KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN `HET LANGE ROND`

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN `HET LANGE ROND`"

Transcriptie

1 KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN `HET LANGE ROND` 1996 ONDERDEEL ROULEREND ONDERZOEK HOOGHEEMRAADSCHAP VAN UITWATERENDE SLUIZEN IN HOLLANDS NOORDERKWARTIER

2 Zicht Chlorofyl Fosfor Stikstof Zuurstof Ammoniak Colibacteriën Zuurgraad Chloride Sulfaat Locatie : voor krooshek gemaal Castricummerpolder Resultaat van beoordelingen Jaar: : voor krooshek gemaal Castricummerpolder Functie: Agrarisch / natuur K.W.F.: 7,1 Watertype:Algemeen Polderwater SEND: klasse 4 Soort water: Zandsloot Normtoetsing E.N.W. Ecologisch profiel Brak karakter 3 Zuur karakter 3 Beheer 2 Saprobie 4 Trofie Variant eigen karakter 2 2

3 SAMENVATTING EN CONCLUSIES Dit rapport bevat de resultaten van het waterkwaliteitsonderzoek van het oppervlaktewater in het beheergebied van het waterschap "Het Lange Rond" in Voorgaande onderzoeken in Het Lange Rond waren in de perioden en In deze rapportage zijn waar mogelijk de resultaten van 1996 vergeleken met de resultaten uit de eerdere onderzoeken. De meetresultaten van 1996 zijn getoetst met 4 methoden: normtoetsing aan de grenswaarden ENW (voorheen AMK; algemene milieukwaliteit); toetsing met KWF-index (waterkwaliteitsindex Kennemerland en West-Friesland); ecologische beoordelingsmethoden van STOWA voor meren en plassen, stromende wateren en sloten; ecologische beoordeling op basis van SEND (Specifiek ecologische normdoelstellingen). Het onderzoek is uitgevoerd met het doel de toestand van de oppervlaktewateren te beschrijven. Enerzijds wordt de vinger aan de pols gehouden door te toetsen aan de geldende normen. Anderzijds wordt, door vergelijking met voorgaand onderzoek uit de periode , gelet op veranderingen in tijd en/of in plaats van de toestand van het oppervlaktewater in Het Lange Rond. Een belangrijk kenmerk van het beheergebied van Het Lange Rond is diversiteit. Dit is niet alleen terug te vinden in het landschap maar ook in het oppervlaktewater. Er komen tien regionaal onderscheiden watertypen voor en vier waterhuishoudkundige functies. Over het algemeen is de toestand van het oppervlaktewater in Het Lange Rond bepaald niet goed te noemen. In 1996 voldeed de samenstelling van het water op ongeveer tweederde van de bezochte locaties niet aan de grenswaarden uit de ENW voor zuurstof, ammoniak, de nutriënten stikstof en fosfor en de zouten sulfaat en chloride. Ook is er in 1996 een lichte verslechtering ten opzichte van voorgaande jaren op het gebied van zuurstof en het voor vissen giftige ammoniak opgetreden. Positief is de lichte verlaging van de aangetroffen fosfor gehaltes, er blijft echter een sterke mate van overbemesting in het water aanwezig. De samenstelling van het oppervlaktewater komt vaak niet overeen met de getalswaarden van de normen van het SEND stelsel. Dit wordt niet alleen veroorzaakt door de aanwezige voedingsstoffen maar ook door de hoeveelheden zouten. Zo voldoet bijvoorbeeld voor wateren die in het gebied liggen met het watertype "Polderwateren onder invloed van zoete kwel" in 60% van de gevallen het gehalte aan sulfaat niet aan de norm, en in 57% van de gevallen voldoen de "Binnenduinrandwateren" niet aan de norm voor Kalium. Het is de vraag of maatregelen bedacht kunnen worden die bijvoorbeeld uitsluitend het kalium gehalte beïnvloeden. De waterkwaliteit van de onderzochte meren en plassen laat nog te wensen over. Dit wordt vooral bepaald door enerzijds het ontbreken van kenmerkende vegetatie, anderzijds de aanwezigheid van een overmatige hoeveelheid algen. Het lijkt er op dat een vermindering van het stikstofgehalte (en niet zozeer een afname van het gehalte aan fosfor) kan leiden tot een afname van de hoeveelheid algen. Dit zou tot gevolg hebben dat het doorzicht van het water vergroot wordt en dat daardoor de kansen voor waterplanten groter worden. Naast de bemestingstoestand blijkt bij de sloten in Het Lange Rond het beheer vaak aanleiding te geven voor een lage waardering van de ecologische toestand. Dit komt vooral tot uitdrukking in de lage soortenrijkdom en de geringe aantallen oeverplanten. Dit zou veroorzaakt kunnen worden door bijvoorbeeld een te steile helling van oevers of door een te intensieve schoning, waardoor planten geen plaats of kans krijgen zich te vestigen. 3

4 De watertypen in Het Lange Rond ("Stilstaan bij Stromen waterhuishoudingsplan provincie Noord-Holland ") Kilometers Typen water (NH) Zz Zilte polderwateren Zb Brakke polderwateren Zl Licht brakke polderwateren Zv Verzoetende polderwateren Br Binnenduinrandwateren Ba Kalkarme duinrellen Pk Polderwateren onder invloed van zoete kwel Pa Algemene polderwateren Dr Kalkrijke duinwateren Da Kalkarme duinwateren Dit rapport is gemaakt door de afdeling water van het hoogheemraadschap en is mede tot stand gekomen door de inzet van Witteveen en Bos raadgevend ingenieurs bv. 4

5 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING EN CONCLUSIES 3 1 INLEIDING 7 2 BESCHRIJVING BEHEERGEBIED HET LANGE ROND 9 3 WATERKWALITEITSONDERZOEK HET LANGE ROND METHODEN VAN BEOORDELEN NORMTOETSING AAN GRENSWAARDEN ENW KWF -INDEX STOWA ECOLOGISCHE BEOORDELINGSSYSTEMEN VOOR SLOTEN, STROMENDE WATEREN EN MEREN EN PLASSEN SPECIFIEK ECOLOGISCHE NORMDOELSTELLINGEN SEND VERGELIJKING TOETSINGRESULTATEN KEUZE VAN MONSTERPUNTEN ANALYSEPROGRAMMA 21 4 TOETSINGSRESULTATEN FYSISCH CHEMISCH (ENW-GRENSWAARDEN EN KWF-INDEX) RESULTATEN NORMTOETSING OPPERVLAKTEWATERKWALITEIT AAN ENW- GRENSWAARDEN TOETSINGSRESULTATEN KWF-INDEX BEPALENDE VARIABELEN VOOR KWF KLASSENINDELING 29 5 TOETSINGSRESULTATEN ECOLOGISCHE BEOORDELING (STOWA EN SEND) ECOLOGISCHE KWALITEIT OPPERVLAKTEWATER VOLGENS STOWA MEREN EN PLASSEN STROMENDE WATEREN SLOTEN ECOLOGISCHE BEOORDELING OPPERVLAKTEWATER VOLGENS SEND-METHODE 53 6 SAMENVATTING EN CONCLUSIES 57 LIJST VAN BIJLAGEN 65 5

6 Zicht Chlorofyl Fosfor Stikstof Zuurstof Ammoniak Colibacteriën Zuurgraad Chloride Sulfaat Locatie : Bergen, noord van Groeneweg thv nr 28. Resultaat van beoordelingen Jaar: : Bergen, noord van Groeneweg thv nr 28. Functie:Agrarisch / natuur K.W.F.: 3,2 Watertype:Algemeen Polderwater SEND: klasse 1 Soort water: licht brakke sloot Normtoetsing E.N.W. Ecologisch profiel Brak karakter Zuur karakter Beheer 3 Saprobie 3 Trofie 3 n Variant eigen karakter 3 6

7 1 INLEIDING Dit rapport bevat de resultaten van het waterkwaliteitsonderzoek van het oppervlaktewater in het beheersgebied Het Lange Rond in Deze resultaten hebben betrekking tot het onderzoek in de polder en boezemwateren dat het Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen in Hollands Noorderkwartier elk jaar verricht in een deel van haar beheersgebied. Over het onderzoek wordt jaarlijks gerapporteerd. In 1996 is de oppervlaktewaterkwaliteit van wateren in het beheersgebied van waterschap Het Lange Rond zowel fysisch/chemisch als biologisch onderzocht. Voorgaande onderzoeken in Het Lange Rond waren in de perioden en Doelstelling Het onderzoek is uitgevoerd vanuit verschillende doelstellingen: Bewaking het vastleggen van de huidige kwaliteit de oppervlaktewateren; Toetsing het toetsen van de waterkwaliteit en ecologische kwaliteit van het aquatisch ecosysteem aan normen; Signalering het verkrijgen van inzicht in en het opsporen van veranderingen (in tijd en ruimte) in de waterkwaliteit; Enerzijds wordt dus de vinger aan de pols gehouden door de onderzoeksresultaten te toetsen aan de geldende normen. Anderzijds wordt, door vergelijking met voorgaand onderzoek uit de periode en , gelet op veranderingen in plaats en/of tijd in de toestand van het oppervlaktewater in Het Lange Rond. De metingen zijn gericht op het toetsen aan geldende normen en het beoordelen met ecologische beoordelingsmethoden. Onderzoek in 1996 Om een algemeen beeld te krijgen van de waterkwaliteit zijn de fysisch/chemische onderzoeksresultaten van 1996 getoetst aan de grenswaarden van ENW (voorheen AMK; algemene milieukwaliteit) en de door het hoogheemraadschap ontwikkelde waterkwaliteitsindex van Kennemerland en Westfriesland (KWF-index). Daarnaast is een ecologische beoordeling uitgevoerd volgens STOWA Ecologische beoordelingsmethoden voor sloten, stromende wateren en meren en plassen. Daarnaast is getoetst met het SEND-stelsel (Specifiek Ecologische Normdoelstellingen). In de SEND zijn normdoelstellingen opgesteld voor abiotische parameters, als randvoorwaarden voor de karakteristieke planten- en macrofaunasoorten van een watertype. In de toekomst zal de nadruk komen te liggen op de ecologische beoordeling volgens de STOWA-methoden. In 1996 is daar een start mee gemaakt. Leeswijzer In de voorliggende rapportage geeft hoofdstuk 2 een korte karakterisering van het onderzoeksgebied Het Lange Rond op basis van een aantal aspecten zoals (geo)hydrologie, landgebruik en voorkomende watertypen. Hoofdstuk 3 beschrijft de opzet van het onderzoek in Hoofdstuk 4 en 5 omvatten de toetsingsresultaten van het onderzoek. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen fysisch/chemische toetsing (normtoetsing en toetsing volgens de KWF-index; hoofdstuk 4) en ecologische beoordeling (met STOWA beoordelingsmethoden en SEND; hoofdstuk 5). De meest opvallende resultaten worden in deze hoofdstukken gepresenteerd en waar mogelijk wordt een vergelijking met de situatie in de periode en gemaakt. Hoofdstuk 6 bevat de samenvatting en conclusies van het totale onderzoek in Het Lange Rond in In de bijlagen I tot en met IV zijn figuren opgenomen met de aanvullende geografische presentaties van onderzoeksresultaten uit 1990, 1993 en 1996, waarnaar in de hoofdtekst wordt verwezen. 7

