeelsadvertenties en raadplegen van het WIS- of KISS-systeem relatief frequent voorkomen. De Lokale Werkwinkel en PWA werden door ongeveer een kwart van de respondenten geraadpleegd. Tabel 3.7 Manieren waarop men de voorbije 6 maanden heeft gezocht naar een baan Ik heb me ingeschreven bij de VDAB 91,72 IK heb de Lokale Werkwinkel geraadpleegd 25,74 Ik heb het WIS- of KISS-systeem van de VDAB geraadpleegd 50,33 Ik heb me ingeschreven bij één of verscheidene uitzendkantoren 42,90 Ik heb me ingeschreven bij en Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap 27,06 Ik heb contact gezocht met andere diensten, organisaties, vzw s of vakbonden in de 24,17 regio Ik heb personeelsadvertenties geraadpleegd in kranten/teletekst/lokale televisie 58,75 (AVS) Ik heb gezocht via jobsites op het internet 37,29 Ik heb gezocht via persoonlijke relaties (familie, vrienden, ) 44,67 Ik heb een andere methode gebruikt 7,59 % Ja De Lokale Werkwinkel In de vragenlijst werd gepeild naar het gebruik van de Lokale Werkwinkel. Ruim 40% van de bevraagde Meetjeslandse vrouwen heeft nog nooit van de Lokale Werkwinkel gehoord. Van de overige respondenten heeft twee vijfde nog nooit de Lokale Werkwinkel bezocht. Een kwart van de respondenten die de Lokale Werkwinkel kennen, bezoekt de Lokale Werkwinkel minsten 1 keer per maand. De kennis van de Lokale werkwinkel wordt in niet onbelangrijke mate beïnvloed door de inplanting van de bestaande werkwinkels in het Meetjesland (Eeklo en Maldegem). Ten zuiden van Eeklo is de werkwinkel eerder weinig bekend. 15 De respondenten die de Lokale Werkwinkel kennen werd gevraagd om hun oordeel te geven over een drietal uitspraken m.b.t. de Lokale Werkwinkel. 15 Per gemeente wordt het percentage respondenten weergegeven dat al ooit van de Lokale werkwinkel gehoord heeft: Zelzate 22%, Nevele 33%, Aalter 24%, Eeklo 82%, Knesselare 23%, Lovendegem 31%, Zomergem 57%, Evergem 32%, Waarschoot 83%, Assenede 100%, Kaprijke 100%, Sint-Laureins 100% en Maldegem 80%.

33 Arbeidsmarktpositie 25 Tabel 3.8 Opvattingen over de Lokale Werkwinkel (%, N=153) Akkoord Noch akkoord, Noch niet akkoord Niet akkoord Als ik vragen heb over mijn werkloosheid kan ik daarmee terecht bij de LWW (N=152) De LWW geeft mij informatie over banen (N=153) Dankzij de LWW kan ik op één plaats alle informatie vinden die ik nodig heb m.b.t. mijn situatie als werkloze (N=152) 65,79 23,03 11,18 67,32 20,92 11,76 58,55 25,66 15,79 * Het totaal per rij is telkens 100% De respondenten gaan eerder akkoord met de verschillende stellingen (zie tabel 3.8). Twee derde van de respondenten zijn van mening dat ze bij de LWW terecht kunnen met vragen over hun werkloosheid en met vragen naar werk. Opvallend is misschien ook dat, in vergelijking met de andere stellingen, minder respondenten akkoord zijn met de laatste stelling. M.a.w. de stelling m.b.t. de éénloket functie van de LWW wordt minder onderschreven (hoewel toch nog 59% van de respondenten dit onderschrijven). 2.3 De intensiteit van het zoekgedrag 38% van alle bevraagde Meetjeslandse vrouwen heeft in de drie maanden voorafgaand aan de bevraging minstens één keer gesolliciteerd. Onder solliciteren verstaan we het aanbieden bij een werkgever of het schrijven van een sollicitatiebrief. Ongeveer één vierde verstuurde minstens 1 sollicitatiebrief. Het aantal verstuurde brieven varieert tussen 1 en 300. De respons ratio s 16 variëren tussen 10% en 100%. 58% van de respondenten die sollicitatiebrieven schreven kregen op minder dan de helft van hun brieven een reactie van de aangeschreven bedrijven. Twee vijfde van de Meetjeslandse vrouwen vindt haar inspanningen om te zoeken naar een job groot, 17% vindt ze zelfs erg groot. Eén vijfde van de bevraagde vrouwen beoordeelt de eigen inspanningen als erg klein. 2.4 De kans op werk 37% van de bevraagden acht de kans klein of onbestaande om een baan te vinden. Ongeveer één derde denkt binnen de drie maanden na het bevragingsmoment werk te vinden. 20% van de respondenten schat binnen het jaar werk gevonden te hebben. 16 Deze ratio werd berekend door het aantal brieven waarop antwoord kwam te delen door het totaal aantal verstuurde brieven.

