AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit"

Transcriptie

1 AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit Toelichtingen U hebt op de vragenboom van de Activiteitenbesluit Internet Module ( doorlopen. Daarbij heeft u een aantal activiteiten geselecteerd waarvoor het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Activiteitenregeling milieuregels bevat. Dit document bevat de toelichtingen bij deze milieuregels die gelden voor uw bedrijf. Milieuregels De milieuregels kunt u vinden in een apart bestand. Inhoud Lozen van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening 1 In werking hebben van een stookinstallatie Emissies naar de lucht 4 In werking hebben van een stookinstallatie Bodembescherming en doelmatig beheer van afval of afvalwater In werking hebben van een stookinstallatie Keuring en onderhoud 13 Uitwendig wassen van motorvoertuigen of werktuigen waarmee geen gewasbeschermingsmiddelen zijn toegepast Opslaan van drijfmest en digestaat 17 Houden van dieren bij een veehouderij type B 21 Houden van landbouwhuisdieren in een huisvestingssyteem dat is voorzien van een luchtwassysteem Opslaan van vloeistoffen in bovengrondse opslagtanks 29 Inwendig reinigen of ontsmetten van transportmiddelen 33 Algemene regels voor bodembedreigende activiteiten 36 Algemene regels voor lozen 42 Algemene milieuregels voor type A en type B inrichtingen 46 Algemene milieuregels Afvalbeheer 48 Algemene milieuregels Energiebesparing 51 Algemene milieuregels Geluidhinder 53 Algemene milieuregels Trillinghinder I

2 Lozen van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening Document Vindplaats milieuregels Toelichting "Lozen van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening" 3.1.3, artikel 3.3 Activiteitenbesluit 6.7, artikel 6.18 Activiteitenregeling nvt Versie 1 januari 2013 Waarover gaat deze toelichting? Deze toelichting omvat een korte beschrijving van de voorschriften voor het lozen van afvloeiend hemelwater dat niet afkomstig is van een verplichte bodembeschermende voorziening en geen drainagewater is afkomstig van de teelt van gewassen op een doorlatende ondergrond.. Onder "afvloeiend hemelwater" wordt zowel verstaan hemelwater dat over een verharding afstroomt, als hemelwater dat bij neerslag door de bodem sijpelt en via drainage wordt afgevoerd. Een verplichte bodembeschermende voorziening is een bestaande of aan te leggen voorziening die aanwezig moet zijn vanwege het uitvoeren van bodembedreigende activiteiten. De voorschriften zijn ook van toepassing op afvloeiend hemelwater afkomstig van bodembeschermende voorzieningen die niet verplicht zijn, maar vrijwillig zijn aangebracht. Bij de opslag van goederen kan sprake zijn van lozing van afvloeiend hemelwater dat niet afkomstig is van bodembeschermende voorzieningen. Het hemelwater dat afkomstig is van het opslaan en overslaan van goederen valt onder paragraaf "Opslaan en overslaan van goederen van het Activiteitenbesluit. Lozen hemelwater wel afkomstig van bodembeschermende voorzieningen Eventuele eisen aan lozingen van afvloeiend hemelwater afkomstig van bodembeschermende voorzieningen zijn vermeld bij de activiteiten waarbij "dergelijke voorzieningen verplicht zijn. De milieuhygiënische noodzaak voor deze bodembeschermende voorziening maakt dat ook afvloeiend hemelwater daarvan niet in alle gevallen zonder beperkingen kan worden geloosd. Overigens zal bij bodembeschermende voorzieningen niet altijd afvloeiend hemelwater vrijkomen, omdat veel activiteiten, waarvoor bodembeschermende voorzieningen zijn vereist, inpandig plaatsvinden. Gemeentelijke verordening Een gemeentelijke verordening zoals bedoeld in artikel 10.32a van de Wet milieubeheer (Wm) biedt de mogelijkheid om gebiedsgerichte regels voor afvloeiend hemelwater te stellen. De verordeningsmogelijkheid van de gemeente geldt voor lozingen op of in de bodem en voor lozingen in een voorziening voor inzameling en transport van afvalwater, zoals een openbaar vuilwaterriool of een openbaar hemelwaterstelsel. Regels kunnen met name relevant zijn daar waar het afvloeiend hemelwater via een openbaar hemelwaterstelsel op of in de bodem of in het oppervlaktewater wordt gebracht. Deze verordening biedt de gemeente ook de mogelijkheid om te bepalen dat bestaande lozingen van afvloeiend hemelwater op een vuilwaterriool binnen een in de verordening genoemde termijn moeten worden beëindigd. 1 van 59

3 Voorschriften Lozen vuilwaterriool Lozen verboden Lozen bodem, oppervlaktewater, hemelwaterriool Lozen toegestaan Voorwaarden gebruik gewasbeschermingsmiddelen Verbod lozen vuilwaterriool Uitgangspunt voor het lozen van hemelwater is dat afvloeiend hemelwater lokaal in het milieu wordt gebracht door lozing in het oppervlaktewater of op of in de bodem, of op een hemelwaterriool. Lozing op het vuilwaterriool is in principe verboden. Voor bestaande situaties, waarbij al werd geloosd op vuilwaterriool, voordat dit verbod van toepassing werd, geldt het verbod niet. Het bevoegd gezag kan via een maatwerkvoorschrift een termijn stellen aan het beëindigen van het lozen op het vuilwaterriool. Lozing op het vuilwaterriool mag uitsluitend plaatsvinden, als er redelijkerwijs geen andere mogelijkheid tot lozen is. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn bij een bedrijf dat gevestigd is op een locatie met een dusdanig hoge grondwaterstand dat bodemlozingen niet in redelijkheid mogelijk zijn, geen oppervlaktewater in de buurt is en ook geen hemelwaterstelsel aanwezig is. Het toestaan van lozen op het vuilwaterriool is niet bedoeld voor die bedrijven die geen preventieve maatregelen (willen) treffen. Ook het voor de zekerheid lozen op het vuilwaterriool, voor het geval er bij de activiteit iets fout zou gaan, waardoor verontreiniging van het oppervlaktewater zou kunnen optreden, wordt bij de meeste activiteiten niet noodzakelijk en wenselijk geacht. Lozing op een vuilwaterriool leidt tot transporteren van "schoon" water over grote afstanden, waarbij dit water door vermenging met ander afvalwater in het vuilwaterriool sterk verontreinigd raakt. Tijdens het transport kunnen overstorten plaatsvinden wanneer het stelsel de hoeveelheden niet kan verwerken. Daarnaast heeft het hemelwater ook negatieve effecten op het zuiveringsproces van het zuiveringstechnisch werk. In de praktijk is het hemelwater op het moment dat het vanuit het zuiveringstechnisch werk op het oppervlaktewater wordt geloosd veelal meer verontreinigd dan op het moment dat het in het riool kwam. Lozing op bodem, oppervlaktewater, hemelwaterstelsel Afvloeiend hemelwater mag in principe zonder beperkingen in het oppervlaktewater, op of in de bodem of op een hemelwaterstelsel (hemelwaterriool) worden geloosd. Hierbij is het uitgangspunt dat afvloeiend hemelwater schoon is, maar dat enige verontreiniging bijna onontkoombaar is. Door het treffen van preventieve maatregelen kan deze verontreiniging tot een minimum worden beperkt. Verontreiniging kan ontstaan omdat de oppervlakken waarover het hemelwater afvloeit niet volledig schoon zijn en omdat enige mate van uitloging kan plaatsvinden, afhankelijk van het materiaal waarmee het hemelwater in aanraking komt. De beheerder van het terrein/oppervlak waar het hemelwater is neergekomen, is verantwoordelijk voor het nemen van preventieve maatregelen en kan hierop worden aangesproken op grond van de zorgplicht. Allereerst kan in overleg met de exploitant van een bedrijf afspraken worden gemaakt over de noodzakelijke maatregelen, bijvoorbeeld enige mate van berging. Daarnaast kan het bevoegd gezag via maatwerkvoorschriften extra eisen stellen op grond van de zorgplicht. 2 van 59

4 Preventieve maatregelen Preventieve maatregelen zijn bijvoorbeeld: - het schoonhouden van het bedrijf; - het zorgvuldig omgaan met milieugevaarlijke stoffen; - het rekening houden met uitloging bij de keuze van materialen die aan hemelwater zijn blootgesteld; - een zodanige wijze van onkruidbestrijding dat onnodige verontreiniging wordt voorkomen. Soms kan het gewenst zijn om, rekening houdend met de specifieke situatie, deze maatregelen te concretiseren, of zelfs - aanvullend op de preventieve maatregelen - enige mate van behandeling van het hemelwater te eisen via maatwerkvoorschriften. Ook kan het zijn dat eisen moeten worden gesteld aan de hoeveelheid of gericht op het voorkomen van bovenmatige verontreiniging van het hemelwater. Dat laatste kan aan de orde zijn als bij een bouwwerk gekozen is voor toepassing van grote oppervlakken uitlogende materialen. Ook kunnen voorschriften nodig zijn vanwege de capaciteit van het rioolstelsel. Voorwaarden gebruik gewasbeschermingsmiddelen Neerslag op verhardingen kan via oppervlakkige afspoeling of via een regenwaterafvoersysteem in het oppervlaktewater terecht komen. Het kan daarbij gaan om halfopen verhardingen, zoals tegels en klinkers, en gesloten verhardingen, zoals asfalt en beton. Als op verhardingen gebruik wordt gemaakt van gewasbeschermingsmiddelen, waaronder onkruidbestrijdingsmiddelen, gelden de volgende eisen: - pleksgewijze behandeling door selectieve toepassingstechnieken; selectieve toepassingstechnieken zijn onder andere sensorgestuurde spuitsystemen, onkruidbestrijkers en spuitlansen; - geen toepassing als binnen 24 uur aanzienlijke kans is op neerslag (meer dan 40%); - geen toepassing in of nabij straatkolken of putten. 3 van 59

