Fietsenquête Delft. Eindrapportage

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Fietsenquête Delft. Eindrapportage"

Transcriptie

1 Eindrapportage in opdracht van Gemeente Delft 24 mei 2006 rapportnummer: 3705r01v01e Hoofdkantoor: Regiokantoor noord: Regiokantoor zuid: Tanthofdreef 15 Badhuiswal 3 Hoff van Hollantlaan 6 Postbus 2873 Postbus SR Rosmalen 2601 CW Delft 8001 BC Zwolle Tel Tel Tel Fax Fax Fax

2 Inhoudsopgave 1 INLEIDING 1 Aanleiding 1 Opzet rapportage 2 2 METHODIEK EN RESPONS 3 Werkwijze 3 Respons en nauwkeurigheid 4 3 ONDERZOEKSRESULTATEN HUIS-AAN-HUIS ONDERZOEK 9 Persoonskenmerken 9 Fietsgebruik 12 Tevredenheid 35 Informatievoorziening 52 4 ONDERZOEKSRESULTATEN BASISSCHOOLLEERLINGEN 61 Persoonskenmerken 61 Tevredenheid 66 5 CONCLUSIES 69 Conclusies Huis-aan-huis enquête 69 Conclusies Basisschoolleerlingen 73 BIJLAGEN 1. Onderzoeksgebied 2. Aantal huishoudens binnen het onderzoeksgebied 3. Huis-aan-huis enquête 4. Enquête basisschoolleerlingen 5. (Non)respons

3 1 Inleiding Aanleiding Op 30 juni 2005 is Delft Fietst!, Fietsactieplan II vastgesteld. De periode van uitvoering van het Fietsactieplan is medio 2005 tot en met Het hoofddoel van dit Fietsactieplan is het fietsgebruik stimuleren om de fiets een serieus alternatief voor de auto te maken, om zo de stad Delft goed bereikbaar te houden. In dit Fietsactieplan zijn enkele afgeleide doelen opgesteld. Om de komende jaren te kunnen bepalen of de doelen behaald worden, is het noodzakelijk dat er een goed beeld is van de nulsituatie, van tussentijdse situatie en van de eindsituatie. Op basis van CBS-gegevens en gegevens uit het Delft Internet Panel (DIP) is reeds een globaal beeld van de nulsituatie verkregen. De gemeente Delft heeft Mobycon gevraagd een kwalitatieve en kwantitatieve nulmeting te verrichten voor het fietsverkeer in Delft. Daartoe zijn twee onderzoeken uitgevoerd: 1. Een enquêteonderzoek: hiermee wordt inzicht verkregen in tevredenheid over specifieke thema s, zoals fietsvoorzieningen, netwerk, communicatie, etc. Daarnaast dient het enquêteonderzoek om inzicht te krijgen in verplaatsingsmotieven vanuit de regio naar Delft en om een communicatie strategie op te stellen met betrekking tot het fietsbeleid. 2. Tellingen (brom)fietsintensiteiten: telcijfers van fietsintensiteiten op diverse punten verspreid over Delft. Hierbij is onderscheid gemaakt in centrumschil en buitenschil. Dit onderscheid vinden we terug in de doelstelling van de (brom)fietstellingen. Deze is tweeledig: het aandeel (brom)fietsverplaatsingen in Delft ten opzichte van het aandeel autoverplaatsingen verhogen; het aandeel (brom)fietsverplaatsingen ten opzichte van het aandeel autoverplaatsingen richting het centrum moet groeien. Deze rapportage geeft een beschrijving van het enquêteonderzoek. De enquête is gehouden in de periode maart/april In 2010 zal de meting worden herhaald om het effect van het fietsactieplan te bepalen. De resultaten van de tellingen worden weergegeven in een aparte rapportage. Mobycon pagina 1

4 Opzet rapportage Deze rapportage geeft de resultaten van het enquête onderzoek naar het fietsgebruik en de tevredenheid van fietsers in en naar Delft. Hoofdstuk 2 geeft een kort inzicht in de gebruikte methodiek en de respons van het onderzoek. In hoofdstuk 3 worden de analyseresultaten van het Huisaan-huis onderzoek besproken. Hoofdstuk 4 geeft inzicht in de resultaten van het onderzoek dat onder basisschoolleerlingen is uitgevoerd. Afsluitend worden in hoofdstuk 5 conclusies gegeven. Mobycon pagina 2

5 2 Methodiek en respons Werkwijze Door middel van een schriftelijke enquête is onderzoek gedaan onder de inwoners van Delft boven de 12 jaar en inwoners in een aantal wijken van gemeenten buiten Delft boven de 12 jaar. Deze wijken buiten Delft bevinden zich binnen een straal van 7,5 kilometer rond de markt van Delft. In bijlage 1 is een overzichtskaartje bijgevoegd met de onderzoeksgebieden. In bijlage 2 is het aantal huishoudens per kern/gemeenten in het onderzoeksgebied opgenomen. Hiernaast is een enquête gehouden onder kinderen uit de bovenbouw van 6 basisscholen in Delft. In totaal zijn enquêtes voor het huis-aan-huis onderzoek verzonden (5.000 binnen Delft en buiten Delft) en 1000 naar basisschoolleerlingen. De basis voor deze aantallen wordt toegelicht in de volgende paragraaf. Door middel van steekproeven is bepaald naar welke personen de enquête werd verzonden. De verspreiding van enquêtes binnen Delft is gedaan door een steekproeftrekking uit de Gemeentelijke Basis Administratie. De verspreiding van enquêtes buiten Delft is handmatig gedaan, door huis-aan-huis verspreiding. In elk postcodegebied is een aantal straten geselecteerd waar enquêtes in de brievenbus zijn gedaan. Alle personen hebben dezelfde enquête ontvangen. De enquête onder de leerlingen is via de scholen verspreid. Alle leerlingen hebben ieder een zelfde enquête ontvangen, deze is echter anders dan de huis-aan-huis enquête. Beide enquêtes zijn als bijlage 3 en 4 toegevoegd. De enquêtes kennen ongeveer een gelijke opbouw. In het eerste deel wordt gekeken naar de specifieke kenmerken van de respondenten. Het tweede deel gaat over het fietsgebruik. Het derde deel betreft de tevredenheid van de fietsers en het laatste deel gaat over communicatie. Tabellen 2.1 en 2.2 laten de opbouw van de enquêtes zien. Mobycon pagina 3

6 Cluster Onderwerp Persoonskenmerken Leeftijd Woonplaats/ wijk Beschikbaar vervoermiddel Abonnement/kortingskaart OV Fietsgebruik Vervoermiddel laatste verplaatsing Frequentie laatste verplaatsing Aantal ritten per week per fiets Afstand per rit per fiets Reisdoel fiets Reden voor fietsgebruik Reden niet gebruiken fiets Tevredenheid Diverse stellingen omtrent fietsparkeren, fietsroutes, veiligheid, voorlichting en algemeen Communicatie Manier van informatie ontvangen Tabel 2.1 Indeling huis-aan-huis enquête Cluster Onderwerp Persoonskenmerken Leeftijd Postcode Afstand van huis naar school Beschikbaar vervoermiddel Welke leeftijd voor het eerst alleen naar school Reden niet met de fiets naar school Tevredenheid Viertal stellingen omtrent fietsparkeren en fietsroutes Tabel 2.2 Indeling enquête basisschoolleerlingen Door middel van deze vragen is inzicht verkregen in kenmerken van fietsers, het fietsgebruik, tevredenheid en communicatie. Hiermee kan gekeken worden waar de potenties liggen om het fietsgebruik te vergroten. Respons en nauwkeurigheid Respons Om de representativiteit van het onderzoek te waarborgen is het van belang dat er voldoende respons uit een steekproef komt. Op basis van de omvang van de bevolking en het gewenst responspercentage is bepaald hoeveel enquêtes uitgezet dienden te worden om voldoende respons te krijgen. Tabel 2.3 geeft een overzicht van de respons. Mobycon pagina 4

7 Subpopulatie Omvang subpopulatie Aantal verzonden Gewenste respons Bruto respons Netto respons Respons enquêtes Inwoners binnen Delft jaar ouder dan 60 jaar ,6 35,5 Inwoners buiten Delft ,6 Totaal ,7 Basisschoolleerlingen ,2 Tabel 2.3 respons Om een betrouwbaar onderzoek uit te kunnen voeren is het van belang dat er voldoende respons komt op een enquête. De gewenste betrouwbaarheid van het onderzoek is 95 bij een nauwkeurigheid van 5. Dit betekent dat met een zekerheid van 95 kan worden gezegd, dat resultaten uit het onderzoek ook gelden voor de gehele populatie. Hiervoor is een respons van minimaal 385 nodig bij de omvang van de subpopulatie. Bij de steekproef voor de huis-aan-huis enquête is uitgegaan van een respons van 16,7 en bij de basisschoolleerlingen van 50. Dit betekent dat per subpopulatie 2500 enquêtes dienden te worden verzonden in de huis-aan-huis enquête. Voor de basisschoolleerlingen waren dit 1000 enquêtes. Binnen de vooraf gestelde tijdsperiode van vier weken zijn 2656 vragenlijsten geretourneerd uit de huis-aan-huis enquête en 517 uit de enquête onder de basisschoolleerlingen. Dit is de zogenaamde bruto respons. Binnen deze respons zitten veelal foutief of niet volledig ingevulde enquêtes, deze zijn verwijderd uit het totaal. Na de zogenaamde opschoning van het bestand resteert de netto respons, oftewel de goed bruikbare enquêtes. In totaal zijn 2155 bruikbare vragenlijsten geretourneerd uit de huis-aan-huis enquête en 442 uit de enquête onder de basisschoolleerlingen. Het responspercentage bedraagt over de huis-aan-huis enquête 28,7 en over de basisschoolleerlingen enquête 44,1. Dit zijn hoge percentages voor een dergelijk onderzoek. Betrouwbaarheid Het minimaal benodigde aantal enquêtes is geretourneerd. Hierdoor is het onderzoek in principe een representatief onderzoek. Dit waarborgt voor een deel de betrouwbaarheid. In deze paragraaf wordt nog nader ingegaan op de betrouwbaarheid van het onderzoek. Mobycon pagina 5

8 Op basis van de respons kan de nauwkeurigheid van de resultaten per vraag berekend worden. Binnen de statistiek wordt gestreefd naar een nauwkeurigheid van 5 of kleiner. Dit betekent dat met een betrouwbaarheid van 95 of groter uitspraken kunnen worden gedaan over de gehele (sub)populatie aan de hand van de analyse. Bij het bepalen hoeveel enquêtes uitgezet moesten worden is rekening gehouden met een nauwkeurigheid van 5. Doordat de werkelijke respons hoger is dan de gewenste respons, wijkt de nauwkeurigheid af van de beoogde 5. Voor uitspraken over het totaal aantal respondenten uit het huis-aan-huis onderzoek is de nauwkeurigheid daardoor beter geworden, namelijk 2,1. Voor de afzonderlijke deelgroepen waarop de enquête is gericht is de nauwkeurigheid ook verbeterd, zie tabel 2.4. Deelgroep Nauwkeurigheidspercentage Inwoners binnen Delft jaar 3,5 ouder dan 60 jaar 3,3 Inwoners buiten Delft 4,6 Basisschoolleerlingen 4,7 Tabel 2.4 nauwkeurigheidspercentage deelgroepen Om daarnaast uitspraken te kunnen doen over verschillende relaties, is het van belang dat er zo min mogelijk samenhang is tussen de verschillende variabelen. Dit is bij de analyses getoetst met de zogenaamde Chikwadraat toets. De waarde voor chi-kwadraat werkt ook met een 95- betrouwbaarheidsinterval. Dit betekent dat wanneer de chi-kwadraat 5 of kleiner is er geen samenhang is tussen de variabelen en de analyse probleemloos kan worden uitgevoerd. Binnen dit rapport zijn alleen analyses opgenomen die aan deze voorwaarde voldoen. Opgemerkt dient te worden dat binnen een aantal analyses is gekeken naar de relatie tussen bepaalde variabelen en de woonplaats van de respondenten. Voor een aantal gemeenten is de netto steekproef (m.n. s- Gravenhage en Midden-Delftland zie ook figuur 3.1) klein. De uitspraken over deze gemeenten dienen dan ook met voorzichtigheid behandeld te worden bij interpretaties. De chi-kwadraat is bij de analyses met de woonplaats voldoende groot, dus in principe zijn er geen problemen te verwachten bij de interpretatie. Mobycon pagina 6

