VAN BIOLOGIE NAAR NATUURWETENSCHAPPEN IN DE EERSTE GRAAD A-STROOM
|
|
- Cornelia Christiaens
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VAN BIOLOGIE NAAR NATUURWETENSCHAPPEN IN DE EERSTE GRAAD A-STROOM VVKSO CODIS/DOC/08/ Inleiding: Biologie of Natuurwetenschappen In opdracht van onderwijsminister Frank Vandenbroucke vond op donderdag 1 juni 2006 de tweede Vlaamse onderwijspeiling in het secundair onderwijs plaats. Daarbij was het de bedoeling de beheersing van de eindtermen biologie door de leerlingen in de A-stroom van de eerste graad secundair onderwijs in kaart te brengen. Op basis van de resultaten plant men nu een actualisering van de eindtermen. Als Verbond is het belangrijk om, bij onze medewerking aan deze actualisering te vertrekken van een duidelijke en coherente visie omtrent onderwijs in wetenschappen. Hierbij heeft men in hoofdzaak de keuze uit twee verschillende scenario s, namelijk men handhaaft het vak biologie (status-quo) of men introduceert het vak Natuurwetenschappen i.p.v. Biologie. 2 Waarom Natuurwetenschappen i.p.v. biologie in de eerste graad? Het is niet de bedoeling van deze tekst om de waarde van biologie in de eerste graad van de A-stroom in twijfel te trekken. Biologie is tot op vandaag in het secundair onderwijs het vak geweest waarbij leerlingen voor het eerst in aanraking kwamen met een gerichte aanpak van de wetenschappelijke methode. Vele generaties wetenschappers, geneesheren, ingenieurs, laboranten, zijn een product van deze aanpak in Vlaanderen. Men kan zich dan ook terecht de vraag stellen waarom men deze aanpak moet wijzigen? De vraag stellen houdt in dat men argumenten aandraagt om te kiezen voor een andere weg. 2.1 Basisvorming in de eerste graad De eindtermen Natuurwetenschappen 1 worden gerealiseerd in een vak van de basisvorming. Een bredere wetenschappelijke 2 vorming, met aandacht voor het experiment en de bijhorende wetenschappelijke methode, is als basis en als opstap naar de tweede graad te verkiezen boven een meer gespecialiseerde vorming van een bepaalde wetenschappelijke discipline zoals biologie. Men zou kunnen stellen dat de eerste graad op gebied van wetenschappelijke vorming de brug vormt tussen de exemplarische aanpak van het basisonderwijs en de meer conceptuele aanpak in de tweede graad van het secundair onderwijs. 1 Voor de duidelijkheid spreken we over eindtermen Natuurwetenschappen i.p.v. vakgebonden eindtermen natuurwtenschappen of fysica en/of biologie en/of wetenschappelijk werk 2 Wetenschap moet in deze tekst als natuurwetenschap gelezen worden.
2 2 Het exemplarisch karakter van het basisonderwijs komt tot uiting bij de uitgangspunten van de eindtermen wereldoriëntatie: Ten slotte wijzen we erop dat het in het basisonderwijs niet de bedoeling kan zijn om de kinderen te overladen met strikt wetenschappelijke benaderingen en verklaringen. Van veel groter belang is het dat de kinderen via ontdekkende en onderzoekende activiteiten in de eigen omgeving zelf basisinzichten ontwikkelen over natuurverschijnselen. Natuuronderwijs in de basisschool betekent dan ook situaties creëren waarin kinderen kansen krijgen om zelf te ontdekken, te ervaren, te exploreren en al spelend te onderzoeken. De eindtermen in de rubriek 'Algemene vaardigheden natuur' verwijzen naar deze opvatting. Volgend schema probeert dan de vormende lijn van wetenschappen zichtbaar te maken: Basisonderwijs Wereldoriëntatie: exemplarisch Basisinzichten ontwikkelen over natuurverschijnselen Eerste graad (A-stroom) Natuurwetenschappen Inzicht krijgen in de wetenschappelijke methode: onderzoeksvraag, experiment, waarnemingen, besluitvorming Brede vorming: uitdagend voor iedereen! Beperkt begrippenkader: aggregatietoestanden, faseovergangen, kracht, energie, atoom, molecule, leven, cel, Formuletaal vermijden (tenzij exemplarisch) Contextuele benadering (conceptuele structuur op de achtergrond) Tweede graad Derde graad Natuurwetenschappen Wetenschap voor de burger Basisbegrippenkader aanbrengen Contextuele benadering (conceptuele structuur op de achtergrond) Natuurwetenschappen: Wetenschap voor de burger Contextuele benadering Biologie/Chemie/Fysica Wetenschap voor de burger, wetenschapper, technieker, Basisbegrippenkader aanbrengen Conceptuele structuur (contexten op de achtergrond) Biologie/Chemie/Fysica Wetenschap voor de wetenschapper, technieker, Basisbegrippenkader aanbrengen en verder uitdiepen Conceptuele structuur (contexten op de achtergrond)
3 3 2.2 Visie op het vak Natuurwetenschappen Wanneer men de uitgangspunten 3 van de huidige eindtermen natuurwetenschappen naleest dan lijkt het alsof biologie een unieke plaats inneemt in de wetenschappelijke vorming. Hier en daar gaat men echter kort door de bocht. Enkele voorbeelden (cursief) uit deze tekst: - De huidige internationale tendens in het onderwijs naar een science for all en in het kielzog daarvan naar een biologie voor iedereen, volgt uit geëvolueerde maatschappelijke noden die gericht zijn op de persoonlijke en de sociale gevolgen van de wetenschappen. Waarom biologie voor iedereen en niet chemie voor iedereen of fysica voor iedereen? Heeft men hier de nieuwe visie (science for all) niet geforceerd aan de historische realiteit willen aanpassen? - Steeds meer gaat men ervan uit dat een 'gezonde samenleving' niet alleen te maken heeft met wetenschappelijke en technologische vooruitgang als zodanig, maar met de wijze waarop men met deze ontwikkelingen in het dagelijkse leven omgaat. Er is voor dit punt nog heel wat werk te verrichten, omdat het de medewerking van en vooral een mentaliteitsverandering bij de gehele bevolking vereist. Die mentaliteitsverandering kan mee bekomen worden via een onderwijs in de biologie dat de verwezenlijking hiervan ook als een belangrijke opdracht beschouwt. Waarom wordt hier opnieuw biologie als afzonderlijke discipline gekozen? - In het biologieonderwijs zullen niet alleen maar maatschappelijke en individuele gevolgen van wetenschappelijke ontwikkelingen worden besproken. Het kunnen beoordelen van die gevolgen kan niet zonder een degelijke basis in de biologie als wetenschap en inzicht in de wetenschappelijke probleemoplossende methode. Anderzijds zal de maatschappelijke en individuele relevantie niet meer terloops behandeld worden: ze maakt immers fundamenteel deel uit van de basisvorming binnen het vak biologie voor het hele secundaire onderwijs en voor de eerste graad in het bijzonder. In die zin kan het voor de leerlingen het uitgangspunt vormen voor het leren van biologische begrippen, concepten en vaardigheden. Inzicht in de probleemoplossende methode kan beter verkregen worden (zeker in de eerste graad) in fysica en chemie omwille van de eenvoud van de experimenten. Biologische experimenten zijn doorgaans complexer en moeilijker reproduceerbaar in de klas. De eenvoudige biologische experimenten hebben trouwens dikwijls een fysische of chemische basis (herkenningsreacties, temperatuurmetingen, ). De maatschappelijke en de individuele relevantie hoort niet alleen thuis in biologie maar in de wetenschappelijke vorming algemeen. Een vak als Natuurwetenschappen staat niet haaks op het leren van biologische (maar ook fysische en chemische) begrippen, concepten en vaardigheden. Algemeen kan men stellen dat de tekst van de uitgangspunten geschreven is vanuit de visie Wetenschappelijke geletterdheid of Wetenschap voor de burger van morgen. Dit is ook niet te verwonderen als men de auteur van deze tekst kent, namelijk prof. Gaston Moens. Omwille van een historisch gegeven, biologie zit al vele generaties als vak in de eerste graad, is deze tekst overgoten met een biologiesausje. Indien men in deze tekst het woord biologie (biologisch, ) telkens vervangt door natuurwetenschappen (natuurwetenschappelijk, ) krijgt men de oorspronkelijke visie waar het eigenlijk om te doen is, namelijk alle burgers een basis geven van wetenschappelijke vorming (wetenschappelijke geletterdheid) om in onze huidige hoogtechnologische maatschappij te leven. Deze visie valt zeker in de eerste graad te verdedigen daar de meer gespecialiseerde vorming eerder behoort tot het domein van de tweede en de derde graad. 3 Zie bijlage 2: Uitgangspunten natuurwetenschappen (te raadplegen via de site van ond.vlaanderen)