5 In werking hebben van een stookinstallatie - Emissies naar de lucht Document Vindplaats milieuregels Versie 1 januari 2013 Toelichting "In werking hebben van een stookinstallatie, niet zijnde een grote stookinstallatie - Emissies naar de lucht" 3.2.1, artikel 3.7 (lid1, 2 en 6), 3.8 t/m 3.10j Activiteitenbesluit 6.9, artikel 6.20 t/m 6.20c 3.2.1, artikel 3.5, 3.6 (lid 1 en lid 5), 3.7 t/m Activiteitenregeling 3.7p (lid 1) Waarover gaat deze toelichting? Deze toelichting omvat een korte beschrijving van de voorschriften voor de emissies naar de lucht voor de volgende stookinstallaties: - ketelinstallaties: verwarmingsketels en stoomketels; - gasmotoren, dieselmotoren en gasturbines. De eisen voor de ketelinstallaties zijn afhankelijk van het nominaal vermogen: - minder dan 400 kw, - tussen de 400 kw en 1 MW en - meer dan 1 MW. Nominaal vermogen Nominaal vermogen is niet gedefinieerd in het Activiteitenbesluit. Onder nominaal vermogen wordt in de regel verstaan: het maximale verwarmingsvermogen (= geleverde warmte) dat door de fabrikant voor continu gebruik is aangegeven en gegarandeerd, waarbij het door hem aangegeven rendement wordt gehaald. De gebruikelijke aanduiding is Pn. Niet van toepassing De voorschriften zijn niet van toepassing op grote stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer, ongeacht welke brandstof worden toegepast. Deze grote stookinstallaties vallen onder Hoofdstuk 5 van het Activiteitenbesluit. De voorschriften zijn ook niet van toepassing op een: - gasturbine, ketelinstallatie, gas- of dieselmotor met een omgevingsvergunning voor het onderzoeken, beproeven of demonstreren van experimentele verbrandingstechnieken of van technieken voor het bestrijding van de uitworp van zwaveldioxide (SO 2 ), stikstofoxiden (NO x ) of totaal stof; - gasturbine, ketelinstallatie, gas-of dieselmotor die een noodvoorziening is en maximaal 500 uren per jaar in gebruik is; - ketelinstallatie met een nominaal vermogen van minder dan 400 kilowatt waarin andere brandstoffen dan biomassa wordt toegepast; - mobiele stookinstallatie. Voorschriften Emissie Emissiegrenswaarden ketelinstallatie >1 MW Emissiegrenswaarden ketelinstallatie < 1MW Gewogen gemiddelde bij verschillende soorten brandstof 4 van 59

6 Emissie - vervolg Emissiegrenswaarden gasturbine, dieselmotor, gasmotor Herleiden gemeten concentraties Storingsregeling Vervangingsregeling Meetverplichting Rapportageverplichting Bodem Bodembeschermende voorziening Emissiegrenswaarden ketelinstallatie van 1 MW of meer Het rookgas van een verwarmings- of stoomketel met een nominaal vermogen van 1 MW of meer moet voldoen aan de emissiegrenswaarden vermeld in onderstaande tabel. brandstof stikstofoxiden (NO x mg/nm 3 ) zwaveldioxide (SO 2 mg/nm 3 ) totaal stof (mg/nm 3 ) onverbrande koolwaterstoffen (C xh y mg/nm 3 ) vaste brandstof vloeibare brandstof biomassa < 5 MW biomassa > 5 MW aardgas ander gas 70* *vermenigvuldigd met een factor die gelijk is aan de verhouding van de onderste verbrandingswaarde van de ingezette brandstof, uitgedrukt in MJ per normaal kubieke meter, tot een verbrandingswaarde van 31,65 MJ per normaal kubieke meter, waarbij de laatstgenoemde factor minimaal 0,9 en maximaal 2,0 bedraagt. Aan de emissie-eisen voor totaal stof bij de verbranding van brandstof in vloeibare vorm wordt in ieder geval voldaan als het asgehalte van de brandstof in massaprocent lager is dan de toepasselijke emissie-eis gedeeld door 800 en uit de keuring blijkt dat de concentratie van koolstof-monoxide (CO) in het rookgas lager ligt dan 100 mg/nm 3. Bestaande ketelinstallaties > 1 MW Een ketelinstallatie die is geplaatst of in gebruik genomen vanaf 1 april 2010 moet voldoen aan de emissiegrenswaarden. Als de ketelinstallatie is geplaatst of in gebruik genomen voor 1 april 2010 gelden tot 1 januari 2017 de eisen die golden op 31 maart 2010 op grond van het Bems A, Bees B of een omgevingsvergunning. Als vóór 1 januari 2019 een wijziging plaatsvindt van het nominaal vermogen, die leidt tot een toename van de emissies van de stoffen, met meer dan 10 procent, dan moet worden voldaan aan de emissiegrenswaarden in het Activiteitenbesluit. 5 van 59

7 Voor ketelinstallaties in de Nederlandse exclusieve economische zone (off shore stookinstallaties) geldt niet 1 januari 2017, maar 1 januari Dat geldt ook voor een stookinstallatie die deel uitmaakt van een inrichting waarin kooldioxide (CO 2 ), afkomstig van een andere inrichting, wordt ingezet voor de bemesting van gewassen teneinde het gebruik van brandstof te verminderen. Emissiegrenswaarden ketelinstallatie < 1MW Ketelinstallatie groter dan 400 kw en kleiner dan 1 MW Het rookgas van een verwarmings- of stoomketel met een nominaal vermogen groter dan 400 kw en kleiner dan 1 MW moet voldoen aan de emissiegrenswaarden vermeld in onderstaande tabel Brandstof vloeibare brandstof stikstofoxiden (NO x mg/nm 3 ) zwaveldioxide (SO 2 mg/nm 3 ) totaal stof (mg/nm 3 ) onverbrande koolwaterstoffen (C xh y mg/nm 3 ) biomassa aardgas ander gas 70* steenkool, bruinkool en turf houtpellets (niet biomassa) *vermenigvuldigd met een factor die gelijk is aan de verhouding van de onderste verbrandingswaarde van de ingezette brandstof, uitgedrukt in MJ per normaal kubieke meter, tot een verbrandingswaarde van 31,65 MJ per normaal kubieke meter, waarbij de laatstgenoemde factor minimaal 0,9 en maximaal 2,0 bedraagt. Aan de emissie-eisen voor totaal stof bij de verbranding van brandstof in vloeibare vorm wordt in ieder geval voldaan als het asgehalte van de brandstof in massaprocent lager is dan de toepasselijke emissie-eis gedeeld door 800 en uit de keuring blijkt dat de concentratie van koolstofmonoxide (CO) in het rookgas lager ligt dan 100 mg/nm 3. Ketelinstallatie gelijk of kleiner dan 400 kw Het rookgas van een verwarmings- of stoomketel met een nominaal vermogen gelijk of kleiner dan 400 kw moet voldoen aan de emissiegrenswaarden vermeld in onderstaande tabel Brandstof stikstofoxiden (NO x mg/nm 3 ) zwaveldioxide (SO 2 mg/nm 3 ) totaal stof (mg/nm 3 ) onverbrande koolwaterstoffen (C xh y mg/nm 3 ) biomassa houtpellets (niet biomassa) Verbranden hout < 1 MW Aan de emissie-eisen voor totaal stof bij de verbranding van hout wordt in ieder geval voldaan als de afgezogen emissies worden afgevoerd via een elektrostatisch E-filter, waar door de leverancier is aangetoond dat aan de emissie-eisen wordt voldaan en de E-filter in goede staat verkeert en goed wordt onderhouden. Aan de emissie-eisen voor stikstofoxiden bij de verbranding van hout wordt in ieder geval voldaan als door de leverancier is aangetoond dat bij het verbranden van betreffende houtsoort aan de emissie-eisen wordt voldaan. Bestaande ketelinstallaties <1 MW Voor een ketelinstallatie die is geplaatst of in gebruik is genomen voor 1 januari 2013 gelden de emissiegrenswaarden die waren opgenomen in het Besluit typekeuring verwarmingstoestellen luchtverontreiniging stikstofoxiden of daarvan afwijkende emissiegrenswaarden die in een omgevingsvergunning waren opgenomen. 6 van 59

8 De ketelinstallatie moet voldoen aan de emissiegrenswaarden uit het Activiteitenbesluit vanaf het tijdstip dat: - de branders zijn vervangen; - wijzigingen zijn aangebracht die met nieuwbouw van de ketelinstallatie overeenkomen; - een wijziging wordt doorgevoerd, die leidt tot een toename van de emissies met meer dan 10 procent. Als vóór 1 januari 2019 een wijziging plaatsvindt van het nominaal vermogen, die leidt tot een toename van de emissies van de stoffen, met meer dan 10 procent, dan moet worden voldaan aan de emissiegrenswaarden in het Activiteitenbesluit. Bestaande ketelinstallatie biomassa en houtpellets Voor een ketelinstallatie die is geplaatst of in gebruik is genomen voor 1 januari 2013 en waarin biomassa of houtpellets worden verbrand, geldt tot 1 januari 2015 een emissie-eis voor totaal stof van 75 mg/nm 3 voor ketels met een vermogen tussen de 500 kw en 1 MW en 150 mg/nm 3 voor ketels met een vermogen kleiner of gelijk aan 500 kw. Bestaande ketelinstallaties < 1 MW in de Nederlandse exclusieve economische zone Voor ketelinstallaties in de Nederlandse exclusieve economische zone (off shore stookinstallaties) die zijn geplaatst of in gebruik genomen vanaf 1 april 2010 moeten voldoen aan de emissiegrenswaarden. Als de ketelinstallatie is geplaatst of in gebruik genomen voor 1 april 2010 gelden tot 1 januari 2019 de eisen die golden op 31 maart 2010 op grond van het Bems A, Bees B of een omgevingsvergunning. Als vóór 1 januari 2019 een wijziging plaatsvindt van het nominaal vermogen van een gasturbine, dieselmotor of gasmotor, die leidt tot een toename van de emissies van de stoffen, met meer dan 10 procent, dan moet worden voldaan aan de emissiegrenswaarden in het Activiteitenbesluit. Gewogen gemiddelde bij verschillende soorten brandstof Als in een ketelinstallatie gelijktijdig verschillende soorten brandstof worden gebruikt, geldt als emissiegrenswaarde voor NO x, SO 2 en totaal stof, het gewogen gemiddelde van de emissiegrenswaarden die voor elk van de brandstoffen afzonderlijk zouden gelden. De bedoelde gewogen gemiddelden worden per tijdseenheid berekend naar het aandeel van elk van de brandstoffen in de warmte-inhoud van de toegevoerde brandstoffen. Emissiegrenswaarden gasturbine, dieselmotor, gasmotor Het rookgas van een gasturbine voldoet aan de volgende emissiegrenswaarden: brandstof stikstofoxiden (NO x mg/nm 3 ) zwaveldioxide totaal stof (SO 2 mg/nm 3 ) (mg/nm 3 ) 140* onverbrande koolwaterstoffen (C xh y mg/nm 3 ) vloeibare brandstof overige 140* brandstof *teruggerekend naar de ISO-luchtcondities Het rookgas van een dieselmotor voldoet aan de volgende emissiegrenswaarden: Brandstof stikstofoxiden (NO x mg/nm 3 ) zwaveldioxide (SO 2 mg/nm 3 ) totaal stof (mg/nm 3 ) onverbrande koolwaterstoffen (C xh y mg/nm 3 ) alle brandstoffen 450* *teruggerekend naar de ISO-luchtcondities 7 van 59

