a. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in het peptide in de corresponderende volgorde. (4P) LLORETDEMAR (iedere fout -1P)
|
|
- Karel de Vries
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 TENTAMEN BIOCHEMIE (8RA00) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld :00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! 1 Peptiden en eiwitten (~15 minuten; 15 punten) Het eerste jaar van uw studie zit erop. U gaat een weekje op vakantie en ziet bij binnenkomst in uw vakantieplaats de naam van de stad aangekondigd met onderstaande peptidesequentie. U ziet daarbij natuurlijk meteen dat deze sequentie een aminozuur bevat welke normaal gesproken niet in eiwitten voorkomt. Dit aminozuur is ornithine, een intermediair in de biosynthese van arginine, en wordt aangeduid met de 1-lettercode O. a. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in het peptide in de corresponderende volgorde. (4P) LLORETDEMAR (iedere fout -1P) b. Bovenstaande aminozuursequentie is afgebeeld in niet-geïoniseerde vorm. Wat is echter de netto lading van dit peptide bij een fysiologische ph 7? (2P) 0 Eenmaal terug in Nederland besluit u een extra stage te doen in het laboratorium voor chemische biologie om bovenstaand peptide beter te onderzoeken. Het blijkt dat deze aminozuursequentie graag in een -helix vouwt. c. Geef met een tekening aan hoe de waterstofbruggen in de hoofdketen van een peptide lopen / vormen als een -helix wordt gevormd. (3P)
2 Het blijkt dat bij hoge alcoholconcentraties bovenstaand peptide niet meer in een - helix maar in een andere vorm vouwt. In deze nieuwe vorm komen meerdere van deze peptides bij elkaar en vormen samen een andere secundaire structuur, welke toxisch is voor de hersenen. d. Wat voor secundaire structuur wordt er dan gevormd? (2P) Beta-sheet De peptidesequentie zelf blijkt onderdeel te zijn van prion eiwitten. U wilt de aanwezigheid van dit eiwit bij uzelf onderzoeken en neemt daarvoor een hersenbiopt (een klein sample van uw hersenen; u kan wel wat missen). e. Beschrijf hoe u vervolgens gaat aantonen dat u dit eiwit wel of niet heeft. M.a.w. beschrijf een techniek om de aanwezigheid van dit eiwit aan te tonen. (4P) Hier zijn meerdere antwoorden goed (mits correct uitgelegd en geïnterpreteerd). Meest voor de handliggend: Eerst middels SDS-PAGE de eiwitten scheiden op basis van grootte. Eiwitten worden gedenatureerd met behulp van SDS (waarbij er gemiddeld 1 SDS molecuul aan 2 aminozuren in het eiwit bindt). Hiermee krijgt het eiwit een overall negatieve lading. De eiwitten worden opgebracht op een (polyacrylamide) gel en dmv gel electrophorese door de gel heen getrokken. Ieder eiwit ondervindt gemiddeld dezelfde kracht omdat de lading correleert met de grootte van het eiwit, maar omdat de gel vernet is lopen de kleinere eiwitten er sneller doorheen. Na het scheiden van de eiwitten op grootte dmv SDS-PAGE moet u specifiek uw eiwit visualiseren. Hiervoor heeft u een antilichaam nodig dat specifiek aan uw eiwit bindt en tevens een moleculaire marker bevat welke gevisualiseerd kan worden. Het antilichaam kan bijvoorbeeld gemerkt / gelabeld zijn met een fluorescente groep of radioactiviteit, of middels een sandwich assay met een gelabeld antilichaam gedetecteerd worden. Overbrengen van uw eiwitbanden uit de gel op vloeipapier en vervolgens incuberen met het antilichaam laadt specifiek de aanwezigheid (of niet) van het eiwit zien.
3 2 Knippen met eiwitten (~25 minuten; 20 punten) Proteasen zijn enzymen die specifieke substraateiwitten knippen door middel van het hydrolyseren van peptidebindingen. Cysteine proteasen hebben een cysteine en een histidine in de actieve site. a. Maak met behulp van een aantal tekeningen duidelijk hoe het mechanisme van peptide-binding hydrolyse door een cysteine protease verloopt. (10P) Ongeveer zoals onderstaand, of zoals figuur 9.8 uit het boek, maar dan zonder aspartaat en met cysteine ipv serine. Belangrijk is de tweestapsreactie en de activatie van de thiol groep met de histidine. b. Serine proteasen hebben hebben additioneel naast de serine (i.p.v. de cysteine) en de histidine nog een aspartaat in de actieve site (een katalytische triade). Legt u uit waarom cysteine proteasen deze aspartaat echter niet nodig hebben. (4P) De thiol-groep van cysteine is nucleofieler dan de hydroxy-groep van serine. In geval van serine is de aspartaat noodzakelijk om voor voldoende nucleofiliciteit van de serine te zorgen. De thiol heeft zo n sterke polarisatie niet nodig.
4 1/V 0 (min./ M) U voert een enzymatische reactie uit bij verschillende substraatconcentraties in aanwezigheid van een vaste concentratie non-competitieve inhibitor en meet daarbij de initiële snelheid van substraatomzetting (zie tabel). Substraatconcentratie [S] (mm) Initiële snelheid (V 0 ) ( M/minuut) c. Bereken/bepaal K M en Vmax voor dit enzym in aanwezigheid van de inhibitor. (4P) Zonder Inhibitor /[S] (mm ) Km = 1.33 mm Vmax = 2.4 M/min d. U voert bovenstaand experiment nogmaals uit, maar dan zonder inhibitor. Teken hoe het verloop van de lijn in de dubbel-reciproce plot verandert t.o.v. het experiment met de non-competitieve inhibitor? (2P) Zonder non-competitieve inhibitor is de Vmax hoger (en de y-as afsnede dus lager) en verandert de Km niet.
