De toekomst van de Nederlandse gemeente: steeds verdergaande vormen van intergemeentelijke samenwerking of een grootschalige gemeentelijke

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De toekomst van de Nederlandse gemeente: steeds verdergaande vormen van intergemeentelijke samenwerking of een grootschalige gemeentelijke"

Transcriptie

1 De toekomst van de Nederlandse gemeente: steeds verdergaande vormen van intergemeentelijke samenwerking of een grootschalige gemeentelijke herindeling? Masterscriptie ter afronding van de opleiding Nederlands Recht aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Tilburg. Datum: 24 juli 2009 Opgesteld door: B.M.A. Laheij Studentennummer: Examencommissie: mr. C.J.A.M. Merkx prof.mr.dr. S. Zouridis 0

2 Voorwoord Deze scriptie vormt de afsluiting van mijn opleiding Nederlands Recht, een opleiding waar ik de afgelopen vier jaren volop van heb genoten. Sinds het relatief onwennige begin in september 2005 is de tijd voorbij gevlogen! Een aantal jaren geleden had niemand ook ikzelf niet kunnen bedenken dat ik thans op het punt sta om als meester in de rechten af te studeren. Immers tot het einde van zes Vwo was ik er van overtuigd de Pabo de opleiding tot leraar basisonderwijs te gaan volgen. Tijdens een bezoek aan de Universiteit van Tilburg ben ik destijds definitief van gedachte veranderd; mijn toekomst lag op het gebied van het Nederlands Recht. Ik ben altijd al van de opvatting regels zijn regels geweest en dat kwam tijdens deze studie goed van pas. Na drie interessante en leuke jaren kwam er wederom een belangrijk keuzemoment; in welk vakgebied zou ik mezelf gaan specialiseren? Allereerst was het accentprogramma Strafrecht aan de orde. Tijdens het keuzeproces veranderde deze keuze echter in de specialisatie Staats- en Bestuursrecht. Mede aanleiding hiervoor was dat ik in deze periode politiek actief raakte bij het CDA Maasdriel. In het politieke speelveld zag ik voor het eerst de impact van het bestuursrecht in concrete situaties en vond dat een zeer interessant fenomeen. In de politiek is tevens mijn specifieke interesse voor het Gemeenterecht en het Ruimtelijk Bestuursrecht ontstaan. Tijdens een vergadering van de Raadscommissie Algemeen Bestuur & Zorg van de gemeente Maasdriel kwam ik in aanraking met de heersende problematiek omtrent intergemeentelijke samenwerking. Deze problematiek vond ik dermate interessant dat ik na overleg met mijn scriptiebegeleider de beslissing nam om intergemeentelijke samenwerking in Nederland in vergelijking met een grootschalige gemeentelijke herindeling te onderzoeken. Het resultaat van dit onderzoek ligt thans voor u. Mijn scriptiebegeleider, Karin Merkx, wil ik graag bedanken voor de uitstekende begeleiding tijdens het afstudeerproces. Daarnaast gaat mijn dank uit naar Stavros Zouridis voor zijn zittingneming in de examencommissie. En ten slotte save the best for last ook een bijzonder dankwoord aan mijn ouders, vriend, vriendinnen en familie. Zonder de wijze woorden van mijn vader, de opbeurende gesprekken met mijn moeder, de ontspannende momenten met Hein en de leuke avonden met mijn vriendinnen had ik waarschijnlijk hier nu niet gestaan. Hartelijk dank voor al jullie support en vertrouwen de afgelopen jaren! Velddriel/Tilburg, 24 juli 2009 Bianca Laheij 1

3 Inhoudsopgave Voorwoord 1 Inhoudsopgave 2 Hoofdstuk 1 Inleiding Aanleiding Probleemstelling Leeswijzer 7 Hoofdstuk 2 Intergemeentelijke samenwerking in Nederland Inleiding De geschiedenis van intergemeentelijke samenwerking De wettelijke voorkeur voor publiekrechtelijke samenwerkingsvormen Privaatrechtelijke samenwerking tussen gemeenten Publiekrechtelijke samenwerking tussen gemeenten De toekomst van de Wgr Conclusie 26 Hoofdstuk 3 Gemeentelijke herindeling in Nederland Inleiding Motieven voor gemeentelijke herindeling Het wettelijk kader voor gemeentelijke herindeling Het vernieuwde Beleidskader gemeentelijke herindeling Conclusie 39 Hoofdstuk 4 Grootschalige gemeentelijke herindeling in Denemarken Inleiding De structuur van de Deense overheid De fase voorafgaand aan de tweede hervorming De besluitfase op rijksniveau omtrent de grootschalige hervorming De daadwerkelijke invoering van de grootschalige hervorming De gevolgen van de grootschalige hervorming in Denemarken Conclusie 54 2

4 Hoofdstuk 5 Intergemeentelijke samenwerking versus een grootschalige gemeentelijke herindeling Inleiding De voordelen van intergemeentelijke samenwerking De nadelen van intergemeentelijke samenwerking De voordelen van een grootschalige gemeentelijke herindeling De nadelen van een grootschalige gemeentelijke herindeling Conclusie 75 Hoofdstuk 6 Conclusie 77 Literatuurlijst 86 Bijlagen 92 3

5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1. Aanleiding Nederland kan gekenmerkt worden als een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Dit houdt in dat Nederland naast het centrale overheidsverband, nog andere decentrale overheidsverbanden kent met elk hun eigen ambten met eigen bevoegdheden. Deze decentrale overheidsverbanden zijn echter onderworpen aan diverse vormen van toezicht en ingrijpen door de centrale overheid; in tegenstelling tot de centrale overheid zijn de decentrale overheden niet autonoom. De grondslag voor de gedecentraliseerde eenheidstaat is terug te vinden in de Grondwet vanaf De vergaande herziening van de Grondwet in 1848 bracht de hoofdstructuur voor de inrichting van de gedecentraliseerde overheidsverbanden. Deze gedecentraliseerde overheidsverbanden werden nader geregeld in de Provinciewet van 1850 en de gemeentewet van 1851, onder leiding van Thorbecke. 1 Sindsdien kent men in Nederland het zogenaamde Huis van Thorbecke, wat inhoudt dat de bestuurlijke hoofdstructuur van Nederland uit drie lagen bestaat: het Rijk, de provincie en de gemeente. 2 In Nederland wordt deze bestuurlijke hoofdstructuur nog steeds gehanteerd. De drie lagen van het Huis van Thorbecke zijn echter de afgelopen jaren wel sterk veranderd door een aantal maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Een voorbeeld van deze ontwikkelingen is dat de aard en omvang van taken en bevoegdheden van de drie lagen veranderd zijn; in de loop van de jaren zijn steeds meer rijkstaken overgeheveld naar provincies en gemeenten. 3 Mede door deze steeds verdergaande decentralisatie van taken naar gemeenten zijn in de loop van de tijd steeds meer verschillende vormen van samenwerking tussen gemeenten ontstaan. Deze samenwerking tussen gemeenten wordt ook wel intergemeentelijke samenwerking genoemd. Intergemeentelijke samenwerking kan verplicht zijn of op vrijwillige basis geschieden. Verplichte samenwerking kent Nederland ten aanzien van plusregio s op grond van de Wijzigingswet Wgr-plus, waar verplichtend wordt samengewerkt met het oog op de aanpak van complexe beleidsopgaven die zich in en rond de steden voordoen. Daarnaast kent Nederland verplichte samenwerking ten aanzien van de veiligheidsregio s, waar in een gebied wordt samengewerkt door verscheidene besturen en diensten met taken op het gebied van veiligheid. 4 Samenwerking op vrijwillige basis vindt plaats indien twee of meerdere gemeenten zelf besluiten om gezamenlijk te gaan samenwerken op 1 Kortmann 2008, p. 73 & Engels 2007, p Zie noot 2. 4 Brederveld 2005, p

6 een één of meerdere gebieden. Deze vrijwillige samenwerking kan zowel een publiekrechtelijke als een privaatrechtelijke grondslag hebben. De grondslag voor publiekrechtelijke vormen van samenwerking biedt de Wet gemeenschappelijke regelingen (hierna: Wgr). 5 Omtrent intergemeentelijke samenwerking is al tientallen jaren een discussie gaande. Voorstanders van intergemeentelijke samenwerking zien deze vorm van samenwerking als een oplossing voor verschillende problemen waar gemeenten mee kampen, zoals problemen ten aanzien van de bestuurskracht. Zo zijn een groot deel van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (hierna: de Tweede Kamer) een voorstander van intergemeentelijke samenwerking. Dit blijkt onder andere uit de recent aangenomen motie van het lid Bilder c.s. In de aangenomen motie wordt gesteld dat intergemeentelijke samenwerking een reëel en gelijkwaardig alternatief is voor gemeentelijke herindeling, met als achtergrond dat decentralisatie van taken kan leiden tot problemen ten aanzien van de bestuurskracht van gemeenten. Daarnaast kan de steeds verdergaande decentralisatie van taken leiden tot een gedwongen samenvoeging van gemeenten. 6 Deze gedachtegang omtrent intergemeentelijke samenwerking is tevens in het vernieuwde Beleidskader gemeentelijke herindeling terug te vinden. Het kabinet stelt in het vernieuwde beleidskader dat oplossingen voor bestuurskrachtvraagstukken kunnen liggen op het gebied van samenwerking. Volgens het kabinet zijn deze oplossingen op het gebied van samenwerking gelijkwaardig aan gemeentelijke herindeling. 7 Tegenstanders van intergemeentelijke samenwerking stellen daarentegen dat intergemeentelijke samenwerking een signaal is van een schaalprobleem en een gebrek aan bestuurskracht. De Commissie Van Aartsen stelt hieromtrent in haar rapport De eerste overheid dat als gemeenten de uitvoering van hun taken hebben uitbesteed aan een buurgemeente, samenwerkingsverband of een uitgeplaatste ambtelijke organisatie dat een niet mis te verstaan signaal van een schaalprobleem en gebrek aan bestuurskracht is. 8 Intergemeentelijke samenwerking kan in samenhang gezien worden met gemeentelijke herindeling. Gemeentelijke herindeling, het samenvoegen van gemeenten, is tevens een manier om problemen van gemeenten ten aanzien van bestuurskracht en een steeds verdergaande decentralisatie op te lossen. De Interbestuurlijke Taakgroep Gemeenten, Taakgroep D Hondt, stelt omtrent gemeentelijke herindeling dat schaalvergroting een 5 De Greef 2008, p Kamerstukken ІІ 2008/09, , VІІ, nr Kamerstukken ІІ 2008/09, , nr. 5. p Commissie Gemeentewet en Grondwet (Commissie Van Aartsen) 2007, p

