Studies. Wijzigingen van gezinstoestand tijdens volledige werkloosheid
|
|
- Gert Geerts
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Studies Wijzigingen van gezinstoestand tijdens volledige werkloosheid Maart 1999
2 Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel I. Deel I omvat: Inleiding 1. Principes 2. Vaststellingen: - Absoluut aantal wijzigingen (tabel 1) - Evolutie: 1994 = 100 (tabel 2) - Aantal wijzigingen in % van het totaal per geslacht (tabel 3) De inhoud van de drie andere delen vindt u hieronder. Deel II zal omvatten Vaststellingen vervolg 1 - Uitstroom in % van totaal van de uitstroom per gezinscategorie en per geslacht (tabel 4) - Instroom in % van totaal van de instroom per gezinscategorie en geslacht (tabel 5) Deel III zal omvatten Vaststellingen vervolg 2 - Verhouding tussen de geslachten per gezinscategorie in % (tabel 6) - Wijzigingen in % van het algemeen totaal (mannen + vrouwen) (tabel 7) Deel IV zal omvatten Vaststellingen vervolg 3 - Balans in- en uitstroom per gezinscategorie en geslacht in absolute cijfers - gemiddelde (tabel 8) - Balans in- en uitstroom per gezinscategorie en geslacht in % van het totaal aantal wijzigingen per geslacht (tabel 9) - Wijzigingen in geval van wacht- en overbruggingsuitkeringen - gemiddelde : aandeel in totaal aantal wijzigingen per gezinscategorie en geslacht in % (tabel 10) - Wijzigingen in geval van wacht- en overbruggingsuitkeringen - gemiddelde : balans in- en uitstroom per gezinscategorie en geslacht in % van het totaal aantal wijzigingen per geslacht (tabel 11) 3. Belangrijkste besluiten 1 ste deel
3 Wijzigingen van gezinstoestand tijdens volledige werkloosheid 1 ste deel Maart 1999
4 Wijzigingen van gezinstoestand tijdens volledige werkloosheid Inleiding De gezinstoestand speelt een belangrijke rol in de hoogte van het uitkeringsbedrag van de werklozen. Het is dus vanzelfsprekend dat de RVA als uitvoerend orgaan van de werkloosheidsverzekering wil nagaan in welke mate de werklozen van gezinstoestand veranderen tijdens hun werkloosheid. Meer bepaald spitst het onderzoek zich toe op de verschuivingen tussen de drie grote categorieën, te weten de samenwonenden zonder gezinslast, de samenwonenden met gezinslast en de alleenstaande werklozen. Deze studie onderzoekt enkel de wijzigingen die zich voordoen bij de populatie van volledig werklozen. Er wordt dus geen rekening gehouden met tijdelijk werklozen, loopbaanonderbrekers, bruggepensioneerden of werklozen die in een activeringsmaatregel zijn gestapt (eerste werkervaringscontracten, dienstenbanen of zogenaamde Smetbanen en doorstromingscontracten). Zoals de lezer kan bemerken in het vervolg van deze studie lijkt het aantal wijzigingen miniem (gemiddeld een gevallen per maand) in vergelijking met de totale populatie van volledig werklozen. In september 1997 bedroeg die bijvoorbeeld fysieke eenheden. Dat betekent dus dat nauwelijks 1,2 %.van die populatie maandelijks van gezinstoestand wijzigt. Indien dit evenwel maand na maand gebeurt is deze stroom van wijzigingen betekenisvol, zeker als zich daarin steeds dezelfde tendenzen voordoen. De studie bestudeert ook niet in welke gezinstoestand de werklozen zich bevinden in het begin van hun werkloosheid, noch of er zich wijzigingen voordoen in de samenstelling van de werklozenpopulatie in functie van de duur van de werkloosheid. Eveneens bestudeert deze studie niet welk het aandeel is van de diverse gezinstoestanden in de totale populatie van werklozen, noch hoe dat aandeel evolueert in de loop der jaren. Op deze onderwerpen hoopt de RVA in andere studies terug te komen. Het spreekt vanzelf dat deze de huidige studie aanvullen of bepaalde aspecten beter belichten. Deze studie over de wijzigingen in de gezinstoestand tijdens werkloosheid dient dan ook als een onderdeel beschouwd van een bredere studie met als onderwerp de verdeling van de werklozen over de verschillende gezinscategorieën. 1.Principes 1.1. Er werd rekening gehouden met de wijzigingen die betrekking hebben op volgende gezinstoestanden: samenwonenden met gezinslast A (ook gezinshoofd genoemd), samenwonenden zonder gezinslast B en alleenstaanden N. Tot de categorie samenwonenden met gezinslast A behoren: de werklozen die samenwonen met een echtgeno(o)t(e) of partner die noch over beroepsinkomsten (niet meer dan BEF 1 ) noch over een vervangingsinkomen beschikt (niet meer dan BEF in geval van een pensioen, arbeidsongeval, beroepsziekte of uitkering aan oorlogsslachtoffer), de werklozen die niet samenwonen met een echtgeno(o)t(e) of een partner maar uitsluitend: - met kinderen op voorwaarde dat zij voor tenminste één kind kinderbijslag ontvangen - met kinderen die geen beroepsinkomsten of vervangingsinkomens hebben (niet meer dan BEF) - met kinderen en met andere verwanten tot en met de derde graad op voorwaarde dat de werkloze voor minstens één kind kinderbijslag geniet en dat de andere verwanten over geen beroeps-of vervangingsinkomens genieten (voor pensioenen van ascendenten niet meer dan BEF) - met verwanten tot en met de dere graad die geen van allen over beroeps- of vervangingsinkomsten beschikken (voor pensioenen van ascendenten niet meer dan BEF) de werklozen die alleen wonen maar die onderhoudsgeld verschuldigd zijn of van wie de echtgeno(o)t(e) gemachtigd is in toepassing van artikel 221 van het Burgerlijk Wetboek geldsommmen te ontvangen die verschuldigd zijn aan de werkloze de werklozen die ongeacht hun gezinssituatie behoren tot speciale categorieën als de erkende havenarbeiders, de voormalige scheepsherstellers in de haven van Antwerpen (tot ), de erkende zeevissers, de kolenlossers, de werknemers die nachtarbeid in ploegendienst hebben verricht (voordeel van A voor maximum 5 jaar, CAO 46). De werklozen die tot categorie gezinshoofd A behoren ontvangen gedurende de gehele periode van hun werkloosheid 60 % van het geplafonneerde laatste brutoloon dat zij voor hun werkloosheid verdienden of de forfaitaire minimumuitkering voor gezinshoofden toegelaten op basis van studies. 1 de bedragen in dit punt vermeld zijn van toepassing op ste deel
5 Tot de categorie alleenstaanden N behoren de werklozen die alleen wonen of met één of meerdere personen, waarmee zij geen gemeenschappelijke huishoudelijke belangen hebben, onder hetzelfde dak wonen. Zij ontvangen enkel gedurende het eerste jaar van hun werkloosheid 60 % van het geplafonneerde brutoloon. Vanaf het tweede jaar hebben deze werklozen recht op 42 % 2 van hun brutoloon. Indien zij schoolverlater zijn ontvangen zij gedurende gans de duur van hun werkloosheid een van hun leeftijd afhankelijke uitkering die maximum BEF kan bedragen. Tot de categorie samenwonenden zonder gezinslast B behoren de werklozen die noch tot categorie A noch tot categorie N behoren. Zij hebben recht op 55 % van het geplafonneerde laatste loon gedurende het eerste jaar. Gedurende de eerste 3 maanden van het volgende jaar, eventueel verlengd met 3 maanden per jaar arbeid in loondienst, ontvangen zij 35 % van het geplafonneerde laatste brutoloon. Daarna ontvangen zij een forfaitaire uitkering die BEF per maand bedraagt. De samenwonende schoolverlaters zonder gezinslast ontvangen naargelang van hun gezinstoestand en van hun leeftijd een forfaitaire uitkering die maximum BEF bedraagt. De categorieën A en N zijn de categorieën die toelaten het minste inkomensverlies te lijden. Indien er voorheen een arbeidsinkomen was laten deze categorieën toe dat inkomen het beste te verzekeren. En in ieder geval kan in deze categorieën de beginuitkering het best bewaard blijven. De categorie B daarentegen is een categorie die wat betreft behoud van het inkomen op alle vlakken nadeliger is. Er is een lagere vervangingsratio dan voor beide andere categorieën: 55 % gedurende de eerste periode, 35 % gedurende de tweede periode en een forfaitaire uitkering in een derde periode die geen band meer heeft met het voormalige arbeidsinkomen. In deze laatste periode kunnen deze werklozen bovendien uitgesloten worden wegens langdurige werkloosheid indien zij geen geen 20 jaar arbeidsprestaties in hun beroepsverleden kunnen bewijzen of geen 33 % arbeidsongeschiktheid hebben. Dit is niet het geval voor de twee andere categorieën. Er werd geen rekening gehouden met in- en uitstroom van categorieën in de werkloosheid waarbij de gezinstoestand niet gekend is of waarbij de gezinstoestand geen invloed heeft op het uitgekeerde bedrag. Deze groep bestaat