Toelichting. 1 Inleiding Algemeen Grens van het plangebied Vigerend bestemmingsplan Leeswijzer...

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toelichting. 1 Inleiding 4 1.1 Algemeen... 4 1.2 Grens van het plangebied... 5 1.3 Vigerend bestemmingsplan... 5 1.4 Leeswijzer..."

Transcriptie

1

2 Inhou 1 Inleiing Algemeen Grens van het plangebie Vigeren bestemmingsplan Leeswijzer Belei Europees en Rijksbelei Provinciaal belei Gemeentelijk belei Beschrijving plangebie 32 4 Ontwikkelingen 37 5 Onerzoek Water Gelui Boem Flora en fauna Externe veilighei Luchtkwaliteit Archeologie Overige milieutechnische ranvoorwaaren Kabels en leiingen Planopzet / juriische aspecten Algemeen Juriische regeling Financiële uitvoerbaarhei 58 8 Hanhavingsparagraaf 59 9 Communicatieparagraaf Wettelijk vooroverleg Zienswijze ex art. 3.8 Wro Vaststelling separate bijlagen ArcheoPro Archeologisch rapport Nr , WC Brusselsepoort, Maastricht, Gemeente Maastricht, Inventariseren Velonerzoek (IVO-O); Bureauonerzoek en verkennen booronerzoek, projectcoe , ArcheoPro, 24 oktober 2012; Verkennen natuurwaarenonerzoek locatie Brusselsepoort te Maastricht, Quick-scan, Peeters Econsult, notitienummer 207, 24 mei 2012; Uitbreiing Brusselse Poort te Maastricht, Onerzoek luchtkwaliteit, Cauberg-Huygen Raagevene Ingenieurs BV, referentie , 2 september 2013; Uitbreiing Brusselse Poort te Maastricht, Quickscan externe veilighei, Cauberg-Hugen Raagevene Ingenieurs BV, referentie , 2 september 2013; - pagina 2 -

3 Verkennen boemonerzoek Brusselse Poort te Maastricht, Cauberg-Huygen Raagevene Ingenieurs BV, referentie , 26 juni 2013; Aanvullen/naer boemonerzoek Brusselse Poort te Maastricht, Cauberg-Huygen Raagevene Ingenieurs BV, referentie , 26 juni 2013; Uitbreiing winkelcentrum Brusselse Poort te Maastricht,Akoestisch onerzoek, Cauberg- Huygen Raagevene Ingenieurs BV, referentie , 26 juni 2013; Verkeersonerzoek uitbreiing winkelcentrum Brusselse Poort, MT1021/Wnj/0031, Gouappel Coffeng, 17 juni 2013; Aanvullen faunaonerzoek locatie Brusselse Poort te Maastricht, Peeters Econsult, notitienummer 245, 8 augustus 2013; Oplegnotitie boemonerzoeksrapport Brusselsepoort, Cauberg-Huygen Raagevene Ingenieurs BV, notitie , 2 september pagina 3 -

4 1 Inleiing 1.1 Algemeen Aanleiing De eigenaar van het winkelcentrum Brusselse Poort heeft het plan opgevat tot een vernieuwing en oorontwikkeling van het winkelcentrum te geraken. Het hiervoor ontwikkele plan behelst op hooflijnen: een uitbreiing van het winkelcentrum; een aanpassing en optimalisering van e parkeer- en bereikbaarheissituatie; een verbetering en moernisering van e ruimtelijke kwaliteit en uitstraling van het winkelcentrum in algemene zin; een opwaarering van e (bran)veilighei van het winkelcentrum. Omat het voor e locatie ontwikkele plan op onerelen strijig is met e regels van het vigerene bestemmingsplan is het voorliggene bestemmingsplan an ook primair opgestel om e ontwikkeling van e locatie vorm te geven. Het oel van het bestemmingsplan is evenwel tweeleig: het bieen van een ontwikkelingsgericht kaer t.b.v. het voor het winkelcentrum ontwikkele plan; het bieen van een planologisch-juriisch beheersgericht kaer voor e te ontwikkelen locatie alsmee het zuielijk eel van het plangebie. In it zuielijke eel vinen geen ontwikkelingen plaats maar is sprake van een actualisering van e vigerene regeling. Hierbij ient het bestemmingsplan 'Maastricht-West', voor wat betreft e exacte begrenzing van het plangebie, als contramal te woren gezien Structuur bestemmingsplan Overeenkomstig het bepaale in artikel 3.1 van e Wet ruimtelijke orening (Wro) woren oor miel van e op e verbeeling aangegeven bestemmingen en aarop betrekking hebbene regels e in het plan begrepen gronen voor bepaale oeleinen aangewezen. Daarbij woren regels gegeven voor het bouwen van bouwwerken en voor het gebruik van bouwwerken en onbebouwe gronen. De juriische regeling is opgebouw conform e SVBP 2012, e lanelijke stanaar voor het vervaarigen van bestemmingsplannen, ie bij e invoering van het nieuwe Bro als verplichte opbouw is opgenomen. Daarnaast wort, aanvullen op e lanelijke stanaaren, waar mogelijk gebruik gemaakt van het Hanboek Ruimtelijke Plannen van e gemeente Maastricht. De structuur van bestemmingsplannen ient conform artikel van het Bro te voloen aan e Stanaar Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2012). Dit hout in at e verschijningsvorm van een bestemmingsplan en een aantal begrippen zijn gestanaariseer. Het bestemmingsplan bestaat formeel uit twee juriische onerelen: een verbeeling (een igitaal GML-bestan met een specifiek nummer, in it geval NL.IMRO.0935.bpWinkelcentrBrupo-vo02 ; regels; eze regels zijn in e SVBP 2012 zoveel mogelijk gestanaariseer (o.a. volgore, ineling, benaming, begripsbepalingen, overgangsbepalingen en e slotbepaling). - pagina 4 -

5 Op e verbeeling zijn, met bijbehorene verklaringen, e bestemmingen van e in het plan begrepen gronen aangegeven. De verklaringen leggen een verbining tussen e op e verbeeling aangegeven bestemmingen en e regels. De verbeeling is opgebouw volgens e lanelijke richtlijn SVBP2012 en is geteken op schaal 1:1000. De regels bevatten e regeling inzake het gebruik van e gronen, ie in het plan zijn begrepen en e zich aarop geprojecteere opstallen. De regels zijn ingeeel in vier hoofstukken: e inleiene regels, e bestemmingsregels, e algemene regels en e overgangs- en slotregels. Een bestemmingsplan gaat voorts vergezel van een toelichting, waarin een onerbouwing is opgenomen van e gemaakte beleiskeuzen inzake het bestemmingsplan. De toelichting maakt juriisch geen eel uit van het bestemmingsplan. 1.2 Grens van het plangebie Het plangebie van het bestemmingsplan 'Winkelcentrum Brusselse Poort' wort als volgt begrens: aan e nooroostzije oor e Artsenijstraat; aan e zuioostzije oor e Dr. Bakstraat; aan e westzije oor e Eenhoornsingel. De begrenzing van het plangebie, welke is afgestem op e begrenzing van het geactualiseere bestemmingsplan Maastricht-west, is op onerstaane topografische kaart weergegeven. 1.3 Vigeren bestemmingsplan Het plangebie is thans geregel in het bestemmingsplan 'Maastricht-West' (vastgestel oor e raa.. 5 juli 1994 en goegekeur oor Geeputeere Staten van Limburg.. 7 februari 1995). De gronen binnen het plangebie zijn overwegen bestem tot 'centrumoeleinen'. De zuioostran van het plangebie heeft e bestemming 'groenvoorzieningen' en e noorelijke punt van het plangebie heeft e bestemming 'woonoeleinen'. De zuielijke punt heeft e bestemming 'Berijfsoeleinen'. In het nooren van het plangebie bevint zich tevens e bestemming 'verkeersoeleinen'. Het plangebie vormt aarnaast groteneels onereel van e 'beschermingszone c' ter bescherming van een (thans voormalige) straalverbining met - pagina 5 -

6 bijbehoren straalpa. De navolgene afbeeling toont een uitsnee van e verbeeling van het bestemmingsplan 'Maastricht-West' ter plekke van het plangebie. De gronen binnen e bestemming 'centrumoeleinen' zijn bestem voor etailhanelsoeleinen, horecaoeleinen, bijzonere oeleinen, consumentverzorgene ambachtelijke berijfsactiviteiten, kantooroeleinen, woonoeleinen, oeleinen van openbaar nut, verkeersoeleinen, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen. De tot 'verkeersoeleinen' besteme gronen zijn bestem voor verkeersoeleinen, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen. Op eze gronen mogen enkel bouwwerken woren gebouw ie qua aar en afmetingen bij e bestemming passen. De gronen binnen e bestemming 'groenvoorzieningen' zijn bestem voor groenvoorzieningen, waterpartijen, fiets- en voetpaen, oeleinen van openbaar nut en parkeervoorzieningen. Op eze gronen mogen uitlsuiten gebouwen en anere bouwwerken woren opgericht ie in overeenstemming zijn met het in het bijbehorene artikel bepaale. De tot 'Berijfsoeleinen' besteme gronen zijn bestem voor berijfsoeleinen, oeleinen van openbaar nut, groenvoorzieningen, verkeersoeleinen en parkeeroeleinen. De gronen binnen e bestemming 'woonoeleinen' zijn ter plaatse van het plangebie bestem voor woonoeleinen in e vorm van gestapele bebouwing in maximaal vier bouwlagen, verkeersoeleinen, parkeervoorzieningen, oeleinen van openbaar nut en groenvoorzieningen. Binnen e op e verbeeling aangeuie berschermingszone c mag ten behoeve van e bescherming van een straalverbining met bijbehoren straalpa niet hoger woren gebouw an 120 meter ten opzichte van N.A.P. (Deze straalverbining is thans niet meer aanwezig). Het voor e locatie ontwikkele plan is op enkele onerelen strijig met e regels behorene bij e onerliggene bestemmingen. Zo overschrijt e bebouwing van het winkelcentrum op enkele plaatsen e maximale toegestane goothoogte en wort het maximale bebouwingspercentage overschreen. Ten behoeve van het opheffen van eze strijighei is gekozen voor het opstellen van een bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan ligt thans voor. - pagina 6 -

7 1.4 Leeswijzer De toelichting bij it bestemmingsplan bestaat uit negen hoofstukken, waarvan e ineling heeft plaatsgevonen conform het Hanboek Ruimtelijke Plannen van e gemeente Maastricht. Na it inleiene eerste hoofstuk woren in hoofstuk 2 e beleiskaers op europees, nationaal, provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau weergegeven en wort afgewogen of e beooge ontwikkeling aarbinnen inpasbaar is. In hoofstuk 3 wort een beschrijving van het plangebie gegeven met e huiige ruimtelijke, functionele of anere structuren ie aarbinnen aanwezig zijn. In hoofstuk 4 woren e programmatische en ruimtelijke uitgangspunten van het plan aangegeven. In hoofstuk 5 komen e milieuplanologische aspecten aan e ore en woren oner anere e resultaten van uitgevoere onerzoeken besproken. Hoofstuk 6 hanelt over e opbouw van e regels in it bestemmingsplan en voorziet oner meer in een artikelsgewijze bespreking van e bestemmingsregels. In hoofstuk 7 komt e economische uitvoerbaarhei aan e ore en hoofstuk 8 bevat een hanhavingsparagraaf. Deze toelichting wort afgesloten met een communicatieparagraaf in hoofstuk 9. Hier is aangegeven welk communicatietraject is oorlopen en wort ingegaan op e maatschappelijke uitvoerbaarhei van het plan. Hierbinnen komen e resultaten van het wettelijk vooroverleg ex artikel Bro en e ingekomen zienswijzen en e beantwooring aarvan oor e gemeente aan e ore. - pagina 7 -

8 2 Belei 2.1 Europees en Rijksbelei Vogel- en habitatrichtlijn Vanuit Europa is e bescherming van soorten en gebieen geregel in e Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. De Europese Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG) en e Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/33/EEG) hebben e bescherming van soorten en hun natuurlijke habitats tot oel. Elke listaat is verplicht om speciale beschermingszones aan te wijzen, ie samen één Europees netwerk van natuurgebieen vormen: Natura Tot voor kort speele e Vogel- en Habitatrichtlijn een belangrijk rol in het Neerlanse rechtssysteem. Het beschermingsregime van artikel 6 van e Habitatrichtlijn ha namelijk een rechtstreekse werking. Dit gol ook voor e Vogelrichtlijn. Met e implementatie van e bepalingen uit e Vogel- en Habitatrichtlijn in e Neerlanse wetgeving is een eine gekomen aan e rechtstreekse werking van eze richtlijnen. De soortenbescherming is thans veranker in e Flora- en faunawet en e gebiesbescherming in e Natuurbeschermingswet Oner werking van e Natuurbeschermingswet vallen: Natura 2000-gebieen (Vogel- en Habitatrichtlijngebieen); Bescherme Natuurmonumenten; Gebieen oor e minister aangewezen ter uitvoering van verragen of anere internationale verplichtingen. Het Natura 2000 netwerk bevat us e gebieen ie zijn aangewezen oner e Vogel- en Habitatrichtlijn en zijn aarmee geselecteer op gron van het voorkomen van soorten en habitattypen ie vanuit Europees oogpunt bescherming noig hebben. Voor ie gebieen gelt at aanwijzingsbesluiten zijn opgestel waarin staat voor welke soorten en habitats het betreffene gebie is aangewezen en welke instanhouingoelstellingen er gelen voor eze soorten en habitats. Het plangebie is in zijn geheel niet gelegen in of nabij een Natura 2000-gebie an wel een Vogelof Habitatrichtlijngebie. Het plan kan aarmee geen effect hebben op e kwalificerene soorten of habitats binnen ergelijke gebieen zoat naer onerzoek achterwege kan blijven Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geeft een totaalbeel van het huiige ruimtelijke en mobiliteitsbelei op rijksniveau. Centrale oel van e SVIR is Neerlan concurreren, bereikbaar, leefbaar en veilig te houen voor e miellange termijn (2028). Dit gebeurt aan e han van rie eeloelen waaraan 13 nationale belangen zijn gekoppel. Het Rijk is verantwoorelijk voor het veiligstellen van e eze 13 nationale belangen. oel 1. het vergroten van e concurrentiekracht van Neerlan oor het versterken van e ruimtelijkeconomische structuur van nationaal belang 1. een excellente ruimtelijk- economische structuur van Neerlan oor een aantrekkelijk vestigingsklimaat in en goee internationale bereikbaarhei van e steelijke regio's met een concentratie van 2. ruimte voor het hoofnetwerk voor (uurzame) energievoorziening en e energietransitie 3. ruimte voor het hoofnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleiingen - pagina 8 -

9 Neerlan 4. efficiënt gebruik van e onergron 2. het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van e bereikbaarhei waarbij e gebruiker voorop staat 5. een robuust hoofnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen ronom en tussen e belangrijkste steelijke regio's inclusief e achterlanverbiningen 6. betere benutting van e capaciteit van het bestaane mobiliteitssysteem 7. het instanhouen van het hoofnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen om het functioneren van het mobiliteitssysteem te waarborgen 3. het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke en cultuurhistorische waaren behouen zijn 8. verbeteren van e milieukwaliteit (lucht, boem, water) en bescherming tegen geluisoverlast en externe veiligheisrisico's 9. ruimte voor waterveilighei, een uurzame zoetwatervoorziening en kaers voor klimaatbestenige steelijke (her)ontwikkeling 10. ruimte voor behou en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten 11. ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten 12. ruimte voor militaire terreinen en activiteiten 13. zorgvulige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten De SVIR kent een realisatieparagraaf, waarin per nationaal belang e aanpak is uitgewerkt op basis van lopene en voorziene projecten. Voor het juriisch borgen van e nationale belangen uit e SVIR heeft het Rijk, op basis van e Wro, twee besluiten waarmee at mogelijk is: a. het Besluit algemene regels ruimtelijke orening (Barro): het Barro geeft e juriische kaers ie noig zijn om het vigeren ruimtelijk rijksbelei te borgen, met aarin vooralsnog opgenomen e volgene nationale belangen: 1. Rijksvaarwegen; 2. Project Mainportontwikkeling Rotteram; 3. Kustfunament; 4. Grote rivieren; 5. Waenzee en waengebie; 6. Defensie; 7. Hoofwegen en lanelijke spoorwegen; 8. Elektriciteitsvoorzieningen; 9. Buisleiingen van nationaal belang voor vervoer van gevaarlijke stoffen; 10. Ecologische hoofstructuur; 11. Primaire waterkeringen buiten het kustfunament; 12. Ijsselmeergebie (uitbreiingsruimte); 13. Erfgoeeren van uitzonerlijke universele waare. b. het Besluit ruimtelijke orening (Bro): het Bro stelt vanuit e rijksverantwoorelijkhei voor een goe systeem van ruimtelijke orening juriische kaers aan e processen van ruimtelijke belangenafweging en besluitvorming bij e verschillene overheen. De laer voor uurzame versteelijking is per 1 oktober 2012 in het Bro opgenomen. De SVIR bepaalt welke kaerstellene uitspraken zoanig zijn geformuleer at eze beoel zijn om beperkingen te stellen aan e ruimtelijke besluitvormingsmogelijkheen op lokaal niveau. Deze zullen woren opgenomen in het Barro. Van e provincies en e gemeenten wort gevraag e - pagina 9 -