9 Interpretatie van de resultaten De meeste onderzoeksresultaten worden weergegeven in percentages (bijv 65 van de respondenten is tevreden). Bij de interpretatie moet rekening worden gehouden met de volgende zaken: De percentages zijn gerelateerd aan het aantal respondenten dat antwoord geeft op de vraag. Binnen de analyses is alleen gekeken naar de mensen die een antwoord op een vraag hebben gegeven. Dit betekent dat de non-respons (categorie missing ) niet is meegeteld. De omvang van de non-respons is niet vermeld in de rapportage, dit is toegevoegd als bijlage 5. In de berekening van de percentages is de categorie geen mening/n.v.t. wel meegenomen. Bij een aantal vragen komt hierdoor sterk naar voren wanneer respondenten geen antwoord hebben gegeven op de vraag. Bepaalde vragen dienden niet door iedereen ingevuld te worden. Vraag 12 in de huis-aan-huis enquête diende bijvoorbeeld alleen door personen beantwoord te worden die op vraag 11 B, C of D hebben ingevuld. Hiermee is rekening gehouden door alleen de respondenten mee te nemen die aan de voorwaarde voldoen. Tenzij anders aangegeven betreffen grafieken en tabellen het totaal aantal mensen dat de bewuste vraag heeft beantwoord. Waar in een tabel onderscheid wordt gemaakt tussen Delft 60-, Delft 60+ en totaal betekent dit het volgende. Delft 60-, respondenten woonachtig in Delft jonger dan 60 jaar. Delft 60+, respondenten woonachting in Delft ouder dan 60 jaar. Totaal is het geheel van alle respondenten die de betreffende vraag hebben beantwoord. Mobycon pagina 7

10 Mobycon pagina 8

11 3 Onderzoeksresultaten huis-aan-huis onderzoek Persoonskenmerken In deze paragraaf wordt kort aandacht besteedt aan de persoonskenmerken van de respondenten die hebben deelgenomen aan de enquête. Dit zijn kenmerken die een kort overzicht geven, maar ook zeker van invloed kunnen zijn op het fietsgebruik. Verschillende persoonskenmerken zullen bij andere analyses worden gebruikt in deze rapportage. Allereerst een algemeen overzicht over de spreiding van de respondenten over de onderzochte gebieden. De netto respons van de enquête is De spreiding van deze personen over de verschillende deelgebieden is zichtbaar in figuur 3.1. De verschillende deelgebieden zijn zichtbaar in bijlage 1. Figuur 3.1 Spreiding respondenten naar woonplaats/ wijken in Delft Mobycon pagina 9

12 Uit voorgaande figuur blijkt dat de respondenten met name uit de gemeente Delft komen. In totaal zijn binnen Delft 2x zoveel enquêtes uitgezet dan in de wijken buiten Delft. Het is daardoor logisch dat de meeste enquêtes uit Delft afkomstig zijn. In Westland blijkt slechts een respondent te wonen. Dit geeft geen representatief beeld, daarom wordt deze verder niet meegenomen in de analyses. De enquête is binnen Delft verspreid onder 2 subgroepen qua leeftijd, te weten 12 tot en met 60 jaar en ouder dan 60 jaar, voor de gemeenten buiten Delft is geen onderscheid gemaakt in leeftijdsklassen. Figuur 3.2 geeft een overzicht van de spreiding van leeftijden van de respondenten over de verschillende gemeenten. Figuur 3.2 Spreiding leeftijden van de respondenten over gemeenten Uit bovenstaande figuur blijkt dat binnen de verschillende gemeenten de meeste personen (79) die deel hebben genomen aan de enquête tussen de 25 en 69 jaar oud zijn. De spreiding qua leeftijden is redelijk gevarieerd binnen de verschillende gemeenten. Pijnacker-Nootdorp (57) en s-gravenhage (71) kennen echter een groter aandeel jarigen. Binnen Delft zijn het met name de mensen tussen de 25 en 49 jaar en tussen 60 en 69 jaar die hebben deelgenomen aan de enquête. De spreiding over de leeftijdsklassen is voor de verschillende wijken binnen Delft ongeveer gelijk. Mobycon pagina 10

13 De respondenten beschikken veelal over verschillende vervoermiddelen. Tabel 3.1 geeft een overzicht van de beschikbare vervoermiddelen. Beschikbaar vervoermiddel Totaal (n=3.630) Delft 60- (n=1.296) Delft 60+ (n=1.410) Auto/motor 68,4 66,6 61,3 Fiets 89,3 94,6 83,1 Bromfiets/scooter 5,7 6,0 4,8 Geen van bovengenoemde 5,1 2,0 9,7 Tabel 3.1. Beschikbaar vervoermiddel 1 De meeste mensen beschikken over een fiets (89) en/of een auto (68). Veelal hebben mensen in een stad eerder de beschikking over een fiets dan over een auto. Ook zijn het vaak jongeren mensen die veel fietsen. Of er daadwerkelijk verschil in beschikbaar vervoermiddel is wordt duidelijk in figuur 3.3. Voor de netto respons wordt verwezen naar tabel 2.3. Figuur 3.3 Spreiding beschikbaarheid vervoermiddelen per subgroep Het blijkt dat de leeftijd nauwelijks een rol speelt. In de klasse boven 60 jaar binnen Delft zijn er relatief veel mensen die over geen van de genoemde vervoermiddelen beschikken ten opzichte van de andere groepen. 1 Mensen konden uit meerdere antwoorden kiezen, hierdoor komt het totaal boven 100 Mobycon pagina 11

14 De mate van fietsgebruik kan worden beïnvloed door het hebben van een abonnement of kortingskaart voor het openbaar vervoer. Daarom is in de enquête naar dit bezit gevraagd. Figuur 3.4 geeft een overzicht van het bezit van abonnement/ kortingskaart voor het openbaar vervoer. Figuur 3.4 Beschikking over abonnement/kortingskaart voor OV Veel van de respondenten (67) beschikken over een abonnement of kortingskaart voor het openbaar vervoer. Meer dan 60 van alle personen in de subgroepen beschikt over een abonnement of kortingskaart. Buiten Delft ligt dit percentage het hoogst. Fietsgebruik In deze paragraaf wordt ingegaan op het fietsgebruik van de respondenten. Hierbij wordt ingegaan op diverse aspecten: aantal ritten per fiets, afstand per rit, redenen waarom men al dan niet fiets, de manier waarop de laatste verplaatsing is gedaan en hoe vaak deze gebeurt. Aantal ritten 1 per fiets per week In het algemeen wordt de fiets door bijna de helft (40,6) van de respondenten voor 7 ritten per week of vaker gebruikt, zo blijkt uit tabel 3.2. Binnen de 3 subgroepen waar onderzoek naar is gedaan is hetzelfde patroon zichtbaar als het algemene patroon. 1 Een rit is een enkele reis met de fiets. Mobycon pagina 12

15 De helft (51) van de mensen afkomstig uit Delft in de categorie jaar gebruikt de fiets voor 7 ritten per week of vaker. In de groep boven de 60 jaar gebruikt ruim eenderde (33) van de personen de fiets voor 7 ritten per week of vaker. Aantal ritten per week Totaal (n=2.030) Delft 60- (n=752) Delft 60+ (n=795) minder dan 1 rit per week 22,4 21,0 21,6 1 à 3 ritten per week 16,4 12,8 19,9 4 à 6 ritten per week 20,6 14,9 25,2 7 ritten per week of vaker 40,6 51,3 33,3 Totaal Tabel 3.2 Aantal ritten met de fiets per week Het fietsgebruik ligt in het algemeen in verschillende steden anders. Bepaalde steden zijn op de fiets gericht waardoor het aandeel hoger ligt dan in andere steden. Figuur 3.5 laat het aantal ritten per week zien naar woonplaats. Figuur 3.5 Aantal ritten met de fiets per week naar woonplaats Tussen de verschillende woonplaatsen van de respondenten blijkt het aantal ritten per fiets per week sterk te fluctueren over de verschillende gemeenten. In Delft en Pijnacker-Nootdorp wordt de fiets door de meerderheid (beide 42) voor meer dan 7 ritten per week gebruikt. In Midden Delftland wordt de fiets voor 4 tot 7 ritten per week door respectievelijk 36 en 34 van de respondenten gebruikt. Mobycon pagina 13

16 In Rijswijk zijn er ongeveer evenveel mensen die de fiets maximaal 1 keer per week gebruiken als die hem juist 7 keer of vaker gebruiken. Opvallend is dat in s-gravenhage het grootste gedeelte van de respondenten slechts maximaal voor 1 rit of minder de fiets gebruiken. Dit is opvallend omdat het grootste gedeelte van de respondenten in de gemeente tussen de 25 en 49 jaar is en zoals uit figuur 3.6 blijkt maken deze toch relatief veel ritten per week met de fiets. Figuur 3.6 laat het verband zien tussen de leeftijd en het aantal ritten dat per week per fiets gemaakt wordt. Figuur 3.6 Aantal ritten per fiets per week naar leeftijd In het algemeen gebruikt de meerderheid van de respondenten de fiets voor 7 ritten of meer per week. In de loop van de leeftijdsklassen loopt het fietsgebruik af. Van de jarigen gebruikt 89 de fiets voor 7 ritten per week. Vanaf 70 jaar wordt de fiets door de meerderheid nog maar voor 4 tot 6 keer per week gebruikt. Vanaf 80 jaar gaat de frequentie een heel stuk verder omlaag, waarbij 50 van de respondenten de fiets zelfs minder dan een keer per week gaat gebruiken. Mensen die geen fiets tot hun beschikking hebben, zullen naar alle waarschijnlijkheid zelden fietsen. De relatie tussen beschikbaar vervoermiddel en het aantal ritten per fiets wordt zichtbaar in figuur 3.7. Hieruit wordt duidelijk of afhankelijk van het beschikbaar vervoermiddel men de fiets veel of weinig gebruikt. Mobycon pagina 14

17 figuur 3.7 Aantal ritten per fiets per week naar beschikbaar vervoermiddel Uit bovenstaande figuur blijkt dat het percentage personen dat de fiets voor 7 ritten of vaker gebruikt niet veel onderscheid kennen qua vervoermiddel dat men beschikbaar heeft. Wel blijkt dat mensen die een bromfiets of scooter (en geen van bovengenoemde) tot hun beschikking hebben relatief vaak de fiets minder dan 1 keer per week gebruiken. De bromfiets is dan ook een vervoermiddel dat bijna even flexibel is als de fiets en dus logischerwijs snel als vervanging van een fiets zal dienen. Van de 50 mensen die niet over een fiets, auto/motor of bromfiets/scooter beschikken hebben 47 mensen aangegeven dat ze de fiets voor minder dan 1 rit per week gebruiken. Dit is een relatief hoog aantal, maar logisch doordat men niet over een fiets kan beschikken. Mobycon pagina 15

