De aansprakelijkheid van de jeugdleider, de jeugdvereniging en de verzekering hiervan.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De aansprakelijkheid van de jeugdleider, de jeugdvereniging en de verzekering hiervan."

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar De aansprakelijkheid van de jeugdleider, de jeugdvereniging en de verzekering hiervan. Masterproef van de opleiding Master in de rechten ingediend door Katrien Boonen ( ) (Major Burgerlijk en Strafrecht) Promotor: Prof Dr. H. Bocken Commissaris: S. Vereecken

2 VOORWOORD van de jeugdleiding mag niet worden verwacht dat deze na het ongeval onmiddellijk een wellicht ijdele zoektocht naar de verloren tanden van Wim zou ondernemen 1 Ongetwijfeld zou deze masterproef niet geworden zijn wat ze nu is zonder de hulp van bepaalde personen. Graag wil ik hen hier dan ook voor bedanken. Allereerst wil ik mijn promotor Prof. Dr. H. Bocken bedanken mij de mogelijkheid te geven dit thema te behandelen. Ik wil hem eveneens, samen met Dhr. S. Vereecken danken voor de begeleiding en de hulp die bijgedragen hebben tot dit resultaat. Graag wil ik ook mijn ouders bedanken voor het nalezen, de kritische reflecties als ik het even niet meer wist en vooral voor de steun de voorbije maanden en het feit geen verveling te tonen wanneer ik alweer over mijn masterproef aan het praten was. Ten slotte richt ik een woord van dank aan iedereen die me de voorbije maanden vertelde dat ik met iets nuttig bezig was en graag het resultaat van mijn werk wilden horen. Dankjewel voor jullie interesse, het is fijn te weten dat mijn masterproef, waar ik bijzonder hard aan gewerkt heb, niet zomaar meteen in een kast vergeten zal worden. 1 Gent, 30 mei 2003, RGAR, 2006, 4093 II

3 INHOUDSTAFEL Voorwoord II Inhoudstafel III Inleiding 1 Algemene situering en afbakening thema 1 Algemeen 1 Begrip jeugdleider 2 Aansprakelijkheid 3 Volgorde behandelde onderwerpen 4 Deel I: Aansprakelijkheid van de jeugdleider 6 Hoofdstuk 1: Diversiteit aan regelgeving 6 Afdeling 1: Een gestructureerde vereniging: de vrijwilligerswet 6 Paragraaf 1: Algemeen 6 Paragraaf 2: Toepassingsgebied 8 A.Vrijwilligerswet 8 A.1 Wanneer is een jeugdleider vrijwilliger volgens de wet 8 A.2 Plaats waar de jeugdleider zijn activiteit uitoefend. 11 Paragraaf 3: aansprakelijkheidsregeling 11 A. De aansprakelijkheidsregeling, enkel van toepassing op specifieke organisaties 12 B.Organisaties met een specifieke verbondenheid 13 C. de regel; algemene immuniteit 14 D. Afwijken van de aansprakelijkheidsbeperking 16 E. Aansprakelijkheidsimmuniteit uit de wet enkel voor schade aan derden 16 F. Ruime interpretatie van de aansprakelijkheidsregeling 17 Afdeling 2: Arbeidsrecht 17 Paragraaf 1: Toepassingsgebied 17 A. Werknemers verbonden door een arbeidsovereenkomst 17 B. Schade verricht tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst 18 Paragraaf 2: Aansprakelijkheidsregeling 18 A. Aansprakelijkheidsimmuniteit voor lichte fout 18 B. Afwijken van de aansprakelijkheidsbeperking 20 Afdeling 3: Zuiver feitelijk verband 20 Paragraaf 1: Aansprakelijkheidsregeling 20 A. Wetgeving 20 B. Instaan voor eigen fout 21 C. feitelijke vereniging zonder werknemers 21 Afdeling 4: Besluit 22 Praktijk welke regelgeving is op welke jeugdleiders van toepassing 22 vrijwilligerswet 22 arbeidswetgeving 23 Zuiver feitelijk verband 24 Hoofdstuk 2: Ogv 1382 BW voor eigen fout 25 Inleiding 25 Afdeling 1: buitencontractuele of contractuele fout 26 Afdeling 2 : resultaatsverbintenis of inspanningsverbintenis 28 III

4 Afdeling 3: Opzettelijke fout, zware fout of al dan niet gebeurlijke lichte fout 29 Paragraaf 1: opzettelijke of intentionele fout 29 Paragraaf 2: zware fout 30 Paragraaf 3: Gewoonlijk voorkomende lichte fout 31 Afdeling 4: Zorgvuldigheidsnorm de normaal zorgvuldige jeugdleider 32 Paragraaf 1: De beoordeling en de rol van leeftijd, opleiding en ervaring 33 Paragraaf 2: Toezichtsplicht en Organisatieplicht 37 A. Organisatieplicht 37 B. Toezichtsplicht 40 B.1 Leeftijd van de kinderen 42 B.2 Toezichtsplicht bij het gebruik van specifieke voorwerpen 43 B.3 Realiteitszin van de rechter, geen toezichtsfout 44 B.4 Aantal aanwezige jeugdleiders 49 B.5 Toezichtsplicht en schade aangericht door deelnemers aan de activiteit 50 B.6 Sancties door de jeugdleider opgelegd 51 Paragraaf 3: organisatie en toezichtsplicht in verband met veiligheid van de deelnemers 52 A. Algemene veiligheidsvoorzorgen 52 B. Veiligheidsvoorzorgen in het verkeer 54 C. Gevaarlijke activiteiten 56 D. Veiligheid van spelterrein en omgeving 58 Afdeling 5: overtreding van een specifieke rechtsnorm 59 Paragraaf 1: Algemeen 59 Paragraaf 2: Overtreding van een strafrechtelijke norm 61 Afdeling 6: Besluit 62 Hoofdstuk 3: Aansprakelijkheid van de jeugdleider op grond van art BW 65 Inleiding 65 Afdeling 1: Geen algemeen beginsel van aansprakelijkheid voor andermans daad 65 Afdeling 2: Art. 1384, lid 1 B.W. schade door zaken die men onder zijn toezicht heeft 66 Afdeling 3: Art 1384, lid 3 B.W. aanstellers en aangestelden? 69 Afdeling 4: Art 1384, lid 4 B.W. analogie met onderwijzers? 69 Afdeling 5: Besluit met betrekking tot de toepassing van artikel 1384 BW 72 Hoofdstuk 4: schade aan zaken die de jeugdleider in bruikleen of bewaring heeft 73 Inleiding 73 Afdeling 1: Bruikleen 74 Afdeling 2: Bewaargeving 74 Deel II Aansprakelijkheid van de organisatie 76 Inleiding 76 Hoofdstuk 1: eigen aansprakelijkheid van de organisatie 77 Inleiding 77 Afdeling 1: op grond van 1382 BW voor eigen fout 77 Paragraag 1: zorgvuldigheidsnorm 77 Paragraaf 2: Overtreding van een specifieke rechtsnorm 80 Afdeling 2: Orgaantheorie 81 Hoofdstuk 2: aansprakelijkheid voor de jeugdleider 84 Afdeling 1: op grond van art 1384, lid 3 BW de jeugdorganisatie als aansteller 84 Paragraaf 1: Band van ondergeschiktheid 85 A.Band van ondergeschiktbeid bij de jeugdleider met een arbeidscontract 86 B. Band van ondergeschiktheid bij de vrijwillige jeugdleider 86 Paragraaf 2: Verdere toepassingsvoorwaarden 88 Paragraaf 3: Nut van de kwalificatie als aansteller/aangestelde 89 IV

5 Afdeling 2: de aansprakelijkheid van de organisatie in de vrijwilligerswet 90 Inleiding 90 Paragraaf 1: Artikel 5 vrijwilligerswet 91 Paragraaf 2: Afwezige band van ondergeschiktheid 92 Paragraaf 3: Foutloze aansprakelijkheid van de jeugdvereniging? 93 Afdeling 5: Verhaal door de organisatie op de jeugdleider 94 Paragraaf 4: Aansprakelijkheid van een feitelijke vereniging op basis van de vrijwilligerswet 94 Hoofdstuk 3: besluit met betrekking tot de aansprakelijkheid van de organisatie 95 Deel III verzekering 98 Hoofdstuk 1: de verzekering in de vrijwilligerswet 98 Inleiding 98 Afdeling 1: Verplichte verzekering van de organisatie 99 Paragraaf 1 : Toepassingsgebied 99 Paragraaf 2 : Omvang van de waarborg 100 Paragraaf 3 : controle, sancties en gevolgen indien niet verzekerd conform de vrijwilligerswet 103 Afdeling 2: verzekering van de jeugdleider? 104 Paragraaf 1: Familiale polis als redmiddel 104 Hoofdstuk 2: de vrijwillige jeugdleider die niet onder het toepassingsgebied van de vrijwilligerswet valt 106 Afdeling 1: Verzekering van de organisatie 106 Afdeling 2: Verzekering van de jeugdleider 106 Hoofdstuk 3: de collectieve polis 107 Inleiding 107 Afdeling1: De collectieve polis uit de vrijwilligerswet 108 Afdeling 2: De gratis collectieve polis met de middelen van de nationale loterij 109 Algemeen Besluit 111 Bibliografie 115 Wetgeving 115 Parlementaire stukken 116 Rechtspraak 116 Rechtsleer 118 Boekwerken 118 Tijdschriftartikels 119 V

6

7 INLEIDING Algemene situering en afbakening thema Algemeen 1. In België en zeker in Vlaanderen bestaat er een zeer lange en algemeen verspreide jeugdwerktraditie, nergens ter wereld zetten zoveel jongeren en volwassenen zich zowel in vakanties als tijdens het schooljaar in om activiteiten en vrijetijdsbesteding te bieden aan kinderen en jongeren. Hoe nobel deze doelstelling ook is, vrijetijdsbesteding organiseren voor kinderen en jongeren brengt echter risico s met zich mee. Als er een ongeluk gebeurt of er wordt schade veroorzaakt door de jeugdleider of door de kinderen en jongeren die hij begeleidt kan dit immers de aansprakelijkheid van de jeugdleider(s) met zich meebrengen. Deze risico s worden vaak door de jongeren en volwassenen die zich inzetten als jeugdleider onderschat, ondanks de pogingen van de nationaal overkoepelende en lokale organisaties om te verduidelijken hoe ver de verantwoordelijkheid gaat die men als jeugdleider opneemt. Een bijkomende verwarrende factor zijn de media, die dikwijls enkel de spectaculaire aansprakelijkheidsgevallen met betrekking tot jeugdleiders weergeven. 2. De situatie met betrekking tot de grootte van de verantwoordelijkheid welke men als jeugdleider concreet opneemt en als gevolg daarvan hoe ver de aansprakelijkheid gaat die ze ten opzichte van hun engagement dragen is voor de meeste jeugdleiders in de praktijk ingewikkeld en onduidelijk. In het algemeen wordt ervan uitgegaan (en doorgegeven op vormingscursussen) dat men als jeugdleider moet handelen als een goede huisvader om te vermijden dat een handeling in het kader van de jeugdactiviteit als fout wordt beschouwd en daardoor de aansprakelijkheid van de jeugdleider met zich meebrengt. In de praktijk stelt men echter vragen over wat handelen als een goede huisvader nu net inhoud. Als gevolg van de interpretatie die de rechter met betrekking tot dit begrip maakt in een concrete situatie is het immers bijzonder moeilijk om dit in het algemeen te verduidelijken en deze vraag te beantwoorden. Deze masterproef heeft om die reden voornamelijk tot doel om, aan de hand van de rechtspraak met betrekking tot de aansprakelijkheid van jeugdleiders, concrete voorbeelden aan te halen en te onderzoeken of er tendensen vast te stellen zijn die weergeven wanneer een handeling in het kader van een jeugdactiviteit als fout beschouwd wordt door de rechterspraak, of de jeugdleider daar bijgevolg dan al dan niet aansprakelijk voor gesteld kan worden en in hoeverre andere personen of organisaties geacht worden deze aansprakelijkheid te dragen of mede aansprakelijk te zijn. 1

