n = n Leg uit of een oog onder water het meest lijkt op een oog in lucht van een verziende of van een bijziende. Maak daarbij gebruik van figuur 5.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "n = n Leg uit of een oog onder water het meest lijkt op een oog in lucht van een verziende of van een bijziende. Maak daarbij gebruik van figuur 5."

Transcriptie

1 Duikbril Oder water ku je iet scherp zie. Dat komt doordat het hoorvlies aa de voorkat va het oog da cotact maakt met water i plaats va met lucht. Oder water ligt bij ee ormaalzied oog i ogeaccommodeerde toestad het bradput achter het etvlies. I figuur 5 is dit schematisch weergegeve. 2p 6 Leg uit of ee oog oder water het meest lijkt op ee oog i lucht va ee verziede of va ee bijziede. Maak daarbij gebruik va figuur 5. De leswerkig va het oog wordt vooramelijk veroorzaakt door brekig va het licht aa het bolle hoorvlies. I figuur 6 valt ee blauwe lichtstraal op ee oog oder water. Voor de brekigsidex 1,2 voor de overgag va stof 1 aar stof 2 geldt: = 1, p 7 Hieri is 1 de brekigsidex va stof 1 e 2 die va stof 2. Voor de overgag va lucht aar hoorvlies is de brekigsidex voor blauw licht 1,38. Figuur 6 staat vergroot op de bijlage. Teke i de figuur op de bijlage hoe de ivallede blauwe lichtstraal gebroke wordt als alléé bij het hoorvlies brekig plaatsvidt. Bereke daartoe eerst de brekigsidex voor blauw licht bij de overgag va water aar hoorvlies. I figuur 7 zie je ee meisje dat ee duikbril draagt. De duikbril voorkomt dat het water i cotact komt met de oge. Hierdoor ka het meisje u oder water wel scherp zie. I figuur 8A bekijkt het meisje ee vis bove water. Deze tekeig is schematisch. Er wordt ee scherp beeld va de vis op het etvlies gevormd. Er is ee lichtstraal geteked die de hoofdas sijdt i put O e die door het oog iet gebroke wordt. Neem aa dat dit geldt voor alle strale die door O gaa. Figuur 8B schetst de situatie waari het meisje dezelfde vis op dezelfde afstad bekijkt, maar u oder water e met duikbril. 3p 8 Figuur 8B is vergroot op de bijlage weergegeve. Leg aa de had va ee schets i de figuur op de bijlage uit of het meisje de vis u groter of kleier ziet da i de situatie va figuur 8A. Door absorptie wordt het daglicht steeds zwakker als je dieper oder water komt. Dit

2 2p 9 effect blijkt afhakelijk te zij va de golflegte va het licht: de absorptie is sterker aarmate de golflegte groter is. De kleur va ee voorwerp diep oder water lijkt daardoor aders da bove water. Leg uit welke kleurveraderig het meisje waareemt als ze steeds dieper oder water komt. Bijlage bij vraag 7: Bijlage bij vraag 8:

3 Halogeelamp I figuur 5 zie je ee 2,0 keer vergrote afbeeldig va ee buisvormige halogeelamp. 4p 15 Oscar e Loes doe ee oderzoek aa deze halogeelamp. Ze beelde met ee les de gloeidraad va de bradede lamp sterk vergroot af op ee wad va het atuurkudelokaal. Op de uitwerkbijlage is de situatie geteked. Deze figuur is iet op schaal. Costrueer i de figuur op de uitwerkbijlage de plaats va de les e de bijbehorede bradpute. I figuur 6 zie je ee deel va het beeld op de wad op ware grootte. 4p 16 De bradputsafstad va de gebruikte les is 50 mm. Bepaal de beeldafstad bij deze afbeeldig. Bepaal daartoe eerst uit figuur 5 e 6 de vergrotigsfactor.

4 Duikbril Oder water ku je iet scherp zie. Dat komt doordat het hoorvlies aa de voorkat va het oog da cotact maakt met water i plaats va met lucht. Oder water ligt bij ee ormaalzied oog i ogeaccommodeerde toestad het bradput achter het etvlies. I figuur 5 is dit schematisch weergegeve. 2p 6 Leg uit of ee oog oder water het meest lijkt op ee oog i lucht va ee verziede of va ee bijziede. Maak daarbij gebruik va figuur 5. De leswerkig va het oog wordt vooramelijk veroorzaakt door brekig va het licht aa het bolle hoorvlies. I figuur 6 valt ee blauwe lichtstraal op ee oog oder water. Voor de brekigsidex 1,2 voor de overgag va stof 1 aar stof 2 geldt: = 1, p 7 Hieri is 1 de brekigsidex va stof 1 e 2 die va stof 2. Voor de overgag va lucht aar hoorvlies is de brekigsidex voor blauw licht 1,38. Figuur 6 staat vergroot op de bijlage. Teke i de figuur op de bijlage hoe de ivallede blauwe lichtstraal gebroke wordt als alléé bij het hoorvlies brekig plaatsvidt. Bereke daartoe eerst de brekigsidex voor blauw licht bij de overgag va water aar hoorvlies. I figuur 7 zie je ee meisje dat ee duikbril draagt. De duikbril voorkomt dat het water i cotact komt met de oge. Hierdoor ka het meisje u oder water wel scherp zie. I figuur 8A bekijkt het meisje ee vis bove water. Deze tekeig is schematisch. Er wordt ee scherp beeld va de vis op het etvlies gevormd. Er is ee lichtstraal geteked die de hoofdas sijdt i put O e die door het oog iet gebroke wordt. Neem aa dat dit geldt voor alle strale die door O gaa. Figuur 8B schetst de situatie waari het meisje dezelfde vis op dezelfde afstad bekijkt, maar u oder water e met duikbril. 3p 8 Figuur 8B is vergroot op de bijlage weergegeve. Leg aa de had va ee schets i de figuur op de bijlage uit of het meisje de vis u groter of kleier ziet da i de situatie va figuur 8A. Door absorptie wordt het daglicht steeds zwakker als je dieper oder water komt. Dit

5 2p 9 effect blijkt afhakelijk te zij va de golflegte va het licht: de absorptie is sterker aarmate de golflegte groter is. De kleur va ee voorwerp diep oder water lijkt daardoor aders da bove water. Leg uit welke kleurveraderig het meisje waareemt als ze steeds dieper oder water komt. Bijlage bij vraag 7: Bijlage bij vraag 8:

6 Halogeelamp I figuur 5 zie je ee 2,0 keer vergrote afbeeldig va ee buisvormige halogeelamp. 4p 15 Oscar e Loes doe ee oderzoek aa deze halogeelamp. Ze beelde met ee les de gloeidraad va de bradede lamp sterk vergroot af op ee wad va het atuurkudelokaal. Op de uitwerkbijlage is de situatie geteked. Deze figuur is iet op schaal. Costrueer i de figuur op de uitwerkbijlage de plaats va de les e de bijbehorede bradpute. I figuur 6 zie je ee deel va het beeld op de wad op ware grootte. 4p 16 De bradputsafstad va de gebruikte les is 50 mm. Bepaal de beeldafstad bij deze afbeeldig. Bepaal daartoe eerst uit figuur 5 e 6 de vergrotigsfactor.

7 Duikbril Oder water ku je iet scherp zie. Dat komt doordat het hoorvlies aa de voorkat va het oog da cotact maakt met water i plaats va met lucht. Oder water ligt bij ee ormaalzied oog i ogeaccommodeerde toestad het bradput achter het etvlies. I figuur 5 is dit schematisch weergegeve. 2p 6 Leg uit of ee oog oder water het meest lijkt op ee oog i lucht va ee verziede of va ee bijziede. Maak daarbij gebruik va figuur 5. De leswerkig va het oog wordt vooramelijk veroorzaakt door brekig va het licht aa het bolle hoorvlies. I figuur 6 valt ee blauwe lichtstraal op ee oog oder water. Voor de brekigsidex 1,2 voor de overgag va stof 1 aar stof 2 geldt: = 1, p 7 Hieri is 1 de brekigsidex va stof 1 e 2 die va stof 2. Voor de overgag va lucht aar hoorvlies is de brekigsidex voor blauw licht 1,38. Figuur 6 staat vergroot op de bijlage. Teke i de figuur op de bijlage hoe de ivallede blauwe lichtstraal gebroke wordt als alléé bij het hoorvlies brekig plaatsvidt. Bereke daartoe eerst de brekigsidex voor blauw licht bij de overgag va water aar hoorvlies. I figuur 7 zie je ee meisje dat ee duikbril draagt. De duikbril voorkomt dat het water i cotact komt met de oge. Hierdoor ka het meisje u oder water wel scherp zie. I figuur 8A bekijkt het meisje ee vis bove water. Deze tekeig is schematisch. Er wordt ee scherp beeld va de vis op het etvlies gevormd. Er is ee lichtstraal geteked die de hoofdas sijdt i put O e die door het oog iet gebroke wordt. Neem aa dat dit geldt voor alle strale die door O gaa. Figuur 8B schetst de situatie waari het meisje dezelfde vis op dezelfde afstad bekijkt, maar u oder water e met duikbril. 3p 8 Figuur 8B is vergroot op de bijlage weergegeve. Leg aa de had va ee schets i de figuur op de bijlage uit of het meisje de vis u groter of kleier ziet da i de situatie va figuur 8A. Door absorptie wordt het daglicht steeds zwakker als je dieper oder water komt. Dit

8 2p 9 effect blijkt afhakelijk te zij va de golflegte va het licht: de absorptie is sterker aarmate de golflegte groter is. De kleur va ee voorwerp diep oder water lijkt daardoor aders da bove water. Leg uit welke kleurveraderig het meisje waareemt als ze steeds dieper oder water komt. Bijlage bij vraag 7: Bijlage bij vraag 8:

9 Halogeelamp I figuur 5 zie je ee 2,0 keer vergrote afbeeldig va ee buisvormige halogeelamp. 4p 15 Oscar e Loes doe ee oderzoek aa deze halogeelamp. Ze beelde met ee les de gloeidraad va de bradede lamp sterk vergroot af op ee wad va het atuurkudelokaal. Op de uitwerkbijlage is de situatie geteked. Deze figuur is iet op schaal. Costrueer i de figuur op de uitwerkbijlage de plaats va de les e de bijbehorede bradpute. I figuur 6 zie je ee deel va het beeld op de wad op ware grootte. 4p 16 De bradputsafstad va de gebruikte les is 50 mm. Bepaal de beeldafstad bij deze afbeeldig. Bepaal daartoe eerst uit figuur 5 e 6 de vergrotigsfactor.