voor het grootste deel uit werklozen die tijdelijk geen recht op een uitkering hebben. Voor een niet onaanzienlijk gedeelte kan zij ook betrekking hebben op werklozen die een uitkering ontvangen onafhankelijk van de gezinstoestand. Dit is o.m. het geval bij de werklozen die vrijstelling genieten omwille van familiale of sociale moeilijkheden. Een ander zeer klein gedeelte van deze groep bestaat uit werklozen die voor maximaal 3 maanden hun recht van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte naar België uitvoeren Onderhavige studie heeft enkel betrekking op wijzigingen van de gezinstoestand tijdens volledige werkloosheid. Zij omvat niet de nieuwe instroom in een bepaalde gezinstoestand van bijvoorbeeld werklozen die voor de eerste maal werkloos worden. Ook omvatten ze niet de werklozen die opnieuw werkloos worden na 3 maanden of meer arbeidsprestaties te hebben geleverd of na 3 maanden of meer geen werkloosheidsuitkeringen te hebben genoten omwille van een uitsluiting van onbepaalde duur. De termen in- en uitstroom in deze tabellen hebben dus geen betrekking op de totale in- en uitstroom voor de gezinscategorieën. De studie legt ook niet de band met het aandeel van de verschillende gezinscategorieën in de totale werklozenpopulatie, tenzij zijdelings Aangezien de tabellen enkel wijzigingen aangeven tijdens werkloosheid is het totaal aantal wijzigingen enerzijds gelijk aan de totale instroom en anderzijds aan de totale uitstroom. Een wijziging houdt per definitie de overgang in van de ene gezinscategorie naar de andere, zodat de uitstroom uit de ene de instroom in de andere vormt. De meeste tabellen zijn opgesteld in de vorm van kruistabellen: in de rijen leest men de uitstroom per gezinscategorie af; in de kolommen de instroom. De uitstroom van A naar B leest men bijvoorbeeld af in het vak waar de eerste rij onder A gekruist wordt met de tweede kolom onder B De tabellen onderzoeken enkel de maanden september in de jaren 1994, 1995, 1996 en 1997 en maken daar een gemiddelde van: het maandgemiddelde van de septembermaanden in de periode Omdat er geen andere maanden in het onderzoek betrokken zijn is wel enige voorzichtigheid geboden bij de extrapolatie van de onderzoeksresultaten naar andere maanden of naar een gans jaar. 2 vanaf 04/1999 op 43 % gebracht Maart 1999
6 2.Onderzoek van de gegevens Tabel 1 wijzigingen in de gezinstoestand: absolute cijfers September 1994 Mannen Vrouwen Totaal Uit In In In A B N Totaal A B N Totaal A B N Totaal uit uit uit A B N Totaal in September 1995 Mannen Vrouwen Totaal Uit In In In A B N Totaal A B N Totaal A B N Totaal uit uit uit A B N Totaal in September 1996 Mannen Vrouwen Totaal Uit In In In A B N Totaal A B N Totaal A B N Totaal uit uit uit A B N Totaal in September 1997 Mannen Vrouwen Totaal Uit In In In A B N Totaal A B N Totaal A B N Totaal uit uit uit A B N Totaal in ste deel
7 gemiddelde Mannen Vrouwen Totaal Uit In In In A B N Totaal A B N Totaal A B N Totaal uit uit uit A B N Totaal in Gemiddeld werden er wijzigingen genoteerd voor de septembermaanden van 1994, 1995, 1996 en Geëxtrapoleerd op jaarbasis zou dat betekenen dat er zich iets meer dan wijzigingen in de gezinstoestand voordoen tijdens werkloosheid. De helft van de wijzigingen (4 251 gevallen) heeft betrekking op het verlaten van de gezinstoestand van samenwonende zonder gezinslast (aangeduid met B). Vervolgens komen de instroom in de gezinstoestand van samenwonende met gezinslast A (3 149 gevallen) en de instroom in samenwonende zonder gezinslast B (2 709 gevallen). Er zijn gemiddeld bijna evenveel wijzigingen bij de mannen als bij de vrouwen (4 164 tegen 4 253), maar het is opvallend dat dit het resultaat is van een sterkere stijging bij de mannen in de laatste twee jaar. De eerste twee jaren 1994 en 1995 waren de wijzigingen bij de vrouwen talrijker dan bij de mannen. Tijdens de jaren 1996 en 1997 waren de wijzigingen bij de mannen evenwel talrijker. Tabel 2 wijzigingen in de gezinstoestand, evolutie: 1994 = 100 September 1994 Mannen vrouwen totaal Uit In In In A B N totaal A B N totaal A B N totaal uit uit uit A B N Totaal in September 1995 Mannen Vrouwen Totaal Uit In In In A B N Totaal A B N Totaal A B N Totaal uit uit uit A B N Totaal in Maart 1999
8 September 1996 Mannen Vrouwen Totaal Uit In In In A B N Totaal A B N Totaal A B N Totaal uit uit uit A B N Totaal in September 1997 Mannen Vrouwen Totaal Uit In In In A B N Totaal A B N Totaal A B N Totaal uit uit uit A B N Totaal in gemiddelde Mannen Vrouwen Totaal Uit In In In A B N Totaal A B N Totaal A B N Totaal uit uit uit A B N Totaal in De gemiddelde stijging sinds september 1994 bedraagt bijna 8 % De uitschieter is september 1995 met een stijging van 15 % tegenover september 1994 In die maand werden extra groeipercentages opgetekend voor bepaalde wijzigingen. Zo steeg in die maand de instroom met 20 % in de gezinscategorieën B en N bij de mannen en in A bij de vrouwen. Bij de uitstroom valt het hoge stijgingspercentage op uit de gezinscategorie N voor beide geslachten: 29 % bij de mannen en 24 % bij de vrouwen. Het is opvallend dat bij de mannen dit elan verder gaat in 1996 en 1997 (stijgingen met 24 en 17 % vergeleken met 1994) terwijl het aantal wijzigingen bij de vrouwen daalt tot 6 % onder het niveau van 1994 in 1996 en terugkeert tot het niveau van 1994 in Globaal gezien heeft dit als resultaat dat het aantal wijzigingen bij de mannen met gemiddeld 14 % steeg en bij de vrouwen slechts met 2 % zodat men kan gewagen van een inhaalbeweging bij de mannen. De grootste gemiddelde stijging bij de mannen deed zich met percentages van 23 en 20 % voor in de uitstroom uit N en de instroom in B. Beide zijn trouwens gelinkt want de uitstroom uit N is vooral naar B gestegen (33 %) en in veel mindere mate naar A (15 %). Bij de vrouwen daarentegen doet zich het tegenovergestelde verschijnsel voor: gemiddeld meer aangroei van de uitstroom van N naar A (+ 6 %) dan van N naar B (+ 1 %), maar tegen de achtergrond van een permanent grotere uitstroom van N naar B. 1 ste deel
9 Tabel 3 wijzigingen in de gezinstoestand in % van het totaal per geslacht Mannen September 1994 A % tot. B % tot. N % tot. % tot. mannen mannen mannen mannen A B N Totaal in September 1995 A % tot. B % tot. N % tot. % tot. mannen mannen mannen mannen A B N Totaal in September 1996 A % tot. B % tot. N % tot. % tot. mannen mannen mannen mannen A B N Totaal in September 1997 A % tot. B % tot. N % tot. % tot. mannen mannen mannen mannen A B N Totaal in gemiddelde A % tot. B % tot. N % tot. % tot. mannen mannen mannen mannen A B N Totaal in Maart 1999
10 Gemiddeld doet de helft van de wijzigingen zich voor als uitstroom uit de gezinscategorie B en de andere helft bijna gelijk verdeeld als uitstroom uit A en N. Bekeken vanuit het oogpunt van de instroom doet zich gemiddeld slechts goed één vierde voor in B (27 %) en 35 tot 38 % in N en A. Dit betekent dat de uitstroom uit B bijna dubbel zo groot is als de instroom, terwijl voor A en N een tegengesteld fenomeen zich voordoet: daar is de instroom duidelijk groter dan de uitstroom. Vrouwen September 1994 A % tot. B % tot. N % tot. % tot. vrouwen vrouwen vrouwen vrouwen A B N Totaal in September 1995 A % tot. B % tot. N % tot. % tot. vrouwen vrouwen vrouwen vrouwen A B N Totaal in September 1996 A % tot. B % tot. N % tot. % tot. vrouwen vrouwen vrouwen vrouwen A B N Totaal in September 1997 A % tot. B % tot. N % tot. % tot. vrouwen vrouwen vrouwen vrouwen A B N Totaal in ste deel
11 gemiddelde A % tot. B % tot. N % tot. % tot. vrouwen vrouwen vrouwen vrouwen A B N Totaal in Ook bij de vrouwen stroomt gemiddeld de helft uit B, maar de overige uitstroom is niet zoals bij de mannen gelijk verdeeld over A en N. Uit A stroomt 31 % en uit N slechts 19 %. Wat de instroom betreft stroomt zoals bij de mannen 37 % in A, maar slechts 26 % in N. In vergelijking met de mannen stromen er minder vrouwen uit de gezinstoestand van alleenstaande, maar er stromen er eveneens minder in. Bij de mannen bevindt zich de geringste instroom in B, bij de vrouwen in N. Totaal September 1994 A % tot. B % tot. N % tot. % tot. totaal totaal totaal totaal A B N Totaal in September 1995 A % tot. B % tot. N % tot. % tot. totaal totaal totaal totaal A B N Totaal in September 1996 A % tot. B % tot. N % tot. % tot. totaal totaal totaal totaal A B N Totaal in Maart 1999