8 3. Verscheidene gesprekken met jongeren en volwassenen die zich in de praktijk als jeugdleider engageren, zowel vrijwillig als beroepsmatig, hebben mij geleerd dat zeer weinig van deze mensen op de hoogte zijn, of zelfs maar kunnen inschatten hoe de aansprakelijkheidsregeling in elkaar zit. Graag probeer ik daarom in deze masterproef een algemeen overzicht te schetsen van de regels met betrekking tot de aansprakelijkheid en de bijhorende aansprakelijkheidsverzekering van iedereen die zich inzet als jeugdleider, in de ruime zin van het woord. 4. Men moet er zich echter, tijdens het lezen van dit werk, van bewust zijn dat het niet evident is een algemeen beeld van de aansprakelijkheid van jeugdleiders te vormen met betrekking tot concrete feiten. Bij mijn zoektocht naar rechterlijke beslissingen in verband met jeugdleiders heb ik ondervonden dat het in het kader van het jeugdwerk en vrijwilligerswerk in het algemeen immers dikwijls zo is dat men eerder genoegen neemt met een onderlinge oplossing, vaak een minnelijke schikking, in plaats van de zaak door de rechtbank te laten beslechten. Dit is logisch gezien de negatieve publiciteit die rechtszaken vaak met zich meebrengen en de over het algemeen vlottere afhandeling bij een minnelijke schikking. Als gevolg hiervan kunnen we in principe eigenlijk enkel het topje van de ijsberg behandelen als we spreken over de juridische aansprakelijkheid van jeugdleiders. Begrip jeugdleider 5. Om te kunnen spreken over de aansprakelijkheid van jeugdleiders is het essentieel om het begrip jeugdleider op een duidelijke wijze te omschrijven en af te bakenen. In het algemeen wordt er, als men spreekt over een jeugdleider, gemeenzaam in de eerste plaats gedacht aan jongeren en jong volwassenen die zich engageren voor de plaatselijke jeugdbeweging en in dat verband wekelijks activiteiten organiseren voor de kinderen en andere jongeren van de gemeente of buurt. Wanneer men het begrip jeugdleider juridisch bekijkt kan er echter veel meer onder gebracht worden. Een zeer grote groep die tevens binnen dit begrip valt zijn alle personen die op een al dan niet occasionele wijze een vrijetijdsbesteding voor kinderen en jongeren aanbieden. Te denken valt bijvoorbeeld aan jongeren die activiteiten begeleiden op een speelpleinwerking, begeleiders in vakantiekampen, studentenverenigingen die een doop of cantus organiseren voor hun leden, maar ook mensen die met de kinderen van de buurt een spel spelen of een activiteit begeleiden op het nabijgelegen pleintje. Verder kan men het al dan niet onder het begrip jeugdleider vallen niet afhankelijk stellen van een bepaalde leeftijdsgroep. In het algemeen 2

9 wordt er meestal uitgegaan van jongeren en jongvolwassenen, maar volwassenen en ouderen kunnen uiteraard ook binnen de afgebakende categorie vallen. 6. Voor deze masterproef wordt er uitgegaan van alle hierboven vermelde vormen van jeugdleiders. De afbakening wordt gemaakt door, alles wat buiten een gericht aanleren van een specifieke vaardigheid valt, uit te sluiten. De jeugdleider waarover in dit werk geschreven wordt is de persoon die een occasionele of regelmatige activiteit/vrijetijdsbesteding aanbiedt aan kinderen en/of jongeren, in een georganiseerd of vrijblijvend verband, waarbinnen er geen sprake is van een specifieke en gerichte kennis- en/of vaardighedenoverdracht. Aansprakelijkheid 7. Belangrijk in het omvangrijk aansprakelijkheidscontentieux met betrekking tot jeugdleiders is het feit dat niet elke jeugdleider zich op dezelfde basis inzet, als gevolg daarvan moet elk van deze verschillende hoedanigheden op een andere mannier juridische gekwalificeerd worden. Het grootste deel van de jeugdleiders in België organiseert activiteiten op vrijwillige basis, echter, een niet onbelangrijk (maar kleiner) deel van de jongeren die zich bezighoud met het aanbieden van vrijetijdsbesteding voor kinderen is via een arbeidscontract verbonden aan een organisatie of gemeente. De aansprakelijkheidsregeling van degene die zich vrijwillig engageren zal gebaseerd zijn op het gemeen recht, personen die zich inzetten als jeugdleider op basis van een arbeidscontract hebben te maken met een aansprakelijkheidsregeling op basis van het arbeidsrecht. 8. Daarbij komt het feit dat er in Vlaanderen en Wallonië een zeer grote verscheidenheid bestaat aan organisaties en verbanden waarbinnen de jeugdleider zijn engagement opneemt. Het meest verspreid zijn de (veelal van bovenuit goed georganiseerde) plaatselijke jeugdbewegingen zoals Scouts, Chiro, KSJ-KSA-VKSJ, KLJ, en andere initiatieven zoals speelpleinwerking, de jeugdgroepen van het Rode Kruis, jongerenvakanties/vakantiekampen via het ziekenfonds,. Vertrekkende van de organisatie/het verband waaronder een jeugdleider activiteiten organiseert kan men ook een onderscheid maken met betrekking tot het toepasselijke recht. In grote lijnen zal een jeugdleider die actief is in een georganiseerd verband meestal vallen onder de vrijwilligerswetgeving (of de arbeidswetgeving) in tegenstelling tot de zogezegde niet georganiseerde feitelijke verbanden die vallen onder de aansprakelijkheidsregeling van artikel 1382 e.v. uit het Burgerlijk Wetboek. 3

10 9. Met de hierboven vermelde recente wet betreffende de rechten van vrijwilligers van 3 juli is er heel wat gewijzigd met betrekking tot de aansprakelijkheid van jeugdleiders. Het merendeel van de jeugdleiders in Vlaanderen en Wallonië resulteert onder de toepassing van deze wet en ziet daardoor zijn situatie geregeld. In de meeste gevallen draagt de organisatie waarvoor de jeugdleider zich inzet de aansprakelijkheid. Een aantal situaties zijn echter uitgesloten uit deze regeling, bijvoorbeeld wanneer men te maken heeft met een feitelijke vereniging zonder personeel (onder verdere voorwaarden) of een jeugdleider verbonden via een arbeidscontract. Het feit dat de overkoepelende organisatie in de meeste gevallen de aansprakelijkheid draagt in plaats van de vrijwillige jeugdleider of deze die zijn taak uitvoert met een arbeidscontract in tegenstelling tot de jeugdleider in een zuiver feitelijk verband maakt de situatie des te ingewikkelder en ondoorzichtiger voor de betrokkenen. 10. Een tweede belangrijk gevolg van de wijziging van de wetgeving met betrekking tot een groot deel van de jeugdleiders is het feit dat de huidig bekende rechtspraak zich vaak richt op de vraag of de jeugdleider aanzien kan worden als een orgaan van de vereniging waar hij zich voor engageert. Bekeken zal moeten worden of deze kwalificatie gehandhaafd moet worden en / of ze overbodig geworden is door de aansprakelijkheidsregeling in de nieuwe vrijwilligerswet. 11. Bovenstaande uiteenzetting geeft het kluwen weer waarin de juridische aspecten van de aansprakelijkheid van jeugdleiders zich bevinden. Een eenvormige aansprakelijkheidsregeling met betrekking tot de jeugdleider in het algemeen bestaat niet. Deze masterproef heeft daarom als doel deze veelheid aan regels op de duidelijke en systematische mannier weer te geven en aan te tonen in hoeverre de rechtspraak zijn stempel drukt op dit geheel. Volgorde behandelde onderwerpen 12. Dit werk bevat 3 grote delen, de aansprakelijkheid van de jeugdleider, deze van de organisatie en vervolgens als laatste de verzekering van de aansprakelijkheid van zowel de jeugdleider als de organisatie. 13. Deel I vangt aan met een hoofdstuk betreffende de diversiteit aan regelgeving met betrekking tot de aansprakelijkheid van de jeugdleider. Gezien jeugdleiders hun engagement zoals eerder vermeld op verschillende wijze kunnen aangaan wordt in dit hoofdstuk bekeken wat dit voor gevolg heeft voor de juridische kwalificatie van het toepasselijke recht dat op de 2 Wet 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, BS 29 augustus

11 verschillende jeugdleiders betrekking heeft. De belangrijkste opdeling, die gemaakt kan worden in relatie met de op hen toepasselijke wetgeving waaruit de burgerrechtelijke aansprakelijkheid blijkt, is deze met betrekking tot het al dan niet vrijwillig opnemen van hun engagement. Achtereenvolgens worden de jeugdleider als vrijwilliger in een gestructureerde vereniging, deze met een arbeidscontract en als laatste degene die zijn taak vrijwillig uitoefent en niet tot de eerste categorie behoort behandeld. Hoofdstuk 2 van Deel I bespreekt verder de toepassing van artikel 1382 BW met betrekking tot jeugdleiders. Er wordt in dit hoofdstuk voornamelijk een analyse gemaakt van de praktische toepassing van het foutbegrip aangaande jeugdleiders door de rechtspraak. De bespreking met inbegrip van de rechtspraak inzake aansprakelijkheid van de jeugdleider op grond van artikel 1384 BW kan verder teruggevonden worden in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 licht als laatste kort de aansprakelijkheid van jeugdleiders toe in verband met schade aan zaken die hij in bruikleen of bewaring gekregen heeft. 14. Verder, in Deel II, kan de bespreking betreffende de aansprakelijkheid van de organisatie die met jeugdleiders werkt teruggevonden worden. Hier wordt enerzijds de aansprakelijkheid van de organisatie behandeld wanneer deze zelf een fout begaat. Terug te vinden zijn deze op grond van artikel 1382 BW en deze op basis van de orgaantheorie. Anderzijds wordt in dit deel, in hoofdstuk 2, tevens de bespreking aangaande de aansprakelijkheid van de organisatie voor de fouten van de jeugdleider besproken. Dit op basis van de aanstellers-aansprakelijkheid uit artikel 1384, lid 3 BW en op basis van de nieuwe vrijwilligerswet. 15. Ten slotte wordt, in Deel III, bekeken of de jeugdleider en/of de organisatie beroep kunnen doen op een verzekering om de schadeleider te vergoeden. Aansprakelijkheid is immers de ene kant van de zaak, of de jeugdleider en/of de organisatie deze schadelast in voorkomend geval persoonlijk moeten dragen maakt echter, zowel voor de jeugdleider/organisatie als voor de schadeleider zelf, een groot verschil uit. De nadruk wordt hier gelegd op 3 belangrijke pijlers met betrekking tot de verzekering. Enerzijds de verzekeringsplicht van de organisatie uit de vrijwilligerswet, anderzijds de familiale polis die eventueel tussenkomt bij een eventuele schadevergoeding die de jeugdleider zelf verschuldigd zou zijn en ten slotte het initiatief in verband met de collectieve verzekeringspolis voor het vrijwilligerswerk. 5