7 positieve invloed kan hebben op de draagkracht en professionaliteit van de ambtelijke organisatie en het politieke bestuur. 9 Het samenvoegen van gemeenten vindt al een geruime periode in Nederland plaats. Tijdens de inwerkingtreding van de gemeentewet in 1851 telde Nederland 1209 gemeenten. Vanaf dat moment is het aantal gemeenten meer dan gehalveerd. 10 Sinds 01 januari 2009 telt Nederland 441 gemeenten. 11 Bij het proces van gemeentelijke herindeling staan onder andere de Wet algemene regels herindeling (hierna: Wet arhi) en het Beleidskader gemeentelijke herindeling centraal. Recentelijk heeft het kabinet een vernieuwd Beleidskader gemeentelijke herindeling vastgesteld. Opmerkelijk is dat in het vernieuwde beleidskader het uitgangspunt van het kabinet is, dat gemeentelijke herindeling enkel plaatsvindt indien daarvoor voldoende lokaal draagvlak bestaat. Daarnaast stelt het kabinet als centraal uitgangspunt dat herindeling van gemeenten van onderop dient plaats te vinden. 12 Uit dit vernieuwde Beleidskader kan worden geconcludeerd dat het huidige kabinet geen voorstander is van een grootschalige gemeentelijke herindeling. In Denemarken is een tegenovergestelde zienswijze ten aanzien van gemeentelijke herindeling terug te vinden. Recentelijk heeft daar een ingrijpende hervorming van het decentraal bestuur plaatsgevonden. Dit heeft als resultaat gehad dat met ingang 01 januari 2007 het aantal regio s provincies tot 5 en het aantal gemeenten tot 98 zijn teruggebracht. Voor deze datum beschikte Denemarken over 14 provincies en 271 gemeenten. 13 In Denemarken is expliciet voor een grootschalige gemeentelijke herindeling gekozen Probleemstelling Uit de vorige paragraaf blijkt dat mede door de steeds verdergaande decentralisatie, steeds meer verschillende vormen van intergemeentelijke samenwerking zijn ontstaan. Volgens een groot deel van de leden van de Tweede Kamer en het huidige kabinet zijn deze verschillende vormen van intergemeentelijke samenwerking een reëel en gelijkwaardig alternatief voor gemeentelijke herindeling. Er van uitgaande dat de drie bestuurslagen van het Huis van Thorbecke ook in de toekomst blijven gehandhaafd, is de vraag of men wel simpelweg kan stellen dat intergemeentelijke samenwerking gelijkwaardig is aan gemeentelijke herindeling? Levert een grootschalige gemeentelijke 9 Interbestuurlijke Taakgroep Gemeenten (Taakgroep D Hondt) 2008, p Dölle & Elzinga 2004, p Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Gemeenten 2009, 02 april Geraadpleegd op 13 mei Kamerstukken ІІ 2008/09, , nr. 5. p Van Brunschot & Fraanje 2007, p. 8. 6

8 herindeling op termijn niet veel meer voordelen op dan een steeds verdergaande wirwar van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden? Op grond van het bovenstaande luidt de centrale onderzoeksvraag: Wat zou de beste toekomst voor de Nederlandse gemeente zijn: een grootschalige gemeentelijke herindeling, zoals recentelijk in Denemarken heeft plaatsgevonden, of steeds verdergaande vormen van intergemeentelijke samenwerking?. Het perspectief waaruit deze centrale onderzoeksvraag wordt geschreven is zowel juridisch als bestuurskundig van aard Leeswijzer In het tweede hoofdstuk staat de samenwerking tussen gemeenten in Nederland centraal, waarbij wordt ingegaan op een aantal vormen van intergemeentelijke samenwerking. Vervolgens wordt in het derde hoofdstuk aandacht besteed aan het proces van gemeentelijke herindeling in Nederland. Hoofdstuk 4 staat in het teken van de in 2007 ingevoerde hervorming van het Deense decentraal bestuur, waarbij de nadruk ligt op de grootschalige gemeentelijke herindeling. In het vijfde hoofdstuk worden de voor- en nadelen van een grootschalige gemeentelijke herindeling ten opzichte van een steeds verdergaande intergemeentelijke samenwerking besproken. Tenslotte worden in hoofdstuk 6 de bevindingen van het onderzoek weergegeven en conclusies getrokken. 7

9 Hoofdstuk 2 Intergemeentelijke samenwerking in Nederland 2.1. Inleiding In hoofdstuk 1 is de aanleiding voor het onderzoek uiteengezet. Hieruit blijkt dat door de steeds verdergaande decentralisatie in de loop van de tijd steeds meer verschillende vormen van samenwerking tussen gemeenten zijn ontstaan. Deze samenwerking tussen gemeenten wordt ook wel intergemeentelijke samenwerking genoemd. Aangezien omtrent intergemeentelijke samenwerking al tientallen jaren een discussie gaande is, staat in dit hoofdstuk de intergemeentelijke samenwerking in Nederland centraal. In dit hoofdstuk ligt de focus op de vrijwillige vormen van intergemeentelijke samenwerking. Er wordt tevens aandacht besteed aan de verplichte samenwerking tussen stedelijke regio s op grond van de Wijzigingswet Wgr-plus, zij het in mindere mate. In de tweede paragraaf wordt ingegaan op de geschiedenis van intergemeentelijke samenwerking in Nederland. In paragraaf 3 wordt aandacht besteed aan de thans in de Gemeentewet neergelegde voorkeur voor samenwerking op basis van een publiekrechtelijke grondslag. Vervolgens gaat paragraaf 4 in op de samenwerking tussen gemeenten op een privaatrechtelijke grondslag, waarbij een concreet voorbeeld van een privaatrechtelijke samenwerking nader wordt uitgewerkt. In paragraaf 5 wordt aandacht besteed aan publiekrechtelijke samenwerking op basis van de Wgr, waarbij zowel de vrijwillige als de gedwongen samenwerkingsvormen centraal staan. De toekomst van de Wgr staat vervolgens in paragraaf 6 centraal. Ten slotte worden in paragraaf 7 conclusies getrokken omtrent de intergemeentelijke samenwerking in Nederland De geschiedenis van intergemeentelijke samenwerking Samenwerking tussen gemeenten bestaat al heel lang; in vroegere tijden hadden de gemeenten ook al behoefte aan samenwerking met andere gemeenten. De samenwerking tussen gemeenten werd voor het eerst formeel geregeld bij het van kracht worden van de gemeentewet in Dit betekende echter niet dat er geen intergemeentelijke samenwerkingsverbanden voor 1851 zouden hebben bestaan. Voor de inwerkingtreding van de gemeentewet bracht de positie van de steden met zich mee, dat elke stad het recht had om met andere steden zaken te regelen. Gemeentebesturen achtten zich reeds voor 1851 bevoegd om zaken te regelen met de besturen van andere gemeenten. De wetgever gaf de gemeentebesturen deze bevoegdheid echter pas met het van kracht worden van de gemeentewet, zij het op een uiterst summiere wijze. 14 Traag 1993, p

10 De gemeentewet kende destijds, voor de herziening van de Gemeentewet in 1931, slechts twee bepalingen omtrent samenwerking. 15 Artikel 121 gemeentewet bepaalde toentertijd dat besturen van twee of meer gemeenten gemeenschappelijke zaken, belangen, inrigtingen of werken, na magtiging en goedkeuring van Gedeputeerde Staten, regelen. 16 Met dit artikel werd samenwerking tussen gemeenten formeel mogelijk gemaakt. Artikel 122 gemeentewet regelde vervolgens de verdeling van de financiële bijdrage door de aan de samenwerking deelnemende gemeentebesturen: de kosten, uit de in het vorig artikel bedoelde regeling voortvloeijende, worden door de kassen der betrokkene gemeenten, naar het belang dat elke er bij heeft, gedragen. De intergemeentelijke samenwerking van destijds beperkte zich in eerste instantie tot het treffen van regelingen omtrent beurtveren en trekwegen. Toen de samenwerking tussen gemeenten zich op meerdere gebieden ging richten, bleken de twee bepalingen omtrent samenwerking tekort te schieten. In 1931 werden de genoemde artikelen vervangen door 18 nieuwe artikelen. 17 Ondanks uitbreiding van het aantal bepalingen in de Gemeentewet was er een groeiende behoefte aan meer mogelijkheden op het gebied van samenwerking. 18 Deze groeiende behoefte aan samenwerking vloeide voort uit het toenemende besef bij de drie zelfstandige bestuurslagen dat problemen niet ophouden bij bestuurlijke grenzen; voor sommigen problemen zijn de gemeenten te klein en de provincies te groot. 19 De regering stelde in 1946 de Staatscommissie-Koelma in, die tot taak had op korte termijn te adviseren omtrent de wijze, waarop moet worden voorzien in belangen, welke gemeenschappelijk zijn voor de grote stedelijke gemeenten en de in haar onmiddellijke omgeving liggende kleinere gemeenten. 20 De commissie was van mening dat de gemeentewettelijke regelingen omtrent samenwerking ontoereikend waren. De commissie gaf het advies om een vierde bestuurslaag districten tussen de provincies en gemeenten te realiseren. Zowel de regering als het parlement vonden deze oplossing van de commissie te ingrijpend. Men ging op zoek naar een alternatieve oplossing. Deze oplossing werd gevonden in het opstellen van een wet op het gebied van intergemeentelijke samenwerking, de Wet gemeenschappelijke regelingen 1950 (voorts ook: Wgr 1950). Zowel de regering als het parlement hanteerden het uitgangspunt dat 15 Haspels & Douma 1951, p Zie voor nadere informatie omtrent de achtergrond van artikel 121 Gemeentewet: Cremers 1886, p Traag 1993, p Brederveld 2005, p Stipdonk, Hendriks & Tops 2003, p Commissie Koelma 1947, p