18 Figuur 3.8 laat de relatie zien tussen het beschikbaar zijn van een abonnement/kortingskaart en het aantal ritten per week. Figuur 3.8 Aantal ritten per fiets per week naar beschikbaarheid van abonnement/kortingskaart voor het openbaar vervoer Het al dan niet beschikken over een abonnement of kortingskaart voor het openbaar vervoer heeft slechts beperkte invloed op het aantal ritten dat per week met de fiets wordt gemaakt. Wel blijkt dat mensen zonder een kortingskaart iets vaker de fiets gebruiken en mensen met een kortingskaart relatief wat vaker minder dan 1 keer per week de fiets gebruiken ten opzichte van hen die geen kortingskaart hebben. Gemiddelde afstand In het algemeen wordt de fiets in 54,9 van de gevallen gebruikt voor een gemiddelde afstand van 2 tot 5 kilometer per rit. Voor de inwoners van Delft ouder dan 60 jaar ligt het percentage zelfs op de 60. Gemiddelde afstand Totaal (n=1.562) Delft 60- (n=592) Delft 60+ (n=614) Minder dan 2km per rit 18,6 28,4 14,0 2 tot 5km per rit 54,9 53,9 60,3 5 tot 7,5km per rit 15,6 10,3 16,9 Meer dan 7,5km per rit 10,9 7,4 8,8 Totaal ,0 100,0 Tabel 3.3 Gemiddelde afstand per fiets per rit Binnen alle subcategorieën (woonplaats, leeftijd, beschikbaar vervoermiddel, aantal ritten per fiets en abonnement/kortingskaart) wordt gemiddeld tussen de 2 tot 5 kilometer per rit gereden. Mobycon pagina 16

19 Deze afstandscategorie wordt gevolgd door minder dan 2 kilometer en 5 tot 7 kilometer. Zowel leeftijd als woonplaats hebben een afwijking ten opzichte van het algemene beeld. Daarom wordt alleen op deze categorieën ingegaan. Figuur 3.9 geeft de relatie tussen leeftijd en gemiddelde afstand per rit. Figuur 3.9 Gemiddeld afstand per fiets per rit naar leeftijd Evenals het algemene beeld wordt binnen de verschillende leeftijdscategorieën gemiddeld 2 tot 5 kilometer per rit gereden. Binnen de leeftijdscategorie 50 tot 79 jaar komt, in tegenstelling tot het algemene beeld, op de tweede plaats de afstand 5 tot 7 kilometer. Als eerder aangegeven blijkt ook de woonplaats van invloed op de afstand die wordt afgelegd per rit. Figuur 3.10 geeft deze relatie weer. Figuur 3.10 Gemiddelde afstand per fiets per rit naar woonplaats Mobycon pagina 17

20 Wordt naar de verschillende gemeenten gekeken, dan blijkt dat alleen in Delft de afstand minder dan 2 kilometer per rit op de tweede plaats komt. Voor de overige gemeenten komt deze afstand pas op de vierde plek. In Pijnacker-Nootdorp en s-gravenhage scoort in tegenstelling tot de andere categorieën de afstand van meer dan 7,5 kilometer per rit vrij goed, namelijk een gedeelde tweede plaats met de afstand 5 tot 7,5 kilometer. Redenen voor fietsgebruik Ongeveer 88 van de respondenten heeft aangegeven regelmatig voor de fiets te kiezen. Voor ruim 26 is het gezondheidsmotief de belangrijkste reden om gebruik te maken van de fiets. dit geldt ook voor de inwoners van Delft, waarbij het voor de mensen boven 60 jaar sterker geldt. De respondenten hadden de mogelijkheid een categorie anders aan te kruisen. Hierbij kon men aangeven wat dit anders dan was. Deze omvat onder andere: de fiets is betrouwbaarder dan het openbaar vervoer, efficiënter, er kunnen makkelijk meerdere acties worden gecombineerd, men blijft er onafhankelijk door en lopen is te ver. Belangrijkste reden voor fietsgebruik Totaal (n=1.535) Delft 60- (n=584) Delft 60+ (n=599) Fietsen is gezond 26,4 20,2 30,6 Fietsen is goed voor het milieu 3,5 5,0 2,3 Ik vind het leuk om te fietsen 19,0 16,6 20,7 De fiets is vaak sneller dan de auto 14,9 18,5 11,7 Ik heb met de fiets geen parkeerproblemen 18,9 15,9 20,4 De fiets is goedkoop 9,9 12,7 9,3 Anders 7,3 11,1 5,0 Totaal ,0 100,0 Tabel 3.4 Belangrijkste reden voor fietsgebruik Mobycon pagina 18

21 Redenen voor fietsgebruik variëren sterk bij de verschillende leeftijdsklassen en woonplaats. Figuur 3.11 laat de relatie tussen leeftijd en reden voor fietsgebruik zien. Figuur 3.11 Relatie tussen reden voor fietsgebruik en leeftijd Overal wordt de gezondheid als meest belangrijk beschouwd. Voor de leeftijdsklasse jaar is het echter belangrijker dat het een goedkoop vervoermiddel is. En in de groep jaar spelen overige redenen een belangrijke rol. Figuur 3.12 laat de relatie tussen woonplaats en reden voor fietsgebruik zien. Figuur 3.12 Relatie reden voor fietsgebruik en woonplaats Mobycon pagina 19

22 In het algemeen scoort hier de gezondheid wederom het hoogst. In de gemeente s-gravenhage wordt fietsen erg leuk gevonden, dit weegt zwaarder dan de gezondheid. In Midden Delftland spelen parkeerproblemen een sterke rol bij de keuze voor de fiets. Het beschikbare vervoermiddel en het al dan niet hebben van een abonnement heeft geen sterk afwijkende redenen voor fietsgebruik. Hier speelt vooral de gezondheid wederom de belangrijkste rol. Mensen zonder abonnement geven op de tweede plaats aan dat ze fietsen omdat ze het leuk vinden. Deze figuren kennen geen grote afwijkingen en hebben daardoor geen meerwaarde voor het rapport en zijn dan ook niet opgenomen. Mensen die veel fietsen zouden wel eens andere redenen kunnen hebben dan mensen die minder fietsen. Figuur 3.13 laat de relatie tussen aantal ritten per week en de reden voor fietsgebruik zien. Figuur 3.13 Relatie reden voor fietsgebruik en aantal ritten per week Gekeken naar het aantal ritten per fiets blijkt in het algemeen dat het gezondheidscriterium wederom de belangrijkste reden is om voor de fiets te kiezen. Mensen met weinig ritten per week geven als belangrijkste reden dat ze geen parkeerproblemen hebben met de fiets. Personen die de fiets voor 4 tot 6 ritten per week gebruiken hebben het gezondheidscriterium als belangrijkste reden. Dit wordt op de tweede plaats gevolgd doordat men geen parkeerproblemen heeft en ze vinden fietsen leuk. Mobycon pagina 20

23 Ongeveer 22 van de respondenten heeft aangegeven maximaal 1 keer per week gebruik te maken van de fiets. Hiervoor zijn diverse redenen aan te dragen. Tabel 3.5 geeft een overzicht van de belangrijkste redenen om de fiets niet te gebruiken. Belangrijkste reden om fiets niet te gebruiken Totaal (n=416) Delft 60- (n=143) Delft 60+ (n=157) Ik heb geen fiets 12,3 11,9 14,0 Met de auto ben ik sneller 8,7 6,3 4,5 Afstand is te ver om te fietsen 18,0 18,9 8,3 Ik moet veel spullen meenemen 15,1 18,9 11,5 Ik vind het niet leuk om te fietsen 6,7 9,8 5,7 Ik kan niet fietsen 1,7 2,8 1,3 Mijn leeftijd/gezondheid laat fietsen niet meer toe 17,5 8,4 34,4 Anders 20,0 23,1 20,4 Totaal 100,0 100,0 100,0 Tabel 3.5 Belangrijkste redenen waarom de fiets slechts beperkt wordt gebruikt In het algemeen wordt aangegeven dat fietsen te ver is (18) of dat de leeftijd het niet meer toelaat (17,5). Ruim 34 van de inwoners van Delft boven 60 jaar geven aan dat de leeftijd/ gezondheid het niet meer toelaat. Voor de inwoners van Delft onder 60 jaar geldt dat fietsen te ver is of dat ze te veel spullen mee moeten nemen. Van de respondenten geeft 20 een andere reden. Als anders heeft men overwegend twee antwoorden gegeven in de enquête, namelijk: er zijn te weinig parkeerplaatsen voor fietsen bij het station zijn en er zijn veel mensen die alleen met mooi weer fietsen. Reisdoel fietsgebruik Wanneer de respondenten hun fiets gebruiken is de belangrijkste reden hiervoor het doen van boodschappen (40,2) gevolgd door werk/zakelijk (28,5). Voor de inwoners van Delft jonger dan 60 jaar is werk/zakelijk het belangrijkste reisdoel (44). Voor de mensen boven 60 jaar binnen Delft is dit het doen van boodschappen (58). Mobycon pagina 21

24 Reisdoel fietsgebruik Totaal (n=1.570) Delft 60- (n=594) Delft 60+ (n=620) Werk/zakelijk 28,5 43,6 10,3 Visite 4,4 3,9 5,3 Boodschappen 40,2 26,4 57,9 School 6,7 12,0 0,3 Recreatie 14,2 9,9 17,4 Overig 6,1 4,2 8,7 Totaal 100,0 100,0 100,0 Tabel 3.6 Reisdoel fietsgebruik Evenals bij de meeste voorgaande onderwerpen blijkt dat met name woonplaats en leeftijd een afwijkend beeld laten zien ten opzichte van het algemene beeld. Bij de overige categorieën (beschikbaar vervoermiddel, abonnement/kortingskaart en aantal ritten) wordt de fiets op de eerste plaats gebruikt om boodschappen te doen en op de tweede plaats voor werk/zakelijk. Daarom wordt ook hier alleen nader ingegaan op de leeftijd en woonplaats. Mensen in een bepaalde levensfase hebben veelal activiteiten die bij die fase horen. Daarom is het interessant te zien dat uit dit onderzoek blijkt dat er inderdaad verschillen zijn. Figuur 3.14 laat de relatie tussen leeftijd en het reisdoel zien. Figuur 3.14 Reisdoel per fiets naar leeftijd Mobycon pagina 22