12 DEEL I: AANSPRAKELIJKHEID VAN DE JEUGDLEIDER Hoofdstuk 1: Diversiteit aan regelgeving 16. Zoals reeds aangehaald bestaat er in België een lange en zeer uitgebreide jeugdwerktraditie, dit brengt met zich mee dat jeugdleiders zich inzetten in uiteenlopende verbanden die juridisch op verscheidene wijzen gekwalificeerd kunnen worden. In de praktijk zal de uitkomst veelal hetzelfde zijn, aangezien het overgrote deel van de jeugdleiders zich of als vrijwilliger inzet voor een gestructureerde vereniging of als werknemer. Daar de wetgever de aansprakelijkheidsregeling in de wet betreffende de rechten van vrijwilligers 3 (hierna vrijwilligerswet) min of meer gebaseerd heeft op het arbeidsrecht 4 zal de aansprakelijkheid voor de fout bij de jeugdleider die zich als vrijwilliger inzet voor een gestructureerde vereniging of deze met een arbeidscontract als gevolg hiervan op ongeveer dezelfde wijze kunnen toegerekend worden aan de jeugdleider zelf of aan de organisatie. 17. De jeugdleider die handelt als vrijwilliger in een andere dan gestructureerde vereniging / verband wordt voor zijn aansprakelijkheid juridisch anders behandeld dan voorgaande, op hem is het gemeen aansprakelijkheidsrecht van toepassing. 5 Afdeling 1: Een gestructureerde vereniging: de vrijwilligerswet Paragraaf 1: Algemeen 18. Vrijwillige jeugdleiders (en vrijwilligers in het algemeen) lopen een niet onbelangrijk aansprakelijkheidsrisico als gevolg van hun engagement. Dit risico werd als onbillijk beschouwd gezien hun meestal belangenloze inzet. De jeugdleider die een fout maakte en daarvoor aansprakelijkheid opliep moest deze schade namelijk zelf dragen in tegenstelling tot de beroepskracht van een jeugdvereniging of de jeugdleider met een arbeidscontract die dezelfde fout zouden maken; deze gaan meestal vrijuit op grond van de aansprakelijkheidsregeling in de arbeidsovereenkomstenwetgeving. 6 De 3 Wet 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, BS 29 augustus 2005 (hierna vrijwilligerswet). 4 zie randnummer zie randnummer 51 ev. 6 artikel 18 Wet 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, BS 22 augustus 1978 (hierna arbeidsovereenkomstenwet). 6

13 vrijwilligerswetgeving is hieraan tegemoetgekomen en heeft de jeugdleider (vrijwilliger) onder een gelijkaardig regime geplaatst Reeds sinds een aantal jaren had de wetgever het belang ingezien van een degelijk statuut voor vrijwilligers. 8 Met de komst van de vrijwilligerswet 9 heeft de wetgever een poging gedaan om een wettelijk kader te creëren voor het vrijwilligerswerk en om vrijwilligers meer rechtszekerheid te bieden. Er werd een specifieke aansprakelijkheidsregeling ingevoerd voor vrijwilligers, waartoe het grootste gedeelte van de jeugdleiders in Vlaanderen en Wallonië behoren. 20. Deze vrijwilligerswet trad in werking op 1 augustus 2006 (met uitzonderingen van de artikelen 5, 6 en 8bis). De bepalingen met betrekking tot de aansprakelijkheid en de verzekeringsplicht van vrijwilligers zijn in werking getreden op 1 januari De vrijwilligerswet werd intussen reeds gewijzigd bij de wetten van 27/12/2005 (BS 30 december 2005), 7 maart 2006 (BS 13 april 2006) en 19 juli 2006 (BS 11 augustus 2006); deze laatste heeft onder andere het artikel 5 dat betrekking heeft op de aansprakelijkheidsregeling aangepast Amendement op het wetsvoorstel betreffende de rechten van vrijwilligers, Parl.Doc. Kamer, , nr /007, 3; K. GOOSSENS, Het vrijwilligersstatuut, artikelsgewijze bespreking in Advocatenpraktijk, Antwerpen, Kluwerrechtswetenschappen, 2007, 15; G. JOCQUE, Rechten van vrijwilligers, NJW 2006, (727) 18; R. MARCHETTI, A. PURZ, La responsabilité civile et l assurance des volontaires et de leurs organisations, JT 2006, (385) 3; D. SIMOENS, Sociale bescherming van de vrijwilliger, TSR 2007, (55) 18; G. VANDEN ABEELE, De aansprakelijkheid van de vrijwilliger (noot onder GwH 19 December 2007), RW , (272) 1; N. VAN GELDER, De aansprakelijkheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties: toepassingsgebied en uitwerking (noot onder GwH 19 December 2007), TBBR 2009, (113) 2; zie randnummer Wetsvoorstel houdende invoeging van de artikelen 1383bis en 1384bis in het Burgerlijk Wetboek, inzake de aansprakelijkheid, organisatie- en toezichtsplicht van personen die onbezoldigd en op vrijwillige basis toezicht uitoefenen op minderjarige kinderen in het kader van jeugdverenigingen, Parl.Doc. Senaat , 2-107/1; Wetsvoorstel betreffende de rechten van de vrijwilliger, Parl.Doc. Senaat , 3-993/1; R. MARCHETTI, A. PURZ, La responsabilité civile et l assurance des volontaires et de leurs organisations, JT 2006, (385) 1. 9 BS. 29 augustus G. VANDEN ABEELE, De aansprakelijkheid van de vrijwilliger (noot onder GwH 19 December 2007), RW , (272)

14 Paragraaf 2: Toepassingsgebied A.Vrijwilligerswet 21. De meeste jeugdleiders zullen zoals zal worden aangetoond onder de aansprakelijkheidsregeling van de vrijwilligerswet vallen. Alvorens het aansprakelijkheidssysteem uit de wet te bespreken wordt hieronder het toepassingsgebied van de wet bekeken om aan te tonen op welke jeugdleiders de wet specifiek betrekking heeft. Een jeugdleider als vrijwilliger wordt namelijk enkel beschermd door de aansprakelijkheidsregeling van bovenvermelde wet indien hij activiteiten organiseert die de wet als vrijwilligerswerk beschouwd. De wet bepaalt tevens specifiek met betrekking tot de aansprakelijkheids- en verzekeringsregeling bij welke organisatievormen de vrijwilliger onder de bescherming van de wet valt. Het toepassingsgebied van deze artikelen verschilt immers iets van het algemene toepassingsgebied van de wet. Bijgevolg dient er eerst onderzocht te worden wanneer een jeugdleider volgens de wet beschouwd kan worden als een vrijwilliger en vervolgens of deze dan ook onder de aansprakelijkheidsregeling valt. Dit is nodig gezien enkel vrijwilligers bij bepaalde gestructureerde organisaties de aansprakelijkheidsbescherming van artikel 5 vrijwilligerswet genieten. Ten slotte kan er dan besloten worden of de wet in welbepaalde gevallen van toepassing is. A.1 Wanneer is een jeugdleider vrijwilliger volgens de wet 22. De vrijwilligerswet bepaalt aan de hand van artikel 3 of iemand, in casu een jeugdleider, beschouwd kan worden als vrijwilliger en daardoor onder de algemene toepassing van de wet ressorteert. De wet definieert vooreerst wat als een vrijwilligersactiviteit beschouwd kan worden, vervolgens wordt er gesteld dat elke natuurlijke persoon die een dergelijke activiteit uitoefent als vrijwilliger aangemerkt kan worden. 23. Als vrijwilligerswerk wordt elke activiteit beschouwd die aan de volgende voorwaarden voldoet 11 : 1 Elke activiteit: 11 Art. 3 vrijwilligerswet; G. VANDEN ABEELE, De aansprakelijkheid van de vrijwilliger (noot onder GwH 19 December 2007), RW , (272) 1; N. VAN GELDER, De aansprakelijkheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties: toepassingsgebied en uitwerking (noot onder GwH 19 December 2007), TBBR 2009, (113) 14. 8

15 die onbezoldigd en onverplicht wordt verricht; die verricht wordt ten behoeve van één of meer personen, andere dan degene die de activiteit verricht, van een groep of organisatie of van de samenleving als geheel; die ingericht wordt door een organisatie anders dan het familieof privé-verband van degene die de activiteit verricht; en die niet door dezelfde persoon en voor dezelfde organisatie wordt verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst, een dienstencontract of een statutaire aanstelling; 2 Vrijwilliger: elke natuurlijke persoon die een in 1 bedoelde activiteit verricht; 24. Om duidelijk te kunnen besluiten welke jeugdleiders tot deze (vrijwilligers) definitie behoren is het belangrijk om een aantal aspecten van naderbij te bekijken. Vooreerst is het vereist dat de activiteit onbezoldigd en onerplicht wordt verricht; de jeugdleider mag geen financiële vergoeding verkrijgen voor zijn prestaties, dit wil zeggen geen loon ontvangen. Dit staat uiteraard een beperkte forfetaire onkostenvergoeding (zoals beschreven in artikel 10 vrijwilligerswet) of een onkostenvergoeding op basis van zijn effectieve uitgaven niet in de weg. 12 Het onverplichte karakter van de activiteit omschreven in de wet heeft als implicatie dat, in zeer uitzonderlijke gevallen, een jeugdleider die zijn taak vervuld in het kader van een onbezoldigde verplichte stage niet onder de bescherming van de vrijwiligerswet zou vallen Vervolgens wordt in punt b) door de wetgever benadrukt dat de jeugdleider (vrijwilliger) de activiteit niet puur voor zichzelf of voor de organisatie voor wie hij de taak uivoert mag verrichten. 14 Deze voorwaarde is vanzelfsprekend vervuld bij jeugdleiders 12 D. SIMOENS, De rechten van de vrijwilliger thans wettelijk bepaald, RW , (382) 10 en 45; N. VAN GELDER, De aansprakelijkheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties: toepassingsgebied en uitwerking (noot onder GwH 19 December 2007), TBBR 2009, (113) D. SIMOENS, De rechten van de vrijwilliger thans wettelijk bepaald, RW , (382) 12; N. VAN GELDER, De aansprakelijkheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties: toepassingsgebied en uitwerking (noot onder GwH 19 December 2007), TBBR 2009, (113) D. SIMOENS, De rechten van de vrijwilliger thans wettelijk bepaald, RW , (382) 14; N. VAN GELDER, De aansprakelijkheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties: toepassingsgebied en uitwerking (noot onder GwH 19 December 2007), TBBR 2009, (113) 16. 9

16 aangezien we hier spreken over personen die een occasionele of regelmatige activiteit/vrijetijdsbesteding aanbieden aan kinderen en/of jongeren. 26. Tot hier kon men alle onbezoldigde vormen van het jeugdwerk onder de wet brengen. De wetgever legt echter, in punt c), een meer beperkende factor op. Er dient een bepaalde mate van structuur te zijn waarbinnen de jeugdleider zijn taak uitvoert, de activiteit die hij organiseert moet verricht worden buiten elke familiale of private context. 15 Vereist is dat de jeugdleider de activiteiten die hij voorziet voor kinderen en jongeren inricht in het kader van een gestructureerde vereniging of organisatie. 16 De wet definieert deze georganiseerde werkvorm als volgt: 3 organisatie : elke feitelijke vereniging of private of publieke rechtspersoon zonder winstoogmerk die werkt met vrijwilligers (waarbij onder feitelijke vereniging wordt verstaan elke vereniging zonder rechtspersoonlijkheid van twee of meer personen die in onderling overleg een activiteit organiseren met het oog op de verwezenlijking van een onbaatzuchtige doelstelling, met uitsluiting van enige winstverdeling onder haar leden en bestuurders, en die een rechtstreekse controle uitoefenen op de werking van de vereniging) Tot slot bevat de wet een verbod voor de jeugdleider (vrijwilliger) op het tegelijkertijd uitvoeren van vrijwilligerswerk en werk in het kader van een arbeidsovereenkomst voor eenzelfde organisatie. 18 Deze bepaling heeft gevolgen voor bijvoorbeeld betaalde medewerkers van de overkoepelende organisatie die een plaatselijke afdeling van een jeugdbeweging/speelplein tijdelijk als jeugdleider komen ondersteunen of jeugdleiders/vrijwilligers die zowel vrijwillig als met een jobstudentencontract binnen dezelfde speelpleinorganisatie activiteiten begeleiden, echter, enkel het juridische 15 D. SIMOENS, De rechten van de vrijwilliger thans wettelijk bepaald, RW , (382) 15; N. VAN GELDER, De aansprakelijkheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties: toepassingsgebied en uitwerking (noot onder GwH 19 December 2007), TBBR 2009, (113) D. DE LAETER, KB s vrijwilligersverzekeringen gepubliceerd, VZW info 2007, nr 3, 1; D. SIMOENS, Sociale bescherming van de vrijwilliger, TSR, 2007, (55) 11; D. SIMOENS, De rechten van de vrijwilliger thans wettelijk bepaald, RW , (382) Art 3,3 vrijwilligerswet. 18 D. SIMOENS, De rechten van de vrijwilliger thans wettelijk bepaald, RW , (382)10 en 45, 16; D. SIMOENS, Sociale bescherming van de vrijwilliger, TSR 2007, (55) 10; N. VAN GELDER, De aansprakelijkheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties: toepassingsgebied en uitwerking (noot onder GwH 19 December 2007), TBBR 2009, (113)