10 Duikbril Oder water ku je iet scherp zie. Dat komt doordat het hoorvlies aa de voorkat va het oog da cotact maakt met water i plaats va met lucht. Oder water ligt bij ee ormaalzied oog i ogeaccommodeerde toestad het bradput achter het etvlies. I figuur 5 is dit schematisch weergegeve. 2p 6 Leg uit of ee oog oder water het meest lijkt op ee oog i lucht va ee verziede of va ee bijziede. Maak daarbij gebruik va figuur 5. De leswerkig va het oog wordt vooramelijk veroorzaakt door brekig va het licht aa het bolle hoorvlies. I figuur 6 valt ee blauwe lichtstraal op ee oog oder water. Voor de brekigsidex 1,2 voor de overgag va stof 1 aar stof 2 geldt: = 1, p 7 Hieri is 1 de brekigsidex va stof 1 e 2 die va stof 2. Voor de overgag va lucht aar hoorvlies is de brekigsidex voor blauw licht 1,38. Figuur 6 staat vergroot op de bijlage. Teke i de figuur op de bijlage hoe de ivallede blauwe lichtstraal gebroke wordt als alléé bij het hoorvlies brekig plaatsvidt. Bereke daartoe eerst de brekigsidex voor blauw licht bij de overgag va water aar hoorvlies. I figuur 7 zie je ee meisje dat ee duikbril draagt. De duikbril voorkomt dat het water i cotact komt met de oge. Hierdoor ka het meisje u oder water wel scherp zie. I figuur 8A bekijkt het meisje ee vis bove water. Deze tekeig is schematisch. Er wordt ee scherp beeld va de vis op het etvlies gevormd. Er is ee lichtstraal geteked die de hoofdas sijdt i put O e die door het oog iet gebroke wordt. Neem aa dat dit geldt voor alle strale die door O gaa. Figuur 8B schetst de situatie waari het meisje dezelfde vis op dezelfde afstad bekijkt, maar u oder water e met duikbril. 3p 8 Figuur 8B is vergroot op de bijlage weergegeve. Leg aa de had va ee schets i de figuur op de bijlage uit of het meisje de vis u groter of kleier ziet da i de situatie va figuur 8A. Door absorptie wordt het daglicht steeds zwakker als je dieper oder water komt. Dit

11 2p 9 effect blijkt afhakelijk te zij va de golflegte va het licht: de absorptie is sterker aarmate de golflegte groter is. De kleur va ee voorwerp diep oder water lijkt daardoor aders da bove water. Leg uit welke kleurveraderig het meisje waareemt als ze steeds dieper oder water komt. Bijlage bij vraag 7: Bijlage bij vraag 8:

12 Halogeelamp I figuur 5 zie je ee 2,0 keer vergrote afbeeldig va ee buisvormige halogeelamp. 4p 15 Oscar e Loes doe ee oderzoek aa deze halogeelamp. Ze beelde met ee les de gloeidraad va de bradede lamp sterk vergroot af op ee wad va het atuurkudelokaal. Op de uitwerkbijlage is de situatie geteked. Deze figuur is iet op schaal. Costrueer i de figuur op de uitwerkbijlage de plaats va de les e de bijbehorede bradpute. I figuur 6 zie je ee deel va het beeld op de wad op ware grootte. 4p 16 De bradputsafstad va de gebruikte les is 50 mm. Bepaal de beeldafstad bij deze afbeeldig. Bepaal daartoe eerst uit figuur 5 e 6 de vergrotigsfactor.

13 Duikbril Oder water ku je iet scherp zie. Dat komt doordat het hoorvlies aa de voorkat va het oog da cotact maakt met water i plaats va met lucht. Oder water ligt bij ee ormaalzied oog i ogeaccommodeerde toestad het bradput achter het etvlies. I figuur 5 is dit schematisch weergegeve. 2p 6 Leg uit of ee oog oder water het meest lijkt op ee oog i lucht va ee verziede of va ee bijziede. Maak daarbij gebruik va figuur 5. De leswerkig va het oog wordt vooramelijk veroorzaakt door brekig va het licht aa het bolle hoorvlies. I figuur 6 valt ee blauwe lichtstraal op ee oog oder water. Voor de brekigsidex 1,2 voor de overgag va stof 1 aar stof 2 geldt: = 1, p 7 Hieri is 1 de brekigsidex va stof 1 e 2 die va stof 2. Voor de overgag va lucht aar hoorvlies is de brekigsidex voor blauw licht 1,38. Figuur 6 staat vergroot op de bijlage. Teke i de figuur op de bijlage hoe de ivallede blauwe lichtstraal gebroke wordt als alléé bij het hoorvlies brekig plaatsvidt. Bereke daartoe eerst de brekigsidex voor blauw licht bij de overgag va water aar hoorvlies. I figuur 7 zie je ee meisje dat ee duikbril draagt. De duikbril voorkomt dat het water i cotact komt met de oge. Hierdoor ka het meisje u oder water wel scherp zie. I figuur 8A bekijkt het meisje ee vis bove water. Deze tekeig is schematisch. Er wordt ee scherp beeld va de vis op het etvlies gevormd. Er is ee lichtstraal geteked die de hoofdas sijdt i put O e die door het oog iet gebroke wordt. Neem aa dat dit geldt voor alle strale die door O gaa. Figuur 8B schetst de situatie waari het meisje dezelfde vis op dezelfde afstad bekijkt, maar u oder water e met duikbril. 3p 8 Figuur 8B is vergroot op de bijlage weergegeve. Leg aa de had va ee schets i de figuur op de bijlage uit of het meisje de vis u groter of kleier ziet da i de situatie va figuur 8A. Door absorptie wordt het daglicht steeds zwakker als je dieper oder water komt. Dit

14 2p 9 effect blijkt afhakelijk te zij va de golflegte va het licht: de absorptie is sterker aarmate de golflegte groter is. De kleur va ee voorwerp diep oder water lijkt daardoor aders da bove water. Leg uit welke kleurveraderig het meisje waareemt als ze steeds dieper oder water komt. Bijlage bij vraag 7: Bijlage bij vraag 8:

15 Halogeelamp I figuur 5 zie je ee 2,0 keer vergrote afbeeldig va ee buisvormige halogeelamp. 4p 15 Oscar e Loes doe ee oderzoek aa deze halogeelamp. Ze beelde met ee les de gloeidraad va de bradede lamp sterk vergroot af op ee wad va het atuurkudelokaal. Op de uitwerkbijlage is de situatie geteked. Deze figuur is iet op schaal. Costrueer i de figuur op de uitwerkbijlage de plaats va de les e de bijbehorede bradpute. I figuur 6 zie je ee deel va het beeld op de wad op ware grootte. 4p 16 De bradputsafstad va de gebruikte les is 50 mm. Bepaal de beeldafstad bij deze afbeeldig. Bepaal daartoe eerst uit figuur 5 e 6 de vergrotigsfactor.

16 Duikbril Oder water ku je iet scherp zie. Dat komt doordat het hoorvlies aa de voorkat va het oog da cotact maakt met water i plaats va met lucht. Oder water ligt bij ee ormaalzied oog i ogeaccommodeerde toestad het bradput achter het etvlies. I figuur 5 is dit schematisch weergegeve. 2p 6 Leg uit of ee oog oder water het meest lijkt op ee oog i lucht va ee verziede of va ee bijziede. Maak daarbij gebruik va figuur 5. De leswerkig va het oog wordt vooramelijk veroorzaakt door brekig va het licht aa het bolle hoorvlies. I figuur 6 valt ee blauwe lichtstraal op ee oog oder water. Voor de brekigsidex 1,2 voor de overgag va stof 1 aar stof 2 geldt: = 1, p 7 Hieri is 1 de brekigsidex va stof 1 e 2 die va stof 2. Voor de overgag va lucht aar hoorvlies is de brekigsidex voor blauw licht 1,38. Figuur 6 staat vergroot op de bijlage. Teke i de figuur op de bijlage hoe de ivallede blauwe lichtstraal gebroke wordt als alléé bij het hoorvlies brekig plaatsvidt. Bereke daartoe eerst de brekigsidex voor blauw licht bij de overgag va water aar hoorvlies. I figuur 7 zie je ee meisje dat ee duikbril draagt. De duikbril voorkomt dat het water i cotact komt met de oge. Hierdoor ka het meisje u oder water wel scherp zie. I figuur 8A bekijkt het meisje ee vis bove water. Deze tekeig is schematisch. Er wordt ee scherp beeld va de vis op het etvlies gevormd. Er is ee lichtstraal geteked die de hoofdas sijdt i put O e die door het oog iet gebroke wordt. Neem aa dat dit geldt voor alle strale die door O gaa. Figuur 8B schetst de situatie waari het meisje dezelfde vis op dezelfde afstad bekijkt, maar u oder water e met duikbril. 3p 8 Figuur 8B is vergroot op de bijlage weergegeve. Leg aa de had va ee schets i de figuur op de bijlage uit of het meisje de vis u groter of kleier ziet da i de situatie va figuur 8A. Door absorptie wordt het daglicht steeds zwakker als je dieper oder water komt. Dit

17 2p 9 effect blijkt afhakelijk te zij va de golflegte va het licht: de absorptie is sterker aarmate de golflegte groter is. De kleur va ee voorwerp diep oder water lijkt daardoor aders da bove water. Leg uit welke kleurveraderig het meisje waareemt als ze steeds dieper oder water komt. Bijlage bij vraag 7: Bijlage bij vraag 8:

18 Halogeelamp I figuur 5 zie je ee 2,0 keer vergrote afbeeldig va ee buisvormige halogeelamp. 4p 15 Oscar e Loes doe ee oderzoek aa deze halogeelamp. Ze beelde met ee les de gloeidraad va de bradede lamp sterk vergroot af op ee wad va het atuurkudelokaal. Op de uitwerkbijlage is de situatie geteked. Deze figuur is iet op schaal. Costrueer i de figuur op de uitwerkbijlage de plaats va de les e de bijbehorede bradpute. I figuur 6 zie je ee deel va het beeld op de wad op ware grootte. 4p 16 De bradputsafstad va de gebruikte les is 50 mm. Bepaal de beeldafstad bij deze afbeeldig. Bepaal daartoe eerst uit figuur 5 e 6 de vergrotigsfactor.

19 Duikbril Oder water ku je iet scherp zie. Dat komt doordat het hoorvlies aa de voorkat va het oog da cotact maakt met water i plaats va met lucht. Oder water ligt bij ee ormaalzied oog i ogeaccommodeerde toestad het bradput achter het etvlies. I figuur 5 is dit schematisch weergegeve. 2p 6 Leg uit of ee oog oder water het meest lijkt op ee oog i lucht va ee verziede of va ee bijziede. Maak daarbij gebruik va figuur 5. De leswerkig va het oog wordt vooramelijk veroorzaakt door brekig va het licht aa het bolle hoorvlies. I figuur 6 valt ee blauwe lichtstraal op ee oog oder water. Voor de brekigsidex 1,2 voor de overgag va stof 1 aar stof 2 geldt: = 1, p 7 Hieri is 1 de brekigsidex va stof 1 e 2 die va stof 2. Voor de overgag va lucht aar hoorvlies is de brekigsidex voor blauw licht 1,38. Figuur 6 staat vergroot op de bijlage. Teke i de figuur op de bijlage hoe de ivallede blauwe lichtstraal gebroke wordt als alléé bij het hoorvlies brekig plaatsvidt. Bereke daartoe eerst de brekigsidex voor blauw licht bij de overgag va water aar hoorvlies. I figuur 7 zie je ee meisje dat ee duikbril draagt. De duikbril voorkomt dat het water i cotact komt met de oge. Hierdoor ka het meisje u oder water wel scherp zie. I figuur 8A bekijkt het meisje ee vis bove water. Deze tekeig is schematisch. Er wordt ee scherp beeld va de vis op het etvlies gevormd. Er is ee lichtstraal geteked die de hoofdas sijdt i put O e die door het oog iet gebroke wordt. Neem aa dat dit geldt voor alle strale die door O gaa. Figuur 8B schetst de situatie waari het meisje dezelfde vis op dezelfde afstad bekijkt, maar u oder water e met duikbril. 3p 8 Figuur 8B is vergroot op de bijlage weergegeve. Leg aa de had va ee schets i de figuur op de bijlage uit of het meisje de vis u groter of kleier ziet da i de situatie va figuur 8A. Door absorptie wordt het daglicht steeds zwakker als je dieper oder water komt. Dit

20 2p 9 effect blijkt afhakelijk te zij va de golflegte va het licht: de absorptie is sterker aarmate de golflegte groter is. De kleur va ee voorwerp diep oder water lijkt daardoor aders da bove water. Leg uit welke kleurveraderig het meisje waareemt als ze steeds dieper oder water komt. Bijlage bij vraag 7: Bijlage bij vraag 8:

21 Halogeelamp I figuur 5 zie je ee 2,0 keer vergrote afbeeldig va ee buisvormige halogeelamp. 4p 15 Oscar e Loes doe ee oderzoek aa deze halogeelamp. Ze beelde met ee les de gloeidraad va de bradede lamp sterk vergroot af op ee wad va het atuurkudelokaal. Op de uitwerkbijlage is de situatie geteked. Deze figuur is iet op schaal. Costrueer i de figuur op de uitwerkbijlage de plaats va de les e de bijbehorede bradpute. I figuur 6 zie je ee deel va het beeld op de wad op ware grootte. 4p 16 De bradputsafstad va de gebruikte les is 50 mm. Bepaal de beeldafstad bij deze afbeeldig. Bepaal daartoe eerst uit figuur 5 e 6 de vergrotigsfactor.

