gfedcb gfedc OR Besluitenlijst d.d. d.d. gfedcb gem.secr.

Transcriptie

1 Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Eenheid/Cluster/Team SO_PS Extra rijksmiddelen voor het wijkenbeleid 1- Notagegevens Notanummer Datum Programma: Strategie Portefeuillehouder Weth. Adema Burgemeester Weth. Hiemstra 2- Bestuursorgaan gfedcb B & W gfedc Raad gfedc OR College van B & W - Burgemeester - Weth. Fleskes - Weth. Hiemstra - Weth. Berkelder - Weth. Adema - Weth. Van den Berg Besluitenlijst d.d. d.d. gfedcb Agenda gfedc Akkoordstukken gfedc Vertrouwelijk Routing BV/PC R. Wielinga SO/DIR F. van Houwelingen BDO Wethouder Adema Burgemeester Wethouder Hiemstra Bijlagen Persbericht wijkenbeleid d.d par. gfedcb adj.secr. gfedcb gem.secr. BIS nmlkji openbaar nmlkj besloten nmlkj Vertrouwelijk (paraaf adjunct-secretaris) B & W d.d.: Besloten wordt: 1 a. De intentie uit te spreken de extra middelen van in totaal 1,77 miljoen t.b.v. het Wijkactieplan Rivierenwijk voor het overgrote deel te besteden aan de meerkosten van de Amstellaan die een integraal onderdeel uitmaken van het Wijkactieplan Rivierenwijk en dit als onderhandelingsinzet te beschouwen. b. De ambtelijke verantwoordelijkheid voor het maken van afspraken met Rentree hierover te leggen bij RS-GB (projectmanager herstructurering Rivierenwijk). 2 a. Met de bewonerskopgroep, de taakgroep het Tunneltje (wijkaanpak) en Rentree te onderzoeken of een combinatie van het bewonersbudget Rivierenwijk en bijdragen van de gemeente uit het wijkenbudget en van Rentree, de realisatie van een tunnel van de Rivierenwijk onder het spoor naar de Rielerenk/Douwelerkolk mogelijk maakt.

2 b. De ambtelijke verantwoordelijkheid voor het overleg en het maken van afspraken met Rentree hierover te leggen bij RS-GB (projectmanager herstructurering Rivierenwijk). 3 a. De intentie uit te spreken een aanvraag te doen in het kader het preventiebudget wijken. b. Met wooncorporatie Ieder1 en andere partijen in overleg te treden over de mogelijkheid van een gezamenlijk te ontwikkelen plan voor Keizerslanden met accent op de sociaaleconomische positieversterking van de bewoners in buurten Landsherenkwartier, Tuindorp, Oranjekwartier, Karel de Grotelaan. c. De ambtelijke verantwoordelijkheid voor dit overleg en de opstelling van een plan voor dit doel te leggen bij SO-PS. 4 a. De extra middelen uit het bewonersbudget ten gunste te laten komen aan de wijken/buurten 4/Keizerlanden (Landsherenkwartier, Tuindorp, Oranjekwartier, Karel de Grotelaan) en wijk 2 (Rode Dorp, Burgemeestersbuurt, Rielerweg-West Rielerweg-Oost, Zandweerd-Zuid) elke wijk voor per jaar gedurende 3 jaar. b. Niet over te gaan tot vaststelling van een Subsidieverordening vouchers bewonersinitiatieven omdat deze geen toegevoegde waarde heeft ten opzichte van de bestaande werkwijze van de wijkaanpak en omdat zodoende dubbeling van regelgeving en systemen wordt voorkomen. c. De betrokken wijkteams voor te stellen hiermee akkoord te gaan alsmede met vorming binnen het wijkteam van een kopgroep voor genoemde buurten en extra bewonersbudgetten. d. De wooncorporaties te vragen te participeren in de organisatie van de extra bewonersronden door aanwijzing van een vertegenwoordiger per wijk. d. De ambtelijke verantwoordelijkheid voor genoemd overleg met wijkteams en wooncorporaties en voor de uitvoering te leggen bij ST-WK ( wijkmanagers wijk 2 en 4). 5 a. Gebruik te willen maken van de bijdrage van ten behoeve van de aanleg van nieuwe volkstuincomplexen dan wel uitbreiding of opwaardering van bestaande complexen bij voorkeur in de Rivierenwijk of andere aandachtswijken. b. Over de aanwending te besluiten in het kader van de nota inzake volkstuincomplexen. De ambtelijke verantwoordelijkheid te leggen bij RS-GB (programma openbare ruimte, onderdeel groen). 6 a. De regie en monitoring van het beleid en hiermee van de besteding van de extra middelen in het kader wijkenbeleid te leggen bij SO-PS. b. De middelen specifiek te reserveren onder de gestalde posten binnen programma 15 (algemene dekkingsmiddelen) zodra ze daadwerkelijk zijn opgenomen in de algemene uitkering. c. Elk uitgewerkt voorstel tot voorgenomen besteding conform de voorwaarden van deze kadernota van een integrale ex ante toets te voorzien waarbij de inhoud door SO getoetst wordt en de financiële kaders door de gemeentecontroller. d. Op basis van die toets de uitwerking van de voorgenomen besteding door middel van een afzonderlijk B&W besluit vast te stellen, waarna de middelen overgeheveld worden naar het desbetreffende uitvoeringsorgaan (gemeentelijk programma dan wel rechtstreeks de corporatie).

