Werkstuk Biologie Dementie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Werkstuk Biologie Dementie"

Transcriptie

1 Werkstuk Biologie Dementie Werkstuk door een scholier 1045 woorden 16 jaar geleden 5,3 40 keer beoordeeld Vak Biologie Wat is dementie: Vanuit het Latijn vertaald betekent dementie letterlijk ontgeestelijk-zijn. Het dementiesyndroom is geen normale ouderdomsverschijnsel, maar een psycho-organisatie stoornis die zich kenmerkt door de ontwikkeling van de verschillende cognitieve functiestoornissen. Deze stoornissen zorgen voor een duidelijke beperking van het sociaal of beroepsmatig functioneren. Ieder mens, jong of oud, merkt af en toe dat hij iets vergeet of niet zo snel weet waar hij een persoon van kent. Dit vergeten of niet herkennen kan veroorzaakt worden door verschillende factoren bijv. te druk zijn met veel zaken tegelijk, het door maken van een rouwperiode of juist door een vreugdevolle gebeurtenis die alle energie vraagt. Oorzaken en verloop van verschillende dementievormen: Voordat de diagnose dementiesyndroom gesteld wordt, de geriatrische zorgvrager een lichamelijk en psychologisch onderzoek ondergaan om eventuele oorzaken te achterhalen en andere stoornissen uit te sluiten. De uiteindelijke diagnose wordt vastgesteld met een CT-scan (computerized tomography). Het is moeilijk om precies aan te geven wat de oorzaak is van het dementiesyndroom. Beschadiging van de hersencellen is in het merendeel van de gevallen de oorzaak. Maar de oorzaak van dementie hoeft niet altijd in de hersenen te liggen, zoals bijv.: Een stoornis in het afweersysteem Pagina 1 van 6

2 Vergiftiging ten gevolgen van zon of aluminium. Vitamine gebrek Long en nier aandoening. Symptomen van het dementiesyndroom: Symptomen van de eerste orden (dit zijn symptomen die zich altijd voordoen bij een vorm van dementie): - Geheugenstoornissen: - stoornissen van het kort termijngeheugen: de zorgvrager is niet in staat om informatie die kort geleden is gegeven vast te houden of opnieuw te benoemen de informatie blijft niet hangen. De zorgvrager vergeet de informatie die hij het laatste heeft gekregen het eerst. - stoornissen van het lang termijngeheugen: De zorgvrager vergeet gebeurtenissen en zaken die al langer geleden zijn Opgeslagen en is steeds minder in staat om herinneringen op te halen.. - desoriëntatie in tijd: de zorgvrager weet niet op welk tijdstip hij zich bevind. - desoriëntatie plaats: de zorgvrager weet niet waar hij is, hij raakt de weg kwijt. Als gevolg daar van kan hij gaan dwalen., de vertrouwende herkenningspunten is hij kwijt. - desoriëntatie persoon: de zorgvrager herkent familieleden, bekende niet meer. - Afasie: is een taalstoornis. - expressieve afasie: wordt meestal gekenmerkt door woord vind problemen. De zorgvrager weet wel wat hij wil zeggen maar kan niet het juiste woord vinden. Pagina 2 van 6

3 - receptieve afasie: de zorgvrager herkent de woorden die hij hoort niet. - Agnosie: de zorgvrager herkent voorwerpen niet meer. - Apraxie: de zorgvrager is niet in staat om een handeling doelbewust uit te voeren. De vaardigheden die men heeft ontwikkeld gaan verloren. Symptomen van de tweede orde ( dit zijn symptomen die zich soms kunnen voordoen): - Persevereren: de zorgvrager herhaalt steeds dezelfde vragen, opmerkingen of verteld hij steeds hetzelfde verhaal. - Cunfabuleren: in de term cunfabuleren is het woord fabel te herkennen. Een fabel is een verhaal dat in werkelijkheid niet is gebeurd. - verzamel zucht: de zorgvager verzameld allerlei voorwerpen en bewaart deze vaak op een voor hem veilige plek. - Achterdocht: de zorgvrager kan zijn geheugen niet vast houden waar hij is of wat iemand verteld, dit geeft een gevoel van onveiligheid en wantrouwen. - Decorumverlies: de zorgvrager raakt zijn normen en waarde kwijt en zijn gevoel van wat wel en niet kan betreft kleding, eten en omgangsvormen. - Stemmingsstoornissen: - sufheid of apathie: dit is een toestand waarin de zorgvrager soezerig is en geen aandacht schenkt aan war er om hem heen gebeurd. - depressie: het ontstaan van bijv. een lichamelijke ziekte, het verlies van de partner of een verhuizing kunnen depressieve reacties veroorzaken. Pagina 3 van 6