22 Duikbril Oder water ku je iet scherp zie. Dat komt doordat het hoorvlies aa de voorkat va het oog da cotact maakt met water i plaats va met lucht. Oder water ligt bij ee ormaalzied oog i ogeaccommodeerde toestad het bradput achter het etvlies. I figuur 5 is dit schematisch weergegeve. 2p 6 Leg uit of ee oog oder water het meest lijkt op ee oog i lucht va ee verziede of va ee bijziede. Maak daarbij gebruik va figuur 5. De leswerkig va het oog wordt vooramelijk veroorzaakt door brekig va het licht aa het bolle hoorvlies. I figuur 6 valt ee blauwe lichtstraal op ee oog oder water. Voor de brekigsidex 1,2 voor de overgag va stof 1 aar stof 2 geldt: = 1, p 7 Hieri is 1 de brekigsidex va stof 1 e 2 die va stof 2. Voor de overgag va lucht aar hoorvlies is de brekigsidex voor blauw licht 1,38. Figuur 6 staat vergroot op de bijlage. Teke i de figuur op de bijlage hoe de ivallede blauwe lichtstraal gebroke wordt als alléé bij het hoorvlies brekig plaatsvidt. Bereke daartoe eerst de brekigsidex voor blauw licht bij de overgag va water aar hoorvlies. I figuur 7 zie je ee meisje dat ee duikbril draagt. De duikbril voorkomt dat het water i cotact komt met de oge. Hierdoor ka het meisje u oder water wel scherp zie. I figuur 8A bekijkt het meisje ee vis bove water. Deze tekeig is schematisch. Er wordt ee scherp beeld va de vis op het etvlies gevormd. Er is ee lichtstraal geteked die de hoofdas sijdt i put O e die door het oog iet gebroke wordt. Neem aa dat dit geldt voor alle strale die door O gaa. Figuur 8B schetst de situatie waari het meisje dezelfde vis op dezelfde afstad bekijkt, maar u oder water e met duikbril. 3p 8 Figuur 8B is vergroot op de bijlage weergegeve. Leg aa de had va ee schets i de figuur op de bijlage uit of het meisje de vis u groter of kleier ziet da i de situatie va figuur 8A. Door absorptie wordt het daglicht steeds zwakker als je dieper oder water komt. Dit

23 2p 9 effect blijkt afhakelijk te zij va de golflegte va het licht: de absorptie is sterker aarmate de golflegte groter is. De kleur va ee voorwerp diep oder water lijkt daardoor aders da bove water. Leg uit welke kleurveraderig het meisje waareemt als ze steeds dieper oder water komt. Bijlage bij vraag 7: Bijlage bij vraag 8:

24 Halogeelamp I figuur 5 zie je ee 2,0 keer vergrote afbeeldig va ee buisvormige halogeelamp. 4p 15 Oscar e Loes doe ee oderzoek aa deze halogeelamp. Ze beelde met ee les de gloeidraad va de bradede lamp sterk vergroot af op ee wad va het atuurkudelokaal. Op de uitwerkbijlage is de situatie geteked. Deze figuur is iet op schaal. Costrueer i de figuur op de uitwerkbijlage de plaats va de les e de bijbehorede bradpute. I figuur 6 zie je ee deel va het beeld op de wad op ware grootte. 4p 16 De bradputsafstad va de gebruikte les is 50 mm. Bepaal de beeldafstad bij deze afbeeldig. Bepaal daartoe eerst uit figuur 5 e 6 de vergrotigsfactor.

25 Duikbril Oder water ku je iet scherp zie. Dat komt doordat het hoorvlies aa de voorkat va het oog da cotact maakt met water i plaats va met lucht. Oder water ligt bij ee ormaalzied oog i ogeaccommodeerde toestad het bradput achter het etvlies. I figuur 5 is dit schematisch weergegeve. 2p 6 Leg uit of ee oog oder water het meest lijkt op ee oog i lucht va ee verziede of va ee bijziede. Maak daarbij gebruik va figuur 5. De leswerkig va het oog wordt vooramelijk veroorzaakt door brekig va het licht aa het bolle hoorvlies. I figuur 6 valt ee blauwe lichtstraal op ee oog oder water. Voor de brekigsidex 1,2 voor de overgag va stof 1 aar stof 2 geldt: = 1, p 7 Hieri is 1 de brekigsidex va stof 1 e 2 die va stof 2. Voor de overgag va lucht aar hoorvlies is de brekigsidex voor blauw licht 1,38. Figuur 6 staat vergroot op de bijlage. Teke i de figuur op de bijlage hoe de ivallede blauwe lichtstraal gebroke wordt als alléé bij het hoorvlies brekig plaatsvidt. Bereke daartoe eerst de brekigsidex voor blauw licht bij de overgag va water aar hoorvlies. I figuur 7 zie je ee meisje dat ee duikbril draagt. De duikbril voorkomt dat het water i cotact komt met de oge. Hierdoor ka het meisje u oder water wel scherp zie. I figuur 8A bekijkt het meisje ee vis bove water. Deze tekeig is schematisch. Er wordt ee scherp beeld va de vis op het etvlies gevormd. Er is ee lichtstraal geteked die de hoofdas sijdt i put O e die door het oog iet gebroke wordt. Neem aa dat dit geldt voor alle strale die door O gaa. Figuur 8B schetst de situatie waari het meisje dezelfde vis op dezelfde afstad bekijkt, maar u oder water e met duikbril. 3p 8 Figuur 8B is vergroot op de bijlage weergegeve. Leg aa de had va ee schets i de figuur op de bijlage uit of het meisje de vis u groter of kleier ziet da i de situatie va figuur 8A. Door absorptie wordt het daglicht steeds zwakker als je dieper oder water komt. Dit

26 2p 9 effect blijkt afhakelijk te zij va de golflegte va het licht: de absorptie is sterker aarmate de golflegte groter is. De kleur va ee voorwerp diep oder water lijkt daardoor aders da bove water. Leg uit welke kleurveraderig het meisje waareemt als ze steeds dieper oder water komt. Bijlage bij vraag 7: Bijlage bij vraag 8:

27 Halogeelamp I figuur 5 zie je ee 2,0 keer vergrote afbeeldig va ee buisvormige halogeelamp. 4p 15 Oscar e Loes doe ee oderzoek aa deze halogeelamp. Ze beelde met ee les de gloeidraad va de bradede lamp sterk vergroot af op ee wad va het atuurkudelokaal. Op de uitwerkbijlage is de situatie geteked. Deze figuur is iet op schaal. Costrueer i de figuur op de uitwerkbijlage de plaats va de les e de bijbehorede bradpute. I figuur 6 zie je ee deel va het beeld op de wad op ware grootte. 4p 16 De bradputsafstad va de gebruikte les is 50 mm. Bepaal de beeldafstad bij deze afbeeldig. Bepaal daartoe eerst uit figuur 5 e 6 de vergrotigsfactor.

28 Duikbril Oder water ku je iet scherp zie. Dat komt doordat het hoorvlies aa de voorkat va het oog da cotact maakt met water i plaats va met lucht. Oder water ligt bij ee ormaalzied oog i ogeaccommodeerde toestad het bradput achter het etvlies. I figuur 5 is dit schematisch weergegeve. 2p 6 Leg uit of ee oog oder water het meest lijkt op ee oog i lucht va ee verziede of va ee bijziede. Maak daarbij gebruik va figuur 5. De leswerkig va het oog wordt vooramelijk veroorzaakt door brekig va het licht aa het bolle hoorvlies. I figuur 6 valt ee blauwe lichtstraal op ee oog oder water. Voor de brekigsidex 1,2 voor de overgag va stof 1 aar stof 2 geldt: = 1, p 7 Hieri is 1 de brekigsidex va stof 1 e 2 die va stof 2. Voor de overgag va lucht aar hoorvlies is de brekigsidex voor blauw licht 1,38. Figuur 6 staat vergroot op de bijlage. Teke i de figuur op de bijlage hoe de ivallede blauwe lichtstraal gebroke wordt als alléé bij het hoorvlies brekig plaatsvidt. Bereke daartoe eerst de brekigsidex voor blauw licht bij de overgag va water aar hoorvlies. I figuur 7 zie je ee meisje dat ee duikbril draagt. De duikbril voorkomt dat het water i cotact komt met de oge. Hierdoor ka het meisje u oder water wel scherp zie. I figuur 8A bekijkt het meisje ee vis bove water. Deze tekeig is schematisch. Er wordt ee scherp beeld va de vis op het etvlies gevormd. Er is ee lichtstraal geteked die de hoofdas sijdt i put O e die door het oog iet gebroke wordt. Neem aa dat dit geldt voor alle strale die door O gaa. Figuur 8B schetst de situatie waari het meisje dezelfde vis op dezelfde afstad bekijkt, maar u oder water e met duikbril. 3p 8 Figuur 8B is vergroot op de bijlage weergegeve. Leg aa de had va ee schets i de figuur op de bijlage uit of het meisje de vis u groter of kleier ziet da i de situatie va figuur 8A. Door absorptie wordt het daglicht steeds zwakker als je dieper oder water komt. Dit

29 2p 9 effect blijkt afhakelijk te zij va de golflegte va het licht: de absorptie is sterker aarmate de golflegte groter is. De kleur va ee voorwerp diep oder water lijkt daardoor aders da bove water. Leg uit welke kleurveraderig het meisje waareemt als ze steeds dieper oder water komt. Bijlage bij vraag 7: Bijlage bij vraag 8:

30 Halogeelamp I figuur 5 zie je ee 2,0 keer vergrote afbeeldig va ee buisvormige halogeelamp. 4p 15 Oscar e Loes doe ee oderzoek aa deze halogeelamp. Ze beelde met ee les de gloeidraad va de bradede lamp sterk vergroot af op ee wad va het atuurkudelokaal. Op de uitwerkbijlage is de situatie geteked. Deze figuur is iet op schaal. Costrueer i de figuur op de uitwerkbijlage de plaats va de les e de bijbehorede bradpute. I figuur 6 zie je ee deel va het beeld op de wad op ware grootte. 4p 16 De bradputsafstad va de gebruikte les is 50 mm. Bepaal de beeldafstad bij deze afbeeldig. Bepaal daartoe eerst uit figuur 5 e 6 de vergrotigsfactor.

31 Duikbril Oder water ku je iet scherp zie. Dat komt doordat het hoorvlies aa de voorkat va het oog da cotact maakt met water i plaats va met lucht. Oder water ligt bij ee ormaalzied oog i ogeaccommodeerde toestad het bradput achter het etvlies. I figuur 5 is dit schematisch weergegeve. 2p 6 Leg uit of ee oog oder water het meest lijkt op ee oog i lucht va ee verziede of va ee bijziede. Maak daarbij gebruik va figuur 5. De leswerkig va het oog wordt vooramelijk veroorzaakt door brekig va het licht aa het bolle hoorvlies. I figuur 6 valt ee blauwe lichtstraal op ee oog oder water. Voor de brekigsidex 1,2 voor de overgag va stof 1 aar stof 2 geldt: = 1, p 7 Hieri is 1 de brekigsidex va stof 1 e 2 die va stof 2. Voor de overgag va lucht aar hoorvlies is de brekigsidex voor blauw licht 1,38. Figuur 6 staat vergroot op de bijlage. Teke i de figuur op de bijlage hoe de ivallede blauwe lichtstraal gebroke wordt als alléé bij het hoorvlies brekig plaatsvidt. Bereke daartoe eerst de brekigsidex voor blauw licht bij de overgag va water aar hoorvlies. I figuur 7 zie je ee meisje dat ee duikbril draagt. De duikbril voorkomt dat het water i cotact komt met de oge. Hierdoor ka het meisje u oder water wel scherp zie. I figuur 8A bekijkt het meisje ee vis bove water. Deze tekeig is schematisch. Er wordt ee scherp beeld va de vis op het etvlies gevormd. Er is ee lichtstraal geteked die de hoofdas sijdt i put O e die door het oog iet gebroke wordt. Neem aa dat dit geldt voor alle strale die door O gaa. Figuur 8B schetst de situatie waari het meisje dezelfde vis op dezelfde afstad bekijkt, maar u oder water e met duikbril. 3p 8 Figuur 8B is vergroot op de bijlage weergegeve. Leg aa de had va ee schets i de figuur op de bijlage uit of het meisje de vis u groter of kleier ziet da i de situatie va figuur 8A. Door absorptie wordt het daglicht steeds zwakker als je dieper oder water komt. Dit

32 2p 9 effect blijkt afhakelijk te zij va de golflegte va het licht: de absorptie is sterker aarmate de golflegte groter is. De kleur va ee voorwerp diep oder water lijkt daardoor aders da bove water. Leg uit welke kleurveraderig het meisje waareemt als ze steeds dieper oder water komt. Bijlage bij vraag 7: Bijlage bij vraag 8:

33 Halogeelamp I figuur 5 zie je ee 2,0 keer vergrote afbeeldig va ee buisvormige halogeelamp. 4p 15 Oscar e Loes doe ee oderzoek aa deze halogeelamp. Ze beelde met ee les de gloeidraad va de bradede lamp sterk vergroot af op ee wad va het atuurkudelokaal. Op de uitwerkbijlage is de situatie geteked. Deze figuur is iet op schaal. Costrueer i de figuur op de uitwerkbijlage de plaats va de les e de bijbehorede bradpute. I figuur 6 zie je ee deel va het beeld op de wad op ware grootte. 4p 16 De bradputsafstad va de gebruikte les is 50 mm. Bepaal de beeldafstad bij deze afbeeldig. Bepaal daartoe eerst uit figuur 5 e 6 de vergrotigsfactor.