25 Qua leeftijd is er een duidelijk onderscheid te maken tussen de schoolgaande jeugd en de overige personen. In de categorie tot 24 jaar wordt de fiets met name gebruikt om naar school te gaan. Bij de jarigen neemt het aandeel dat de fiets voor werk/zakelijk gebruikt toe. Voor de mensen tussen 24 en 60 jaar is werk/zakelijk zelfs het meest belangrijke doel. Vanaf 60 jaar wordt de fiets hoofdzakelijk gebruikt om boodschappen te doen en deels als recreatie. Hierin zijn dus duidelijk de levensfasen te onderscheiden. Binnen gemeenten zijn bepaalde voorzieningen veelal in de buurt aanwezig. In andere gemeenten juist niet. Dit betekent dat er in het algemeen een verschil in reisdoel zal bestaan. Figuur 3.15 laat de relatie zien tussen woonplaats en het reisdoel. Figuur 3.15 Reisdoel per fiets naar woonplaats In de gemeenten Delft, Midden-Delftland en s-gravenhage wordt de fiets met name gebruikt voor het doen van boodschappen gevolgd door werk/zakelijk. In Pijnacker-Nootdorp wordt de fiets in eerste instantie voor werk/zakelijk gebruikt en op de tweede plaats voor boodschappen. In Rijswijk is er geen verschil tussen beide categorieën. Vervoermiddel meest recente verplaatsing Het vervoermiddel dat voor de meest recente verplaatsing is gebruikt, geeft een goed beeld van het gebruik van bepaalde vervoermiddelen in het algemeen. De kans is namelijk zeer groot dat men dit vervoermiddel het meest regelmatig gebruikt. Door onderscheid te maken naar verschillende gebieden (buiten, binnen en centrum van Delft) wordt naar de relatie tussen herkomst en bestemming gekeken. Dit geeft een beeld van het vervoermiddelgebruik in Delft en omstreken. Mobycon pagina 23

26 Tabel 3.7 geeft een overzicht van de vervoermiddelen die voor de laatste verplaatsing zijn gebruikt en met welke regelmaat deze verplaatsing wordt gedaan binnen de gehele regio. Tabel 3.8 geeft hetzelfde weer echter alleen voor de inwoners van Delft. Vervoermiddel Buiten Delft (n=2.125) Binnen Delft (n=2.127) Centrum Delft (n=2.124) Lopend 1,6 15,3 18,1 Op de fiets 18,1 53,8 52,0 Auto als bestuurder 41,8 18,4 14,0 Auto als passagier 15,7 4,6 3,9 OV 20,9 6,1 9,4 Anders 1,6 1,5 1,5 Onbekend 0,3 0,4 1,2 Frequentie Buiten Delft (n=2.126) Binnen Delft (n=2.133) Centrum Delft (n=2.124) minder 1x per maand 17,8 7,5 16,9 2 a 4x per maand 35,5 18,1 33,1 2 a 4x per week 27,5 35,9 32,2 5x per week of meer 19,1 38,4 17,9 Tabel 3.7 Gebruikt vervoermiddel voor de laatste verplaatsing en frequentie hiervan voor de gehele regio Mobycon pagina 24

27 Vervoermiddel Buiten Delft Binnen Delft Centrum Delft 60- (n=758) 60+ (n=872) 60- (n=761) 60+ (n=869) 60- (n=761) 60+ (n=867) Lopend 1,3 1,5 17,9 18,1 23,7 18,9 Op de fiets 14,9 14,4 58,9 53,0 54,9 50,7 Auto als bestuurder 40,9 39,0 16,2 12,5 11,4 9,2 Auto als passagier 13,5 21,4 2,8 5,5 3,0 4,4 OV 27,4 21,3 3,0 8,4 5,5 13,8 Anders 1,8 1,9 1,2 2,1 1,2 1,8 Onbekend 0,1 0,3 0,1 0,3 0,3 1,0 Frequentie Buiten Delft Binnen Delft Centrum Delft 60- (n=764) 60+ (n=869) 60- (n=763) 60+ (n=873) 60- (n=763) 60+ (n=868) minder 1x per maand 14,8 23,4 2,1 3,9 7,3 13,4 2 a 4x per maand 33,5 42,8 12,1 17,0 33,7 30,9 2 a 4x per week 28,0 25,2 34,5 41,2 36,3 36,1 5x per week of meer 23,7 8,6 51,4 37,9 22,7 19,7 Tabel 3.8 Gebruikt vervoermiddel voor de laatste verplaatsing en frequentie hiervan voor de inwoners van Delft Voor de allerlaatste verplaatsing vanaf het woonadres naar een locatie buiten Delft wordt de auto (als bestuurder) in het algemeen het meest (42) gebruikt. Dit laatst gekozen vervoermiddel wordt over het algemeen zeer regelmatig voor een verplaatsing buiten Delft gebruikt. Wanneer onderscheid wordt gemaakt naar de subgroepen, geeft dit eenzelfde beeld als het geheel. Voor verplaatsingen binnen Delft en naar het centrum van Delft wordt zeer frequent (resp. 54 en 52) gebruik gemaakt van de fiets. De fiets is hier in de meeste gevallen het laatst gekozen vervoermiddel en wordt veelal 2 tot 4 keer per week of zelfs vaker voor deze verplaatsing gebruikt. Wanneer onderscheid wordt gemaakt naar de subgroepen, geeft dit eenzelfde beeld als het geheel. Respondenten konden ook een ander vervoermiddel aangeven. Hierbij worden voor verplaatsingen buiten Delft in grote meerderheid de Regio- Taxi en tram genoemd. Voor verplaatsingen binnen Delft en naar het centrum van Delft worden de RegioTaxi en scootmobiel met name genoemd. Mobycon pagina 25

28 Voor een gemeente is het nuttig te weten welke vervoermiddelen met de grootste regelmaat worden gebruikt. Hiermee kan bepaald worden welk vervoermiddel het grootste aandeel in de modal split heeft. Dit kan door het vervoermiddel van de laatste verplaatsing af te zetten tegen de regelmaat waarin men deze verplaatsing maakt. Onderstaande figuur 3.16 laat deze relatie zien voor verplaatsingen buiten Delft zien. Figuur 3.16 Regelmaat van gebruik laatste vervoermiddel voor verplaatsing van woonadres naar locatie buiten Delft Voor verplaatsingen naar een locatie buiten Delft wordt het vaakst de auto als bestuurder (33) gebruikt. Dit wordt gevolgd door het openbaar vervoer (30) en de fiets (23). Mobycon pagina 26

29 Onderstaande figuur 3.17 laat de relatie tussen gekozen vervoermiddel en regelmaat zien voor verplaatsingen binnen Delft. Figuur 3.17 Regelmaat van gebruik laatste vervoermiddel voor verplaatsing van woonadres naar locatie binnen Delft Voor verplaatsingen naar een locatie binnen Delft wordt de fiets het meest gebruikt (66). Dit wordt gevolgd door lopend (22) en gedeelde derde plek voor het openbaar vervoer en de auto als bestuurder (5). Onderstaande figuur 3.18 laat de relatie tussen gekozen vervoermiddel en regelmaat zien voor verplaatsingen naar het centrum van Delft. Figuur 3.18 Regelmaat van gebruik laatste vervoermiddel voor verplaatsing van woonadres naar locatie in centrum van Delft Mobycon pagina 27

30 Voor verplaatsingen naar een locatie in het centrum van Delft wordt een zelfde beeld getoond als voor de verplaatsing naar een locatie binnen Delft. Het fietsaandeel in de regelmatige verplaatsingen is hier 64 en lopend 28. Opvallend is dat het aandeel voetgangers flink toeneemt ten opzichte van verplaatsingen naar het centrum van Delft. Met behulp van het vervoermiddel dat 5 keer per week of vaker wordt gebruikt, kan bepaald worden welke vervoermiddelen het vaakst worden gebruikt, oftewel wat is de modal split. De modal split voor de verschillende verplaatsingen wordt weergegeven in tabel 3.9 tot en met Naar locatie buiten Delft Totaal Delft 60- Delft 60+ Auto (bestuurder)(33) Auto (bestuurder)(34) Auto (bestuurder)(32) OV (30) OV (33) OV (30) Fiets (23) Fiets (18) Fiets (23) Overig (14) Overig (15) Overig (15) Tabel 3.9 Modal split vervoerswijzen naar locaties buiten Delft Naar locatie binnen Delft Totaal Delft 60- Delft 60+ Fiets (66) Fiets (69) Fiets (61) Lopend (22) Lopend (22) Lopend (23) Auto/OV (10) Auto/OV (6) Auto/OV (14) Overig (2) Overig (3) Overig (2) Tabel 3.10 Modal split vervoerswijzen naar locaties binnen Delft Naar locatie in centrum van Delft Totaal Delft 60- Delft 60+ Fiets (64) Fiets (62) Fiets (58) Lopend (28) Lopend (29) Lopend (30) Auto/OV (8) Auto/OV (5) Auto/OV (10) Overig (1) Overig (4) Overig (2) Tabel 3.11 Modal split vervoerswijzen naar locaties in het centrum van Delft De modal split is voor de verschillende doelgroepen ongeveer gelijk binnen de verschillende verplaatsingen. Voor locaties buiten Delft wordt de auto (als bestuurder) het vaakst gebruikt. Voor locaties binnen Delft en in het centrum van Delft de fiets. Mobycon pagina 28

31 De relatie tussen herkomst en bestemming heeft invloed op het vervoermiddel dat men zal kiezen. Wanneer afstanden groter worden bleek eerder al dat mensen voor andere vervoermiddelen kiezen dan de fiets. Figuur 3.19 laat de relatie zien tussen woonplaats en het gekozen vervoermiddel naar een bestemming buiten Delft. Figuur 3.19 Laatst gebruikte vervoermiddel voor een verplaatsing van woonadres naar een locatie buiten Delft afgezet tegen woonplaats Voor een verplaatsing naar een locatie buiten Delft wordt door inwoners uit de verschillende woonplaatsen voor de auto (als bestuurder) gekozen. Vanuit de verschillende wijken van Delft wordt de auto gevolgd door het openbaar vervoer. In de Midden-Deftland, Pijnacker-Nootdorp en Rijswijk kiest men voor de fiets na de auto. Figuur 3.20 laat de relatie zien tussen woonplaats en het gekozen vervoermiddel naar een bestemming binnen Delft. Mobycon pagina 29

32 Figuur 3.20 Laatst gebruikte vervoermiddel voor een verplaatsing van woonadres naar een locatie binnen Delft afgezet tegen woonplaats Voor een verplaatsing naar een locatie binnen Delft wordt door de inwoners van de verschillende gemeenten en wijken vaak gekozen voor de fiets. Alleen de inwoners van s-gravenhage vormen een uitzondering hierop. Zij kiezen meestal voor de auto (als bestuurder). Vanuit de binnenstad van Delft kiest men er veelal voor om te gaan lopen. Figuur 3.21 laat de relatie zien tussen woonplaats en het gekozen vervoermiddel naar een bestemming in het centrum van Delft. Figuur 3.21 Laatst gebruikte vervoermiddel voor een verplaatsing van woonadres naar een locatie in centrum van Delft afgezet tegen woonplaats Mobycon pagina 30

33 Voor verplaatsingen naar het centrum van Delft neemt de meerderheid van de mensen de fiets. Dit aandeel van de fiets ligt ongeveer gelijk aan het gebruik van de fiets voor een locatie binnen Delft. Alleen inwoners van de binnenstad van Delft vormen hierop een uitzondering; een kleine 70 kiest ervoor om te lopen. Als eerder bleek heeft ook de leeftijd invloed op het fietsgebruik. In welke mate deze relatie aanwezig is voor de verschillende bestemmingen wordt in onderstaande duidelijk. Figuur 3.22 laat de relatie zien tussen leeftijd en het gekozen vervoermiddel naar een locatie buiten Delft. Figuur 3.22 Laatst gebruikte vervoermiddel voor een verplaatsing van woonadres naar een locatie buiten Delft naar leeftijd De verschillende leeftijdscategorieën gebruiken verschillende vervoermiddelen. Voor een verplaatsing naar een locatie buiten Delft maken de jongeren onder 24 jaar met name gebruik van het openbaar vervoer. Mensen tot 80 jaar kiezen de auto (als bestuurder) het vaakst. De mensen ouder dan 80 jaar maken verplaatsingen naar een locatie buiten Delft in het algemeen als passagier in een auto. Mobycon pagina 31