3 Financiële aspecten: In te vullen door de initiërende dienst Financiële gevolgen voor de gemeente? nmlkji Ja nmlkj Nee Financiële gevolgen opvangen uit bijdrage derden Vermindering regeldruk: In te vullen door de initiërende eenheid Is de checklist vermindering regeldruk ingevuld? nmlkj Ja nmlkj Nee nmlkji N.v.t. Voorstel openbaarmaking conform Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) gfedc De nota en het besluit openbaar te maken gfedc De nota en het besluit openbaar te maken vergezeld van bijgaand persbericht gfedcb De nota en het besluit openbaar te maken nadat door middel van een persbericht gfedc De nota en het besluit openbaar te maken, behalve gfedc Het besluit openbaar te maken, maar niet de nota, gelet op artikel: gfedc De nota en het besluit niet openbaar te maken, gelet op artikel: het overleg dat en de onderhandeling die nog moet worden gevoerd. Kennisgeving (publicatie) conform AWB Bekendmaking conform AWB gfedc Huis-aan-huisbladen (Deventer Post) gfedc Huis-aan-huisbladen (Deventer Post) gfedc Staatscourant gfedc Staatscourant gfedc Website gemeente Deventer gfedc Website gemeente Deventer gfedc Overig, namelijk gfedc Overig, namelijk Communicatie over vervolg nmlkji Er is overleg geweest met het team Communicatie en de communicatie verloopt als volgt. zie openbaarmaking nmlkj Zie bijgaand(e) communicatieplan/ -paragraaf nmlkj Communicatie is niet van toepassing, omdat ADVIESRADEN: In te vullen door de initiërende dienst Moet een van de adviesraden gehoord worden of op de hoogte gesteld? nmlkj Ja nmlkji Nee

4 Toelichting en overwegingen Inleiding De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie heeft bij brief van 10 juli 2008, kenmerk DGWWI/W , laten weten dat het kabinet heeft besloten extra middelen vrij te maken voor het wijkenbeleid. het betreft de volgende middelen voor Deventer: Wijkenbudget voor Rivierenwijk t/m ,77 miljoen Bewonersbudget voor Rivierenwijk 2008 t/m Preventiebudget overige wijken, kans voor 2 van 11 steden 2009 Max. 2 miljoen cofinanciering Bewonersbudget overige wijken 2008 t/m Volkstuincomplexen 2008 t/m De middelen uit het preventiebudget zijn dus niet zeker, ze hangen af van competitie met andere steden. De overige middelen worden zonder meer verkregen als aan de voorwaarden wordt voldaan. Beoogd resultaat De bedoeling van deze kadernota is dat uw college de gewenste besteding van de extra middelen aangeeft, wie binnen de organisatie verantwoordelijk is voor verdere uitwerking, realisatie en besteding en hoe dit beleid zal worden gecoördineerd en gemonitord. Over elk van de afzonderlijke geldstromen ontvangt u na overleg en uitwerking een (raads)voorstel waarin de opname van de middelen in de begroting wordt voorgesteld. Hierbij speelt ook de overweging dat de middelen voor het overgrote deel nog geen deel uit maken van de algemene uitkering en de minister wel voor 1 oktober uitsluitsel wil over een aantal vragen. Kader Het Prestatieconvenant Grotestedenbeleid 2005 t/m 2009 (2005). Beleid en werkwijze ten aanzien van bewonersinitiatieven in het kader van de Deventer Wijkaanpak. De overeenkomsten met de wooncorporaties Rentree en Ieder1 over de herstructurering (2005). Het Charter inzake het Wijkactieplan Rivierenwijk en de Overeenkomst met Rentree (2007). Argumenten voor en tegen De extra middelen betreffen verschillende geldstromen. Deze zullen onderstaand afzonderlijk worden behandeld, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen een informatief deel, een deel afweging, een deel uitvoering (welke eenheid/welk team is verantwoordelijk) en een advies. 