Roken en Stoppen-met-roken in de Eerste en Tweede Lijn van de Gezondheidszorg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Roken en Stoppen-met-roken in de Eerste en Tweede Lijn van de Gezondheidszorg"

Transcriptie

1

2

3 Roken en Stoppen-met-roken in de Eerste en Tweede Lijn van de Gezondheidszorg Attitudes, gedrag en eigen effectiviteit van huisartsen, longartsen en cardiologen Resultaten van een vragenlijstonderzoek Deel 2: De Longarts Universiteit Maastricht Care and Public Health Research Institute (CAPHRI) Capaciteitsgroep Huisartsgeneeskunde Oktober

4 Oktober 2003 Auteurs: Adres: D. Kotz E.J. Wagena Universiteit Maastricht Capaciteitsgroep Huisartsgeneeskunde Postbus MD Maastricht Telefoon

5 NHOUDSOPGAVE 1. Inleiding Methode Onderzoekspopulatie, opzet en gehanteerde procedure Ontwikkeling en inhoud van de vragenlijst Resultaten Respons Kenmerken van de onderzoekspopulatie Werkwijze Eigen effectiviteit Attitudes ten aanzien van stoppen-met-roken en richtlijnen met betrekking tot de behandeling van nicotineverslaving Discussie en conclusie

6 4

7 1. INLEIDING Het Partnership Stop met Roken is een samenwerkingsverband tussen partijen uit de publieke en de private sector die zich in het begin van 2001 hebben verenigd. Het gezamenlijk doel van het Partnership is om te werken aan het reduceren van het aantal rokers en de door het roken veroorzaakte schade. Het Partnership is met name gericht op het optimaliseren van de behandeling van tabaksverslaving door het vergroten van de beschikbaarheid, betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van stoppen-met-roken ondersteuning. Twee belangrijke doelstellingen van het Partnership zijn de ontwikkeling van evidence based nationale richtlijnen voor de behandeling van tabaksverslaving voor het Nederlandse gezondheidszorgsysteem en de implementatie van deze richtlijnen. Aangezien de richtlijnen worden ontwikkeld voor de zorgverleners in de eerste en tweede lijn heeft het Partnership opdracht gegeven aan het onderzoeksinstituut CAPHRI van de Universiteit Maastricht om het gedrag en de meningen van deze zorgverleners te onderzoeken. Met behulp van de onderzoeksresultaten wordt ernaar gestreefd de bruikbaarheid van de richtlijnen en de kans op implementatie te maximaliseren. In dit rapport zullen de resultaten van het onderzoek onder de Nederlandse longartsen worden gepresenteerd. De primaire doelstelling van deze studie was te achterhalen welke werkwijzen en interventies door longartsen worden toegepast om rokers te ondersteunen tijdens een stoppoging en welke attitudes en eigen effectiviteitsverwachtingen deze longartsen hebben met betrekking tot deze problematiek. De volgende onderzoeksvragen zullen in dit rapport worden beantwoord: 1. Wat is de mening en het gedrag van longartsen met betrekking tot de registratie, de advisering en de begeleiding van patiënten die (willen stoppen met) roken? 2. Welke van de bestaande hulpmiddelen voor stoppen-met-roken worden door longartsen voorgeschreven en/of aanbevolen en hoe vaak wordt dit gedaan? 3. Hoe denken longartsen over de effectiviteit van hun advies? 4. Tegen welke problemen lopen longartsen aan wanneer zij roken en stoppen-met-roken bij hun patiënten ter sprake brengen? 5. Wat verwachten longartsen van richtlijnen voor de behandeling van nicotineverslaving en welke belemmeringen verwachten zij wat betreft de implementatie? 5

8 6

9 2. METHODE 2.1. Onderzoekspopulatie, opzet en gehanteerde procedure In december 2002 werd een vragenlijstonderzoek uitgevoerd onder alle geregistreerde longartsen in Nederland (in totaal 375 mannen en vrouwen). De adresgegevens waren afkomstig van de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT). Om een hoge respons te bereiken werd samen met de vragenlijst een gepersonifieerde inleidende brief opgestuurd alsmede een portbetaalde antwoordenvelop. Daarnaast konden longartsen die niet deel wensten te nemen aan het onderzoek hun redenen daarvoor aangeven op een bijgevoegd antwoordkaartje. Twee weken en vier weken na verzending van de vragenlijst werd aan alle non-respondenten een herinneringsbrief gestuurd. Tijdens de tweede herinnering ontvingen de non-respondenten wederom een vragenlijst. Omdat aangenomen werd dat tijdgebrek een belangrijke reden was om de vragenlijst niet in te vullen, werd eind januari 2003 aan alle persisterende non-respondenten een verkorte vragenlijst gestuurd met een begeleidende brief, een antwoordenvelop en een antwoordkaartje. De gevolgde stappen zijn weergegeven in figuur 1. Inleidende brief + vragenlijst + antwoordkaart Herinneringsbrief 1 Herinneringsbrief 2 + vragenlijst Herinneringsbrief 3 + korte vragenlijst + antwoordkaart week 0 week 2 week 4 week 8 Figuur 1. Versturing vragenlijsten en herinneringsbrieven 7

10 2.2. Ontwikkeling en inhoud van de vragenlijst Een eerste versie van de vragenlijst werd getest door vier longartsen en vier epidemiologen. Het invullen van de definitieve vragenlijst kostte ongeveer 10 tot 15 minuten. De vragenlijst bestond uit de volgende onderdelen: Deel 1 bevatte vragen over demografische kenmerken en over kenmerken van de werksituatie van de longartsen. In deel 2 werden de longartsen gevraagd naar hun werkwijze ten aanzien van de begeleiding van rokende patiënten. Daarnaast werd gevraagd welke van de beschikbare farmacotherapeutische en/of gedragsmatige interventies zij in de vier weken voorafgaande aan het invullen van de vragenlijst hadden voorgeschreven of aanbevolen om hun patiënten te helpen bij het stoppen-met-roken. In het derde deel werden vragen gesteld over de eigen effectiviteitsverwachting van de longartsen ten aanzien van hun handelen om een roker te ondersteunen tijdens een stoppoging. De eigen effectiviteitsverwachting van de longarts kan een belangrijke rol spelen in diens gedrag met betrekking tot stoppen-met-roken. De inschatting dat het eigen handelen weinig effect heeft kan bijvoorbeeld leiden tot het niet of minder actief zijn in het ondersteunen van een roker tijdens een stoppoging. De eigen effectiviteitsverwachting van de longarts is afhankelijk van persoonlijke factoren (zoals het ontbreken van bepaalde vaardigheden), situationele factoren (zoals tijdgebrek) en kenmerken van de patiënt (bijvoorbeeld, indien de patiënt niet gemotiveerd is om te stoppen-met-roken). In het vierde deel van de vragenlijst werd aan de hand van een aantal stellingen achterhaald wat de attitudes van de longartsen zijn ten aanzien van de begeleiding van patiënten tijdens een stoppoging en hoe zij denken over de ontwikkeling van richtlijnen voor de behandeling van nicotineverslaving. In het laatste deel werden de longartsen vragen gesteld over hun eigen rookstatus en hun rookgedrag. In de verkorte versie van de vragenlijst die eind januari 2003 aan alle persisterende nonrespondenten werd verstuurd, was deel drie van de oorspronkelijke vragenlijst niet meegenomen, enkele vragen uit deel twee (het voorschrijven van farmacotherapeutische en/of gedragsmatige interventies) en een aantal vragen over het rookgedrag uit het laatste deel. 8

11 3. RESULTATEN 3.1. Respons Van de 375 longartsen die werden benaderd stuurden 218 (58%) de vragenlijst ingevuld terug. Twee vragenlijsten werden uitgesloten van de analyses, omdat de longartsen inmiddels gestopt waren met werken. 42 (11%) longartsen die in eerste instantie niet hadden gereageerd stuurden naar aanleiding van de herinneringsbrieven de verkorte versie van de oorspronkelijke vragenlijst ingevuld terug. 8 (2%) longartsen stuurden een ingevulde antwoordkaart terug om aan te geven dat zij niet deel wilden nemen aan het onderzoek. De totale respons betrof dus 69% (n=258) Kenmerken van de onderzoekspopulatie In tabel 1 is een overzicht gegeven van de demografische kenmerken van de onderzoekspopulatie. De gemiddelde leeftijd bedraagt 47 jaar. Het merendeel van de respondenten was man (n = 213, 83%). Tabel 1. Demografische kenmerken (n=258) Leeftijd gemiddelde (sd) 47.0 (7.0) Leeftijdscategorieën n (%) (1.9) (13.2) (25.7) (18.7) (23.7) (12.8) (3.9) Geslacht n (%) man 213 (82.6) vrouw 45 (17.4) 9