4 4 2.3 Visie op de eerste graad Wanneer men de visietekst van de eerste graad erop naleest komt men tot de conclusie dat een bredere vorming in Natuurwetenschappen te verkiezen is boven de reeds meer gespecialiseerde vorming in biologie. Enkele voorbeelden uit de visietekst van het vvkso: 1.2 De leerling Tussen 12 en 14 jaar Het betreft jongeren met heel verschillende talenten, met een breed spectrum aan interesses, met een zeer verscheiden voorkennis en verschillende vaardigheden op zowel cognitief als op psychomotorisch vlak. Die verscheidenheid is afhankelijk van de persoon, het thuismilieu, de basisschool waaruit ze komen, enz. Jongeren aanspreken op heel verschillende talenten en interesses kan het best via een bredere aanpak van Natuurwetenschappen. Het argument dat alle jongeren vooral via biologische contexten interesse krijgen in wetenschappen is waarschijnlijk niet juist. Sommige jongeren worden meer aangetrokken door de meer abstracte probleemstellingen, technologische uitdagingen, ict-vaardigheden, thuis experimenteren, die meer aan bod komen in fysische en chemische contexten. Men kan zich in dit verband ook afvragen in hoeverre de genderproblematiek hier ook niet om de hoek komt kijken. Via Natuurwetenschappen kan ook beter ingespeeld worden op de zeer verscheiden voorkennis die leerlingen opgedaan hebben in de basisschool en het thuismilieu. 1.3 De school: de brugfunctie van de eerste graad Elke school heeft dezelfde specifieke opdracht in de eerste graad: een kwalitatieve opvang organiseren van leerlingen uit de basisschool en de leerling observeren en volgens zijn talenten oriënteren naar de tweede graad. Op die manier vervult de eerste graad een brugfunctie. De oriënterende rol van de eerste graad kan zeker ruimer opgevat worden als men vertrekt vanuit de visie Natuurwetenschappen. We denken hierbij vooral aan aspecten als experimenteervaardigheid, abstraherend vermogen en onderzoeksvaardigheden De scharnierfunctie naar de tweede graad Vaak wordt over de eerste graad in termen van uitgestelde studiekeuze gesproken. Die uitgestelde keuze betekent niet dat er geen studiekeuze dient gemaakt te worden, we zouden over een getrapte studiekeuze willen spreken die 3 scharniermomenten omvat:
5 5 Bij een getrapte studiekeuze is het logisch om te starten met breedvormende vakken i.p.v. direct te starten met een gespecialiseerde vorming in biologie Actief leren Leren omvat verschillende domeinen, m.n.: het inzichtelijke, het cognitieve, het affectieve, het metacognitieve en het (psycho)motorische. In de eerste graad worden leerinhouden het best zo aangeboden dat de leerling er op een actieve manier mee aan de slag kan en er zo inzicht in verwerft. Volgende elementen zullen dus aan bod komen: leerinhouden gekozen vanuit contexten, Binnen Natuurwetenschappen heeft men een veel ruimere keuze aan contexten dan binnen biologie. Men kan dus beter inspelen op de individuele leerling, zeker als men actief leren voorop stelt. 2.4 Leren kiezen of studiekeuzebegeleiding In de eerste graad wordt in overleg met de bovenbouw werk gemaakt van (studie-)keuzebegeleiding. Studieoriëntering behoort tevens tot het takenpakket van de scholengemeenschap. Zie vorige bemerkingen. 3 Aandachtspunten voor het VVKSO 3.1 De eindtermen Voor zover de eindtermen in de (nabije?) toekomst worden geëvalueerd en bijgestuurd, zal het VVKSO er waakzaam op toezien dat eindtermen minstens de boven geschetste werking in de eerste graad niet bemoeilijken. Nog beter ware het indien ze de aansluiting op de basisschool én de speciale aanpak van leerlingen in de eerste graad positief zouden ondersteunen. Is met betrekking tot de eindtermen natuurwetenschappen het moment niet aangebroken om deze woorden in daden om te zetten? 3.2 Overgang van de basisschool en aansluitende leerplannen en lessentabellen De aansluiting van de huidige leerplannen werd van meetaf aan verzekerd. Samenwerking tussen leerplanmakers van beide niveaus hebben dit mogelijk gemaakt. Toch zijn er in de praktijk vaak nog problemen, al zijn die soms te wijten aan het vasthouden aan vroegere terminologie of aanpak. Het Verbond wil ook openstaan voor problemen van scholen bij de implementatie van leerplannen. Het plant voor de komende jaren een evaluatie van de leerplannen voor de eerste graad en wil daarbij werken met resonansgroepen. Het is de bedoeling in die resonansgroepen leraren uit beide onderwijsniveaus aanwezig zijn. Het Verbond zal het VVKBaO ook vragen dit te doen wanneer zij iets opzetten rond de derde graad.
6 6 Bij de herwerking van leerplannen van de eerste graad moet men in de toekomst méér aandacht besteden aan de vele verschillen in de beginsituatie, zowel op het vlak van persoonlijkheidsontwikkeling als van voorkennis en vaardigheden. De vakbegeleiding kan vanuit eigen ervaring leerplanmakers daarbij helpen. Leerplanmakers moeten in de toekomst niet alleen oog hebben voor doelstellingen en leerinhouden maar ook voor het leerproces. Dat houdt in dat ze voor de leraar voldoende ruimte overlaten om differentiatie in te bouwen en zo beter in te spelen op de verschillen tussen leerlingen. Vanuit een vak Natuurwetenschappen is het waarschijnlijk gemakkelijker om voldoende ruimte en differentiatie in te bouwen in de leerplannen. Het gevaar bestaat dat men bij het opnieuw invoeren van het vak biologie in de eerste graad weer zal vasthouden aan de traditionele conceptuele lijn met het grote begrippenkader en de vele kennisinhouden. Het is zeker geen pleidooi tegen kennisinhouden op zich maar wel een pleidooi voor kennisinhouden die een ondersteuning bieden bij een wetenschappelijke vorming vanuit de visie Wetenschap voor de burger van morgen (science for all wetenschappelijke geletterdheid). Opmerking: Los van de visie op wetenschappen kan het niet dat in de algemene doelstellingen van een vak staat: Door zijn experimenteel karakter helpt de biologie de houding van de onderzoeker en de methode van de wetenschap te begrijpen. Vooral de meer begaafde leerlingen moeten hierbij inzien dat het experiment dient om een hypothese, gesteld als mogelijk antwoord op een probleem, te toetsen aan de werkelijkheid. De zelfactiviteit die hierbij van de leerlingen verondersteld wordt, biedt ruime kansen om onderzoeksvaardigheden te ontwikkelen zoals nauwkeurig observeren, meten met behulp van eenvoudige meettechnieken en de gegevens noteren. Hierdoor wordt hun zin voor zorg, orde en methode, hun vindingrijkheid en hun aanleg tot analytisch en synthetisch denken ontwikkeld. Wat dan met de minder begaafde leerlingen in de eerste graad? Moeten (algemene) doelstellingen niet haalbaar zijn voor alle leerlingen? Indien ze niet haalbaar zijn wil dit eigenlijk zeggen dat deze leerlingen niet thuishoren in de A-stroom! 2.4 Het wetenschapsonderwijs in Vlaanderen vanuit internationaal perspectief De unieke positie van biologie in de eerste graad van het secundair onderwijs is een typisch Vlaams fenomeen. In de ons omringende landen kiest men voor een meer Natuurwetenschappelijke aanpak. Dit is waarschijnlijk ook één van de redenen waarom Vlaamse jongeren iets minder scoren op testen voor wetenschappen dan voor wiskunde. Enkele voorbeelden van testen: TIMSS 2003 De Vlaamse leerlingen zijn bij de besten ter wereld voor wiskunde en scoren middelmatig voor wetenschappen. 4 Voor wetenschappen worden bij deze testen in het SO de deeldomeinen biologie, fysica, chemie, aardrijkskunde en milieuproblematiek bekeken. De term middelmatig moet wel gerelativeerd worden om volgende redenen: - Zowel in het LO als het SO scoort Vlaanderen significant hoger dan het internationaal gemiddelde voor alle deeldomeinen! - Er moet rekening gehouden worden met het feit dat de leerlingen in Vlaanderen nog geen chemie en fysica gekregen hebben in de eerste graad en dus in feite starten met een zekere achterstand. 4 Vlaanderen in TIMSS 2003, uitgave Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, p.4
7 PISA 2003 Vlaanderen staat voor wetenschappelijke geletterdheid op de vijfde plaats (op 41 landen). Enkel Finland, Japan, Hongkong en Korea scoren beter. De verwerking van de resultaten PISA 2006 zijn vandaag nog niet gekend. Hierbij werd vooral gepeild naar wetenschappelijke kennis.
