Hoor-en werkcolleges burgerlijk procesrecht Collegejaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoor-en werkcolleges burgerlijk procesrecht Collegejaar 2015-2016"

Transcriptie

1 Hoorcollege 4; Inhoud: Inleiding 2 Gewone vs. buitengewone rechtsmiddelen 2 Enige aspecten.2 Verzet 3 Appel..3 Dagvaardingsprocedure in appel.4 Verzoekschriftprocedure in appel..5 KEI-procedure..5 Uitspraken..6 Cassatie.7 Pseudo-rechtsmiddelen.8 Particuliere rechtsgangen.9 Arbitrage..9 Bindend advies.10 Mediation.10 1

2 Inleiding Vandaag staat (voornamelijk) in het teken van rechtsmiddelen en hun functies. Er wordt gesproken van gewone rechtsmiddelen tegenover/naast buitengewone rechtsmiddelen. Als gewone rechtsmiddelen worden aangemerkt: verzet, appel en cassatie. Deze rechtsmiddelen worden niet als gewoon aangemerkt omdat deze het meest voorkomen, maar dit is wel de realiteit. Verzet is een rechtsmiddel tegen een verstekvonnis, appel is een rechtsmiddel tegen uitspraken in eerste aanleg en cassatie bij de Hoge Raad is een beperkte instantie meestal tegen appeluitspraken, maar soms tevens tegen uitspraken in eerste aanleg. De functie van rechtsmiddelen is het bieden van rechtsverschaffing voor justiabelen (rechtszoekenden). Verzet heeft als kerndoel om als middel te dienen voor de functie van hoor-en wederhoor. Appel en cassatie hebben als kerndoel om als middel te dienen voor de controlefunctie; heeft de lagere rechter het wel goed gedaan? Kan een der partijen het beter aanpakken? Functies als rechtseenheid en rechtsontwikkelen komen voornamelijk tot uiting/zijn van belang in cassatie bij de Hoge Raad (als hoogste rechter van Nederland). Als buitengewone rechtsmiddelen worden aangemerkt: derdenverzet en herroeping. Derdenverzet wordt (vanzelfsprekend) ingesteld door een derde, niet zijnde een procespartij. Deze derde is (vaak) niet gehoord in de procedure, maar kan hier wel belang bij hebben. Derdenverzet wordt heel weinig ingesteld om de volgende simpele reden. Art. 236 Rv zegt dat uitspraken alleen gelden tussen partijen. Een derde heeft hier (in beginsel) geen belang bij en wordt hierdoor niet gebonden. Herroeping is een buitengewoon rechtsmiddel wat gaat om geknoei in het materiaal. Dit zijn gevallen waarbij de rechter door partijen op het verkeerde been is gezet (bv. een beslissing die is gebaseerd op meineed of een vals contract). Op deze buitengewone rechtsmiddelen wordt in dit college niet inhoudelijk verder ingegaan. Gewone vs. buitengewone rechtsmiddelen Het verschil tussen gewone- en buitengewone rechtsmiddelen is het volgende. Een gewoon rechtsmiddel schorst de mogelijkheid van executie. Als er al begonnen is met de executie wordt, door het instellen van een gewoon rechtsmiddel, deze executie stilgelegd. Dit wil bijvoorbeeld zeggen dat een inboedel niet verkocht kan worden tot in hoger beroep is berecht. Dit, behoudens een uitvoerbaar bij voorraad verklaring. Indien een rechter bij zijn vonnis/uitspraak zegt dat deze uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard dan kan de executie worden doorgezet ongeacht de instelling van een rechtsmiddel. Dit veroorzaakt een risico wanneer achteraf blijkt dat de executerende partij in het ongelijk wordt gesteld. De schade die uit de (onrechtmatige) executie is ontstaan, moet worden vergoed. De uitvoerbaar bij voorraad verklaring is te vinden in art. 233 Rv. Een uitvoerbaar bij voorraad-verklaring moet altijd verzocht worden aan de rechter, behalve in het kortgeding (art. 258 Rv). Enige aspecten Een dagvaarding- of verzoekschriftprocedure wordt ingesteld door de belanghebbende partij. Een uitzondering hierop biedt cassatie in het belang der wet, omdat deze vorm van cassatie kan worden ingesteld door de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad. Dit heeft geen effect op partijen en dient alleen voor de rechtsontwikkeling. Voorts is het van belang te realiseren dat niet alleen tegen de wederpartij wordt gevochten. Ook de uitspraak waarvan 2

3 beroep wordt aangevochten. Dit betekent dat ook vernietiging van de uitspraak waarvan beroep gevorderd wordt, naast wat gevorderd wordt van de wederpartij (het alsnog toe- of afwijzen van de vordering). Een aanpak is dus altijd tweeledig. Verzet (art. 143 e.v.) De verzetprocedure is naar zijn aard een voortzetting van de verstekprocedure. Het is een rechtsmiddel tegen een verstekuitspraak. Dit kan in eerste aanleg, appel en cassatie worden ingesteld. De termijn om verzet aan te tekenen is vier weken (art. 143 lid 2 Rv). De partij die het verzet instelt is de opposant en de wederpartij is de geopposeerde. De verzetprocedure ziet er als volgt uit. De verzetprocedure is (nogmaals) een supplement op de verstekprocedure. Dit betekent dat er wordt gereageerd op de dagvaarding van de eiser in die verstekprocedure. Dit gebeurt met een verzetdagvaarding (art. 147 R). De inhoud van de verzetdagvaarding is hetzelfde als wat normaal in de conclusie van antwoord zou staan (een verweer en eventueel een eis in reconventie). Hierna volgt een comparitie van partijen en afsluitend een vonnis door de rechter. Na invoering van KEI zal alleen de dagvaarding en het verzoekschrift worden samengevoegd. Voor het overige blijft de procedure hetzelfde. Belangrijk: verzet kan niet worden ingesteld bij een verzoekschrift procedure. Dit is historisch te verklaren en wordt nog steeds gehandhaafd. Is deze bepaling nog wel van deze tijd? Wat indien een procespartij geen idee had dat er een procedure tegen hem liep? In dit geval kan er alleen nog een executiegeschil worden aangemaakt, maar daarover volgende week meer. Verschil procesfasen bij verzetprocedure onder het huidige recht en KEI op een rijtje: Verzetdagvaarding KEI-procedure - Comparitie na antwoord - Procesinleiding (geldt als verweerschrift) - Vonnis - Mondelinge behandeling - Toeters en bellen - Vonnis Appel (art. 332 e.v. Rv) Bij dit rechtsmiddel zullen we iets uitvoeriger stilstaan. Appel is een tweede feitelijke instantie tegen het vonnis in eerste aanleg. Appel heeft een devolutieve werking. Dit betekent dat, in beginsel, alles wat op het bordje van de rechter in eerste aanleg lag, wordt afgewenteld op het bordje van de appelrechter. De hele rechtsstrijd (kan) wordt opnieuw voorgelegd. Er is een negatieve- en positieve zijde van de devolutieve werking. De negatieve zijde: de appelbehandeling is in zekere zin beperkter dan de behandeling in eerste aanleg. Dit, omdat de appelbehandeling tot op zekere hoogte is gebonden aan de uitspraak in eerste aanleg, tenzij een grief wordt ingesteld. Er wordt in het bordje van de rechter gesneden > alles waartegen niet wordt gegriefd, gaat van het bordje af (en staat vast). Positieve zijde: wanneer een appelrechter een grief gegrond wilt verklaren, dan moet worden gekeken of bepaalde stellingen of verweren van de wederpartij alsnog relevant worden. Bijvoorbeeld: A vordert 1 miljoen euro van B op grond van wanprestatie of een onrechtmatige daad. De rechtbank beslist dat er geen sprake is van wanprestatie, maar wel een onrechtmatige daad. Op basis daarvan wordt 1 miljoen Euro aan A toegewezen. Alleen B heeft (financieel) belang om in beroep te gaan tegen het oordeel van de rechtbank. A hoeft niet in appel, omdat hij 3

