Opvattingen en meningen over het Nederlandse platteland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Opvattingen en meningen over het Nederlandse platteland"

Transcriptie

1 nipo het marktonderzoekinstituut Postbus ae Amsterdam Grote Bickersstraat 74 Telefoon (020) Fax (020) Internet Rapport Opvattingen en meningen over het Nederlandse platteland Remco Frerichs / Jacqueline de Wijs A8555 december 2001 Bestemd voor: InnovatieNetwerk voor Groene Ruimte en Agrocluster, Den Haag Expertisecentrum van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Ede Alle in dit document vermelde gegevens zijn strikt vertrouwelijk. Publicatie en inzage aan derden, geheel of gedeeltelijk, is zonder toestemming van het nipo beslist niet toegestaan. nipo Amsterdam iso 9001_rapned.dot

2 Inhoud Inleiding 1 1 De Nederlander associeert platteland en landbouw nauwelijks met MKZ-crisis Bij de term platteland wordt veel aan boerderij gedacht Landbouwproductie roept associatie met akkerbouw op 2 2 Nederlander conservatief ten aanzien van platteland 3 3 Trots, maar onwetend Nederlander is trots op landbouw Nederlandse rol landbouwproductie onderschat Het aantal varkens in Nederland wordt te hoog geschat, het aantal kippen te laag 7 4 Dierenwelzijn, vlees, voedselveiligheid en keurmerken Eén op vier Nederlanders eet nu minder vlees Meerderheid bereid extra te betalen indien dierenwelzijn is gegarandeerd Vlees gezien als minst veilige voedsel Bijna 10% extra betalen voor aantal garanties Modificatie belangrijkste garantie op etiket 13 5 Platteland walhalla voor wandelaars en fietsers Ouderen wandelen iets intensiever Fietsers iets fanatieker dan wandelaars 15 6 Rust en ruimte belangrijkste functies van het platteland 17 7 Nederlander leeft vooral in verstedelijkt gebied 18 8 Nederlander loopt warm voor natuurlandschap Natuurlandschap best gewaardeerd Natuurlijkheid en indrukken bepalen waardering 21 9 De belangrijkste bevindingen 23 A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december 2001

3 Bijlagen 1 Onderzoeksverantwoording 2 Beschrijving sociale klassen 3 Vragenlijst 4 Antwoorden op de open vragen 5 Tabellen Inhoud figuren en tabellen 1 Percentage van personen die met de stelling (helemaal of grotendeels) eens zijn 3 2 Nederland is echt Nederland als er koeien in de wei aan het grazen zijn naar leeftijd (n=362) 4 3 Ik ben trots op de Nederlandse landbouw (naar woonomgeving) 5 4 Voor welke markt moet de Nederlandse landbouw naar uw mening met name produceren? (n=362) 6 5 Welke van onderstaande uitspraken is NU wat u betreft het meest van toepassing? (naar leeftijd) 9 6 Ik ben bereid 15% extra te betalen voor voedsel waarbij gegarandeerd is dat er gelet is op het welzijn van de dieren (n=362) 10 7 Hoe veilig vindt u... voor de volksgezondheid (gelet op de manier waarop het geproduceerd wordt) 11 8 Wie is volgens u het meest verantwoordelijk voor de veiligheid van voedsel? (n=362) 12 9 Welke extra informatie zou u op een etiket van bijvoorbeeld een pakje koekjes op willen nemen? (n=362) Welke activiteiten verricht u wel eens op het Nederlandse platteland? (n=362) De wandelaars (n=249) versus de fietsers (n=261) De Nederlander noemt als belangrijkste functie van het platteland in de eerste plaats ruimte of rust (n=362) Hoe zou u de omgeving van uw woonplaats omschrijven? (n=362) Rapportcijfer landschapsvormen (n=362) Wat bepaalt voor u de aantrekkelijkheid van het landschap? (n=362) Steekproefopbouw ongewogen en herwogen 17 Meer voordelen van NIPO CAPI@HOME A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december 2001

4 Inleiding In week van juni 2001 heeft het NIPO een onderzoek uitgevoerd onder 362 respondenten van 18 jaar en ouder over de Beleving van het Platteland. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het InnovatieNetwerk voor Groene Ruimte en Agrocluster, als onderdeel van het thema Sociaal-culturele dimensie van voeding en groene ruimte. Het Expertisecentrum LNV heeft brede ondersteuning verleend bij dit onderzoek, dat heeft plaatsgevonden in NIPO Voor een omschrijving van zij verwezen naar de bijlagen van dit rapport. Het platteland heeft in het jaar 2001 door de crisis in de vleessector volop in de belangstelling gestaan. Deze crisis heeft een discussie teweeggebracht binnen verschillende organisaties in de landbouwsector. De vraag rees wat de beleving van de gemiddelde Nederlander van het platteland is. Dit is de reden dat het Expertisecentrum het NIPO heeft gevraagd onderhavig onderzoek uit te voeren. A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

5 1 De Nederlander associeert platteland en landbouw nauwelijks met MKZ-crisis. Om uit te vinden waar de Nederlander het platteland en de landbouw mee associeert is gevraagd aan welke termen men denkt bij het horen van het platteland en de landbouw. 1.1 Bij de term platteland wordt veel aan boerderij gedacht Nederlanders boven de achttien jaar noemen bij de vraag waar men aan denkt bij het platteland een reeks termen die vaak betrekking hebben op zichtbare dingen. Sommigen noemen de boerderij, verder worden ook veel genoemd: boer, koeien, wei, landbouw en tuinbouw. Daarnaast noemt men, zij het in mindere mate, ook niet direct met de boerderij verwante termen, zoals: natuur, recreatie, ruimte en rust. Er wordt door slechts enkele Nederlanders naar de MKZ-crisis verwezen. Circa één op de vijftig respondenten (2%) noemt MKZ, BSE of varkenspest. De associatie met MKZ wordt door slechts één respondent als eerste genoemd (top of mind). 1.2 Landbouwproductie roept associatie met akkerbouw op Bij de landbouwproductie denken Nederlanders veel aan akkerbouwproducten, zoals aardappelen, maïs, graan en tarwe. Daarnaast zijn melk, koeien en groente redelijk veel genoemde termen. Associaties met intensieve veehouderij of glastuinbouw worden spaarzaam vermeld. Opvallend is dat de belangrijkste economische poot van de landbouw, de glastuinbouw, geen enkele keer als eerste wordt genoemd. Ook hier wordt slechts door een enkeling gerefereerd aan de MKZcrisis. A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

6 2 Nederlander conservatief ten aanzien van platteland Er is door middel van vijf stellingen gevraagd een oordeel te geven over diverse aspecten van het Nederlandse platteland. Zoals onderstaande tabel laat zien, zijn over de stelling Zalm hoort uit de zee te komen... de meningen verdeeld. Over de overige stellingen is men aardig met elkaar eens. De overgrote meerderheid (89%) vindt dat koeien in het landschap van Nederland horen. De meesten vinden het echter geen goed plan om kippen- en varkenshouderijen op een industrieterrein te plaatsen (88% is het daarmee oneens). Ook is men niet echt eens met het plan als lege ruimtes op het platteland worden gebruikt voor extra woningbouw. Bijna driekwart (71%) is het er (helemaal) mee eens indien boeren geld krijgen van de overheid voor het beheer van natuur en landschap op hun bedrijf. Uit de stellingen blijkt dat de Nederlander een redelijk conservatief beeld heeft van het Nederlandse platteland. 1 Percentage van personen die met de stelling (helemaal of grotendeels) eens zijn n = 362 % 1 Nederland is echt Nederland als er koeien in de wei aan het grazen zijn De overheid moet de boeren geld geven voor het beheer van natuur en landschap op hun 71 bedrijf. 3 Zalm hoort uit de zee en rivieren te komen en niet van de zalmkwekerij Er is genoeg ruimte op het platteland voor extra woningbouw Het zou goed zijn als kippen- en varkenshouderijen net als bedrijven op een industrieterrein worden geplaatst. 10 A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

7 Opvallend is dat de leeftijdsgroep tussen 35 en 55 jaar vaak een iets meer uitgesproken mening heeft over de stelling. Dit is het meest duidelijk te zien aan de stelling: Nederland is echt Nederland als er koeien in de wei aan het grazen zijn. Figuur 2 laat zien dat driekwart (76%) van de 35 tot 55-jaren met deze stelling helemaal mee eens is. Van de groep van 18 tot 34-jarigen is slechts de helft (52%) helemaal eens met de stelling. Echter, indien er gekeken wordt naar de som van de percentages grotendeels mee eens en helemaal mee eens, dan zijn de verschillen zeer gering. De verschillen die in de grafiek getoond worden zijn indicatief, maar niet significant. 2 Nederland is echt Nederland als er koeien in de wei aan het grazen zijn naar leeftijd (n=362) % Helemaal mee oneens Grotendeels mee oneens Grotendeels mee eens Helemaal mee eens Weet niet jaar jaar 55 jaar en ouder Bron: NIPO, 2001 A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

8 3 Trots, maar onwetend Naast beleving van het platteland zijn ook een aantal vragen gesteld over de kennis van en het oordeel over het Nederlandse platteland. 3.1 Nederlander is trots op landbouw De helft (51%) van de ondervraagden is het grotendeels eens met de stelling Ik ben trots op de Nederlandse landbouw. Een kwart (26%) is het helemaal eens met deze stelling. Logischerwijs zijn relatief veel dorpsbewoners, alsmede personen die het afgelopen jaar een boerenbedrijf hebben bezocht, het met deze stelling eens. Beide groepen overlappen elkaar overigens voor een groot deel. 3 Ik ben trots op de Nederlandse landbouw (naar woonomgeving) % Helemaal mee oneens Grotendeels mee oneens Grotendeels mee eens Helemaal mee eens Weet niet Wonend in stad (n=202) Wonend in dorp / platteland (n=160) Bron: NIPO, 2001 A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