17 aanknopingspunt zal verschillend zijn, de jeugdleider zelf zal hier weinig van merken aangezien de aansprakelijkheidsregeling van de vrijwilligerswet en de aansprakelijkheidsregeling binnen het arbeidsrecht een gelijkaardige bescherming bieden. 19 A.2 Plaats waar de jeugdleider zijn activiteit uitoefend. 28. Het territoriale toepassingsgebied van de vrijwilligerswet is van groot belang bij jeugdleiders, bijzonder veel jeugdbewegingen en vakantieorganisaties organiseren immers geregeld buitenlandse kampen / vakanties. De vrijwilligerswet bepaald in artikel 2 dat, opdat de wet toepassing zou vinden, de jeugdleider zijn activiteit moet uitvoeren op Belgisch grondgebied. Verder wordt er bepaald dat het vrijwilligerswerk dat daarbuiten wordt verricht en dat georganiseerd wordt vanuit België, tevens onder toepassing van de wet valt indien de jeugdleider (vrijwilliger) zijn hoofdverblijfplaats in België heeft (beide voorwaarden dienen vervuld te zijn) voor zover er geen andere bepalingen van toepassing zijn in het land waar de activiteit wordt uitgevoerd. 20 Dit betekent dat de meerderheid van de vrijwillige jeugdleiders die buitenlandse kampen / vakanties begeleiden van de aansprakelijkheidsregeling van de vrijwilligerswet zullen kunnen genieten. Paragraaf 3: aansprakelijkheidsregeling 29. De Aansprakelijkheidsregeling voor vrijwillige jeugdleiders is te vinden in artikel 5 van de vrijwilligerswet. De wetgever heeft bij het opstellen van de regeling twee uitgangspunten in acht genomen. Enerzijds werd er rekening gehouden met het slachtoffer van een onrechtmatige daad dat niet onvergoed mocht blijven, daarnaast verdiende de vrijwilliger, wegens het onbaatzuchtige karakter van zijn inzet, bescherming te verkrijgen tegen aansprakelijkheidsvorderingen gebaseerd op schade toegebracht tijdens het vrijwilligerswerk. 21 Deze uitgangspunten zijn moeilijk met elkaar te verenigen, bijgevolg heeft de wetgever in bepaalde gevallen de aansprakelijkheid van vrijwilligers (waaronder 19 zie randnummer G. JOCQUE, Rechten van vrijwilligers, NJW 2006, (727) 5; D. SIMOENS, De rechten van de vrijwilliger thans wettelijk bepaald, RW , (382) 28; N. VAN GELDER, De aansprakelijkheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties: toepassingsgebied en uitwerking (noot onder GwH 19 December 2007), TBBR 2009, (113) Wetsvoorstel betreffende de rechten van de vrijwilliger. Parl.Doc. Kamer , /1; Wetsvoorstel betreffende de rechten van de vrijwilliger, Parl.Doc. Senaat , 3-993/1. 11

18 uiteraard jeugdleiders) verschoven naar de organisatie waarvoor deze vrijwilligers zich engageren. 22 A. De aansprakelijkheidsregeling, enkel van toepassing op specifieke organisaties 30. De bepaling uit artikel 5 met betrekking tot de aansprakelijkheid van de vrijwilliger / jeugdleider heeft de organisaties die binnen het toepassingsgebied van de vrijwilligerswet vallen 23 verder gepreciseerd en aangaande de aansprakelijkheids - en verzekeringsregeling in de wet verder beperkt. De vrijwillige jeugdleider zal enkel van deze voor hem voordelige aanspakelijkheidsregeling kunnen genieten indien de organisatie in welk kader hij activiteiten begeleid voor kinderen en/of jongeren binnen het toepassingsgebied van artikel 5 valt. De wetgever heeft hierdoor een onderscheid willen maken tussen, enerzijds de grotere en gestructureerde verenigingen en anderzijds, de kleinere feitelijke verenigingen die eerder uit een los verband bestaan. De wetgever wilde de kleine spontane feitelijke verenigingen niet ontmoedigen en ging ervan uit dat enkel de grote en gestructureerde verenigingen werden geacht op de hoogte te zijn van de plichten vervat in de artikelen 5 (en 6) van de wet en in staat te zijn de aansprakelijkheid voor de fout van hun vrijwilligers (jeugdleiders) te kunnen dragen In bovenstaand artikel 25 zien we dat de jeugdleider van de immuniteit voor de schade veroorzaakt door zijn gebeurlijke lichte fout geniet indien hij als begeleider handelt in het kader van de volgende organisatie-vormen; 26 a) in de eerste plaats de organisaties met rechtspersoonlijkheid (zoals bijvoorbeeld in vele gevallen de vzw s die beroep doen op jeugdleiders; 22 D. SIMOENS, De rechten van de vrijwilliger thans wettelijk bepaald, RW , (382) 52; voor de aansprakelijkheid van de organisatie zie randnummer 178 ev. 23 zie randnummer G. JOCQUE, Rechten van vrijwilligers, NJW 2006, (727) 12; G. VANDEN ABEELE, De aansprakelijkheid van de vrijwilliger (noot onder GwH 19 December 2007), RW , (272) 3; N. VAN GELDER, De aansprakelijkheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties: toepassingsgebied en uitwerking (noot onder GwH 19 December 2007), TBBR 2009, (113) art. 5 vrijwilligerswet. 26 D. DE LAETER, K.B. s vrijwilligersverzekeringen gepubliceerd, VZW info 2007, nr 3, 1; E. DE LEMBRE, C. VANHEE, aanpassing vrijwilligerswet, VZW info 2007, nr 13, 4; G. JOCQUE, Rechten van vrijwilligers, NJW 2006, (727) 12; D. SIMOENS, De rechten van de vrijwilliger thans wettelijk bepaald, RW , (382) 53; D. SIMOENS, Sociale bescherming van de vrijwilliger, TSR 2007, (55) 20; G. VANDEN ABEELE, De aansprakelijkheid van de vrijwilliger (noot onder GwH 19 December 2007), RW , (272) 1; N. VAN GELDER, De aansprakelijkheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties: toepassingsgebied en uitwerking (noot onder GwH 19 December 2007), TBBR 2009, (113) 5. 12

19 b) verder ook de feitelijke verenigingen die, als bijkomende voorwaarde die niet wordt geformuleerd door artikel 3, een of meerdere personen tewerkstellen die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor werklieden of bedienden (indien dit het geval is, gaat de wet ervan uit dat er binnen de vereniging voldoende structuur bestaat om op de hoogte te zijn van de plichten die uit de wet voortvloeien; c) tenslotte worden ook feitelijke verenigingen die beschouwd kunnen worden als een afdeling van een organisatie zoals vermeld in de punten a) en b) onder toepassing van de aansprakelijkheidsregeling gesteld. Volgens de wet kan men stellen dat er van een afdeling gesproken kan worden voor zover deze een specifieke verbondenheid vertoont met de rechtspersoon of feitelijke vereniging. B.Organisaties met een specifieke verbondenheid 32. Paragraaf a) en b) spreken voor zich, moeilijker echter blijkt de interpretatie van de derde en laatste paragraaf, op welke wijze deze toegepast wordt is nochtans zeer belangrijk met betrekking tot het onderwerp van deze masterproef. Bijzonder veel jeugdverenigingen en hun begeleiders zullen potentieel behoren tot deze laatste paragraaf, te denken valt bijvoorbeeld aan de meeste klassieke jeugdbewegingen zoals Scouts en Chiro. De vrijwilligerswet spreekt in zijn artikel 5 over deel uit maken van ( een afdeling vormen ), daarvoor wordt verder in het artikel zelf verwezen naar de specifieke verbondenheid met de overkoepelende organisatie. Deze vormen zijn echter niet duidelijk in de wet omschreven of gedefinieerd. 27 De rechtsleer stelt dat het onduidelijk is of de afdeling lid moet zijn van de koepel, of deze afdeling dezelfde naam moet dragen, dezelfde doelstellingen moet hebben of de leden van de afdeling tegelijkertijd lid moeten zijn van de overkoepelende organisatie waarmee er een specifieke verbondenheid verwacht wordt? Over het algemeen kan dit beschouwd worden als een feitenkwestie, de feitenrechter zal (bij gebrek aan duidelijke omschrijving in de wet) de mate van verbondenheid moeten beoordelen. Van GELDER 29 wijst er in zijn artikel op dat de mate van onafhankelijkheid van de feitelijke vereniging ten aanzien van de koepelorganisatie een grote rol kan spelen. Hij 27 G. JOCQUE, Rechten van vrijwilligers, NJW 2006, (731) 12; N. VAN GELDER, De aansprakelijkheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties: toepassingsgebied en uitwerking (noot onder GwH 19 December 2007), TBBR 2009, (113) G. VANDEN ABEELE, De aansprakelijkheid van de vrijwilliger (noot onder GwH 19 December 2007), RW , (272) N. VAN GELDER, De aansprakelijkheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties: toepassingsgebied en uitwerking (noot onder GwH 19 December 2007), TBBR 2009, (113) 7. 13