4 gelijk heeft gekregen (niet qua grondslag, aar wel qua geld). Indien de rechtbank door het hof onderuit wordt gehaald, omdat het hof beslist dat er geen sprake is van een onrechtmatige daad en op grond daarvan het vonnis vernietigd en de schadevergoeding afwijst, dan maakt het hof een beroepsfout. Het hof moet ambtshalve kijken of andere stellingen of verweren van de oorspronkelijke eiser relevant zijn. Er moet dus ambtshalve gekeken worden of de schadevergoeding toegewezen kan worden op grond van wanprestatie (omdat er geen sprake is van een onrechtmatige daad). Binnen de grenzen van de goede procesorde mag een novum (Nova) worden ingeroepen door partijen (art. 348 Rv). Het grievenstelsel: Het verschil tussen de dagvaardings- en verzoekschriftprocedure in appel. Dagvaardingsprocedure in appel: De dagvaarding kent een tweeledige introductie: appeldagvaarding (bekendmaking van de dagvaarding in appel) en de memorie van grieven (hierin staan de verweren). Dit is het grootste verschil met de verzoekschriftprocedure in appel. - Appeldagvaarding - Memorie van grieven (CvE in hoger beroep) - Memorie van Antwoord (CvA in hoger beroep) - Arrest - Toeters en bellen 4

5 Verzoekschriftprocedure in appel: - Appelrekest (beroepschrift) - Appelverweerschrift - Mondelinge behandeling - Beschikking Dit probleem wordt opgelost met de introductie van KEI: KEI-procedure - Procesinleiding - Verweerschrift - Mondelinge behandeling (niet standaard) - Uitspraak Een bijzonderheid in de appelprocedure is het incidenteel beroep (art. 339 lid 3 en 358 lid 5 Rv). De geïntimeerde in hoger beroep kan zelf in hoger beroep gaan; dit wordt een incidenteel beroep genoemd. Indien dit gebeurt, moet de wederpartij gelegenheid krijgen hierop te reageren bij memorie van antwoord in incidenteel appel. In appel zit er minder vaart in de procedure. Echter, deze vaart kan (gedeeltelijk) zelf worden bepaald. Indien al de grieven direct in de appeldagvaarding worden opgenomen en aan de rechter wordt gevraagd (op de rol) of een korte termijn voor de memorie van antwoord en het arrest van toepassing zal zijn op de zaak. Een normale procedure kan 2 tot 3 jaar duren; versnelling is in sommige procedures gewenst. In appel is het belangrijk het stadium te kennen van het inleveren van de grieven en nieuwe stellingen en verweren. Hier zijn twee uitspraken over: Wertenbroek q.q./van Vlerken (ontmoetingsruimte) en X/LTO Noord Verzekeringen B.V. (relatiesnoeperij). In de verzoekschriftprocedure geldt in beginsel het zelfde systeem, maar dan in plaats van een memorie van grieven een appelrekest en een appelverweerschrift in plaats van een memorie van antwoord. Wertenbroek qq/van Vlerken (2009) (ontmoetingsruimte) Dit arrest gaat over een ontmoetingsruimte en gestoei over aanneming van werk. In dit arrest komt de vraag aan de orde: wat zijn grieven eigenlijk? De Hoge Raad zegt het volgende: Grieven zijn alle gronden die de appellant aanvoert ten betoge dat de bestreden uitspraak dient te worden vernietigd zo ook wijziging of vermeerdering van eis met consequentie van de in beginsel strakke regel : direct bij MvG of MvA Ook hier komt het concentratiebeginsel weer naar voren. Alle grieven dienen in beginsel direct in het eerste processtuk te staan. Men spreekt hier van de in beginsel strakke regel, 5

6 en deze is keihard. Een grief staat in het eerste processtuk, anders heb je pech. De aard van de procedure kan echter een uitzondering toelaten. Dit is zo wanneer er iets heeft plaatsgevonden waar eerder geen mogelijkheid tot kennisname van was omdat het feit pas later is voorgevallen/heeft plaatsgevonden. De Hoge Raad geeft de volgende uitzonderingen: 1. Ondubbelzinnige toestemming wederpartij met later aanvoeren 2. Aard van het geschil 3. Nova (later voorgevallen of gebleken feiten) met inachtneming eisen goede procesorde X/LTO Noord Verzekeringen B.V. (2013) (relatiesnoeperij) De rechtsvraag in deze zaak is als volgt. Neemt een incidenteel appel (bij de bepaling van wat een eerste processtuk is) een zelfstandige positie in ten opzichte van het principaal appel? De Hoge Raad beantwoord deze vraag kort: ja, in dit kader is het eerste processtuk de memorie van antwoord. De tweede rechtsvraag in dit arrest is belangrijker: Is in civiel appel een reformatio in peius toegestaan? Een reformatio in peius is een herziening ten nadeling. Dit is mogelijk in het strafrecht, maar niet in het civiele recht (oordeelt de Hoge Raad). Een partij mag nooit worden gestraft voor het instellen van zijn eigen appel. Deze partij kan er dus niet slechter van worden, tenzij de andere partij incidenteel appel instelt. Uitspraken De rechter kan een tussenuitspraak doen of een einduitspraak. Het verschil zit in het volgende. In een einduitspraak wordt de ingestelde vordering toe- of afgewezen. In een tussenuitspraak wordt vaak een getuigenverklaring of een deskundigebericht gelast. Dit is geen uitspraak ten aanzien van het gevorderde of verzochte. Ook kan een rechter een deeluitspraak wijzen. In een deeluitspraak vindt een gedeeltelijke einduitspraak plaats. Het gevorderde of verzochte wordt hierin gedeeltelijk afgedaan. Dit is belangrijk om te herkennen omdat de beroepstermijn (voor appel) na een deeluitspraak direct begint te lopen. Indien er geen appel wordt ingesteld en wordt gewacht tot de eindbeslissing, welke wellicht tegenvalt, dan is het te laat en kan geen appel worden ingesteld. Voorts kunnen we een onderscheid maken tussen een einduitspraak en een eindbeslissing. Een eindbeslissing is een uitdrukkelijk en zonder voorbehoud gegeven beslissing. Dit kan bijvoorbeeld zijn wanneer in de uitspraak een onrechtmatige daad of wanprestatie wordt erkend door de rechter. Dit heeft een aantal consequenties: de rechter is in principe gebonden aan zijn eigen eindbeslissing. Indien een feit is erkend, kan hier niet makkelijk op worden teruggekomen. Verder kunnen eindbeslissingen van lagere rechters niet worden 6

7 aangetast door hogere rechters wanneer er geen beroep is ingesteld. Als laatste geldt dat in cassatie nooit kan worden geklaagd over voorlopige beslissingen, maar alleen over eindbeslissingen. Hier is een arrest bij: De Vries/Gemeente Voorts (binnenhuisarchitecte). In dit arrest wordt voornamelijk een nuancering op bovenstaande regel gegeven. De Vries/Gemeente Voorst (2008) (binnenhuisarchitecte) De rechtsvraag in deze zaak is de volgende: Hoeveel ruimte heeft de rechter om terug te komen op een eerder door hem gegeven eindbeslissing? De Hoge Raad beantwoord deze vraag met: op grond van de eisen van een goede procesorde is er een bevoegdheid tot heroverweging van een op onjuiste juridische of feitelijke grondslag gegeven eindbeslissing. Cassatie (art. 398 e.v. Rv) Cassatie bij de Hoge Raad is een beperkte instantie. Dit is geregeld in zowel het wetboek van rechtsvordering als in de wet op de rechterlijke organisatie vanaf art. 72 e.v. Wet Ro. In art. 79 en 80 Wet Ro wordt de aard van de Hoge Raad omschreven. Deze kan alleen oordelen of het recht is geschonden of verzuim van vormen heeft plaatsgevonden. Bij een kantonzaak kan het alleen betrekking hebben op verzuim van vormen. Deze kantonzaken komen direct bij de Hoge Raad terecht doordat er voor hele kleine belangen geen appel openstaat. Een vormverzuim is bijvoorbeeld een motiveringsgebrek wat zodanig is dat de Hoge Raad dit niet kan accepteren. De buitengrenzen van cassatie worden gevormd door de cassatiemiddelen. Deze wordt bijna nooit overschreden. De termijn voor het instellen van cassatie is drie maanden en geregeld in art. 402 en 426 Rv. Als volgt een overzicht van de processtukken voor de cassatieprocedure in geval van een dagvaardings- of verzoekschriftprocedure en in geval van KEI. 7