10 inhou aarvan te laten oorwerken in e ruimtelijke besluitvorming. Zij zijn us concreet normstellen beoel en woren geacht irect of inirect, (at wil zeggen oor tussenkomst van e provincie), oor te werken tot op het niveau van e lokale besluitvorming, zoals e vaststelling van bestemmingsplannen. Er zijn ten behoeve van onerhavig plan geen onerwerpen van Rijksbelang uit het SVIR/Barro te verwachten ie in het kaer van het voorliggene bestemmingsplan ienen te woren beschouw. Laer voor uurzame versteelijking Het nut en noozaak van nieuwe steelijke ontwikkelingen ient te woren onerbouw met behulp van e laer voor uurzame versteelijking. Op basis van eze laer ienen e nieuwe steelijke ontwikkelingen miels rie opeenvolgene stappen te woren gemotiveer. De motivering is, afhankelijk van e locatie, in rie treen opgebouw: tree 1: voorziet e voorgenomen steelijke ontwikkeling in een actuele regionale behoefte? tree 2: kan binnen het bestaan steelijk gebie van e betreffene regio in e behoefte woren voorzien oor benutting van beschikbare gronen oor herstructurering, transformatie of anerszins? tree 3: wanneer blijkt at e steelijke ontwikkeling niet binnen het bestaan steelijke gebie kan plaatsvinen, wort beschreven in hoeverre wort voorzien in ie behoefte op locaties ie, gebruikmaken van verschillene mielen van vervoer, passen ontsloten zijn of als zoanig wort ontwikkel. Tree 1: e regionale behoefte In aanloop naar e etailhanelsnota van e gemeente Maastricht heeft een analyse van e Maastrichtse etailhanelstructuur plaatsgevonen waarbij rekening is gehouen met het gehele verzorgings- en beïnvloeingsgebie. Dit gebie reikt verer an e begrenzing van e gemeente Maastricht. Mee gebaseer op e etailhanelsnota van e gemeente Maastricht kan woren geconclueer at het perspectief van het winkelcentrum Brusselsepoort prima is en at, ook naar e toekomst toe, in het (irecte) verzorgingsgebie voloene potentieel aanwezig is. Hiertoe ient het complex wel te woren gemoerniseer en ient er een completering van het aanbo plaats te vinen. Ook moeten o.a. e ruimtelijke structuur, e bereikbaarhei en het parkeren verbeteren. Miels onerhavig plan, waarbij sprake is van een aanpassing en uitbreiing van een bestaane etailhanelsvoorziening, wort hieraan tegemoet gekomen. Tree 2: opvangen in bestaan steelijk gebie Tot het bestaan steelijk gebie woren het bestaan steenbouwkunig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, ienstverlening, berijvighei, etailhanel of horeca, alsmee e aarbij behorene openbare of sociaal culturele voorzieningen, steelijk groen en infrastructuur gereken. Onerhavig plan ient te woren gereken tot het bestaan steelijk gebie en ligt bovenien binnen e contour steelijke ynamiek, op gron van het POL2006. De gronen herbergen thans een winkelcentrum met bijbehorene voorzieningen. Het plan richt zich op een algehele herstructurering van e gronen met inbegrip van een uitbreiing van het bestaane winkelcentrum. Deze herstructurering staat in het teken van een algehele kwalitatieve opwaarering van e locatie waarbij gebruik wort gemaakt van e potenties ie het gebie biet. Door het optimaal inrichten van het plangebie wort volaan aan het uitgangspunt om eerst bestaane steelijke locaties te benutten voor steelijke ontwikkeling en geen extra beslag te leggen op gronen buiten it bestaan steelijk gebie. Geconclueer kan woren at kan woren volaan aan e uitgangspunten zoals gestel in e laer van uurzame versteelijking, er erhalve sprake is van een uurzame steelijke ontwikkeling en een motivering gebaseer op tree 3 niet aan e ore is. - pagina 10 -

11 2.1.3 Europese kaerrichtlijn water In het jaar 2000 is e nieuwe Europese Kaerrichtlijn water in werking getreen. Het oel van eze richtlijn is e vaststelling van een kaer voor e bescherming van lanoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en gronwater in e Europese Gemeenschap, waarmee: aquatische ecosystemen en e hiervan afhankelijke wetlans en terrestrische ecosystemen voor verere achteruitgang woren behoe en bescherm en verbeter woren; uurzaam gebruik van water wort bevorer, op basis van bescherming van e beschikbare waterbronnen op lange termijn; er wort bijgeragen tot afzwakking van e gevolgen van overstromingen en perioen van roogte. Uitgangspunten hierbij zijn: een gebiesgerichte aanpak, waarbij wort uitgegaan van een ineling in stroomgebieistricten; het uitwerken van maatregelen, oner meer uitgaane van een gecombineere aanpak oor beperking van verontreiniging aan e bron oor miel van emissiegrenswaaren en oor het vastleggen van milieukwaliteitsnormen; het bereiken van e milieukwaliteitsoelstellingen, namelijk e goee ecologische toestan voor het oppervlaktewater en e goee chemische toestan voor het gronwater; het behoeen van aquatische ecosystemen en e hiervan afhankelijke wetlans en terrestische ecosystemen voor verere achteruitgang; uurzaam gebruik van water wort bevorer, op basis van bescherming van e beschikbare waterbronnen op lange termijn; het leveren van een bijrage aan e afzwakking van e gevolgen van overstromingen en perioen van roogte. De Europese Kaerrichtlijn Water richt zich op e bescherming van water in alle wateren en stelt zich ten oel at alle Europese wateren in het jaar 2015 een 'goee toestan' hebben bereikt en at er binnen heel Europa uurzaam wort omgegaan met water. Verschillene oelstellingen uit e Kaerrichtlijn zijn opgenomen in het Nationaal Waterplan en veranker in e Waterwet (2009). Voor het onerhavige plangebie zijn aaroor vanuit e Kaerrichtlijn geen gevolgen te verwachten, ie niet ook vanuit anere wet- en regelgeving voortkomen Waterwet en waterbesluit Op 22 ecember 2009 is e Waterwet van kracht geworen. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en gronwater en verbetert ook e samenhang tussen het waterbeheer en e ruimtelijke orening. De nieuwe Waterwet schept een kaer voor e noozakelijke moernisering van het Neerlanse waterbeheer voor e komene ecennia. Door het samenvoegen van meerere vergunningen nemen e bureaucratie en e regelruk voor burgers en berijven af. De Waterwet sluit goe aan op e nieuwe Wet ruimtelijke orening (Wro), waaroor e relatie met het ruimtelijke omgevingsbelei wort versterkt. Met één integrale wet is ook het uitvoeren van Europese waterrichtlijnen eenvouiger geworen. Dat gelt oner meer voor e Kaerrichtlijn Water ie uitgaat van internationale stroomgebieen en watersystemen (rivieren, meren en elta s), e richtlijn over beooreling en beheer van overstromingsrisico s en e Kaerrichtlijn mariene strategie. De Waterwet voegt acht bestaane waterbeheerwetten samen: e Wet op e waterhuishouing, Wet verontreiniging oppervlaktewateren, Wet verontreiniging zeewater, Gronwaterwet, Wet - pagina 11 -

12 roogmakerijen en inijkingen, Wet op e waterkering, Wet beheer rijkswaterstaatswerken (e natte elen aarvan) en e Waterstaatswet 1900 (het natte geeelte ervan). Daarnaast is vanuit e Wet boembescherming e regeling voor waterboems onergebracht bij e Waterwet. Het Waterbesluit bevat in e bijlagen een lijst van oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het Rijk en een lijst van waterkeringen, eveneens in beheer bij het Rijk. Voor wat betreft e waterkeringen geven e leggers ie voor eze waterkeringen moeten woren gemaakt e grenzen van het beheergebie naer aan. Voor wat betreft e oppervlaktewaterlichamen geeft het Waterbesluit een gronslag om e grenzen hiervan in e Waterregeling vast te leggen en een gronslag voor e grenzen van e gebieen ie zijn vrijgestel van e vergunningplicht voor het gebruik van waterstaatswerken (vergelijkbaar met het Besluit rijksrivieren op gron van art. 2a Wet beheer rijkswaterstaatwerken). Daarnaast geeft het Waterbesluit twee hoofregels voor e begrenzing van oppervlaktewaterlichamen: het Rijk beheert zijwateren van hoofwateren, behouens e uitzoneringen ie in e Waterregeling zijn geregel; als het Rijk beheerer is van een oppervlaktewaterlichaam, beheert het ook e aarin gelegen kunstwerken. De Waterwet en het waterbesluit kennen geen specifieke uitgangspunten voor onerhavig plangebie Beleislijn Grote Rivieren In 1996 is e Beleislijn Ruimte voor e Rivier tot stan gekomen. De oelstelling van e Beleislijn is om e beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbe te behouen en ontwikkelingen tegen te gaan ie e mogelijkhei tot rivierverruiming oor verbreing en verlaging nu en in e toekomst feitelijk onmogelijk maken. In 1997 is eze beleislijn gewijzig. Bij besluit van 4 juli 2006 is e beleislijn opnieuw herzien en is haar naam gewijzig in Beleislijn Grote Rivieren. Deze herziening beston uit twee onerelen: een beleisbrief en e beleisregels. De Beleisregels grote rivieren bieen een kaer voor e beslissing omtrent e toelaatbaarhei vanuit rivierkunig opzicht bezien at noig is voor het verkrijgen van een vergunning op gron van e Waterwet/Waterbesluit. Van belang bij e Beleislijn Grote Rivieren is het onerschei in stroomvoeren en waterbergen rivierbe. In het rivierbe waarop het stroomvoeren regime van toepassing is wort oner meer toestemming gegeven voor riviergebonen activiteiten voor e aanleg of wijziging van waterstaatkunige kunstwerken, e realisatie van natuur, e realisatie van voorzieningen ie onlosmakelijk met e waterrecreatie zijn verbonen en e winning van oppervlakteelfstoffen. In het bergen regime wort toestemming gegeven voor activiteiten inien er sprake is van een zoanige situering en uitvoering van e activiteit at het veilig functioneren van het waterstaatswerk gewaarborg blijft, er geen sprake is van een feitelijke belemmering voor vergroting van e afvoercapaciteit en e waterstanverhoging of e afname van het bergen vermogen als gevolg van e activiteit zo gering mogelijk is. Daarnaast moeten resterene waterstaneffecten of e afname van bergen vermogen uurzaam woren gecompenseer waarbij financiering en realisering gezeker zijn. Het voorliggen plangebie is in zijn geheel niet binnen het rivierbe van e Maas gelegen. Voor het plangebie hoeft, in relatie tot e Beleislijn Grote Rivieren, an ook geen regeling in het bestemmingsplan te woren opgenomen. - pagina 12 -

13 2.1.6 Nationaal Waterplan Het Nationaal Waterplan is een uitwerking van e Europese Kaerrichtlijn Water en beschrijft e maatregelen ie genomen moeten woren om Neerlan ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houen en e kansen ie water biet te benutten. Deze uitgangspunten zijn vervolgens in verschillene wet- en regelgeving onergebracht (Waterwet 2009 c.a.) Verrag van Valetta (Malta) Het Europese Verrag van Valletta, ook wel het Verrag van Malta genoem, beoogt het cultureel erfgoe at zich in e boem bevint beter te beschermen. Het gaat bijvoorbeel om grafvelen, gebruiksvoorwerpen en resten van bewoning. Op ieere plaats in e boem kan it soort erfgoe zich bevinen. Vaak weren archeologen laat bij e ontwikkeling van plannen betrokken. Hieroor wer e aanwezighei van archeologische waaren vaak pas ontekt als projecten, zoals e aanleg van wegen of stasvernieuwing, al in volle gang waren. Op 1 september 2007 is e Wet op e archeologische monumentenzorg (Wamz) in werking getreen. De Wet op e Archeologische Monumentenzorg is e Neerlanse uitwerking van het Verrag van Malta. De wet is een raamwet, ie regelt hoe Rijk, provincies en gemeenten bij hun ruimtelijke plannen rekening moeten houen met het erfgoe in e boem. De gemeenten zijn in eze wet tot bevoeg gezag aangewezen en ienen e archeologische belangen op een goee manier te verweven in het ruimtelijk belei. De wijze waarop met het aspect archeologie rekening is gehouen in relatie tot onerhavig plan is verwoor in paragraaf 5.7 van eze toelichting Nota Belvéère In e Nota Belvéère (1999) is een visie op e samenhang tussen cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting opgenomen. In e nota woren vanuit e cultuurhistorie e meest waarevolle gebieen van Neerlan geselecteer: e zogenaame Belveèregebieen. Voor elk van eze gebieen wort aangegeven wat e cultuurhistorische ientiteit is, woren beleiskansen geïnventariseer en wort een beleisstrategie voorgestel. De nota is een aanwijzing en voorzet hoe gemeenten met e inrichting van hun grongebie moeten omgaan. De sta Maastricht is in eze nota aangemerkt als een cultuurhistorisch belangrijke sta. In cultuurhistorisch belangrijke steen wort extra beleismatige aanacht gevraag voor het in stan houen en ontwikkelen van e cultuurhistorische ientiteit en e aarvoor essentiële historische elementen en structuren. De gemeente Maastricht heeft hiervoor het instrument van het Maastrichts Erfgoe geïntrouceer en geïmplementeer. Hierover meer in paragraaf 2.4 Gemeentelijk belei. Verer is het gebie tussen e gemeenten Sittar-Geleen, Maastricht en Heerlen aangemerkt als het Belveèregebie Heuvellan. De cultuurhistorische waaren hiervan ienen vroegtijig te woren meegenomen in nieuwe planvorming. Voor it bestemmingsplan heeft e Nota Belvéère geen specifieke uitgangspunten, aners an at het cultureel erfgoe zoveel mogelijk ient te woren bescherm (in casu via het instrument van het Maastrichts Erfgoe). 2.2 Provinciaal belei Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL), actualisatie 2011 Op 22 september 2006 is het POL 2006 vastgestel oor Provinciale Staten van Limburg. Net als het eerste POL (uit 2001) is POL 2006 een integraal plan at bestaane, verschillene plannen voor e fysieke omgeving op e beleisterreinen milieu, water, ruimte, mobiliteit, cultuur, welzijn en economie integreert. Het bevat e provinciale visie op e ontwikkeling van Limburg en beschrijft voor onerwerpen waar e provincie een rol heeft e ambities, e context en e hooflijnen van e aanpak. POL 2006 is het beleiskaer voor e toekomstige ontwikkeling van Limburg tot een - pagina 13 -

14 kwaliteitsregio, ie zich bewust is van e unieke kwaliteit van e leefomgeving en e eigen ientiteit. Ten behoeve van e kwaliteitsregio Limburg wort ingezet op uurzame ontwikkeling. Dat is een ontwikkeling ie tegemoetkomt aan e behoeften van e huiige generatie zoner e mogelijkheen van toekomstige generaties in gevaar te brengen om ook in hún behoeften te voorzien. Meio 2008, 2009, 2010 en voor het laatst in 2011 zijn beperkte elen van het POL aangevul op basis van gewijzige beleisstukken, waaroner POL-aanvullingen. Op 'Kaart 1 Perspectieven' van het POL is het plangebie aangeui als 'Steelijke bebouwing' en valt aarmee oner perspectief P9. (zie navolgen kaartje) De steelijke bebouwing is tevens gelegen binnen e aan e stasregio s gekoppele grens steelijke ynamiek. De stasregio s vormen e vertaling van e bunelingsgebieen zoals het Rijk ie hanteert in e Nota Ruimte. Het zo compact mogelijk houen van e steen is aarbij het uitgangspunt. Ieere stasregio is voorzien van een grens steelijke ynamiek. Deze grenzen zijn vastgeleg op basis van e natuurlijke waaren in het omliggene gebie en een goee functionele en steelijk samenhang, rekening houen met e verwachte groei en zoveel mogelijk samenvallen met bestaane elementen zoals wegen. Deze begrenzing laat onverlet at er sprake is van een sterke wisselwerking tussen steelijke en lanelijke gebieen. Voor veel voorzieningen is men vanuit het lanelijk gebie aangewezen op e steen. Omgekeer is e kwaliteit van het lanelijk gebie mee bepalen voor e aantrekkelijkhei van e steelijke gebieen als - pagina 14 -

15 vestigingsgebie. Binnen e stasregio s ienen nieuwe activiteiten zoveel mogelijk geconcentreer te woren in e bestaane steelijke bebouwing. Het perspectief Steelijke bebouwing (P9) omvat e aanwezige of als zoanig rees besteme woon- en winkel- en voorzieningengebieen, berijventerreinen en bijbehorene wegen. Er is hier in veel gevallen nog e noige ontwikkelingsruimte. De versteelijkingsopgave wort voor zover mogelijk hier ingevul, met in achtneming van e ranvoorwaaren vanuit het watersysteem (via e watertoets). Ook ient aanacht te zijn voor e steelijke wateropgaven ten aanzien van wateroverlast, afkoppeling, riolering en ecologisch water. Waar noig wort hier oor herstructurering e vitaliteit van buurten en wijken en e kwaliteit van werklocaties geborg an wel verbeter. De milieukwaliteit in it gebie ient te woren afgestem op aar en functie van e eelgebieen. Binnen e bestaane bebouwing verienen e steelijke centrumgebieen bijzonere aanacht, levenige gebieen met een sterke menging van functies. Hier komt e steelijke ynamiek bij uitstek tot uiting. Behou en versterking van ie vitaliteit van centrumgebieen is uitgangspunt. Bijzoner belang wort gehecht aan e aanwezighei in centrumgebieen van woonfuncties en steelijke voorzieningen (publieksgerichte kantoren, steelijke recreatie, recreatief winkelen). Voor wat betreft het aspect etailhanel gelt at op provinciaal niveau geen planningsopgave voor etaihanel wort geformuleer. Stasregio's en gemeenten woren opgeroepen voorzichtig om te gaan met uitbreiing van etailhanel waarbij e naruk ligt op kwaliteitsverbetering en versterking van e etailhanelsstructuur. Nieuwe ontwikkelingen kunnen met name mogelijk gemaakt woren oor herschikking van het aanbo of in combinatie met sanering. De provincie streeft naar het waarborgen van e kwaliteit van e binnensteen en een goee verzorgingsstructuur in wijken, buurten en kernen. Of een uitbreiing van etailhanel aan e ore is zal moeten blijken uit een oor het lokaal bestuur op te stellen rapportage. Hierbij gaat e voorkeur van e provincie uit naar het uitbreien van bestaane locaties in plaats van e realisatie van nieuwe locaties. De provincie hanteert voorkeursmilieus voor e etailhanelsontwikkeling in stasregio's. Er ient een goee balans te zijn tussen e winkelvoorzieningen in e binnensta, e verzorgingsstructuur van wijken en buurten en grootschalige etailhanel op perifeer gelegen ienstenterreinen. Het stascentrum heeft hierbij vooral een functie voor recreatief winkelen met het accent op kleinschalige, gespecialiseere winkels. Woonwijken bieen plaats aan een verzorgingsstructuur (met staseelcentra, wijk- en buurtwinkelcentra) gericht op een volwaarig en compleet pakket aan winkelvoorzieningen voor agelijkse aankopen. De voorkeur voor vestiging van megasupermarkten gaat uit naar staseelcentra of e ranzone van binnensteen, mits ruimtelijk en verkeerstechnisch inpasbaar. Het POL bevat geen anere kwaliteitsomschrijvingen en uitgangspunten volgen uit e bij het POL behorene themakaarten met betrekking tot Kristallen-, Groene- en Blauwe Waaren. Resumeren kan woren aangegeven at het voorliggene plan, gericht op het behou en versterking van een centrumgebie miels e uitbreiing van een bestaane locatie, past binnen e kaers van het POL 2006 (actualisatie 2011) POL-aanvulling Versteelijking, gebiesontwikkeling en kwaliteitsverbetering De POL-aanvulling Versteelijking, gebiesontwikkeling en kwaliteitsverbetering vormt oner anere het kaer voor een nieuwe beleisregel: het Limburgs Kwaliteitsmenu (LKM). Deze beleisregel regelt e extra conities en voorwaaren waaroner bepaale ontwikkelingen buiten e contouren van e plattelanskernen kunnen plaatsvinen. Binnen e begrenzing van e Steelijke Dynamiek is het kwaliteitsmenu van toepassing in e perspectieven P2 en P3. Het staat gemeenten vrij het LKM tevens van toepassing te verklaren binnen het perspectief P9 binnen e begrenzing van e Steelijke ynamiek. - pagina 15 -