9 Het rookgas van een gasmotor voldoet aan de volgende emissiegrenswaarden: Brandstof stikstofoxiden (NO x mg/nm 3 ) zwaveldioxide (SO 2 mg/nm 3 ) totaal stof (mg/nm 3 ) onverbrande koolwaterstoffen (C xh y mg/nm 3 ) < 2,5 MW > 2,5 megawatt vergistinggas Een gasturine, gasmotor of dieselmotor die is geplaatst of in gebruik genomen vanaf 1 april 2010 moet voldoen aan de emissiegrenswaarden. Als een gasturine, gasmotor of dieselmotor is geplaatst of in gebruik genomen voor 1 april 2010 gelden tot 1 januari 2017 de eisen die golden op 31 maart 2010 op grond van het Bems A, Bees B of een omgevingsvergunning. Als vóór 1 januari 2017 een wijziging plaatsvindt van het nominaal vermogen, die leidt tot een toename van de emissies van de stoffen, met meer dan 10 procent, dan moet worden voldaan aan de emissiegrenswaarden in het Activiteitenbesluit. Storingsregeling De installatie mag maximaal 120 uur per 12 maanden in werking zijn zonder dat de het rookgas voldoet aan de emissiegrenswaarden NO x -, SO 2 -, C x H y - en stofemissies. Voldoet het rookgas niet binnen deze 120 uur aan de gestelde emissiegrenswaarden dan moet de stookinstallatie buiten bedrijf worden gesteld. Als de storing samenhangt met de brandstof die in de stookinstallatie wordt verstookt, mag de installatie 120 uur met een andere brandstof in werking worden gehouden en blijven de emissiegrenswaarden gedurende die uren buiten toepassing. Uitzondering Nederlandse exclusieve economische zone Als een stookinstallatie zich binnen de Nederlandse exclusieve economische zone bevindt en de storing niet binnen 120 uur kan worden hersteld, stelt het Staatstoezicht op de mijnen een termijn waarbinnen de storing moet worden hersteld. Als de storing niet wordt hersteld binnen deze termijn, wordt de stookinstallatie alsnog buiten bedrijf gesteld. Vervangingsregeling Een buiten bedrijf gestelde stookinstallatie wordt vervangen. Een vervangende stookinstallatie is een stookinstallatie die tijdelijk (maximaal zes maanden) de oorspronkelijke ketel vervangt, bijvoorbeeld als deze in reparatie is. De vervangende stookinstallatie moet voldoen aan de emissiegrenswaarden die gelden voor de buiten bedrijf gestelde stookinstallatie. Herleiden gemeten concentraties De NO x -, SO 2 -, C x H y -emissies en de stofemissies in rookgassen zijn afhankelijk van het vocht- en zuurstofgehalte van de rookgassen en van de heersende temperatuur en druk. Om op een eenduidige wijze te kunnen toetsen aan de emissie-eisen moeten de gemeten concentraties worden herleid naar standaardcondities. Deze standaardcondities zijn: - 6 vol% zuurstof bij stoken van vaste brandstof; - 3 vol% zuurstof bij stoken van gasvormige en vloeibare brandstof. Meetverplichting Voor alle stookinstallaties geldt een meetverplichting om vast te stellen of aan de gestelde emissie-eisen wordt voldaan. De concentratie aan stikstofoxiden (NO x ), zwaveldioxide (SO 2 ), totaal stof en onverbrande koolwaterstoffen (C x H y, uitgedrukt in C) in het rookgas dat wordt uitgeworpen door een stookinstallatie moet worden bepaald door een (continue of een afzonderlijke) meting. Een continue meetverplichting is voorgeschreven voor de NO x -emissie van installaties wanneer ter bestrijding van de NO x -emissie een injectie van stoom, water, een andere inert materiaal, ammoniak of ureum wordt toegepast. Continue meting is niet verplicht als er een logboek wordt bijgehouden en aan het bevoegd gezag kan worden aangetoond dat de emissie-eis niet wordt overschreden. Er moet dan worden aangetoond dat de injectie continu voldoende is om overschrijding van de emissie-eis te voorkomen. 8 van 59

10 Er is bij continue meting geen meting voorgeschreven zoals dat is voorgeschreven bij afzonderlijke metingen, maar kwaliteitsborging is wel verplicht. De kwaliteitsborging van de ter controle van de emissiegrenswaarden geïnstalleerde apparatuur en toegepaste uitworpkarakteristieken moeten voldoen aan NEN-EN 14181, waarbij de kalibratie eens per vijf jaar plaatsvindt. Afzonderlijke metingen Voor emissies van stookinstallaties waarvoor geen continue meetverplichting geldt, moet met afzonderlijke metingen worden aangetoond dat de emissiegrenswaarden niet worden overschreden. De eerste meting moet plaatsvinden uiterlijk binnen vier weken nadat op de stookinstallatie een nieuwe emissiegrenswaarde van kracht is geworden. Als de concentratie bij stoom- en verwarmingsketels aan NO x, SO 2, C x H y afzonderlijk wordt gemeten, wordt zodra een emissiegrenswaarde van toepassing is, binnen vier weken een meting verricht. Bij een gasturbine, een gasmotor of een dieselmotor wordt om de vier jaar een nieuwe afzonderlijke meting verricht. Als door het veranderen van brandstof andere emissiegrenswaarden van toepassing worden, wordt bij alle genoemde stookinstallaties binnen vier weken een nieuwe meting verricht. Een afzonderlijke meting bestaat uit een serie van drie deelmetingen van ten minste 15 en ten hoogste 30 minuten. Geen van de drie deelmetingen mag de emissie-eis overschrijden. Als de emissie-eis wel wordt overschreden, wordt de afzonderlijke meting na de laatste deelmeting binnen drie maanden herhaald. Zo kan het bedrijf alsnog aantonen dat aan de emissie-eis wordt voldaan. Als de herhaalde afzonderlijke meting, nog steeds wordt overschreden, moeten er voorzieningen aan de stookinstallatie worden getroffen, zodat verdere overschrijding van die emissiegrenswaarde wordt voorkomen. Een afzonderlijke meting bij een ketelinstallatie wordt verricht bij een belasting van meer dan 60 procent. Een afzonderlijke meting bij een dieselmotor, gasmotor of gasturbine wordt verricht bij de hoogste belasting waarbij deze continu in werking kan zijn. Onder belasting wordt hier verstaan het deel van het thermische vermogen waarbij de stookinstallatie daadwerkelijk wordt bedreven. Over de bemonsteringen, analyses en metingen zijn voorgeschreven normbladen opgenomen in de Activiteitenregeling. Ook is er een formule opgenomen aan de hand waarvan de gemeten emissies van stikstofoxiden (Nox) herleid kunnen worden. Frequentie afzonderlijke meting Voor een ketelinstallatie wordt een afzonderlijke meting verricht binnen 4 weken na het van kracht worden van de emissie-eis. Een herhalingsmeting is niet verplicht, alleen bij een overschrijding. Als er sprake is van een vervangende stookinstallatie, dan wordt binnen vier weken na het in gebruik stellen van die stookinstallatie een periodieke meting uitgevoerd. Voor een dieselmotor, gasmotor of gasturbine wordt een afzonderlijke meting verricht binnen 4 weken na het veranderen van brandstof, tenzij hiervoor geen andere emissie-eisen gelden. Elke vier jaar moet een meting worden verricht. Betrouwbaarheidsinterval Van de meting mag het 95%-betrouwbaarheidsinterval worden afgetrokken. Het 95%- betrouwbaarheidsinterval is bij een afzonderlijke (en continue) metingen niet groter dan de volgende percentages van de emissiegrenswaarden voor: - zwaveldioxide (SO 2 ) 20%; - stikstofoxiden (NO x ): 20%; - totaal stof: 30%; - onverbrande koolwaterstoffen (C x H y, uitgedrukt in C): 20%. Het is niet toegestaan een grotere onzekerheid toe te passen. 9 van 59

11 Accreditatie Afzonderlijke metingen alsook de parallel- en referentiemetingen, moeten worden verricht door een geaccrediteerde instantie of door een bedrijf dat beschikt over een geldig certificaat dat is afgegeven door een instantie die is geaccrediteerd. Een afzonderlijke meting mag ook door een bedrijf dat beschikt over een geldig certificaat dat is afgegeven door een instantie die is geaccrediteerd om werkzaamheden te mogen uitvoeren op grond van de «Beoordelingrichtlijn voor het uitvoeren van onderhoud en inspecties aan stookinstallaties» van de Stichting Certificatie Inspectie en Onderhoud Stookinstallaties (SCIOS) die onderdeel is van de "Certificatieregeling voor inspectie en onderhoud stookinstallaties". Gecertificeerde bedrijven zijn de vinden op Rapportageverplichting De rapportage moet voldoen aan de eisen die zijn beschreven in de norm NEN-EN 15259, 'Luchtkwaliteit - Meetmethode emissies van stationaire bronnen - Eisen voor meetvlakken en meetlocaties en voor doelstelling, meetplan en rapportage van de meting'. De resultaten van de laatste uitgevoerde metingen en andere relevante gegevens, worden ter beschikking gehouden voor het bevoegd gezag. 10 van 59