34 26 Hoofdstuk Hindernissen bij het zoeken naar werk De respondenten beoordeelden 16 aspecten die mogelijk een hindernis kunnen vormen bij het zoeken naar werk. Voor elk van deze aspecten konden ze kiezen uit volgende antwoordmogelijkheden: Helemaal niet akkoord ; Niet akkoord ; Noch akkoord, noch niet akkoord; Akkoord; Helemaal akkoord. De antwoordschaal werd getransformeerd naar een tien-puntenschaal. Tabel 3.9 Hindernissen om werk te vinden (gemiddelde waarde, N=307) Ik weet niet goed waar ik kan gaan solliciteren 2,69 Ik weet niet goed hoe ik moet solliciteren 2,36 Ik ben te oud 2,59 Ik heb geen goede opleiding (er is geen vraag naar) 4,40 Er is te weinig werk 4,98 Ik ben al te lang werkloos 3,44 Ik heb te weinig werkervaring 3,61 Ik stel te hoge eisen aan een baan 2,46 Werkgevers stellen hun eisen te hoog 4,73 Ik heb een minder goede gezondheid/ik ben invalide 2,97 Ik moet zorgen voor mijn kinderen/familie 3,29 Kinderopvang is te duur 3,84 Het is financieel niet voordelig om te gaan werken 3,49 Ik heb geen rijbewijs 3,05 Ik kan me moeilijk verplaatsen (onvoldoende openbaar vervoer) 3,08 Er is te weinig werk binnen een aanvaardbare afstand 4,95 Het schaalmidden op deze tien-puntenschaal ligt op 5. In tabel 3.9 wordt voor ieder aspect de gemiddelde beoordeling weergegeven. Hoe hoger de gemiddelde beoordeling, hoe meer instemming er is met het overeenkomstige aspect. Een gemiddelde beoordeling van 10 voor een uitspraak betekent dat de respondenten het helemaal eens zijn met deze uitspraak. Een gemiddelde beoordeling van 0 voor een uitspraak betekent dat de respondenten het helemaal niet eens zijn met deze uitspraak. De gemiddelde beoordeling van de verschillende aspecten ligt beneden het schaalmidden. Grosso modo wil dit zeggen dat de geformuleerde hindernissen relatief weinig als hindernis ervaren worden. Ik stel te hoge eisen aan een baan en ik weet niet goed hoe ik moet solliciteren worden gemiddeld weinig als hindernis beoordeeld. Externe (omgevings)aspecten zoals er is te weinig werk, werkgevers stellen hun eisen te hoog en er is te weinig werk binnen een aanvaardbare afstand krijgen een hogere beoordeling.