16 Het plangebie is gelegen binnen e begrenzing Steelijke ynamiek en vormt onereel van het perspectief P9. Aangezien e gemeente Maastricht het LKM binnen het Perspectief P9 niet van toepassing heeft verklaar is het LKM op onerhavige locatie niet van toepassing. Resumeren kan woren aangegeven at het LKM op voorliggen plan niet van toepassing is Plaats voor water De provincie Limburg heeft in verban met e implementatie van e watertoets in 2003 e nota 'Plaats voor water' uitgebracht. Hierin wort e bij ruimtelijke plannen te oorlopen proceure toegelicht. De rol van verschillene actoren is aangegeven, en aarnaast zijn e thema's gerelateer aan water benoem, ie van belang kunnen zijn. In 2004 hebben e provincie Limburg en e waterschappen gezamenlijk twee 'watertoetsloketten' opgezet om e proceure van e watertoets goe te laten verlopen. In het kaer van onerhavig bestemmingsplan is voorzien in een watertoets als onereel van een waterparagraaf. Hiertoe wort kortheishalve verwezen naar paragraaf 5.1 van eze toelichting. 2.3 Gemeentelijk belei Stasvisie 2030 (actualisatie 2008) In juni 2005 wer e Stasvisie 2030 vastgestel. Daarmee staat e koers van e sta Maastricht vast. In eze visie zijn twaalf economische, fysieke en sociale speerpunten gepresenteer op basis waarvan e sta zich verer ient te ontwikkelen. Uit e omgevingsanalyse ie ten behoeve van eze Stasvisie is uitgevoer, blijkt at e ontwikkelingsgeschieenis van Maastricht een unieke en sterke sta heeft voortgebracht. Een bont geheel van historische, economische en emografische ontwikkelingen als een samenhangen mozaïek. Een sta ie verkeere ruimtelijke ontwikkelingen bespaar is gebleven. Veel oue gebouwen zijn in een prachtig historisch centrum bewaar met als kalme open ruimte e rivier e Maas. De economische opbloei heeft een sta opgelever ie rijk is aan moerne gebouwen en bruggen, goe ingerichte en onerhouen buitenruimten, kunst en cultuur en uitgaansmogelijkheen. Maastricht is schoon, heel en behoorlijk veilig. Het kernwinkelgebie heeft allure, e voorzieningen voor miljoenen bezoekers en congresgangers zijn van hoog niveau. De sta beschikt over uitgebreie onerwijsmogelijkheen en kenniscentra. De omwenteling naar een kennis- en iensteneconomie is volop bezig. De sta is stanvastig en flexibel, het hart blijft en e buitenkant veranert en past zich aan. Maastricht heeft een groot opnemen vermogen ontwikkel. Dat uit zich in e acceptatie van nieuwe bewoners, e uizenen stuenten en e miljoenen bezoekers ie naar Maastricht komen. Ook het (ver)binen vermogen van e sta is sterk ontwikkel. Dat is te herleien uit e stevige verenigingsstructuren, e vele PPS-constructies ie zijn ontstaan vanuit een betrouwbare en consistente bestuurscultuur en aan e vele Maastrichtenaren ie trots zijn op hun sta en er vaak op latere leeftij weer naar terugkeren. Deze vermogens leien tot een tolerante en een talentrijke leefomgeving. Daartegenover staat at juist e zeer sterke stascultuur ( e Mestreechter Geis ) soms beperken werkt voor anersenkenen en e tolerantie het karakter heeft van een zekere braafhei. De bining is te weinig naar buiten gericht. Er wort te weinig actief op (Eu-)regionale schaal samengewerkt. Maastricht raakt op rie terreinen beknel. De omgevingsanalyse laat zien at e sociale samenstelling van e bevolking tot een beknotting van e ontwikkelingsmogelijkheen kan leien. Vergrijzing en ontgroening leien tot afname van het sociaal-economische aanpassingsvermogen van e sta. Het vrij lage beschikbare opleiingsniveau vraagt om instroom van nieuwe, jonge, hoog opgeleie en ambitieuze talenten ie hun bijrage aan e sta leveren. Daarnaast werken e hare fysieke grenzen van het al en e nationale grenzen belemmeren. Er is vraag naar vele soorten woningen en e burgers stellen stees hogere eisen aan leefbaarhei en - pagina 16 -

17 veilighei. Tenslotte leit op economisch terrein beknelling van het innovatief vermogen en het gebrek aan onernemerschap tot een mogelijke achilleshiel voor economische versterking van e sta. Voor it bestemmingsplan biet e Stasvisie geen specifieke uitgangspunten. Toch kunnen oner e twaalf speerpunten van eze Stasvisie rie speerpunten woren benoem ie als een soort uitgangspunten kunnen woren beschouw bij het behou van een sterke ruimtelijke structuur en e positionering van nieuwe ontwikkelingen aarin. Het betreft e speerpunten 3, 7 en 8. Speerpunt 3: 'Versterking van e economische infrastructurele voorzieningen': De aantrekking, het behou en e bining van nieuwe berijvighei, nieuwe werknemers en bezoekers is voor e sta van essentieel belang. De sta is in korte tij zowel qua berijven als werkgelegenhei opmerkelijk gegroei en geëvolueer tot een belangrijk centrum van het Euregionale steelijk gebie. De bestaane infrastructuur moet aaraan woren aangepast; vanuit e economie woren hiervoor grote inspanningen gelever. Daarnaast moeten er voloene, veilige en kwalitatief goee berijfsterreinen, én starters- en kantoorlocaties én berijfsverzamelgebouwen beschikbaar zijn, ook op wijkniveau. Ook aantrekkelijke, leefbare woonbuurten zijn belangrijk voor e economische structuur, omat ze naast cultuur en sport een belangrijke vestigingsfactor vormen. Hier blijft e gemeente op aansturen. Speerpunt 7: 'Versterking en behou van leefbare buurten': De gemeente moet er voor zorgen at mensen zich verbonen blijven (of gaan) voelen met hun irecte leefomgeving. Op het gebie van e openbare ruimte betekent it een geegen, kwalitatief hoogwaarige en uurzame inrichting en materiaalgebruik. Het beheer van e openbare ruimte moet gericht zijn op heel, schoon en veilig. Dit betekent at men bestaane, verouere woonmilieus moet aanpassen aan e eisen van eze tij en e toekomst. Om e woon- en werkmilieus te verbeteren is e aanpak Grotesteenbelei in het leven geroepen. Hierbij wort e bestaane woningbehoefte in achtgenomen met een wachtlijst van twintiguizen woningzoekenen in het lagere huur- en koopsegment. Daarbij is kwaliteit opnieuw het uitgangspunt. Voor een bining op wijkniveau ienen pitten te woren aangewezen. Pitten zijn plaatsen waar sociale en mogelijk economische functies op wijkniveau woren geconcentreer. Deze pitten liggen bij voorkeur op plaatsen ie van ousher als zoanig functioneren, zoals bestaane wijkcentra en oue orpskernen. Door schaalvergroting kunnen niet alle buurtcentra volleig gehanhaaf woren. In ieer geval moeten e pitten op een veilige loop- en fietsafstan binnen e wijk liggen. De sta is gegroei in wisselwerking met het omringen lanschap. In e ruimtelijke structuur van e sta zijn sporen van het lanschap terug te vinen en in het lanschap e relicten van e eeuwenoue vestingwerken. Mee oor e ligging aan e rivier en het smalle Maasal kan het omringene lanschap op tal van plaatsen tot iep in e sta oorringen en is het bijna overal voelbaar aanwezig. De groenstructuur van lanen, parken en vestingwerken is nauw verweven met het recreatieve netwerk van pleinen en straatjes in e oue binnensta en vormt een wezenlijk onereel van e historisch gegroeie ruimtelijke en sociale structuur. Speerpunt 8: 'Versterking en behou van e fysieke kwaliteit': Ruimtelijke kwaliteit kan woren uitgerukt in e begrippen gebruikswaare, belevingswaare en toekomstwaare. Van een hoge gebruikswaare is sprake als e ruimte op een veilige wijze gebruikt kan woren voor functies zoals wonen, werken, ontspannen en verplaatsen én eze functies elkaar bovenien niet hineren én ze elkaar zoveel mogelijk versterken én toegankelijk zijn voor e bevolking. Belevingswaare speelt een belangrijke rol in e leefomgeving. Daarbij gaat het om cultureel besef en iversiteit, aanwezighei van karakteristieke kenmerken (ientiteit), toegankelijkhei, (cultuur-)historie en schoonhei en it alles op mensenmaat. Bij toekomstwaare gaat het om kenmerken als uurzaamhei, bioiversiteit, robuusthei, aanpassingsvermogen en flexibiliteit in e tij. Dit zowel wat betreft geschikthei voor nieuwe gebruiksvormen als ontvankelijkhei voor nieuwe culturele en economische betekenissen. De opgave is en blijft nieuwe inwoners, berijven en bezoekers voor e sta te interesseren en te binen. Een belangrijke basis aarvoor is e fysieke kwaliteit van e sta en het aanwezige voorzieningenniveau in bree zin. De - pagina 17 -

18 kwalitatieve inzet en het evenwicht tussen bereikbaarhei en leefbaarhei zijn hierbij belangrijke uitgangspunten. Als nieuwe gebieen binnen het steelijk gebie vrijkomen en transformatie aan e ore is, moeten eze gericht woren ingezet, waarbij een afweging is te maken tussen e mogelijkheen van e plek en e meerwaare voor het staseel, e vitaliteit en concurrentiekracht van e sta en e positie binnen het steelijk netwerk op Zui-Limburgse schaal. Maastricht is een compacte sta. De sta is gegroei en heeft zich stees weten te voegen naar het lanschap. Die groei heeft voor een belangrijk eel plaatsgevonen binnen e eigen stasgrenzen. Hieroor is e sta compact en vitaal gebleven en konen kwalitatief hoogwaarige lanschappen woren bewaar. De belangrijkste voorzieningen zijn binnen relatief korte afstan aanwezig. Dit is aantrekkelijk voor e mensen ie in e sta wonen of verblijven. Doel is het concept van e compacte sta in een weis lanschap ook voor e toekomst van Maastricht te hanteren. De opgave is e sta vitaal te houen oor nieuwe functies zorgvulig in het bestaane steelijk weefsel in te passen en bestaane gebieen aan te passen aan e eisen van e tij. Bij e vaststelling van e Stasvisie 2030 is afgesproken at regelmatig zal woren geëvalueer. Dit is in 2008 gebeur. De nieuwe signalen voor Maastricht zijn: 1. Demografische transitie: Sins 1993 kent Maastricht een natuurlijke bevolkingsafname (sterftecijfer hoger an geboortecijfer) ie wer gecompenseer oor een immigratieoverschot waaroor e absolute bevolkingsomvang steeg. Vanaf 2004 kampt e sta met een vertrekoverschot, waaroor e bevolking aalt. 2. Economische transitie: Door een alene bevolking (aanbo van arbei) en e economische ombouwoperatie waar Maastricht nog altij in zit van inustrie naar ienstverlening blijft het aantal arbeisplaatsen stabiel of groeit licht. Deze nationale en internationale ontwikkelingen zijn weliswaar autonoom, maar at neemt niet weg at actoren in e sta wel egelijk een economische en een sociale ynamiek op gang kunnen brengen ie Maastricht weerbaar maakt en een robuuste toekomst garaneert. In e actualisering van e Stasvisie 2030 formuleert het stasbestuur instrumenten om eze ynamiek op gang te brengen. Maastricht gaat eze ynamiek op rie gebieen organiseren: 1. Maastricht cultuursta De sta heeft een rijk cultureel aanbo en gaat e komene jaren bouwen aan haar culturele infrastructuur. Daarmee wort e claim Maastricht cultuursta relevant. Dit imago leit tot investeringen en immigratie van kenniswerkers, innovatieve berijven en verblijfsbezoekers; 2. Maastricht internationale kennissta Bijna een kwart van e bevolking is niet-neerlans. Bijna e helft van e Maastrichtenaren is jonger an 35. Er zijn tientallen internationale instituten gevestig in e sta. Maastricht heeft een perifere ligging ten opzichte van e Ransta, maar aarentegen juist een centrale ligging ten opzichte van Brussel. Samen met kennisinstellingen in gemeente en regio wort e komene jaren gewerkt aan e noozakelijke voorwaaren om e reputatie op it gebie om te buigen: van het (onterechte) zelfbeel van een vergrijzene, naar binnen gekeere sta aan e ran van het lan, naar een jonge, open, internationaal georiënteere samenleving in het hart van Europa. - pagina 18 -

19 3. Maastricht steelijke woonsta De emografische transitie geeft Maastricht letterlijk e ruimte om te investeren in haar kwaliteit van steelijke woonsta. In samenhang met e regio is at een onerscheien vestigingsargument voor nieuwkomers en investeerers. De ambities voor e etailhanel in Maastricht luien op hooflijnen als volgt: 1. Het bieen van een zo compleet en gevarieer mogelijk pakket van winkels en aanverwante publieksgerichte voorzieningen voor e inwoners van Maastricht en consumenten van elers. De naruk moet liggen op vernieuwing en vergroting van e keuzemogelijkheen voor e consument en niet op meer van hetzelfe; 2. Het benutten van kansen ten aanzien van e concurrentiepositie van Maastricht zowel gericht op het versterken van e lokale verzorgingsfunctie als e bovenregionale aantrekkingskracht van het voorzieningenapparaat. Met behou van bestaane kwaliteiten moet hierbij ruimte zijn voor ynamiek en vernieuwing; 3. Het streven naar een uurzame aanbostructuur bestaane uit op lange termijn levensvatbare, elkaar aanvullene winkelgebieen. Waar mogelijk met e synergie tussen centra woren opgezocht; 4. Het versterken van het onernemingsklimaat in e gemeente en het bieen van ruimte aan onernemersinitiatieven om zo in te spelen op e synamiek in e etailhanel. De Stasvisie 2030 geeft geen specifieke uitgangspunten voor onerhavig plan maar het plan past wel uitsteken binnen enkele geformuleere speerpunten omat het plan bijraagt aan het positioneren van Maastricht als steelijke en aantrekkelijke woonsta met een ivers voorzieningenniveau. Het voorliggene plan past erhalve binnen e (geactualiseere) Stasvisie Structuurvisie Maastricht 2030 Als antwoor op e huiige ontwikkelingen (stagnerene bevolking, inperking versprei voorzieningenniveau, aanacht voor uurzaamhei, klimaatveranering et cetera) en om e aantrekkelijkhei van e sta voor (bestaane en nieuwe) inwoners, onernemingen en haar bezoekers te verbeteren gaat Maastricht gericht werken aan e volgene vier ruimtelijke thema s: versterking van haar positionering als internationale sta ten behoeve van e economische vitaliteit en innovatie van e sta en regio; investeren in een robuuste en uurzame bereikbaarhei om het vestigingsklimaat voor inwoners, bezoekers en onernemingen te verbeteren; het lanschap versterken en verbinen met e sta zoat het nog meer bijraagt aan e unieke woonkwaliteit en e toeristische aantrekkingskracht en het bestaane steelijk gebie zorgvulig en geleielijk transformeren, waarbij wort gekomen tot een robuust netwerk van maatschappelijke voorzieningen en aantrekkelijke ontmoetingsplekken en openbare ruimten. De wijze waarop Maastricht aan eze ruimtelijke thema s gaat werken zal verschillen ten opzichte van e afgelopen perioe. Door e onzekerhei over e toekomstige behoefte van e sta en e financiële mogelijkheen, zal het accent komen te liggen op een geleielijke transformatie van het bestaane. Toch is behoefte aan een visie op e toekomst. Deze visie betreft in hoofzaak het raamwerk van infrastructuur, lanschap, openbare ruimtes en ontmoetingsplekken. Binnen it raamwerk spelen thema s als herbestemming, flexibiliteit en tijelijk gebruik een meer voorname rol. - pagina 19 -