11 zolang de mogelijkheden voor samenwerking tussen gemeenten beperkt werden gebruikt, er geen behoefte was aan de vergaande oplossing van de commissie Koelma. 21 De Wgr 1950 was bedoeld als een hulpconstructie voor gemeenten om een aantal grootschalige taken gezamenlijk te behartigen. In de praktijk bleek echter dat de wet in de praktijk meer nadelen dan voordelen had. Eén van de belangrijkste kritiekpunten was dat de wet onvoldoende garanties bood voor het democratisch gehalte van intergemeentelijke samenwerking. Een ander belangrijk kritiekpunt was dat de wet als niet effectief werd gezien, aangezien waarborgen in de wet voor een samenhangend integraal beleid ontbraken. Daarnaast was behartiging van een groot aantal belangen door het samenwerkingsverband niet mogelijk. 22 Opmerkelijk is dat, ondanks de ontoereikendheid van de Wgr, in deze periode zeer veel gemeenschappelijke regelingen ontstonden. Door de nadelen van de Wgr werd destijds sterk aangedrongen op de vorming van gewesten. In deze periode, die duurde tot het midden van jaren zeventig, was de heersende opvatting dat de reorganisatie van het binnenlands bestuur diende te bestaan uit de invoering van een gewestelijk model met vier bestuurslagen. Deze opvatting leidde tot veel weerstand vanuit de gemeenten en provincies, aangezien hierdoor de gemeentelijke en provinciale taken zouden worden aangetast. 23 Deze weerstand leidde ertoe dat in het midden van de jaren zeventig een omslag in het denken kwam, waarbij de gedachte van het creëren van een vierde bestuurslaag geheel werd losgelaten. Het gevolg van deze omslag kwam voor het eerst tot uitdrukking in het wetsontwerp van de Wet Reorganisatie Binnenlands Bestuur 24, waarin werd gekozen voor een opbouw van het regionaal bestuur vanuit de provincies in plaats van de gemeenten. Daarnaast zouden de provincies een integrale bestuurslaag op het middenniveau gaan vormen, waarbij zowel het Rijk als de gemeenten bevoegdheden aan de provincies moesten overdragen. Om deze uitgangspunten te bewerkstelligen diende een provinciale herindeling plaats te vinden. Ook deze voorstellen kregen van zowel het parlement als de gemeenten en provincies veel kritiek te voorduren. Uiteindelijk leidde deze kritiek tot intrekking van het wetsontwerp in 1983 en werd een nieuwe nota omtrent de reorganisatie van het binnenlands bestuur opgesteld, de Nota organisatie binnenlands bestuur 25. In deze nota gaf de regering aan dat de regionale problematiek primair vanuit de gemeenten moest worden opgelost, eventueel met behulp van intergemeentelijke samenwerking. Hiervoor 21 Dölle & Elzinga 2004, p Traag 1993, p Dölle & Elzinga 2004, p Kamerstukken ІІ 1977/78, , nr Kamerstukken ІІ 1982/83, , nr

12 was echter wel vereist dat maatregelen werden genomen ter verbetering van de mogelijkheden van samenwerking tussen gemeenten. 26 Die maatregelen werden genomen door de invoering van een nieuwe Wgr, de Wgr De hoofddoelstelling van de Wgr was het leveren van een bijdrage aan de oplossing van de regionale problematiek door middel van verbetering van de intergemeentelijke samenwerking. De nieuwe Wgr beoogde een aantal bezwaren van de bestaande praktijk van intergemeentelijke samenwerking weg te nemen. Deze bezwaren waren onder andere de onoverzichtelijkheid van de samenwerkingsverbanden, het ontbreken van goede mogelijkheden voor controle vanuit de deelnemende gemeenten en de volledige vrijwilligheid van de samenwerking. 27 De belangrijkste vier doelstellingen van de Wgr 1984 waren het versterken van de gemeentelijke betrokkenheid bij intergemeentelijke samenwerking, het ordenen van het bestaand patroon van gemeenschappelijke regelingen, het versterken van de toezichthoudende en conflictbeslechtende rol van de provincie en het vergroten van de openheid en openbaarheid van de samenwerkingsverbanden. 28 Na de inwerkingtreding van de nieuwe Wgr bleef de discussie omtrent de inrichting van het binnenlands bestuur doorgaan. Naar aanleiding van het rapport Grote Steden, grote kansen van de Commissie Montijn en het advies Het bestuur in grootstedelijke gebieden van de Raad van het Binnenlands Bestuur (Rbb) was het kabinet in 1989 van mening, dat aanpassing van de Wgr wellicht onvoldoende was voor de oplossing van de bestuurlijke problemen in de vier grootstedelijke gebieden en dat andere bestuurlijke oplossingen noodzakelijk zouden kunnen zijn. 29 Naar aanleiding van dit standpunt van het kabinet verschenen er drie nota s omtrent samenwerking in stedelijke gebieden: Bestuur op Niveau I, II en III. Uiteindelijk leidden deze nota s tot de inwerkingtreding van de Kaderwet bestuur in verandering op 01 juli De Kaderwet bestuur in verandering bevatte voorzieningen ter bevordering van de totstandkoming van regionaal bestuur in daartoe aangewezen gebieden. Deze gebieden kenmerkten zich vanwege de grote betekenis voor de economische, ruimtelijke en sociaal-culturele ontwikkeling van Nederland. Derhalve diende in zeven stedelijke gebieden verplicht een regionaal openbaar lichaam (hierna: ROL) te worden gevormd. Op grond van artikel 7 van de Kaderwet was het ROL een bij wet opgelegde gemeenschappelijke regeling. Het ROL gold voor een termijn van 4 jaren met een mogelijke verlening van nogmaals 4 jaren. Het open einde van deze regeling had tot doel 26 Haan, Durpsteen & Fernhout 2001, p Dölle & Elzinga 2004, p Traag 1993, p Brederveld, Schroot & Wijma 1992, p Brederveld 2005, p. 25. Zie tevens: Kamerstukken ІІ 2002/03, en , nr. 2, p.1. 11

13 te komen tot een per gebied te regelen bestuursvorm, zoals een stadsprovincie. Dit is uiteindelijk niet gelukt, vanwege een te gering draagvlak onder de bevolking en in het parlement. Vervolgens werd in 2001 het voorstel tot de Wet bestuur in stedelijke regio s ingediend, die ertoe strekte de verplichte intergemeentelijke samenwerking in stedelijke regio s voort te zetten. De voorgestelde wet had veel overeenkomsten met de Kaderwet bestuur in verandering, aangezien het voorstel tevens een bij wet verplichte en specifieke vorm van intergemeentelijke samenwerking inhield. Het voorstel Wet bestuur in stedelijke regio s is echter in juni 2003 ingetrokken, nadat een voorstel tot wijziging van de Wgr was ingediend: de Wijzigingswet Wgr-plus. 31 Deze wijzigingswet hield in dat het regionale bestuur rondom steden wettelijk geregeld zou gaan worden in de Wgr, met als gevolg dat de Wgr met een hoofdstuk omtrent een bijzondere vorm van intergemeentelijke samenwerking rond de grote steden is uitgebreid. Het nieuwe hoofdstuk regelt de totstandkoming van zogenaamde plusregio s, waarbinnen verplichtend wordt samengewerkt met het oog op de aanpak van de complexe beleidsopgaven die zich in en rond de steden voordoen. De 7 regionale samenwerkingsverbanden op basis van de Kaderwet bestuur in verandering werden onder de werking van het nieuwe hoofdstuk gebracht. Daardoor kregen deze regionale samenwerkingsverbanden de status van plusregio s De wettelijke voorkeur voor publiekrechtelijke samenwerkingsvormen Uit de vorige paragraaf blijkt dat intergemeentelijke samenwerking een lange geschiedenis kent. De samenwerking tussen gemeenten kan op zowel een privaatrechtelijke als een publiekrechtelijke grondslag plaatsvinden. Op grond van artikel 160, tweede lid, Gemeentewet 33 gaat thans de voorkeur uit naar publiekrechtelijke samenwerkingsvormen. Volgens de wetgever zou het publiekrecht meer waarborgen dan het privaatrecht bieden op het gebied van het gebruik van bevoegdheden, besluitvormingsstructuren, beïnvloedingsmogelijkheden, toezicht, democratische controle en openbaarheid. Kortom: publiekrechtelijke samenwerkingsverbanden zouden een betere (her)kenbaarheid en doorzichtigheid van de bestuurlijke organisatie tot gevolg hebben. 31 Brederveld 2005, p Kamerstukken ІІ 2003/04, , nr. 3, p Artikel 160, tweede lid, Gemeentewet luidt: Het college besluit slechts tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de raad een ontwerp-besluit is toegezonden en in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen. 12

14 De wettelijke normering lijkt echter gezien de maatschappelijke ontwikkelingen niet meer te passen in deze tijd, aangezien gemeenten en andere partijen in toenemende mate op een privaatrechtelijke grondslag samenwerken. Dit blijkt onder andere uit een rapport van het onderzoeksbureau Partners + Pröpper omtrent de samenwerking van decentrale overheden 34. Ook in het onderzoek van de werkgroep Van Gils naar de aard en omvang van privaatrechtelijke taakbehartiging van gemeenten komt deze trend naar voren. Het onderzoek van de werkgroep Van Gils geeft aanleiding tot de conclusie, dat het uitgangspunt dat publiekrechtelijke samenwerkingsverbanden de voorkeur krijgen, niet langer aansluit op de huidige praktijk, die wordt gekenmerkt door een veelvoud van privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden. Volgens de werkgroep Van Gils vraagt de praktijk om een legitieme plaats voor privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden naast publiekrechtelijke samenwerkingsverbanden. 35 In een reactie op het rapport stelt het kabinet dat gemeenten de laatste jaren inderdaad op ruime schaal gebruik maken van de mogelijkheid om publieke taken via privaatrechtelijke rechtsvormen uit te voeren. Volgens het kabinet pleit de werkgroep Van Gils terecht voor een legitieme plaats van de privaatrechtelijke samenwerkingsvormen naast de publiekrechtelijke samenwerkingsvormen. Derhalve is het kabinet voornemens om de wettelijke voorkeur voor publiekrechtelijke samenwerkingsvormen te laten vervallen. Daarmee krijgen de decentrale overheden de bevoegdheid om zelf te bepalen op welke manier een publiek belang het best kan worden gediend. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG), het Interprovinciaal Overleg (hierna: IPO) en de Unie voor waterschappen hebben ingestemd met het standpunt van het kabinet. 36 Mijns inziens is deze beslissing van het kabinet niet correct. Ik ben van mening dat ten aanzien van intergemeentelijke samenwerking het publiekrecht meer waarborgen biedt voor een betere herkenbaarheid en doorzichtigheid van de overheidstructuur. Indien twee of meer overheidsorganen besluiten om te gaan samenwerken dient de samenwerking een publiekrechtelijke grondslag te hebben. Het publiekrecht regelt immers de verhoudingen tussen burgers en overheidinstanties en tussen overheidsinstanties onderling. Met deze verandering van de Gemeentewet in onze gedachte, waarbij privaatrechtelijke samenwerking op gelijke hoogte komt te staan met publiekrechtelijke samenwerking, 34 Pröpper, Kessens & Weststeijn 2005, p. 11. Volgens het onderzoeksbureau waren er ten aanzien van decentrale overheden in privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden en 797 publiekrechtelijke Wgr-samenwerkingsverbanden. In 2005 waren er 697 Wgr-samenwerkingsverbanden en 1165 privaatrechtelijke samenwerkingsverbanden. 35 Werkgroep Van Gils 2006, p Kamerstukken ІІ 2007/08, , nr. 50, p