35 Arbeidsmarktpositie 27 Met behulp van een statistische techniek 17 kunnen 4 grote groepen (ook wel componenten genoemd) van hindernissen onderscheiden worden. We omschrijven de componenten (groepen) als volgt: Problemen van persoonlijke aard ; Problemen m.b.t. kinderopvang en financiële aspecten ; Problemen van structurele aard; en Problemen m.b.t. mobiliteit. De eerste component persoonlijke beperkingen omvat onder meer de aspecten m.b.t. leeftijd, ziekte en sollicitatievaardigheden. Component 2 beschrijft hindernissen m.b.t. de kost van kinderopvang. Op de derde component hebben aspecten m.b.t. het gebrek aan geschikt werk een hoge lading. Component 4 omvat aspecten m.b.t. mobiliteit. Van deze 4 componenten werden schalen geconstrueerd (tien-puntenschaal) en werd de interne consistentie nagegaan (zie bijlage hoofdstuk 3). 18 Tabel 3.10 Gemiddelde schaalscores per component Werkend Werkzoekend Problemen van persoonlijke aard* 2,46 3,18 Problemen m.b.t. kinderopvang en financiële aspecten** 2,23 3,94 Problemen van structurele aard 3,11 4,26 Problemen m.b.t. mobiliteit 2,47 3,29 N * p<0,05 ; ** p<0,0001 Er werd voor de verschillende schalen getoetst naar verschillen in componentscores tussen de groep van werkenden en de groep van werkzoekenden. Voor Problemen van persoonlijke aard en Problemen m.b.t. kinderopvang en financiële aspecten werd een significant verschil gevonden tussen beide groepen. Respondenten die op het moment van bevraging werkten geven aan significant minder hindernissen te ervaren omwille van persoonlijke problemen en hindernissen m.b.t. kinderopvang en financiële problemen. 17 Op de 16 aspecten werd een Principale Componentenanalyse uitgevoerd. Dit is een statistische techniek die gebruikt wordt om de originele set van aspecten te reduceren tot een beperkt aantal ongecorreleerde variabelen die de meeste informatie uit de originele aspecten opneemt. Op basis van een scree-plot werd gekozen voor een oplossing met 4 componenten met een verklaarde variantie van 52% Op de gekozen oplossing werd een varimax rotatie uitgevoerd. 18 Voor iedere schaal werd de Chronbach s alpha berekend: =0,69 voor de schaal Problemen van persoonlijke aard, =0,77 voor de schaal Problemen m.b.t. kinderopvang en financiële aspecten, =0,60 voor de schaal Problemen van structurele aard en =0,66 voor de schaal Problemen m.b.t. mobiliteit. Chronbach s alpha is een maat voor de interne consistentie. We kunnen dus stellen dat de drie schalen relatief betrouwbaar zijn.

36 28 Hoofdstuk Offerbereidheid Om de offerbereidheid van de respondenten te bepalen werd de respondenten een lijst voorgelegd met 18 verschillende kenmerken van een baan. Er werd gevraagd om voor ieder kenmerk aan te geven of ze een baan met dat kenmerk zouden aannemen. In tabel 3.11 wordt een overzicht gegeven van de verschillende kenmerken. De respondenten zijn het meest bereid om een baan aan te nemen die tijdelijk is of een baan waarvoor ze niet opgeleid zijn. 70% van de respondenten is bereid om in functie van een baan een opleiding van 6 maanden te volgen. Weinig respondenten (10%) zijn bereid om een baan te aanvaarden met een loon dat lager ligt dan hun uitkering. Anderzijds zegt 65% van de bevraagde vrouwen wel een baan te aanvaarden waarvan het loon ietsjes hoger ligt dan de uitkering. Relatief weinig respondenten zijn bereid werk te aanvaarden dat ongezond is (14%) en werk waarvoor men moet verhuizen (10%). 30% van de respondenten is bereid om dagelijks een uur heen en een uur terug te pendelen. Bijna de helft van de respondenten is bereid om in ploegen te werken. 29% wilt zelfs nachtwerk doen. Tabel 3.11 Bent u bereid een baan aan te nemen met volgend kenmerk: % Ja. Werk tegen een lager loon dan uw uitkering 10,67 Tijdelijk werk (voor 6 maanden) zonder vooruitzicht op vast werk 73,93 Werk op een lager niveau dan het niveau dat u aankan 61,26 Werk waarbij de sfeer tussen de collega s slecht is 16,17 Vuil en ongezond werk 14,19 Deeltijds werk zonder een aanvullende uitkering 39,40 Werk waarvan de inhoud u niet interesseert 28,81 Werken in ploegen 46,86 Lichamelijk zwaar werk 30,69 Werk aan de lopende band 33,00 Werk met onregelmatige uren 49,34 Werk waarvoor u niet opgeleid bent 72,61 Werk waarvoor u een scholing van 6 maanden moet volgen 69,64 Werk waarvoor u moet verhuizen 9,63 Werk waarvoor u dagelijks een uur heen en terug moet reizen (totale 30,00 reisduur is 2 uur per dag) Eentonig werk 37,62 Werk tegen een loon dat ietsje hoger is dan uw uitkering 64,67 Nachtwerk 29,05 We kunnen stellen dat heel wat van de bevraagde Meetjeslandse vrouwen bereid zijn om werk te aanvaarden waarvoor er bepaalde toegevingen moeten gedaan worden.