34 Figuren 3.23 en 3.24 laten de relatie zien tussen leeftijd en het gekozen vervoermiddel naar een locatie binnen Delft en naar het centrum van Delft. Figuur 3.23 Laatst gebruikte vervoermiddel voor een verplaatsing van woonadres naar een locatie binnen Delft naar leeftijd Figuur 3.24 Laatst gebruikte vervoermiddel voor een verplaatsing van woonadres naar een locatie naar het centrum van Delft naar leeftijd Voor verplaatsingen binnen Delft en naar het centrum van Delft wordt door alle leeftijdscategorieën het meest voor de fiets gekozen. Senioren kiezen daarnaast ook voor het openbaar vervoer. De mensen binnen de verschillende leeftijdscategorieën kiezen voor een verplaatsing binnen Delft de auto. Voor een verplaatsing naar het centrum gaat men vaker lopend. Mobycon pagina 32

35 Het beschikbare vervoermiddel hoeft niet automatisch het vervoermiddel te zijn dat men voor de laatste verplaatsing gebruikt of het vaakst gebruikt. Mensen hebben vaak meerdere vervoermiddelen beschikbaar. Om deze reden is het interessant te zien welk vervoermiddel men kiest. Figuur 3.25 laat de relatie zien tussen laatst gebruikte vervoermiddel naar een locatie buiten Delft en het beschikbaar vervoermiddel. Figuur 3.25 Laatst gebruikte vervoermiddel voor een verplaatsing van woonadres naar een locatie buiten Delft naar beschikbaar vervoermiddel Voor verplaatsingen naar een locatie buiten Delft wordt door velen de auto als bestuurder gekozen. Zowel wanneer men de beschikking over een auto heeft als wanneer men beschikt over een fiets of bromfiets/scooter. Heeft men geen van deze vervoermiddelen, dan kiest men voor de auto als passagier of voor het openbaar vervoer. Mobycon pagina 33

36 Figuur 3.26 laat de relatie zien tussen laatst gebruikte vervoermiddel naar een locatie in het centrum van Delft en het beschikbaar vervoermiddel. Figuur 3.26 Laatst gebruikte vervoermiddel voor een verplaatsing van woonadres naar een locatie naar het centrum van Delft naar beschikbaar vervoermiddel Voor verplaatsingen naar een locatie binnen Delft of in het centrum van Delft maakt men dezelfde keuze qua vervoermiddel. Naar een locatie in het centrum gaat men iets vaker om lopen. Daarom is in figuur 3.26 alleen de afbeelding voor verplaatsingen naar het centrum weergegeven. Voor deze verplaatsingen neemt men voornamelijk de fiets onafhankelijk van het bezit van een auto, fiets of bromfiets/scooter. Respondenten die niet over een van deze drie vervoermiddelen beschikken kiezen met name voor het openbaar vervoer. Wanneer men de beschikking heeft over een abonnement of kortingskaart voor het openbaar vervoer, betekent dit niet automatisch dat men ook met name voor het openbaar vervoer kiest. De keuze voor een bepaald vervoersmiddel blijft voor verplaatsingen buiten Delft de auto (als bestuurder) gevolgd door de fiets en het openbaar vervoer. Voor verplaatsingen naar een locatie binnen Delft en naar het centrum van Delft wordt de fiets gevolgd door de auto (als bestuurder) en lopend. Mobycon pagina 34

37 Tevredenheid In de enquête is op diverse manieren naar de tevredenheid van de respondenten gevraagd. Het gaat hierbij over de tevredenheid over fietsvoorzieningen en in welke mate men zich veilig voelt in de stad Delft. Bij deze stellingen kon men een oordeel geven tussen 1 (oneens) tot en met 5 (eens). Fietsparkeren in Delft Om de tevredenheid over de mogelijkheden van het fietsparkeren in Delft zijn drie verschillende stellingen aan de respondenten voorgelegd. Figuur 3.27 en tabel 3.12 laten het algemene oordeel over deze 3 stellingen zien. Figuur 3.27 Stellingen over fietsparkeren (1=oneens tot 5=eens) Invloed op Er zijn voldoende Ik vind 50 eurocent Er zijn voldoende bewaakte fietsenstallingen in Delft van mijn fiets in delft binnenstad van Delft voor bewaakt stallen fietsklemmen in de fietsgebruik acceptabel (n=1288) (n=1354) (n= 1218) Ja 19,6 27,6 24,0 Nee 62,8 65,1 58,7 Onbekend/ 17,6 7,3 17,3 geen mening Totaal 100,0 100,0 100,0 Tabel 3.12 Invloed van de aanwezigheid van voorzieningen voor fietsparkeren op het fietsgebruik Mobycon pagina 35

38 Men is redelijk neutraal (32) over de stelling dat er voldoende fietsenstallingen in Delft aanwezig zijn. Voor een kleine 20 heeft dit invloed op het fietsgebruik. Het grootste deel van de respondenten (36) is het ermee eens dat 50 eurocent acceptabel is voor het bewaakt stallen van de fiets. Voor ruim 27 van de mensen heeft dit invloed op het fietsgebruik. Het grootste gedeelte (39) van de mensen vindt dat er niet voldoende fietsklemmen in de binnenstad van Delft aanwezig zijn. Voor 24 van de mensen heeft dit geen invloed op hun fietsgebruik. Zoals eerder bleek heeft de leeftijd duidelijke invloed op het fietsgebruik. Hierdoor is te verwachten dat leeftijd ook invloed heeft op de mening over fietsparkeren. Tabel 3.13 geeft de meningen van de verschillende subgroepen. Fietsparkeren Totaal Delft 60- Delft 60+ Er zijn voldoende bewaakte stallingen in Delft (n=1288) (n=526) (n=509) 1 (oneens) 21,8 20,7 25,7 2 23,1 23,8 21,0 3 32,2 28,1 34,2 4 12,1 13,9 9,8 5 (eens) 10,8 13,5 9,2 Ik vind 50 cent voor het bewaakt stallen van mijn fiets acceptabel (n=1354) (n=555) (n=500) 1 (oneens) 18,5 17,1 22,4 2 8,6 9,9 8,2 3 17,4 16,8 17,8 4 18,8 21,4 14,8 5 (eens) 36,6 34,8 36,8 Er zijn voldoende fietsklemmen in de binnenstad van Delft (n=1218) (n=531) (n=466) 1 (oneens) 39,4 43,9 37,6 2 23,5 25,2 19,1 3 21,3 16,2 25,5 4 9,8 8,9 10,5 5 (eens) 6,0 5,8 7,3 Tabel 3.13 stellingen over fietsparkeren naar subgroep Mobycon pagina 36

39 De verschillende subgroepen zijn eensgezind over de verschillende stellingen. Iedereen heeft een neutraal beeld over het aantal bewaakte stallingen in Delft. Alle subgroepen vinden 50 eurocent een acceptabel bedrag voor het bewaakt parkeren van de fiets. Alle subgroepen zijn het erover eens dat er te weinig fietsklemmen in de binnenstad zijn. Inwoners uit de verschillende gemeenten zullen aan bepaalde voorzieningen een ander belang hangen dan andere mensen. Wanneer mensen al ver moeten fietsen kan het bijvoorbeeld aantrekkelijker worden de auto te nemen wanneer men niet tevreden is over bepaalde faciliteiten. Tabel 3.14 laat de relatie zien tussen stellingen over fietsparkeren en de woonplaats. Mobycon pagina 37

40 Fietsparkeren Delft Rijswijk Midden- Pijnacker- 's- Delftland Nootdorp Gravenhage Er zijn voldoende bewaakte stallingen in Delft (n=1267) 1 (oneens) (eens) Ik vind 50 cent voor het bewaakt stallen van mijn fiets acceptabel (n=1332) 1 (oneens) (eens) Er zijn voldoende fietsklemmen in de binnenstad van Delft (n=1200) 1 (oneens) (eens) Tabel 3.14 Stellingen over fietsparkeren naar woonplaats De inwoners van de verschillende gemeenten zijn overwegend neutraal tot negatief over het voldoende aantal bewaakte stallingen in Delft. Alleen de inwoners van s-gravenhage zijn neutraal tot redelijk positief. 50 eurocent wordt door de meerderheid als acceptabel beschouwd. Bij deze relatie dient echter opgemerkt te worden dat de Chi-kwadraat groter is dan 0,05, hierdoor is deze analyse niet geheel betrouwbaar. Over het aantal fietsenklemmen in de binnenstad van Delft zijn de meningen verdeeld. Inwoners van Delft zijn overwegend negatief. Mensen uit s-gravenhage zijn overwegend neutraal tot redelijk positief, terwijl de overigen neutraal tot negatief zijn. Te verwachten is dat mensen die niet over een fiets beschikken slechts beperkt een oordeel hebben over voorzieningen voor fietsers. Eerder bleek dat men niet altijd hetzelfde vervoermiddel gebruikt. Mobycon pagina 38

41 Mensen die met name voor de auto kiezen zullen ook minder goed over fietsvoorzieningen kunnen oordelen. Tabel 3.15 geeft de relatie weer tussen het beschikbaar vervoermiddel en de tevredenheid over voorzieningen voor fietsparkeren. Fietsparkeren auto/motor Fiets brom- geen van fiets/scooter bovenge- noemde Er zijn voldoende bewaakte stallingen in Delft (n=2234) 1 (oneens) (eens) Ik vind 50 cent voor het bewaakt stallen van mijn fiets acceptabel (n=2361) 1 (oneens) (eens) Er zijn voldoende fietsklemmen in de binnenstad van Delft (n=2102) 1 (oneens) (eens) Tabel 3.15 Stellingen over fietsparkeren naar beschikbaar vervoermiddel Mensen die over een auto/motor en/ of fiets beschikken hebben een neutrale mening over het aantal bewaakte stallingen in Delft. Mensen die over bromfiets/scooter of geen van voornoemde beschikken zijn redelijk negatief tot negatief over deze stelling. 50 eurocent wordt door de meerderheid als acceptabel beschouwd. Volgens de bezitters van de verschillende vervoermiddelen zijn er niet voldoende fietsklemmen in de binnenstad van Delft. Mobycon pagina 39

42 Fietsroutes in en/of naar Delft Om de tevredenheid over de fietsroutes in en/of naar Delft te onderzoeken, zijn twee verschillende stellingen aan de respondenten voorgelegd. Figuur 3.28 en tabel 3.16 laten het algemene oordeel over deze 2 stellingen zien. Figuur 3.28 stellingen over fietsroutes in of naar Delft (1=oneens tot 5=eens) Fietsroutes Ik vind de kwaliteit van het wegdek van de fietspaden en stroken goed (n=1481) Ik hoef in Delft niet vaak om te rijden met de fiets (n=1414) Ja 35,1 30,4 Nee 61,4 64,9 Onbekend/ geen mening 3,5 4,7 Totaal 100,0 100,0 Tabel 3.16 Invloed van de fietsroutes op het fietsgebruik Het grootste deel van de respondenten (46) is het redelijk eens met de stelling dat het wegdek van fietspaden en fietsstroken goed is. Dit heeft voor ruim 35 invloed op het fietsgebruik. De meerderheid (73) is het ermee eens dat ze in en/of naar Delft nauwelijks hoeven om te rijden. Een kleine 30 zegt dat dit invloed heeft op het fietsgebruik. Mobycon pagina 40