12 In werking hebben van een stookinstallatie - Bodembescherming en doelmatig beheer van afval of afvalwater Document Vindplaats milieuregels Toelichting "In werking hebben van een stookinstallatie, niet zijnde een grote stookinstallatie - Bodembescherming en doelmatig beheer van afval of afvalwater" Activiteitenbesluit 3.2.1, artikel 3.7 (lid 3), 3.10k, 3.10n en 3.10o Activiteitenregeling 3.2.1, artikel 3.6 (lid 2 en lid 3), 3.7k en 3.7l Versie 1 januari 2013 Waarover gaat deze toelichting? Deze toelichting omvat een korte beschrijving van de voorschriften voor afvalwater, afval en bodem bij stookinstallaties. Een stookinstallatie is een technische eenheid waarin brandstoffen worden geoxideerd om de opgewekte warmte te gebruiken. De voorschriften zijn niet van toepassing op grote stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer, ongeacht welke brandstof wordt toegepast. De voorschriften zijn ook niet van toepassing op een: - gasturbine, ketelinstallatie, gas- of dieselmotor met een omgevingsvergunning voor het onderzoeken, beproeven of demonstreren van experimentele verbrandingstechnieken of van technieken voor het bestrijden van de uitworp van zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx) of totaal stof; - gasturbine, ketelinstallatie, gas- of dieselmotor die een noodvoorziening is en maximaal 500 uren per jaar in gebruik is; - ketelinstallatie met een nominaal vermogen van minder dan 400 kw waarin andere brandstoffen dan biomassa wordt toegepast; - afvalverbrandingsinstallatie of afvalmeeverbrandingsinstallatie waarop afdeling 5.2 van toepassing is; - mobiele stookinstallatie. Voorschriften Afvalwater Opvang spuiwater Ontluchtingsleiding spuitank of voorziening Lozen vuilwaterriool Lozen oppervlaktewater of bodem als geen vuilwaterriool Bodem Bodembeschermende voorziening Afval Verbod verbranden biomassa die ook afvalstof is Nuttige toepassing 11 van 59

13 Opvang spuiwater Bij stoomketels van stookinstallaties kan spui- en condenswater vrijkomen. Het spuiwater moet worden opgevangen in een spuitank of een andere geschikte voorziening. De spuitank, de voorziening en de leidingen moeten bestand zijn tegen de inwerking van het water. Ontluchtingsleiding spuitank of voorziening De spuitank moet zijn voorzien van een ontluchtingsleiding om te voorkomen dat de tank door overdruk bezwijkt. Lozen afvalwater Spuiwater bevat mineralen, die ook in drink- of grondwater voorkomen, alleen in een hogere concentratie. Condenswater kan wat zuur zijn. Het spui- of condenswater mag op het vuilwaterriool worden geloosd. Als het niet mogelijk is om op het vuilwaterriool te lozen, is lozen op oppervlaktewater of op de bodem toegestaan. Bodembeschermende voorziening Het vullen en het legen van een stookinstallatie met vloeibare brandstof vindt plaats boven een bodembeschermende voorziening. Afval Het is niet toegestaan om biomassa die tegelijkertijd een afvalstof is, in een stookinstallatie te verbranden. Dit mag alleen als: - het materiaalhergebruik niet belemmert en - de vrijkomende warmte nuttig wordt gebruikt. Nuttige toepassing Het verbranden van afvalstoffen is toegestaan als er sprake is van een nuttige toepassing. Er is in elk geval sprake van een nuttige toepassing wanneer de installatie een warmterendement heeft van minimaal 80% op jaarbasis. 12 van 59

14 In werking hebben van een stookinstallatie - Keuring en onderhoud Document Vindplaats milieuregels Toelichting "In werking hebben van een stookinstallatie, niet zijnde een grote stookinstallatie - Keuring en onderhoud" Activiteitenbesluit 3.2.1, artikel 3.7 (lid 5) en 3.10p Activiteitenregeling 3.2.1, artikel 3.6 (lid 4), 3.7m en 3.7p Versie 1 januari 2013 Waarover gaat deze toelichting? Deze toelichting omvat een korte beschrijving van de voorschriften voor keuring en onderhoud voor stookinstallaties. Een geldt pas een onderhoudsplicht als uit keuring blijkt dat dit noodzakelijk is. Een stookinstallatie is een technische eenheid waarin brandstoffen worden geoxideerd om de opgewekte warmte te gebruiken. Niet van toepassing De voorschriften zijn niet van toepassing op grote stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 50 MW of meer, ongeacht welke brandstof worden toegepast. De voorschriften zijn ook niet van toepassing op een: - gasturbine, ketelinstallatie, gas- of dieselmotor met een omgevingsvergunning voor het onderzoeken, beproeven of demonstreren van experimentele verbrandingstechnieken of van technieken voor het bestrijden van de uitworp van zwaveldioxide (SO 2 ), stikstofoxiden (NO x ) of totaal stof; - gasturbine, ketelinstallatie, gas-of dieselmotor die een noodvoorziening is en maximaal 500 uren per jaar in gebruik is; - ketelinstallatie met een nominaal vermogen van minder dan 400 kilowatt waarin andere brandstoffen dan biomassa wordt toegepast; - afvalverbrandingsinstallatie of afvalmeeverbrandingsinstallatie waarop paragraaf 5.2 van toepassing is; - mobiele stookinstallatie. Nominaal vermogen Nominaal vermogen is niet gedefinieerd in het Activiteitenbesluit. Onder nominaal vermogen wordt in de regel verstaan: het maximale verwarmingsvermogen (= geleverde warmte) dat door de fabrikant voor continu gebruik is aangegeven en gegarandeerd, waarbij het door hem aangegeven rendement wordt gehaald. De gebruikelijke aanduiding is Pn. Voorschriften Veiligheid, emissie, energie Periodieke keuring Certificatie Onderhoud 13 van 59

15 Periodieke keuring De keuringsfrequentie van stookinstallaties is afhankelijk van het nominaal vermogen. De voorschriften voor inspectie en onderhoud zijn van toepassing bij een nominaal vermogen: - vanaf 20 kw voor een niet-gasgestookte installatie en - vanaf 100 kw voor een gasgestookte installatie. In onderstaande tabel is vermeld hoe vaak een stookinstallatie moet worden gekeurd. Brandstof Nominaal vermogen Keuring ten minste om de Gas Vast/vloeibaar <100 kw - >100 kw 4 jaar <20 kw - > 20 <100 kw 4 jaar >100 kw 2 jaar Van de keuring moet een ondertekend verslag binnen het bedrijf aanwezig zijn. In het verslag wordt vastgelegd wanneer, door wie de keuring is verricht en de resultaten van de keuring. Keuring Bij de keuring wordt gekeken naar veilig functioneren, optimale verbranding en energiezuinigheid. Door tijdig onderhoud te plegen worden de risico's op luchtverontreiniging (CO, NO x, SO 2, fijn stof en C x H y ), explosiegevaar en energieverspilling beperkt en de bescherming van het milieu en gezondheid verbeterd. Bij een keuring moet ook worden gekeken naar de afstelling voor verbranding, het systeem voor de toevoer van brandstof en verbrandingslucht en de afvoer van verbrandingsgassen. Gecertificeerd bedrijf Periodieke keuringen moeten worden verricht door een bedrijf dat beschikt over een geldig certificaat dat is afgegeven door een instantie die is geaccrediteerd om werkzaamheden te mogen uitvoeren op grond van de «Beoordelingrichtlijn voor het uitvoeren van onderhoud en inspecties aan stookinstallaties» van de Stichting Certificatie Inspectie en Onderhoud Stookinstallaties (SCIOS) die onderdeel is van de "Certificatieregeling voor inspectie en onderhoud stookinstallaties". Gecertificeerde bedrijven zijn te vinden op Onderhoud Als uit een keuring blijkt dat onderhoud noodzakelijk is, moet dat binnen twee weken na de keuring plaatsvinden. Een ondertekend bewijs van dit onderhoud moet binnen het bedrijf aanwezig zijn. Hierin moet zijn vermeld wanneer, door wie en welk onderhoud is verricht. Uitgebreide informatie over keuring en onderhoud is te vinden op: 14 van 59

16 Uitwendig wassen van motorvoertuigen of werktuigen waarmee geen gewasbeschermingsmiddelen zijn toegepast Document Vindplaats milieuregels Toelichting "Uitwendig wassen van motorvoertuigen of werktuigen waarmee geen gewasbeschermingsmiddelen zijn toegepast" 3.3.2, artikel 3.23a (lid 1), 3.23b en 3.23c Activiteitenbesluit 6.6, artikel 6.17 (lid 1) Activiteitenregeling 3.3.2, artikel 3.27 Versie 1 januari 2013 Waarover gaat deze toelichting? Deze toelichting omvat een korte beschrijving van de voorschriften voor het wassen van de buitenkant van motorvoertuigen en werktuigen. Motorvoertuigen en werktuigen zijn onder andere aanhangers, maar ook carrosserieonderdelen. De voorschriften zijn niet van toepassing op het inwendig reinigen en het deconserveren van nieuwe voertuigen. Voor het inwendig reinigen zijn eisen opgenomen paragraaf 'Inwendig reinigen van tanks, tankwagens, vrachtwagens en andere transportmiddelen' van het Activiteitenbesluit. Het deconserveren valt onder artikel 4.97 van de Activiteitenregeling. Voorschriften Bodem Vloeistofdichte vloer of verharding Geen bodembeschermende voorziening als maximaal één voertuig of werktuig per week wordt gewassen Mobiele wasinstallatie: voorkomen dat vloeistoffen in de bodem terecht komen Lozen afvalwater Lozen in vuilwaterriool, ten hoogste: mg/l onopgeloste stoffen - 20 mg/l olie of 200 mg/l met olie-afscheider en slibvangput Verboden te lozen op bodem of oppervlaktewater Vloeistofdichte vloer Het wassen moet plaatsvinden boven een vloeistofdichte vloer of verharding. De vloeistoffen mogen niet over de rand van de vloer of verharding lopen. De rand moet dus voldoende hoog zijn of de vloer moet afwaterend zijn gelegen. De afvoer moet groot genoeg zijn en mag niet verstopt raken. Een vloeistofdichte vloer of verharding is niet verplicht als maximaal één voertuig of werktuig per week wordt gewassen. 15 van 59

17 Mobiele wasinstallaties Een mobiele wasinstallatie moet een voldoende bodembeschermende werking hebben. Dat betekent dat er geen vloeistoffen in de bodem terecht mogen komen. De vloeistoffen moeten worden opgevangen en op een juiste manier afgevoerd. Een mobiele wasinstallatie mag maximaal zes maanden aaneengesloten op dezelfde locatie staan. Lozen afvalwater Vuilwaterriool Afvalwater dat in het vuilwaterriool wordt geloosd moet aan de volgende eisen voldoen: - ten hoogste 300 mg/l onopgeloste stoffen; - ten hoogste 20 mg/l olie of 200 mg/l met olie-afscheider en slibvangput. Het afvalwater verdunnen zodat aan de norm van 20 milligram per liter wordt voldaan is niet toegestaan. Als risico bestaat dat het afvalwater meer dan 20 milligram per liter gaat bevatten, is een olie-afscheider verplicht. In vrijwel alle gevallen zal een slibvangput noodzakelijk zijn om te voldoen aan de norm van 300 milligram per liter aan onopgeloste bestanddelen (onder andere zand). Lozingsverbod bodem en oppervlaktewater Afvalwater dat ontstaat bij het wassen van motorvoertuigen of werktuigen mag niet worden geloosd in de bodem of oppervlaktewater. 16 van 59