Persmededeling Hoe zoeken werkzoekenden?

Persmededeling Hoe zoeken werkzoekenden? Hoger instituut voor de arbeid Katholieke Universiteit Leuven E. Van Evenstraat 2e B-3000 Leuven Telefoon +32 (0)16 32 33 33 Telefax +32 (0)16 32 33 44 Persmededeling Hoe zoeken werkzoekenden? Gerlinde

Nadere informatie

Mag het wat meer (ervaring) zijn? - Werkloze 45-plussers bevraagd -

Mag het wat meer (ervaring) zijn? - Werkloze 45-plussers bevraagd - Mag het wat meer (ervaring) zijn? - Werkloze 45-plussers bevraagd - Karel, Annie, Eddy en Martine Oudere werknemers haken te vlug af. Dit is één van de pijnpunten van de Vlaamse arbeidsmarkt. Deze algemene

Nadere informatie

Hoe zoeken werkzoekenden?

Hoe zoeken werkzoekenden? Hoe zoeken werkzoekenden? Doyen G. en Lamberts M. (2001), Hoe zoeken werkzoekenden? HIVA, K.U.Leuven. Het gaat goed op de Vlaamse arbeidsmarkt. Sinds een aantal jaren stijgt de werkgelegenheid en daalt

Nadere informatie

Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met

Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. In samenwerking met Profiel en tevredenheid van uitzendkrachten. 2012 In samenwerking met 1 547.259 uitzendkrachten 547.259 motieven 2 Inhoudstafel 1. Uitzendarbeid vandaag 2. Doel van het onderzoek 3. De enquête 4. De verschillende

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Herintreders op de arbeidsmarkt

Herintreders op de arbeidsmarkt Herintreders op de arbeidsmarkt Sabine Lucassen Voor veel herintreders is het lang dat ze voor het laatst gewerkt hebben. Herintreders zijn vaak vrouwen in de leeftijd van 35 44 jaar en laag of middelbaar

Nadere informatie

De opvolging van je zoektocht naar werk

De opvolging van je zoektocht naar werk De opvolging van je zoektocht naar werk Klassieke procedure > Hoe vermijd je sancties? > Wat moet je doen? > Vraag de nodige informatie! www.aclvb.be Als werkloze heb je een aantal verplichtingen. Zo moet

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen Stuk 1025 (1997-1998) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 1997-1998 29 april 1998 VOORSTEL VAN DECREET van de heer Marc Olivier c.s. houdende invoering van een recht op opleiding voor structureel werklozen

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 DE NIET-BEROEPSACTIEVE BEVOLKING. Natascha Van Mechelen IN VLAANDEREN. 1 Omvang en samenstelling

Hoofdstuk 7 DE NIET-BEROEPSACTIEVE BEVOLKING. Natascha Van Mechelen IN VLAANDEREN. 1 Omvang en samenstelling DE NIET-BEROEPSACTIEVE BEVOLKING IN VLAANDEREN Hoofdstuk 7 Natascha Van Mechelen Zoals genoegzaam bekend, is het verhogen van de werkzaamheid een van de centrale doelstellingen van het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid.

Nadere informatie

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen

Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Hinder door een handicap of langdurige gezondheidsproblemen Een beeld vanuit de EAK Tijdens het tweede kwartaal van 2007 werd in de Enquête naar de Arbeidskrachten gevraagd of de respondenten in hun dagelijkse

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau. Een aantal arbeidsgehandicapten uit onze onderzoekspopulatie waren tijdens de referteperiode ingeschreven bij zowel RVA als RSZ. Deze (relatief kleine) groep van mensen bespreken we in dit deel van het

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 5; TC/98/84 ADVIES Nr. 98/07 VAN 7 JULI 1998 BETREFFENDE EEN AANVRAAG VAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN (DEPARTEMENT SOCIOLOGIE) TOT HET BEKOMEN VAN DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID EN DE RIJKSDIENST

Nadere informatie

Evolutie van de toestand op de arbeidsmarkt van een cohorte van werkzoekenden

Evolutie van de toestand op de arbeidsmarkt van een cohorte van werkzoekenden Evolutie van de toestand op de arbeidsmarkt van een cohorte van werkzoekenden 1 Inleiding Dankzij de gegevens afkomstig van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid konden we de evolutie nagaan van de