43 Ook voor deze stellingen is gekeken naar de subgroepen afgezet tegen het oordeel over de fietsroutes. Deze relatie is te zien in tabel Fietsroutes Totaal Delft 60- Delft 60+ Ik vind de kwaliteit van het wegdek van fietspaden en fietsstroken goed (n=1481) (n=583) (n=578) 1 (oneens) 9,0 8,4 9,7 2 15,0 15,6 13,1 3 29,6 26,1 32,5 4 32,1 36,0 28,4 5 (eens) 14,3 13,9 16,3 Ik hoef in en/of naar Delft niet vaak om te rijden met de fiets (n=1414) (n=572) (n=532) 1 (oneens) 5,4 6,5 4,5 2 6,3 8,4 4,9 3 14,9 14,0 15,4 4 37,3 39,5 34,4 5 (eens) 36,1 31,6 40,8 Figuur 3.17 Stellingen over fietsroutes naar subgroep De verschillende subgroepen zijn het redelijk met elkaar eens over de twee aangegeven stellingen. Hierbij varieert de mening over de kwaliteit van de paden van neutraal tot positief. Iedereen is het zo goed als met elkaar eens dat men nauwelijks hoeft om te rijden in en/of naar Delft. Mobycon pagina 41

Resultaten fietsenquête

Resultaten fietsenquête Resultaten fietsenquête Geslacht 16% meer mannen dan vrouwen hebben deze enquête beantwoord. 1 Leeftijd Minder jonge mensen hebben de enquête ingevuld. Zij zijn dus ondervertegenwoordigd in de resultaten

Nadere informatie

Onderzoek Fietsen in Schiedam 2015 Maart 2015 Gemeente Schiedam Kenniscentrum Schiedam-Vlaardingen

Onderzoek Fietsen in Schiedam 2015 Maart 2015 Gemeente Schiedam Kenniscentrum Schiedam-Vlaardingen Onderzoek Fietsen in Schiedam 2015 Maart 2015 Gemeente Schiedam Kenniscentrum Schiedam-Vlaardingen P a g i n a 2 Inleiding De gemeente Schiedam wil het fietsgebruik in Schiedam stimuleren. Om goed te weten

Nadere informatie

Stadjers over fietsen in Groningen. Een Stadspanelonderzoek

Stadjers over fietsen in Groningen. Een Stadspanelonderzoek B A S I S V O O R B E L E I D Stadjers over fietsen in Groningen Een Stadspanelonderzoek Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering van beleidsgericht

Nadere informatie

Grafiek 12.1a Soorten vervoermiddelen waar Leidenaren over beschikken, in procenten van alle Leidenaren 0% 25% 50% 75% 100%

Grafiek 12.1a Soorten vervoermiddelen waar Leidenaren over beschikken, in procenten van alle Leidenaren 0% 25% 50% 75% 100% 12 VERVOERMIDDELENKEUZE De afdeling Ruimte- en Milieubeleid wil graag weten over welke vervoermiddelen de Leidenaren beschikken en welke zij voor verschillende doeleinden gebruiken. Daarnaast is de gemeente

Nadere informatie

Fietsen in Groningen 2017

Fietsen in Groningen 2017 veel respon Fietsen in Groningen 2017 Kübra Ozisik April 2017 www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Inhoud... 1 1. Inleiding... 2 2. Fietsen in Groningen 2017... 3 2.1 Respons en achtergrond...

Nadere informatie

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 66%.

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 66%. Samenvatting mobiliteit, 4-meting 2014 Het Delft Internet Panel (DIP) is ingezet om een beeld te krijgen van de door Delftenaren gebruikte vervoersmiddelen voor verplaatsingen binnen de stad en de regio.

Nadere informatie

Fietsen in Groningen 2016

Fietsen in Groningen 2016 B A S I S V O O R B E L E I D Fietsen in Groningen 2016 Laura de Jong Onderzoek en Statistiek Groningen, april 2016 Fietsen in Groningen 2016 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Fietsen in Groningen 2016 4 2.1 Respons

Nadere informatie

Hoofdstuk 21. Fietsgebruik

Hoofdstuk 21. Fietsgebruik Hoofdstuk 21. Fietsgebruik Samenvatting Om meer inzicht te krijgen in het fietsgebruik ten opzichte van andere vervoermiddelen is voor vier bestemmingen binnen Leiden gevraagd welk vervoermiddel inwoners

Nadere informatie

Fietsen in deelgemeente Noord

Fietsen in deelgemeente Noord rotterdam.nl/onderzoek Fietsen in deelgemeente Noord Onderzoek en Business Intelligence Fietsen in deelgemeente Noord Margriet Heessels Onderzoek en Business Intelligence (OBI) juni 2013 In opdracht van

Nadere informatie

Onderzoek lijnvoering Oss Eindrapport

Onderzoek lijnvoering Oss Eindrapport Onderzoek lijnvoering Eindrapport Onderzoek lijnvoering Eindrapport in opdracht van Provincie Noord-Brabant 10 januari 2012 rapportnummer: 4397-R-E02 auteurs: M.T. Te Wierik en H.J. Zoer Tanthofdreef

Nadere informatie

Resultaten peiling (maatwerk) vervoer Rijssen-Holten Panel. Juli 2017

Resultaten peiling (maatwerk) vervoer Rijssen-Holten Panel. Juli 2017 Resultaten peiling (maatwerk) vervoer Rijssen-Holten Panel Juli 2017 Burgerpeiling (maatwerk) vervoer Burgerpeiling De gemeente Rijssen-Holten werkt aan een passend vervoer voor alle inwoners. Samen met

Nadere informatie

Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle

Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle fietsen Advies en Faciliteiten AF Stadskantoor Lübeckplein Postbus 538 8000 AM Zwolle Telefoon (038) 498 2008 www.zwolle.nl Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle Opdrachtgever Opdrachtnemer

Nadere informatie

Resultaten enquête Uithoornlijn

Resultaten enquête Uithoornlijn Resultaten enquête Uithoornlijn Juni 2015 Resultaten enquête Uithoornlijn Inleiding De gemeente Uithoorn en de Stadsregio Amsterdam willen graag weten wat inwoners van Uithoorn belangrijk vinden aan het

Nadere informatie

Kübra Ozisik September

Kübra Ozisik September Kübra Ozisik September 2018 www.ois-groningen.nl Inhoud 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding van het onderzoek 3 1.2 Doel van het onderzoek 3 2. Resultaten 4 2.1 Respons 4 2.2 Fietsen in de stad 4 2.3 Bewaakte

Nadere informatie

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h TNS Nipo Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam t 020 5225 444 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h Rick Heldoorn & Matthijs de Gier H1630

Nadere informatie

Hoofdstuk 20. Fietsgebruik

Hoofdstuk 20. Fietsgebruik Hoofdstuk 20. Fietsgebruik Samenvatting Negen op de tien Leidenaren van 18-75 jaar zegt een fiets te beschikken en vrijwel alle mensen met een fiets fietsen wel eens. De fiets wordt door driekwart van

Nadere informatie

Verkeer en vervoer. Omnibus 2011

Verkeer en vervoer. Omnibus 2011 Verkeer en vervoer Omnibus Afdeling Onderzoek & Statistiek Januari 2012 2 Samenvatting In het najaar van is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s-hertogenbosch een omnibusonderzoek

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

FINANCIERINGSBAROMETER

FINANCIERINGSBAROMETER FINANCIERINGSBAROMETER Q1 14 Q2 14 Q3 14 Q4 14 GfK 14 VFN - Financieringsbarometer April 14 1 Inhoudsopgave 1. Management summary 2. Financieringsbarometer 3. Onderzoeksresultaten 4. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

BURGERPANEL LANSINGERLAND

BURGERPANEL LANSINGERLAND BURGERPANEL LANSINGERLAND Resultaten peiling Uitgangspunten Verkeersbeleid januari 2015 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de peiling met het burgerpanel van Lansingerland over de

Nadere informatie

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0 Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2. Inhoud 1 Inleiding... 5 2 Werving en achtergronden deelnemers... 6 2.1 Interpretatie van de gegevens...6 2.2 Werving...6 2.3 Doelgroep...7 2.4 Kenmerken

Nadere informatie

Marktonderzoeken gratis openbaar vervoer voor ouderen 2010 Eindrapport

Marktonderzoeken gratis openbaar vervoer voor ouderen 2010 Eindrapport Marktonderzoeken gratis openbaar vervoer voor ouderen 2010 Eindrapport Marktonderzoeken gratis openbaar vervoer voor ouderen 2010 Eindrapport in opdracht van Provincie Zeeland 14 december 2010 rapportnummer:

Nadere informatie

Fietsen in Groningen 2018

Fietsen in Groningen 2018 veel respons Fietsen in Groningen 2018 Kübra Ozisik April 2018 Marjolein Kolstein www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Samenvatting... 2 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding van het onderzoek... 3

Nadere informatie

Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen

Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen Inleiding De FOD Mobiliteit en Vervoer en het Vias-instituut hebben een grote enquête georganiseerd om de mobiliteitsgewoonten

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Fietsparkeren in de binnenstad van Groningen

Fietsparkeren in de binnenstad van Groningen Fietsparkeren in de binnenstad van Groningen Inwonerspanel Groningen Gehoord Marjolein Kolstein Maart 2019 www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting 3 1. Inleiding 4 2. Fietsparkeren in de binnenstad van

Nadere informatie

Gezondheidsbeleid 2013. Onderzoek onder gemeentepanel Venlo

Gezondheidsbeleid 2013. Onderzoek onder gemeentepanel Venlo Gezondheidsbeleid 2013 Onderzoek onder gemeentepanel Venlo Afdeling Bedrijfsvoering Team informatievoorziening Onderzoek en Statistiek Venlo, mei 2013 2 Samenvatting Inleiding In mei 2011 is de landelijke

Nadere informatie

FINANCIERINGSBAROMETER

FINANCIERINGSBAROMETER FINANCIERINGSBAROMETER Q1 14 Q2 14 Q3 14 Q4 14 GfK 14 VFN - Financieringsbarometer Juni 14 1 Inhoudsopgave 1. Management summary 2. Financieringsbarometer 3. Onderzoeksresultaten 4. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Fietsparkeren in Leiden

Fietsparkeren in Leiden Fietsparkeren in Leiden peiling Leids JongerenPanel Colofon Serie Statistiek 2011 / 12 Gemeente Leiden Afdeling Strategie en Onderzoek, BOA Postbus 9100, 2300 PC Leiden E-mail: boa@leiden.nl Website: www.leiden.nl/jongerenpanel

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva

Nadere informatie

Hoofdstuk 12. Fietsgebruik

Hoofdstuk 12. Fietsgebruik Hoofdstuk 12. Fietsgebruik Samenvatting Van de Leidenaren van 18-75 jaar geeft ruim negen op de tien aan over een fiets te beschikken en acht op de tien Leidenaren fietst wel eens, waarvan een groot deel

Nadere informatie

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Onderzoek Trappers rapportage Opdrachtgever Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Opdrachtnemer DTV Consultants B.V. Ruben van den Hamsvoort en Alex van Ingen POM 8267 Breda, maart 2009

Nadere informatie

Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden

Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden De gemeente Dordrecht zet zich in om overlast in het algemeen, en van coffeeshops in het bijzonder, te verminderen. Dordrecht telt in totaal acht

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek fietsers 2007. Michiel Bassant

Tevredenheidsonderzoek fietsers 2007. Michiel Bassant Tevredenheidsonderzoek fietsers 2007 Michiel Bassant Inleiding De gemeente Amsterdam wil het fietsgebruik stimuleren. Om dit te bereiken wordt een actief fietsbeleid gevoerd met maatregelen die het fietsen

Nadere informatie

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 61%.