15 worden in de volgende paragrafen aandacht besteed aan beide vormen van samenwerking. Het accent ligt echter wel op publiekrechtelijke samenwerking op basis van de Wgr Privaatrechtelijke samenwerking tussen gemeenten In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de privaatrechtelijke samenwerking tussen gemeenten, waarbij tevens een recent voorbeeld van een privaatrechtelijke samenwerking, het zogenaamde Ten Boer-model, wordt besproken. Artikel 160, tweede lid, Gemeentewet geeft het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) de bevoegdheid om privaatrechtelijke samenwerkingsvormen op te richten of daar aan deel te nemen. In eerste instantie dient samenwerking tussen gemeenten via de publiekrechtelijke weg te geschieden. In tweede instantie kan samenwerking op een privaatrechtelijke grondslag plaatsvinden. Op dit moment kunnen enkel zwaarwegende argumenten leiden tot de privaatrechtelijke weg van samenwerking. Indien het college een dergelijk besluit neemt, dient het besluit te worden goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten van de Provincie (hierna: GS). 37 Deze goedkeuring van GS kan enkel worden onthouden wegens strijd met het recht of algemeen belang. Dit houdt in dat een preventief toezicht plaatsvindt op het besluit van het college. 38 Zoals hierboven reeds is aangegeven, is het kabinet voornemens om de keuze voor publiek- of privaatrechtelijke samenwerking aan de decentrale overheden zelf over te laten. Het preventieve toezicht van GS wordt daardoor ook afgeschaft. Deze taak kan eventueel door de gemeenteraad worden vervuld. Dit houdt in dat indien het college van B&W besluit om een privaatrechtelijk samenwerkingsverband op te richten of daar aan deel te nemen, dit besluit ter goedkeuring aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. 39 Artikel 160 Gemeentewet noemt tevens het instrumentarium voor privaatrechtelijke samenwerking: stichtingen, maatschappen, vennootschappen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. Uit het rapport van de werkgroep Van Gils blijkt dat de betrokkenheid van gemeenten bij privaatrechtelijke samenwerkingsvormen zeer divers is. Gemeenten kunnen besluiten tot de oprichting van en/of de deelneming in besloten of naamloze vennootschappen. Gemeenten hebben vaak aandelen in besloten of naamloze vennootschappen. Het kan daarbij gaan om beleggingen, om minderheidsbelangen, om joint ventures, om meerderheidsbelangen en om 100%-deelnemingen. Voorbeelden hiervan zijn een op afstand gezette publieke dienst, zoals de levering van energie en het openbaar vervoer en samenwerking met private marktpartijen of met andere overheden. De betrokkenheid van gemeenten bij stichtingen en verenigingen kent 37 Artikel 160, derde lid, Gemeentewet. 38 Dölle & Elzinga 2004, p Zie voor nadere informatie: Kamerstukken ІІ 2007/08, , nr. 50, p

16 ook vele verschijningsvormen. In een aantal gevallen treedt de gemeente op als oprichter van een stichting of een vereniging, maar daarmee is nog niet gezegd dat de gemeente na de oprichting nog enige rol van betekenis speelt. 40 Dat de deelneming van overheidsorganen in vennootschappen problematisch kan verlopen is de afgelopen maanden zichtbaar geworden in de discussie omtrent de verkoop van het Nederlandse nutsbedrijf Essent. Essent is een niet-beursgenoteerde NV; de aandeelhouders van Essent zijn Nederlandse provincies en gemeenten. Essent heeft de intentie om samen te gaan met het buitenlandse energiebedrijf RWE. Hiervoor is vereist dat de aandelen van de Nederlandse provincies en gemeenten aan RWE worden verkocht. 41 De verkoop van de aandelen heeft politiek gezien heel wat voeten in de aarde gehad. Zo riep de Socialistische Partij (hierna: SP) Minister-President Balkende op de regie van het verkoopproces op zich te nemen, zodat de verkoop van Essent aan RWE kon worden voorkomen. De SP, en in mindere mate de PvdA, PVV en Groenlinks, waren van mening dat Essent als publiek energiebedrijf van essentieel belang voor Nederland is en derhalve niet moest worden verkocht aan een buitenlands energiebedrijf. 42 Na enige tijd van discussie heeft uiteindelijk het grootste deel van de aandeelhouders de Nederlandse provincies en gemeenten met de verkoop van de aandelen ingestemd. Uit het rapport van de werkgroep Van Gils blijkt dat gemeenten de voorkeur geven de oprichting van of deelneming in stichtingen en vennootschappen. In 47 procent van de ingediende verzoeken voor goedkeuring bij GS is voor de stichting gekozen. Daarnaast is in 42 procent van de gevallen gekozen voor vennootschappen, waarbij 25 procent kiest voor een besloten vennootschap en 17 procent kiest voor een naamloze vennootschap. Daarna volgen de vereniging (6 procent) en de commanditaire vennootschap (3 procent). Slechts in enkele verzoeken is de voorkeur uitgegaan naar een coöperatie, een onderlinge waarborgmaatschappij of een vennootschap onder firma. 43 Op grond van deze gegevens kan worden geconcludeerd dat gemeenten de voorkeur geven aan de oprichting van en deelneming in stichtingen en vennootschappen. Hieronder worden deze twee vormen kort toegelicht. Een stichting is een privaatrechtelijke rechtspersoon met een uitdrukkelijk bepaald doel waartoe het vermogen wordt bestemd. De samenwerkende gemeenten fungeren binnen een stichting als opdrachtgever en het samenwerkingsverband is opdrachtnemer en 40 Werkgroep Van Gils 2006, p Auteur onbekend, Essent en RWE, Geraadpleegd op: 12 juli ANP, SP wil ingrijpen premier tegen verkoop van Essent, 19 mei Geraadpleegd op: 12 juli De Moor 2007, p

17 uitvoerder. 44 Stichtingen worden door de gemeente vaak gebruikt om maatschappelijk belangrijke activiteiten een effectieve organisatievorm te geven, zodat op een verantwoorde wijze subsidie kan worden verstrekt. De argumenten voor de keuze ten aanzien van het oprichten van en/of het deelnemen in stichtingen bestaan onder andere uit de slagkracht en flexibiliteit, waarborgen voor onafhankelijkheid en transparantie, het zelfstandig deelnemer zijn aan het rechtsverkeer en gemeentelijke belangen kunnen op een goede wijze worden gewaarborgd. Voorts spelen de volgende argumenten ook een rol van betekenis: de gelijkwaardige inbreng van alle betrokkenen, de scheiding van financiële en formele verantwoordelijkheid, de relatief lage kosten en het ontbreken van een commerciële achtergronden. 45 Indien gemeenten kiezen voor de oprichting van of deelneming in een besloten vennootschap wordt deze keuze vooral met de volgende argumenten onderbouwd: zowel het bedrijfsleven als de overheid kunnen in deze vorm samenwerken, er zijn mogelijkheden tot snelle en efficiënte besluitvorming, de bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn helder vastgelegd en de organisatie heeft een open juridische structuur. Als gemeenten kiezen voor privaatrechtelijke samenwerking binnen een naamloze vennootschap wordt dat onderbouwd met motieven die betrekking hebben op de slagvaardigheid en financiële aspecten. 46 De hierboven uitgewerkte vormen van privaatrechtelijke samenwerking zijn samenwerkingsvormen door middel van privaatrechtelijke rechtspersonen. Een andere vorm van privaatrechtelijke samenwerking is het sluiten van privaatrechtelijke overeenkomsten. De gemeenten zijn bevoegd tot het sluiten van privaatrechtelijke overeenkomsten ter behartiging van de aan hun zorg toevertrouwde publieke belangen, tenzij er een publiekrechtelijke regeling bestaat die deze bevoegdheid expliciet uitsluit of die door het gebruik op onaanvaardbare wijze zou worden doorkruist. 47 Een voorbeeld van zo n privaatrechtelijke samenwerkingsovereenkomst is de samenwerking tussen de gemeente Ten Boer en de gemeente Groningen. De gemeente Ten Boer is een kleine plattelandsgemeente met veel open ruimte. Aanleiding voor de samenwerking met de gemeente Groningen is het gegeven dat voor een kleine gemeente als Ten Boer het steeds moeilijker wordt om alle taken op een adequaat niveau uit te voeren. De ambtelijke organisatie van kleine gemeenten zoals Ten Boer kent veel zogenaamde eenmansposten. Dit maakt de ambtelijke organisatie zeer kwetsbaar. Het ontbreekt de gemeente Ten Boer echter aan financiële middelen om het ambtelijk apparaat uit te breiden. 44 Bakker 2002, p Werkgroep Van Gils 2006, p Werkgroep Van Gils 2006, p Asser & Hartkamp 2005, p

18 De gemeenteraad heeft vastgesteld dat Ten Boer als zelfstandige gemeente, met een eigen identiteit en een lokaal bestuur dicht bij de burger, ertoe doet en zo mogelijk in stand zou moeten blijven. De voorkeur ging niet uit tot het aangaan van meerdere kleine samenwerkingsverbanden, waardoor een lappendeken van verschillende samenwerkingsverbanden zou ontstaan. Deze wirwar van kleine samenwerkingsverbanden zou de bestuurskracht van de gemeenten niet ten goede komen. Het onderzoek naar de haalbaarheid en aanvaardbaarheid van samenwerking met de gemeente Groningen heeft in 2005 plaatsgevonden. Vervolgens is na positieve besluitvorming hierover, in 2006 het model uitgewerkt en geïmplementeerd. De samenwerking is formeel gestart met ingang van 01 januari De samenwerking tussen de twee gemeenten houdt in dat de gemeente Ten Boer nagenoeg al haar taken heeft uitbesteed aan de gemeente Groningen, waarbij de samenwerking is gericht op de totstandkoming van beleid en de uitvoering van beleid. Een uitzondering is de Gemeentelijke Basis Administratie. Op grond van artikel 2 Wet Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens is het college van B&W van elke gemeenten de verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegeven over de bevolking in een geautomatiseerde basisadministratie van persoonsgegevens. Deze taak moet verplicht op het eigen grondgebied worden uitgevoerd. 49 De samenwerking is vastgelegd in een privaatrechtelijke overeenkomst. Het gemeentebestuur van Ten Boer is ongewijzigd gebleven met een gemeenteraad en een college van B&W. Dit zou ook niet anders kunnen; in artikel 6 van de Gemeentewet is vastgelegd dat in elke gemeente een gemeenteraad, een college en een burgemeester aanwezig dient te zijn. De gemeente Groningen voert alle werkzaamheden uit in haar eigen diensten. Per dienst is een Dienstverleningsovereenkomst opgesteld, waarin de afspraken tussen Ten Boer en de betrokken dienst zijn vastgelegd. De gemeente Ten Boer kent nog een kleine ambtelijke organisatie die is gericht op de regie van de samenwerking en opdrachten aan de gemeente Groningen formuleert. Gezien het uitgangspunt van de gemeente Ten Boer, dat inwoners van de gemeente geen nadelige gevolgen mogen ondervinden van de samenwerking, heeft het gemeentehuis in Ten Boer zijn functie behouden. Daar kunnen bewoners terecht bij de Front-Office burgerzaken, het loket bouwen en wonen en het loket Wet maatschappelijke ondersteuning VNG 2007, p. 98. Zie tevens de website van de gemeente Ten Boer: 49 Op grond van artikel 2 Wet Gemeentelijke Basisadministratie Persoongegevens dient het college van B&W 50 VNG 2007, p. 99. Zie tevens de website van de gemeente Ten Boer: 17