8 8 3 Consequenties bij de keuze voor Natuurwetenschappen Als men kiest voor Natuurwetenschappen moeten sommige vakgebonden eindtermen chemie en fysica van de tweede graad eventueel in aangepaste vorm, verschuiven naar de eerste graad. Het gaat hier vooral om eindtermen die slaan op het deeltjesmodel. Conceptueel zijn deze eindtermen te realiseren in de eerste graad. De aansluiting met het BaO is verzekerd (omgaan met stoffen, enkele veel voorkomende verschijnselen zoals aggregatietoestanden, koken, verdampen,.). Het is niet de bedoeling om in de eerste graad reeds formuletaal te introduceren. Werken met chemische formules en kwantitatieve wetmatigheden zijn hier niet aan de orde (tenzij exemplarisch als opstapje naar de tweede graad). Werken met wetenschappelijke modelvoorstellingen (deeltjesmodel) en het uitvoeren van metingen (temperatuur, druk, kracht, ) worden in de eerste SO graad geïntroduceerd. De consequenties van dit scenario zijn: - Aansluiting met het BaO is verzekerd. - De conceptuele leerlijnen biologie, chemie en fysica moeten opnieuw uitgeschreven worden voor men ernstig aan de eindtermen gaat sleutelen. Vooral voor biologie zal zich waarschijnlijk een grondige aanpassing opdringen. Het is onduidelijk in hoeverre dit zelfs gevolgen kan hebben voor de eindtermen in de derde graad. - De administratieve vakbenaming AV Biologie wordt verruimt tot AV Natuurwetenschappen. - Het leerplan WW (basisoptie Moderne wetenschappen) zal op bepaalde punten moeten aangepast worden (in overeenstemming brengen met het leerplan Natuurwetenschappen eerste graad). Dit zullen echter geen drastische koerswijzigingen zijn. Hierbij zullen de doelstellingen niet moeten aangepast worden maar het domein waaruit de contexten gekozen worden, wordt verruimd met biologie i.p.v. exclusief chemie en fysica. - De biologieleraar in de eerste graad is omwille van z n wetenschappelijke vorming competent om Natuurwetenschappen te geven. Uiteraard zal dit een omslag in aanpak vragen van de leraar biologie. - Omtrent bekwaamheidsbewijzen zijn er geen grote problemen te verwachten. Een leraar met een VE voor biologie mag nu ook Natuurwetenschappen geven. Een leraar met VO voor Biologie moet echter opnieuw rechten beginnen opbouwen voor Natuurwetenschappen. - Een logisch gevolg van de omslag naar Natuurwetenschappen en het indalen van begrippen van de tweede naar de eerste graad, zal zijn dat de eindtermen tweede graad moeten geactualiseerd worden.
9 9 4 Krijtlijnen voor een nieuw leerplan Natuurwetenschappen eerste graad A-stroom 4.1 Natuurwetenschappelijke vorming Bij het uitschrijven van de doelstellingen wordt een brede natuurwetenschappelijke vorming als uitgangspunt genomen. 4.2 Minimumdoelen voor de leerlingen van de A-stroom met aandacht voor verdiepende kennis en vaardigheden in functie van een goede oriëntering Het vak Natuurwetenschappen speelt, zoals de andere vakken van de basisvorming, een oriënterende rol in de eerste graad. Het stelt de leerling in staat zijn talenten te ontdekken (wiskundig talent, doener, denker, wetenschappelijk talent, technisch talent, ). Bij de evaluatie van de leerling is het onderscheid tussen basiskennis en verdiepende kennis en vaardigheden belangrijk. 4.3 Hanteren van een beperkt begrippenkader Het aantal begrippen dat moet gekend zijn wordt beperkt gehouden om het actief leren te bevorderen. In het leerplan moet de aandacht bij de uitbouw van een begrippenkader vooral gaan naar die begrippen die noodzakelijk zijn om de leerlijnen bio, chemie en fysica te kunnen realiseren. Bijkomende begrippen en vaardigheden kunnen verdiepend behandeld worden (al of niet op een gedifferentieerde basis). 4.4 In het leerplan komt zowel de levende als de niet-levende natuur aan bod Enkele basisbegrippen uit de tweede graad (chemie, fysica) zullen worden overgeheveld naar de eerste graad. Voorbeelden: aggregatietoestand, faseovergang, smeltpunt, kookpunt, mengsels en zuivere stoffen, scheidingstechnieken, kracht, energie 4.5 Een kwalitatieve aanpak verkiezen boven een kwantitatieve aanpak Een sterk mathematische aanpak en formuletaal vermijden (tenzij exemplarisch). Hier kan ook in de doelstellingen een onderscheid gemaakt worden tussen de basiskennis en de meer verdiepende kennis.
10 10 5 Voorstel tot aanpak: coördinatiecommissie natuurwetenschappen en leerplancommissie 5.1 Coördinatiecommissie natuurwetenschappen CCNW De CCNW heeft tot doel de leerlijnen bio, chemie en fysica te bewaken en de integratie te bevorderen. De overgang naar de tweede graad aso, tso, kso wordt hierbij ook bewaakt. Daarom wordt voorgesteld om deze commissie samen te stellen uit de voorzitters van de leerplancommissies wetenschappen (aso, tso, kso). CCNW volgt ook de werkzaamheden van de ontwikkelcommissie (eindtermen) op en geeft eventueel sturing aan de leden van deze ontwikkelcommissie. Daarnaast zorgt zij ook tijdens het leerplanwerk voor een coherente aanpak. CCNW geeft ook sturing aan de leerplancommissies die tengevolge van de invoering van Natuurwetenschappen in de eerste graad zullen moeten aangepast worden (WW, Fysica, Chemie, Biologie, Natuurwetenschappen in tweede graad). Voorstel tot samenstelling CCNW: Bio:? +? Fysica: Wim Peeters (leerplanvoorzitter fysica aso) + Dirk Vansteenkiste (leerplanvoorzitter fysica tso) Chemie: Marie-Josée Janssens (leerplanvoorzitter chemie aso) + Emile Claeys (leerplanvoorzitter tso) 5.2 Leerplancommissie De leerplancommissie Natuurwetenschappen schrijft de concrete doelstellingen uit op basis van het uitgetekende begrippenkader door de stuurgroep en rekening houdend met de uitgetekende krijtlijnen. Voorstel tot samenstelling leerplancommissie: - Voorzitter: Emile Claeys - Alle leden van CCNW - 4 extra leden (bij voorkeur leraars uit verschillende basisopties)