8 Dagvaardingsprocedure - Cassatiedagvaarding - Conclusie van antwoord in cassatie - Pleidooien - Conclusie PG - Borgersbrief - Arrest Verzoekschriftprocedure KEI - Cassatierekest - Procesinleiding - Cassatieverweerschrift - Verweerschrift - Mondelinge behandeling - Mondelinge behandeling - Conclusie PG - Conclusie PG - Borgersbrief - BorgersbrieF - Beschikking - Uitspraak Een recht op toelichting heeft men dus volgens ons nationale recht niet. Het verdient daarom voor verzoeker in cassatie aanbeveling de toelichting op de cassatiemiddelen in het cassatieverzoekschrift op te nemen. De toelichting kan ook worden gegeven door andere advocaten dan degenen die het verzoekschrift of verweerschrift hebben ingediend. Dat kunnen ook niet cassatie-advocaten zijn. De schriftelijke toelichting dient door partijen gelijktijdig gegeven te worden; na het geven van de schriftelijke toelichting krijgen partijen desgewenst gelegenheid tot (wederom gelijktijdige) re- en dupliek. 1 Ook in cassatie is er de mogelijkheid een incidenteel beroep in te stellen. Dit is geregeld in art. 410 en 427a lid 2 Rv. Dit wordt verder niet uitgewerkt. Er zijn geen speciale bepalingen voor een korte procedure. Cassatie duurt lang. In het dictum van de Hoge Raad zal nooit staan dat de Hoge Raad de uitspraak waarvan beroep bekrachtigd (of verwerpt). Dit komt omdat de Hoge Raad op te beperkte gronden oordeelt. Er zal meestal staan: De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep. Na een overwinning bij de Hoge Raad is het nog steeds niet gedaan. Meestal zal de Hoge Raad de procedure ter verdere afdoening verwijzen naar weer een lagere rechter (meestal een andere dan die van beroep). De zaak wordt daar verder afgedaan op basis van instructies van de Hoge Raad (art. 424 en 429 lid 2 Rv). Pseudo-rechtsmiddelen Pseudo-rechtsmiddelen zijn verbetering (art. 31 Rv) en aanvulling (art. 32 Rv). Verbetering is mogelijk wanneer er een kennelijke fout door de rechter is begaan. Aanvulling kan wanneer een deel van het gevorderde niet is behandeld. Dit komt tot uiting in het arrest Staat/Princeville (rectificatie en beroepstermijn). In deze zaak spelen twee rechtsvragen: 1) Neemt een nieuwe beroepstermijn tegen een uitspraak aanvang in geval van rectificatie ex art. 31 Rv? 1 Snijders, Klaassen en Meijer, Nederlands burgerlijk procesrecht, Deventer 2011, blz

9 De Hoge Raad antwoord dat de oorspronkelijke beroepstermijn blijft gelden en niet de datum van de rectificatie. 2) Doorbreekt essentieel vormverzuim de uitsluiting van beroep tegen rectificatie ex art. 31 lid 4 Rv? Deze vraag ziet op allerlei bepalingen waarbij de wet geen beroep toelaat (bij wijze van uitzondering natuurlijk). De Hoge Raad acht het toch mogelijk beroep in te stellen in deze gevallen wanneer er sprake is van een essentieel vormverzuim. Dit op grond van het hooren wederhoor beginsel. Particuliere rechtsgangen Een kort overzicht van de particuliere rechtsgangen: A. Arbitrage (art Rv): beoordeling door een derde (arbiter) B. Bindend advies (niet specifiek geregeld, zie wel art. 7:900 e.v. BW en m.n. art. 7:900 lid 2 BW): beoordeling door een derde (bindend advisseur) C. Mediatie (mediation): bemiddeling door een onafhankelijke derde Arbitrage Arbitrage is een particuliere rechtsgang welke plaatsvindt wanneer afgesproken bij overeenkomst. Dit, omdat art. 6 EVRM recht op overheidsrechtspraak biedt en daarom afstand van dit recht moet worden gedaan. Arbitrage is een enorm groot veld van conflictoplossingen in allerlei sectoren. Voordelen zijn bijvoorbeeld dat specifiek voor speciale sectors een arbiter is bijgestaan door (bijvoorbeeld) twee juristen. Abitrage is ook heel pluriform zowel formeel als materieel. Meestal gaat het om een geschil, maar dat hoeft niet. Uitgesloten is als enige zaken van openbare orde, omdat partijen hier niet over kunnen beschikken. Dit gaat om zaken als faillissementsverklaring, voogdijzaak, curatelestelling of een echtscheiding. Arbitrage is vooral hot in internationale geschillen. De overheersende gedachte is dat in overeenkomsten wordt gekozen voor arbitrage. Op nationaal niveau ligt dit veel lager. Het verdrag van New York voorziet erin dat arbitrale vonnissen in alle deelnemende landen tenuitvoer kunnen worden gelegd. Arbitrage is een liberale vorm van procederen. Nannini/SFT (2004) (Nannini) Deze zaak speelt zich af in het caribische deel van ons Koninkrijk. De overheidsrechter is gebonden aan grenzen ten aanzien van de controle op arbitrale rechtspraak. De rechtsvraag luidt: Motivering zonder enige steekhoudende verklaring voor beslissing is niet met redenen omkleed in de zin van art lid 1 sub d Rv? De Hoge Raad antwoordt dat vernietiging niet zo maar wegens een ondeugdelijke motivering kan plaatsvinden, maar alleen: in geval van het ontbreken van een motivering of 9

10 in het geval dat de motivering enige steekhoudende verklaring voor de desbetreffende beslissing ontbeert. Er is dus terughoudendheid van de rechter geboden. Bindend advies De rijdende rechter is de grootste vertegenwoordiger van deze branche en waarschijnlijk de enige jurist die zichzelf mr. noemt. Bindend advies is een advies wat bindend is en door een onafhankelijke derde gegeven. Bindend advies speelt een grote rol in consumentenzaken. Via art. 7:904 BW is bindend advies alleen vernietigbaar indien deze onaanvaardbaar is op grond van de redelijkheid en billijkheid. Bindend advies staat op de zwarte lijst, indien partijen hiertoe gedwongen worden. Consument moet de mogelijkheid hebben om voor een overheidsrechter te kiezen. Mediation Mediation is (tevens) bemiddeling door een derde, maar dit is nergens geregeld. Mediation kan ad hoc plaatsvinden of institutioneel (bijvoorbeeld Mediatorsfederatie Nederland en Nederlands Arbitrage Instituut). 10