19 2.5. Publiekrechtelijke samenwerking tussen gemeenten In deze paragraaf staat de publiekrechtelijke samenwerking tussen gemeenten centraal, waarbij wordt ingegaan op zowel de vrijwillige als gedwongen publiekrechtelijke samenwerkingsverbanden. De grondslag voor vrijwillige publiekrechtelijke samenwerking tussen gemeenten biedt de Wgr. Op grond van artikel 1 Wgr kunnen gemeenteraden, colleges van burgemeester en wethouders of burgemeesters besluiten om een samenwerking aan te gaan met andere gemeenten. 51 Tevens zijn mengvormen van samenwerking tussen raden, colleges van B&W en burgemeesters mogelijk. 52 Indien gemeenten de intentie hebben om publiekrechtelijk te gaan samenwerken, hebben de gemeenten op grond van artikel 8 Wgr de keuze uit vier verschillende vormen van samenwerking: het instellen van een openbaar lichaam, het instellen van een gemeenschappelijk orgaan, het instellen van een centrumgemeente of het instellen van een regeling zonder meer. Het instellen van een openbaar lichaam is de meest gebruikte vorm van samenwerking op grond van de Wgr, aangezien bij ongeveer tweederde van de gemeenschappelijke regelingen een gemeenschappelijk openbaar lichaam wordt ingesteld. 53 Het instellen van een gemeenschappelijk openbaar lichaam is de zwaarste vorm van samenwerking op basis van de Wgr, aangezien het de enige vorm van publiekrechtelijke samenwerking is met volledige rechtspersoonlijkheid op grond van artikel 1, tweede lid, Boek 2 Burgerlijk Wetboek. Door deze rechtspersoonlijkheid kan het openbaar lichaam zelfstandig in het maatschappelijk verkeer optreden en bijvoorbeeld eigen personeel in dienst nemen en fondsen beheren. 54 Op grond van artikel 12, eerste lid, Wgr bestaat het bestuur van een gemeenschappelijk openbaar lichaam uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. De samenstelling van het algemeen bestuur is afhankelijk van de bestuursorganen die de gemeenschappelijke regeling zijn aangegaan; er zijn vier varianten mogelijk. De eerste vorm is de raadsregeling, waar uitsluitend gemeenteraden aan deelnemen. Bij deze vorm is de gemeenteraad bevoegd tot aanwijzing van de leden van het algemeen bestuur Artikel 1 Wgr luidt: De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van twee of meer gemeenten kunnen afzonderlijk of te zamen, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn, een gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van een of meer bepaalde belangen van die gemeenten. 52 De Greef 2008, p De Greef 2008, p VNG 2007, p Artikel 13, eerste lid, Wgr. 18

20 De gemeenteraad kan de leden van het algemeen bestuur aanwijzen uit zijn eigen middelen, de voorzitter en de wethouders inbegrepen. 56 De tweede vorm is de collegeregeling, waaraan uitsluitend colleges deelnemen. Artikel 13, zesde lid, Wgr bepaalt ten aanzien van een collegeregeling het bepaalde in artikel 13, eerste tot en met vijfde lid, Wgr overeenkomstig van toepassing is. Dit betekent concreet dat bij collegeregelingen slechts collegeleden in het algemeen bestuur kunnen worden aangewezen. De derde vorm is de burgemeesterregeling, waar uitsluitend burgemeesters aan deelnemen. Bij een burgemeesterregeling vormen de deelnemende burgemeesters het algemeen bestuur, tenzij de gemeenschappelijke regeling bepaalt dat niet alle burgemeesters zitting hebben. 57 De vierde, en laatste, vorm is de gemengde regeling, waarin twee of meer verschillende bestuursorganen samenwerken. Indien aan een gemengde regeling gemeenteraden deelnemen zijn de gemeenteraden bevoegd tot aanwijzing van de leden van het algemeen bestuur. 58 Ten aanzien van een gemengde regeling, waaraan geen gemeenteraden deelnemen zijn geen wettelijke bepalingen in de Wgr opgenomen. Dit kan als een tekortkoming van de huidige Wgr worden gezien; het is niet wettelijk vastgelegd hoe de leden van het algemeen bestuur moeten worden benoemd. De samenstelling van het dagelijks bestuur van het gemeenschappelijk openbaar lichaam zijn in de vier verschillende vormen uniform. Op grond van artikel 14, eerste lid, Wgr bestaat het dagelijks bestuur uit de voorzitter en twee of meer andere leden. De andere leden worden door en uit het algemeen bestuur aangewezen en mogen niet enkel afkomstig zijn uit dezelfde gemeente. Mede uit deze regeling blijkt het monistische karakter van de samenwerking: de leden van het dagelijks bestuur moeten lid zijn van het algemeen bestuur en blijven dit ook na benoeming in het dagelijks bestuur. De voorzitter wordt tenslotte op grond van artikel 13, negende lid, Wgr door en uit het algemeen bestuur benoemd. 59 Op grond van artikel 30, eerste lid, Wgr kunnen de deelnemende gemeenten bij gemeenschappelijke regeling bevoegdheden van zowel regeling als bestuur overdragen delegeren aan het bestuur van een gemeenschappelijk lichaam. Deze overdrachtsbepaling is zeer ruim; in beginsel kunnen alle bevoegdheden tot regeling en bestuur worden overgedragen. Bij delegatie wordt ook de verantwoordelijkheid 56 Dat wethouders tevens lid kunnen zijn van het algemeen bestuur is in het licht bezien van de Wet dualisering gemeentebestuur opmerkelijk. 57 Artikel 13, zevende lid, Wgr juncto artikel 13, achtste lid onder a, Wgr. 58 Zie noot De Greef 2008, p

21 overgedragen. Een uitzondering op dit uitgangspunt betreft de belastingheffing. Deze bevoegdheid mag niet worden overgedragen, behoudens de uitzonderingen zoals genoemd in artikel 30, eerste lid, onder a, Wgr. 60 Bij gemeenschappelijke regeling kunnen ook bevoegdheden van zowel regeling als bestuur aan het bestuur van een gemeenschappelijk lichaam worden gemandateerd; voor mandatering hoeft geen wettelijke grondslag te bestaan. De deelnemende gemeenten kunnen mandaat aan de gemeenschappelijke regeling verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet. In tegenstelling tot bij delegatie is er bij mandaat geen sprake van overdracht van de bevoegdheden; de deelnemende gemeenten als mandaatgever blijven verantwoordelijkheid houden. 61 De tweede vorm van samenwerking op grond van de Wgr betreft de instelling van een gemeenschappelijk orgaan. 62 De instelling van een gemeenschappelijk orgaan kan enkel geschieden in de daarvoor in aanmerking komende bijzondere gevallen. Het gemeenschappelijk orgaan is een minder zware vorm van samenwerking dan het openbaar lichaam en komt minder vaak voor dan het gemeenschappelijk lichaam. Daarnaast kent het gemeenschappelijk orgaan geen dagelijks bestuur, maar enkel een algemeen bestuur en een voorzitter. Op grond van artikel 30, eerste lid, Wgr kunnen bevoegdheden van regeling en bestuur van de deelnemende gemeenten worden overdragen aan het gemeenschappelijk orgaan. De bevoegdheid om belasting te heffen of anderszins algemene voorschriften te geven zijn echter niet overdraagbaar aan het gemeenschappelijk orgaan. 63 De gemeentelijke rekenkamer is een voorbeeld van een gemeenschappelijk orgaan ingesteld op grond van artikel 8, tweede lid, Wgr. Artikel 81a e.v. Gemeentewet stelt overigens ook nadere regels omtrent de gemeentelijke rekenkamer. 64 De derde vorm van samenwerking op grond van artikel 8, derde lid, Wgr houdt in dat in de regeling wordt bepaald dat de daarin omschreven bevoegdheden van bestuursorganen of ambtenaren van de deelnemende gemeenten worden uitgeoefend door bestuursorganen of ambtenaren van een andere gemeente. Het betreft hier een zogenaamde centrumconstructie. Bij een dergelijke constructie wordt geen nieuw orgaan of lichaam ingesteld, maar wordt een centrumgemeente aangewezen die namens de 60 De Greef 2008, p Van Ballegooij 2008, p Artikel 8, tweede lid, Wgr. 63 Zie noot Cammelbeeck, Kummeling & Modderkolk 2007, p

22 deelnemers bevoegdheden uitoefent. De bevoegdheden van de deelnemers worden dan overgedragen aan de centrumgemeente. 65 De vierde, en tevens laatste, vorm van samenwerking op grond van de Wgr betreft de gemeenschappelijke regeling zonder meer. Deze vorm is niet expliciet in een artikel neergelegd, maar vloeit rechtstreeks voort uit de Wgr. Deze regeling betreft een lichte vorm van samenwerking tussen gemeenten, waarbij geen bevoegdheden kunnen worden gedelegeerd of gemandateerd aan de regeling. De regeling zonder meer kan worden vastgelegd door een overeenkomst tussen gemeenten, zoals een convenant, intentieverklaring of bestuursafspraak. 66 Nu het theoretische gedeelte van de Wgr is uitgewerkt, is het tijd voor een voorbeeld uit de praktijk. Een voorbeeld van een samenwerking tussen gemeenten op grond van de Wgr is de Regio Rivierenland. In de Regio Rivierenland werken 9 gemeenten samen. 67 De Regio Rivierenland is een gemeenschappelijk openbaar lichaam op grond van artikel 8, eerste lid, Wgr. Het openbaar lichaam bestaat uit drie diensten, te weten de Afvalverwijdering Rivierenland (AVRI), Bestuursdienst en Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Rivierenland (GGD). 68 Conform de regels van de Wgr heeft de Regio Rivierenland een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. Het algemeen bestuur bestaat uit 39 leden. De bestuurders zijn afkomstig uit de 9 aangesloten gemeenten. Het dagelijks bestuur bestaat uit negen leden, waarin alle deelnemende gemeenten zijn vertegenwoordigd. De leden van het dagelijks bestuur worden gekozen uit het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur vormt het hoogste bestuursorgaan en vergadert 5 maal per jaar. De vergaderingen zijn openbaar en voor een ieder toegankelijk. De vergaderingen van het dagelijks bestuur, die maandelijks plaatsvinden, zijn daarentegen besloten. De besluitenlijst die van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur wordt gezonden, is wel openbaar. Naast de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur kent men in de Regio Rivierenland de zogenaamde portefeuilleberaden. De portefeuilleberaden bestaan uit bestuurders van de deelnemende gemeenten die de betreffende portefeuille onder zich hebben. Zo kent de Regio Rivierenland onder andere een portefeuilleberaad Jeugd, een portefeuilleberaad Verkeer en vervoer en een portefeuilleberaad Ruimte, wonen en water. De portefeuilleberaden worden voorgezeten door een lid van het dagelijks 65 De Greef 2008, p VNG 2007, p De negen deelnemende gemeenten aan de gemeenschappelijke regeling zijn: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel en Zaltbommel. 68 VNG 2007, p Zie tevens de website van de Regio Rivierenland: 21