9 3.2 Nederlandse rol landbouwproductie onderschat De trots van de Nederlander op de Nederlandse landbouw is veelal niet gebaseerd op de productieomvang ervan. Gevraagd naar de positie van de Nederlandse landbouw ten opzichte van andere landen blijkt slechts 3% het goed weet te schatten: de derde plaats (feiten en cijfers 2000, Min. van LNV). De meesten schatten Nederland wat dit betreft een stuk lager in. Gemiddeld denkt men dat Nederland qua landbouwproductie in de wereld op de 115e plaats staat. Eén op de vier Nederlanders (25%) is van mening dat Nederland wat betreft landbouwproductie op wereldniveau in de top-tien staat. Een nagenoeg even grote groep (26%) schat Nederland niet hoger in dan de 200ste plaats. De Nederlandse landbouw exporteert veel van haar producten. Toch vindt een derde van de bevolking boven 18 jaar (34%) dat de Nederlandse landbouw met name voor de Nederlandse markt moet produceren. De helft is van mening dat zij voor de Europese markt moet produceren. 4 Voor welke markt moet de Nederlandse landbouw naar uw mening met name produceren? (n=362) Voor welke markt moet de Nederlandse landbouw produceren? (in percentages) De afzet van de Nederlandse agrarische productie (in miljarden guldens, tussen haakjes: percentage) Nederlandse markt 34% 28,96 (25%) Europese markt 50% 68,70 (59%) Wereldmarkt 13% 18,20 (16%) Weet niet 4% Totaal 100% 115,86 (100%) Bron: NIPO / Ministerie van LNV, 2001 In bovenstaande grafiek zijn de onderzoeksresultaten afgezet tegen de afzet van de Nederlandse agrarische productie. Wat betreft de Nederlanders zou men verhoudingsgewijs iets meer voor de eigen markt moeten produceren en wat minder voor de Europese en mondiale markt. A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

10 3.3 Het aantal varkens in Nederland wordt te hoog geschat, het aantal kippen te laag Nederland heeft in totaal ongeveer 13 miljoen varkens en 104 miljoen kippen. Het aantal varkens wordt ruim vijf keer te hoog geschat, namelijk gemiddeld op 70 miljoen varkens. Ongeveer drie op de tien (29%) denken dat het varkensaantal tussen de 10 en 20 miljoen ligt. Een mogelijke verklaring van de overschatting is de overvloedige media-aandacht voor de varkenspest, die vier jaar geleden onder de varkens heerste. Eén op de vijftig Nederlanders (2%) denkt dat ons land (meer dan) 500 miljoen varkens telt; ruim één op de vijf (22%) schat het aantal varkens op (meer dan) 100 miljoen. Het aantal kippen wordt daarentegen te laag geschat. Men denkt gemiddeld dat er ongeveer 42 miljoen kippen zijn in Nederland. Zelfs de Nederlanders, die in een dorp of op het platteland wonen, slagen er in de verste verte niet in het aantal kippen en varkens in Nederland juist te schatten. A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

11 4 Dierenwelzijn, vlees, voedselveiligheid en keurmerken Door de diverse crises (BSE, MKZ, varkenspest) in de vleessector die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden, is de vraag ontstaan of men minder vlees is gaan eten en hoe men denkt over het dierenwelzijn. Het vermoeden bestaat dat deze crises invloed hebben gehad op de mening over voedselveiligheid. Er is een aantal vragen gesteld om te achterhalen hoe de consument hier tegenover staat. Deze betreffen vooral de veiligheid van vlees. Verder ontkomt de landbouw ook niet aan de globalisering en wordt voedsel steeds vaker genetisch gemodificeerd. Ook over deze zaken zijn enkele vragen gesteld. 4.1 Eén op vier Nederlanders eet nu minder vlees Van de ondervraagden geeft slechts 1% aan dat zij twee jaar geleden vegetariër waren, dus geen vlees aten. Het betreft hier maar vier geïnterviewden, die vooral aangaven in verband met dierenwelzijn geen vlees te eten. Allen zijn overigens nog altijd vegetariër. Ongeveer een kwart (24%) van de Nederlanders die twee jaar geleden wel vlees aten, eten nu minder vlees, maar niemand is de afgelopen twee jaar vegetariër geworden. De meest genoemde redenen waarom men minder vlees is gaan eten, zijn: 1. ziekten dieren in het algemeen (21%); 2. voor de eigen gezondheid (19%); 3. minder trek in vlees (18%). Ook de MKZ-crisis werd vrij veel als reden genoemd, namelijk door 14% van de bevolking. Andere redenen, die door meer dan 10% van de ondervraagden zijn genoemd, zijn: de (verminderde) kwaliteit van het vlees (12%), vanwege het welzijn van de dieren (11%) en de hoge prijs van het vlees (11%). Meest genoemde reden onder oudere Nederlanders is het feit dat men minder trek heeft in vlees (23%), gevolgd door de eigen gezondheid (20%). De ziekten van de dieren worden door hen beduidend minder vaak genoemd (16%). A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

12 Vooral in de leeftijdsgroep van 55 jaar en ouder (55%) is men minder vlees gaan eten. In de leeftijdsgroep van 35 tot 54 jaar zijn relatief weinig personen (15%) minder vlees gaan eten. 5 Welke van onderstaande uitspraken is NU wat u betreft het meest van toepassing? (naar leeftijd) % Ik eet nu minder vlees Ik eet nu evenveel vlees Ik eet nu meer vlees jaar (n=105) jaar (n=127) 55 jaar en ouder (n=124) Bron: NIPO, 2001 A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

13 4.2 Meerderheid bereid extra te betalen indien dierenwelzijn is gegarandeerd Er is gevraagd waar men aan denkt bij de term dierenwelzijn. Uit de antwoorden blijkt dat de Nederlander zich over het algemeen bezorgd maakt over het welzijn van de dieren. De meesten verwerkten meer ruimte in hun antwoord. Ook kwamen goede verzorging en goede leefomstandigheden veel aan de orde. Twee op de drie (67%) zeggen bereid te zijn 15% extra te betalen voor voedsel met de garantie dat er gelet is op het welzijn van de dieren. Opvallend is dat relatief meer mannen helemaal niet bereid meer te gaan betalen (zie figuur 6). 6 Ik ben bereid 15% extra te betalen voor voedsel waarbij gegarandeerd is dat er gelet is op het welzijn van de dieren (n=362) % Helemaal mee oneens Grotendeels mee oneens Grotendeels mee eens Helemaal mee eens Weet niet Man Vrouw Bron: NIPO, 2001 Vooruitlopend op paragraaf 4.4 kan hier gesteld worden dat men bereid lijkt meer te betalen als het welzijn van de dieren gegarandeerd wordt, dan wanneer men de garantie heeft dat de producten biologisch zijn geproduceerd, een bijdrage leveren aan het in stand houden van een mooi landschap en niet genetisch gemodificeerd zijn. A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

14 4.3 Vlees gezien als minst veilige voedsel De meeste voedselproducten worden door ruim negen van de tien Nederlanders als (zeer of tamelijk) veilig voor de volksgezondheid beschouwd. Vlees, vis en eieren worden als minst veilig beschouwd. Vlees spant hier overigens de kroon: wellicht spelen dezelfde motieven een rol, die eerder in paragraaf 4.1 aan de orde zijn gekomen. Het noorden van het land is het meest positief over vlees. In de grote steden en het Westen is het vertrouwen in de veiligheid van het vlees beduidend minder groot. In het Noorden vinden ongeveer negen op de tien dat vlees (tamelijk tot zeer) veilig is voor de volksgezondheid. 7 Hoe veilig vindt u... voor de volksgezondheid (gelet op de manier waarop het geproduceerd wordt) Zeer /tamelijk Veilig % Drie Grote % Rest West % Noord % Oost % Zuid % Totaal Steden (n=61) (n=107) (n=55) (n=57) (n=81) (n=362) Brood Melk Groente Fruit Eieren Vis Vlees Mannen vinden bovenstaande producten over het algemeen minder veilig voor de volksgezondheid dan vrouwen. Ouderen zetten over het algemeen eveneens wat meer vraagtekens bij de veiligheid van het voedsel. De sociale klasse van de Nederlanders blijkt ook een rol te spelen: hoe hoger de sociale klasse (voor een beschrijving zij verwezen naar de bijlagen van dit rapport), des te vaker men de diverse producten onveilig acht voor de volksgezondheid. A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

15 Volgens ongeveer de helft van de Nederlanders (46%) is de overheid verantwoordelijk voor de veiligheid van voedsel. Een kwart (24%) vindt dat de boeren verantwoording dragen voor de voedselveiligheid. 8 Wie is volgens u het meest verantwoordelijk voor de veiligheid van voedsel? (n=362) 6% 6% 24% 11% 7% De boeren De overheid De detailhandel Ik zelf Anders Weet niet 46% Bron: NIPO, Bijna 10% extra betalen voor aantal garanties Om bepaalde aspecten van voedingsmiddelen te garanderen is een aantal keurmerken ontwikkeld. Eén van deze keurmerken geeft aan of een product biologisch geproduceerd is (geen gebruik bestrijdingsmiddelen en kunstmest, dieren worden zoveel mogelijk in hun waarde gelaten). Tweederde (66%) van de Nederlanders geeft aan soms biologische producten te kopen en 15% geeft aan deze producten dikwijls te kopen. Ongeveer 15% geeft aan nooit biologische producten te kopen. Men is gemiddeld van plan 8,8% extra te betalen indien er gegarandeerd wordt dat het product biologisch geproduceerd is. Voor de garantie dat het product niet genetisch gemodificeerd is en de garantie dat het product een bijdrage levert aan het in stand houden van een mooi landschap heeft men iets minder geld over, alhoewel de verschillen gering zijn: respectievelijk 8,0% en 8,3% extra. Alle hier genoemde percentages zijn waarschijnlijk overschattingen. Uit ervaring is het NIPO A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

16 gebleken dat het verschil tussen voornemen en doen in de praktijk groot is. Producenten van biologisch voedsel dienen zich dus niet bij voorbaat rijk te rekenen. 4.5 Modificatie belangrijkste garantie op etiket Garanties kunnen op het label van een product komen te staan. Er is gevraagd aan de respondenten welke extra informatie zij op een pakje koekjes zouden willen opnemen. 9 Welke extra informatie zou u op een etiket van bijvoorbeeld een pakje koekjes op willen nemen? (n=362) Of het product genetisch gemodificieerd is 42 Of er bestijdingsmiddelen gebruikt zijn 31 De streek waar de koekjes geproduceerd zijn 5 Andere informatie 1 Geen extra informatie 13 Weet niet % Bron: NIPO, 2001 Hoewel slechts 5% van de Nederlanders boven achttien jaar als extra informatie de streek op het etiket wil, vindt 77% het (zeer of tamelijk) belangrijk dat het land van herkomst van een product vermeld staat. A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