20 benadrukt tevens het belang van een ruime interpretatie van het begrip, aangezien een ruime mate van interpretatie ervoor zou kunnen zorgen dat vele jeugdbewegingen en sportclubs, die vaak lid zijn van een overkoepelende organisatie of federatie, op die mannier tevens zouden kunnen genieten van de aansprakelijkheidsregeling van de vrijwilligerswet. De volksvertegenwoordigers in het parlement hebben zich tevens uitgesproken over de noodzaak van een duidelijkere omschrijving Andere auteurs gaan er dan weer zonder nuance vanuit dat vrijwilligers, van elke kleine vereniging die aangesloten is bij een federatie, enkel aansprakelijk zijn bij grote fout, bedrog, of eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomende lichte fout. 31 De LEMBRE en VANHEE 32 halen als voorbeeld een sportclub aan die aangesloten is bij Bloso. Mijns inziens kan dit alleszins doorgetrokken worden naar de begeleiders van de plaatselijke jeugdbeweging die aangesloten is bij een nationale koepel, zoals bijvoorbeeld scouts en chiro waarvan hierboven sprake. Zeker wanneer deze jeugdbewegingen lid zijn van de nationale koepel, de leden hier tevens lid van zijn, de jeugdbeweging verder dezelfde naam draagt en dezelfde doelstellingen heeft. Ook al zijn deze afdelingen redelijk onafhankelijk in relatie met hun overkoepelende organisatie. In het verleden werden jeugdleiders uit jeugdbewegingen vaak als orgaan van de nationale koepel beschouwd. 33 Daaruit leid ik af dat er tussen een begeleider uit de jeugdbeweging en de nationale organisatie inderdaad de specifieke verbondenheid bestaat die de vrijwilligerswet vereist. Vervolgens kunnen we besluiten dat artikel 5 van toepassing is op deze categorie van begeleiders en dat deze vrijwillige jeugdleiders dan ook enkel aansprakelijk kunnen gesteld worden bij grote fout, bedrog, of eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomende lichte fout. C. de regel; algemene immuniteit 35. De vrijwilligerswet gaat uit van de aansprakelijkheid van de organisatie, de jeugdleider wordt slechts persoonlijk aansprakelijk gesteld in een aantal gevallen. Hij kan enkel burgerlijk aansprakelijk gesteld worden wanneer er sprake is van bedrog, zware fout of 30 Wetsvoorstel tot wijziging van de Wet 3 juni 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, Parl. St. Kamer , nr /005, 5; N. VAN GELDER, De aansprakelijkheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties: toepassingsgebied en uitwerking (noot onder GwH 19 December 2007), TBBR 2009, (113) D. DE LAETER, K.B. s vrijwilligersverzekeringen gepubliceerd, VZW info 2007, nr 3, 1; E. DE LEMBRE, C. VANHEE, aanpassing vrijwilligerswet, VZW info 2007, nr 13, E. DE LEMBRE, C. VANHEE, aanpassing vrijwilligerswet, VZW info 2007, nr 13, zie randnummer 186 ev. 14

21 lichte gebeurlijke fout; met andere woorden de jeugdleider geniet een immuniteit tegen elke aanspraak op vergoeding die gebaseerd is op een lichte fout met een toevallig karakter. 34 SIMOENS 35 stelt dat de wetgever de tolerantiegrens bijgevolg getrokken heeft op het niveau van de lichte schuld, tussen de gevallen waarin die bij de betrokkene frequent voorkomt en die waarin ze zich slechts toevallig manifesteert. 36. Artikel 5 van de vrijwilligerswet bepaald dit als volgt: Behalve in geval van bedrog, zware fout of eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomende lichte fout van de vrijwilliger, is deze, behalve als het om schade gaat die hij zichzelf toebrengt, niet burgerlijk aansprakelijk voor de schade die hij veroorzaakt bij het verrichten van vrijwilligerswerk, ingericht door een in artikel 3, 3 bedoelde feitelijke vereniging die één of meer personen tewerkstelt die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor werklieden of bedienden, door een in artikel 3, 3 bedoelde rechtspersoon, of door een feitelijke vereniging die op grond van haar specifieke verbondenheid hetzij met de voormelde feitelijke vereniging, hetzij met de voormelde rechtspersoon beschouwd kan worden als een afdeling daarvan De wetgever heeft met deze bepaling de aansprakelijkheidsregeling op dezelfde lijn gebracht als het gunstige regime dat van toepassing is op de relatie werknemers-werkgevers terug te vinden in artikel 18 arbeidsovereenkomstenwet. 37 Deze innovatie is een van de hoofdpijlers waarop de aansprakelijkheidsregeling van de vrijwilligerswetgeving rust. 38 Door 34 D. SIMOENS, De rechten van de vrijwilliger thans wettelijk bepaald, RW , (382) 57; G. VANDEN ABEELE, De aansprakelijkheid van de vrijwilliger (noot onder GwH 19 December 2007), RW , (272) D. SIMOENS, De rechten van de vrijwilliger thans wettelijk bepaald, RW , (382) Art. 5 vrijwilligerswet. 37 Amendement op het wetsvoorstel betreffende de rechten van vrijwilligers, Parl.Doc. Kamer, , nr /007, 3; K. GOOSSENS, Het vrijwilligersstatuut, artikelsgewijze bespreking in Advocatenpraktijk, Antwerpen, Kluwerrechtswetenschappen, 2007, 15; G. JOCQUE, Rechten van vrijwilligers, NJW 2006, (727) 18; R. MARCHETTI, A. PURZ, La responsabilité civile et l assurance des volontaires et de leurs organisations, JT 2006, (385) 3; D. SIMOENS, Sociale bescherming van de vrijwilliger, TSR 2007, (55) 18; G. VANDEN ABEELE, De aansprakelijkheid van de vrijwilliger (noot onder GwH 19 December 2007), RW , (272) 1; N. VAN GELDER, De aansprakelijkheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties: toepassingsgebied en uitwerking (noot onder GwH 19 December 2007), TBBR 2009, (113) D. SIMOENS, De rechten van de vrijwilliger thans wettelijk bepaald, RW , (382)

22 dit wetgevend initiatief hoeft men geen pogingen meer te ondernemen om een vrijwilliger als een werknemer te beschouwen om onder het voor de vrijwilliger gunstige regime te vallen. 39 D. Afwijken van de aansprakelijkheidsbeperking 38. Het tweede lid van art 5 vrijwilligerswet stelt dat van bovenstaande aansprakelijkheidsregeling niet afgeweken kan worden in het nadeel van de vrijwilliger, dit op straffe van nietigheid. 40 Uiteraard kan een organisatie wel afwijkingen voorzien in de andere zin, een organisatie zou bijvoorbeeld, via haar verzekering, ook kunnen instaan voor de zware schuld van haar vrijwillige jeugdleiders, of aannemelijker, met het doel randbetwistingen te vermijden, via haar verzekering instaan voor de vaak voorkomende lichte schuld. Op die mannier kan de organisatie in het voordeel van de vrijwilliger afwijken van de bijzondere aansprakelijkheidsregel. 41 E. Aansprakelijkheidsimmuniteit uit de wet enkel voor schade aan derden 39. De organisatie waarvoor de jeugdleider zijn activiteiten uitvoert of de overkoepelende organisatie zal enkel aansprakelijk gesteld worden wanneer de jeugdleider een lichte fout met een toevallig karakter begaat die schade berokkend aan derden; dit zijn alle andere personen dan de jeugdleider en de organisatie zelf. De organisatie kan namelijk moeilijk verantwoordelijk zijn tegenover zichzelf. 42 Verder zal de organisatie niet verantwoordelijk zijn voor de schade die de jeugdleider door een lichte fout met toevallig karakter aan zichzelf toebrengt, deze schade zal hij zelf moeten dragen R. MARCHETTI, A. PURZ, La responsabilité civile et l assurance des volontaires et de leurs organisations, JT, 2006, (385), Wetsvoorstel tot wijziging van de Wet van 3 juni 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, Parl. St. Kamer , nr /001, 10; D. DE LAETER, K.B. s vrijwilligersverzekeringen gepubliceerd, VZW info 2007, nr 3, 1; G. JOCQUE, Rechten van vrijwilligers, NJW 2006, (727) 19; G. VANDEN ABEELE, De aansprakelijkheid van de vrijwilliger (noot onder GwH 19 December 2007), RW , (272) D. SIMOENS, De rechten van de vrijwilliger thans wettelijk bepaald, RW , (382) 56 en 63; G. JOCQUE, Rechten van vrijwilligers, NJW 2006, (727) Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 3 juni 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, Parl. St. Kamer , nr /001, 9; D. SIMOENS, De rechten van de vrijwilliger thans wettelijk bepaald, RW , (382) E. DE LEMBRE, C. VANHEE, aanpassing vrijwilligerswet, VZW info 2007, nr 13, 2. 16

23 F. Ruime interpretatie van de aansprakelijkheidsregeling 40. Volgens de memorie van toelichting bij het voorstel van de vrijwilligerswet is er uitgegaan van een ruime interpretatie. Ook de aansprakelijkheid voor de schade aan derden die veroorzaakt wordt door de jeugdleider op weg van en naar de plaats waar hij zijn activiteiten als begeleider uitoefent wordt geregeld door bovenstaande bepalingen. 44 Afdeling 2: Arbeidsrecht 41. Een deel van de jongeren en volwassenen die in België actief zijn als jeugdleider doen dit op een professionele basis. Op deze jeugdleider, die zijn taken niet op een vrijwillige basis uitvoert maar hiervoor werkt met een arbeidscontract en overeenkomstig vergoed wordt, is de aansprakelijkheidsregeling van het arbeidsrecht van toepassing. Paragraaf 1: Toepassingsgebied 42. Artikel 18 van de arbeidsovereenkomstenwet bevat een specifieke bepaling met betrekking tot aansprakelijkheid; deze bepaling betreft de burgerrechtelijke aansprakelijkheid voor de schade die tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst is veroorzaakt door werknemers verbonden door een arbeidsovereenkomst. 45 A. Werknemers verbonden door een arbeidsovereenkomst 43. De jeugdleider moet verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst zoals bepaald in artikel 1, eerste lid arbeidsovereenkomstenwet; dit wil zeggen een overeenkomst voor werklieden, bedienden, handelsvertegenwoordigers of dienstboden. 46 Art. 1, tweede lid bepaalt verder dat de aansprakelijkheidsregeling van artikel 18 arbeidsovereenkomstenwet tevens van toepassing is op werknemers tewerkgesteld door het Rijk, de provincies, de 44 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 3 juni 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, Parl. St. Kamer , nr /001, 10; D. SIMOENS, De rechten van de vrijwilliger thans wettelijk bepaald, RW , (382) A. VAN OEVELEN, De civielrechtelijke aansprakelijkheid van de werknemer en van de werkgever voor onrechtmatige daden van de werknemer in het raam van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, RW , (1172) P. HUMBLET, R. JANVIER, W. RAUWS, M. RIGAUX, synopsis van het Belgisch arbeidsrecht, Antwerpen- Oxford, Intersentia, 2006, p.90,

DE RECHTEN VAN DE VRIJWILLIGER EN PLICHTEN VAN DE ORGANISATIE. 1. Situering algemene informatie over het aantal vrijwilligers

DE RECHTEN VAN DE VRIJWILLIGER EN PLICHTEN VAN DE ORGANISATIE. 1. Situering algemene informatie over het aantal vrijwilligers DE RECHTEN VAN DE VRIJWILLIGER EN PLICHTEN VAN DE ORGANISATIE 1. Situering algemene informatie over het aantal vrijwilligers 2. Wettelijke initiatieven 1) wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van

Nadere informatie

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1 Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK II. - Definities HOOFDSTUK III. [De informatieplicht] HOOFDSTUK IV. - Aansprakelijkheid

Nadere informatie

Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger

Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger De wet betreffende de rechten van de vrijwilliger (3 juli 2005, gewijzigd door de Wet houdende Diverse bepalingen van 27/12/2005) is aangepast. De nieuwe

Nadere informatie

Vrijwilligerswetgeving

Vrijwilligerswetgeving Vrijwilligerswetgeving Titel: Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers Wet houdende diverse bepalingen (B.S. 30-12-05) Wet van 19 juli 2006 tot wijziging van de wet van 3 juli 2005

Nadere informatie

GRATIS VRIJWILLIGERSVERZEKERING: REGLEMENT

GRATIS VRIJWILLIGERSVERZEKERING: REGLEMENT GRATIS VRIJWILLIGERSVERZEKERING: REGLEMENT Dit Reglement regelt de modaliteiten inzake het aanbieden van een Collectieve Verzekering vrijwilligerswerk, gefinancierd met middelen van de Vlaamse Overheid,