12 September 1997 A % tot. B % tot. N % tot. % tot. totaal totaal totaal totaal A B N Totaal in gemiddelde A % tot. B % tot. N % tot. % tot. totaal totaal totaal totaal A B N Totaal in Op het niveau van het totaal komt meer dan de helft van de uitstroom van B. Daarna volgt A met 28 % en N met 22 %. De instroom is structureel anders verdeeld. De grootste instroom komt in A met 37 %. Daarna volgen B met 32 % en N met 30 %. 1 ste deel
13 Studies Wijzigingen van gezinstoestand tijdens volledige werkloosheid April 1999
14 Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel II. Deel I omvatte Inleiding 1. Principes 2. Vaststellingen - Absoluut aantal wijzigingen (tabel 1) - Evolutie: 1994 = 100 (tabel 2) - Aantal wijzigingen in % van het totaal per geslacht (tabel 3) Deel II omvat Vaststellingen vervolg 1 - Uitstroom in % van totaal van de uitstroom per gezinscategorie en per geslacht (tabel 4) - Instroom in % van totaal van de instroom per gezinscategorie en geslacht (tabel 5) Hieronder vindt u de inhoud van de twee laatste delen Deel III zal omvatten Vaststellingen vervolg 2 - Verhouding tussen de geslachten per gezinscategorie in % (tabel 6) - Wijzigingen in % van het algemeen totaal (mannen + vrouwen) (tabel 7) Deel IV zal omvatten Vaststellingen vervolg 3 - Balans in- en uitstroom per gezinscategorie en geslacht in absolute cijfers - gemiddelde (tabel 8) - Balans in- en uitstroom per gezinscategorie en geslacht in % van het totaal aantal wijzigingen per geslacht (tabel 9) - Wijzigingen in geval van wacht- en overbruggingsuitkeringen - gemiddelde : aandeel in totaal aantal wijzigingen per gezinscategorie en geslacht in % (tabel 10) - Wijzigingen in geval van wacht- en overbruggingsuitkeringen - gemiddelde : balans in- en uitstroom per gezinscategorie en geslacht in % van het totaal aantal wijzigingen per geslacht (tabel 11) 3. Belangrijkste besluiten 2 de deel
15 Wijzigingen van gezinstoestand tijdens volledige werkloosheid 2 de deel April 1999
16 Tabel 4: Wijzigingen in de gezinstoestand in% van de uitstroom per gezinscategorie en per geslacht Mannen September 1994 A % totaal B % totaal N % totaal % totaal uit uit uit uit A B N Totaal in September 1995 A % totaal B % totaal N % totaal % totaal uit uit uit uit A B N Totaal in September 1996 A % totaal B % totaal N % totaal % totaal uit uit uit uit A B N Totaal in September 1997 A % totaal B % totaal N % totaal % totaal uit uit uit uit A B N Totaal in gemiddelde A % totaal B % totaal N % totaal % totaal uit uit uit uit A B N Totaal in de deel
17 Het hoogste gemiddelde percentage over de ganse periode merkt men op voor de uitstroom van A naar B met 63% van de totale uitstroom uit A. Dit wil zeggen dat mannen die gezinshoofd zijn meer dan 60% kans hebben samenwonend zonder gezinslast te worden als zij deze categorie verlaten tijdens werkloosheid. De globale uitstroom uit de categorie A is evenwel in absoluut aantal de helft lager dan de globale uitstroom uit de catgorie B. Vanuit deze laatste toestand heeft men als man evenveel kans gezinshoofd als alleenstaande te worden. En als men de gezinscategorie van alleenstaande vaarwel zegt heeft men als man eveneens bijna evenveel kans om samenwonende zonder gezinslast (49%) als samenwonende met gezinslast (51%) te worden. De uitstroom doet zich vooral voor van B naar A en N. Het laagste uitstroompercentage is dat van A naar N (37%). Vrouwen September 1994 A % totaal B % totaal N % totaal % totaal uit uit uit uit A B N Totaal in September 1995 A % totaal B % totaal N % totaal % totaal uit uit uit uit A B N Totaal in September 1996 A % totaal B % totaal N % totaal % totaal uit uit uit uit A B N Totaal in September 1997 A % totaal B % totaal N % totaal % totaal uit uit uit uit A B N Totaal in April 1999
18 gemiddelde A % totaal B % totaal N % totaal % totaal uit uit uit uit A B N Totaal in Net als bij de mannen is het hoogste gemiddelde uitstroompercentage dat van A naar B, nl. 80% van alle uitstroom uit A, wat nog een stuk meer is dan bij de mannen. Vrouwen die de gezinscategorie van gezinshoofd verlaten worden dus vier keren op vijf samenwonende zonder gezinslast. Van de uitstroom uit B gaat 60% naar A wat een groter percentage is dan bij de mannen. In tegenstelling met de mannen is er geen grote uitstroom van categorie alleenstaande N naar gezinshoofd A, wel van N naar categorie samenwonende zonder gezinslast B (64% van de uitstroom uit N). Als zij de toestand van alleenstaande verlaten worden vrouwen veel frequenter dan mannen samenwonende zonder gezinslast. Het laagste gemiddelde uitstroompercentage vindt men voor de uitstroom van A naar N (slechts 20% van de totale uitstroom uit A). Men kan dus besluiten dat vrouwen en mannen, maar vrouwen meer uitgesproken dan mannen, samenwonend zonder gezinslast worden als zij de categorie van gezinshoofd verlaten. Omgekeerd, wanneer zij de toestand van samenwonende zonder gezinslast verlaten worden beide geslachten in de eerste plaats gezinshoofd. Zowel voor mannnen als voor vrouwen is er ook een laag uitstroompercentage van A naar N, maar voor de vrouwen is dit extra laag (20% tegen 37%). Daar houdt de gelijkenis tussen beide geslachten op. Want bij de mannen is de kans om gezinshoofd te worden als men de gezinscategorie van alleenstaande verlaat iets groter (51%) dan de kans om samenwonende zonder gezinslast B te worden (49%), terwijl bij de vrouwen de kans om van alleenstaande N gezinshoofd te worden slechts 36% is. Totaal September 1994 A % totaal B % totaal N % totaal % totaal uit uit uit uit A B N Totaal in September 1995 A % totaal B % totaal N % totaal % totaal uit uit uit uit A B N Totaal in de deel
19 September 1996 A % totaal B % totaal N % totaal % totaal uit uit uit uit A B N Totaal in September 1997 A % totaal B % totaal N % totaal % totaal uit uit uit uit A B N Totaal in gemiddelde A % totaal B % totaal N % totaal % totaal uit uit uit uit A B N Totaal in Het hoogste uitstroompercentage is dat van A naar B (gemiddeld 73%). In drie gevallen op vier worden gezinshoofden dus samenwonenden zonder gezinslast. Omgekeerd worden samenwonenden zonder gezinslast maar in 55% van de gevallen gezinshoofd. Dit is evenwel nog altijd een hoog uitstroompercentage en bovendien ligt het daarmee overeenstemmend cijfer van het absoluut aantal veel hoger dan de uitstroom van A naar B. Ook alleenstaanden worden, als zij deze categorie verlaten, in 55% van de gevallen samenwonend zonder gezinslast. Het laagste uitstroompercentage met 27% is dat van A naar N. Dit wil zeggen dat relatief weinig samenwonenden met gezinslast daarna alleenstaand worden. Wanneer we nu de globale uitstroompercentages bekijken in de tabel totaal en dan vergelijken tussen mannen en vrouwen, dan blijkt dat gemiddeld 51% van de uitstroom uit B komt, met praktisch geen verschil tussen mannen en vrouwen (51 en 50%). Uit A komt 28% van de uitstroom, maar hier met een duidelijk verschil tussen mannen en vrouwen: bij de mannen vertegenwoordigt deze uitstroom slechts 24% van het totaal, bij de vrouwen reeds 31%. De uitstroom uit N tenslotte vertegenwoordigt 22%. Maar relatief meer mannen dan vrouwen (25% tegen 19%) verlaten de gezinscategorie van alleenstaande. April 1999
20 Tabel 5: Wijzigingen in de gezinstoestand in% van de instroom per categorie en per geslacht Mannen September 1994 A % totaal B % totaal N % totaal in in in A B N Totaal in % Totaal in September 1995 A % totaal B % totaal N % totaal in in in A B N Totaal in % Totaal in September 1996 A % totaal B % totaal N % totaal in in in A B N Totaal in % Totaal in September 1997 A % totaal B % totaal N % totaal in in in A B N Totaal in % Totaal in de deel
21 gemiddelde A % totaal B % totaal N % totaal in in in A B N Totaal in % Totaal in Globaal gebeurt de instroom voor 38% in A en voor 35% in N. De instroom in B bedraagt gemiddeld maar 27%, maar is doorheen de jaren wel licht gestegen van 26% in 1994 naar 29% in De hoogste instroompercentages vindt men in N en in A komende van B. Herinneren we eraan dat zowel de gezinscategorie alleenstaande als die van gezinshoofd categorieën zijn met uitkeringen aan een hogere vervangingsratio die minder degressief in de tijd zijn dan categorie B. Drie vierden van de instroom in N (74%) en twee derden van die in A (66%) komt van B. Voor wat de instroom in B betreft die globaal lager is dan in de twee andere komt 55% van de categorie gezinshoofd en 45% van de categorie alleenstaande. Het laagste instroompercentage is dat in N komende van A, nl. 26%. Slechts één vierde van de mannen die de categorie van alleenstaande vervoegen doen dat vanuit een situatie van gezinshoofd. Vrouwen September 1994 A % totaal B % totaal N % totaal in in in A B N Totaal in % Totaal in September 1995 A % totaal B % totaal N % totaal in in in A B N Totaal in % Totaal in September 1996 A % totaal B % totaal N % totaal in in in A B N Totaal in % Totaal in April 1999