11 Werkgroep 4; Inhoud: Literatuur en jurisprudentie 11 Vraag 6 12 Inleiding.12 Vraag 1 13 Vraag 2 14 Vraag 3 16 Vraag 4 17 Vraag 5 18 Literatuur: Snijders Klaassen Meijer, Nederlands Burgerlijk procesrecht, hoofdstuk 5 nr. 173 t/m 178, hoofdstuk 8, hoofdstuk 9 nr. 304 en 313 t/m 327, hoofdstukken 11 en 12. Per 1 januari 2015 is de nieuwe Arbitragewet in werking getreden en per 1 juli 2015 is de Wet werk en zekerheid van kracht. U dient hoofdstuk 11 en 12 met inachtneming van deze wetswijzigingen te bestuderen. Raadpleeg Blackboard voor de daarvoor benodigde literatuur. Jurisprudentie: HR 9 januari 2004, NJ 2005, 190 (Nannini/SFT), m.nt. HJS HR 14 juli 2006, NJ 2006, 601 (Staat/Princeville) HR 19 juni 2009, NJ 2010, 154, (Wertenbroek qq/van den Heuvel & Van Vlerken), m.nt. HJS HR 25 april 2008, NJ 2008, 553 (De Vries/Gemeente Voorst), m.nt. HJS HR 8 februari 2013, NJ 2014, 175 (X/LTO Noord Verzekeringen B.V.) m.nt. HJS HR 8 mei 2015, RvdW 2015/

12 Vraag 6 (restant vorige week) Kan de rechter ambtshalve onderzoek doen en/of ter plaatse gaan kijken? Geldt in verzoekschriftprocedures ook het bewijsrecht? Ambtshalve betekent kortweg uit zichzelf. De rechter mag iets ambtshalve (zonder voorafgaande toestemming). Art. 284 Rv verklaart het bewijsrecht van toepassing op zwel dagvaardings- als verzoekschriftprocedures. Soms verzet de aard van de verzoekschriftprocedure zich tegen het bewijsrecht. Dit, bijvoorbeeld wanneer er snel iets moet worden beslist. De rechter mag het in casu wel, maar zal het waarschijnlijk niet doen. Week 4; Inleiding Art. 230 Rv schijft voor wat er in een vonnis moet staan. Het vonnis bevat twee belangrijke onderdelen: het onder de streep gedeelte en het boven de streep gedeelte. Onder de streep staat het dictum en boven de streep staan de overwegingen. In de overwegingen staan de hoe en waarom s om tot het dictum (de (eind)beslissing) te komen. In het dictum wijst de rechter de vordering toe of af (of gedeeltelijk toe of af). Het dictum is een oordeel over de vordering van de eiser. Een voorbeeld: Eiser vordert betaling van factuur 1 en 2, een verklaring voor recht dat er een onrechtmatige daad jegens hem is gepleegd en op basis daarvan schadevergoeding. Indien dit wordt toe- of afgewezen, wordt gesproken van een eindvonnis, omdat over het gevorderde een beslissing is genomen. Ook in de motivering van de rechter kan een standpunt naar voren komen. Indien dit gebeurt, wordt gesproken over een bindende eindbeslissing. Deze hebben als doel het debat af te kappen. Deze eindbeslissing heeft nog geen invloed op het dictum, maar is gericht op het beperken van het debat. Meestal vindt dit plaats in een tussenvonnis (in een eindvonnis heeft dit geen zin). Op bindende eindbeslissingen mag de rechter niet terugkomen. Uitzonderingen op deze regel heeft de Hoge Raad neergelegd in het arrest: De Vries/Gemeente Voorst. De rechtsvraag in deze zaak is de volgende: Hoeveel ruimte heeft de rechter om terug te komen op een eerder door hem gegeven eindbeslissing? De Hoge Raad beantwoord deze vraag met: op grond van de eisen van een goede procesorde is er een bevoegdheid tot heroverweging van een op onjuiste juridische of feitelijke grondslag gegeven eindbeslissing. Uiteraard geldt dit niet in hoger beroep, omdat in hoger beroep de gehele zaak opnieuw behandeld kan worden. Wanneer in het dictum omtrent het gevorderde een eind is gemaakt, is het vonnis dus een eindvonnis. In het dictum van een tussenvonnis kan al een beslissing worden gemaakt over een deel van het gevorderde. Dit heet een deelvonnis. Er wordt simpelweg aan een deel van het gevorderde een eind gemaakt (de rechter beslist bijvoorbeeld alleen over de toe- of afwijzing van factuur 1 en 2). Wanneer in het dictum iets is beslist over het gevorderde dat begint de beroepstermijn voor hoger beroep te lopen (art. 337 lid 2 Rv). Deze termijn betreft 3 maanden. Art. 337 lid 2 Rv zegt nog meer dat tegen 12

13 tussenuitspraken geen beroep kan worden ingesteld om vertragingstechnieken te voorkomen. Krachtens art. 337 lid 1 Rv kan men altijd in beroepen tegen provisionele vonnissen (vonnissen die oordelen over een voorlopige voorziening). Vraag 1: Het dictum van een vonnis luidt: - verklaart dat eiser eigenaar is van de strook grond die is gelegen tussen de woonhuizen van eiser en gedaagde - compenseert de kosten van het geding Dit vonnis is een: a. Provisioneel vonnis. b. interlocutoir vonnis. c. declaratoir vonnis: d. constitutief vonnis: e. deelvonnis. f. condemnatoir: Allereerst een korte uitleg voor het onderscheid tussen de terminologie van bovenstaande vonnissen. Provisioneel vonnis Provisionele vonnissen zijn vonnissen waarbij een voorlopige voorziening wordt getroffen of geweigerd. Art. 337 lid 1 Rv bepaalt dat van provisionele vonnissen hoger beroep kan worden ingesteld voordat een eindvonnis is gewezen. Dit wijkt dus af van de hoofdregel dat geen beroep openstaat na een tussenvonnis. Interlocutoir vonnis Interlocutoir betekent letterlijk tussen. Een interlocutoir vonnis is dus een tussenvonnis. In dit vonnis wordt vrijwel altijd een bewijslevering bevolen. Dit kan zijn het bevelen van een getuigenverhoor, een deskundigenbericht of een plaatsopneming en bezichtiging (descente). Bij de meeste gerechten krijgen de partijen na de bewijsgelasting de mogelijkheid hierop te reageren in een conclusie na de afgesloten bewijsverrichting (voorbeeld: conclusie na deskundigebericht). Dit vindt zijn grondslag in art. 132 lid 3 Rv en art. 6 EVRM. Declaratoir vonnis Dit is een vonnis wat een al bestaande rechtstoestand vaststelt/bevestigt. Dit is bijvoorbeeld het geval ingevolge art. 3:302 BW: verklaring van recht. Een declaratoir vonnis verkrijgt eerst werking nadat de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, tenzij de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad is verklaard (de uitspraak krijgt direct na het wijzen zijn werking). In kracht van gewijsde wil zeggen dat de termijn om een rechtsmiddel in te stellen is verstreken, waardoor er geen schorsende werking meer kan plaatsvinden over het vonnis. Een voorbeeld is het erkennen van een kind of het feit dat iemand eigenaar van een goed is (geworden). Ook vrijsprekende vonnissen zijn declaratoir. Tijdens een kort geding mag geen declaratoir vonnis worden gewezen omdat er uitsluitend een voorlopig oordeel wordt gegeven. 13