12 In tabel 2 worden kenmerken van de werkomgeving van de respondenten weergegeven. De meeste longartsen werken in een perifeer ziekenhuis (n = 160, 74%) of in een academisch ziekenhuis (n = 47, 18%). In 37% van de gevallen (n = 95) was er in het ziekenhuis of de kliniek waar de longarts werkt een reguliere stop-roken poli aanwezig. In 40% van de gevallen (n = 101) werd binnen de instelling onderzoek gedaan naar de L-MIS en/of naar een stop-roken poli. De respondenten waren gemiddeld reeds 13 jaar als longarts werkzaam. Per week werkten zij gemiddeld 45 uren en hadden 58 poliklinische contacten. Tabel 2. Kenmerken rondom de werksituatie van de longarts Werkgevende instelling n* (%)* Academisch ziekenhuis 47 (18.2) Perifeer ziekenhuis 190 (73.6) Revalidatiekliniek 3 (1.2) GGD 4 (1.6) Overige 14 (5.4) Interne stop-roken-poli binnen de instelling aanwezig 95 (37.1) niet aanwezig 161 (62.9) Onderzoek naar L-MIS en/of stop-roken poli binnen de instelling ja 101 (40.2) nee 150 (59.8) Aantal jaren als longarts werkzaam gemiddeld aantal jaren (sd) 12.8 (7.9) Werkuren longarts per week gemiddeld aantal uren (sd) 44.4 (10.7) Poliklinische contacten per week gemiddelde (sd) 57.9 (30.0) *tenzij anders vermeld In tabel 3 staat de rookstatus van de longartsen weergeven en in tabel 4 is een beschrijving gegeven van het rookgedrag van de huidige en de ex-rokers. Van de respondenten bleken 19 longartsen te roken (7%), 84 longartsen ooit gerookt te hebben (33%) en 153 longartsen nooit gerookt te hebben (60%). Van de huidige rokers rookten 9 longartsen dagelijks (48%). Van de exrokers rookten 51 longartsen dagelijks (62%). In de groep van de huidige en de ex-rokers werden voornamelijk sigaretten dagelijks gerookt (68%, respectievelijk 76%). Tabel 3. Rookstatus longarts Rookstatus n (%) Huidige roker 19 (7.4) Ex-roker 84 (32.8) Nooit-roker 153 (59.8) 10

13 Tabel 4. Rookgedrag huidige rokers en ex-rokers Rookt(e) u dagelijks? Ex-rokers Huidige rokers n (%) n (%) ja 51 (62.2) 9 (47.4) nee 31 (37.8) 10 (52.6) Welke tabaksproducten rookt(e) u dagelijks?* Shag 30 (35.7) 2 (10.5) Sigaretten 64 (76.2) 13 (68.4) Pijp 27 (32.1) 4 (21.1) Sigaren/cigarillo s 32 (38.1) 11 (57.9) *aangezien de longartsen meerdere antwoorden konden aankruizen, tellen de kolommen niet op tot respectievelijk het aantal respondenten en 100% 3.3. Werkwijze van de longarts In tabel 5 wordt een overzicht gegeven van het gedrag van de longartsen met betrekking tot de registratie van rokende patiënten en de advisering aan patiënten over roken en stoppen-metroken. 98% van de longartsen (n = 252) gaf aan een patiënt altijd bij het eerste bezoek te vragen of hij/zij rookt en 43% (n = 110) gaf aan dit tijdens vervolgconsulten te herhalen. 221 (86%) longartsen gaven aan tijdens elk consult de rookstatus van een patiënt te registeren. 73% van de longartsen (n = 187) blijken rokers tijdens het eerste consult ongevraagd te adviseren om te stoppen met roken. Tabel 5. Registratie rookstatus en advisering patiënten nooit soms vaak meestal altijd Indien een patiënt voor de eerste keer bij u komt, vraagt (n) u dan of hij/zij rookt? (%) (0) (0.4) (0.4) (1.2) (98.1) Vraagt u bij vervolgconsulten (opnieuw) aan de patiënt (n) of hij/zij rookt? (%) (0.4) (3.1) (8.9) (44.7) (42.8) Noteert u in het dossier of de patiënt wel of niet rookt? (n) (%) (0) (0.8) (1.6) (11.7) (86.0) Adviseert u rokers bij het eerste consult, zonder dat zij (n) daarom vragen, om te stoppen-met-roken? (%) (0.8) (2.3) (4.3) (19.8) (72.8) Adviseert u rokers om te minderen als ze niet willen of (n) kunnen stoppen?* (%) (15.7) (25.4) (15.2) (24.4) (19.3) Als u tijdens een consult aandacht besteedt aan het (n) rookgedrag van de patiënt, noteert u dan in het dossier (%) (15.3) (33.7) (16.3) (22.4) (12.2) van de patiënt de aspecten die besproken zijn?* *de vraag was alleen opgenomen in de oorspronkelijke vragenlijst en niet in de verkorte versie 11

14 Aan de longarts werd gevraagd hoeveel rokers hij/zij gedurende de vier weken voorafgaande aan het invullen van de vragenlijst had geadviseerd om te stoppen met roken. Door 174 longartsen werd hierop antwoord gegeven. Deze groep longartsen had gemiddeld 39 rokers (standaarddeviatie 41) in die 4 weken geadviseerd om te stoppen-met-roken. De hoge spreiding werd veroorzaakt door een aantal uitschieters (bijvoorbeeld minimum 1, maximum 200 rokers die geadviseerd werden om te stoppen met roken). In plaats van het gemiddelde kan in dit geval beter de mediaan worden gehanteerd omdat deze niet gevoelig is voor uitschieters. De mediaan is de waarde van de waargenomen variabele waaronder en waarboven evenveel waarnemingen liggen. De mediaan van het aantal rokers dat geadviseerd werd om te stoppen met roken was 20. Om te achterhalen op welke wijze de longartsen het rookgedrag van hun patiënten proberen aan te pakken, werd hen een lijst met mogelijke gedragingen voorgelegd. De longartsen konden aangeven in welke mate zij de betreffende gedragingen vertonen. De resultaten zijn weergegeven in tabel 6. Het bleek dat sommige longartsen bepaalde taken delegeren aan een deskundige zoals een longverpleegkundige of een psycholoog. Het aantal longartsen dat taken delegeert is opgenomen in de laatste kolom van tabel 6. 12

15 Tabel 6. Aanpak rookgedrag van patiënten tijdens een consult n=258 taken Als u tijdens een consult aandacht besteedt aan het rookgedrag van de patiënt, in nooit soms vaak meestal altijd gedelegeerd* hoeverre gaat u dan in op de volgende aspecten? n (%) n (%) n (%) n (%) n (%) n (%) Achterhalen hoe gemotiveerd de patiënt is om te stoppen-met-roken. 3 (1.3) 22 (9.2) 48 (20.0) 86 (35.8) 81 (33.8) - Achterhalen hoe verslaafd de patiënt is aan nicotine. 16 (6.7) 58 (24.3) 59 (24.7) 64 (26.8) 42 (17.6) - Motiveren van de patiënt door het bespreken van de risico s van roken en de voordelen 2 (0.8) 11 (4.6) 42 (17.5) 91 (37.9) 94 (39.2) - van stoppen. Motiveren van de patiënt door het bespreken van de resultaten van de 6 (2.5) 21 (8.8) 50 (20.9) 85 (35.6) 77(32.2) - longfunctiemeting. Bespreken van eventuele eerdere stoppoging(en). 18 (7.5) 75 (31.4) 67 (28.0) 46 (19.2) 33 (13.8) - Bespreken van de risico s van roken. 1 (0.4) 8 (3.3) 37 (15.4) 83 (34.6) 111(46.3) - Bespreken van het verband tussen aanwezige (luchtweg)klachten en het rookgedrag 1 (0.4) 5 (2.1) 30(12.5) 76 (31.7) 128 (53.3) - van de patiënt. Indien de patiënt wil stoppen het bespreken van de voorbereiding van de stoppoging. 25 (10.5) 49 (20.5) 42 (17.6) 54 (22.6) 67 (28.0) 2 (0.8) Indien de patiënt wil stoppen het, in overleg met de patiënt, vastleggen van een stopdag. 80 (33.3) 77 (32.1) 29 (12.1) 26 (10.8) 19 (7.9) 9 (3.8) Het plannen van een vervolgafspraak na de stopdag. 97 (40.8) 55 (23.1) 22 (9.2) 22 (9.2) 33 (13.9) 9 (3.8) Bespreken van de beschikbare nicotinevervangende middelen. 17(7.2) 59 (25.0) 61 (25.8) 51 (21.6) 41 (17.4) 7(3.0) Bespreken van het gebruik van bupropion (Zyban ). 9 (3.8) 80 (33.5) 64 (26.8) 45 (18.8) 34 (14.2) 7 (2.9) Bespreken van het gebruik van nortriptyline (Nortrilen ). 177(74.1) 40 (16.7) 8 (3.3) 4 (1.7) 5 (2.1) 5 (2.1) Meegeven van voorlichtingsmateriaal betreffende stoppen-met-roken. 39 (16.4) 67 (28.2) 51 (21.4) 44 (18.5) 28 (11.8) 9 (3.8) Een vervolgafspraak plannen indien de roker nog niet wil stoppen, om het stoppen-metroken 98 (41.4) 68 (28.7) 34 (14.3) 21 (8.9) 10 (4.2) 6 (2.5) alsnog ter sprake te brengen. Indien de patiënt op dit moment niet wil stoppen-met-roken, zorgdragen dat hierop op 37 (15.6) 38 (16.0) 49 (20.7) 62 (26.2) 46 (19.4) 5 (2.1) een later tijdstip teruggekomen wordt. Adviseert u rokers tijdens vervolgconsulten, zonder dat zij daarom vragen, te stoppenmet-roken? 2 (0.8) 13 (5.4) 51 (21.3) 85 (35.4) 89 (37.1) - *longartsen die aangaven bepaalde taken te delegeren aan bijvoorbeeld een long- c.q. CARA-verpleegkundige of een psycholoog 13