22 September 1997 A % totaal B % totaal N % totaal in in in A B N Totaal in % Totaal in gemiddelde A % totaal B % totaal N % totaal in in in A B N Totaal in % Totaal in Gemiddeld over de beschouwde periode stroomt er evenveel in de categorie van gezinshoofd A als in die van samenwonend zonder gezinslast B, nl. 37% van de totale instroom. In de categorie van alleenstaande N stroomt maar 26% in. De instroom in de categorie van gezinshoofd is dus vergelijkbaar met die van de mannen. Terwijl men bij de mannen een bijna gelijkmatige instroom merkt in A en in N, merkt men bij de vrouwen een gelijkmatige instroom in A en B. In tegenstelling met de mannen is er dus bij de vrouwen ook een relatief grote instroom in de categorie van samenwonende zonder gezinslast B. Net als bij de mannen maar nog meer uitgesproken wordt de instroom in de categorieën A en N gevoed door de categorie samenwonenden zonder gezinslast (B) voor respectievelijk 81 en 77%. En ook de instroom in de categorie van samenwonenden (B) komt meer uitgesproken dan dit het geval was bij de mannen van A, nl. 67%. De laagste instroompercentages vindt men van N in A (19%) en van A in N (23%). Totaal September 1994 A % totaal B % totaal N % totaal in in in A B N Totaal in % Totaal in September 1995 A % totaal B % totaal N % totaal in in in A B N Totaal in % Totaal in de deel
23 September 1996 A % totaal B % totaal N % totaal in in in A B N Totaal in % Totaal in September 1997 A % totaal B % totaal N % totaal in in in A B N Totaal in % Totaal in gemiddelde A % totaal B % totaal N % totaal in in in A B N Totaal in % Totaal in Globaal en gemiddeld over de ganse periode gezien bevindt de grootste instroom zich in A met 37%. Vervolgens komt de instroom in B met 32% en tenslotte op een bijna even hoog niveau de instroom in N met 30% van de totale instroom. Drie vierde van de instroom in A en N komt van B (74 en 75%). De instroom in deze voordelige categorieën wordt dus vooral gevoed door werklozen die hun statuut van samenwonende zonder gezinslast opgeven. De categorie B die met dit laatste statuut samengaat biedt minder waarborgen voor het behoud van het vroegere inkomen. Toch is er ook een aanzienlijke instroom in de categorie B die voor 62% afkomstig is van A. April 1999
24 2 de deel
25 Studies Wijzigingen van gezinstoestand tijdens volledige werkloosheid Mei 1999
26 Voorwoord Deze studie zal in 4 delen worden gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel III. Deel I omvatte Inleiding 1. Principes 2. Vaststellingen - Absoluut aantal wijzigingen (tabel 1) - Evolutie: 1994 = 100 (tabel 2) - Aantal wijzigingen in % van het totaal per geslacht (tabel 3) Deel II omvatte Vaststellingen vervolg 1 - Uitstroom in % van totaal van de uitstroom per gezinscategorie en per geslacht (tabel 4) - Instroom in % van totaal van de instroom per gezinscategorie en geslacht (tabel 5) Deel III omvat Vaststellingen vervolg 2 - Verhouding tussen de geslachten per gezinscategorie in % (tabel 6) - Wijzigingen in % van het algemeen totaal (mannen + vrouwen) (tabel 7) Hieronder vindt u de inhoud van het vierde en laatste deel Deel IV zal omvatten Vaststellingen vervolg 3 - Balans in- en uitstroom per gezinscategorie en geslacht in absolute cijfers - gemiddelde (tabel 8) - Balans in- en uitstroom per gezinscategorie en geslacht in % van het totaal aantal wijzigingen per geslacht (tabel 9) - Wijzigingen in geval van wacht- en overbruggingsuitkeringen - gemiddelde : aandeel in totaal aantal wijzigingen per gezinscategorie en geslacht in % (tabel 10) - Wijzigingen in geval van wacht- en overbruggingsuitkeringen - gemiddelde : balans in- en uitstroom per gezinscategorie en geslacht in % van het totaal aantal wijzigingen per geslacht (tabel 11) 3. Belangrijkste besluiten 3 de deel
27 Wijzigingen van gezinstoestand tijdens volledige werkloosheid 3 de deel Mei 1999
28 Tabel 6: Wijzigingen in de gezinstoestand: verhouding tussen de geslachten in % per categorie Van de wijzigingen in de gezinstoestand doet gemiddeld 49% zich voor bij mannen en 51% bij vrouwen. Nochtans is er een inhaalbeweging bij de mannen. In het begin leverden zij 47% van de wijzigingen en in 1997 is er een fifty-fifty-verhouding. In september 1996 haalden zij zelfs 53% van de wijzigingen. Wanneer we nu de gemiddelde waarden bekijken over de 4 septembermaanden dan kunnen we nagaan in welke onderdelen mannen of vrouwen gemiddeld onder- of oververtegenwoordigd zijn. Mannen September 1994 A Aandeel % B Aandeel % N Aandeel % Aandeel % A B N Totaal in September 1995 A Aandeel % B Aandeel % N Aandeel % Aandeel % A B N Totaal in September 1996 A Aandeel % B Aandeel % N Aandeel % Aandeel % A B N Totaal in September 1997 A Aandeel % B Aandeel % N Aandeel % Aandeel % A B N Totaal in gemiddelde A Aandeel % B Aandeel % N Aandeel % Aandeel % A B N Totaal in de deel
29 Globaal gezien zijn de mannen ondervertegenwoordigd in de uitstroom uit de situatie van gezinshoofd A (43%) en in de instroom in de situatie van samenwonende zonder gezinslast B met 42%. Zij zijn oververtegenwoordigd in de in- en de uitstroom voor alleenstaanden N met telkens 56%. De mannen zijn fel ondervertegenwoordigd in enkele specifieke verschuivingen, nl. die van gezinshoofd in samenwonend zonder gezinslast (van A naar B) met slechts 37% en ook in de omgekeerde richting van samenwonend naar gezinshoofd (van B naar A), maar hier is hun aandeel reeds wat hoger met 45%. Oververtegenwoordigd zijn ze dan weer voor de specifieke verschuivingen van alleenstaande (N) naar gezinshoofd (A), waarvan ze 65 % voor hun rekening nemen. Opvallend is ook hun oververtegenwoordiging in de verschuivingen van gezinshoofd (A) naar alleenstaande (N) en van samenwonende zonder gezinslast (B) naar alleenstaande (N), waarvan ze respectievelijk 59% en 55% voor hun rekening nemen. Het patroon dat zich hier aftekent is dat ze het grootste deel van de wijzigingen voor zich nemen die verband houden met alleenstaande: van N naar A, maar ook van A en B naar N. Vrouwen September 1994 A Aandeel % B Aandeel % N Aandeel % Aandeel % A B N Totaal in September 1995 A Aandeel % B Aandeel % N Aandeel % Aandeel % A B N Totaal in September 1996 A Aandeel % B Aandeel % N Aandeel % Aandeel % A B N Totaal in September 1997 A Aandeel % B Aandeel % N Aandeel % Aandeel % A B N Totaal in Mei 1999
30 Daar waar de mannen hoog scoren zullen de vrouwen laag scoren en omgekeerd. Globaal gezien zijn vrouwen dus ondervertegenwoordigd in de wijzigingen die verband houden met de toestand van alleenstaande: zowel voor de in- als voor de uitstroom hebben ze hier en aandeel van 44% gemiddeld over de bestudeerde septembermaanden. Zij zijn dan weer oververtegenwoordigd in de uitstroom uit de categorie van gezinshoofd A en voor de instroom in de categorie van samenwonende zonder gezinslast B met respectievelijk 57% en 58%. Opmerkelijk hoge aandelen hebben zij in de specifieke verschuivingen van gezinshoofd in samenwonend zonder gezinslast (van A naar B) en omgekeerd van samenwonend in gezinshoofd (van B naar A) met respectievelijk 63% en 55%. Opmerkelijk lage aandelen noteert men van gezinshoofd en samenwonend zonder gezinslast naar alleenstaande (van A en B naar N) met respectievelijk 41 en 45% en van alleenstaande naar gezinshoofd ( van N naar A) met 35%. Besluiten Globaal is er nagenoeg gelijkheid tussen de geslachten qua aantal wijzigingen, maar er zijn specifieke patronen voor bepaalde wijzigingen. Evenveel mannen als vrouwen komen in de categorie gezinshoofd (A) terecht en evenveel mannen als vrouwen verlaten de categorie samenwonende zonder gezinslast (B). Vrouwen zijn het talrijkst om de categorie van gezinshoofd (A) op te geven en om samenwonend zonder gezinslast (B) te worden. Mannen hebben het overwicht zowel om alleenstaande (N) te worden als om deze categorie te verlaten. Tabel 7: Wijzigingen in de gezinstoestand in % van het algemeen totaal (mannen + vrouwen) Deze tabel laat toe de wijzigingen te bestuderen in functie van hun omvang in verhouding tot het totaal aantal wijzigingen voor beide geslachten samen. Zo kunnen zij bijdragen om de fenomenen die reeds in andere tabellen zichtbaar werden nog beter in te schatten. Mannen September 1994 A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot. A B N Totaal in September 1995 A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot. A B N Totaal in September 1996 A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot. A B N Totaal in de deel