5 3 Eiwitten in het membraan (~20 minuten; 15 punten) Membranen spelen een belangrijke rol in cellen en zijn opgebouwd uit eiwitten en specifieke lipiden, voornamelijk fosfolipiden, glycolipiden en cholesterol. a. Laterale diffusie van lipiden in het membraan is snel vergeleken met transverse diffusie van diezelfde lipiden. Legt u uit waarom dit zo is. (5P) Bij laterale diffusie bewegen de lipiden horizontaal door het membraan. De hydrofobe componenten van de lipiden blijven daarbij in contact met elkaar en de polaire elementen met de andere polaire elementen en water. Bij transverse diffusie moeten de polaire groep(en) door het hydrofobe gedeelte heen, wat een hoge activeringsenergie heeft. Tevens moet voor dit proces het water dat coördineert aan de polaire kopgroep worden losgemaakt / gedesolvateerd, wat entropisch ongunstig is. Dit heeft een hoge activeringsenergie / energiebarrière en dientengevolge is transverse diffusie veel langzamer / heeft het een veel lagere/kleine reactiesnelheidsconstante. (N.B. het kost dus effectief geen energie). b. Beschrijf schematisch hoe een perifeer membraaneiwit aan/in het membraan verankerd kan zitten. Illustreert u dit met een schematische tekening van het membraan en het eiwit en gaat u in uw antwoord vooral in op de secundaire interacties die voor de membraanbinding van het eiwit verantwoordelijk zijn. (N.B. Er zijn meerdere membraanverankeringen mogelijk. Selecteert u er 1 en leg deze correct uit.) (5P) Bijvoorbeeld een van de eiwitten uit onderstaand plaatje bij c, d, e, of f. Daarbij moet dan duidelijk beschreven worden met behulp van welk type secundaire interacties en welke eiwit elementen (bijv. positief geladen eiwit met negatief geladen membraankopgroepen, of hydrofoob lipide etc.) de interactie tot stand komt.
6 c. Bepaalde membraaneiwitten zorgen voor het transport van toxische stoffen uit de cel, zoals Multidrug-Resistance Proteins. Deze eiwitten bevatten zogenaamde ABC domeinen (ATP Binding Cassette). Maak met behulp van een aantal schematische tekeningen duidelijk hoe zo n Multidrug-Resistance Protein werkt. (5P) Ongeveer zoals onderstaand.
7 4 We beginnen met DNA (~25 minuten; 20 punten) a. Teken de volledige moleculaire structuur van het nucleotide 3 -damp. (5P) b. Alhoewel het G-C basenpaar en het A-T basenpaar moleculair van elkaar verschillen, heeft dit geen invloed op de vorming van de B-DNA helix. Legt u uit waarom niet. (3P) Belangrijk is de afstand tussen de twee suiker-fosfaat ketens van de DNA dubbelhelix. Door altijd een combinatie van een purine en een pyrimidine te hebben als basepaar is die afstand altijd gelijk en maakt het dus niet uit dat de basen een ander waterstofburgpatroon hebben. c. Bij de replicatie van DNA worden verschillende enzymen gebruikt. Wat is de rol / wat doet het DNA ligase? Maak in uw antwoord duidelijk wanneer en bij welk proces precies het DNA ligase een rol speelt. (4P) De DNA ligase ligeert/plakt twee Okazaki fragmenten aan elkaar waarbij de intacte suikerfosfaat backbone wordt gevormd nadat de RNA primer is verwijderd en het ontstane gat is opgevuld met DNA nucleotiden door de DNA polymerase. d. Topoisomerasen spannen en ontspannen de DNA dubbel helix m.b.t. supercoiling. ATP hydrolyse levert de chemische energie voor Topoisomerase II om te functioneren. Welke chemische energie zorgt voor de werking van Topoisomerase I? (3P) De spanning (overspanning) in de DNA dubbelhelix. De verlaging van deze in de gespannen DNA dubbelhelix opgeslagen energie maakt de chemische reacties (breken van een van de ketens en weer aan elkaar plakken na draaiing/ontspanning) mogelijk. e. De Polymerase Chain Reaction (PCR) is een reactieprotocol wat cyclisch doorgevoerd wordt bij een aantal verschillende temperaturen. Beschrijf elke temperatuurstap, geef aan wat er bij iedere temperatuur gebeurt, waarom hiervoor deze specifieke temperatuur nodig is en in welke volgorde de verschillende temperatuurstappen worden doorlopen. (5P) Verwarm tot 95 graden om alle dubbelstrengs DNA te smelten (de twee strengen van elkaar af te halen). Dit gebeurt bij hoge temperatuur zodat alles uit elkaar gaat. Bij 55 graden wordt geequilibreert om de korte primers te laten binden aan het templaat DNA. Deze temperatuur ligt dus onder het smeltpunt van de primers met het templaat. Bij de optimale temperatuur voor de DNA polymerase, ca 72 graden, wordt de templaatreactie gestart, primers worden verlengd. Proces wordt vervolgens herhaald volgens
8 5 Via RNA (~20 minuten; 15 punten) Eukaryotisch mrna wordt direct na de synthese chemisch gemodificeerd. a. Welke modificaties worden er aan het 5 - en aan het 3 -uiteinde van het mrna uiteindelijk ingevoerd? Beschrijf uw antwoord zo specifiek mogelijk. (4P) -5 -cap. Er wordt een methylguanylaat toegevoegd alsmede methyleringen van 2 OH posities. -3 -poly A staart. Een lange keten van adenylaten wordt toegevoegd door een poly(a) polymerase. b. Wat voor functies heeft de 5 -modificatie? Noem er twee. (4P) Verhoogt de stabiliteit van het mrna. Dient als herkenningspunt/startpunt voor het binden van het ribosoom aan mrna. c. mrna ondergaat verder nog zogenaamde splicing. Wat is het evolutionaire voordeel van exonen en intronen? (4P) Bijv. -Uit een gen kunnen onder verschillende cellulaire omstandigheden andere eiwitten voortkomen. -Bij het ontstaan van nieuwe genen kan door plakken en knippen met grote functionele gedeelten (exonen) van bestaande genen heel snel nieuwe functie / nieuwe eiwitten gegenereerd worden. Hier zou bottom up evolutie veel langer duren. d. U wilt RNA, maar niet DNA, radioactief labelen in groeiende en zich delende bacteriën. Welk radioactief molecuul doet u bij het groeimedium? (3P) Bijv. radioactief (bijvoorbeeld tritium gelabeld) uridine.