17 5 Platteland walhalla voor wandelaars en fietsers Boerenwinkels vormen een belangrijke schakel tussen platteland en burgers; 31% heeft het afgelopen jaar een boerenwinkel bezocht. Verder is bijna de helft van de Nederlanders (48%) is het afgelopen jaar wel eens op een boerenbedrijf in het algemeen geweest. De meesten van hen kwamen bij die gelegenheid bij familie of kennissen (51%, dat is 26% van het totaal). Nederlanders die een boerenbedrijf hebben bezocht, vinden we met name in het Zuiden (62%), Oosten (69%) en Noorden (55%). In de drie grote steden, alsmede het Westen, liggen deze percentages lager (resp. 38% en 34%). Fietsen en wandelen blijken voor de respondenten de meest populaire activiteiten, die op het platteland worden ondernomen. Bijna driekwart van de respondenten (resp. 72% en 69%) geeft aan wel eens te fietsen en te wandelen. Bijna drie op de tien respondenten (29%) geven aan wel eens op het platteland te kamperen. Dit blijken met name Nederlanders van middelbare leeftijd (35 tot 55 jaar) te zijn. Eén op de tien (10%) respondenten vaart er wel eens. 10 Welke activiteiten verricht u wel eens op het Nederlandse platteland? (n=362) fietsen 72% wandelen 69% kamperen 29% varen 10% anders 11% geen 9% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Bron: NIPO, 2001 A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

18 5.1 Ouderen wandelen iets intensiever Bijna twee op de vijf wandelaars (39%) wandelen ongeveer één keer per week of vaker op het platteland. Circa één op de drie (31%) heeft de laatste keer ongeveer een uurtje op het platteland gewandeld. De gemiddelde lengte van de wandeling bedraagt bijna 2 uur. Men begon de wandeling op het platteland gemiddeld bijna 25 kilometer van huis. Eén op de tien wandelaars geeft aan de wandeling gestart te zijn vanuit de eigen woning (0 kilometer). Over de wandelpaden is men in grote meerderheid tevreden: ongeveer zeven op de tien wandelaars (69%) noemen de hoeveelheid wandelpaden voldoende of ruim voldoende. In alle leeftijdcategorieën wordt fanatiek op het platteland gewandeld, zij het dat de ouderen iets intensiever wandelen. Van de 55-plussers geeft de helft (50%) aan ongeveer één keer per week of vaker op het platteland te wandelen. Ze doen dat bovendien gemiddeld wat langer dan jongeren: zo n 2,5 uur. Daar staat tegenover dat zij het startpunt van de wandeling dichter bij huis zoeken: de ouderen starten hun wandeling gemiddeld ongeveer 17 kilometer van huis. 5.2 Fietsers iets fanatieker dan wandelaars We hebben al gezien dat fietsen op het platteland een iets populairdere bezigheid is dan wandelen (72% vs. 69%). De fietsers blijken bovendien iets fanatieker dan de wandelaars: 43% geeft aan ongeveer één keer per week of vaker op het platteland te fietsen. Men doet dat gemiddeld iets meer dan 2 uur (29% van de respondenten geeft aan dat de laatste fietstocht op het platteland ongeveer 2 uur duurde). Het beginpunt van de fietstocht is gemiddeld wat dichterbij huis dan het beginpunt van een wandeling, namelijk ruim 20 kilometer van huis. Net als over de wandelpaden is men ook over de fietspaden bijzonder te spreken, want ook hier vindt 69% de hoeveelheid fietspaden (ruim) voldoende. Het zijn voornamelijk Nederlanders van middelbare leeftijd die graag de fiets pakken (81%). Dat neemt niet weg dat het juist de oudere Nederlanders zijn die vaak fietsen (64% ongeveer één keer per week of vaker). Desondanks blijken de ouderen wat minder vaak tevreden over de hoeveelheid fietspaden op het platteland: 58% beoordeelt dit als (ruim) voldoende. Bij de genoemde percentages moet in gedachten worden gehouden dat niet alle wandelaars en fietsers dit uit recreatieve overwegingen doen. Sommigen doen dat wellicht vanwege het feit dat men op het platteland woont en men voor bijvoorbeeld de dagelijkse boodschappen is aangewezen op de fiets. A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

19 11 De wandelaars (n=249) versus de fietsers (n=261) Totaal jaar jaar 55 jaar en ouder Welke activiteit onderneemt men wel eens op het platteland? Fietsen 72% 72% 81% 60% Wandelen 69% 67% 70% 69% Ongeveer één keer per week of vaker fietsen of wandelen Fietsen 43% 28% 49% 64% Wandelen 39% 27% 39% 50% Gemiddelde lengte fietstocht of wandeling in uren Fietsen 2,2 1,8 2,4 2,3 Wandelen 1,9 1,5 1,8 2,4 Gemiddelde afstand startpunt fietstocht of wandeling in kilometers Fietsen 20,7 35,5 14,3 13,2 Wandelen 24,8 38,6 20,0 16,7 Tevredenheid over fiets- en wandelpaden op het platteland Fietsen 69% 72% 74% 58% Wandelen 69% 75% 65% 73% We hebben reeds geconstateerd dat men tevreden is over de hoeveelheid fiets- en wandelpaden in Nederland. Degenen die ontevreden zijn over het aantal fietspaden in Nederland treffen we vooral aan in het Westen van het land (excl. drie grote steden) en in het Zuiden (resp. 40% en 39%). In het Noorden is slechts iets meer dan één op de tien respondenten ontevreden (13%). Ook over de wandelpaden is men in het Westen het meest ontevreden (40%), terwijl men hierover in het Oosten des lands het best te spreken is (21% is ontevreden). A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

20 6 Rust en ruimte belangrijkste functies van het platteland De respondenten is een zestal functies van het Nederlandse platteland voorgelegd en hen is vervolgens gevraagd welke functies zij het belangrijkst vinden. Als de categorieën ruimte en rust samen genomen worden vormen zij de belangrijkste functie van het platteland voor de Nederlander. Op de tweede plaats wordt de voedselproductie genoemd. Naar leeftijd van de respondent doen zich nauwelijks verschillen voor. Het geslacht speelt wel een rol: vrouwen noemen de ruimte beduidend vaker dan mannen (72% vs. 57%). 12 De Nederlander noemt als belangrijkste functie van het platteland in de eerste plaats ruimte of rust (n=362) rust/ruimte 47% voedselproductie 37% recreatie 5% werkgelegenheid inkomsten voor Nederland 5% 4% weet niet 1% 0% 10% 20% 30% 40% 50% % Bron: NIPO, 2001 A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

21 7 Nederlander leeft vooral in verstedelijkt gebied Meer dan de helft van de ondervraagden (52%) geeft aan in een stad te wonen, terwijl 41% te kennen geeft in een dorp te leven. Slechts 6% van de ondervraagden is woonachtig op het platteland. Het zijn met name de Nederlanders in het Zuiden van het land die zeggen in een dorp te wonen (55%). Stedelingen treft men logischerwijs vooral aan in de drie grote steden en hun agglomeraties (87%) en in het Westen des lands (51%). Ondanks het feit dat meer dan de helft aangeeft in een stad te wonen, omschrijft slechts 32% de omgeving van de woonplaats als verstedelijkt gebied. Een kwart van de Nederlanders omschrijft de woonomgeving als open gebieden met weilanden en sloten. Nog eens 21% zegt te leven in een gebied met verspreide dorpsbebouwing. Dat het niet voor alle respondenten even gemakkelijk is de eigen woonomgeving van de meest passende omschrijving te voorzien, blijkt uit het feit dat men gemiddeld bijna twee van de twaalf omschrijvingen op de eigen woonomgeving van toepassing vindt. 13 Hoe zou u de omgeving van uw woonplaats omschrijven? (n=362) verstedelijkt gebied 32% open gebieden met weilanden en sloten 25% gebied met verspreide dorpsbebouwing 21% natuurlandschap 19% ingepolderd land kleinschalig agrarisch landschap 16% 17% waterlandschap landschap met intensief grondgebruik open akkerbouwgebieden 12% 12% 13% modern agrarisch landschap rivierlandschap 9% 9% landgoedlandschap 3% weet niet 2% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% Bron: NIPO, 2001 A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

22 Het zijn met name de bewoners in het Noorden van Nederland die de eigen woonomgeving de kwalificatie open gebieden met weilanden en sloten (45%) meegeven. Dit geldt ook voor de in het Westen (excl. de drie grote steden en hun agglomeraties) wonende Nederlanders (34%). Bewoners in het Zuiden des lands zeggen vooral te wonen in een gebied met verspreide dorpsbebouwing. Opvallend is dat één op de drie inwoners van de grote steden (33%) aangeeft niet in verstedelijkt gebied te wonen. Verder valt op dat ook 23% van de inwoners uit het Oosten de woonomgeving als verstedelijkt gebied omschrijft. Omdat de hier genoemde percentages in een aantal gevallen betrekking hebben op een kleine groep respondenten dienen zij met enige voorzichtigheid betracht te worden. A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