20 Meer kleinschalige en flexibele stasontwikkeling en e naruk op herbestemmen biet kansen om in te spelen op het agelijks leven van bewoners en gebruikers met een groeiene behoeften aan meer vrijhei, invloe en iversiteit. Herbestemming, flexibiliteit en tijelijk gebruik gaan een meer voorname rol spelen in het gemeentelijk belei; mee om een antwoor te geven op reigene leegstan. Maastricht wil initiatieven van inwoners, bestaane en nieuwe onernemers en partners zoveel mogelijk faciliteren en ruimte bieen voor starters, tijelijke functies, experimenten en broeplaatsen. Dit binnen e programmatische kaers ie gelen voor bijvoorbeel woningbouw en kantoren. Het gebie Brusselsepoort wort gereken tot e subcentra. Deze subcentra bezitten een meer regionale aantrekkingskracht maar kennen een anere steelijkhei an e binnensta. De slenterene toerist ontbreekt hier veelal. De bezoekers zijn gericht op e hooffunctie van het gebie, zoals sport, winkels of werk. De opgave is om het huiige, vaak monofunctionele karakter van e subcentra te oorbreken, ze levenig en aantrekkelijk te maken met een goee menging aan functies en e oriëntatie en routering beter te verbinen met e rest van e sta. Gestreef wort naar een menging van bij elkaar passene en elkaar versterkene functies, ie zorgen voor een specifieke sfeer. Dit is goe voor e ifferentiatie in e sta en biet een grotere keuzemogelijkhei. Het gebie Brusselsepoort/St. Annaal, waarvan onerhavig plangebie eel uit maakt, wort als volgt omschreven: Het gebie met e rechtbank, winkelcentrum Brusselse Poort, e onerwijslocaties, zorgfuncties, belastingienst en twee moskeeën is een belangrijke locatie op het gebie van onerwijs, werken en winkelen en functioneert als het hart van het westelijk staseel. De rechtbank oriënteert zich op e St. Annalaan en e binnensta. Het winkelcentrum Brusselse Poort zal zich meer an nu geen oriënteren op e woonbuurten in West. De groene wiggen woren oorgezet tot aan het winkelcentrum. Wat nu e achterkant van het winkelcentrum is, wort e voorkant. Er komt een entreeplein aan e zije van Pottenberg. In eze omgeving zijn vormen van onerwijs, zorg en (zorggerelateere) woningbouw enkbaar. Hier ontstaat een volwaarig staseelcentrum en een centrale ontmoetingsplek voor geheel West. Onerhavig plan komt geheel aan bovenstaane omschrijving tegemoet en is erhalve in overeenstemming met e beleisuitganspunten van e Structuurvisie Maastricht Detailhanelsnota 2008 Het Maastrichtse etailhanelsbelei is vastgeleg in e Detailhanelsnota 2008 (vastgestel.. 29 oktober 2008). In eze etailhanelsnota is e huiige etailhanelsstructuur in kaart gebracht en wort een antwoor gegeven op e vraag wat Maastricht op het gebie van e etailhanel wil bereiken. In hiërarchisch opzicht wort het Staseelcentrum Brusselsepoort, na e binnensta van Maastricht, als belangrijkste voorziening op het gebie van etailhanel gezien. Volgens e nota realiseert Staseelcentrum Brusselse Poort een goee gemiele omzet en wort het centrum oor consumenten vrij goe gewaareer. In aanloop naar e etailhanelsnota heeft een analyse van e Maastrichtse etailhanelsstructuur plaatsgevonen. Uit eze analyse blijkt voor het winkelcentrum Brusselse Poort oner anere at op piekmomenten e parkeerruk hoog is. Het winkelcentrum wort tevens als vrij introvert beschreven met een matige uitstraling aan e buitenkant. Ook binnen oogt het winkelcentrum enigszins geateer. Geconclueer wort at het staseelcentrum met het omvangrijke aanbo in e agelijkse en niet agelijkse artikelensector een functie vervult voor e westelijke wijken van Maastricht en tevens als winkelcentrum in trek is bij Belgen. Vergeleken met anere staseelcentra in Neerlan blijkt het aantal etailhanelsvestigingen in Brusselse Poort evenwel sterk achter. Ook is e iversiteit en e schaalgrootte van iverse aanbieers eerer beperkt te noemen. De bereikbaarhei alsmee het (onersteunene) horeca-aanbo en iverse aanvullene publieksverzorgene voorzieningen zijn aarentegen goe te noemen. - pagina 20 -

21 De gemeentelijke ambities luien op hooflijnen als volgt: het bieen van een in kwalitatief en kwantitatief opzicht zo compleet en gevarieer mogelijk pakket van winkels en aanverwante publieksgerichte voorzieningen voor e inwoners van e gemeente Maastricht en consumenten van elers; het benutten van e kansen ten aanzien van e concurrentiepositie van Maastricht, gericht zowel op het versterken van e lokale verzorgingsfunctie als e (boven)regionale aantrekkingskracht van het voorzieningenapparaat. Er moet hierbij ruimte zijn voor ynamiek en vernieuwing, met behou van e bestaane kwaliteiten in e structuur; het streven naar een uurzame aanbostructuur, bestaane uit elkaar aanvullene winkelgebieen. Waar mogelijk moet e synergie tussen centra woren opgezocht; het versterken van het onernemingsklimaat in e gemeente en het bieen van ruimte aan onernemersinitiatieven om zo in te spelen op e ynamiek in e etailhanel. Als onereel van een totaalpakket aan maatregelen ter realisering van eze ambities zal in e hoofstructuur woren voorzien in een versterking van e positie van e Brusselse Poort als moern staseelcentrum voor Maastricht West. Het perspectief van het winkelcentrum is prima. Ook naar e toekomst toe is in het irecte verzorgingsgebie voloene potentieel aanwezig. Wel is moernisering noozakelijk. Belangrijke aanachtspunten hierbij zijn schaalvergroting en completering van het aanbo in zowel e agelijkse als e niet-agelijkse artikelensector, het verbeteren van e ruimtelijke structuur (meer naar buiten gericht) en het verbeteren van het verblijfsklimaat, e bereikbaarhei en het parkeren. Onerhavig plan komt hier geheel aan tegemoet Horecanota 2008 In e Horecanota 2008 (vastgestel oor e raa.. 22 januari 2008) is het horecabelei voor Maastricht vastgeleg. Het nieuwe belei, at tot stan is gekomen na een intensieve en constructieve samenwerking tussen e gemeente Maastricht, Koninklijk Horeca Neerlan, horecaonernemers, burgers en anere betrokkenen, biet nieuwe kansen voor gevestige horeca en voor nieuwe initiatieven. Het belei at totnogtoe heeft gegolen, heeft, zo is ook gebleken uit e evaluatie, goe gewerkt maar bleek ook een verstikkene werking te hebben voor nieuwe ontwikkelingen in e horeca. Uit e evaluatie is ook gebleken at e kwaliteit van het horecaaanbo te wensen over laat, zeker voor een aantal oelgroepen waar Maastricht in e toekomst haar pijlen op wil richten. Wil Maastricht haar positie in e (Eu)regio hanhaven als Bourgonische sta, Universiteitssta, Winkelsta en Europese sta, an zal vooral e horeca, ie mee vorm geeft aan it imago, e hanen uit e mouwen moeten steken om it karakter te bewaren en te versterken. Deze Horecanota gaat hoofzakelijk over cafés, eetgelegenheen, winkelgebonen horeca, terrassen, iscotheken en nachtgelegenheen. Het stasbestuur wil binnen e wettelijke kaers en mogelijkheen e Maastrichtse horeca een kans bieen en nieuwe ontwikkelingen laten bijragen tot een betere kwaliteit van e sta. Kwalitatieve goee initiatieven kunnen rekenen op steun vanuit e gemeente. Gevolg is at initiatieven van een slechte kwaliteit woren geweer. Bestaane horeca, ie zich slecht aan e regels hout, wort extra aangepakt. Maastricht wil met het nieuwe horecabelei zorgen at: geen ongeoorloofe hiner oor horeca-inrichtingen ontstaat en een goee balans gecreëer wort tussen horeca en leefmilieu; haar positie in e regio behouen of zelfs versterkt wort; er meer werkgelegenhei wort gecreëer in e horeca; nieuwe ontwikkelingen een kans krijgen, vooral ontwikkelingen ie passen in het imago van e sta ie Maastricht wil zijn of woren en ie bijragen aan een hogere kwaliteit van e horeca; - pagina 21 -

22 het horeca-aanbo geifferentieer is en voorziet kwantitatief en kwalitatief in e behoefte van e oelgroepen waarop het belei uit e stasvisie 2030 is gericht. De gemeente Maastricht wil meer kansen bieen voor horeca. Horecavestiging moet op meer plaatsen mogelijk zijn. Echter niet overal in e sta ligt ie vestiging van horecagelegenheen evenzeer voor e han. Er wort aarom specifiek voor eze nota een onerschei gemaakt in vijf gebieen ( ringen van e sta): 1. e winkelzone; 2. horecaconcentratiegebieen; 3. het overig centrum, binnen e singels (tot aan Statensingel, Boschstraat en Spoorweglaan); 4. e woongebieen; 5. e periferie (snelweg-, kantoor/berijvenlocaties, buitengebie). Het voorliggene plangebie is gelegen in zone 4 (e woongebieen). In e woongebieen staat e woonfunctie centraal. Nieuwe horecavestigingen zijn in principe niet toegestaan, tenzij aan een aantal criteria wort volaan. Zo kan horeca zich mogelijk vestigen in verban met een bijzonere functie of een bijzonere ligging. Ook in het belang van het behou van bepaale karakteristieke historische panen is horecavestiging soms toegestaan. Tenslotte is horecavestiging mogelijk om het minimale voorzieningenniveau in een wijk te hanhaven. Horecavoorzieningen op veriepingen en in kelers zijn in principe niet toegestaan. Winkelonersteunene horeca wort oner bepaale criteria toegestaan. Winkelonersteunene horeca is een combinatie van winkel (etailhanel) en horeca. De gemeente Maastricht wil eze vorm van horeca niet uitsluiten maar wenst te voorkomen at er oneerlijke concurrentie ontstaat t.a.v. e zittene horeca. Derhalve gelen e volgene voorwaaren waaraan winkelonersteunene horeca moet voloen: e horeca-activiteit is onersteunen en onergeschikt aan e hoofactiviteit; e openingstijen van e horeca-activiteit zijn gelijk aan e openingstijen van e hoofactiviteit; e toegang is uitsluiten via ie van e hoofactiviteit; e horeca-activiteit is onergeschikt aan e hoofactiviteit: het horecaeel mag 25% van het voor publiek toegankelijke vloeroppervlak beragen. Van e voorgevel mag maximaal 25% woren benut voor het horecaeel; er is voor beie activiteiten eenzelfe berijfsleier; er is in het pan een vrij toegankelijke sanitaire ruimte; voor e horeca-activiteit mag geen reclame aan e buitenkant van e inrichting woren gemaakt; e horeca-activiteit kan enkel naast e hoofactiviteit inien het bestemmingsplan it rechtstreeks toestaat an wel met een vrijstelling van het bestemmingsplan; er is geen terras toegestaan. In het voorliggene bestemmingsplan zullen e bestaane horecavoorzieningen woren bestem conform e huiige planologische situatie. Dit betekent at e horecafunctie binnen e bestemming 'Centrum' als onereel van het winkelcentrum Brusselse Poort wort opgenomen, waarbij onerlinge uitwisselbaarhei van functies oner voorwaaren is toegestaan. Daarbij wort e term 'horeca' in vijf categorieën (horeca-1 t/m horeca-5) geefinieer. Deze efinities woren opgenomen in e begripsbepalingen. Vervolgens wort in e oeleinenomschrijvingen in e bestemmingsregels aangegeven welke categorie is toegestaan. Zo wort niet alleen e huiige situatie bestem, maar wort tevens enige flexibiliteit geboen binnen e betreffene - pagina 22 -

23 horecacategorie. Een voorbeel aarvan is at een lunchroom zoner afwijkingsproceure kan woren omgevorm tot een restaurant (omat beie functies in ezelfe horecacategorie vallen) Parkeernormen Maastricht 2011 De gemeenteraa van Maastricht heeft op 19 april 2011 besloten om e parkeernormen te actualiseren. Deze normen, gebaseer op e kencijfers van het CROW, gelen per 1 juni 2011 en woren gehanteer bij e beooreling van nieuwe bouwinitiatieven en ruimtelijke plannen. In e 'Nota parkeren Maastricht' wort onerschei gemaakt in verschillene zones, te weten: A-zone (centrum), B-zone (schil) en C-zone (rest bebouwe kom). Per zone gelen op basis van e nota 'Parkeernormen Maastricht 2011' anere parkeernormen. Bij nieuwe ontwikkelingen, an wel herontwikkelingen ient in alle gevallen aan e parkeereis te woren volaan. De beschikbare parkeerruimte op e openbare weg mag bij het voloen aan e parkeereis slechts woren meegetel, inien aarvoor op straat nu en in e toekomst voloene vrije parkeerruimte aanwezig is. In gebieen waar sprake is van een grote parkeerruk blijft e openbare parkeercapaciteit altij buiten beschouwing. De nota 'Parkeernormen Maastricht 2011' bevat aarnaast spelregels op basis waarvan kan woren afgeweken van e berekene parkeernormering an wel vrijstelling kan woren verleen van e verplichting om in, op of oner het gebouw an wel op of oner het aarbij behorene erf in e te verwachten parkeerbehoefte te voorzien. Voor e wijze waarop in onerhavig plan rekening is gehouen met e binnen e gemeente Maastricht te hanteren parkeernormen wort kortheishalve verwezen naar hoofstuk vier van eze toelichting Nota Boembeheer 2012 In het steelijke en het buitengebie van e gemeente Maastricht is, oor een eeuwenlange opeenstapeling van iverse menselijke hanelingen, e boem in meer of minere mate verontreinig geraakt. Daarnaast is e boemkwaliteit in elen van e gemeente Maastricht beïnvloe oor slibafzettingen na overstromingen van e Maas en e zijrivieren. Omat eze verontreinigingen zich vooroen over een groot gebie en er geen uielijke kern van verontreiniging is aan te wijzen, noch een uielijk verontreinigingspatroon, noch een uielijke verontreinigingsbron, wort gesproken van grootschalige iffuse boemverontreiniging. Om te vermijen van e aanwezighei van eze iffuse verontreiniging zou leien tot vertraging en/of stagnatie bij e gewenste maatschappelijke, ruimtelijke en economische ontwikkelingen, heeft e gemeente Maastricht rees in 1999 haar eerste boembeheerplan opgestel. Dit boembeheerplan boo, binnen e toenmalige wet- en regelgeving, een kaer waarbinnen oplossingen gevonen konen woren voor e problematiek ie voortvloeit uit eze grootschalige iffuse boemverontreiniging in het steelijk gebie van e gemeente Maastricht. De Nota Boembeheer 2012 vormt e noozakelijk actualisatie van it boembeheerplan als gevolg van veranerene wet- en regelgeving en praktijkervaringen met het boembeheerplan. In e Nota Boembeheer 2012 is aangegeven hoe e gemeente Maastricht omgaat met e iffuse boemverontreiniging en welke mogelijkheen er zijn voor het toepassen/hergebruik van gron. De nota heeft als oel vast te leggen hoe, binnen het gebie waar e gemeente Maastricht bevoeg gezag is voor het beoorelen van e boemkwaliteit, invulling gegeven wort aan het vier-sporenbelei. Dit vier-sporenbelei hout in at e boemverontreiniging op een consistente manier wort aangepakt waarbij e normstelling voor alle wettelijke kaers (Wet boembescherming, Besluit boemkwaliteit, Wabo en Wro) zo veel mogelijk hetzelfe is. Hierbij wort rekening gehouen met e aar en omvang van e iffuse verontreiniging in e gemeente Maastricht zoals beschreven in e boemkwaliteitskaart. Voor it bestemmingsplan bevat het Boembeheerplan geen specifieke uitgangspunten. - pagina 23 -

24 2.3.7 Energienota 'Maastricht steekt energie in het klimaat' De Energienota Maastricht steekt energie in het klimaat (2007) is een weergave voor e komene jaren van e visie en ambities van e sta Maastricht op het gebie van klimaat en energie. De ambities zijn heler: een klimaatneutrale gemeente in 2030 en een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie in De gemeente Maastricht is zich er van bewust at eze opgave niet zoner e meewerking van aneren gerealiseer kan woren. Een bree maatschappelijke samenwerking is van essentieel belang. Ieere burger, het berijfsleven, e inustrie, e gezonheisinstellingen en het onerwijs krijgen er vroeg of laat mee te maken. Belangrijke pijler in het streven naar klimaatneutraliteit is het terugringen van e CO2-uitstoot. De Energienota geeft voor verschillene oelgroepen e richting aan waarlangs ie CO2-reuctieoelstelling kan woren gerealiseer, technisch en organisatorisch. Aan e eisen ten aanzien van energie zal in het staium van e beooreling van bouwaanvraag woren getoetst. Voor it bestemmingsplan bevat it ocument geen specifieke uitgangspunten Hoger grenswaarenbelei Maastricht Op 1 januari 2007 is e Wet geluihiner gewijzig. De wijzigingen betreffen zowel e proceures als e inhou van e wet. Een belangrijke wijziging is at e bevoeghei voor e vaststelling van hogere grenswaaren is verleg van Geeputeere Staten naar e colleges van Burgemeester en wethouers van e gemeenten. Een anere wijziging is at e criteria op gron waarvan hogere grenswaaren konen woren vastgestel niet meer in e nieuwe wet opgenomen zijn. Wel is in e nieuwe wet in artikel 110a li 5 bepaal at het college van Burgemeester en wethouers bevoeg is hogere grenswaaren vaststellen inien maatregelen gericht op het terugbrengen van e geluisbelasting vanwege inustrieterreinen, spoorbanen en wegen onvoloene oeltreffen zullen zijn of overwegene bezwaren ontmoeten van steenbouwkunige, verkeerskunige, vervoerskunige, lanschappelijke of financiële aar. De veranering van het bevoeg gezag voor e vaststelling van hogere grenswaaren, het ontbreken van criteria voor e vaststelling van hogere grenswaaren in e nieuwe wet en e vereiste motivatie op gron van artikel 110a van e nieuwe wet, heeft aanleiing gegeven Maastrichts geluisbelei in een nieuwe nota te verwooren. Er is geluisbelei ontwikkel om te sturen in e ontheffingverlening en te voorkomen at a hoc ontheffingen verleen woren. Tevens is het geluisbelei ontwikkel voor e bescherming van burgers tegen geluihiner, zorgen voor afoene leefkwaliteit en als kaer voor het toetsen aan een goee ruimtelijke orening. Dit geluisbelei zal zo mogelijk gebiesgerichte geluisplafons bevatten ie variëren per gebiestype, om geluisniveaus te beperken waar at zinvol is en meer maatwerk te kunnen leveren en zooene aan te sluiten bij het Maastrichtse Natuur en Milieuplan. Bij nieuwe ontwikkelingen ient bij overschrijing van e voorkeursgrenswaare rekening te woren gehouen met it belei. Voor een verere uitwerking van het aspect gelui wort verwezen naar paragraaf 5.2 van eze toelichting Luchtkwaliteitplan Maastricht Op 19 september 2006 heeft e gemeenteraa van Maastricht het Luchtkwaliteitplan inclusief e uitvoeringsmaatregelen vastgestel. Deze uitvoeringsmaatregelen hebben tot oel e luchtkwaliteit in Maastricht te verbeteren zoanig at in 2010 volaan kan woren aan e grenswaaren voor stikstofioxie en fijn stof. De uitvoering van het luchtkwaliteitplan is in november 2006 ter han genomen. Naast het uitvoeren van concrete maatregelen is gestart met het opzetten van een platform luchtkwaliteit Maastricht, waarvan e eerste bijeenkomst op 15 ecember 2006 heeft plaatsgevonen. In it platform zijn uit iverse velen maatschappelijke partijen vertegenwoorig. Doel van het platform is om bij eze partijen vroegtijig raagvlak te verkrijgen voor e te treffen maatregelen. Het platform luchtkwaliteit Maastricht zal geurene e gehele oorlooptij van het luchtkwaliteitplan blijven meeenken, mee-aviseren en mee-iscussiëren over e uitvoering van het luchtkwaliteitplan. Voor een verere uitwerking van het aspect luchtkwaliteit wort verwezen naar paragraaf 5.6 van eze toelichting. - pagina 24 -