8 Mijlpalen waterkwaliteitsbeheer Het waterkwaliteitbeheer is geregeld in de wet verontreiniging oppervlaktewateren (1970) en is uitgewerkt in de Indicatieve Meerjaren Programma s water (IMP) en de derde en vierde nota s Waterhuishouding. In het eerste IMP (IMP , Min. V&W, 1976) ligt het accent op het terugdringen van lozingen van ongezuiverd afvalwater. Er werd een beoordelingsysteem uitgewerkt op basis van zuurstofhuishouding en ammoniumstikstof. In 1979 heeft het hoogheemraadschap een verfijning van dit beoordelingsysteem in gebruik genomen, de kwaliteitsindex voor wateren in Kennemerland en West Friesland of KWF. Naast de zuurstofhuishouding en het gehalte aan ammoniumstikstof speelt ook het fosforgehalte in de KWF een rol. In het tweede IMP (IMP , Min. V&W 1981) werd het begrip basiskwaliteit geïntroduceerd. Hiermee wordt een zekere bescherming van zowel menselijke gebruiksfuncties als van aquatische levensgemeenschappen nagestreefd. Er werd een kader geschapen om ecologische normdoelstellingen te formuleren. Voor elk afzonderlijk water zou de natuurlijke situatie beschreven moeten worden Het derde IMP (IMP , Min. V&W 1986) gaf een aanzet tot de invulling van ecologische normdoelstellingen. Een basis hiervoor vormt de indeling van wateren in watertypen en de poging om per watertype een hoogste, een middelste en een laagste kwaliteitsniveau aan te geven (CUWVO 1988). De feitelijke formulering, hantering en toekenning van ecologische doelstellingen (van het hoogste en middelste niveau) wordt nadrukkelijk overgelaten aan de provincies en regionale waterbeheerders. In de Derde nota Waterhuishouding (Min. V&W 1989) werd het in de drie voorgaande IMP s geformuleerde beleid nader uitgewerkt. De integrale benadering staat hierbij centraal. De differentiatie en de invulling van normdoelstellingen naar watertype moeten grotendeels door de waterbeheerder worden verricht. De normdoelstellingen krijgen daarbij het karakter van inspanningsverplichtingen. In de jaren tachtig en negentig werd ingezien dat een watersysteem meer is dan water alleen. Het wordt evenzeer bepaald door waterbodem, oevers, omgeving en door de interactie tussen die componenten. Verder groeide het besef dat waterkwaliteit zijn weerslag heeft op de levensgemeenschap in het water en dat (omgekeerd) die levensgemeenschap een goed beeld geeft van de kwaliteit van water, waterbodem en oevers. Er was behoefte aan een meer ecologisch gerichte beoordeling van waterkwaliteit. In de periode tussen 1986 en 1994 zijn door de STOWA de ecologische doelstellingen voor vijf watertypen uitgewerkt in landelijk toepasbare beoordelingsystemen (STOWA 1992; 1993a,b; 1994a,b). Polygonum amphibium 8

9 2 BESCHRIJVING BEHEERGEBIED HET LANGE ROND In dit hoofdstuk worden kort de meest kenmerkende aspecten van het onderzoeksgebied Het Lange Rond weergegeven. Voor een uitgebreidere beschrijving wordt verwezen naar het "Waterbeheersplan Het Lange Rond " (WHLR, 1992) Het beheergebied van waterschap Het Lange Rond heeft een oppervlakte van ha. Kenmerkend is de diversiteit van het landschap. Uitgaande van bodemsoort, diepte ligging en eventueel agrarisch gebruik kan een drietal gebieden worden onderscheiden: het veenpolderlandschap, kust- en strandwallenlandschap en droogmakerijen. De bodem van deze landschapstypen bestaat in het oosten van Het Lange Rond, tegen de duinen en op de strandwallen, uit (leemarm) zand (Xero- en Hydrovaaggronden). In de overgangsgebieden tussen de zandgebieden en de laaggelegen poldergebieden en in de droogmakerijen komen al naar gelang de hoogteligging leemhoudend zand, kleiig veen en klei voor (Hydrokleivaaggronden, Hydroklei-eerdgronden). In de polderdelen met een maaiveld hoger dan ca. NAP-3.00 m bestaat de bodem over het algemeen uit veen en klei op veen (gewone rauwveengronden, kleiige eerdveengronden). In de droogmakerijen zijn, met uitzondering van de drooggemaakte Veenpolder, alleen kleigronden te vinden. De maaiveldhoogten lopen in het beheergebied uiteen van NAP m tegen de duinen tot NAP 4.30 m in de droogmakerijen. De waterstanden variëren van NAP m tot NAP 5.30 m. In de zomer is sprake van een watertekort en in de winter een wateroverschot. In de zomer wordt daarom water ingelaten vanuit de Schermerboezem. In de winter wordt uitgeslagen op de Schermerboezem. Alleen de zuidelijke polders wateren af op het Noordzeekanaal. Kwel en inzijging variëren in het gebied. In het veenpolderlandschap is sprake van inzijging, in het kust-en strandwallenlandschap is sprake van zowel kwel als wegzijging en in droogmakerijen treedt overal kwel op. Direct langs de duinvoet en de strandwallen vindt vrij forse toevoer van drangwater plaats (ca. 1-2 mm per dag). Voor de afvoer daarvan zijn voorheen onder andere duinrellen gegraven. De diversiteit van het landschap is ook terug te vinden in het aantal watertypen dat in Het Lange Rond voorkomt. Er worden tien watertypen onderscheiden: zilte polderwateren; brakke polderwateren; licht brakke polderwateren; verzoetende polderwateren; binnenduinrandwateren; kalkarme duinrellen; polderwateren onder invloed van zoete kwel; algemene polderwateren; kalkrijke duinwateren; kalkarme duinwateren. Het landgebruik bestaat voornamelijk uit grasland. Daarnaast komt verspreid over het beheergebied nog akkerbouw en tuinbouw voor. Aan de rand van de duinen komen voornamelijk bollenteelt en kassencomplexen voor. Nabij Heemskerk is er een groot tuinbouwgebied. Er is sprake van een relatief sterke mate van verstedelijking met agglomeraties zoals Alkmaar, Beverwijk en Zaanstad. 9

10 Locatie : Plan Havenzathe, sloot achter winkelcentrum 'Westerkoog' Locatie : De Kogersluissloot, vanaf provinciale weg 10

11 Zicht Chlorofyl Fosfor Stikstof Zuurstof Ammoniak Colibacteriën Zuurgraad Chloride Sulfaat De belangrijkste toegekende waterhuishoudkundige functies in Het Lange Rond zijn: natuur (±10%); agrarisch met nevenfunctie natuur (±45%); agrarisch (±20%); stedelijk (±25%). Daarnaast is er nog 0,3 ha watergebonden recreatie met nevenfunctie natuur en wateren met de functie boezemwater. Wateren die in deze functies vallen zijn niet meegenomen in deze rapportage. De provincie Noord-Holland rapporteert over wateren met de functie watergebonden recreatie met nevenfunctie natuur. Over de boezemwateren wordt door het Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen in Hollands Noorderkwartier apart gerapporteerd. Het duingebied valt onder Rijksbeheer en de NV Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN). Locatie : Camperduin, plas Zuidelijk van Kamperkaaiweg,voor overstort. Resultaat van beoordelingen Jaar: : Camperduin, plas Zuidelijk van Kamperkaaiweg,voor Functie: Natuur overstort. K.W.F.: 3,6 Watertype:Zilte polderwateren SEND: klasse 1 Soort water: Brak meer Normtoetsing E.N.W. Ecologisch profiel Niveau vegetatie 1 Niveau fytoplankton 1 N-limitatie N P-limitatie N Achtergrond doorzicht 0,13 n Eindoordeel 1 11

12 Corixidae Angelica sylvestris en Stachus palustris 12

13 3 WATERKWALITEITSONDERZOEK HET LANGE ROND 1996 In 1996 is, in vervolg op het onderzoek in de perioden en , in het beheergebied van Het Lange Rond onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van het oppervlaktewater. Dit is gedaan in het kader van het roulerend onderzoek in polder-en boezemwateren, dat het hoogheemraadschap elk jaar verricht in een deel van haar beheergebied. Bij de opzet van het onderzoek naar de kwaliteit van oppervlaktewater speelt de methode van beoordelen een centrale rol. In paragraaf 3.1 worden de in het voorliggende onderzoek toegepaste methoden van beoordeling toegelicht. De keuze van monsterpunten komt aan bod in paragraaf 3.2 en tenslotte wordt in paragraaf 3.3 het analysepakket van het onderzoek in 1996 beschreven. 3.1 Methoden van beoordelen Normtoetsing aan grenswaarden ENW Één van de doelen van het onderzoek is het vaststellen van de algehele kwaliteit van het oppervlaktewater in het beheergebied van Het Lange Rond. Deze is vastgesteld door middel van toetsing aan grenswaarden ENW (de Evaluatienota water (1994) met de meest recente normgeving). Op alle locaties is een beperkt deel van de zogenaamde M- lijst gemeten. In het onderzoek is ervoor gekozen om de waterkwaliteit te beoordelen aan de hand van de ENW-grenswaarden van de volgende drie thema's: - Saprobiëring/zuurstofhuishouding (zuurgraad, colibacteriën, zuurstof- en ammoniakgehalte); - Eutrofiëring (stikstof, fosfor, chlorofyl en doorzicht); - Zouten (sulfaat en chloride). Voor deze thema's is voor 1990, 1993 en 1996 bepaald welk aandeel van de beoordeelde locaties voldoet aan de ENW-grenswaarden KWF -index Het beoordelen van de kwaliteit van oppervlaktewateren in Nederland kent een geschiedenis die nauw verweven is met ontwikkelingen in beleid. In de jaren zeventig was de aandacht vooral gericht op het terugdringen van de lozingen van afvalwater. In deze periode is het beoordelingsysteem KWF ontwikkeld (kwaliteitsindex voor wateren in Kennemerland en West Friesland). Dit systeem richt zich op de zuurstofhuishouding, het gehalte aan ammoniumstikstof en het gehalte aan fosfor. In de KWF zijn de uitkomsten van chemische bepalingen verwerkt tot een index (soort rapportcijfer). Dit ene cijfer is zowel de kracht als een zwakte van de KWF-index. De eenvoud van de index met de daarbij horende doorvertaling in begrippen zoals meer of minder verontreinigd water is zeker een voordeel. Belangrijke nadelen zijn dat het onduidelijk is wat de waarde van de index bepaald heeft, dat er geen onderscheid gemaakt wordt in de verschillende soorten oppervlaktewater en dat de index uitsluitend bepaald wordt op basis van fysischchemische bepalingen. Het KWF beoordelingsysteem zal in de toekomst een minder belangrijke rol gaan spelen. Deze beoordelingsmethode zal alleen worden toegepast voor locaties waar voldoende gegevens van zijn voor het berekenen van de KWF-index. Analyse pakketten worden niet aangepast/uitgebreid voor het bepalen van de KWFindex STOWA Ecologische beoordelingssystemen voor sloten, stromende wateren en meren en plassen Tussen 1986 en 1994 zijn de STOWA ecologische beoordelingssystemen ontwikkeld voor de vijf belangrijkste CUWVO watertypen (kanalen, meren en plassen, sloten, zand-, grind- en kleigaten en stromende wateren). De STOWA systemen zijn een uitwerking van de ecologische normdoelstellingen, zoals geformuleerd in de verschillende IMP's Water. Het betreft diagnostische beoordelingssystemen op basis van zowel fysischchemische bepalingen als de samenstelling van verschillende biotische groepen 13