23 8 Nederlander loopt warm voor natuurlandschap 8.1 Natuurlandschap best gewaardeerd De in het vorige hoofdstuk genoemde landschapsvormen komen in het nu volgende weer terug. De Nederlanders is gevraagd iedere landschapsvorm door middel van een rapportcijfer te waarderen. De gemiddelde rapportcijfers, alsmede het percentage van de respondenten dat de landschapsvorm een bepaald rapportcijfer geeft, zijn in onderstaande tabel opgenomen: 14 Rapportcijfer landschapsvormen (n=362) Gemiddeld rapportcijfer Cijfer 1-5 Cijfer 6 7 Cijfer 8-10 % % % Natuurlandschap Waterlandschap Rivierlandschap Kleinschalig agrarisch landschap Open gebieden met weilanden en sloten Landgoedlandschap Gebied met verspreide dorpsbebouwing Open akkerbouwgebieden Ingepolderd land Modern agrarisch landschap Landschap met intensief grondgebruik Verstedelijkt gebied Uit bovenstaande tabel blijkt dat het natuurlandschap (gedefinieerd als bijvoorbeeld bos, wilde begroeiing en heide ) door de Nederlanders met het hoogste rapportcijfer wordt gewaardeerd: deze landschapsvorm krijgt gemiddeld een 8,4. Bovendien geeft 84% van de Nederlanders het natuurlandschap het rapportcijfer 8, 9 of 10. Het wateren rivierlandschap scoren een tweede en derde plaats met respectievelijk een 8,0 en 7,7 als rapportcijfer. Het verstedelijkt gebied kan de Nederlanders niet of nauwelijks bekoren, gezien het lage cijfer (4,5). Meer dan twee op de drie Nederlanders (68%) geven het verstedelijkt gebied een (dikke) onvoldoende. Zelfs de Nederlanders die in de grote steden woonachtig zijn, krijgen de handen voor het verstedelijkt gebied niet op elkaar (4,7). In veel gevallen geldt dat de oudere respondenten de verschillende landschapstypen met een hoger rapportcijfer A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

24 waarderen dan de jongere respondenten. Grootste uitzondering vormt het verstedelijkt gebied dat juist onder jongeren relatief meer waardering oogst, zij het met een ruime onvoldoende. Vrouwen geven de landschapsvormen in het algemeen iets hogere waarderingscijfers dan mannen. 8.2 Natuurlijkheid en indrukken bepalen waardering In de vorige paragraaf is ingegaan op de waardering voor diverse landschapsvormen. Maar waar baseert men de waardering op? Welke overwegingen spelen hierbij een rol? Drie op de vijf Nederlanders laten zich bij de waardering voor een bepaald landschapstype leiden door de natuurlijkheid van het landschap en de indrukken die je er kunt opdoen, aan kleuren, geuren en geluiden (beide 59%). Andere factoren die voor een meerderheid een rol spelen bij de waardering voor een bepaald landschapstype zijn de afwisseling van het landschap (54%) en het wisselende karakter in de seizoenen (51%). 15 Wat bepaalt voor u de aantrekkelijkheid van het landschap? (n=362) de natuurlijkheid van het landschap de indrukken die je er kunt opdoen 59% 59% afwisseling van het landschap het wisselende karakter in de seizoenen historisch karakter 48% 51% 54% ruimtelijkheid 44% eenheid van het landschap het beheer van het landschap 25% 28% eigen gebruiksmogelijkheden het gebruik 15% 17% weet niet 1% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Bron: NIPO, 2001 A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

25 De respondenten noemen gemiddeld vier van de tien factoren om hun waardering voor het landschap onder woorden te brengen. Opvallend genoeg noemen Nederlanders uit het Noorden de natuurlijkheid van het landschap en de afwisseling van het landschap significant vaker als bepalende factor voor de aantrekkelijkheid van het landschap (resp. 79% en 69%). Mannen vinden vooral de afwisseling van het landschap belangrijk (60%), terwijl ouderen de natuurlijkheid van het landschap en de afwisseling van het landschap (resp. 69% en 63%) noemen. A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

26 9 De belangrijkste bevindingen Drie op de vier Nederlanders zijn trots op de Nederlandse landbouw. De trots blijkt echter niet gebaseerd op kennis van de Nederlandse landbouwproductie. Hoewel de Nederlandse landbouw (inclusief intensieve productiesystemen) wereldwijd de op twee na belangrijkste voedselproducent is, schat men de Nederlandse landbouw gemiddeld in op een 115de plaats. Eén op de vier Nederlanders is van mening dat Nederland wat betreft landbouwproductie op wereldniveau in de top-tien staat. De overheid wordt door de Nederlanders het meest verantwoordelijk geacht voor de veiligheid van het geproduceerde voedsel. Rust ruimte en recreatie van het platteland worden belangrijker gevonden dan voedsel en werkgelegenheid. De aantrekkelijkheid van een landschap wordt vooral bepaald door de natuurlijkheid ervan en de indrukken die je eruit kunt opdoen, alsmede de afwisselingen erin. Het blijkt voor de Nederlanders niet alleen moeilijk om de Nederlandse rol met betrekking tot de landbouwproductie juist in te schatten, ook een schatting van het aantal kippen en varkens op Nederlandse bodem blijkt een lastige opgave. Het aantal varkens wordt ruimschoots overschat, het aantal kippen onderschat. Wanneer de Nederlanders gevraagd wordt vrijelijk te associëren met begrippen als platteland en landbouwproductie denkt men veel aan respectievelijk (allerlei zichtbare dingen met betrekking tot) de boerderij en aan akkerbouwproducten. De crisis in de vleessector (MKZ, BSE en varkenspest) lijkt hoe recent ook voor de Nederlanders nauwelijks een rol te spelen in hun beleving van het platteland. Het feit dat tijdens de recente MKZ-crisis de koe tijdelijk uit de wei verdween, heeft veel Nederlanders kennelijk aangegrepen: bijna negen op de tien geven aan dat Nederland echt Nederland is als er koeien in de wei aan het grazen zijn. Associaties met betrekking tot dierenwelzijn wijzen vooral in de richting van enige bezorgdheid over het welzijn van dieren. Een meerderheid van de Nederlanders zegt bereid te zijn 15% extra voor bepaalde producten te willen betalen als gegarandeerd kan worden dat het dierenwelzijn bij de productie streng in acht is genomen. Twee op de vijf Nederlanders willen informatie over de eventuele genetische modificatie van bepaalde producten op het etiket zien. Het natuurlandschap (bijvoorbeeld bos, wilde begroeiing en heide) wordt door de Nederlanders bijzonder gewaardeerd, meer nog dan de andere landschapstypen waarin de mensenhand een prominentere rol in heeft gespeeld. Het stadslandschap kan dan ook de Nederlander nauwelijks bekoren. Het platteland wordt door veel landgenoten gebruikt om te recreëren. Fietsen en wandelen zijn de voornaamste activiteiten. Over de hoeveelheid fiets- en wandelpaden is men in ruime meerderheid tevreden. A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december

27 Bijlagen A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december 2001

28 Bijlage 1 Onderzoeksverantwoording A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december 2001

29 Steekproef In de week 29 van 2001 hebben 362 Nederlanders van 18 jaar en ouder, deelgenomen aan dit onderzoek. In onderstaande figuur staat vermeld hoe de steekproef is opgebouwd 16 Steekproefopbouw ongewogen en herwogen Geslacht Man Vrouw Leeftijd jaar jaar 55 jaar en ouder Sociale klasse A Bb Bo C-D Regio Drie grote steden Rest westen Noorden Oosten Zuiden ongewogen % herwogen % Methode Het onderzoek is gehouden via de methode NIPO CAPI@HOME. Dit is een unieke database van huishoudens (> individuen), die via hun eigen pc meewerken aan allerlei vormen van onderzoek. Vragenlijsten over de meest uiteenlopende onderwerpen worden via modem of internet naar de respondenten of een geselecteerde groep van respondenten verstuurd. De vragen worden met behulp van NIPO software doorlopen en teruggestuurd naar de centrale computer bij het NIPO. Vervolgens worden de gegevens verwerkt en geanalyseerd. A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december 2001

30 Van de huishoudens die deelnemen aan NIPO zijn bij het NIPO al zeer veel gegevens verzameld. Naast standaard achtergrondkenmerken als leeftijd en opleiding, weten wij inmiddels veel over het gebruik van producten, diensten en merken, het leesgedrag en de vrije tijdsbesteding van de respondenten. Als onderzoeksinstrument biedt het alle voordelen van het traditionele CAPI (Computer-Assisted Personal Interviewing) onderzoek, zoals optimale steekproeftrekking, foutloze routing in de vragenlijst en directe data output. Daaraan kunnen onderstaande voordelen van computergestuurd (database) onderzoek worden toegevoegd. 17 Meer voordelen van NIPO Zeer eenvoudig bereik van specifieke doelgroep; Vervolgmetingen mogelijk: men kan bij vervolgmetingen bij dezelfde personen terecht; Kwalitatief betere antwoorden en een hoge respons. Het komt niet altijd gelegen om mee te werken aan een telefonisch onderzoek. Op deze manier kan de respondent zelf beslissen welk tijdstip het beste uitkomt om de vragenlijst in te vullen. Hierdoor zijn de respondenten meer gemotiveerd en nemen de tijd om precies te vertellen wat hen beweegt; Optimale objectiviteit en privacy; Geen a-typisch gedrag, omdat een huishouden slechts met een beperkte frequentie wordt ingeschakeld en een beloning krijgt voor participatie; Toonmateriaal kan (in kleur) op het scherm worden aangeboden; Gemakkelijk te bedienen software maakt het ook voor ouderen en lager opgeleiden mogelijk mee te doen aan deze vorm van onderzoek. Toelichting bij de tabellen De computer berekent het percentage van elk cijfer nauwkeurig volgens een vaste afrondingsinstructie. Het gevolg is dat optellingen van percentages niet altijd gelijk zijn aan het percentage van de som der (absolute) basiscijfers. Dergelijke (kleine) verschillen zijn dus slechts afrondingsverschillen. Bij sommige vragen komt het voor dat het totale percentage groter is dan 100. Dit kan voorkomen bij vragen waarbij een respondent meerdere antwoorden kan geven. A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december 2001