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 61%. Samenvatting Parkeren 2016 Cluster Ruimte en Economie/afdeling Advies heeft O&S gevraagd een onderzoek naar parkeren uit te zetten onder de leden van het Delft Internet Panel (DIP). In april 2016 is het

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016 Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch Nulmeting 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Juli 2016 Samenvatting De gemeente s-hertogenbosch vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met Wmoondersteuning

Nadere informatie

Resultaten KTO Regiotaxi Utrecht najaar 2009

Resultaten KTO Regiotaxi Utrecht najaar 2009 Resultaten KTO Regiotaxi Utrecht najaar 2009 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en doel 3 2. Uitvoeringsverantwoording 5 3. Resultaten 8 4. Conclusies 47 Klanttevredenheid Regiotaxi Utrecht najaar 2009 2 Aanleiding

Nadere informatie

Verkeerslichten en fietsen Oktober 2014

Verkeerslichten en fietsen Oktober 2014 Resultaten peiling EnschedePanel Verkeerslichten en fietsen Oktober 2014 In 2012 heeft de gemeenteraad van Enschede de Fietsvisie vastgesteld. Doel van deze visie is om meer te gaan doen voor fietsers.

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Naamsbekendheidonderzoek

Hoofdstuk 5 Naamsbekendheidonderzoek Hoofdstuk 5 5.1 Inleiding Achtergrond en doel van het onderzoek Bonnema Weert wenst inzicht te verkrijgen in haar naamsbekendheid. Bonnema Weert wil in het bijzonder antwoord krijgen op de volgende onderzoeksvragen:

Nadere informatie

INWONERSPANEL CUIJK PEILING 1 2015 PARKEERBELEID CENTRUM

INWONERSPANEL CUIJK PEILING 1 2015 PARKEERBELEID CENTRUM INWONERSPANEL CUIJK PEILING 1 2015 PARKEERBELEID CENTRUM Gemeente Cuijk Juli/Augustus/September 2015 Colofon Uitgave: Research 2Evolve Tesselschadelaan 15A 1217 LG Hilversum Tel: (035) 623 27 89 info@research2evolve.nl

Nadere informatie

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID

OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID Gemeente Alkmaar afdeling Onderzoek en Statistiek februari 2006 auteur: Monique van Diest afdeling Onderzoek en Statistiek gemeente Alkmaar

Nadere informatie

Hoofdstuk 23. Fietsgebruik

Hoofdstuk 23. Fietsgebruik Hoofdstuk 23. Fietsgebruik Samenvatting Evenals in eerdere jaren zegt ruim negen op de tien Leidenaren van 18-75 jaar over een fiets te beschikken, negen op de tien fietst wel eens en acht op de tien zelfs

Nadere informatie

Veiligheidsgevoel in fietstunnels

Veiligheidsgevoel in fietstunnels Bestuursondersteuning Afdeling Onderzoek & Statistiek Veiligheidsgevoel in fietstunnels Omnibusonderzoek 2008 1 Onderzoekskader Omnibusonderzoek 2008 Opdrachtgever Gemeenteraad/Sector BO Uitvoering Gemeente

Nadere informatie

Burgerpanel Lansingerland

Burgerpanel Lansingerland Burgerpanel Lansingerland Resultaten peiling 1: P+R, hotel Rottemeren, identiteit dorpskernen, flexwerkplekken en burgerparticipatie december 2013 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Nieuwe schooltijden in het basisonderwijs

Nieuwe schooltijden in het basisonderwijs Rapportage Nieuwe schooltijden in het basisonderwijs Utrecht, december 2016 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Vincent van Grinsven Postbus 681 3500 AR Utrecht telefoon: 0302631080

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Economische visie. Inwonerspanel Gooise Meren Spreekt. Onderzoeksperiode: februari/ maart 2017 Referentie: 16013

Onderzoeksrapport Economische visie. Inwonerspanel Gooise Meren Spreekt. Onderzoeksperiode: februari/ maart 2017 Referentie: 16013 Onderzoeksrapport Economische visie Inwonerspanel Gooise Meren Spreekt Onderzoeksperiode: februari/ maart 2017 Referentie: 16013 Moventem Donderdag 9 maart 2017 Referentie: 16013 Pagina 1-1 van 17 Onderzoeksrapport

Nadere informatie

ONNA ONNA CAR CHALLENGE Een kwantitatief onderzoek naar de challenges van Nederlandse vrouwen tijdens het autorijden

ONNA ONNA CAR CHALLENGE Een kwantitatief onderzoek naar de challenges van Nederlandse vrouwen tijdens het autorijden ONNA ONNA CAR CHALLENGE Een kwantitatief onderzoek naar de challenges van Nederlandse vrouwen tijdens het autorijden JORIS DE JONGH CAROLINE VAN TEEFFELEN AMSTERDAM, 1 MEI 2015 2 VOORAF 3 VOORAF ACHTERGROND

Nadere informatie

Bewonerspanel Novemberpeiling 2018 Wensen en gebruik openbare ruimte. Utrecht.nl/onderzoek

Bewonerspanel Novemberpeiling 2018 Wensen en gebruik openbare ruimte. Utrecht.nl/onderzoek Bewonerspanel Novemberpeiling 2018 Wensen en gebruik openbare ruimte Utrecht.nl/onderzoek Inleiding Samenvatting Wensen en gebruik openbare ruimte Met de groei van de stad wordt de vraag hoe we de openbare

Nadere informatie

Hoofdstuk 12. Fietsgebruik

Hoofdstuk 12. Fietsgebruik Hoofdstuk 12. Fietsgebruik Samenvatting Van de Leidenaren van 18-75 jaar geeft, evenals in 2002, ruim negen op de tien aan over een fiets te beschikken en de meeste Leidenaren maken er ook gebruik van.

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

Monitoring tevredenheid en gebruik Nulmeting onder bewoners. Zomer 2014

Monitoring tevredenheid en gebruik Nulmeting onder bewoners. Zomer 2014 Monitoring tevredenheid en gebruik Nulmeting onder bewoners Zomer 2014 nulmeting Monitoring tevredenheid en gebruik van het OV onder bewoners Monitoren tevredenheid en gebruik Om na afloop van de pilot

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek fietsers Michiel Bassant

Tevredenheidsonderzoek fietsers Michiel Bassant Tevredenheidsonderzoek fietsers 2006 Michiel Bassant Inleiding De gemeente Amsterdam wil het fietsgebruik stimuleren. Om dit te bereiken wordt een actief fietsbeleid gevoerd met maatregelen die het fietsen

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Ter Zake Het Ondernemershuis

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Ter Zake Het Ondernemershuis Omnibusenquête 2015 deelrapport Ter Zake Het Ondernemershuis Omnibusenquête 2015 deelrapport Ter Zake Het Ondernemershuis OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport TER ZAKE HET ONDERNEMERSHUIS Zoetermeer, 15 februari

Nadere informatie

Publieksonderzoek Fietsverlichting

Publieksonderzoek Fietsverlichting In hoeverre zijn fietsers in Nederland bekend met de huidige regels rond het voeren van fietsverlichting en wat is hun eigen gedrag hierbij? Inleiding Op initiatief van het uitvoeringsteam campagne fietsverlichting

Nadere informatie

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 71%.

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 71%. Samenvatting Parkeren Cluster Ruimte/afdeling Advies heeft O&S gevraagd een onderzoek naar parkeren uit te zetten onder de leden van het Delft Internet Panel (DIP). In april 2014 is het DIP hierover benaderd.

Nadere informatie

Nieuwsbrief burgerpanel Overschie

Nieuwsbrief burgerpanel Overschie Nieuwsbrief burgerpanel Overschie Resultaten 4 e peiling: verkeer en bereikbaarheid april 2014 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de vierde peiling met het burgerpanel Overschie. Het

Nadere informatie

Autogebruik en deelauto's

Autogebruik en deelauto's LeidenPanel 2017 Autogebruik en deelauto's BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I www.leidenincijfers.nl Inleiding De gemeente Leiden wil graag het gebruik van autodelen bevorderen.

Nadere informatie

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Jongeren & hun financiële verwachtingen Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet

Nadere informatie

Rapportage Onderzoek buitenles

Rapportage Onderzoek buitenles Rapportage Onderzoek buitenles In opdracht van: Contactpersoon: Jantje Beton en IVN Natuureducatie Wilma Nugteren Utrecht, maart 2018 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 030 263 10 80 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl

Nadere informatie

Digipanel Theater aan de Parade

Digipanel Theater aan de Parade Digipanel Theater aan de Parade Oktober 2011 Afdeling O&S Gemeente s-hertogenbosch Inleiding Het Theater aan de Parade is bijna 40 jaar oud. Op veel punten voldoet het niet meer aan de eisen die voorstellingen

Nadere informatie

Tussentijdse evaluatie. gratis openbaar vervoer 65-plussers. Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten

Tussentijdse evaluatie. gratis openbaar vervoer 65-plussers. Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten Tussentijdse evaluatie gratis openbaar vervoer 65-plussers Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten 10 februari 2010 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1 Inleiding...

Nadere informatie

Uitkomsten t.b.v. de visie

Uitkomsten t.b.v. de visie Achtergrond Ten behoeve van de regionale bereikbaarheidsvisie IJmond is in de periode april-juni 2012 een digitale enquête gehouden onder de inwoners van de IJmond. Via regionale pers en diverse websites

Nadere informatie

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen

Wonen Als men zou verhuizen blijft ongeveer 40% het liefst in Leiden wonen, daarna zijn Amsterdam en Den Haag favoriete woonplaatsen April 2013 Binding met aar verbonden met stad en regio In hoeverre richt de aar zich op de eigen stad dan wel op de regio voor diverse activiteiten? Wat is hun oriëntatie in de randstad? Deze vraag staat

Nadere informatie

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam Draagvlakmeting Projectnummer: 10063 In opdracht van: Ingenieursbureau Amsterdam (IBA) Rogier van der Groep Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658

Nadere informatie

DEEL F FIETSBALANS IN DRENTHE

DEEL F FIETSBALANS IN DRENTHE DEEL F FIETSBALANS IN DRENTHE 54 21 Inleiding De Fietsbalans is een onderzoek naar het fietsklimaat in de verschillende gemeentes in Nederland. Vanaf 2000 is de Fietsbalans in 123 gemeenten uitgevoerd,

Nadere informatie

1 Beleidskader. 1.1 Gemeente Zoetermeer. 1.2 Vervoermanagementplan Politieacademie

1 Beleidskader. 1.1 Gemeente Zoetermeer. 1.2 Vervoermanagementplan Politieacademie 1 Beleidskader 1.1 Gemeente Zoetermeer De parkeernota van de gemeente Zoetermeer is vastgesteld door de gemeenteraad op 27 juni 2005. In deze nota worden de parkeernormen van het CROW toegespitst op de

Nadere informatie

Het digitale stadspanel over bereikbaarheid

Het digitale stadspanel over bereikbaarheid Het digitale stadspanel over bereikbaarheid Enkele resultaten uit de digitale enquête onder het Nijmeegse stadspanel over het thema bereikbaarheid 1. Inleiding Eind augustus / begin september jl. is het

Nadere informatie

Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2010

Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2010 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2010 GEMEENTE CRANENDONCK ONDERZOEK NAAR BEREIKBAARHEID, TOEGANKELIJKHEID & BRUIKBAARHEID VAN DE OPENBARE RUIMTE Samenvatting Auteurs: Drs. G. Eijkhout S. Wijker Mei

Nadere informatie

Omgekeerd Inzamelen. Datum: 11 augustus 2014. Versie 3.0. drs. S. Buitinga & de heer R. Sival, BSc. Mevr M. Stam

Omgekeerd Inzamelen. Datum: 11 augustus 2014. Versie 3.0. drs. S. Buitinga & de heer R. Sival, BSc. Mevr M. Stam Omgekeerd Inzamelen Datum: 11 augustus 2014 Versie 3.0 Uitgevoerd door: Auteurs: Opdrachtgever: Newcom Research & Consultancy B.V. drs. S. Buitinga & de heer R. Sival, BSc. Gemeente Woerden Mevr M. Stam

Nadere informatie

Openbaar Vervoer Panelonderzoek

Openbaar Vervoer Panelonderzoek Openbaar Vervoer Panelonderzoek Stadspanel en Ten Boer-panel over openbaar vervoer Kübra Ozisik Juni 2018 www.os-groningen.nl Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Openbaar vervoer... 4 2.1 Respons en achtergrond...