14 Bidens tripartita Cochlearia officinalis 14

15 (vegetatie, macrofauna, fytoplankton en diatomeeën, afhankelijk van het watertype) (STOWA, 1993 en 1994). Veranderingen in het (a)biotisch milieu hebben na een bepaalde tijd hun effect op de levensgemeenschap in het watersysteem. De toetsingsresultaten die met de STOWA-systemen worden verkregen geven inzicht in het effect van milieufactoren op de samenstelling van levensgemeenschappen in het water. Voor de belangrijke milieufactoren (ook wel beïnvloedingsfactoren genoemd) heeft de STOWA-methode zogenaamde karakteristieken gedefinieerd, die per watertype kunnen verschillen. Een karakteristiek beschrijft het effect van een milieufactor (beïnvloedingsfactor) op het ecosysteem en wordt gekwantificeerd door diverse biotische en abiotische maatstaven. In de beoordelingssystemen worden de effecten beschreven van beïnvloedingsfactoren, zoals eutrofiëring, saprobiëring, verzilting, verzoeting en inrichting (zie ook de definities van begrippen achter in deze rapportage). De toetsingsresultaten van de STOWA-systemen geven aan hoe ver de gevonden toestand van een factor afwijkt van een minimaal door menselijk handelen beïnvloede referentietoestand. De mate van afwijking is in vijf niveaus verdeeld. Er is in de methode niet landelijk vastgesteld welk niveau het vereiste is voor de verschillende (sub)watertypen. Wel wordt genoemd dat de eisen die de algemene milieukwaliteit (=grenswaarde) stelt aan het aquatisch ecosysteem in de richting gaan van het middelste ecologische kwaliteitsniveau. In de rapportage Kwaliteit oppervlaktewateren Groot Geestmerambacht (1995) is een voorstel opgenomen voor de invulling van voorlopige vereiste niveaus, afhankelijk gemaakt van de aan de wateren toegekende functies. Dit voorstel is in deze rapportage overgenomen. Sloten Op basis van de samenstelling van water- en moerasplanten (macrofyten), macrofauna, epifytische diatomeeën (vastzittende kiezelwieren) en een aantal fysisch-chemische parameters, wordt het ecologisch niveau van de watergang bepaald (STOWA, 1993a). De belangrijkste beïnvloedingsfactoren voor sloten zijn: eutrofiëring, saprobiëring, verzilting en verzoeting, verzuring en alkalisering, toxiciteit, waterkwantiteitsbeheer en inrichting. Voor dit watertype vindt een indeling plaats in 5 ecologische niveaus, aan de hand van de volgende karakteristieken (zie ook definities van begrippen achter in deze rapportage): - zuurkarakter - brakkarakter - saprobie - trofie - beheer - waterchemie - permanentie - structuur - toxiciteit - variant-eigen karakter In Het Lange Rond komen bijna alle type sloten voor die in het beoordelingssysteem worden onderscheiden: brakke-, licht brakke-, klei-, veen- en zandsloten. Stromende wateren Op basis van de geologische rangschikking, die gedeeltelijk parallel loopt aan het complex van factoren samenhangend met de factor stroming, zijn stromende wateren in twee reeksen ingedeeld: heuvellandserie en laaglandserie. Binnen een serie zijn op basis van de positie in het lengteprofiel drie typologische varianten onderscheiden: bovenloop, middenloop en benedenloop. De duinrellen die in Het Lange Rond voorkomen voldoen niet echt aan de criteria die gelden voor stromende wateren volgens het STOWAbeoordelingssysteem. De duinrellen zijn vroeger gegraven afwateringsgreppels, het water in de greppels stroomt. Vanwege het stromende water is besloten de duinrellen in te delen bij de stromende wateren. Kijkend naar de beschrijving die gegeven is van de verschillende typologische varianten van stromende wateren is besloten de duinrellen in te delen bij de laaglandserie, bovenlopen. Het ecologisch niveau van stromende wateren wordt bepaald op basis van de macrofauna samenstelling. 15

16 16 Locatie : Heemskerkerduinen, duinrel tpv kruising Strengweg met de Zuiderwentweg, zuidzijde.

17 In het beoordelingssysteem zijn karakteristieken opgenomen die verwijzen naar de belangrijkste beïnvloedingsfactoren en de functionele opbouw van de levensgemeenschap. De onderscheiden karakteristieken zijn in drie categorieën ondergebracht: fysisch habitat belasting voedselstrategie stroming substraat blad zand plant slib saprobie trofie knipper vergaarder grazer Voor de karakteristieken binnen de categorieën fysische habitat en belasting kunnen vijf ecologische kwaliteitsniveaus worden onderscheiden. Voor de categorie voedselstrategie zijn drie ecologische kwaliteitsniveaus te onderscheiden. In het uiteindelijke ecologische profiel worden ecologische niveaus bepaald voor de vijf cursief gedrukte onderdelen. Meren en plassen In Het Lange Rond komen de hoofdtypen duinplassen, laagveenplassen, brakke wateren en overige (harde) wateren voor. Op basis van de samenstelling van de macrofytengemeenschap, de samenstelling van het fytoplankton in de loop van het jaar en het chlorofyl-a gehalte wordt het ecologische kwaliteitsniveau van meren en plassen bepaald. Bij de interpretatie van de beoordeling kan gebruik worden gemaakt van drie aanvullende beoordelingspakketten voor nutriënten, verzuring en biotische interacties. Er zijn vijf ecologische kwaliteitsniveaus te onderscheiden. 17

18 Niet gedefinieerd Brakke meren of plassen Duinplas of meer Harde meren of plassen Laagveenplas Str.water Laagland bovenl. Brakke sloten Licht brakke sloten Kleisloten Veensloten Zandsloten Eindtotaal Tabel 3-1 Aantal onderzochte locaties en aantal gebruikte locaties per beoordelingsmethode Gemeenschappelijk Totaal aantal bezocht locaties Toetsing ENW Toetsing KWF Toetsing STOWA nvt nvt 149 nvt Toetsing SEND Tabel 3-2 Verdeling van monsterpunten over toegekende functies en watertypen Het Lange Rond, Functie_NH Type_NH NATUUR Algemeen polderwater Binnenduinrand wateren Kalkarme duinrellen 1 1 Kalkarme duinwateren 1 1 Kalkrijke duinwateren 1 1 Licht brakke polderwateren 2 2 Polderwater oiv zoete kwel 1 1 Zilte polderwateren 1 1 Totaal NATUUR AGRARISCH / natuur Algemeen polderwater Binnenduinrand wateren Kalkarme duinrellen Kalkarme duinwateren 1 1 Licht brakke polderwateren Polderwater oiv zoete kwel Totaal AGRARISCH / natuur AGRARISCH Algemeen polderwater Licht brakke polderwateren 2 2 Polderwater oiv zoete kwel 1 1 Totaal AGRARISCH STEDELIJK Algemeen polderwater Binnenduinrand wateren 4 4 Brakke polderwateren 3 3 Licht brakke polderwateren Polderwater oiv zoete kwel Totaal STEDELIJK Eindtotaal

19 3.1.4 Specifiek Ecologische Normdoelstellingen SEND In het tweede Waterhuishoudingsplan van de provincie Noord-Holland zijn ecologische normdoelstellingen gepresenteerd. Ecologische normdoelstellingen zijn "een samenhangend geheel van normen met betrekking tot de ecologische toestand van het oppervlaktewatersysteem". Deze normen zijn de randvoorwaarden voor de karakteristieke soorten organismen (met name vegetatie) van een watertype en zijn alleen opgesteld voor abiotische parameters. De achterliggende gedachte is dat wanneer aan de abiotische normdoelstellingen wordt voldaan er tevens wordt voldaan aan de randvoorwaarden die de karakteristieke levensgemeenschap stelt. Het moet dan voor de levensgemeenschap mogelijk zijn zich in het betreffende watertype voldoende te ontwikkelen. Toetsing wordt gedaan aan de hand van zomergemiddelden van de betreffende parameters. Beoordeling vindt plaats in 4 klassen, variërend van slecht tot goed. De SEND-systematiek is alleen toepasbaar in Noord-Holland. De SEND beoordelingen voor het voorliggende onderzoek van Het Lange Rond zijn uitgevoerd met de voor het tweede Waterhuishoudingsplan herziene versie van het SEND-stelsel Vergelijking toetsingresultaten Er zijn voor het onderzoek naar de oppervlaktewaterkwaliteit in Het Lange Rond dus vier verschillende beoordelingsmethoden toegepast. Twee daarvan differentiëren naar watertype of -soort; de STOWA-methoden en het SEND-stelsel. De wijze waarop gedifferentieerd wordt in deze beide ecologische beoordelingsmethoden is aanvullend ten opzichte van elkaar. De STOWA methode gaat hiertoe uit van de morfologie van de watergang en factoren zoals geologische ondergrond, zuurgraad en zoutgehalte. Het SEND-stelsel differentieert naar verschillende soorten wateren in Noord-Holland op basis van watersamenstelling, processen en geografische ligging. Ook de toetsingsresultaten zijn verschillend. In principe geven zowel normtoetsing aan ENW-grenswaarden als KWF-index en toetsing met het SEND-stelsel uitsluitend aan of wel of niet wordt voldaan aan bepaalde normen. Voor interpretatie van deze resultaten moet altijd terug worden gegaan naar de basis van het beoordelingssysteem. De toetsingsresultaten verkregen met het STOWA-systeem daarentegen geven direct ook een richting aan in de beïnvloedingsfactor die bepalend is voor het toetsingsresultaat. Mede hierdoor zal in de toekomst gebruik worden gemaakt van de STOWA systemen aangevuld met beoordelingen op basis van het SEND-stelsel. De toetsingsresultaten van 1996 zijn vergeleken met de toetsingsresultaten van 1990 en Hierbij zijn alleen de locaties meegenomen waarvan over alle drie de onderzoeksjaren gegevens beschikbaar zijn. Vergelijking van de onderzoeksresultaten van de verschillende beoordelingsmethoden is slecht beperkt mogelijk. 3.2 Keuze van monsterpunten In de drie onderzoeksjaren verschillen het aantal onderzochte locaties. Het aantal onderzochte locaties is weergegeven in Tabel 3-1. In deze tabel is ook per beoordelingsmethode aangegeven hoeveel locaties zijn meegenomen in de beoordeling. Bij de keuze van monsterpunten is uitgegaan van de doelstellingen van het onderzoek: bewaking, toetsing en signalering. De bemonstering werd daarom zo representatief mogelijk voor het gebied uitgevoerd. Bij de keuze van de monsterpunten is onder andere rekening gehouden met de functie van het gebied, het watertype, de STOWA watertypen en de waterstaatkundige eenheden. De bemonstering werd voornamelijk in het landelijke gebied uitgevoerd waarbij bijvoorbeeld locaties gekozen zijn die representatief zijn voor een gebied of die in een bepaalde invloedsfeer (bijv. in de stedelijke invloedsfeer) liggen. In Tabel 3-2 is de verdeling weergegeven van de monsterpunten in 1996 over de verschillende watertypen en over de verschillende functies. De meeste monsterpunten 19

20 Figuur 3-1 Ligging monsterpunten (171) onderzoek oppervlaktewaterkwaliteit Het Lange Rond (1996) Kilometers %U Y Y %U Soort water %U Brakke meren of plassen %U Harde meren of plassen %U Duinplas of meer %U Laagveenplas Y Brakke sloten Y Licht brakke sloten Kleisloten Veensloten Zandsloten $T Str.water Laagland bovenl. Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) YY boezemwater Y Y Y $T Y Y Y $T $T $T Y Y $T Y %U %U $T$T $T $T $T $T %U Y Y Y Y %U %U Y Y %U %U Y %U %U Y Y Y Y Y Y $T$T Y %U %U %U %U %U %U Y $T %U $T Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y YY 20

