Aard voorstel: Strategisch > Politiek gevoelig Regelgeving Risico s:

Transcriptie

1 Onderwerp: Behandeling van de ingebrachte zienswijze van de heer de Jonge directeur van Garage-Tankstation De Jonge betreffende een aanvraag milieuvergunning voor de verandering van de inrichting: Garage Tankstation de Jonge Molenweg RS te Noordscheschut. Voorgesteld besluit: 1. De ingediende aanvraag tot verandering van de milieuvergunning van Garage Tankstation de Jonge Molenweg RS te Noordscheschut te weigeren. Genomen besluit (met datum): Parafen met datum Afdelingsmanager Concernstaf Financial control Juridisch control HRM-officer ICT-officer Datum : 1 juli 2008 Afdeling : Ingenieursbureau (milieu) Rapporteur : H. Zwiers Telefoon : Besluit en stukken openbaar? Ja Zo ja : geen actie richting pers Zo nee, waarom niet? Programma: Geen programma Programmabestuurder: Overleg gevoerd met: Naam: K. Bos-Perdok A.W.J. Wijngaarden P. van Dam Akkoord: Aard voorstel: Strategisch > Politiek gevoelig Regelgeving Risico s: Financieel risico Juridisch risico ICT-risico HRM-risico Ander risico, nl. Behandelen in raad Documentnaam: op zienswijze Gegevens DIV Ja Nee Hoog Laag Geen Ja Nee Molenweg 59 (de Jonge) advies Gerelateerd Corsa documentnr: Archief Opmerkingen college akkoord bespreken Opmerkingen Burgemeester Weth. WvdZ Weth. AB Weth. KS Weth. APJ Secretaris

2 Onderwerp Behandeling van de ingebrachte zienswijze van de heer de Jonge directeur van Garage-Tankstation De Jonge betreffende een aanvraag milieuvergunning voor de verandering van de inrichting: Garage Tankstation de Jonge Molenweg RS te Noordscheschut. Voorgesteld besluit 1. De ingediende aanvraag tot verandering van de milieuvergunning van Garage Tankstation de Jonge Molenweg RS te Noordscheschut te weigeren. Beoogd resultaat Het waarborgen van een acceptabel veilige omgeving rondom Tankstation De Jonge te Noordscheschut. Inleiding Door Garage Tankstation de Jonge Molenweg 59 te Noordscheschut is op 29 oktober 2007 een aanvraag voor een veranderingsvergunning op basis van de Wet milieubeheer ingediend. De aanvraag betreft het verplaatsen van het LPG-vulpunt ten behoeve van de LPG-activiteiten. De aanvraag heeft tot doel het LPG-vulpunt zodanig te verplaatsen dat de urgente saneringssituatie die ontstaan is op basis van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) wordt opgeheven. De urgente saneringssituatie die nu aanwezig is, is ontstaan omdat binnen de plaatsgebonden risicocontour PR 10-5 van het LPG-vulpunt zich een kwetsbaar object (in dit geval de woning Molenweg 61) bevindt. In het kader van deze urgente saneringssituatie loopt op dit moment nog een procedure bij de Raad van State. Argumenten Vergunningsplicht De activiteiten van het tankstation vallen onder andere onder de aangewezen categorie 2.1 lid a. het vervaardigen, bewerken, verwerken, opslaan of overslaan van gassen of gasmengsels, al of niet in samengeperste tot vloeistof verdichte of onder druk in vloeistof opgeloste toestand van het Inrichtingen en vergunningbesluit (IVB). Dit betekent dat de Wet milieubeheer van toepassing is. Voor Garage- Tankstation De Jonge is op 9 mei 1989 een revisievergunning verleend voor het inwerking hebben van een tankstation voor het wegverkeer inclusief LPG annex garagebedrijf. Nadien is op 2 september 1996 een veranderingsvergunning verleend voor de uitbreiding met een gasfklessenopslag, een wasplaats, smeerolietank en een afgewerkte olietank. Coördinatieverplichting Voor wat betreft de vergunningprocedure is er géén sprake van koppeling met de Woningwet. Er vinden geen lozingen plaats waarvoor een vergunning nodig is in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (W.v.o.). Er bestaat geen coördinatieverplichting. Milieu-aspecten Aangezien de aanvraag alleen betrekking heeft op de verplaatsing van het LPG-vulpunt zal het milieu-aspect (externe) veiligheid in de beoordeling worden meegenomen. De overige milieuaspecten (geluid, bodem, water, energie- en waterverbruik, lucht, afvalstoffen, indirecte hinder e.d.) worden in deze behandeling van de ingebrachte zienswijze buiten beschouwing gelaten. De ingebrachte zienswijze heeft namelijk alleen betrekking op het aspect externe veiligheid. Pagina 2 van 5