Regionaal samenwerken

Regionaal samenwerken Regionaal samenwerken Juridische aandachtspunten 16 april 2014 Rob de Greef Verbonden partijen Een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel

Nadere informatie

Archivering & Samenwerking. mr. Rob de Greef 9 maart 2015

Archivering & Samenwerking. mr. Rob de Greef 9 maart 2015 Archivering & Samenwerking mr. Rob de Greef 9 maart 2015 Archiefverplichting Artikel 3 Archiefwet 1995 De overheidsorganen zijn verplicht de onder hen berustende archiefbescheiden in goede, geordende en

Nadere informatie

Omgevingswet: Van afstemmen, via samenwerking tot gezamenlijke besluiten

Omgevingswet: Van afstemmen, via samenwerking tot gezamenlijke besluiten @RobGreef Omgevingswet: Van afstemmen, via samenwerking tot gezamenlijke besluiten 28 januari 2017 mr. Rob de Greef 1-2-2017 PROOF Adviseurs bv 2 Wettelijk kader omgevingsdienst Artikel 5.3 Wabo 1. Gedeputeerde

Nadere informatie

1 De (gemeentelijke) overheid

1 De (gemeentelijke) overheid 1 De (gemeentelijke) overheid Op dit moment vindt er een consultatieronde plaats over het wetsvoorstel tot wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius

Nadere informatie

Gemeenschappelijke regelingen

Gemeenschappelijke regelingen Gemeenschappelijke regelingen 14 mei 2014 mr. Rob de Greef 2 Rechtsvorm Afstemming Netwerkconstructie Zelfstandige organisatie Publiekrechtelijk Privaatrechtelijk Publiekrechtelijk Privaatrechtelijk Publiekrechtelijk

Nadere informatie

Monisme en het waterschapsbestel. 27 oktober Mr.dr. G.S.A. Dijkstra

Monisme en het waterschapsbestel. 27 oktober Mr.dr. G.S.A. Dijkstra Monisme en het waterschapsbestel 27 oktober 2014 Mr.dr. G.S.A. Dijkstra De aanleiding tot deze notitie wordt gevormd door vragen van leden van de Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland

Nadere informatie

Besluit 36e wijziging Regeling Regio Rivierenland

Besluit 36e wijziging Regeling Regio Rivierenland Besluit 36e wijziging Regeling Regio Rivierenland De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen,

Nadere informatie

Kabinetsreactie privaatrechtelijke taakbehartiging decentrale overheden

Kabinetsreactie privaatrechtelijke taakbehartiging decentrale overheden Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Inlichtingen P. Schings T (070) 426 6013 F Uw kenmerk - Onderwerp Kabinetsreactie privaatrechtelijke taakbehartiging decentrale overheden Op 16 februari 2007 heeft

Nadere informatie

MEMO WGR. 1. Inleiding

MEMO WGR. 1. Inleiding MEMO WGR Aan : de heer E. Lionarons Van : Bart van Meer en Jasper Molenaar Inzake : Voorstel herziening Samenwerkingsregeling Regio Achterhoek 24e herziening Datum : 12 maart 2018 1. Inleiding 1.1. De

Nadere informatie

Overdracht van raadsbevoegdheden. Rekenkamer Leeuwarden

Overdracht van raadsbevoegdheden. Rekenkamer Leeuwarden Overdracht van raadsbevoegdheden Rekenkamer Leeuwarden Juli 2014 Colofon Samenstelling Rekenkamer Leeuwarden drs. P.L. Polhuis MA (voorzitter) ir. E. Voorwinde M.A. Hoekstra mw. J.E. Rijpma (secretaris)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 826 Wijziging van de Wet op de jeugdhulpverlening in verband met de gelijkstelling van stadsregio s met een provincie Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Artikel 3. Taken voorzitter

Artikel 3. Taken voorzitter Ontwerp-besluit De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; gelezen het voorstel van het presidium van de gemeenteraad van 14 maart 2013; overwegende dat het gewenst is de integrale bevoegdheid van

Nadere informatie

gelezen de brief van het Dagelijks Bestuur van de Regio Rivierenland van 24 juni 2015;

gelezen de brief van het Dagelijks Bestuur van de Regio Rivierenland van 24 juni 2015; BIJLAGE 3 bij Integraal voorstel over afsplitsing Avri De kleuren van de arceringen geven aan wat de aanleiding is voor een wijziging. Geel staat voor Avri-gerelateerd Groen is vanwege de wijziging Wgr

Nadere informatie

Mandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd

Mandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd Mandaat en delegatie mr. M.C. de Voogd Artikel 1:1 Awb 1. Onder bestuursorgaan wordt verstaan: a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of b. een ander persoon of college,

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Ag. nr.: Reg. nr.: Datum:

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Ag. nr.: Reg. nr.: Datum: Datum: 26-2-13 Onderwerp Oprichting Omgevingsdienst Brabant Noord per 1 april 2013 Status Besluitvormend Voorstel 1. Toestemming te verlenen voor het aangaan van een Gemeenschappelijke regeling ter oprichting

Nadere informatie

10 september 2018 Documentnummer: , MoB Nummer 39/2018 Dossiernummer : K3875

10 september 2018 Documentnummer: , MoB Nummer 39/2018 Dossiernummer : K3875 v o o r d r a c h t 10 september 2018 Documentnummer: 2018-042.500, MoB Nummer 39/2018 Dossiernummer : K3875 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen over de deelname aan

Nadere informatie

Samen aan de IJssel Inleiding

Samen aan de IJssel Inleiding Samen aan de IJssel Samenwerking tussen de gemeenten Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel, kaders voor een intentieverklaring en voor een onderzoek. Inleiding De Nederlandse gemeenten bevinden

Nadere informatie

DE PUBLIEKRECHTELIJKE EN PRIVAATRECHTELIJKE SAMENWERKINGSVORMEN. I. Publiekrechtelijke rechtsvormen op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen

DE PUBLIEKRECHTELIJKE EN PRIVAATRECHTELIJKE SAMENWERKINGSVORMEN. I. Publiekrechtelijke rechtsvormen op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen Bijlage 1 bij Nota samenwerkingsrelaties DE PUBLIEKRECHTELIJKE EN PRIVAATRECHTELIJKE SAMENWERKINGSVORMEN I. Publiekrechtelijke rechtsvormen op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen Algemene overwegingen:

Nadere informatie

Intergemeentelijke Samenwerking. Kunst of kunde? Ruurd Palstra MSc VNG

Intergemeentelijke Samenwerking. Kunst of kunde? Ruurd Palstra MSc VNG Intergemeentelijke Samenwerking Kunst of kunde? Ruurd Palstra MSc VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten Inhoud presentatie Bijdrage Slim Samenwerken Dag Hugo Doornhof advocaat AKD Amsterdam 28 januari

Nadere informatie

A. De opheffing en de liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden.

A. De opheffing en de liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. A. De opheffing en de liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. Bepalingen van belang: Artikel 1 Wgr. 1. De raden, de colleges

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Wet gemeenschappelijke regelingen

1. Inleiding. 2. Wet gemeenschappelijke regelingen MEMO Van College van burgemeester en wehouders Telefoon 074-2459240 / Fax 074-2459233 Datum 6 februari 2015 Onderwerp Wijzigingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen Aan De raad van de gemeente Hengelo

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Aan de Raad van de gemeente Hattem, Inhoud Onderwerp. : Nieuwe governance-structuur Openbaar Onderwijs Zwolle Indiener

RAADSVOORSTEL. Aan de Raad van de gemeente Hattem, Inhoud Onderwerp. : Nieuwe governance-structuur Openbaar Onderwijs Zwolle Indiener RAADSVOORSTEL Inhoud Onderwerp : Nieuwe governance-structuur Openbaar Onderwijs Zwolle Indiener : College van B en W Voorstel behandeling : Ter vaststelling door gemeenteraad Bevoegd orgaan : Gemeenteraad

Nadere informatie

februari 2012 De volgende vormen van verbonden partijen kunnen worden onderscheiden.

februari 2012 De volgende vormen van verbonden partijen kunnen worden onderscheiden. februari 2012 Verbonden partijen en aanbesteding 1. Algemeen Het takenpakket van gemeenten en provincies is groot. Deze taken worden niet altijd door de eigen ambtelijke organisatie van de gemeenten en

Nadere informatie

Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o.

Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o. Toelichting Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o. Algemene toelichting In 2007 is de Gemeenschappelijke regeling Plassenschap Loosdrecht e.o. herzien vanwege onder meer een door de gemeente

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 659 Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enkele andere wetten in verband met de afschaffing van de plusregio s Nr. 17 AMENDEMENT

Nadere informatie

A. De opheffing en de liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden.

A. De opheffing en de liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. A. De opheffing en de liquidatie van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. Bepalingen van belang: Artikel 1 Wgr. 1. De raden, de colleges

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 589 Samenvoeging van de gemeenten Dodewaard, Echteld en Kesteren Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding Het advies van de Raad van State

Nadere informatie

Bundel. 'Wijziging gemeenschappelijke regeling' Kenmerk: 1014314-040

Bundel. 'Wijziging gemeenschappelijke regeling' Kenmerk: 1014314-040 Bundel 'Wijziging gemeenschappelijke regeling' Kenmerk: 1014314-040 Inhoud: Voorstel OLAZ wijziging GR Besluit wijziging gemeenschappelijke regeling Notitie voor de raden en colleges van B&W van de Zeeuwse

Nadere informatie

Intergemeentelijke samenwerking

Intergemeentelijke samenwerking Intergemeentelijke samenwerking Veranderingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen mr. R.J.M.H. (Rob) de Greef drs. R.B. (Ruurd) Palstra Opzet bijeenkomst - Welkom - Achtergrond Wetswijzging Wgr per

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting

Artikelsgewijze toelichting Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Dit artikel bevat enkele algemene begripsbepalingen die gelden voor de gehele gemeenschappelijke regeling. Daarnaast worden begrippen gehanteerd zoals die in het algemeen

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp:

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Gevraagde Beslissing: 1. wijziging gemeenschappelijke regeling Promen 2. vaststelling verordening persoongebonden budget begeleid werken Wsw

Nadere informatie

Intergemeentelijke samenwerking:wat heeft de raad te zeggen?