14 Constitutief vonnis Een constitutief vonnis is een vonnis dat een bepaalde rechtstoestand beëindigt, wijzigt of in het leven roept. Een constitutief vonnis verkrijgt eerst werking nadat de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, tenzij de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. Een voorbeeld van een constitutief vonnis is een ontslag, een echtscheiding of het ontbinden van een koopovereenkomst. Ook een faillissement is een vorm van een constitutief vonnis. Kortom: door een constitutief vonnis veranderen verhoudingen. Deelvonnis In het dictum van een tussenvonnis kan al een beslissing worden gemaakt over een deel van het gevorderde. Dit heet een deelvonnis. Er wordt simpelweg aan een deel van het gevorderde een eind gemaakt. Let op: na een deelvonnis moet direct beroep worden ingesteld, bij gebreke hiervan gaat het deelvonnis in kracht van gewijsde. Condemnatoir vonnis Dit is een veroordelend vonnis. Dit condemnatoire vonnis verkrijgt direct zijn werking na het wijzen ervan, zodat de veroordeelde direct is gehouden het vonnis na te leven. Er is sprake van een vonnis waarbij een natuurlijke persoon of rechtspersoon wordt veroordeeld om iets te doen, laten, maar ook om iets achterwege te laten. Bovenstaand vonnis is dus zowel declaratoir als condemnatoir, omdat er een rechtsverhouding wordt bevestigd (iemand is eigenaar van de strook grond) en omdat er sprake is van een veroordelend vonnis (compenseert de kosten van het geding). Van belang om te weten is dat een uitspraak welke niet condemnatoir is niet kan worden geëxecuteerd. Vraag 2 Van Geen vordert bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant (locatie Breda) van Van Vliet betaling van ,- ter zake van architectwerkzaamheden. De vordering wordt bij verstek toegewezen en het verstekvonnis wordt vervolgens op 3 oktober 2014 in persoon betekend aan Van Vliet. Van Vliet spoedt zich op 8 oktober 2014 naar het advocatenkantoor Fokkema c.s. Aan u, werkzaam als stagiaire bij dit advocatenkantoor, wordt gevraagd de te behandelen punten voor te bereiden die in de verzetdagvaarding moeten komen te staan. a. Wanneer moet het verzet uiterlijk zijn ingesteld? Art. 143 lid 1 Rv zegt dat de gedaagde die bij verstek is veroordeeld, daartegen verzet kan aantekenen. Art 143 lid 2 Rv zegt dat dit binnen vier weken na het moment van de betekening van het vonnis moet plaatsvinden. Art. 143 lid 2 Rv richt zich nog specifieker over welk moment als moment van betekening wordt aangemerkt: het moment van betekening van het vonnis aan de veroordeelde in persoon of nadat deze een enige daad waarvan blijk wordt gegeven dat er sprake is van persoonlijke bekendheid met de betekening van het vonnis of, en als laatste, krachtens art. 143 lid 3 Rv wanneer het vonnis ten uitvoer is gelegd. In art. 144 Rv wordt voorts bepaald wanneer een vonnis ten uitvoer is gelegd. 14

15 b. Wat is het gevolg van het te laat uitbrengen van de verzet dagvaarding? De termijn om een rechtsmiddel in te stellen geldt als vervaltermijn. De rechter dient hier strikt zijn hand om te houden. Dit betekent kortweg dat het te laat uitbrengen van de verzetdagvaarding einde verhaal betekent. Het (verstek)vonnis verkrijgt kracht van gewijsde. Enige uitzondering is wanneer er sprake is van een (eventuele) herroeping. Let op: na een uitspraak kan deze direct ten uitvoer worden gelegd (wanneer deze uitvoerbaar bij voorraad is verklaard conform art. 233 Rv). Indien er een rechtsmiddel wordt ingezet, schorst dit pas de verdere tenuitvoerlegging. c. Door wie wordt de verzetdagvaarding ondertekend? De verzetdagvaarding wordt ondertekend door de deurwaarder krachtens art. 45 lid 5 Rv. Het verzet vangt aan middels het betekenen van een verzetdagvaarding. Deze verzetdagvaarding telt als conclusie van antwoord in de oorspronkelijke procedure. Dit betekent dat er een motivatie (verweren) en een eventuele eis in reconventie wordt vermeld (zie voor de inhoud van een verzetdagvaarding art. 146 Rv jo. art. 111 Rv). Wanneer deze is uitgebracht ligt bij de rechter een dagvaarding en een een vrezetdagvaarding. Indien er een wedereis is ingesteld, krijgt de wederpartij nog gelegenheid hierop te reageren. Vanaf hier gaat men gewoon verder met de comparitie van partijen gevolgd door een (eventueel) vonnis van de rechter. d. Geldt het vereiste van concentratie van verweer voor de verzetdagvaarding? Ja, concentratie van verwerer geldt ook als vereiste voor de verzetdagvaarding, omdat de verzetdagvaarding telt als conclusie van antwoord Uw patroon wijst u erop dat Van Vliet van mening is dat hij nog een bedrag van ,- te goed heeft van Van Geen ter zake van een creditnota. e. Kunt u een eis in reconventie in de verzetdagvaarding opnemen of kan dat ook nog later in de verzetprocedure? Ja, in de verzetdagvaarding kan een eis in reconventie worden opgenomen (art. 146 lid 2 Rv jo. art. 111 Rv. Nee, een eis in reconventie kan niet later worden ingesteld. f. Welke rechterlijke instantie zal het verzet behandelen? Dezelfde rechterlijke instantie die het verstekvonnis heeft gewezen. Dit, omdat het een voortzetting van de verstekprocedure betreft. g. Veranderen uw antwoorden op de vragen a tot en met f met het oog op het Wetsvoorstel vereenvoudiging en digitalisering procesrecht? Ongetwijfeld. Deze vraag wordt onbeantwoord gelaten. Indien relevant wordt in week 5 teruggekomen op de KEI-procedure. In de verzetprocedure wordt het verstekvonnis bevestigd, onder afwijzing van de tegenvordering van Van Vliet. Van Vliet wil de procedure voortzetten desnoods tot en met de Hoge Raad. h. Welk(e) rechtsmiddel(en) heeft Van Vliet nog? 15

16 Van Vliet kan, met inachtneming van art. 332 lid 2 Rv, in hoger beroep bij het Gerechtshof. Hierna kan, zij het op beperkte gronden, cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad. In hoger beroep is het van belang dat het draait om nieuwe ronde, nieuwe kansen. Hoger beroep dient ertoe het oordeel van de rechter in eerste aanleg aan te passen of om je eigen fouten te herstellen. Er is ook geen verklaring/uitleg voor nodig wanneer andere punten en/of argumenten worden gebruikt dan in eerste aanleg. Verweren op de einduitspraak in eerste aanleg worden vermeld in zogeheten grieven. Het Hof mag alleen over de vordering oordelen. De rechtsstrijd wordt begrensd door de grieven van partijen. Hoger beroep vangt aan met een dagvaarding conform art. 342 Rv jo. art. 45 Rv jo. art. 111 Rv. In deze dagvaarding behoeven de grieven nog niet te worden vermeld. De grieven worden vermeld in de memorie van grieven. De tegenpartij reageert hierop in een memorie van antwoord. Tegelijkertijd met de memorie van antwoord kan de verweerder incidenteel beroep instellen. Hierin wordt een grief gesteld tegen de eiser. Vanaf dat moment staat niets meer vast en wordt alles opnieuw behandeld. De eiser moet op het incidenteel beroep weer kunnen reageren in een memorie van antwoord in incidenteel appel. Vraag 3 Jan Smit is met zijn Mercedes tegen de Saab van ees de Lange gereden. In een gerechtelijke procedure hee ees vergoeding van de materi le schade aan zijn auto gevorderd ad 7.500,-, naast smartengeld ad 3.000,- vanwege de grote schrik. De rechter hee vonnis gewezen. De vordering tot betaling van de materi le schade is toegewezen, maar de vordering tot betaling van smartengeld is afgewezen. Kees de Lange gaat in appel tegen de afwijzing van de vordering tot betaling van smartengeld. a. Op welke wijze dient hij dit te doen en binnen welke termijn? Allereerst moet de vraag beantwoord worden of Kees de Lange wel in hoger beroep kan. Deze vraag wordt beantwoord aan de hand van (o.a., maar voor ons relevant) art. 332 Rv. Kees dient in hoger beroep te gaan middels het betekenen van een dagvaarding (art. 343 Rv) binnen de termijn van drie maanden (art. 339 Rv). Jan Smit is het niet eens met de hoogte van de schadevergoedingsveroordeling. b. Kan hij in de inmiddels door Kees de Lange aanhangig gemaakte appelprocedure nog iets daartegen ondernemen? Jan Smit kan zelf in hoger beroep gaan of incidenteel hoger beroep instellen conform art. 347 Rv. Er bestaat geen verplichting voor Jan Smit om tegen het oordeel in te gaan. Wel kan hij het oordeel in twijfel trekken. Dit wordt vormgegeven in de memorie van antwoord. Devolutieve werking: (voorbeeld) A vordert van B schadevergoeding op grond van wanprestatie. B zegt 1) de vordering is verjaard en 2) ik ben niet schadeplichtig, omdat de wet voorschrijft dat ik in verzuim moest verkeren en 3)de schade is te hoog. De rechter wijst de vordering toe omdat er inderdaad geen ingebrekestelling is geweest. Het vonnis luidt: wijst vordering van A op B af. A is het hier niet mee eens en gaat in hoger beroep tegen het 16