34 Duikbril Oder water ku je iet scherp zie. Dat komt doordat het hoorvlies aa de voorkat va het oog da cotact maakt met water i plaats va met lucht. Oder water ligt bij ee ormaalzied oog i ogeaccommodeerde toestad het bradput achter het etvlies. I figuur 5 is dit schematisch weergegeve. 2p 6 Leg uit of ee oog oder water het meest lijkt op ee oog i lucht va ee verziede of va ee bijziede. Maak daarbij gebruik va figuur 5. De leswerkig va het oog wordt vooramelijk veroorzaakt door brekig va het licht aa het bolle hoorvlies. I figuur 6 valt ee blauwe lichtstraal op ee oog oder water. Voor de brekigsidex 1,2 voor de overgag va stof 1 aar stof 2 geldt: = 1, p 7 Hieri is 1 de brekigsidex va stof 1 e 2 die va stof 2. Voor de overgag va lucht aar hoorvlies is de brekigsidex voor blauw licht 1,38. Figuur 6 staat vergroot op de bijlage. Teke i de figuur op de bijlage hoe de ivallede blauwe lichtstraal gebroke wordt als alléé bij het hoorvlies brekig plaatsvidt. Bereke daartoe eerst de brekigsidex voor blauw licht bij de overgag va water aar hoorvlies. I figuur 7 zie je ee meisje dat ee duikbril draagt. De duikbril voorkomt dat het water i cotact komt met de oge. Hierdoor ka het meisje u oder water wel scherp zie. I figuur 8A bekijkt het meisje ee vis bove water. Deze tekeig is schematisch. Er wordt ee scherp beeld va de vis op het etvlies gevormd. Er is ee lichtstraal geteked die de hoofdas sijdt i put O e die door het oog iet gebroke wordt. Neem aa dat dit geldt voor alle strale die door O gaa. Figuur 8B schetst de situatie waari het meisje dezelfde vis op dezelfde afstad bekijkt, maar u oder water e met duikbril. 3p 8 Figuur 8B is vergroot op de bijlage weergegeve. Leg aa de had va ee schets i de figuur op de bijlage uit of het meisje de vis u groter of kleier ziet da i de situatie va figuur 8A. Door absorptie wordt het daglicht steeds zwakker als je dieper oder water komt. Dit

35 2p 9 effect blijkt afhakelijk te zij va de golflegte va het licht: de absorptie is sterker aarmate de golflegte groter is. De kleur va ee voorwerp diep oder water lijkt daardoor aders da bove water. Leg uit welke kleurveraderig het meisje waareemt als ze steeds dieper oder water komt. Bijlage bij vraag 7: Bijlage bij vraag 8:

36 Halogeelamp I figuur 5 zie je ee 2,0 keer vergrote afbeeldig va ee buisvormige halogeelamp. 4p 15 Oscar e Loes doe ee oderzoek aa deze halogeelamp. Ze beelde met ee les de gloeidraad va de bradede lamp sterk vergroot af op ee wad va het atuurkudelokaal. Op de uitwerkbijlage is de situatie geteked. Deze figuur is iet op schaal. Costrueer i de figuur op de uitwerkbijlage de plaats va de les e de bijbehorede bradpute. I figuur 6 zie je ee deel va het beeld op de wad op ware grootte. 4p 16 De bradputsafstad va de gebruikte les is 50 mm. Bepaal de beeldafstad bij deze afbeeldig. Bepaal daartoe eerst uit figuur 5 e 6 de vergrotigsfactor.

37 Duikbril Oder water ku je iet scherp zie. Dat komt doordat het hoorvlies aa de voorkat va het oog da cotact maakt met water i plaats va met lucht. Oder water ligt bij ee ormaalzied oog i ogeaccommodeerde toestad het bradput achter het etvlies. I figuur 5 is dit schematisch weergegeve. 2p 6 Leg uit of ee oog oder water het meest lijkt op ee oog i lucht va ee verziede of va ee bijziede. Maak daarbij gebruik va figuur 5. De leswerkig va het oog wordt vooramelijk veroorzaakt door brekig va het licht aa het bolle hoorvlies. I figuur 6 valt ee blauwe lichtstraal op ee oog oder water. Voor de brekigsidex 1,2 voor de overgag va stof 1 aar stof 2 geldt: = 1, p 7 Hieri is 1 de brekigsidex va stof 1 e 2 die va stof 2. Voor de overgag va lucht aar hoorvlies is de brekigsidex voor blauw licht 1,38. Figuur 6 staat vergroot op de bijlage. Teke i de figuur op de bijlage hoe de ivallede blauwe lichtstraal gebroke wordt als alléé bij het hoorvlies brekig plaatsvidt. Bereke daartoe eerst de brekigsidex voor blauw licht bij de overgag va water aar hoorvlies. I figuur 7 zie je ee meisje dat ee duikbril draagt. De duikbril voorkomt dat het water i cotact komt met de oge. Hierdoor ka het meisje u oder water wel scherp zie. I figuur 8A bekijkt het meisje ee vis bove water. Deze tekeig is schematisch. Er wordt ee scherp beeld va de vis op het etvlies gevormd. Er is ee lichtstraal geteked die de hoofdas sijdt i put O e die door het oog iet gebroke wordt. Neem aa dat dit geldt voor alle strale die door O gaa. Figuur 8B schetst de situatie waari het meisje dezelfde vis op dezelfde afstad bekijkt, maar u oder water e met duikbril. 3p 8 Figuur 8B is vergroot op de bijlage weergegeve. Leg aa de had va ee schets i de figuur op de bijlage uit of het meisje de vis u groter of kleier ziet da i de situatie va figuur 8A. Door absorptie wordt het daglicht steeds zwakker als je dieper oder water komt. Dit

38 2p 9 effect blijkt afhakelijk te zij va de golflegte va het licht: de absorptie is sterker aarmate de golflegte groter is. De kleur va ee voorwerp diep oder water lijkt daardoor aders da bove water. Leg uit welke kleurveraderig het meisje waareemt als ze steeds dieper oder water komt. Bijlage bij vraag 7: Bijlage bij vraag 8:

39 Halogeelamp I figuur 5 zie je ee 2,0 keer vergrote afbeeldig va ee buisvormige halogeelamp. 4p 15 Oscar e Loes doe ee oderzoek aa deze halogeelamp. Ze beelde met ee les de gloeidraad va de bradede lamp sterk vergroot af op ee wad va het atuurkudelokaal. Op de uitwerkbijlage is de situatie geteked. Deze figuur is iet op schaal. Costrueer i de figuur op de uitwerkbijlage de plaats va de les e de bijbehorede bradpute. I figuur 6 zie je ee deel va het beeld op de wad op ware grootte. 4p 16 De bradputsafstad va de gebruikte les is 50 mm. Bepaal de beeldafstad bij deze afbeeldig. Bepaal daartoe eerst uit figuur 5 e 6 de vergrotigsfactor.

40 Duikbril Oder water ku je iet scherp zie. Dat komt doordat het hoorvlies aa de voorkat va het oog da cotact maakt met water i plaats va met lucht. Oder water ligt bij ee ormaalzied oog i ogeaccommodeerde toestad het bradput achter het etvlies. I figuur 5 is dit schematisch weergegeve. 2p 6 Leg uit of ee oog oder water het meest lijkt op ee oog i lucht va ee verziede of va ee bijziede. Maak daarbij gebruik va figuur 5. De leswerkig va het oog wordt vooramelijk veroorzaakt door brekig va het licht aa het bolle hoorvlies. I figuur 6 valt ee blauwe lichtstraal op ee oog oder water. Voor de brekigsidex 1,2 voor de overgag va stof 1 aar stof 2 geldt: = 1, p 7 Hieri is 1 de brekigsidex va stof 1 e 2 die va stof 2. Voor de overgag va lucht aar hoorvlies is de brekigsidex voor blauw licht 1,38. Figuur 6 staat vergroot op de bijlage. Teke i de figuur op de bijlage hoe de ivallede blauwe lichtstraal gebroke wordt als alléé bij het hoorvlies brekig plaatsvidt. Bereke daartoe eerst de brekigsidex voor blauw licht bij de overgag va water aar hoorvlies. I figuur 7 zie je ee meisje dat ee duikbril draagt. De duikbril voorkomt dat het water i cotact komt met de oge. Hierdoor ka het meisje u oder water wel scherp zie. I figuur 8A bekijkt het meisje ee vis bove water. Deze tekeig is schematisch. Er wordt ee scherp beeld va de vis op het etvlies gevormd. Er is ee lichtstraal geteked die de hoofdas sijdt i put O e die door het oog iet gebroke wordt. Neem aa dat dit geldt voor alle strale die door O gaa. Figuur 8B schetst de situatie waari het meisje dezelfde vis op dezelfde afstad bekijkt, maar u oder water e met duikbril. 3p 8 Figuur 8B is vergroot op de bijlage weergegeve. Leg aa de had va ee schets i de figuur op de bijlage uit of het meisje de vis u groter of kleier ziet da i de situatie va figuur 8A. Door absorptie wordt het daglicht steeds zwakker als je dieper oder water komt. Dit

41 2p 9 effect blijkt afhakelijk te zij va de golflegte va het licht: de absorptie is sterker aarmate de golflegte groter is. De kleur va ee voorwerp diep oder water lijkt daardoor aders da bove water. Leg uit welke kleurveraderig het meisje waareemt als ze steeds dieper oder water komt. Bijlage bij vraag 7: Bijlage bij vraag 8:

42 Halogeelamp I figuur 5 zie je ee 2,0 keer vergrote afbeeldig va ee buisvormige halogeelamp. 4p 15 Oscar e Loes doe ee oderzoek aa deze halogeelamp. Ze beelde met ee les de gloeidraad va de bradede lamp sterk vergroot af op ee wad va het atuurkudelokaal. Op de uitwerkbijlage is de situatie geteked. Deze figuur is iet op schaal. Costrueer i de figuur op de uitwerkbijlage de plaats va de les e de bijbehorede bradpute. I figuur 6 zie je ee deel va het beeld op de wad op ware grootte. 4p 16 De bradputsafstad va de gebruikte les is 50 mm. Bepaal de beeldafstad bij deze afbeeldig. Bepaal daartoe eerst uit figuur 5 e 6 de vergrotigsfactor.