Nadere informatie

VRIJWILLIGERSWERK INFORMATIEPLICHT

VRIJWILLIGERSWERK INFORMATIEPLICHT VRIJWILLIGERSWERK Sinds 1 augustus 2006 is de hernieuwde wet op het vrijwilligerswerk van kracht. Deze wet legt vast wat onder de vorm van vrijwilligerswerk mogelijk is en op welke manier dit dient te

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Rolnummer 2540 Arrest nr. 17/2003 van 28 januari 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Het

Nadere informatie

REGLEMENT BETREFFENDE HET ONDERSTEUNEN VAN VRIJWILLIGERSWERK DOOR HET AANBIEDEN VAN EEN VERZEKERING

REGLEMENT BETREFFENDE HET ONDERSTEUNEN VAN VRIJWILLIGERSWERK DOOR HET AANBIEDEN VAN EEN VERZEKERING REGLEMENT BETREFFENDE HET ONDERSTEUNEN VAN VRIJWILLIGERSWERK DOOR HET AANBIEDEN VAN EEN VERZEKERING DE PROVINCIERAAD VAN WEST-VLAANDEREN Gelet op artikel 2 en artikel 42 van het Provinciedecreet; Overwegende

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders DE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID De persoon die schade aan iemand anders veroorzaakt, is verplicht die te herstellen. Hierbij wordt een onderscheid

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit 6e Directie Welzijn en Gezondheid Provincieraadsbesluit betreft verslaggever STEUNPUNT VRIJWILLIGERSWERK Reglement betreffende de provinciale collectieve verzekering vrijwilligerswerk de heer Eddy Couckuyt

Nadere informatie

REGLEMENT BETREFFENDE HET ONDERSTEUNEN VAN VRIJWILLIGERSWERK DOOR HET AANBIEDEN VAN EEN VERZEKERING

REGLEMENT BETREFFENDE HET ONDERSTEUNEN VAN VRIJWILLIGERSWERK DOOR HET AANBIEDEN VAN EEN VERZEKERING REGLEMENT BETREFFENDE HET ONDERSTEUNEN VAN VRIJWILLIGERSWERK DOOR HET AANBIEDEN VAN EEN VERZEKERING HOOFDSTUK 1 - TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1. Het doel van dit reglement is de kwalitatieve ondersteuning

Nadere informatie

verzekering vrijwilligerswerk

verzekering vrijwilligerswerk verzekering vrijwilligerswerk Inleiding Vrijwilligerswerk is niet weg te denken uit onze samenleving. Het vult het werk van beroepskrachten perfect aan en het verhoogt de onderlinge solidariteit in de

Nadere informatie

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Prof. dr. Alois VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen 1 BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID A. Begrip burgerlijke

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen INHOUD I. De begrippen burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke II. Twee concrete

Nadere informatie

De vrijwilliger in de zorgsector. Gert Geerts & Tom Peeters

De vrijwilliger in de zorgsector. Gert Geerts & Tom Peeters De vrijwilliger in de zorgsector Gert Geerts & Tom Peeters Inhoud I. Inleiding II. Bronnen III. Kenmerken vrijwilligerswerk IV. Aansprakelijkheid en verzekering M.b.t. de aansprakelijkheid M.b.t. de immuniteit

Nadere informatie

INFORMATIENOTA. Feitelijke vereniging.

INFORMATIENOTA. Feitelijke vereniging. INFORMATIENOTA 1. Organisatie Adres Tel.nr e-mail Sociale doelstelling Juridisch statuut Voorbeelden: VZW-IVZW (internationaal) Gemeente, OCMW, gemeentelijke VZW Stichting/Instelling van Openbaar Nut Intercommunale:

Nadere informatie

Reglement met betrekking tot de collectieve provinciale verzekering vrijwilligerswerk

Reglement met betrekking tot de collectieve provinciale verzekering vrijwilligerswerk directie Welzijn, Gezondheid, Wonen, Jeugd en Ontwikkelingssamenwerking dienst Maatschappelijke Participatie Reglement met betrekking tot de collectieve provinciale verzekering vrijwilligerswerk HOOFDSTUK

Nadere informatie

Vrijwilliger : elke natuurlijke persoon die vrijwilligerswerk verricht.

Vrijwilliger : elke natuurlijke persoon die vrijwilligerswerk verricht. BIJLAGE Bijlage nr. 1 Reglement vrijwilligersverzekering Artikel 1.- Binnen de perken van de in het verdelingsplan van de nationale Loterij voorziene subsidies, biedt de Vlaamse Gemeenschapscommissie een

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994; Collegebesluit nr. 07/326 19 september 2007 Besluit houdende het reglement betreffende het ondersteunen van vrijwilligerswerk door het aanbieden van een verzekering Het College, Gelet op de artikelen 127,

Nadere informatie

De vrijwilliger in de zorgsector: aansprakelijkheid en verzekering?

De vrijwilliger in de zorgsector: aansprakelijkheid en verzekering? De vrijwilliger in de zorgsector: aansprakelijkheid en verzekering? Studiedag Social Profit en Zorg Acerta Leuven, 19 februari 2019 Gert Geerts Inhoud I. Inleiding II. De wettelijke regeling de wettelijke

Nadere informatie

verzekering vrijwilligerswerk

verzekering vrijwilligerswerk verzekering vrijwilligerswerk Inleiding Vrijwilligerswerk is niet weg te denken uit onze samenleving. Het vult het werk van beroepskrachten perfect aan en het verhoogt de onderlinge solidariteit in de

Nadere informatie

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1

Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1 Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK II. - Definities HOOFDSTUK III. - De organisatienota HOOFDSTUK IV. - Aansprakelijkheid

Nadere informatie

Dit wetsvoorstel strekt ertoe een aantal aspecten van de vrijwilligerswetgeving te verfijnen.

Dit wetsvoorstel strekt ertoe een aantal aspecten van de vrijwilligerswetgeving te verfijnen. WETSVOORSTEL tot wijziging van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (ingediend door de dames Greet van Gool, Annelies Storms, Greta D Hondt, Maggie De Block, Pierrette Cahay-André,

Nadere informatie

Vergelijking feitelijke vereniging - vzw

Vergelijking feitelijke vereniging - vzw Zonder winst geoogmerkt vzw- en vrijwilligersstatuut Aalst, 21 november 2013 Vergelijking feitelijke vereniging - vzw Vergelijking feit. vereniging - vzw Feitelijke vereniging bestaat juridisch niet onbeperkte

Nadere informatie

DAG VAN DE SPORTCLUBBESTUURDER

DAG VAN DE SPORTCLUBBESTUURDER DAG VAN DE SPORTCLUBBESTUURDER Sessie Wegwijs in verzekeringen voor sportclubs Wilrijk - 9 oktober 2010 Campus Drie Eiken Universiteit Antwerpen Eddy Van Den Bosch Het sportlandschap in Vlaanderen Decreet

Nadere informatie

Voorwoord 11 INHOUDSTAFEL

Voorwoord 11 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL Voorwoord 11 1 Beleidsmatige aspecten van het inzetten van vrijwilligers 15 1. Vrijwilligersbeleid 17 1.1. Een visie op vrijwilligerswerk als leidraad 17 1.2. Een vrijwilligersbeleid uittekenen

Nadere informatie

Eindelijk een statuut voor de vrijwilliger

Eindelijk een statuut voor de vrijwilliger Eindelijk een statuut voor de vrijwilliger Inhoud van de toelichting Historiek Krachtlijnen van de wet En verder? Historiek Legislatuur 1999-2003 Verschillende studies over vrijwilligerswerk Twee wetsvoorstellen

Nadere informatie

Vrijwilligers: een nieuwe toekomst voor de politie?

Vrijwilligers: een nieuwe toekomst voor de politie? Vrijwilligers: een nieuwe toekomst voor de politie? Inhoud Inzet vrijwilligers politie België: wettelijk kader Mogelijkheden inzet vrijwilligers bij politie in België Politie in bijberoep Conclusie 1 Hoge

Nadere informatie

Aansprakelijkheidsverzekering UNIZO

Aansprakelijkheidsverzekering UNIZO Aansprakelijkheidsverzekering UNIZO Contactpersonen Lieve Pieters Technical Advisor Liability 09/248.85.32 Lieve_pieters@aon.be Koenraad Maes Regiodirecteur 09/248.85.81 Koenraad_maes@aon.be Kortrijksesteenweg

Nadere informatie

Aansprakelijkheid Verzekeringen

Aansprakelijkheid Verzekeringen Aansprakelijkheid Verzekeringen Vlaamse Stichting Verkeerskunde Verkeer op School 4 en 8 oktober 2012 Ethias Verzekering Geert Van Aken 1 Risico? Excursies met de fiets Fietsvaardigheidstraining Verkeersroute

Nadere informatie

Gemeente Kasterlee verenigingen en vrijwilligers UW VERENIGING GOED VERZEKERD?

Gemeente Kasterlee verenigingen en vrijwilligers UW VERENIGING GOED VERZEKERD? Gemeente Kasterlee verenigingen en vrijwilligers UW VERENIGING GOED VERZEKERD? 1 2 Wat is een vrijwilligersorganisatie? Géén commerciële ondernemingen WEL - rechtspersonen van publiek recht zonder winstoogmerk

Nadere informatie

Aansprakelijkheid bij verkeers- en mobiliteitseducatie

Aansprakelijkheid bij verkeers- en mobiliteitseducatie Aansprakelijkheid bij verkeers- en mobiliteitseducatie Vlaamse Stichting Verkeerskunde 28/05/2013 Ethias Verzekering Geert Van Aken 1 Risico? Excursies met de fiets Fietsvaardigheidstraining Verkeersroute

Nadere informatie

Wet van 3 JULI 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, B.S., 29 agustus 2005

Wet van 3 JULI 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, B.S., 29 agustus 2005 Wet van 3 JULI 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, B.S., 29 agustus 2005 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5 Inhoud Voorwoord 11 I Inleiding 13 1 Wat is aansprakelijkheid? 13 1.1 Voorbeelden uit de media en de rechtspraak 13 1.2 Omschrijving begrip aansprakelijkheid 15 2 Aansprakelijkheid versus verantwoordelijkheid

Nadere informatie

WET OP HET VRIJWILLIGERSWERK

WET OP HET VRIJWILLIGERSWERK WET OP HET VRIJWILLIGERSWERK 1.1. DEFINITIES: Vrijwilligerswerk: Feitelijke vereniging: dient verricht te worden ten behoeve van andere personen, een groep, een organisatie of de samenleving in zijn geheel

Nadere informatie

Informatiefiche. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon

Informatiefiche. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon Informatiefiche Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon VERANTWOORDELIJKHEID Een (ernstig) arbeidsongeval leidt zowel tot strafrechtelijke verantwoordelijkheid als burgerlijke aansprakelijkheid Strafrechtelijke

Nadere informatie

GUIDELINES VRIJWILLIGERSWERK IN DE SPORT

GUIDELINES VRIJWILLIGERSWERK IN DE SPORT GUIDELINES VRIJWILLIGERSWERK IN DE SPORT Bram De Bock INHOUDSOPGAVE Vrijwilligerswerk: een kennismaking 2 Aandachtspunten 3 Vergoedingen 4 Stappenplan 5 Meer weten? 5 Bijlage 1: Modelovereenkomst vrijwilligerswerk

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5 Inhoud Voorwoord 11 I Inleiding 13 1 Wat is aansprakelijkheid? 13 1.1 Voorbeelden uit de media en de rechtspraak 13 1.2 Omschrijving begrip aansprakelijkheid 15 2 Aansprakelijkheid versus verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Algemeen Als u vermoedt dat een beroepsbeoefenaar uw rechten heeft geschonden, kunt u hem of de zorginstelling waarbinnen hij werkt aansprakelijk stellen. Volgens

Nadere informatie

AANSPRAKELIJKHEID. Bart ADRIAENS Advocaat-vennoot Claeys & Engels. HR BUILDERS 2 mei 2011