31 Bijlage 2 Beschrijving sociale klassen A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december 2001

32 De (subjectieve) beoordeling (schatting) van de sociale klassen van een gegeven gezinshuishouding door de enquêteur zelf is per 1 januari 1988 geheel afgeschaft. Al enkele jaren wordt een meer objectieve benadering van dit begrip gehanteerd door de sociale klassenindeling afhankelijk te stellen van opleiding en (laatst uitgeoefend) beroep van de hoofdkostwinner. Eén en ander conform normvraagstelling van VMO. Een overzicht van de vijf sociale klassen naar de twee verklarende variabelen is als volgt te schetsen: HW HB HA MB MA LB LA opleidding beroep onbekend Bedrijfshoofd 10+ A A A A A A A A Bedrijfshoofd 9- A A A A Bb Bo Bo Bo Vrije beroepen A A A A Bb Bo Bo Bo Boeren en tuinders A A A A Bb Bo Bo Bo Hogere employé(e)s A A A A Bb Bo Bo Bo Middelbare employé(e)s A Bb Bb Bb Bo C C C Lagere employé(e)s A Bo Bo Bo Bo C C C Geschoolde arbeiders A Bo C C C C C C Ongeschoolde arbeiders A Bo C C C C D D Geen opgave (zonder beroep) Bo Bo C C C D D D Huisvrouw en studenten Bo Bo C C C D D D Onderwijs / opleiding: Sociale klasse: HW: Wetenschappelijk onderwijs (doctoraal) A: A (Hoog) HB: Hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs (kandidaats) Bb: B Boven HA: Hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs Bo: B Onder MB: Middelbaar beroeps onderwijs C: C MA: Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs D: D (Laag) LB: Lager beroeps onderwijs LA: Lager onderwijs A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december 2001

33 Bijlage 3 Vragenlijst A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam december 2001

34 Definitieve vragenlijst 1 Deze vragenlijst gaat over de beleving van het platteland. Als u aan het platteland denkt, welke woorden komen dan bij u op? (open) 2 Als u aan landbouwproductie denkt, welke woorden komen dan bij u op? (open) (vraag 1 en 2 random) 3 De komende vragen gaan voor een groot deel over de landbouw. In deze vragenlijst wordt onder de landbouw verstaan veeteelt (koeien, varkens, kippen), tuinbouw, akkerbouw, glastuinbouw, fruitteelt en boomkwekerijen. Nu volgen acht stellingen, kunt u aangeven in welke mate u met de stelling eens bent? (random) 1. helemaal mee oneens 2. grotendeels mee oneens 3. grotendeels mee eens 4. helemaal mee eens 5. weet niet Zalm hoort uit de zee en rivieren te komen en niet van een zalmkwekerij. Nederland is echt Nederland als er koeien in de wei aan het grazen zijn. Het zou goed zijn als kippen- en varkenshouderijen net als bedrijven op een industrieterrein worden geplaatst. Ik ben trots op de Nederlandse landbouw. Ik ben bereid 15% extra te betalen voor voedsel waarbij gegarandeerd is dat er gelet is op het welzijn van de dieren. Ik koop bij voorkeur Nederlandse producten. De overheid moet de boeren geld geven voor het beheer van natuur en landschap op hun bedrijf. Er is genoeg ruimte op het platteland voor extra woningbouw. A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam 29 juni

35 Definitieve vragenlijst 4 Op welke plaats in de wereld denkt u dat Nederland staat wat betreft de hoeveelheid producten die de landbouw oplevert? (min 1; max 500, hierbij betekent de 1-ste plaats dat Nederland de hoogste productie van de wereld heeft). Het is te begrijpen dat u dit niet precies weet, maar probeert u het zo goed mogelijk te schatten. Nederland staat op de... plaats 5 Voor welke markt moet de Nederlandse landbouw naar uw mening met name produceren? 1. De Nederlandse markt 2. De Europese markt 3. De Wereldmarkt 4. Weet niet 6 Hoeveel kippen denkt u dat Nederland heeft? (min 1; max 999) Het gaat natuurlijk om een schatting.... miljoen 7 Hoeveel varkens denkt u dat Nederland heeft? (min 1; max 999) Het gaat natuurlijk om een schatting.... miljoen 8 At u TWEE JAAR GELEDEN vlees? 1. Ja, ik at twee jaar geleden vlees 2. Nee, ik at twee jaar geleden nooit vlees 3. Weet niet A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam 29 juni

36 Definitieve vragenlijst Indien vraag 8, categorie 1 9 Welke van onderstaande uitspraken is NU wat u betreft het meest van toepassing? 1. Ik eet nu meer vlees dan twee jaar geleden. 2. Ik eet nu evenveel vlees als twee jaar geleden. 3. Ik eet nu minder vlees dan twee jaar geleden. 4. Ik eet geen vlees meer. 5. Weet niet Indien vraag 8, categorie 2 10 Welke van onderstaande uitspraken is NU wat u betreft het meest van toepassing? 1. Ik eet nu wel weer vlees. 2. Ik eet nu nog steeds geen vlees. 3. Weet niet Indien vraag 9, categorie 3 of 4, vraag 10 categorie 2: 11 Wat is de reden dat u (vraag 9 cat. 3: minder, vraag 9 cat. 4 en vraag 10 cat. 2: helemaal geen) vlees en/of vis eet? (open) 12 Als u aan dierenwelzijn denkt, welke woorden komen dan bij u op? Waar denkt u aan bij dierenwelzijn? (open) A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam 29 juni

37 Definitieve vragenlijst 13 Op sommige voedingsmiddelen zit een keurmerk. Er is een keurmerk dat aangeeft dat het product biologisch (geen gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest, dieren worden zoveel mogelijk in hun waarde gelaten) geproduceerd is. Koopt u weleens biologische producten? 1. Nooit 2. Soms 3. Dikwijls 4. Altijd 5. Weet niet 14 Kunt u aangeven hoe veilig u de volgende levensmiddelen vindt voor de volksgezondheid, gelet op de manier waarop zij geproduceerd worden? Hoe veilig vindt u... voor de volksgezondheid gelet op de manier waarop zij geproduceerd worden. 1. Zeer onveilig 2. Tamelijk onveilig 3. Tamelijk veilig 4. Zeer veilig 5. Weet niet Vlees Groente Fruit Melk Brood Vis Eieren A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam 29 juni

38 Definitieve vragenlijst 15 Wie is volgens u het meest verantwoordelijk voor de veiligheid van voedsel? 1. De boeren 2. De overheid 3. De detailhandel 4. Ik zelf 5. Anders, nl 6. Geen van deze 7. Weet niet 16 Hoe belangrijk vindt u dat het LAND VAN HERKOMST op het etiket van een product staat? 1. Heel onbelangrijk 2. Tamelijk onbelangrijk 3. Tamelijk belangrijk 4. Heel belangrijk 5. Weet niet (vraag 17, 18 en 19 random) 17 Dan nu een vraag over genetisch gemodificeerde producten. Dit zijn levensmiddelen die 1 of meer ingrediënten bevatten waarvan de erfelijke eigenschappen zijn veranderd. Hoeveel bent u bereid extra te betalen voor een product om zeker te weten dat het NIET GENETISCH GEMODIFICEERD is? (min 0; max 500) Ongeveer... % 18 Hoeveel bent u bereid extra te betalen voor een product om zeker te weten dat het product een BIJDRAGE LEVERT AAN HET IN STAND HOUDEN VAN EEN MOOI LANDSCHAP? Ongeveer % A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam 29 juni

39 Definitieve vragenlijst 19 Hoeveel bent u bereid extra te betalen voor een product om zeker te weten dat het product een BIOLOGISCH (geen gebruik van bedstrijdingsmiddelen en kunstmest, dieren worden zoveel mogelijk in hun waarde gelaten) is geproduceerd? Ongeveer. % 20 Stel dat u extra informatie op een etiket van bijvoorbeeld een pakje koekjes kan laten opnemen, welke van de volgende informatie zou u dan toevoegen? (slechts één antwoord mogelijk) 1. De streek waar de ingrediënten van de koekjes geproduceerd zijn 2. Of er genetisch gemodificeerde productie is toegepast 3. Of er bestrijdingsmiddelen gebruikt zijn 4. Andere informatie, nl Geen extra informatie 6. Weet niet A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam 29 juni

40 Definitieve vragenlijst 21 De volgende vragen gaan voor een groot deel over het platteland. Onder het platteland verstaan we in deze vragenlijst alle gebieden buiten de bebouwde kom EXCLUSIEF natuurgebieden (zoals heide- en moerasgebieden) en bossen (zoals nationaal park de Hoge Veluwe). In wat voor gebied woont u? 1. In de stad 2. In een dorp 3. Op het platteland 4. In een natuurlandschap, bijvoorbeeld in het bos of op de hei 22 Welke van de volgende activiteiten verricht u wel eens op het Nederlandse platteland? 1. Wandelen 2. Fietsen 3. Varen (kanoën, zeilen, motorboot) 4. Kamperen 5. Anders, nl Geen van deze 7. Weet niet Indien vraag 21, categorie 1 23 Hoe vaak wandelt u gemiddeld op het Nederlandse platteland? 1. Vaker dan één keer per week 2. Ongeveer één keer per week 3. Ongeveer twee keer per maand 4. Ongeveer één keer per maand 5. Ongeveer één keer per kwartaal 6. Ongeveer één keer per half jaar 7. Ongeveer één keer per jaar 8. Minder vaak dan één keer per jaar 9. Weet niet 24 Hoeveel uur bracht u de laatste keer wandelend door op het Nederlandse platteland?... uur A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam 29 juni

41 Definitieve vragenlijst 25 Op welke afstand van uw woning begon u de laatste keer aan uw wandeling? (zo goed mogelijk schatten) Ongeveer... km Indien u thuis begon, dan kunt u een 0 invullen. 26 In hoeverre vindt u dat er op het platteland voldoende paden om te wandelen zijn? 1. Ruim onvoldoende 2. Onvoldoende 3. Voldoende 4. Ruim voldoende Indien vraag 21, categorie 2 27 Hoe vaak fietst u gemiddeld op het Nederlandse platteland? 1. Vaker dan één keer per week 2. Ongeveer één keer per week 3. Ongeveer twee keer per maand 4. Ongeveer één keer per maand 5. Ongeveer één keer per kwartaal 6. Ongeveer één keer per half jaar 7. Ongeveer één keer per jaar 8. Minder vaak dan één keer per jaar 9. Weet niet 28 Hoeveel uur bracht u de laatste keer fietstend door op het Nederlandse platteland?... uur A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam 29 juni