25 Waterplan Maastricht In het Waterplan Maastricht is het belei van alle waterbeheerers in e sta gebunel tot een gezamenlijk streefbeel. Het waterplan voegt met het neerleggen van een visie op e ruimtelijke waterstructuur een belangrijk element toe aan het bestaane waterbelei van e waterpartners. Het streefbeel inclusief e visie op e ruimtelijke waterstructuur vormt het toetsingskaer voor uit te voeren maatregelen en projecten, waarbij e watertoets een belangrijk instrument is. Het streefbeel is vertaal naar concrete maatregelen en een aparte leiraa over hoe om te gaan met water in e majeure projecten: grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen ie op e miellange termijn aan e ore zijn in Maastricht. Waterplan Maastricht is een gezamenlijk plan van alle waterbeheerers in e sta:, Waterschap Roer en Overmaas, Provincie Limburg en Rijkswaterstaat. Oppervlaktewater en gronwater staan in het waterplan centraal. Riolering, afvalwaterbehaneling en watergebruik woren meegenomen voor zover er een relatie bestaat met het watersysteem van gron- en oppervlaktewater. Het streefbeel beschrijft e visie van e waterbeheerers op het water in Maastricht voor e miellange termijn. De beelene beschrijvene visie is vertaal in meetbare oelstellingen, hetgeen een belangrijke basis is voor monitoring en evaluatie in e beleiscyclus. Meetbare oelstellingen zijn geformuleer voor e thema s Waterkwantiteit en Veilighei en Waterkwaliteit en Ecologie. De oprachten ie uit eze oelstellingen volgen zijn vertaal in een ruimtelijke waterstructuur voor e sta. Hierin zijn principes aangegeven over hoe met water om te gaan in e verschillene elen van e sta. Voor Waterkwantiteit en Veilighei gelt at in normale omstanigheen het watersysteem, e functies en het grongebruik zoveel mogelijk op elkaar zijn afgestem. Ook voor extreme omstanigheen is het watersysteem op ore. Voor alle onerelen van het watersysteem zijn criteria geefinieer waarbij het watersysteem op ore is. Voor riolering is it bijvoorbeel at water op straat maximaal eens per twee jaar mag optreen. Voor regionaal oppervlaktewater gelt at het peil maximaal eens per 100 jaar boven maaivel mag uitkomen. Centraal staat at het watersysteem moet aansluiten bij e natuurlijke waterkringloop en e trits vasthouen-bergenafvoeren. Dit betekent at schoon hemelwater van verharingen niet met het huishouelijk afvalwater wort afgevoer naar e zuiveringsinstallatie, maar wort geïnfiltreer of geborgen op lokaal niveau. Voor nieuwe bebouwing wort gestreef naar een volleig gescheien rioolstelsel (en maximaal 20% verharing aangesloten op riolering). Voor bestaan steelijk gebie is het oel om 20% van het bestaan verhar oppervlak op miellange termijn af te koppelen. De belangrijkste ruimtegerelateere oelstellingen zijn: aansluiten bij e natuurlijke waterkringloop oor het afkoppelen van verhar oppervlak van e riolering; zoveel mogelijk voloen aan e watervraag van e functies; voor schoon oppervlaktewater is het saneren of vermineren van overstorten uit e riolering ook een belangrijk miel. Afkoppelen van verhar oppervlak van e riolering vereist een aanpassing van e ont- en afwateringsstructuur. Momenteel wort het water immers onergrons via buizen afgevoer. In een waterstructuur, ingebe in e ruimtelijke structuur van e sta moet water woren vastgehouen (infiltreren), geborgen en uiteinelijk woren afgevoer. Voor Maastricht-West, Maastricht-Oost en het Binnensteelijk gebie zijn principes uitgewerkt voor e ruimtelijke waterstructuur. Allemaal gaan ze in beginsel uit van vasthouen- bergen-afvoeren. In Maastricht- West ligt e naruk op infiltreren, gezien e grote natuurlijke graiënten in het lanschap. Aangezien e gronwaterstan van nature zeer iep oner maaivel ligt is er weinig kans op gronwateroverlast. De infiltratiecapaciteit van e boem zal e beperking vormen, hetgeen vraagt om voloene ruimte voor infiltratie om genoeg water te kunnen infiltreren. - pagina 25 -

26 In het bestemmingsplan zal het aspect water zoveel mogelijk woren meegenomen. Dat wil zeggen at in e juriische regeling in e meeste gevallen waterhuishoukunige voorzieningen, infiltratieof retentievoorzieningen mogelijk woren gemaakt teneine tegemoet te komen aan e oelstellingen van het Waterplan Antennebelei/UMTS Nota 2009 Op 19 oktober 1999 heeft het college van Burgemeester en wethouers van Maastricht een beleisnota vastgestel met betrekking tot het plaatsen van GSM-installaties oor proviers in e gemeente Maastricht (e Nota locatiebelei GSM-zeninstallaties). In 2009 heeft e gemeente it belei herzien, mee gezien e voortschrijene ontwikkeling van e technologie. Daarnaast is er ook meer beken over e gevolgen voor e gezonhei, zoat e toen opgestele uitgangspunten ook aan eze nieuwe kennis zijn aangepast. Daarnaast lijkt e GSM zijn langste tij te hebben geha. UMTS (Universal Mobile Telecommunication System) oet zijn intree. UMTS maakt gebruik van e 3e generatie technologie. Het GSM belei is ientengevolge verruim naar het antennebelei voor mobiele communicatie, kortweg Antennebelei 2009/UMTS Nota Er bestaan rie verschillene soorten masten: micromasten, akmasten en vrijstaane masten. Ieer type heeft een anere ekkingsgraa en een anere capaciteit. De inzet van een bepaal type hangt af van e vraag naar bereikbaarhei in e irecte omgeving. Die ekkingsgraa is bijv. in een buitengebie kleiner an in e rukke binnensta. In het buitengebie kan woren volstaan met miner installaties, maar ie moeten an wel een groot bereik hebben. De zoekvraag is us afhankelijk van omgevingsfactoren. Dit vraagt om een vergelijkbare aanpak als e nota Welstan Transparant. Immers ook hier zijn e welstanscriteria afhankelijk van e typologie van e gebouwe omgeving. Om aan e toenemene vraag naar het plaatsen van zenmasten te kunnen blijven voloen ligt het voor e han e mogelijkheen in e gebieen met bepaale typologische kenmerken te verruimen. Er wort in at kaer gebruik gemaakt van het gebiesgerichte belei uit e welstansnota at gebruik maakt van e typologische kenmerken van e gebouwe omgeving. In het Antennebelei is per gebie aangegeven welke typen antennes geplaatst mogen woren en oner welke voorwaaren. Gebiesgerichte criteria hebben betrekking op ruimtelijke kenmerken ie e omgeving van e installatie heeft. Er woren vier gebieen onerscheien, exclusief een categorie bijzonere bebouwing. Deze komen overeen met ie uit het bestaane belei van e welstansnota. De gebieen zijn: a. historische gebieen; b. woongebieen; c. berijfsterreinen;. buitengebieen; e. bijzonere bebouwing. Op e kaart behorene bij e UMTS Nota 2009 is voor e hele gemeente aangegeven in welke gebieen welke masten kunnen woren geplaatst: - pagina 26 -

27 Het voorliggene plangebie behoort tot e categorie steelijk woongebie. Voor eze gebieen gelen e volgene criteria: geen vrijstaane masten in woongebieen; akmasten enkel op gestapele woningbouw; micromasten bij voorkeur op bijzonere bebouwing. In e juriische regeling van het bestemmingsplan zal een koppeling woren geleg naar e criteria in e UMTS Nota Beleisnota Springleven Verleen Deze beleisnota gaat over e bescherming van het cultureel erfgoe van e sta Maastricht voor e perioe Het cultureel erfgoe van Maastricht is in ten minste vier opzichten van belang voor e sta, namelijk voor e sociale ientiteit (zichtbaarhei en voelbaarhei van e historie), e economische vitaliteit (aantrekkingskracht op mensen en berijven), e culturele rijkom (uitstraling) en e fysieke leefbaarhei (onerhou en restauratie). In e Stasvisie 2030 is het belang van het waarborgen van e cultuurhistorie eveneens aangegeven. De missie ie in e beleisnota wort aangegeven is behou oor behoezame ontwikkeling. Er woren twee soorten bereigingen genoem voor het cultureel erfgoe van Maastricht: een gebrek aan menselijk ingrijpen, waaroor verval en verpaupering optreet; it gelt voor archeologie en monumenten; onzorgvulig menselijk ingrijpen, waaroor het erfgoe bewust, ongezien of onbeoel verwijnt. - pagina 27 -

28 De strategie ie wort gepresenteer om eze bereigingen het hoof te bieen bestaat uit vijf punten: gebiesgericht werken: in een cultuurwaaren kaart woren alle cultuurhistorische relicten opgenomen (archeologie, historische geografie, lanschappen en monumenten), waarna per type gebie keuzes woren gemaakt. Er zullen gebieen woren aangewezen waarvoor verschillene beschermingsregimes van toepassing zijn. Dit aspect is vertaal in e eerste opzet van het Maastrichts Erfgoe, at als ubbelbestemming in bestemmingsplannen zal woren meegenomen. Ook in het voorliggene bestemmingsplan is it gebeur. Hiermee woren belangrijke cultuurhistorische elementen van een basisbescherming voorzien. interactief werken: samen met ontwikkelene partijen, omwonenen, e gemeente en anere organisaties proberen zoveel mogelijk informatie te verkrijgen over en rekening te houen met het cultureel erfgoe. proactief: het aspect cultureel erfgoe ient in een zeer vroeg staium van planvorming te woren meegenomen; kansen benutten: cultureel erfgoe is niet alleen een belemmering maar ook een kans. Cultuurhistorie kan als basis ienen voor een nieuwe ontwikkeling. integraal: vanwege het bree belang van cultureel erfgoe liggen er veel kansen voor een integrale benaering (cultuurwaarenkaart, bereihei verer te kijken an het eigen werkterrein). Voor het voorliggene bestemmingsplan is van belang at het cultureel erfgoe miels e ubbelbestemming Waare - Maastrichts erfgoe een vaste positie binnen het bestemmingsplan verwerft, waaroor e ruimtelijke kwaliteiten op het gebie van cultuurhistorie, architectuurhistorie, lanschap en archeologie integraal beheersbaar woren. Het nieuwe MPEsysteem is ontwikkelingsgericht oor uielijke richtlijnen voor toekomstig gebruik, waarbij een koppeling wort gemaakt met e Erfgoeverorening. Doorat in e Erfgoeverorening e begripsbepaling monument is uitgebrei, wort het bescherm cultureel erfgoe in het bestemmingsplan uitgesloten van vergunningsvrij bouwen. Er wort als het ware een koppeling geleg tussen e Wet ruimtelijke orening en e Woningwet zoat een ekken regime ontstaat. In het bestemmingsplan is een integrale bescherming op maat mogelijk ie plaats maakt voor e traitionele fragmentarische en objectgerichte aanpak. De ubbelbestemming Waare - Maastrichts erfgoe ligt op gebieen met een bijzonere, cultuurhistorisch waarevolle ientiteit waaraan voorwaaren en richtlijnen zijn gekoppel. Één van e voorwaaren hierbij is at nieuwe ontwikkelingen geënt ienen te zijn op e cultuurhistorische uitgangspunten. Op eze manier is cultuurhistorie een van e onerelen in e belangenafweging bij toekomstige ontwikkelingen. Doorat it instrument rees in een vroeg staium wort gehanteer kan het tevens ienen als inspiratiebron voor ontwerpers en ontwikkelaars. De algemene spelregels ie opgaan voor e bestemming Waare - Maastrichts erfgoe zijn: behou gaat voor vernieuwen of ontwikkelen; vernieuwen of ontwikkelen ient plaats te vinen binnen e cultuurhistorische - ranvoorwaaren; op aanverwante wijzegaat bij archeologie behou in situ vóór behou ex situ (opgraving). Een van e grote voorelen van het MPE is e mogelijkhei van graaties in beschermingsniveau. Dit wil zeggen at niet het volleige cultureel erfgoe ezelfe bescherming krijgt maar at verschil in het beheer gemaakt wort. Steenbouwkunige structuren vragen om een aner beschermingsniveau an architectonisch waarevolle objecten. Interventies bij het hoogst gewaareere erfgoe zal bijvoorbeel op meer punten afgestem moeten woren op e - pagina 28 -

29 bestaane waaren. Concreet betekent it at binnen e ubbelbestemming Waare - Maastrichts erfgoe een aantal verschillene beschermingsgraaties zijn opgenomen: Dominant bouwwerk Kenmerken bouwwerk Waarevol cultuurhist. element Waarevol groenelement Cultuurhistorisch attentiegebie Archeologische zone a Archeologische zone b Archeologische zone c Primaire bestemming De te beschermen cultuurhistorische en archeologische waaren zullen woren voorzien van e hier omschreven ubbelbestemming Beleisvisie externe veilighei Maastricht In eze beleisvisie is aan e han van rie thema's omschreven hoe e gemeente Maastricht omgaat met externe veilighei binnen haar gemeente. De gemeente Maastricht streeft naar een optimale combinatie van gewenste ruimtelijke en economische ontwikkelingen. Het is aarbij van belang at e gemeente een veilige plek is om te werken, wonen, winkelen en recreëren en at it oor e gebruikers ook zo ervaren wort. Berijven, maar ook spoor-, weg- en watertransport moeten e mogelijkhei hebben om zich te vestigen en activiteiten te ontplooien, terwijl bezoekers en bewoners van e gemeente Maastricht en omgeving aar geen schaelijke gevolgen van mogen onervinen. Echter is e afgelopen jaren gebleken at op basis van e lanelijke wetgeving het aantal en e omvang van e onerzoeken ie noig zijn binnen e aanachtsgebieen voor externe veilighei vaak niet in verhouing staan tot e omvang van het project. Daarom heeft e gemeente Maastricht in eze beleisvisie externe veilighei haar ambities vastgeleg ie binnen e wettelijke kaers mogelijk zijn. Deze beleisvisie is tot stan gekomen in nauwe samenwerking tussen meewerkers van e gemeente Maastricht en e Veiligheisregio Zui Limburg. Er zijn rie concrete probleemstellingen te onerscheien: 1. externe veilighei is een complex onerwerp; 2. omgaan met externe veilighei is het maken van keuzes; 3. omgaan met externe veilighei vraagt verregaane samenwerking. Een risicoloze gemeente bestaat niet, maar veilighei is wel te optimaliseren tot een maatschappelijk aanvaarbaar niveau. Op e eerste plaats ient volaan te woren aan e basisveilighei (voloen aan e grenswaaren voor het plaatsgebonen risico). Gebleken is at er geen urgente knelpunten met het plaatsgebonen risico bestaan in e gemeente; e gemeente voloet us aan e wettelijke basisveilighei. Naast e basisveilighei ient e gemeente invulling te geven aan het groepsrisicobelei. Zoals gestel is het groepsrisicobelei niet normatief; it betekent at e gemeente zelf keuzes kan en moet maken. In it thema woren keuzes omschreven ie e gemeente maakt ten aanzien van e locatiekeuze van risicobronnen en e planologische kaers voor invulling van e verantwooringsplicht. De verantwooringsplicht is aarbij vereel in rie categorieën (1, 2 en 3). Op basis van e aar en omvang van een plan en e ligging ten opzichte van externe veiligheisbronnen wort per geval bezien welke verantwooringsgraa voor het groepsrisico van toepassing is. - pagina 29 -

30 In e beleisvisie is e huiige situatie in e gemeente Maastricht op het gebie van externe veilighei geïnventariseer en vastgeleg. Per onerwerp van externe veilighei (buisleiingen, gevaarlijk transport, inrichtingen, luchthaven) is aangegeven hoe e situatie is en hoe met nieuwe ontwikkelingen in e nabijhei van risicobronnen moeten woren verantwoor. Per ruimtelijk plan zal in het kaer van een goee ruimtelijke orening moeten woren bekeken of e ontwikkeling past binnen het hier aangegeven beleiskaer. In zijn algemeenhei gelt at zich binnen e gemeente Maastricht iverse risicobronnen bevinen. Met name het transport van gevaarlijke stoffen heeft een grote ruimtelijke impact. Het invloesgebie van eze bronnen gezamenlijk overlapt nagenoeg het gehele oppervlak van e gemeente Maastricht (gebaseer op e 1% letaliteitsgrens). Met betrekking tot het plaatsgebonen risico bestaan er in e gemeente Maastricht geen urgente knelpunten. Maastricht voloet aarmee aan e wettelijke basisveilighei. Naast eze basisveilighei ient evenwel ook invulling te woren gegeven aan het groepsrisicobelei. Hierin kan en moet e gemeente zelf keuzes maken waarbij onerschei gemaakt moet woren tussen risicovolle berijven en transportassen. Bij e risicovolle berijven kan e gemeente miels e ruimtelijke planvorming en vergunningverlening zelf sturen optreen. Op transportassen heeft e gemeente miner invloe. De gemeente heeft e volgene keuzes gemaakt: Risicovolle inrichting (excl. LPG tankstations): risicovolle inrichtingen woren enkel op berijventerreinen toegestaan. Hierbinnen woren vijf restrictieniveaus toegepast variëren van het volleig ruimte bieen aan risicovolle inrichtingen tot het volleig verbieen van alle berijven met een veiligheisrisico. Grosso moo gelt at op berijventerrein Beatrixhaven e mogelijhei wort geboen tot vestiging van Beviberijven. De overige berijventerrein zijn oor aar, omvang of voorziene toekomstige ontwikkelingen niet geschikt voor het toelaten van Bevi-berijven. Een beperkte mate van risico kan op eze terrein evenwel woren toegestaan. LPG tankstations: als algemeen beleisuitgangspunt gelt hierbij at LPG-tankstations gesitueer moeten woren buiten e woonwijken en langs hoofinfrastructuur. Bij nieuwvestiging ient getoetst te woren aan het Bevi, het bestemmingsplan en e beleisvisie externe veilighei. Bij ruimtelijke besluiten binnen het invloesgebie van een risicobron ient invulling te woren gegeven aan e verantwooringsplicht. Hiervoor gelt het volgene principe: hoe ichter bij e risicobron en hoe kwetsbaarer het object, hoe zwaarer e verantwooringsplicht wort ingevul. Hierbij wort gewerkt met e volgene zone ineling: zone 1 zone 2 zone 3 (spoor)wegen 30 m (invloesgebie 200 m (invloesgebie 1500 m (invloes- plasbran) BLEVE) gebie toxisch) Vaarwegen 25 m (invloesgebie 90 m (invloesgebie 1000 m (invloes- plasbran) BLEVE) gebie toxisch) Aargastransportleiingen PR 10-6 contour 100% letaalgrens 1% letaalgrens LPG tankstations PR 10-6 contour 150 m (invloesgebie) 400 m (effectgebie) overige risicovolle inrichtingen PR 10-6 contour PR 10-8 contour 1% letaliteitscontour Afhankelijk van e afstan tot e risicobron en e kwetsbaarhei van het geprojecteere object zijn rie verantwooringsniveaus geefinieer. Elk niveau stelt specifieke eisen aan e wijze waarop e navolgene aspecten ienen te woren verantwoor: nut en noozaak, bronmaatregelen, ruimtelijke maatregelen, objectgerelateere maatregelen, zelfrezaamhei en bestrijbaarhei, risicocommunicatie. Voor e wijze waarop in onerhavig bestemmingsplan - pagina 30 -