16 In tabel 7 is weergegeven hoeveel longartsen bestaande farmacotherapeutische hulpmiddelen voor stoppen-met-roken gedurende de vier weken voorafgaande aan het invullen van de vragenlijst hadden voorgeschreven en/of aanbevolen en hoe vaak zij dit hadden gedaan. Bupropion werd door de meeste longartsen (n = 121, 67%) voorgeschreven, gevolgd door nicotinepleisters (n = 64, 36%) en nicotinekauwgom (n = 31, 17%). De longartsen schreven deze hulpmiddelen gemiddeld vier tot vijf keer voor in de betreffende periode. Van de 216 longartsen die de oorspronkelijke vragenlijst terugstuurden gaven 12 longartsen aan het voorschrijven of aanbevelen van farmacotherapie te delegeren aan bijvoorbeeld een long- of CARAverpleegkundige of een psycholoog. Dit aantal is niet verwerkt in de tabel. Tabel 7. Frequentie voorschrijven/aanbevelen van farmacotherapeutische hulpmiddelen Farmacotherapeutisch hulpmiddel* n=204** voorgeschreven / aanbevolen voorafgaande 4 weken ja hoe vaak n (%) gemiddelde (sd) Nicotinepleister 64 (35.8) 4.5 (5.1) Nicotinekauwgom 31 (17.3) 4.1 (5.7) Nicotinezuigtablet 10 (5.6) 7.4 (9.6) Nicotinesublinguaaltablet 3 (1.7) 10.5 (13.4) Nicotine inhaler 1 (0.6) Bupropion 121 (66.5) 5.0 (6.8) Nortriptyline 6 (3.4) 6.4 (5.9) Combinatie van farmacotherapeutische hulpmiddelen 23 (13.1) 4.9 (7.6) *aangezien de longartsen meerdere antwoorden konden aankruizen, tellen de kolommen niet op tot respectievelijk het aantal respondenten en 100%; **de vragen in deze tabel waren alleen opgenomen in de oorspronkelijke vragenlijst in niet in de verkorte versie Naast farmacotherapie kunnen de longartsen ook beschikken over gedragsmatige interventies voor stoppen-met-roken. In tabel 8 wordt een overzicht gegeven van de mate waarin de longartsen van deze vormen van ondersteuning gebruik maakten. 142 (69%) longartsen hadden in de 4 weken voorafgaande aan de vragenlijst rokers doorverwezen naar een longverpleegkundige en 75 (37%) naar de huisarts van de patiënt. Gemiddeld hadden de longartsen dit 9 keer, respectievelijk 7 keer gedurende de voorafgaande vier weken gedaan. De L-MIS werd door 53 (27%) longartsen gemiddeld 12 keer toegepast. 14

17 Tabel 8. Toepassing van gedragsmatige methoden door de longarts Gedragsmatige methode* n=216** toegepast voorafgaande 4 weken ja hoe vaak n (%) gemiddelde (sd) Meegeven van zelfhulpmateriaal aan rokers 85 (42.3) 9.4 (14.9) Toepassen van (delen van) de L-MIS 53 (26.9) 12.4 (20.0) Rokers verwijzen naar longverpleegkundige voor hulp tijdens stoppoging Rokers adviseren het boek Stoppen-met-roken van Allen Carr te lezen Rokers verwijzen naar het internet voor hulp tijdens stoppoging Rokers naar hun huisarts verwijzen voor hulp tijdens stoppoging Rokers verwijzen naar de telefonische hulplijn van STIVORO 142 (69.3) 9.1 (12.9) 50 (24.5) 5.0 (5.3) 24 (11.8) 6.7 (5.9) 75 (36.8) 6.8 (7.2) 20 (9.8) 9.0 (9.9) Andere methoden toepassen 53 (26.9) n.v.t. n.v.t. * aangezien de longartsen meerdere antwoorden konden aankruizen, tellen de kolommen niet op tot respectievelijk het aantal respondenten en 100%; **de vragen in deze tabel waren alleen opgenomen in de oorspronkelijke vragenlijst en niet in de verkorte versie Tenslotte werd aan de longartsen gevraagd wat hun werkwijze is bij patiënten die niet gemotiveerd zijn om te stoppen met roken. Meer dan tweederde van de longartsen (n = 139, 68%) gaf aan in dat geval het stoppen-met-roken op een later tijdstip te bespreken (zie tabel 9). Tabel 9. Werkwijze bij een ongemotiveerde patiënt n=216* n (%) Indien de patiënt niet gemotiveerd is om te stoppen, wat doet u dan? Stoppen-met-roken niet bespreken met de patiënt 10 (4.9) Stoppen-met-roken op een later moment bespreken 139 (67.5) Andere strategie 57 (27.7) *de vragen in deze tabel waren alleen opgenomen in de oorspronkelijke vragenlijst in niet in de verkorte versie 3.4. Eigen effectiviteit In de oorspronkelijke vragenlijst is aan de longartsen gevraagd in hoeverre tijdgebrek en onvoldoende scholing en/of vaardigheden redenen zijn om stoppen-met-roken niet met patiënten te bespreken (zie tabel 10). 90 (44%) longartsen gaven aan dat er naast een ongemotiveerde 15

18 patiënt nog andere redenen bestaan om het niet met een patiënt over het roken (of stoppen-metroken) te hebben. Voor 44 (49%) longartsen bleek tijdgebrek de belangrijkste reden te zijn om roken en stoppen-met-roken niet te bespreken en voor 20 longartsen (22%) bleek dit een gebrek aan scholing en/of vaardigheden te zijn. Tabel 10. Mogelijke belemmeringen om stoppen-met-roken te bespreken Zijn er (andere) redenen om stoppen-met-roken niet te bespreken? n=216* n (%) Nee 116 (56.3) Ja 90 (43.7) Zo ja, in hoeverre vormen de volgende aspecten een belemmering?** Tijdgebrek 44 (48.9) Onvoldoende scholing en/of vaardigheden van de longarts 20 (22.2) *de vragen in deze tabel waren alleen opgenomen in de oorspronkelijke vragenlijst en niet in de verkorte versie; **meerdere antwoordmogelijkheden; percentage van longartsen die voorafgaande vraag met ja hadden beantwoord (n=90) Tabel 11 geeft aan op welke wijze de longartsen hun kennis met betrekking tot stoppen-metroken hebben opgedaan. Daarnaast is in dezelfde tabel beschreven hoeveel longartsen in de 12 maanden voorafgaande aan de vragenlijst specifieke na- of bijscholing hebben gevolgd. 68% van de respondenten (n = 139) gaf aan dat hun kennis over stoppen-met-roken met name gebaseerd was op het lezen van vakliteratuur en bij 69% (n = 141) bleek dit gebaseerd te zijn op het volgen van na- of bijscholing. In de 12 maanden voorafgaande aan de vragenlijst, bleken 45 longartsen (22%) specifieke na- of bijscholing gevolgd te hebben gericht op roken en stoppenmet-roken. Tabel 11. Kennisbronnen en scholingsactiviteiten van longartsen ten aanzien van stoppen-met-roken Waarop is de uw kennis over stoppen-met-roken met name gebaseerd?** n=216* n (%) Vakliteratuur 139 (68.1) Na- en bijscholing 141 (69.1) Andere bronnen 40 (19.6) Heeft u in de afgelopen 12 maanden specifieke na- of bijscholing gevolgd met betrekking tot stoppen-met-roken? Nee 162 (78.3) Ja 45 (21.7) *de vragen in deze tabel waren alleen opgenomen in de oorspronkelijke vragenlijst en niet in de verkorte versie; **aangezien de longartsen meerdere antwoorden konden aankruizen, tellen de kolommen niet op tot respectievelijk het aantal respondenten en 100% 16

19 3.5. Attitudes ten aanzien van stoppen-met-roken en richtlijnen met betrekking tot de behandeling van nicotineverslaving Opgrond van een aantal vragen werd achterhaald hoe longartsen denken over richtlijnen met betrekking tot de behandeling van nicotineverslaving. De ontwikkeling van richtlijnen ervoeren 222 (90%) longartsen als zinvol en 25 (10%) als niet zinvol. In de vragenlijst werden aan de longartsen aanbevelingen voorgelegd waarvan zij moesten aangeven of deze in de nationale richtlijnen zouden moeten worden opgenomen. Tabel 12 geeft een overzicht van het aantal longartsen dat het eens was met de betreffende aanbevelingen. De aanbeveling waarmee de meeste longartsen het eens waren was om aan alle rokers te adviseren om te stoppen-met-roken (n = 228, 90%). 87% van de longartsen (n = 222) was van mening dat de longverpleegkundige een belangrijke rol dient te spelen in het begeleiden van patiënten tijdens een stoppoging en 80% van de longartsen (n = 204) was van mening dat de rookstatus van de patiënt tijdens elk consult bepaald dient te worden. Tabel 12. Aanbevelingen voor de ontwikkeling van richtlijnen met betrekking tot nicotineverslaving Welke aanbevelingen zouden volgens u in de richtlijnen opgenomen moeten worden?** n=216* n (%) Tijdens elk consult dient de rookstatus van de patiënt achterhaald te worden. 204 (80.3) Tijdens elk consult dient de motivatie van rokers om te stoppen-met-roken achterhaald te worden. 156 (61.4) Tijdens elk consult dient de mate van tabaksverslaving van de roker bepaald te worden. 71 (28.0) Aan alle rokers dient geadviseerd te worden om te stoppen-met-roken. 228 (89.8) Elke roker dient bij elke gelegenheid geadviseerd te worden om te stoppen-met-roken. 113 (44.5) Een roker dient geadviseerd te worden om te minderen indien hij/zij niet wil of kan stoppen. 120 (47.2) Elke roker die wil stoppen dient begeleid te worden tijdens de stoppoging. 132 (52.2) De longverpleegkundige dient een belangrijke rol te spelen in het begeleiden van patiënten tijdens een stoppoging. Met elke patiënt die aangeeft te willen stoppen-met-roken dienen de verschillende hulpmiddelen en methoden doorgesproken te worden. Aan elke patiënt die aangeeft te willen stoppen-met-roken dient farmacotherapie aangeboden te worden (bijvoorbeeld nicotinepleisters of Zyban TM ), mits er geen contra-indicaties zijn. 222 (87.4) 191 (75.2) 113 (44.7) Indien de patiënt wil stoppen-met-roken, dient er een stopdatum afgesproken te worden. 160 (63.0) Met patiënten die een stopdag hebben gepland dient een vervolg afspraak te worden gemaakt. 165 (65.0) Bij patiënten die op dit moment niet willen stoppen-met-roken dient hier op een later tijdstip op terug gekomen te worden. 144 (56.9) Andere aanbevelingen. 28 (11.1) *de vragen in deze tabel waren alleen opgenomen in de oorspronkelijke vragenlijst en niet in de verkorte versie; **aangezien de longartsen meerdere antwoorden konden aankruizen, tellen de kolommen niet op tot respectievelijk het aantal respondenten en 100% Aan de hand van een aantal stellingen werd achterhaald wat de attitudes van longartsen zijn ten aanzien van de begeleiding van patiënten tijdens een stoppoging. De resultaten zijn weergegeven in tabel 13. Met de stelling: Ik bespreek stoppen-met-roken alleen als de patiënt 17