17 vonnis en tegen B. In de dagvaarding van A staat: De rechtbank had de vordering wel moeten toewijzen want heeft ten onrechte geoordeeld dat.. Vervolgens stelt A B alsnog ingebreke (herstellen mag), waarop het hof de vordering kan toewijzen maar; Het Hof moet eerst beoordelen of de andere reeds behandelde of niet behandelde verweren tegen toewijzing in de weg staan. B hoeft dus niet zelf in hoger beroep, omdat het hof de verweren ambtshalve moet behandelen indien het de vordering alsnog wilt toewijzen. Als er geen andere verweren zijn hoeft dit natuurlijk niet. Vraag 4 Bibi Bernini laat in haar nieuwe appartement een serre bouwen door aannemersbedrijf La Vida. De beide partijen krijgen al snel een geschil over de uitvoering van het werk en Bibi Bernini wil een gedeelte van haar betaling terugvorderen. Partijen zijn schriftelijk overeengekomen het geschil voor te leggen aan arbiters. Het scheidsgerecht wijst de vordering af in een wel, maar niet al te best gemotiveerd arbitraal vonnis. Bibi Bernini is het niet eens met de afwijzing en vraagt om vernietiging van het vonnis bij de overheidsrechter. De procedure wordt op de juiste wijze bij de overheidsrechter aanhangig gemaakt. De overheidsrechter ziet de zaken geheel anders dan het scheidsgerecht en vindt dat de vordering had moeten worden toegewezen. Hij vernietigt daarom het vonnis op grond van artikel 1065 lid 1 sub d Rv: het vonnis is zijns inziens niet met redenen omkleed. a. Hoe oordeelt u over de werkwijze van de overheidsrechter en waarom? Mag de overheidsrechter het arbitraal vonnis op basis van artikel 1065 lid 1 sub d Rv vernietigen? Er is sprake van arbitrage wanneer een geschil wordt voorgelegd aan particulieren. Dit is behandeld in het vierde boek van rechtsvordering. De hoofdgedachte achter deze (wettelijke) codificatie is een waarborg voor een nette procedure, zodat er regels zijn waar (o.a.) de arbiters zich aan moeten houden. Er is toegang tot de arbitrale procedure wanneer dit bij overeenkomst is bedongen (overeenkomst tot arbitrage). Geen overeenkomst betekent geen arbitrage. Wanneer arbitrage wel is bedongen en een der partijen toch naar de burgerlijke rechter stapt, verklaart deze zich onbevoegd op grond van art Rv (op voorwaarde dat de tegenpartij daar een beroep op doet). Arbitrage vindt plaats door mensen die verstand van (specifieke) zaken hebben. In de meeste gevallen is ook een jurist aanwezig. Arbitrage komt vooral voor in business to business transacties. Een voordeel is bijvoorbeeld dat arbitrage in vertrouwen kan plaatsvinden in tegen stelling tot de rechtspraak welke openbaar is. Een arbitraal geding wordt aanhangig gemaakt door een verzoek bij het betreffende arbitrageinstituut. Dit instituut roept vervolgens de tegenpartij en de arbiters op. De arbiters vormen tezamen een uitspraak. Beroep staat hiertegen open, mits dit afgesproken is. Na arbitraal hoger beroep houdt het op, cassatie is niet mogelijk. Art Rv biedt de mogelijkheid een arbitraal vonnis aan de burgerlijke rechter voor te leggen en te vernietigen. Dit is in beginsel niet de bedoeling, omdat eenmaal gekozen voor arbitrage niet uitgehuild kan/mag worden bij de burgerlijke rechter. Van belang hierbij is het Nanini-arrest. 17

18 Nannini/SFT (2004) (Nannini) Deze zaak speelt zich af in het caribische deel van ons Koninkrijk. De overheidsrechter is gebonden aan grenzen ten aanzien van de controle op arbitrale rechtspraak. De rechtsvraag luidt: Motivering zonder enige steekhoudende verklaring voor beslissing is niet met redenen omkleed in de zin van art lid 1 sub d Rv? De Hoge Raad antwoordt dat vernietiging niet zo maar wegens een ondeugdelijke motivering kan plaatsvinden, maar alleen: in geval van het ontbreken van een motivering of in het geval dat de motivering enige steekhoudende verklaring voor de desbetreffende beslissing ontbeert. Er is dus terughoudendheid van de rechter geboden. *werkgroepdocent heeft het advies gegeven dit goed te onthouden. b. Dient een arbitraal vonnis onder de nieuwe Arbitragewet altijd de gronden voor de gegeven beslissing te bevatten? Nee, onder de nieuwe regeling is een uitzondering gekomen vermeld in art lid 5 Rv. Vraag 5 In Bijlage V, achterin dit werkboek, is een echtscheidingsprocesdossier met beschikking van de Rechtbank Den Haag opgenomen. Beantwoord aan de hand van de inhoud van dit dossier de volgende vragen. a. Welke nevenvoorziening(en) heeft de vrouw verzocht en wat is hiervoor de wettelijke basis? b. Wat is de wettelijke basis van de door de man gevraagde nevenvoorzieningen? Waar staan de nevenvoorzieningen in het verweerschrift? c. Welke tegenverzoek(en) heeft de man gevraagd en wat is hiervoor de wettelijke basis? d. In het verweerschrift (ad 6.) wordt gesteld: De man refereert zich in dat geval aan het oordeel van de rechtbank. Wat betekent dat? e. Is de echtscheiding met het wijzen van de beschikking op 29 november 2004 een feit? Vraag 5 wordt onbeantwoord gelaten. 18

19 19

actualiteiten hoger beroep

actualiteiten hoger beroep actualiteiten hoger beroep 1 april 2015 mr. F.J.P. (Pieter Frans) Lock programma appeltermijn financiële appelgrens hoger beroep van tussenuitspraken doorbreking van het rechtsmiddelenverbod omvang van

Nadere informatie

HC 6A, , Rechtsmiddelen

HC 6A, , Rechtsmiddelen HC 6A, 11-10-18, Rechtsmiddelen De gewone rechtsmiddelen zijn: - Verzet - Appel - Cassatie Buitengewone rechtsmiddelen zijn derdenverzet en herroeping. Functies van rechtsmiddelen o Rechtsbescherming:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

Civiele cassatie. vragen en antwoorden

Civiele cassatie. vragen en antwoorden Civiele cassatie vragen en antwoorden Inhoudsopgave Wat is cassatie bij de Hoge Raad? 3 Waarover kan in cassatie worden geklaagd? 3 Tegen welke uitspraken staat cassatieberoep open? 3 Binnen welke termijn

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013 SECOND OPINION REGLEMENT Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg april 2013 1 INHOUDSOPGAVE Considerans... 3 I. Algemene bepalingen... 4 II. Het verzoek om een second opinion-procedure

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE

VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE ! VERKLARENDE WOORDENLIJST ARBITRAGE St.AR probeert zoveel mogelijk ingewikkelde juridische woorden te vermijden. Dat is niet altijd mogelijk. In deze lijst vindt u een omschrijving aan van de meest voorkomende

Nadere informatie

Afkortingen Inleiding Opzegging en de UWV-ontslagprocedure Inleiding Toepassingsgebied Procedure bij het UWV 22

Afkortingen Inleiding Opzegging en de UWV-ontslagprocedure Inleiding Toepassingsgebied Procedure bij het UWV 22 Afkortingen 11 1 Inleiding 15 2 Opzegging en de UWV-ontslagprocedure 19 2.1 Inleiding 19 2.2 Toepassingsgebied 20 2.3 Procedure bij het UWV 22 2.3.1 Inleiding 22 2.3.2 Verzoek om toestemming 22 2.3.3 Verweer

Nadere informatie

Memorie van Toelichting. Algemeen

Memorie van Toelichting. Algemeen Memorie van Toelichting Algemeen Op 12 december 2008 is de Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (hierna ook EBB-verordening) van toepassing geworden. De

Nadere informatie

Hoger beroep, verdieping.