9 6 Naar het eiwit (~20 minuten;15 punten) Van een stukje van een dubbelstrengs prokaryotisch DNA is de volgende sequentie bekend voor de templaat streng: Templaat: 5 -GACTTATCTACAGGGCAT-3 Coderend: 5 -ATGCCCTGTAGATAAGTC-3 mrna: 5 -AUGCCCUGUAGAUAAGUC-3 a. Geef de sequentie van de coderende strand (coderende streng) van het DNA en de sequentie van het mrna als dit dubbelstrengs DNA met een RNA polymerase wordt uitgelezen. Geeft u hierbij ook de uiteindposities aan (3 / 5 ). (4P) Zie boven b. Het zo ontstane mrna codeert voor een peptideketen en wordt vervolgens uitgelezen met behulp van het ribosoom (U mag er dus vanuit gaan dat de eerste 3 basen een compleet codon vormen). Welke aminozuur sequentie volgt dan uit dit dubbelstrengs DNA? Geef hierbij de -NH 2 en -COOH uiteinden van de aminozuursequentie aan. (4P) H2N-MetProCysArg-COOH c. trna moleculen hebben zowel unieke structurele en moleculaire kenmerken, alsook overeenkomstige kenmerken. Verklaart u deze paradox. Met andere woorden, welke elementen van het trna zijn geconserveerd en waarom en welke juist niet? (4P) Unieke kenmerken zijn nodig zodat de aminoacyl-trna synthetases een onderscheid kunnen maken tussen de verschillende trnas en het juiste aminozuur op het juiste trna kunnen zetten. Overeenkomstige kenmerken zijn nodig omdat alle trnas een interactie aan moeten gaan met dezelfde eiwit-synthese fabriek (ribosoom), en deze daarvoor overeenkomstige elementen moet herkennen en de trna s allen de afstand tussen het mrna en de eiwitsynthesepositie moeten overbruggen. d. De Elongatie Factor Tu (EF-Tu, of EF1 voor eukaryoten) bindt aan de aminoacyl-trna (trna beladen met een aminozuur) en escorteert deze naar het ribosoom. Wat zijn de twee belangrijkste functies van EF-Tu in dit proces. (3P) EF-Tu bindt aan beladen trna en voorkomt daarmee een vroegtijdige hydrolyse van de amino acyl binding De combinatie van de EF-Tu met de beladen trna maakt een correcte herkenning door het ribosoom mogelijk en alleen indien daaraan voldaan is laat de EF-TU het trna los onder hydrolyse van GTP.
TENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld :00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal (aangegeven tijd is indicatie)
TENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 25-01-2010 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal (aangegeven tijd is indicatie) 1 (~30 minuten; 20 punten) Onderstaand is een stukje
Nadere informatieNaam: Studentnummer: Opleiding:..
1 2 3 4 5 6 B EINDTOETS Biochemie (8RA00) en TENTAMEN Biochemie (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 15-08-2014 09:00 12:00 (totaal 100 punten, plus max. 5 extra voor bonus) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag!
Nadere informatiea. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in het peptide in de corresponderende volgorde. (4P)
HERTENTAMEN Eindtoets BIOCHEMIE (8RA00) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 16-08-2013 09:00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! 1 Peptiden en eiwitten
Nadere informatie(~30 minuten; 20 punten)
TENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 04-11-2011 09:00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! Additioneel 1 STar vraag (alleen
Nadere informatie1 (~20 minuten; 20 punten)
HERTENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 28-01-2013 09:00 12:00 (totaal 100 punten + 5 bonuspunten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode
Nadere informatieOnderstaand is een stukje peptide getoond dat deel uit maakt van een groter eiwit en de naam draagt van een lokaal beroemde biochemicus:
1 Onderstaand is een stukje peptide getoond dat deel uit maakt van een groter eiwit en de naam draagt van een lokaal beroemde biochemicus: a. Geef de 1-lettercode van de 6 uitgeschreven aminozuren in de
Nadere informatie1 Peptiden en eiwitten (~20 minuten; 20 punten)
1 Peptiden en eiwitten (~20 minuten; 20 punten) a. Beschouw bovenstaand synthetisch peptide. Het bevat het aminozuur ornithine, een intermediair in de biosynthese van arginine, welke normaal gesproken
Nadere informatie1 (~20 minuten; 20 punten)
TENTAMEN Moleculaire Cel Biologie (8A840) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld & Dr. M. Merkx 27-01-2012 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik
Nadere informatieANTWOORDEN HOOFDSTUK 6 VAN GEN TOT EIWIT
ANTWOORDEN HOOFDSTUK 6 VAN GEN TOT EIWIT ANTWOORDEN 6.5 /TM 6.8 Codering 1.een juiste aanvulling van het schema : nucleotiden in mrna juist nucleotiden in DNA juist 3 kant en 5 kant bij mrna en DNA juist
Nadere informatieNaam: Studentnummer: Opleiding:..