20 het zelf ter sprake brengt was 98% van de longartsen (n = 242) het oneens. 97% van de longartsen (n = 241) was het eens met de stelling dat het geven van advies over stoppen-metroken belangrijk is. 95% van de longartsen (n = 233) was het oneens met de stelling dat stoppenmet-roken advies waar de patiënt niet om vraagt de arts-patiënt relatie verstoort. Met de stelling Mijn patiënten helpen bij het stoppen-met-roken is het belangrijkste wat ik voor hun gezondheid kan doen bleken 53% van de longartsen (n = 128) het eens te zijn. 58% van de longartsen (n = 144) waren het met de stelling eens Mijn patiënten helpen bij het stoppen-met-roken is voor mij een interessante uitdaging. 112 (46%) longartsen achtten zich in staat om hun patiënten voldoende te ondersteunen tijdens een stoppoging. Tabel 13. Attitudes ten aanzien van het begeleiden van patiënten tijdens een stoppoging n=258 Bent u het eens met de volgende stellingen? nee ja n (%) n (%) Het geven van stoppen-met-roken advies heeft voor mij geen prioriteit. 221 (89.8) 25 (10.2) Ik ben in staat patiënten voldoende te begeleiden tijdens een stoppoging. 194 (79.2) 51 (20.8) Advies geven over stoppen-met-roken is voor mij als arts belangrijk. 7 (2.8) 241 (97.2) Mijn patiënten helpen bij het stoppen-met-roken is het belangrijkste wat ik 115 (47.3) 128 (52.7) voor hun gezondheid kan doen. Mijn patiënten helpen bij het stoppen-met-roken is voor mij een 103 (41.7) 144 (58.3) interessante uitdaging. Het geven van stoppen-met-roken advies is minder belangrijk dan de 191 (78.9) 51 (21.1) andere dingen die ik voor mijn patiënten doe. Ik bespreek stoppen-met-roken alleen als de patiënt het zelf ter sprake 242 (98.0) 5 (2.0) brengt. De patiënt die wil stoppen-met-roken dient geadviseerd te worden om het 198 (81.1) 46 (18.9) roken af te bouwen (gedurende een bepaalde periode minderen, waarna definitief gestopt wordt). De patiënt die wil stoppen-met-roken dient geadviseerd te worden om 31 (12.0) 213 (87.3) ineens geheel te stoppen. Als de patiënt niet wil stoppen probeer ik hem/haar te overtuigen. 30 (12.2) 216 (87.8) Ik heb de benodigde vaardigheden om mijn patiënten actief te 145 (60.4) 95 (39.6) ondersteunen tijdens een stoppoging. Ik acht mijzelf in staat om mijn patiënten te ondersteunen tijdens een 132 (54.1) 112 (45.9) stoppoging. Stoppen-met-roken advies waar de patiënt niet om vraagt verstoort de 233 (95.1) 12 (4.9) arts-patiënt relatie. Hulp geven aan patiënten tijdens het stoppen-met-roken is in eerste instantie een taak van de huisarts. 169 (69.3) 75 (30.7) 18

21 4. DISCUSSIE EN CONCLUSIE In 2002 is in opdracht van het Partnership Stop-met-Roken door het onderzoeksinstituut CAPHRI van de Universiteit Maastricht een vragenlijstonderzoek uitgevoerd onder alle Nederlandse longartsen om te achterhalen welke werkwijzen en interventies zij toepassen ter behandeling van nicotineverslaving. Bovendien wilden wij achterhalen wat de attitudes en eigen effectiviteitsverwachtingen van de longartsen zijn ten aanzien van deze problematiek. In vergelijking met soortgelijk onderzoek is de behaalde respons van 69% als vrij hoog te beschouwen. Het terugsturen van de vragenlijst werd blijkbaar gestimuleerd door het herhaaldelijk benaderen van non-respondenten door middel van herinneringsbrieven. 42 persisterende non-respondenten reageerden nadat zij met de derde herinneringsbrief een verkorte versie van de vragenlijst hadden ontvangen. Van de 260 longartsen die een vragenlijst terugstuurden rookten 19 (7%). In deze groep longartsen is de prevalentie rokers veel lager dan het landelijke gemiddelde van 31% waardoor het lijkt dat relatief minder longartsen roken. Het kan echter niet worden uitgesloten dat onze bevinding veroorzaakt is door selectieve respons. Het is mogelijk dat rokende longartsen minder geneigd zijn een vragenlijst over stoppen-metroken in te vullen, wat zou betekenen dat de gevonden prevalentie rokers onder de longartsen een onderschatting is. De overige bevindingen van deze studie zullen bediscussieerd worden aan de hand van de vijf onderzoeksvragen (zie inleiding). Ad 1) Wat is de mening en het gedrag van longartsen met betrekking tot de registratie, de advisering en de begeleiding van patiënten die (willen stoppen met) roken? Longartsen vinden het rookgedrag van hun patiënten een belangrijk probleem. Dit wordt mogelijk veroorzaakt door het feit dat veel van de klachten warmee hun patiënten op consult komen gerelateerd zijn aan roken. De meeste longartsen zijn daarom actief in het achterhalen van de rookstatus van de patiënt. Dit wordt door een groot deel van de longartsen in de meeste gevallen uitgevoerd tijdens het eerste bezoek van de patiënt. De meeste longartsen controleren tevens de rookstatus tijdens vervolgconsulten. Registratie vindt plaats in het dossier van de patiënt waarin echter niet altijd de besproken aspecten ten aanzien van het (stoppen-met-) roken worden genoteerd. Longartsen vinden het belangrijk rokers te adviseren te stoppen met roken, waarschijnlijk omdat roken een belangrijke oorzaak is voor het ontstaan van luchtwegklachten en een ongunstig effect heeft op het beloop van deze klachten. Longartsen zijn niet van mening dat met dit advies gewacht moet worden totdat de patiënt er zelf over begint. Reeds tijdens het eerste consult wordt door een groot deel van de longartsen meestal tot altijd het advies gegeven 19

22 om te stoppen-met-roken. Verder vinden zij dat een ongemotiveerde patiënt overtuigd moet worden om te stoppen-met-roken. Deze attitudes impliceren dat de longarts een actief gedrag vertoond met betrekking tot de advisering van patiënten die roken. Het lijkt echter dat het soort advies dat door longartsen wordt gegeven uiteen loopt. De meeste longartsen vinden dat de patiënt van de ene op de andere dag geheel moet stoppen met roken terwijl sommige longartsen het advies geven eerst minder te gaan roken. Hoewel longartsen het belangrijk vinden de rookstatus van de patiënt te registreren en de patiënt te adviseren te stoppen met roken, zien veel longartsen het niet als een onderdeel van hun rol om patiënten zelf te begeleiden tijdens een stoppoging. Zij vinden dit eerder een taak van de longverpleegkundige of de huisarts. Ad 2) Welke van de bestaande hulpmiddelen voor stoppen-met-roken worden door longartsen voorgeschreven en/of aanbevolen en hoe vaak wordt dit gedaan? Bupropion wordt door longartsen het meest voorgeschreven als hulpmiddel voor stoppen-metroken. Daarnaast wordt het gebruik van nicotinepleisters en nicotinekauwgom aanbevolen. Ruim tweederde van de longartsen had gedurende de vier weken voorafgaande aan het invullen van de vragenlijst bupropion voorgeschreven aan gemiddeld vier tot vijf patiënten. Ervan uitgaande dat longartsen in dezelfde periode ongeveer 20 rokers hadden geadviseerd om te stoppen met roken, betekent dit dat een groot deel van de longartsen bij elke vierde roker die wil stoppen met roken bupropion voorschrijft. Hoe is deze populariteit van bupropion te verklaren? Mogelijk zijn de longartsen van mening dat bupropion het meest effectieve hulpmiddel is om te stoppen met roken. Een andere verklaring is dat het voorschrijven van pillen minder tijd van de longarts vraagt dan persoonlijke begeleiding. Persoonlijke begeleiding door de longarts in de vorm van counseling vindt relatief weinig plaats. Slechts 27% van de respondenten had in de vier weken voorafgaande aan de vragenlijst de L-MIS (minimale interventiestrategie voor de longarts) toegepast. Een groot deel van de longartsen (70%) had in dezelfde periode een roker doorverwezen naar de longverpleegkundige. Blijkbaar heeft de persoonlijke begeleiding van rokers die willen stoppen met roken geen prioriteit voor de longarts, maar schakelen zij hiervoor specialistische hulp in. Taken die door de longarts worden gedelegeerd zijn vooral het voorbereiden van een stoppoging, het vastleggen van een stopdag en het bespreken van (gebruik van) farmacotherapie. 20