21 (45%) liggen in agrarische gebied met als nevenfunctie natuur. Deze functie beslaat ook het grootste areaal van het beheergebied; ruim ha. 3.3 Analyseprogramma Het analyseprogramma is afgestemd op de doelen van het onderzoek in 1996, zoals geformuleerd in de inleiding van deze rapportage; bewaking (door normtoetsing) van de oppervlaktewaterkwaliteit en ecologische kwaliteit en het signaleren van wijzigingen daarin in plaats of tijd. Het analyseprogramma en de periode van onderzoek waren in de drie onderzoeksjaren niet gelijk: 1990: april 1990 t/m maart 1991 (totaal onderzoek, fysisch chemisch, biologisch, balansen, sediment enz.) 1993: april 1993 t/m maart 1994 (alleen fysisch chemisch onderzoek) 1996: (ecologische beoordeling februari 1996 t/m december 1996) Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de geleverde meetinspanning voor de voor toetsing aan grenswaarden ENW, KWF-index, STOWA-beoordeling en beoordeling volgens het SEND-stelsel (zie paragraaf 3.1.). Meetinspanning voor toetsing aan grenswaarden ENW Voor een selectie uit de M-lijst parameters van de Evaluatienota water wordt op alle locaties maandelijks metingen verricht. Dit zijn de parameters: totaal stikstof, fosfor, chlorofyl, doorzicht, sulfaat, chloride, zuurgraad, colibacteriën, zuurstof en ammoniak. Deze parameters zijn toe te delen aan de voor oppervlaktewaterkwaliteit belangrijkste aspecten: eutrofiëring, zouten en zuurstofhuishouding/saprobiëring. Overige parameters zoals de stofgroepen zware metalen en bestrijdingsmiddelen worden niet op alle locaties gemeten. Deze parameters zijn daarom verder niet in de voorliggende rapportage betrokken. Meetinspanning voor KWF-index Voor het berekenen van de KWF-index wordt 10 maal per jaar gemeten: biochemisch zuurstofverbruik (BZV), zuurstofverzadigingspercentage (ZVP), ammonium en fosfor. Meetinspanning voor STOWA beoordeling In Tabel 3-3 wordt voor de watertypen sloten, meren en plassen en stromende wateren de meetinspanning weergegeven van het onderzoek in Het Lange Rond in Tabel 3-3 Meetinspanning voor STOWA beoordeling Watertype STOWA-variabele Frequentie Sloten Vegetatie 1x Diatomeeën 1x (kiezelwieren) Macrofauna 2x Trofiegraad en mate van saprobiëring, 4x Bicarbonaat, sulfaat, chloride, EGV, calcium 2x Meren en plassen Vegetatie 2x Fytoplankton 8x (P, N, Chlorofyl, Zicht, ph), 6x Stromende wateren Macrofauna* 2x * In 1996 bemonsterd volgens de STOWA-systematiek. Hierdoor zijn de stromende wateren alleen op macrofauna bemonsterd en niet fysische/chemisch onderzocht. De andere watertypen zijn wel fysische/chemisch onderzocht. Meetinspanning voor SEND Van de volgende parameters dient het mei-september (zomer-)gemiddelde te worden bepaald: zuurgraad, magnesium, natrium, kalium, chloride, calcium, sulfaat, ammonium, nitraat en opgelost fosfaat. 21

22 22 Figuur 4-1 Toetsing aan grenswaarden ENW voor eutrofiëring voor Het Lange Rond Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater = Niet gemeten = Niet vast te stellen = Voldoet aan grenswaarde = Voldoet niet aan grenswaarde 1 = zicht 2 = Chlorofyl 3 = Fosfor 4 = Stikstof ENW 1996 Trofie Kilometers

23 4 TOETSINGSRESULTATEN FYSISCH CHEMISCH (ENW-GRENSWAARDEN EN KWF- INDEX) In dit hoofdstuk worden de resultaten gepresenteerd van de toetsing van oppervlaktewaterkwaliteit aan de ENW-grenswaarden en de kwaliteitsindex voor wateren in Kennemerland en West Friesland (KWF-index). Voor een korte toelichting op deze beoordelingsmethoden wordt verwezen naar hoofdstuk 3. In de eerste paragraaf van dit hoofdstuk worden de resultaten van de normtoetsing aan ENW-grenswaarden gepresenteerd en in paragraaf 4.2. die van de KWF-index. Op basis van de toetsingsresultaten van de KWF-index wordt in deze paragraaf nog nader ingegaan op de relatie tussen waterkwaliteit en de functietoekenning en/of het watertype. In paragraaf 4.3. wordt aandacht besteed aan de hoofdoorzaak van verontreiniging op basis van KWF-index. 4.1 Resultaten normtoetsing oppervlaktewaterkwaliteit aan ENW-grenswaarden In Tabel 4-1 staan de resultaten van de toetsing aan de ENW-grenswaarden voor de jaren 1990, 1993 en Alleen de 86 locaties die in alle drie de jaren zijn bemonsterd zijn meegenomen bij de beoordeling. In Figuur 4-1 t/m 4-3 zijn de resultaten van 1996 per locatie weergegeven voor respectievelijk eutrofiëring, saprobiëring en zouten. In Tabel 4-3 is de verdeling van de scores voor chloride weergegeven over de verschillende watertypen. In Tabel 4-2 wordt de verdeling van de scores per functie weergegeven. Toetsing aan de ENW-grenswaarden houdt geen rekening met de watertypologie. Voor brakke watertypen is het wenselijk dat het zoutgehalte hoger ligt dan de norm voor zouten. Deze overschrijding van de norm wordt echter bij de toetsing negatief beoordeeld. Tabel 4-1 Percentage locaties dat per parameter voldoet aan grenswaarde ENW Het Lange Rond 1990, 1993 en 1996 (n=86). thema saprobiëring/zuurstofhuishouding Eutrofiëring Zouten parameter O2 NH3-N Colibact ph Zicht P N Chlorofyl Cl SO % 45% 93% 94% 42% 0% 21% 67% 16% 12% % 21% 98% 95% 40% 1% 16% 81% 16% 17% % 26% 98% 77% 53% 2% 15% 69% 16% 14% In de Tabel 4-1 is te zien dat voor zuurstof elk jaar minder wateren voldoen aan de grenswaarden. Ook het percentage wateren dat voldoet aan de grenswaarden voor ammoniak is sterk afgenomen. Wel is in 1996 een licht herstel te zien ten opzichte van Colibacteriën voldoet in bijna alle wateren aan de grenswaarden. De ph voldoet in 1990 en 1993 voor bijna alle wateren aan de grenswaarden. De percentages laten geen relatie zien tussen ph en ammoniak. In 1996 is een daling te zien in het aantal wateren dat voldoet aan de grenswaarden voor de ph, terwijl ammoniak in 1996 weer licht herstelt. Zo lijkt er ook geen logische relatie te bestaan tussen het zicht en het chlorofyl-a gehalte (indicatie voor de algenbiomassa in de water). Het aantal wateren dat aan de grenswaarden voor zicht voldoet neemt in 1993 licht af en neemt in 1996 toe, chlorofyl-a vertoont het tegenovergestelde beeld: in 1993 neemt het aantal wateren dat aan de grenswaarden voldoet toe en in 1996 neemt het aantal wateren weer af. Het percentage wateren dat voldoet aan de grenswaarden voor zicht kan groter zijn dan de 53% omdat voor een aantal wateren de zichtdiepte niet vast te stellen was. De waterdiepte in deze wateren is namelijk kleiner dan de grenswaarde voor zicht. De fosfaatgrenswaarden worden in bijna alle wateren overschreden. Het aantal wateren dat voldoet aan de grenswaarden voor zout is laag en over de drie onderzoeksjaren min of meer gelijk gebleven. 23

24 Figuur 4-2 Toetsing aan grenswaarden ENW voor saprobiëring/zuurstofhuishouding voor Het Lange Rond Kilometers ENW 1996 Saprobie = Niet gemeten = Niet vast te stellen = Voldoet aan grenswaarde = Voldoet niet aan grenswaarde 1 = Zuurstof 2 = Ammoniak 3 = Colibacteriën 4 = Zuurgraad Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater

25 Figuur 4-1 geeft de resultaten voor de parameters met betrekking tot eutrofiëring weer. Op maar twee locatie voldoen de parameters zicht, chlorofyl, fosfor en stikstof aan de grenswaarden. In Tabel 4-4 is te zien dat naar verhouding in wateren met de functie agrarisch met nevenfunctie natuur de norm voor stikstof vaker wordt overschreden dan voor andere functies. Op 27 locaties was het niet mogelijk om de zichtdiepte te bepalen omdat het water ondieper was dan de norm voor zicht (0,4 m.). Bij twee locaties was het chlorofyl-a gehalte niet vast te stellen omdat in de analyse resultaten het gehalte is weergegeven met een ondergrens in plaats van één bepaalde waarde. Hierdoor is het niet mogelijk om het zomergemiddelde te berekenen. De resultaten voor saprobie worden weergegeven in Figuur 4-2. Vier locaties voldoen voor alle saprobieparameters. Bij alle andere locaties voldoet een of meer van de parameters niet aan de grenswaarden. Wateren met de functie agrarisch met nevenfunctie natuur overschrijden naar verhouding vaker de norm voor zuurstof (zie Tabel 4-2). Alleen in wateren met de functie natuur zijn er meer locaties die wel voldoen aan de norm dan locaties die niet aan de norm voldoen. Tabel 4-2 Verdeling van locaties, die per parameter voldoen aan de grenswaarde ENW, over de verschillende functies; 1996 (de 86 gemeenschappelijke punten) AGRARISCH AGRARISCH / natuur NATUUR STEDELIJK Aantal monsterpunten O2 33% 15% 56% 20% NH3_N 20% 30% 28% 20% Colibact. 100% 97% 100% 95% ph 67% 70% 72% 100% Zicht 60% 45% 56% 60% P 7% 0% 6% 0% N 20% 9% 22% 15% Chlorofyl 60% 73% 61% 75% Cl 0% 21% 22% 15% SO4 7% 18% 17% 10% 25

26 Figuur 4-3 Toetsing aan grenswaarden ENW voor zouten voor Het Lange Rond Kilometers ENW 1996 Zouten = Niet gemeten = Niet vast te stellen = Voldoet aan grenswaarde = Voldoet niet aan grenswaarde 1 = Chloride 2 = Sulfaat Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater

27 In Figuur 4-3 is te zien dat weinig locaties voldoen aan de grenswaarden voor zouten. In het noorden van Het Lange Rond liggen een aantal locaties die wel voldoen aan de grenswaarden. Deze locaties worden beïnvloed door zoetwater afkomstig uit de duinen. Wordt naar de typologie van de wateren gekeken dan voldoen zeven van de tien locaties binnenduinrand wateren niet aan de grenswaarden (zie Tabel 4-3). Geen van de vier locaties die binnen het type polderwater onder invloed van zoete kwel vallen voldoen aan de grenswaarden. Deze beide watertypen behoren echter tot de zoete wateren en zouden aan de ENW norm moeten voldoen. Tabel 4-3 Verdeling van de scores voor chloride (ENW) over verschillende watertypen in 1996 (de 86 gemeenschappelijke punten) Watertype voldoet niet voldoet wel Algemeen polderwater 51 6 Binnenduinrand wateren 7 3 Brakke polderwateren 3 Kalkarme duinrellen 2 Kalkarme duinwateren 2 Kalkrijke duinwateren 1 Licht brakke polderwateren 6 Polderwater oiv zoete kwel 4 Zilte polderwateren 1 Locatie (kalkarm duinwater) voldoet het beste aan de grenswaarden, alleen bij ammoniak vindt overschrijding plaats. Deze duinplas/meer ligt in het gebied met de functie natuur en valt onder het watertype kalkarme duinen. De vier locaties die goed scoren voor saprobie voldoen voor stikstof en fosfor niet aan de grenswaarden. 4.2 Toetsingsresultaten KWF-index In Tabel 4-4 worden de resultaten van de KWF-beoordeling weergegeven voor de jaren 1990, 1993 en In Tabel 4-5 wordt weergegeven in welke mate de variabelen bepalend zijn geweest voor de klassenindeling. Per onderzoeksjaar verschilt het aantal locaties waarvoor de KWF-index is berekend; in locaties, in locaties en in locaties. In Figuur 4-4 wordt per locatie de tot klassen vereenvoudigde score weergegeven voor Tabel 4-4 Percentage locaties per klasse van KWF-index Het Lange Rond 1990 (n=181), 1993 (n=155) en 1996 (n=125). Klasse KWF-index % 25% 27% 14% 5% 1% % 23% 26% 15% 7% 3% % 18% 35% 15% 7% 0% 27