31 September 1997 A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot. A B N Totaal in gemiddelde A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot. A B N Totaal in De grootste percentages voor de mannen vindt men bij de uitstroom uit categorie B die gemiddeld één vierde bedraagt van het totaal, bij de instroom in categorie A die nagenoeg één vijfde bedraagt van het totaal en bij de instroom in categorie N die 17% bedraagt van het totaal. De laagste cijfers betreffen de uitstroom uit A en N (telkens 12%) die nog niet de helft in omvang zijn als de uitstroom uit B. Ook de instroom in categorie B is met 14% bijna de helft kleiner dan de uitstroom uit deze categorie. De grote uittreding uit de categorie van samenwonenden zonder gezinslast (B) gaat gepaard met een lagere uitstroom uit de categorieën van gezinshoofd A en alleenstaande N en een lagere instroom in de categorie B. De uitstroom van 25% uit B is netjes verdeeld over A en N met respectievelijk 12 en 13%. Vrouwen September 1994 A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot. A B N Totaal in September 1995 A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot. A B N Totaal in September 1996 A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot. A B N Totaal in Mei 1999
32 September 1997 A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot. A B N Totaal in gemiddelde A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot. A B N Totaal in Net als bij de mannen is de uitstroom uit categorie B bij de vrouwen met gemiddeld één vierde van het totaal relatief de grootste waarde. Daarbij wordt deze uitstroom evenwel vooral gericht naar A (15%) en in mindere mate naar N (10%). Net als bij de mannen is er ook een instroom in A die nagenoeg één vijfde bedraagt van het totaal aantal wijzigingen. Tot daar enkele gelijkenissen. Men noteert bij de vrouwen echter een belangrijkere instroom in de categorie van samenwonende B die even groot in omvang is als de instroom in de categorie A, nl. bijna één vijfde. De uitstroom uit A (16%) is ook belangrijker dan de uitstroom uit N (10%). De vrouwen treden dus evenveel als de mannen in de categorie van gezinshoofd A, maar in tegenstelling met de mannen gaan zij in even grote mate over naar de categorie van samenwonende zonder gezinslast B. Totaal September 1994 A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot. A B N Totaal in September 1995 A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot. A B N Totaal in September 1996 A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot. A B N Totaal in de deel
33 September 1997 A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot. A B N Totaal in gemiddelde A % Alg. tot. B % Alg. tot. N % Alg. tot. % Alg. tot. A B N Totaal in Het globaal resultaat voor beide geslachten samen is dat de uitstroom uit categorie B met gemiddeld 51% overheerst. De rest van de uitstroom doet zich voor met 28% bij A en met 22% bij N. De instroom is omwille van hoger beschreven fenomenen beter verdeeld waarin categorie A 37% van de instroom opvangt, categorie B 32% en categorie N 30%. Het is opvallend dat de instroom in de categorie van alleenstaande bijna even groot is als de instroom in de categorie samenwonend zonder gezinslast die maatschappelijk gezien toch het meest voorkomt (tweeverdienersgezinnen). Ook in de totale populatie van volledig werklozen komt dat gezinstype het meeste voor (gemiddeld 54% over de laatste 7 jaren tegen 15% voor alleenstaanden). De instroom in de categorie alleenstaande N is voor meer dan drie vierde afkomstig van de gezinscategorie samenwonende B. De hoge instroom in N is gedeeltelijk te verklaren door het feit dat in de werkloosheid veel jonge schoolverlaters zitten, die na verloop van tijd het ouderlijk huis verlaten om alleen te gaan wonen (zie tabellen 10 en 11). Dit is een natuurlijk proces. De instroom in categorie A is nog hoger, terwijl ook deze gezinsvorm (éénverdieners- en éénoudergezinnen) niet het meeste voorkomt noch in de maatschappij noch in de ganse populatie van werklozen (30% gemiddeld over de laatste 7 jaren). De verhouding tot de algehele populatie van werklozen wordt evenwel in een andere studie uitgespit. Mei 1999
34 3 de deel
35 Studies Wijzigingen van gezinstoestand tijdens volledige werkloosheid Juni 1999
36 Voorwoord Deze studie wordt in 4 delen gepubliceerd in de RVA Stat info. In deze Stat info vindt u Deel IV Deel I omvatte Inleiding 1. Principes 2. Vaststellingen - Absoluut aantal wijzigingen (tabel 1) - Evolutie: 1994 = 100 (tabel 2) - Aantal wijzigingen in % van het totaal per geslacht (tabel 3) Deel II omvatte Vaststellingen vervolg 1 - Uitstroom in % van totaal van de uitstroom per gezinscategorie en per geslacht (tabel 4) - Instroom in % van totaal van de instroom per gezinscategorie en geslacht (tabel 5) Deel III omvatte Vaststellingen vervolg 2 - Verhouding tussen de geslachten per gezinscategorie in % (tabel 6) - Wijzigingen in % van het algemeen totaal (mannen + vrouwen) (tabel 7) Deel IV omvat Vaststellingen vervolg 3 - Balans in- en uitstroom per gezinscategorie en geslacht in absolute cijfers - gemiddelde (tabel 8) - Balans in- en uitstroom per gezinscategorie en geslacht in % van het totaal aantal wijzigingen per geslacht (tabel 9) - Wijzigingen in geval van wacht- en overbruggingsuitkeringen - gemiddelde : aandeel in totaal aantal wijzigingen per gezinscategorie en geslacht in % (tabel 10) - Wijzigingen in geval van wacht- en overbruggingsuitkeringen - gemiddelde : balans in- en uitstroom per gezinscategorie en geslacht in % van het totaal aantal wijzigingen per geslacht (tabel 11) 3. Belangrijkste besluiten 4 de deel
Focus. Loonkoppeling in de werkloosheidsuitkeringen
Focus Loonkoppeling in de werkloosheidsuitkeringen Inleiding De werknemer die werkloos wordt en toelaatbaar is op basis van arbeidsprestaties krijgt in toepassing van het verzekeringsprincipe een cijfercode
Nadere informatieInfoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Voor meer inlichtingen neem contact op met de plaatselijke RVA (werkloosheidsbureau). De adressen kunt u vinden in het telefoonboek of op de site: www.rva.be Infoblad
Nadere informatieSpotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 2 Evolutie van het aandeel van de werkloze gezinshoofden
Deze keer: Samenwonende werklozen met gezinslast Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht 1 Inleiding In de Belgische werkloosheidsverzekering houdt men, naast het voorheen verdiende loon, ook
Nadere informatieSpotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 2 Evolutie van het aandeel van de werkloze gezinshoofden
Deze keer: Samenwonende werklozen met gezinslast Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht 1 Inleiding In de Belgische werkloosheidsverzekering houdt men, naast het voorheen verdiende loon, ook
Nadere informatieProfiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013
Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die
Nadere informatieDe uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer
De uitkeringsgerechtigden ten laste van de RVA sedert 5 jaar en meer De uitkeringsgerechtigde volledig werklozen - nietwerkende werkzoekenden sedert 5 jaar en meer Gewoonlijk onderzoekt men de werkloosheid
Nadere informatieAnalyse van de uitkeringen voor volledige werkloosheid
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Keizerslaan 7-9 - 1000 Brussel Tel. 02 515 41 11 http://www.rva.fgov.be Analyse van de uitkeringen voor volledige werkloosheid Beschouwde statuten De onderzochte populatie
Nadere informatieSpotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie
Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding
Nadere informatieEvolutie van het aantal alleenwonenden in de volledige werkloosheid
Evolutie van het aantal alleenwonenden in de volledige werkloosheid 1 Inleiding Tijdens het laatste kwartaal 21 is het aantal alleenwonenden in de loop van de eerste vergoedingsperiode ( 1 jaar) aanzienlijk
Nadere informatieInfoblad - werknemers Wat is uw gezinstoestand?