18 Opslaan van drijfmest en digestaat Document Vindplaats milieuregels Toelichting "Opslaan van drijfmest en digestaat" Activiteitenbesluit Activiteitenregeling Versie 1 januari , artikel 3.50 t/m d, artikel 6.24d 3.4.6, artikel 3.66 t/m , artikel 6.5e t/m 6.5h Waarover gaat deze toelichting? Deze toelichting omvat een korte beschrijving van de voorschriften voor de opslag van drijfmest en de opslag van digestaat in een mestbassin. - Drijfmest, ook wel dunne mest genoemd, bestaat uit dierlijke meststoffen die verpompbaar zijn. - Digestaat is het uitvergiste restproduct dat overblijft na mestvergisting, waarbij voor het vergisten ten minste 50% dierlijke mest is gebruikt. Voor de opslag van vaste mest gelden de eisen voor de opslag van agrarische bedrijfsstoffen (paragraaf van het Activiteitenbesluit). Ondergronds/bovengronds Mestbassins kunnen ondergronds en/of bovengronds zijn gelegen. Ondergrondse mestbassins zijn mestbassins met een afdekking die als vloer fungeert. Mestkelders zijn ondergrondse mestbassins gelegen onder een (voormalig) dierenverblijf. Daarnaast zijn er ondergrondse mestbassins die niet onder een stal zijn gelegen, maar onder bijvoorbeeld een werktuigenberging, opslagvoorziening of erfverharding. Alle overige mestbassins worden beschouwd als bovengrondse mestbassins. Opslag in vaten of tank Als opslag plaatsvindt in kunststof vaten of een opslagtank, wordt dit niet gezien als een mestbassin. Daarvoor gelden de eisen voor opslag van een bodembedreigende stof in verpakking of opslagtank (paragraaf van het Activiteitenbesluit). Oppervlak en inhoud mestbassin Is het oppervlak van de mestbassins samen meer dan 750 m 2 of is de inhoud meer dan m 3, dan is hiervoor een omgevingsvergunning milieu nodig. Bij deze berekening telt het oppervlak van ondergrondse mestbassins (inclusief mestkelders) niet mee. Verwerken mest Voor het verwerken van mest, is een omgevingsvergunning milieu nodig. Roeren en mengen van mest mag wel, want dit wordt niet gezien als verwerken van mest. Het mengen van drijfmest met digestaat is op grond van de Meststoffenwet in veel gevallen verboden.. Voorschriften Emissies Minimumafstand geur Minimumafstand zeer kwetsbare gebieden Afdekken 17 van 59

19 Bodem Lekbak vul- en zuigpunt Veiligheid, bodem, emissie (niet voor mestkelders) Visuele inspectie BRL 2342 met kwaliteitsverklaring Keuring na afloop referentieperiode Minimumafstand geur Een mestbassin moet liggen op een afstand van: - 50 meter tot een geurgevoelig object bij andere veehouderij; meter tot overige gevoelige objecten. De afstanden mogen worden gehalveerd als het oppervlak van het mestbassin niet groter is dan 350 m 2. De minimumafstanden gelden niet voor mestkelders onder een (voormalige) stal omdat de beoordeling voor geur al wordt gemaakt vanwege het houden van dieren in de stal. Als blijkt dat er sprake is van onaanvaardbare geurhinder kan het bevoegd gezag met maatwerkvoorschriften eisen stellen aan de situering van het mestbassin en aan de frequentie en het tijdstip van aan- en afvoer. Bestaand op te korte afstand Als een mestbassins is opgericht voordat deze eisen van toepassing werden en een kortere afstand was toegestaan op grond van een omgevingsvergunning, het Besluit landbouw of het Besluit mestbassins dan gelden de minimumafstanden niet als verplaatsing redelijkerwijs niet mogelijk is en de afstand niet is afgenomen. In dergelijke gevallen moet het bedrijf maatregelen nemen om geurhinder te voorkomen of tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Geurgevoelige objecten, zeer kwetsbaar gebied en afstandsmeting Een geurgevoelige object is een gebouw, waar regelmatig mensen verblijven. De afstand wordt gemeten vanaf de buitenzijde van het mestbassin tot de dichtstbijzijnde gevel van het geurgevoelig object. Bijvoorbeeld: w woonhuis tuin schuur mestbassin Minimumafstand zeer kwetsbare gebieden Een mestbassins moet liggen op een afstand van 250 meter van een zeer kwetsbaar gebied. Een afstand van 150 meter is voldoende als het oppervlak van het mestbassin niet groter is dan 350 m 2. Deze minimumafstanden gelden niet voor mestkelders onder een (voormalige) stal. Een zeer kwetsbaar gebied is gebied dat bijzonder gevoelig is voor de uitstoot van ammoniak. Deze gebieden zijn aangewezen door de provincie. De afstand wordt gemeten vanaf de buitenzijde van het mestbassin tot het dichtstbijzijnde punt van het zeer kwetsbare gebied. 18 van 59

20 De afstand van 150 meter tot een zeer kwetsbaar gebied geldt niet als het mestbassin is opgericht voor 1 februari 1991 en redelijkerwijs niet aan deze afstand kan worden voldaan. De afstand geldt ook niet als het zeer kwetsbare gebied dichterbij is komen te liggen. Het bevoegd gezag kan met maatwerkvoorschriften een kleinere afstand vaststellen. Afdekken Alle mestbassins moeten zijn afgedekt. Een afdekking is bijvoorbeeld een kap, overkapping of drijfkleed (eventueel voorzien van mixluiken). Een afdekking die als vloer fungeert bij een ondergronds mestbassin is ook een afdekking. Een strokorst voldoet niet. De afdekking moet nagenoeg aansluiten tegen de rand van het mestbassin en boven de drijfmest of digestaat liggen. Helemaal strak hoeft niet (gevaar voor slijtage). In BRL 2342 is opgenomen hoe groot de ruimte mag zijn tussen de drijvende afdekking en de rand van het mestbassin.. Mestbassins van voor 1987 die nog niet zijn afgedekt, hoeven alleen te worden afgedekt als het mestbassin nog voor minimaal vijf jaar is goedgekeurd. Een mestbassin dat om bovenstaande reden niet hoeft te worden afgedekt, mag uitsluitend op of nabij de bodem van het mestbassin worden gevuld en niet verder gevuld dan 0,20 meter onder de rand. Lekbak vul- en zuigpunt Om bij het vullen en het leegzuigen van een mestbassin bodemverontreiniging te voorkomen, moeten het vul- en zuigpunt zijn voorzien van een lekbak. Er is geen eis gesteld aan de inhoud. Uit de definitie van lekbak volgt dat deze geschikt moet zijn gemorste of wegspattende mest op te kunnen vangen. In de bouwtechnische richtlijnen was als inhoud van een lekbak ten minste 125 liter opgenomen. Visuele inspectie De staat van het mestbassin en de afdekking moet regelmatig visueel worden beoordeeld. Eventuele gebreken moeten direct worden verholpen. Te controleren aspecten zijn: - Roestvorming. Bij metalen silo's is roestvorming een aandachtspunt, met name inwendige roestvorming. Niet behandelde roestplekken kunnen leiden tot diepere roest en uiteindelijk lekkage. Op de plaats waar een mestzak in een metalen mestsilo de wanden raakt, treedt versneld roestvorming op. Ook het afdekken kan leiden tot versnelde roestvorming. Daarnaast kunnen spanbanden worden beschadigd, bijvoorbeeld door aanrijding. Ook dit kan roestvorming tot gevolg hebben. Door visuele inspectie kunnen roestplekken tijdig worden gesignaleerd en gerepareerd; - Scheuren. Wanneer in betonnen silo's scheuren voorkomen groter dan 0,1 mm, kan de wapening door invreten van gassen en mest gaan roesten met schade aan het beton tot gevolg; - Krimp of uitzetting van hout. Houten silo's zijn met name in de eerste jaren na ingebruikname gevoelig voor krimp of uitzetting. Zo nodig moeten de spanbanden bijgesteld worden. Ook moeten de houtelementen worden gecontroleerd; - Beschadigingen folie. Voor foliebassins, mestzakken en binnenafdichtingen zijn de kwaliteitsaspecten van de folie, zoals verkleuring, dikte, ontluchting, trekkracht en lasverbindingen van groot belang. BRL 2342 en kwaliteitsverklaring Ondergrondse mestbassins, waaronder mestkelders, moeten voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit, zodat geen eisen hiervoor in het Activiteitenbesluit zijn opgenomen. Nieuwe mestbassins moeten voldoen aan BRL Dit moet worden aangetoond met een kwaliteitsverklaring (in de vorm van een procescertificaat) van een instelling die door de Raad van Accreditatie is geaccrediteerd op basis van BRL Bij aanschaf van een mestbassin levert de leverancier een kwaliteitsverklaring waaruit blijkt dat het mestbassin aan BRL 2342 voldoet. Voor bestaande mestbassins geldt dat deze moeten voldoen aan de eisen die op het moment van oprichten van toepassing waren op grond van een omgevingsvergunning dan wel het Besluit akkerbouwbedrijven milieubeheer, het Besluit mestbassins, het Besluit landbouw milieubeheer of het Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer. 19 van 59

21 Keuring na afloop referentieperiode Ondergrondse mestbassins hoeven niet te worden gekeurd. Bovengrondse mestbassins moeten wel worden gekeurd. Keuring moet gebeuren door een bedrijf met een erkenning voor het keuren van mestbassins op grond van het Besluit bodemkwaliteit. Erkende bedrijven zijn te vinden op: Een mestbassin moet worden gekeurd voordat de referentieperiode die is vermeld op de kwaliteitsverklaring afloopt. Als geen kwaliteitsverklaring aanwezig is, moet het mestbassin en de afdekking worden gekeurd na de hieronder genoemde termijn, gerekend van het moment van aanleg van het mestbassin: - 20 jaar voor een houten, betonnen of gemetseld mestbassin en betonnen afdekking; - 10 jaar voor een metalen mestbassin en afdekking; - 5 jaar voor een mestzak of een foliebassin; - 5 jaar voor de taludbescherming van een foliebassin; - 10 jaar voor overige typen mestbassins en afdekkingen. De keuring omvat een beoordeling van de kwaliteit van een mestbassin en de afdekking ervan, om vast te stellen of van een volgende periode van gebruik sprake kan zijn. Bij goedkeuring wordt een nieuwe referentieperiode vastgesteld. De keuring kan leiden tot: - Goedkeuring; - Goedkeuring onder voorwaarden: bij goedkeuring onder voorwaarden moet het mestbassin binnen de in het keuringsrapport gestelde termijn aan de genoemde voorwaarden voldoen; - Afkeuring met reparatie: als het mestbassin wordt afgekeurd, maar gebruik na reparatie nog mogelijk is, moet reparatie binnen de in het keuringsrapport gestelde termijn plaatsvinden. Daarna moet het mestbassin opnieuw worden gekeurd; - Afkeuring en beëindiging gebruik: wordt het mestbassin afgekeurd, dan moet het mestbassin direct worden geleegd en moet de afkeuring worden gemeld bij het bevoegd gezag. 20 van 59

22 Houden van dieren bij een veehouderij type B Document Toelichting "Houden van dieren bij een veehouderij type B" Vindplaats milieuregels Activiteitenbesluit Versie 1 januari , artikel t/m en t/m j, artikel 6.24r en 6.24s Activiteitenregeling 3.5.6, artikel 3.96 en Waarover gaat deze toelichting? Deze toelichting omvat een korte beschrijving van de voorschriften voor het houden van landbouwhuisdieren in dierenverblijven bij veehouderijen die geen omgevingsvergunning nodig hebben (type B). De voorschriften bestaan uit de volgende onderdelen: - oprichten en uitbreiden in een zeer kwetsbaar gebied of in de 250 meter zone rondom; - minimumafstanden voor geur en norm geurbelasting; - registratie aantal dieren; - vloeistofkerende vloer in stal zonder mestkelder; - eisen huisvestingssysteem; - lozen afvalwater reinigen en ontsmetten stallen; - bereiden brijvoer; - lozen afvalwater melkwinning. De voorschriften voor het gebruik van een luchtwassysteem zijn in een aparte toelichting opgenomen. De voorschriften voor geur en ammoniak zijn gebaseerd op de Wet geurhinder en veehouderij en de Wet ammoniak en veehouderij. Voorschriften Ligging in zeer kwetsbaar gebied of 250 meter zone Berekenen ammoniakemissie Oprichten dierenverblijf verboden tenzij dieren voor natuurbeheer Uitbreiden aantal landbouwhuisdieren onder voorwaarden: - ammoniakplafond - melkrundveehouderij - schapen paarden - biologisch gehouden dieren - dieren voor natuurbeheer Referentiekader ammoniak 21 van 59

AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit

AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit Milieuregels U hebt op 21 9 2015 de vragenboom van de Activiteitenbesluit Internet Module (http://aim.vrom.nl) doorlopen. Dit document bevat de milieuregels

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie A42v0btrj0j

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie A42v0btrj0j Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie A42v0btrj0j Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aut3e4ci92n

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aut3e4ci92n Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aut3e4ci92n Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie As8o91oea60

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie As8o91oea60 Overzicht maatregelen bij AIM-sessie As8o91oea60 02-02-2016 15:13 Nr. Maatregel Activiteit Frequentie Thema Activiteitenbesluit Activiteitenregeling m27 Hergebruik het afvalwater dat in contact is geweest

Nadere informatie

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit Toelichtingen U hebt op 11 11 2015 de vragenboom van de Activiteitenbesluit Internet Module (http://aim.vrom.nl) doorlopen. Daarbij heeft

Nadere informatie

Programma. Activiteitenbesluit. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw) Inhoud. Landbouwbedrijven in het Activiteitenbesluit

Programma. Activiteitenbesluit. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw) Inhoud. Landbouwbedrijven in het Activiteitenbesluit 14 maart 2013 Programma Activiteitenbesluit Agrarische activiteiten 10.00 Activiteitenbesluit agrarische activiteiten 11.30 Pauze 11.45 Agrarische lozingen 12.45 Lunch 13.15 Glastuinbouw 14.15 Pauze 14.30

Nadere informatie

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit Toelichtingen U hebt op 21 9 2015 de vragenboom van de Activiteitenbesluit Internet Module (http://aim.vrom.nl) doorlopen. Daarbij heeft

Nadere informatie

Ruud van Empel. Inspecties & Onderhoud van stookinstallaties en brandstofsystemen. Van Empel Inspecties & Advisering bv

Ruud van Empel. Inspecties & Onderhoud van stookinstallaties en brandstofsystemen. Van Empel Inspecties & Advisering bv Van Empel Inspecties & Advisering bv Postbus 31 5570 AA BERGEIJK Tel: 0497-550506 Fax: 0497-550507 E-mail: info@vanempelinspecties.com Website: www.vanempelinspecties.com Inspecties & Onderhoud van stookinstallaties

Nadere informatie

De volgende stukken uit het Activiteitenbesluit heeft u nodig om de juiste lozingenroutes te kunenn bepalen:

De volgende stukken uit het Activiteitenbesluit heeft u nodig om de juiste lozingenroutes te kunenn bepalen: Bijlage bij oefeningen agrarische lozingen. De volgende stukken uit het Activiteitenbesluit heeft u nodig om de juiste lozingenroutes te kunenn bepalen: Riolering: Lozen in vuilwaterriool: toegestaan,

Nadere informatie

AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit 22 5 2013

AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit 22 5 2013 AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit Milieuregels U hebt op 22 5 2013 de vragenboom van de Activiteitenbesluit Internet Module (http://aim.vrom.nl) doorlopen. Dit document bevat de milieuregels

Nadere informatie

Activiteit: In werking hebben van een stookinstallatie Emissies naar de lucht

Activiteit: In werking hebben van een stookinstallatie Emissies naar de lucht Relevante artikelen Activiteitenbesluit en Activiteitenregeling AIM sessie Atwmdrjhxtj Activiteit: In werking hebben van een stookinstallatie Emissies naar de lucht Artikel 3.7 lid 1 van Activiteitenbesluit

Nadere informatie

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties BIJLAGE V Technische bepalingen inzake stookinstallaties Deel 1 Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties 1. Alle emissiegrenswaarden worden berekend bij een temperatuur

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0 Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0 Afleveren van vloeibare brandstof of gecomprimeerd aardgas aan motorvoertuigen voor het wegverkeer m265 m299 m266 Afleveren van benzine: Ga na wat

Nadere informatie

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs 15-02-2017 13:59 m0418 Keuring en controle Ga na hoe vaak u een stookinstallatie moet laten keuren. In werking hebben van een stookinstallatie - Keuring

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7 Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7 08-06-2016 14:42 Nr. Maatregel Activiteit Frequentie Thema Activiteitenbesluit Activiteitenregeling m31 Laden en lossen schepen: Houd bij het laden en lossen

Nadere informatie

Emissieregelgeving voor stookinstallaties

Emissieregelgeving voor stookinstallaties Emissieregelgeving voor stookinstallaties Themadag Stoomplatform NOX uitstoot bij stoomketels 8 december 2011 Wim Burgers Kenniscentrum InfoMil Inhoud 1. Emissieregelgeving Ontwikkelingen voor complexe

Nadere informatie

Besluit van 19 oktober 2007, houdende algemene regels voor inrichtingen (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer)

Besluit van 19 oktober 2007, houdende algemene regels voor inrichtingen (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer) (Tekst geldend op: 03-05-2013) Besluit van 19 oktober 2007, houdende algemene regels voor inrichtingen (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer) Afdeling 3.2. Installaties 3.2.1. Het in

Nadere informatie

Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer B

Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer B LET OP: Dit is een InfoMil-versie van het BEES A, geen officiële publicatie. Het betreft een samenvoeging in één document van de laatstgepubliceerde integrale versie van het besluit plus de daarop volgende

Nadere informatie

Inhoud. Activiteitenbesluit agrarische activiteiten. Landbouwinrichtingen type B. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw)

Inhoud. Activiteitenbesluit agrarische activiteiten. Landbouwinrichtingen type B. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw) Inhoud Activiteitenbesluit agrarische activiteiten RWS Leefomgeving Kenniscentrum InfoMil Frences van de Ven Introductie Landbouwinrichtingen type B en C Veehouderijen: OBM, melding, ammoniak & geur Agrarische

Nadere informatie

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) 1 Veranderingen Beschrijf de voorgenomen veranderingen van de inrichting. 1. De volgende afvalwaterstromen

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2 Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2 Opslaan en overslaan van goederen algemeen m31 m30 m22 t4 122 m23 m26 m27 Laden en lossen schepen: Houd bij het laden en lossen de afstand tussen

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Ax6a6bdmneg

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Ax6a6bdmneg Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Ax6a6bdmneg Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

Activiteit: In werking hebben van een stookinstallatie Aardgas gestookte ketelinstallaties met een nominaal vermogen boven de 400 kilowatt

Activiteit: In werking hebben van een stookinstallatie Aardgas gestookte ketelinstallaties met een nominaal vermogen boven de 400 kilowatt Relevante artikelen Activiteitenbesluit en Activiteitenregeling AIM sessie Axmiq62ko6l Activiteit: In werking hebben van een stookinstallatie Aardgas gestookte ketelinstallaties met een nominaal vermogen

Nadere informatie

Naleven van de regels, de normaalste zaak van de wereld

Naleven van de regels, de normaalste zaak van de wereld Naleven van de regels, de normaalste zaak van de wereld In deze factsheet leest u over een aantal milieu- en veiligheidsvoorschriften waar u als ondernemer mee te maken heeft. U ziet voorbeelden hoe u

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit 3 6 2015

AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit 3 6 2015 AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit Milieuregels U hebt op 3 6 2015 de vragenboom van de Activiteitenbesluit Internet Module (http://aim.vrom.nl) doorlopen. Dit document bevat de milieuregels

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav Opslaan en overslaan van goederen algemeen m31 m30 m22 m t4 122 m23 m26 m27 m21 m29 Laden en lossen schepen: Houd bij het laden en lossen de afstand

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Auznl3qpx2n

Antwoorden AIM sessie Auznl3qpx2n en AIM sessie Auznl3qpx2n In de AIM heeft u tijdens sessie Auznl3qpx2n op 21 12 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Bedrijfstype

Nadere informatie

Antwoorden oefeningen agrarische lozingen

Antwoorden oefeningen agrarische lozingen Antwoorden oefeningen agrarische lozingen 1. Noem de activiteit in het Activiteitenbesluit (de paragraaftitel) waaronder deze lozing is opgenomen. 2. Geef per lozing aan of de genoemde lozingsroute is

Nadere informatie

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit Toelichtingen U hebt op 18 3 2015 de vragenboom van de Activiteitenbesluit Internet Module (http://aim.vrom.nl) doorlopen. Daarbij heeft

Nadere informatie

AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit 18 3 2015

AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit 18 3 2015 AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit Milieuregels U hebt op 18 3 2015 de vragenboom van de Activiteitenbesluit Internet Module (http://aim.vrom.nl) doorlopen. Dit document bevat de milieuregels

Nadere informatie

Activiteit: Opslaan en overslaan van goederen algemeen

Activiteit: Opslaan en overslaan van goederen algemeen Relevante artikelen Activiteitenbesluit en Activiteitenregeling AIM sessie Au9u1ebpukk Activiteit: Opslaan en overslaan van goederen algemeen Artikel 3.31 lid 1 van Activiteitenbesluit Deze paragraaf is

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asdlpwfs522

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asdlpwfs522 Beknopt overzicht maatregelen ij AIM sessie Asdlpwfs522 Opslaan en overslaan van goederen algemeen m27 m31 m22 m26 m29 Hergeruik het afvalwater dat in contact is geweest met inerte goederen voor het evochtigen

Nadere informatie

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES

AFDELING VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES p.1/5 AFDELING 5.43.3. VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT GASTURBINES EN STOOM- EN GASTURBINE- INSTALLATIES Art. 5.43.3.1. 1. In afwijking van de algemene emissiegrenswaarden, bepaald in hoofdstuk 4.4, moeten

Nadere informatie

Programma. Activiteitenbesluit agrarische activiteiten RWS Leefomgeving Kenniscentrum InfoMil Waldo Kaiser. Inhoud

Programma. Activiteitenbesluit agrarische activiteiten RWS Leefomgeving Kenniscentrum InfoMil Waldo Kaiser. Inhoud Programma Activiteitenbesluit agrarische activiteiten RWS Leefomgeving Kenniscentrum InfoMil Waldo Kaiser 10.00 Intro & Activiteitenbesluit agrarische activiteiten I 11.15 Pauze 11.30 Agrarische lozingen

Nadere informatie

Vragenlijst controle autobedrijven

Vragenlijst controle autobedrijven Opslag van afvalstoffen inclusief autowrakken Bewaart u gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen gescheiden? Ja Nee Voert u afvalstoffen gescheiden af naar een erkend inzamelaar? Ja Nee Slaat u accu

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Avn3vl43x1t

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Avn3vl43x1t Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Avn3vl43x1t Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

Regelgeving stookinstallaties vernieuwd. NEN-Infodag 4 juni Wim Burgers InfoMil

Regelgeving stookinstallaties vernieuwd. NEN-Infodag 4 juni Wim Burgers InfoMil Regelgeving stookinstallaties vernieuwd NEN-Infodag 4 juni 2013 Wim Burgers InfoMil Inhoud 1. Tijdsbalk vernieuwde regelgeving stookinstallaties 2. Regelgeving 2013 3. Veranderingen meetverplichting 2

Nadere informatie

Voedingsmiddelen onder algemene regels

Voedingsmiddelen onder algemene regels Kenniscentrum Infomil Voedingsmiddelen onder algemene regels 22 en 27 november 2012 Margreet van der Honing Rommy Ytsma Inhoud presentatie Voedingsmiddelen: 3 categorieën Voedingsmiddelenindustrie Grenzen

Nadere informatie

AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit

AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit Milieuregels U hebt op 10 11 2015 de vragenboom van de Activiteitenbesluit Internet Module (http://aim.vrom.nl) doorlopen. Dit document bevat de milieuregels

Nadere informatie

Inhoud. Regelgeving voor stookinstallaties sterk in beweging 30-11-2012

Inhoud. Regelgeving voor stookinstallaties sterk in beweging 30-11-2012 Regelgeving voor stookinstallaties sterk in beweging Schakel - Stookinstallaties in het activiteitenbesluit Wim Burgers Kenniscentrum InfoMil Inhoud 1. Zes veranderingen in regelgeving Consequenties voor

Nadere informatie

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit Toelichtingen U hebt op 24 12 2014 de vragenboom van de Activiteitenbesluit Internet Module (http://aim.vrom.nl) doorlopen. Daarbij heeft

Nadere informatie

Activiteit: In werking hebben van een stookinstallatie Aardgas gestookte ketelinstallaties met een nominaal vermogen boven de 400 kilowatt

Activiteit: In werking hebben van een stookinstallatie Aardgas gestookte ketelinstallaties met een nominaal vermogen boven de 400 kilowatt Relevante artikelen Activiteitenbesluit en Activiteitenregeling AIM sessie Aufn37iuysi Activiteit: In werking hebben van een stookinstallatie Aardgas gestookte ketelinstallaties met een nominaal vermogen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19962 11 november 2011 Wijziging van het Activiteitenbesluit (nieuwe activiteiten, integratie Besluit emissie-eisen stookinstallaties

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Asas5y5dv8q

Antwoorden AIM sessie Asas5y5dv8q en AIM sessie Asas5y5dv8q In de AIM heeft u tijdens sessie Asas5y5dv8q op 09 02 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Veranderen

Nadere informatie

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en voorschriften, afwijkingen en nadere eisen Nr. Activiteiten in waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden 1. zorgplicht 1. dat

Nadere informatie

Hightide surf&food/kennemerstrand/802/ijmuiden

Hightide surf&food/kennemerstrand/802/ijmuiden Hightide surf&food/kennemerstrand/802/ijmuiden 11 augustus 2016 Kennemerstrand 802 1976 GA IJmuiden Inhoudspagina Inhoudspagina Hightide surf&food/kennemerstrand/802/ijmuiden Samenvatting Checklistvragen

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Asxkctzcho8

Antwoorden AIM sessie Asxkctzcho8 en AIM sessie Asxkctzcho8 In de AIM heeft u tijdens sessie Asxkctzcho8 op 23 04 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Starten

Nadere informatie

Schakel Activiteitenbesluit in beweging

Schakel Activiteitenbesluit in beweging Schakel Activiteitenbesluit in beweging Oefeningen agrarische lozingen. 1. Noem de activiteit in het Activiteitenbesluit (de paragraaftitel) waaronder deze lozing is opgenomen. 2. Geef per lozing aan of

Nadere informatie

Betonindustrie onder algemene regels

Betonindustrie onder algemene regels Betonindustrie onder algemene regels Schakel november 2012 7 december 2012 Chris Alblas Inhoud presentatie Aanleiding en achtergrond betonindustrie onder algemene regels Wat zijn de veranderingen voor

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 547 Besluit van 7 december 2009, houdende nieuwe regels voor de emissie van middelgrote stookinstallaties (Besluit emissie-eisen middelgrote

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Av5n87erd80

Antwoorden AIM sessie Av5n87erd80 en AIM sessie Av5n87erd80 In de AIM heeft u tijdens sessie Av5n87erd80 op 10 01 2017 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Bedrijfstype

Nadere informatie

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit Toelichtingen U hebt op 21 9 2015 de vragenboom van de Activiteitenbesluit Internet Module (http://aim.vrom.nl) doorlopen. Daarbij heeft

Nadere informatie

Gericht op de toekomst. Stikstofoxiden. Praktische toepassing van meten van NO x

Gericht op de toekomst. Stikstofoxiden. Praktische toepassing van meten van NO x Stikstofoxiden Praktische toepassing van meten van NO x Maarten van Dam Mvdam@testo.nl 06-53782193 Michel de Ruiter Michel.deruiter@multi-instruments.nl 06-20360160 Dia 2 van 132 Waarom meten? Wetgeving:

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij het voorstel. voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGEN. bij het voorstel. voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.12.2013 COM(2013) 919 final ANNEXES 1 to 4 BIJLAGEN bij het voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de beperking van de emissies van bepaalde

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Assnlkrtgl9

Antwoorden AIM sessie Assnlkrtgl9 en AIM sessie Assnlkrtgl9 In de AIM heeft u tijdens sessie Assnlkrtgl9 op 07 04 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Starten

Nadere informatie

AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit

AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit Milieuregels U hebt op 22 4 2014 de vragenboom van de Activiteitenbesluit Internet Module (http://aim.vrom.nl) doorlopen. Dit document bevat de milieuregels

Nadere informatie

Bijlage 1.2.2bis bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne

Bijlage 1.2.2bis bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne Bijlage 4 bij het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten inzake leefmilieu houdende omzetting van Europese richtlijnen en andere diverse wijzigingen Bijlage 1.2.2bis bij het

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atm8us8mowq

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atm8us8mowq Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atm8us8mowq Afleveren van vloeibare brandstof of gecomprimeerd aardgas aan motorvoertuigen voor het wegverkeer m261 Afleveren van benzine: Plaats een EU systeem

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Aw4k7idfksg

Antwoorden AIM sessie Aw4k7idfksg en AIM sessie Aw4k7idfksg In de AIM heeft u tijdens sessie Aw4k7idfksg op de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Veranderen of uitbreiden

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Auyzbciuq20

Antwoorden AIM sessie Auyzbciuq20 en AIM sessie Auyzbciuq20 In de AIM heeft u tijdens sessie Auyzbciuq20 op 19 12 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Veranderen

Nadere informatie

NOx reductie. Oscar Moers en Max Breedijk

NOx reductie. Oscar Moers en Max Breedijk NOx reductie Oscar Moers en Max Breedijk Oscar Moers Afgestudeerd HTS Werktuigbouwkunde en HTS Technische Bedrijfskunde Werkzaam bij Elco Burners B.V. sinds 2006, eindverantwoordelijk voor service Elco

Nadere informatie

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit Toelichtingen U hebt op 22 12 2015 de vragenboom van de Activiteitenbesluit Internet Module (http://aim.vrom.nl) doorlopen. Daarbij heeft

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Asww88b6w9k

Antwoorden AIM sessie Asww88b6w9k en AIM sessie Asww88b6w9k In de AIM heeft u tijdens sessie Asww88b6w9k op 21 04 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Veranderen

Nadere informatie

Agrarische inrichtingen en het Activiteitenbesluit. Paul Bodden Hekkelman Advocaten

Agrarische inrichtingen en het Activiteitenbesluit. Paul Bodden Hekkelman Advocaten Agrarische inrichtingen en het Activiteitenbesluit Paul Bodden Hekkelman Advocaten VMR Praktijkdag 27 november 2013 Afbakening Agrarische inrichtingen: Glastuinbouwbedrijven Open teelt (bijv. akkerbouw

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Kenniscentrum InfoMil Handleiding voor kleine en middelgrote stookinstallaties

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Kenniscentrum InfoMil Handleiding voor kleine en middelgrote stookinstallaties Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Kenniscentrum InfoMil Handleiding voor kleine en middelgrote stookinstallaties 23 januari 2017 Inhoudsopgave middelgrote stookinstallaties 3 middelgrote

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie As42vxso84s

Antwoorden AIM sessie As42vxso84s en AIM sessie As42vxso84s In de AIM heeft u tijdens sessie As42vxso84s op 18 01 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Starten

Nadere informatie

odijmond REGIO WATERLAND

odijmond REGIO WATERLAND Gemeente Waterland - k MRĨ 2015 INGEKOMEN Gemeente Waterland O 4 MRT 2015 GESCAND odijmond REGIO WATERLAND Gemeentewerf Monnickendam De heer J.A.J. Borst Postbus 1000 1140 BA MONNICKENDAM VERZONDEN -3

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Ate3vdc3jwm

Antwoorden AIM sessie Ate3vdc3jwm en AIM sessie Ate3vdc3jwm In de AIM heeft u tijdens sessie Ate3vdc3jwm op 16 06 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Starten

Nadere informatie

Regeling art Verwijzingen en overige eisen Belangrijkste wijzigingen

Regeling art Verwijzingen en overige eisen Belangrijkste wijzigingen Sinds 1 december 2013 verwijst de Activiteitenregeling naar de nieuwste versies van de PGS-richtlijnen 28 en 30 voor de opslag in ondergrondse en bovengrondse opslagtanks. Deze wijziging van de Activiteitenregeling

Nadere informatie

Workshop bodem. Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal. Mlieudienst IJmond. Programma

Workshop bodem. Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal. Mlieudienst IJmond. Programma Workshop bodem Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal Mlieudienst IJmond 1 Programma Korte herhaling Bodemonderzoek, hoe en wat Uitwerking NRB in Activiteitenbesluit Normdocumenten en Kwalibo Casus

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie A3py48ycbyc

Antwoorden AIM sessie A3py48ycbyc en AIM sessie A3py48ycbyc In de AIM heeft u tijdens sessie A3py48ycbyc op 14 03 2018 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Bedrijfstype

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Aset03yontd

Antwoorden AIM sessie Aset03yontd en AIM sessie Aset03yontd In de AIM heeft u tijdens sessie Aset03yontd op 22 02 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Veranderen

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Auizkk8qptn

Antwoorden AIM sessie Auizkk8qptn en AIM sessie Auizkk8qptn In de AIM heeft u tijdens sessie Auizkk8qptn op de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Bedrijfstype PROFIELEN

Nadere informatie

Beleidslijn toezicht en handhaving. Wassen van machines op agrarische bedrijven

Beleidslijn toezicht en handhaving. Wassen van machines op agrarische bedrijven Beleidslijn toezicht en handhaving Wassen van machines op agrarische bedrijven Samenwerking Noordoostelijke waterschappen Eenheid Techniek en Diensten Team agrarisch VTH Roel Koekoek Henk Langeler Renske

Nadere informatie

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit Toelichtingen U hebt op 21 9 2015 de vragenboom van de Activiteitenbesluit Internet Module (http://aim.vrom.nl) doorlopen. Daarbij heeft

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie At5dx27ggp6

Antwoorden AIM sessie At5dx27ggp6 en AIM sessie At5dx27ggp6 In de AIM heeft u tijdens sessie At5dx27ggp6 op 19 05 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Veranderen

Nadere informatie

Melding Besluit lozen buiten inrichtingen. Introductie

Melding Besluit lozen buiten inrichtingen. Introductie Introductie Inleiding Met dit formulier kunt u melding doen van een lozing op de riolering, op of in de bodem op grond van het Besluit lozen buiten inrichtingen waarin de gemeente Purmerend bevoegd gezag

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 558 Besluit van 31 oktober 2012 tot wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer en het Besluit omgevingsrecht en enkele andere besluiten

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Atd0yfc13q8

Antwoorden AIM sessie Atd0yfc13q8 en AIM sessie Atd0yfc13q8 In de AIM heeft u tijdens sessie Atd0yfc13q8 op 13 06 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Veranderen

Nadere informatie

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit Toelichtingen U hebt op 13 5 2015 de vragenboom van de Activiteitenbesluit Internet Module (http://aim.vrom.nl) doorlopen. Daarbij heeft

Nadere informatie

Memo. In afbeelding 1 is de herontwikkelingslocatie globaal aangegeven. EGD-190613-RM000888

Memo. In afbeelding 1 is de herontwikkelingslocatie globaal aangegeven. EGD-190613-RM000888 Aan E. Douma Van P. van der Sande & T. Breugel Projectnummer RM000888 Kenmerk EGD-190613 Onderwerp impact inpassing herontw. prov. weg 24 vwbt lucht en geluid Datum 1 oktober 2013 Inleiding In onderhavige

Nadere informatie

Workshop stookinstallaties Wim Burgers Rijkswaterstaat - InfoMil

Workshop stookinstallaties Wim Burgers Rijkswaterstaat - InfoMil Workshop stookinstallaties 2017 Wim Burgers Inhoud 1. Regelgeving 2014 2. Wijzigingen 2016 3. Wijzigingen 2017 2 Regelgeving 2014 (1) Vijf smaken voor emissie-eisen 1. Activiteitenbesluit hoofdstuk 5.2

Nadere informatie

Wijzigingen emissienormen

Wijzigingen emissienormen Inleiding Vlaremtrein Wijzigingen emissienormen Een overzicht door Brenda Mariën publicatie in BS: 7 januari 009 in werking op maart 009 wijzigingen Verschillende rubrieken Vergunningsvoorwaarden: o.a.

Nadere informatie

Activiteit: Afleveren van vloeibare brandstof of gecomprimeerd aardgas aan motorvoertuigen voor het wegverkeer

Activiteit: Afleveren van vloeibare brandstof of gecomprimeerd aardgas aan motorvoertuigen voor het wegverkeer Relevante artikelen Activiteitenbesluit en Activiteitenregeling AIM sessie A4d80cvbtzi Activiteit: Afleveren van vloeibare brandstof of gecomprimeerd aardgas aan motorvoertuigen voor het wegverkeer Artikel

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Au5yjah1jrq

Antwoorden AIM sessie Au5yjah1jrq en AIM sessie Au5yjah1jrq In de AIM heeft u tijdens sessie Au5yjah1jrq op 26 10 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Bedrijfstype

Nadere informatie

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit Toelichtingen U hebt op 8 8 2014 de vragenboom van de Activiteitenbesluit Internet Module (http://aim.vrom.nl) doorlopen. Daarbij heeft

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie As9ijk1ma2e

Antwoorden AIM sessie As9ijk1ma2e en AIM sessie As9ijk1ma2e In de AIM heeft u tijdens sessie As9ijk1ma2e op 05 02 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Veranderen

Nadere informatie

Op 19 april 2011 is een melding Activiteitenbesluit geaccepteerd welke op 22 maart 2011 is ingediend.

Op 19 april 2011 is een melding Activiteitenbesluit geaccepteerd welke op 22 maart 2011 is ingediend. Controlerapport Gegevens controle Zaaknummer 021433213 Zaaktype Controle uitvoeren Zaakomschrijving een inventarisatie worden uitgevoerd van de bestaande (bedrijfs)activiteiten c.q. het gebruik en de inrichting

Nadere informatie

Activiteit: Opslaan en overslaan van goederen algemeen

Activiteit: Opslaan en overslaan van goederen algemeen Relevante artikelen Activiteitenbesluit en Activiteitenregeling AIM sessie Aut3cmgewdx Activiteit: Opslaan en overslaan van goederen algemeen Artikel 3.31 lid 1 van Activiteitenbesluit Deze paragraaf is

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Axjhejth7il

Antwoorden AIM sessie Axjhejth7il en AIM sessie Axjhejth7il In de AIM heeft u tijdens sessie Axjhejth7il op 17 10 2017 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Bedrijfstype

Nadere informatie

SCIOS. Certificatieregeling. Stookinstallaties Elektrisch Materieel Explosieveilige installaties

SCIOS. Certificatieregeling. Stookinstallaties Elektrisch Materieel Explosieveilige installaties SCIOS Certificatieregeling Stookinstallaties Elektrisch Materieel Explosieveilige installaties SCIOS certificatie De SCIOS Certificatieregeling is een kwaliteitsmanagement systeem voor het uitvoeren van

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie A4l1mt1ffx6

Antwoorden AIM sessie A4l1mt1ffx6 en AIM sessie A4l1mt1ffx6 In de AIM heeft u tijdens sessie A4l1mt1ffx6 op 23 06 2018 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Veranderen

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Atz32n05u4e

Antwoorden AIM sessie Atz32n05u4e en AIM sessie Atz32n05u4e In de AIM heeft u tijdens sessie Atz32n05u4e op 24 08 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Starten

Nadere informatie

Bodembescherming. en de NRB in het Bal. Bodembescherming. verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig

Bodembescherming. en de NRB in het Bal. Bodembescherming. verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig Bodembescherming en de NRB in het Bal Bodembescherming verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig Kees Jonker Rijkswaterstaat WVL afd. Bodem en Ondergrond/Bodem+ 25 juni 2019 1 Wat verandert

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV

Nadere informatie

AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit 8 1 2014

AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit 8 1 2014 AIM Milieuregels uit het Activiteitenbesluit Milieuregels U hebt op 8 1 2014 de vragenboom van de Activiteitenbesluit Internet Module (http://aim.vrom.nl) doorlopen. Dit document bevat de milieuregels

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Atoq2w05olm

Antwoorden AIM sessie Atoq2w05olm en AIM sessie Atoq2w05olm In de AIM heeft u tijdens sessie Atoq2w05olm op 21 07 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Veranderen

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Sunny-Egg-Systems BV te Rogat

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Sunny-Egg-Systems BV te Rogat 1 VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Sunny-Egg-Systems BV te Rogat INHOUDSOPGAVE 1 AFVALSTOFFEN 3 1.1. Afvalscheiding 3 2 BODEM 3 2.1. Doelvoorschriften

Nadere informatie