3 Ingebrachte zienswijze De zienswijze, ingeboekt onder nummer: I , die is ingediend door de heer J. de Jonge, directeur van Garage De Jonge vof., tevens drijver van de inrichting, heeft betrekking op het advies dat door de Regionale Brandweer Drenthe is uitgebracht. Dit brandweeradvies met kenmerk IN=08/129, van 10 juni 2008, ingeboekt onder nummer: I , is gebaseerd op artikel 12, het derde lid van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Het regionaal brandweeradvies is opgesteld om een juiste en verantwoorde afweging voor het groepsrisico te kunnen maken. De zienswijze heeft betrekking op de volgende onderwerpen: 1. Kans op aanrijden van de tankauto in verband met achteruit rijden en het achteruit moeuvreren van de tankauto op het terrein van de inrichting. 2. De bereikbaarheid van het vulpunt c.q. de tankwagen door voertuigen van hulpdiensten. 3. Bluswatervoorziening met onvoldoende capaciteit. Naar aanleiding van de ingebrachte zienswijze die in hoofdzaak betrekking heeft op bestrijdbaarheid van een calamiteit, waarbij de brandweer de inzet moet plegen, hebben wij ons laten adviseren door de Regionale Brandweer Drenthe. Het advies met kenmerk IN=08/129 is als bijlage bijgevoegd. Inhoudelijke behandeling van de zienswijze. Ad.1 De kans op aanrijding van een tankwagen door het wegverkeer op de Molenweg doordat de tankwagen dwars op de weg moet worden gemanoeuvreerd om hierna achterwaards het terrein van de inrichting kan oprijden wordt volgens ons inzicht en het inzicht van de regionale brandweer groter geacht dan wanneer de tankwagen tijdens het bevoorraden in de lengterichting op de rijbaan is geplaatst. In de huidige werkelijke situatie op het tankstation hoeft de tankwagen zelfs niet (geheel) op de rijbaan te worden geplaatst om LPG te kunnen bevoorraden, maar kan op het terrein van het tankstation worden geparkeerd, waardoor er zelfs nagenoeg geen kans op aanrijden bestaat. In deze zaak is het feit dat de LPG-tankwagen op de rijbaan staat tijdens het bevoorraden van LPG, wat overigens volgens het Besluit LPG-tankstations langs deze weg (50 km/uur) is toegestaan niet in het geding. Het gaat ons daarentegen om het ontstaan van een onveilige situatie wanneer de tankwagen dwars op de rijbaan moet worden geplaatst om het terrein achterwaarts te kunnen bereiken. Wij achten deze zienswijze dan ook niet gegrond en blijven bij ons standpunt zoals overwogen in de ontwerpbeschikking. Ad 2. Volgens het gestelde in het advies van de Regionale brandweer wordt met de bereikbaarheid niet zo zeer de fysieke bereikbaarheid bedoeld, maar is het van groter belang dat voldoende overzicht op de situatie kan worden verkregen en de mogelijkheid aanwezig is om via twee zijden de inzet van hulpdiensten (blusvoertuigen) te kunnen opbouwen. De achterzijde van het terrein is niet bereikbaar via een tweede onafhankelijke aanrijroute. De route via het naastgelegen Rijwielhuis is daarom geen goed alternatief, omdat ook via deze weg de aanval vanaf de Molenweg moet worden opgebouwd. Verder wordt in het brandweeradvies aangegeven dat wanneer op het moment een brand in de bedrijfsgebouwen, zoals de garage of de opstal aanpandig aan de achterzijde van de bedrijfswoning gaande is, de LPG-tankauto het terrein niet meer kan verlaten. Dit is onder andere in strijd met het Besluit LPG-tankstations milieubeheer. Volgens voorschrift van dit Besluit moet de tankwagen in geval van nood zonder manoeuvreren het terrein kunnen verlaten. Ook de door de klanten op het terrein van de inrichting geparkeerde auto s belemmeren het wegrijden van de LPG-tankwagen. (Zie bijgevoegde luchtfoto) Pagina 3 van 5