23 Ad 3) Hoe denken longartsen over de effectiviteit van hun advies? Meer dan de helft van de longartsen acht zich niet in staat patiënten voldoende te begeleiden tijdens een stoppoging. Dit zou ermee te maken kunnen hebben dat longartsen belemmeringen ervaren ten aanzien van de begeleiding van patiënten zoals tijdgebrek en ontbrekende motivatie bij de patiënt. Een andere oorzaak is waarschijnlijk dat slechts 40% van de longartsen de benodigde vaardigheden denkt te bezitten om patiënten actief te kunnen ondersteunen tijdens een stoppoging. Het lijkt dus alsof longartsen de effectiviteit van hun advies over het algemeen niet hoog inschatten. Ad 4) Tegen welke problemen lopen longartsen aan wanneer zij roken en stoppen-metroken bij hun patiënten ter sprake brengen? Lage motivatie om het rookgedrag te veranderen is het belangrijkste probleem voor longartsen wanneer zij roken en stoppen-met-roken ter sprake brengen bij een patiënt. Voor 56% van de longartsen is er naast ontbrekende motivatie bij een patiënt geen andere reden om stoppen-metroken niet te bespreken. Van de overige longartsen is naast het gebrek aan motivatie, tijdgebrek het belangrijkste probleem. Gezien de grote vraag naar specialistische zorg die tot uitdrukking komt in wachtlijsten, laat het primaire takenpakket van de longarts weinig ruimte over voor de aanpak van roken. Voor een deel van de longartsen speelt onvoldoende scholing echter ook een rol. Dat betekent dat zij onvoldoende kennis en vaardigheden bezitten om patiënten goed te kunnen adviseren en te kunnen begeleiden met betrekking tot het (stoppen-met-) roken. In tegenstelling tot tijdsdruk en een ongemotiveerde patiënt is het ontbreken van kennis en vaardigheden een probleem dat relatief makkelijk op te lossen is. De resultaten geven aanleiding te veronderstellen dat longartsen voor zichzelf toch een belangrijke rol zien weggelegd, aangezien ongeveer een kwart van de longartsen in de twaalf maanden voorafgaande aan de vragenlijst na- of bijscholing hadden gevolgd met betrekking tot stoppen-met-roken. Dit is een aanzienlijk deel van de longartsen, aangezien zij zich ook op velerlei andere aandachtsgebieden moeten bijscholen. Uitgaande van het eerder beschreven probleem van selectieve respons is het mogelijk dat het gevonden percentage longartsen dat na- of bijscholing volgt een overschatting betreft. 21

24 Ad 5) Wat verwachten longartsen van richtlijnen voor de behandeling van nicotineverslaving en welke belemmeringen verwachten zij wat betreft de implementatie? Het overgrote deel van de longartsen (90%) vindt de ontwikkeling van richtlijnen voor de behandeling van nicotineverslaving zinvol. Dit is hoopgevend met betrekking tot de implementatie van de richtlijnen die momenteel worden ontwikkeld. Wat de inhoud van de richtlijnen betreft is het merendeel van de longartsen het erover eens dat het monitoren van de rookstatus van de patiënt van belang is en dat tijdens elk consult elke roker geadviseerd dient te worden om te stoppen met roken. Wat de begeleiding van rokers die willen stoppen-met-roken betreft, vinden de meeste longartsen dat de longverpleegkundige een belangrijkere rol zou moeten spelen. Ongeveer de helft van de longartsen vindt dat elke roker begeleid dient te worden tijdens een stoppoging. Ten aanzien van de ondersteuning tijdens een stoppoging vinden veel longartsen het gebruik van hulpmiddelen belangrijk: 75% van de longartsen is het ermee eens dat hulpmiddelen en methoden om te stoppen met roken vooraf duidelijk besproken dienen te worden. Conclusie Roken en stoppen-met-roken wordt door longartsen als een belangrijk probleem gezien. Zij zijn zelf actief in het registreren en monitoren van het rookgedrag van de patiënt en in het bespreken van de gezondheidsrisico s veroorzaakt door roken. De begeleiding van patiënten die willen stoppen met roken heeft voor longartsen geen prioriteit. Hiervoor wordt specialistische hulp ingeschakeld, vooral die van een longverpleegkundige. In veel gevallen wordt volstaan met het voorschrijven van bupropion. Longartsen hebben een lage effectiviteitsverwachting ten aanzien van hun advies over stoppen-met-roken. Dit heeft vooral te maken met het feit dat de patiënten die zij zien niet gemotiveerd zijn om te stoppen met roken en er bovendien tijd ontbreekt voor adequate begeleiding. De ontwikkeling van richtlijnen voor nicotineverslaving wordt door longartsen ondersteund waardoor de kans op implementatie toeneemt. Aanbevelingen voor de bruikbaarheid en de implementatie van de richtlijn Wat betreft de inhoud van de richtlijn dient eenduidigheid te worden geschapen over het soort advies dat gegeven wordt. De longarts heeft duidelijke informatie nodig hoe verschillende doelgroepen patiënten het meest effectief benaderd kunnen worden. Het is bijvoorbeeld 22

25 belangrijk om te weten of een patiënt geadviseerd dient te worden om eerst minder te gaan roken of in een keer geheel te stoppen met roken. Daarnaast moet de longarts kunnen beslissen wanneer welke patiënt doorverwezen kan worden voor verdere begeleiding tijdens een stoppoging. Meer kennis over de bestaande infrastructuur voor de behandeling van nicotineverslaving is daarvoor noodzakelijk. Een belangrijk aandachtspunt voor de implementatie van de richtlijn is de haalbaarheid van het gedrag dat van de longarts verwacht wordt. Om deze te verhogen dient rekening te worden gehouden met belangrijke belemmeringen die de longartsen ervaren ten aanzien van het bespreken van stoppen-met-roken. Dit is vooral een (structureel) gebrek aan tijd. Daarnaast moet een richtlijn handvaten bieden over het omgaan met een ongemotiveerde patiënt. Om de kans op succesvolle implementatie te maximaliseren is het aanbieden van na- of bijscholing over de inhoud en de toepassing van de richtlijn wenselijk. 23

26

27

28

Roken en Stoppen-met-roken in de Eerste en Tweede Lijn van de Gezondheidszorg

Roken en Stoppen-met-roken in de Eerste en Tweede Lijn van de Gezondheidszorg Roken en Stoppen-met-roken in de Eerste en Tweede Lijn van de Gezondheidszorg Attitudes, gedrag en eigen effectiviteit van huisartsen, cardiologen en cardiologen Resultaten van een vragenlijstonderzoek

Nadere informatie

Roken en Stoppen-met-roken in de Eerste en Tweede Lijn van de Gezondheidszorg

Roken en Stoppen-met-roken in de Eerste en Tweede Lijn van de Gezondheidszorg Roken en Stoppen-met-roken in de Eerste en Tweede Lijn van de Gezondheidszorg Attitudes, gedrag en eigen effectiviteit van huisartsen, longartsen en cardiologen Resultaten van een vragenlijstonderzoek

Nadere informatie

Bepalingencluster Roken: rookgedrag en rookverleden

Bepalingencluster Roken: rookgedrag en rookverleden Bepalingencluster Roken: rookgedrag en rookverleden Cluster voor het nagaan van het huidige rookgedrag en het rookverleden. Dit cluster maakt deel uit van het adviseren, voorbereiden, start van de begeleiding

Nadere informatie

Rapportage 2016 Rookvrij! Ook jij? begeleiding

Rapportage 2016 Rookvrij! Ook jij? begeleiding Rapportage 2016 Rookvrij! Ook jij? begeleiding Sinds 2008 verzorgt SineFuma Stoppen met roken begeleiding via het aanbieden van groepstrainingen en inmiddels ook via persoonlijke (telefonische) coachings

Nadere informatie

Inkoopbeleid Stoppen met Roken 2013 binnen de Integrale bekostiging

Inkoopbeleid Stoppen met Roken 2013 binnen de Integrale bekostiging Inkoopbeleid Stoppen met Roken 2013 binnen de Integrale bekostiging 1 Algemeen Met ingang van 2013 verandert de vergoeding voor Stoppen-met-Roken begeleiding (SMR). De vergoeding van gedragsmatige ondersteuning

Nadere informatie

Protocol module Stoppen met Roken Generiek

Protocol module Stoppen met Roken Generiek Protocol module Stoppen met Roken Generiek ZIO Versie.0, 70803 Inhoud Inleiding... 2 H-MIS (Minimale Interventie Strategie)... 3 Groepsprogramma Stoppen met Roken... 4 Behandeling SMR buiten de ketenzorg...

Nadere informatie

Roken onder volwassenen De harde feiten 2010

Roken onder volwassenen De harde feiten 2010 Roken onder volwassenen De harde feiten 2010 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 1958 1960 1962 1964 1966 1968 1970 1972 1974 1976 1978 1980 Percentage niet rokers onder de Nederlandse bevolking

Nadere informatie

FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2013

FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2013 FACTSHEET MAART 2014 FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2013 KERNPUNTEN Een kwart (25%) van de Nederlandse bevolking vanaf 15 jaar rookt in 2013: 19% rookt dagelijks en 6% niet dagelijks. Het percentage

Nadere informatie

Evidence-based stoppen met roken: kennis & knelpunten

Evidence-based stoppen met roken: kennis & knelpunten Evidence-based stoppen met roken: kennis & knelpunten Daniel Kotz Department of General Practice School for Public Health and Primary Care (CAPHRI) Maastricht University Medical Centre The Netherlands

Nadere informatie

Het effect van het vergoeden van ondersteuning voor stoppen met roken

Het effect van het vergoeden van ondersteuning voor stoppen met roken Het effect van het vergoeden van ondersteuning voor stoppen met roken Resultaten van een gerandomiseerd experiment Universiteit Maastricht Care and Public Health Research Institute Capaciteitsgroep Huisartsgeneeskunde

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) De SMOKE studie Achtergrond Chronisch obstructief longlijden, ook wel Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) genoemd, word gezien als een wereldwijd gezondheidsprobleem. Ten gevolge van onder andere

Nadere informatie

Stoppen met roken. Groepstraining in het CWZ

Stoppen met roken. Groepstraining in het CWZ Stoppen met roken Groepstraining in het CWZ 2 Stoppen met roken kun je leren! Het valt niet mee om te stoppen met roken. Dat blijkt wel uit het feit dat dagelijks duizenden mensen proberen te stoppen met