31 rekening is gehouen met het aspect externe veilighei wort verwezen naar paragraaf 5.5 van eze toelichting. - pagina 31 -

32 3 Beschrijving plangebie Maastricht-West Het plangebie is gelegen in het gebie ten westen van e Maas. Het lanschap ten westen van e Maas is in oorsprong te vergelijken met het heuvellan ten oosten van e Maas. Beie lanschappen zijn in terrasvorm opgebouw, met ien verstane at e reliëfsprongen aan e westzije van Maastricht meer vervlakt zijn. Maastricht-West ligt eels op het mienterras en eels op het hoogterras van e Maas. Tot e ontmanteling van e vestingswerken ein 19e eeuw waren it mien- en hoogterras nauwelijks bebouw. Pas na e Tweee Wereloorlog komt met e weeropbouw grootschalige bebouwing van het gebie op gang. Dit gebeurt op basis van een plan at gebaseer is op e vorming van parochies met aartussen groengebieen, ie van buiten e sta inringen. Deze steenbouwkunige opzet van Maastricht-West zorgt voor een geleielijke overgang tussen e sta en het buitengebie. Het staseel Maastricht-West omvat e buurten/wijken: Brusselsepoort, Mariaberg, Belfort, Pottenberg, Malpertuis, Caberg, Ou-Caberg, Malberg, Daalhof en Dousberg-Hazenans. Maastricht-West kenmerkt zich als staseel oor een uielijke steenbouwkunige structuur waarin e verschillene buurten in een waaiervorm tussen e raiale uitvalswegen Tongerseweg, Via Regia en Brusselseweg zijn gelegen. De ontsluitingsstructuur tussen e buurten en naar e binnensta en e geleene groenstructuur geeft ieere buurt een eigen plek in het geheel. Terwijl e in ouere buurten voornamenlijk sprake is van laagbouw en mielhoge bouw, heeft in e jongere buurten, waaroner Malberg, ook meer experimentele bouw met echte hoogbouw plaatsgevonen aan e ran van het steelijk gebie. Brusselsepoort Het plangebie is gelegen in e wijk Brusselsepoort. Deze wijk vormt onereel van staseel Maastricht-West en is gelegen ten westen van het stascentrum van Maastricht. De naam Brusselsepoort is afgelei van e staspoort ie tot circa 1870 aan het ein van e Brusselsestraat ston. Brusselsepoort grenst in het oosten aan het centrum (Koningin Emmaplein) en het natuurgebie Hoge Fronten als onereel van e wijk Frontenkwartier. Aan e zuizije van e wijk Brusselsepoort liggen e wijken Mariaberg en Belfort. In het westen grenst e wijken een e wijken Pottenberg en Malpertuis en in het nooren aan e wijk Caberg. De begrenzing met e anere wijken wort gevorm oor het Koningin Emmaplein, e Brouwersweg, e Beelsnijersreef, e Porseleinstraat en e Nobellaan. De Sint Annalaan, e Via Regia en e Brusselseweg zijn grote oorgaane straten binnen e wijk. De buurten in Maastricht-West zijn te typeren als echte woonbuurten. De buurt Brusselsepoort is aarop een uitzonering. Het eel van eze buurt ten nooroosten van e Via Regia heeft vooral een woonfunctie. Het eel ten zuiwesten van eze weg is in opzet multifunctioneler. De buurt herbergt iverse kantoren, e rechtbank van Maastricht, e Teikyo University, e Hogeschool Zuy, het Bonnefanten College, een moskee, een Evangelische kerk e parochiekerk Sint Anna, e Sint- Lambertuskerk steelijk, een basisschool en iverse horecavoorzieningen. Daarnaast herbergt e buurt het winkelcentrum Brusselse Poort. Dit winkelcentrum ateert uit e mien jaren zestig van e twintigste eeuw en vervult een functie voor het hele staseel Maastricht-West. Ruimtelijke en functionele structuur plangebie Het plangebie is gelegen nabij e westelijk ran van e wijk Brusselsepoort. Het gebie ligt ingeklem tussen e Dokter Bakstraat, Artsenijstraat en Eenhoornsingel. Op onerstaane afbeeling is het plangebie voorafgaan aan e sloop van het voormalige GAK-gebouw in e oksel van e Artsenijstraat en e Eenhoornsingel weergegeven: - pagina 32 -

33 Het circa vier hectare grote plangebie wort groteneels geomineer oor e gebouwlijke onerelen van het winkelcentrum en e hieromheen geschakeere verhare terreinen ten behoeve van e ontsluiting, het parkeren en het laen en lossen. Het in 1971 gebouwe winkelcentrum is in 1994 gerenoveer en uitgebrei. In e huiige situatie beraagt het bruto vloeroppervlak van het winkelcentrum circa m² (excl. passage). Het zuielijk geeelte van het winkelcentrum is éénlaags uitgevoer. De noorelijke helft van het winkelcentrum telt groteneels twee veriepingen. Het winkelcentrum bevat een uitgebreie mix van grootwinkelberijven en kleinschalige etailhanel en telt plusminus 50, in omvang sterk variërene, winkels. Deze zaken beienen e consumenten voor wat betreft e categorieën eten en rinken, caeau-artikelen, huis & tuin, horeca, moe en overige. Tot e grootste afnemers woren thans enkele grote lanelijke ketens gereken zoals C1000, Albert Heijn, C&A, Kwantum, Blokker, Wibra, Kijkshop, Hema en het Kruivat gereken. Het winkelcentrum bevat naast etailhanel ook enkele horecazaken in e vorm van restaurants, cafetaria, brasserie en gran café. De centrale ingangen van het winkelcentrum bevinen zich voor wat betreft e noorzije aan e Artsenijstraat en voor wat betreft e zuizije aan het Mercatorplein. De navolgene afbeeling ter linkerzije toont e ingang Mercatorplein. De afbeeling ter rechterzije toont e ingang Artsenijstraat. - pagina 33 -

34 Het plangebie wort ontsloten oor e Artsenijstraat, e Dokter Bakstraat en e Eenhoornsingel. De Dokter Bakstraat staat aarbij in rechtstreekse verbining met e voor e ontsluiting van Maastricht West belangrijke Via Regia. De Artsenijstraat (éénrichtingsverkeer) verbint e Dokter Bakstraat met e Eenhoorsingel. Binnen het plangebie zijn tevens het Mercatorplein en e Factorijstraat gelegen. Het Mercatorplein (éénrichtingsverkeer) verbint eveneens e Dokter Bakstraat met e Eenhoorsingel en e Factorijstraat (éénrichtingsverkeer) verbint e Eenhoornsingel met e Artsenijstraat. Op e Dokter Bakstraat gelt een snelheisregime van 50 km/uur. Op alle overige wegen gelt een snelheisregime van 30 km/uur. Het parkeren vint groteneels op maaivel en voor een geeelte ook oner het winkelcentrum plaats. De parkeervoorzieningen zijn gecluster ten nooren, zuien en westen van e gebouwen aanwezig. Het noorelijk parkeerterrein bevint zich in e oksel van e Artsenijstraat en e Dokter Bakstraat. Dit terrein wort ontsloten via e Artsenijstraat. Het zuielijk parkeerterrein is gelegen aan het Mercatorplein. De ontsluiting verloopt ook via e Dokter Bakstraat en vervolgens het Mercatorplein. Het westelijk parkeerterrein is gelegen ronom e Factorijstraat en wort ontsloten via e Eenhoorsingel. De bevoorraing van het winkelcentrum vint plaats vanaf e Artsenijstraat, e Dokter Bakstraat en e Eenhoornsingel. In gelijkluiene volgore zijn eze laa- en losplekken op e navolgene afbeelingen weergegeven. Ten oosten van het winkelcentrum (tussen winkelcentrum en Dokter Bakstraat) is een L-vormig appartementencomplex in e vorm van gallerijflats gelegen. De zuioostvleugel van het complex verloopt parallel met e Dokter Bakstraat. De haaks hierop geprojecteere zuiwestvleugel is gelegen aan het Mercatorplein en verbint het complex met het winkelcentrum. De hoofingang van het complex is ook aan het Mercatorplein gelegen. De in e plint van het complex gelegen garageboxen woren ontsloten via e Dokter Bakstraat. De zuioostvleugel van het complex telt elf veriepingen. De zuiwestvleugel telt vier veriepingen (exclusief garageboxen in plint). Ten oosten van it complex bevint zich een vijf veriepingen tellen kantoorgebouw. De bovenste verieping van it gebouw wort bewoon. In it gebouw is tevens e bevoorraingsplek vanaf e Dokter Bakstraat vormgegeven. Op e navolgene afbeeling woren beie aan e Dokter Bakstraat gelegen complexen weergegeven. - pagina 34 -

35 Ten zuien van het winkelcentrum (gelegen tussen e parkeervoorzieningen aan het Mercatorplein en e Eenhoorsingel) ligt eveneens een L-vormig appartementencomplex in e vorm van portiekflats. De zuioostvleugel van it complex verloopt eveneens parallel met e Dokter Bakstraat en e haaks hierop geprojecteere zuiwestvleugel is ook gelegen aan het Mercatorplein. De hoofingang(en) van het complex woren ontsloten vanaf e Eenhoorsingel. De in e plint van het complex gelegen garageboxen alsmee parkeerplaatsen in e openbare ruimte aan e noorzije van het complex woren ontsloten via het Mercatorplein. De op maaivel gelegen garageboxen alsmee parkeerplaatsen in e openbare ruimte aan e zuizije van het complex woren ontsloten via een haaks op e Eenhoorsingel geprojecteere ontsluitingsstructuur. In e meeste zuielijke punt van het plangebie (oksel Dokter Bakstraat en Eenhoornsingel) is een auto-onerelenberijf en APK-keuringsberijf gevestig. De beijfslocatie wort zowel vanaf e Dokter Bakstraat alsook e Eenhoornsingel ontsloten. Aansluiten aan e noorzije van het berijf bevinen zich enkele garageboxen. In e meest noorelijke punt van het plangebie bevon zich tot voor kort een kantoorgebouw ten behoeve van het GAK. Dit zeven veriepingen tellene kantoorgebouw is gesloopt. De resterene gronen liggen thans braak in afwachting van e naere ontwikkeling van het gebie. De navolgene afbeeling toont e locatie van het gesloopte kantoorgebouw. - pagina 35 -

36 Het hoogteverschil tussen e zuioostelijke en e noorwestelijke hoek van het plangebie beraagt circa vier meter waarbij het terrein in noorwestelijke richting afloopt. Het plangebie is groteneels bebouw en verhar. Openbaar groen is slechts spaarzaam aanwezig in e vorm van het langs e Artsenijstraat gelegen plantsoen alsmee enkele perkjes. In e noorhoek van het plangebie ligt een braakliggen terrein at is begroei met ruerale vegetaties en struweel. Hoger opgaane begroeiing is aanwezig in e vorm van straatbomen langs e Dokter Bakstraat en e Artsenijstraat en op e talus ron het parkeergebie op het Mercatorplein. Ronom het zuielijk appartementencomplex is eveneens sprake van e aanwezighei van plantsoenen en hoger opgaane begroeiing. Ronom het plangebie bevinen zich wel grotere groenstructuren in e vorm van sportvelen en grasperken. Ran plangebie Het gebie ronom het plangebie kent een sterke afwisseling van functies en bouwstijlen. Ten zuioosten van het plangebie (overzije Dokter Bakstraat) wort hoofzakelijk gewoon in iverse type woningen, waaroner een acht veriepingen tellen appartementencomplexen, traitionele twee-oner-een-pakkers en rijwoningen bestaane uit twee veriepingen en voorzien van een kapconstructie en meer moerne rie veriepingen tellene woningen voorzien van een plat ak en set-back. In it gebie bevint zich ook een plantsoen. Ten oosten van het plangebie (overzije Eenhoornsingel) bevint zich een mielbare scholengemeenschap (het Bonnefanten College) inclusief bijbehorene infrastructurele voorzieningen en is een relatief groot sportvel gelegen. In het gebie tussen e Esculaapstraat en e Artsenijstraat is een evangelische kerk, een uitvaartcentrum, een bowlingcentrum alsmee een woonhuis en een ierenkliniek gelegen. In it gebie bevint zich ook een grote lanelijk opererene bouwmarkt. In het gebie tussen e Artsenijstraat en e Via Regia bevint zich een autogarageberijf alsmee een tankstation. Ten nooroosten van het plangebie (overzije Artsenijstraat) bevinen zich zes vier veriepingen tellene appartementencomplexen in e vormen van portiekflats. In e meest oostelijk gelegen portiekflat bevinen zich in e plint enkele etailhanelszaken (zie navolgene afbeeling). - pagina 36 -

37 4 Ontwikkelingen De ontwikkeling van e locatie van Winkelcentrum Brusselse Poort behelst een integrale her- en oorontwikkeling van e locatie en omvat op hooflijnen e volgene, voor het bestemmingsplan van belang zijne, onerelen: e uitbreiing van het winkelcentrum met circa m² bruto vloeroppervlak in combinatie met een algehele renovatie van plusminus m² bestaan bruto vloeroppervlak inclusief geeeltelijke sloop; e realisatie van iverse infrastructurele aanpassingen met inbegrip van e realisatie van (gebouwlijke) parkeervoorzieningen; Uitbreiing en renovatie winkelcentrum In het nooroostelijk eel van het winkelcentrum zal het gebouw ten westen van e laa- en losplek aan e Artsenijstraat woren gesloopt. De navolgene afbeeling toont het te slopen gebouweel: Op e vrijkomene plek van het te slopen bouweel en ten westen aarvan zal het winkelcentrum woren uitgebrei met een nieuw gebouweel. Dit gebouweel omvat nieuwe commerciële ruimten alsmee een parkeergarage. Niveau 0 bevint zich op 4 meter beneen maaivel (P-4000, waarbij P=0 betrekking heeft op het peil gerelateer aan e huiige hoofingangen tot het complex aan het Mercatorplein en Artsenijstraat). Niveau 0 biet in het noorwesten van het gebouw toegang tot e parkeergarage en in het zuielijk geeelte van e nieuwe westvleugel wort voorzien in een nieuwe hoofingang tot het winkelcomplex. De nieuwe hoofingang zal usanig woren vormgegeven at hier een nieuwe aansprekene hoofingang voor het winkelcentrum ontstaat. Gevoelsmatig bevint zich hier nu e achterkant van het winkelcentrum. Tevens voorziet e nieuwe westgevel inclusief nieuwe hoofingang in een goee visuele relatie met het Via Regiapark en e Via Regia waarbij het huiige introverte karakter van het winkelcomplex wort omgevorm in een meer wenselijke extraverte uitstraling. Uit e navolgene afbeelingen blijkt uielijk het gesloten en weinig uitnoigene introverte karakter van e huiige westgevel van het winkelcentrum. - pagina 37 -

38 Ook vanuit e parkeergarage zijn e commerciële ruimten op niveau 0 rechtstreeks bereikbaar. De parkeergarage biet op niveau 0 plek aan 94 voertuigen. Tevens wort in e parkeergarage voorzien in e aanleg van een fietsenstalling. De bestaane laa- en losvoorziening aan e Artsenijstraat wort op niveau 0 gehanhaaf. Vanuit niveau 0 zullen twee tapis roulants, welke gesitueer zijn in e centraal te realiseren gangpartij, een verbining vormen met e hoger gelegen verieping(en). De navolgene afbeeling toont een mogelijk impressie van het beooge niveau 0. Niveau ½ bevint zich op 1,1 meter beneen maaivel (P-1100). Deze veriepingslaag herbergt een parkeerek voor e stalling van 129 voertuigen. Ter plekke van het gesloopte bouweel zal het nieuwe bouweel op niveau ½ e vorm aannemen van een twee veriepingshoogtes bestrijken bouweel zoner tussenvloer. Hieroor ontstaat in it bouweel een vrije hoogte van circa zes meter. Vanuit het parkeerek vormt een tapis roulant e verbining met e oner- en bovenliggene verieping. De navolgene afbeeling toont een mogelijk impressie van het beooge niveau 1/2. - pagina 38 -

39 Niveau 1 bevint voor wat betreft e commerciële ruimte op maaivelniveau (P=0). Niveau 1 herbergt tevens een groter parkeerek bestaane uit 291 parkeerplaatsen. Dit parkeerek bevint zich op een hoogte van 1,8 meter boven maaivel (p+1800) en bestrijkt vrijwel e gehele breete van e gebouwlijke noorvleugel. Vanuit e parkeergarage zorgt een tapis roulant voor e noozakelijke verbining met e 1,8 meter lager gelegen commerciële ruimten. De bestaane ingangen aan het Mercatorplein en e Artsenijstraat blijven behouen maar woren onergeschikt aan e nieuwe hoofingang op niveau 0. Dit benarukt e oriëntatie en relevantie van het winkelcentrum op en voor Maastricht-West. Niveau 1 biet tevens onerak aan e zuielijke uitbreiing van het winkelcentrum. Tegen e bestaane gevel zal een(overekte) laa- en losplek woren gerealiseer. Tussen e huiige ingang zije Mercatorplein en e nieuw te realiseren laaen losplek zullen e bestaane parkeerplaatsen woren geamoveer en zal een nieuw gebouweel woren gerealiseer. De hoogte van it éénlaags gebouweel sluit aan bij e hoogte van e achterliggene bebouwing. De navolgene afbeeling toont een mogelijk impressie van het beooge niveau 1. - pagina 39 -

Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. een omgevingsvergunning voor het oprichten van 13 chalets op Landgoed Brunssheim te Brunssum

Ruimtelijke onderbouwing t.b.v. een omgevingsvergunning voor het oprichten van 13 chalets op Landgoed Brunssheim te Brunssum Ruimtelijke onerbouwing t.b.v. een omgevingsvergunning voor het oprichten van 13 chalets op Langoe runssheim te runssum o ontwerp vastgestel oor het College van burgemeester en wethouers van e gemeente

Nadere informatie

Toelichting. d 1 Inleiding 3 1.1 Algemeen... 3 1.2 Vigerend bestemmingsplan... 4 1.3 Leeswijzer... 8. 2 Beschrijving plangebied 9

Toelichting. d 1 Inleiding 3 1.1 Algemeen... 3 1.2 Vigerend bestemmingsplan... 4 1.3 Leeswijzer... 8. 2 Beschrijving plangebied 9 Inhou 1 Inleiing 3 1.1 Algemeen... 3 1.2 Vigeren bestemmingsplan... 4 1.3 Leeswijzer... 8 2 Beschrijving plangebie 9 3 Belei 16 2.1 Europees en Rijksbelei... 16 2.2 Provinciaal belei... 20 2.3 Regionaal

Nadere informatie

Toelichting. 3 Beleidskader 18 3.1 Europees en Rijksbeleid... 18 3.2 Provinciaal beleid... 24 3.3 Regionaal beleid... 30 3.4 Gemeentelijk beleid...