Infoblad - werknemers Wat is uw gezinstoestand? Waarover gaat dit infoblad? In dit infoblad leggen we uit wat uw gezinstoestand als werkloze is. Eerst bespreken we de mogelijke situaties. Aan de hand van
Nadere informatieStudies. De werkloze vrijwillig deeltijdse werknemer: een profiel
Studies De werkloze vrijwillig deeltijdse werknemer: een profiel Inhoudstafel Inleiding... 3 1. Evolutie aantal werkloze vrijwillig deeltijdse werknemers volgens geslacht... 5. Evolutie van het aantal
Nadere informatieInfoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?
Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling? Waarover gaat dit infoblad? In dit infoblad leggen we uit hoe we het dagbedrag van uw werkloosheidsuitkering als volledig werkloze
Nadere informatieFinanciële werkgelegenheidsvallen. Rijksdienst voor arbeidsvoorziening Directie Statistieken en Publicaties Directie Studies
Financiële werkgelegenheidsvallen Ministerie van tewerkstelling en arbeid Rijksdienst voor arbeidsvoorziening Directie Statistieken en Publicaties Directie Studies Voorwoord Tijdens het afgelopen jaar
Nadere informatieInfoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Voor meer inlichtingen, gelieve contact op te nemen met uw RVA-kantoor. De adressen kunt u vinden in het telefoonboek of op de site : www.rva.be Infoblad - werknemers
Nadere informatie«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (1 ste deel)
«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (1 ste deel) Eerste deel Evolueert de werkloosheidsduur naargelang de leeftijd van de werkloze? Hoe groot is de kans
Nadere informatieAandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen. volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement
Aandeel van de gerechtigden op wachten overbruggingsuitkeringen in de volledige werkloosheid - analyse volgens arrondissement Inleiding In ons recent onderzoek betreffende de gerechtigden op wacht- en
Nadere informatieMeeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996
Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996 Inleiding Bij de pensioenhervorming van 1996 werd besloten de pensioenleeftijd van vrouwen in
Nadere informatieDe statuten deeltijdse arbeid in de werkloosheidsverzekering
De statuten deeltijdse arbeid in de werkloosheidsverzekering Inhoudstafel I. Wat wordt er onder deeltijdse arbeid verstaan in de werkloosheidsverzekering? II. III. IV. speciale items: Wat is een inkomensgarantieuitkering?
Nadere informatieStudies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse
Studies De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen Beschrijvende analyse van 1995 tot 1999 Inleiding Deze analyse heeft tot doel na 5 jaar een balans op te maken van het stelsel van de Plaatselijke
Nadere informatiesociale bijdragen en sociale uitkeringen op 1 juni 2001
Uitgegeven door het Algemeen Christelijk Vakverbond, Haachtsesteenweg 579, 1031 Brussel - Afgiftekantoor Brussel X sociale bijdragen en sociale uitkeringen op 1 juni 2001 taux et montants en droit du travail
Nadere informatieTijdskrediet Verklaring gezinstoestand van de werknemer
Tijdskrediet Verklaring gezinstoestand van de werknemer Voor zover nodig dient u dit formulier C1-CAO77bis in samen met uw aanvraagformulier C61-CAO77bis wanneer u gelijktijdig: - een volledig of halftijds
Nadere informatie«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel)
«Bestaat er een verband tussen de leeftijd van de werkloze en de werkloosheidsduur?» (2 de deel) Tweede deel In de vorige Stat info ging de studie globaal (ttz. alle statuten bijeengevoegd) over het verband
Nadere informatieEvolutie van de toestand op de arbeidsmarkt van een cohorte van werkzoekenden
Evolutie van de toestand op de arbeidsmarkt van een cohorte van werkzoekenden 1 Inleiding Dankzij de gegevens afkomstig van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid konden we de evolutie nagaan van de
Nadere informatieVrouwenraadinfofiche 2016
Vrouwenraadinfofiche 2016 Drie decennia deeltijds werk en de gevolgen voor vrouwen Evolutie deeltijdse arbeid De overheid en de sociale partners zijn deeltijds werk (gebaseerd op een deeltijdse arbeidsovereenkomst)
Nadere informatieTabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996
Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met
Nadere informatieFOCUS "Senioren en het OCMW"
FOCUS "Senioren en het OCMW" Nummer 11 Mei 2015 1. Inleiding In België leeft 15,1% van de bevolking onder de armoededrempel. Dit percentage ligt nog hoger binnen de leeftijdsgroep ouder dan 65 jaar. 18,4
Nadere informatieMOBILITEIT TUSSEN WERK EN NIET-WERK Hoofdstuk 11
MOBILITEIT TUSSEN WERK EN NIET-WERK Hoofdstuk 11 Maarten Tielens In het kader van de Europese werkgelegenheidsdoelstellingen tracht de regering zoveel mogelijk personen aan het werk te krijgen. In hoofdstuk
Nadere informatieDe vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).
In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.
Nadere informatieInfoblad - werknemers Hebt u recht op de anciënniteitstoeslag?
Infoblad - werknemers Hebt u recht op de anciënniteitstoeslag? Wat is de anciënniteitstoeslag? De anciënniteitstoeslag is een bedrag (toeslag) dat u vanaf een bepaalde leeftijd boven u gewone werkloosheidsuitkeringen
Nadere informatieDe jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA
De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.
Nadere informatieRecente evolutie van de verdeling naar gezinscategorie van werklozen
Recente evolutie van de verdeling naar gezinscategorie van werklozen Inhoudstafel 1 INLEIDING... 3 1.1 Werkloosheid en gezinssituatie... 3 1.2 De vergoedingsregeling van werklozen... 4 1.3 De controle
Nadere informatieII. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
2. Uitkeringen 2.0 Methodologische nota In de uitkeringsverzekering onderscheidt men vier prestaties, deelsectoren genoemd, met name de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid, invaliditeitsuitkeringen,
Nadere informatieVerdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin
Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1
Nadere informatieFOCUS Situatie vóór het leefloon
FOCUS Situatie vóór het leefloon Nummer 15 - juni 2016 2 1. Inleiding In België beschikken een heel aantal mensen niet over voldoende bestaansmiddelen of hebben zij vaak geen vaste verblijfplaats. Deze
Nadere informatieFOCUS : TOEKENNINGSDUUR
FOCUS : TOEKENNINGSDUUR 2013.2 1 De toekenningsduur: een nieuwe variabele van de POD Maatschappelijke Integratie 1. INLEIDING Onderzoek naar toekenningsduur binnen de Belgische bijstand werd eerder door
Nadere informatieGewaarborgd Inkomen: Luxe of noodzaak? Kempische Verzekeringskring. 22 oktober 2013 Dries Wouters
Gewaarborgd Inkomen: Luxe of noodzaak? Kempische Verzekeringskring 22 oktober 2013 Dries Wouters ERGO slide master 2010 1 Sociale zekerheid 2 Financiering van de sociale zekerheid Werknemers 3 Financiering
Nadere informatieDe federale cijfers betreffende de vergoede werklozen JANUARI 2014
De federale cijfers betreffende de vergoede werklozen JANUARI 2014 Klik onmiddellijk door naar: 1. Werkzoekende werklozen na voltijdse arbeid of na studies vergoed door de RVA 2. Werkzoekende werklozen
Nadere informatieInfoblad - werknemers Hebt u recht op de werkhervattingstoeslag?