28 Figuur 4-4 Mate van verontreiniging op basis van de KWF-index, Het Lange Rond Kilometers KWF in 1996 Slecht Matig Goed Functies van water (NH) natuur agrarisch (nevenfunctie : natuur) agrarisch drinkwater watergebonden recreatie (nevenfunctie: natuur) stedelijk boezemwater (nevenfunctie: natuur) boezemwater 28

29 In de drie jaren van onderzoek is een afname te zien van de klassen sterk verontreinigd (0-4) en vrij sterk verontreinigd (4-5). Opvallend is dat in 1996 geen locaties zijn aangetroffen die vallen onder de klasse niet verontreinigd (8-10). In 1993 was bij deze klasse ten opzicht van 1990 nog een toename te zien. In 1996 is het aantal monsterpunten toegenomen die onder de klasse matig verontreinigd vallen. De zes klassen van de KWF-index kunnen vereenvoudigd worden tot drie gradaties van verontreiniging: niet verontreinigd (klasse 8-10); zeer licht tot matig verontreinigd (klassen 5-6, 6-7 en 7-8) en vrij sterk verontreinigd (klassen 0-4 en 4-5). In Figuur 4-4 wordt een indruk gegeven van de geografische verspreiding in de mate van verontreiniging in het beheergebied van Het Lange Rond in Geen van de locaties is beoordeeld als goed. De matig scorende locaties zijn verspreid over het gehele beheergebied. Ten westen van Alkmaar is een lichte concentratie te vinden van locaties die slecht scoren bij de KWF-index. In dit gebied hebben de wateren de functie agrarisch water met nevenfunctie natuur. 4.3 Bepalende variabelen voor KWF klassenindeling Toetsing op basis van de KWF-index geeft aan welke monsterpunten in welke mate verontreinigd zijn. In aanvulling hierop is het relevant om inzicht te hebben in welke parameters in welke mate verontreinigen. De KWF-index wordt bepaald op basis van de zuurstofhuishouding (zuurstofverzadigingspercentage en BZV-gehalte), het gehalte ammoniumstikstof (NH4-N) en het gehalte fosfor (P). In Tabel 4-5 wordt van 81 gemeenschappelijke locaties tussen het onderzoek in 1990, 1993 en 1996 het percentage weergegeven van de locaties in elk van de KWF-klassen, voor de afzonderlijke parameters waaruit de KWF-index wordt afgeleid. Er mag op basis hiervan wel gezegd worden of één of meerdere van deze parameters een hoofdoorzaak is van verontreiniging, maar er mag niet geconcludeerd worden dat de andere parameters derhalve geen probleem zijn. Tabel 4-5 Belangrijkste soort verontreiniging op basis van de KWF-index (op basis van de 81 gemeenschappelijke monsterpunten in 1990, 1993 en 1996) Klasse Slecht Matig Goed Parameter Jaar BZV % 40% 6% % 45% 12% % 34% 11% ZVP % 42% 0% % 49% 0% % 23% 0% NH % 41% 38% % 36% 33% % 42% 33% P-tot % 25% 1% % 33% 5% % 32% 11% Ondanks het feit dat fosfor bij meer dan de helft van de locaties bepalend is geweest voor de klasse indeling is in de drie onderzoeksjaren toch een verbetering waar te nemen. Het percentage in de klasse 0-5 is afgenomen van 74% in 1990 tot 57% in Het percentage locaties dat valt in de klasse niet verontreinigd is toegenomen van 1% tot 11%. BZV en ZVP vertonen over de drie jaren heen hetzelfde patroon: in 1993 waren deze parameters, ten opzichte van 1990, minder bepalen, maar in 1996 zijn BZV en ZVP weer net zo bepalend als in Ammonium is minder sterk bepalend geweest voor de klasse indeling dan de andere parameters. 29

30 Tabel 4-6 Watertypen (NH) Verdeling van de resultaten van de toetsing aan KWF over watertypen en functies in het Lange Rond 1996 (op basis van de 81 gemeenschappelijke monsterpunten die in 1990, 1993 en 1996 bezocht zijn) slecht matig goed Klasse Aantal Algemeen polderwater 55 29% 20% 27% 13% 11% 0% Binnenduinrand wateren 10 30% 10% 50% 10% 0% 0% Brakke polderwateren 3 33% 33% 33% 0% 0% 0% Kalkarme duinrellen 1 0% 100% 0% 0% 0% 0% Kalkarme duinwateren 1 0% 0% 100% 0% 0% 0% Licht brakke polderwateren 6 50% 33% 17% 0% 0% 0% Polderwater oiv zoete kwel 4 0% 25% 25% 50% 0% 0% Zilte polderwateren 1 100% 0% 0% 0% 0% 0% Functies(NH) 30% 21% 30% 12% 7% 0% AGRARISCH 15 27% 33% 27% 0% 13% 0% AGRARISCH / natuur 33 33% 12% 33% 18% 3% 0% NATUUR 13 8% 15% 38% 15% 23% 0% STEDELIJK 20 40% 30% 20% 10% 0% 0% Tabel 5-1 Ecologische beoordeling van meren en plassen in het Lange Rond 1996 meetpunt Water (sub)type Ecologisch niveau vegetatie Ecologisch niveau fytoplankton Ecologisch kwaliteitsniveau brakke wateren overige (harde) wateren laagveenplassen laagveenplassen laagveenplassen laagveenplassen laagveenplassen laagveenplassen duinplassen duinplassen overige (harde) wateren laagveenplassen laagveenplassen Voor het ecologisch niveau vegetatie en het Voor het ecologisch niveau ecologisch kwaliteitsniveau fytoplankton 5 hoogste niveau 3 middelste niveau of hoger 4 bijna hoogste niveau 2 laagste niveau 3 middelste niveau 1 beneden-laagste niveau 2 laagste niveau 1 beneden-laagste niveau 30

31 5 TOETSINGSRESULTATEN ECOLOGISCHE BEOORDELING (STOWA EN SEND) In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van de ecologische beoordeling volgens de STOWA-methode en de SEND-methode. Voor een korte uiteenzetting van de methoden wordt verwezen naar hoofdstuk 3. De STOWA-methode is toegepast op drie watertypen; meren en plassen (13 locaties), stromende wateren (14 locaties) en sloten (122 locaties). Doordat in 1996 voor het eerst de STOWA-beoordelingsmethode wordt toegepast is geen vergelijking met voorgaande jaren mogelijk. De vergelijking met voorgaande jaren is wel mogelijk voor de SEND-beoordelingsmethode. Hiervan zijn uitsluitend de 86 locaties meegenomen die in elk onderzoeksjaar zijn bemonsterd. De SEND-resultaten van 1996 zijn weergegeven voor 143 locaties. 5.1 Ecologische kwaliteit oppervlaktewater volgens STOWA Meren en plassen In Tabel 5-1 staan de resultaten van de STOWA beoordeling voor meren en plassen voor 1996 weergegeven. De eindscore wordt bepaald door drie onderdelen: vegetatie, chlorofyl-a concentratie en fytoplankton. Te zien is dat het eindoordeel voor de meeste meren en plassen het 'beneden-laagste niveau' is. Alleen een laagveenplas (431025) en een duinplas (453002) scoren respectievelijk 'middelste niveau' en 'hoogste niveau. Het behaalde niveau wordt voor het merendeel bepaald door een lage score voor vegetatie. In de meren en plassen komt wel water- en oevervegetatie voor maar de meeste soorten die voorkomen worden niet meegenomen in het STOWA-beoordelingssysteem. Ze maken geen deel uit van de indicatorlijst, de indicatieve waarde van deze vegetatie is onbekend (of onbelangrijk). Naast de vegetatie is de concentratie chlorofyl-a sterk bepalend voor de eindscore. Voor de meeste wateren is de concentratie groter dan 60 ug/l, bij deze concentratie kan alleen nog laagste of beneden-laagste niveau gescoord worden bij de eindscore. Het ecologische niveau voor fytoplankton varieert van 'beneden-laagste niveau' tot 'middelste niveau of hoger'. De twee wateren die middelste en hoogst niveau scoren hebben beide de functie natuur. Binnen de functie natuur komen echter ook locaties voor die beneden-laagste niveau scoren. De locatie met de score hoogste niveau valt onder het watertype kalkrijke duinwateren en de locatie die het middelste niveau scoort valt binnen het watertype Algemeen polderwater. In het STOWA-systeem worden vier storingsvarianten aangegeven: verzuring, eutrofiëring, inlaat van gebiedsvreemd water en vergiftiging. Over de storingsvariant vergiftiging is volgens de STOWA-systematiek nog onvoldoende bekend. Verzuring kan alleen optreden in zachte wateren, dit watertype komt niet voor in Het Lange Rond. Tabel 5-2 geeft inzicht in de storingsvariant eutrofiëring. Daarvoor zijn de resultaten het aanvullende analyse pakket nutriënten van het beoordelingssysteem voor meren en plassen bekeken. Hierbij wordt inzicht gekregen in het totaal fosforgehalte, totaal stikstofgehalte en het doorzicht. De groei van algen wordt onder andere bepaald door de hoeveelheid en verhouding van de nutriënten (stikstof en fosfor) in het water. Komt een van deze twee voedingsstoffen beperkt voor dan bepaald deze stof de groeisnelheid van de algen. Men spreekt dan van een limiterende stof. Bijna alle onderzochte meren en plassen zijn mogelijk stikstof gelimiteerd. De hoeveelheid stikstof in het water bepaald dus de hoeveelheid chlorofyl-a in het water en daarmee ook het zicht. Fosfor is daarentegen in bijna geen van de meren of plassen limiterend. Duidelijk is dat locatie (453002) met het hoogst ecologische niveau noch stikstof noch fosfor gelimiteerd is. Op deze locatie zijn er dus andere factoren die de groei van algen beperken. De groei kan bijvoorbeeld worden beperkt doordat algen worden opgegeten door zoöplankton (watervlooien). Stikstof en fosfor zijn ook niet limiterend op locatie , deze scoort echter beneden-laagste niveau door onder andere een hoge chlorofyl-a concentratie. Naast de hoge concentraties aan voedingsstoffen speelt in dit brakwatermeer ook nog mee dat er geen watervlooien (Daphnia s) voor komen. Watervlooien kunnen namelijk niet leven in water met een chloridegehalte hoger dan 1100 mg/l. De gemiddelde 31