42 Definitieve vragenlijst 29 Op welke afstand van uw woning begon u de laatste keer aan uw fietstocht? (zo goed mogelijk schatten) Ongeveer... km Indien u thuis begon, dan kunt u een 0 invullen. 30 In hoeverre vindt u dat er op het platteland voldoende paden om te fietsen zijn? 1. Ruim onvoldoende 2. Onvoldoende 3. Voldoende 4. Ruim voldoende 31 Bent u de afgelopen 12 maanden wel eens op een agrarisch bedrijf (boerderij/bedrijf met veeteelt, tuinbouw, akkerbouw, glastuinbouw, fruitteelt, boomkwekerijen) geweest? 1. Ja, bij familie/kennissen 2. Ja, in een een (boeren)winkel 3. Ja, anders, nl 4. Nee, nooit 5. Weet niet 32 Hieronder staan een aantal functies die men aan het platteland toekent. Welke functie van het platteland vindt u het belangrijkst? 1. Rust 2. Ruimte 3. Recreatie 4. Voedselproductie 5. Werkgelegenheid 6. Inkomsten voor Nederland 7. Weet niet A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam 29 juni

43 Definitieve vragenlijst 33 Welke functie van het platteland vindt u daarna het belangrijkst? 1. Rust 2. Ruimte 3. Recreatie 4. Voedselproductie 5. Werkgelegenheid 6. Inkomsten voor Nederland 7. Weet niet 34 En welke functie van het platteland vindt u daarna het belangrijkst? 1. Rust 2. Ruimte 3. Recreatie 4. Voedselproductie 5. Werkgelegenheid 6. Inkomsten voor Nederland 7. Weet niet 35 Hoe zou u de omgeving van uw woonplaats beschrijven? (meer antwoorden mogelijk) 1. Ingepolderd land 2. Rivierlandschap 3. Een natuurlandschap, bijvoorbeeld bos, wilde begroeiïng en heide 4. Modern agrarisch landschap 5. Kleinschalig agrarisch landschap met bosjes en bomenrijen 6. Verstedelijkt gebied 7. Gebied met verspreide dorpsbebouwing 8. Landschap met intensief grondgebruik, bijvoorbeeld kassen, stallen, tuinbouw, boomkwekerijen 9. Waterlandschap met plassen, meren, riet 10. Open gebieden met weilanden en sloten 11. Open akkerbouwgebieden 12. Landgoedlandschap 13. Weet niet A8555 Beleving van het platteland nipo Amsterdam 29 juni

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017 Nederlandse landbouw en visserij 2017 Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 14 5 Waardering en

Nadere informatie

Directie Voedings- en Veterinaire Aangelegenheden LNV Consumentenplatform Consumentenonderzoek Natuurlijkheid, waarde voor beleid

Directie Voedings- en Veterinaire Aangelegenheden LNV Consumentenplatform Consumentenonderzoek Natuurlijkheid, waarde voor beleid Directie Voedings- en Veterinaire Aangelegenheden LNV Consumentenplatform Consumentenonderzoek Natuurlijkheid, waarde voor beleid 11 juni 2004 I Opinie-onderzoek 1. Inleiding 1 2. Associaties met natuurlijkheid

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij Nederlandse landbouw en visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

SIRE. Rapport. "Geef kinderen hun spel terug" Jonneke Heins. C0521b 29 oktober 2007

SIRE. Rapport. Geef kinderen hun spel terug Jonneke Heins. C0521b 29 oktober 2007 Grote Bickersstraat 74 3 KS Amsterdam Postbus 247 AE Amsterdam t 2 522 54 44 f 2 522 53 33 e info@tnsnipo.com www.tnsnipo.com Rapport SIRE "Geef kinderen hun spel terug" Jonneke Heins C52b 29 oktober 27

Nadere informatie

Waarschuwende teksten op sigarettenpakjes

Waarschuwende teksten op sigarettenpakjes nipo het marktonderzoekinstituut Postbus 247 00 ae Amsterdam Grote Bickersstraat 74 Telefoon (020) 522 54 44 Fax (020) 522 53 33 E-mail info@nipo.nl Internet www.nipo.nl NIPO het marktonderzoekinstituut

Nadere informatie

Rapport. Roken en Zwangerschap. Jordy van der Steen. B-1272 Juli 2002. Bestemd voor: DEFACTO voor een rookvrije toekomst Den Haag

Rapport. Roken en Zwangerschap. Jordy van der Steen. B-1272 Juli 2002. Bestemd voor: DEFACTO voor een rookvrije toekomst Den Haag nipo het marktonderzoekinstituut Postbus 247 1000 ae Amsterdam Grote Bickersstraat 74 Telefoon (020) 522 54 44 Fax (020) 522 53 33 Email info@nipo.nl Internet www.nipo.nl Rapport Roken en Zwangerschap

Nadere informatie

Sinterklaasonderzoek 2009

Sinterklaasonderzoek 2009 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Rapport Sinterklaasonderzoek 2009 Roos Huver

Nadere informatie

Rookprevalentie

Rookprevalentie Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Rookprevalentie -2008 Continu onderzoek

Nadere informatie

Rapport. Martine van de Pol Elisabeth Duijser. B5462 13 november 2003. Bestemd voor: Hydron Zuid Holland te Gouda

Rapport. Martine van de Pol Elisabeth Duijser. B5462 13 november 2003. Bestemd voor: Hydron Zuid Holland te Gouda Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Concurrentie binnen watermarkt schaadt vertrouwen consument

Nadere informatie

De Tabakswet. Rapport. Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief roken, houding t.a.v. en steun voor rookverboden Cyrille Koolhaas

De Tabakswet. Rapport. Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief roken, houding t.a.v. en steun voor rookverboden Cyrille Koolhaas Grote Bickersstraat 74 13 KS Amsterdam Postbus 247 00 AE Amsterdam t 0 522 54 44 f 0 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport De Tabakswet Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief

Nadere informatie

Bezoekersenquête boerenmarkten in Den Haag, Delft en Schiedam

Bezoekersenquête boerenmarkten in Den Haag, Delft en Schiedam Bezoekersenquête boerenmarkten in Den Haag, Delft en Schiedam Martijn Epskamp Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) januari 2010 In opdracht van ds+v (gemeente Rotterdam) en provincie Zuid-Holland

Nadere informatie

Meting stoppers-met-roken juli 2008

Meting stoppers-met-roken juli 2008 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppers-met-roken juli 2008

Nadere informatie

Verdieping Fietsdagtochten

Verdieping Fietsdagtochten Verdieping Fietsdagtochten (2013) Het Fietsplatform presenteert met de Fietsrecreatiemonitor cijfers en trends rondom het recreatieve fietsen in Nederland. Deze verdieping is een aanvulling op de cijfers

Nadere informatie

Meting stoppers-met-roken juni 2008

Meting stoppers-met-roken juni 2008 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppers-met-roken juni 2008

Nadere informatie

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h TNS Nipo Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam t 020 5225 444 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h Rick Heldoorn & Matthijs de Gier H1630

Nadere informatie

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari 2015. GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari 2015. GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015 NOORDZEE EN ZEELEVEN 2-meting Noordzee-campagne Februari 2015 1 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2. Onderzoeksverantwoording 3. Onderzoeksresultaten 4. Contact 2 1. Samenvatting 3 Samenvatting Houding t.a.v.

Nadere informatie

duurzaam eten November 2010 Kim Paulussen Marcel Temminghoff

duurzaam eten November 2010 Kim Paulussen Marcel Temminghoff Voeding in 2020 Gezond en duurzaam eten November 2010 Kim Paulussen Marcel Temminghoff 1 Inleiding 2 Resultaten 3 Samenvatting 1 Inleiding Achtergrond en opzet onderzoek Aanleiding: het Voedingscentrum

Nadere informatie

Integratieonderzoek. Rapport. Ronald Baden. E9787/88 november 2007

Integratieonderzoek. Rapport. Ronald Baden. E9787/88 november 2007 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Integratieonderzoek Ronald Baden E9787/88 november 2007

Nadere informatie

WAKKER DIER: (ON)WETENDHEID OVER JONG DIER OP BORD

WAKKER DIER: (ON)WETENDHEID OVER JONG DIER OP BORD WAKKER DIER: (ON)WETENDHEID OVER JONG DIER OP BORD De perceptie van jonge dieren volgens de Nederlandse consument Judith de Roij van Zuijdewijn Karin Ursem 31369 Intomart GfK 2012 Wakker Dier Jonge dieren

Nadere informatie

Resultaten landbouwenquête. September 2013

Resultaten landbouwenquête. September 2013 Resultaten landbouwenquête September 2013 1 Landbouwenquête 2013 Inleiding In juni 2013 hebben de noordelijke Natuur en Milieufederaties en LTO Noord in samenwerking met het Dagblad van het Noorden en

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

Houding van ouders ten aanzien van het rookgedrag van jongeren van jaar

Houding van ouders ten aanzien van het rookgedrag van jongeren van jaar Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Houding van ouders ten aanzien van het

Nadere informatie

Nederlanders aan het woord

Nederlanders aan het woord Nederlanders aan het woord Veteranen en de Nederlandse Veteranendag 2014 Trends, Onderzoek en Statistiek (TOS) Directie Communicatie Documentnummer: TOS-14-066a Belangrijkste inzichten Nederlander hecht

Nadere informatie

De Nederlander en de natuur. Rapportage

De Nederlander en de natuur. Rapportage De Nederlander en de natuur Rapportage Index 1. Samenvatting 3 2. Het belang van de Nederlandse natuur 6 3. De kijk op het Nederlandse natuurbeleid 8 4. Het groene netwerk 13 5. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

INWONERSPANEL MILL EN SINT HUBERT PEILING 1 2015 TOEKOMSTVISIE 2025. Gemeente Mill en Sint Hubert Juli/Augustus/September 2015

INWONERSPANEL MILL EN SINT HUBERT PEILING 1 2015 TOEKOMSTVISIE 2025. Gemeente Mill en Sint Hubert Juli/Augustus/September 2015 INWONERSPANEL MILL EN SINT HUBERT PEILING 1 2015 TOEKOMSTVISIE 2025 Gemeente Mill en Sint Hubert Juli/Augustus/September 2015 Colofon Uitgave: Research 2Evolve Tesselschadelaan 15A 1217 LG Hilversum Tel:

Nadere informatie

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk Inhoud Zijn je ouders nog bij elkaar? 3 Genschap van goederen: Stel je zou gaan trouwen, waarvoor zou je dan kiezen? 7 Ik zou later willen trouwen 4 Partneralimentatie: Waar gaat je voorkeur naar uit?