43 Duikbril Oder water ku je iet scherp zie. Dat komt doordat het hoorvlies aa de voorkat va het oog da cotact maakt met water i plaats va met lucht. Oder water ligt bij ee ormaalzied oog i ogeaccommodeerde toestad het bradput achter het etvlies. I figuur 5 is dit schematisch weergegeve. 2p 6 Leg uit of ee oog oder water het meest lijkt op ee oog i lucht va ee verziede of va ee bijziede. Maak daarbij gebruik va figuur 5. De leswerkig va het oog wordt vooramelijk veroorzaakt door brekig va het licht aa het bolle hoorvlies. I figuur 6 valt ee blauwe lichtstraal op ee oog oder water. Voor de brekigsidex 1,2 voor de overgag va stof 1 aar stof 2 geldt: = 1, p 7 Hieri is 1 de brekigsidex va stof 1 e 2 die va stof 2. Voor de overgag va lucht aar hoorvlies is de brekigsidex voor blauw licht 1,38. Figuur 6 staat vergroot op de bijlage. Teke i de figuur op de bijlage hoe de ivallede blauwe lichtstraal gebroke wordt als alléé bij het hoorvlies brekig plaatsvidt. Bereke daartoe eerst de brekigsidex voor blauw licht bij de overgag va water aar hoorvlies. I figuur 7 zie je ee meisje dat ee duikbril draagt. De duikbril voorkomt dat het water i cotact komt met de oge. Hierdoor ka het meisje u oder water wel scherp zie. I figuur 8A bekijkt het meisje ee vis bove water. Deze tekeig is schematisch. Er wordt ee scherp beeld va de vis op het etvlies gevormd. Er is ee lichtstraal geteked die de hoofdas sijdt i put O e die door het oog iet gebroke wordt. Neem aa dat dit geldt voor alle strale die door O gaa. Figuur 8B schetst de situatie waari het meisje dezelfde vis op dezelfde afstad bekijkt, maar u oder water e met duikbril. 3p 8 Figuur 8B is vergroot op de bijlage weergegeve. Leg aa de had va ee schets i de figuur op de bijlage uit of het meisje de vis u groter of kleier ziet da i de situatie va figuur 8A. Door absorptie wordt het daglicht steeds zwakker als je dieper oder water komt. Dit

44 2p 9 effect blijkt afhakelijk te zij va de golflegte va het licht: de absorptie is sterker aarmate de golflegte groter is. De kleur va ee voorwerp diep oder water lijkt daardoor aders da bove water. Leg uit welke kleurveraderig het meisje waareemt als ze steeds dieper oder water komt. Bijlage bij vraag 7: Bijlage bij vraag 8:

45 Halogeelamp I figuur 5 zie je ee 2,0 keer vergrote afbeeldig va ee buisvormige halogeelamp. 4p 15 Oscar e Loes doe ee oderzoek aa deze halogeelamp. Ze beelde met ee les de gloeidraad va de bradede lamp sterk vergroot af op ee wad va het atuurkudelokaal. Op de uitwerkbijlage is de situatie geteked. Deze figuur is iet op schaal. Costrueer i de figuur op de uitwerkbijlage de plaats va de les e de bijbehorede bradpute. I figuur 6 zie je ee deel va het beeld op de wad op ware grootte. 4p 16 De bradputsafstad va de gebruikte les is 50 mm. Bepaal de beeldafstad bij deze afbeeldig. Bepaal daartoe eerst uit figuur 5 e 6 de vergrotigsfactor.

46 Duikbril Oder water ku je iet scherp zie. Dat komt doordat het hoorvlies aa de voorkat va het oog da cotact maakt met water i plaats va met lucht. Oder water ligt bij ee ormaalzied oog i ogeaccommodeerde toestad het bradput achter het etvlies. I figuur 5 is dit schematisch weergegeve. 2p 6 Leg uit of ee oog oder water het meest lijkt op ee oog i lucht va ee verziede of va ee bijziede. Maak daarbij gebruik va figuur 5. De leswerkig va het oog wordt vooramelijk veroorzaakt door brekig va het licht aa het bolle hoorvlies. I figuur 6 valt ee blauwe lichtstraal op ee oog oder water. Voor de brekigsidex 1,2 voor de overgag va stof 1 aar stof 2 geldt: = 1, p 7 Hieri is 1 de brekigsidex va stof 1 e 2 die va stof 2. Voor de overgag va lucht aar hoorvlies is de brekigsidex voor blauw licht 1,38. Figuur 6 staat vergroot op de bijlage. Teke i de figuur op de bijlage hoe de ivallede blauwe lichtstraal gebroke wordt als alléé bij het hoorvlies brekig plaatsvidt. Bereke daartoe eerst de brekigsidex voor blauw licht bij de overgag va water aar hoorvlies. I figuur 7 zie je ee meisje dat ee duikbril draagt. De duikbril voorkomt dat het water i cotact komt met de oge. Hierdoor ka het meisje u oder water wel scherp zie. I figuur 8A bekijkt het meisje ee vis bove water. Deze tekeig is schematisch. Er wordt ee scherp beeld va de vis op het etvlies gevormd. Er is ee lichtstraal geteked die de hoofdas sijdt i put O e die door het oog iet gebroke wordt. Neem aa dat dit geldt voor alle strale die door O gaa. Figuur 8B schetst de situatie waari het meisje dezelfde vis op dezelfde afstad bekijkt, maar u oder water e met duikbril. 3p 8 Figuur 8B is vergroot op de bijlage weergegeve. Leg aa de had va ee schets i de figuur op de bijlage uit of het meisje de vis u groter of kleier ziet da i de situatie va figuur 8A. Door absorptie wordt het daglicht steeds zwakker als je dieper oder water komt. Dit

47 2p 9 effect blijkt afhakelijk te zij va de golflegte va het licht: de absorptie is sterker aarmate de golflegte groter is. De kleur va ee voorwerp diep oder water lijkt daardoor aders da bove water. Leg uit welke kleurveraderig het meisje waareemt als ze steeds dieper oder water komt. Bijlage bij vraag 7: Bijlage bij vraag 8:

48 Halogeelamp I figuur 5 zie je ee 2,0 keer vergrote afbeeldig va ee buisvormige halogeelamp. 4p 15 Oscar e Loes doe ee oderzoek aa deze halogeelamp. Ze beelde met ee les de gloeidraad va de bradede lamp sterk vergroot af op ee wad va het atuurkudelokaal. Op de uitwerkbijlage is de situatie geteked. Deze figuur is iet op schaal. Costrueer i de figuur op de uitwerkbijlage de plaats va de les e de bijbehorede bradpute. I figuur 6 zie je ee deel va het beeld op de wad op ware grootte. 4p 16 De bradputsafstad va de gebruikte les is 50 mm. Bepaal de beeldafstad bij deze afbeeldig. Bepaal daartoe eerst uit figuur 5 e 6 de vergrotigsfactor.

49 Duikbril Oder water ku je iet scherp zie. Dat komt doordat het hoorvlies aa de voorkat va het oog da cotact maakt met water i plaats va met lucht. Oder water ligt bij ee ormaalzied oog i ogeaccommodeerde toestad het bradput achter het etvlies. I figuur 5 is dit schematisch weergegeve. 2p 6 Leg uit of ee oog oder water het meest lijkt op ee oog i lucht va ee verziede of va ee bijziede. Maak daarbij gebruik va figuur 5. De leswerkig va het oog wordt vooramelijk veroorzaakt door brekig va het licht aa het bolle hoorvlies. I figuur 6 valt ee blauwe lichtstraal op ee oog oder water. Voor de brekigsidex 1,2 voor de overgag va stof 1 aar stof 2 geldt: = 1, p 7 Hieri is 1 de brekigsidex va stof 1 e 2 die va stof 2. Voor de overgag va lucht aar hoorvlies is de brekigsidex voor blauw licht 1,38. Figuur 6 staat vergroot op de bijlage. Teke i de figuur op de bijlage hoe de ivallede blauwe lichtstraal gebroke wordt als alléé bij het hoorvlies brekig plaatsvidt. Bereke daartoe eerst de brekigsidex voor blauw licht bij de overgag va water aar hoorvlies. I figuur 7 zie je ee meisje dat ee duikbril draagt. De duikbril voorkomt dat het water i cotact komt met de oge. Hierdoor ka het meisje u oder water wel scherp zie. I figuur 8A bekijkt het meisje ee vis bove water. Deze tekeig is schematisch. Er wordt ee scherp beeld va de vis op het etvlies gevormd. Er is ee lichtstraal geteked die de hoofdas sijdt i put O e die door het oog iet gebroke wordt. Neem aa dat dit geldt voor alle strale die door O gaa. Figuur 8B schetst de situatie waari het meisje dezelfde vis op dezelfde afstad bekijkt, maar u oder water e met duikbril. 3p 8 Figuur 8B is vergroot op de bijlage weergegeve. Leg aa de had va ee schets i de figuur op de bijlage uit of het meisje de vis u groter of kleier ziet da i de situatie va figuur 8A. Door absorptie wordt het daglicht steeds zwakker als je dieper oder water komt. Dit

50 2p 9 effect blijkt afhakelijk te zij va de golflegte va het licht: de absorptie is sterker aarmate de golflegte groter is. De kleur va ee voorwerp diep oder water lijkt daardoor aders da bove water. Leg uit welke kleurveraderig het meisje waareemt als ze steeds dieper oder water komt. Bijlage bij vraag 7: Bijlage bij vraag 8:

51 Halogeelamp I figuur 5 zie je ee 2,0 keer vergrote afbeeldig va ee buisvormige halogeelamp. 4p 15 Oscar e Loes doe ee oderzoek aa deze halogeelamp. Ze beelde met ee les de gloeidraad va de bradede lamp sterk vergroot af op ee wad va het atuurkudelokaal. Op de uitwerkbijlage is de situatie geteked. Deze figuur is iet op schaal. Costrueer i de figuur op de uitwerkbijlage de plaats va de les e de bijbehorede bradpute. I figuur 6 zie je ee deel va het beeld op de wad op ware grootte. 4p 16 De bradputsafstad va de gebruikte les is 50 mm. Bepaal de beeldafstad bij deze afbeeldig. Bepaal daartoe eerst uit figuur 5 e 6 de vergrotigsfactor.

52 Duikbril Oder water ku je iet scherp zie. Dat komt doordat het hoorvlies aa de voorkat va het oog da cotact maakt met water i plaats va met lucht. Oder water ligt bij ee ormaalzied oog i ogeaccommodeerde toestad het bradput achter het etvlies. I figuur 5 is dit schematisch weergegeve. 2p 6 Leg uit of ee oog oder water het meest lijkt op ee oog i lucht va ee verziede of va ee bijziede. Maak daarbij gebruik va figuur 5. De leswerkig va het oog wordt vooramelijk veroorzaakt door brekig va het licht aa het bolle hoorvlies. I figuur 6 valt ee blauwe lichtstraal op ee oog oder water. Voor de brekigsidex 1,2 voor de overgag va stof 1 aar stof 2 geldt: = 1, p 7 Hieri is 1 de brekigsidex va stof 1 e 2 die va stof 2. Voor de overgag va lucht aar hoorvlies is de brekigsidex voor blauw licht 1,38. Figuur 6 staat vergroot op de bijlage. Teke i de figuur op de bijlage hoe de ivallede blauwe lichtstraal gebroke wordt als alléé bij het hoorvlies brekig plaatsvidt. Bereke daartoe eerst de brekigsidex voor blauw licht bij de overgag va water aar hoorvlies. I figuur 7 zie je ee meisje dat ee duikbril draagt. De duikbril voorkomt dat het water i cotact komt met de oge. Hierdoor ka het meisje u oder water wel scherp zie. I figuur 8A bekijkt het meisje ee vis bove water. Deze tekeig is schematisch. Er wordt ee scherp beeld va de vis op het etvlies gevormd. Er is ee lichtstraal geteked die de hoofdas sijdt i put O e die door het oog iet gebroke wordt. Neem aa dat dit geldt voor alle strale die door O gaa. Figuur 8B schetst de situatie waari het meisje dezelfde vis op dezelfde afstad bekijkt, maar u oder water e met duikbril. 3p 8 Figuur 8B is vergroot op de bijlage weergegeve. Leg aa de had va ee schets i de figuur op de bijlage uit of het meisje de vis u groter of kleier ziet da i de situatie va figuur 8A. Door absorptie wordt het daglicht steeds zwakker als je dieper oder water komt. Dit

Opgave 5 Onderzoek aan β -straling

Opgave 5 Onderzoek aan β -straling Eidexame vwo atuurkude 214-I - havovwo.l Opgave 5 Oderzoek aa β -stralig Zoals beked bestaat β -stralig uit elektroe. Om ee oderzoek aa β -stralig te doe heeft Harald ee radioactieve bro met P-32 late

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B vwo 2010 - II

Eindexamen wiskunde B vwo 2010 - II Eideame wiskude B vwo 200 - II Sijde met ee hoogtelij Op ee cirkel kieze we drie vaste pute, B e C, waarbij lijstuk B gee middellij is e put C op de kortste cirkelboog B ligt. Ee put doorloopt dat deel

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 19 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde A. tijdvak 2 woensdag 19 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Exame HAVO 2013 tijdvak 2 woesdag 19 jui 13.30-16.30 uur wiskude A Bij dit exame hoort ee uitwerkbijlage. Dit exame bestaat uit 21 vrage. Voor dit exame zij maximaal 80 pute te behale. Voor elk vraagummer

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Exame VW 007 tijdvak woesdag 6 mei.0-6.0 uur wiskude B Bij dit exame hoort ee uitwerkbijlage. Dit exame bestaat uit 0 vrage. Voor dit exame zij maximaal 8 pute te behale. Voor elk vraagummer staat hoeveel

Nadere informatie

imtech Arbodienst (versie 2.0)

imtech Arbodienst (versie 2.0) imtech Arbodiest (versie.0) veilig e gezod werke Wat is lichamelijke belastig? Oder lichamelijke of fysieke belastig verstaa we het aaeme va houdige, het make va bewegige e het zette va kracht. Alle medewerkers,

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Exame VW 007 tijdvak woesdag 6 mei.0-6.0 uur wiskude B Bij dit exame hoort ee uitwerkbijlage. Dit exame bestaat uit 0 vrage. Voor dit exame zij maximaal 8 pute te behale. Voor elk vraagummer staat hoeveel

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2002-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2002-I Opgave 1 Ralph en Norton Lees het artikel. artikel Met een onbemande raket werden eind juni twee satellieten, Ralph en Norton, op 1000 kilometer hoogte in een baan om de aarde gebracht. Ze zijn door een

Nadere informatie

Julian gooit 20 keer met een dobbelsteen. Bereken de kans dat hij precies 5 keer een zes gooit.