AANSPRAKELIJKHEID. Bart ADRIAENS Advocaat-vennoot Claeys & Engels. HR BUILDERS 2 mei 2011 AANSPRAKELIJKHEID Bart ADRIAENS Advocaat-vennoot Claeys & Engels HR BUILDERS 2 mei 2011 Claeys & Engels 2009 1 Inleiding 1.1 Twee soorten aansprakelijkheid Strafrechtelijke aansprakelijkheid Risico op

Nadere informatie

Juridisch statuut van studentenverenigingen

Juridisch statuut van studentenverenigingen Juridisch statuut van studentenverenigingen Inleiding & Structuur Wat Feitelijke Vereniging VZW 29-9-2016 2 Feitelijke vereniging Kenmerken Vanaf moment dat twee of meer personen het idee ontwikkelen om

Nadere informatie

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen Grondwettelijk Hof 15 oktober 2015 Voorzitters: Rechters: Advocaten: A. Alen en J. Spreutels J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen N. Maes Grondwet gelijkheid en niet-discriminatie

Nadere informatie

KBC POLIS HANDEL EN DIENSTEN

KBC POLIS HANDEL EN DIENSTEN KBC POLIS HANDEL EN DIENSTEN De Polis Handel en diensten beschermt de verzekerde(n) tegen allerlei risico s in zijn beroepsleven. De verzekering is bestemd voor kleinhandelszaken. Verzekeringen Wat kan

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers en van het Gerechtelijk Wetboek, wat betreft het opleggen van sancties aan

Nadere informatie

INHOUD DEEL I. BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ARBEIDS- ONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN... 7

INHOUD DEEL I. BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ARBEIDS- ONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN... 7 INHOUD WOORD VOORAF... v DANKWOORD...vii INLEIDING... 1 DEEL I. BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ARBEIDS- ONGEVALLEN EN BEROEPSZIEKTEN... 7 INLEIDING... 9 HOOFDSTUK I. DE MAATSCHAPPELIJKE CONTEXT VAN

Nadere informatie

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95

Nadere informatie

Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1]

Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1] Verplicht!? vrijwilligerswerk - Standpunt van het Vlaams Welzijnsverbond [1] 1 1. Inleiding In het Vlaams Welzijnsverbond zijn heel wat vrijwilligers actief, zowel in organisaties die erkend zijn als autonoom

Nadere informatie

Arbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet

Arbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet Advies nr. 2011/08 van 4 oktober 2011 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten. Advies over de sancties bepaald

Nadere informatie

Aansprakelijkheid bij stages

Aansprakelijkheid bij stages Aansprakelijkheid bij stages Algemeen Artikel 6:170 BW bepaalt dat een werkgever aansprakelijk is voor een ondergeschikte. Door expliciet te spreken over een ondergeschikte heeft de wetgever beoogd dat

Nadere informatie

Aansprakelijkheid en BTW in de vzw & de feitelijke vereniging

Aansprakelijkheid en BTW in de vzw & de feitelijke vereniging Aansprakelijkheid en BTW in de vzw & de feitelijke vereniging 1 Wat? A. Inleiding verschillen tussen een feitelijke vereniging en een vzw B. Toegepast: Aansprakelijkheid welk risico lopen leden en bestuur

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 APRIL 2018 C.17.0578.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0578.N 1. BALOISE BELGIUM nv, met zetel te 2600 Antwerpen (Berchem), Posthofbrug 16, 2. AG INSURANCE nv, met zetel te 1000 Brussel,

Nadere informatie

Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger. Een beknopt overzicht

Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger. Een beknopt overzicht Wet betreffende de rechten van de vrijwilliger Een beknopt overzicht Doel van de wet? Juridische duidelijkheid scheppen Vrijwilligers beschermen Federale regeling (>< decreet) Van kracht sinds 1 augustus

Nadere informatie

UW SPORTVERZEKERING. Wegwijs in de nieuwe verzekeringspolis. Infovergadering 24 oktober 2015 De Graanmaat - St-Niklaas Eddy Van Den Bosch

UW SPORTVERZEKERING. Wegwijs in de nieuwe verzekeringspolis. Infovergadering 24 oktober 2015 De Graanmaat - St-Niklaas Eddy Van Den Bosch UW SPORTVERZEKERING Wegwijs in de nieuwe verzekeringspolis Infovergadering 24 oktober 2015 De Graanmaat - St-Niklaas Eddy Van Den Bosch Het sportlandschap in Vlaanderen Decreet 13.07.2001 Uitvoeringsbesluiten

Nadere informatie

De PPI ook voor zelfstandigen?

De PPI ook voor zelfstandigen? . De PPI ook voor zelfstandigen? Prof. Dr. Erik Lutjens Hoogleraar Pensioenrecht Vrije Universiteit Amsterdam Expertisecentrum Pensioenrecht - Fac. Rechtsgeleerdheid Initium De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam

Nadere informatie

Bestuurder zijn is niet vrijblijvend.

Bestuurder zijn is niet vrijblijvend. Bestuurder zijn is niet vrijblijvend. Ook in België wordt de verantwoordelijkheid van bestuurders met de dag belangrijker. Nieuwe wetgeving en procedures verplichten bestuurders om meer dan ooit bewust

Nadere informatie

VLAAMSE ROEILIGA vzw VERZEKERINGEN. Bart Hannes 23 oktober 2013

VLAAMSE ROEILIGA vzw VERZEKERINGEN. Bart Hannes 23 oktober 2013 VLAAMSE ROEILIGA vzw VERZEKERINGEN Bart Hannes 23 oktober 2013 1 Sport beoefenen Sportactiviteiten organiseren = Risico s nemen. Beschermen tegen risico s = Preventie Verzekeren Verzekeringen I. Burgerlijke

Nadere informatie

VERZEKERING VIA DANSPUNT Specifieke bepalingen

VERZEKERING VIA DANSPUNT Specifieke bepalingen VERZEKERING VIA DANSPUNT Specifieke bepalingen Danspunt biedt dansgroepen en -scholen de mogelijkheid om een extra-voordelige verzekering voor Lichamelijke ongevallen en Burgerrechtelijke aansprakelijkheid

Nadere informatie

ADVIES VAN DE HOGE RAAD VOOR VRIJWILLIGERS OP HET WETSVOORSTEL VAN GOOL-DE MEYER BETREFFENDE DE RECHTEN VAN DE VRIJWILLIGERS (Doc.51/0455/001).

ADVIES VAN DE HOGE RAAD VOOR VRIJWILLIGERS OP HET WETSVOORSTEL VAN GOOL-DE MEYER BETREFFENDE DE RECHTEN VAN DE VRIJWILLIGERS (Doc.51/0455/001). ADVIES VAN DE HOGE RAAD VOOR VRIJWILLIGERS OP HET WETSVOORSTEL VAN GOOL-DE MEYER BETREFFENDE DE RECHTEN VAN DE VRIJWILLIGERS (Doc.51/0455/001). Vooreerst verheugt de Hoge Raad voor Vrijwilligers (H.R.V.)

Nadere informatie

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld www.vdelegal.be Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld Brussel, 24 november 2003 Johan VANDEN EYNDE Advocaat Vanden Eynde Legal Avenue de la

Nadere informatie

Voorwoord... 1. De gebruiksaanwijzing... 3

Voorwoord... 1. De gebruiksaanwijzing... 3 i INHOUDSTAFEL Voorwoord................................................. 1 De gebruiksaanwijzing....................................... 3 Deel 1: De identiteitskaart van de vzw..........................

Nadere informatie

DE WET OP HET VRIJWILLIGERSWERK

DE WET OP HET VRIJWILLIGERSWERK DE WET OP HET VRIJWILLIGERSWERK QUIZ Jan is administratief medewerker en doet na zijn uren vrijwilligerswerk binnen de organisatie waar hij werkt. Als vrijwilliger is hij begeleider op kampen die zijn

Nadere informatie

1 Inleiding. Infofiche J010 04/2017. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon 1/5

1 Inleiding. Infofiche J010 04/2017. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon 1/5 Infofiche J010 04/2017 Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon 1 Inleiding Deze fiche is bedoeld om de (wettelijke) taken van zowel de bevoegde persoon die wordt aangewezen door de werkgever die de

Nadere informatie

TOELICHTING HANDVEST SUCCESVOL VRIJWILLIGEN

TOELICHTING HANDVEST SUCCESVOL VRIJWILLIGEN TOELICHTING HANDVEST SUCCESVOL VRIJWILLIGEN Het Handvest succesvol vrijwilligen is opgevat als een handig en visueel aantrekkelijke tool. Het moet organisaties toelaten zich te profileren als vrijwilligersorganisatie(-dienst

Nadere informatie

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4237. Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T Rolnummer 4237 Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 34, 2, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door

Nadere informatie

NIET-NOMINATIEVE VERSIE NA AFLOOP VAN DE TERMIJN VAN NOMINATIEVE BEKENDMAKING VAN ÉÉN JAAR

NIET-NOMINATIEVE VERSIE NA AFLOOP VAN DE TERMIJN VAN NOMINATIEVE BEKENDMAKING VAN ÉÉN JAAR NIET-NOMINATIEVE VERSIE NA AFLOOP VAN DE TERMIJN VAN NOMINATIEVE BEKENDMAKING VAN ÉÉN JAAR MINNELIJKE SCHIKKING AANVAARD DOOR HET DIRECTIECOMITÉ VAN DE FSMA EN WAARMEE A NV EN DE HEER Z HEBBEN INGESTEMD

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk verrichten voor commerciële doeleinden zoals voor een handelszaak of een bedrijf is uitgesloten.

Vrijwilligerswerk verrichten voor commerciële doeleinden zoals voor een handelszaak of een bedrijf is uitgesloten. Basisprincipes Toepassingsgebied De nieuwe wet heeft betrekking op al het vrijwilligerswerk dat op Belgisch grondgebied wordt verricht, alsook op het vrijwilligerswerk dat daarbuiten wordt verricht, voor

Nadere informatie

Rolnummer 1286. Arrest nr. 20/99 van 17 februari 1999 A R R E S T

Rolnummer 1286. Arrest nr. 20/99 van 17 februari 1999 A R R E S T Rolnummer 1286 Arrest nr. 20/99 van 17 februari 1999 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gesteld door de Politierechtbank

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Aanhef Inhoudstafel 2 gearchiveerde versies Franstalige versie Raad van State belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving

Nadere informatie

Auteur. Prof. Dr. Herman Braeckmans U. Antwerpen. Onderwerp. Dit is een uittreksel uit het boek: ISBN: Volume: 223 p Prijs: 49 EUR

Auteur. Prof. Dr. Herman Braeckmans U. Antwerpen. Onderwerp. Dit is een uittreksel uit het boek: ISBN: Volume: 223 p Prijs: 49 EUR Auteur Prof. Dr. Herman Braeckmans U. Antwerpen Onderwerp Dit is een uittreksel uit het boek: Titel: Behoorlijk vennootschapsbestuur. Een analyse van de wet van 2 augustus 2002 Jaar: 2003 Editors: Herman

Nadere informatie

VLAAMSE JUDOFEDERATIE vzw WEGWIJS IN DE ONGEVALLENPOLIS VJF. Bart Hannes september 2013

VLAAMSE JUDOFEDERATIE vzw WEGWIJS IN DE ONGEVALLENPOLIS VJF. Bart Hannes september 2013 VLAAMSE JUDOFEDERATIE vzw WEGWIJS IN DE ONGEVALLENPOLIS VJF Bart Hannes september 2013 1 Sport beoefenen Sportactiviteiten organiseren = Risico s nemen. Beschermen tegen risico s = Preventie Verzekeren