Hoger beroep, verdieping. Hoger beroep, verdieping www.avdr.nl 1 Twee functies: controle herstel van fouten en verzuimen: i) binnen de grenzen van de rechtsstrijd, ii) nieuwe behandeling en beslissing, iii) naar de toestand die

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr...

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr... pagina 1 van 5 JOR 2013/87 Gerechtshof Arnhem, 18-12-2012, 200.099.939, LJN BY7149 Processuele gevolgen faillietverklaring voor aanhangige rechtsvorderingen, Schorsing van geding in conventie ex art. 29

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AM2358

ECLI:NL:HR:2004:AM2358 1 of 5 3-8-2014 18:56 ECLI:NL:HR:2004:AM2358 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 16-01-2004 Datum publicatie 16-01-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden C02/239HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AM2358

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer 200.091.734-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba

Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen op gezag

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

Devolutieve werking hoger beroep

Devolutieve werking hoger beroep Devolutieve werking hoger beroep HR 8 februari 2013, BY6699 (X/LTO) Karlijn Teuben Cassatieadvocaat bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn Devolutieve werking: de basis Appellant moet grieven Grief gegrond?

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team T zaaknummer : /0 1

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team T zaaknummer : /0 1 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team T zaaknummer : 200.097.924/0 1 zaaknummer rechtbank Amsterdam : 434569/HA ZA 09-2443 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd

Nadere informatie

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht. arrest GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE Sector handel Zaaknummer Rolnummer rechtbank : 370789lKG ZA 10-877 arrest van de vijfde civiele kamer d.d. 22 februari 2011 inzake Paul Burger, kantoorhoudende te Amsterdam,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 175 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2015 C.13.0615.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0615.N Ch. V., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:GHARL:2015:9831 ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:10207

ECLI:NL:GHARL:2014:10207 ECLI:NL:GHARL:2014:10207 Instantie Datum uitspraak 30-12-2014 Datum publicatie 07-01-2015 Zaaknummer 200.154.059-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

VAAN Onder professoren

VAAN Onder professoren VAAN Onder professoren Prof. mr. A.I.M. (Toon) van Mierlo 5 oktober 2017 Agenda Tweeluik 1. Kwaliteit en Innovatie (KEI) in theorie en (naaste) praktijk 2. Capita bijzonder procesrecht ontslagzaken 1.

Nadere informatie

Examenprogramma Burgerlijk Procesrecht 1

Examenprogramma Burgerlijk Procesrecht 1 Diplomalijn Examen Niveau Juridisch Burgerlijk Procesrecht hbo Versie 1.0 Geldig vanaf 01-01-2013 Vastgesteld op 28-08-2012 Vastgesteld door Veronderstelde voorkennis Bestuur Nederlandse Associatie voor

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 1

Inhoudsopgave. Inleiding 1 Inhoudsopgave Inleiding 1 1 Het appel 5 1.1 Van appeldagvaarding naar arrest 6 1.1.1 De aanvang 6 1.1.2 In te dienen stukken 9 1.1.3 De behandeling van de zaak 10 1.1.4 Conclusie 11 1.2 De beoordeling

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

jurisprudentie burgerlijk procesrecht tegenstrijdige uitspraken

jurisprudentie burgerlijk procesrecht tegenstrijdige uitspraken jurisprudentie burgerlijk procesrecht tegenstrijdige uitspraken 1 april 2015 mr. F.J.P. (Pieter Frans) Lock Tegenstrijdige uitspraken Spanning tussen appelprocesrecht en gezag van gewijsde HR 30 maart

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 12 d.d. 25 februari 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING.

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING. Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-10-2012 Datum publicatie 31-01-2013 Zaaknummer 200.107.628/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie Géén appelverbod

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 Rapport Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van het gerechtshof Den Haag hem het arrest van 17 juli 2008 niet heeft toegestuurd met als gevolg

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

Derde nota van wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Derde nota van wijziging. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 34 608 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de afwikkeling van massaschade in een collectieve actie mogelijk te maken (Wet afwikkeling massaschade

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-372 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039 ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 30-07-2008 Datum publicatie 13-08-2008 Zaaknummer 60993/HA ZA 08-23 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018

RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van 25 april 2018 18-194/DB/ZWB ECLI:NL:TADRSHE:2018:65 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 18-194/DB/ZWB Beslissing van de voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort s-hertogenbosch van

Nadere informatie

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk?

Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Een dagvaarding is een inleidend processtuk. Hierin staat wat de eisende partij van de gedaagde partij verlangd. Een dagvaarding wordt doorgaans

Nadere informatie

Civiele Procespraktijk

Civiele Procespraktijk Civiele Procespraktijk Nr. 11 maart 2010 De volgende onderwerpen worden behandeld: Schorsing na faillissement en terugverwijzing naar een lagere rechter Alternatieve causaliteit Lastgeving Tussentijds

Nadere informatie

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T Rolnummer 4418 Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 301, 2, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 7 van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-03-2010 Datum publicatie 05-01-2016 Zaaknummer 200.015.254-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Heeft op 11 april 2012 het navolgende arbitrale vonnis gewezen in de zaak van: De partijen worden hierna aangeduid als het ziekenhuis en verweerder.

Heeft op 11 april 2012 het navolgende arbitrale vonnis gewezen in de zaak van: De partijen worden hierna aangeduid als het ziekenhuis en verweerder. SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 11/47 Het scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem bijgestaan door mr M. Middeldorp, griffier, Heeft op 11 april 2012 het navolgende

Nadere informatie

HC 7A, , Kort geding

HC 7A, , Kort geding HC 7A, 18-10-18, Kort geding Het kort geding is gericht op een snelle voorlopige voorziening. Een gewone bodemprocedure neemt gauw veel tijd in beslag, waardoor de schade ondertussen snel kan oplopen (bij

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,

Nadere informatie

Wat is civiel recht? 3. De deelnemers aan een civiele procedure 3. De rol van getuigen in een civiele procedure 7. Bewijsstukken 8.

Wat is civiel recht? 3. De deelnemers aan een civiele procedure 3. De rol van getuigen in een civiele procedure 7. Bewijsstukken 8. Als mensen en bedrijven een conflict krijgen dat zij zelf niet kunnen oplossen, volgt soms een rechtszaak. In deze brochure leest u hoe de behandeling van de zaak verloopt. Inhoud Wat is civiel recht?

Nadere informatie

KEI GOED.. Wat verandert er door KEI?

KEI GOED.. Wat verandert er door KEI? KEI GOED.. U heeft vast al gehoord van KEI. KEI staat voor: Kwaliteit En Innovatie Rechtspraak en heeft betrekking op het digitaal procederen. Digitaal procederen zal verplicht worden in civiele en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Hieronder leest u hoe de nieuwe procedure eruitziet en welke terminologie daarbij hoort. Daarnaast kunt u gebruikmaken van:

Hieronder leest u hoe de nieuwe procedure eruitziet en welke terminologie daarbij hoort. Daarnaast kunt u gebruikmaken van: Informatie voor advocaten die meedoen aan de pre-pilot vrijwillig digitaal procederen Civiel 1.0 De nieuwe civiele vorderingsprocedure De komende tijd gaat u ervaring opdoen met de nieuwe civiele procedure,

Nadere informatie

Procederen voor de Kantonrechter

Procederen voor de Kantonrechter Procederen voor de Kantonrechter Versie.1 november 01 Inhoudsopgave 1 Inleiding Waarom een rechtszaak Dagvaarding Betekening 5 Rolzitting 6 Conclusies 7 Bijzondere zittingen 8 Vonnis 9 Betekening en Bevel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05 ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 14-12-2007 Zaaknummer 1659/05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:526 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-02-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer 200.179.432/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Stand van zaken wetgeving. Uitgangspunten KEI wetgeving. Wat is nodig? 4 wetten en 1 AMvB: Modernisering van de rechtspraak

Stand van zaken wetgeving. Uitgangspunten KEI wetgeving. Wat is nodig? 4 wetten en 1 AMvB: Modernisering van de rechtspraak Modernisering van de rechtspraak Programma Kwaliteit en Innovatie (KEI) Prof. mr. Margreet Ahsmann Uitgangspunten KEI wetgeving Eenvoudige, uniformere basisprocedure voor zowel vorderingen als verzoeken

Nadere informatie

JA 2017/99 met annotatie van mr. L. Boersma

JA 2017/99 met annotatie van mr. L. Boersma ECLI:NL:PHR:2017:47 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 03-02-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Zaaknummer 16/01604 Formele relaties Rechtsgebieden Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2017:757, Gevolgd

Nadere informatie

Ontslagprocesrecht onder de WWZ. Willem Bouwens

Ontslagprocesrecht onder de WWZ. Willem Bouwens Ontslagprocesrecht onder de WWZ Willem Bouwens Hoofdlijnen Redelijke grond ü Art. 669 lid 1: voor opzegging is redelijke grond vereist; ü Herplaatsing binnen redelijke termijn in andere passende functie,

Nadere informatie

Webinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips. 18 december 2015 Dirk Vergunst

Webinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips. 18 december 2015 Dirk Vergunst Webinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips 18 december 2015 Dirk Vergunst 1 Artikel 45 Rechtsvordering 1. Exploten (pv van ambtshandeling) worden door een daartoe bevoegde deurwaarder gedaan (

Nadere informatie

Hoorcollege 3A Rechtsmiddelen Werkgroep 3A Rechtsmiddelen

Hoorcollege 3A Rechtsmiddelen Werkgroep 3A Rechtsmiddelen AthenaSummary Vrij Universiteit Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Bachelorjaar 2 & 3 BPI Supplement HC & WG- verslag (week 3) Inhoudsopgave Hoorcollege 3A Rechtsmiddelen Werkgroep 3A Rechtsmiddelen

Nadere informatie

Verzet. 2.1 Inleiding; wettelijke regeling; terminologie

Verzet. 2.1 Inleiding; wettelijke regeling; terminologie 2 Verzet 2.1 Inleiding; wettelijke regeling; terminologie Voor de gewone dagvaardingsprocedure geldt dat de gedaagde die niet is verschenen met als gevolg dat de rechter in een verstekvonnis beslist zonder

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-106 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 januari 2015 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 09-02-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 75196 / HA ZA 10-466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT

GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT E.I. Bouma 1 Inleiding In de praktijk komt het regelmatig voor dat de werkgever de kantonrechter verzoekt

Nadere informatie

Bundel procesrecht. Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman H U U R G E S C H I L. N L

Bundel procesrecht. Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman H U U R G E S C H I L. N L Bundel procesrecht Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman H U U R G E S C H I L. N L Bundel Procesrecht Verzameld door Mr. F.C.P. Teeuw Bewerkt door Mr. M.G. Hofman Samengesteld

Nadere informatie

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene.

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-233 d.d. 6 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mevrouw mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting Consument en Aangeslotene hebben

Nadere informatie

Lezing symposium 13 december mr. dr. F. H.J.G. Brekelmans

Lezing symposium 13 december mr. dr. F. H.J.G. Brekelmans Lezing symposium 13 december 2013 mr. dr. F. H.J.G. Brekelmans Plaats van arbitrage in ons rechtsbestel Verbetering van buitengerechtelijke procedures. Innovatieagenda MvT wetsvoorstel modernisering arbitragerecht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 OKTOBER 2013 C.12.0614.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0614.F INTERNATIONAL HOTELS WORLDWIDE Inc., vennootschap naar het recht van de Britse Maagdeneilanden, Mr. Paul Alain Foriers, advocaat

Nadere informatie

Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland

Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland 1. Welke verschillende soorten maatregelen zijn er? Bewarende maatregelen zijn maatregelen die tot doel hebben waar mogelijk zeker te stellen dat de schuldenaar

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-09-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer 2502483 CV EXPL 13-4461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-10-2016 Datum publicatie 21-10-2016 Zaaknummer 200.181.474/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Eerste afdeeling. Van de Vorderingszaken aan hooger beroep onderworpen

Eerste afdeeling. Van de Vorderingszaken aan hooger beroep onderworpen Voorstel tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep en cassatie Zevende titel. Hoger beroep in vorderingsprocedures

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7227

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7227 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7227 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 16-08-2007 Datum publicatie 06-11-2007 Zaaknummer 87248 - KG ZA 07-191 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 237 (R2054) Aanpassing van Rijkswetten in verband met de invoering van de Wet tot wijziging van het Wetboek van urgerlijke Rechtsvordering en

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 30-01-2009 Datum publicatie 30-01-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/181HR

Nadere informatie

Betreft: conceptwetsvoorstel vereenvoudiging en digitalisering procesrecht in hoger beroep en cassatie

Betreft: conceptwetsvoorstel vereenvoudiging en digitalisering procesrecht in hoger beroep en cassatie (7) ' 000 111111111111111111111111111111 (.0 1-.^1 21:a. Aan de Minister van Veiligheid en Justitie De heer mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Cr) LA) Den Haag, 27 juni 2014 Dossiernummer:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 25-09-2014 Zaaknummer 200.133.088/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:7471

ECLI:NL:RBLIM:2017:7471 ECLI:NL:RBLIM:2017:7471 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 31072017 Datum publicatie 01082017 Zaaknummer C/03/238623 / KG ZA 17393 Rechtsgebieden Burgerlijk procesrecht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2013:37. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 12/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416, Gevolgd ECLI:NL:HR:2013:37 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 28-06-2013 Datum publicatie 04-07-2013 Zaaknummer 12/00171 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:BZ5416,

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Voorstel tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep en cassatie Wij Willem-Alexander, bij de gratie

Nadere informatie

Wat is civiel recht? 3. De deelnemers aan een civiele procedure 3. De rol van getuigen in een civiele procedure 7. Bewijsstukken 8.

Wat is civiel recht? 3. De deelnemers aan een civiele procedure 3. De rol van getuigen in een civiele procedure 7. Bewijsstukken 8. Als mensen en bedrijven een conflict krijgen dat zij zelf niet kunnen oplossen, volgt soms een rechtszaak. In deze brochure leest u hoe de behandeling van de zaak verloopt. Inhoud Wat is civiel recht?

Nadere informatie

inachtneming van het bepaalde in artikel 4 voorlegt aan de geschillencommissie.

inachtneming van het bepaalde in artikel 4 voorlegt aan de geschillencommissie. Geschillenreglement VViN Artikel 1 - Definities In dit reglement gelden de volgende definities: 1. Eiser: de partij die een verzoek tot beslechting als bedoeld in lid 7 van dit artikel met inachtneming

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-262 d.d. 17 september 2012 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. drs. D.J. Olthoff,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Voorstel tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep en cassatie MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

Nadere informatie