Toelichting. 3 Beleidskader 18 3.1 Europees en Rijksbeleid... 18 3.2 Provinciaal beleid... 24 3.3 Regionaal beleid... 30 3.4 Gemeentelijk beleid... Inhou 1 Inleiing 3 1.1 Algemeen... 3 1.2 Ligging, begrenzing en juriische status van het plangebie... 3 1.3 Bij het plan behorene stukken... 5 1.4 Leeswijzer... 6 2 Gebiesbeschrijving en bouwplan 7 2.1

Nadere informatie

Beleidsnota inzake Planologische afwijkingsmogelijkheden volgens artikel 4 bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, 3 e herziening.

Beleidsnota inzake Planologische afwijkingsmogelijkheden volgens artikel 4 bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, 3 e herziening. Beleisnota inzake Planologische afwijkingsmogelijkheen volgens artikel 4 bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, 3 e herziening. Op 22 november 2014 is e Beleisnota inzake Planologische afwijkingsmogelijkheen

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

Grondwater, wie. doet wat?

Grondwater, wie. doet wat? Gronwater, wie oet wat? Gronwater, wie oet wat? Inhou 1 Wat is gronwater? 3 2 Wat kunt u zelf oen? 3 3 Wat kan e gemeente voor u betekenen? 4 4 Wat is e rol van van het waterschap? 6 5 Wat oet e provincie?

Nadere informatie

Resultaten quick scan flora en fauna projectgebied Jacobskamp

Resultaten quick scan flora en fauna projectgebied Jacobskamp Resultaten quick scan flora en fauna projectgebie Jacobskamp Ecoresult oor Leon Boon Inleiing In opracht van Buro Maerlant heeft Ecoresult in het projectgebie Jacobskamp in gemeente Den Dungen een quick

Nadere informatie

Aanpak geweld Peelland

Aanpak geweld Peelland Aanpak gewel Peellan Waarom gewel? We willen at ieereen zich veilig kan voelen in zijn of haar woning, in e buurt, en in het orp of e sta. Ook moeten mensen zich veilig kunnen voelen tijens e uitvoer van

Nadere informatie

WISKUNDE- HWTK PROEFTOETS- AT3 - OPGAVEN en UITWERKINGEN - EX 03 1.doc 1/11

WISKUNDE- HWTK PROEFTOETS- AT3 - OPGAVEN en UITWERKINGEN - EX 03 1.doc 1/11 VAK: WISKUNDE - HWTK Set Proeftoets AT WISKUNDE- HWTK PROEFTOETS- AT - OPGAVEN en UITWERKINGEN - EX 0.oc / DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER! Beschikbare tij: 00 minuten Uw naam:...

Nadere informatie

Wijken voor bewoners Asset-Based Community Development in Nederland

Wijken voor bewoners Asset-Based Community Development in Nederland AB Wijken voor bewoners Asset-Base Community Development in Neerlan AB Wat is e ABCD-aanpak? De Asset-Base Community Development (ABCD)-benaering is een van oorsprong Amerikaanse methoe, ie lokale talenten

Nadere informatie

Toelichting. 1 Inleiding Algemeen Grens van het plangebied Vigerend bestemmingsplan Leeswijzer...

Toelichting. 1 Inleiding Algemeen Grens van het plangebied Vigerend bestemmingsplan Leeswijzer... Inhoud 1 Inleiding 4 1.1 Algemeen... 4 1.2 Grens van het plangebied... 5 1.3 Vigerend bestemmingsplan... 5 1.4 Leeswijzer... 7 2 Beleid 8 2.1 Europees en Rijksbeleid... 8 2.2 Provinciaal beleid... 13 2.3

Nadere informatie

Huishoudelijk Reglement van. Uitvaartvereniging De Laatste Eer Ursem-Schermer. statutair gevestigd Ursem

Huishoudelijk Reglement van. Uitvaartvereniging De Laatste Eer Ursem-Schermer. statutair gevestigd Ursem Huishouelijk Reglement van Uitvaartvereniging De Laatste Eer Ursem-Schermer statutair gevestig Ursem 1 Inhousopgave huishouelijk reglement Blazije 2 Blazije 3 Blazije 4 Blazije 5 Blazije 6 Inhousopgave

Nadere informatie

Adres: Kerkstraat 26 Postcode en plaats: 3286 AK Klaaswaal Telefoonnummer: 0187-480 447. Datum start: 15 december 2012 Datum goedgekeurd:

Adres: Kerkstraat 26 Postcode en plaats: 3286 AK Klaaswaal Telefoonnummer: 0187-480 447. Datum start: 15 december 2012 Datum goedgekeurd: Plan van aanpak Huisartsenpost 't Hellegat Ares: Kerkstraat 26 Postcoe en plaats: 3286 AK Klaaswaal Telefoonnummer: 0187-480 447 E-mailares: Scope van eze RIE: Gebruikte inventarisatievragenlijst: info@haphellegat.nl

Nadere informatie

15 Financiële reorganisatie

15 Financiële reorganisatie 15 Finaniële reorganisatie hoofstuk 15.1 A 15.2 C 15.3 A 15.4 B 15.5 C 15.6 D 15.7 D 15.8 A 15.9 C 15.10 D 15.11 B 3.000.000 + 4.000.000 3.000.000 = 4.000.000 15.12 C 15.13 C ((3.000 + 2.000 4.000) / 3.000)

Nadere informatie

Wij adviseren deze definities ook in de verordening op te nemen, zodat er een duidelijk beeld gegeven wordt van alle begrippen.

Wij adviseren deze definities ook in de verordening op te nemen, zodat er een duidelijk beeld gegeven wordt van alle begrippen. Avies aan het College van B&W van e gemeente Texel Onerwerp: Conceptverorening maatschappelijke onersteuning. 1. Inleiing De Wmo-aviesraa Texel is gevraag avies uit te brengen op e conceptverorening Wmo

Nadere informatie

wiskunde A vwo 2017-I

wiskunde A vwo 2017-I Zonnepanelen maximumscore 3 Na t jaar is e prijs met een factor, 05 t vermenigvulig De vergelijking, 05 = moet woren opgelost 5 (jaar) ( 4 (jaar)) ( nauwkeuriger) maximumscore 4 De opbrengst per jaar is

Nadere informatie

REACTIE VAN DE NEDERLANDSCHE BANK INZAKE DE CONSULTATIE VAN HET WETSVOORSTEL TER IMPLEMENTATIE VAN DE CAPITAL REQUIREMENTS DIRECTIVE (CRD IV)

REACTIE VAN DE NEDERLANDSCHE BANK INZAKE DE CONSULTATIE VAN HET WETSVOORSTEL TER IMPLEMENTATIE VAN DE CAPITAL REQUIREMENTS DIRECTIVE (CRD IV) REACTIE VAN DE NEDERLANDSCHE BANK INZAKE DE CONSULTATIE VAN HET WETSVOORSTEL TER IMPLEMENTATIE VAN DE CAPITAL REQUIREMENTS DIRECTIVE (CRD IV) Deze reactie is oor De Neerlansche Bank aangeboen via e internet

Nadere informatie

VerzuimZorgPakket. verzekeringen. uw (financiële) klappenvangers. Goes, Bergen op Zoom, Middelburg, Spijkenisse, Terneuzen, Zierikzee.

VerzuimZorgPakket. verzekeringen. uw (financiële) klappenvangers. Goes, Bergen op Zoom, Middelburg, Spijkenisse, Terneuzen, Zierikzee. VerzuimPakket uw (financiële) klappenvangers verzekeringen Goes, Bergen op Zoom, Mielburg, Spijkenisse, Terneuzen, Zierikzee. De exclusieve totaaloplossing van zorg en verzuim voor e onernemers in Zuiwest-

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

Voorkennis + lijst met standaardintegralen

Voorkennis + lijst met standaardintegralen Scheien van variabelen een oplosmethoe voor eerste ore-ifferentiaalvergelijkingen WISNET-HBO NHL upate mei 2009 Inleiing Het met pen en papier berekenen van e analytische oplossing van een eerste ore ifferentiaalverglijking

Nadere informatie

1. Veiligheid. Veere is een veilige woon- en werkomgeving voor inwoners en bezoekers. Relevante beleidskaders/nota's

1. Veiligheid. Veere is een veilige woon- en werkomgeving voor inwoners en bezoekers. Relevante beleidskaders/nota's 1. 1. Veere is een veilige woon- en werkomgeving voor en bezoeke. Relevante beleiskae/nota's Nota integrale veilighei Wet op e srisico's Regionaal crisisplan APV en beleisregels Integraal Hanhaving Uitvoeringsprogramma

Nadere informatie

Energienota gemeente Emmen

Energienota gemeente Emmen RIS.5449 Energienota gemeente Emmen Deel 2: Werken aan groene groei Energieprogramma 2012-2015 November 2011 Inhousopgave pagina 1. Inleiing 3 2. Big Five 3 3. Green Deal Noor-Neerlan 4 4. De opgave 5

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO 2017

Correctievoorschrift VWO 2017 Correctievoorschrift VWO 07 tijvak wiskune A Het correctievoorschrift bestaat uit: Regels voor e beooreling Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoorelingsmoel 5 Aanleveren scores Regels voor e beooreling

Nadere informatie

Beheersverordening Kornputkwartier

Beheersverordening Kornputkwartier Beheersverordening Kornputkwartier ID plan: NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01 datum: maart 2017 status: vastgesteld auteur: SRE Vastgesteld door de raad dd. de griffier, de voorzitter, NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01

Nadere informatie

Vergelijk kwaliteit beheersmaatregelen bij werken op platte daken Toepassing van een methodiek

Vergelijk kwaliteit beheersmaatregelen bij werken op platte daken Toepassing van een methodiek Vergelijk kwaliteit beheersmaatregelen bij werken op platte aken Toepassing van een methoiek Jan Snijer, ArboJan, e-mail info@arbojan.nl Samenvatting In het onerzoek woren e gangbare beschikbare beveiligingsmethoen

Nadere informatie

Algemene voorwaarden. Artikel Definities 1 Doel van de verzekering 2 Grondslag van de verzekering 3. 4 Arbeidsongeschiktheid

Algemene voorwaarden. Artikel Definities 1 Doel van de verzekering 2 Grondslag van de verzekering 3. 4 Arbeidsongeschiktheid REAAL UNIM Plus Arbeisongeschiktheisverzekering 0510 Algemene voorwaaren 36 12 27 11-06 Inhou Artikel Definities 1 Doel van e verzekering 2 Gronslag van e verzekering 3 Arbeisongeschikthei 4 Vaststelling

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleiding 3. 1.1 Algemeen 3. 1.2 Grens van het plangebied 4. 1.3 Vigerend bestemmingsplan 5. 1.4 Leeswijzer 5. Hoofdstuk 2 Beleid 7

Hoofdstuk 1 Inleiding 3. 1.1 Algemeen 3. 1.2 Grens van het plangebied 4. 1.3 Vigerend bestemmingsplan 5. 1.4 Leeswijzer 5. Hoofdstuk 2 Beleid 7 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 3 1.1 Algemeen 3 1.2 Grens van het plangebied 4 1.3 Vigerend bestemmingsplan 5 1.4 Leeswijzer 5 Hoofdstuk 2 Beleid 7 2.1 Europees en Rijksbeleid 7 2.2 Provinciaal beleid

Nadere informatie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie Zuid-Limburg Position Paper van de 16 Zuid-Limburgse gemeenten, aangeboden door de voorzitters van het Bestuurlijk Overleg Ruimtelijke Economie en Nationaal

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening (RO) in Nederland Vanuit de geschiedenis is RO al belangrijk in Nederland, denk bijvoorbeeld aan landinrichting en optimaliseren van de waterhuishouding.

Nadere informatie

Pag. 18: Conform NEN-EN 1990 worden damwandconstructies ingedeeld in de volgende 3 veiligheidsklassen beschouwd:

Pag. 18: Conform NEN-EN 1990 worden damwandconstructies ingedeeld in de volgende 3 veiligheidsklassen beschouwd: Errata CUR 166 Damwanconstructies, 6 e ruk:01 Deel 1: Pag. 18: Conform NEN-EN 1990 woren amwanconstructies ingeeel in e volgene 3 veiligheisklassen beschouw: CC1/RC1: geringe gevolgen

Nadere informatie

Wet- en regelgeving voor de externe verslaggeving

Wet- en regelgeving voor de externe verslaggeving 4 Wet- en regelgeving voor e externe verslaggeving 401 a Afleggen van verantwooring aan vermogensvershaffers. Informatievershaffing aan elangheenen. De informatie wort vershaft om (potentiële) vermogensvershaffers

Nadere informatie

Interne mededeling. Voor de inventarisatie van bestemmingen in de omgeving van de planlocatie is onder andere veldonderzoek verricht.

Interne mededeling. Voor de inventarisatie van bestemmingen in de omgeving van de planlocatie is onder andere veldonderzoek verricht. Interne meeeling Aan Aviesgroep milieu t.a.v. G.J. e Ruiter Milieu, Mobiliteit en Openbare ruimte Van F.M. van Dijk Telefoon 0-0 E-mail f.vanijk@apeloorn.nl Datum --0 Kopie aan J.W. Bekkers, project, F.M.

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

Locatienieuws. BSO Giekerk Januari 2016. Beste ouders/verzorgers,

Locatienieuws. BSO Giekerk Januari 2016. Beste ouders/verzorgers, Locatienieuws BSO Giekerk Januari 2016 Beste ouers/verzorgers, Allereerst wensen we ieereen vanuit e BSO een goe en gelukkig 2016! Na Sinterklaas en Kerst achten we vanaf 4 januari weer van start te gaan

Nadere informatie

INTENTIEVERKLARING AS HUURDER STUDENTEN HUISVESTINGS COMPLEX BLUE GRAY AMSTERDAM

INTENTIEVERKLARING AS HUURDER STUDENTEN HUISVESTINGS COMPLEX BLUE GRAY AMSTERDAM INTENTIEVERKLARING AS HUURDER STUDENTEN HUISVESTINGS COMPLEX BLUE GRAY AMSTERDAM Algemene informatie m.b.t. project en Veruurer/eigenaar: Het project Blue Gray is een initiatief van een particuliere partij

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren ONTWERP Inhoudsopgave Regels 3 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 4 Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PARTIËLE HERZIENING KIEVITSVELD. luchtkwaliteitsonderzoek GEMEENTE EPE

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PARTIËLE HERZIENING KIEVITSVELD. luchtkwaliteitsonderzoek GEMEENTE EPE BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PARTIËLE HERZIENING KIEVITSVELD luchtkwaliteitsonerzoek GEMEENTE EPE epe-048 23 oktober 2006 BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PARTIËLE HERZIENING KIEVITSVELD luchtkwaliteitsonerzoek

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/ 2 Wonen De gemeente telt zo n 36.000 inwoners, waarvan het overgrote deel in de twee kernen Hellendoorn en Nijverdal woont. De woningvoorraad telde in 2013 zo n 14.000 woningen (exclusief recreatiewoningen).

Nadere informatie

Toelichting 2e herziening Schil, locatie skatepark Wilgenbos

Toelichting 2e herziening Schil, locatie skatepark Wilgenbos Toelichting 2e herziening Schil, locatie skatepark Wilgenbos Gemeente Dordrecht fase: vastgesteld datum: november 2014 1 Toelichting Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel 3 1.2 Ligging

Nadere informatie

Allemaal naar de peuterspeelzaal. Een planmatige aanpak van werving en toeleiding naar voor- en vroegschoolse educatie.

Allemaal naar de peuterspeelzaal. Een planmatige aanpak van werving en toeleiding naar voor- en vroegschoolse educatie. Allemaal naar e peuterspeelzaal Een planmatige aanpak van werving en toeleiing naar voor- en vroegschoolse eucatie Allemaal naar e peuterspeelzaal Een planmatige aanpak van werving en toeleiing naar voor-

Nadere informatie

Westflank Haarlemmermeer

Westflank Haarlemmermeer Nota Ruimte budget 48 miljoen euro Planoppervlak 1500 hectare Trekker Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Westflank Haarlemmermeer Westflank Haarlemmermeer is een Randstad Urgent - project.