4 Wij achten deze zienswijze dan ook niet gegrond en blijven wij bij ons standpunt zoals overwogen in de ontwerpbeschikking. Ad 3. Terecht wordt opgemerkt dat in de directe omgeving drie hydranten aanwezig zijn. Maar deze drie hydranten zijn op één en dezelfde waterleiding aangesloten. Hieruit volgt dat de wateropbrengst van één hydrant maatgevend is. Uit de brandkraan bij het tankstation kan maximaal 37 m 3 water per uur worden onttrokken, terwijl voor het doelmatig koelen van een LPG-tankauto circa 70 m 3 water per uur noodzakelijk is. Hierdoor zal van de overige twee brandkranen geen water kunnen worden onttrokken in verband met aanvoercapaciteit van de waterleiding. Voor het voldoende koelen van een LPG-tankauto is dus te weinig water voorhanden die op een snelle manier moet kunnen worden aangebracht. Ook deze zienswijze achten wij niet gegrond en blijven wij bij ons standpunt zoals overwogen in de ontwerpbeschikking. Aanvullende overweging Aanvullend voeren wij aan dat in het kader van het LPG-convenant de LPG-tankwagens na zullen zijn voorzien van een hittewerende coating, waarmee opwarming van de tank alsmede de inhoud van de tankwagen wordt vertraagd. Maar tot zijn deze tankwagens niet voorzien van een dergelijke veiligheidsvoorziening en zal bij een calamiteit een eventuele inzet van hulpdiensten zeer snel moeten plaatsvinden wil een catastrofe voorkomen worden. Het voorhanden hebben van voldoende bluswater blijft daarom essentieel. Conclusie. Na verplaatsing van het LPG-vulpunt kan bij een doorzet tot 500 m 3 LPG per jaar worden voldaan aan het plaatsgebonden risico PR10-6 per jaar. Het dichtst bijgelegen kwetsbare object ligt op meer dan 45 meter afstand. Na 2010 wanneer de tankwagen brandwerend wordt uitgevoerd geldt voor het plaatsgebonden risico PR10-6 een afstand van 25 meter vanaf het vulpunt. Voor het groepsrisico geldt een invloedsgebied met een straal van 150 meter rondom het LPGvulpunt en het LPG-reservoir. Met behulp van de rekentool voor het groepsrisico is een berekening gemaakt over de hoogte van het groepsrisico. Het uitvoeren van een groepsrisicoberekening met behulp van deze methode is toegestaan omdat sprake is van een nieuwe vergunningssituatie. Uit de berekening blijkt dat de orienterende waarde voor het groepsrisico niet wordt overschreden. Door de verplaatsing van het LPG-vulpunt verandert het groepsrisico niet significant ten opzichte van de huidige situatie. Maatgevend bij de volledige verantwoording van het groepsrisico is het advies van de Regionale Brandweer Drenthe. Dit advies geeft aan dat het verplaatsen van het LPG-vulpunt leidt tot een aanzienlijk risicovollere situatie als gevolg van het bevoorraden van LPG op het achterterrein van de inrichting. Het gaat hierbij om het manoeuvreren op de openbare weg, het achteruit rijden naar het LPG-vulpunt en de risico s van aanrijding cq. Beschadiging van de tankwagen. Wanneer een brand in een van de bedrijfsgebouwen gaande is kan de LPG-tankauto niet van het terrein afrijden. Ook de door klanten geparkeerde auto s kunnen het wegrijden van de LPGtankwagen bemoeilijken. Dit is in strijd met het Besluit LPG-tankstations milieubeheer. Verder is de bereikbaarheid van het LPG-vulpunt en de LPG-tankwagen, bij een eventuele calamiteit, niet aanvaardbaar. Daarnaast zijn de mogelijkheden om adequaat te kunnen koelen en/of blussen bij een calamiteit niet toereikend. Feitelijk is deze situatie momenteel ook al niet toereikend. Pagina 4 van 5

5 Voor het adequaat koelen van een LPG-tankwagen is circa 70 m 3 /uur bluswater noodzakelijk. Deze hoeveelheid kan niet met de drie aanwezige brandkranen worden geleverd. Een eventuele escalatie kan hiermee dus niet worden voorkomen. Wij achten het daarom vanuit het oogpunt van de mogelijkheid tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval op deze locatie niet verantwoord is. Ingevolge artikel 3.2 van de Algemene wet bestuursrecht zijn de belangen goed afgewogen nu bij de voorbereiding van het Besluit het college de nodige kennis heeft vergaard omtrent relevante feiten en de af te wegen belangen,. Ik adviseer u dan ook de aangevraagde milieuvergunning met het verzoek het LPG-vulpunt te verplaatsen niet te verlenen. Kanttekeningen Aanpak Kosten, baten en dekking (kostensoort en kostenplaats) Monitoring en evaluatie Communicatie Bijlagen 1. Advies van de Regionale Brandweer Drenthe met kenmerk IN=08/129; 2. Luchtfoto van het terrein van Tankstation De Jonge ( ). Pagina 5 van 5