Julian gooit 20 keer met een dobbelsteen. Bereken de kans dat hij precies 5 keer een zes gooit. - Test Hfst D kasrekeig - Kase ofwel exact ofwel afgerod op decimale geve. ( x p) Tim gooit drie keer met ee gewoe dobbelstee. Na zij derde worp telt hij het aatal oge va de drie worpe bij elkaar op. Bereke

Nadere informatie

Deze toets bestaat uit 4 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE

Deze toets bestaat uit 4 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE NAAM: NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK PROEFWERK H14 11/10/2011 Deze toets bestaat uit 4 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE

Nadere informatie

Artikel. Regenboog. Uitgave Auteur.

Artikel. Regenboog. Uitgave Auteur. Artikel Regeboog Uitgave 206- Auteur HC jy886@teleet.be De eerste overtuigede verklarig va de regeboog werd i 704 door Isaac Newto beschreve i zij boek Optics. Newto toode aa dat wit licht ee megelig is

Nadere informatie

Convergentie, divergentie en limieten van rijen

Convergentie, divergentie en limieten van rijen Covergetie, divergetie e limiete va rije TI-spire e rije 7N5p GGHM 22-23 Eigeschappe rekekudige rij b = begiwaarde v = verschil tusse twee opeevolgede terme recursieve formule: u = u + v met u = b directe

Nadere informatie

Vuilwaterafvoersystemen voor hoogbouw

Vuilwaterafvoersystemen voor hoogbouw Vuilwaterafvoersysteme voor hoogbouw 1.2 Vuilwaterafvoersysteme voor hoogbouw Nu er steeds hogere e extremere gebouwe otworpe worde, biedt ee ekelvoudig stadleidigsysteem de mogelijkheid om gemakkelijker

Nadere informatie

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). 2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden

Nadere informatie

Praktische opdracht: Complexe getallen en de Julia-verzameling

Praktische opdracht: Complexe getallen en de Julia-verzameling Praktische opdracht: Complexe getalle e de Julia-verzamelig Auteur: Wiebe K. Goodijk, Zerike College Hare Beodigde Voorkeis: 1 = i Het complexe vlak. Notatie: z = a + bi of z = r(cosϕ + i si ϕ) Regel va

Nadere informatie

Opgave 5 Solswitch. Eindexamen havo natuurkunde 2013-II

Opgave 5 Solswitch. Eindexamen havo natuurkunde 2013-II Opgave 5 Solswitch De Vrije Universiteit in Amsterdam heeft in 2008 een patent verworven op de Solswitch. De Solswitch is een dubbelwandig paneel van dat alleen licht doorlaat als het gevuld is met. Voorwerpen

Nadere informatie

imtech Arbodienst (versie 2.1)

imtech Arbodienst (versie 2.1) imtech Arbodiest Vervoer va gevaarlijke stoffe (versie 2.1) veilig e gezod werke imtech arbodiest Wat verstaa we oder het vervoer va gevaarlijke stoffe? Gevaarlijke stoffe zij stoffe die op éé of adere

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2007-I

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2007-I Eidexame wiskude B vwo 007-I havovwo.l Podiumverlichtig Ee podium is 6 meter diep. Midde bove het podium hagt ee balk met tl-buize. De verlichtigssterkte op het podium is het kleist aa de rad, bijvoorbeeld

Nadere informatie

wiskunde A pilot vwo 2017-II

wiskunde A pilot vwo 2017-II wiskude A pilot vwo 07-II Gewicht va diere maximumscore 4 Het opstelle va de vergelijkige 3, 7 = a b e 50 = a 000 b 3, 7 Uit de eerste vergelijkig volgt a = 3, 7 b = De tweede vergelijkig wordt hiermee

Nadere informatie

Hoe los ik het op, samen met Thuisvester? Ik heb een klacht

Hoe los ik het op, samen met Thuisvester? Ik heb een klacht Klachte? Hoe los ik het op, same met Thuisvester? Ik heb ee klacht Thuisvester doet haar uiterste best de beste service te verlee aa haar huurders. We vide ee goede relatie met oze klate erg belagrijk.

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Wiskude B, (ieuwe stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereided Weteschappelijk Oderwijs 0 0 Tijdvak Izede scores Uiterlijk op jui de scores va de alfabetisch eerste vijf kadidate per school op de daartoe

Nadere informatie

Periodiciteit bij breuken

Periodiciteit bij breuken Periodiciteit bij breuke Keuzeodracht voor wiskude Ee verdieede odracht over eriodieke decimale getalle, riemgetalle Voorkeis: omrekee va ee breuk i ee decimale vorm Ileidig I deze odracht leer je dat

Nadere informatie

figuur 2.50 Microscoop

figuur 2.50 Microscoop 07-01-2005 10:20 Pagia 1 Microscoop Ileidig Ee microscoop is bedoeld om kleie voorwerpe beter te kue zie, zie figuur 2.50. De bolle les dicht bij het oog (het oculair) heeft ee grote diameter. De bolle

Nadere informatie

Examen VWO. Natuurkunde 1,2 (nieuwe stijl) en natuurkunde (oude stijl)

Examen VWO. Natuurkunde 1,2 (nieuwe stijl) en natuurkunde (oude stijl) Natuurkunde 1,2 (nieuwe stijl) en natuurkunde (oude stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 22 mei 13.30 16.30 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te

Nadere informatie

Mexicaanse griep: A/H1N1 griep

Mexicaanse griep: A/H1N1 griep Mexicaase griep: A/H1N1 griep Wat is de Mexicaase griep? De zogeaamde Mexicaase of varkesgriep is ee ieuwe variat va het griepvirus, met ame A/H1N1. Weiig mese hebbe immuiteit voor dit virus. Hierdoor

Nadere informatie

imtech Arbodienst (versie 2.0)

imtech Arbodienst (versie 2.0) imtech Arbodiest (versie.0) veilig e gezod werke Wat is beeldschermwerk? Vrijwel alle katoormedewerkers va Imtech verrichte regelmatig beeldschermwerk. Oder ivloed va ee verdere automatiserig va werktake

Nadere informatie

Exact Periode 5 Niveau 3. Dictaat Licht

Exact Periode 5 Niveau 3. Dictaat Licht Exact Periode 5 Niveau 3 Dictaat Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is

Nadere informatie

Rijen met de TI-nspire vii

Rijen met de TI-nspire vii Rije met de TI-spire vii De tore va Pisa Me laat ee bal valle vaaf de tore va Pisa(63m hoog) Na elke keer stuitere haalt de bal og ee vijfde va de voorgaade hoogte. Gevraagd zij: a) De hoogte a de e keer

Nadere informatie

wiskunde B pilot vwo 2015-II

wiskunde B pilot vwo 2015-II Formules Goiometrie si( t u) sitcosu costsiu si( t u) sitcosu costsiu cos( t u) costcosu sitsiu cos( t u) costcosu sitsiu si( t) sitcost cos( t) cos t si t cos t si t - - Het achtste deel p het domei [

Nadere informatie

Statistiek 2 voor TeMa Associaties tussen kwalitatieve variabelen. Statistiek 2 voor TeMa Associaties tussen kwalitatieve variabelen

Statistiek 2 voor TeMa Associaties tussen kwalitatieve variabelen. Statistiek 2 voor TeMa Associaties tussen kwalitatieve variabelen Statistiek voor TeMa Associatiemate Is er ee verbad (associatie) tusse variabele? atwoord: -value -toets Ka ee evetuele afhakelijkheid i ee steekroef ook daadelijk worde gedetecteerd? atwoord: oderscheidigsvermoge

Nadere informatie

imtech Arbodienst (versie 2.0)

imtech Arbodienst (versie 2.0) imtech Arbodiest (versie 2.0) veilig e gezod werke (Gezodheids)risico s bij autorijde Buite de verkeersveiligheid e de oderhoudsstaat va de auto ka ook het lagdurig zitte i de auto tot (gezodheids)klachte

Nadere informatie

Deze toets bestaat uit 4 opgaven (33 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE

Deze toets bestaat uit 4 opgaven (33 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE NAAM: NATUURKUNDE KAS 5 ROEFWERK H14 13/05/2009 PROEFWERK Deze toets bestaat uit 4 opgaven (33 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE Opgave

Nadere informatie

1. Weten dat in het geval van compressoren rekening moet gehouden worden met thermische effecten

1. Weten dat in het geval van compressoren rekening moet gehouden worden met thermische effecten Hoofdstuk 4 Compressore Doelstellige 1. Wete dat i het geval va compressore rekeig moet gehoude worde met thermische effecte 2. Wete dat er ee gres is aa het verhoge va de druk va ee gas 3. Wete welke

Nadere informatie

Inzicht in voortgang. Versnellingsvraag 9 Inzichten periode maart t/m juni

Inzicht in voortgang. Versnellingsvraag 9 Inzichten periode maart t/m juni Izicht i voortgag Verselligsvraag 9 Izichte periode maart t/m jui Terugblik Ee idicatie hoe ee leerlig zich otwikkeld per vakgebied Ee referetieiveau waarmee elke leerlig vergeleke ka worde 2 Terugblik

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 Licht. Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht?

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 Licht. Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht? Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht? Alles noteren met significantie en in de standaard vorm ( in hoeverre dit lukt). Eerst opschrijven wat de gegevens en formules zijn en wat gevraagd wordt.

Nadere informatie

Fourierreeksen. Calculus II voor S, F, MNW. 14 november 2005

Fourierreeksen. Calculus II voor S, F, MNW. 14 november 2005 Fourierreekse Calculus II voor S, F, MNW. 14 ovember 2005 Deze tekst is gedeeltelijk gebaseerd op het Aalyse BWI I dictaat e op aatekeige va Alistair Vardy. 1 Ileidig Het is vaak belagrijk ee gegeve fuctie

Nadere informatie

Waterdichte argumenten voor Ubiflex loodvervanger! Ik stel me niet bloot aan lood

Waterdichte argumenten voor Ubiflex loodvervanger! Ik stel me niet bloot aan lood Waterdichte argumete voor Ubiflex loodvervager! Ik stel me iet bloot aa lood Met de Ubiflex loodvervager valt veel wist te behale! Ubiflex va Ubbik is dé loodvervager die wordt toegepast i alle bouwdetails

Nadere informatie

Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO GO!

Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO GO! Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO GO! M. Beddegenoodts, M. De Cock, G. Janssens, J. Vanhaecht woensdag 17 oktober 2012 Specifieke Lerarenopleiding Natuurwetenschappen: Fysica

Nadere informatie

Exact Periode 5. Dictaat Licht

Exact Periode 5. Dictaat Licht Exact Periode 5 Dictaat Licht 1 1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische

Nadere informatie

Een toelichting op het belang en het berekenen van de steekproefomvang in marktonderzoek.