1. Het wijkenbudget van 157 miljoen De gemeente Deventer komt in deze kabinetperiode voor de Rivierenwijk in totaal voor 1,77 miljoen aan wijkenbudget in aanmerking. Dit budget zal in 2008, 2009 en 2010 aan de gemeente worden uitgekeerd. De uitkering zal plaatsvinden via de integratie-uitkering respectievelijk toekomstige decentralisatieuitkering van het Gemeentefonds. In 2008 bedraagt de uitkering en in 2009 en 2010 jaarlijks euro. De kosten van alle sociale projecten in het kader van het Wijkactieplan Rivierenwijk voor 2008 t/m 2011 zijn volledig gedekt door bijdragen van wooncorporatie Rentree en de gemeente. Een uitzondering vormen de extra kosten voor de Amstellaan i.v.m. de overkluizing. Deze kosten van 4 miljoen euro maken integraal onderdeel uit van het Wijkactieplan. Het is logisch deze middelen (voor het overgrote deel) ten gunste te laten komen aan de Amstellaan. De middelen zijn immers bedoeld voor de uitvoering van het Wijkactieplan Rivierenwijk. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor herstructurering ligt bij wethouder Adema. De ambtelijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de afspraken over de herstructurering ligt bij RS-GB ( projectmanager herstructurering Rivierenwijk ). De ambtelijke verantwoordelijkheid voor het maken van

5 afspraken met Rentree over deze middelen en de omvang van het deel dat voor de Amstellaan wordt bestemd behoort daarom bij RS-GB te worden gelegd. De intentie uit te spreken de extra middelen van in totaal 1,77 miljoen t.b.v. het Wijkactieplan Rivierenwijk voor het overgrote deel te besteden aan de meerkosten van de Amstellaan die een integraal onderdeel uitmaken van het Wijkactieplan Rivierenwijk en dit als onderhandelingsinzet te beschouwen. De ambtelijke verantwoordelijkheid voor het maken van afspraken met Rentree hierover te leggen bij RS-GB (projectmanager herstructurering Rivierenwijk). 2. Bewonersbudget van 55 miljoen voor de krachtwijken Voor 2008 is voor de Rivierenwijk aan de gemeente Deventer toegekend. Voor 2009, 2010 en 2011 zal de uitkering jaarlijks bedragen, in totaal dus euro. Voorwaarde is dat middelen worden besteed aan bewonersinitiatieven die de leefbaarheid en de sociale cohesie bevorderen en dat bewoners de belangrijkste stem hebben in de besteding. De minister gaat er van uit dat het budget komt bovenop de middelen die gemeente en corporatie zelf inzetten voor bewonersinitiatieven. Het bewonersbudget is/wordt via de integratie-uitkering, respectievelijk decentralisatie-uitkering van het Gemeentefonds uitgekeerd. In de Rivierenwijk beschikken de bewoners over het wijkbudget van per jaar van in het kader van de Deventer Wijkaanpak (voor heel wijk 3). Wooncorporatie Rentree voegt aan dit budget jaarlijks toe ten behoeve van het herstructureringsgebied (Rivierenbuurt en Deltabuurt). Daarnaast heeft de corporatie een eigen budget voor bewonersinitiatieven in het kader van het Sociaal Programma Rivierenwijk Krachtwijk. Wijkaanpak en Rentree werken in deze nauw samen. Recentelijk nog beschikten de bewoners van de Rivierenwijk over aanzienlijke extra middelen in het kader van Buurt Aan zet (BAZ). De bewoners van de Rivierenwijk hebben een belangrijke maar kostbare wens: (herstel van) een tunnel onder het spoor naar de Rielerenk/Douwerlerkolk. Een mogelijke oplossing zou zijn dat de bewoners hun totale bewonersbudget voor dit doel inzetten en de gemeente een substantiële bijdrage levert uit het wijkenbudget (zie onder 1.). Rentree heeft enige tijd geleden al toegezegd euro hiervoor beschikbaar te willen stellen als andere partijen, o.a. gemeente, pro-rail ook bijdragen. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de herstructurering ligt bij wethouder Adema. De ambtelijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de afspraken over de herstructurering ligt bij RS-GB ( projectmanager herstructurering Rivierenwijk). De verantwoordelijkheid voor het maken van afspraken met de bewoners en wooncorporatie Rentree over deze suggestie dient daarom bij RS-GB te worden gelegd. Met de bewonerskopgroep, de taakgroep het Tunneltje (wijkaanpak) en Rentree te onderzoeken of een combinatie van het bewonersbudget Rivierenwijk en bijdragen van de gemeente uit het wijkenbudget en van Rentree, de realisatie van een tunnel van de Rivierenwijk onder het spoor naar de Rielerenk/Douwelerkolk mogelijk maakt. De ambtelijke verantwoordelijkheid voor het overleg en het maken van afspraken met Rentree hierover te leggen bij RS-GB (projectmanager herstructurering Rivierenwijk). 3. Het preventiebudget van 60 miljoen Het preventiebudget is bedoeld voor wijken met substantiële en cumulatieve problemen buiten de 40 aandachtswijken. Dit budget wordt in twee tranches van 30 miljoen euro opengesteld voor projectaanvragen. De bijdrage is maximaal 50% van de onrendabele kosten tot maximaal 2 miljoen per project (15 projecten per tranche). De eerste tranche zal eind 2008 worden opengesteld met voorrang voor G-31 steden zonder aandachtwijk (13 steden, één aanvraag per stad). Vervolgens komen de 11 steden die één van de aandachtswijken in hun gemeente hebben in aanmerking. Deventer valt in deze tweede categorie. De tweede tranche zal eind 2009 worden opengesteld en bij voorrang ter beschikken

6 komen van niet G31 gemeenten. Voorwaarde is dat de gemeente, corporatie en eventueel andere partijen mee investeren in het plan. Er wordt een commissie ingesteld die de aanvragen beoordeelt. Het vorenstaande betekent dat er voor Deventer een beperkte kans is om een projectsubsidie in aanmerking te komen. Immers, als alle 13 steden zonder aandachtswijk een aanvraag indienen en gehonoreerd krijgen, dan kunnen nog 2 van de11 steden die daarvoor in aanmerking komen worden gehonoreerd. Hier staat tegenover dat Deventer meerdere buurten kent met een bij benadering gelijke sociale problematiek als in de Rivierenwijk. Blijkens recent onderzoek (Sociaaleconomische positie buurten, SO/KV, mei 2008) gaat het om buurten in wijk 4 (Landsherenkwartier, Tuindorp, Oranjekwartier, Karel de Grotelaan) en wijk 2 (Rode Dorp, Burgemeestersbuurt, Rielerweg-West Rielerweg-Oost, Zandweerd-Zuid). In de begroting 2008 is opdracht gegeven een strategische visie op te stellen inzake een sociaaleconomisch offensief in de wijken (SO/PS). Er is dus alle reden om een poging te wagen en daarbij het accent te leggen op de sociaaleconomische positie van de bewoners (vgl. Rivierenwijk). Aangezien Keizerslanden de tweede grote herstructureringswijk van Deventer is en slechts één aanvraag voor één wijk kan worden ingediend, ligt het in de reden te kiezen voor genoemde buurten in Keizerslanden. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de herstructurering ligt bij wethouder Adema. De ambtelijke verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van een strategisch plan (in de geest van het Wijkactieplan Rivierenwijk) ligt bij de eenheid Strategische ontwikkeling (SO-PS). Het plan ligt ook in het verlengde van de beoogde strategische visie inzake een sociaaleconomisch offensief in de wijken (SO-PS). In verband met de afspraken met wooncorporatie Ieder1 over de herstructurering (2005) dient een dergelijk plan in nauwe samenwerking, eventueel coproductie, met Ieder1 én met de bewoners en wijkpartijen tot stand te komen. De intentie uit te spreken een aanvraag te doen in het kader het preventiebudget wijken. Met wooncorporatie Ieder1 en andere partijen in overleg te treden over de mogelijkheid van een gezamenlijk te ontwikkelen plan voor Keizerslanden met accent op de sociaaleconomische positieversterking van de bewoners in buurten Landsherenkwartier, Tuindorp, Oranjekwartier, Karel de Grotelaan. De ambtelijke verantwoordelijkheid