EINDTETS Biochemie (8RA00) en TENTAMEN Biochemie (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 25-06-2014 09:00 12:00 (totaal 100 punten, plus max. 5 extra voor bonus) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven
Nadere informatiea. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in het peptide in de corresponderende volgorde. (4P) WEETIKNIET
HERTENTAMEN Eindtoets BIOCHEMIE (8RA00) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 16-08-2013 09:00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! 1 Peptiden en eiwitten
Nadere informatieDe onderstaande aminozuursequentie maakt deel uit van een eiwit dat een rol speelt bij bezuinigingen op onderwijs en onderzoek.
TENTAMEN BIOCHEMIE (8S135) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 31-10-2012 14:00 17:00 (totaal 100 punten + 5 bonuspunten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen!
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008
DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008 DNA 1. Hieronder zie je de schematische weergave van een dubbelstrengs DNA-keten. Een
Nadere informatieVoorblad bij tentamen
Voorblad bij tentamen (in te vullen door de examinator) Vaknaam: Biochemie Vakcode: 8RA00 toetscode 8RA09 Datum: 18-08-2017 Begintijd: 09:00 Eindtijd: 12:00; of 12:30 in geval van verlenging Aantal pagina
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life
DNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life De vragen die voorkomen in het COO-programma DNA & eiwitsynthese zijn op dit formulier weergegeven. Het is de bedoeling dat je,
Nadere informatieHetzelfde DNA in elke cel
EIWITSYNTHESE (H18) Hetzelfde DNA in elke cel 2 Structuur en functie van DNA (1) Genen bestaan uit DNA Genen worden gedragen door chromosomen Chromosomen bestaan uit DNAmoleculen samengepakt met eiwitten
Nadere informatieChymotrypsine. Deze heeft een S1 pocket waarin grote, aromatisch zijstaarten passen. Waarschijnlijk past de zijstaart van X daar ook in.
1 Peptiden en eiwitten (~30 minuten; 20 punten) a. Geef de 1-lettercode van de volgende supersnelle, maar recent ook haperende, aminozuursequentie. De sequentie bevat een non-proteïnogeen aminozuur welke
Nadere informatie1 Peptiden en eiwitten (~20 minuten; 20 punten)
1 Peptiden en eiwitten (~20 minuten; 20 punten) a. Beschouw bovenstaand peptide, recent van ons heengegaan. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in dit peptide.(2p) PRINCE b. Bovenstaande aminozuursequentie
Nadere informatieBIOLOGIE MOLECULAIRE GENETICA EIWITSYNTHESE VWO KLASSE 6
BIOLOGIE MOLECULAIRE GENETICA EIWITSYNTHESE VWO KLASSE 6 Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai DOELSTELLINGEN:
Nadere informatie1. Welk(e) van de volgende baseparen komt(en) van nature voor in een DNA dubbele helix. Omcirkel deze. C-G
Tentamen Biochemie MST. Deel 2 29 oktober 201 1:0-1:0u (17:00u met handicap) Antwoorden invullen op dit vel. 90 punten is een Den, 0 punten is een 1 Naam: Studentnr: 1. Welk(e) van de volgende baseparen
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese (Junior College Utrecht) Vragen bij COO-programma
DNA & eiwitsynthese (Junior College Utrecht) Vragen bij COO-programma De vragen die voorkomen in het COO-programma DNA & eiwitsynthese zijn op dit formulier weergegeven. Het is de bedoeling dat je, als
Nadere informatie94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten
94 Transcriptie en vorming van mrna bij prokaryoten en eukaryoten Transcriptie bij prokaryoten: Prokaryoten hebben geen celkern, waardoor het DNA los in het cytoplasma ligt. Hier vindt de transcriptie
Nadere informatieWe wensen je veel succes met studeren en het halen van jouw tentamens!
Voorwoord Beste geneeskundestudent, Voor je ligt de samenvatting van Blok 1.1.1 Deel 2 voor de studie geneeskunde. SlimStuderen.nl heeft de belangrijkste informatie uit alle verplichte literatuur voor
Nadere informatieTentamen Biochemie,, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, Antwoorden
Tentamen Biochemie,, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, 26-09-2014 Antwoorden 1. Hieronder is de structuur weergegeven van octadecyl rhodamine B chloride. Let op de alifatische (CH 2 ) 17 keten die is veresterd
Nadere informatieHERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007
HERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007 NAAM: STUDENTNUMMER: CONTROLEER OF DIT TENTAMEN 14 PAGINA S BEVAT. Veel succes! o Je mag de achterkant van het papier ook zo nodig gebruiken,
Nadere informatieRondleiding door de cel
Rondleiding door de cel Interactieve opgaven bij de hoofdstukken 5 t/m 8 van Biology, Campbell Deze module behandelt de volgende delen van hoofdstukken van Campbell s Biology : Hoofdstuk 5.4, pagina 77-86:
Nadere informatieSTEMPEL DE WEG VAN GEN NAAR EIWIT
A LIFE TYPEFACE STEMPEL DE WEG VAN GEN NAAR EIWIT De eiwitsynthese is één van de belangrijkste processen die zich in de cel afspelen. Eiwitten staan aan de basis van het functioneren van de cel. Wat een
Nadere informatieDesoxyribose heeft 5 C-atomen. De fosfaatgroep zit aan het 5e C-atoom en de stikstofbase aan het 1e C-atoom.