Nadere informatie

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland In april 2013 heeft TNS NIPO in opdracht van Thuiswinkel.org een herhalingsonderzoek uitgevoerd naar

Nadere informatie

Statiegeld tegen zwerfafval

Statiegeld tegen zwerfafval Grote Bickersstraat 74 113 KS Amsterdam Postbus 247 1 AE Amsterdam t 2 522 54 44 f 2 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Tabellenrapport Statiegeld tegen zwerfafval Publieke opinie over zwerfafval

Nadere informatie

Stadjers over fietsen in Groningen. Een Stadspanelonderzoek

Stadjers over fietsen in Groningen. Een Stadspanelonderzoek B A S I S V O O R B E L E I D Stadjers over fietsen in Groningen Een Stadspanelonderzoek Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering van beleidsgericht

Nadere informatie

Flitspeiling begeleid wonen

Flitspeiling begeleid wonen Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Flitspeiling begeleid wonen Bart Koenen, Valerie Vieira

Nadere informatie

Mexicaanse griep. Rapport. Geen nationale paniek, maar wel bereidheid tot vaccineren. Danielle van Wensveen. C6957J4 30 oktober 2009

Mexicaanse griep. Rapport. Geen nationale paniek, maar wel bereidheid tot vaccineren. Danielle van Wensveen. C6957J4 30 oktober 2009 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Rapport Mexicaanse griep Geen nationale paniek,

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 3-meting december 2011 Rapportage: januari 2012 Bestemd voor: Aljona Wertheim-Davygora, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458

Nadere informatie

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens Cijfers Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Christine Stam Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam www.veiligheid.nl Aanvraag 2015.130 Cijfers

Nadere informatie

FLASH EB Consumer Survey - Netherlands

FLASH EB Consumer Survey - Netherlands WARNING This study was produced by an organisation or an external contractor of the European Commission. These views have not been adopted or in any way approved by the Commission and should not be relied

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport STUDENTENHUISVESTING Zoetermeer, 9 december 2015 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

Duurzame melk in supermarkten

Duurzame melk in supermarkten Onderzoekssamenvatting Stelt u zich voor dat er voortaan alleen nog maar duurzaam geproduceerde melk te verkrijgen is in de supermarkt. Alle niet duurzame soorten worden niet langer verkocht. Hoe zou de

Nadere informatie

Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie

Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie Eenzaamheid in relatie tot digitale communicatie Index 1. Samenvatting p. 3 2. Doelstellingen en opzet onderzoek p. 6 3. Gebruik communicatiemiddelen p. 9 4. Perceptie digitale communicatie en eenzaamheid

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

Ondernemers staan open voor bedrijfsverkoop, maar moeten mentaal nog een drempel over

Ondernemers staan open voor bedrijfsverkoop, maar moeten mentaal nog een drempel over Ondernemers staan open voor bedrijfsverkoop, maar moeten mentaal nog een drempel over Rapport Marktmonitor 2015 18 September 2015 Colofon In opdracht van: Majka van Doorn Research Consultant 033 330 33

Nadere informatie

Meting stoppers-met-roken januari 2009

Meting stoppers-met-roken januari 2009 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tnsnipo.com www.tnsnipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppersmetroken januari 2009 Meting

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht ruim zeven op de tien

Nadere informatie

COLLIERS INTERNATIONAL OFFICE REVIEW 2014

COLLIERS INTERNATIONAL OFFICE REVIEW 2014 1 Kosten, bereikbaarheid, aantal parkeerplaatsen en het imago van het bedrijf zijn veelal de factoren die vastgoedbeslissers bij de keuze voor een kantoorpand meenemen en het zijn allemaal factoren die

Nadere informatie

Rookverbod in de horeca dringt meeroken flink terug

Rookverbod in de horeca dringt meeroken flink terug Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Rookverbod in de horeca dringt meeroken

Nadere informatie

Flitspeiling NAVO. Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek. Ministerie van Defensie

Flitspeiling NAVO. Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek. Ministerie van Defensie Flitspeiling NAVO Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek Inleiding en onderzoeksverantwoording Op verzoek van het ministerie van Defensie heeft Veldkamp een flitspeiling

Nadere informatie

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Alfahulp en huishoudelijke hulp Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Inhoudsopgave Geschreven voor Achtergrond & doelstelling 3 Conclusies 5 Resultaten 10 Bereidheid tot betalen 11 Naleven regels 17

Nadere informatie

Meerderheid kent het EKO-keurmerk Onderzoek naar de waarde van het EKO-keurmerk onder Nederlandse boodschappers

Meerderheid kent het EKO-keurmerk Onderzoek naar de waarde van het EKO-keurmerk onder Nederlandse boodschappers Meerderheid kent het EKO-keurmerk Onderzoek naar de waarde van het EKO-keurmerk onder Nederlandse boodschappers Tim de Broekert MSc, Research Consultant Imre van Rooijen MSc, Research Consultant december

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012)

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012) Bekendheid Overijsselse regio s Rapportage meting 4 (december 202) NBTCNIPO Research Postadres Postbus 63470 2502 JL Den Haag Bezoekadres Prinses Catharina Amaliastraat 5, Den Haag Grote Bickersstraat

Nadere informatie

Vaccinaties in Nederland, een vanzelfsprekende zaak.

Vaccinaties in Nederland, een vanzelfsprekende zaak. nipo het marktonderzoekinstituut Postbus 247 1000 ae Amsterdam Grote Bickersstraat 74 Telefoon (020) 522 54 44 Fax (020) 522 53 33 E-mail info@nipo.nl Internet http://www.nipo.nl Rapport Vaccinaties in

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

BURGERPANEL EEMNES PEILING BESTUURLIJKE TOEKOMST II

BURGERPANEL EEMNES PEILING BESTUURLIJKE TOEKOMST II BURGERPANEL EEMNES PEILING 3 2016 BESTUURLIJKE TOEKOMST II Gemeente Eemnes Mei 2016 Colofon Uitgave: Research 2Evolve Tesselschadelaan 15A 1217 LG Hilversum Tel: (035) 623 27 89 info@research2evolve.nl

Nadere informatie

Buitenspelen. Kwaliteit van de speelomgeving in de eigen buurt

Buitenspelen. Kwaliteit van de speelomgeving in de eigen buurt Buitenspelen Kwaliteit van de speelomgeving in de eigen buurt Index 1. Opzet onderzoek p. 3 2. Buitenspelen p. 5 3. Favoriete speelplekken en spellen p. 10 4. Buitenspelen in de buurt p. 15 5. Wat maakt

Nadere informatie

Wie kent het Groene Hart?

Wie kent het Groene Hart? 2011 Wie kent het Groene Hart? Onderzoek naar het imago van het Groene Hart in opdracht van de provincie Utrecht Uitgevoerd door Het Opiniehuis 1-7-2011 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Samenvatting

Nadere informatie

Stadsenquête Leiden 2004

Stadsenquête Leiden 2004 Hoofdstuk 16. Milieu Samenvatting Leiden heeft een Milieustraat aan de J.C. Rijpstraat. Vergeleken met voorgaande jaren zijn zowel de bekendheid als het gebruik verder toegenomen. In de Stadsenquête van

Nadere informatie

Gezondheidsbeleid 2013. Onderzoek onder gemeentepanel Venlo

Gezondheidsbeleid 2013. Onderzoek onder gemeentepanel Venlo Gezondheidsbeleid 2013 Onderzoek onder gemeentepanel Venlo Afdeling Bedrijfsvoering Team informatievoorziening Onderzoek en Statistiek Venlo, mei 2013 2 Samenvatting Inleiding In mei 2011 is de landelijke

Nadere informatie

Marktwerking in de energiesector

Marktwerking in de energiesector Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Marktwerking in de energiesector Remy Bleijendaal F3175

Nadere informatie

Publieksonderzoek Eerlijke bloemen met Moederdag

Publieksonderzoek Eerlijke bloemen met Moederdag Publieksonderzoek Eerlijke bloemen met Moederdag Rapportage Datum: 2 mei 2016 Opdrachtgever: Jorrit Visser, Hivos Auteur: Claudia Ros, InfoResult Hivos onderzoek: Eerlijke bloemen met Moederdag 1 Inhoud

Nadere informatie

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg DIMENSUS beleidsonderzoek December 2012 Projectnummer 507 Inhoudsopgave Samenvatting

Nadere informatie

Goede Voornemens 2015

Goede Voornemens 2015 Goede Voornemens 2015 Customer Intelligence Klantonderzoek & Advies Daniëlle Boshove december 2014 Achtergrond onderzoek en methode Doel: achterhalen welke goede voornemens de Nederlander heeft voor 2015

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken

Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken Hoofdstuk 6. Bezoek burgerzaken Samenvatting Burgerzaken is op werkdagen dagelijks open van 8.30 tot 16.00 uur, donderdag doorlopend van 8.30 tot 20.00 uur en op zaterdagochtend. Voor de bezoekuren in

Nadere informatie

FINANCIERINGSBAROMETER

FINANCIERINGSBAROMETER FINANCIERINGSBAROMETER Q1 14 Q2 14 Q3 14 Q4 14 GfK 14 VFN - Financieringsbarometer Juni 14 1 Inhoudsopgave 1. Management summary 2. Financieringsbarometer 3. Onderzoeksresultaten 4. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

BURGERPANEL OIRSCHOT PEILING 1 2015 DE GROENE CORRIDOR

BURGERPANEL OIRSCHOT PEILING 1 2015 DE GROENE CORRIDOR BURGERPANEL OIRSCHOT PEILING 1 2015 DE GROENE CORRIDOR Gemeente Oirschot Maart 2015 Colofon Uitgave: Research 2Evolve Tesselschadelaan 15A 1217 LG Hilversum Tel: (035) 623 27 89 info@research2evolve.nl

Nadere informatie

Evaluatie Tabakswet. Recht op een rookvrije werkplek en overlast door tabaksrook tussen 2003 en 2005

Evaluatie Tabakswet. Recht op een rookvrije werkplek en overlast door tabaksrook tussen 2003 en 2005 Evaluatie Tabakswet Recht op een rookvrije werkplek en overlast door tabaksrook tussen 2003 en 2005 Cyrille Koolhaas en Dr. Marc Willemsen Dit is een publicatie van STIVORO voor een rookvrije toekomst

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 8 t/m 11. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 8 t/m 11. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 8 t/m 11 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 18 maart 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Resultaten

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Openbare Bibliotheek

Hoofdstuk 8. Openbare Bibliotheek Hoofdstuk 8. Openbare Bibliotheek Samenvatting Van alle volwassen Leidenaren bezoekt vier op de tien respondenten wel eens een vestiging van de Leidse Openbare Bibliotheek. De meeste bezoekers zeggen over

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 1-meting december Rapportage: januari 2010 Bestemd voor: Jolanda Vrolijk, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260 MG Leidschendam

Nadere informatie

Muziek telt! Onderzoek naar behoefte en imago van muziekonderwijs bij Nederlandse publiek (18 jaar en ouder). Joep Wils.