Infoblad - werknemers Hebt u recht op de werkhervattingstoeslag? Belangrijke melding over de zesde staatshervorming De informatie in dit infoblad heeft betrekking op bevoegdheden die door de zesde staatshervorming
Nadere informatieDag van de Payroll Professional 2017 SWT: Stelsel van Werkloosheid met Bedrijfstoeslag
Dag van de Payroll Professional 2017 SWT: Stelsel van Werkloosheid met Bedrijfstoeslag 05-10-2017 I Saartje Brits Agenda 1. Wat is SWT 2. Voorwaarden 3. Inkomsten SWT 4. Bijdragen en inhoudingen 5. Vervangingsplicht
Nadere informatieFOCUS "RVA-SANCTIE EN DOORSTROOM NAAR DE OCMW'S"
FOCUS "RVA-SANCTIE EN DOORSTROOM NAAR DE OCMW'S" Nummer 8 Juli 2014 1. Inleiding De activering van het zoekgedrag naar werk is het geheel van acties die de RVA onderneemt om de inspanningen van werklozen
Nadere informatieBIJLAGEN. Deze lijst bevat de toelaatbaarheidsartikelen die zijn opgenomen in de zone AdmissibilityArticle.
BIJLAGEN Bijlage 1: Toelaatbaarheidsartikelen Deze lijst bevat de toelaatbaarheidsartikelen die zijn opgenomen in de zone AdmissibilityArticle. De tabel bevat een kolom die aangeeft of het vermelde artikel
Nadere informatieFOCUS. De springplank
FOCUS De springplank Nummer 19 Oktober 2017 1. Inleiding De vraag stelt zich dikwijls, of de activerings- en andere maatregelen die de OCMW s opzetten, een duurzaam effect hebben. Met andere woorden: hebben
Nadere informatieINHOUD AFDELING 1 GRONDSLAGEN VAN HET SOCIAAL STATUUT
INHOUD AFDELING 1 GRONDSLAGEN VAN HET SOCIAAL STATUUT HOOFDSTUK 1... 3 EEN SOCIAAL STATUUT VOOR ONTHAALOUDERS... 3 1. Inleiding... 3 2. De Belgische sociale zekerheid: hoe werkt dat?... 3 3. Is een onthaalouder
Nadere informatie1. Werkwijze Beschrijving van de steekproef Definitie van de RVA-uitkeringscategorie...2
Vergelijking tussen de RVA-uitkeringscategorie en de LIPROgezinspositie van de niet werkende werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen - december 2007 1. Werkwijze... 2 1.1 Beschrijving van
Nadere informatieAlgemene principes blijven
Nummer 3/2012 vrijdag 2 maart 2012 Wat verandert er aan het brugpensioen? Een aantal van de maatregelen opgenomen in het regeerakkoord zijn gericht op de verhoging van de tewerkstellingsgraad van oudere
Nadere informatie4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau
4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit
Nadere informatie10. Veel ouderen in de bijstand
10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van
Nadere informatieSamenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid
1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid
Nadere informatieTegemoetkomingen aan personen met een handicap
Tegemoetkomingen aan personen met een handicap Barema's vanaf 01.12.2012 SPILINDEX 119,62 (Jaarbedragen in euro) 1. De wet van 27 februari 1987 De wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen
Nadere informatiePendelarbeid tussen Gewesten en provincies
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere
Nadere informatieInfoblad - werknemers Hebt u recht op de opvanguitkering voor onthaalouders?
Infoblad - werknemers Hebt u recht op de opvanguitkering voor onthaalouders? Wat is een opvanguitkering? De opvanguitkering is een uitkering die de RVA toekent aan een onthaalouder, indien haar inkomsten
Nadere informatiePERSBERICHT Brussel, 20 december 2013
PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal
Nadere informatieInfoblad - werknemers Hebt u recht op de werkhervattingstoeslag?
Infoblad - werknemers Hebt u recht op de werkhervattingstoeslag? Belangrijke melding over de zesde staatshervorming De informatie in dit infoblad heeft betrekking op bevoegdheden die door de zesde staatshervorming
Nadere informatieDe Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen
De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld 2010-2017 September 2018 Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen 2 INHOUDSTAFEL INLEIDING... 5 1. ARBEIDSZORG IN OOST-VLAANDEREN: ALGEMEEN OVERZICHT...
Nadere informatieWerkloosheidsuitkeringen
je rechten op zak Werkloosheidsuitkeringen Het bedrag van je werkloosheidsuitkering wordt berekend op basis van je laatst verdiende loon en je gezinstoestand. De hoogte van de uitkering is ook afhankelijk
Nadere informatieImpact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit
Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE ACTIVERINGSMAATREGELEN
Nadere informatieDe rechthebbenden. overbruggingsuitkeringen. Realisatie: directie Studies en directie Statistieken en Publicaties
De rechthebbenden op wachtof overbruggingsuitkeringen Realisatie: directie Studies en directie Statistieken en Publicaties Voorwoord De werkloosheid blijft een van de meest nijpende sociale problemen.
Nadere informatieRIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING
UI en stempel RIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING FORMULIER C1 AANGIFTE VAN DE PERSOONLIJKE EN FAMILIALE TOESTAND stempel WB MIJN IDENTITEIT IN TE VULLEN DOOR DE WERKLOZE De cijfers tussen haakjes verwijzen
Nadere informatieStijging van het aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen maar eerste daling bij de jongeren onder 25 jaar
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Directie Interne en Externe Communicatie Keizerslaan, 7-9 - 1000 Brussel Tel. 02 515 42 81 www.rva.be Brussel, 8 mei Persmededeling Stijging van de volledige werkloosheid,
Nadere informatieUitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking
Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze
Nadere informatieInhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2
bedrijfstoeslag (Brugpensioen) 2014 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 DEEL I: HET STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (VOLTIJDS BRUGPENSIOEN)... 7 INLEIDING... 7 1. TOEKENNINGSVOORWAARDEN... 8
Nadere informatieHalftijds brugpensioen
Halftijds brugpensioen //dossier Eindeloopbaan Inhoud Wat verstaat men onder halftijds brugpensioen?... 01 Onder welke voorwaarden krijgt men toegang tot het halftijds brugpensioen?... 01 Welke procedure
Nadere informatieWerkloosheid. 1. Wat zijn de voorwaarden om een inschakelingsuitkering te ontvangen?
Werkloosheid De werkloosheidsverzekering is een erg complexe tak van de sociale zekerheid voor werknemers, waarvan de reglementen aan uiteenlopende interpretaties en frequente veranderingen onderhevig
Nadere informatieEindeloopbaan: je rechten
Eindeloopbaan: je rechten Eindeloopbaan: je rechten Eindeloopbaan: je rechten Bedragen Alle bedragen zijn van toepassing op moment van publicatie (april 2016) en uitgedrukt in euro. Vrouwen-Mannen Alle
Nadere informatieEindeloopbaan: je rechten
Eindeloopbaan: je rechten Eindeloopbaan: je rechten Bedragen Alle bedragen zijn van toepassing op moment van publicatie (oktober 2017) en uitgedrukt in euro. Vrouwen-Mannen Alle verwijzingen naar personen
Nadere informatieBrugpensioen : hoofdelijke bijdragen en sociale inhoudingen. Belangrijke wijzigingen vanaf 1 april 2010
Inhoudstafel Nieuwe hoofdelijke bijdragen inzake brugpensioen... 2 Nieuwe hoofdelijke bijdragen inzake pseudobrugpensioen (Canada Dry private sector)... 4 Vrijstelling van de werkgeversbijdrage en de sociale
Nadere informatieSociale statuten: zelfstandige versus werknemer
Sociale statuten: zelfstandige versus werknemer Als je in België werkt, betaal je sociale lasten waardoor je recht hebt op sociale bescherming. Dit wordt het sociaal statuut genoemd. Er zijn drie verschillende
Nadere informatieNieuwkomers Gehele populatie 1 Gewest Leeftijd 1
Uitstroom naar werk van de werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen van het tweede kwartaal van 2010 1 Inhoudsopgave 1. Synthese...3 2. Methodologie...7 2.1. De uitstroom naar werk volgens
Nadere informatieFOCUS De sociale toeslagen in het stelsel voor kinderbijslag voor werknemers. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers
FOCUS 2011-1 De sociale toeslagen in het stelsel voor kinderbijslag voor werknemers Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 Brussel Tel.: 02-237 26 48 Fax: 02-237 24 35 E-mail:
Nadere informatieGemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen jaar
Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen Ton Ferber In de jaren 1992 2001 was de gemiddelde looptijd van een WWuitkering elf maanden. Van de 4,3 miljoen beëindigde uitkeringen was de gemiddelde
Nadere informatieFOCUS. Erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden die zich melden bij het OCMW
FOCUS Erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden die zich melden bij het OCMW Nummer 18 Juni 2017 1. Inleiding: statuut van vluchteling en subsidiair beschermde Wanneer een vreemdeling een asielaanvraag
Nadere informatieFOCUS. Instroom en uitstroom voor de leefloners
FOCUS Instroom en uitstroom voor de leefloners Nummer 21 - Juli 218 1. Inleiding Het is voortaan mogelijk om de evolutie te analyseren van het aantal begunstigden van steun volgens de instroom en uitstroom.
Nadere informatieAfhankelijk van een uitkering in Nederland
Afhankelijk van een uitkering in Nederland Harry Bierings en Wim Bos In waren 1,6 miljoen huishoudens voor hun inkomen afhankelijk van een uitkering. Dit is ruim een vijfde van alle huishoudens in Nederland.