Nadere informatie

Fietscampagne - 2. Beleidsonderzoek & Analyse BOA LeidenPanel draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming. Juni 2016.

Fietscampagne - 2. Beleidsonderzoek & Analyse BOA LeidenPanel draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming. Juni 2016. Beleidsonderzoek & Analyse BOA LeidenPanel draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Juni 2016 Fietscampagne - 2 Leiden en de omliggende gemeenten investeren de komende jaren flink om het

Nadere informatie

Coffeeshop in de buurt

Coffeeshop in de buurt Coffeeshop in de buurt De herhalingsmeting: ervaringen van direct omwonenden in 2013 Dordrecht telt van oudsher acht coffeeshops gelegen in de Binnenstad. De gemeente Dordrecht zet zich in om overlast

Nadere informatie

Rapportage. Evaluatie onderzoek Het succes van de stimuleringsregeling E-bike

Rapportage. Evaluatie onderzoek Het succes van de stimuleringsregeling E-bike Rapportage Evaluatie onderzoek Het succes van de stimuleringsregeling E-bike In opdracht van: Stadsregio Arnhem Nijmegen Datum: 11 februari 2013 Projectnummer: 2012171 Auteurs: Ronald Steenhoek & Marieke

Nadere informatie

RAPPORT BURGERPANEL HUIZEN PEILING 3 2013 WINKELEN EN BOODSCHAPPEN. GEMEENTE HUIZEN December 2013/Januari 2014

RAPPORT BURGERPANEL HUIZEN PEILING 3 2013 WINKELEN EN BOODSCHAPPEN. GEMEENTE HUIZEN December 2013/Januari 2014 RAPPORT BURGERPANEL HUIZEN PEILING 3 2013 WINKELEN EN BOODSCHAPPEN GEMEENTE HUIZEN December 2013/Januari 2014 Colofon Uitgave: Research 2Evolve Tesselschadelaan 15A 1217 LG Hilversum Tel: (035) 623 27

Nadere informatie

Evenementen in Hoek van Holland - 2009

Evenementen in Hoek van Holland - 2009 Evenementen in Hoek van Holland - 2009 Evenementen in Hoek van Holland - 2009 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2009 In opdracht van deelgemeente Hoek

Nadere informatie

Parkeerdrukmeting parkeerterrein ACTA-gebouw. Rapportage

Parkeerdrukmeting parkeerterrein ACTA-gebouw. Rapportage Parkeerdrukmeting parkeerterrein ACTA-gebouw Rapportage Parkeerdrukmeting parkeerterrein ACTAgebouw Rapport in opdracht van: Cleton & Com datum: 22 juni 2016 rapportnummer: 5540-R-C auteur(s): E. Wahle

Nadere informatie

Onderzoek parkeren 2019

Onderzoek parkeren 2019 Onderzoek parkeren 2019 ONDERZOEK PARKEREN 2019 April 2019 Samenstelling rapport: Mariëlle Bartels, afdeling JABO/Onderzoek en Statistiek In opdracht van: Desirée Kluyver, afdeling Stadsontwikkeling JABO/Onderzoek

Nadere informatie

Faradaystraat 2a Postbus DB Zwolle T: F:

Faradaystraat 2a Postbus DB Zwolle T: F: BVA Faradaystraat 2a Postbus 40089 8004 DB Zwolle T:038-4606747 F:038-4604912 Fietsenstalling Station Haren 1.117-1 - bepaling aantal stallingsvoorzieningen oostzijde - 10 maart 2014 Gemeente Haren 1.

Nadere informatie

Eindrapport. Vervoerplan Achmea Apeldoorn. in opdracht van Group Facility Services Achmea. December 2007 rapportnummer: 2950

Eindrapport. Vervoerplan Achmea Apeldoorn. in opdracht van Group Facility Services Achmea. December 2007 rapportnummer: 2950 Vervoerplan Achmea Apeldoorn Eindrapport in opdracht van Group Facility Services Achmea December 2007 rapportnummer: 2950 Hoofdkantoor: Regiokantoor noord: Regiokantoor zuid: Tanthofdreef 15 Badhuiswal

Nadere informatie

Dordtenaren over mobiliteit

Dordtenaren over mobiliteit Dordtenaren over mobiliteit Uitkomsten Omnibusonderzoek 2016 Inhoud De gemeente Dordrecht gaat een nieuw mobiliteitsplan opstellen. In dat verband wil de gemeente graag weten wat er onder de bevolking

Nadere informatie

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013 Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013 Colofon "Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013" Klanttevredenheidsonderzoek naar het WMO vervoer in de gemeente Haren. Uitgave Deze publicatie is een uitgave

Nadere informatie

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009 Gemeentelijke Dienstverlening Omnibus 2009 Afdeling O&S Februari 2009 2 Samenvatting Inwoners vinden dat de gemeente haar dienstverlening heeft verbeterd De inwoners van s-hertogenbosch beoordelen de gemeentelijke

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. RegioTaxi Haaglanden

Klanttevredenheidsonderzoek. RegioTaxi Haaglanden Klanttevredenheidsonderzoek Ricardo Poppeliers Dammis van t Zelfde RegioTaxi Haaglanden Inhoud presentatie Uitgangspunten onderzoek Opzet van het onderzoek Resultaten Conclusies Uitgangspunten Uitvraag

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

MOBILITEIT IN DEN HAAG,

MOBILITEIT IN DEN HAAG, Onderzoeksrapport DSO/Programmamanagement, Strategie en Onderzoek MOBILITEIT IN DEN HAAG, 2011-2014 Gemeente Den Haag 1 Gemeente Den Haag 2 Onderzoeksrapport DSO/Programmamanagement, Strategie en Onderzoek

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel Meting 2016 Juli 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente s-hertogenbosch Samenvatting De gemeente Boxtel vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met

Nadere informatie

Stadsenquête Leiden 2004

Stadsenquête Leiden 2004 Hoofdstuk 16. Milieu Samenvatting Leiden heeft een Milieustraat aan de J.C. Rijpstraat. Vergeleken met voorgaande jaren zijn zowel de bekendheid als het gebruik verder toegenomen. In de Stadsenquête van

Nadere informatie

Openingstijden Stadswinkels 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2008 In opdracht van Publiekszaken afdeling Beleid

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep Gemeente Ubbergen Juni 2013 Colofon Uitgave I&O Research BV Zuiderval 70 7543 EZ Enschede tel. (053) 4825000 Rapportnummer 2013/033 Datum

Nadere informatie

Kritische Prestatie Indicatoren Tevredenheidsindicatoren

Kritische Prestatie Indicatoren Tevredenheidsindicatoren Concerncontrol Team Onderzoek & Statistiek Kritische Prestatie Indicatoren Tevredenheidsindicatoren Omnibusonderzoek 2009 Omnibusonderzoek 2009, Team Onderzoek en Statistiek Gemeente Alkmaar pagina 1 Onderzoekskader

Nadere informatie

Smartphonegebruik in de auto

Smartphonegebruik in de auto Samenvatting Onderzoeksrapport Smartphonegebruik in de auto Juli 2014 1 Onderzoeksopzet Methode Doelgroep: beginnende bestuurders auto in de leeftijd 17 tot en met 34 jaar; Doelgroep is afgezet tegenover

Nadere informatie

Rapportage. Nieuwe schooltijden in het basisonderwijs. Utrecht, juni 2015. DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs.

Rapportage. Nieuwe schooltijden in het basisonderwijs. Utrecht, juni 2015. DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Rapportage Nieuwe schooltijden in het basisonderwijs Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven drs. Tanya Beliaeva Postbus 681 3500 AR Utrecht telefoon: 030 263 1080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

Enquête fiets- en voetveer Rijswijk Zuid. Eindrapport

Enquête fiets- en voetveer Rijswijk Zuid. Eindrapport Enquête fiets- en voetveer Rijswijk Zuid Eindrapport Enquête fiets- en voetveer Rijswijk Zuid Eindrapport in opdracht van: Gemeente Rijswijk datum: 5 juli 2016 rapportnummer: 5589-R-E auteur(s): H. Zuiver

Nadere informatie

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, Meting juni 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl 80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, AL ZIEN MINDER

Nadere informatie

Fietscampagne -1. Beleidsonderzoek & Analyse BOA LeidenPanel draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming. Januari 2016.

Fietscampagne -1. Beleidsonderzoek & Analyse BOA LeidenPanel draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming. Januari 2016. Beleidsonderzoek & Analyse BOA LeidenPanel draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Januari 2016 Fietscampagne -1 Leiden en de omliggende gemeenten investeren de komende jaren flink om

Nadere informatie

HOE SLIM REIS JIJ? EEN KWANTITATIEF ONDERZOEK NAAR HET NIEUWE WERKEN EN MOBILITEIT IN OPDRACHT VAN DE ANWB

HOE SLIM REIS JIJ? EEN KWANTITATIEF ONDERZOEK NAAR HET NIEUWE WERKEN EN MOBILITEIT IN OPDRACHT VAN DE ANWB HOE SLIM REIS JIJ? EEN KWANTITATIEF ONDERZOEK NAAR HET NIEUWE WERKEN EN MOBILITEIT IN OPDRACHT VAN DE ANWB CONCEPT HANS ONKENHOUT AMSTERDAM, OKTOBER 2011 HOE SLIM REIS JIJ? Een kwantitatief onderzoek naar

Nadere informatie

Onderzoek Metropoolregio

Onderzoek Metropoolregio Onderzoek Metropoolregio April 2012 Gemeente Schiedam Onderzoek & Statistiek O n d e r z o e k M e t r o p o o l r e g i o P a g i n a 1 Inleiding Belangrijke items in de samenwerking binnen de metropoolregio

Nadere informatie

Fietsen, lopen en veiligheid

Fietsen, lopen en veiligheid Uitkomsten stellingendebat Als onderdeel van de Startbijeenkomst Verkeersbeleidsplan Bunnik (datum: 10-10-2013) is een Stellingendebat gehouden. Er waren circa 18 mensen aanwezig die hebben meegedaan met

Nadere informatie