Intergemeentelijke samenwerking:wat heeft de raad te zeggen? Intergemeentelijke samenwerking:wat heeft de raad te zeggen? 22 november 2014 Rob de Greef Norbert de Blaay Even voorstellen Rob de Greef Partner KokxDeVoogd; Docent Vrije Universiteit Jurist en specialist

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Aan de raad van de gemeente Wormerland RAADSVOORSTEL Aan de raad van de gemeente Wormerland Datum aanmaak 11-12-2013 Onderwerp Programma en portefeuillehouder Inkoopsamenwerking decentralisaties Zaanstreek-Waterland, Regeling Zonder Meer Anna

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Toelichting op de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Rivierenland zoals die is ingegaan op 24 oktober 2012. Hieronder worden die artikelen die (mogelijk) toelichting behoeven toegelicht. De overige

Nadere informatie

Toelichting op gemeenschappelijke regeling

Toelichting op gemeenschappelijke regeling Toelichting op gemeenschappelijke regeling Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Algemene bepalingen Dit artikel bevat enkele begripsbepalingen die in de gemeenschappelijke regeling gehanteerd worden.

Nadere informatie

Notitie gemeenschappelijke regelingen en rechtmatigheidscontrole

Notitie gemeenschappelijke regelingen en rechtmatigheidscontrole Notitie gemeenschappelijke regelingen en rechtmatigheidscontrole Inleiding In de praktijk blijken er diverse onduidelijkheden te bestaan over de wijze waarop bij gemeenten moet worden omgegaan met de verantwoording

Nadere informatie

Wet gemeenschappelijke regelingen

Wet gemeenschappelijke regelingen Wet gemeenschappelijke regelingen Algemeen Samenwerking: - publiekrechtelijk via gemeenschappelijke regeling-> Wgr - privaatrechtelijk: NV, BV, Stichting etc.-> Burgerlijk Wetboek Verbonden partij: als

Nadere informatie

Rapport. Datum: 20 december 2002 Rapportnummer: 2002/388

Rapport. Datum: 20 december 2002 Rapportnummer: 2002/388 Rapport Datum: 20 december 2002 Rapportnummer: 2002/388 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de secretaris van de klachtencommissie AWB van de provincie Utrecht zich in zijn brief van 15 februari 2001

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres postbus 20011 2500 EA Den Haag Gemeente Nederweert (LB) Postbus 2728 6030 AA NEDERWEERT Aan alle gemeenteraden Aan alle colleges van

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van De Wolden; Het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van De Wolden; Het bestuur onderscheidenlijk de voorzitter van de

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUITEN: vast te stellen Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging

Nadere informatie

Advies presidium Het presidium adviseert positief ten aanzien van dit voorstel en stelt voor dit als hamerstuk te beschouwen.

Advies presidium Het presidium adviseert positief ten aanzien van dit voorstel en stelt voor dit als hamerstuk te beschouwen. No. 691-1 Emmeloord, 14 januari 2013. Onderwerp Invulling werkgeverschap griffie Noordoostpolder Voorgenomen besluit 1. Het raadsbesluit d.d. 27 maart 2003, voor zover inhoudende de delegatie van de werkgeversbevoegdheden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 824 Samenvoeging van de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik en wijziging van de grens tussen de provincies Utrecht en Zuid-Holland Nr. 5 VERSLAG

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe

Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe Gemeenschappelijke Regeling Openbaar Lichaam OV-bureau van de gemeente Groningen en de provincies Groningen en Drenthe HOOFDSTUK I. INLEIDENDE EN ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. In deze regeling wordt verstaan

Nadere informatie

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Promen

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Promen COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Promen Te besluiten om 1. In principe de 'Wijzigingsregeling gemeenschappelijke regeling Promen 2015" vast te stellen; 2. Een definitief

Nadere informatie

CONCEPT. Centrumregeling ambtelijke samenwerking. Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft de Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer

CONCEPT. Centrumregeling ambtelijke samenwerking. Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft de Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer Datum: 6 maart 2014 Versie concept 1.1 CONCEPT Centrumregeling ambtelijke samenwerking Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft de Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer ten behoeve van inkoop gedecentraliseerde

Nadere informatie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,. Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:

Nadere informatie

Oplegnotitie Delegatie en inspraak

Oplegnotitie Delegatie en inspraak Oplegnotitie Delegatie en inspraak Zaaknr.: Inleiding Bepaalde bevoegdheden van de gemeenteraad lenen zich voor overdracht aan het college. Deze overdracht wordt geregeld door middel van delegatie.

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2013/05778 Datum : 16 april 2013 Programma : Onderwijs Blad : 1 van 6 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder : mw. M.

Nadere informatie

Centrumregeling ambtelijke samenwerking Enschede Losser

Centrumregeling ambtelijke samenwerking Enschede Losser CVDR Officiële uitgave van Enschede. Nr. CVDR91016_1 25 oktober 2016 Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Nr. 350 Gemeenteblad van Enschede De colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van

Nadere informatie

VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE EX ARTIKEL 83 GEMEENTEWET. De raad van de gemeente Leeuwarden;

VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE EX ARTIKEL 83 GEMEENTEWET. De raad van de gemeente Leeuwarden; VERORDENING WERKGEVERSCOMMISSIE EX ARTIKEL 83 GEMEENTEWET De raad van de gemeente Leeuwarden; gelet op artikel 83, eerste lid, de artikelen 107 tot en met 107e, artikel 156 van de Gemeentewet en afdeling

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING AVRI

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING AVRI Aan : Algemeen Bestuur Vergadering : 24 juni 2015 Agendapunt : 6e Van : Stuurgroep afsplitsing Avri Onderwerp : Integrale besluitvorming afsplitsing Avri Voorstellen 1. In te stemmen met voorliggende gemeenschappelijke

Nadere informatie

gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 49 van de Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal;

gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 49 van de Gemeenschappelijke Regeling Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal; Het algemeen bestuur van het Recreatieschap Nederrijn, Lek en Waal; gelezen het voorstel van het dageiijks bestuur; gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 49 van de Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Van. Rob de Greef. Betreft. Quick Scan aansturing RBT

Van. Rob de Greef. Betreft. Quick Scan aansturing RBT Memo Aan Rekenkamer Oost-Nederland Van Rob de Greef PROOF Adviseurs bv Postbus 90416 2509 LK Den Haag info@proofadviseurs.nl proofadviseurs.nl rabo NL43RABO0303425660 btw NL8550.87.250.B01 kvk 63084619

Nadere informatie

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting 1. Inleiding Dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid voor coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen om te kiezen voor een monistisch bestuursmodel.

Nadere informatie

CONCEPT-WIJZIGING GR-OddV versie 20 oktober 2015

CONCEPT-WIJZIGING GR-OddV versie 20 oktober 2015 Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland en de colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Scherpenzeel en Wageningen; Overwegende dat per 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 30 425 Wijziging van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer, de Wet schadeloosstelling, uitkering

Nadere informatie

Organisatie T.a.v. Postbus Postcode PLAATS

Organisatie T.a.v. Postbus Postcode PLAATS Organisatie T.a.v. Postbus Postcode PLAATS BeIastingsamenwerking Rivierenland De Blomboogerd 1 Postbus 18 4000 AA Tiel T (0344) 704 704 IBAN: NL90 DEUT 0319 8669 39 BIC: DEUTNL2N www.bsr.ni datum ons kenmerk

Nadere informatie

Organisatie toezicht stichting Proo

Organisatie toezicht stichting Proo Nr. PRO1500024 Casenr. PRO15-0003 Naam : J. Aalbers Datum : 16 april 2015 pagina 2 van 6 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2. Achtergrond 3. Regelgeving 4. Toezicht Proo 5. Intern toezicht 6. Extern toezicht

Nadere informatie

Raadsvoorstel Zaaknr: 37837

Raadsvoorstel Zaaknr: 37837 Raadsvoorstel Zaaknr: 37837 Onderwerp: Herindelingsontwerp gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel, naamgeving nieuw te vormen gemeente. Samenvatting: Voor u ligt het herindelingsontwerp voor de

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad,

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad, Raadsvoorstel Griffiersnummer: Onderwerp: Vaststelling herindelingsontwerp Datum B&W-vergadering: 17 juli 2012 Datum raadsvergadering: 30 juli 2012 Datum politieke avond: 11 juli 2012 Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Internetpublicatiemodel Decentrale Regelgeving. Deel II: Soorten regelgeving

Internetpublicatiemodel Decentrale Regelgeving. Deel II: Soorten regelgeving Internetpublicatiemodel Decentrale Regelgeving Deel II: Soorten regelgeving IPM Decentrale Regelgeving Versie 4.0, Augustus 2008 ICTU / Overheid heeft Antwoord Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 656 Samenvoeging van de gemeenten Buren, Lienden en Maurik Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Inhoudsopgave Het advies van de Raad van State wordt

Nadere informatie

Betreft: Advies gemeenschappelijke regeling beoogde Metropoolregio

Betreft: Advies gemeenschappelijke regeling beoogde Metropoolregio De heer U. Spaans Voorzitter Initiatiefgroep Democratische Legitimiteit Metropoolregio Rotterdam-Rijnmond-Haaglanden Postbus 150 2670 AD NAALDWIJK/WESTLAND Doorkiesnummer: 020 30 50 120 iskander@gijsheutinkadvocaten.nl

Nadere informatie

dinsdag 28 mei 2013 Wie gaat waar over?

dinsdag 28 mei 2013 Wie gaat waar over? dinsdag 28 mei 2013 Wie gaat waar over? Bevoegdheidsverdeling met betrekking tot deelnemen aan gemeenschappelijke regelingen tussen dagelijks bestuur van De Kompanjie, het college B&W en de gemeenteraad

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 9a 24 138 Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet

Nadere informatie

Onderwerp : Aanpassing GR Cocensus i.v.m. de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen

Onderwerp : Aanpassing GR Cocensus i.v.m. de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen Raadsvoorstel *Z0245757025* Aan de raad Documentnummer : INT-15-22789 Afdeling : Bedrijfsvoering Onderwerp : Aanpassing GR Cocensus i.v.m. de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen Inleiding

Nadere informatie

Centrumregeling samenwerking Vlieland, Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling en Leeuwarden

Centrumregeling samenwerking Vlieland, Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling en Leeuwarden Centrumregeling samenwerking Vlieland, Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling en Leeuwarden De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Vlieland, Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling

Nadere informatie

Gemeente Delft. Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Presidium Datum mei 2012 Indiener Presidium Steller. griffier tel.nr.