Nadere informatie

Koninklijke Roei- en Nautische Sport Oostende vzw 104 Prins Albertlaan 8400 Oostende. De Vrijwilligerswet

Koninklijke Roei- en Nautische Sport Oostende vzw 104 Prins Albertlaan 8400 Oostende. De Vrijwilligerswet Koninklijke Roei- en Nautische Sport Oostende vzw 104 Prins Albertlaan 8400 Oostende De Vrijwilligerswet In verband met de informatieplicht van de organisaties (de KRNSO is een publieke rechtspersoon zonder

Nadere informatie

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden

Nadere informatie

Wegwijs in verzekeringen voor federaties en sportclubs. 30 april 2019 Den Eyck - Kasterlee Eddy Van Den Bosch

Wegwijs in verzekeringen voor federaties en sportclubs. 30 april 2019 Den Eyck - Kasterlee Eddy Van Den Bosch Wegwijs in verzekeringen voor federaties en sportclubs 30 april 2019 Den Eyck - Kasterlee Eddy Van Den Bosch Het sportlandschap in Vlaanderen Decreet 10.06.2016 Uitvoeringsbesluit 16.09.2016 De minimumwaarborgen

Nadere informatie

Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker

Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker Dit artikel zal ingaan op de meest prangende vraagstukken over die vergoedingsregeling, namelijk wie heeft recht op vergoeding? Welke zijn de voorwaarden voor de

Nadere informatie

NIEUWE AANSPRAKELIJKHEIDSREGELING VOOR HET OVERHEIDSPERSONEEL

NIEUWE AANSPRAKELIJKHEIDSREGELING VOOR HET OVERHEIDSPERSONEEL NIEUWE AANSPRAKELIJKHEIDSREGELING VOOR HET OVERHEIDSPERSONEEL Het is niet altijd kommer en kwel voor wie het Staatsblad leest. Deze keer is er goed nieuws, dankzij de wet van 10 februari 2003, betreffende

Nadere informatie

DAG VAN DE SPORTCLUBBESTUURDER

DAG VAN DE SPORTCLUBBESTUURDER DAG VAN DE SPORTCLUBBESTUURDER Sessie Wegwijs in verzekeringen voor sportclubs Brugge - 18 juni 2016 Hogeschool VIVES Campus Brugge Eddy Van Den Bosch Het sportlandschap in Vlaanderen Decreet 13.07.2001

Nadere informatie

EXTERNE LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 62 VAN DE BANKWET

EXTERNE LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 62 VAN DE BANKWET 1/5 EXTERNE LEIDRAAD VOOR DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 62 VAN DE BANKWET SOORTEN CUMULBEPERKINGEN STRUCTUUR ARTIKEL 62 De wettelijke cumulbeperkingen, zoals geformuleerd in artikel 62 van de wet van 25 april

Nadere informatie

Statuut van Onafhankelijkheid

Statuut van Onafhankelijkheid Statuut van Onafhankelijkheid Zoals laatstelijk gewijzigd en vastgesteld door het bestuur van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs ingevolge artikel 6 lid 2 en artikel 12 lid 3 van de statuten van

Nadere informatie

VRIJWILLIGERSBELEID RIETVELD LYCEUM Vastgesteld in het schoolleidersoverleg d.d. 30 augustus 2010

VRIJWILLIGERSBELEID RIETVELD LYCEUM Vastgesteld in het schoolleidersoverleg d.d. 30 augustus 2010 VRIJWILLIGERSBELEID RIETVELD LYCEUM Vastgesteld in het schoolleidersoverleg d.d. 30 augustus 2010 Inleiding Vrijwilligerswerk op het Rietveld Lyceum is ontstaan vanuit een dringende behoefte aan extra

Nadere informatie

VRIJWILLIGE STAGEOVEREENKOMST (ONBEZOLDIGD)

VRIJWILLIGE STAGEOVEREENKOMST (ONBEZOLDIGD) VRIJWILLIGE STAGEOVEREENKOMST (ONBEZOLDIGD) Voor personen die ingeschreven zijn als student aan de Universiteit Gent en die in het kader van hun universitaire studies bij een bedrijf of andere overheidsinstelling

Nadere informatie

The Name in Sports Insurance

The Name in Sports Insurance Verzekering Sportfederaties Leden Polissen Niet-leden Polissen L.O. 1.102.184 A B.A. 1.102.185 A L.O. B.A. 1.102.184 B 1.102.185 B ADMINISTRATIEF BIJVOEGSEL Verzekeringnemer V.C.H.H.D. - AFDELING V.V.H.V.

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 35 VAN 27 FEBRUARI 1981 BETREFFENDE SOMMIGE BEPALINGEN VAN HET ARBEIDSRECHT TEN AANZIEN VAN DE

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 35 VAN 27 FEBRUARI 1981 BETREFFENDE SOMMIGE BEPALINGEN VAN HET ARBEIDSRECHT TEN AANZIEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 35 VAN 27 FEBRUARI 1981 BETREFFENDE SOMMIGE BEPALINGEN VAN HET ARBEIDSRECHT TEN AANZIEN VAN DE DEELTIJDSE ARBEID, GEWIJZIGD DOOR COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR.

Nadere informatie

Circulaire WAP - nr. 4. Betreft : Jaarlijkse mededeling betreffende de individuele pensioentoezeggingen

Circulaire WAP - nr. 4. Betreft : Jaarlijkse mededeling betreffende de individuele pensioentoezeggingen Toezicht op de aanvullende pensioenen Brussel, 15 november 2005 Circulaire WAP - nr. 4 Betreft : Jaarlijkse mededeling betreffende de individuele pensioentoezeggingen Mevrouw, Mijnheer, De wet van 28 april

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 oktober 2017

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 24 oktober 2017 A D V I E S Nr. 2.054 ------------------------------ Zitting van dinsdag 24 oktober 2017 ------------------------------------------------ Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van artikel 17 quater

Nadere informatie

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen Inhoud I 1 2 Deel 1 II 3 4 5 6 7 8 9 10 III 11 12 13 14 15 Inleiding Aansprakelijkheidsrecht Het systeem Vestiging Aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig handelen (art. 6:162 BW) Onrechtmatige daad

Nadere informatie

Wat kan men meer bepaald voor aanhangwagens afleiden uit die definitie?

Wat kan men meer bepaald voor aanhangwagens afleiden uit die definitie? DE PROBLEMATIEK VAN DE AANHANGWAGENS De eerste Europese richtlijn betreffende verplichte verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid voor motorrijtuigen 1 bepaalt dat alle Lidstaten de nodige maatregelen

Nadere informatie

Aan de slag in de dans. Kostenvergoedingen

Aan de slag in de dans. Kostenvergoedingen Aan de slag in de dans Stijn Michielsen 4 maart 2019 Statuten en vergoedingen (Artistieke) Prestatie Zelfstandige Auteurs- en naburige rechten Werknemer Occasionele prestatie Kostenvergoeding Arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

ADVIES /05 VAN DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN. Burgerrechtelijke beroepsaansprakelijkheid

ADVIES /05 VAN DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN. Burgerrechtelijke beroepsaansprakelijkheid ADVIES 1 2019/05 VAN DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN Correspondent Onze referte Datum sg@ibr-ire.be EV/SQ/DS/fb 14/03/2019 Geachte Confrater, Betreft: Burgerrechtelijke beroepsaansprakelijkheid

Nadere informatie

Rolnummer 4880. Arrest nr. 34/2011 van 10 maart 2011 A R R E S T

Rolnummer 4880. Arrest nr. 34/2011 van 10 maart 2011 A R R E S T Rolnummer 4880 Arrest nr. 34/2011 van 10 maart 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij

Nadere informatie

De ouderlijke aansprakelijkheid

De ouderlijke aansprakelijkheid De ouderlijke aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van ouders voor de daden van hun minderjarige kinderen Raymond en Kathleen Eugène Graffiti jongen van 16 jaar die inwoont bij gescheiden moeder brengt

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken Vonnisnummer/ Griffienummer / \.\bi. /2015 Repertoriumnummer/ Europees 2015 / 461. Datum van uitspraak 18 maart 2015 Rolnummer niet in strafzaken Notitienummer parket 66.RW.500300/2013 Rechtbank van eerste

Nadere informatie

Hulpverleningszones: tijd voor een zonaal verhaal 21 november 2016

Hulpverleningszones: tijd voor een zonaal verhaal 21 november 2016 Hulpverleningszones: tijd voor een zonaal verhaal 21 november 2016 #vvsgbwcongres Aansprakelijkheid van zonepersoneel Geert Vandenwijngaert #vvsgbwcongres De aansprakelijkheid van en voor de personeelsleden

Nadere informatie

Kick-off Presidia 2015 Juridisch, administratief en boekhoudkundig kader van een vereniging. Sylvia Thienpont SBB Accountants & Adviseurs

Kick-off Presidia 2015 Juridisch, administratief en boekhoudkundig kader van een vereniging. Sylvia Thienpont SBB Accountants & Adviseurs Kick-off Presidia 2015 Juridisch, administratief en boekhoudkundig kader van een vereniging Sylvia Thienpont SBB Accountants & Adviseurs Juridisch, administratief en boekhoudkundig kader van een vereniging

Nadere informatie

Aanvraag tot kwalificatie van de arbeidsrelatie

Aanvraag tot kwalificatie van de arbeidsrelatie Administratieve Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie (CAR) Nederlandstalige kamer Dossier nr: 062/nl/2016/05/09/X Verzoekende partijen: - X - BVBA Y Aanvraag tot kwalificatie van de arbeidsrelatie

Nadere informatie

VERSLAG AAN DE KONING

VERSLAG AAN DE KONING Koninklijk besluit van 21 december 2006 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van het sluiten van de collectieve verzekering tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst

Nadere informatie

CONTRAST SEMINARS KNIPPERLICHTEN ARBEIDSRECHT 20 FEBRUARI 2013. Van Gompel-Renette Advocaten Herkenrodesingel 4 bus 1 3500 Hasselt

CONTRAST SEMINARS KNIPPERLICHTEN ARBEIDSRECHT 20 FEBRUARI 2013. Van Gompel-Renette Advocaten Herkenrodesingel 4 bus 1 3500 Hasselt CONTRAST SEMINARS 20 FEBRUARI 2013 KNIPPERLICHTEN ARBEIDSRECHT I. DE GEWIJZIGDE WETGEVING INZAKE SCHIJNZELFSTANDIGHEID SCHIJNZELFSTANDIGHEID Schijnzelfstandigheid: partijen kwalificeren hun arbeidsrelatie

Nadere informatie

Een occasionele activiteit is een activiteit die niet frequent gebeurt. Een allesbehalve eenduidige definitie

Een occasionele activiteit is een activiteit die niet frequent gebeurt. Een allesbehalve eenduidige definitie OCCASIONELE ACTIVITEITEN EN DE LINK MET ACTIVITEITEN IN BIJBEROEP, TIJDENS WERKLOOSHEID, VRIJWILLIGERSWERK Wat is een occasionele activiteit? Een occasionele activiteit is een activiteit die niet frequent

Nadere informatie

ADVIES (1) 2015/02 VAN DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN

ADVIES (1) 2015/02 VAN DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN De Voorzitter ADVIES (1) 2015/02 VAN DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN Correspondent sg@ibr-ire.be Onze referte EV/VY/vs/sdb Uw referte Datum 02 maart 2015 Geachte Confrater, Betreft:

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de CB-arts

De aansprakelijkheid van de CB-arts De aansprakelijkheid van de CB-arts Raf Van Goethem Advocaat Dewallens & partners Overzicht 1. Algemene inleiding 2. Bevoegdheden van verpleegkundigen tot toedienen van vaccins 3. De aansprakelijkheid

Nadere informatie