Een toelichting op het belang en het berekenen van de steekproefomvang in marktonderzoek. 006 Wolters-Noordhoff bv Groige/Houte De steekproefomvag Ee toelichtig op het belag e het berekee va de steekproefomvag i marktoderzoek. Ihoud 1 Ileidig Eerst ekele defiities 3 Steekproefomvag e respose

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 18 juni uur

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 18 juni uur Eame VW 05 tijdvak doderdag 8 jui.0-6.0 uur wiskude B (pilot) Dit eame bestaat uit 7 vrage. Voor dit eame zij maimaal 79 pute te behale. Voor elk vraagummer staat hoeveel pute met ee goed atwoord behaald

Nadere informatie

imtech Arbodienst (versie 2.0) imtech arbodienst

imtech Arbodienst (versie 2.0) imtech arbodienst imtech Arbodiest (versie 2.0) veilig e gezod werke imtech arbodiest Wat is legioella? Legioella is ee bacteriefamilie die voorkomt i alle mogelijke waters: riviere, mere e ook i leidigwater. Waeer waterdruppeltjes

Nadere informatie

Proeftentamen IBK1LOG01

Proeftentamen IBK1LOG01 Proeftetame IBK1LOG01 Opgave 1 ( 20 pute) Beatwoord de oderstaade vrage met waar of iet waar: 1.De bereikbaarheid va iformatie over ee product bij ee iteretwikel is ee voorbeeld va pre-trasactie elemet

Nadere informatie

Thema 3 Verrekijkers. astronomische kijker

Thema 3 Verrekijkers. astronomische kijker 07-0-005 0: Pagina Verrekijkers Inleiding Om verre voorwerpen beter te kunnen zien, kun je gebruikmaken van verrekijkers. Die zijn er in vele soorten. De astronomische kijker wordt gebruikt voor het bekijken

Nadere informatie

Opgaven. Aangeboden door: Oefeningen voor het schoolverkeersexamen

Opgaven. Aangeboden door: Oefeningen voor het schoolverkeersexamen Opgave Aagebode door: Oefeige voor het schoolverkeersexae s De borde e hu kleure Verplichtige Je oet hier -borde Deze borde zij rod e blauw va kleur. De tekes op de borde vertelle wat je oet doe. Waarschuwig

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A vwo 2010 - I

Eindexamen wiskunde A vwo 2010 - I Eidexame wiskude A vwo - I Beoordeligsmodel Maratholoopsters maximumscore 3 uur, 43 miute e 3 secode is 98 secode De selheid is 495 98 (m/s) Het atwoord: 4,3 (m/s) maximumscore 3 Uit x = 5 volgt v 4,4

Nadere informatie

Repetitie Lenzen 3 Havo Naam: Klas: Leerstof: 1 t/m 7

Repetitie Lenzen 3 Havo Naam: Klas: Leerstof: 1 t/m 7 Repetitie Lenzen 3 Havo Naam: Klas: Leerstof: 1 t/m 7 Opgave 1 Iris krijgt een bril voorgeschreven van 4 dioptrie. Zij houdt de bril in de zon en probeert de stralen te bundelen om zodoende een stukje

Nadere informatie

Examen VWO. Natuurkunde 1,2 (Project Moderne Natuurkunde)

Examen VWO. Natuurkunde 1,2 (Project Moderne Natuurkunde) Natuurkunde 1,2 (Project Moderne Natuurkunde) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 22 mei 13.30 16.30 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te behalen; het

Nadere informatie

Combinatoriek groep 2

Combinatoriek groep 2 Combatorek groep Tragsweeked ovember 013 Theore De opgave deze hadout hebbe allemaal wat te make met éé of meer va oderstaade oderwerpe Belagrjk bj het make va opgave s om et allee de theore de je ket

Nadere informatie

Waar moet je aan denken? Verhuizen. Stap 1: Hoe zeg ik de huur op?

Waar moet je aan denken? Verhuizen. Stap 1: Hoe zeg ik de huur op? Verhuize Waar moet je aa deke? Verhuize Bij verhuize komt heel wat kijke. Naast het ipakke va spulle e doorgeve va adreswijzigige, is het ook belagrijk dat u same met Thuisvester ee aatal zake regelt.

Nadere informatie

Ubiflex, de slimme voordelige loodvervanger. Ik stel me niet bloot aan lood

Ubiflex, de slimme voordelige loodvervanger. Ik stel me niet bloot aan lood Ubiflex, de slimme voordelige loodvervager Ik stel me iet bloot aa lood Met de Ubiflex loodvervager valt veel wist te behale! Ubiflex va Ubbik is dé loodvervager die wordt toegepast i alle bouwdetails

Nadere informatie

7.1 Recursieve formules [1]

7.1 Recursieve formules [1] 7.1 Recursieve formules [1] Voorbeeld: 8, 12, 16, 20, 24, is ee getallerij. De getalle i de rij zij de terme. 8 is de eerste term (startwaarde, u 0 ) 12 is de tweede term (u 1 ) 24 is de vijfde term (u

Nadere informatie

Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de

Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de lichtsnelheid ~300.000 km/s! Rechte lijn Pijl er in voor de richting

Nadere informatie

Evaluatie pilot ipad onder docenten

Evaluatie pilot ipad onder docenten Evaluatie pilot ipad oder docete Oderwerp equête Geëquêteerde Istellig Evaluatie pilot ipad Docete OSG Sigellad locatie Drachtster Lyceum Datum aamake equête 19-06-2012 Datum uitzette equête 21-06-2012

Nadere informatie

2.1 Wat is licht? 2.2 Fotonen

2.1 Wat is licht? 2.2 Fotonen 2.1 Wat is licht? In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur). Licht is een elektromagnetische golf. Andere voorbeelden

Nadere informatie

Het tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies)

Het tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies) Het tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies) Zie: http://webphysics.davidson.edu/applets/optics/intro.html Bolle (positieve) lens Een bolle lens heeft twee brandpunten F. Evenwijdige (loodrechte)

Nadere informatie

1. Hebben de volgende rijen een limiet, en zo ja, bepaal die dan: (i) u n = sin(πn) (d) u n = cos(2πn) (l) u n = log n

1. Hebben de volgende rijen een limiet, en zo ja, bepaal die dan: (i) u n = sin(πn) (d) u n = cos(2πn) (l) u n = log n Hoofdstuk 1 Limiet va ee rij 1.1 Basis 1. Hebbe de volgede rije ee iet, e zo ja, bepaal die da: (a) 1,, 3, 4, 5, 6, 7, 8,... (b) 1, 4, 9, 16, 5, 36, 49,... (c) 1, 8, 7, 64, 15,... (d) u = ( 1) (e) u =

Nadere informatie

Oefen-vt vwo4 B h6/7 licht 2007/2008. Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl

Oefen-vt vwo4 B h6/7 licht 2007/2008. Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen-vt vwo4 h6/7 licht 007/008. Lichtbreking (hoofdstuk 6). Een glasvezel bestaat uit één soort materiaal met een brekingsindex van,08. Laserstraal

Nadere informatie

Lesmateriaal bovenbouw

Lesmateriaal bovenbouw Lesmateriaal bovenbouw Workshopdag Satellieten 8 oktober 2008 Space Expo, Noordwijk Bouw je eigen telescoop Benieuwd naar het oppervlak van de maan? Of de ringen van Saturnus? Deze dingen staan te ver

Nadere informatie

Programma van Toetsing en Afsluiting Vak: Duits HAVO 4. stofomschrijving. Landeskunde (presentatie en het inleveren van een map).

Programma van Toetsing en Afsluiting Vak: Duits HAVO 4. stofomschrijving. Landeskunde (presentatie en het inleveren van een map). Programma va Toetsig e Afsluitig 07-08 Vak: Duits HAVO 4 periode code som /mt/lt 4 00 leesvaardigheid. j 4po po Ladeskude (presetatie e het ilevere va ee map). Wijzigige i de stof va de 's zij mogelijk.

Nadere informatie

a) Bepaal door middel van een constructie de plaats van het beeld van de scherf en bepaal daaruit hoe groot Arno de scherf door de loep ziet.

a) Bepaal door middel van een constructie de plaats van het beeld van de scherf en bepaal daaruit hoe groot Arno de scherf door de loep ziet. NATUURKUNDE KLAS 5 ROEWERK H14-05/10/2011 PROEWERK Deze toets bestaat uit 3 opgaven (totaal 31 punten). Gebruik van eigen grafische rekenmachine en BINAS is toegestaan. Veel succes! ZET EERST JE NAAM OP

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde havo I

Eindexamen natuurkunde havo I Opgave 1 Lord of the Flies Lees eerst de tekst in het kader. Er bestaan twee soorten brillenglazen: - bolle (met een positieve sterkte) en - holle (met een negatieve sterkte). In de figuren hiernaast is

Nadere informatie

Opgave 2 Vuurtoren Natuurkunde N1 Havo 2001-II opgave 3

Opgave 2 Vuurtoren Natuurkunde N1 Havo 2001-II opgave 3 Deze 5 opgaven (21 vragen) met uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Et-stof: h4. Arbeid en energie, h5. Licht en h6. Elektriciteit Examentraining Havo 4 et2 Opgave 1 De waterkrachtcentrale van Itaipu

Nadere informatie

Tentamen Optica. Uitwerkingen - 26 februari = n 1. = n 1

Tentamen Optica. Uitwerkingen - 26 februari = n 1. = n 1 Tetame Optica Uitwerkige - 6 februari 013 Cijfer = (totaal aatal pute+10)/6.4 Opgave 1 a) (3 p) Nee, dit is ee dikke les. Je mag de propagatie i de les iet verwaarloze. Dit is bijv. i te zie voor ee lichtstraal

Nadere informatie

WISKUNDE 5 PERIODEN DEEL B

WISKUNDE 5 PERIODEN DEEL B EUROPEES BACCALAUREAAT 2012 WISKUNDE 5 PERIODEN DATUM : 11 jui 2012, ochted DUUR VAN HET EXAMEN: 3 uur (180 miute) TOEGESTANE HULPMIDDELEN : Exame met techologisch hulpmiddel 1/6 NL VRAAG B1 ANALYSE Blz.

Nadere informatie

6 Het inwendig product

6 Het inwendig product 6 Het iwedig prdct Te algebra e meetkde gescheide vakke ware, was h vrtgag lagzaam e h t beperkt Maar sids beide vakke zij vereigd, hebbe ze elkaar derlig versterkt e zij ze gezamelijk pgetrkke aar perfectie

Nadere informatie

Lenzen. Leerplandoel. Introductie. Voorwerps brandpunts - en beeldafstand

Lenzen. Leerplandoel. Introductie. Voorwerps brandpunts - en beeldafstand Lenzen Leerplandoel FYSICA TWEEDE GRAAD ASO WETENSCHAPPEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/009 5.1.2 Licht B21 De beelden bij een dunne bolle lens construeren en deze aanduiden als

Nadere informatie

B C D E Welke rij is noch een Rekenkundige. noch een Meetkundige Rij? A B C D E

B C D E Welke rij is noch een Rekenkundige. noch een Meetkundige Rij? A B C D E Naam : Klas:.Datum: Ma 0 sept. 00 Rechterkat als kladblad gebruike A. 5067 De rij x, x+, x+,... is rekekudig als x gelijk is aa ) ) ) 4) 4 5) 0 6) 4 7) 8) ee getal tusse e 0 B. 57 80 De legtes a, b e c

Nadere informatie

Formaliteiten bij overlijden Informatie voor nabestaanden

Formaliteiten bij overlijden Informatie voor nabestaanden Formaliteite bij overlijde Iformatie voor abestaade NFOINFOINFOIN FOINFOINFOINF 2 Ileidig Omdat ee aaste uit uw familie of vriedekrig is overlede e het u moeilijk valt u uw aadacht te richte op de formaliteite

Nadere informatie

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld 6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld Lichtbronnen: Directe lichtbronnen produceren zelf licht Indirecte lichtbronnen reflecteren licht. Je ziet een voorwerp als er licht

Nadere informatie

Eindexamen natuurkunde 1-2 compex havo 2007-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 compex havo 2007-I Ogave 1 Kerfusie I de zo fusere waterstofkere tot heliumkere. Bij fusie komt eergie vrij. O deze maier roduceert de zo er secode 3,9 10 26 J. Alle eergiecetrales o aarde roducere same i éé jaar ogeveer

Nadere informatie

HANDLEIDING CONDITIONELE ORDERS

HANDLEIDING CONDITIONELE ORDERS hadleidig coditioele orders HANDLEIDING CONDITIONELE ORDERS Ee coditioele order kut u vergelijke met ee istructie die u geeft aa uw wekkerradio: als het 7.30 uur is, wil ik dat de radio aagaat e ik gewekt

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B vwo 2010 - II

Eindexamen wiskunde B vwo 2010 - II Eidexame wiskude B vwo 200 - II Formules Vlakke meetkude Verwijzige aar defiities e stellige die bij ee bewijs moge worde gebruikt zoder adere toelichtig. Hoeke, lije e afstade: gestrekte hoek, rechte

Nadere informatie

Programma van Toetsing en Afsluiting Vak: Nederlands VWO 4. stofomschrijving

Programma van Toetsing en Afsluiting Vak: Nederlands VWO 4. stofomschrijving Programma va Toetsig e Afsluitig 08-09 Vak: Nederlads VWO j / of tt mt 0 Presetatie literair thema De leerlige leze twee modere prozawerke. I ee leesgroep wordt vastgesteld welke twee werke dit zulle zij.