Desoxyribose heeft 5 C-atomen. De fosfaatgroep zit aan het 5e C-atoom en de stikstofbase aan het 1e C-atoom. Afbeelding 2. DNA-nucleotide.1 Bij het aan elkaar koppelen van nucleotiden gaat het 3e C-atoom
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatieTentamen Genetica 22-10-2004 Studentnr:
CONTROLEER OF DIT TENTAMEN 11 PAGINA S BEVAT. Veel succes! Je mag de achterkant van het papier ook zo nodig gebruiken, maar beantwoord vragen 1-6 niet op blaadjes van vraag 7 en de daarop volgende. 1.
Nadere informatieHumane levenscyclus 1
Humane levenscyclus 1 Genexpressie 2 8 september 2011 Doel: Genexpressie (via welke stappen de informatie die in het DNA is opgeslagen gebruikt kan worden om eiwitten te vormen. Differentiële genexpressie
Nadere informatieComputer Ondersteund Onderwijs (COO).
Computer Ondersteund Onderwijs (COO). Over DNA en eiwit is er een computer praktikum. Bij dit COO leer je via een interactieve manier omgaan met de stof. Opstarten COO. Ga naar de site van het departement
Nadere informatieHand-out bij de oefen- en zelftoets-module bij hoofdstuk 7 van 'The Molecular Biology of the Cell', Alberts et al.
Centraal Dogma Hand-out bij de oefen- en zelftoets-module bij hoofdstuk 7 van 'The Molecular Biology of the Cell', Alberts et al., 6e druk Mei 2016 Van DNA naar mrna Hier zie je een deel van de sequentie
Nadere informatie- 1 - Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, uur
Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, 9.00-12.00 uur - Begin met het invullen van je naam en registratienummer. - Alle antwoorden moeten op het vragenformulier
Nadere informatieGEPE. Deeltoets 1 CURSUSJAAR 2015-2016. 28 september 2015. 13.30-16.00 uur
GEPE Deeltoets 1 CURSUSJAAR 2015-2016 28 september 2015 13.30-16.00 uur Naam: (in blokletters) Registratienummer 1. Begin met je naam en overige gegevens in te vullen. 2. Gebruik voor de beantwoording
Nadere informatieSamenvatting Biologie B2
Samenvatting Biologie B2 Samenvatting door Jacco 2000 woorden 22 mei 2018 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Wat kun je doen met DNA DNA bevat eigenschappen over een organisme.
Nadere informatieProeMentamen Biochemie MST. DNA 90 punten is een Ien, 0 punten is een 1
ProeMentamen Biochemie MST. DNA 90 punten is een Ien, 0 punten is een 1 1. Welk(e) van de volgende baseparen komt(en) van nature voor in een DNA dubbele helix. Omcirkel deze. R R. Teken de chemische structuur
Nadere informatieBiochemie van Leven college 6 uit de serie Het Levend Heelal
Biochemie van Leven college 6 uit de serie Het Levend Heelal Nora Goosen Moleculaire Genetica Leids Instituut voor Chemie Universiteit Leiden 1. Introductie Elke vorm van leven op aarde is opgebouwd uit
Nadere informatieTentamen Biochemie MST 25 september 2015 deel 1
Tentamen Biochemie MST september 01 deel 1 Naam: 1:00 1: (1:00 met handicap) deel 1: Eiwi*en (Gesloten boek: alleen potlood/pen & gum, GEEN grafische rekenmachines) 100 punten 16 1a. Teken de chemische
Nadere informatieEen rondleiding door de cel (COO 2)
Een rondleiding door de cel (COO 2) Vragen bij de oefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 7 en 8 van Biology, Campbell, 9 e druk Versie 2012-2013 De vragen die voorkomen in het COO-programma
Nadere informatieNaam: Student nummer:
Vraag 1. a. Vergelijk de elektronen transportketen van de ademhaling met de elektronentransport keten van de licht reactie (eventueel met tekening). Geef aan waar ze plaats vinden, wie de elektronen donors
Nadere informatieRondleiding door de cel
Rondleiding door de cel Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 5, 6 en 7 van Biology, Campbell, 7 e druk juli 2007 Introductie Deze module behandelt de volgende delen van hoofdstukken
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Om te kunnen overleven moeten micro-organismen voedingsstoffen opnemen uit hun omgeving en afvalstoffen uitscheiden. Het inwendige van een cel is gescheiden
Nadere informatieIntermezzo, De expressie van een eiwit.