32 IR Figuur 5-1 Ligging locaties meren en plassen in Van Wirdum diagram 100% Grond- rivierwater 80% 60% 40% Rijnwater in % 0% Regenwater Zeewater E.G.V. Tabel 5-2 Ecologische beoordeling van meren en plassen in het Lange Rond 1996, aanvullend onderzoek Waarneming nutriënten Chlorofyl Fosfor Stikstof Doorzicht deeltoets 3 deeltoets 4 Aandeel chlorofyl Meetpunt ZG ZG ZG ZMED N-lim P-lim Sa in het doorzicht ,69 6,5 0,13 Nee Nee 0,17 28% ,90 2,5 >= 0,55 Ja Nee >= 0,92 40% ,76 2,0 > 0,40 Ja Nee > 0,50 20% ,54 3,7 0,33 Ja Nee 0,95 66% ,48 3,6 0,25 Ja Nee 0,36 30% ,47 4,3 0,23 Ja Nee 0,35 36% ,48 3,6 0,25 Ja Nee 0,38 34% ,45 1,9 >= 0,45 Ja Nee >= 0,67 33% ,30 2,9 > 0,80 Nee Nee > 0,96 16% ,14 1,1 > 0,35 Ja Ja > 0,42 17% ,82 2,4 > 0,50 Ja Nee > 0,73 32% ,64 4,6 0,25 Ja Nee 0,47 47% ,39 3,6 0,25 Ja Nee 0,43 42% ZG = gemiddelde over zomerperiode, ZMED = mediaan over zomerperiode N-lim = mogelijke stikstoflimitatie P-lim = mogelijke fosfaatlimitatie Sa = achtergronddoorzicht (>= iets onderschat, > duidelijk onderschat) 32

33 concentratie chloride die gemeten is ligt boven de 6000 mg/l. Het achtergronddoorzicht (Sa) is een indicatie voor een mogelijke verbetering van het doorzicht als de hoeveelheid algen vermindert. Zoals hierboven is beschreven wordt de hoeveelheid algen onder andere bepaald door de voedingsstof die limiterend is. Voor de wateren waarbij stikstof de limiterende factor is voor de groei van algen zou een verbetering van het zicht en daardoor van de algemene waterkwaliteit kunnen optreden als de hoeveelheid stikstof in het water afneemt. Vooral op de locatie (423012) waar een verbetering van het zicht met 62 cm kan optreden zijn er volgens het beoordelingssysteem dus goede mogelijkheden om de waterkwaliteit te verbeteren door het gehalte aan stikstof te verminderen. Om inzicht te krijgen in de storingsvariant inlaat van gebiedsvreemd water wordt door het STOWA-systeem aangegeven dat gebruik gemaakt kan worden van de door Van Wirdum ontwikkelde EC-IR diagram. In het diagram (Figuur 5-1) wordt regen-, grond- rivier-, zee en Rijnwater onderscheiden. Het brakwatermeer (401001) ligt zoals verwacht dicht bij het zeewater. De andere twee locaties die zich onderscheiden zijn de beide duinplassen met de locatienummers en De beide locaties liggen echter niet dicht bij elkaar in de diagram. Het verschil wordt veroorzaakt door de geografische spreiding van de plassen. Locatie ligt in het kalkarme duingebied en locatie ligt in het kalkrijke duingebied. Deze methode geeft geen uitsluitsel over verstoring van gebiedsvreemdwater omdat van de locaties niet bekend is aan welke grenswaarden het zou moeten voldoen. Er is van de locaties geen referentietoestand bekend Stromende wateren Tabel 5-3 en Figuur 5-2 geven de resultaten van de STOWA-beoordeling voor stromende wateren voor 1996 weer. Per karakteristiek wordt het behaalde ecologische niveau weergegeven. De stromende wateren, zogenaamde duinrellen, liggen in en aan de rand van het duinengebied in Het Lange Rond. Ze zijn vroeger gegraven voor een betere afvoer van drangwater uit de duinen. Kijkend naar de beschrijving van de beken die gegeven wordt bij het STOWA-systeem is besloten om de duinrellen te beoordelen als bovenlopen van laaglandbeken. De bovenlopen van laaglandbeken hebben een klein verval, een stroomsnelheid tussen de 20 en 40 cm/s, een breedte van minder dan 3 m en worden sterk beschaduwd. De duinrellen voldoen niet geheel aan het profiel: de breedte varieert tussen de 0,30 m en 1 m, in de natte perioden stromen de duinrellen maar in de droge perioden drogen ze op en sterke beschaduwing komt niet bij elke duinrel voor. Bij het opzetten van de STOWA beoordeling voor stromende wateren voor laaglandbeken is er bij substraat geen duidelijke relatie gevonden tussen het voorkomen van bepaalde macrofaunasoorten en het substraat zand. Het substraat zand, dat bij de duinrellen juist van wezenlijk belang is, wordt daarom niet meegenomen in de beoordeling. 33

34 Tabel 5-3 Ecologische beoordeling voor stromende wateren in het Lange Rond in 1996 meetpunt stroming saprobie trofie substraat voedselstrategie Bepalende onderdelen voor de karakteristiek substraat meetpunt blad plant slib substraat Bepalende onderdelen voor de categorie voedselstrategie meetpunt knipper vergaarder grazer voedselstrategie

35 Voor stroming scoren de beken in de meeste gevallen 'beneden laagste kwaliteitsniveau'. Dit niveau wordt gekenmerkt door een dominantie van enkele zeer tolerante soorten. Twee locaties scoren 'laagste kwaliteitsniveau' en slechts één locatie scoort 'middelste kwaliteitsniveau'. Het laagste kwaliteitsniveau is het niveau waarbij de algemene soorten (grotendeels) zijn verdwenen. Het middelste kwaliteitsniveau geeft een situatie weer waarbij de algemene soorten nog (grotendeels) voor aanwezig zijn, maar waarbij de specifieke soorten verdwenen zijn. Omdat de duinrellen geen bovenlopen van laaglandbeken zijn is het niet duidelijk of de slechte score van de meeste locaties komt doordat de stroomsnelheid niet voldoende is of dat een lagere stroomsnelheid gewoon kenmerkend is duinrellen. De score voor saprobie is beter, de meeste locaties scoren 'middelste kwaliteitsniveau'. Drie locaties scoren 'laagste kwaliteitsniveau' en twee locaties scoren beter: 'bijna hoogste' en 'hoogste kwaliteitsniveau'. Bij het hoogste kwaliteitsniveau komen zowel algemene soorten als de specifieke soorten aanwezig zijn. Voor trofie varieert de score van 'beneden laagste' (1 locatie) tot 'bijna hoogste kwaliteitsniveau' (4 locaties). Van zowel saprobie en trofie mag verwacht worden dat ze goed scoren omdat het water van de duinrellen afkomstig is van de duinen en nog weinig beïnvloed zijn door het omliggende landbouwgebied. De score van de karakteristiek substraat wordt bepaald door de laagste score van de drie karakteristieken blad, plant en slib. De karakteristiek zand wordt bij de beoordeling voor laaglandbovenlopen niet meegenomen. De lage score voor de karakteristiek substraat wordt voornamelijk bepaald door de karakteristiek blad. De beoordeling wordt waarschijnlijk beïnvloed doordat de duinrellen worden beoordeeld als bovenlopen. De STOWA-beoordeling gaat er van uit dat laagland bovenlopen sterk beschaduwd worden door bebossing, en dat door de bebossing blad is het systeem aanwezig is. De duinrellen beginnen in het duinengebied, en stromen verder bijvoorbeeld agrarisch- en stedelijkgebied. Van de vier locaties die goed scoren voor de karakteristiek blad (en ook knipper) worden twee locaties beschaduwd door aangrenzende bomen. De ander twee locaties liggen in open gebied. De categorie voedselstrategie wordt bepaald door de laagste score van de karakteristieken knipper, vergaarder en grazer. Deze categorie scoort het 'laagste' en 'middelste kwaliteitsniveau'. Voor vergaarder wordt op vijf locaties 'hoogste kwaliteitsniveau' gehaald maar aangezien voor de eindscore het laagst gehaalde niveau bepalend is heeft deze hoge score weinig invloed. Volgens het STOWA-beoordelingssysteem vormen stroming en saprobie de basis van het ecologische profiel. Een slechte score voor stroming zou automatisch leiden tot een slechte score voor de overige karakteristieken. Hetzelfde geldt voor de karakteristiek saprobie. In het ecologische profiel wat bij de beoordeling van de stromende wateren in Het Lange Rond is verkregen gaat deze redenering meestal niet op. Saprobie, trofie en voedselstrategie scoren op de meeste locaties beter dan stroming. Zo scoort locatie voor stroming beneden het laagste kwaliteitsniveau terwijl saprobie het hoogste kwaliteitsniveau scoort. Of deze afwijkende scores komt door het feit dat de duinrellen zijn beoordeeld als bovenstromen van laaglandbeken of dat dit wel vaker voorkomt bij echte bovenlopen van laaglandbeken is niet bekend. De stromende wateren vallen onder twee verschillende watertypen, twee locaties onder polderwater onder invloed van zoete kwel en de overige twaalf locaties vallen onder de binnenduinrandwateren. Tussen de twee watertypen zijn geen verschillen waar te nemen. De stromende wateren hebben verschillende functies: vier locaties hebben een de stedelijke functie, drie locaties de functie natuur en zeven locaties agrarische met als nevenfunctie natuur. De wateren met de functie natuur scoren gemiddeld iets beter dan de overige functies. Opvallend is dat de enige score van hoogst kwaliteitsniveau wordt gescoord bij een locatie met de functie stedelijk. 35

36 Figuur 5-2 Ecologische beoordeling van stromende wateren in Het Lange Rond

KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN GROOT-GEESTMERAMBACHT

KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN GROOT-GEESTMERAMBACHT KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN GROOT-GEESTMERAMBACHT 1995 ONDERDEEL ROULEREND ONDERZOEK HOOGHEEMRAADSCHAP VAN UITWATERENDE SLUIZEN IN HOLLANDS NOORDERKWARTIER Zicht Chlorofyl Fosfor Stikstof Zuurstof Ammoniak

Nadere informatie

KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN DE WATERLANDEN

KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN DE WATERLANDEN KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN DE WATERLANDEN 1997 ONDERDEEL ROULEREND ONDERZOEK HOOGHEEMRAADSCHAP VAN UITWATERENDE SLUIZEN IN HOLLANDS NOORDERKWARTIER 1 Cochlearia officinalis 2 SAMENVATTING Dit rapport

Nadere informatie

KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN WESTFRIESLAND

KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN WESTFRIESLAND KWALITEIT OPPERVLAKTEWATEREN WESTFRIESLAND 1998 ONDERDEEL ROULEREND ONDERZOEK HOOGHEEMRAADSCHAP VAN UITWATERENDE SLUIZEN IN HOLLANDS NOORDERKWARTIER Kikkerbeet SAMENVATTING Dit rapport bevat de resultaten

Nadere informatie

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. is opgenomen III.2. Waterkwaliteit De meetpunten van het chemische meetnet liggen

Nadere informatie

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen 2. Waterkwaliteit De zomergemiddelden voor 2008 van drie waterkwaliteitsparameters

Nadere informatie

Riegman & Starink. Consultancy

Riegman & Starink. Consultancy Riegman & Starink Consultancy Huidige vegetatie Knelpunt analyse Fysisch Chemisch Milieu Fysisch Chemisch Milieu Gewenste vegetatie -Voor alle KRW typen -Voor eigen gekozen plantengemeenschap Chemie 1

Nadere informatie

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018 Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018 1. Inleiding In het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland liggen 18 KRW-waterlichamen (zie figuur 1 op volgende pagina). Deze waterlichamen worden zowel

Nadere informatie

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. 29 september 2010 Inhoud 1 Tekstdelen uit van 5 varianten naar 2 alternatieven 3 1.1 Referentiesituatie 3 1.2 Effecten waterkwaliteit KRW 5 2 Nieuw tekstdeel 7 ARCADIS

Nadere informatie

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)

Nadere informatie

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015 Vlaanderen is milieu Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015 VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015 Samenstellers Afdeling

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen...