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2008-II

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2008-II Groepsfoto s Alle mese kippere met hu oge. Daardoor staa op groepsfoto s vaak ekele persoe met geslote oge. Sveso e Bares hebbe oderzocht hoeveel foto s je moet make va ee groep va persoe om 99% kas te

Nadere informatie

Opgave 1: Constructies (6p) In figuur 1 op de bijlage staat een voorwerp (doorgetrokken pijl) links van de lens.

Opgave 1: Constructies (6p) In figuur 1 op de bijlage staat een voorwerp (doorgetrokken pijl) links van de lens. NATUURKUNDE KAS 5 ROEWERK H4-06/0/00 PROEWERK Deze toets bestaat uit 4 opgaven (totaal 3 punten). Gebruik van eigen grafische rekenmachine en BINAS is toegestaan. Veel succes! ZET EERST JE NAAM OP DE Opgave

Nadere informatie

Opgaven OPGAVE 1 1... OPGAVE 2. = x ( 5 stappen ). a. Itereer met F( x ) = en als startwaarden 1 en 100. 100...

Opgaven OPGAVE 1 1... OPGAVE 2. = x ( 5 stappen ). a. Itereer met F( x ) = en als startwaarden 1 en 100. 100... Opgave OPGAVE 1 a. Itereer met F( ) = e als startwaarde 1 e 1. 16 1............... 16 1............... b. Stel de bae grafisch voor i ee tijdgrafiek. c. Formuleer het gedrag va deze bae. (belagrijk is

Nadere informatie

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex Examen HAVO 2009 tijdvak 1 donderdag 28 mei totale examentijd 3 uur tevens oud programma natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex Vragen 1 tot en met 14 In dit deel van het examen staan vragen waarbij

Nadere informatie

www. ROCspiegel.nl Online Evaluatie Instrument

www. ROCspiegel.nl Online Evaluatie Instrument KOM!: 2016-2017 leerlige equête: Pagia 1 va 6 www. ROCspiegel.l Olie Evaluatie Istrumet Twets Aasluitigsetwerk KOM! 2016-2017 leerlige equête Evaluatieperiode: december 2016 april 2017 ROCspiegel.l Pagia

Nadere informatie

Buren en overlast. waar je thuis bent...

Buren en overlast. waar je thuis bent... Bure e overlast waar je thuis bet... Goed wooklimaat HEEMwoe vidt het belagrijk dat bewoers prettig woe i ee fije buurt. De meeste buurtbewoers kue het goed met elkaar vide. Soms gaat het sameleve i ee

Nadere informatie

Klassieke en Kwantummechanica (EE1P11)

Klassieke en Kwantummechanica (EE1P11) Deeltetame : Kwatummechaica Woesdag 9 ovember 016, 9.00 11.00 uur; TN-TZ 4.5 TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechiek, Wiskude e Iformatica Oleidig Elektrotechiek Aawijzige: Er zij ogave

Nadere informatie

wiskunde A pilot vwo 2016-I

wiskunde A pilot vwo 2016-I wiskude A pilot vwo 06-I Aalscholvers e vis maximumscore 3 De viscosumptie per dag is 30 0 0,36 + 696 0, 85 ( 788 (kg)) I de maad jui is dit 30 788 (kg) Het atwoord: 38 000 ( 38 duized) (kg) Als ee kadidaat

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 15 Waarnemen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 15 Waarnemen Samevattig Biologie Hoofdstuk 15 Waareme Samevattig door Eli 1063 woorde 22 jui 2018 9,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar BIOLOGIE HOOFDSTUK 15 15.1 Evewichtsorgaa (Bias 87D) bestaat uit:

Nadere informatie

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 7 les 3

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 7 les 3 Paragraaf Vergelijkige va vlakke Opgave a Dat zij de pute A, B, E e F e alle pute die verder op de voorkat va de kubus ligge. b Dat zij de pute A, C, E e G e alle pute die i het diagoaalvlak met A, C,

Nadere informatie

Uitwerkingen. Hoofdstuk 2 Licht. Verkennen

Uitwerkingen. Hoofdstuk 2 Licht. Verkennen Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht Verkennen I a. Teken het gebouw met de zon in de tekening. De stand van de zon bepaalt waar de schaduw terecht komt. b. Maak een tekening in bovenaanzicht. Jij staat voor

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Rijen en webgrafieken

Hoofdstuk 1 Rijen en webgrafieken Hoofdstuk Rije e wegrafieke Voorkeis: Rije ladzijde V-a u 7 + v +, c De vergelijkig 7 + +, oplosse geeft, e dus 8. Ze hee eide 8 rode gelope. V- u, u met u V-a u + ( ) + + s u + u + u +... + u + + 8 +

Nadere informatie

Bruggen naar ingenieurswetenschappen

Bruggen naar ingenieurswetenschappen Brugge aar igeieursweteschappe Master i de igeieursweteschappe voor bachelors e masters i de idustriële weteschappe Faculteit Igeieursweteschappe Idustrieel igeieur Sta je graag met beide voete i de praktijk

Nadere informatie

Analyse wijze en stimuleren van invullen Nationale Studenten Enquête 2012. Pascal Brenders 19 juni 2013

Analyse wijze en stimuleren van invullen Nationale Studenten Enquête 2012. Pascal Brenders 19 juni 2013 Aalyse wijze e stimulere va ivulle atioale Studete Equête 20. Pascal Breders 19 jui 2013 Aaleidig Studiekeuze3 is veratwoordelijk voor de uitvoerig va de atioale Studete Equête (SE). De atioale Studete

Nadere informatie

Steekproeftrekking Onderzoekspopulatie Steekproef

Steekproeftrekking Onderzoekspopulatie Steekproef Steekproeftrekkig I dit artikel worde twee begrippe beschreve die va belag zij voor het uitvoere va ee oderzoek. Het gaat om de populatie va het oderzoek e de steekproef. Voor wat betreft steekproeve lichte

Nadere informatie

Kwaliteit van de persoonsgegevens. Resultaten Gemeente Alpen aan den Rijn

Kwaliteit van de persoonsgegevens. Resultaten Gemeente Alpen aan den Rijn Kwaliteit va de persoosgegeves Resultate Gemeete Alpe aa de Rij Klik Ted om Dicks, de titelstijl Hek-Ja va Wieseekker het model te bewerke Ageda Doel va het oderzoek Irichtig va het oderzoek Resultate

Nadere informatie

Handleiding Optiekset met bank

Handleiding Optiekset met bank Handleiding Optiekset met bank 112110 112110 112114 Optieksets voor practicum De bovenstaande Eurofysica optieksets zijn geschikt voor alle nodige optiekproeven in het practicum. De basisset (112110) behandelt

Nadere informatie

Deel A. Breuken vergelijken 4 ----- 12

Deel A. Breuken vergelijken 4 ----- 12 Deel A Breuke vergelijke - - 0 Breuke e brokke (). Kleur va elke figuur deel. Doe het zo auwkeurig mogelijk.. Kleur va elke figuur deel. Doe het telkes aders.. Kleur steeds het deel dat is aagegeve. -

Nadere informatie

PROEFEXAMEN SOCIALE STATISTIEK November 2009 REEKS 1

PROEFEXAMEN SOCIALE STATISTIEK November 2009 REEKS 1 PROEFEXAMEN SOCIALE STATISTIEK November 009 REEKS Score /5. ( pute) Beatwoord volgede vraag aa de had va oderstaade SPSSoutput: Omcirkel de juiste waarde voor A e voor B als je weet dat deze verdelig bereked

Nadere informatie

De basis cursus scripting in AutoCAD voor studenten van. de Sacrale Kunst van Luiheid Les 2 2004 Joop F. Moelee

De basis cursus scripting in AutoCAD voor studenten van. de Sacrale Kunst van Luiheid Les 2 2004 Joop F. Moelee Aha, daar zij jullie weer. Heb je al tijd over? Al lekker lui achterovergehage met je voete op het bureau e lurked aa ee blikje bier terwijl je computer al het werk voor je doet? Da gaa we u verder. De

Nadere informatie

Rijen. 6N5p

Rijen. 6N5p Rije 6N5p 0-03 Rije Ileidig I de wiskude werke we vaak met formules e/of fucties die elke mogelijke waarde aa kue eme. Als bijvoorbeeld f( x) = 5x + 5x 3, da ku je voor x (bija) elke waarde ivulle e ka

Nadere informatie

Appendix A: De rij van Fibonacci

Appendix A: De rij van Fibonacci ppedix : De rij va Fiboacci Het expliciete voorschrift va de rij va Fiboacci We otere het het e Fiboaccigetal met F De rij va Fiboacci wordt gegeve door: F F F F 4 F F 6 F 7 F De volgede afleidig is gebaseerd

Nadere informatie

kleinkinderen familie OCMW beweging 15.28% 1.88% 8.58% 65.15% 9.12% 12.12% 1.68% 8.75% 67.34% 10.10% 12.41% 1.09% 17.88% 62.04% 6.

kleinkinderen familie OCMW beweging 15.28% 1.88% 8.58% 65.15% 9.12% 12.12% 1.68% 8.75% 67.34% 10.10% 12.41% 1.09% 17.88% 62.04% 6. Politieke iteresse (vraag: Sommige mese volge regelmatig wat er gaade is i de politiek, terwijl adere zich daar iet zo voor iteressere. Hoe is dat met u?) Mate va iteresse: 27%: helemaal iet geïteresseerd

Nadere informatie

Toelichting bij Opbrengstgegevens VAVO 2011-2013

Toelichting bij Opbrengstgegevens VAVO 2011-2013 Toelichtig bij Opbregstgegeves VAVO 2011-2013 Ihoud Ileidig Aatal deelemers exame Kegetalle toezicht exames CE-cijfer alle vakke CE-cijfer alle vakke - tred SE-cijfer mius CE cijfer alle vakke Percetage

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eame VWO 200 tijdvak 2 woesdag 23 jui 3.30-6.30 uur wiskude B Bij dit eame hoort ee uitwerkbijlage. Dit eame bestaat uit 7 vrage. Voor dit eame zij maimaal 80 pute te behale. Voor elk vraagummer staat

Nadere informatie

De speler die begint mag in zijn eerste beurt niet alle stenen pakken.

De speler die begint mag in zijn eerste beurt niet alle stenen pakken. Nim Het spel: Op tafel ligt ee stapel stee (meer da éé). Twee spelers eme om beurte stee va de stapel. De speler die begit mag i zij eerste beurt iet alle stee pakke. De speler die aa de beurt is mag iet

Nadere informatie

N A T U U R W E T E N S C H A P P E N V O O R H A N D E L 1 Copyright

N A T U U R W E T E N S C H A P P E N V O O R H A N D E L 1 Copyright N AT U U R W E T E N S C H A P P E N V O O R H A N D E L 1 2 LICHT EN ZIEN 2.1 Donkere lichamen en lichtbronnen 2.1.1 Donkere lichamen Donkere lichamen zijn lichamen die zichtbaar worden als er licht

Nadere informatie