Samenvatting Bacteriën leven in een omgeving die voortdurend en snel verandert. Om adequaat te kunnen reageren op deze veranderingen beschikken bacteriën over tal van sensor systemen die de omgeving in
Nadere informatieSAMENVATTING EN ALGEMENE DISCUSSIE
SAMENVATTING EN ALGEMENE DISCUSSIE In dit proefschrift is de activiteit van het Escherichia coli UvrA eiwit bestudeerd met zgn. single-molecule microscopie technieken, waarmee individuele eiwit-complexen
Nadere informatie1 (~20 minuten; 15 punten)
HERTENTAMEN Moleculaire Cel Biologie (8A840) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld & Dr. M. Merkx 20-04-2012 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik
Nadere informatieNaam : Examinator 100% = 10 = 63 punten
Celbiologie 2 (MIB 10306) Biochemie deel Maandag 18 december 2006, 9.00-12.00 uur - Begin met het invullen van je naam en registratienummer. - Alle antwoorden moeten op het vragenformulier worden ingevuld.
Nadere informatieMembranen, membraantransport en cytoskelet Versie 2015
Membranen, membraantransport en cytoskelet Versie 2015 Vragen bij COO over hoofdstuk 11, 12 en 17 van Alberts Essential Cell Biology, 4e druk Membranen 1. Je wordt gevraagd een kunstmatige membraan te
Nadere informatieGenoom=de complete set aan informatie in het DNA van een organisme Template=de streng waar de nieuwe complementaire streng op wordt gebouwd
Hoofdstuk 4 Blz. 197 Waterstofbruggen houden de 2 DNA kettingen aan elkaar, de waterstofbruggen vormen O..H en N..H Nucleotides bestaan uit een 5 C-suiker met 1 of meer fosfaatgroepen en een N-base (A,T,C,G)
Nadere informatieGrootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland. Biologie. Trainingsmateriaal. De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.
Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland Biologie Trainingsmateriaal De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.nl Traininingsmateriaal Biologie Lyceo-trainingsdag 2015 Jij staat op het
Nadere informatieSTEMPEL DE WEG VAN GEN NAAR EIWIT
A LIFE TYPEFACE STEMPEL DE WEG VAN GEN NAAR EIWIT De eiwitsynthese is één van de belangrijkste processen die zich in de cel afspelen. Eiwitten staan aan de basis van het functioneren van de cel. Wat een
Nadere informatieTranscriptie en de Genetische code
Transcriptie en de Genetische code DNA getranscripteerd tot RNA, 3 grote groepen mrna: codeert voor proteïnen rrna: onderdeel van de Ribosomen trna: koppeling tussen AZ en het mrna De informatieflow gaat
Nadere informatieTentamen Celbiologie. DATUM TIJD 14 tot 17 uur ZAAL N109 Wentgebouw. Beantwoord elk onderdeel op een apart vel. Veel succes!
Tentamen Celbiologie DATUM 19-11-2004 TIJD 14 tot 17 uur ZAAL N109 Wentgebouw. Dit tentamen bestaat uit onderdelen: - Onderdeel 1 bestaat uit twee vragen (vraag 1-2) 20 punten - Onderdeel 2 bestaat uit
Nadere informatieBOUWSTENEN VAN HET LEVEN
BOUWSTENEN VAN HET LEVEN Pearson Basisboek Biologie 10voorBiologie VWO Hoofdstuk 1 L. Grotenbreg (MSc.) Bouwstenen van het leven Organische moleculen, groot of klein, bevatten chemische energie en zijn
Nadere informatieDiagnostische toets Van HIV tot AIDS?
Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Moleculen 1. Basenparing In het DNA vindt basenparing plaats. Welke verbinding brengt een basenpaar tot stand? A. Peptidebinding B. Covalente binding C. Zwavelbrug
Nadere informatieIntracellulaire compartimenten en transport
Intracellulaire compartimenten en transport versie 2017-2018 Vragen bij COO over hoofdstuk 15 van Alberts Essential Cell Biology, 4e druk De vragen die voorkomen in het COO-programma zijn op dit formulier
Nadere informatieSamenvatting en algemene discussie Het DNA, de drager van alle genetische informatie, wordt constant bedreigd door verschillende factoren.
152 Samenvatting en algemene discussie Het DNA, de drager van alle genetische informatie, wordt constant bedreigd door verschillende factoren. Door een reactie met het DNA veranderen deze factoren de moleculaire
Nadere informatievwo eiwitsynthese 2010
vwo eiwitsynthese 2010 Aan- en uitzetten van genen Escherichia coli leeft in de dikke darm van onder andere de mens. Deze bacterie heeft vijf structurele genen die coderen voor enzymen die betrokken zijn
Nadere informatieEen rondleiding door de cel (COO 2)
Een rondleiding door de cel (COO 2) Vragen bij de oefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 6 en 7 van Biology, Campbell, 10 e druk Versie 2014-2015 De vragen die voorkomen in het COO-programma
Nadere informatieDNA: een allesomvattend begrip voor het leven
DNA: een allesomvattend begrip voor het leven 1 INHOUD Inhoud... 2 Les 1 Algemene informatie over DNA, TRANSCRIPTIE en TRANSLATIE... 4 1.1 DNA... 4 1.2 Transcriptie: Van DNA naar RNA... 6 1.3 Translatie:
Nadere informatie157 De ontdekking van de natuurlijke aanwezigheid van antisense oligonucleotiden in eukaryote cellen, die de expressie van specifieke eiwitten kunnen reguleren, heeft in de afgelopen tientallen jaren gezorgd
Nadere informatievan de cel Bioinformatica het probleem Inleiding Medisch Technische Wetenschappen Bioinformatica Deel 1 Celbiologie Elementaire celbiologie
Bioinformatica het probleem Inleiding Medisch Technische Wetenschappen Bioinformatica Deel 1 Michael Egmont-Petersen Watisdebetekenis [in brede zin] van het menselijk genome? Welke structuur hebben de
Nadere informatieHANDLEIDING VOOR DOCENTEN Versie september 2011
HANDLEIDING VOOR DOCENTEN Versie september 2011 DNAbAND is aanvankelijk ontwikkeld voor 1 e jaars modules moleculaire biologie binnen de unit Life Sciences and Technology, een samenwerking tussen Hogeschool
Nadere informatieScheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18
Scheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18 Reactietypen Substitutiereactie Een atoom(groep) wordt vervangen door een andere atoomgroep. Bij halogenen gebeurt dat alleen onder straling.
