uiterlijke verzorging CSPE KB 2011 minitoets bij opdracht 22

Transcriptie

1 uiterlijke verzorging SPE KB 2011 minitoets bij opdracht 22 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen - Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). - Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of 3. (1) B B B (2) X (3) B X X 1p 1 Esther borstelt het haar van haar klant vóór ze het gaat wassen. Wat is juist? 1 ls je het haar uitborstelt moet je op de kruin beginnen. 2 Terwijl je het haar borstelt kun je een haar- en hoofdhuiddiagnose stellen. 3 Om het haar te ontwarren kun je ook een föhnborstel gebruiken. 4 Tijdens het borstelen is het belangrijk dat de klant zo laag mogelijk zit. alleen 1 B alleen 2 1 en 2 3 en 4 1p 2 Esther stelt vóór het haarwassen een haardiagnose. Ze constateert dat haar klant een vette hoofdhuid heeft. Welke wastechniek moet Esther gebruiken? de dieptewastechniek B de normale wastechniek de oppervlakkige wastechniek een combinatie van de oppervlakkige en de dieptewastechniek 1p 3 Waar moet Esther op letten als ze een shampoo kiest voor haar klant? dat hij geen geur- en kleurstoffen bevat B dat hij geschikt is voor alle haartypen en haarkleuren dat hij past bij de haarstructuur en de haardikte dat hij past bij het haartype en de hoofdhuid PK-0701-b-11-1-m9 1 lees verder

2 2p 4 Zijn de volgende uitspraken juist of onjuist? Bij een droge hoofdhuid geef je een petrissage. juist onjuist Bij een vette hoofdhuid geef je een kneedmassage. Bij een shampoo voor haar met roos geef je GEEN hoofdhuidmassage. Een shampoo voor droog haar heeft een reinigende werking. 1p 5 Bij de volgende klant ziet Esther dat ze de oppervlakkige wastechniek moet gebruiken. Welke handeling is dan juist? Ze begint te wassen op de kruin. B Ze gebruikt een shampoo tegen vet haar. Ze geeft een stevige massage. Ze wast het haar maar één keer. 1p 6 Esther spoelt de shampoo na het wassen volledig uit het haar. Wat kunnen de gevolgen zijn als ze de shampoo goed uitspoelt? 1 ernstige haaruitval 2 geïrriteerde hoofdhuid 3 haarbreuk 4 dof haar 5 droog haar 6 moeilijk te kammen haar 7 vet haar 8 roos 9 het kapsel zakt uit 10 vervolgbehandelingen mislukken 1, 2, 3 en 4 B 2, 3, 5 en 7 1, 4, 7 en 9 2, 4, 6 en 10 PK-0701-b-11-1-m9 2 lees verder

3 1p 7 Wanneer moet Esther na het wassen zeker een conditioner gebruiken en wanneer? als het haar knoopt als het haar geverfd is als het haar beschadigd is als het haar vet is als het haar gesloten is 1p 8 Welk bestanddeel van de conditioner laat het haar glanzen? een base B een crème een oxidans een zuur 1p 9 Wat kun je met föhnen bereiken? blijvende krul gedroogd haar de gewenste richting in het haar dikker haar volume in het kapsel 1p 10 Waarom droog je het haar meestal voor als je gaat föhnen? omdat de droogtijd dan korter is B omdat het haar dan natuurlijker valt omdat het kapsel dan langer houdbaar is omdat je dan meer volume krijgt 2p 11 Wat doet een föhnversteviger? Hij gaat kroezen van het haar tegen. Hij beschermt tegen de hitte van de föhn. Hij maakt het haar glanzend. Hij maakt het haar statisch. Hij maakt het haar vochtafstotend. PK-0701-b-11-1-m9 3 lees verder

4 1p 12 Wanneer krijg je bij het föhnen met een ronde borstel het meeste volume? B 2p 13 Zijn de volgende beweringen over föhnen en föhnborstels juist of onjuist? ls je krullen wilt föhnen gebruik je een ronde borstel. juist onjuist Je föhnt het haar altijd met een ronde borstel. Bij de scrunchtechniek gebruik je GEEN borstel. Met een dikke ronde borstel krijg je meer volume dan met een dunne ronde borstel. Van föhnen met een föhnborstel wordt het haar statisch. 1p 14 Hoe groot mag de opgenomen passé ongeveer zijn als je föhnt? breder dan de breedte van het borstelbeslag B even lang en breed als het borstelbeslag iets langer dan de lengte van het borstelbeslag langer dan het borstelbeslag en maximaal twee keer zo breed PK-0701-b-11-1-m9 4 lees verder

5 1p 15 Hoe kun je föhnen zonder mondstuk ook noemen? B gericht föhnen standaard föhnen verspreid föhnen volume föhnen 1p 16 In de salon moet men zich houden aan de regels van de rbowet. Wat is het doel van de rbowet? 1 de gezondheid van de werkgever bevorderen 2 de veiligheid van de werknemer bevorderen 3 de veiligheid van de werkgever bevorderen 4 de gezondheid van de werknemer bevorderen 5 het zijn van de werknemer bevorderen 1, 2 en 3 B 1, 3 en 4 2, 3 en 4 2, 4 en 5 PK-0701-b-11-1-m9* 5 lees verder einde