Nadere informatie

Partou KDV Prins Frederiklaan 20, 0-4 jaar

Partou KDV Prins Frederiklaan 20, 0-4 jaar Partou KDV Prins Freeriklaan 0, 0-4 jaar We zijn blij at u heeft gekozen voor Partou. Als vestigingsmanager, samen met mijn team, heet ik u en uw kin van harte welkom. In it boekje kunt u lezen wat e belangrijkste

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik)

Ruimtelijke Onderbouwing. t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Ruimtelijke Onderbouwing t.b.v. het realiseren van twee lichtmasten, Flevostraat 251 Purmerend (Sportcomplex De Munnik) Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1. Aanleiding Stichting Spurd heeft een aanvraag om omgevingsvergunning

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013'

BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013' BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013' TOELICHTING In opdracht van Opgesteld door Auteur IMRO codering Datum Status Inhoudsopgave 1.1. Aanleiding en doel 1 1.2. Ligging van het plangebied

Nadere informatie

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking Samenvatting Samenvatting Handreiking bij de ladder voor duurzame verstedelijking Op 1 oktober 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd,

Nadere informatie

Ladder voor duurzame verstedelijking

Ladder voor duurzame verstedelijking Ladder voor duurzame verstedelijking Klik om de modelstijlen te bewerken Tweede niveau Derde niveau Vierde niveau Vijfde niveau Ladder voor duurzame verstedelijking 1. Waar komt het vandaan? 2. Wat is

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Provinciaal Omgevingsplan Limburg

Provinciaal Omgevingsplan Limburg Provinciaal Omgevingsplan Limburg Presentatie t.b.v. Regionalrat Düsseldorf, Provinciale Staten Gelderland en Provinciale Staten Limburg Arnhem, 7 maart 2012 POL POL = Provinciaal Omgevingsplan Limburg,

Nadere informatie

Trendbreuk? Netto kwantitatieve opgave 2023. Wonen 1.800 7.100. Bedrijventerreinen 18 (+30) ha 156 ha. (gemeentelijk + privaat) 248.000-323.

Trendbreuk? Netto kwantitatieve opgave 2023. Wonen 1.800 7.100. Bedrijventerreinen 18 (+30) ha 156 ha. (gemeentelijk + privaat) 248.000-323. Maastricht Maastricht 120.000 inwoners, stabilisatie Centrum van de regio (600.000-550.000) Universiteit Meer dan 20 miljoen bezoekers waarvan 2/3 uit Nederland, winkelen belangrijkste bezoekmotief Compacte

Nadere informatie

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling Toelichting Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Buitengebied Sanjesreed 8c Oentsjerk (dagbesteding Bûtenút) 1 Inleiding Werk- en dagbesteding Bûtenút is gevestigd op een deel van de voormalige PTC+ locatie

Nadere informatie

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN Terneuzen Cultuurhistorische Waardenkaart Datum: februari 2013 Opgesteld door: Gemeente Terneuzen Gemeente Terneuzen Stadhuisplein 1 Postbus 35 4530 AA Terneuzen

Nadere informatie

- II.20 - Johan Baeten

- II.20 - Johan Baeten 8 8.1 Inleiene principes bieen als vooreel een mechanisch eenvouige constructie en een hoge gevoelighei. Ze vragen echter ook een compleere elektronica om het bekomen uitgangssignaal achteraf lineair te

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Ill mill HM II INI Aanvraag Watervergunning. IRijkswaterstaat. Ministerie van Verkeer en Waterstaat S UNIC VAN WATĽRSCHAPPĽN

Ill mill HM II INI Aanvraag Watervergunning. IRijkswaterstaat. Ministerie van Verkeer en Waterstaat S UNIC VAN WATĽRSCHAPPĽN Ill 11111 mill HM II INI 17.063480 Watervergunning IRijkswaterstaat S UNIC VAN WATĽRSCHAPPĽN 2 van 7 Watervergunning Ol. Algemene gegevens Ol. Algemene gegevens Inleiing Vul it onereel van e aanvraag altij

Nadere informatie

Thematische herziening archeologie

Thematische herziening archeologie Bestemmingsplan Thematische herziening archeologie Gemeente Brunssum Datum: 23 juli 2015 Projectnummer: 130510 ID: NL.IMRO.0899.BPPPArcheologie-OW01 INHOUD TOELICHTING 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

Gebiedskoers Detailhandel Hoek van Holland. Gemeente Rotterdam

Gebiedskoers Detailhandel Hoek van Holland. Gemeente Rotterdam Gebiedskoers Detailhandel 2017-2020 Gemeente Rotterdam Datum Juni 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Situatie van de detailhandel in 4 2.1 Centrum 4 2.2 Verspreide bewinkeling 5 3 Koers detailhandelsstructuur

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

De kleur van. In dit nummer o.a.: Denktank Staatsliedenbuurt Wooninitiatief TaDaiMah Actieve bewonerscommissies Uw huurcontract opzeggen

De kleur van. In dit nummer o.a.: Denktank Staatsliedenbuurt Wooninitiatief TaDaiMah Actieve bewonerscommissies Uw huurcontract opzeggen Bewonersmagazine van Tablis Wonen Verschijnt rie keer per jaar Jaargang 1, nummer 03 ecember 2012 wonen De kleur van In it nummer o.a.: Nieuwe voorzitter aan e slag Werken aan kwaliteit Een (bran)veilige

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst

Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst Perceel L 534 NL.IMRO.1507.BPGRBUITENGEBL534 Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst, Perceel L 534 Vastgesteld 13 september 2013 NL.IMRO.1507.BPGRBUITENGEBL534-VA01

Nadere informatie

Aanvraag vergunning h fovj HCIQ Gelderse ontgrondingenverordening r-

Aanvraag vergunning h fovj HCIQ Gelderse ontgrondingenverordening r- Aanvraag vergunning h fovj HCIQ Gelerse ontgroningenverorening r- (September2009) G ELDERLAN D Wlj raen aan vooroverleg te voeren over een aanvraag. U kunt hiervoor contact opnemen met e afeling Vergunningverlening,

Nadere informatie

CT5520. Juni 2006. Udo Ouwerkerk, 1040995 Floor van den Berg, 1093568

CT5520. Juni 2006. Udo Ouwerkerk, 1040995 Floor van den Berg, 1093568 CT550 Juni 006 Uo Ouwerkerk, 1040995 Floor van en Berg, 1093568 Voorwoor Dit rapport is gemaakt in het kaer van het ontwerp voor een breiing van een bestaane rinkwaterzuivering voor het vak CT550: Drinkwaterbereiing.

Nadere informatie

Bevraging Op weg naar het Zuiden i.s.m. Kwaliteitszorg

Bevraging Op weg naar het Zuiden i.s.m. Kwaliteitszorg Bevraging Op weg naar het Zuien i.s.m. Kwaliteitszorg Respons Groep Aantal Percentage LER - Lerarenopleiing 4 12,50% M&T - Management & Technologie 4 12,50% G&W - Gezonhei en Welzijn 24 75,00% Afname:

Nadere informatie

1 Functies die aan verandering onderhevig zijn

1 Functies die aan verandering onderhevig zijn Veraneringsprocessen in e tij (eerste ore) upate april 2009 copyright WISNET-NHL Lees eerst aanachtig e inleiing 0 Inleiing In eze les, ie niet beslist van begin tot ein oorgewerkt hoeft te woren, vin

Nadere informatie

Milieujaarprogramma 2011 Gemeente IJsselstein

Milieujaarprogramma 2011 Gemeente IJsselstein Milieujaarprogramma 2011 Gemeente IJsselstein 10 januari 2011 1 Inhousopgave 1 Inleiing...3 2 Herijking taken milieubelei...3 3 Wettelijke milieutaken...5 4 Pijlers van IJsselsteins milieubelei...6 5 Overige

Nadere informatie

Nieuwe Hollandse Waterlinie

Nieuwe Hollandse Waterlinie Nota Ruimte budget 35 miljoen euro Planoppervlak 300 hectare Trekker Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Nieuwe Hollandse Waterlinie Stevige nieuwe ruggengraat voor de Linie De Nieuwe Hollandse

Nadere informatie

Georg Fischer N.V. Prijslijst uitgave juni 2015. Vlinderklep type 578

Georg Fischer N.V. Prijslijst uitgave juni 2015. Vlinderklep type 578 Georg Fischer N.V. Prijslijst uitgave juni 2015 Vlinerklep 578 Complete leiingsystemen afgestem op uw toepassing water- en gasistributie Oplossingen voor water- en gasbeheer, oor nieuwe en gerenoveere

Nadere informatie

DORPPLAN ULVENHOUT PLAN EN OF PROCES??? AGENDA. wethouder Bernie van den Berg. Wat is wijkgericht werken. Verslaglegging en adressenlijst

DORPPLAN ULVENHOUT PLAN EN OF PROCES??? AGENDA. wethouder Bernie van den Berg. Wat is wijkgericht werken. Verslaglegging en adressenlijst DORPPLAN ULVENHOUT PLAN EN OF PROCES??? AGENDA Beschouwing Wat is wijkgericht werken Nota van Uitgangspunten Zienswijze Vragen en discussie wethouder Bernie van den Berg wijkmanager Harrie Verhallen John

Nadere informatie

Bestemmingsplan Indische Buurt, 2 e Partiële herziening

Bestemmingsplan Indische Buurt, 2 e Partiële herziening Bestemmingsplan Indische Buurt, 2 e Partiële herziening Februari 2010 Dienst Stedelijke Ontwikkeling Gemeente Almere Februari 2010 2 Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Correctie van bouwvoorschriften

Nadere informatie

Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015)

Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015) Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015) 4.2 Natuur en landschap in Gelderland De provincie en haar partners streven samen naar een compact en hoogwaardig stelsel van onderling verbonden natuurgebieden

Nadere informatie

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland Seminar, Ladder voor duurzame verstedelijking: lessen uit de praktijk, 10 maart 2015 Willemien Croes Wat is de Ladder voor Provincie Zuid- Holland? Instrument

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op 2 september 2013 is een omgevingsvergunning aangevraagd door de provincie Fryslân voor de aanleg

Nadere informatie

Aanleiding voor de beheersverordening Besluitgebied: ligging en omgeving Geldende bestemmingsplannen

Aanleiding voor de beheersverordening Besluitgebied: ligging en omgeving Geldende bestemmingsplannen Rivieroevers Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 3 1.2 Besluitgebied: ligging en omgeving 4 1.3 Geldende bestemmingsplannen 4 Hoofdstuk 2 Motivering voor toepassing

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017.

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017. Watervergunning Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht Datum 16 juni 2017 Zaaknummer 13429 Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten T (030) 634 57 00 post@hdsr.nl

Nadere informatie

April Modelregels. Verseon 69534

April Modelregels. Verseon 69534 Moelregels meiaveilighei en meiawijsheim Moelregels Meiaveilighei en Meiawijshei Ontwikkel oor Expertgroep Sociale Meia Z.L. Bewerkt oor werkgroep Sociale Meia Innovo. 1 Moelregels meiaveilighei en meiawijsheim

Nadere informatie

GLASTUINBOUW CALIFORNIË ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT

GLASTUINBOUW CALIFORNIË ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT BIJLAGE BIJ HET BESTEMMINGSPLAN PROJECTVESTIGING GLASTUINBOUW CALIFORNIË 20 augustus 2007 110501/ZF7/316/200942 Inhou 1 Inleiing 3 2 Wettelijk kaer 4 2.1 Besluit luchtkwaliteit

Nadere informatie

REGIONAAL CONVENANT WERKLOCATIES REGIO ALKMAAR

REGIONAAL CONVENANT WERKLOCATIES REGIO ALKMAAR 1 2 REGIONAAL CONVENANT WERKLOCATIES REGIO ALKMAAR PARTIJEN 1. De gemeente, krachtens volmacht van burgemeester P. Bruinooge vertegenwoorig oor e heer Victor Kloos, in e hoeanighei van wethouer van e gemeente

Nadere informatie

Locatienieuws. POV 't Healtsje BSO de Beamhutte Februari 2016. Beste ouders/verzorgers,

Locatienieuws. POV 't Healtsje BSO de Beamhutte Februari 2016. Beste ouders/verzorgers, Locatienieuws POV 't Healtsje BSO e Beamhutte Februari 2016 Beste ouers/verzorgers, Allereerst wensen we ieereen vanuit e POV en BSO een goe en gelukkig 2016! Na Sinterklaas en Kerst achten we vanaf 4

Nadere informatie

Nota van zienswijzen en van ambtshalve wijzigingen

Nota van zienswijzen en van ambtshalve wijzigingen Nota van zienswijzen en van ambtshalve wijzigingen ontwerpbestemmingsplan Van Weedestraat 62 Afdeling Ruimte - 18 november 2014 Verseonnr. 1226906 Pagina 2 van 20 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 2. Zienswijzen...

Nadere informatie

Heukelum. Zicht op de Linge

Heukelum. Zicht op de Linge Heukelum Zicht op de Linge Het stadje Heukelum is een van de vijf kernen van de gemeente Lingewaal. Heukelum ligt in de Tielerwaard, aan de zuidoever van de rivier de Linge, in een van de meest westelijke

Nadere informatie

Locatienieuws. Piipba Februari Beste ouders/verzorgers,

Locatienieuws. Piipba Februari Beste ouders/verzorgers, Locatienieuws Piipba Februari 2016 Beste ouers/verzorgers, Allereerst wensen wij ieereen een goe en gelukkig 2016! Na Sinterklaas en Kerst achten we vanaf 4 januari weer van start te gaan met gewone werkweken,

Nadere informatie

GEMEENTE BERGEN OP ZOOM. Bestemmingsplan. Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP

GEMEENTE BERGEN OP ZOOM. Bestemmingsplan. Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP GEMEENTE BERGEN OP ZOOM Bestemmingsplan Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1. DOEL EN OPZET BESTEMMINGSPLAN... 3 1.1 AANLEIDING EN DOEL... 3 1.2 LIGGING EN BEGRENZING

Nadere informatie

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking MEMO Betreft : Motivering ladder voor duurzame verstedelijking t.b.v. realisatie kinderdagverblijf Klant : J.P.M. Langelaan, Buitenbrinkweg 81, Ermelo Van : J.M. Miellet, Exlan Datum : Oktober 2016 Besluit

Nadere informatie

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam VNG 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam Kerntaken provincies Duurzame ruimtelijke ontwikkeling (o.a. waterbeheer) Milieu, energie en klimaat Vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden Regionale

Nadere informatie

Afgeleiden berekenen met DERIVE

Afgeleiden berekenen met DERIVE /09/007 Afgeleien met DERIVE.fw 18:48:0 Afgeleien berekenen met DERIVE In DERIVE zijn alle regels ingebouw waarmee je ook op papier afgeleien berekent: lineariteit, prouct- en quotiëntregel, kettingregel.

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

1. Branding en voorzieningen in gehele subregio Cultuurhistorie benadrukken Toegankelijkheid zorg vergroten (sociaal, fysiek) Wie: overheid,

1. Branding en voorzieningen in gehele subregio Cultuurhistorie benadrukken Toegankelijkheid zorg vergroten (sociaal, fysiek) Wie: overheid, Transformatie van de woningvoorraad Een afname van het aantal huishoudens heeft gevolgen voor de woningvoorraad. Dit geldt ook vergrijzing. Vraag en aanbod sluiten niet meer op elkaar aan. Problemen van

Nadere informatie

Ladder voor Duurzame Verstedelijking: zonder Ladder geen nieuwbouw

Ladder voor Duurzame Verstedelijking: zonder Ladder geen nieuwbouw Ladder voor Duurzame Verstedelijking: zonder Ladder geen nieuwbouw Presentatie aan raadsleden MRE, 24 juni 2015 Ladder laatste rijksbelang RO, overgenomen door provincie PBL: evaluatie Ladder Monitoring

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN Versie 2, d.d. 18 augustus 2011 Afdeling Stadsontwikkeling M. Jonker Inhoud 1.

Nadere informatie

Actualisatie luchtkwaliteitonderzoek centrumplan Oldebroek

Actualisatie luchtkwaliteitonderzoek centrumplan Oldebroek Notitie Contactpersoon Alex Dol Datum 29 augustus 2007 Kenmerk N002-4511378MTU-pla-V02-NL Actualisatie luchtkwaliteitonerzoek centrumplan In opracht van e gemeente heeft Tauw in april 2006 een luchtkwaliteitsonerzoek

Nadere informatie

Toets Ladder duurzame verstedelijking.

Toets Ladder duurzame verstedelijking. Toets Ladder duurzame verstedelijking. I. Samenvatting. De locatie waar de supermarkt is geprojecteerd kan gelet op de vigerende bestemmingen en het vermelde in de Provinciale Omgevingsverordening Drenthe

Nadere informatie

Omgevingswet in de praktijk en de lessen voor digitalisering. Gerwin Gabry KuiperCompagnons

Omgevingswet in de praktijk en de lessen voor digitalisering. Gerwin Gabry KuiperCompagnons Omgevingswet in de praktijk en de lessen voor digitalisering Gerwin Gabry KuiperCompagnons Gerwin Gabry Sociaal-geograaf/planoloog Visievorming leefomgeving Cursussen Omgevingswet Commissie voor de mer

Nadere informatie

ABTN ING CDC Pensioenfonds

ABTN ING CDC Pensioenfonds ING CDC Pensioenfons Gelen vanaf 1 januari 2015 TRANSPARANT OVER ELKE FASE Inhousopgave 1. Inleiing 3 2. Missie en visie 3 2.1. Strategische missie en oelstellingen van Stichting ING CDC Pensioenfons...

Nadere informatie

Hoofdstuk 11. Personeelsbeleid Leiden

Hoofdstuk 11. Personeelsbeleid Leiden Hoofstuk 11. Personeelsbelei Leien Samenvatting Als Leienaren gevraag wort aan wat voor soort werk zij enken als het gaat over een baan/werken bij e gemeente Leien, an heeft vier op e tien hier wel een

Nadere informatie

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant' 'Maak werk van Vrije tijd in Brabant' OPROEP VANUIT DE VRIJETIJDSSECTOR Opgesteld door: Vrijetijdshuis Brabant, TOP Brabant, Erfgoed Brabant, Leisure Boulevard, NHTV, MKB, BKKC, Stichting Samenwerkende

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Links naar brondocumenten

Links naar brondocumenten Links naar brondocumenten PS-doelen en GS-taken Visie Ruimte en Mobiliteit Beleidsvisie Cultureel Erfgoed en Basisvoorzieningen Cultuur 2017-2020 Beleidsvisie en uitvoeringsstrategie regionale economie

Nadere informatie