Nadere informatieTentamen Farll. 20 December 2006 15.15-17:15
Tentamen Farll 20 December 2006 15.15-17:15 zaal 5201/5203 Belangrijk: Beantwoord vragen 1 t/m 5 op dezelfde antwoordformulier~. Beantwoord vragen 6 t/m 8 op een.9q9i! antwoordformulier. let op etk antwoordformulier
Nadere informatieBiotechnologie deel I
Biotechnologie deel I Hand-out bij de eerste oefen- en zelftoetsmodule van Biotechnologie & maatschappij behorende bij hoofdstuk 2,3, 4 en 5 van Introduction to Biotechnology, Thieman & Palladino, 3 e
Nadere informatie2,4. Samenvatting door R woorden 5 maart keer beoordeeld. Biologie voor jou. Stofwisseling Biologie. Atomen en Moleculen
Samenvatting door R. 1478 woorden 5 maart 2014 2,4 30 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Stofwisseling Biologie Atomen en Moleculen -Stof à moleculen à atomen (in kleine hoeveelheden
Nadere informatieBioinformatica tentamen D1 voor 2MNW, 3I, 3PHAR op vrijdag 31 maart 2006 van uur in zaal Q105
Bioinformatica tentamen D1 voor 2MNW, 3I, 3PHAR op vrijdag 31 maart 2006 van 8.45-10.45 uur in zaal Q105 NB: er zijn extra vellen achteraan bijgevoegd die je kunt gebruiken om antwoorden verder uit te
Nadere informatieFiguur 1. Representatie van de dubbele helix en de structuren van de verschillende basen.
Het DNA molecuul is verantwoordelijk voor het opslaan van de genetische informatie die gebruikt wordt voor de ontwikkeling en het functioneren van levende organismen. Aangezien het de instructies voor
Nadere informatieBasisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media
Hoofdstuk 11 Biomoleculen bladzijde 1 Opgave 1 Geef de reactie van de verbranding van glucose (C 6H 12O 6) tot CO 2 en water. C 6H 12O 6 + 6 O 2 6 CO 2 + 6 H 2O Opgave 2 Hoe luidt de reactie (bruto formules)
Nadere informatieAfsluitende les. Leerlingenhandleiding. Wat voor eiwit ben jij? (Basis)
Afsluitende les Leerlingenhandleiding Wat voor eiwit ben jij? (Basis) Deel 1 In het DNA ligt het erfelijk materiaal van een organisme in code opgeslagen. Deze code is opgebouwd uit vier nucleotiden: adenosine
Nadere informatie1. Welk van de onderstaande DNA sequenties zijn mogelijke herkenning-sites voor restrictie-enzymen? c 5' GAATTC 3' c 5' GGGGCCCC 3' c 5' CTGCAG 3' 5'
proefexamen 1. Welk van de onderstaande DNA sequenties zijn mogelijke herkenning-sites voor restrictie-enzymen? c 5' GAATTC 3' c 5' GGGGCCCC 3' c 5' CTGCAG 3' 5' CTAAATC 3' 5' GGAACC 3' Restriction Endonucleases
Nadere informatieSamenvatting. Figuur 1. Algemene structuur van een nucleotide (links) en de structuren van de verschillende basen (rechts).
DA is het molecuul dat in levende organismen alle genetische informatie bevat. et komt doorgaans voor als een dimeer van twee complementaire nucleotide-polymeren, waarbij de individuele nucleotiden in
Nadere informatieMoleculaire mechanismen. De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen
Moleculaire mechanismen De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen The Hallmarks of Cancer Hanahan and Weinberg, Cell 2000 Niet afhankelijk van groei signalen Apoptose ontwijken
Nadere informatieEen verhaal van twee eiwitten: de functies van YidC en YidD in de vorming van membraaneiwitten in de bacterie Escherichia coli.
Nederlandse samenvatting Een verhaal van twee eiwitten: de functies van YidC en YidD in de vorming van membraaneiwitten in de bacterie Escherichia coli. Inleiding Bacteriën zijn eencellige micro-organismen
Nadere informatieSignaaltransductie versie
Signaaltransductie versie 2015-2016 Vragen bij COO over hoofdstuk 16 van Alberts Essential Cell Biology, 4e druk De vragen die voorkomen in het COO-programma zijn op dit formulier weergegeven. Het is de
Nadere informatieDe antwoorden op vragen 1 en 2, 3 en 4, en 5 t/m 8 graag op verschillende vellen schrijven. Vergeet ook niet op de 3 vellen je naam en studentnr.
Tentamen Genoombiologie, 28 Oktober 2009, 9.00-11.45 h De antwoorden op vragen 1 en 2, 3 en 4, en 5 t/m 8 graag op verschillende vellen schrijven. Vergeet ook niet op de 3 vellen je naam en studentnr.
Nadere informatieAminozuren Kleine stukjes eiwit kunnen de celwand van een bacterie sterker maken. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren.