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

Analyse van de uitkeringen voor volledige werkloosheid

Analyse van de uitkeringen voor volledige werkloosheid Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Keizerslaan 7-9 - 1000 Brussel Tel. 02 515 41 11 http://www.rva.fgov.be Analyse van de uitkeringen voor volledige werkloosheid Beschouwde statuten De onderzochte populatie

Nadere informatie

Tewerkstellingscijfers per lokaal bestuur

Tewerkstellingscijfers per lokaal bestuur Tewerkstellingscijfers per lokaal bestuur Project regierol niet-centrumsteden SERR-RESOC MLS FabienneVanquickenborne 1 Werkloosheidscijfers: Algemeen overzicht vgl april 2010: Vlaams Vlaams Provincie Provincie

Nadere informatie

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK)

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK) FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Statistisch Product Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK) Algemene informatie De steekproefenquête naar de arbeidskrachten (EAK), in België opgezet door de

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd Steunpunt WAV en VIONA SSA De arbeidsmarkt in Vlaanderen, Jaarreeks 2000, Deel III: De Sociale Balans, een aal-regionale analyse. In de sociale balansen brengen

Nadere informatie

Voorkomen van handicaps en arbeidsdeelname op basis van EAK

Voorkomen van handicaps en arbeidsdeelname op basis van EAK Voorkomen van handicaps en arbeidsdeelname op basis van EAK De resultaten op de vraag naar het voorkomen van hinder (voor de precisie vraagstelling, zie bijlage), zijn als volgt : Tabel 1: Het voorkomen

Nadere informatie

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen PERSONEN IN FINANCIËL E MOEILIJKHEDEN : PROFIELEN? Colloquium van het Observatorium Krediet en Schuldenlast, 5 december 2013, Brussel Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt.

Tabel 69: Verdeling van het gavpppd volgens geslacht en hoofdvervoerswijze. meerdere verplaatsingen heeft gemaakt. 2.2 Gavpppd en socio-economische kenmerken Iedereen die mobiliteit en verplaatsingsgedrag bestudeert, heeft wellicht al wel eens van een studie gehoord waarin socio-economische kenmerken gebruikt worden

Nadere informatie

Schoolverlaters bevraagd

Schoolverlaters bevraagd sessie 3 De wereld op de stoep: Schoolverlaters bevraagd Lieven Tusschans Stad Gent Werk en Economie Dienst Werk Schoolverlaters bevraagd Europa 2020 (schoolverlaters, kwalificaties, werkloosheid) Dienst

Nadere informatie

De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer

De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer De uitkeringsgerechtigde volledig werklozen - nietwerkende werkzoekenden sedert 5 jaar en meer Gewoonlijk onderzoekt men de werkloosheid

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 23 oktober 2013

PERSBERICHT Brussel, 23 oktober 2013 PERSBERICHT Brussel, 23 oktober 2013 Bijna 38 % van de werkende bevolking combineert een job met kinderen jonger dan 15 jaar Resultaten van een speciale module over de combinatie werk en gezin Van alle

Nadere informatie

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK)

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK) FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Statistisch Product Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK) Algemene informatie De enquête naar de arbeidskrachten (EAK) is een sociaal-economische steekproefenquête

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs

Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs Algemeen overzicht : Resoc-Serr Midden-West West-Vlaanderen NWWZ (2004) : 5989 Werkloosheidsgraad : 5,45 5989 werklozen Werkzaamheidsgraad : 72,67 102026 werkenden Activiteitsgraad

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997. In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere Inleiding In deze fiche zal het museum- en tentoonstellingsbezoek van de Vlamingen in kaart gebracht worden op basis van de participatiesurveygegevens van 2004 (n=2849), 2009 (n=3144) en 2014 (n=3965).

Nadere informatie

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 5 februari 2009 Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal 2008 - Het hoeft geen

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport STUDENTENHUISVESTING Zoetermeer, 9 december 2015 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

I. Wie is de uitzendkracht?

I. Wie is de uitzendkracht? I. Wie is de uitzendkracht? 01. De uitzendmarkt in cijfers (2013) 534.460 uitzendkrachten 162,49 miljoen gepresteerde uren 4.044,7 miljoen euro omzet Elke dag worden gemiddeld 82.819 uitzendkrachten tewerkgesteld

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld 2010-2017 September 2018 Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen 2 INHOUDSTAFEL INLEIDING... 5 1. ARBEIDSZORG IN OOST-VLAANDEREN: ALGEMEEN OVERZICHT...