11 11 6 Bijlagen Bijlage 1: eindtermen Secundair onderwijs, eerste graad A-stroom: vakgebonden eindtermen natuurwetenschappen of fysica en/of biologie en/of wetenschappelijk werk (1) eindtermen en ontwikkelingsdoelen secundair: eerste graad - tweede graad - derde graad (Ga naar uitgangspunten) De leerlingen kunnen 1 kenmerken van een levend wezen verduidelijken. 2 illustreren dat een levend wezen als een geheel moet worden beschouwd en dat er samenhang is tussen de verschillende organisatieniveaus (cel, weefsel, orgaan, stelsel, organisme). 3 de cel als structurele eenheid van levende wezens beschrijven en volgende delen herkennen en benoemen: celwand, celmembraan, cytoplasma, vacuole, bladgroenkorrel, kern. 4 elementen aanhalen voor het feit dat alle mensen ondanks hun verscheidenheid tot dezelfde soort behoren. 5 beschrijven hoe de voortplanting bij mensen verloopt, verduidelijken dat via de bevruchting erfelijk materiaal van ouders op nakomelingen wordt doorgegeven, de geslachtsorganen benoemen en de menstruatiecyclus, zaadlozing, bevruchting, zwangerschap en geboorte beschrijven. 6 manieren aangeven om de voortplanting te regelen en om seksueel overdraagbare aandoeningen te voorkomen. 7 lichamelijke en sociaal-emotionele veranderingen in de puberteit bij jongens en meisjes onderkennen. 8 het belang van de stofwisseling beschrijven voor de instandhouding van het menselijk lichaam en verduidelijken dat het opnemen, het transport en de verwerking van voedingsstoffen en zuurstofgas hierbij een belangrijke rol spelen. 9 de bouw en de werking van het spijsverteringstelsel, het ademhalingsstelsel, het bloed, de bloedsomloop en het uitscheidingsstelsel bij de mens toelichten en hun onderlinge samenhang bespreken. 10 het verband aantonen tussen de kwaliteit en de kwantiteit van de voeding en de gezondheid. Ze kennen het belang van een goede hygiëne van het spijsverteringsstelsel. Ze zien in dat ze hun eigen voedingsgewoonte kunnen bepalen en bijsturen. 11 illustreren op welke wijze ze de belangrijkste risico's en gevaren voor de ademhalingswegen en het bloedvatenstelsel kunnen vermijden. 12 elementen geven van de werking van het bewegingsapparaat en aan de hand van voorbeelden het effect van bepaalde houdingen en bewegingen op de goede ontwikkeling van het geraamte en het spierstelsel illustreren. 13 een aantal kenmerkende organismen uit een biotoop herkennen en benoemen door gebruik te maken van een eenvoudige determineersleutel. 14 duidelijk maken dat groene planten onder invloed van licht en met stoffen uit de bodem en de lucht organische stoffen produceren voor eigen gebruik en daarbij zuurstofgas aanmaken (fotosynthese). De leerlingen kunnen eveneens duidelijk maken dat organismen door dit proces direct of indirect van die groene planten afhankelijk zijn. 15 de delen van een zaadplant benoemen en de bouw van een zaadplant beschrijven in relatie met de fotosynthese, de opneming van stoffen en de voortplanting. 16 verduidelijken dat de organismen van een biotoop een levensgemeenschap vormen waarin voedselrelaties voorkomen. Ze kunnen in dit verband de begrippen voedselke-
12 12 ten en voedselweb hanteren en kennen het belang van producenten, consumenten en reducenten. 17 met voorbeelden illustreren dat de omgeving het voorkomen van levende wezens beinvloedt en omgekeerd. 18 met voorbeelden illustreren dat levende wezens aangepast zijn aan hun omgeving. 19 voorbeelden geven waaruit blijkt dat de mens natuur en milieu beïnvloedt en dat hierdoor het biologisch evenwicht kan gewijzigd worden. 20 voorbeelden geven van toepassingen van hun biologische kennis in het dagelijks leven. 21 eenvoudige grafische voorstellingen en tabellen interpreteren. 22 eenvoudige microscopische preparaten maken en bij microscopie-oefeningen de relatie leggen tussen waargenomen afmetingen en de werkelijke grootte. 23 in een biotoop gerichte waarnemingen verrichten. De leerlingen 24* leren de individuele verscheidenheid en de groepsdiversiteit van de mens aanvaarden en die niet gebruiken om een rangorde te bepalen. 1 De eindtermen moeten gerealiseerd worden, ongeacht de keuze die de inrichtende machten op basis van Onderwijsdecreet-II maken. * Met het oog op de controle door de inspectie werden de attitudes met een asterisk (*) aangeduid.
13 13 Bijlage 2: Secundair onderwijs, eerste graad A-stroom: Uitgangspunten natuurwetenschappen of fysica en/of biologie en/of wetenschappelijk werk 1 Visie op het vak natuurwetenschappen 1.1 Maatschappelijke ontwikkelingen De inhouden van het biologieonderwijs worden mee bepaald door maatschappelijke ontwikkelingen (politieke, sociale en economische). Sterke nadruk op biologie als wetenschap binnen het onderwijs volgde uit politieke en economische opvattingen. Volgens deze opvattingen moest men voornamelijk "energie" steken in leerlingen met duidelijke wetenschappelijke interesses en mogelijkheden. Dit zou later vruchten afwerpen voor de verdere economische ontwikkeling van de samenleving en kon die samenleving ook toelaten op het internationale forum een politieke rol te spelen. De huidige internationale tendens in het onderwijs naar een "science for all" en in het kielzog daarvan naar een "biologie voor iedereen", volgt uit geëvolueerde maatschappelijke noden die gericht zijn op de persoonlijke en de sociale gevolgen van de wetenschappen. De maatschappelijke druk om tegemoet te komen aan deze noden wordt steeds groter. Steeds meer gaat men ervan uit dat een 'gezonde samenleving' niet alleen te maken heeft met wetenschappelijke en technologische vooruitgang als zodanig, maar met de wijze waarop men met deze ontwikkelingen in het dagelijkse leven omgaat. Er is voor dit punt nog heel wat werk te verrichten, omdat het de medewerking van en vooral een mentaliteitsverandering bij de gehele bevolking vereist. Die mentaliteitsverandering kan mee bekomen worden via een onderwijs in de biologie dat de verwezenlijking hiervan ook als een belangrijke opdracht beschouwt. Het biologieonderwijs biedt dan een waardenkader aan dat in het verdere leven bruikbaar is. In het biologieonderwijs zullen niet alleen maar maatschappelijke en individuele gevolgen van wetenschappelijke ontwikkelingen worden besproken. Het kunnen beoordelen van die gevolgen kan niet zonder een degelijke basis in de biologie als wetenschap en inzicht in de wetenschappelijke probleemoplossende methode. Anderzijds zal de maatschappelijke en individuele relevantie niet meer terloops behandeld worden: ze maakt immers fundamenteel deel uit van de basisvorming binnen het vak biologie voor het hele secundaire onderwijs en voor de eerste graad in het bijzonder. In die zin kan het voor de leerlingen het uitgangspunt vormen voor het leren van biologische begrippen, concepten en vaardigheden. 1.2 Opvattingen over biologieonderwijs Binnen het biologieonderwijs kan men twee opvattingen terugvinden. Volgens de eerste opvatting moet het onderwijs in de biologie zo sterk mogelijk aansluiten op het biologieonderwijs in het hoger onderwijs. Hierdoor wordt het biologieonderwijs op secundair niveau reeds vanaf de eerste jaren een voorafspiegeling van het biologieonderwijs in het hoger onderwijs. Het hoge abstractieniveau van de leerstof en de geringe maatschappelijke en persoonlijke relevantie van de leerinhouden voor de leerlingen zijn daarvan uitingen. Daarmee bereikt men dat vooral leerlingen aangesproken worden die kiezen voor verdere studies in een wetenschappelijke richting. Het overgrote deel van de leerlingen zal dan echter afhaken en weinig meedragen van het aangeboden biologieonderwijs.