Nadere informatie

DISCLOSURE BELANGEN SPREKERS: GEEN BELANGENVERSTRENGELING KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK

DISCLOSURE BELANGEN SPREKERS: GEEN BELANGENVERSTRENGELING KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK DISCLOSURE BELANGEN SPREKERS: GEEN BELANGENVERSTRENGELING KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK Stoppen met roken hoe doe je dat? Epidemiologie roken (1) 28% volwassenen rookt (2004) Hoogste

Nadere informatie

Roken onder volwassenen De harde feiten 2012

Roken onder volwassenen De harde feiten 2012 Roken onder volwassenen De harde feiten 2012 10 9 8 Rokers 7 6 5 Niet-rokers Verdeling Nederlandse bevolking (15 jaar en ouder) naar % rokers en % niet-rokers 1975-2012 Percentage rokers naar categorie

Nadere informatie

Stop-Roken-Poli. De tweede afspraak is op de afgesproken

Stop-Roken-Poli. De tweede afspraak is op de afgesproken Stoppen met roken Als u wilt stoppen met roken heeft u binnen het ULC Dekkerswald en UMC St Radboud twee mogelijkheden: Als patiënt bestaat de mogelijkheid doorverwezen te worden door uw longarts of longverpleegkundige

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg Proces klachtbehandeling 2011................................................................... Antidiscriminatievoorziening Limburg Mei 2012...................................................................

Nadere informatie

RAPPORTAGE. Evaluatie van de Echt stoppen met roken kan met de juiste hulp campagne

RAPPORTAGE. Evaluatie van de Echt stoppen met roken kan met de juiste hulp campagne RAPPORTAGE Evaluatie van de Echt stoppen met roken kan met de juiste hulp campagne Voorwoord In deze rapportage wordt beschreven of de doelstellingen van de Echt stoppen met roken kan met de juiste hulp

Nadere informatie

Het DO-IT project: SMS-berichten als middel om de implementatie van de Richtlijn Tabaksverslaving te optimaliseren

Het DO-IT project: SMS-berichten als middel om de implementatie van de Richtlijn Tabaksverslaving te optimaliseren Het DO-IT project: SMS-berichten als middel om de implementatie van de Richtlijn Tabaksverslaving te optimaliseren Eline Meijer Rianne van der Kleij Dewi Segaar Niels Chavannes Digitale Optimalisatie Implementatie

Nadere informatie

Rookt u? En denkt u erover om te stoppen? De rook-stop-polikliniek kan u hierbij helpen.

Rookt u? En denkt u erover om te stoppen? De rook-stop-polikliniek kan u hierbij helpen. Rookt u? En denkt u erover om te stoppen? De rook-stop-polikliniek kan u hierbij helpen. De rook-stop-polikliniek Zoals bekend is roken zeer schadelijk voor de gezondheid. Daarom heeft het St. Anna Ziekenhuis

Nadere informatie

Bij voorbaat hartelijk dank voor uw medewerking en tot ziens op onze poli.

Bij voorbaat hartelijk dank voor uw medewerking en tot ziens op onze poli. Medisch Spectrum Twente ziekenhuis Enschede Geachte mevrouw, heer, U heeft zich aangemeld voor de Stoppen met roken poli. Om u goed te kunnen begeleiden is het noodzakelijk dat u deze vragenlijst vooraf

Nadere informatie

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering Behorende

Nadere informatie

Gedragsmatige ondersteuning bij stoppen met roken in de zorg. Dewi Segaar (STIVORO) & Hetty de Laat (Groei in communicatie)

Gedragsmatige ondersteuning bij stoppen met roken in de zorg. Dewi Segaar (STIVORO) & Hetty de Laat (Groei in communicatie) Gedragsmatige ondersteuning bij stoppen met roken in de zorg Dewi Segaar (STIVORO) & Hetty de Laat (Groei in communicatie) Behandeling van tabaksverslaving Farmacologische ondersteuning: 10 sigaretten

Nadere informatie

Waarschuwende teksten op sigarettenpakjes

Waarschuwende teksten op sigarettenpakjes nipo het marktonderzoekinstituut Postbus 247 00 ae Amsterdam Grote Bickersstraat 74 Telefoon (020) 522 54 44 Fax (020) 522 53 33 E-mail info@nipo.nl Internet www.nipo.nl NIPO het marktonderzoekinstituut

Nadere informatie

Meting stoppers-met-roken juli 2008

Meting stoppers-met-roken juli 2008 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppers-met-roken juli 2008

Nadere informatie

Patiënteninformatieblad voor deelname monitoren Zorgprogramma Kanker Versie 1.0 juli 2012

Patiënteninformatieblad voor deelname monitoren Zorgprogramma Kanker Versie 1.0 juli 2012 Patiënteninformatieblad voor deelname monitoren Zorgprogramma Kanker Versie 1.0 juli 2012 Onderzoek naar de antroposofische zorg die verleend wordt aan patiënten met kanker en het effect van de zorg. Geachte

Nadere informatie

Rapportage 2015 groepstraining Rookvrij! Ook jij?

Rapportage 2015 groepstraining Rookvrij! Ook jij? Rapportage 2015 groepstraining Rookvrij! Ook jij? Sinds 2008 verzorgt SineFuma Stoppen met roken begeleiding middels het aanbieden van groepstrainingen. De groepstrainingen Rookvrij! Ook jij? zijn geschikt

Nadere informatie

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten.

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Inleiding Ziekte gerelateerde ondervoeding is nog steeds een groot probleem binnen de Nederlandse

Nadere informatie

ZORGSTANDAARD TABAKSVERSLAVING

ZORGSTANDAARD TABAKSVERSLAVING ZORGSTANDAARD TABAKSVERSLAVING VAN MODULE STOPPEN MET ROKEN NAAR STANDAARD TABAKSVERSLAVING MIRIAM DE KLEIJN, ADVISEUR PINK-FOX, HUISARTS NIET PRAKTISEREND, EPIDEMIOLOOG, LID PARTNERSHIP SMR NAMENS LHV

Nadere informatie

Rapport. Roken en Zwangerschap. Jordy van der Steen. B-1272 Juli 2002. Bestemd voor: DEFACTO voor een rookvrije toekomst Den Haag

Rapport. Roken en Zwangerschap. Jordy van der Steen. B-1272 Juli 2002. Bestemd voor: DEFACTO voor een rookvrije toekomst Den Haag nipo het marktonderzoekinstituut Postbus 247 1000 ae Amsterdam Grote Bickersstraat 74 Telefoon (020) 522 54 44 Fax (020) 522 53 33 Email info@nipo.nl Internet www.nipo.nl Rapport Roken en Zwangerschap

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011)

Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011) Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011) Inhoudsopgave Verslag 2-4 Grafieken 5-10 Samenvatting resultaten 11-16 Bijlage - Vragenlijst 17+18 Cohesie Cure and Care Hagerhofweg 2 5912 PN

Nadere informatie

Stoppen met roken. Rookstop polikliniek. mca.nl

Stoppen met roken. Rookstop polikliniek. mca.nl Stoppen met roken Rookstop polikliniek mca.nl Inhoudsopgave Waarom stoppen met roken? 3 Waarom mislukken veel stoppogingen? 3 Wat kunt u verwachten? 3 Wat verwachten wij van u? 4 Hoe werken wij? 4 Kosten

Nadere informatie

Afdeling: Longziekten. Onderwerp: Stop rokenpoli

Afdeling: Longziekten. Onderwerp: Stop rokenpoli Afdeling: Longziekten Onderwerp: Stop rokenpoli Stoppen doet u zelf, wij zijn er om gestopt te blijven U denkt er over te stoppen met roken. In deze folder leest u hoe u onder begeleiding van de longarts

Nadere informatie

Rookstoppolikliniek " Stoppen doet u zelf, wij zijn er om gestopt te blijven."

Rookstoppolikliniek  Stoppen doet u zelf, wij zijn er om gestopt te blijven. Rookstoppolikliniek " Stoppen doet u zelf, wij zijn er om gestopt te blijven." U denkt er over te stoppen met roken. In deze folder leest u hoe u met begeleiding van de rookstopcoach en longarts op de

Nadere informatie

Kwaliteitscriteria zorgverleners voor het geven van begeleiding bij het stoppen met roken*

Kwaliteitscriteria zorgverleners voor het geven van begeleiding bij het stoppen met roken* Kwaliteitscriteria zorgverleners voor het geven van begeleiding bij het stoppen met roken* Om te garanderen dat zorgverleners kwalitatieve en effectieve zorg bij stoppen met roken aanbieden dienen zorgverleners

Nadere informatie

Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren

Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren Onderzoek in opdracht van VWS December 2017 244108113 Inhoud 1 Inleiding 01 2 Belangrijkste resultaten en samenvatting 07 3 In

Nadere informatie

AANVRAAG NICOTINEVERVANGENDE MIDDELEN / GENEESMIDDELEN BIJ STOPPEN MET ROKEN

AANVRAAG NICOTINEVERVANGENDE MIDDELEN / GENEESMIDDELEN BIJ STOPPEN MET ROKEN AANVRAAG NICOTINEVERVANGENDE MIDDELEN / GENEESMIDDELEN BIJ STOPPEN MET ROKEN Achmea, Avéro, DVZ, FBTO, Interpolis, OZF Achmea, Zilveren Kruis, AGIS, Pro Life, Take Care Now, De Amersfoortse, De Friesland,

Nadere informatie

FACTSHEET ROKEN ONDER VOLWASSENEN: KERNCIJFERS 2016 OKTOBER 2017 KERNPUNTEN

FACTSHEET ROKEN ONDER VOLWASSENEN: KERNCIJFERS 2016 OKTOBER 2017 KERNPUNTEN OKTOBER 2017 FACTSHEET ROKEN ONDER VOLWASSENEN: KERNCIJFERS 2016 KERNPUNTEN In 2016 rookte iets minder dan een kwart (24,1%) van de bevolking van 18 jaar en ouder. Dit is een daling ten opzichte van 2015

Nadere informatie

FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2014

FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2014 FACTSHEET APRIL 201 FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2014 KERNPUNTEN Iets minr dan een kwart (23%) van Nerlandse bevolking vanaf 1 jaar rookte in 2014. Dat is een vergeleken met 2013 (2%). Ook

Nadere informatie

Werkt Guided Care in jouw huisartsenpraktijk? Resultaten van een pilot bij vijf Nederlandse huisartsenpraktijken. multi.