Activiteit 5 Peptidebindingen en Penicilline Aminozuren Kleine stukjes eiwit kunnen de celwand van een bacterie sterker maken. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. In de natuur komen ongeveer 100 verschillende
Nadere informatieStudentnummer: Schrijf je naam en studentnummer op elk vel. Omcirkel het juiste antwoord.
Naam: Studentnummer: FLP1 Tentamen 31 05 2013, 14:00 17:00h Dit tentamen bestaat uit 25 opgaven op 6 bladzijden. Schrijf je naam en studentnummer op elk vel. Omcirkel het juiste antwoord. Je mag boek,
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 22 het topje van de eiwitberg
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 22 het topje van de eiwitberg Samenvatting door een scholier 1627 woorden 31 mei 2011 8,3 20 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar HOOFDSTUK 22 Het topje van de eiwitberg
Nadere informatieD. Flierman Cytomegalovirus-induced destruction of MHC class I molecules provides insight into ERAD. Nederlandse Samenvatting
Inleiding Het menselijke lichaam bestaat uit miljarden cellen. Alle cellen hebben een specifieke functie in de verschillende weefsels en organen. Om de functies goed te kunnen uitvoeren is de cel opgedeeld
Nadere informatieExamen structurele bioinformatica Naam:
1. Naast helices en beta strengen kunnen we nog een derde type van secundaire structuur onderscheiden in eiwitten. Welke, waar vinden we ze typisch in de 3D structuur en hoe worden ze nog verder onderverdeeld?
Nadere informatieVragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van Unit 1 van Biology, Campbell,10 e druk Versie
Chemie van het leven Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van Unit 1 van Biology, Campbell,10 e druk Versie 2014-2015 Chemische achtergrond van leven 1. Atoomnummer
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Om een meercellig organisme goed te kunnen laten functioneren is het essentieel dat cellen met elkaar communiceren. Intercellulaire communicatie kan plaatsvinden via de uitscheiding van hormonen en groeifactoren
Nadere informatieDNA, RNA en eiwitten: rules and regulations
DA, RA en eiwitten: rules and regulations met een uitgebreide toelichting VW, scheikunde Marnix College Ede DA, RA en eiwitten: rules and regulations G..F. urenkamp, 2007 SAMEVATTIG AFSPRAKE DA, RA, AMIZURE
Nadere informatiePeriode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA
Periode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA Lesstof PW9 Toets 9.1 Boek: Biologie voor het MLO (zesde druk) Hoofdstuk 5 Biomoleculen blz. 89 t/m 106 Hoofdstuk 11 Klassieke genetica blz. 224 t/m 227 Hoofdstuk
Nadere informatieVermeld op ieder antwoordvel je naam en studentnummer
ertentamen MC 15-08-2013 9:00 uur 12:00 uur Vermeld op ieder antwoordvel je naam en studentnummer pgave 1 D-Apiose is een typische suiker, die alleen in planten voorkomt. et wordt gesynthetiseerd vanuit
Nadere informatieStudiehandleiding Biochemie I
Studiehandleiding Biochemie I 2006-2007 1 Proeftentamen Biochemie I 1. Vul de juiste term uit de lijst op de open plaatsen in onderstaande tekst in. Elke term mag maar éénmaal worden gebruikt maar niet
Nadere informatieDoor recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme. Een gen(ook wel erffactor) is een stukje DNA dat de informatie bevat voor een erfelijke eigenschap(bvb
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting De rol van proteïne kinase A in de vorming van galkanaaltjes door levercellen Een mens is opgebouwd uit cellen. Iedere cel is omgeven door een membraan die de inhoud van de cel
Nadere informatieExamen structurele bioinformatica Naam:
1. Uit welke onderdelen bestaat elk aminozuur? Leg kort uit waarvoor ze verantwoordelijk zijn (vanuit structureel oogpunt). centraal koolstofatoom (C α ) amino groep (NH 2 ) => peptidebinding carboxyl
Nadere informatiewww.vetserieus.nl Beste Student,
www.vetserieus.nl Beste Student, De documenten op VETserieus.nl zijn alleen bedoeld als ondersteuning bij het studeren. De samenvattingen worden nagekeken door studenten tijdens het volgen van de lessen
Nadere informatieMoleculaire diagnostiek
Moleculaire diagnostiek van infectieziekten Arjan de Jong 8 december 2015 Moleculaire diagnostiek Diagnostiek op basis van moleculair biologische (DNA/RNA) technieken Moleculaire diagnostiek van infecties
Nadere informatie4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november keer beoordeeld
Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november 2005 4,4 5 keer beoordeeld Vak ANW Voorwoord Het leven, wat heeft er allemaal met het leven te maken. Het leven is erg ingewikkeld, een goede
Nadere informatie8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica
Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari 2018 8,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica 2 Fenotype, genotype en epigenetica Erfelijke
Nadere informatieHet menselijk genoom. Inleiding Medisch Technische Wetenschappen. Bioinformatica Deel 2. Gevouwen chromosoom. X chromosoom DNA.
Het menselijk genoom Het menselijk genoom (DN) bestaat uit: Mega Basenparen (MB),,, C,. Inleiding Medisch echnische Wetenschappen Bioinformatica Deel Michael Egmont-Petersen Het menselijk DN is ingedeeld
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum
Nadere informatieWelke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct?
Biologie Vraag 1 Welke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct? ribosoom en synthese van eiwitten kern en fotosynthese mitochondrion en fotosynthese ribosoom
Nadere informatie