14 14 Volgens de tweede opvatting wordt het dagelijkse leven sterk beïnvloed door de steeds toenemende kennis in de biologie en aanverwante wetenschappen (biomedische en biotechnologische wetenschappen). Tevens is er het besef dat de mens zelf deel uitmaakt van een omvattend (eco)systeem, ervan afhankelijk is, erdoor beïnvloed wordt en het zelf beïnvloedt. Om de positie van de mens goed te kennen, om zijn functioneren in het systeem goed te begrijpen, om in te zien hoe de wederzijdse beïnvloeding plaatsvindt is het nodig alle leerlingen een degelijke basis mee te geven. Daarmee begrijpen ze hun positie in dit geheel, worden ze weerbaarder en oefenen ze eventueel mee invloed uit op bepaalde ontwikkelingen op basis van rationele gegevens. De eerste opvatting is biowetenschappelijk en de tweede biomaatschappelijk. Internationaal krijgt het biomaatschappelijk standpunt steeds meer gewicht. Twee belangrijke redenen spelen hierbij een rol: In principe stromen meer en meer leerlingen door naar de hogere jaren van het secundair onderwijs, maar de meesten zullen geen hogere studie in wetenschappen (biologie) volgen. Milieuproblemen en gezondheidsproblemen worden steeds meer de zaak van iedereen. Uit de confrontatie van de doelstellingen van de basisvorming met de bestaande opvattingen over biologieonderwijs en rekening houdend met de internationale ontwikkelingen ligt het voor de hand dat ook bij ons het biologieonderwijs meer aansluiting zou zoeken bij de opvatting van een "science for all" en dat er een integratie plaatsvindt van het biowetenschappelijk en het biomaatschappelijk standpunt. 1.3 Vakdidactische en leerpsychologische ontwikkelingen Het bijbrengen van een onderzoeksattitude en het ontdekkend leren staan in het biologieonderwijs centraal. Dit heeft tot gevolg dat er voldoende tijd zal moeten worden voorzien voor zelfactiviteiten van de leerlingen. Het blijkt uit onderzoek dat leerlingen een aantal concepten en begrippen totaal verkeerd invullen vanuit de door hen opgedane ervaringen. Daarom zal in het onderwijs in de natuurwetenschappen (biologie) bijzondere aandacht moeten gaan naar het veranderen van de inhoud van concepten en begrippen door het aanbieden van situaties waarbij nieuwe ervaringen kunnen worden opgedaan, die leiden tot nieuwere, juistere invullingen van de door de leerlingen geconstrueerde modellen. Om een dergelijke conceptuele verandering te bewerkstelligen zal eerder in de diepte moeten worden gewerkt dan in de breedte. 1.4 Ontwikkelingen in het natuurwetenschappelijk onderzoek In het huidige natuurwetenschappelijk onderzoek gaat steeds meer geld en aandacht naar onderzoek in de toegepaste wetenschappen in plaats van naar de zuivere wetenschappen. Tegenwoordig is b.v. één van de snelst groeiende vakgebieden de biotechnologie: via het manipuleren van planten, dieren en micro-organismen wil men komen tot bruikbare produkten en processen voor de mens. De toepassingsgebieden van de biologie als uitgangspunt nemen voor het aanleren van essentiële biologische begrippen en concepten is bijgevolg niet alleen vanuit maatschappelijk en didactisch maar ook vanuit natuurwetenschappelijk standpunt goed te verdedigen. Binnen het natuurwetenschappelijk onderzoek wordt er gebruikt gemaakt van verschillende werkwijzen waarbij zowel objectief als intuïtief tewerk wordt gegaan. Beide aspecten zouden hun plaats moeten krijgen in het biologieonderwijs. Wat echter het vertrekpunt ook is, steeds zal men in natuurwetenschappen streven naar rationele antwoorden op een gesteld probleem. Meestal gebeurt dit via de wetenschappelijke methode, die weliswaar niet alleen
15 15 eigen is aan de natuurwetenschappen maar waarvan binnen de natuurwetenschappen veel gebruik wordt gemaakt. Centraal hierin staat het opstellen van hypothesen, waarvan de waarde wordt onderzocht via het verzamelen van bewijsmateriaal door middel van waarnemingen of experimenteren, door logisch redeneren en door het toetsen van de uit de hypothesen af te leiden voorspellingen en reële feiten. Bij wetenschappelijk onderzoek wordt meer en meer gewerkt met een "team" van deskundigen. Bepaalde problemen zijn zo complex (vooral in de toepassingsgebieden) dat een oplossing slechts mogelijk wordt door het bijeenleggen van alle informatie en ideeën uit verschillende natuurwetenschappelijke disciplines. Daarom is het nodig de leerlingen die samenhang te laten zien en ervaren. In biologie kan dit gebeuren door het vak niet meer op te splitsen in de verschillende deeldisciplines anatomie, fysiologie, morfologie, biochemie, enz. maar het als een samenhangend geheel aan te bieden. 2 Funderende doelstellingen De funderende doelen zijn gericht naar vakspecifieke en vakoverschrijdende aspecten, naar de ontwikkeling van de eigen persoon en naar het ontwikkelen van een maatschappelijk engagement. 1. Kennis hebben van en inzicht hebben in biologische begrippen en methoden om te komen tot het begrijpen van biologische verbanden in bouw en werking van het eigen lichaam en in de natuur. 2. Behandelen van biologische onderwerpen vanuit historisch-evolutief, structureel en functioneel standpunt. 3. Ontwikkelen van het probleemoplossend handelen vanuit biologische inzichten. 4. Verbinden van biologische kennis aan persoonlijke ervaringen en aan toepassingen in het dagelijks leven: landbouw, geneeskunde, bio-industrie, ruimtelijke ordening, vrije tijd en voeding en hieruit nieuwe biologische kennis opdoen. 5. Ontwikkelen van een natuurwetenschappelijke aanpak waarbij cognitieve en socioaffectieve aspecten samen worden behandeld. 6. Waarden verhelderen, ontwikkelen van het oordeelsvermogen en een gemotiveerd biomaatschappelijk standpunt innemen ten aanzien van gezondheid, natuur, milieu en bio-sociale problemen. 7. Ontwikkelen van verantwoordelijkheidszin tegenover levende wezens, het leefmilieu, de eigen gezondheid en die van anderen en voorzichtig zijn bij het beïnvloeden van biologische systemen en bij het gebruiken van de natuur. 8. Ontwikkelen van een esthetisch gevoel door waarneming en beleving. 3 Selectiecriteria en structurering van de eindtermen Vanuit de bovengenoemde standpunten is bij het uitschrijven van de eindtermen vooral het accent gelegd op: De omschrijving en de hantering van concepten uit het vakgebied biologie; De individuele relevantie van inhouden, waardoor leerlingen meer inzicht krijgen in situaties die eigen zijn aan hun leeftijd; De maatschappelijke relevantie van inhouden, waardoor leerlingen meer inzicht krijgen in biologische factoren die maatschappelijke fenomenen beïnvloeden; De toepasbaarheid van de biologische kennis en vaardigheden in het dagelijkse leven; Het aanbod van inhouden en vaardigheden vanuit toepassingsgebieden van de biologie zoals de medische wetenschappen, de milieukunde en de sociale wetenschappen; De attitudinele vorming en een aanbod van waarden om weloverwogen keuzes te maken in verband met de maatschappelijke gevolgen van bepaalde ontwikkelingen en het omgaan met de natuur.
16 16 De eindtermen behandelen achtereenvolgens de onderstaande inhoudelijke aspecten. Wat is een levend wezen? Hoe zijn levende wezens opgebouwd? Eenheid en verscheidenheid bij mensen. Hoe is ons lichaam opgebouwd, hoe werken de verschillende onderdelen elk afzonderlijk en hoe werken ze samen om een goede werking van het hele lichaam te verzekeren? Hierbij wordt ook gewezen op de voornaamste risico's en gevaren voor de gezondheid en de rol van het eigen handelen en maatschappelijke factoren hierbij. Kennis en inzichten betreffende de ons omringende natuur. Hierbij komen ondermeer aan bod: het leren herkennen en benoemen van de meest kenmerkende planten en dieren in een bepaalde omgeving, aantonen dat levende wezens voor hun voortbestaan van andere levende wezens afhankelijk zijn, voorbeelden geven waarmee duidelijk wordt dat de mens het natuurlijke evenwicht kan verstoren en manieren aangeven hoe we dit kunnen voorkomen en verhelpen, enz. Vaardigheden en attitudes die bij het behandelen van de andere eindtermen worden ingeoefend b.v. tabellen leren interpreteren, een microscoop hanteren, waarnemingen verrichten, herkennen van biologische aspecten in maatschappelijke situaties, respectvol omgaan met planten en dieren, enz. De beschrijvende biologie wordt tot een minimum beperkt. Er wordt vooral de nadruk gelegd op het zien en het leggen van verbanden. Door de nadruk die gelegd wordt op de causale aspecten, is het ook mogelijk en aangewezen dat principes en onderwerpen vanuit verschillende invalshoeken behandeld worden. Concreet betekent dit dat eindtermen op verschillende manieren met elkaar gecombineerd kunnen worden. Vooral door de koppeling met het dagelijks leven en met de eigen ervaringen zal de relevantie van biologische begrippen en inzichten voor de leerling toenemen. 4 Coördinatie 4.1 Verticale samenhang Eén van de belangrijkste uitgangspunten bij de formulering van de eindtermen is zorgen voor een goede aansluiting tussen de verschillende onderwijsniveaus en tussen de graden van eenzelfde niveau. Bij het bepalen van de eindtermen voor de eerste graad werd er dan ook rekening gehouden met de voorkennis uit de basisschool (kleuter- en lagere school). In het lager onderwijs zijn kinderen via wereldoriëntatie tot het besef gekomen dat de omgeving iets is om van en over te leren, om op te reageren en om van te genieten. Het hoofddoel van wereldoriëntatie is om via doelgerichte ervaringen kinderen kennis en inzicht bij te brengen over hun omgeving en hen vaardigheden bij te brengen waardoor ze in staat zijn om met hun omgeving in interactie te treden en om ze te waarderen. In het secundair onderwijs worden de doelen van wereldoriëntatie overgenomen door verschillende vakken waaronder biologie (naast de vakken geschiedenis, aardrijkskunde, technologische opvoeding) en op een meer systematische wijze verder uitgewerkt. Voorbeelden 1. De leerlingen kunnen belangrijke organen die betrokken zijn bij de levensprocessen bij de mens (geboorte, groei, voeding, ademhaling en transport van stoffen) lokaliseren, benoemen en hun functie op een eenvoudige wijze verwoorden. (Lager onderwijs: wereldoriëntatie, eindterm 1.6.) De leerlingen kunnen de bouw en de werking van het spijsverteringsstelsel, het ademhalingsstelsel, het bloed, de bloedsomloop en het uitscheidingsstelsel bij de