Muziek telt! Onderzoek naar behoefte en imago van muziekonderwijs bij Nederlandse publiek (18 jaar en ouder). Joep Wils. Grote Bickersstraat 7 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 22 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Muziek telt! Onderzoek naar behoefte en imago van muziekonderwijs

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Vrijwilligerswerk

Hoofdstuk 8. Vrijwilligerswerk Hoofdstuk 8. Vrijwilligerswerk Samenvatting Eén op de vijf respondenten zegt op dit moment vrijwilligerswerk te doen. Ouderen, vrouwen en inwoners van de stadsdelen Zuid en West doen dit relatief iets

Nadere informatie

Gemiddeld gebruik van internet via verschillende media, in procenten (meer antwoorden mogelijk) 52% 37% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

Gemiddeld gebruik van internet via verschillende media, in procenten (meer antwoorden mogelijk) 52% 37% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 6 GEBRUIK VAN INTERNET EN SOCIAL MEDIA De gemeente is benieuwd of alle bewoners beschikking hebben over en gebruik maken van internet en van social media en of men belemmerd wordt als het gaat om informatie

Nadere informatie

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Bijlage Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Behorend bij het rapport VMBO-opleiding Rijn- en binnenvaart in Nijmegen ; Onderzoek naar de behoefte aan een VMBO-opleiding Rijn-

Nadere informatie

FINANCIERINGSBAROMETER

FINANCIERINGSBAROMETER FINANCIERINGSBAROMETER Q1 14 Q2 14 Q3 14 Q4 14 GfK 14 VFN - Financieringsbarometer April 14 1 Inhoudsopgave 1. Management summary 2. Financieringsbarometer 3. Onderzoeksresultaten 4. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 2-meting december Rapportage: januari 2011 Bestemd voor: Aljona Wertheim-Davygora, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260

Nadere informatie

Gemeente Houten Onderzoek standplaatsen in Houten Zuid. Den Dolder, 17 april 2009 Ir. Martine van Doornmalen Wim Woning MSc

Gemeente Houten Onderzoek standplaatsen in Houten Zuid. Den Dolder, 17 april 2009 Ir. Martine van Doornmalen Wim Woning MSc Gemeente Houten Onderzoek standplaatsen in Houten Zuid ADV Market Research B.V. Den Dolder, 17 april 2009 Ir. Martine van Doornmalen Wim Woning MSc Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market

Nadere informatie

Gescheiden gft inzameling Nesselande

Gescheiden gft inzameling Nesselande rotterdam.nl/onderzoek Gescheiden gft inzameling Nesselande Onderzoek en Business Intelligence Gescheiden gft inzameling Nesselande Een evaluatie M. van Rhee Onderzoek en Business Intelligence (OBI) 13

Nadere informatie

Hoofdstuk 20. Biologische warenmarkt

Hoofdstuk 20. Biologische warenmarkt Hoofdstuk 20. Biologische warenmarkt Samenvatting Tweederde van de Leidenaren koopt wel eens bewust biologische producten. Ruim een derde doet dit wekelijks of vaker en bijna drie op de tien doet dit meer

Nadere informatie

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 5

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 5 Meander Samenvatting groep 5 Thema 4 Platteland Samenvatting Landbouw Bijna alles wat je eet, komt van de landbouw. De akkerbouwer verbouwt bijvoorbeeld aardappelen, tarwe of mais. Hij strooit eerst mest

Nadere informatie

Hoofdstuk 14. Openbare Bibliotheek

Hoofdstuk 14. Openbare Bibliotheek Hoofdstuk 14. Openbare Bibliotheek Samenvatting In circa vier op de tien Leidse huishoudens is minimaal één lenerspas van de bibliotheek voor iemand van 16 jaar en ouder aanwezig. Meestal gaat het om één

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

Figuur 1: Mogelijke veranderingen dagelijks eetpatroon

Figuur 1: Mogelijke veranderingen dagelijks eetpatroon CONSUMENTENPLATFORM Ons voedsel over 10 OPINIEONDERZOEK In september 2003 heeft het onderzoeksbureau Survey@ te Zoetermeer onder 600 Nederlanders een representatieve steekproef gehouden. De vragen in het

Nadere informatie

Belang van voorzieningen welke acties willen mensen ondernemen om een voorziening te behouden?

Belang van voorzieningen welke acties willen mensen ondernemen om een voorziening te behouden? Belang van voorzieningen welke acties willen mensen ondernemen om een voorziening te behouden? Hoe belangrijk is de aanwezigheid van een voorziening in de directe woonomgeving? En wat doen de Groningers

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 4 t/m 7. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 4 t/m 7. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 4 t/m 7 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 19 februari 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Resultaten

Nadere informatie

Buurtenquête Walhof, Roessingh, t Sander

Buurtenquête Walhof, Roessingh, t Sander Buurtenquête Walhof, Roessingh, t Sander Aanleiding De gemeente Enschede wil bewoners meer zeggenschap geven over het onderhoud en de veiligheid in de eigen buurt. Daarom is besloten om voor alle buurten

Nadere informatie

Hoofdstuk 43. Financiële situatie

Hoofdstuk 43. Financiële situatie Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 43. Financiële situatie Samenvatting Circa tweederde van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, ruim een kwart komt net rond en kan moeilijk

Nadere informatie

Voedingssupplementen Consumentenonderzoek NPN

Voedingssupplementen Consumentenonderzoek NPN Voedingssupplementen Consumentenonderzoek NPN Management summary Schuttelaar & Partners 001-01.ppt december 00 Marieke Gaus Context en doel van het onderzoek Doel onderzoek Het onderzoek wordt uitgevoerd

Nadere informatie

Veluwse Poort in beeld. Een onderzoek naar de bekendheid en beeldvorming van Veluwse Poort

Veluwse Poort in beeld. Een onderzoek naar de bekendheid en beeldvorming van Veluwse Poort Veluwse Poort in beeld Een onderzoek naar de bekendheid en beeldvorming van Veluwse Poort INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 2 1.1. Aanleiding... 2 1.2. Doel van het onderzoek... 2 1.3. Probleemstelling...

Nadere informatie

Evenementen in Hoek van Holland - 2009

Evenementen in Hoek van Holland - 2009 Evenementen in Hoek van Holland - 2009 Evenementen in Hoek van Holland - 2009 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2009 In opdracht van deelgemeente Hoek

Nadere informatie

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival 1 (12) Onderzoek Inwonerspanel: Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 26 maart kregen de panelleden van 18 jaar en ouder (1.155 personen) een e-mail met de vraag of zij digitaal een vragenlijst over

Nadere informatie

Onderzoek voor de KNOV

Onderzoek voor de KNOV Onderzoek voor de KNOV Inhoud 1 Samenvatting 3 Onderzoeksverantwoording 6 3 Behandeling en begeleiding tijdens de 10 zwangerschap 4 Beoordeling 17 1 Samenvatting Samenvatting - 1 Behandeling en begeleiding

Nadere informatie

Fietsrecreatiemonitor Cijfers Fietsdagtochten

Fietsrecreatiemonitor Cijfers Fietsdagtochten Stichting Landelijk Fietsplatform Postbus 846 3800 AV Amersfoort 033-4653656 info@fietsplatform.nl Fietsrecreatiemonitor Cijfers Fietsdagtochten Kerncijfers fietsdagtochten 2012/2013 Aantal fietsdagtochten

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Groningen

Recreatief fietsen in Groningen Recreatief fietsen in Groningen Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Groningen en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Groningen mogelijk te maken? nov 16 Woord

Nadere informatie

Kun je gezond genieten?

Kun je gezond genieten? Grote Bickersstraat 74 101 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 5 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Kun je gezond genieten? Petra Kramer E5782 maart 2007 Alle

Nadere informatie

Flitspeiling plastic tasjes

Flitspeiling plastic tasjes Flitspeiling plastic tasjes Rapportage flitspeiling plastic tasjes 17 mei 2016 Inhoudsopgave Voorwoord Management summary Resultaten Kennis maatregel Reclamebekendheid Beoordeling reclame Gedrag n.a.v.

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 40 t/m 51. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 40 t/m 51. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 40 t/m 51 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 27 december 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Resultaten

Nadere informatie

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol 1 (19) Onderzoek Inwonerspanel Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 5 december kregen de panelleden van 12 tot en met 18 jaar (280 personen) een e-mail met de vraag of zij digitaal een vragenlijst

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Publieksonderzoek Fietsverlichting

Publieksonderzoek Fietsverlichting In hoeverre zijn fietsers in Nederland bekend met de huidige regels rond het voeren van fietsverlichting en wat is hun eigen gedrag hierbij? Inleiding Op initiatief van het uitvoeringsteam campagne fietsverlichting

Nadere informatie

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007 Integrale veiligheid resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 1 1.1 Respons 1 2 Veiligheidsgevoelens 3 2.1 Gevoel van veiligheid in specifieke situaties 3 2.2 Verschillen onderzoeksgroepen

Nadere informatie

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen Onderzoek Houten Jongeren en Wonen Juni 2007 www.adv-mr.com Utrechtseweg 101, 3702 AB Zeist Inhoud Inleiding Vanuit woonstichting Viveste en de gemeente Houten is een behoefte aan onderzoek naar de woonwensen

Nadere informatie