4 - euforie: tegenovergestelde van depressief. De zorgvrager is vrolijk, optimistisch en heeft voor zijn gevoel totaal geen problemen. - Hallucinaties: de zorgvrager gaat dingen waarnemen die er in werkelijkheid niet zijn. - Denkstoornissen: kunnen zich uiten in de vorm van traagheid en incoherentie (de inhoud van het denken is niet meer logisch). - Gedragsstoornissen: - verbale en fysieke agressie: kunnen ontstaan doordat de dementerende vaak niet goed begrijpt wat er van hem verlang wordt. Een andere oorzaak kan zijn dat deze vormen van agressie voortkomen uit de wanen of hallucinaties waarin dementerende zich bevinden. - (motorische) onrust: doordat dementerende zorgvragers s nachts niet goed kunnen slapen zijn ze overdag erg moe en kunnen bijna geen activiteiten meer doen. - Persoonlijkheidsveranderingen: houdt in een verandering of verscherping van karaktereigenschappen van de zorgvrager. Zo kan bijv. dat de zorgvrager altijd vriendelijk en rustig is geweest maar dan tijdelijk dominant en agressief is. - Delier: is een organisch-psychiatrisch syndroom, dat onder andere gekenmerkt word door een minder helder bewustzijn van de omgeving, concentratieproblemen, cognitieve functiestoornissen en een verstoord slaap- waak ritme. Wat zijn de gevolgen op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied: Pagina 4 van 6

5 Lichamelijk: De zorgvrager kan steeds minder onthouden of weer terug halen uit zijn gedachten Dementerenden ouderen kunnen wel veel van vroeger terug halen nog wel zo ver dat ze weten hoe het was toen ze nog een baby waren. Ze hebben altijd hul,p nodig bij de lichamelijke zorg zoals, wassen, aankleden, eten en drinken. Ook hebben zo hulp nodig bij de huishoudelijke zorg. Psychisch: De zorgvrager kan niet meer helder nadenken. In het eerste stadium van dementie begint het met een lichte verwarring maar naarmate het stadium verder gaat zo gaat het ook verder achteruit met de zorgvrager. Tot als ze bij stadium 5 zijn als dan is het helemaal over de zorgvrager is dan geestelijk helemaal onbereikbaar. Sociaal: Dat is heel verschillende. De ene keer kan een zorgvrager dingen nog wel herkennen maar op het andere moment kan de zorgvrager helemaal niks meer herinneren. Bijv. als je oma aan dementeren is en je gaat daar op bedoek en ze vraagt hoe het met je gaat. En je komt twee weken later weer en dan vraagt ze je naam omdat ze je niet meer herkent als je dochter/kleindochter. Je kan niet altijd zien dat mensen dementerend zijn, als ze in een ver stadium zitten wel dan lopen ze verward rond en weten de weg niet meer terug te vinden. Wat zijn bij deze ziekte de gevolgen op langer termijn: Dat de zorgvrager op een gegeven moment helemaal niks meer weet of zelf kan. Deze zorgvrager is dan volledig onbereikbaar. Pagina 5 van 6

6 Ze kunnen dan nog wel reageren op geluid en aanraking. De benaderingswijze voor zorgvragers met dit ziektebeeld: De zorgvrager met respect bejegent Hem niet haasten Uitgaat van zijn vermogen tot intellectueel functioneren Een te verrichte handeling uitlegt aan de zorgvrager Indien mogelijk is zelfhulp en zelfverzorging aanmoedigt. Welke zorg moet ik de zorgvrager bieden: Lichamelijk verzorging Huishoudelijk werk Sociale zorg (helpen bij activiteiten) - Medische en paramedische zorg (helpen met het innemen van medicijnen) Pagina 6 van 6