Nadere informatie

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Alfahulp en huishoudelijke hulp Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Inhoudsopgave Geschreven voor Achtergrond & doelstelling 3 Conclusies 5 Resultaten 10 Bereidheid tot betalen 11 Naleven regels 17

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 Meer 55-plussers aan het werk Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2013 66,7% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage daalt licht in vergelijking met

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

De loopbaan van een werkloze

De loopbaan van een werkloze De loopbaan van een werkloze Wat zijn de loopbaanpatronen van de werklozen? Wie blijft er werkloos en wie vindt er een job? De analyse van de loopbaanpatronen van de werklozen maakt het mogelijk om profielen

Nadere informatie

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk

De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het werk 1 Arbeidsparticipatie en gezondheidsproblemen of handicap De helft van de 15 tot 64-jarigen met een langdurig gezondheidsprobleem of moeilijkheid bij het uitvoeren van dagelijkse handelingen is aan het

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht ruim zeven op de tien

Nadere informatie

Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT 165 1000 BRUSSEL 02 502 55 75 WWW.WELZIJNSZORG.BE INFO@WELZIJNSZORG.BE

Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT 165 1000 BRUSSEL 02 502 55 75 WWW.WELZIJNSZORG.BE INFO@WELZIJNSZORG.BE Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT 165 1000 BRUSSEL 02 502 55 75 WWW.WELZIJNSZORG.BE INFO@WELZIJNSZORG.BE NATIONAAL SECRETARIAAT Huidevettersstraat 165 1000 Brussel T 02 502 55 75 F

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS De tijd die kinderen doorbrengen in en buiten het eigen gezin, o.a. in de kinderopvang, hangt nauw samen met de werksituatie van de ouders. Werk is

Nadere informatie

DE GEHARMONISEERDE WERKLOOSHEID IN RUIME ZIN

DE GEHARMONISEERDE WERKLOOSHEID IN RUIME ZIN 1 DE GEHARMONISEERDE WERKLOOSHEID IN RUIME ZIN INHOUDSTAFEL 1. INLEIDING... 3 1.1. DE WERKZOEKENDE VOLLEDIG WERKLOZE IN STRIKTE ZIN... 3 1.2. BREDERE DEFINITIE VAN WERKLOOSHEID... 4 2. DE CIJFERS VAN DE

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten : wie zijn ze?

Arbeidsgehandicapten : wie zijn ze? 1 Arbeidsgehandicapten : wie zijn ze? Erik Samoy (PhD) Studiecel VFSIPH -okt 2001 2 1. Omschrijving van het begrip arbeidsgehandicapten Theoretisch kunnen arbeidsgehandicapten worden omschreven als : personen

Nadere informatie

Arbeidsmarkt personen met een arbeidshandicap

Arbeidsmarkt personen met een arbeidshandicap Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt personen met een arbeidshandicap Samenvatting De ene persoon met een arbeidshandicap is

Nadere informatie

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 8 november 2006 1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2015

De arbeidsmarkt in februari 2015 De arbeidsmarkt in februari 2015 Datum: 24 maart 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.

Nadere informatie

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers FOCUS OP TALENT BAROMETER Kansengroepen in cijfers Inleiding In de conceptnota Focus op talent en competenties als sleutel naar een hogere werkzaamheidsgraad in het kader van Evenredige Arbeidsdeelname,

Nadere informatie

Sessie 1 Vinden de Vlaamse jongeren jobs? Hoe snel, welke jobs en hoe?