17 17 mens toelichten en hun onderlinge samenhang bespreken. (Eerste graad: biologie, eindterm 9.) 2. De leerlingen kunnen de wet van eten en gegeten worden illustreren aan de hand van de voedselketen. (Lager onderwijs: wereldoriëntatie, eindterm 1.5.) De leerlingen kunnen verduidelijken dat de organismen van een biotoop een levensgemeenschap vormen waarin voedselrelaties voorkomen. Ze kunnen in dit verband de begrippen voedselketen en voedselweb hanteren en kennen het belang van producenten, consumenten en reducenten. (Eerste graad: biologie, eindterm 16.) Belangrijk bij het uitschrijven van eindtermen is het feit dat een aantal leerlingen geen biologie meer hebben na de eerste graad van het secundair onderwijs of nog slechts zeer fragmentarisch. Dit betekent dat een deel van de eindtermen voor wereldoriëntatie en de eindtermen biologie voor de eerste graad samen een relevant basispakket moeten vormen waarmee alle leerlingen later in het leven verder kunnen. Uiteraard vormt dit basispakket ook het vertrekpunt voor een verdere uitdieping in een aantal studierichtingen in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs. 4.2 Horizontale samenhang Het ligt voor de hand dat het biologieonderwijs de nodige fundamenten legt voor het bereiken van doelstellingen binnen de vakoverschrijdende gebieden milieu- en gezondheidseducatie. Maar de realisatie van alle geformuleerde doelstellingen voor beide vakoverschrijdende thema's zal een zaak worden voor de hele school. Zo is het duidelijk dat de school voor de leerlingen als voorbeeld moet worden gesteld inzake milieu- en gezondheidsaspecten. Meer dan door theoretische lessen kan men via dit voorbeeld werken aan de beoogde mentaliteitsverandering. Er kunnen eveneens verbanden gelegd worden met het vak lichamelijke opvoeding, omdat de theoretische basis van biologie dienst kan doen voor de praktische toepassingen in bewegingen. Voorbeelden 1. De leerlingen kunnen aan de hand van een model een evenwichtige maaltijd samenstellen. (Eerste graad: gezondheidseducatie, eindterm 2.) De leerlingen kunnen het verband aantonen tussen de kwaliteit en de kwantiteit van de voeding en de gezondheid. (Eerste graad: biologie, eindterm 10.) Er moet aandacht gaan naar het aanleren van oorzaak-gevolg-relaties, naar het probleemoplossend denken en naar het leren abstraheren vanuit concreet waargenomen zaken. Hiermee wordt duidelijk dat ook het biologieonderwijs zijn aandeel heeft in het bijbrengen van leerstrategieën, leerprocessen en algemene vaardigheden die bruikbaar zijn in andere situaties. Coördinatie van de eindtermen biologie met de eindtermen voor het vakoverschrijdende thema leren leren is dan ook geen probleem. 2. De leerlingen kunnen bij het leren van samenhangende informatie, verdiepend werken: vragen stellen bij de leerstof en deze vragen beantwoorden. (Eerste graad: leren leren, eindterm 5.) De leerlingen kunnen eenvoudige grafische voorstellingen en tabellen interpreteren. (Eerste graad: biologie, eindterm 21.) Uit het natuurwetenschappelijk onderzoek zijn statistische gegevens niet meer weg te denken. Het ligt dan ook voor de hand dat leerlingen, ook in de biologielessen, leren omgaan
18 18 met statistische gegevens. De nadruk moet daarbij vooral liggen op het leren begrijpen wat bepaalde statistische gegevens wel en wat ze niet toelaten te besluiten. Het juist interpreteren van statistische gegevens is met andere woorden veel belangrijker dan het zelf kunnen uitvoeren van statistische berekeningen.
Eindtermen Natuurwetenschappen. Voor de eerste graad van het secundair onderwijs.
Voor de eerste graad van het secundair onderwijs. 11 januari 2010 MOTIVERING VOOR HET INDIENEN VAN VERVANGENDE EINDTERMEN NATUURWETENSCHAPPEN Een belangrijk onderscheid tussen de door de Vlaamse regering
Nadere informatieEerste graad A-stroom
EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Vijverbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde Het natuurlijk milieu Reliëf 16* De leerlingen leren respect opbrengen voor de waarde van
Nadere informatieSecundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen
Eindtermen educatief project Korstmossen, snuffelpalen van ons milieu 2 de en 3 de graad SO Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke
Nadere informatieEINDTERMEN Bosbiotoopstudie
EINDTERMEN Bosbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde De mens en het landschap Het landelijk landschap 22 milieueffecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden
Nadere informatieSTUDIEGEBIED CHEMIE (tso)
(tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen Derde graad Techniek-wetenschappen Studierichting Techniek-wetenschappen de graad Een woordje uitleg over de studierichting... Logisch denken Laboratoriumwerk
Nadere informatieGelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO
Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO Federatie Steinerscholen Vlaanderen v.z.w. Gitschotellei 188 2140 Borgerhout Februari 2013 Gelijkwaardig verklaarde eindtermen
Nadere informatieStudiegebied. (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen. Derde graad...
Studiegebied (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen Derde graad... Techniek-wetenschappen STUDIEGEBIED CHEMIE Studierichting Techniek-wetenschappen de graad Een woordje uitleg over de studierichting...
Nadere informatieProfilering derde graad
De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,
Nadere informatieJAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar
JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar DEEL 1 Organismen vormen een levensgemeenschap Hoofdstuk 1 Voedselrelaties Hoofdstuk 2 Foto DEEL 2 Organismen planten zich voort Hoofdstuk 1 Voortplanting bij bloemplanten
Nadere informatieProfilering derde graad
De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,
Nadere informatieASO - studierichtingen in VIA-TIENEN
ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN De onderwijsvorm ASO is een breed algemeen vormende doorstroomrichting waarin de leerlingen zich voorbereiden op een academische of professionele bacheloropleiding.
Nadere informatieProfilering derde graad
De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,
Nadere informatieLatijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen
Tweede graad aso In de tweede graad aso kies je voor een bepaalde richting. Ongeacht je keuze, blijft er een groot gemeenschappelijk basispakket van 26 lesuren algemene vakken. Het niveau van deze vakken,
Nadere informatieHoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING : ECONOMIE Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept
Nadere informatieAartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs
Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Vademecum Natuurwetenschappen (2012-2013) 1 Situering van het vak Natuurwetenschappen 1.1 Natuurwetenschappen
Nadere informatieDON BOSCO GENK AANBOD EERSTE GRAAD. Meer dan je denkt!
DON BOSCO GENK Meer dan je denkt! AANBOD EERSTE GRAAD Dag nieuwe leerling, Dag ouder, In onze Don Boscoschool willen wij een kwaliteitsvolle vorming aanbieden. Vanuit ons opvoedingsproject leggen wij
Nadere informatieEINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010
EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum Derde graad LO A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 Lichamelijke opvoeding Motorische competenties 1.1 De motorische basisbewegingen
Nadere informatieSTUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD
STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 5 90 NEERPELT Tel. + 6 07 0 Fax + 6 6 info@shn.wico.be www.shn.wico.be www.wico.be STUDEREN IN DE DERDE GRAAD VAN HET ASO Het doel
Nadere informatieBig Ideas Great STEM. Katrien Strubbe
+ Big Ideas Great STEM Katrien Strubbe (Natuur)wetenschappen: doelen 2 Natuurwetenschappen geven leerlingen een fundamenteel en duurzaam inzicht in de structuren en processen die de mens, de natuur en
Nadere informatieTSO. Chemie (istem) Derde graad
TSO Chemie (istem) Derde graad Chemie (istem) LESSENTABEL Vak Type 5e jaar 6e jaar Katholieke godsdienst AV 2 2 Aardrijkskunde AV 1 1 Analytische chemie en labo TV 6 6 Biochemie en labo TV - 2 Chemische
Nadere informatieHET NIEUWE LEERPLAN NATUURWETENSCHAPPEN IA
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel HET NIEUWE LEERPLAN NATUURWETENSCHAPPEN IA 1 Inleiding In september 2010 treden de nieuwe eindtermen (ET) natuurwetenschappen
Nadere informatieBIOTOOPSTUDIE HET BOS
BIOTOOPSTUDIE HET BOS DOELEN Met dit educatief pakket, ontwikkeld door de natuur- en milieueducatie dienst van de Provincie West-Vlaanderen worden belangrijke doelen en leerplandoelstellingen bereikt in
Nadere informatieSTEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap
STEM Visietekst van het GO! 28 november 2016 onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 2 Samenvatting In de beleidsnota 2014-2019 stelt Vlaams minister van Onderwijs de ambitie om leerlingen warmer te maken
Nadere informatieEen exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau
Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau dr. H. Knipprath ing. J. De Meester STEM Science Engineering Technology Mathematics 2
Nadere informatieWaar biologie de grens met ethiek raakt deel A
Waar biologie de grens met ethiek raakt deel A An Quaghebeur Leraar biologie VLTI - Torhout Vakbegeleider biologie-natuurwetenschappen Bisdom Brugge 1 Waar biologie de grens met ethiek raakt Situering
Nadere informatieProfilering derde graad
De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,
Nadere informatieProfilering derde graad
Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige
Nadere informatieAanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten
Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten Beste leerkracht, De missie van de Hoge Rielen is om ruimte te scheppen voor het opdoen van nieuwe ervaringen, te ontdekken, te activeren
Nadere informatieSterktes en zwaktes uit de peilingen WO (natuur en techniek) en Natuurwetenschappen 1 ste graad. Patricia De Grande & dr.