Gemeente Delft. Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Presidium Datum mei 2012 Indiener Presidium Steller. griffier tel.nr. Raadsvoorstel Aan de gemeenteraad Gemeente Delft Van Presidium Datum mei 2012 Indiener Presidium Steller griffier tel.nr. 219 2416 e-mail griffie@delft.nl Programma Raad Registratienr. 1228921 Stuk GR12-241

Nadere informatie

VIERDE NOTA VAN WIJZIGING. Artikel I wordt als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel AH wordt als volgt gewijzigd:

VIERDE NOTA VAN WIJZIGING. Artikel I wordt als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel AH wordt als volgt gewijzigd: 33 597 Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en een aantal andere wetten in verband met de dualisering van het gemeente- en provinciebestuur en de invoering van een bedrijfsvoeringsorganisatie

Nadere informatie

Bijlage: Gewijzigde passages in GR

Bijlage: Gewijzigde passages in GR Bijlage: Gewijzigde passages in GR Onderdeel GR 2014 GR 2015 Toelichting Overwegende dat de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 januari 2015 is gewijzigd en dit leidt tot aanpassingen in de regeling;

Nadere informatie

Advies gemeentelijke herindelingen

Advies gemeentelijke herindelingen Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG Inleiding Onderwerp Advies gemeentelijke herindelingen In uw brief van 3 december 2009 hebt u de Kiesraad en

Nadere informatie

Toelichting Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noord-Veluwe. Versie april Artikelsgewijze toelichting

Toelichting Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noord-Veluwe. Versie april Artikelsgewijze toelichting Toelichting Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noord-Veluwe Versie april 2013 Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Artikel 2 Ter uitvoering van artikel 10, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke

Nadere informatie

SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017

SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017 Provinciaal Blad van Zuid-Holland SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2012-2013 33 691 Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet (institutionele

Nadere informatie

Onderwerp : Wijziging gemeenschappelijke regeling Afvalschap IJmond Zaanstreek(GR AIJZ).

Onderwerp : Wijziging gemeenschappelijke regeling Afvalschap IJmond Zaanstreek(GR AIJZ). Raadsvoorstel *Z02C52C7F9E* Aan de raad Documentnummer : INT-16-26702 Afdeling : Ruimte Onderwerp : Wijziging gemeenschappelijke regeling Afvalschap IJmond Zaanstreek(GR AIJZ). Inleiding Op 1 januari 2015

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL 15R R.00717

RAADSVOORSTEL 15R R.00717 RAADSVOORSTEL 15R.00717 gemeente WOERDEN Indiener: college van burgemeester en wethouders Datum: 17 november 2015 Portefeuillehouder(s): Bob Duindam Portefeuille(s): Onderwijs Contactpersoon: E. van Andel

Nadere informatie

2) Instemmen met de benoeming van de voorgedragen leden van de Raad van Toezicht van de Stichting openbaar onderwijs Marenland;

2) Instemmen met de benoeming van de voorgedragen leden van de Raad van Toezicht van de Stichting openbaar onderwijs Marenland; Gemeente Appingedam Raadsvoorstel Raadsagenda d.d.: 14 maart 2016 Voorstel nummer : 8 Behandelend ambtenaar : Willem van der Oest Telefoonnummer : 0596 691194 E-mailadres : w.vanderoest@appingedam.nl Portefeuillehouder

Nadere informatie

Memorie van antwoord. Convenant actieve informatieplicht

Memorie van antwoord. Convenant actieve informatieplicht Memorie van antwoord Aan : de leden van de gemeenteraad Van : het college van burgemeester en wethouders en de griffier Datum : 26 januari 2015 Onderwerp : memorie van antwoord bij Nota geheimhouding,

Nadere informatie

: Beleid artikel 19 WRO. : RWB / Ruimtelijke Inrichting Noord

: Beleid artikel 19 WRO. : RWB / Ruimtelijke Inrichting Noord Nota PS-commissie Vergaderdatum : 2 februari 2006 Commissie voor : ROV Agendapunt nr. : 7 Commissienr. : Onderwerp : Beleid artikel 19 WRO Opsteller/telefoon/e-mail-adres : Afdeling/bureau : RWB / Ruimtelijke

Nadere informatie

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN 1 T.b.v. het statenvoorstel moet daar waar Raad is opgenomen dit vervangen worden door Provinciale Staten, daar waar het college van burgemeesters

Nadere informatie

Onderwerp Taken en bevoegdheden werkgeverscommissie en vaststellen delegatie- en mandaatbesluit

Onderwerp Taken en bevoegdheden werkgeverscommissie en vaststellen delegatie- en mandaatbesluit Voorstel aan de raad Nummer: A13-03615 Portefeuille: Programma: Programma onderdeel: n.v.t. n.v.t. n.v.t. Steller: N. IJnema Afdeling: Griffie Telefoon: 0320-278417 E-mail: na.ijnema@lelystad.nl Punt 8f

Nadere informatie

VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE REGIO TWENTE-NETWERKSTAD. Vastgesteld door de regioraad op 21 maart 2007

VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE REGIO TWENTE-NETWERKSTAD. Vastgesteld door de regioraad op 21 maart 2007 VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE REGIO TWENTE-NETWERKSTAD Vastgesteld door de regioraad op 21 maart 2007 Artikel 1 Definities In deze verordening wordt verstaan onder: a. regioraad: het algemeen bestuur van

Nadere informatie

Toelichting bij Centrumregeling Sociaal Domein Flevoland

Toelichting bij Centrumregeling Sociaal Domein Flevoland Toelichting bij Centrumregeling Sociaal Domein Flevoland 1.1 Inleiding Sinds 2011 werken de Flevolandse gemeenten samen aan de decentralisaties in het sociale domein. In het Bestuurlijk Overleg Transitie

Nadere informatie

Toelichting op inhoudelijke tekstwijzigingen van de ontwerp-gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant.

Toelichting op inhoudelijke tekstwijzigingen van de ontwerp-gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. Toelichting op inhoudelijke tekstwijzigingen van de ontwerp-gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. Algemene opmerking. Bij het aanpassen van de regeling hebben de wijzigingen

Nadere informatie

Onderwerp: Statutenwijziging Stichting openbaar onderwijs Marenland.

Onderwerp: Statutenwijziging Stichting openbaar onderwijs Marenland. Raadsvergadering 22 februari 2016 Nr.: 10 AAN de gemeenteraad Onderwerp: Statutenwijziging Stichting openbaar onderwijs Marenland. Portefeuillehouder: Wethouder B. Schollema. Ter inzage liggende stukken:

Nadere informatie

: vaststellen verordening en benoeming leden werkgeverscommissie

: vaststellen verordening en benoeming leden werkgeverscommissie Voor het kiezen van de datum voor de raadsvergadering --> Klik op het knopje ernaast om een raadsvergaderdatum te selecteren.onderstaande velden worden door tekstverwerking ingevuld!!!stuur DIT RAADSVOORSTEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 483 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met kwijting aan bestuurders en commissarissen Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

circulaire ,LEZ2d15 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Aan de provinciale staten, de gedeputeerde staten en de

circulaire ,LEZ2d15 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Aan de provinciale staten, de gedeputeerde staten en de d Xoning in Fryslân Postbus 20011 www.rijksoverheid.nl Kabin Commissaris van 2500EA Den Haag Den Haag commissarissen van de Koning Turfmarkt 147 Aan de provinciale staten, de gedeputeerde staten en de

Nadere informatie

Centrumregeling samenwerking Vlieland, Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling en Leeuwarden

Centrumregeling samenwerking Vlieland, Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling en Leeuwarden STAATSCOURANT 2 Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 43910 december 2015 Centrumregeling samenwerking Vlieland, Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling en Leeuwarden De colleges

Nadere informatie

Wet arhi. mr. drs. Hugo Doornhof advocaat bij AKD te Amsterdam. Ruurd Palstra MSc Beleidsadviseur bestuurlijke organisatie VNG.

Wet arhi. mr. drs. Hugo Doornhof advocaat bij AKD te Amsterdam. Ruurd Palstra MSc Beleidsadviseur bestuurlijke organisatie VNG. Wet arhi 28 oktober 2014 mr. drs. Hugo Doornhof advocaat bij AKD te Amsterdam Ruurd Palstra MSc Beleidsadviseur bestuurlijke organisatie VNG Tussen autonomie en fusie Gemeenten staan voor de opgave om

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel klankbordgroepen

Initiatiefvoorstel klankbordgroepen Initiatiefvoorstel klankbordgroepen Inleiding In Langedijk lopen momenteel een aantal grote, ingrijpende projecten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van door de gemeente ingestelde klankbordgroepen. Daarnaast

Nadere informatie

Besluit Gelre-IJssel gemeenten inzake de vierde wijziging van de Samenwerkingsregeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Gelre-IJssel

Besluit Gelre-IJssel gemeenten inzake de vierde wijziging van de Samenwerkingsregeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Gelre-IJssel Besluit Gelre-IJssel gemeenten inzake de vierde wijziging van de Samenwerkingsregeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Gelre-IJssel Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn,

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad: 645692 Datum: Behandeld door: 18 januari 2012 M. Hijstee Afdeling/Team: Ruimtelijke Ontwikkeling / Economie Onderwerp: Verklaring van geen bezwaar

Nadere informatie

Mandaat- en machtigingsregeling Drechterland 2012

Mandaat- en machtigingsregeling Drechterland 2012 CVDR Officiële uitgave van Drechterland. Nr. CVDR222980_1 4 oktober 2016 Mandaat- en machtigingsregeling Drechterland 2012 Het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en de heffings- en

Nadere informatie

Beoogd effect een efficiënte en klantgerichte uitvoering van de taken op het vlak van belastingen, met geminimaliseerde bedrijfsrisico's.

Beoogd effect een efficiënte en klantgerichte uitvoering van de taken op het vlak van belastingen, met geminimaliseerde bedrijfsrisico's. Portefeuillehouder Datum raadsvergadering E.Th. Kamminga 25 oktober 2012 Datum voorstel 18 september 2012 Agendapunt Onderwerp Samenwerking op het vlak van belastingen De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Nadere informatie