Sessie 1 Vinden de Vlaamse jongeren jobs? Hoe snel, welke jobs en hoe? Sessie 1 Vinden de Vlaamse jongeren jobs? Hoe snel, welke jobs en hoe? Over hoeveel jongeren weten wij iets? AANTAL RESPONDENTEN MET OOIT EEN BAAN NAAR GEBOORTECOHORTE Golf 1 Golf 2 Golf 3 TOTAAL Cohorte

Nadere informatie

VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR)

VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR) 3 RIJBEWIJSBEZIT TABEL 1 VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR) Cumulative Cumulative RYBEWYS Frequency Percent Frequency Percent ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ

Nadere informatie

Wat gebeurt er met uw vermogen als u er niet meer bent? Een onderzoek door SeniorenNet.be en Rode Kruis-Vlaanderen

Wat gebeurt er met uw vermogen als u er niet meer bent? Een onderzoek door SeniorenNet.be en Rode Kruis-Vlaanderen Wat gebeurt er met uw vermogen als u er niet meer bent? Een onderzoek door SeniorenNet.be en Rode Kruis-Vlaanderen Structuur van de presentatie 1. Opzet & methode 2. Demografisch profiel 3. Analyse van

Nadere informatie

MOBILITEIT TUSSEN WERK EN NIET-WERK Hoofdstuk 11

MOBILITEIT TUSSEN WERK EN NIET-WERK Hoofdstuk 11 MOBILITEIT TUSSEN WERK EN NIET-WERK Hoofdstuk 11 Maarten Tielens In het kader van de Europese werkgelegenheidsdoelstellingen tracht de regering zoveel mogelijk personen aan het werk te krijgen. In hoofdstuk

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK LAAGGELETTERDHEID IN LAAK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Zorgbarometer 7: Flexwerkers Zorgbarometer 7: Flexwerkers Onderzoek naar de positie van flexwerkers in de zorg Uitgevoerd door D. Langeveld, MSc Den Dolder, mei 2012 Pagina 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research

Nadere informatie

«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES

«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES «WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES Brussel wordt gekenmerkt door een grote concentratie van armoede in de dichtbevolkte buurten van de arme sikkel in het centrum van de stad, met name

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21

VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21 VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21 Seppe Van Gils Kort samengevat In dit hoofdstuk volgen we de loopbaan van de voltijds en uit het tweede kwartaal van 1998 op tot en met het derde kwartaal

Nadere informatie

Vragenlijst: Socio-demo 2011-2012

Vragenlijst: Socio-demo 2011-2012 Vragenlijst: Socio-demo U hebt al onze vragen nu beantwoord. U mag nu de enquêteur roepen, om samen met u de laatste gegevens in te vullen. Dank u wel voor uw medewerking. GEZINSSAMENSTELLING Vraag 100

Nadere informatie

Socioprofessionele reïntegratie. Conny Daens, GTB

Socioprofessionele reïntegratie. Conny Daens, GTB Socioprofessionele reïntegratie Conny Daens, GTB GTB - dienst, vzw die vanuit de werkwinkels heel nauw samenwerkt met VDAB binnen een samenwerkingsakkoord voor personen met een werkvraag. - Onderscheidt

Nadere informatie

Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente?

Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente? Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente? Tanja Termote Sociaaleconomisch beleid, WES Van de 25.500 werkzoekenden in West-Vlaanderen wonen er 306 in en 166 in Moorslede. Maar hoe zit dat precies in uw gemeente?

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Bijlage Naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de ziekte- en invaliditeitsverzekering heeft CM de tevredenheid van de Belgen

Nadere informatie

Niet-werkende werkzoekenden in Genk

Niet-werkende werkzoekenden in Genk Niet-werkende werkzoekenden in Genk Genk telde eind december 2016 3.367 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). De niet-werkende werkzoekenden omvatten volgende categorieën: werkzoekenden met werkloosheidsuitkeringsaanvraag

Nadere informatie

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Leon Pouwels 11 juni 2014 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond - onderzoeksopzet Doelstelling Steekproef Methode De doelstelling van dit onderzoek is het verkrijgen

Nadere informatie

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001 TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001 Training en opleiding (T&O) van werkzoekenden en werknemers is één van de kerntaken van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding

Nadere informatie

PROFIELANALYSE SOCIAAL PATRIMONIUM & (KANDIDAAT-) SOCIALE HUURDERS

PROFIELANALYSE SOCIAAL PATRIMONIUM & (KANDIDAAT-) SOCIALE HUURDERS PROFIELANALYSE SOCIAAL PATRIMONIUM & (KANDIDAAT-) SOCIALE HUURDERS LOKALE REGIE MOGELIJK MAKEN NEVELE 214 Sociaal wonen is bij uitstek een lokale aangelegenheid en onderwerp van de regisserende gemeente.