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen... BIJLAGE F Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen....................................................................... De milieudoelstellingen

Nadere informatie

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers.

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers. 1 veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers. verbeteren van chemische water kwaliteit verbeteren van de oever stabiliteit verbeteren van de ecologische kwaliteit 2 waarom aandacht voor NVO

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR.   PaccoParameters PACCO-PARAMETERS PH DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR PH De ph geeft de zuurtegraad van het water weer. Ze varieert doorgaans op een schaal

Nadere informatie

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (1995=100) 120 100 80 60 40 P landbouw N landbouw N huishoudens P huishoudens CZV huishoudens N

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2010 Indicator 27 november 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

KRW- doelen voor de overige wateren in Noord- Brabant: een pragma:sche uitwerking

KRW- doelen voor de overige wateren in Noord- Brabant: een pragma:sche uitwerking KRWdoelen voor de overige wateren in NoordBrabant: een pragma:sche uitwerking Frank van Herpen (Royal HaskoningDHV), Marco Beers (waterschap Brabantse Delta), Ma>hijs ten Harkel en Doesjka Ertsen (provincie

Nadere informatie

Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa

Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa Overijssels Kanaal (Zwolle) De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld

Nadere informatie

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda TNO Kennis voor zaken : Oplossing of overlast? Kunnen we zomaar een polder onder water zetten? Deze vraag stelden zich waterbeheerders, agrariërs en bewoners in de Middelburg-Tempelpolder. De aanleg van

Nadere informatie

Factsheet: NL43_11 Bussloo

Factsheet: NL43_11 Bussloo Factsheet: NL43_11 Bussloo -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze

Nadere informatie

2007/

2007/ venijssel www.overijssel.nl Provinciale Staten van Overijssel Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Telefax 038 425 48 41 Uwkenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum

Nadere informatie

Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats. Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet

Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats. Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet Aanleiding Aanleg natuurvriendelijke oevers belangrijk in waterbeheer Bij aanleg mist vaak de relatie met de

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017

Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017 Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 18.077462 postadres: versie: 01 postbus 156 auteurs: P. v.d. Wee / D. Slot 2300 AD Leiden oplage: 1

Nadere informatie

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Meetstrategie en methodiek macrofyten //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve

Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve Factsheet: NL04_BUITEN-REVE Reeve De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze factsheet

Nadere informatie

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014 Vlaanderen is milieu Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014 Vlaamse MilieuMaatschappij www.vmm.be DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014 Samenstellers Afdeling

Nadere informatie

Onderzoek bodem en waterkwaliteit herinrichting Veenoordkolk

Onderzoek bodem en waterkwaliteit herinrichting Veenoordkolk Onderzoek bodem en waterkwaliteit herinrichting Veenoordkolk Aanleiding Voordat de gebiedsontwikkeling rondom de Veenoordkolk en de Teugse kolk van start kan gaan, is inzicht nodig in de milieuhygiënische

Nadere informatie

De meerwaarde: een casus. Martine Lodewijk programmamanager KRW voor waterschap Amstel Gooi en Vecht

De meerwaarde: een casus. Martine Lodewijk programmamanager KRW voor waterschap Amstel Gooi en Vecht De meerwaarde: een casus Martine Lodewijk programmamanager KRW voor waterschap Amstel Gooi en Vecht Conclusies Wat is de meerwaarde van een systeemanalyse (ESF-analyse)? Diagnose: wat zijn de bepalende

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater,

Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, Natuurkwaliteit van macrofauna in oppervlaktewater, 1991 2008 Indicator 15 juli 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

BAGGERNUT. Leon van den Berg Moni Poelen Leon Lamers

BAGGERNUT. Leon van den Berg Moni Poelen Leon Lamers Leon van den Berg Moni Poelen Leon Lamers Arcadis B-ware Deltares Radboud Universiteit Nijmegen Waterschappen Witteveen en Bos Diverse deelprojecten: Radboud universiteit Nijmegen veldexperimenten

Nadere informatie

Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa

Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa Steenwetering De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

MWW - Waternood-DAN - EKO. Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen

MWW - Waternood-DAN - EKO. Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen MWW - Waternood-DAN - EKO Hanneke Keizer Piet Verdonschot Karin Didderen Maatregel Wijzer Waterbeheer Inleiding Implementatie van zowel WB21 als KRW vraagt om waterhuishoudkundige maatregelen Talrijke

Nadere informatie

Chemisch wateronderzoek 1. klimaatstad. water leeft 2. Abio. klimaatstad

Chemisch wateronderzoek 1. klimaatstad. water leeft 2. Abio. klimaatstad Chemisch wateronderzoek 1 water leeft 2 Abio Chemisch wateronderzoek 2 Chemisch wateronderzoek 3 WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek Een goede waterkwaliteit is van groot belang voor het leven van waterdieren

Nadere informatie

Factsheet: NL43_09. Naam: Toevoerkanaal

Factsheet: NL43_09. Naam: Toevoerkanaal Factsheet: NL43_09 Toevoerkanaal -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 18 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017

Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017 Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 18.077470 postadres: versie: 01 postbus 156 auteurs: P. v.d. Wee / D. Slot 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum:

Nadere informatie

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Westeinderplassen Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie postadres: versie: 0

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Westeinderplassen Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie postadres: versie: 0 ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL Westeinderplassen - Archimedesweg CORSA nummer: zie. postadres: versie: postbus auteur: Piet van der Wee AD Leiden oplage: telefoon () datum: i telefax () projectnummer: Hoogheemraadschap

Nadere informatie

Herinrichten van diepe plassen door hergebruik baggerspecie: Voor en nadelen voor de visstand. Joke Nijburg

Herinrichten van diepe plassen door hergebruik baggerspecie: Voor en nadelen voor de visstand. Joke Nijburg Herinrichten van diepe plassen door hergebruik baggerspecie: Joke Nijburg 1 Inhoud: Aanleiding Beleid Uitvoeringsmethodieken Voor- en nadelen visstand Praktijkvoorbeelden Conclusies 2 Aanleiding Waterkwaliteit

Nadere informatie

De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : September 2007.

De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : September 2007. Drema Waterbehandeling BV Daltonstraat 16 3316 GD Dordrecht The Netherlands Tel: 0031 78 618 40 11 Fax:0031 78 618 77 80 www.drema.nl Onderzoek blauwalgen De Gouden Ham Rapportage : September 2007. Ten

Nadere informatie

Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna

Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna Inhoud Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna Inleiding Proef 1. Algemene bepalingen. Proef 2. Bepaling waterkwaliteit met behulp van kleine waterdieren (makrofauna). Verzameltabel voor alle resultaten.

Nadere informatie

Aquatische ecologie. Module 1: Ecologische principes van watersystemen. Lesdag 1. drs. M. Maessen (Grontmij)

Aquatische ecologie. Module 1: Ecologische principes van watersystemen. Lesdag 1. drs. M. Maessen (Grontmij) lesdag onderwerp docent(en) Module 1: Ecologische principes van watersystemen Lesdag 1 Ochtend - Watersysteem - Van mondiaal tot lokaal - Kringlopen en balansen - Hydrologische kringloop - Relatie grondwater

Nadere informatie

Factsheet: NL04_EMMERTOCHT-SLOOT

Factsheet: NL04_EMMERTOCHT-SLOOT Factsheet: NL04_EMMERTOCHT-SLOOT Emmertochtsloot De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Waterkwaliteit verbeteren!

Waterkwaliteit verbeteren! Waterkwaliteit verbeteren! Erwin Rebergen Beheerder grond- en oppervlaktewater 6 juni 2013 1 Onderwerpen Waarom spant zich in om de waterkwaliteit te verbeteren? Wat willen we bereiken? Hoe willen we een

Nadere informatie

Bodemsanering. 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd. De bodem en het (grond)water zijn schoon MILIEU MARKT. Staat van Utrecht 2014

Bodemsanering. 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd. De bodem en het (grond)water zijn schoon MILIEU MARKT. Staat van Utrecht 2014 MENS Staat van Utrecht 204 Bodemsanering Hoeveel humane spoedlocaties zijn nog niet volledig gesaneerd? 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd Kaart (Humane spoedlocaties bodemverontreiniging

Nadere informatie

Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard. (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard)

Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard. (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard) Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard) Instemming Dijkgraaf en Heemraden met ontwerp peilbesluit (voor

Nadere informatie

Kwaliteit van de Zenne stroomafwaarts RWZI Brussel Noord

Kwaliteit van de Zenne stroomafwaarts RWZI Brussel Noord Kwaliteit van de Zenne stroomafwaarts RWZI Brussel Noord Thierry Warmoes - Afdeling Rapportering Water januari 2012 m.m.v. Bram Haspeslagh 1. Effect ingebruikname RWZI Brussel Noord 2. Beoordeling van

Nadere informatie

Huidige situatie. G2 Totaal stikstof (zomergemiddelde) (mg N/l) 1,57 2,4 2,4. G2 Chloride (zomergemiddelde) (mg Cl/l) 45,3 150 150

Huidige situatie. G2 Totaal stikstof (zomergemiddelde) (mg N/l) 1,57 2,4 2,4. G2 Chloride (zomergemiddelde) (mg Cl/l) 45,3 150 150 NL09_26 Basisgegevens Naam Code Status Type Stroomgebied Waterbeheergebied Provincie Gemeente Sloten Overbetuwe NL09_26 Kunstmatig M1a - Zoete sloten (gebufferd) Rijn-West Rivierenland Gelderland Neder-Betuwe,

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten

Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten 21 3.12 KWALITEIT OPPERVLAKTEWATER P Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (2=1) 12 P landbouw N landbouw P huishoudens N huishoudens

Nadere informatie

5. KWALITEIT VAN DE VISWATEREN

5. KWALITEIT VAN DE VISWATEREN 1.Inleiding 5. KWALITEIT VAN DE VISWATEREN Waterorganismen zijn afhankelijk van de kwaliteit van hun leefmilieu. Deze kwaliteit wordt niet alleen bepaald door abiotische parameters, (ph, zoutgehalte, zuurstofgehalte,

Nadere informatie

Factsheet: NL04_NOORD-ZUIDLEIDING

Factsheet: NL04_NOORD-ZUIDLEIDING Factsheet: NL04_NOORD-ZUIDLEIDING Noord-Zuidleiding De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Strabrechtse Heide

Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Strabrechtse Heide Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel Strabrechtse Heide Aanleiding Waterschap Aa en Maas heeft onvoldoende inzicht hoe de grondwaterkwaliteit is in de Natte Natuurparels in haar beheergebied

Nadere informatie

Tijdelijke droogval als waterkwaliteitsmaatregel. Roos Loeb, Fons Smolders, Esther Lucassen, Jeroen Frinsel, Rick Kuiperij, e.a.