Sterktes en zwaktes uit de peilingen WO (natuur en techniek) en Natuurwetenschappen 1 ste graad Patricia De Grande & dr. Marjolein Muys Evolutie van de resultaten WO: natuur en techniek (1) Natuur 2005
Nadere informatiekleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en en ontwikkelingsdoelen techniek
1 kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en ontwikkelingsdoelen techniek 2 Ontwikkelingsdoelen techniek Kleuteronderwijs De kleuters kunnen 2.1
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Moderne Talen - Wetenschappen AO AV 009 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding...
Nadere informatieMODERNISERING SO NAAR EEN OBSERVERENDE EN ORIËNTERENDE EERSTE GRAAD
MODERNISERING SO NAAR EEN OBSERVERENDE EN ORIËNTERENDE EERSTE GRAAD LEIDRAAD Visie op vorming en vakken Een nieuwe generatie leerplannen - ruimte voor scholen Observerende en oriënterende functie van de
Nadere informatieBiologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht
Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen
Nadere informatieProfilering derde graad
De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie - Moderne Talen AO AV 006 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 28 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5
Nadere informatieAartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs
Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Vademecum natuurwetenschappen (2008) 1 Situering van het vak natuurwetenschappen 1.1 Natuurwetenschappen
Nadere informatieMinisterie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1: Opleiding...
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie - Wiskunde AO AV 007 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Moderne Talen - Wiskunde AO AV 010 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5
Nadere informatieDISCUSSIETEKST. Principes voor de eerste graad A-stroom. 1 Situering
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel DISCUSSIETEKST VVKSO DLO/DOC/10/32v03 Principes voor de eerste graad A-stroom 1 Situering 1.1 Huidige situatie 1 De basisvorming
Nadere informatieCitizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs. Reina Kuiper - SME Advies
Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs Reina Kuiper - SME Advies Inhoud Onderwijsontwikkeling Relevante vakken Kerndoelen Begrippen en concepten Waarde voor het onderwijs Onderwijsontwikkeling
Nadere informatieProfilering derde graad
Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige
Nadere informatieVakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie
Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling. De leerlingen: 1. participeren aan milieubeleid en -zorg op school; 2. herkennen
Nadere informatieExamenprogramma biologie vwo
Bijlage 4 Examenprogramma biologie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein
Nadere informatieVlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel Nieuwe leerplannen en lessentabellen met ingang van 1 september 2010 In de regel worden alle graadleerplannen (en bijhorende
Nadere informatieOnderwijsinspectie Vlaanderen
1. Doel practica in ASO, KSO en TSO Onderwijsinspectie Vlaanderen Hoe is het in de praktijk gesteld met het uitvoeren van leerlingenproeven? Het empirisch karakter van het vak tot uiting brengen Leerlingen
Nadere informatieScheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid
Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 44: De leerlingen leren
Nadere informatieEEN KIJK OP DE BASISOPTIES IN DE EERSTE GRAAD VAN HET SECUNDAIR ONDERWIJS
EEN KIJK OP DE BASISOPTIES IN DE EERSTE GRAAD VAN HET SECUNDAIR ONDERWIJS 12 VISO Mariakerke De Vlaamse overheid voorziet bij de modernisering van het secundair onderwijs een reeks structurele maatregelen,
Nadere informatieLokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).
De volgende vakken komen aan bod Aardrijkskunde Maatschappelijke vorming (MAVO) Nederlands Godsdienst Niet-conventionele zedenleer LEERDOELSTELLINGEN LESFICHE C Door aan de slag te gaan met lesfiche C
Nadere informatie3 De eerste graad van het secundair onderwijs
3 De eerste graad van het secundair onderwijs 3.1 Situering De startende leerlingen in het secundair onderwijs verschillen sterk van interesses, talenten en mogelijkheden. Bovendien bevinden ze zich in
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO2 AO AV 003 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding...
Nadere informatieSint-Jan Berchmanscollege
Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure Wetenschappen (3de graad ASO) Leerlingprofiel Ben je een leerling die sterk geïnteresseerd is in de verschillende wetenschappelijke disciplines: aardrijkskunde,
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Wetenschappen AO AV 004 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte
Nadere informatieSint-Jan Berchmanscollege
Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure Wetenschappen (2de en 3de graad ASO) Leerlingprofiel Ben je een leerling die: sterk geïnteresseerd is in de verschillende wetenschappelijke disciplines: aardrijkskunde,
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 008 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte beschrijving... 5 1.1.1 Inhoud... 5 1.1.2 Modules...
Nadere informatieSTEM@school. 1. Aanleiding STEM@school 2. STEM@school 3. Kader voor een geïntegreerde STEM-didactiek: 4. Ontwikkelwerk
STEM@school STEM@school 1. Aanleiding STEM@school 2. STEM@school 3. Kader voor een geïntegreerde STEM-didactiek: 4. Ontwikkelwerk ROSE studie (2010) Aanleiding STEM@school ROSE studie (2010) Aanleiding
Nadere informatieExamenprogramma scheikunde vwo
Examenprogramma scheikunde vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Stoffen
Nadere informatieExamenprogramma biologie havo
Bijlage 3 Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein
Nadere informatieWICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 25 3910 NEERPELT. Tel. +32 11 64 07 01 Fax +32 11 64 41 46. info@shn.be www.shn.be www.wico.
STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD 0-0 WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 5 90 NEERPELT Tel. + 6 07 0 Fax + 6 6 info@shn.be www.shn.be www.wico.be STUDEREN IN DE DERDE GRAAD VAN HET ASO Het doel van het
Nadere informatieVisietekst rond de samenwerking tussen het basisonderwijs en het secundair onderwijs
Visietekst rond de samenwerking tussen het basisonderwijs en het secundair onderwijs Inleiding: De pedagogische begeleiding heeft voor volgende jaren de samenwerking tussen BaO en SO als prioriteit gekozen.
Nadere informatieOnderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1
Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1 1. Kennis maken met + gebruik maken van de natuurwetenschappelijke methode: 1. Probleem 2. Onderzoeksvraag 3. Hypothese 4. Verzamelen informatie,
Nadere informatieBiologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding
Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor
Nadere informatieProfilering derde graad
Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige
Nadere informatieVERNIEUWD STUDIEAANBOD VAN HET 1 STE LEERJAAR A 2014-2015
VERNIEUWD STUDIEAANBOD VAN HET 1 STE LEERJAAR A 2014-2015 WIJZIGINGEN STUDIEAANBOD 1 STE LEERJAAR A Waarom? interesse talenten observatie oriënteren 2 STUDIEAANBOD 2013-2014 1 STE LEERJAAR A Agro- en biotechnieken
Nadere informatieAansluiting op het actuele curriculum (2014)
Aansluiting op het actuele curriculum (2014) De verschillende modules van GLOBE lenen zich uitstekend om de leerlingen de verschillende eindtermen en kerndoelen aan te leren zoals die zijn opgesteld door
Nadere informatieStudierichtingen tweede graad
Studierichtingen tweede graad 2 WELKOM Beste ouders Beste leerling De eerste twee jaren van het secundair onderwijs heb je zo goed als achter de rug. Je hebt momenteel al een nieuwe studiekeuze in gedachte
Nadere informatieHoofdstuk I: Eindtermen de basics
Maatschappelijk debat eindtermen Hoofdstuk I: Eindtermen de basics Inhoud Inleiding... 2 Gewoon lager onderwijs... 2 Kleuteronderwijs... 2 Gewoon secundair onderwijs... 3 Buitengewoon onderwijs... 4 Overzichtstabel...