Werkt Guided Care in jouw huisartsenpraktijk? Resultaten van een pilot bij vijf Nederlandse huisartsenpraktijken. multi. Werkt Guided Care in jouw huisartsenpraktijk? Resultaten van een pilot bij vijf Nederlandse huisartsenpraktijken multi morbiditeit Nieuwe werkwijze voor mensen met meerdere chronische aandoeningen Werkt

Nadere informatie

Ervaringen en trainingsbehoefte professionals jeugdzorg

Ervaringen en trainingsbehoefte professionals jeugdzorg Ervaringen en trainingsbehoefte professionals jeugdzorg transformatie jeugdzorg FoodValley INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 2 1.1. Aanleiding... 2 1.2. Doel- en probleemstelling... 2 1.3. Methode... 2 1.4.

Nadere informatie

Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg

Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Anne Brabers, Margreet Reitsma en Roland Friele. Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

Nadere informatie

De Stoppen-met-Roken polikliniek

De Stoppen-met-Roken polikliniek De Stoppen-met-Roken polikliniek 2 Roken, een lichamelijke en geestelijke verslaving Roken is verslavend. Naast de lichamelijke behoefte om te roken, is er ook een geestelijke behoefte om te roken. Dat

Nadere informatie

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender Digitaal Cursisten - Panelonderzoek 1 WoonWerk Jonna Stasse Woerden, mei 2007 In geval van overname van het datamateriaal is bronvermelding

Nadere informatie

Bijsluiter gebruik stoppen met roken -indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Bijsluiter gebruik stoppen met roken -indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3 Bijsluiter gebruik stoppen met roken -indicatoren in de huisartsenpraktijk Fenna Schouten f.schouten@nhg.org 09-02-2017 Versie 3 Inhoud Overzicht indicatoren... 2 Beschrijving per indicator... 3 Pagina

Nadere informatie

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Onderzoek Trappers rapportage Opdrachtgever Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Opdrachtnemer DTV Consultants B.V. Ruben van den Hamsvoort en Alex van Ingen POM 8267 Breda, maart 2009

Nadere informatie

Proefimplementatie vergoeding van ondersteuning bij het stoppen met roken

Proefimplementatie vergoeding van ondersteuning bij het stoppen met roken Proefimplementatie vergoeding van ondersteuning bij het stoppen met roken Resultaten van het begeleidend onderzoek Bellis van den Berg 1, Jorien Soethout 1 Het ministerie van VWS heeft een proefimplementatie

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Stoppen met roken. Longgeneeskunde

Stoppen met roken. Longgeneeskunde Stoppen met roken Longgeneeskunde Waarom is stoppen met roken zo moeilijk? Wie eenmaal begonnen is met roken, komt daar moeilijk vanaf. Roken is een verslaving. Nicotine is één van de sterkst verslavende

Nadere informatie

De verpleegkundige als melder van bijwerkingen?

De verpleegkundige als melder van bijwerkingen? De verpleegkundige als melder van bijwerkingen? Verslag van de resultaten van een enquête maart 2016 De verpleegkundige als melder van bijwerkingen? Samenvatting 3 1 Inleiding 4 2 Enquête 5 3 Resultaten

Nadere informatie

1 NIVEL, 2 Nictiz. Wat is een e-consult? zorgverleners gaf in % van de onderzoek, een eerder consult of een controle-afspraak.

1 NIVEL, 2 Nictiz. Wat is een e-consult? zorgverleners gaf in % van de onderzoek, een eerder consult of een controle-afspraak. Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL en Nictiz, behorend bij de ehealth-monitor 2017. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt (Anne Brabers, Ilse Swinkels, Britt van Lettow en Judith

Nadere informatie

KERNCIJFERS ROKEN IN NEDERLAND

KERNCIJFERS ROKEN IN NEDERLAND 26% rookt 28% doet stoppoging 80% van plan om te stoppen 19 duizend sterfgevallen door roken KERNCIJFERS ROKEN IN NEDERLAND Een overzicht van recente Nederlandse basisgegevens over rookgedrag 2012 Roken

Nadere informatie

RAPPORTAGE ONDERZOEK COPANETWERKEN IN ZIEKENHUIZEN

RAPPORTAGE ONDERZOEK COPANETWERKEN IN ZIEKENHUIZEN RAPPORTAGE ONDERZOEK COPANETWERKEN IN ZIEKENHUIZEN Maris patiëntgericht communiceren, december 2010 1. Maris patiëntgericht communiceren, 2010 Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar

Nadere informatie

Resultaten Bewonersenquête De Gravin Utrecht Zijn de WKO-problemen verholpen? Kunt u afrekenen met Mitros Warmte BV?

Resultaten Bewonersenquête De Gravin Utrecht Zijn de WKO-problemen verholpen? Kunt u afrekenen met Mitros Warmte BV? Resultaten Bewonersenquête De Gravin Utrecht Zijn de WKO-problemen verholpen? Kunt u afrekenen met Mitros Warmte BV? Aanleiding Veel bewoners van De Gravin Utrecht hebben problemen ervaren met de WKO-

Nadere informatie

Kerncijfers roken in Nederland

Kerncijfers roken in Nederland 20.000 sterfgevallen door roken Kerncijfers roken in Nederland Een overzicht van recente Nederlandse basisgegevens over rookgedrag 28% rookt 27% doet stoppoging 25 miljard verkochte sigaretten 2009 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor

Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor Datum 18 mei 2011 Steller E. Koning Afdeling C&R Versie 1.3 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Evaluatie... 4 2.1 Populatie... 4 2.2 Bekendheid

Nadere informatie

KERNCIJFERS ROKEN IN NEDERLAND

KERNCIJFERS ROKEN IN NEDERLAND 25% rookt 26% doet stoppoging 23 miljard verkochte sigaretten 19 duizend sterfgevallen door roken KERNCIJFERS ROKEN IN NEDERLAND Een overzicht van recente Nederlandse basisgegevens over rookgedrag 2011

Nadere informatie

Jaarrapport Cenzo totaal 2013

Jaarrapport Cenzo totaal 2013 Jaarrapport Cenzo totaal 2013 Copyright Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Cenzo worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt. Voor het gebruik van de informatie

Nadere informatie

Rookstopbegeleiding. Informatiebrochure patiënten

Rookstopbegeleiding. Informatiebrochure patiënten Rookstopbegeleiding Informatiebrochure patiënten 1. Stoppen is geweldig... 4 2. Motivatie... 5 3. Rookstopprogramma van het UZA... 7 4. Kosten... 7 Contact...8 Beste roker, Welkom in het UZA. Definitief

Nadere informatie

Groepstraining Rookvrij! Ook jij?

Groepstraining Rookvrij! Ook jij? Groepstraining Rookvrij! Ook jij? In 2014 hebben er in totaal 93 groepstrainingen plaatsgevonden. In totaal zijn 974 deelnemers begonnen, waarvan 8 na afloop gestopt was met roken. Hieronder vind u een

Nadere informatie

Geslacht. Leeftijd. Verwijzing

Geslacht. Leeftijd. Verwijzing Database Stoppen met roken 2013-2014 In 2013 hebben in totaal 235 patiënten de stoppen met roken kliniek bezocht voor een intakegesprek. Hieronder wordt o.a. beschreven via welke weg verwijzing heeft plaatsgevonden,

Nadere informatie

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Cliënten zijn tevreden over hoe het proces nu verloopt, voornamelijk door de inzet van traditionele communicatiekanalen 23 juli 2014 Versie 1,0 Inhoudsopgave Doelstelling

Nadere informatie

AFKORTINGEN IN TABELLEN

AFKORTINGEN IN TABELLEN VERANTWOORDING Dit document bevat de tabellen waarop het volgende artikel gebaseerd is: Veer, A.J.E. de, Francke, A.L. Verpleegkundigen positief over bevorderen van zelfmanagement. TVZ: Tijdschrift voor

Nadere informatie

1 INLEIDING... 2 2 ALGEMENE VRAGEN... 3

1 INLEIDING... 2 2 ALGEMENE VRAGEN... 3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 2 2 ALGEMENE VRAGEN... 3 2.1 STAAT UW TURBINE IN FRYSLÂN?... 3 2.2 BENT U DE ENIGE EIGENAAR?... 3 2.3 ZO NIET, WELK AANDEEL IS UW EIGENDOM?... 4 2.4 HOEVEEL TURBINES HEEFT

Nadere informatie

Rookt u en denkt u erover om te stoppen? De rook-stop-polikliniek

Rookt u en denkt u erover om te stoppen? De rook-stop-polikliniek Rookt u en denkt u erover om te stoppen? De rook-stop-polikliniek De rook-stop-polikliniek Zoals bekend is roken zeer schadelijk voor de gezondheid. Daarom heeft het St. Anna Ziekenhuis een rook-stop-polikliniek,

Nadere informatie

Jaarrapport Het Voorbeeld BV 2007

Jaarrapport Het Voorbeeld BV 2007 Jaarrapport Het Voorbeeld BV 2007 Copyright Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Cenzo worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt. Voor het gebruik van

Nadere informatie

Eindrapportage Huurderstevredenheidonderzoek 2015 uitsplitsing naar kernen. Van goed naar beter

Eindrapportage Huurderstevredenheidonderzoek 2015 uitsplitsing naar kernen. Van goed naar beter Eindrapportage Huurderstevredenheidonderzoek 2015 uitsplitsing naar kernen Van goed naar beter 23-11-2015 Inhoudsopgave Werkwijze 3 Resultaten huurderstevredenheidonderzoek per kern 4 - Over de respondent

Nadere informatie

Voorstelronde Cursusboekje Vertrouwelijk karakter van de bijeenkomsten Verwachtingen uitspreken Hoe zien de bijeenkomsten eruit?