Tijdelijke droogval als waterkwaliteitsmaatregel. Roos Loeb, Fons Smolders, Esther Lucassen, Jeroen Frinsel, Rick Kuiperij, e.a. Tijdelijke droogval als waterkwaliteitsmaatregel Roos Loeb, Fons Smolders, Esther Lucassen, Jeroen Frinsel, Rick Kuiperij, e.a. In samenwerking met: Waterschap Hunze en Aa s Wetterskip Fryslan Staatsbosbeheer

Nadere informatie

Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe

Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe Factsheet: NL04_STOUWE-LEIDING Stouwe De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze

Nadere informatie

Peilbesluit Horstermeerpolder en Meeruiterdijkse polder

Peilbesluit Horstermeerpolder en Meeruiterdijkse polder Plangebied Kaart 1 Stichtse Ankeveense Plassen Spiegelplas Poldergrenzen grens Bos Bebouwing Huizenblok Hoofdwegen Regionale wegen e wegen polder Vecht Meeruiterdijkse polder IB2002 1 Kortenhoefse Plassen

Nadere informatie

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 2 maart 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De ecologische kwaliteit van het

Nadere informatie

Kansen voor natuurvriendelijke oevers in de boezems van HHNK. KRW onderzoeksproject Natuurvriendelijke Boezem. S. Janssen, S. Zierfuss 12.

Kansen voor natuurvriendelijke oevers in de boezems van HHNK. KRW onderzoeksproject Natuurvriendelijke Boezem. S. Janssen, S. Zierfuss 12. Kansen voor natuurvriendelijke oevers in de boezems van HHNK KRW onderzoeksproject Natuurvriendelijke Boezem Auteurs S. Janssen, S. Zierfuss Registratienummer 12.55095 17-12-12 Versie Status definitief

Nadere informatie

Verzilting van zoete wateren: Verlies of winst voor de aquatische natuur?

Verzilting van zoete wateren: Verlies of winst voor de aquatische natuur? Verzilting van zoete wateren: Verlies of winst voor de aquatische natuur? Ralf Verdonschot 26 juni 2014 ralf.verdonschot@wur.nl Inhoud 1. Wat maakt de levensgemeenschap van brakke wateren waardevol? 2.

Nadere informatie

Factsheet: NL43_13 Oude IJssel

Factsheet: NL43_13 Oude IJssel Factsheet: NL43_13 Oude IJssel -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas Factsheet: NLGW0013 Zout Maas -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015 zijn gebaseerd

Nadere informatie

WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek

WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek Chemisch wateronderzoek 1 WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek Een goede waterkwaliteit is van groot belang voor het leven van waterdieren en waterplanten. Biologisch leven in het water is afhankelijk van

Nadere informatie

Factsheet: NL43_04 Puttenerbeek

Factsheet: NL43_04 Puttenerbeek Factsheet: NL43_04 Puttenerbeek -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer

Nadere informatie

De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : Augustus 2007.

De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : Augustus 2007. Drema Waterbehandeling BV Daltonstraat 16 3316 GD Dordrecht The Netherlands Tel: 0031 78 618 40 11 Fax:0031 78 618 77 80 www.drema.nl Onderzoek blauwalgen De Gouden Ham Rapportage : Augustus 2007. Ten

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater april 2005 One Cue Systems Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Wijstgronden Uden

Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Wijstgronden Uden Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel Wijstgronden Uden Aanleiding Waterschap Aa en Maas heeft onvoldoende inzicht hoe de grondwaterkwaliteit is in de Natte Natuurparels in haar beheergebied

Nadere informatie

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2016

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2016 Vlaanderen is milieu Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2016 VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2016 Samenstellers

Nadere informatie

Factsheet: NL43_10 Fliert

Factsheet: NL43_10 Fliert Factsheet: NL43_10 Fliert -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze

Nadere informatie

Grondwaterstanden juni 2016

Grondwaterstanden juni 2016 Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand

Nadere informatie

Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Hooibroeken

Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel. Hooibroeken Informatieblad grondwaterkwaliteit Natte Natuurparel Hooibroeken Aanleiding Waterschap Aa en Maas heeft onvoldoende inzicht hoe de grondwaterkwaliteit is in de Natte Natuurparels in haar beheergebied en

Nadere informatie

Naar een duurzaam beheer van het veenweidegebied. Piet-Jan Westendorp Aquatisch ecoloog Witteveen+Bos

Naar een duurzaam beheer van het veenweidegebied. Piet-Jan Westendorp Aquatisch ecoloog Witteveen+Bos Naar een duurzaam beheer van het veenweidegebied Piet-Jan Westendorp Aquatisch ecoloog Witteveen+Bos Inleiding Is een duurzaam beheer mogelijk? Nederland veenland Huidige toestand veenweidegebied Streefbeeld

Nadere informatie

Factsheet: NL33HM. Naam: Hondshalstermeer

Factsheet: NL33HM. Naam: Hondshalstermeer Factsheet: NL33HM Hondshalstermeer -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Blauwalgenbestrijding met waterstofperoxide Resultaten experimenten 2009. Bart Reeze (ARCADIS) Hans Matthijs en Petra Visser (UvA)

Blauwalgenbestrijding met waterstofperoxide Resultaten experimenten 2009. Bart Reeze (ARCADIS) Hans Matthijs en Petra Visser (UvA) Blauwalgenbestrijding met waterstofperoxide Resultaten experimenten 2009 Bart Reeze (ARCADIS) Hans Matthijs en Petra Visser (UvA) 1 Inhoud presentatie Waar komt dit idee vandaan? Ontwikkelingsgeschiedenis

Nadere informatie

Kwaliteit van de natuur. Hoe spoor je aantastingen op?

Kwaliteit van de natuur. Hoe spoor je aantastingen op? Kwaliteit van de natuur Hoe spoor je aantastingen op? Ecosystemen en levensgemeenschappen Zoek vergelijkende gebieden (oerbossen, intacte riviersystemen, ongerepte berggebieden, hoogveenmoerassen, etc)

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 25 april 2014. Deze factsheet dient gezien te worden

Nadere informatie

Vraagstelling Vraag van Steven Marijnissen aan Jaap Oosthoek is of de lozing van het effluent op het KRW waterlichaam Mark en Vliet toelaatbaar is.

Vraagstelling Vraag van Steven Marijnissen aan Jaap Oosthoek is of de lozing van het effluent op het KRW waterlichaam Mark en Vliet toelaatbaar is. Zaaknr. : 11.ZK56591 Kenmerk : 12IT002508 Barcode : *12IT002508* memo Van : Jaap Oosthoek Via : Hermen Keizer Aan : Steven Marijnissen Onderwerp : Toelaatbaarheid tijdelijke lozing effluent Nieuwveer op

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen

Vermesting in meren en plassen Indicator 16 december 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en

Nadere informatie

Activiteitenbesluit milieubeheer

Activiteitenbesluit milieubeheer Activiteitenbesluit milieubeheer Beschikking met maatwerkvoorschriften van toepassing op de grondwaterlozing ten behoeve van Mts. Bavar lozingsadres: Hopweg 46 Rutten Waterschap Zuiderzeeland Team Waterprocedures

Nadere informatie

Spiegelplas en Ankeveense plassen

Spiegelplas en Ankeveense plassen Spiegelplas en Ankeveense plassen Stand van de natuur en herstelmaatregelen Gerard ter Heerdt Bart Specken Jasper Stroom Floor Speet Winnie Rip Een tienminuten gesprek. Hoe staan onze kinderen er voor?

Nadere informatie

Waterkwaliteit KRW, 2015

Waterkwaliteit KRW, 2015 Indicator 12 januari 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen

Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals

Nadere informatie

Monitoring, maatlatten, toetsen en beoordelen: wat een toestand. Gert van Ee 15 februari 2017

Monitoring, maatlatten, toetsen en beoordelen: wat een toestand. Gert van Ee 15 februari 2017 Monitoring, maatlatten, toetsen en beoordelen: wat een toestand Gert van Ee 15 februari 2017 Roossloot Bergen NH, foto: Nico Jaarsma 2016 Indeling presentatie Monitoring en meetnetten HHNK Maatlatten,

Nadere informatie

Enquête waterplanten en sportvisserij

Enquête waterplanten en sportvisserij Sportvisserij Nederland Leijenseweg 115, 37 AD Bilthoven T. -584 www.sportvisserijnederland.nl Rapport (exclusief bijlagen) Enquête waterplanten en sportvisserij Omvang van het probleem en probleemlocaties

Nadere informatie

1 1.2 Uitganspunten 1

1 1.2 Uitganspunten 1 INHOUDSOPGAVE INLEIDING 1 1.1 Aanleiding en doelstelling 1 1.2 Uitganspunten 1 MATERIAAL en METHODEN 3 2.1 Basismateriaal 3 2.2 Selectie van factoren en maatstaven 3 RESULTATEN 5 3.1 stroomsnelheid 6 3.2

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ. L. Peperzak (31) (0)

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ. L. Peperzak (31) (0) Werkdocument Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Aan Veerse Meer projectgroep Contactpersoon Doorkiesnummer L. Peperzak (31) (0)

Nadere informatie

Kennisvraag: Wat zijn de fysisch chemische effecten van de wateroverlast voor de maand juni in vergelijking met andere jaren?

Kennisvraag: Wat zijn de fysisch chemische effecten van de wateroverlast voor de maand juni in vergelijking met andere jaren? Juni 2016 in vergelijking tot voorgaande jaren Kennisvraag: Wat zijn de fysisch chemische effecten van de wateroverlast voor de maand juni in vergelijking met andere jaren? Antwoord: Er zijn in verschillende

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017 Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 18.077479 postadres: versie: 01 postbus 156 auteurs: P. v.d. Wee / D. Slot 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum:

Nadere informatie

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas

Factsheet: NLGW0013 Zout Maas Factsheet: NLGW0013 Zout Maas Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het deel van de inhoud,

Nadere informatie

Prestatie-indicatoren Ecologie 1 december 2015 1

Prestatie-indicatoren Ecologie 1 december 2015 1 Prestatie-indicatoren Ecologie 1 december 2015 1 Prestatie-indicatoren ecologie 1. Wat zijn prestatie-indicatoren 2. Keuze prestatie-indicatoren 3. Frequentie rapportage 2 Wat zijn prestatie-indicatoren?

Nadere informatie

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 14 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren

Nadere informatie

De prestatie-indicatoren genoemd in de presentaties maken onderdeel uit van de begroting 2017, welke is geagendeerd voor de VV van november 2016.

De prestatie-indicatoren genoemd in de presentaties maken onderdeel uit van de begroting 2017, welke is geagendeerd voor de VV van november 2016. De prestatie-indicatoren genoemd in de presentaties maken onderdeel uit van de begroting 2017, welke is geagendeerd voor de VV van november 2016. Mede ook naar aanleiding van de presentaties in de commissies,

Nadere informatie

Waarom zijn er normen en waarom deze presentatie? Normen en waarden voor nutriënten (Van Liere en Jonkers, 2002) Niels Evers

Waarom zijn er normen en waarom deze presentatie? Normen en waarden voor nutriënten (Van Liere en Jonkers, 2002) Niels Evers Waarom zijn er normen en waarom deze presentatie? Normen en waarden voor nutriënten (Van Liere en Jonkers, 2002) Normen om te weten of iets goed is of niet Wetenschap én politiek Er zit altijd ontwikkeling

Nadere informatie

Jaarverslag Water 2015

Jaarverslag Water 2015 Vlaanderen is milieu Jaarverslag Water 2015 VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be \\\\\\ JAARVERSLAG WATER 2015 \\\\\ DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Jaarverslag water 2015 Samenstellers Afdeling Rapportering

Nadere informatie

Kwantitatieve analyse effecten zonnepark Model en analysetool

Kwantitatieve analyse effecten zonnepark Model en analysetool Kwantitatieve analyse effecten zonnepark Model en analysetool Rick Wortelboer, Sibren Loos Workshop STOWA 23 mei 2019 Directe effecten Conceptueel schema Ook indirecte effecten zijn van belang Hoe? - welke

Nadere informatie