Nadere informatieMogelijkheden voor het keuzegedeelte in de eerste graad
Dienst CUR Guimardstraat 00 BRUSSEL + 07 06 0 www.katholiekonderwijs.vlaanderen DOCUMENT Mogelijkheden voor het keuzegedeelte in de eerste graad 07-0- Mogelijkheden voor het keuzegedeelte in de eerste
Nadere informatieSTUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING
STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie AO AV 002 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte beschrijving... 5 1.1.1 Inhoud... 5 1.1.2 Modules... 5 1.2 Plaats
Nadere informatiemengsels onderscheiden van zuivere stoffen aan de hand van gegeven of van waargenomen fysische eigenschappen;
Leergebied: zuivere stoffen Leerplannen LP Chemie 2e gr KSO GO 1.4.5 - mengsels onderscheiden van zuivere stoffen aan de hand van gegeven of van waargenomen fysische eigenschappen; 2.3 - een verzameling
Nadere informatieStudierichtingen derde graad
Studierichtingen derde graad www.inspirocollege.be 2 WELKOM Beste leerling Je bent 16-17 jaar. Je hebt stilaan een betere kijk op je mogelijkheden en interesses gekregen. Het Inspirocollege biedt een waaier
Nadere informatieExamenprogramma scheikunde havo
Examenprogramma scheikunde havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Kennis
Nadere informatieDOCUMENT. Toelichting bij de lessentabellen. Inhoud. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel DOCUMENT Inhoud...1 1 VOORSTELLING VAN DE LESSENTABELLEN...2 1.1 De kolom Leerplannummer...2 1.2 De kolom B/S/C (niet
Nadere informatieDe nieuwe eindtermen Loopbaancompetentie. Jan De Smet 6 mei 2019
De nieuwe eindtermen Loopbaancompetentie Jan De Smet 6 mei 2019 Programma Achtergrond - modernisering SO Nieuw concept eindtermen De loopbaancompetentie AHOVOKS Kwalificaties & Curriculum Ministerie van
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9161 26 mei 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 april 2011, nr. VO/289008, houdende
Nadere informatieDOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA
DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA HOE TE GEBRUIKEN Als leerkracht kun je kiezen hoe je dit lespakket gebruikt in de klas. Je kunt de verschillende delen los van elkaar gebruiken, afhankelijk van de beschikbare
Nadere informatieProfilering derde graad
Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige
Nadere informatieEerste jaar van de eerste graad. Leren leren
Eerste jaar van de eerste graad Bij de start van het secundair onderwijs wordt er getracht de leerling een zo breed mogelijke vorming te geven en hem/haar te laten proeven van verschillende vakken. Dit
Nadere informatieSint-Jozefscollege: studierichtingen 3 de graad ASO
Economie-Moderne Talen Economie Moderne Talen natuurwetenschappen 2 2 Duits 3 3 Engels 3 3 Frans 4 4 economie 5 5 wiskunde 3 3 In deze studierichting wordt inzicht in het economisch gebeuren gecombineerd
Nadere informatieSchuilt er een onderzoeker in jou?
Schuilt er een onderzoeker in jou? Bijlage: Lesdoelen en leerplandoelen INHOUD 1 Eerste kennismaking met Inagro en zijn activiteiten... 3 1.1 Lesdoelen... 3 1.2 Leerplandoelen... 3 1.2.1 Leerplan wereldoriëntatie
Nadere informatieAdvies over eindtermen natuurwetenschappen ASO (tweede graad) en BSO (tweede en derde graad)
RAAD SECUNDAIR ONDERWIJS 9 juni 2011 RSO-RSO-JVR-ADV-015 Advies over eindtermen natuurwetenschappen ASO (tweede graad) en BSO (tweede en derde graad) Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel
Nadere informatieRealiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren
Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Welke afspraken worden gemaakt om geschiedenis te studeren? Wordt dit opgevolgd per graad en van graad tot graad? Leren leren blijft
Nadere informatieExamenprogramma natuur, leven en technologie vwo vanaf schooljaar 2014-2015
Examenprogramma NLT vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Exacte wetenschappen en technologie
Nadere informatieKlimaat: een thema in het Vlaams onderwijs?
Klimaat: een thema in het Vlaams onderwijs? Willy Sleurs Afdeling Kwalificaties & Curriculum AHOVOKS, Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Eindtermen bepaald door de overheid Leergebied-/vakgebonden
Nadere informatieVLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE. Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week
VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week Licap - Brussel - september 1995 INHOUD 1 BEGINSITUATIE... 5 2
Nadere informatieVragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO
Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO 1. Persoonlijke gegevens Naam school:.. Provincie school: o Antwerpen o Limburg o Oost- Vlaanderen o Vlaams- Brabant o West- Vlaanderen Wat is je functie?
Nadere informatieWISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN
WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN Derde graad 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3 (a-b-c) schriftelijk) 2 het begrijpen van figuren, tekeningen,
Nadere informatieIVV Sint-Vincentius. Welkom in de eerste graad! Eerste en tweede jaar A-stroom
IVV Sint-Vincentius Welkom in de eerste graad! Eerste en tweede jaar A-stroom Voor jou is de overgang van de lagere school naar een eerste graad A-stroom heel zeker een grote verandering. Geen paniek,
Nadere informatieWETENSCHAPPELIJK TEKENEN
WETENSCHAPPELIJK TEKENEN TWEEDE GRAAD TSO TECHNIEK-WETENSCHAPPEN COMPLEMENTAIR LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL (Vervangt leerplan D/1998/0279/021A vanaf 1 september 2013) Vlaams Verbond van
Nadere informatieVan TSO naar TSO : (g)een probleem
Scholengemeenschap Vlaamse Ardennen Van TSO naar TSO : (g)een probleem De brochure Van ASO naar TSO werd uitgebreid met een gedeelte dat de aansluitmogelijkheden bij overgangen binnen de TSO-richtingen
Nadere informatieExamenprogramma biologie havo
Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A1 Vaardigheden Domein A2 Analyse
Nadere informatieWICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 25 3910 NEERPELT. Tel. +32 11 64 07 01 Fax +32 11 64 41 46. info@shn.be www.shn.be www.wico.
STUDIERICHTINGEN TWEEDE GRAAD 2011-2012 WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 25 3910 NEERPELT Tel. +32 11 64 07 01 Fax +32 11 64 41 46 info@shn.be www.shn.be www.wico.be STUDEREN IN DE TWEEDE GRAAD
Nadere informatieNatuurwetenschappelijke, wiskundige en technische vaardigheden (bètaprofielniveau)
BIJLAGE 1 Examenprogramma NLT havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Exacte wetenschappen
Nadere informatieRondleidingen ZOO ANTWERPEN
Rondleidingen ZOO ANTWERPEN In ZOO Antwerpen gaan leren en plezier maken hand in hand. Bovendien zijn al onze rondleidingen voor scholen volledig ontwikkeld op het niveau van je klas én conform de eindtermen
Nadere informatieKIEZEN VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS info ouders basisonderwijs 1, 2 en 3 april 2019
KIEZEN VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS info ouders basisonderwijs 1, 2 en 3 april 2019 goed kiezen is als een puzzel maken zorg ervoor dat je alle goede puzzelstukjes verzamelt Kiezen voor het secundair onderwijs
Nadere informatieBEWAREN VAN GROENTEN EN FRUIT LEERPLANNEN EN EINDTERMEN LES WETENSCHAPPEN
BEWAREN VAN GROENTEN EN FRUIT LEERPLANNEN EN EINDTERMEN A. Gesubsidieerd vrij onderwijs LES WETENSCHAPPEN 1. VVKSO Leerplan 3 e graad secundair onderwijs TSO TV Biotechnische Wetenschappen LICAP Brussel-
Nadere informatieProfilering derde graad
De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,
Nadere informatieOnderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad
Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad Wat zijn OC's? Een eenvoudige definitie van OC is niet voorhanden. Op het internet vind je maar liefst 16 betekenissen voor 'onderzoek' en 31 voor 'competentie'!
Nadere informatiePedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1
Pedagogische begeleiding SO Vakbegeleiding wiskunde ONDERZOEKSCOMPETENTIES WISKUNDE DERDE GRAAD AS0 Specifieke eindtermen i.v.m. onderzoekscompetenties (SETOC) Wat? Leerplan a derde graad aso VVKSO De
Nadere informatie-Onze school behoort tot het officieel gesubsidieerd onderwijsnet. Het schoolbestuur is de gemeente Olen.
Pedagogisch project 1. situering onderwijsinstelling 2. levensbeschouwelijke uitgangspunten 3. visie op ontwikkeling en opvoeding 4. het schoolconcept 1. Situering onderwijsinstelling 1.1 Een gemeenteschool:
Nadere informatie