Voorstelronde Cursusboekje Vertrouwelijk karakter van de bijeenkomsten Verwachtingen uitspreken Hoe zien de bijeenkomsten eruit? Bijeenkomst 1 Vandaag Voorstelronde Cursusboekje Vertrouwelijk karakter van de bijeenkomsten Verwachtingen uitspreken Hoe zien de bijeenkomsten eruit? Huiswerk Test invullen om inzicht te krijgen in de

Nadere informatie

Wat moet ik doen als assistente?

Wat moet ik doen als assistente? Wat moet ik doen als assistente? Ruggespraak Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde Huisartsgeneeskunde, Huisartsopleiding Dorpsstraat 12-14 3732 HJ Utrecht Contactpersoon:

Nadere informatie

Het is nooit te laat om te stoppen met roken

Het is nooit te laat om te stoppen met roken Het is nooit te laat om te stoppen met roken Roken is levensgevaarlijk Actief en passief roken zijn volgens een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie wereldwijd verantwoordelijk voor ongeveer 4 miljoen

Nadere informatie

Aanvraag geneesmiddelen bij stoppen met roken

Aanvraag geneesmiddelen bij stoppen met roken Aanvraag geneesmiddelen bij stoppen met roken Achmea, Avéro, DVZ, FBTO, Interpolis, OZF Achmea, Zilveren Kruis, AGIS, Pro Life, Take Care Now, CZ, Delta Lloyd, OHRA, De Amersfoortse, De Friesland, DSW,

Nadere informatie

De Grote (kleine) voicemail-poll

De Grote (kleine) voicemail-poll De Grote (kleine) voicemail-poll De Grote (kleine) voicemail-poll Maken mensen tegenwoordig nog gebruik van voicemail? En hoe staat men tegenover het gebruik van voicemails in het zakelijk verkeer? Mensen

Nadere informatie

Meting stoppers-met-roken juni 2008

Meting stoppers-met-roken juni 2008 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppers-met-roken juni 2008

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten Nationaal onderzoek Over Duurzame Inzetbaarheid

Onderzoeksresultaten Nationaal onderzoek Over Duurzame Inzetbaarheid Onderzoeksresultaten Nationaal onderzoek Over Duurzame Inzetbaarheid Inleiding In de periode van 17 januari tot 17 februari 2012 is het Nationaal onderzoek Over Duurzame Inzetbaarheid gehouden. De vragenlijst

Nadere informatie

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010) worden gebruikt.

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in de huisartspraktijk tijdens kantooruren te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo RAPPORTAGE Gemeente IJsselstein mei 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT 2017 Gemeente IJsselstein Deze samenvatting presenteert de belangrijkste uitkomsten van het cliëntervaringsonderzoek (CEO) Wmo over

Nadere informatie

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Nadere informatie

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht Pilot Brandveilig Leven in rzicht Evaluatie huisbezoeken VERSIEBEHEER Versie Datum Auteur 1. juni 212 RP 1.1 2 juni 212 RP 1 Samenvatting Dit is de evaluatie van de pilot Brandveilig leven in rzicht, die

Nadere informatie

Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012

Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012 Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012 Auteurs: Dr. Gert-n Meerkerk Dr. Tim M. Schoenmakers Rotterdam, november 2012 IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en

Nadere informatie

Waarom rookt de lage SES?

Waarom rookt de lage SES? Waarom rookt de lage SES? En hoe help je ze stoppen? Linda Springvloet Lspringvloet@trimbos.nl Achtergrond 2 Wat is sociaaleconomische status? SES: Positie in sociale hiërarchie Indicatoren: Opleiding

Nadere informatie

Bepalingenclusters CVRM

Bepalingenclusters CVRM Bepalingenclusters CVRM Onderstaande clusters zijn afkomstig uit de HIS-tabel Bepalingenclusters en zijn in verschillende HIS en ingebouwd. De clusters zijn opgebouwd uit bepalingen uit de HIS-tabel diagnostische

Nadere informatie

Waarom mislukt stoppen met roken?

Waarom mislukt stoppen met roken? Stoppen met roken Stoppen met roken U denkt erover om te stoppen met roken. In deze folder leest u over het Stoppen met Roken programma van Spaarne Prevent. Waarom stoppen met roken? Veel mensen denken

Nadere informatie

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld.

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld. rriercoj Gemeenteraad Barneveld Postbus 63 3770 AB BARNEVELD Barneveld, 27 augustus 2015 f Ons kenmerk: Ö^OOJcfc Behandelend ambtenaar: I.M.T. Spoor Doorkiesnummer: 0342-495 830 Uw brief van: Bijlage(n):

Nadere informatie

Voorbeeldbrief A: Bevestiging geen deelname meer aan zorgprogramma

Voorbeeldbrief A: Bevestiging geen deelname meer aan zorgprogramma Voorbeeldbrief A: Bevestiging geen deelname meer aan zorgprogramma Onderwerp: Bevestiging dat u niet meer wilt meedoen aan het zorgprogramma hart- en vaatziekten Geachte heer/ mevrouw , Uw

Nadere informatie

KERNCIJFERS ROKEN 2017

KERNCIJFERS ROKEN 2017 OKTOBER 2018 KERNCIJFERS ROKEN 2017 DE LAATSTE CIJFERS OVER ROKEN, STOPPEN MET ROKEN, MEEROKEN EN HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE SIGARETTEN ROKEN IN NEDERLAND 23,1% van de volwassenen (18 jaar en ouder)

Nadere informatie

Bijlage 30: Bepalingenclusters COPD en roken

Bijlage 30: Bepalingenclusters COPD en roken Bijlage 30: Bepalingenclusters COPD en roken Onderstaande clusters zijn afkomstig uit de HIS-tabel Bepalingenclusters en zijn in verschillende HIS en ingebouwd. De clusters zijn opgebouwd uit en uit de

Nadere informatie

Deel 2: maak een keuze

Deel 2: maak een keuze Je rookgedrag veranderen Deel 2: maak een keuze In deel 1 heb je stilgestaan bij je rookgedrag. Je hebt geregistreerd hoeveel en in welke omstandigheden je rookt. Mogelijks was je wel verwonderd over de

Nadere informatie

Stop met rokenpoli. Longziekten. Beter voor elkaar

Stop met rokenpoli. Longziekten. Beter voor elkaar Stop met rokenpoli Longziekten Beter voor elkaar 2 3 Stoppen doet u zelf, wij zijn er om gestopt te blijven U denkt er over te stoppen met roken. In deze folder leest u hoe u onder begeleiding van de longarts

Nadere informatie

Huisartsenpraktijk Schinkelkade Inschrijfformulier Invullen in blokletters s.v.p.

Huisartsenpraktijk Schinkelkade Inschrijfformulier Invullen in blokletters s.v.p. Huisartsenpraktijk Schinkelkade Inschrijfformulier Invullen in blokletters s.v.p. Gegevens Hoofdinschrijver Hierbij bevestig ik dat ik mij per [ datum ] - - inschrijf als patiënt bij huisartsenpraktijk

Nadere informatie

Yes We Can Fellow onderzoek

Yes We Can Fellow onderzoek Yes We Can Fellow onderzoek Resultaten 2017 1 Inhoud Inleiding... 3 Respons... 3 Eigenschappen responsegroep... 3 Enkelvoudige of meervoudige problematiek... 4 Zorg voorafgaand aan opname... 4 Situatie

Nadere informatie

Financiële opvoeding 2010. Nibud i.s.m. CentiQ, Wijzer in geldzaken

Financiële opvoeding 2010. Nibud i.s.m. CentiQ, Wijzer in geldzaken Financiële opvoeding 2010 Nibud i.s.m. CentiQ, Wijzer in geldzaken Inleiding In deze peiling onder ruim 1000 respondenten is gekeken wat ouders belangrijk vinden dat hun kind leert over omgaan met geld,

Nadere informatie

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek

Nadere informatie

Werkboek Stoppen met roken

Werkboek Stoppen met roken Werkboek Stoppen met roken WWW.ZORROO.NL 1 2 Voorwoord Zorroo staat voor Zorggroep Regio Oosterhout & Omstreken. Wij ondersteunen u bij het stoppen met roken. Dit doen we samen met uw huisarts, praktijkondersteuner

Nadere informatie

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode 2011 2017 Derek de Beurs Annemarie Prins Mark

Nadere informatie

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van 2010-2014

Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van 2010-2014 Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Magnée, T., Beurs, D.P. de, Verhaak. P.F.M. Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek.

Nadere informatie

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken Veranderingen tussen 1998 en 2005 Cyrille Koolhaas en Dr. Marc Willemsen Dit is een publicatie van STIVORO voor een rookvrije toekomst Correspondentieadres

Nadere informatie

Onderzoek: Studiekeuzecheck

Onderzoek: Studiekeuzecheck Onderzoek: Studiekeuzecheck Publicatiedatum: 11-4- 2014 Over dit onderzoek Het 1V Jongerenpanel, onderdeel van EenVandaag, bestaat uit 7000 jongeren van 12 t/m 24 jaar. Aan dit online onderzoek, gehouden

Nadere informatie