Nadere informatieSchalen bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari 2015
Onderstaande schalen gelden voor de maandlonen. Belastbaar : Schaal 1 : Schaal 2 : Schaal 3 : Schalen bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari 2015 Brutoloon - persoonlijke R.S.Z.-bijdragen. Indien het belastbare
Nadere informatieWisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking
Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking Ronald van Bekkum (UWV), Harry Bierings en Robert de Vries In arbeidsmarktbeleid en in statistieken van het CBS wordt een duidelijk onderscheid gemaakt
Nadere informatieniet enkel samenwonenden, maar ook gezinshoofden en alleenstaanden zullen na een bepaalde periode nog slechts een minimumuitkering ontvangen
Nummer 28/2012 vrijdag 2 november 2012 De nieuwe regels werkloosuitkeringen Wat en hoe De versnelde degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen treedt in werking op 1 november 2012. Wat betekent dit?
Nadere informatieFISC brief 1: provisionele ambtshalve beslissing tot toekenning
FISC brief 1: provisionele ambtshalve beslissing tot toekenning Volgens onze gegevens is X / bent u sinds... zes maanden werkloos / ziek. is X sinds... gepensioneerd. ontvangt X / u sinds... een overbruggingsuitkering
Nadere informatieDatum: Formulier rustpensioenen Gezinstoestand. Naam:... Adres:... Telefoonnummer: Antwoorden (Kruis de overeenstemmende.
Gezinstoestand Datum: Met dit formulier worden u inlichtingen over uw gezinstoestand gevraagd om de afhouding inzake ziekteverzekering, de solidariteitsbijdrage en de bedrijfsvoorheffing te kunnen doen.
Nadere informatieStudies. Mei 2001 RVA Studies
Studies Werknemers die een periode van loopbaanonderbreking achter de rug hebben. Hoelang heeft de loopbaanonderbreking geduurd? Gaan ze weer aan het werk? Mei 2001 RVA Studies 1 1 De duur van de loopbaanonderbrekingen
Nadere informatieOntwikkeling van de werkloosheidsuitkering en 4 de kwartaal de kwartaal 2000
Ontwikkeling van de werkloosheidsuitkering en 4 de kwartaal 2001-4 de kwartaal 2000 Het aantal vergoede volledig werklozen kwam in het 4 de kwartaal 2001 gemiddeld uit op 619 617. Dat zijn er 22 349 meer
Nadere informatieStatistisch Jaarboek 2003. inkomen
99 9 100 Inkomen Individuen: stijging, minder personen met WW en bijstand Het gemiddeld besteedbaar van personen met 52 weken bedroeg 15.600 euro in 2000. Het gaat hier om individuen die het gehele jaar
Nadere informatieEvolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst
Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Directie Statistieken, Budget en Studies Stat@rva.be Inhoudsopgave: 1 INLEIDING 1 2 EVOLUTIE VAN DE VERGOEDE VOLLEDIGE
Nadere informatieGedifferentieerde interpretatie: sommige auteurs menen dat de uitwinningsvergoeding volledig voor beslag vatbaar is, terwijl het Hof van Cassatie
De niet voor beslag of overdracht vatbare n van de inkomsten bijgewerkt ingevolge het koninklijk besluit van 8 december 2008 tot uitvoering van artikel 1409, 2, van het Gerechtelijk Wetboek (B.S.: 12.12.2008)
Nadere informatiee-doc SOCIALE BIJDRAGEN M E T A A L
e-doc SOCIALE BIJDRAGEN ABVV M E T A A L 4 Ontdek alles over de sociale bijdragen! 5 Sociale bijdragen 1. TIJDSKREDIET Bedragen van toepassing vanaf 01/09/2012 (index van toepassing vanaf 01/12/2012).
Nadere informatieHet federaal normatief kader van de controle van de beschikbaarheid, uitgeoefend door de gewesten
Het federaal normatief kader van de controle van de beschikbaarheid, uitgeoefend door de gewesten 1 Algemeen Als gevolg van de Zesde Staatshervorming werd de bevoegdheid van de controle van de beschikbaarheid
Nadere informatieCIRCULAIRE. Sociale uitkeringen Bedragen per 1 januari 2014
Anneleen Bettens Adjunct-adviseur Competentiecentrum Werk & Sociale Zekerheid T +32 2 515 09 27 F +32 2 515 09 13 ab@vbo-feb.be CIRCULAIRE Sociale uitkeringen Bedragen per 1 januari 2014 19 februari 2014
Nadere informatie34,0 31,9 % 32,0 30,0 28,0 26,7 % 26,0 26,5 % 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -992 eenheden
20 000 Brusselse werkzoekenden minder op 4 jaar tijd Brussel telt 91.877 werkzoekenden, voor een werkloosheidsgraad van 16,5%. Daarmee daalt de werkloosheid voor de 39 e maand op rij: in vergelijking met
Nadere informatieFOCUS "Studenten en het leefloon"
FOCUS "Studenten en het leefloon" Nummer 16 September 2016 1 1. Inleiding Jongeren die aankloppen bij het OCMW vormen een specifieke doelgroep voor de OCMW s. Zowel in het recht op maatschappelijke integratie
Nadere informatieDe loopbaanonderbreking Actualisatie
De loopbaanonderbreking 1985-1998 - Actualisatie De belangrijkste wijzigingen van de koninklijke besluiten inzake loopbaanonderbreking De reglementering van de privé-sector K.B. van 22.03.1995 - Koninklijk
Nadere informatieRIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING
UI en datumstempel RIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING FORMULIER C1 AANGIFTE VAN DE PERSOONLIJKE EN FAMILIALE TOESTAND datumstempel WB MIJN IDENTITEIT IN TE VULLEN DOOR DE WERKLOZE De cijfers tussen haakjes
Nadere informatieGezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 mei (maandelijkse bedragen in EUR)
Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 mei (maandelijkse bedragen in EUR) I. Samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders 1. Gewone kinderbijslag (artikel 40) eerste kind 86,77
Nadere informatieAugustus 2018: aantal jonge werkzoekenden op laagste niveau sinds 1990
Augustus : aantal jonge werkzoekenden op laagste niveau sinds 1990 Eind augustus telt het Brussels Gewest 8.605 jonge werkzoekenden. Voor de maand augustus is dat het laagste aantal in 28 jaar. Er zijn
Nadere informatie34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -534 eenheden
Mei 2018: De jeugdwerkloosheid daalt 5 jaar ononderbroken De daling van de werkloosheid zet zich verder in Brussel. Eind mei telt het Brussels Gewest 87.912 werkzoekenden, wat overeenkomt met een werkloosheidsgraad
Nadere informatieBETREFT: BRUGPENSIOEN BIJZONDERE WERKGEVERSBIJDRAGEN EN INHOUDINGEN RSZ VANAF 01/04/2010
ONDERRICHTING AAN DE WERKGEVERS 2010-2 BETREFT: BRUGPENSIOEN BIJZONDERE WERKGEVERSBIJDRAGEN EN INHOUDINGEN RSZ VANAF 01/04/2010 Ingevolge het K.B. van 29/03/2010 B.S. 31/03/2010 tot uitvoering van het
Nadere informatieSpotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht
Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: Enkele elementen van evaluatie van de maatregel Springplank naar zelfstandige voor volledig werklozen 1 Inleiding Het voordeel Springplank
Nadere informatieVOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21
VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21 Seppe Van Gils Kort samengevat In dit hoofdstuk volgen we de loopbaan van de voltijds en uit het tweede kwartaal van 1998 op tot en met het derde kwartaal
Nadere informatieBedragen en bijdragen arbeidsrecht en sociale zekerheid op 1 januari 2008
Bedragen en bijdragen arbeidsrecht en sociale zekerheid op 1 januari 2008 Vooraf In deze groene bladen vind je de bedragen waarvan sprake is in de voorafgaande tekst van de Wegwijzer Sociale Wetgeving:
Nadere informatieProfiel en evolutie van de sociale uitkeringstrekkers anno 2001
Profiel en evolutie van de sociale uitkeringstrekkers anno 2001 Voorstelling van het jaarverslag van de RVA De Rijksdienst voor arbeidsvoorziening was één van de eerste Belgische openbare instellingen
Nadere informatieBrussels Observatorium voor de Werkgelegenheid
Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen
Nadere informatieCIRCULAIRE. Sociale uitkeringen Bedragen per 1 januari 2013 S.2013/004 AB/LP/S.5000 CI13-004N.AB. 11 januari 2013. Samenvatting
Anneleen Bettens Adjunct-adviseur AB/LP/S.5000 CI13-004N.AB CIRCULAIRE Sociale uitkeringen Bedragen per 1 januari 2013 11 januari 2013 Samenvatting Sedert 1 december 2012 is het bedrag van bepaalde socialezekerheidsuitkeringen
Nadere informatie