voor dit overleg en voor het opstellen van een plan te leggen bij SO-PS. 4. Het bewonersbudget van 40 miljoen voor de G-31 De gemeente Deventer krijgt voor de jaren 2008, 2009 en 2010 jaarlijks ter beschikking als bewonersbudget en heeft de vrije keuze ten aanzien van de wijken waarin zij deze middelen wil inzetten. De hoogte van het bewonersbudget voor 2011 is nog vastgesteld, dit zal afhangen van het aantal en grootte van de wijken buiten de G-31 waaraan in 2010 een preventiebudget wordt toegekend. De Tweede Kamer hecht er veel belang aan dat gewaarborgd wordt dat deze budgetten bij de bewoners terechtkomen. De Minister heeft de Kamer toegezegd dat de middelen in 2008 via een vouchers aan de wijkbewoners toekomen. De uitkering zal plaatsvinden via de integratie-uitkering respectievelijk toekomstige decentralisatie-uitkering van het Gemeentefonds. Doel van het vouchersysteem is om de positie van de bewoners te versterken en bewoners in de gelegenheid te stellen zelf met initiatieven te komen die de leefbaarheid in de wijk verbeteren en de sociale cohesie versterken. Een voucher is een subsidie in de vorm van een of meerdere waardebonnen van maximaal (per voucher) waarmee bewoners van een aangewezen wijk diensten en producten kunnen inkopen om hun initiatief uit te voeren. De term voucher of waardebon is symbolisch, feitelijk is sprake van een subsidie in de zin van artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Teneinde bewoners zeggenschap te geven over de keuze, de financiering en de uitvoering van hun initiatief heeft de minister een modelsubsidieverordening opgesteld met de bedoeling dat deze door uw college wordt vastgesteld. Belangrijke elementen in de verordening zijn : een door het college gemandateerde groep bewoners (of organisaties) die de facto beslissen over de subsidieaanvragen;

7 wijkraadpleging, kasbeheerder, korte beslistermijnen, kortom zaken die in Deventer sinds jaar en dag in de Deventer Wijkaanpak en in de subsidieverordening zijn geregeld. Vaststelling van de modelverordening betekent dan ook dat de vigerende Algemene Subsidieverordening Deventer en de aanvullende regels voor de wijkaanpak voor dit budget buiten werking moet worden gesteld. De minister erkent in haar schrijven dat in een aantal gemeenten al jaren met succes met wijkbudgetten wordt gewerkt. Om te voorkomen dat binnen een wijk diverse wijkbudgetten naast elkaar gaan lopen, biedt zij deze gemeenten de mogelijkheid om de beschikbare middelen aan het bestaande systeem toe te voegen. Hierbij geldt wel als voorwaarde dat de bewoners(organisaties) instemmen met voorkeur voor het bestaande systeem. Dit moet voor 1 oktober schriftelijk aan de minister worden gemeld met een verklaring of medeondertekening van de bewoners. Gelet op het feit dat alle wijken van Deventer beschikken over een wijkbudget voor bewonersinitiatieven, er sprake is van een periodieke raadpleging van de bewoners in alle buurten en de verdeling middelen berust bij het wijkteam (bewoners), heeft het vouchersysteem voor Deventer geen toegevoegde waarde. Er zal bij introductie sprake zijn van twee identieke systemen die naast elkaar werken: voor de bewoners zal dit de nodige verwarring geven. Voor Deventer is veeleer de vraag welke wijken of buurten voor de middelen in aanmerking moeten komen en hoe dubbeling van systemen zoveel mogelijk kan worden voorkomen. Zoals hiervoor onder 3 is uiteengezet kent Deventer een aantal buurten in wijk 4/Keizerlanden (Landsherenkwartier, Tuindorp, Oranjekwartier, Karel de Grotelaan) en wijk 2 (Rode Dorp, Burgemeestersbuurt, Rielerweg-West Rielerweg-Oost, Zandweerd-Zuid) die blijkens onderzoek in een vergelijkbare sociale positie verkeren als wijk 3/Rivierenbuurt. Het ligt in de rede de buurten in deze twee