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2015

De arbeidsmarkt in augustus 2015 De arbeidsmarkt in augustus 2015 Datum: 8 september 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 14 mei 2008 Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in 2007 - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - In 2007 Zijn 4,38 miljoen in

Nadere informatie

FOCUS. De springplank

FOCUS. De springplank FOCUS De springplank Nummer 19 Oktober 2017 1. Inleiding De vraag stelt zich dikwijls, of de activerings- en andere maatregelen die de OCMW s opzetten, een duurzaam effect hebben. Met andere woorden: hebben

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/16/212 ADVIES NR. 16/52 VAN 4 OKTOBER 2016 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN ANONIEME GEGEVENS UIT HET

Nadere informatie

FOCUS "RVA-SANCTIE EN DOORSTROOM NAAR DE OCMW'S"

FOCUS RVA-SANCTIE EN DOORSTROOM NAAR DE OCMW'S FOCUS "RVA-SANCTIE EN DOORSTROOM NAAR DE OCMW'S" Nummer 8 Juli 2014 1. Inleiding De activering van het zoekgedrag naar werk is het geheel van acties die de RVA onderneemt om de inspanningen van werklozen

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013 Onderzoek Arbeidsongeschiktheid In opdracht van Loyalis juni 2013 Inleiding» Veldwerkperiode: 27 maart - 4 april 2013.» Doelgroep: werkende Nederlanders» Omdat er specifiek uitspraken gedaan wilden worden

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012 Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 0/0 Stichting Personeelspensioenfonds Cordares (PPF) Astrid Currie, communicatieadviseur Maart 0 versie.0 Pagina versie.0 Inleiding Op initiatief

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat'

I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat' I B O Een werknemer op maat gemaakt Eén van de kernopdrachten van de VDAB bestaat uit het verstrekken van opleiding. Het tekort aan specifiek geschoold personeel en de versnelde veranderingen in de werkomgeving

Nadere informatie

3 4 5 7 24 88 laag inkomen, +55 helemaal oneens eerder oneens 64 noch eens, noch oneens eerder eens helemaal eens [Voor ik iets koop, overweeg ik zorgvuldig of ik het me kan veroorloven.] 5 25 vrouwen,

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt INHOUDSOPGAVE Maandverslag November 2013 Inhoudsopgave en kerncijfers...1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau...2 Door de RVA vergoede werklozen...3 Overzicht

Nadere informatie

Vragenlijst Socio-Demo 2012-2013

Vragenlijst Socio-Demo 2012-2013 Vragenlijst Socio-Demo 2012-2013 U hebt al onze vragen nu beantwoord. U mag nu de enquêteur roepen, om samen met u de laatste gegevens in te vullen. Dank u wel voor uw medewerking. GEZINSSAMENSTELLING

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit de Gemeentelijke Basis Administratie zoals aantal

Nadere informatie

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel 1 Inleiding Naar aanleiding van het nieuwe kwaliteitszorgsysteem dat werd ingevoerd bij de opschorting van de opleidingsvisitaties, werd beslist om

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, inzonderheid op artikel 5; TC/00/09 ADVIES NR. 00/01 VAN 19 JANUARI 2000 BETREFFENDE EEN AANVRAAG VANWEGE DE KUL VOOR DE MEDEDELING VAN GEANONIMISEERDE GEGEVENS VOOR EEN WETENSCHAPPELIJK BELEIDSONDERZOEK MET BETREKKING TOT ETNISCH

Nadere informatie

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering Behorende

Nadere informatie

PROFIELANALYSE SOCIAAL PATRIMONIUM & (KANDIDAAT-) SOCIALE HUURDERS

PROFIELANALYSE SOCIAAL PATRIMONIUM & (KANDIDAAT-) SOCIALE HUURDERS PROFIELANALYSE SOCIAAL PATRIMONIUM & (KANDIDAAT-) SOCIALE HUURDERS LOKALE REGIE MOGELIJK MAKEN WAARSCHOOT 214 Sociaal wonen is bij uitstek een lokale aangelegenheid en onderwerp van de regisserende gemeente.

Nadere informatie

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015 Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond SAMPLE 420 Respondenten WEging De data is gewogen op geslacht, leeftijd en opleiding naar

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie