Menslievende zorg door helpende zorg- en welzijnswerkers.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Menslievende zorg door helpende zorg- en welzijnswerkers."

Transcriptie

1 Menslievende zorg door helpende zorg- en welzijnswerkers. in het kader van de opleiding Zorg, Ethiek en Beleid Tavie H.M. Alferink ANR Thesisbegeleider: prof. dr. F.J.H. Vosman Tweede lezer: prof. dr. A.J. Baart

2 Samenvatting Zorgverleners worden dagelijks geconfronteerd met de vraag hoe zij zo goed mogelijk de zorg kunnen verlenen. Het waarborgen van de kwaliteit van het beroep, is voor lager opgeleide zorgprofessionals veelal vastgelegd in protocollen en regels. Van Heijst is echter van mening dat goede zorg niet per definitie te beschrijven is in protocollen en regels. Professionaliteit in de zorg heeft namelijk ook een morele drijfveer en grondslag: menslievendheid. Van Heijst vindt dat, om menslievende zorg te kunnen waarborgen, zorg opnieuw op de ethische grondslag moet worden geplaatst. De vraag is of de Helpende Zorg en Welzijnswerker in staat is om de morele basis van het werk tot uiting te brengen. Deze thesis is relevant in dit verband omdat voor zover bij mij bekend, nog niet eerder onderzocht is in hoeverre de beginnend beroepsbeoefenaar HZW in de morele basis van het werk wordt ondersteund (zowel in het werk als door de opleiding). Deze thesis vergelijkt op conceptueel vlak menslievende zorg volgens Van Heijst, met de ethische aspecten van de kwalificatie-eisen die aan examens van de opleiding HZW worden gesteld. Door ook de ervaring (van de ethische aspecten van het werk) van HZW ers te onderzoeken, wordt een eventuele discrepantie nog verder inzichtelijk gemaakt. Vervolgens zal deze thesis, indien discrepanties worden gevonden, zoeken naar een manier om deze te overbruggen. De onderzoekvraag luidt: welke overbrugging, tussen de visie op menslievende zorg van Van Heijst en de landelijke kwalificatie-eisen van Calibris, is nodig om de beginnend beroepsbeoefenaar (niveau 2 Helpende Zorg en Welzijn) in staat te stellen om menslievende zorg te verlenen? Deze vraag is opgesplitst in de vier deelvragen die ieder in een hoofdstuk aan bod komen, de laatste deelvraag betreft een klein kwalitatief empirisch onderzoek. Het uiteindelijke antwoord op de onderzoekvraag luidt: de overbrugging (tussen de landelijke kwalificatie-eisen van Calibris en de visie op menslievende zorg van Van Heijst) die nodig is om de beginnend beroepsbeoefenaar HZW in staat te stellen om menslievende zorg te verlenen bestaat uit begeleiding van deze werkers in: - Kritische reflectie (op eigen ontwikkeling en organisatie- en teamcultuur, op het eigen handelen en op omgaan met problemen, dilemma s of kansen); - Feedback geven en ontvangen; Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 2 of 132

3 - De onderwerpen: respectvolle bejegening, vraaggericht werken, conceptueel denken en menslievende rapportages. De begeleider van de beginnend beroepsbeoefenaar moet in ieder geval: aansluiten bij de oorspronkelijke motivatie van de HZW ers; bewust zijn van voorbeeldrol, eigen menslievende houding en gericht op praktijk; en aansluiten bij individuele leervoorkeuren en verschillende denkgewoonten. Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 3 of 132

4 Inhoud Samenvatting... 2 Inhoud... 4 Woord vooraf Inleiding Probleemstelling... 8 Vraagstelling Opzet van het empirisch onderzoek Werkwijze Sensitizing concepts Betrouwbaarheid Validiteit Menslievende zorg, de visie van Van Heijst Zorgethiek volgens Van Heijst De zorgfabriek De ethische grondslag De presentie-benadering Menslievende zorg De zorgbetrekking De zorgverhouding De zorgverhouding en zorgbetrekking Conclusie Menslievende zorg De Helpende Zorg en Welzijnswerker Kritische kanttekeningen Landelijke kwalificatie-eisen Samenhang van de verschillende documenten Het kwalificatiedossier Competenties in het kwalificatiedossier Het beroepscompetentieprofiel (BCP) Kerntaken en kernopgaven De beroepscode De beroepshouding Conclusie Landelijke kwalificatie-eisen Een kritische kanttekening Leren omgaan met ethische aspecten Language of learning Leervoorkeuren en denkgewoonten Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 4 of 132

5 6.2 Menslievende professionalisering van toekomstig beroepskrachten Deelonderzoek 1: het aanleren van een menslievende houding Deelonderzoek 2: vormgeving van menslievende professionalisering van toekomstig beroepskrachten Conclusie Leren omgaan met ethische aspecten Conclusie theoretische verkenningen Empirisch onderzoek, het verslag De interviews De respondenten Analyse van de antwoorden Conclusie Empirisch onderzoek Beantwoording van de onderzoekvraag Aanbevelingen De begeleiding van beginnend beroepsbeoefenaars HZW Aan het kenniscentrum Calibris Kritische reflectie op de thesis Bronvermelding Literatuur Rapport Folders Internet Downloads Bijlagen Bijlage 1 Competenties in het BCP Bijlage 2 Kwalificatiedossier HZW, kerntaken, werkprocessen en competenties Bijlage 3 Kwalificatiedossier HZW, vakkennis en vaardigheden bij de werkprocessen. 61 Bijlage 4 Tekst voor in de mailnieuwsbrief CNV Publieke Zaak Bijlage 5 Interviewvragen Bijlage 6 Memo s Bijlage 7 Gecodeerde antwoorden Bijlage 8 Code-uitleg en clustering Bijlage 9 Volledige interviews Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 5 of 132

6 Woord vooraf Tilburg, oktober 2011 Het onderwerp van deze thesis is mede tot stand gekomen door gesprekken met Irma Janssen, voorzitter commissie ethiek CNV Publieke Zaak, Daniëlle van der Eerden, beleidsmedewerker beroepsinhoud CNV Publieke Zaak en prof. dr. Andries Baart, bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg. Daniëlle van der Eerden heeft gedurende het ontstaan van deze thesis meegedacht en feedback gegeven. Andries Baart was begeleidend docent vanuit de universiteit, voornamelijk in de fase van het onderzoekontwerp en bij het ontwikkelen van de interviewvragenlijst. Wegens omstandigheden is de begeleiding vanuit de universiteit later overgenomen door prof.dr. Frans Vosman, tevens hoogleraar aan de Tilburg University. Allen ben ik zeer dankbaar voor de niet-aflatende bereidheid om mee te denken. In het bijzonder Frans Vosman, die de begeleiding heeft opgepakt toen ik dat nodig had en zelfs in zijn vakantie voor mij klaar stond. Behalve mijn begeleiders wil ik ook mijn familie en in het bijzonder mijn vriend bedanken voor alle motiverende woorden waarmee ik ben ondersteund. Het proces van afstuderen begon ik met veel goede moed. Helaas viel het zoeken en vinden van respondenten voor het praktijkonderzoek erg tegen. Uiteindelijk is dit toch gelukt, mede dankzij behulpzame mensen uit het werkveld. Toen ik met de dataverwerking begonnen was, kwam de begeleiding vanuit de universiteit weer op gang en kreeg ik feedback op het theoretische gedeelte. Het was een uitdaging om gemotiveerd aan de slag te blijven, omdat alles weer op losse schroeven leek te gaan staan toen het einde net in zicht leek te komen. In augustus begon ik aan een nieuwe baan in het onderwijs, waardoor ik minder tijd had om aan de thesis te werken. Toch kijk ik met voldoening terug op het leer- en werkproces wat ik heb doorlopen gedurende het afstuderen. Eigenlijk geldt dat voor de duur van de hele master (en pre-master) Zorg Ethiek en Beleid. Door de thesis in het bijzonder, heb ik kennis en inzicht opgedaan over onder andere menslievende zorg en presentie in de zorgethiek. Nu ik de opleiding heb afgerond, kan ik mijn volledige aandacht richten om deze kennis en inzichten over te brengen aan mijn studenten. Tavie Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 6 of 132

7 1 Inleiding Ethiek gaat over de vraag naar 'het goede'. Ethiek in de zorg zoekt een antwoord op de vraag wat goede zorg is. Dit is dan ook een belangrijk onderwerp in de masteropleiding Zorg, Ethiek en Beleid, in het kader waarvan deze thesis is geschreven. Gedurende deze studie heb ik een aantal colleges gevolgd van prof. dr. Annelies van Heijst. Haar boek Menslievende zorg. Een ethische kijk op professionaliteit in het bijzonder, heeft mij enthousiast gemaakt over de zorgethiek. Tijdens deze studie ben ik ook als docent werkzaam geweest bij een middelbare beroepsopleiding, waar studenten worden opgeleid binnen het welzijnswerk. Het verbaasde mij hoe weinig expliciete aandacht er was voor ethische en morele vorming in de opleidingen en voor de eisen waar de examens van deze beroepsopleidingen wat betreft (beroeps)ethiek aan moeten voldoen. Hieruit ontstond mijn interesse voor het onderwerp van deze thesis. Naar mijn weten is er nog niet eerder onderzoek gedaan naar in hoeverre de beginnend beroepsbeoefenaar HZW in de morele basis van het werk is ondersteund. De cultuurkritische visie van Van Heijst op goede zorg betreft, zoals de ondertitel van Menslievende zorg aangeeft, een ethische kijk op professionaliteit. Van Heijst veronderstelt dat een goede zorgverlener 1 de zorgontvanger als persoon erkent en zich niet louter laat leiden door plicht en afstandelijke professionaliteit. Van Heijst gaat in tegen de heersende visie dat zorgen niets meer zou zijn dan marktgericht werken. Want zorgen is wezenlijk: interactie tussen mensen die allen uniek zijn, aldus Van Heijst (2005, p. 26). Van Heijst vindt dat zorgverleners moeten kunnen omgaan met ongelijke behoeften en gelijke waardigheid van zichzelf en zorgontvangers. Mensen zijn namelijk wel evenwaardig, maar in een zorgsituatie bestaat een verschil in behoeften. De zorgbehoeftige is afhankelijk van (de zorg van) anderen. De dubbelstructuur van behoeftigheid. [...] er is een dringende nood en die roept een zorgzame respons op. Daaronder ligt een overeenkomstige behoeftigheid, want die is er bij zowel degene die zorg geeft als die zorg ontvangt. [...] over en weer behoeven de gever en ontvanger elkaar, om een echt menselijk leven te kunnen leiden. Van Heijst, 2005, p De begrippen zorgverlener, zorgprofessional en zorgverlenende professional worden in deze thesis door elkaar gebruikt. Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 7 of 132

8 Volgens Van Heijst ligt de nadruk in de Nederlandse gezondheidszorg op techniek en efficiëntie, waardoor de persoon die een zorgvraag heeft vaak te weinig aandacht krijgt. Van Heijst beschrijft hoe professionals in de (gezondheids)zorg op een menslievende manier zorg kunnen verlenen. Daarmee worden zowel de samenhang van ongelijke behoeften en evenwaardigheid, alsook de personen in een zorgsituatie erkend. De Helpende Zorg en Welzijnswerker (HZW er) ondersteunt zorgbehoeftigen in instellingen en in de thuiszorg bij de persoonlijke basiszorg. Ook deze werkzaamheden, net als andere zorgverlenende handelingen, vinden plaats op de subtiele grens tussen hulp moeten bieden omdat de ander het alleen niet redt, en het risico van té bepalend worden, aldus Van Heijst (2005, p. 235). Om menslievende zorg te kunnen waarborgen moet zorg vanuit de ethische grondslag worden verleend, de vraag is of de Helpende Zorg en Welzijnswerker daartoe in staat is. 2 Probleemstelling Zorgverleners worden in hun werk geconfronteerd met morele afwegingen en ethische dilemma s over hoe zij de zorg zo goed mogelijk kunnen verlenen. Ook de HZW er wordt regelmatig geconfronteerd met morele afwegingen en ethische dilemma s over wat goede zorg is. Zij 2 werkt vaak in de thuiszorg of instellingen, waarbij de werkzaamheden grotendeels nauwkeurig zijn beschreven. Daarmee wordt de ruimte om eigen (morele) afwegingen te maken ernstig beperkt. De vraag is echter of protocollen en regels voldoende houvast bieden voor de HZW er om met ethische aspecten in het werk om te kunnen gaan. Van Heijst is van mening dat goede zorg niet per definitie te beschrijven is in protocollen en regels. Professionaliteit in de zorg heeft namelijk ook een ethische betekenis: menslievendheid. Om menslievende zorg te kunnen waarborgen vindt Van Heijst dat zorg opnieuw op de ethische grondslag moet worden geplaatst. Ethiek moet weer zichtbaar en vanzelfsprekend worden in de zorg (Van Heijst, 2005, p. 9-13). Daarom moeten professionals in de zorg zelf kunnen omgaan met de ethische en morele aspecten van het werk, aldus Van Heijst. De vraag is of (beginnend) beroepsbeoefenaars 3 HZW (niveau 2) hiertoe in staat gesteld worden door de opleiding. Om dit te onderzoeken worden de ethische aspecten van de exameneisen aan de opleiding Helpende Zorg en Welzijn onderzocht. Kenniscentrum Calibris 2 Waar zij staat wordt ook hij bedoeld. 3 Deze thesis richt zich op gediplomeerden van de voltijdopleiding HZW (gemiddeld jonger dan de deeltijd). Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 8 of 132

9 beschrijft de landelijke kwalificatie-eisen waar examens van deze beroepsopleiding aan moeten voldoen. Vraagstelling Deze thesis vergelijkt het concept menslievende zorg van Van Heijst, met de ethische aspecten in de kwalificatie-eisen van de examens van de opleiding Helpende Zorg en Welzijn. Door ook praktijkervaringen van beginnend beroepsbeoefenaars HZW te onderzoeken betreffende de ethische aspecten van het werk, wordt een eventuele discrepantie tussen beide verder inzichtelijk gemaakt. Vervolgens zal deze thesis, indien er zoals we vermoeden discrepanties worden gevonden, onderzoeken hoe deze overbrugd kunnen worden. De onderzoekvraag luidt: welke overbrugging, tussen de visie op menslievende zorg van Van Heijst en de landelijke kwalificatie-eisen van Calibris, is nodig om de beginnend beroepsbeoefenaar (niveau 2 Helpende Zorg en Welzijn) in staat te stellen om menslievende zorg te verlenen? De vier onderstaande deelvragen structureren tevens opbouw van de thesis. Alle worden in gescheiden hoofdstukken behandeld en aan het eind daarvan beantwoord. De derde deelvaag is in deze thesis betrokken om het leren omgaan met ethische dilemma s en morele afwegingen (en de ondersteuning daarvan) te onderbouwen. Na de eerste drie hoofdstukken die de theoretische verkenning vormen is er een hoofdstuk gewijd aan de conclusie over de verhouding tussen menslievende zorg en de ethische aspecten van de kwalificatie-eisen. Daarna volgt een hoofdstuk betreffende het empirisch onderzoek. De thesis sluit af met de beantwoording van de onderzoekvraag en aanbevelingen. Theoretische verkenningen 1. Hoe kan een beginnend beroepsbeoefenaar Helpende Zorg en Welzijn op een menslievende manier zorg verlenen volgens de visie van Van Heijst? 2. Waar moet een beginnend beroepsbeoefenaar Helpende Zorg en Welzijn aan voldoen, wat betreft ethische en morele competenties volgens de landelijke kwalificatie-eisen opgesteld door Calibris? 3. Op welke manier kan de beginnend beroepsbeoefenaar leren omgaan met de ethische aspecten van het werk volgens Ruijters en Embregts & Hermsen? Empirisch onderzoek 4. Wat kenmerkt de ervaring van de beginnend beroepsbeoefenaar Helpende Zorg en Welzijn betreffende de ethische aspecten van het werk? Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 9 of 132

10 3 Opzet van het empirisch onderzoek Hier volgt een beschrijving van de inrichting en uitvoering van het empirisch onderzoek, omdat deze een geheel andere werkwijze betreft dan de theoretische verkenning. Deze onderzoekt de vierde deelvraag: wat kenmerkt de ervaring van de beginnend beroepsbeoefenaar betreffende de ethische aspecten van het werk? Het onderzoekverslag en de analyse van de verzamelde data, zijn in hoofdstuk acht beschreven. Werkwijze In eerste instantie is het empirisch onderzoek gebaseerd op de methode voor fenomenologisch onderzoek (Patton, 2002, p. 104). Dit type onderzoek is gericht op een vraag over de oorsprong: wat is de betekenis, structuur en essentie van de ervaring van een bepaald fenomeen voor deze groep mensen? Uitgangspunt is dat er een gedeelde kern is in de ervaring van een bepaald verschijnsel, waarmee wordt getracht de aard van deze alledaagse, geleefde ervaringen beter te begrijpen. Fenomenologisch onderzoek focust op: hoe mensen een ervaren fenomeen plaatsen om de wereld te begrijpen en een wereldbeeld te ontwikkelen. In het praktijkonderzoek van deze thesis wordt de ervaring van HZW ers wat betreft de ethische aspecten in hun werk (het fenomeen) onderzocht. Hierbij houdt de overeenkomst met fenomenologisch onderzoek op, omdat niet verder wordt ingegaan op hoe de respondenten deze ervaring gebruiken om een wereldbeeld te vormen. Er wordt slechts onderzocht wat ervaring van de respondenten kenmerkt wat betreft de ethische aspecten in hun werk. In de interviews is doorgevraagd op de ervaring van deze aspecten, hoe zij hiermee omgaan en wat ze goed kunnen of waar ze moeite mee hebben. Dit onderzoek is bedoeld om door middel van interviews meer inzicht te geven in de ervaring van de ethische aspecten van het werk van de respondenten. Een casus is één interview met één respondent. De respondenten zijn benaderd door een tekst in de mailnieuwsbrief van CNV Publieke Zaak 4 en door contact op te nemen met verschillende organisaties en mensen in de zorg (zie bijlage 6 Memo s). Uiteindelijk zijn zes respondenten geïnterviewd die werkzaam zijn in de zorg en maximaal vier jaar geleden het diploma aan de voltijdopleiding HZW hebben behaald. De interviews hebben het karakter van een gefocust 4 Vakbond voor werknemers in de publieke sector. Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 10 of 132

11 interview, ze betreffen een specifiek onderwerp: de ervaring van de ethische aspecten van het werk. Sensitizing concepts Bij de interviews naar de ervaring van respondenten betreffende ethische aspecten van het beroep, zijn onderstaande sensitizing concepts (gevoeligmakende begrippen) toegepast. Deze geven richting aan de interviews, doordat het de interviewer helpt om open te staan. Hierdoor is de interviewer zich bewust van het eigen denkkader en probeert deze zo gevoelig mogelijk te zijn ook (juist) voor nieuwe inzichten. De sensitizing concepts verschaffen de interviewer verschillende kijkramen, waardoor deze niet enkel en alleen vanuit het eigen referentiekader de respons van de HZW ers ontvangt. - Spanning tussen subjectieve en (schijnbaar) objectieve uitingen en beschrijvingen van de respondenten over het werk, collega s, cliënten, andere betrokkenen en/of organisaties/ structuren; - Uiting van waardering (of juist niet), waaronder normatieve opvattingen, vooronderstellingen, vooroordelen, etc.; - Ervaring van contrast tussen verschillende aspecten van het werk, zoals rollen, personen, verantwoordelijkheden, verwachtingen enzovoort. Betrouwbaarheid Betrouwbaarheid betreft onder andere de mate van begripstabiliteit van de onderzoeker: de transparantie in het gebruik van begrippen en de continuïteit daarvan in verschillende onderdelen van het onderzoek. Als de onderzoeksmethode betrouwbaar is, wordt dat duidelijk in het gebruik van de begrippen, in de structuur van het onderzoek en in de openheid wat betreft keuzes die gemaakt zijn. Betrouwbaarheid is de mate waarin de onderzoekresultaten onafhankelijk zijn van toevallige omstandigheden van het onderzoek (Patton, 2002, p ). Alle stappen in dit onderzoek zijn beschreven en de onderzoeker heeft het eigen werk herhaaldelijk kritisch bestudeerd. De interviews zijn opgenomen en (daags na het interview) verbatim uitgetypt. 5 Patton baseert zich hier op Kirk & Miller. Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 11 of 132

12 Validiteit Zorg, Ethiek en Beleid Validiteit betreft de geldigheid van een onderzoek: wordt het doel bereikt, wordt er gemeten wat men wil weten (Patton, 2002, p. 14)? De deelvraag van het empirisch gedeelte van dit onderzoek luidt: wat kenmerkt de ervaring van de beginnend beroepsbeoefenaar HZW betreffende de ethische aspecten van het werk? Meer inzicht dan wat de theoretische verkenning oplevert is wat werd beoogd met de interviews. Om toe te lichten hoe het doel van dit empirisch onderzoek is nagestreefd, worden hierna de mate van interne en externe validiteit verder toegelicht. Interne validiteit betreft de correctheid van de interpretatie van de verzamelde data (Patton, 2002, p. 94) 6. De interne validiteit is inzichtelijk gemaakt en vergroot, doordat de interviewvragen voorafgaand aan de interviews zijn voorgelegd aan zowel de begeleider van de universiteit alsook aan de contactpersoon bij CNV Publieke Zaak. Naar aanleiding van de feedback zijn de interviewvragen enigszins aangepast. Doordat er memo s zijn gemaakt van de indrukken en beleving van de onderzoeker bij de interviews en dit document toegevoegd is als bijlage, wordt het inzicht in de interne validiteit verder vergroot. Zowel de werkwijze als de gedachtegang van de onderzoeker zijn nauwkeurig beschreven. De externe validiteit, ofwel generaliseerbaarheid, is vanwege het beperkte aantal interviews van dit empirisch onderzoek niet groot. De interviews geven echter wel een eerste inzicht in de ervaring van de beginnend beroepsbeoefenaars HZW wat betreft de ethische aspecten van hun werk. Voor mogelijk vervolg onderzoek is dit inzicht waardevol, bijvoorbeeld voor een onderzoek betreffende de behoefte aan aandacht voor ethische aspecten (van opleidingen) in de zorg. 6 Patton baseert zich hier op Kirk & Miller. Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 12 of 132

13 4 Menslievende zorg, de visie van Van Heijst In dit deel van de thesis is aandacht besteed aan de eerste deelvraag: hoe kan een beginnend beroepsbeoefenaar Helpende Zorg en Welzijn op een menslievende manier zorg verlenen volgens de visie van Van Heijst? Eerst is ter inleiding de zorgethiek volgens Van Heijst kort gekenmerkt, waarna een nadere toelichting volgt over het ontstaan en de ethische grondslag van de visie van Van Heijst. Dan wordt aandacht besteed aan de presentie-theorie van Baart (waar de visie van Van Heijst deels op gebaseerd is). Vervolgens komt in paragraaf 1.4 Menslievende zorg aan bod. De conclusie vormt het antwoord op de deelvraag, waarna het hoofdstuk afsluit met een kritische beschouwing. 4.1 Zorgethiek volgens Van Heijst De zorgethiek is een politiek ethische stroming, erop gericht om zorg te begrijpen. Het gaat over het alledaagse zorgen, over de verhoudingen tussen mensen in private en professionele zorgpraktijken. Het ethisch denken over zorg betreft onderliggende concepten en theoretische tradities, aldus Van Heijst in Filosofie & Praktijk (2008b, p. 12, 17). Ze plaatst de zorg in een cultureel en sociaal kader, en onderscheidt daarin de volgende vier kernbegrippen: - Het specifieke: erkenning van het unieke van de situatie en van de betrokkenen. - Dubbele afhankelijkheid: de zorgontvanger is afhankelijk van de zorgverlener, die ook weer afhankelijk is van verschillende factoren (zoals medici en apparatuur). - Ongelijke kwetsbaarheid: ongelijke machtsverhoudingen en verantwoordelijkheden. - Relationaliteit: enkel door in relatie te staan is het goed van een ander te onderzoeken. Van Heijst, 2008a, p Van Heijst is in de (gezondheids-) zorg bekend vanwege haar visie op menslievende zorg. Dit concept is voor een belangrijk deel gebaseerd op praktijkervaringen van zorgontvangers en zorgverleners. Het doel van zorgverlening is volgens Van Heijst (2005, p. 14): de waardigheid van iemand behoeden en overbrengen dat die ertoe doet en beminnenswaard is. Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 13 of 132

14 4.1.1 De zorgfabriek Zorg, Ethiek en Beleid Zorg is volgens Van Heijst (2005, p. 9-10) een morele onderneming, onder andere omdat het vanuit winst- en verlies- denken onrendabel is. Er is een kloof ontstaan tussen de ethische grondslag en het economische productie- denken in de zorg, deze laatste heeft de overhand gekregen met als gevolg: de zorgfabriek. Hierdoor lijken zorgontvangers tot objecten van zorg gemaakt te worden en zorgverleners tot productiemedewerkers. De zorgsector is een enorm complexe onderneming en daarom moet er systematisch en planmatig worden gewerkt. Daarbij heerst er in onze huidige maatschappij een algemene zucht naar beheersing, die voortkomt uit het onvermogen om met verschillen tussen mensen (onvoorspelbaarheid) om te gaan. Het economisch marktsysteem is gericht op datgene waarin mensen op elkaar lijken, om zo het onvoorspelbare (neven)effect in bedwang te houden (Van Heijst, , ). De dominantie van strategisch doel-middeloptreden hoort echter niet thuis in de zorgsector. Het gaat in de zorg niet om productie of consumptie, maar om zieke en afhankelijke mensen (Van Heijst, 2005, p. 107). Door de marktwerking in de zorg wordt uitgegaan van een gelijke positie van mensen in economische betrekkingen. Hierdoor zijn afhankelijkheid en evenwaardigheid elkaar gaan uitsluiten. Dit is in strijd met de visie van Van Heijst op goede zorg: het bevorderen van de waardigheid van mensen die door hun lichamelijke en of geestelijke toestand afhankelijk zijn van anderen De ethische grondslag Zorg maakt deel uit van het dagelijks leven en kan een manier zijn voor mensen om een deel van hun leven en van zichzelf te delen. Zorgprofessionals dragen met hun werkzaamheden de ethische boodschap uit, dat zorg moet bijdragen aan het goed van alle mensen in hun gemeenschappelijkheid en dat iedere onvervangbaar mens daarin telt (Van Heijst, 2005, p , ). De zorgvisie van Van Heijst is gebaseerd op medemenselijkheid en menswaardigheid. Deze twee waarden moeten in de zorg weer zichtbaar worden om goede zorg te kunnen realiseren (Van Heijst, 2005, p. 14, 63). Ze stelt vast dat er veranderingen nodig zijn in de professionele zorgverlening. Menselijke uniekheid en het relationele moet meer centraal staan. Om zorgen humaan te houden moeten zorgbetrekkingen meer aandacht krijgen (Van Heijst, 2005, p. 209) 7. 7 Van Heijst baseert zich hier op de verbinding tussen Arendt (handelingstheorie) en Baart (presentie-theorie). Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 14 of 132

15 Van Heijst pleit voor een omslag van strategisch middel-doeldenken naar waardedenken. Het is belangrijk dat professionals in de zorg de juiste handelingen verrichten en deze ook goed doen, maar dit moet voortkomen uit bewogen ondersteuning van mensen die lijden en behoeftig zijn (ongeacht vooruitzichten op herstel). En niet slechts gericht op een dominant verbeterdoel, zoals in de zorgfabriek (Van Heijst, 2005, p , 117). Om de zorg weer menselijk te maken, moet er volgens Van Heijst ruimte zijn voor professionals en zorgontvangers om te verschijnen als uniek mens. Een efficiënte en professionele organisatie maakt zorgen mogelijk en verhoogt de kwaliteit, maar om goed te zorgen is soms meer, of iets anders nodig dan het volgen van regels en voorschriften (Van Nistelrooy, 2008, p. 28). Ethiek moet weer zichtbaar en vanzelfsprekend worden in de zorg. Om dit te bereiken moet het zorgsysteem (met handelingsmodel), de zorgtaal en de zorgvisie worden hervormd (Van Heijst, 2005, p. 9-13). In de volgende paragraaf is in een beknopte uitleg getracht de kern van de presentietheorie inzichtelijk te maken, omdat Menslievende zorg voor een belangrijk deel op deze theorie gebaseerd is. 4.2 De presentie-benadering In Theorie van de presentie onderzoekt Baart de behoefte van hulpbehoevende mensen. Uit zijn onderzoek blijkt dat zij in de eerste plaats behoefte hebben aan een zorgzame betrekking. De presentie-benadering tracht hier een scherp beeld van te geven, erop gericht om degene die lijdt bij te staan en aan te sluiten bij diens leefwereld zodat diens eigen goed gediend wordt (Van Heijst, 2008b, p. 14). Op basis van langdurig onderzoek beschrijft Baart een benadering waarmee hulpverleners zich op een professionele manier kunnen verhouden tot medemensen die in de knel zitten. Uitvoerig onderzoek naar deze benadering leidt tot de presentie-theorie. Hulpbehoevende en hulpverlener zijn daarin gelijkwaardige gevende en ontvangende partijen en er is ruimte voor erkenning van verschil in behoeftigheid (Van Heijst, 2005, p ). Baart deed onderzoek naar nabijheid en afstemming in de hulpverlening. Hij ontdekte dat de hulpbehoevende mensen uit zijn onderzoek (gekenmerkt door sociale overbodigheid) meestal niet een vraag om ingrijpen stelden, waar veel hulpverleners en instanties wel vanuit gaan (zoals bij de interventiebenadering en de zorgfabriek ). Maar dat deze mensen de volgende vraag stelden (zie volgende pagina) (Baart, 2001, p ): Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 15 of 132

16 Telt het voor jou dat dit hier bij/aan mij almaar weer zo gaat, pijn doet en stoppen moet? Baart, 2001, p. 651 Deze vraag, bestaande uit negen elementen (onderstreept), drukt vooral de behoefte uit aan een zorgzame betrekking. Hulpbehoevenden ervaren dus vooral de behoefte aan iemand die het zich aantrekt hoe het met hen gaat, meer dan wat deze persoon voor hen concreet kan betekenen. Dit is kenmerkend voor de presentie-benadering: vanuit het er-zijn-met komt het er-zijn-voor een ander tot stand, zonder dat er aan veel probleemoplossing wordt gedaan (Baart, 2001, p ). Om er niet alleen met, maar er juist ook voor een ander te zijn, moet een betrekking in de zorgverlening worden afgestemd op de persoon van de zorgontvanger en op de betekenis die hij/ zij toekent aan de zorgverlening. Pas dan kan de professional in de zorg echt aandacht geven, aldus Van Nistelrooy in het Basisboek zorgethiek (2008, 71-75). Baart en Grypdonck beschrijven in Verpleegkunde en presentie (2008, p.122): een bewegende en procesmatige afstemming op de beleving van de zorgontvanger. De zorgverlener is daarbij voorzichtig, aftastend en laat het handelen sturen door de interpretatie van de reactie van de zorgontvanger. Baart heeft presentie samengevat door middel van vijf methodische kenmerken, zie Tabel 1: 1 Zichzelf aan de beweging, tijd en plaats blootstellen; 2 Ruimte en begrenzing van hulpvragen, grote eenheden; 3 Aansluiting bij de leefwereld en de levensloop van de betrokkenen; 4 Afstemming en openheid in doelen, niet invullen wel een doelrichting; 5 Iemands teloorgegane betekenis, individueel en sociaal, herstellen/ opbouwen. Van Heijst, 2008a, p. 160 (gebaseerd op een samenvatting in een artikel van Baart). Tabel 1. Vijf methodische kenmerken van presentie. Baart onderzocht de praktijk van pastoraal werkers (d.w.z. geen medische, verpleegkundige of verzorgingspraktijk). Hierdoor is het niet mogelijk om zijn onderzoek (naar sociaal uitgestoten mensen, die voor anderen er amper toe doen en weinig personen in hun omgeving hebben) zomaar op andere contexten over te zetten. Echter voor chronisch zieken of mensen Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 16 of 132

17 met een meervoudige problematiek, is dat voor een deel wel mogelijk. Ook voor deze mensen is continuïteit namelijk belangrijk: zorgverleners die hen en hun situatie kennen en die zij vertrouwen (Van Heijst, 2008a, p , ). De methodische kenmerken van presentie, zoals in Theorie van de Presentie beschreven, zijn dus niet zonder meer over te zetten naar de zorgpraktijk (later onderzoek van Baart vult dit wel verder aan). Kenmerken vier en vijf (zie Tabel 1) kunnen echter wel aandacht krijgen binnen zorginstellingen waar mensen chronisch zorgbehoeftig zijn. Dan wordt procesmatig afgestemd op de zorgontvanger als persoon en diens beleving. Van Heijst (2005, p. 246) noemt de presentie-beoefening een vermenselijking van professionaliteit en humanisering van de samenleving. Dit verwerkt zij in haar visie op menslievende zorg, waarmee zij de ethische grondslag en het waardedenken terug brengt. 4.3 Menslievende zorg Volgens Van Heijst ( 2005, p. 122, 160) heeft zorg altijd het doel om iemand die in nood of ellende verkeert bij te staan; het is een bekommernis om heel de mens. Van Heijst vertrekt vanuit deze gedachte bij haar beschrijving van menslievende zorg. De eerder genoemde inzichten uit de presentie-benadering neemt zij daarin mee. Volgens Van Heijst ervaren zorgontvangers zorg als goed, indien ze het gevoel hebben dat men hen ziet staan. Het doel van zorg is dus niet alleen beter maken, maar juist ook het behoeden van de waardigheid van mensen. Een morele uitdaging hierbij is het combineren van ongelijkheid en evenwaardigheid. De zorgprofessional kan dit mogelijk maken door ruimte te maken voor uniekheid, de ander mee sturing te laten geven en zorgzaamheid te bieden (Van Heijst, 2005, p. 14, 177, 230). 8 Dit kan tot uiting komen in de betrekking waarbinnen de zorg wordt verleend (zie De zorgbetrekking) en in de manier waarop een zorgprofessional zich verhoudt tot de zorg en de zorgontvanger(s) (zie De zorgverhouding). 8 Van Heijst, gebaseerd op Arendt en Baart. Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 17 of 132

18 4.3.1 De zorgbetrekking Zorg, Ethiek en Beleid Door nabijheid en (lichamelijk) contact ontstaan in de zorg intermenselijke betrekkingen. Mensen verschijnen hierin aan elkaar als een wie, omdat zorgen interactie tussen unieke mensen betreft (Van Heijst, 2005, p. 26, 113). Erkenning voor de persoon van zowel de zorgverlener als de zorgontvanger is een voorwaarde om echt met iemand een relatie aan te gaan waarbinnen zorg tot stand kan komen (Van Nistelrooy, 2008). Van Heijst zegt over de zorgbetrekking: de zorgverlener en zorgontvanger zijn beiden unieke personen en kunnen meedenken over hoe de zorg moet worden vormgegeven. De zorgprofessional kan voorwaarden scheppen zodat dit mogelijk is en stelt zich op als gelijkwaardig (Van Heijst, 2005, p ). Een zorgbetrekking is dus nooit neutraal, maar juist altijd afhankelijk van de afstemming op wie de ander is. Dit ontstaat en ontwikkelt zich in de loop van de tijd en door continuïteit. Om zorgzaamheid te ervaren, moet er sprake zijn van een bekommernis om heel de mens, dus ook wat de zorg(behoefte) voor deze persoon betekent. De zorgverlener ontvangt op haar beurt dankbaarheid en ziet dat haar zorg mensen goed doet (Van Heijst, 2005, p. 100, , 353). Om menslievende zorg te verlenen, is het dus nodig dat betrokkenen als persoon erkend worden, zodat een adequate zorgbetrekking tot stand kan komen. De zorgbetrekking moet niet een middel zijn om een doel te bereiken zodat de persoon met de zorgvraag zich gehoord en gezien voelt, maar moet bestaan uit oprechtheid, authenticiteit en beleefdheid (Van Heijst 2005, p. 189). De zorgbetrekking is heel wezenlijk en bepalend voor het ervaren van de zorg, zowel voor de zorgontvanger als voor de zorgverlenende professional. Door de zorg constant af te stemmen op de mensen die erin betrokken zijn, geeft de zorgprofessional ruimte voor de zorgontvanger om als persoon mee sturing te geven 9. Als het niet mogelijk is om de nood van de zorgontvanger te verlichten, kan de zorgbetrekking nog steeds de waarden verbondenheid (medemenselijkheid) en de ander als kostbaar mens (menswaardigheid) uitdragen. Het bijstaan van zorgbehoeftigen vanuit en binnen de betrekking is belangrijk voor het ervaren van de zorg en kan dus niet overgedragen worden (Van Heijst, 2005, p. 53, ) Van Heijst baseert zich hier op Arendt. 10 Van Heijst baseert zich hier op Van der Berg. Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 18 of 132

19 4.3.2 De zorgverhouding Zorg, Ethiek en Beleid Mensen zijn gelijk, zowel qua overeenkomstigheid als door het feit dat zij allemaal uniek zijn. Deze uniekheid komt tot uiting (in de zorg) door de manier waarop mensen behoeftig zijn en waar zij behoefte aan hebben (Van Heijst, 2005, p ). Zorgontvangers zijn afhankelijk van zorgverleners, waardoor macht een rol kan spelen. Belangrijk is dat de ongelijke behoefte niet gaat leiden tot ongelijke waardigheid: ongelijke behoeftigheid mag bestaan, zonder dat dit automatisch leidt tot verlies van evenwaardigheid (Van Heijst, 2005, p. 236). De menswaardigheid van mensen die zelf niet in staat zijn om in de zorgverhouding actief te verschijnen als uniek persoon, moet worden beschermd (Van Heijst, 2005, p ). Erkenning voor het feit dat de zorgverhouding asymmetrisch blijft is hierbij belangrijk, zodat ook ongelijke behoeftigheid kan blijven bestaan (Van Heijst, 2005, p. 123). Door de ander te erkennen als uniek mens en mee sturing te geven, kan de waarde menswaardigheid in de zorg gedragen worden. De zorgprofessional heeft gekozen om zich beschikbaar te stellen voor willekeurig wie zorg nodig heeft. Zorgontvangers hebben echter niet gekozen, zij zullen het met de zorg van de aanwezige zorgverleners moeten doen (Van Nistelrooy, 2008, p. 27). De zorgverhouding moet uitdrukken dat de zorgontvanger en zorgverlener beide waardevolle en eerbiedwaardige mensen zijn (Van Heijst, 2005, p. 354). Op deze manier kunnen zorgprofessionals zich op een goede manier verhouden tot de zorg, de zorgontvanger en diens ervaring van de zorg. Van Heijst (2005, p. 316, 349) benoemt dat zorgprofessionals steeds met meerdere zorgvragers en eventuele tekorten aan mogelijkheden, middelen en geld te maken krijgen. Hierdoor komen zij voor keuzes te staan die morele cognities, intuïties en emoties met zich meebrengen (Van Heijst, 2005, p. 310). Professionals moeten leren omgaan met deze morele overwegingen van zichzelf en van zorgontvangers. Ze moeten zich weten te verhouden tot situaties waar ze geen invloed op hebben en tot onoplosbaar lijden. Dat betekent: geen afstand nemen of mee lijden, maar wel dichtbij blijven waardoor je geraakt kunt worden 11 (Van Heijst, 2005, p. 202). Professionals moeten deze gevoelens kunnen opmerken, daarop reflecteren en ermee omgaan. Ze moeten zich kunnen verhouden tot iets wat niet te verhelpen is en weten hoe ze in die situatie iets voor een ander kunnen betekenen (Van Heijst, 2005, p , 310). Het is dus belangrijk dat (beginnende) zorgverleners (HZW) in staat zijn om met de ethische en morele aspecten van het werk om te gaan. 11 Van Heijst baseert zich hier op de presentie-theorie. Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 19 of 132

20 4.3.3 De zorgverhouding en zorgbetrekking Zorg, Ethiek en Beleid De zorgbetrekking betreft de verbinding die tussen mensen ontstaat wanneer zij door zorghandelingen met elkaar in contact komen. Hierbinnen krijgt het zorg verlenen of zorg ontvangen betekenis, wat belangrijk is voor het ervaren van de zorg. Dit is dus niet zonder meer overdraagbaar (naar andere zorgverleners in de volgende dienst of van een andere organisatie). De zorgverhouding laat zien hoe mensen zich in de zorg tot elkaar en de te leveren of ontvangen zorg verhouden. De hiervoor beschreven aandacht voor de zorgverhouding en -betrekking is alleen mogelijk als de zorg niet opgevuld is met regels en protocollen. Van Heijst noemt dit de enige manier om zorgen humaan te houden, al kan het ook improductief zijn. Het vertrouwen moet worden teruggelegd bij de kundigheid die professionals (samen) in de praktijk hebben opgebouwd en bij hun (nog veel beter te ontwikkelen) reflexieve vermogens (Van Heijst, 2005, p ) 12. Gelukkig is er een ontwikkeling zichtbaar in de zorg: het zwaartepunt komt steeds meer bij de zorgontvangers te liggen (waar het eerder ging om de verantwoording van professionals van hun productieve arbeidstijd) (Van Heijst, 2005, p , 61). Zorgontvangers ervaren goede zorg, als zij het gevoel hebben dat ze ertoe doen en gezien worden als evenwaardig en uniek persoon. De zorgprofessional kan in de eigen verhouding tot de zorg en door de input in de zorgbetrekking hier mogelijkheidsvoorwaarden voor scheppen. 12 Van Heijst gebaseerd op Swierstra en Tonkens. Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 20 of 132

21 Conclusie Menslievende zorg Het antwoord op de eerste deelvraag; Hoe kan een beginnend beroepsbeoefenaar Helpende Zorg en Welzijn op een menslievende manier zorg verlenen? begint met een opmerking. Volgens Van Heijst zou de ethische grondslag in de gehele zorg herkenbaar zou moeten om menslievende zorg structureel te waarborgen: het vertrouwen moet worden teruggelegd bij de kundigheid van professionals en hun reflexieve vermogens. Deze thesis beperkt zich echter tot de beginnende Helpende Zorg en Welzijnswerker. Daarom wordt specifiek voor deze HZW ers beschreven hoe zij op een menslievende manier zorg kunnen verlenen volgens de visie van Van Heijst. De Helpende Zorg en Welzijnswerker Het werk van de beginnend beroepsbeoefenaar Helpende Zorg en Welzijn betreft veelal het ondersteunen of overnemen van de zorg bij niet-toereikende zelfredzaamheid op lichamelijk en huishoudelijk terrein. Dit werk vindt plaats op de subtiele grens tussen hulp moeten bieden omdat de ander het alleen niet redt, en het risico van té bepalend worden, aldus Van Heijst (2005, p. 235). Deze zorgverleners zijn veelal aan het werk in een heel persoonlijk gebied van de zorgontvanger (die niet heeft gekozen voor deze afhankelijke positie). De zorg kan in het diepste privédomein van het leven doordringen. Daarom is het vooral voor (beginnend) beroepsbeoefenaars in de zorg belangrijk om op een goede manier zorg te verlenen. Door een menslievende manier van zorgen, kan de HZW er uitdrukken dat zowel de zorgontvanger als zijzelf een waardevol en eerbiedwaardig mens is (doel van de zorg). De HZW er gaat een zorgzame betrekking aan met iedere zorgontvanger waarmee zij werkt, deze betrekking is van groot belang voor het ervaren van de zorg. Door elke keer opnieuw de zorg af te stemmen op de persoon (vanuit bewogen ondersteuning voor mensen die lijden en behoeftig zijn) wordt de waardigheid van zorgontvangers behoed. De HZW er kan dit bevorderen door ruimte te maken voor uniekheid, de zorgontvanger mee sturing te laten geven en zorgzaamheid te bieden. Van belang hierbij is dat zij zich opstelt als gelijkwaardig, maar ook het verschil in behoeftigheid erkent. Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 21 of 132

22 Uit de beschrijving van de visie van Van Heijst zijn de kenmerken herhaald waarmee (beginnend) beroepsbeoefenaars HZW op een adequate manier kunnen omgaan met de ethische en morele aspecten van hun werk. Om op een menslievende zorg te verlenen, moet de beginnend beroepsbeoefenaar HZW: - zorgen vanuit bewogen ondersteuning van mensen die behoeftig zijn, om de waardigheid van mensen te behoeden. - voorwaarden scheppen voor een zorgzame betrekking, door: o af te stemmen op de persoon van de zorgvrager en niet alleen op de zorgvraag; o af te stemmen op de persoon van de zorgverlener; o gelijkwaardigheid en ongelijke behoeftigheid te erkennen. - en daarbij: o ruimte maken voor uniekheid; o de ander mee sturing geven; o zorgzaamheid bieden. - morele gevoelens van zichzelf en van zorgontvangers: o opmerken, daarop reflecteren en er mee omgaan. Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 22 of 132

23 Kritische kanttekeningen Van Heijst wil met haar visie op menslievende zorg werkers in de zorg ondersteunen. Zij noemt verschillende voorwaarden waaraan een professional moet voldoen om menslievende zorg te verlenen (zie voorgaande conclusie). Dit is echter een behoorlijke opgave voor de beginnend beroepsbeoefenaar HZW, vooral vanwege het hoge abstractieniveau wat er van hen wordt gevraagd. Deze zorgverleners zijn vaak tussen de 17 en 21 jaar oud en hebben nog weinig (levens)ervaring (in de zorg) opgedaan. Een kritische vraag is dan ook of deze zorgprofessionals wel in staat zijn om op deze manier met hun werk bezig te zijn. Er wordt van de menslievende zorgprofessional ook verwacht dat zij kritisch is en eventuele onrechtmatigheden niet uit de weg gaat. Maar in het huidige klimaat van instellingen en organisaties in de zorg kenmerkt goede zorg zich vooralsnog door het slechts opvolgen van regels en protocollen (zeker op het uitvoerende niveau waarop de HZW er werkzaam is). De steeds mondigere zorgontvangers en hun naasten en de hiërarchische indeling van beroepen in de zorg, kunnen het voor de beginnend beroepsbeoefenaar HZW behoorlijk lastig maken om bijvoorbeeld de zorgontvanger mee sturing te laten geven, of de zorgzame betrekking af te stemmen op zowel de persoon van de zorgontvanger als die van de zorgverlener. Ook hier komt de vraag dus naar boven of deze (beginnende) zorgprofessionals hiertoe in staat zijn. Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 23 of 132

24 5 Landelijke kwalificatie-eisen In dit gedeelte van de thesis wordt een antwoord gezocht op de deelvraag: waar moet een beginnend beroepsbeoefenaar Helpende Zorg en Welzijn, volgens de landelijke kwalificatieeisen opgesteld door Calibris, aan voldoen wat betreft ethische en morele competenties? Dit hoofdstuk geeft een toelichting op het kwalificatiedossier Helpende Zorg en Welzijn , hier moeten examens van de beroepsopleiding HZW aan voldoen. Daarna volgt een beschrijving van het beroepscompetentieprofiel (BCP) en de beroepscode, dit zijn de documenten waar het kwalificatiedossier op is gebaseerd. De ethische en morele elementen die in deze documenten voorkomen worden eruit worden gelicht en met elkaar vergeleken om de deelvraag te beantwoorden. Samenhang van de verschillende documenten Om onduidelijkheden met betrekking tot de samenhang van de verschillende documenten te voorkomen, volgt nu eerst een toelichting daarop. In het landelijke kwalificatiedossier staan de eisen waar examens van beroepsopleidingen aan moeten voldoen. Het kwalificatiedossier Helpende Zorg en Welzijn van kenniscentrum Calibris, is gebaseerd op het beroepscompetentieprofiel Helpende 2007 (deze laatste is weer deels gebaseerd op de beroepscode Verpleging en Verzorging van ABVAKABO FNV en CNV Publieke Zaak). In het BCP wordt het beroep van de Helpende omschreven in kerntaken en kernopgaven, bestaande uit (combinaties van) verschillende competenties. Het BCP Helpende betreft de beroepsactiviteiten en problemen, dilemma s en kansen die de HZW er tegen kan komen. Het beschrijft ook de gewenste beroepshouding; deze is gebaseerd op de beroepscode. De beroepscode beschrijft een professionele en gewenste houding van de zorgverlener, om de kwaliteit in de zorg te waarborgen. Dit betreft voornamelijk de ethische en praktische normen en waarden van het beroep. De competenties in het kwalificatiedossier zijn anders dan de competenties in het BCP, omdat er gebruik is gemaakt van een ander format. De competenties in het kwalificatiedossier vallen onder werkprocessen, die weer zijn ondergebracht bij kerntaken (ook volgens een ander format dan de kerntaken in het BCP). Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 24 of 132

25 5.1 Het kwalificatiedossier Het kwalificatiedossier is ontwikkeld door Calibris, in overleg met de klankbordgroep, bestaande uit: Helpende Zorg en Welzijn en Zorghulp, het platform V&V en het platform SAW (van allen zowel onderwijs als werkveld) en de paritaire commissie en het bestuur (van onderwijs, werkgevers- en werknemersorganisaties). Het (beroeps)onderwijs en bedrijfsleven hebben besloten dat (de uitwerking van deel C van) het kwalificatiedossier een goede basis is om een beroepsopleiding op te bouwen (Calibris, p. 27, 56-57). Competenties in het kwalificatiedossier In het kwalificatiedossier zijn de competenties van het Competentiemodel Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven van SHL 13, gebruikt. De (combinaties van) competenties zijn bij werkprocessen geplaatst, die weer in drie kerntaken zijn ondergebracht (zie bijlage 2). Ook worden vereiste vakkennis en vaardigheden behorende bij de werkprocessen beschreven, zie bijlage 3. Hier komen geen geëxpliciteerde ethische en morele aspecten van het werk in voor, wel feedbackvaardigheden, reflectievaardigheden en kennis van rechten en plichten als werknemer (arbeidsvoorwaarden/cao; rechtspositie; beroepscode). Deze raken nog het meest aan de ethische en morele aspecten van het werk. In Tabel 2 is dikgedrukt welke competenties voorkomen (en hoe vaak) in het kwalificatiedossier HZW. De onderstreepte competenties hebben mijns inziens te maken hebben met de ethische en morele aspecten van het werk. De grijze competenties komen niet in het kwalificatiedossier voor. A. Beslissen en activiteiten initiëren N. Onderzoeken B. Aansturen O. Creëren en innoveren C. Begeleiden P. Leren D. Aandacht en begrip tonen (3) Q. Plannen en organiseren (1) E. Samenwerken en overleggen (1) R. Op de behoefte en verwachtingen van de klant F. Ethisch en integer handelen richten (6) G. Relaties bouwen en netwerken S. Kwaliteit leveren H. Overtuigen en beïnvloeden T. Instructies en procedures opvolgen (5) I. Presenteren U. Omgaan met verandering en aanpassen J. Formuleren en rapporteren (4) V. Met druk en tegenslag omgaan K. Vakdeskundigheid toepassen (3) W. Gedrevenheid en ambitie tonen L. Materialen en middelen inzetten (2) X. Ondernemend en commercieel handelen M. Analyseren Y. Bedrijfsmatig handelen Calibris, p en SHL, eigen inbreng van accenten. Tabel 2. Competenties Competentiemodel Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven 13 Standaard competentieset die wordt gebruikt bij het ontwikkelen van kwalificatiedossiers (Calibris). Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 25 of 132

26 De onderstreepte, grijze competenties zouden volgens mij wel in het kwalificatiedossier moeten voorkomen. Hier volgt de toelichting van de onderstreepte competenties, hieruit blijkt duidelijk dat deze competenties de ethische en morele aspecten van het werk betreffen. D. Aandacht en begrip tonen Toont belangstelling en begrip; kan zich inleven; luistert goed en laat verdraagzaamheid en welwillendheid zien; toont bezorgdheid en steunt anderen; laat zien ook zichzelf goed te kennen. F. Ethisch en integer handelen Toont zich integer en handelt consequent in lijn met de binnen de organisatie, (beroeps)groep en/of maatschappij geldende normen en waarden; houdt rekening met de omgeving en respecteert verschillen tussen mensen. P. Leren Zorgt er zelf actief voor de eigen vakkennis en vaardigheden goed bij te houden en onderneemt indien nodig stappen om deze verder te ontwikkelen; leert van fouten en feedback; werkt actief en systematisch aan de eigen ontwikkeling en ontplooiing. R. op de behoefte en verwachtingen van de klant richten Achterhaalt actief de behoeften en verwachtingen van klanten; Probeert hier bij aan te sluiten; Stelt zich klantgericht op; Houdt klant tevredenheid goed in de gaten en onderneemt zonodig actie. S. Kwaliteit leveren Formuleert duidelijke kwaliteits- en productiviteitsnormen waaraan het (eigen) werk moet voldoen; is er sterk op gericht de afgesproken kwaliteit en productiviteit te halen; voert hiervoor de taken consistent en systematisch uit; houdt nauwkeurig in de gaten of de afgesproken kwaliteits- en productiviteitsniveaus gerealiseerd worden. U. Omgaan met verandering en aanpassen Past het eigen gedrag snel en op positieve wijze aan veranderende omstandigheden aan; staat welwillend ten opzicht van nieuwe ideeën en plannen; accepteert het dat zaken met een zeker regelmaat veranderen; kan onzekere en onduidelijke situaties goed aan; kan goed omgaan met diversiteit (tussen mensen). Competentiemodel Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven SHL. Tavie Alferink Menslievende zorg door HZW ers 26 of 132

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3* Competentiekaart verzorgende IG (de eisen ten aanzien van loopbaan en de burgerschapsdimensies zijn in de kaart verwerkt, behalve de politiek-juridische dimensie die geheel op school wordt behandeld) Competentiekaart

Nadere informatie

1. Algemene informatie over de kwalificatie. A. Functienaam Wellnessmasseur (NGS) 1

1. Algemene informatie over de kwalificatie. A. Functienaam Wellnessmasseur (NGS) 1 Kwalificatieprofiel Wellnessmasseur Versie 04-04-2014, gebaseerd op Servicedocument 2008 en doorvertaling keuzedeel mbo 2013 sportmasseur. Format KSS 2012 1. Algemene informatie over de kwalificatie A.

Nadere informatie

Epiloog 111. Literatuur en andere bronnen 117 Literatuur 117 Film, dvd, documentaires, video 120 Muziek 121 Theater 121 Websites 121

Epiloog 111. Literatuur en andere bronnen 117 Literatuur 117 Film, dvd, documentaires, video 120 Muziek 121 Theater 121 Websites 121 Inhoud Inleiding 7 1 Beelden van dementie in Nederland 11 Inleiding 11 De meest gevreesde ziekten volgens Sontag 12 Sontags vier criteria, toegepast op dementie 13 Taboe en schaamte 16 Angstaanjagende

Nadere informatie

Kwalificatieprofiel NGS Sportmasseur

Kwalificatieprofiel NGS Sportmasseur Kwalificatieprofiel NGS Sportmasseur 2013, NGS Nederlands Genootschap voor Sportmassage Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand

Nadere informatie

SHL competenties Definities Componenten

SHL competenties Definities Componenten Een schematische weergave van de SHL-competenties met de definities en bijbehorende componenten: SHL competenties Definities Componenten A. Beslissen en activiteiten initiëren - neemt tijdig en duidelijk

Nadere informatie

Kwalificatieprofiel NGS Wellnessmasseur

Kwalificatieprofiel NGS Wellnessmasseur Kwalificatieprofiel NGS Wellnessmasseur 2013, NGS Nederlands Genootschap voor Sportmassage Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012)

Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012) Afgeronde onderzoeksprojecten Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking (periode 2008 2012) In de periode 2008-2012 heeft het Lectoraat Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking

Nadere informatie

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven l Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven Pagina 1 van16 Werkprocessen en competenties gericht op het verpleegplan 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan

Nadere informatie

1. Algemene informatie over de kwalificatie. A. Functienaam Sportmasseur (NGS) 1

1. Algemene informatie over de kwalificatie. A. Functienaam Sportmasseur (NGS) 1 Kwalificatieprofiel Sportmasseur (NGS0084) Versie 04-04-2014, gebaseerd op Servicedocument 2008 en keuzedeel mbo sportmassage (geldend vanaf 01-08-2013) Vastgesteld HB 11-1-2017 Format KSS 2012 1. Algemene

Nadere informatie

Beroepscode OND. Verpleging en verzorging

Beroepscode OND. Verpleging en verzorging Beroepscode OND Verpleging en verzorging Inleiding Wat is een beroepscode? Een beroepscode bevat ethische en praktische normen en waarden van het beroep. Omdat verpleegkundigen en verzorgenden een belangrijke

Nadere informatie

Model Praktijkbeoordelaar

Model Praktijkbeoordelaar Model Praktijkbeoordelaar De praktijkbeoordelaar beoordeelt de deelnemer in een afnamelocatie. In de rol van praktijkbeoordelaar, beoordeelt hij 1 of de deelnemer het vereiste niveau van kennis, vaardigheden,

Nadere informatie

Landelijke Kwalificaties MBO

Landelijke Kwalificaties MBO Bijlage 1 Format kwalificaties MBO (Behoort bij Beleidsregels voor de totstandkoming en toetsing van kwalificatiedossiers in het beroepsonderwijs, van 16 december 2008, kenmerk BVE-2008/80904)

Nadere informatie

Goed verplegen. Kernelementen van een verpleegkundige beroepsethiek. Een voorstel. Oostende 19 maart 2018

Goed verplegen. Kernelementen van een verpleegkundige beroepsethiek. Een voorstel. Oostende 19 maart 2018 Goed verplegen Kernelementen van een verpleegkundige beroepsethiek. Een voorstel. Oostende 19 maart 2018 Uitgangspunten en overwegingen Definities ethiek: 1. Systematische reflectie op waarden en normen

Nadere informatie

Model Praktijkbeoordelaar

Model Praktijkbeoordelaar Model Praktijkbeoordelaar De praktijkbeoordelaar beoordeelt de deelnemer in een afnamelocatie. In de rol van praktijkbeoordelaar, beoordeelt hij 1 of de deelnemer het vereiste niveau van kennis, vaardigheden,

Nadere informatie

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering VOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent BOL leerjaar 2 in 2011-2012 Verdiepingsfase OAS praktijk 2011-2013 volgens het Kwalificatiedossier 2010. naam: klas: Loopbaanbegeleider: 1= startniveau 2=aardig

Nadere informatie

Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl.

Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl. STER opdracht ADL Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl. In de eerste 10 weken van je opleiding heb je

Nadere informatie

Studentopdracht INtheMC

Studentopdracht INtheMC Over internationalisering en I-BPV Studentopdracht INtheMC Opdracht/titel: 1. ALGEMENE ACHTERGROND Internationalisering in je eigen land Naam student: Niveau (NQF) Startdatum: Einddatum: 2 3 4 Beoordeling:

Nadere informatie

Studentopdracht INtheMC

Studentopdracht INtheMC Over internationalisering en I-BPV Studentopdracht INtheMC Opdracht/titel: 2. ALGEMENE ACHTERGROND Andere culturen in je eigen land Naam student: Niveau (NQF) Startdatum: Einddatum: 2 3 4 Beoordeling:

Nadere informatie

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager 1 Werkprocessen en competenties gericht op het verpleegplan 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op. A: Beslissen en activiteiten initiëren

Nadere informatie

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Gedurende de opleiding werken de studenten in de praktijk aan praktijkopdrachten. Een schooljaar

Nadere informatie

Beroepscode doktersassistent. Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten

Beroepscode doktersassistent. Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten Beroepscode doktersassistent Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten Beroepscode Doktersassistent Wat is een beroepscode? Een beroepscode bevat ethische en praktische normen en waarden van het beroep.

Nadere informatie

Competenties. KBB-competentiemodel

Competenties. KBB-competentiemodel Competenties Competenties zijn ontwikkelbare vermogens van mensen waarmee ze in voorkomende situaties adequaat, gemotiveerd, proces- en resultaatgericht kunnen handelen. Competenties zijn samengesteld

Nadere informatie

INtheMC. Niveau (NQF) Startdatum: Einddatum: 2 3 4. Aanvinken v=voldoende a = aanpassen 2=2e gelegenheid

INtheMC. Niveau (NQF) Startdatum: Einddatum: 2 3 4. Aanvinken v=voldoende a = aanpassen 2=2e gelegenheid Over internationalisering en I-BPV; student opdrachten INtheMC Opdracht/titel: 7 Werken in het buitenland De taal Naam student: Niveau (NQF) Startdatum: Einddatum: 2 3 4 Beoordeling: Aanvinken Inleverdatum

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Uitvoeren van activiteiten met zorgvragers (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg & thuiszorg) Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten Niveau

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk 2010-2013 volgens het kwalificatiedossier Jeugdzorg 2011. 1=startniveau, 2= aardig eindje op weg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak

Nadere informatie

Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning. STER opdracht: helpen bij een creatieve activiteit

Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning. STER opdracht: helpen bij een creatieve activiteit werkplanning Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten STER opdracht: helpen bij een creatieve activiteit Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je te maken met het helpen bij creatieve activiteiten.

Nadere informatie

De onderbouwing in het ervaringscertificaat

De onderbouwing in het ervaringscertificaat Een goed en een slecht voorbeeld van een onderbouwing Secretaresse I Inleiding Onderbouwing In deze toelichting wordt nader ingegaan op de onderbouwing in een ervaringscertificaat. We gebruiken hier de

Nadere informatie

Kennisbundels in relatie tot kwalificatiedossiers

Kennisbundels in relatie tot kwalificatiedossiers Vergelijkingsdocument Kennisbundels in relatie tot kwalificatiedossiers Zorg en welzijn l KENNISCENTRUM VOOR LEREN IN DE PRAKTIJK IN ZORG, WELZIJN EN SPORT 1 Inhoud Kennisbundels in relatie tot kwalificatiedossiers...

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

Algemene informatie over kwalificatie

Algemene informatie over kwalificatie Algemene informatie over kwalificatie In dit hoofdstuk wordt het beroep nader omschreven. unctiebenaming Begeleider, Assistent B. Typering kwalificatie Werkomgeving De Leider Sportieve Recreatie niveau

Nadere informatie

Talentcoach Kwalificatieprofiel

Talentcoach Kwalificatieprofiel 10 alentcoach walificatieprofiel Inhoudsopgave 1 Algemene informatie over kwalificatie 11 A. unctiebenaming 11 B. ypering kwalificatie 11 C. enmerken kwalificatie 11 D. In- en doorstroom 11 2 Overzicht

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289

Keuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289 Keuzedeel mbo Triage gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0289 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2016 2 van

Nadere informatie

Inhoud Inleiding Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding Een nieuwe start bouwt voort op het voorgaande Relaties aangaan Omgaan met gevoelens

Inhoud Inleiding Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding Een nieuwe start bouwt voort op het voorgaande Relaties aangaan Omgaan met gevoelens Inhoud Inleiding 9 1 Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding 11 1.1 Het beroep Social Work 11 1.2 Beelden over leren mentale modellen 15 1.3 Competentiegericht leren 16 1.4 Een open leerhouding 17 1.5 Leren

Nadere informatie

1. Algemene informatie over kwalificatie

1. Algemene informatie over kwalificatie 1. Algemene informatie over kwalificatie In dit hoofdstuk wordt het beroep nader omschreven. A. unctiebenaming Leider Sportieve Recreatie B. Typering kwalificatie Werkomgeving De Leider Sportieve Recreatie

Nadere informatie

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3)

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K0137 480 SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) D1 Voorlichting en advies geven aan cliënten over technologische hulpmiddelen

Nadere informatie

Leren, loopbaan en burgerschap

Leren, loopbaan en burgerschap Leren, loopbaan en burgerschap Een kleine vooruitblik 28-05-2008 (c) CINOP en SLO 1 Leren Kerntaak 1: Benoemt de eigen ontwikkeling en kiest middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken

Nadere informatie

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Het werken aan en en de relatie daarvan met de voortgangsrapportage Gedurende de verdiepingsfase

Nadere informatie

Mantelzorg, waar ligt de grens?

Mantelzorg, waar ligt de grens? Mantelzorg, waar ligt de grens? CDA Talentacademie 2014-2015 Anita Relou Wat is volgens het christendemocratisch gedachtengoed de grens van mantelzorg. Inleiding 2015. Een jaar met veel veranderingen in

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Opdrachten

Nadere informatie

In dialoog met elkaar

In dialoog met elkaar In dialoog met elkaar Grondhouding van Zozijn Bestaansrecht van Zozijn In dialoog Zozijn ziet het als opdracht om mensen tot bloei te laten komen. Wij zorgen voor een positief klimaat, waarin liefdevolle

Nadere informatie

Palliatieve zorg: Ethiek

Palliatieve zorg: Ethiek Palliatieve zorg: Ethiek Hogeschool van Amsterdam Naam: Lauri Linn Konter Studentnr: 500642432 Klas: Lv12-2E2 Jaar: 2012-2013 Docent: P. Vleugels Inhoudsopgave Inleiding Blz: 3 Omschrijving praktijksituatie

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Ethisch verantwoorde zorg voor ouderen Tussen kwetsbaarheid en waardigheid. Prof. Dr. Chris GASTMANS KU Leuven

Ethisch verantwoorde zorg voor ouderen Tussen kwetsbaarheid en waardigheid. Prof. Dr. Chris GASTMANS KU Leuven Ethisch verantwoorde zorg voor ouderen Tussen kwetsbaarheid en waardigheid Prof. Dr. Chris GASTMANS KU Leuven INLEIDING Verbreding van ethische reflectie in gezondheidszorg Perspectiefverandering: zorg

Nadere informatie

PVB 3.4 Aansturen van sportkader

PVB 3.4 Aansturen van sportkader PVB 3.4 Aansturen van sportkader Deelkwalificatie van volleybaltrainer 3 Inleiding Om het door de Nevobo en NOC*NS erkende diploma volleybaltrainer 3 te behalen, moet je vier kerntaken op niveau 3 beheersen.

Nadere informatie

Zorginnovaties en technologie

Zorginnovaties en technologie Keuzedeel mbo Zorginnovaties en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0138 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport

Nadere informatie

De paradox van de burger als uitgangspunt

De paradox van de burger als uitgangspunt GEMEENTE WINTERSWIJK De paradox van de burger als uitgangspunt De dialoog als methodiek Rhea M. Vincent 1-11-2013 In het nieuwe zorgstelsel staat de vraag van de burger centraal. De professional en de

Nadere informatie

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen Inhoud Inleiding 7 1 Diversiteit in jouw leven 13 1.1 Identiteit 13 1.2 Sociale identiteit 15 1.3 Sociale deelidentiteiten 17 1.4 Multiculturele persoonlijkheden 20 1.5 Aspecten van persoonlijkheden 24

Nadere informatie

Menslievende Professionalisering. Onderzoek naar de training Menslievende Professionalisering. Petri Embregts, Maaike Hermsen & Lisanne van Alphen

Menslievende Professionalisering. Onderzoek naar de training Menslievende Professionalisering. Petri Embregts, Maaike Hermsen & Lisanne van Alphen Menslievende Professionalisering Onderzoek naar de training Menslievende Professionalisering juni 2015 Petri Embregts, Maaike Hermsen & Lisanne van Alphen Achtergrond Zorgverleners werkzaam in het primaire

Nadere informatie

De verpleegkundige als skilled compagnion

De verpleegkundige als skilled compagnion De verpleegkundige als skilled Goed communiceren over pijn -en pijnmedicatie, op de goede manier en om de goede reden Decock Stefanie; geïnspireerd door prof. em. Grypdonk Blikopener Mensen werken met

Nadere informatie

Over een relatie met een (ex-)zorgvrager. Aanvulling bij Omgaan met aspecten van seksualiteit tijdens de beroepsuitoefening

Over een relatie met een (ex-)zorgvrager. Aanvulling bij Omgaan met aspecten van seksualiteit tijdens de beroepsuitoefening Over een relatie met een (ex-)zorgvrager Aanvulling bij Omgaan met aspecten van seksualiteit tijdens de beroepsuitoefening 1 Inleiding In 2011 heeft de V&VN Commissie Ethiek de notitie Omgaan met aspecten

Nadere informatie

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts In verbinding zelf keuzes maken Petri Embregts Cliënten eigen keuzes laten maken, ze regie geven over hun eigen leven, dat is wat we nastreven Dhr Hans Bouter Leidsch Dagblad Eigen regie, zelf keuzes maken

Nadere informatie

LOOPBAANVAARDIGHEID LOOPBAANLEREN HOOFDSTUK 1

LOOPBAANVAARDIGHEID LOOPBAANLEREN HOOFDSTUK 1 LPBAANVAARDIGHEID LPBAANLEREN HFDSTUK 1 Loopbaanvaardigheid Alle ogen zijn gericht op je reisdoel: het diploma van de opleiding die je volgt. Dat diploma bewijst straks dat jij je beginnend beroepsbeoefenaar

Nadere informatie

Casus Seksuele handelingen als zorgvraag: directe aanpassing beroepscode?

Casus Seksuele handelingen als zorgvraag: directe aanpassing beroepscode? Casus Seksuele handelingen als zorgvraag: directe aanpassing beroepscode? 1. Inleiding In de media was de afgelopen weken uitgebreid aandacht voor de casus van de studente verpleegkunde die geacht werd

Nadere informatie

Academie voor Sportkader. Kwalificatieprofiel Wedstrijdadministratie (Official 2)

Academie voor Sportkader. Kwalificatieprofiel Wedstrijdadministratie (Official 2) Academie voor Sportkader Kwalificatieprofiel Wedstrijdadministratie (Official 2) 1. Algemene informatie over kwalificatie In dit hoofdstuk wordt het beroep nader omschreven. A. Functiebenaming Wedstrijdadministratie,

Nadere informatie

Beroepstaak C Helpende Startbekwaam niveau

Beroepstaak C Helpende Startbekwaam niveau Beroepsopdracht Beroepstaak C Helpende Startbekwaam niveau Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren, vraag feedback met behulp van het feedbackformulier. NB. Beroepstaak C heeft 2 niveaus! Uitvoeren

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo. Geldig vanaf 1 augustus 2013. Crebonr.

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo. Geldig vanaf 1 augustus 2013. Crebonr. Keuzedeel mbo Voorbereiding hbo behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo Geldig vanaf 1 augustus 2013 Crebonr. Vastgesteld Penvoerder: Ontwikkeld door: 2 van 7 1. Algemene informatie D1: Voorbereiding

Nadere informatie

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel Keuzedeel mbo Mensen met niet-aangeboren hersenletsel behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo Op dit moment is een wijziging van de WEB in voorbereiding waarmee de positie van keuzedelen in de kwalificatiestructuur

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Startbekwaam

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Startbekwaam OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Uitvoeren van groepsactiviteiten met zorgvragers (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg & thuiszorg) Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten

Nadere informatie

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is. VOORTGANGSRAPPORTAGE Praktijk PW 4 Jeugdzorg 2009-2011 naam: klas: loopbaanbegeleider: 1=startniveau, 2= aardig eindje onderweg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak 1 Opstellen van een activiteitenprogramma

Nadere informatie

ETHIEK TAKE HOME TOETS

ETHIEK TAKE HOME TOETS ETHIEK TAKE HOME TOETS Naam: Danissa Loocks Studentennummer: 500621916 Groep: LV12-2F1 Datum: 18 Januari 2013 Blok naam: 2.2 Naam opleiding : HBO- V Hoge School van Amsterdam Naam docent: Paul Vleugels

Nadere informatie

Relationele afstemming bij benadering van complex gedrag

Relationele afstemming bij benadering van complex gedrag Relationele afstemming bij benadering van complex gedrag 4 november 2011 Madeleine Timmermann & Jantine Ronde Opzet presentatie relationele afstemming Verkenningstocht naar betekenissen van jammerklachten

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT (Thuiszorg) Beroepstaak B Helpen bij de persoonlijke zorg/ ADL Niveau Startbekwaam Toets beroepstaak B Helpende startbekwaam Thuiszorg 08-2011 Beroepsopdracht

Nadere informatie

Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers VMBO

Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers VMBO Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer Dossiers VMBO Inhoudsopgave Inleiding... 3 Informatie BPV-beoordeling... 4 Kerntaak, werkprocessen, competenties, beoordelingscriteria en Arbo-regels... 4

Nadere informatie

Notitie. GGZ Rivierduinen. GGZ Rivierduinen Samen kiezen voor kwaliteit Zorgvisie 2015

Notitie. GGZ Rivierduinen. GGZ Rivierduinen Samen kiezen voor kwaliteit Zorgvisie 2015 Notitie GGZ Rivierduinen GGZ Rivierduinen Zorgvisie 2015 Blad 1 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Missie... 2 3. Visie... 2 3.1. Herstel als leidend principe... 2 3.2. Passende Zorg... 3 3.3 Hoge professionele

Nadere informatie

CMV volleybaltrainer 2

CMV volleybaltrainer 2 MV volleybaltrainer 2 1. Algemene informatie over kwalificatie In dit hoofdstuk wordt het beroep nader omschreven. A. unctiebenaming Begeleider, Assistent B. ypering kwalificatie Werkomgeving yperende

Nadere informatie

Kwalificatieprofiel Squash Trainer 2

Kwalificatieprofiel Squash Trainer 2 walificatieprofiel Squash rainer 2 In dit hoofdstuk wordt het beroep nader omschreven A. unctiebenaming Begeleider, Assistent B. ypering kwalificatie Werkomgeving yperende beroepshouding Rol en verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Visie Somatische Verpleegzorg Omring

Visie Somatische Verpleegzorg Omring Visie Somatische Verpleegzorg Omring Visie Somatische Verpleegzorg Omring Inleiding De Omring strategie gaat uit van de definitie van positieve gezondheid (Huber et al 2011) Health is the ability to adapt

Nadere informatie

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de Multisource Feedback Er zijn drie verschillende formulierensets Multisource Feedback (MSF) beschikbaar in het digitaal portfolio: Bij de MSF (collega s) is het verplicht minimaal 3 collega s een vragenlijst

Nadere informatie

Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers

Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers Master-thesis over de werkwijze van de docent kunsteducatie in het VMBO en VWO Tirza Sibelo Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen Richting: Sociologie

Nadere informatie

1. Algemene informatie over kwalificatie

1. Algemene informatie over kwalificatie 1. Algemene informatie over kwalificatie In dit hoofdstuk wordt het beroep nader omschreven. A. unctiebenaming Begeleider, Assistent B. ypering kwalificatie Werkomgeving De Leider Sportieve ecreatie 2

Nadere informatie

Functiebeschrijving VERZORGENDE GEZINSZORG C1-C2 / D1-D3

Functiebeschrijving VERZORGENDE GEZINSZORG C1-C2 / D1-D3 Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Competentieprofiel kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Generieke Competenties... 2 Affiniteit met kaderlidmaatschap... 2 Sociale vaardigheden... 2 Communicatie... 2 Lerend vermogen... 3 Initiatiefrijk... 3

Nadere informatie

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten Kerntaak 1 Organiseert het leerproces van de (lerende) medewerker in de praktijk Werkproces Prestatie-indicator Examenproduct

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Helpen waar het nodig is! (Thuiszorg) Beroepstaak B Helpen bij de persoonlijke zorg/ ADL Niveau Beginner Toets beroepstaak B beginner Helpende Thuiszorg

Nadere informatie

Zorg om de zorg. Menselijke maat in de gezondheidszorg

Zorg om de zorg. Menselijke maat in de gezondheidszorg Zorg om de zorg Menselijke maat in de gezondheidszorg Prof.dr. Chris Gastmans Prof.dr. Gerrit Glas Prof.dr. Annelies van Heijst Prof.dr. Eduard Kimman sj Dr. Carlo Leget Prof.dr. Ruud ter Meulen (red.)

Nadere informatie

IOD Crayenestersingel 59, 2101 AP Heemstede Tel: 023 5283678 Fax: 023 5474115 info@iod.nl www.iod.nl. Leiding geven aan verandering

IOD Crayenestersingel 59, 2101 AP Heemstede Tel: 023 5283678 Fax: 023 5474115 info@iod.nl www.iod.nl. Leiding geven aan verandering Leiding geven aan verandering Mijn moeder is 85 en rijdt nog auto. Afgelopen jaar kwam ze enkele keren om assistentie vragen, omdat haar auto in het verkeer wat krassen en deuken had opgelopen. Ik besefte

Nadere informatie

Carefulness AANDACHT VOOR ZORG ZORG VOOR AANDACHT

Carefulness AANDACHT VOOR ZORG ZORG VOOR AANDACHT Carefulness AANDACHT VOOR ZORG ZORG VOOR AANDACHT Inleiding Aandacht is een essentieel onderdeel in de zorg. Aandacht voor de patiënt en de zorgverlener vergroot de vitaliteit, de effectiviteit en de kwaliteit

Nadere informatie

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel Keuzedeel mbo Mensen met niet-aangeboren hersenletsel gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0067 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn

Nadere informatie

Het maken van een casus is een onderdeel van beroepsprestatie 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties

Het maken van een casus is een onderdeel van beroepsprestatie 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties Docenthandleiding. Inleiding opdracht 1: schrijven van een casus. Het maken van een casus is een onderdeel van beroepsprestatie 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties Voor de leerlingen is

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 1 e herziene druk: november 2013 ISBN:

Nadere informatie

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT

OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT Huishoudelijke zorg op maat. (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg) Beroepstaak A Hulp bij huishouden en wonen. Niveau Startbekwaam Toets BT A STB Zorghulp V en V 02-2012

Nadere informatie

Stagedoelstelling exploratiestage

Stagedoelstelling exploratiestage Stagedoelstelling exploratiestage 2018-2019 1 Zorgverlener: verlenen verpleegkundige zorg/technische vaardigheden volgens de verpleegkundige basisprincipes Werkt systematisch en gestructureerd. Besteedt

Nadere informatie

Het goede GOED doen. Gerda van Brummelen - adviseur vereniging. 3 juli 2014 Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland

Het goede GOED doen. Gerda van Brummelen - adviseur vereniging. 3 juli 2014 Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland Het goede GOED doen Gerda van Brummelen - adviseur vereniging inhoud Professionele standaard Individuele professionaliteit Niet pluis gevoel Pak je invloed Professionele standaard Professionele standaard

Nadere informatie

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven ecourse Moeiteloos leren leidinggeven Leer hoe je met minder moeite en tijd uitmuntende prestaties met je team bereikt 2012 Marjan Haselhoff Ik zou het waarderen als je niets van de inhoud overneemt zonder

Nadere informatie

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? Thuis en op school heb je allerlei waarden meegekregen. Sommigen passen bij je, anderen misschien helemaal niet. Iedereen heeft waarden. Ken

Nadere informatie

Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland

Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland Beste pleegouder, U heeft aangegeven graag op de hoogte gehouden te

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo. Geldig vanaf 1 augustus 2013.

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo. Geldig vanaf 1 augustus 2013. Keuzedeel mbo Voorbereiding hbo behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo Geldig vanaf 1 augustus 2013 Crebonummer(s) Penvoerder: Ontwikkeld door: 2 van 8 Leeswijzer Dit document bevat de kwalificatie-eisen

Nadere informatie

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg

Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Crebonummer 94830 en 93510 Opleiding Verzorgende IG Kwalificatieniveau 3 MBO Verpleegkundige Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Nadere informatie

TRIADISCHE ZORG: WAT BETEKENT DIT IN DE PRAKTIJK? SUSAN WOELDERS, ANNETTE HENDRIKX AFDELING METAMEDICA, VUMC

TRIADISCHE ZORG: WAT BETEKENT DIT IN DE PRAKTIJK? SUSAN WOELDERS, ANNETTE HENDRIKX AFDELING METAMEDICA, VUMC Morele dilemma s in de afstemming van zorg tussen cliënten met NAH, mantelzorgers en zorgprofessionals TRIADISCHE ZORG: WAT BETEKENT DIT IN DE PRAKTIJK? SUSAN WOELDERS, ANNETTE HENDRIKX AFDELING METAMEDICA,

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

ETHISCHE REFLECTIE ETHISCHE REFLECTIE 20/05/2016

ETHISCHE REFLECTIE ETHISCHE REFLECTIE 20/05/2016 OP HET HANDELEN ALS ERGOTHERAPEUT Autonomie in verbondenheid Dit is voor mij persoonlijk het raakvlaak tussen ergotherapie en ethiek. De autonomie van de cliënt in relatie tot zijn omgeving Het handelen

Nadere informatie

voor kleinschalig wonen in de ouderenzorg gebaseerd

voor kleinschalig wonen in de ouderenzorg gebaseerd Onderwijs voor kleinschalig wonen in de ouderenzorg Gebaseerd op Verzorgende-IG (niveau 3) en Medewerker Maatschappelijke (niveau 3) van 2011-2012 Een belangrijke ontwikkeling in de ouderenzorg is kleinschalig

Nadere informatie

Kwetsbaarheid delen in de zorg

Kwetsbaarheid delen in de zorg Kwetsbaarheid delen in de zorg workshop ethische dilemma s 2 oktober 2017 Marita de Kleijne, Commissie Ethiek dr. Hans van Dartel, ethicus Opzet Introductie: ethiek en beroepsvereniging Kwetsbaarheid in

Nadere informatie

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker Competentieprofiel maatschappelijk werker OCMW 1. Functie Functienaam Afdeling Dienst Functionele loopbaan Maatschappelijk werker Sociale zaken Sociale dienst B1-B3 2. Context Het OCMW garandeert aan elke

Nadere informatie

Moreel Beraad. Roelie Dijkman, specialist ouderengeneeskunde SHDH

Moreel Beraad. Roelie Dijkman, specialist ouderengeneeskunde SHDH Moreel Beraad Roelie Dijkman, specialist ouderengeneeskunde SHDH Wat is goed handelen? Wat en wie bepaalt dat? Ethiek Het systematisch nadenken over normen en waarden die in handelings- en beslissituaties

Nadere informatie

Verdieping profiel veiligheidsdeskundige, ter voorbereiding op de inrichting van het assessment ten behoeve van het nieuwe register NVVK

Verdieping profiel veiligheidsdeskundige, ter voorbereiding op de inrichting van het assessment ten behoeve van het nieuwe register NVVK Verdieping profiel veiligheidsdeskundige, ter voorbereiding op de inrichting van het assessment ten behoeve van het nieuwe register NVVK. Aanleiding Met betrekking tot het eindniveau van veiligheidsopleidingen

Nadere informatie

Utrecht, september 2010 Gerjoke Wilmink directeur Nibud

Utrecht, september 2010 Gerjoke Wilmink directeur Nibud Voorwoord Ongeveer twee jaar geleden publiceerde het Nibud Geld en Gedrag, Budgetbegeleiding voor de beroepspraktijk. Het boek werd enthousiast ontvangen door het werkveld, vooral vanwege de competenties

Nadere informatie

Competentieprofiel beoordelaar

Competentieprofiel beoordelaar Competentieprofiel beoordelaar LTTR, SHE en SLEBB Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in

Nadere informatie