wijken extra mogelijkheden te geven voor bewonersinitiatieven. Te denken valt aan een bewonerskopgroep van wijkteamleden uit deze buurten (kopgroep per wijk) die binnen het wijkteam een extra rol krijgen in de aanwending van deze middelen. Extra vergaderingen kunnen worden voorkomen. De wijkmanager kan als technisch voorzitter en kasbeheerder fungeren zoals ook voor het wijkteam/wijkbudget te doen gebruikelijk is. De bestaande subsidieverordening kan worden gehanteerd. Omdat de minister nog in 2008 wil starten met besteding van de middelen is het wenselijk om voor deze buurten een extra ronde in te lassen zodat ook kan worden aangehaakt bij de landelijke publiciteit. Tegen het gebruiken van de term waardebon of voucher in de publiciteit bestaat overigens geen bezwaar. Voorgesteld wordt dat de wijkaanpak hierbij, vanwege de samenhang met bewonersactiviteiten in het kader van de herstructurering, nauw samenwerkt met de betrokken wooncorporaties, concreet door toevoeging van een vertegenwoordiger van Ieder1, respectievelijk Rentree, aan de organisatie (wijkmanager -wijkopbouwwerker - corporatie). Voor 2009 kan de raadpleging voor deze extra middelen met extra aandacht meelopen in de nieuwe wijkaanpakronde. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor bewonersinitiatieven en voor bewonersbudgetten ligt bij de wijkwethouders (voor betrokken wijken zijn dit wijkwethouder Adema en wijkwethouder Berkelder). De ambtelijke verantwoordelijkheid ligt bij het team wijkaanpak (wijkmanagers wijk 2 en 4). De verantwoordelijkheid voor het maken van afspraken met de betrokken wijkteams en wooncorporaties over deze werkwijze dient daarom bij ST-WK te worden gelegd. De extra middelen uit het bewonersbudget ten gunste te laten komen aan de wijken/buurten 4/Keizerlanden (Landsherenkwartier, Tuindorp, Oranjekwartier, Karel de Grotelaan) en wijk 2 (Rode Dorp, Burgemeestersbuurt, Rielerweg-West Rielerweg-Oost, Zandweerd-Zuid) elke wijk voor per jaar gedurende 3 jaar. Niet over te gaan tot vaststelling van een Subsidieverordening vouchers bewonersinitiatieven omdat deze geen toegevoegde waarde heeft ten opzichte van de bestaande werkwijze van de wijkaanpak en omdat zodoende dubbeling van regelgeving en systemen wordt voorkomen. De betrokken wijkteams voor te stellen hiermee akkoord te gaan alsmede met vorming binnen het wijkteam van een kopgroep voor genoemde buurten en extra bewonersbudgetten. De wooncorporaties te vragen te participeren in de organisatie van de extra bewonersronden door

8 aanwijzing van een vertegenwoordiger per wijk. De ambtelijke verantwoordelijkheid voor genoemd overleg met wijkteams en wooncorporaties en voor de uitvoering te leggen bij ST-WK ( wijkmanagers wijk 2 en 4). 5. Stimulering aanleg volkstuincomplexen De minister is van plan om 2x 2 miljoen euro (in 2008 en 2009) beschikbaar te stellen voor de stimulering van de aanleg en opwaardering van volkstuincomplexen. De G-4 steden ontvangen elk euro en de G27 steden elk euro. De gelden worden uitgekeerd via het GSB/ISV op voorwaarde dat de middelen ter beschikking komen voor de aanleg van nieuwe volkstuincomplexen of, als dat niet mogelijk is, aan de uitbreiding en/of opwaardering van bestaande complexen (in het laatste geval moet een gemotiveerd verzoek worden ingediend!). De bijdrage mag niet besteed worden aan het verplaatsen van volkstuinen. Gevraagd wordt voorrang te geven aan de krachtwijken of andere aandachtwijken. De minister gaat er van uit dat de steden gebruik willen maken van deze bijdrage (zo niet dan moet dit uiterlijk 15 september 2008 schriftelijk worden gemeld!). De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor volkstuincomplexen ligt bij wethouder Berkelder, de ambtelijke verantwoordelijkheid bij RS-GB (programma openbare ruimte, onderdeel groen). Momenteel wordt door RS-GB een nota voorbereid over volkstuincomplexen. De middelen kunnen in de afweging over deze nota worden betrokken. Gebruik te willen maken van de bijdrage van ten behoeve van de aanleg van nieuwe volkstuincomplexen dan wel uitbreiding of opwaardering van bestaande complexen bij voorkeur in de Rivierenwijk of andere aandachtswijken. Over de aanwending te besluiten in het kader van de nota inzake volkstuincomplexen. De ambtelijke verantwoordelijkheid te leggen bij RS-GB (programma openbare ruimte, onderdeel groen). 6. Cofinanciering waardevolle en markante gebouwen en complexen 40 wijken Het ministerie van OCW wil 4 miljoen beschikbaar stellen voor herbestemming en herontwikkeling van waardevolle en beeldbepalende gebouwen en complexen in de 40 aandachtswijken (Rivierenwijk). De minister van Wonen, Wijken en Integratie (WWI) is van plan voor dit programma 2x 2 miljoen euro als cofinanciering te reserveren. Het OCW-programma maakt deel uit van de kabinetsvisie architectuur en ruimtelijke ontwerp "een cultuur van ontwerpen", dat binnenkort naar de kamer wordt gestuurd. Over de voorwaarden om voor een bijdrage in aanmerking te komen zijn momenteel geen bijzonderheden bekend. Draagvlak Door middel van deze nota kan uw college de gewenste besteding van de middelen aangeven. Vervolgens zal overleg en uitwerking plaatsvinden, zowel binnen de gemeentelijke organisatie, als met partners en bewoners. Op basis daarvan kan worden vastgesteld of er voldoende draagvlak is voor de gewenste besteding. Financiële consequenties De extra middelen vloeien voort uit het wijkenbeleid van kabinet en het Charter dat gemeente en kabinet hebben gesloten over het Wijkactieplan Rivierenwijk. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor dit beleid ligt bij wethouder Adema, de ambtelijke regie en coördinatie bij SO-PS. De gewenste besteding van deze middelen valt grotendeels binnen de portefeuille van wethouder Adema. Een belangrijk deel van de middelen zal naar verwachting worden overgedragen aan wooncorporatie Rentree. Voorgesteld wordt om de regie en de monitoring van dit beleid en daarmee van de besteding van de middelen te leggen SO-PS. Zodra de middelen daadwerkelijk zijn opgenomen in het gemeentefonds én voorgestelde besteding heeft geleid tot een uitwerking conform de voorwaarden die in deze kadernota zijn uiteengezet, worden de middelen overgeheveld naar het desbetreffende programma. Via de reguliere P&C cyclus wordt gerapporteerd over planning, realisatie en besteding. SO blijft verantwoordelijk voor het toezicht op voortgang en realisatie, te denken valt aan een paragraaf in begroting en rekening.

9 De regie en monitoring van het beleid en hiermee van de besteding van de extra middelen in het kader wijkenbeleid te leggen bij SO-PS. De middelen specifiek te reserveren onder de gestalde posten binnen programma 15 (algemene dekkingsmiddelen) zodra ze daadwerkelijk zijn opgenomen in de algemene uitkering. Elk uitgewerkt voorstel tot voorgenomen besteding conform de voorwaarden van deze kadernota van een integrale ex ante toets te voorzien waarbij de inhoud door SO getoetst wordt en de financiële kaders door de gemeentecontroller. Op basis van die toets de uitwerking van de voorgenomen besteding door middel van een afzonderlijk B&W besluit vast te stellen, waarna de middelen overgeheveld worden naar het desbetreffende uitvoeringsorgaan (gemeentelijk programma dan wel rechtstreeks de corporatie). Aanpak/uitvoering In deze nota hebt u het kader aangegeven voor de besteding van de extra middelen in het kader van het wijkenbeleid. Na de besluitvorming over deze nota kunnen degenen die u als verantwoordelijke hebt aangewezen aan de slag met uitwerking.